Sony XM-GS4 de handleiding

Type
de handleiding
2NL
Geproduceerd in Thailand
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie geldt enkel voor apparatuur
verkocht in landen waar de EU-richtlijnen van
kracht zijn
Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-
ku Tokyo, 108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit: Sony Belgium,
bijkant
oor van Sony Europe Limited, Da Vincilaan
7-D1, 1935 Zaventem, Belg
Verwijdering van oude batterijen,
elektrische en elektronische
appara
ten (van toepassing in de
Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product, de batterij of op de
verpakking wijst erop dat het product en de batterij,
niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool gebruikt
worde
n in combinatie met een chemisch symbool.
Het chemisch symbool voor kwik (Hg) of lood (Pb)
wordt toegevoegd wanneer de batterij meer dan
0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat.
Door deze producten en batterijen op juiste wijze af
te voer
en, vermijdt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zouden kunnen
veroorzaakt worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
v
eilighei
d, prestaties dan wel in verband met data-
integriteit een permanente verbinding met een
ingebouwde batterij vereisen, mag deze batterij
enkel door gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen worden.
Om ervoor te zorgen dat de batterij, het elektrisch
en
het
elektronische apparaat op een juiste wijze
zal worden behandeld, dienen deze producten aan
het eind van zijn levenscyclus overhandigd te
worden aan het desbetreffende inzamelingspunt
voor de recyclage van elektrisch en elektronisch
materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
h
oofd
stuk over hoe de batterij veilig uit het product
te verwijderen. Overhandig de batterij aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recycleren
van dit produc
t of batterij, kan u contact opnemen
met de gemeentelijke instanties, de organisatie
belast met de verwijdering van huishoudelijk afval
of de winkel waar u het product of batterij hebt
gekocht.
Dit symbool waarschuwt de gebruiker voor
de aanwezigheid van een heet oppervlak.
H
et symbool
is alleen van toepassing voor
modellen die verkocht worden in Europa.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
toest
el die niet aan bod komen in deze handleiding
kunt u steeds terecht bij uw Sony-handelaar.
Installeer voor veiligheidsredenen het toestel in
de bagag
eruimte of onder een stoel. Zie
"Installatie en aansluitingen" (pagina 5) voor
meer informatie.
3NL
Kenmerken
Maximaal uitgangsvermogen van 150 W per
kanaal (bij 4 Ω).
Dit toestel kan gebruikt worden als een
brugve
rsterker met een maximaal
uitgangsvermogen van 350 W.
Ingebouwde laagdoorlaatfilter (LP),
hoogdoor
laatfilter (HP), subsonische filter en low
boost-circuit.
Uitgerust met beveiligingscircuit en -lampje.
Er kan rechtstreeks verbinding gemaakt worden
met d
e luidsprekeruitgang van uw autoradio als
deze niet uitgerust is met een lijnuitgang
(hoogniveau-ingangsaansluiting).
Me
t de functie Hi-level Sensing Power On kan dit
toest
el ook geactiveerd worden zonder REMOTE-
verbinding.
Pulsvoeding* voor een stabiel en gecontroleerd
uitga
ngsvermogen.
* Pulsvoeding
Dit toestel is uitgerust met een ingebouwde
vermo
gensregulator die de voeding geleverd door de
12 V DC-autoaccu door middel van een
halfgeleiderschakelaar omzet naar snelle pulsen.
Deze pulsen worden versterkt door de ingebouwde
pulstransformator en worden gescheiden in een
positieve en een negatieve voeding alvorens weer te
worden omgezet naar gelijkstroom. Dankzij deze
methode kan het schommelende voltage van de
autoaccu opgevangen worden. Dit lichte
voedingssysteem levert een zeer efficiënte voeding
met een lage impedantie.
Inhoudsopgave
Kenmerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Bediening
Locatie en functie van de
bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Installatie en aansluitingen
Onderdelen voor installatie en aansluitingen. . . . . 5
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Voedingsaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Ingangsaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Luidsprekeraansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Extra informatie
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Zekering vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
4NL
Locatie en functie van de bedieningselementen
Ventilatieopening
Via deze opening wordt de warmte afgevoerd.
Afhankelijk van de temperatuur van het toestel
wordt
er een van de drie beschikbare
ventilatorstatussen geselecteerd (uit, lage
snelheid, hoge snelheid).
Statuslampje
Licht wit
op tijdens het bedrijf.
Als het beveiligingscircuit geactiveerd wordt,
gaat he
t statuslampje rood branden in plaats
van wit.
Raadpleeg "Problemen oplossen" (pagina 11)
voor meer informatie.
SU
BSONIC FILTER-regelaar
Hier
mee kunt u de kantelfrequentie (6 70 Hz)
van de s
ubsonische filter instellen.
LEVEL-regelaar
Hier
mee kunt u het ingangsniveau aanpassen.
Draai de regelaar rechtsom als het
uitgangsvermogen van de autoradio laag lijkt.
Kantelfrequentieregelaar
Hiermee k
unt u de kantelfrequentie (50
300 Hz) voor de laag- of hoogdoorlaatfilter
instel
len.
FILTER-keuzeschakelaar
Hier
mee kunt u de laagdoorlaatfilter (LP) of de
hoogdoorl
aatfilter (HP) selecteren.
