Documenttranscriptie
Plaats van gebruik
H045 Du
Condiciones de Funcionamiento
H045 Sp
Temperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van gebruik:
+5˚C – +35˚C (+41˚F – +95˚F); minder dan 85 %RH (ventilatie niet
geblokkeerd)
Niet installeren op de volgende plaatsen:
÷ Onder rechtstreekse zonnestraling of onder sterke kunstmatige
belichting
÷ Bij hoge vochtigheidsgraad of op een slecht verluchte plaats
Temperatura y humedad ambiental durante el funcionamiento:
+5˚C – +35˚C (+41˚F – +95˚F); menos de 85%RH (aperturas de
aireación no obstruidas)
No instalar en los siguientes lugares:
÷ lugar expuesto a la luz directa del sol o a fuerte luz artificial
÷ lugar expuesto a alta humedad, o lugar poco aireado
VENTILATIE: Zorg dat u bij het installeren van dit toestel rondom
wat vrije ruimte laat voor de ventilatie (tenminste 5 cm achter en
3 cm aan weerskanten van het toestel).
VENTILACION: Cuando se instala esta unidad, asegúrese de
WAARSCHUWING: Spleten en openingen in het omhulsel
dienen voor ventilatie en een gepast gebruik van het product,
alsook om het te beschutten voor oververhitting. Om het te
beschermen tegen vuur mogen deze openingen nooit afgesloten
of bedekt worden met voorwerpen zoals dagbladen, tafellakens,
gordijnen, enz. Plaats het toestel ook nooit op een dik tapijt, op
een bed, sofa of om het even welk zacht en dik materiaal.
74
<DRB1317>
Du/Sp
dejar espacio alrededor de la unidad para proporcionar
ventilación y mejorar así la radiación del calor (por lo menos 5
cm en la parte trasera y 3 cm de cada lado).
ADVERTENCIA: Las rendijas en el aparato es necesario para la
ventilacíon para permitir el funcionamento del producto y para
proteger este de sobrecalentamiento, para evitar incendio. Las
rendijas no deberían ser nunca cubiertas con objectos, como
periódicos, manteles, tiendas, etc. Tambiém no poner el aparato
sobre alfombra espesa, cama, sofá o construción de pila espesa.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer produkt. Lees de
gebruiksaanwijzing aandachtig door zodat u het apparaat op de
juiste wijze kunt bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor
het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
Het is mogelijk dat in bepaalde landen of gebieden de uitvoering
van de netstekker en het stopkontakt verschilt van hetgeen in
deze gebuiksaanwijzing is afgebeeld. De aansluitmethode en
bediening zijn in dergelijke gevallen echter precies hetzelfde.
K015 Du
Enhorabuena por la adquisición de este producto Pioneer.
Lea completamente este manual de instrucciones para
aprender a operar correctamente el aparato. Después de haber
terminado la lectura de las instrucciones, guarde el manual en
un lugar seguro para poderlo consultar en el futuro.
En algunos países o regiones, la forma de la clavija de
alimentación y del enchufe de corriente pueden ser diferentes
de la mostrada en las ilustraciones de explicación. Sin embargo,
el método de conexión y operación del aparato es el mismo.
K015 Sp
INHOUDSOPGAVE
INDICE
WAARSCHUWINGEN I.V.M. HET GEBRUIK ...... 76
ADVERTENCIAS DE FUNCIONAMIENTO ........... 76
Installatieplek ............................................................. 76
Condensatie ............................................................... 76
Colocación ................................................................. 76
Condensación ............................................................ 76
Het toestel schoonmaken .......................................... 76
TOEBEHOREN CONTROLEREN ...........................
EIGENSCHAPPEN ................................................
AANSLUITINGEN .................................................
NAMEN EN FUNCTIES VAN ONDERDELEN .......
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN .....
76
77
78
81
86
Eigenschappen van de verschillende effectors ........... 86
BPM meten ............................................................... 90
Limpieza de la unidad ................................................. 76
COMPROBACIÓN DE LOS ACCESORIOS ...........
CARACTERÍSTICAS ..............................................
CONEXIONES .......................................................
NOMBRES DE PIEZAS Y FUNCIONES ................
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES
DE EFECTO/MUESTREADOR ..............................
76
77
78
81
86
Características de los distintos generadores
Vertragings-, echo-, auto pan-, auto trans-,
filter en flanger-bewerkingen ..................................... 93
de efectos .................................................................. 86
Medición de BPM ...................................................... 90
Nagalm en toonhoogtewijziging ................................. 96
De externe effector gebruiken ................................... 98
Operaciones de retardo, eco, desplazamiento
automático, transferencia automática, filtro y flanger ...... 93
Sampler-opname ........................................................ 99
De weergavefuncties van de sampler gebruiken ...... 101
Funcionamiento de la reverberación
y el cambiador de tonos ............................................. 96
De EDIT-functie van de sampler gebruiken .............. 102
DE FADERSTARTFUNCTIE GEBRUIKEN ........... 103
Utilización de un generador de efectos externo .......... 98
Utilización de la grabación del muestreador ................ 99
Via de kanaalfader starten ........................................ 104
Via de kruisfader starten .......................................... 105
Utilización de las funciones de reproducción
del muestreador ....................................................... 101
ZELF STORINGEN VERHELPEN ........................ 106
TECHNISCHE GEGEVENS ................................. 108
Utilización de la función de edición del muestreador ..... 102
UTILIZACIÓN DE LA FUNCIÓN DE INICIO
CON FUNDIDO ................................................... 103
Inicio con el fundido de canales ................................ 104
Pak het netsnoer beet bij de stekker. Trek de stekker er niet
uit door aan het snoer te trekken en trek nooit aan het netsnoer
met natte handen aangezien dit kortsluiting of een elektrische
schok tot gevolg kan hebben. Plaats geen toestel, meubelstuk
o.i.d. op het netsnoer, en klem het niet vast. Maak er nooit
een knoop in en en verbind het evenmin met andere snoeren.
De netsnoeren dienen zo te worden geleid dat er niet per
ongeluk iemand op gaat staan. Een beschadigd netsnoer kan
brand of een elektrische schok veroorzaken. Kontroleer het
netsnoer af en toe. Wanneer u de indruk krijgt dat het
beschadigd is, dient u bij uw dichtstbijzijnde erkende
PIONEER onderhoudscentrum of uw dealer een nieuw snoer
te kopen.
PRECAUCIONES CONCERNIENTES A LA
MANIPULACIÓN DEL CABLE DE
ALIMENTACIÓN
Tome el cable de alimentación por la clavija. No extraiga la
clavija tirando del cable. Nunca toque el cable de alimentación
cuando sus manos estén mojadas, ya que esto podría causar
cortocircuitos o descargas eléctricas. No coloque la unidad,
algún mueble, etc., sobre el cable de alimentación. Aseúrese
de no hacer nudos en el cable ni de unirlo a otros cables. Los
cables de alimentación deberán ser dispuestos de tal forma
que la prohabilidad de que sean pisados sea mínima. Una
cable de alimentación dañado podrá causar incendios o
descargas eléctricas. Revise el cable de alimentación está
dañado, solicite el reemplazo del mismo al centro de servicio
autorizado PIONEER más cercano, o a su distribuidor.
75
<DRB1317>
Du/Sp
Español
WAARSCHUWING NETSNOER
Nederlands
Inicio con el fundido transversal ............................... 105
SOLUCIÓN DE PROBLEMAS ............................. 107
CARACTERÍSTICAS TÉCNICAS ......................... 109
WAARSCHUWINGEN I.V.M.
HET GEBRUIK
ADVERTENCIAS DE
FUNCIONAMIENTO
Installatieplek
Colocación
Instale la unidad en un lugar correctamente ventilado en el
que no vaya a quedar expuesta a elevadas temperaturas ni
a humedad.
÷ No instale la unidad en un lugar expuesto a la radiación solar
directa, ni cerca de radiadores u hornos. El calor excesivo
puede afectar negativamente a la carcasa y a los
componentes internos. La instalación de la unidad en un
entorno húmedo o polvoriento puede provocar fallos de
funcionamiento o accidentes. (Evite la instalación cerca de
fogones, etc., donde pueda producirse una exposición a
humo, vapor o calor de origen aceitoso.)
÷ Cuando se utilice la unidad dentro de una maleta o una cabina
de DJ, separarla de las paredes o de otros equipos para
facilitar la disipación del calor.
Min. 3cm.
Min. 3cm.
Min. 3cm.
Installeer het toestel in een goed verluchte ruimte, waar het
niet aan hoge temperaturen of vocht wordt blootgesteld.
÷ Installeer het toestel niet in een ruimte die aan directe
zonnestralen is blootgesteld, of naast kachels of radiators. De
buitenkant en de interne bestanddelen kunnen door te grote
hitte worden beschadigd. De installatie van het toestel in een
vochtige of stoffige omgeving kan ook stoornissen of
ongelukken tot gevolg hebben. (Vermijd plaatsing naast
fornuizen, etc. waar het toestel aan vette dampen, stoom of
hitte zou kunnen worden blootgesteld.)
÷ Wanneer het toestel in een koffer of in een DJ-cabine wordt
gebruikt, moet het van de wanden worden verwijderd om de
warmteuitstraling te bevorderen.
Min. 3cm.
Min. 3cm.
Condensatie
Wanneer het toestel van een koude omgeving naar een warme
kamer wordt overgeplaatst of wanneer de kamertemperatuur
plots stijgt, kan er binnenin condensatie worden gevormd, zodat
het toestel niet meer optimaal functioneert. In dergelijke
gevallen moet u het toestel ongeveer een uur laten staan of de
kamertemperatuur geleidelijk opvoeren.
Condensación
Al trasladar esta unidad a una sala cálida desde un entorno más
frío, o cuando la temperatura de una sala asciende rápidamente,
puede formarse condensación en el interior, y la unidad puede
presentar fallos de funcionamiento. En casos como éste,
mantenga la unidad sin desplazarla durante cerca de una hora, o
bien, deje que la temperatura de la sala suba gradualmente.
Het toestel schoonmaken
÷ Gebruik een poetsdoek om het stof en het vuil weg te nemen.
÷ Wanneer de buitenkant erg vuil is, kunt u deze met een in een
neutraal, met vijf à zes keer zoveel water verdund
reinigingsmiddel gedrenkte en goed uitgewrongen zachte
doek schoonmaken en eindigen met een droge doek. Gebruik
geen meubelwas of vlekkenmiddelen.
÷ Gebruik nooit verdunners, benzeen, insecticiden of andere
chemische producten op of in de buurt van dit toestel, want
deze tasten de buitenkant aan.
Limpieza de la unidad
÷ Para eliminar el polvo y la suciedad utilice un paño limpiador.
÷ Cuando las superficies estén muy sucias, límpielas con un
paño suave empapado en un limpiador neutro diluido cinco o
seis veces con agua y bien escurrido. Seguidamente, vuelva a
pasar un paño seco. No utilice cera ni limpiadores para
muebles.
÷ No utilice nunca diluyentes, gasolinas, pulverizadores de
insecticidas ni otros productos químicos sobre esta unidad o
cerca de ella, pues pueden provocar corrosión en la superficie.
COMPROBACIÓN DE LOS
ACCESORIOS
TOEBEHOREN CONTROLEREN
÷
÷
6 pluggen van het kort circuit-type
Deze worden in de PHONO 1, PHONO 2 en PHONO 3
contactbussen op de achterkant gestoken.
Gebruiksaanwijzing
76
<DRB1317>
Du/Sp
Min. 3cm.
÷
÷
6 Clavijas de patilla de cortocircuito
Están insertadas en los conectores PHONO 1, PHONO 2 y
PHONO 3 de la parte posterior.
Manual de instrucciones
EIGENSCHAPPEN
CARACTERÍSTICAS
BPM-sampler
Muestreador de BPM
Herkent de BPM-waarde van de muziek en neemt het aantal
ingestelde maten op. Hierdoor kan er continu met dezelfde
BPM-waarde worden afgespeeld.
Reconoce BPM de música y registra el número definido de
batidos, facilitando la reproducción en bucle concordante con el
valor de BPM de la música que se está reproduciendo.
BPM-teller
Contador de BPM
De automatische BPM-teller maakt het tempo van de muziek
zichtbaar.
El contador automático de BPM suministrado permite la
visualización del tempo de la música.
Piekniveaumeter
Medidor de nivel de picos
De meegeleverde piekniveaumeter is voorzien van 15-bitcontrolelampjes voor ieder kanaal.
El medidor de nivel de picos proporcionado está equipado con
indicadores de tipo LED de 15 bits para todos los canales.
Faderstart/stop
Inicio/interruptor de fundido
De cd-speler kan worden gestart en gestopt door eenvoudig het
niveau van de kruisfader of de kanaalfader te verhogen of te
verlagen. (Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer
Pioneer cd-spelers uit de serie CDJ-100S, CDJ-700S of CDJ-500
II werden aangesloten.)
De sampler kan ook via de kruisfader worden gestart.
El reproductor de CD puede iniciarse o detenerse simplemente
aumentando o disminuyendo el nivel del fundido transversal o
fundido de canales. (Esta función sólo puede realizarse si se
tiene conectado el reproductor de CD de Pioneer de las series
CDJ-100S, CDJ-700S o CDJ-500 II.)
El muestreador también puede iniciarse con el fundido
transversal.
3-bandequalizer en stopzetfunctie
Zowel interne als externe effecten kunnen op alle kanalen, op de
microfoon en op het eindgeluid worden toegepast.
Allerlei effecten zijn mogelijk, zoals vertraging, echo, auto pan,
auto trans, filter, flanger, nagalm en toonhoogtewijziging.
Verbeterde ingangen/uitgangen
Naast de 10 ingangen – 2 CD, 3 LINE, 3 PHONO (alleen voor
MM) – en 2 microfoonsystemen, zijn er onafhankelijke
uitgangen voorzien voor 2 systemen, waaronder de prospecification XLR uitgang, de cabinemonitoruitgang en de
uitgang voor opnamen. Verder zijn er SEND/ RETURNcontactbussen voor externe effectors.
Este ecualizador de tres bandas corresponde a los canales HI,
MID y LOW (alto, medio y bajo). El nivel de fundido puede servir
también como función de debilitación, que puede reducir el nivel
hasta –26 dB.
Variedad de efectos
Es posible aplicar efectos externos e internos a todos los
canales, al micrófono y al máster.
La mezcladora ofrece una variedad de efectos, como el retardo,
el eco, la panorámica automática, la transferencia automática, el
filtro, el flanger, la reverberación y el cambiador de afinación.
Conectores de entrada y salida mejorados
Además de las 10 entradas para los 2 sistemas de CD, 3 de
LINE, 3 de PHONE (sólo para MM) y 2 de micrófono, hay salidas
independientes para 2 sistemas de especificación profesional
de XLR, salida de monitor de cabina y salida de grabación.
Asimismo, se ofrecen terminales SEND/RETURN para los
generadores de efectos externos.
Nederlands
Veelsoortige effecten
Ecualizador y debilitador de 3 bandas
Español
Deze 3-bandequalizer stemt overeen met de kanalen HI, MID en
LOW. Het dempingniveau fungeert ook als stopzetfunctie en
kan het niveau naar –26dB. terugbrengen.
