62
Veiligheidsvoorschriften
Het toestel mag alleen door personen worden ge-
bruikt die omtrent het gebruik zijn geïnstrueerd en
uitdrukkelijk met de bediening zijn belast.
Ondanks de eenvoudige hantering is het toestel niet
voor kinderhanden geschikt.
Het gebruik van het toestel valt onder de geldende
nationale bepalingen. Naast de gebruiksaanwijzing
en de in het land van gebruik geldende bindende
veiligheidsvoorschriften moeten tevens de erkende
vaktechnische voorschriften voor het veilig en vak-
kundig werken in acht worden genomen.
Elke werkwijze die twijfel aan de veiligheid oproept,
is verboden.
De netaansluitkabel regelmatig inzake beschadiging
zoals b.v. scheurvorming of veroudering controleren.
Als de netaansluitkabel beschadigd is, moet deze
voor het verder gebruik van het toestel door de
PROTOOL-service of een elektromonteur worden
vervangen om gevaar te vermijden.
De netaansluitkabel alleen vervangen door het type
dat in de gebruiksaanwijzing is vermeld.
De netaansluitkabel niet beschadigen (b.v. door
erover te rijden, eraan te rukken, vast te klemmen).
De netaansluitkabel alleen direct aan de stekker uit
het stop-contact trekken (niet door eraan te trekken).
Controleren of de toestand van het toestel aan de
voorschriften voldoet. De stekker en de koppelingen
van de netaansluitkabel moeten tenminste spat-
waterdicht zijn.
Nooit met beschadigd filterelement zuigen.
Bij plotselinge schuimvorming of lekkage van vloeis-
tof uit de stofzuiger onmiddellijk stoppen met wer-
ken, het apparaat uitschakelen en het reservoir voor
afval leegmaken.
De niveauslang voor de waterstandbegrenzing regel-
matig reinigen en inzake beschadiging controleren.
Instructies inzake het omgaan met vloeistoffen en
(voor de gezondheid gevaarlijk) stof vindt u in hoofd-
stuk “Toepassingsgebieden en werkmethoden”.
Controleer de nominale spanning van het toestel
vooraleer u het op het net aansluit. Overtuig u ervan
dat de spanning die op het typeplaatje is aangegeven
overeenstemt met de plaatselijke nominale spanning.
Bij gebruik van een verlengsnoer mag alleen de door
de producent aangegeven of een hoogwaardigere
uitvoering worden gebruikt – zie hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”.
Er wordt aanbevolen dat het toestel via een aardlek-
schakelaar wordt aangesloten. Deze onderbreekt de
voeding als de lekstroom tegen aarde 30 mA gedu-
rende 30 ms overschrijdt of hij bevat een aardings-
controlekring.
Bij gebruik van een verlengsnoer op de minimum-
diameter van het snoer letten:
Kabellengte Diameter
< 16 A < 25 A
Tot 20 m ∅ 1,5 mm
2
∅ 2,5 mm
2
20 tot 50 m ∅ 2,5 mm
2
∅ 4,0 mm
2
De ordening van de onder spanning staande delen
(stopcontacten, stekkers en koppelingen) en het
leggen van het verlengsnoer zodanig kiezen dat de
veiligheidsklasse behouden blijft.
Het bovendeel van de zuiger nooit met water afspui-
ten: gevaar voor personen, kortsluitingsgevaar.
Stofzuiger mag niet buiten bij lage temperaturen
worden gebruikt.
Er moet worden gelet op de laatste uitgave van de
IEC-bepalingen.
Toestelcontactdoos
De contactdoos aan het toestel alleen voor doeleinden
gebruiken die in de gebruiksaanwijzing zijn vastgelegd.
Vóór het insteken van een toestel in de toestelcon-
tactdoos:
1. De zuiger uitschakelen
2. Het aan te sluiten toestel uitschakelen.
ATTENTIE! Bij op de toestelcontactdoos aangeslo-
ten toestellen moeten de gebruiksaanwijzingen en
de daarin vermelde veiligheidsinstructies worden
nageleefd.
Onderhoud, reiniging en reparatie
Alleen onderhoudswerkzaamheden uitvoeren die in
de gebruiksaanwijzing zijn beschreven.
Vóór het reinigen en onderhouden van het toestel
moet principieel de netstekker worden uitgetrokken.
Voor het onderhouden en reinigen moet het toestel
zodanig worden behandeld dat er geen gevaar voor
het onderhoudspersoneel en andere personen
ontstaat.
In het onderhoudsbereik
- gefilterde geforceerde ontluchting gebruiken
- veiligheidskleding dragen
- het onderhoudsbereik zodanig reinigen dat geen
gevaarlijk stof in de omgeving geraakt.
Vooraleer het toestel uit het gebied wordt verwijderd
dat met gevaarlijk stof is belast:
- het buitendeel van het toestel afzuigen, zuiver
afwissen of het toestel dicht verpakken
- daarbij de verdeling vermijden van zich afgezet
gevaarlijk stof
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten
alle verontreinigde delen die niet op bevredigende
wijze konden worden gereinigd
- in ondoorlatende zakken worden verpakt
- overeenkomstig de voor de eliminatie geldende
voorschriften worden afgevoerd.
Er moet tenminste jaarlijks door de PROTOOL-ser-
vice of een geschoolde persoon een stoftechnische
controle worden doorgevoerd, b.v. inzake beschadi-
ging van de filter, de luchtdichtheid van het toestel
en de werking van de controle-inrichtingen.