LOW BOOST-regelaar
Hier
mee kunt u de frequenties rond 40 Hz
booste
n naar een maximum van 10 dB.
Bediening
5NL
Onderdelen voor installatie en
aansluitingen
Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn in deze
lijst opgenomen.
Installatie
Installeer het toestel in de bagageruimte of onder
een stoel.
Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het
toes
tel de bestuurder niet kan hinderen en niet
wordt blootgesteld aan direct zonlicht of hete
lucht van de verwarming.
I
nstalleer het toestel niet onder het vloertapijt
omda
t de warmte dat het ontwikkelt dan moeilijk
kan worden afgevoerd.
Het toestel monteren
Zet het toestel eerst op de plaats waar u het wilt
installeren en markeer de 4 schroefopeningen op
de montageplaat (niet bijgeleverd). Boor
vervolgens in elke markering een gat van 3 mm
voor en bevestig het toestel op de plaat met behulp
van de bijgeleverde montageschroeven. De
montageschroeven zijn allemaal 14 mm lang, dus
moet de montageplaat dikker zijn dan 14 mm.
Aansluitingen
Alvorens aansluitingen door te voeren, moet u
eerst de massaklem van de autoaccu loskoppelen
om kortsluiting te vermijden.
Gebruik voldoende krachtige luidsprekers. Te
lic
hte luidsprekers kunnen beschadigd raken.
Dit is een versterker met faseomkering.
Verbind de -aa
nsluiting van het
luidsprekersysteem niet met het autochassis en
verbind de -aansluiting van de
rechterluidspreker evenmin met die van de
linkerluidspreker.
Houd de invoer- en uitvoerkabels uit de buurt van
de voe
dingskabel. Doet u dit niet, dan kan er
storing optreden.
Dit toestel is een krachtige versterker. Het is
moge
lijk dat het toestel niet optimaal
functioneert als u het gebruikt met de
luidsprekerkabels die bij de auto zijn geleverd.
Als uw auto uitgerust is met een
comput
ersysteem voor navigatie of dergelijke,
mag de massakabel niet losgekoppeld worden
van de autoaccu. Als u de kabel loskoppelt, kan
het computergeheugen gewist worden. Om
tijdens het aansluiten kortsluiting te voorkomen,
moet u de +12 V-voedingskabel loskoppelen tot
a
lle a
ndere kabels aangesloten zijn.
De aansluitingen doorvoeren
Opmerking
Let op dat u de schroef niet te hard aandraait om te
vermi
jden dat deze beschadigd raakt (het
aandraaimoment moet minder dan 1 N•m zijn).
Sluit de +12 V-voedingskabel pas aan nadat alle
andere kabels zijn aangesloten.
Bevestig de massakabel stevig aan een metalen
onde
rdeel van de auto. Een loszittende kabel kan
de werking van de versterker verstoren.
Verbind de afstandsbedieningskabel van de
auto
radio met de afstandsbedieningsingang
(REM).
Installatie en aansluitingen

ø4 × 14 mm
× 4
Voedingsaansluitingen
6NL
Verbind bij een autoradio zonder
afstandsbedieningsuitgang voor de versterker de
afstandsbedieningsingang (REM) met de
hulpvoeding.
G
ebruik een voedingskabel met zekering (60 A).
Alle voedingskabels die aangesloten zijn op de
p
osi
tieve pool van de accu moeten binnen
450 mm vanaf de pool van de accu van een
zeke
ring worden voorzien. Dit moet gebeuren
voordat de kabels door een metalen oppervlak
worden geleid.
Zorg ervoor dat de accukabels die aangesloten
zijn
op de auto (massa naar chassis) minstens
even dik zijn als de hoofdvoedingskabel waarmee
de versterker aangesloten is op de accu.
T
ijdens bedrijf aan vol vermogen passeert er een
stro
om van meer dan 60 A door het systeem.
Zorg er dus voor dat de kabels die verbonden
worden met de +12 V- en GND-aansluitingen van
dit toestel minstens AWG-8 zijn of een doorsnede
hebben van meer dan 8 mm².
Voedingsaansluitingen tot stand brengen
Hiervoor hebt u voedingskabels (niet bijgeleverd)
nodig.
*1 Als u een originele fabrieksautoradio of een ander
type zonder afstandsbedieningsuitgang voor de
versterker hebt, verbindt u de
afstandsbedieningsingang (REM) met de
hulpvoeding. Bij een hoogniveau-
ingangsaansluiting kan de autoradio ook
geactiveerd worden zonder REMOTE-verbinding. Wij
kunnen echter niet garanderen dat deze functie
werkt bij alle autoradio's.
*2 Massa naar chassis.
Lijningangsaansluiting
Met luidsprekeraansluiting , , of
(pagina 7, 8)
Opmerking
Wanneer dit toestel verbonden is met een autoradio die
onderst
euning biedt voor hogeresolutie-audio (bijv.
RSX-GS9), kunt u geluid met een hoge resolutie
beluisteren.
Lijningangsaansluiting
Met luidsprekeraansluiting (pagina 8)
Opmerking
Wanneer dit toestel verbonden is met een autoradio die
onderst
euning biedt voor hogeresolutie-audio (bijv.