77
<DRB1317>
Du/Sp
AANSLUITINGEN
CONEXIONES
Voordat u toestellen aansluit of de aansluiting wijzigt, moet u
eerst de stroom uitschakelen en het snoer uit het stopcontact
trekken.
Al conectar o cambiar las conexiones de las unidades, apague la
alimentación y desconecte el cable de la toma de corriente de la
unidad.
1. Aansluiting van toestellen op de ingang
1. Conexión del equipo de entrada
CDJ-100S/
CDJ-700S/
CDJ-500 II
CD 2
CD 1
CDJ-100S/
CDJ-700S/
CDJ-500 II
DAT enz.
DAT, etc.
Stuurkabel *2
(Kan worden aangesloten op de
CDJ-100S, CDJ-700S en CDJ-500 II)
DAT enz.
Cable de control *2
(Puede conectarse a los equipos
CDJ-100S, CDJ-700S y CDJ-500 II)
DAT, etc.
*1
R
MASTER BOOTH
OUT 1 MONITOR
L
R
L
R
CH - 4
PHONO 3 LINE
L
CH - 3
PHONO 2 LINE
L
L
R
R
R
SIGNAL
GND
MASTER
OUT2
L
CH - 2
PHONO 1 CD 2 /LINE
L
MASTER
LEVEL
ATT.
R
R
R
L
LINE
CH - 1
CD 1 /LINE
L
R
CH - 2
PLAYER CONTROL
CH - 1
2 COLD
3 HOT
R
LL
R
1 GND
RREC OUTL
L
R
RSEND L
L
(MONO)
R
RRETURNL
L
(MONO)
CH - 4 SUBMIC
DJM-600
Aansluiten op het
stopcontact.
Conectar a una toma de
corriente eléctrica
Platenspeler 3 *3
Platenspeler 2 *3
Platenspeler 1 *3
Cassettedeck enz.
*3
*3
Reproductor 1 *3
Platina de casetes, etc.
Reproductor 3
Reproductor 2
(PHONO 3 is onbruikbaar wanneer een hulpmicrofoon is
aangesloten.)
78
<DRB1317>
Du/Sp
(PHONO 3 no puede usarse si se conecta un submicrófono.)
AANSLUITINGEN
CONEXIONES
Als u een analoge speler aansluit, moet u de zes pluggen uit de
PHONO-contactbussen (PHONO 1, PHONO 2 en PHONO 3)
van CH-2, CH-3 en CH-4 trekken.
Door deze pluggen van het korte circuit-type wordt de ruis
onderdrukt en krijgt men een betere geluidskwaliteit wanneer er
geen analoge speler is aangesloten. Berg deze pluggen
zorgvuldig op nadat u ze hebt uitgetrokken. Steek de pluggen
opnieuw in dezelfde contactbussen wanneer u de analoge
speler afkoppelt.
Al conectar un reproductor analógico, saque las seis clavijas de
cortocircuito que están insertadas en los terminales PHONO
(PHONO 1, PHONO 2 y PHONO 3) de CH-2, CH-3 y CH-4.
Estas clavijas de cortocircuito sirven para reducir el ruido fino, y
aseguran un rendimiento excelente cuando no se conecta
ningún reproductor analógico. Guarde cuidadosamente las
clavijas después de retirarlas. Cuando desconecte el
reproductor analógico, vuelva a insertar las clavijas en sus
posiciones originales.
*1 Sluit de kabel aan die met de aarde van de analoge speler
overeenstemt.
Deze contactbus is alleen voor een analoge speler bestemd
en is geen veiligheidsaarde.
*2 Als u dit toestel met de apart verkochte en op de CDcontactbussen CH-1 of CH-2 aangesloten CDJ-100S, CDJ700S of CDJ-500 II gebruikt, kunt u de faderstartfunctie
gebruiken, op voorwaarde dat dit toestel en de cd-speler
door een stuurkabel zijn verbonden.
*3 Omdat de PHONO-ingangen van dit toestel uitsluitend voor
MM zijn bestemd, moet u in de aangesloten analoge speler
cassettes van het MM-type gebruiken.
*1 Conecte el cable de toma de tierra del reproductor analógico.
Este conector sirve exclusivamente para un reproductor
analógico y no es una toma de seguridad de masa.
*2 Si va a utilizar la unidad con los dispositivos suministrados
por separado CDJ-100S, CDJ-700S o CDJ-500 II, la función
de inicio del fundido puede utilizarse cuando la unidad y el
reproductor de CD están conectados a través de un cable de
control.
*3 Dado que los conectores de entrada PHONE de la unidad
son válidos sólo para MM, utilice cartuchos de tipo MM para
el reproductor de MM que tenga conectado.
Conexión de cables de sonido
Aansluiting van de audiokabels
Utilice los cables que tienen las clavijas roja y blanca.
Conecte la clavija blanca a “L” y la roja a “R”. Compruebe que
quedan correctamente enchufadas.
Gebruik de kabels met de rode en witte pluggen.
Sluit de witte plug aan op “L” en de rode plug op “R”. Steek ze
er geheel in.
Witte plug
Clavija blanca
L
L
Rode plug
Clavija roja
R
2. Aansluiting op uitgangen, microfoons, enz.
Nederlands
R
2. Conexión de salidas, micrófonos, etc.
PROFESSIONAL
CH-1
MIC
DJ MIXER
CH-2
CH-3
DJM-600
DJM-600
CH-4
MASTER
POWER
CD1/LINE
MIC LEVEL
Hoofdmicrofoon
-
∞
LINE
TRIM
PHONO 1
LINE
TRIM
PHONO 2
LINE
TRIM
dB
dB
dB
14
14
14
14
10
10
10
10
0dB
-
7
∞
4
Micrófono principal
+9dB
∞
+9dB
4
-
7
HI
∞
+9dB
4
MASTER LEVEL
14
10
∞
+9dB
4
2
2
2
1
1
1
1
+12dB
0
+12dB
0
-26dB
+12dB
0
-26dB
-1
MID
+12dB
0
-26dB
-1
MID
-2
3
4
BPM
0
-26dB
-1
MID
-2
2
AUTO BPM COUNTER
4
2
-2
1
7
HI
1
-1
BEAT
BEAT
EFFECTS SAMPLER
dB
-
7
HI
STEREO
2
+12dB
MID
-
7
HI
MONO
TRIM
dB
HI
-12dB
CD2/LINE
SUB MIC
/PHONO 3
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
-1
MID
-2
-2
MASTER
-3
EQ
-5
4
MIC
PARAMETER1
%
BPM
mSec
-10
-15
-15
-24
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
-24
+12dB
+12dB
-26dB
2
-7
LOW
-10
-24
+12dB
-26dB
-5
+12dB
-7 -26dB
LOW
-15
-24
+12dB
-26dB
-3
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
-10
-15
-24
+12dB
-3
EQ
-5
LOW
-10
-15
-12dB
-3
+12dB
-7 -26dB
LOW
-10
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
+12dB
LOW
Español
-3
EQ
-12dB
L
-26dB
R
BEAT
HEADPHONES CUE
CH-1
TALK OVER
CH-2
CH-3
MASTER
CH-4
EFFECTS/SAMPLER
AUTO BPM COUNTER SELECTOR
HEADPHONES
MONO SPLIT
STEREO
MIXING
CUE
10
10
10
10
10
10
9
9
9
9
9
9
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
7
7
6
6
6
6
6
6
5
5
5
5
5
5
4
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
REVERB
FRANGER
PITCH
FILTER
SND/RTN
EDIT
TRANS
PAN
SINGLE
LOOP
STRETCH
REC
ECHO
DELAY
AUTO BPM
BEAT SAMPLER
4
3
MIC
CF. A
2
CF. B
1
MASTER
CH.
SELECT
MASTER
LEVEL
CH-2
CH-1
SAMPLER
PARAMETER 1
Koptelefoon
2
1
-
∞
0dB
THRU
OFF
3
ON
4
OFF
ON
OFF
ON
2
1
FADER START
SAMPLER
THRU
TIME
MASTER BALANCE
3
4
SAMPLER
PARAMETER 2
LEVEL/
DEPTH
CROSS FADER CURVE
Auriculares
PHONES
1
CROSS FADER
ASSIGN A
A
2
3
CROSS FADER
ASSIGN B
L
R
MIN
MAX
BOOTH MONITOR
B
-
∞
0dB
ON/OFF
TAP
79
<DRB1317>
Du/Sp
AANSLUITINGEN
CONEXIONES
Eindversterker
(Compatibel met RCA-ingang)
Eindversterker
(Voor cabinemonitor)
Amplificador de potencia
(admite entrada RCA)
Amplificador de potencia
(para monitor de cabina)
R
L
L
Submicrófono
(PHONO 3 del CH-4 no puede
usarse si se conecta un
submicrófono.)
R
CH - 4
PHONO 3 LINE
MASTER BOOTH
OUT 1 MONITOR
L
R
CH - 3
PHONO 2 LINE
CH - 2
PHONO 1 CD 2 /LINE
L
L
L
R
R
R
SIGNAL
GND
MASTER
LEVEL
ATT.
R
L
1 GND
L
CH - 1
CD 1 /LINE
L
R
CH - 2
L
R
REC OUT
R
*4
LINE
PLAYER CONTROL
CH - 1
2 COLD
3 HOT
MASTER
OUT2
R
De polariteit van de XLR-contactbus wordt
in onderstaande figuur aangegeven.
Hulpmicrofoon
(De PHONO 3 van CH-4 is
onbruikbaar wanneer een
hulpmicrofoon is aangesloten.)
SEND
L
R
(MONO)
RETURN
(MONO)
CH - 4 SUBMIC
DJM-600
L
*5
*6
La polaridad del conector XLR se
muestra en el diagrama siguiente.
KOUD (–)
2
3
1
FRÍO (–)
WARM
(+)
AARDE
2
3
1
CALIENTE
(+)
TIERRA
Eindversterker
(Compatibel met XLR-ingang)
Cassettedeck enz.
Externe effector
Amplificador de potencia
(Admite entrada XLR)
Platina de casetes, etc.
Generador de efectos
externo
*4 MASTER LEVEL ATT.
(Dempknop voor hoofduitgangsniveau)
Met deze knop kan het uitgangsniveau worden verlaagd om
de aangesloten versterkers en luidsprekers tegen een te
hoge ingang te beveiligen.
(Demping: –∞ tot 0 dB)
*5 Sluit deze aan als u een ander apparaat wenst te gebruiken
om de geluidskwaliteit te regelen.
SEND (uitgang):
Sluit deze aan op de ingang van de externe effector.
Als u een effector met mono-ingang gebruikt, moet deze op
de uitgang van kanaal L worden aangesloten. De effector
ontvangt gemengd geluid van L en R.
RETURN (ingang):
Sluit deze aan op de uitgang van de externe effector.
Als u een effector met mono-ingang gebruikt, moet deze op
de uitgang van kanaal L worden aangesloten. De signalen
van de effector worden naar beide kanalen L en R gestuurd.
*6 REC OUT
Stuurt het audiosignaal uit naar dezelfde uitgangsbron als de
hoofduitgang, zonder te worden beïnvloed door het volume,
de balans of de MONO-schakelaars van de hoofduitgang.
80
<DRB1317>
Du/Sp
*4 MASTER LEVEL ATT.
(Mando de atenuación de nivel de salida principal)
Este mando se utiliza para reducir el nivel de salida y
proteger de una entrada excesiva los amplificadores y
altavoces conectados.
(Atenuación: –∞ a 0dB).
*5 Conecte si desea utilizar otro dispositivo para ajustar la
calidad del sonido.
SEND (salida):
Enchufar al conector de entrada del generador de efectos
externo.
Si utiliza un generador de efectos de entrada monofónico,
conéctelo a la salida del canal L. El generador de efectos
recibirá un sonido mezclado LR.
RETURN (entrada):
Enchufar al conector de salida del generador de efectos
externo.
Si utiliza un generador de efectos de salida monofónico,
conéctelo a la salida del canal L. Las señales del generador
de efectos entrarán en los canales L y R.
*6 REC OUT (salida de grabación)
Sale el sonido de la misma fuente de salida que la salida
principal, sin estar influenciado por el volumen principal,
balance principal e interruptor de MONO.
NAMEN EN FUNCTIES VAN
ONDERDELEN
NOMBRES DE PIEZAS Y
FUNCIONES
Bedieningspaneel
Panel de control
1
2
3
PROFESSIONAL
CH-1
MIC
DJ MIXER
CH-2
CH-3
DJM-600
CH-4
MASTER
4
POWER
CD1/LINE
MIC LEVEL
-
∞
LINE
CD2/LINE
TRIM
LINE
TRIM
PHONO 2
SUB MIC
/PHONO 3
LINE
TRIM
STEREO
MONO
TRIM
MASTER LEVEL
dB
dB
dB
dB
dB
14
14
14
14
14
10
10
10
10
10
0dB
-
7
HI
∞
+9dB
∞
+9dB
+12dB
-1
-1
MID
BEAT
BEAT
EFFECTS SAMPLER
1
4
2
BPM
1
0
-26dB
-1
MID
3
AUTO BPM COUNTER
4
+12dB
0
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
-1
MID
-2
-2
-2
2
7
1
-1
MID
+9dB
HI
2
-26dB
-2
∞
4
+12dB
0
-26dB
-
7
1
+12dB
0
-2
+9dB
HI
2
1
-26dB
∞
4
2
+12dB
0
-
7
HI
4
1
MID
-
7
HI
4
2
-12dB
PHONO 1
MASTER
-3
EQ
-5
-12dB
-3
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
+12dB
LOW
-12dB
-26dB
+12dB
+12dB
-26dB
5
%
BPM
mSec
1/2
3/4
1/1
2/1
4/1
1
2
4
8
16
%
-24
+12dB
-26dB
MIC
-15
-24
+12dB
4
PARAMETER1
-10
-15
-24
+12dB
2
-7
LOW
-10
-15
-24
-24
-5
+12dB
-7 -26dB
LOW
-10
-15
-3
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
LOW
-10
-15
-3
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
LOW
-10
-3
EQ
$
L
-26dB
R
BEAT
HEADPHONES CUE
6
CH-1
TALK OVER
CH-2
CH-3
MASTER
CH-4
EFFECTS/SAMPLER
7
AUTO BPM COUNTER SELECTOR
HEADPHONES
MONO SPLIT
STEREO
MIXING
CUE
8
10
10
10
10
10
10
9
9
9
9
9
9
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
7
7
6
6
6
6
6
6
5
5
5
5
5
5
4
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
REVERB
FRANGER
PITCH
FILTER
SND/RTN
EDIT
TRANS
SINGLE
PAN
LOOP
ECHO
STRETCH
DELAY
REC
AUTO BPM
0
^
BEAT SAMPLER
4
3
MIC
CF. A
2
CF. B
1
MASTER
CH.