RSX-GS9), kunt u geluid met een hoge resolutie
beluisteren.
Zekering (60 A)
+12 V-autoaccu
minder dan 450 mm
naar een metalen
onderdeel van de auto
Ingangsaansluitingen
Voor Achter
Links Rechts
7NL
Hoogniveau-ingangsaansluiting
Met luidsprekeraansluiting , , of
(pagina 7, 8)
Opmerking
Raadpleeg eveneens de handleiding van uw autoradio
voor meer
informatie.
Zet de FILTER-keuzeschakelaar op het
bedieningspaneel op "HP" (hoogdoorlaatfilter),
"LP" (laagdoorlaatfilter) of "OFF" overeenkomstig
het lu
idsprekersysteem.
Raadpleeg eveneens de handleiding van uw
luidsp
rekers voor meer informatie.
Aanbevolen audiosysteem voor hoge
resolutie
Opmerking
Het is mogelijk dat bepaalde producten die op het
schema a
fgebeeld staan niet verkrijgbaar zijn in uw
land of regio.
Systeem met 6 luidsprekers
(aanbevolen voor audiosystemen met
een hoge resolutie)
Met ingangsaansluiting of (pagina 6, 7)
Grijs
Grijs/gestreept
Wit
Wit/gestreept
Groen
Groen/gestreept
Paars
Paars/gestreept
Uitgang luidspreker
linksvoor
Uitgang luidspreker
rechtsvoor
Uitgang luidspreker
rechtsachter
Uitgang luidspreker
linksachter
Hoogniveau-ingangsaansluiting
Luidsprekeraansluitingen
Autoradio met
ondersteuning voor
hogeresolutie-audio
(bijv. RSX-GS9)
XM-GS4
(dit toestel)
Versterker
(bijv. XM-GS100)
Supertweeter
(bijv. XS-GS1)
Luidspreker
met volledig bereik
(bijv. XS-GS1621)
Subwoofer
(bijv. XS-GSW121D)
Crossovernetwerk
Voorste supertweeter (min. 4 Ω)
Voorluidspreker (min. 4 Ω)
Achterluidspreker (min. 2 Ω)
8NL
Systeem met 4 luidsprekers
Met ingangsaansluiting of (pagina 6, 7)
Systeem met 3 luidsprekers
Met ingangsaansluiting of (pagina 6, 7)
Opmerkingen
Bij dit systeem wordt het volume van de subwoofer
geco
ntroleerd via de fader van de autoradio.
Bij dit systeem bestaan de uitvoersignalen naar de
subwoo
fer uit een combinatie van de signalen van de
REAR L INPUT en REAR R INPUT-ingangen of uit de
signalen van de REAR-hoogniveau-
ingangsaansluiting.
2-wegssysteem
Met ingangsaansluiting of (pagina 6, 7)
Opmerking
Bij dit systeem wordt het volume van de subwoofer
gecon
troleerd via de fader van de autoradio.
Systeem met 2 subwoofers
Met ingangsaansluiting (pagina 6)
Voorluidspreker (min. 2 Ω)
Achterluidspreker (min. 2 Ω)
Luidsprekers met volledig bereik (min. 2 Ω)
Subwoofer (min. 4 Ω)
Luidsprekers met volledig bereik (min. 2 Ω)
Subwoofer (min. 2 Ω)
Subwoofer (min. 4 Ω)
9NL
Voorzorgsmaatregelen
Dit toestel is uitsluitend ontworpen voor gebruik
met een negatieve massa van 12 V DC.
Gebruik luidsprekers met een impedantie van
2 tot 8 Ω
(4 tot 8 Ω bij gebruik als een
brugvers
terker).
Sluit geen actieve luidsprekers (met een
ingebo
uwde versterker) aan op de
luidsprekeraansluitingen van het toestel. Hierdoor
kunnen de actieve luidsprekers beschadigd raken.
Installeer het toestel niet op een plaats waar het
bloo
tgesteld wordt aan:
hoge temperaturen, bijvoorbeeld van direct
zon
licht of hete lucht van een
verwarmingssysteem;
regen of vocht;
stof of vuil.
Als de auto in de volle zon geparkeerd is en het
erg
warm is in de auto, moet u het toestel voor
gebruik eerst laten afkoelen.
Zorg er bij een horizontale installatie van het
toes
tel voor dat de koelvinnen van het toestel niet
worden afgedekt door het vloertapijt enz.
Wanneer het toestel zich te dicht bij de autoradio
of de ante
nne bevindt, kan er storing optreden.
Installeer het toestel in dat geval verder van de
autoradio of antenne af.
Controleer de aansluitingen als de autoradio niet
fun
ctioneert.
Deze versterker is uitgerust met een
bev
eiligingscircuit* dat de transistors en
luidsprekers beschermt wanneer de versterker
niet naar behoren functioneert. Probeer de
beveiligingscircuits niet te testen door het
koelelement af te dekken of het toestel te
overbelasten.
Sl
uit het toestel niet aan op een zwakke autoaccu.
Het
werkt alleen optimaal met een goede
voeding.
Zet het volume van de autoradio voor uw eigen
veilig
heid niet te hard zodat u nog altijd andere
geluiden kunt horen.
* Beveiligingscircuit
Deze versterker is uitgerust met een
beve
iligingscircuit dat in de volgende gevallen wordt
geactiveerd:
wanne
er het toestel oververhit raakt
wanneer er een gelijkstroom wordt opgewekt
wanneer de luidsprekeraansluitingen kortgesloten
zijn.
De kleur van het statuslampje verandert van wit naar
rood e
n het toestel wordt uitgeschakeld. Als dit
gebeurt, verwijdert u de cassette of disc, schakelt u
de aangesloten apparatuur uit en spoort u de oorzaak
van de storing op. Als het toestel oververhit is, wacht
u tot het afgekoeld is alvorens het verder te
gebruiken.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
toestel die niet aan bod komen in deze handleiding
kunt u steeds terecht bij uw Sony-handelaar.
Onderhoud
Vervang een zekering altijd door een exemplaar
met het aantal ampère dat boven de
zekeringhouder vermeld staat. Als de zekering
doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting
controleren en beide zekeringen vervangen. Brandt
de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er
sprake zijn van een defect in het toestel. Raadpleeg
in dat geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Extra informatie
Zekering vervangen
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan
de standaardzekering. Het toestel kan hierdoor
beschadigd raken.
10NL
Technische gegevens
Circuitsysteem
OTL-circuit (Output Transformerless),
pulsvoeding
Ingangen
RCA-aansluitingen,
hoogniveau-ingangsaansluiting
Aanpassingsbereik ingangsniveau
0,3 6 V (RCA-aansluitingen),
3 12 V (hoogniveau-invoer)
Uitgangen
Luidsprekeraansluitingen
Luidsprekerimpedantie
2 8 Ω (stereo),
4 8 Ω (bij gebruik als brugversterker)
Maximale uitvoer
2 luidsprekers: 350 W × 2 (bij 4 Ω)
4 luidsprekers: 150 W × 4 (bij 4 Ω)
Nominaal vermogen
(voedingsspanning bij 14,4 V, 20 Hz 20 kHz, 1 %
TH
V)
2 luids
prekers: 160 W × 2 (bij 4 Ω)
4 luidsprekers: 80 W × 4 (bij 2 Ω),
70 W × 4 (bij 4 Ω)
Frequentiebereik
10 Hz 100 kHz ( dB)
Harmonische vervorming
0,05 % of minder (bij 1 kHz, 4 Ω)
Laagdoorlaatfilter
50 300 Hz, 12 dB/oct.
Hoogdoorlaatfilter
50 300 Hz, 12 dB/oct.
Subsonische filter
6 70 Hz, 12 dB/oct.
Lage boost
0 10 dB (40 Hz)
Voeding
12 V DC-autoaccu (negatieve massa)
Voedingsspanning
10,5 16 V
Stroomverbruik
Bij nominaal vermogen: 33 A (4 Ω, 70 W × 4)
Afstandsbedieningsingang: 1 mA
Afmetingen
Ong. 272 × 51 × 202 mm (b/h/d) excl. uitstekende
on
derd
elen en bedieningselementen
272 mm
162 mm
251 mm
149,5 mm
202 mm
51 mm
Ge
wi
cht
Ong. 2,7 kg excl. accessoires
Inhoud verpakking:
Hoofdapparaat (1)
Montageschroeven (4)
Kabel voor hoogniveau-invoer (1)
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
v
erkri
jgbaar zijn bij uw handelaar. Neem contact op
met uw handelaar voor meer informatie.
Het ontwerp en de technische gegevens kunnen
zonder
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
+0,5
3,0
11NL
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van de meeste problemen die zich met
het toestel kunnen voordoen. Voor u de
onderstaande controlelijst doorneemt, raadpleegt
u eerst de procedures voor aansluiting en
bediening.
Het statuslampje licht niet op.
De zekering is doorgebrand.
Vervang de zekering door een nieuwe.
De massakabel is niet correct aangesloten.
Maak de massakabel stevig vast aan een
metalen ond
erdeel van de auto.
Het voltage dat ingevoerd wordt in de
afs
tandsbedieningsingang (REM) is te laag.
Schakel de autoradio in als deze uitgeschakeld
is.
Gebrui
k een relais als het systeem te veel
vers
terkers gebruikt.
Controleer het voltage van de accu (10,5 16 V
).
De kleur van het statuslampje verandert van wit
naar rood.
Schakel het toestel uit. De luidsprekeruitgangen
zijn kortgesloten.
Los de oorzaak van de kortsluiting op.
Schakel het toestel uit. Controleer of de
luidspr
ekerkabel en de massakabel goed
aangesloten zijn.
Het toestel wordt abnormaal warm.
Het toestel wordt abnormaal opgewarmd.
Gebruik luidsprekers met een geschikte
impe
dantie: 2 8 Ω (stereo) of 4 8 Ω (bij
gebruik a
ls een brugversterker).
Zet het toestel op een goed verluchte plaats.
Het geluid wordt onderbroken.
De thermische beveiliging is geactiveerd.
Verlaag het volume.
Er is alternatorruis hoorbaar.
De voedingskabels zijn te dicht bij de RCA-kabels
geïnstalleerd.
Houd de voedingskabels uit de buurt van de
RCA-k
abels.