SELECT
MASTER
&
LEVEL
CH-1
CH-2
SAMPLER
PARAMETER 1
∞
0dB
THRU
ON
4
OFF
ON
OFF
ON
2
1
FADER START
SAMPLER
THRU
TIME
MASTER BALANCE
3
4
SAMPLER
1
CROSS FADER
ASSIGN A
PHONES
2
A
3
CROSS FADER
ASSIGN B
L
1 Ingang voor hoofdmicrofoon en
microfoonstuurknop
Ingang voor hoofdmicrofoon:
Voor aansluiting van microfoon via contactbus van het
kanon-type.
MIC LEVEL (niveau microfoon):
Om het volume van de hoofdmicrofoon te regelen.
(Demping: –∞ tot 0 dB)
HI:
Om de hoge tonen van het microfoongeluid te regelen.
In het midden is het geluid afgevlakt.
Naar rechts draaien om het geluid hoger te zetten (tot +12
dB bij 10 kHz).
Naar links draaien om het geluid lager te zetten (tot –12 dB
bij 10 kHz).
MID:
Om de middentonen van het microfoongeluid te regelen.
In het midden is het geluid afgevlakt.
Naar rechts draaien om het geluid hoger te zetten (tot +12
dB bij 1 kHz).
Naar links draaien om het geluid lager te zetten (tot –12 dB
bij 1 kHz).
LOW:
Om de lage tonen van het microfoongeluid te regelen.
In het midden is het geluid afgevlakt.
Naar rechts draaien om het geluid hoger te zetten (tot +12
dB bij 100 Hz).
Naar links draaien om het geluid lager te zetten (tot –12 dB
bij 100 Hz).
MIN
MAX
(
B
!
R
BOOTH MONITOR
-
9- ~
*
PARAMETER 2
LEVEL/
DEPTH
CROSS FADER CURVE
∞
0dB
ON/OFF
TAP
= - @ #
1 Conector de entrada de micrófono principal y
mando de control de micrófono principal
Conector de entrada de micrófono principal:
Para conectar un micrófono que tenga una clavija de tipo
cañón.
MIC LEVEL (nivel de micrófono):
Ajusta el nivel del micrófono principal.
(Atenuación de: –∞ hasta 0 dB)
HI:
Ajusta el sonido del micrófono de tonos altos.
En la posición central, el sonido es liso.
Girar a la derecha para aumentar el sonido (hasta +12 dB a
10kHz).
Girar a la izquierda para reducir el sonido (hasta –12 dB a
10kHz).
MID:
Ajusta el sonido del micrófono de tonos medios.
En la posición central, el sonido es liso.
Girar a la derecha para aumentar el sonido (hasta +12 dB a
1kHz).
Girar a la izquierda para reducir el sonido (hasta –12 dB a
1kHz).
LOW:
Ajusta el sonido del micrófono de tonos bajos.
En la posición central, el sonido es liso.
Girar a la derecha para aumentar el sonido (hasta +12 dB a
100Hz).
Girar a la izquierda para reducir el sonido (hasta –12 dB a
100Hz).
81
<DRB1317>
Du/Sp
Nederlands
-
OFF
3
Español
2
1
NAMEN EN FUNCTIES VAN ONDERDELEN
NOMBRES DE PIEZAS Y FUNCIONES
2 Ingangskeuzeschakelaars, stuurknoppen en
piekniveaumeters voor CH-1 tot CH-4
2 Selectores de entrada, mandos de control y
medidores de picos para los CH-1 a CH-4
Ingangskeuzeschakelaars:
Met deze schakelaars kan het op ieder kanaal aangesloten
toestel worden gekozen dat als ingang zal worden
gebruikt.
CH-1: Om van CD1/LINE op LINE over te schakelen
CH-2: Om van CD2/LINE op PHONO 1 over te schakelen
CH-3: Om van LINE op PHONO 2 over te schakelen
CH-4: Om van LINE op SUB MIC/PHONO 3 over te schakelen
TRIM:
Om het niveau van het ingangssignaal te regelen.
Naar rechts draaien om het niveau te verhogen (tot +9 dB).
Naar links draaien om het niveau te verlagen (tot –∞).
HI:
Om de hoge tonen van het ingangsgeluid te regelen.
In het midden is het geluid afgevlakt.
Naar rechts draaien om het geluid hoger te zetten (tot +12
dB bij 13 kHz).
Naar links draaien om het geluid lager te zetten (tot –26 dB
bij 13 kHz).
MID:
Om de middentonen van het ingangsgeluid te regelen.
In het midden is het geluid afgevlakt.
Naar rechts draaien om het geluid hoger te zetten (tot +12
dB bij 1 kHz).
Naar links draaien om het geluid lager te zetten (tot –26 dB
bij 1 kHz).
LOW:
Om de lage tonen van het ingangsgeluid te regelen.
In het midden is het geluid afgevlakt.
Naar rechts draaien om het geluid hoger te zetten (tot +12
dB bij 70 Hz).
Naar links draaien om het geluid lager te zetten (tot –12 dB
bij 70 Hz).
Piekniveaumeter:
Toont gedurende 2 seconden het piekniveau.
Toont het niveau voor het door de kanaalfader wordt
gewijzigd.
Displaybereik: –24 dB tot +14 dB.
3 MONO/STEREO (Mono/Stereo-keuzeschakelaar
voor hoofduitgang)
Om MONO of STEREO voor de hoofduitgang te kiezen.
4 POWER (Stroomschakelaar)
5 MASTER LEVEL (Hoofdniveaumeter)
Toont gedurende 2 seconden het uitgangsniveau na
regeling van het hoofdvolume.
Displaybereik: –24 dB tot +14 dB.
6 “OVERSPREEK”-schakelaar
Druk op deze schakelaar om alle volumes behalve dat van de
hoofdmicrofoon te verminderen tot ca 14 dB. Daarbij zal een
rode LED gaan branden. Druk nog eens op de schakelaar om
de originele toestand te herstellen.
Waarschuwing: Door op deze knop te drukken kan het
volume plotseling sterk veranderen.
7 HEADPHONES CUE en AUTO BPM COUNTER
SELECTOR
HEADPHONES CUE:
Om de bron (CH-1 tot CH-4, MASTER of EFFECTS/
SAMPLER) te kiezen waarvan het geluid via de koptelefoon
moet worden gecontroleerd.
Druk opnieuw om uw keuze ongedaan te maken.
Door op meerdere toetsen te drukken, kunt u een
gemengd geluid uit de gekozen bronnen samenstellen.
AUTO BPM COUNTER SELECTOR:
Als AUTO BPM door de effect/sampler-keuzeschakelaar
(^) werd ingesteld, wordt de BPM-waarde van het
gekozen kanaal (CH-1 tot CH-4) op de BPM-display ($)
getoond.
Als u 2 of meer kanalen kiest, is de getoonde BPM-waarde
niet juist.
82
<DRB1317>
Du/Sp
Selectores de entrada:
Estos conmutadores seleccionan la fuente de entrada que
se usará, entre las unidades conectadas a cada canal.
CH-1: alterna entre CD1/LINE y LINE
CH-2: alterna entre CD2/LINE y PHONO1
CH-3: alterna entre LINE y PHONO 2
CH-4: alterna entre LINE y SUB MIC/PHONO 3
TRIM:
Ajusta el nivel de la señal de entrada.
Girar a la derecha para aumentar el nivel (hasta +9dB).
Girar a la izquierda para reducir el nivel (hasta –∞).
HI:
Ajusta los sonidos de entrada de tonos altos.
En la posición central, el sonido es liso.
Girar a la derecha para aumentar el sonido (hasta +12 dB a
13kHz).
Girar a la izquierda para reducir el sonido (hasta –26 dB a
13kHz).
MID:
Ajusta el sonido de entrada de tono medio.
En la posición central, el sonido es liso.
Girar a la derecha para aumentar el sonido (hasta +12 dB a
1kHz).
Girar a la izquierda para reducir el sonido (hasta –26 dB a
1kHz).
LOW:
Ajusta el sonido de entrada de tono bajo.
En la posición central, el sonido es liso.
Girar a la derecha para aumentar el sonido (hasta +12 dB a
70Hz).
Girar a la izquierda para reducir el sonido (hasta –12 dB a
70Hz).
Medidor de nivel de pico
Muestra el nivel de picos, mantenido durante 2 segundos.
Muestra el nivel antes de ser sometido al fundido de canal.
Intervalo de visualización: –24 dB a +14 dB.
3 MONO/STEREO (selector mono/estéreo de salida
principal)
Utilizado para seleccionar salida principal (máster) MONO o
STEREO.
4 POWER (interruptor de alimentación)
5 MASTER LEVEL (medidor de nivel principal)
Muestra el nivel de salida posterior al ajuste del volumen
principal, mantenido durante 2 segundos.
Intervalo de visualización: –24 dB a +14 dB.
6 TALK OVER (Llave de Conferencia)
Pulse este interruptor y el nivel de sonido disminuirá
alrededor de 14dB para todo lo que no sea el micrófono
principal y se encenderá el LED rojo. Para restablecer el
estado original, pulse nuevamente el interruptor.
Precaución: Al pulsarse este interruptor, se producirán
cambios bruscos y notables del volumen.
7 HEADPHONES CUE y AUTO BPM COUNTER
SELECTOR
HEADPHONES CUE:
Se utiliza para seleccionar la fuente (CH-1 a CH-4,
MASTER o EFFECTS/SAMPLER) que se controlará con
los auriculares.
Vuelva a pulsarlo para cancelar la selección.
Al pulsar varios botones puede obtenerse sonido
mezclado desde las fuentes seleccionadas.
AUTO BPM COUNTER SELECTOR:
Si se ha seleccionado AUTO BPM con el selector de
efecto/muestreador (^), se mostrarán los BPM del canal
seleccionado (CH-1 a CH-4) en la pantalla de BPM ($).
El valor de BPM no se mostrará correctamente si se han
seleccionado 2 o más canales.
NAMEN EN FUNCTIES VAN ONDERDELEN
NOMBRES DE PIEZAS Y FUNCIONES
8 Koptelefoonaansluiting en Bedieningspaneel voor
de koptelefoonuitgang
8 Conector para auriculares y panel de control de
salida de auriculares
MIXING (mengregelknop):
Om het monitorgeluid van de koptelefoon te regelen.
Draai geheel naar rechts voor het hoofdgeluid. (Dit geldt
alleen als het hoofdgeluid met HEADPHONES CUE werd
gekozen.)
Draai geheel naar links voor het geluid van het met
HEADPHONES CUE gekozen kanaal (geen hoofdgeluid).
In het midden zijn de niveaus van het hoofdgeluid en het met
HEADPHONES CUE gekozen geluid gelijk.
LEVEL (niveauregelknop):
Om het monitorgeluid van de koptelefoon te regelen.
Wanneer CH-1 tot CH-4 werd gekozen, wordt het niveau niet
door het hoofdvolume (0) of de hoofdbalans (@) beïnvloed.
PHONES (koptelefoonaansluiting)
9 Kanaalvolume
Om het volume van de kanalen CH-1 tot CH-4 te regelen.
0 Hoofdvolume
Om het hoofdgeluidsniveau te regelen. Het volume van de
signalen uit de met de ASSIGN-schakelaar gekozen kanalen () wordt met de kanaalfader (9) en de kruisfader (!) geregeld,
terwijl het volume van de signalen uit de andere kanalen met de
kanaalfader wordt ingesteld.
- CROSS FADER ASSIGN A, CROSS FADER ASSIGN B
Om de aan A en B toegewezen signalen te kiezen, wanneer de
kruisfader voor 2 bronnen (A en B) wordt gebruikt.
THRU:
Stel hierop in wanneer u de kruisfader niet
gebruikt.
1 tot 4:
Om de aan A en B toe te wijzen kanalen (CH-1 tot
CH-4) te kiezen.
Kanalen die niet aan A of B werden toegewezen,
worden weergegeven zonder langs de kruisfader te
worden gestuurd.
SAMPLER: Stel hierop in wanneer u de kruisfader gebruikt om
geluid te produceren dat met de effectfunctie van
dit toestel werd gesampled, op voorwaarde dat de
effect/sampler-keuzeschakelaar (^) op SINGLE
(en niet op STRETCH of LOOP) is ingesteld.
= FADER START (Faderstart-aan-uit-schakelaar)
CH-1 en CH-2:
Als dit toestel op een CDJ-100S, CDJ-700S of gelijkaardige
cd-speler werd aangesloten, moet u deze aan-uit-schakelaar
gebruiken om het automatisch afspelen van de cd-speler via
de kanaalfader of kruisfader te starten.
SAMPLER:
Gebruik deze aan-uit-schakelaar om de in dit toestel
ingebouwde sampler via de kruisfader te starten.
~ CROSS FADER CURVE
(Keuzeschakelaar voor de kruisfaderkromme)
Om een van de 3 kruisfaderstartkrommen te kiezen.
! Kruisfadervolume
Om het volume van het gemengd geluid te regelen dat van de
met de ASSIGN-schakelaar (-) op A of B ingestelde bronnen
afkomstig is.
@ MASTER BALANCE-knop
Om de links-rechts-balans van het hoofdvolume te regelen.
# BOOTH MONITOR-niveauregelaar
Om het niveau van de BOOTH MONITOR-uitgang op het
achterpaneel te regelen.
Dit niveau wordt door het hoofdvolume (0) en de hoofdbalans
(@) niet beïnvloed.
Se utiliza para seleccionar si debe dividirse el sonido del
monitor a la derecha y a la izquierda de los auriculares o
mantenerse el formato estereofónico.
MONO SPLIT cambiará la salida de los auriculares a
monofónico. El canal izquierdo será para el sonido
procedente del canal seleccionado en HEADPHONES CUE, y
el derecho para la salida de sonido del principal. (Esto sólo es
válido si se ha seleccionado el principal en HEADPHONES
CUE.)
MIXING (mando de ajuste de la mezcla):
Ajusta el sonido del monitor de los auriculares.
Gire en todo su recorrido a la derecha para obtener el sonido
de salida principal. (Esto sólo es válido si se ha seleccionado
el principal en HEADPHONES CUE.)
Gire en todo su recorrido a la izquierda para obtener el sonido
del canal (distinto del principal) seleccionado en
HEADPHONES CUE.
En la posición central, los niveles de la salida principal y del
sonido seleccionado con HEADPHONES CUE serán
equivalentes.
LEVEL (mando de ajuste del nivel):
Ajusta el sonido del monitor de los auriculares.
Cuando se ha seleccionado CH-1 a CH-4, el nivel no se ve
afectado por el volumen principal (0) ni por el balance
principal (@).
PHONES (conector de auricular)
9 Volumen de fundido de canal
Ajusta el volumen de los canales CH-1 a CH-14.
0 Volumen de fundido principal
Ajusta el nivel de sonido de salida principal. Las señales de los
canales seleccionados con el conmutador (-) se emitirán
utilizando el volumen de fundido de canal (9) y el volumen de
fundido transversal (!), mientras que las señales de otros
canales se emitirán utilizando el volumen de fundido de canal.
- CROSS FADER ASSIGN A, CROSS FADER ASSIGN B
Selecciona las señales asignadas a A y a B cuando se utiliza el
fundido transversal con 2 fuentes (A y B).
THRU:
Seleccionar cuando no se usa el fundido
transversal.
1 a 4:
Seleccionar qué canales (CH-1 a CH-4) se
asignarán a A y a B.