De massakabel is niet correct aangesloten.
Maak de massakabel stevig vast aan een
metalen ond
erdeel van de auto.
Negatieve luidsprekerkabels raken het
aut
ochassis.
Houd deze kabels uit de buurt van het
auto
chassis.
Het geluid klinkt gedempt.
De filterschakelaar staat op "HP" of "OFF".
Kies voor "LP" als u een subwoofer aansluit.
De filterschakelaar staat op "LP".
Kies voor "OFF" of "HP" als u een luidspreker
met
volledig bereik aansluit.
Het volume is te laag.
De LEVEL-regelaar is niet correct ingesteld. Draai
de LEVEL-regelaar rechtsom.
Vraag uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar om
advies
als deze oplossingen niet helpen.

Documenttranscriptie

Installeer voor veiligheidsredenen het toestel in de bagageruimte of onder een stoel. Zie "Installatie en aansluitingen" (pagina 5) voor meer informatie. Voor meer details in verband met het recycleren van dit product of batterij, kan u contact opnemen met de gemeentelijke instanties, de organisatie belast met de verwijdering van huishoudelijk afval of de winkel waar u het product of batterij hebt gekocht. Geproduceerd in Thailand Opmerking voor klanten: de volgende informatie geldt enkel voor apparatuur verkocht in landen waar de EU-richtlijnen van kracht zijn Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minatoku Tokyo, 108-0075 Japan Voor EU-product conformiteit: Sony Belgium, bijkantoor van Sony Europe Limited, Da Vincilaan  7-D1, 1935 Zaventem, België Verwijdering van oude batterijen, elektrische en elektronische apparaten (van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen) Dit symbool op het product, de batterij of op de verpakking wijst erop dat het product en de batterij, niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. Op sommige batterijen kan dit symbool gebruikt worden in combinatie met een chemisch symbool. Het chemisch symbool voor kwik (Hg) of lood (Pb) wordt toegevoegd wanneer de batterij meer dan 0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat. Door deze producten en batterijen op juiste wijze af te voeren, vermijdt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zouden kunnen veroorzaakt worden in geval van verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen. In het geval dat de producten om redenen van veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met een ingebouwde batterij vereisen, mag deze batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel vervangen worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij, het elektrisch en het elektronische apparaat op een juiste wijze zal worden behandeld, dienen deze producten aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal. Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het hoofdstuk over hoe de batterij veilig uit het product te verwijderen. Overhandig de batterij aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen. 2NL Dit symbool waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van een heet oppervlak. Het symbool is alleen van toepassing voor modellen die verkocht worden in Europa. Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit toestel die niet aan bod komen in deze handleiding kunt u steeds terecht bij uw Sony-handelaar. Kenmerken Inhoudsopgave  Maximaal uitgangsvermogen van 150 W per kanaal (bij 4 Ω).  Dit toestel kan gebruikt worden als een brugversterker met een maximaal uitgangsvermogen van 350 W.  Ingebouwde laagdoorlaatfilter (LP), hoogdoorlaatfilter (HP), subsonische filter en low boost-circuit.  Uitgerust met beveiligingscircuit en -lampje.  Er kan rechtstreeks verbinding gemaakt worden met de luidsprekeruitgang van uw autoradio als deze niet uitgerust is met een lijnuitgang (hoogniveau-ingangsaansluiting).  Met de functie Hi-level Sensing Power On kan dit toestel ook geactiveerd worden zonder REMOTEverbinding.  Pulsvoeding* voor een stabiel en gecontroleerd uitgangsvermogen. Kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 * Pulsvoeding Dit toestel is uitgerust met een ingebouwde vermogensregulator die de voeding geleverd door de 12 V DC-autoaccu door middel van een halfgeleiderschakelaar omzet naar snelle pulsen. Deze pulsen worden versterkt door de ingebouwde pulstransformator en worden gescheiden in een positieve en een negatieve voeding alvorens weer te worden omgezet naar gelijkstroom. Dankzij deze methode kan het schommelende voltage van de autoaccu opgevangen worden. Dit lichte voedingssysteem levert een zeer efficiënte voeding met een lage impedantie. Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Zekering vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Bediening Locatie en functie van de bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Installatie en aansluitingen Onderdelen voor installatie en aansluitingen. . . . . 5 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Voedingsaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Ingangsaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Luidsprekeraansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Extra informatie 3NL Bediening Locatie en functie van de bedieningselementen  Ventilatieopening Via deze opening wordt de warmte afgevoerd. Afhankelijk van de temperatuur van het toestel wordt er een van de drie beschikbare ventilatorstatussen geselecteerd (uit, lage snelheid, hoge snelheid).  Statuslampje Licht wit op tijdens het bedrijf. Als het beveiligingscircuit geactiveerd wordt, gaat het statuslampje rood branden in plaats van wit. Raadpleeg "Problemen oplossen" (pagina 11) voor meer informatie.  SUBSONIC FILTER-regelaar Hiermee kunt u de kantelfrequentie (6 – 70 Hz) van de subsonische filter instellen.  LEVEL-regelaar Hiermee kunt u het ingangsniveau aanpassen. Draai de regelaar rechtsom als het uitgangsvermogen van de autoradio laag lijkt.  Kantelfrequentieregelaar Hiermee kunt u de kantelfrequentie (50 – 300 Hz) voor de laag- of hoogdoorlaatfilter instellen.  FILTER-keuzeschakelaar Hiermee kunt u de laagdoorlaatfilter (LP) of de hoogdoorlaatfilter (HP) selecteren. 4NL  LOW BOOST-regelaar Hiermee kunt u de frequenties rond 40 Hz boosten naar een maximum van 10 dB. Installatie en aansluitingen Onderdelen voor installatie en aansluitingen   ø4 × 14 mm ×4 Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn in deze lijst opgenomen. Installatie  Installeer het toestel in de bagageruimte of onder een stoel.  Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het toestel de bestuurder niet kan hinderen en niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht of hete lucht van de verwarming.  Installeer het toestel niet onder het vloertapijt omdat de warmte dat het ontwikkelt dan moeilijk kan worden afgevoerd. Aansluitingen  Alvorens aansluitingen door te voeren, moet u eerst de massaklem van de autoaccu loskoppelen om kortsluiting te vermijden.  Gebruik voldoende krachtige luidsprekers. Te lichte luidsprekers kunnen beschadigd raken.  Dit is een versterker met faseomkering.  Verbind de -aansluiting van het luidsprekersysteem niet met het autochassis en verbind de -aansluiting van de rechterluidspreker evenmin met die van de linkerluidspreker.  Houd de invoer- en uitvoerkabels uit de buurt van de voedingskabel. Doet u dit niet, dan kan er storing optreden.  Dit toestel is een krachtige versterker. Het is mogelijk dat het toestel niet optimaal functioneert als u het gebruikt met de luidsprekerkabels die bij de auto zijn geleverd.  Als uw auto uitgerust is met een computersysteem voor navigatie of dergelijke, mag de massakabel niet losgekoppeld worden van de autoaccu. Als u de kabel loskoppelt, kan het computergeheugen gewist worden. Om tijdens het aansluiten kortsluiting te voorkomen, moet u de +12 V-voedingskabel loskoppelen tot alle andere kabels aangesloten zijn. De aansluitingen doorvoeren Het toestel monteren Zet het toestel eerst op de plaats waar u het wilt installeren en markeer de 4 schroefopeningen op de montageplaat (niet bijgeleverd). Boor vervolgens in elke markering een gat van 3 mm voor en bevestig het toestel op de plaat met behulp van de bijgeleverde montageschroeven. De montageschroeven zijn allemaal 14 mm lang, dus moet de montageplaat dikker zijn dan 14 mm.  Opmerking Let op dat u de schroef niet te hard aandraait om te vermijden dat deze beschadigd raakt (het aandraaimoment moet minder dan 1 N•m zijn). Voedingsaansluitingen  Sluit de +12 V-voedingskabel pas aan nadat alle andere kabels zijn aangesloten.  Bevestig de massakabel stevig aan een metalen onderdeel van de auto. Een loszittende kabel kan de werking van de versterker verstoren.  Verbind de afstandsbedieningskabel van de autoradio met de afstandsbedieningsingang (REM). 5NL  Verbind bij een autoradio zonder afstandsbedieningsuitgang voor de versterker de afstandsbedieningsingang (REM) met de hulpvoeding.  Gebruik een voedingskabel met zekering (60 A).  Alle voedingskabels die aangesloten zijn op de positieve pool van de accu moeten binnen 450 mm vanaf de pool van de accu van een zekering worden voorzien. Dit moet gebeuren voordat de kabels door een metalen oppervlak worden geleid.  Zorg ervoor dat de accukabels die aangesloten zijn op de auto (massa naar chassis) minstens even dik zijn als de hoofdvoedingskabel waarmee de versterker aangesloten is op de accu.  Tijdens bedrijf aan vol vermogen passeert er een stroom van meer dan 60 A door het systeem. Zorg er dus voor dat de kabels die verbonden worden met de +12 V- en GND-aansluitingen van dit toestel minstens AWG-8 zijn of een doorsnede hebben van meer dan 8 mm². Voedingsaansluitingen tot stand brengen Hiervoor hebt u voedingskabels (niet bijgeleverd) nodig. Ingangsaansluitingen  Lijningangsaansluiting Met luidsprekeraansluiting , ,  of  (pagina 7, 8) Voor Achter Opmerking Wanneer dit toestel verbonden is met een autoradio die ondersteuning biedt voor hogeresolutie-audio (bijv. RSX-GS9), kunt u geluid met een hoge resolutie beluisteren.  