Los canales no asignados a A o B se emiten sin
pasar por el fundido transversal.
SAMPLER: seleccionar al usar el fundido transversal para el
sonido de salida muestreado con la función de
efectos de esta unidad, si se ha seleccionado
SINGLE (no STRETCH ni LOOP) con el selector de
efecto/muestreador (^).
= FADER START (interruptor ON/OFF de inicio con fundido)
CH-1 y CH-2:
Cuando la unidad se ha conectado mediante un cable de
control a un reproductor CDJ-100S, CDJ-700S o similar, éste
es el interruptor ON/OFF para que la función inicie
automáticamente la reproducción del CD mediante el fundido
de canales o el transversal.
Nederlands
Om te kiezen of het monitorgeluid naar de linker- en
rechterkant van de koptelefoon wordt opsplitst of het in
stereo blijft.
MONO SPLIT regelt de koptelefoonuitgang op mono. Het
geluid van het met HEADPHONES CUE gekozen kanaal
wordt via het linkerkanaal uitgezonden, terwijl het
recherkanaal voor het hoofdgeluid wordt gebruikt. (Dit geldt
alleen als het hoofdgeluid met HEADPHONES CUE werd
gekozen.)
MONO SPLIT/STEREO
(selector entre mono dividido y estéreo):
SAMPLER:
Interruptor ON/OFF para la función que inicia el muestreador
integrado en la unidad utilizando el fundido transversal.
~ CROSS FADER CURVE
(Selector de curva de fundido transversal)
Utilizado para seleccionar una de las 3 curvas de inicio con
fundido transversal.
! Volumen de fundido transversal
Utilizado para ajustar el volumen de la mezcla de sonido de las
fuentes definidas en A o en B con el conmutador ASSIGN (-).
@ Mando MASTER BALANCE
Utilizado para ajustar el equilibrio derecha-izquierda de la salida
principal.
# Mando de nivel BOOTH MONITOR
Utilizado para ajustar el nivel del conector de salida BOOTH
MONITOR del panel posterior.
Este nivel no se ve afectado por el volumen principal (0) ni por
el equilibrio principal (@).
83
<DRB1317>
Du/Sp
Español
MONO SPLIT/STEREO
(mono/stereo-keuzeschakelaar):
NAMEN EN FUNCTIES VAN ONDERDELEN
NOMBRES DE PIEZAS Y FUNCIONES
$ BPM-Display (zie pagina 90)
$ Pantalla de BPM (véase la página 90)
Als AUTO BPM met behulp van de effect/samplerkeuzeschakelaar (^) werd gekozen, wordt de BPM-waarde
voor het met AUTO BPM COUNTER SELECTOR (7) ingestelde
kanaal (CH-1 tot CH-4) getoond.
1 tot 4:
Toont het kanaal dat de BPM-waarde meet.
AUTO BPM COUNTER:
Toont de BPM-waarden.
Knippert tijdens de meting van de BPM-waarde, of wanneer
deze niet kan worden gemeten.
Display voor het BPM-meetgebied/
BPM-meetgebiedkeuzeschakelaars:
÷ Om uit hetvolgende te kiezen: 70 tot 139, 91 tot 180, 70 tot
180 en handbediening.
Als beide lampjes oplichten, geldt de 70 tot 180 instelling.
Als geen enkel lampje oplicht, geldt de handbedieningsmodus.
Stel de BPM-band op dusdanige wijze in dat hij met de
muziek waarvoor de BPM-waarde wordt gemeten
overeenstemt.
÷ Voor meer details over de handbedieningsmodus, zie “BPMwaarde meten” op pagina’s 90 tot 92.
Als de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar werd gebruikt om
iets anders dan AUTO BPM in te stellen, wordt de BPM-waarde
van de met de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar (&)
gekozen bron getoond.
% Effectparameter- en BPM-display (zie pagina 95)
1 tot 4, MIC en MASTER:
Toont de met de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar (&)
ingestelde bron.
Als CF.A or CF.B met behulp van de effect/samplerkanaalkeuzeschakelaar werd ingesteld, lichten de met de
ASSIGN-schakelaars (-) gekozen kanalen (1 tot 4) op.
PARAMETER (Parameter/BPM-teller):
De display verschilt naargelang de instelling van de effect/
sampler-keuzeschakelaar (^).
÷ Als AUTO BPM werd gekozen, wordt de BPM-waarde voor
de met de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar ingestelde
bron getoond.
De display knippert tijdens de meting van de BPM-waarde of
wanneer die niet kan worden gemeten.
÷ Als SEND/RETURN werd gekozen, verschijnt er niets op de
display.
÷ Werd er iets anders dan AUTO BPM of SEND/RETURN werd
gekozen, dan wordt de door PARAMETER 1 (*) ingestelde
effectwaarde getoond.
BEAT (Synchrone display van het effect/Ritmedisplay):
De display verschilt naargelang de instelling van de effect/
sampler-keuzeschakelaar (^).
÷ Als er is ingesteld op DELAY, ECHO, PAN of TRANS, wordt
parameter 1 voor de bron BPM weergegeven als een beat.
Als de beat 1/2 of 4/1 is, licht deze op. Als u de (2) effect beatkeuzeschakelaar indrukt, worden de beats tussen 1/2 en 1/4
gewijzigd, waarmee het display volkomen wordt gewist. Als
u de (3) effect beat-kezuzeschakelaar indrukt, worden de
beats tussen 4/1 en 8/1 gewijzigd, waarmee het display ook
volkomen wordt gewist.
Als er een ongelijkheid is tussen het aantal beats, wordt het
dichtstbijzijnde nummer knipperend in het display
weergegeven.
÷ Als er is ingesteld op FILTER, FLANGER of SAMPLER, wordt
parameter 1 voor de bron BPM weergegeven als een beat.
Het display licht op als de beat overeenkomt met 1 tot 16
beats. Als u de (2) effect beat-keuzeschakelaar indrukt als er
minder dan 1 beat is, wordt de beat gewijzigd in een 1/2,
waarmee het display volkomen wordt gewist. Als u de (3)
effect beat-kezuzeschakelaar indrukt, als er meer dan 16
beats zijn wordt het aantal beats gewijzigd in 32, waarmee
het display ook volkomen wordt gewist.
Als er een ongelijkheid is tussen het aantal beats, wordt het
dichtstbijzijnde nummer knipperend in het display
weergegeven.
÷ Als er is ingesteld op PITCH, wordt de hoeveelheid pitchbijstelling weergegeven.
÷ Als er is ingesteld op REVERB, wordt de hoeveelheid
resonantie weergegeven.
÷ Als er is ingesteld op AUTO BPM of SEND/RETURN, wordt er
niets weergegeven.
84
<DRB1317>
Du/Sp
Si se ha seleccionado AUTO BPM mediante el selector de
efecto/muestreador (^), esta pantalla muestra los BPM del
canal (CH-1 a CH-4) seleccionado en AUTO BPM COUNTER
SELECTOR (7).
1 a 4:
Refleja el canal cuyos BPM se están midiendo.
AUTO BPM COUNTER:
Muestra los valores de BPM.
Si no se pueden determinar los BPM, parpadea durante la
medición.
Conmutadores de selección y visualización de
intervalos de medida de BPM:
÷ Se utilizan para seleccionar entre los siguientes intervalos: 70
a 139, 91 a 180, 70 a 180 y modo manual.
Cuando están encendidos los dos LED, se aplica el ajuste 70
a 180.
Si no se enciende ninguno de los LED, se está aplicando el
modo manual.
Ajuste la banda de BPM de forma que concuerde con la
música para la que van a medirse los BPM.
÷ Para obtener más información sobre el modo manual, véase
“Medición de BPM” en la páginas 90 a 92.
Si se ha utilizado el selector de canales de efecto/muestreador
para elegir un valor distinto de AUTO BPM, se mostrarán los
BPM de la fuente seleccionada con el selector de canal de
efecto/muestreador (&).
% Pantalla de parámetros de efectos y BPM (véase la
página 95)
1 a 4, MIC y MASTER:
Muestra la fuente seleccionada con el selector de canales de
efecto/muestreador (&).
Si se ha seleccionado CF. A o CF. B en dicho conmutador, se
encenderán los canales (1 a 4) seleccionados con los
conmutadores ASSIGN (-).
PARAMETER (contador de BPM/parámetro):
La pantalla será diferente en función del ajuste del selector de
efecto/muestreador (^).
÷ Si se ha seleccionado AUTO BPM, se mostrarán los BPM de
la fuente seleccionada con el selector de canales de efecto/
muestreador.
La pantalla parpadeará mientras se miden los BPM o si no es
posible medirlos.
÷ Si se selecciona SEND/RETURN, no se mostrará ningún valor.
÷ Si se ha seleccionado un ajuste distinto de AUTO BPM o
SEND/RETURN, se mostrará el valor del efecto definido con
el parámetro de efecto 1 (*).
BEAT (pantalla de sincronización de efecto/pantalla de batidos):
Esta pantalla diferirá en función del ajuste del selector de
efecto/muestreador (^).
÷ Si se ha seleccionado DELAY, ECHO, PAN o TRANS, se
indicará el valor del parámetro 1 del generador de efectos
para los BPM de la fuente. La pantalla se enciende cuando el
batido es de 1/2 o 4/1. Al pulsar la llave selectora del batido
de efecto (2) cuando esté a menos de 1/2, el batido baja a 1/
4 y se apaga totalmente la indicación de la pantalla. Al pulsar
la llave selectora del batido de efecto (3) cuando esté a más
de 4/1, los batidos se elevarán a 8/1 y se apaga totalmente la
indicación de la pantalla.
÷ Si se ha seleccionado FILTER, FLANGER o SAMPLER, se
indicará el valor del parámetro 1 del generador de efectos
para los BPM de la fuente. La pantalla se enciende al coincidir
con 1 a 16 batidos. Al pulsar la llave selectora del batido de
efecto (2) cuando esté a menos de 1 batido, cambiará el
batido a 1/2 y se apaga totalmente la indicación de la pantalla.
Al pulsar la llave selectora de batido de efecto (3) cuando
esté a más de 16 batidos, cambiará el número de batidos a 32
y se apaga totalmente la indicación de la pantalla.
Cuando haya disparidad de la cantidad de batidos, se indicará
el número más cercano en forma intermitente.
÷ Si se ha seleccionado PITCH, se indicará el alcance del ajuste
de tono.
÷ Si se ha seleccionado REVERB, se indicará el grado de
reverberación.
÷ No habrá indicación cuando se ha seleccionado AUTO BPM o
SEND/RETURN .
^ Effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar
Om allerlei effecten te kiezen (zie pagina 90).
& CH. SELECT (Effect/Samplerkanaalkeuzeschakelaar)
Om de van een effect te voorziene bron te kiezen.
* PARAMETER 1, 2 (Effect/Sampler-parameter 1 en
2 knoppen)
Om de parameterwaarden van de ingebouwde effector en
sampler in te stellen (zie pagina 94).
( ON/OFF, TAP (Effect/Sampler-aan-uit-schakelaar
en aftapschakelaar)
Het effect verschilt naargelang de instelling van de effect/
sampler-keuzeschakelaar (^).
÷ Werkt zoals de effect-aan-uit-schakelaar als DELAY,
ECHO, PAN, TRANS, FILTER, FLANGER, REVERB, PITCH
of SEND/RETURN werd gekozen.
(OFF: Oranje licht. ON: Oranje knipperlicht.)
÷ Als AUTO BPM werd gekozen, werkt deze schakelaar
zoals een aftapschakelaar die in handbedieningsmodus
ook als matenteller kan dienen. (De keuze wordt door een
oranje licht aangegeven.)
Als u de aftapschakelaar gebruikt om de BPM-waarde te
meten, gaan beide lampjes die het BPM-meetgebied
aangeven uit en het toestel gaat over op
handbedieningsmodus (zie pagina 92).
÷ Werkt zoals de aan-uit-schakelaar voor sampleropname,
als SAMPLER REC werd gekozen (zie pagina 99).
(REC OFF: Rood licht. REC ON: Rood knipperlicht.)
÷ Werkt zoals de aan-uit-schakelaar voor samplerweergave,
als SAMPLER PLAY werd gekozen (zie pagina 101).
(PLAY OFF: Groen licht. PLAY ON: Groen knipperlicht.)
Selector de batido de efecto:
El valor de efecto/muestreador parámetro 1 (*) cambiará,
manteniendo los BPM de la fuente seleccionada con el
selector de canales de efecto/muestreador (&).
El valor definido cambiará con el ajuste del selector de
efecto/muestreador (^).
÷ Si se ha seleccionado DELAY, ECHO, PAN o TRANS, el valor
del parámetro 1 del generador de efectos para los BPM de la
fuente se ajustará por unidad de batidos (1/4 a 8/1).
÷ Si se ha seleccionado FILTER, FLANGER o SAMPLER, el
valor del parámetro 1 del generador de efectos para los BPM
de la fuente se ajustará por unidad de batidos (1/2 a 32).
÷ Si se ha seleccionado DELAY o ECHO, no puede ajustarse
el número de batidos del valor del parámetro 1 que exceda
de 3500ms.
÷ Si se ha seleccionado SAMPLER, no puede ajustarse el
número de batidos del valor del parámetro 1 que exceda
de 8000ms.
÷ Si se ha seleccionado PITCH, será posible ajustar a
–100%, –50%, –33%, 0%, 35%, 50% y 100%.
÷ Si se ha seleccionado REVERB, será posible ajustar a
10%, 20%, 35%, 50%, 65%, 80% y 90%.
÷ Esta llave no funciona cuando se ha seleccionado AUTO
BPM o SEND/RETURN.
^ Selector de efecto/muestreador
Utilizado para seleccionar los distintos efectos (véase la
página 90).
& CH. SELECT (Selector de canales de efecto/muestreador)
Utilizado para seleccionar la fuente a la que van a aplicarse
los efectos.
* PARAMETER 1, 2 (mandos de efecto/muestreador
parámetros 1 y 2)
Utilizado para ajustar los valores de los parámetros del
generador de efectos y el muestreador integrados (véase la
página 94).
( ON/OFF, TAP (interruptor ON/OFF de efecto/
muestreador y conmutador de derivación)
El generador de efectos tendrá un ajuste diferente del
selector de efecto/muestreador (^).
÷ Funciona como el interruptor ON/OFF de los efectos si se
ha seleccionado DELAY, ECHO, PAN, TRANS, FILTER,
FLANGER, REVERB, PITCH o SEND/RETURN.
(OFF: luz naranja. ON: luz naranja parpadeante).
÷ Si se ha seleccionado AUTO BPM, actuará como un
conmutador de derivación, permitiendo su uso como
contador de batidos mediante entrada manual. (Selección
indicada por la luz naranja.)
Al utilizar el conmutador de derivación para medir los
BPM, se apagarán ambos LED de indicación de intervalo
de medida de BPM y entrará en funcionamiento el modo
manual (véase la página 92).
÷ Funciona como interruptor ON/OFF para la grabación del
muestreador cuando se ha seleccionado SAMPLER REC
(véase la página 99).
(REC OFF: luz roja. REC ON: luz roja parpadeante).