Lijningangsaansluiting Met luidsprekeraansluiting  (pagina 8) naar een metalen onderdeel van de auto Links Rechts minder dan 450 mm Zekering (60 A) +12 V-autoaccu *1 Als u een originele fabrieksautoradio of een ander type zonder afstandsbedieningsuitgang voor de versterker hebt, verbindt u de afstandsbedieningsingang (REM) met de hulpvoeding. Bij een hoogniveauingangsaansluiting kan de autoradio ook geactiveerd worden zonder REMOTE-verbinding. Wij kunnen echter niet garanderen dat deze functie werkt bij alle autoradio's. *2 Massa naar chassis. 6NL Opmerking Wanneer dit toestel verbonden is met een autoradio die ondersteuning biedt voor hogeresolutie-audio (bijv. RSX-GS9), kunt u geluid met een hoge resolutie beluisteren.  Hoogniveau-ingangsaansluiting Met luidsprekeraansluiting , ,  of  (pagina 7, 8) Grijs  Uitgang luidspreker rechtsvoor Luidsprekeraansluitingen Zet de FILTER-keuzeschakelaar op het bedieningspaneel op "HP" (hoogdoorlaatfilter), "LP" (laagdoorlaatfilter) of "OFF" overeenkomstig het luidsprekersysteem. Raadpleeg eveneens de handleiding van uw luidsprekers voor meer informatie. Grijs/gestreept  Wit  Aanbevolen audiosysteem voor hoge resolutie Uitgang luidspreker linksvoor XM-GS4 (dit toestel) Supertweeter (bijv. XS-GS1) Wit/gestreept  Autoradio met ondersteuning voor hogeresolutie-audio (bijv. RSX-GS9) Luidspreker met volledig bereik (bijv. XS-GS1621) Paars  Versterker (bijv. XM-GS100) Uitgang luidspreker Paars/gestreept  rechtsachter Groen  Uitgang luidspreker linksachter Groen/gestreept   Subwoofer (bijv. XS-GSW121D) Opmerking Het is mogelijk dat bepaalde producten die op het schema afgebeeld staan niet verkrijgbaar zijn in uw land of regio.  Systeem met 6 luidsprekers (aanbevolen voor audiosystemen met een hoge resolutie) Met ingangsaansluiting  of  (pagina 6, 7) Voorste supertweeter (min. 4 Ω) Crossovernetwerk Voorluidspreker (min. 4 Ω) Hoogniveau-ingangsaansluiting Opmerking Raadpleeg eveneens de handleiding van uw autoradio voor meer informatie. Achterluidspreker (min. 2 Ω) 7NL  Systeem met 4 luidsprekers  2-wegssysteem Met ingangsaansluiting  of  (pagina 6, 7) Met ingangsaansluiting  of  (pagina 6, 7) Voorluidspreker (min. 2 Ω) Luidsprekers met volledig bereik (min. 2 Ω) Achterluidspreker (min. 2 Ω) Subwoofer (min. 2 Ω)  Systeem met 3 luidsprekers Met ingangsaansluiting  of  (pagina 6, 7) Luidsprekers met volledig bereik (min. 2 Ω) Opmerking Bij dit systeem wordt het volume van de subwoofer gecontroleerd via de fader van de autoradio.  Systeem met 2 subwoofers Met ingangsaansluiting  (pagina 6) Subwoofer (min. 4 Ω) Subwoofer (min. 4 Ω) Opmerkingen  Bij dit systeem wordt het volume van de subwoofer gecontroleerd via de fader van de autoradio.  Bij dit systeem bestaan de uitvoersignalen naar de subwoofer uit een combinatie van de signalen van de REAR L INPUT en REAR R INPUT-ingangen of uit de signalen van de REAR-hoogniveauingangsaansluiting. 8NL Extra informatie Voorzorgsmaatregelen  Dit toestel is uitsluitend ontworpen voor gebruik met een negatieve massa van 12 V DC.  Gebruik luidsprekers met een impedantie van 2 tot 8 Ω (4 tot 8 Ω bij gebruik als een brugversterker).  Sluit geen actieve luidsprekers (met een ingebouwde versterker) aan op de luidsprekeraansluitingen van het toestel. Hierdoor kunnen de actieve luidsprekers beschadigd raken.  Installeer het toestel niet op een plaats waar het blootgesteld wordt aan:  hoge temperaturen, bijvoorbeeld van direct zonlicht of hete lucht van een verwarmingssysteem;  regen of vocht;  stof of vuil.  Als de auto in de volle zon geparkeerd is en het erg warm is in de auto, moet u het toestel voor gebruik eerst laten afkoelen.  Zorg er bij een horizontale installatie van het toestel voor dat de koelvinnen van het toestel niet worden afgedekt door het vloertapijt enz.  Wanneer het toestel zich te dicht bij de autoradio of de antenne bevindt, kan er storing optreden. Installeer het toestel in dat geval verder van de autoradio of antenne af.  Controleer de aansluitingen als de autoradio niet functioneert.  Deze versterker is uitgerust met een beveiligingscircuit* dat de transistors en luidsprekers beschermt wanneer de versterker niet naar behoren functioneert. Probeer de beveiligingscircuits niet te testen door het koelelement af te dekken of het toestel te overbelasten.  Sluit het toestel niet aan op een zwakke autoaccu. Het werkt alleen optimaal met een goede voeding.  Zet het volume van de autoradio voor uw eigen veiligheid niet te hard zodat u nog altijd andere geluiden kunt horen. Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit toestel die niet aan bod komen in deze handleiding kunt u steeds terecht bij uw Sony-handelaar. Onderhoud Zekering vervangen Vervang een zekering altijd door een exemplaar met het aantal ampère dat boven de zekeringhouder vermeld staat. Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en beide zekeringen vervangen. Brandt de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect in het toestel. Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Waarschuwing Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan de standaardzekering. Het toestel kan hierdoor beschadigd raken. * Beveiligingscircuit Deze versterker is uitgerust met een beveiligingscircuit dat in de volgende gevallen wordt geactiveerd:  wanneer het toestel oververhit raakt  wanneer er een gelijkstroom wordt opgewekt  wanneer de luidsprekeraansluitingen kortgesloten zijn. De kleur van het statuslampje verandert van wit naar rood en het toestel wordt uitgeschakeld. Als dit gebeurt, verwijdert u de cassette of disc, schakelt u de aangesloten apparatuur uit en spoort u de oorzaak van de storing op. Als het toestel oververhit is, wacht u tot het afgekoeld is alvorens het verder te gebruiken. 9NL Technische gegevens Afmetingen Ong. 272 × 51 × 202 mm (b/h/d) excl. uitstekende onderdelen en bedieningselementen Circuitsysteem OTL-circuit (Output Transformerless), pulsvoeding Ingangen RCA-aansluitingen, hoogniveau-ingangsaansluiting Aanpassingsbereik ingangsniveau 0,3 – 6 V (RCA-aansluitingen), 3 – 12 V (hoogniveau-invoer) Uitgangen Luidsprekeraansluitingen Luidsprekerimpedantie 2 – 8 Ω (stereo), 4 – 8 Ω (bij gebruik als brugversterker) Maximale uitvoer 2 luidsprekers: 350 W × 2 (bij 4 Ω) 4 luidsprekers: 150 W × 4 (bij 4 Ω) Nominaal vermogen (voedingsspanning bij 14,4 V, 20 Hz – 20 kHz, 1 % THV) 2 luidsprekers: 160 W × 2 (bij 4 Ω) 4 luidsprekers: 80 W × 4 (bij 2 Ω), 70 W × 4 (bij 4 Ω) Frequentiebereik 10 Hz – 100 kHz ( +0,5 −3,0 dB) Harmonische vervorming 0,05 % of minder (bij 1 kHz, 4 Ω) Laagdoorlaatfilter 50 – 300 Hz, 12 dB/oct. Hoogdoorlaatfilter 50 – 300 Hz, 12 dB/oct. Subsonische filter 6 – 70 Hz, 12 dB/oct. Lage boost 0 – 10 dB (40 Hz) Voeding 12 V DC-autoaccu (negatieve massa) Voedingsspanning 10,5 – 16 V Stroomverbruik Bij nominaal vermogen: 33 A (4 Ω, 70 W × 4) Afstandsbedieningsingang: 1 mA  272 mm  162 mm  251 mm  149,5 mm  202 mm  51 mm Gewicht Ong. 2,7 kg excl. accessoires Inhoud verpakking: Hoofdapparaat (1) Montageschroeven (4) Kabel voor hoogniveau-invoer (1) 10NL Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires verkrijgbaar zijn bij uw handelaar. Neem contact op met uw handelaar voor meer informatie. Het ontwerp en de technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Problemen oplossen De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van de meeste problemen die zich met het toestel kunnen voordoen. Voor u de onderstaande controlelijst doorneemt, raadpleegt u eerst de procedures voor aansluiting en bediening. Het statuslampje licht niet op.  De zekering is doorgebrand.  Vervang de zekering door een nieuwe.  De massakabel is niet correct aangesloten.  Maak de massakabel stevig vast aan een metalen onderdeel van de auto.  Het voltage dat ingevoerd wordt in de afstandsbedieningsingang (REM) is te laag.  Schakel de autoradio in als deze uitgeschakeld is.  Gebruik een relais als het systeem te veel versterkers gebruikt.  Controleer het voltage van de accu (10,5 – 16 V). Het geluid klinkt gedempt.  De filterschakelaar staat op "HP" of "OFF".  Kies voor "LP" als u een subwoofer aansluit.  De filterschakelaar staat op "LP".  Kies voor "OFF" of "HP" als u een luidspreker met volledig bereik aansluit. Het volume is te laag.  De LEVEL-regelaar is niet correct ingesteld. Draai de LEVEL-regelaar rechtsom. Vraag uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar om advies als deze oplossingen niet helpen. De kleur van het statuslampje verandert van wit naar rood.  Schakel het toestel uit. De luidsprekeruitgangen zijn kortgesloten.  Los de oorzaak van de kortsluiting op.  Schakel het toestel uit. Controleer of de luidsprekerkabel en de massakabel goed aangesloten zijn. Het toestel wordt abnormaal warm.  Het toestel wordt abnormaal opgewarmd.  Gebruik luidsprekers met een geschikte impedantie: 2 – 8 Ω (stereo) of 4 – 8 Ω (bij gebruik als een brugversterker).  Zet het toestel op een goed verluchte plaats. Het geluid wordt onderbroken.  De thermische beveiliging is geactiveerd.  Verlaag het volume. Er is alternatorruis hoorbaar.  De voedingskabels zijn te dicht bij de RCA-kabels geïnstalleerd.  Houd de voedingskabels uit de buurt van de RCA-kabels.  De massakabel is niet correct aangesloten.  Maak de massakabel stevig vast aan een metalen onderdeel van de auto.  Negatieve luidsprekerkabels raken het autochassis.  Houd deze kabels uit de buurt van het autochassis. 11NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

Sony XM-GS4 de handleiding

Type
de handleiding