÷ Funciona como interruptor ON/OFF para la reproducción
del muestreador cuando se ha seleccionado SAMPLER
PLAY (véase la página 101).
(PLAY OFF: luz verde. PLAY ON: luz verde parpadeante).
85
<DRB1317>
Du/Sp
Nederlands
Keuzeschakelaar voor ritme met effect:
De effect/sampler-parameter 1 (*) neemt dezelfde waarde
aan als de BPM van de bron die met behulp van de effect/
sampler-kanaalkeuzeschakelaar (&) werd ingesteld.
De gekozen waarde verandert naargelang de instelling van
de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar (^).
÷ Als er is ingesteld op DELAY, ECHO, PAN of TRANS,
wordt parameter 1 voor de bron BPM weergegeven als
een beat (1/4 tot 8/1).
÷ Als er is ingesteld op FILTER, FLANGER of SAMPLER,
wordt parameter 1 voor de bron BPM weergegeven als
een aantal beats (1/2 tot 32).
÷ Als er is ingesteld op DELAY of ECHO, kan het aantal
beats voor parameter 1 niet boven de 3500 ms worden
ingesteld.
÷ Als er is ingesteld op SAMPLER, kan het aantal beats voor
parameter 1 niet boven de 8000 ms worden ingesteld.
÷ Als er is ingesteld op PITCH kunnen de instellingen
–100%, –50%, –33%, 0%, 33%, 50% en 100% worden
gemaakt.
÷ Als er is ingesteld op REVERB kunnen de instellingen
10%, 20%, 35%, 50%, 65%, 80% en 90% worden
gemaakt.
÷ Deze schakelaar werkt niet als er is ingesteld op AUTO
BPM of SEND RETURN.
NOMBRES DE PIEZAS Y FUNCIONES
Español
NAMEN EN FUNCTIES VAN ONDERDELEN
DE EFFECT/SAMPLERFUNCTIES GEBRUIKEN
De ingebouwde digitale signaalprocessor (DSP) produceert
geluidseffecten en meet de BPM-waarde.
Eigenschappen van de verschillende effectors
Automatische BPM-teller
Meet automatisch de BPM-waarde van de muziek (maten per
minuut; tempo) en toont haar in digitale vorm.
Niet alleen het aantal maten van basgeluiden wordt gemeten,
maar ook de oorspronkelijke BPM-waarde, waarvan DJ’s
gebruik maken, wordt (met behulp van een computer) berekend
en digitaal weergegeven.
De BPM-waarde kan dus niet alleen op het gehoor worden
bepaald, zoals dat tot dusver gebeurde, maar ook visueel, zodat
de muziek vlugger en eenvoudiger met verschillende tempo’s
kan worden gemixt.
Het manueel invoeren van het ritme via de TAP-schakelaar
maakt het mogelijk een BPM-waarde in te stellen van muziek
waarvoor die waarde moeilijk is te meten (a cappelle,
improvisaties, etc.).
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES
DE EFECTO/MUESTREADOR
El procesador de señales digitales (DSP) integrado permite
disfrutar de efectos sonoros y medir los BPM.
Características de los distintos generadores
de efectos
Contador automático de BPM
Mide automáticamente los BPM de la música (batidos por
minuto, tempo) y los muestra de forma digital.
No sólo cuenta los batidos de los sonidos graves sino también
calcula (mediante un ordenador) los BPM de la música original
que necesitan los DJ, y los muestra digitalmente.
De esta forma, ahora pueden comprobarse los BPM no sólo de
forma auditiva, como era lo normal, sino también de forma
visual, y se facilita la mezcla más rápida y más sencilla de
músicas con ritmos diferentes.
El uso del conmutador TAP para introducir el batido
manualmente hace posible ajustar los BPM para músicas
difíciles de calcular (a capella, improvisaciones, etc.).
Ritme-effector (aan de BPM gebonden effecten)
Generador de efectos de batido (efectos vinculados a
los BPM)
Verbindt diverse effecten aan de door bovenvermelde
automatische BPM-teller berekende BPM, om een geluid
zonder weerga te produceren.
Relaciona diversos efectos con los BPM calculados con el citado
contador automático de BPM para facilitar una reproducción de
sonido sin precedentes.
1. DELAY (herhaling van één geluid)
1. DELAY (un sonido repetido)
Om vlug en eenvoudig vertraagde geluiden in 1/4, 1/2, 3/4, 1/1,
2/1, 4/1 en 8/1 maat te mixen.
Als er bijvoorbeeld met een vertraagd geluid in 1/2 maat
wordt gemixt, verandert het ritme van 4 in 8.
Als er met een vertraagd geluid in 3/4 maat wordt gemixt,
wordt het ritme dynamischer.
Mezcla rápida y fácilmente sonidos retardados de 1/4, 1/2,
3/4, 1/1, 2/1, 4/1 y 8/1 batidos.
Al mezclar con un sonido retardado 1/2 de batido, por
ejemplo, el batido cambiará de 4 a 8.
Al mezclar con un sonido retardado 3/4 de batido, el ritmo
se hará más animado.
Voorbeeld:
Ejemplo:
Oorspronkelijk ritme
(4 maten)
Original
(4 batidos)
1/2 maat vertraagd
(8 maten)
Retardo de 1/2
(8 batidos)
86
<DRB1317>
Du/Sp
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
2. ECHO (herhaling van geluiden)
2. ECHO (sonidos repetidos)
Om vlug en eenvoudig echo’s in 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1
en 8/1 maat te mixen.
Als het binnenkomende geluid bijvoorbeeld met een echo
in 1/1 maat wordt gemixt, sterft de muziek uit terwijl
geluiden op dit ritme worden herhaald.
Als een echo in 1/1 maat aan de microfoon wordt opgelegd,
wordt het microfoongeluid continu op dit ritme
weergegeven.
Dynamische effecten (van het circulaire type) kunnen
worden verkregen door een echo in 1/1 maat aan vocale
muziek op te leggen.
Mezcla rápida y fácilmente ecos de 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1
y 8/1 batidos. Cuando el sonido de entrada se corta con un
eco de 1/1 batido, por ejemplo, la música se desvanecerá
mientras se repiten sonidos que coincidan con el batido.
Cuando se impone un eco de 1/1 batido al micrófono, el
sonido de éste se reproducirá repetidamente, coincidiendo
con el batido.
Es posible generar efectos de Troll (tipo musical
redondeado) imponiendo un eco de 1/1 a las vocales de las
canciones.
Ejemplo:
Voorbeeld:
Ritme
1 maat
1 maat
Uitsterven
1 batido
1 batido
Batido Desvanecimiento
Corta el sonido de
entrada
Gemixt met
ingevoerd geluid
3. Panorámica automático [PAN (L-R BALANCE)]
3. Auto Pan [PAN (L-R BALANCE)]
Stuurt automatisch geluid naar links en rechts (auto beat
pan) in 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 of 8/1 maat.
U kunt ook een korte auto pan uitvoeren, om geluid in korte
tijd naar links en rechts te sturen, wat handmatig niet
mogelijk is.
Amplía automáticamente el sonido a la izquierda y a la
derecha (desplazamiento de batido automático) al ritmo de
1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 o 8/1 de batido.
También es posible la panorámica breve automática, para
hacer oscilar el sonido a la derecha o a la izquierda en un
tiempo breve cuyo ajuste manual no sea posible.
Voorbeeld:
Ejemplo:
Pan. de batido automática
Auto Beat Pan
L
L
R
R
1 cyclus = 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 of 8/1 maat
1 ciclo = 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 o 8/1 de batido
L
L
Midden
(Stereo)
Centro
(estéreo)
R
R
Pan. breve automática
4. Auto Trans (TRANS)
4. Trans. automática (TRANS)
Onderbreekt automatisch het geluid op het ritme van 1/4,
1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 of 8/1 maat.
Corta el sonido automáticamente al ritmo de 1/4, 1/2, 3/4,
1/1, 2/1, 4/1 o 8/1 de batido.
Voorbeeld:
Ejemplo:
Onderbreking
Onderbreking
Corte
Tijd
1 cyclus = 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 of 8/1 maat
Corte
Tiempo
1 ciclo = 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 o 8/1 de batido
87
<DRB1317>
Du/Sp
Español
Korte auto pan
Nederlands
Centro
(estéreo)
Midden
(Stereo)
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
5. FILTER
5. FILTER
Wijzigt de toonhoogte aanzienlijk door de filterfrequentie
trapsgewijze met 1/2, 1, 2, 4, 8, 16 en 32 maat te verschuiven./
Cambia el tono significativamente, alternando la frecuencia
del filtro en unidades de 1/2, 1, 2, 4, 8, 16 y 32 batidos.
Voorbeeld:
Ejemplo:
Frequentie
1 cyclus = 1/2, 1, 2, 4, 8, 16 of 32 maat
Frecuencia
1 ciclo = 1/2, 1, 2, 4, 8, 16 o 32 de batido
6. FLANGER
6. FLANGER
Om vlug en eenvoudig flangereffecten van 1 cyclus in 1/2,
1, 2, 4, 8, 16 of 32 maat tot stand te brengen.
Genera rápida y fácilmente un efecto de flanger para
batidos de 1/2, 1, 2, 4, 8, 16 o 32.
Voorbeeld:
Ejemplo:
Korte
vertraging
1 cyclus = 1/2, 1, 2, 4, 8, 16 of 32 maat
7. REVERB
Geeft een nagalmeffect.
8. PITCH (Toonhoogte wijzigen)
Wijzigt het interval (toonhoogte of toonaard) met ongeveer
±1 octaaf.
Aangezien de snelheid van analoge draaitafels en cdspelers percentsgewijs verandert, kunnen de intervallen
ook percentsgewijs worden gecorrigeerd.
Als de toonhoogtewijziging op het microfoongeluid wordt
toepast, krijgt men stemveranderingseffecten. Mixen met
het oorspronkelijk geluid geeft een kooreffect.
Retardo
breve
1 ciclo = 1/2, 1, 2, 4, 8, 16 o 32 de batido
7. REVERB
Produce un efecto de reverberación.
8. PITCH (cambiador de afinación)
Alterna el intervalo (afinación o clave) en un intervalo de ±1
octava.
A medida que cambia el porcentaje de la velocidad de los
giradiscos de grabación analógica o reproductores de CD,
los cambios de intervalo pueden corregirse en una base
porcentual.
Al aplicar el cambiador de afinación al sonido del micrófono,
se generan efectos de cambiador de voz. La mezcla con
sonido original da lugar a un efecto coral.
9. SEND/RETURN (Invoer/uitvoer van extern effect)
Maakt het mogelijk door aansluiting op beschikbare
effectors, samplers, etc. diverse effecten tot stand te
brengen
88
<DRB1317>
Du/Sp
9. SEND/RETURN (entrada/salida de efecto externo)
Posibilita diversos efectos mediante la conexión a los
generadores de efectos, muestreadores, etc., disponibles.
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
10. SAMPLER REC
10. SAMPLER REC
Herkent de BPM-waarde van de muziek en voert een
sampling uit op het ingestelde ritme.
Reconoce las muestras y BPM de música en función del
batido definido.
Voorbeeld:
Ejemplo:
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
1/2
3/4
4
8
10
1
2
BEAT
1/1
2/1
4/1
4
8
10
BEAT
11. SAMPLER PLAY
11. SAMPLER PLAY
Continu afspelen met uitrekken/inkrimpen
Weergave met automatische aanpassing van de BPM van
het gesampled geluid aan de BPM van een ander
muziekstuk.
Bucle de estiramiento
Reproduce mientras acorta y alarga automáticamente los
BPM del sonido muestreado dando lugar a los BPM de una
música diferente.
Ejemplo:
Voorbeeld:
135 BPM
BPM van 135
Muestreo de 4 batidos
4-maatssampling
120 BPM
BPM van 120
Estiramiento y bucle de tiempo
Continu afspelen
Speelt het gesampled geluid af op een ander ritme.
Bucle
Reproduce el sonido muestreado a un batido diferente.
Nederlands
Uitrekking/inkrimping in de tijd
en continu afspelen
Ejemplo:
Voorbeeld:
Muestreo de 1 batido
Español
1-maatssampling
Reproducción de 4 batidos
Afspelen van gesampled
geluid: 4 maten
89
<DRB1317>
Du/Sp
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
BPM meten
Medición de BPM
Dankzij het meten en tonen van de BPM-waarde van kanalen die
met de keuzeschakelaar van de automatische BPM-teller en
met de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar werden
ingesteld, is het niet moeilijk om muziek met verschillende
tempo’s te mixen. (Meetgebied: 70,0 tot 180,0 BPM)
La medición y visualización de los BPM de los canales
seleccionados con el selector de contador automático de BPM y
de los canales elegidos con el selector de canales de efecto/
muestreador facilita la mezcla de música de tempos diferentes.
(Intervalo de medición: 70,0 a 180,0 BPM)
Voorbeeld: Display van de BPM-waarde voor de met de
keuzeschakelaar CH-1 van de automatische BPM-teller en de
met de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar 2 (CH-2) gekozen
muziek.
Ejemplo: visualización de los BPM de música para el selector de
contador automático de BPM CH-1 y selector de canal de
efecto/muestreador 2 (CH-2).
PROFESSIONAL
CH-1
MIC
DJ MIXER
CH-2
CH-3
DJM-600
CH-4
MASTER
POWER
CD1/LINE
MIC LEVEL
LINE
CD2/LINE
TRIM
TRIM
PHONO 2
LINE
TRIM
dB
14
14
14
10
10
10
dB
-∞
7
HI
+9dB
HI
4
+9dB
+12dB
0
MID
MID
1
HI
4
BPM
1
+12dB
0
0
-26dB
MID
3
AUTO BPM COUNTER
4
2
-1
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
MID
BPM-display
Pantalla de BPM
-1
-2
-2
-2
2
7
1
+12dB
-26dB
-1
-2
-2
10
2
0
-26dB
-1
BEAT
BEAT
EFFECTS SAMPLER
14
+9dB
4
1
+12dB
0
-26dB
HI
MASTER LEVEL
dB
-∞
7
2
1
1
-1
+9dB
4
2
+12dB
-∞
7
HI
4
2
MID
-∞
7
STEREO
MONO
TRIM
dB
14
0dB
-12dB
LINE
10
dB
-∞
PHONO 1
SUB MIC
/PHONO 3
MASTER
-3
EQ
-12dB
-15
-15
-15
-24
-24
-24
-24
-24
+12dB
-26dB
+12dB
-26dB
+12dB
-26dB
4
MIC
PARAMETER1
%
BPM
mSec
-10
-15
+12dB
2
-7
LOW
-10
-15
+12dB
-12dB
-5
+12dB
-7 -26dB
LOW
-10
-3
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
LOW
-10
-3
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
LOW
-10
-3
EQ
-5
+12dB
-7 -26dB
+12dB
LOW
-3
EQ
-5
L
-26dB
R
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
BEAT
Effectparameter/BPM-display
Pantalla de BPM/parámetros de efecto
HEADPHONES CUE
Keuzeschakelaar van de
automatische BPM-teller
Selector de contador de
BPM automático
CH-1
TALK OVER
CH-2
CH-3
MASTER
CH-4
EFFECTS/SAMPLER
AUTO BPM COUNTER SELECTOR
HEADPHONES
MONO SPLIT
STEREO
MIXING
CUE
10
10
10
10
10
10
9
9
9
9
9
9
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
7
7
6
6
6
6
6
6
5
5
5
5
5
5
4
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
REVERB
FRANGER
PITCH
SND/RTN
FILTER
EDIT
TRANS
SINGLE
PAN
LOOP
ECHO
STRETCH
DELAY
REC
AUTO BPM
4
3
MIC
CF. A
2
CF. B
1
MASTER
CH.
SELECT
Effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar
Selector de canal de efecto/muestreador
LEVEL
CH-2
Selector de efecto/muestreador
BEAT SAMPLER
MASTER
CH-1
Effect/sampler-aan/uit-schakelaar
SAMPLER
PARAMETER 1
2
1
-∞
0dB
THRU
OFF
3
ON
4
OFF
ON
OFF
ON
2
1
FADER START
SAMPLER
THRU
TIME
MASTER BALANCE
3
4
SAMPLER
PARAMETER 2
LEVEL/
DEPTH
CROSS FADER CURVE
PHONES
1
CROSS FADER
ASSIGN A
2
3
A
CROSS FADER
ASSIGN B
B
L
R
MIN
MAX
BOOTH MONITOR
Aftapschakelaar
-∞
0dB
ON/OFF
TAP
Conmutador de derivación
1 Stel de effect/sampler-keuzeschakelaar in op
AUTO BPM.
1 Ponga el selector de efecto/muestreador en AUTO
BPM.
2 Druk op de keuzeschakelaar voor het BPMmeetgebied en kies de BPM-band voor CH-1 en CH-2.
2 Pulse el selector de intervalo de medición de BPM
y elija la banda BPM para CH-1 y CH-2.
÷ Uit de verschillende opties – 70 tot 139, 91 tot 180 en 70
tot 180 – kiest u de BPM-band die met de BPM-waarde
van de te meten muziek overeenstemt.
Als beide controlelampjes branden, betekent dit dat de
optie 70 tot 180 werd ingesteld.
÷ Entre las opciones 70 a 139, 91 a 180 y 70 a 180, elija la
banda de BPM que concuerde con los BPM de la música
que va a medirse.
Si están encendidos los dos LED, significa que se ha
seleccionado 70 a 180.
3 Stel de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar in
op 2.
3 Ponga el selector de canal de efecto/muestreador
en 2.
÷ Het lampje LED “2” op de effectparameter/BPM-display
gaat branden.
÷ De BPM-waarde van de op CH-2 ingevoerde muziek
verschijnt op de teller van de effectparameter/BPMdisplay.
* Het lampje knippert wanneer de BPM-waarde meer dan 2
seconden lang niet kan worden gemeten.
* De BPM-waarde van sommige muziekstukken is soms
niet met behulp van de automatische BPM-teller te
meten. In dit geval moet u handmatig instellen (zie pagina
92).
÷ Se encenderá el LED “2” de la pantalla parámetros de
efecto/BPM.
÷ Se mostrarán los BPM de la entrada de música en el CH-2
en el contador de la pantalla parámetros de efecto/BPM.
* El LED parpadeará sin no pueden medirse los BPM
durante más de 2 segundos.
* Según la música, el contador automático de BPM puede
ser incapaz de medir los BPM. En este caso, utilice el
modo manual para los ajustes (véase página 92).
90
<DRB1317>
Du/Sp
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
4 Druk op de keuzeschakelaar CH-1 van de BPMteller.
4 Pulse el selector de contador automático de BPM
para el CH-1.
÷ Het lampje LED “1” op de BPM-display gaat branden.
÷ De BPM-waarde van de op CH-1 ingevoerde muziek
verschijnt op de teller van de BPM-display.
* Om de BPM-waarde precies te kunnen meten, mag u
slechts één kanaal (CH-1 tot CH-4) voor de automatische
BPM-teller instellen.
÷ Se encenderá el LED “1” de la pantalla BPM.
÷ Los BPM de la entrada de música por el CH-1 se
mostrarán en el contador de la pantalla de BPM.
* Para medir exactamente los BPM, seleccione únicamente
un canal (CH-1 a CH-4) del contador automático de BPM.
Pantalla de BPM
BPM-display
1
2
3
1
2
3
4
LED
4
AUTO BPM COUNTER
LED (Controlelampje)
AUTO BPM COUNTER
Contador
BPM
Teller
70-139
BPM
BPM
70-139
BPM
MASTER
1
Selector de intervalo
de medida de BPM
91-180
BPM
Keuzeschakelaar voor
BPM-meetgebied
Effectparameter/
BPM-display
91-180
BPM
2
3
4
Pantalla parámetro
de efecto/BPM
MASTER
1
2
3
4
MIC
LED
MIC
PARAMETER1
LED (Controlelampje)
PARAMETER1
Contador
BPM
Teller
BPM
1/2
3/4
1/1
2/1
4/1
1
2
4
8
16
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
BEAT
BEAT
÷ Pantalla cuando coinciden los BPM del CH-1 y del CH-2 (126).
Español
Nederlands
÷ Display wanneer de BPM-waarde van CH-1 en CH-2 (126)
gelijk zijn.
91
<DRB1317>
Du/Sp
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
BPM handmatig meten
Medición de los BPM en modo manual
7 Wanneer de BPM-waarde niet automatisch kan worden
gemeten:
Als de BPM-waarde niet automatisch kan worden gemeten,
moet u de aftapschakelaar gebruiken om deze waarde
handmatig in te voeren.
÷ Als de aftapschakelaar op de maat van de muziek wordt
ingedrukt, worden de lampjes in beide BPMmeetgebieddisplays uitgeschakeld en gaat het toestel
over op handbedieningsmodus.
÷ De via de aftapschakelaar ingevoerde BPM-waarde
verschijnt op de onderste teller van de effector/BPMdisplay en de display op de bovenste teller verdwijnt.
÷ Om opnieuw op AUTO BPM-modus over te gaan, moet u
op de keuzeschakelaar voor het BPM-meetgebied
drukken en het meetgebied instellen.
7 Cuando no es posible medir los BPM en modo
automático:
Si no puede realizarse la medición automática de los BPM,
utilice el conmutador de derivación para realizar la entrada
manual.
÷ Si se pulsa una vez el conmutador de derivación,
sincronizado con el batido de la música, se apagarán las
pantallas de ambos intervalos de medida de BPM y
entrará en funcionamiento el modo manual.
÷ La entrada del valor BPM con el conmutador de derivación
se mostrará en el contador inferior de la pantalla efecto/
BPM, y la pantalla del contador superior se apagará.
÷ Para regresar al modo automático de BPM, pulse el
selector de intervalo de medida y ajuste dicho intervalo.
7 Als de BPM-waarde niet kan worden gemeten tijdens
vertragings-, echo-, auto pan-, auto trans-, filter- en
flanger-bewerkingen (pagina’s 93 tot 95), of tijdens
samplerbewerkingen (pagina’s 99 tot 102):
Als de BPM-waarde gedurende meer dan 2 seconden niet kan
worden gemeten tijdens effect- of samplerbewerkingen,
knippert de teller van de BPM-display. In dit geval moet u de
effect/sampler-keuzeschakelaar op AUTO BPM instellen en
de aftapschakelaar gebruiken om de waarde handmatig in te
voeren.
÷ Wanneer de door de aftapschakelaar ingevoerde BPMwaarde op de onderste teller van de effectparameter/
BPM-display is verschenen en de effect/samplerkeuzeschakelaar op het oorspronkelijk effect is ingesteld,
verschijnt de ingevoerde BPM-waarde op de bovenste
teller van de BPM-display.
7 Cuando no es posible medir los BPM durante las
operaciones de retardo, eco, desplazamiento
automático, transferencia automática, filtro y flanger
(páginas 93 a 95), o durante las operaciones de
muestreo (páginas 99 a 102):
Si no es posible medir los BPM durante más de 2 segundos
en las operaciones de efectos o muestreo, el contador de la
pantalla de BPM parpadeará. En este caso, cambie el
selector de efecto/muestreador a AUTO BPM y utilice el
conmutador de derivación para realizar la entrada manual.
÷ Después de mostrarse el valor de BPM procedente del
conmutador de derivación en el contador inferior de la
pantalla parámetro de efecto/BPM y restablecer el
selector de efecto/muestreador en su posición del efecto
original, aparecerá el valor de BPM en el contador superior
de la pantalla de BPM.
De BPM-waarde kan handmatig worden ingevoerd als deze
van tevoren bekend is.
÷ Stel de effect/sampler-keuzeschakelaar in op AUTO BPM
en druk op de keuzeschakelaar voor het BPMmeetgebied: beide BPM-meetgebieddisplays worden
uitgeschakeld.
÷ Als de effect/sampler parameter 1-knop (TIME) is
ingedrukt, zal de teller in het effect parameter/BPMdisplay de BPM weergeven, waarbij bijstelling mogelijk is
vanaf het eerste cijfer.
Als u parameter 1-knop verdraait terwijl u de tabschakelaar ingedrukt houdt, kan de BPM vanaf de eerste
decimale plaats worden bijgesteld.
Wanneer de BPM-waarde is gekozen en de effect/
sampler-keuzeschakelaar op het oorspronkelijk effect is
ingesteld, verschijnt de gekozen BPM-waarde op de teller
van de BPM-display.
El valor de BPM puede introducirse de forma manual si se
conoce de antemano.
÷ Cambie el selector de efecto/muestreador a AUTO BPM y
pulse el selector de intervalo de medición. Se apagarán las
dos pantallas de intervalo de medición de BPM.
÷ Al girar la perilla 1 del parámetro de efecto/muestreador
(TIME), el contador de la pantalla del parámetro de efecto/
BPM indicará el valor de BPM y puede ajustarse desde el
primer dígito.
Al girar la perilla del parámetro 1 manteniendo pulsado el
conmutador de derivación, puede ajustarse el valor de
BPM desde la primera unidad decimal.
Una vez fijado el valor de BPM y restablecido el selector
de efecto/muestreador al efecto original, el valor de BPM
establecido se mostrará en el contador de la pantalla de
BPM.
Pantalla BPM
BPM-display
1
2
3
1
2
3
4
4
Contador
Teller
AUTO BPM COUNTER
AUTO BPM COUNTER
BPM
BPM
70-139
BPM
Effectparameter/
BPM-display
91-180
BPM
Keuzeschakelaar voor
BPM-meetgebied
3
Display voor het BPMmeetgebied
MASTER
1
2
4
MIC
Pantalla parámetro
de efecto/BPM
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
MASTER
2
4
MIC
Selector de intervalo
de medición BPM
Pantalla de intervalo
de medición BPM
PARAMETER1
PARAMETER1
Contador
Teller
BPM
BPM
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
BEAT
92
<DRB1317>
Du/Sp
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
BEAT
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
Vertragings-, echo-, auto pan-, auto trans-, filter en flanger-bewerkingen
Ingestelde waarden voor elk effect
Effect
Effect/sampler-parameter 1 (TIME)
Effect/sampler-parameter 2 (LEVEL/DEPTH)
DELAY
Vertragingstijd
Instelbare waarden: 1 tot 3500 ms,
in trappen van 1 ms
Effect-mix-verhouding
(Evenwicht tussen oorspronkelijke en vertraagde
geluidsniveaus)
ECHO
Vertragingstijd
Instelbare waarden: 1 tot 3500 ms,
in trappen van 1 ms
Effect-mix-verhouding
(Evenwicht tussen oorspronkelijke en
echogeluidsniveaus)
PAN
(Auto Pan)
Verdeeltijd (overgangsduur)
Instelbare waarden: 10 tot 16000 ms,
in trappen van 5 ms voor 10 tot 1000 en
trappen van 10 ms voor 1000 tot 16000
Effect-mix-verhouding
(Evenwicht tussen oorspronkelijke en gepande
geluidsniveaus)
TRANS
(Auto Trans)
Onderbrekingstijd (overgangsduur)
Instelbare waarden: 10 tot 16000 ms,
in trappen van 5 ms voor 10 tot 1000 en
trappen van 10 ms voor 1000 tot 16000
Effect-mix-verhouding
(Evenwicht tussen oorspronkelijke en gepande
geluidsniveaus)
FILTER
Filtertijd (cyclus)
Instelbare waarden: 10 tot 16000 ms,
in trappen van 5 ms voor 10 tot 1000 en
trappen van 10 ms voor 1000 tot 16000
Nagalm
(Geluidsniveau van de nagalm van de filter)
FLANGER
Oscillatietijd (cyclus)
Instelbare waarden: 10 tot 16000 ms,
in trappen van 5 ms voor 10 tot 1000 en
trappen van 10 ms voor 1000 tot 16000
Reactie
(Niveau van het geluid met flanger-effect)
Operaciones de retardo, eco, desplazamiento automático, transferencia automática, filtro y flanger
Elementos de cada efecto
Efecto/muestreador parámetro 2 (LEVEL/DEPTH)
Proporción de mezcla de efecto
(Equilibrio entre niveles de sonido original y retardado)
ECHO
Tiempo de retardo
Intervalo de ajuste: 1 a 3500 ms,
en saltos de 1 ms
Proporción de mezcla de efecto
(Equilibrio entre niveles de sonido original y con eco)
PAN
(pan.
automática)
Tiempo de panorámica (tiempo de cambio)
Intervalo de ajuste: 1 a 16000 en saltos
de 5 ms entre 10 y 1000,
y de 10 ms entre 1000 y 16000
Proporción de mezcla de efecto
(Equilibrio entre niveles de sonido original y con
panorámica)
TRANS
(trans. autom.)
Tiempo de trans. (tiempo de cambio)
Intervalo de ajuste: 1 a 16000 en saltos
de 5 ms entre 10 y 1000,
y de 10 ms entre 1000 y 16000
Proporción de mezcla de efecto
(Equilibrio entre niveles de sonido original y con
panorámica)
FILTER
Tiempo de filtro (ciclo)
Intervalo de ajuste: 1 a 16000 en saltos
de 5 ms entre 10 y 1000,
y de 10 ms entre 1000 y 16000
Resonancia
(Nivel sonoro de la resonancia de filtro)
FLANGER
Tiempo de flanger (ciclo)
Intervalo de ajuste: 1 a 16000 en saltos
de 5 ms entre 10 y 1000,
y de 10 ms entre 1000 y 16000
Retroalimentación
(Nivel sonoro de retroalimentación de flanger)
93
<DRB1317>
Du/Sp
Nederlands
Efecto/muestreador parámetro 1 (TIME)
Tiempo de retardo
Intervalo de ajuste: 1 a 3500 ms,
en saltos de 1 ms
Español
Efecto
DELAY
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
Voorbeeld: Het vertragingseffect op de muziek van kanaal CH-2
toepassen.
Ejemplo: aplicación del efecto de retardo a la música del CH-2.
PROFESSIONAL
CH-1
MIC
DJ MIXER
CH-2
CH-3
DJM-600
CH-4
MASTER
POWER
CD1/LINE
MIC LEVEL
LINE
CD2/LINE
TRIM
TRIM
PHONO 2
LINE
TRIM
TRIM
14
14
14
10
10
10
-∞
7
HI
+9dB
HI
4
+9dB
+12dB
0
MID
MID
HI
3
4
BPM
1
+12dB
0
0
-26dB
MID
2
AUTO BPM COUNTER
4
2
-1
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
MID
BPM-display
Pantalla BPM
-1
-2
-2
-2
-2
-2
1
7
1
+12dB
-26dB
-1
BEAT
BEAT
EFFECTS SAMPLER
14
10
2
0
-26dB
-1
MASTER LEVEL
+9dB
4
1
+12dB
0
-26dB
STEREO
dB
-∞
7
2
1
1
-1
+9dB
HI
4
2
+12dB
-∞
7
HI
4
2
MID
-∞
7
MONO
dB
dB
14
10
0dB
-12dB
LINE
dB
dB
-∞
PHONO 1
SUB MIC
/PHONO 3
MASTER
-3
EQ
-12dB
+12dB
+12dB
+12dB
-12dB
MIC
Effectparameter/BPM-display
%
BPM
mSec
-15
1/2
3/4
1/1
2/1
4/1
1
2
4
8
16
Pantalla parámetro efecto/BPM
-24
+12dB
-26dB
4
PARAMETER1
-7
+12dB
-26dB
2
-10
-24
+12dB
-26dB
+12dB
+12dB
LOW
-15
-24
-24
-24
-5
-7 -26dB
-10
-15
-15
-15
+12dB
LOW
-10
-3
EQ
-5
-7 -26dB
LOW
-10
-3
EQ
-5
-7 -26dB
LOW
-10
-3
EQ
-5
-7 -26dB
+12dB
LOW
-3
EQ
-5
L
-26dB
R
BEAT
Koptelefoonsignaal EFFECTS/SAMPLER
HEADPHONES CUE
Activación de auriculares EFFECTS/SAMPLER
CH-1
TALK OVER
CH-2
CH-3
MASTER
CH-4
EFFECTS/SAMPLER
AUTO BPM COUNTER SELECTOR
HEADPHONES
MONO SPLIT
STEREO
MIXING
CUE
10
10
10
10
10
10
9
9
9
9
9
9
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
7
7
6
6
6
6
6
6
5
5
5
5
5
5
4
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
REVERB
FRANGER
PITCH
FILTER
SND/RTN
EDIT
TRANS
SINGLE
PAN
LOOP
ECHO
STRETCH
DELAY
REC
AUTO BPM
MIC
CF. A
2
CF. B
1
MASTER
CH.
SELECT
LEVEL
CH-2
Selector de efecto/muestreador
BEAT SAMPLER
4
3
MASTER
CH-1
Effect/sampler-keuzeschakelaar
SAMPLER
Effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar
Selector de canal de efecto/muestreador
PARAMETER 1
2
1
-∞
0dB
THRU
OFF
3
ON
4
OFF
ON
OFF
ON
2
1
FADER START
SAMPLER
THRU
TIME
MASTER BALANCE
3
4
SAMPLER
PARAMETER 2
LEVEL/
DEPTH
CROSS FADER CURVE
PHONES
1
CROSS FADER
ASSIGN A
2
3
A
CROSS FADER
ASSIGN B
B
L
R
MIN
MAX
BOOTH MONITOR
-∞
0dB
ON/OFF
TAP
Effect/sampler-parameter 1 en 2 knoppen
Mandos de efecto/muestreador parámetros 1 y 2
Effect/sampler-aan-uit-schakelaar
Interruptor ON/OFF de efecto/muestreador
1 Stel de effect/sampler-keuzeschakelaar in op
DELAY.
1 Ponga el selector de efecto/muestreador en
DELAY.
2 Stel de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar in
op 2.
2 Ponga el selector de canal de efecto/muestreador
en 2.
÷ Het lampje LED “2” op de effectparameter/BPM-display
gaat branden.
÷ De BPM-waarde van de op CH-2 ingevoerde muziek
verschijnt op de teller van de BPM-display.
* De BPM-band die met de muziek op CH-2 overeenstemt
kan door de keuzeschakelaar voor het BPM-meetgebied
worden ingesteld.
* Het lampje knippert wanneer de BPM-waarde meer dan 2
seconden lang niet kan worden gemeten. In dit geval
moet u handmatig instellen (zie pagina 92).
÷ Se encenderá el LED “2” de la pantalla parámetro de
efecto/BPM.
÷ El contador de la pantalla de BPM reflejará el valor de BPM
correspondiente a la entrada de música por el CH-2.
* La banda de BPM que coincida con la música del CH-2
puede seleccionarse mediante el selector de intervalo de
medición de BPM.
* El LED parpadeará si no pueden medirse los BPM durante
más de 2 segundos. En este caso, utilice el modo manual
para realizar los ajustes (véase página 92).
3 Stel de parameterwaarde in.
Door
de
EFFECTS/SAMPLER-toets
voor
het
microfoonsignaal in te drukken, kan het geluidseffect via de
uitgang van de koptelefoon worden bevestigd.
De vertragingstijd instellen
÷ Wanneer de vertragingstijd zodanig wordt ingesteld dat hij
overeenstemt met een maat van de BPM-waarde die op
de teller van de BPM-display staat, wordt het aanbrengen
van effecten efficiënter.
÷ Door op de effectritmekeuzeschakelaar te drukken kan
een vertragingstijd van 1/4 tot 8/1 voor een maat van de
gemeten BPM-waarde worden ingesteld.
÷ Preciezere vertragingstijden kunnen door de effect/
sampler-parameter 1 knop (TIME) worden ingesteld.
÷ Aangezien “1/2” op de ritmedisplay oplicht als de
vertragingstijd op de helft van een maat van de BPM-waarde
wordt ingesteld, hoeft u slechts op de ritmedisplay te kijken
om de parameterwaarde in te stellen.
94
<DRB1317>
Du/Sp
3 Fije el valor del parámetro.
Al pulsar la activación de auriculares EFFECTS/SAMPLER, el
sonido del efecto puede confirmarse mediante la salida de
los auriculares.
Ajuste del tiempo de retardo
÷ La aplicación de los efectos mejora si se ajusta el tiempo
de retardo de manera que coincida con un batido de los
BPM mostrados en el contador de la pantalla BPM.
÷ Al pulsar el selector de batidos de efectos, puede fijarse el
tiempo de 1/4 o 8/1 para un batido de los BPM medidos.
÷ Es posible definir tiempos de retardo más precisos con el
mando de efecto/muestreador parámetro 1 (TIME).
÷ Como se encenderá la indicación “1/2” en la pantalla al
definir el tiempo de retardo en 1/2 de un batido de los
BPM, el valor de parámetro puede establecerse utilizando
la pantalla de batido como guía.
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
Evenwicht tussen het oorspronkelijk en het vertraagd
geluidsniveau
÷ Door de effect/sampler-parameter 2 knop (LEVEL/DEPTH)
kan het evenwicht tussen het niveau van het
oorspronkelijk en van het vertraagd geluid worden
ingesteld. Door deze knop naar links te draaien, verlaagt u
het niveau van het vertraagd geluid; door hem naar rechts
te draaien, verhoogt u het.
4 Zet de effect/sampler-aan-uit-schakelaar op ON.
÷ Het oranje lampje van de effect/sampler-aan-uitschakelaar knippert en het vertragingseffect wordt op het
hoofdvolume toegepast.
÷ Wordt deze schakelaar opnieuw ingedrukt, dan wordt het
effect uitgeschakeld.
* Als hij bij het begin van een maat wordt ingedrukt, begint
de effectcyclus op hetzelfde ogenblik als de maat.
Echo, auto pan, auto trans, filter en flanger kunnen op dezelfde
manier worden ingesteld.
Opgelet:
÷ Als met de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar op een
ander kanaal werd overgeschakeld (pagina’s 96 tot 97) en
gelijkaardige effecten actief zijn, weerklinken alle bij de vorige
kanalen horende nagalmen.
÷ Gebruik de effect/sampler-keuzeschakelaar alleen wanneer
alle effecten zijn uitgeschakeld (wanneer het oranje lampje
van de effect/sampler-aan-uit-schakelaar oplicht). Gebruikt u
hem met effecten, dan kan dit ruis veroorzaken.
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
Ajuste del equilibrio entre los niveles de sonido original
y retardado
÷ El equilibrio entre los niveles de sonido original y retardado
se configura con el mando de efecto/muestreador
parámetro 2 (LEVEL/DEPTH). Al girar este mando a la
izquierda se reduce el sonido retardado y al girarlo a la
derecha se aumenta.
4 Encienda el interruptor ON/OFF del efecto/
muestreador.
÷ El interruptor ON/OFF del efecto/muestreador parpadeará
en naranja, y el efecto de retardo se aplicará a la salida
principal.
÷ Si se pulsa una vez más, el efecto quedará desactivado.
* Si se pulsa en sincronía con el batido, el ciclo del efecto se
iniciará con el batido.
Los ajustes de eco, desplazamiento automático, filtro y flanger
se realizan de forma similar.
Precauciones:
÷ Si se ha cambiado el canal mediante el selector de canal de
efecto/muestreador, teniendo activados los efectos de
retardo, eco, reverberación (páginas 96 a 97) y similares, se
emitirá toda la reverberación de los efectos del canal anterior.
÷ Utilice el selector de efecto/muestreador cuando los efectos
estén desactivados (luz naranja encendida del interruptor ON/
OFF del efecto/muestreador). La utilización con los efectos
activados puede provocar ruido.
Pantalla BPM
BPM-display
1
2
3
1
2
3
4
4
AUTO BPM COUNTER
AUTO BPM COUNTER
Contador
Teller
BPM
70-139
BPM
BPM
Pantalla parámetro
de efecto/BPM
MASTER
1
2
3
4
Selector de intervalo
de medición BPM
MASTER
1
2
3
4
MIC
LED
MIC
PARAMETER1
LED (Controlelampje)
PARAMETER1
Contador
Teller
mSec
mSec
1/2
3/4
1/1
2/1
2
4
8
3/4
1/1
2/1
4/1
1
2
4
8
16
BEAT
16
Se encenderá “1/2”
BEAT
“1/2” licht op
1/2
Pantalla de batidos
4/1
Ritmedisplay
1
Nederlands
Effectparameter/
BPM-display
91-180
BPM
Keuzeschakelaar voor
BPM-meetgebied
91-180
BPM
Keuzeschakelaar voor
het effectritme
÷ Display wanneer een vertraging van een 1/2 maat (250 ms) op
een muziekstuk met een BPM-waarde van 120 (in tijd
uitgedrukt: 500 ms) werd toegepast.
Selector de batidos de
efecto
÷ Pantalla en la que se ha aplicado un retardo de 1/2 de batido
(250 ms) a música con un valor de BPM de 120 (conversión de
tiempo: 500 milisegundos).
95
<DRB1317>
Du/Sp
Español
70-139
BPM
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
Nagalm en toonhoogtewijziging
Effectorinstellingen
Effect
Effect/sampler-parameter 1 (TIME)
Effect/sampler-parameter 2 (LEVEL/DEPTH)
REVERB
Nagalmtijd (echotijd)
Instelbare waarden: 1 tot 100%,
in trappen van 1%
Effect-mix-verhouding
(Evenwicht tussen het niveau van het oorspronkelijke en
het weerkaatste geluid)
PITCH
(Toonhoogtewijziging)
Vertragingstijd
Instelbare waarden: 0 tot ±100%,
in trappen van 1%
Effect-mix-verhouding
(Evenwicht tussen het niveau van het oorspronkelijke
geluid en het geluid waarvan de toonhoogte werd
gewijzigd)
Funcionamiento de la reverberación y el cambiador de tonos
Ajustes del generador de efectos
Efecto
Efecto/muestreador parámetro 1 (TIME)
Efecto/muestreador parámetro 2 (TIME)
REVERB
Tiempo de reverberación (tiempo de eco)
Intervalo de ajuste: 1 a 100%,
en saltos de 1%
Proporción de mezcla de efecto
(Equilibrio entre niveles de sonido original y reverberado)
PITCH
(Afinación)
Tiempo de retardo
Intervalo de ajuste: 0 a ±100%,
en saltos de 1%
Proporción de mezcla de efecto
(Equilibrio entre niveles de sonido original y con
afinación cambiada)
Voorbeeld: Display wanneer de toonhoogte van de muziek op
CH-3 met 90% werd gewijzigd.
Ejemplo: pantalla cuando se ha alterado la afinación en un 90%.
1 Stel de effect/sampler- keuzeschakelaar in op PITCH.
1 Ponga el selector de efecto/muestreador en
PITCH.
2 Stel de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar in
op 3.
2 Ponga el selector de canal de efecto/muestreador
en 3.
÷ Het lampje LED “3” op de effectparameter/BPM-display
gaat branden.
* De hele BPM-display wordt uitgeschakeld.
3 Stel de parameterwaarde in.
Door
de
EFFECTS/SAMPLER-toets
voor
het
microfoonsignaal in te drukken, kan het geluidseffect via de
uitgang van de koptelefoon worden bevestigd .
Toonhoogte instellen
÷ Drukt u op de 3 toets van de effectritmekeuzeschakelaar,
dan stijgt de toon met +33% +50% of +100%; drukt u op
2 dan daalt de toon met –33%, –50% of –100%.
÷ Door de effect/sampler-parameter 1 knop (TIME) kan de
toonhoogte preciezer worden ingesteld.
Het evenwicht tussen het niveau van het
oorspronkelijke en het van toonhoogte veranderde
geluid instellen
÷ Door de effect/sampler-parameter 2 knop (LEVEL/DEPTH)
kan het evenwicht tussen het niveau van het
oorspronkelijke en het van toonhoogte veranderde geluid
worden ingesteld. Door deze knop naar links te draaien,
verlaagt u het niveau van het van toonhoogte veranderde
geluid; door hem naar rechts te draaien, verhoogt u het.
96
<DRB1317>
Du/Sp
÷ Se encenderá el LED “3” de la pantalla de parámetro de
efecto/BPM.
* Se apagará toda la pantalla de BPM.
3 Fije el valor del parámetro.
Si pulsa EFFECTS/SAMPLER de la activación de auriculares,
el sonido del efecto puede confirmarse mediante la salida de
auriculares.
Ajuste de la afinación
÷ Al pulsar 3 en el selector de batidos de efecto, el ajuste de
afinación cambiará +33% +50% o +100%; si se pulsa 2,
el ajuste de afinación cambiará –33% –50% o –100%.
÷ El mando efecto/muestreador parámetro 1 (TIME)
permite ajustar una afinación más precisa.
Ajuste del equilibrio entre los niveles de sonido original
y con la afinación cambiada
÷ El equilibrio entre los niveles de sonido original y con la
afinación cambiada se configura utilizando el mando
efecto/muestreador parámetro 2 (LEVEL/DEPTH). Al girar
este mando hacia la izquierda, el sonido con la afinación
cambiada se reducirá y, girándolo a la derecha, aumentará.
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
4 Zet de effect/sampler-aan-uit-schakelaar op ON en
daarna op OFF.
4 Encienda y vuelva a apagar el interruptor ON/OFF
de efecto/muestreador.
÷ Het oranje lampje van de effect/sampler-aan-uitschakelaar knippert en het effect (toonhoogtewijziging)
wordt op het hoofdvolume toegepast.
÷ Wordt deze schakelaar nogmaals ingedrukt, dan wordt het
effect uitgeschakeld.
÷ El interruptor ON/OFF del efecto/muestreador parpadeará
en naranja y el efecto se aplicará a la salida principal.
÷ Si vuelve a pulsar el interruptor, el efecto quedará
desactivado.
La reverberación puede ajustarse de manera similar.
Het nagalmeffect kan op dezelfde manier worden ingesteld.
Opgelet:
÷ Als door de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar op een
ander kanaal werd overgeschakeld terwijl vertraging, echo
(pagina’s 93 tot 95), nagalm en gelijkaardige effecten actief
zijn, weerklinken alle bij de vorige kanalen horende nagalmen.
÷ Gebruik de effect/sampler-keuzeschakelaar alleen wanneer
alle effecten zijn uitgeschakeld (wanneer het oranje lampje
van de effect/sampler-aan-uit-schakelaar oplicht). Gebruikt u
hem met effecten, dan kan dit ruis veroorzaken.
Precauciones:
÷ Si se ha cambiado el canal con el selector de canal de efecto/
muestreador durante el retardo y se han apagado los efectos
de retardo, eco (páginas 93 a 95), reverberación y similares, se
emitirá toda la reverberación de los efectos del canal anterior.
÷ Utilice el selector de efecto/muestreador sólo cuando los
efectos estén desactivados (cuando el interruptor ON/OFF de
efecto/muestreador esté encendido en naranja). Si lo utiliza
con los efectos activados, puede generarse ruido.
Pantalla BPM
BPM-display
1
2
3
1
2
3
4
4
AUTO BPM COUNTER
AUTO BPM COUNTER
70-139
BPM
Effectparameter/
BPM-display
Pantalla parámetro
de efecto/BPM
MASTER
1
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
91-180
BPM
2
3
4
MASTER
2
4
MIC
LED
MIC
PARAMETER1
LED (Controlelampje)
PARAMETER1
%
Contador
%
Teller
1/1
2/1
2
4
8
2
2/1
4/1
4
8
16
Pantalla de batido
4/1
Ritmedisplay
1
1
1/1
16
BEAT
Keuzeschakelaar voor
het effectritme
÷ Display wanneer de toonhoogte van CH-3 met 90% werd
gewijzigd.
BEAT
Selector de batido de
efecto
÷ Pantalla cuando se ha alterado la afinación del CH-3 en un
90%.
Nederlands
3/4
3/4
Español
1/2
1/2
97
<DRB1317>
Du/Sp
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
De externe effector gebruiken
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
Utilización de un generador de efectos externo
Onderstaand voorbeeld toont hoe externe effecten op CH-3
kunnen worden toegepast.
El ejemplo siguiente detalla la aplicación de efectos externos a la
música del CH-3.
1 Stel de effect/sampler-keuzeschakelaar in op
SEND/RETURN.
1 Ponga el selector de efecto/muestreador en
SEND/RETURN.
2 Stel de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar in
op 3.
2 Ponga el selector de canal de efecto/muestreador
en 3.
÷ Het lampje LED “3” op de effectparameter/BPM-display
gaat branden.
÷ Se encenderá el LED “3” de la pantalla de parámetro de
efecto/BPM.
3 Stel de externe effectorparameters, etc. in.
÷ Door een druk op de EFFECTS/SAMPLER-toets voor het
koptelefoongeluid kan het geluidseffect via de
koptelefoonuitgang worden bevestigd.
3 Configure los parámetros del generador de efectos
externos, etc.
÷ Al pulsar EFFECTS/SAMPLER del activador de auriculares,
el efecto sonoro puede confirmarse a través de la salida de
los auriculares.
4 Regel het retourniveau.
÷ Door de effect/sampler-parameter 2 knop kan het
retourniveau van de externe effector worden ingesteld.
* De effect/sampler-parameter 1 knop (TIME) werkt in dit
geval niet.
5 Zet de effect/sampler-aan-uit-schakelaar op ON.
÷ De effect/sampler-aan-uit-schakelaar knippert met een
oranje licht en het extern effect wordt op de muziek van
CH-3 toegepast.
÷ Wordt deze schakelaar opnieuw ingedrukt, dan wordt het
effect uitgeschakeld.
BPM-display
1
2
3
4
4 Fije el nivel de retorno.
÷ El nivel de retorno del generador de efectos externo
puede ajustarse con el mando efecto/muestreador
parámetro 2.
* El mando efecto/muestreador parámetro 1 (TIME) no
funcionará.
5 Encienda el interruptor ON/OFF de efecto/
muestreador.
÷ El interruptor ON/OFF de efecto/muestreador parpadeará
en naranja, y el efecto externo se aplicará a la música del
CH-3.
÷ Si vuelve a pulsar el interruptor, el efecto quedará
desactivado.
AUTO BPM COUNTER
Pantalla BPM
Effectparameter/
BPM-display
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
1
2
3
4
AUTO BPM COUNTER
MASTER
2
4
MIC
70-139
BPM
91-180
BPM
1
3
LED (Controlelampje)
PARAMETER1
Pantalla parámetro
de efecto/BPM
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
MASTER
2
4
MIC
LED
PARAMETER1
BEAT
÷ Display wanneer een extern effect op CH-3 wordt toegepast.
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
BEAT
÷ Pantalla cuando se ha aplicado un efecto externo a CH-3.
98
<DRB1317>
Du/Sp
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
Sampler-opname
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
Utilización de la grabación del muestreador
De ingebouwde sampler van dit toestel herkent de BPMwaarde van de op te nemen muziek en neemt alleen het
aangegeven aantal maten (1, 2, 4, 8 of 16) automatisch op. De
maximale opnameduur bedraagt acht seconden.
El muestreador integrado en la unidad reconoce los BPM de la
música que va a grabarse y graba automáticamente sólo el
número especificado de batidos (1, 2, 4, 8 o 16). El tiempo
máximo de grabación es ocho segundos.
Voorbeeld: Opname van 8 maten van het muziekstuk op CH-1
(BPM=120).
Ejemplo: Al grabar 8 batidos de la pieza en el CH-1 (BPM=120).
1 Stel de effect/sampler- keuzeschakelaar in op
SAMPLER REC.
÷ Het rode lampje van de effect/sampler-aan-uit-schakelaar
gaat branden.
1 Ponga el selector de efecto/muestreador en
SAMPLER REC.
÷ El interruptor ON/OFF de efecto/muestreador se
encenderá en rojo.
2 Ponga el selector de efecto/muestreador en 1.
3 Stel de opnameduur in.
÷ Door een druk op de effectritmekeuzeschakelaar gaat “8”
op de ritmedisplay branden.
* Door de effect/sampler-parameter 1 knop (TIME) kunt u
de opnameduur preciezer instellen. De ingestelde duur
verschijnt op de effectparameter/BPM-display. De
maximale opnameduur bedraagt acht seconden.
* De effect/sampler-parameter 2 knop (LEVEL/DEPTH)
werkt in dit geval niet.
3 Fije el tiempo de grabación.
÷ Pulse el selector de batidos de efecto y se encenderá el
“8” en la pantalla de batidos.
* Para configurar más exactamente el tiempo de grabación,
utilice el mando efecto/muestreador parámetro 1 (TIME).
El tiempo fijado se mostrará en la pantalla parámetro de
efecto/BPM. El tiempo máximo de grabación es ocho
segundos.
* El mando efecto/muestreador parámetro 2 (LEVEL/
DEPTH) no funcionará.
Nederlands
÷ Het lampje LED “1“ op de effectparameter/BPM-display
gaat branden.
÷ De BPM-waarde van de op CH-1 ingevoerde muziek
verschijnt op de BPM-display.
* De met de muziek op CH-1 overeenstemmende BPMband kan door de keuzeschakelaar voor het BPMmeetgebied worden ingesteld.
* Het lampje knippert wanneer de BPM-waarde meer dan 2
seconden lang niet kan worden gemeten. In dit geval
moet u handmatig instellen (zie pagina 92).
÷ Se encenderá el LED “1” de la pantalla de parámetro de
efecto/BPM.
÷ En la pantalla BPM aparecerán los BPM de la entrada de
música en CH-1.
* La banda de BPM que concuerda con la música de CH-1
puede seleccionarse mediante el selector de intervalo de
BPM.
* El LED parpadeará si no es posible medir los BPM durante
más de 2 segundos. En este caso, utilice el modo manual
para realizar los ajustes (véase la página 92).
Español
2 Stel de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar in
op 1.
99
<DRB1317>
Du/Sp
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
4 Stel de effect/sampler-aan-uit-schakelaar in op ON
op het tijdstip waarop u wenst op te nemen.
4 Encienda el interruptor ON/OFF de efecto/
muestreador cuando desee empezar la grabación.
÷ De opname wordt automatisch gestart wanneer er
signalen van een speler, etc. werden waargenomen.
÷ Wanneer de opname begint, knippert het rode lampje van
de effect/sampler-aan-uit-schakelaar.
÷ De opname wordt automatisch stopgezet wanneer het
ingestelde aantal maten werd opgenomen.
÷ Wanneer er tijdens de opname op de effect/sampler-aanuit-schakelaar wordt gedrukt, wordt de opname
stopgezet.
÷ La grabación comienza automáticamente cuando se
detectan señales de sonido de un reproductor, etc.
÷ En cuanto comienza la grabación, el interruptor parpadeará
en rojo.
÷ La grabación terminará automáticamente cuando se haya
grabado el número de batidos definido.
÷ Al pulsar el interruptor ON/OFF durante la grabación, ésta
se interrumpe.
Pantalla BPM
BPM-display
1
2
3
1
2
3
4
4
AUTO BPM COUNTER
AUTO BPM COUNTER
Contador
Teller
BPM
BPM
70-139
BPM
70-139
BPM
Keuzeschakelaar voor
BPM-meetgebied
Effectparameter/
BPM-display
MASTER
1
91-180
BPM
Selector de intervalo
de medida de BPM
91-180
BPM
2
3
4
Pantalla parámetro
de efecto/BPM
MASTER
1
2
3
4
MIC
LED
MIC
PARAMETER1
LED (Controlelampje)
PARAMETER1
Contador
Teller
mSec
1/2
3/4
1/1
2/1
2
4
8
16
BEAT
Keuzeschakelaar voor
het effectritme
100
<DRB1317>
Du/Sp
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
Pantalla de batido
4/1
Ritmedisplay
1
mSec
BEAT
Selector de batido de
efecto
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
De weergavefuncties van de sampler gebruiken
Hieronder staan drie methodes om het geluid dat met de ingebouwde sampler is opgenomen weer te geven.
SINGLE PLAY
De muziek wordt slechts afgespeeld als op de effect/sampler-aan-uit-schakelaar wordt gedrukt.
LOOP PLAY
Speelt continu het opgenomen geluid af.
STRETCH LOOP PLAY
Het met het ingestelde aantal maten (1, 2, 4, 8 of 16) opgenomen geluid wordt continu afgespeeld,
waarbij de BPM-waarde van de te mixen muziek als basis wordt genomen. Het opgenomen geluid
wordt zodanig gerokken dat het met het ingestelde aantal maten overeenstemt.
Utilización de las funciones de reproducción del muestreador
A continuación se describen los tres métodos disponibles para reproducir el sonido grabado con el muestreador integrado.
SINGLE PLAY
Reproduce sólo cuando se pulsa ON/OFF del efecto/muestreador.
LOOP PLAY
Reproduce de forma repetitiva el sonido grabado.
STRETCH LOOP PLAY
Según los BPM de la música que va a mezclarse, reproduce de forma repetitiva el sonido grabado
dentro del número definido de batidos (1, 2, 4, 8 o 16). El sonido grabado se reproducirá ‘ampliado’
para que coincida el número de batidos.
÷ Het groene lampje op de effect/sampler-aan-uitschakelaar gaat branden.
2 Stel de effect/sampler-kanaalkeuzeschakelaar in
op 2.
÷ Het lampje LED “2“ op de effectparameter/BPM-display
gaat branden.
÷ De BPM-waarde van de op CH-2 ingevoerde muziek
verschijnt op de teller van de BPM-display.
* De met de muziek op CH-2 overeenstemmende BPMband kan door de keuzeschakelaar voor het BPMmeetgebied worden ingesteld.
* Het lampje knippert wanneer de BPM-waarde meer dan 2
seconden lang niet kan worden gemeten. In dit geval
moet u handmatig instellen (zie pagina 92).
3 Stel de afspeelduur en het afspeelniveau in.
÷ Door een druk op de effectritmekeuzeschakelaar gaat “8”
op de ritmedisplay branden.
* Om de afspeelduur preciezer in te stellen, kunt u de knop
effect/sampler parameter 1 (TIME) gebruiken. De
ingestelde duur verschijnt op de effect parameter/BPMdisplay. Deze duur varieert van 10 tot 16.000 ms.
* Het afspeelniveau wordt door de knop effect/sampler
parameter 2 (LEVEL/DEPTH) ingesteld.
1 Ponga el selector de efecto/muestreador en
STRETCH LOOP PLAY.
÷ El interruptor ON/OFF se encenderá en verde claro.
2 Ponga el selector de canal de efecto/muestreador
en 2.
÷ Se encenderá el LED “2” de la pantalla parámetro de
efecto/BPM.
÷ Los BPM de la entrada de música del CH-2 se mostrarán
en el contador de la pantalla BPM.
* La banda de BPM que concuerde con la música del CH-2
puede seleccionarse mediante el selector de intervalo de
medición de BPM.
* El LED parpadeará si no pueden medirse los BPM durante
más de 2 segundos. En este caso, utilice el modo manual
para los ajustes (véase la página 92).
3 Ajuste el tiempo y el nivel de reproducción.
÷ Pulse el selector de batido de efecto. Se encenderá el “8”
en la pantalla de batidos.
* Para ajustar con más precisión el tiempo de reproducción,
utilice el mando efecto/muestreador parámetro 1 (TIME),
El tiempo establecido se mostrará en la pantalla parámetro
de efecto/BPM. El tiempo de reproducción oscila entre 10
y 16.000 milisegundos.
* El nivel de reproducción se define utilizando el mando
efecto/muestreador parámetro 2 (LEVEL/DEPTH).
101
<DRB1317>
Du/Sp
Nederlands
1 Stel de effect/sampler-keuzeschakelaar in op
STRETCH LOOP PLAY.
Ejemplo: mezcla en reproducción de bucle ampliado de música
grabada con música del CH-2 (BPM=130).
Español
Voorbeeld: opgenomen muziek wordt meerdere keren
“gerokken” afgespeeld, gemixt met muziek op CH-2
(BPM=130).
DE EFFECT/SAMPLER-FUNCTIES GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LAS FUNCIONES DE EFECTO/MUESTREADOR
4 Stel de effect/sampler-aan-uit-schakelaar in op
ON.
4 Active el interruptor ON/OFF de efecto/
muestreador.
÷ Wanneer het afspelen begint, knippert het groene lampje
van de effect/sampler-aan-uit-schakelaar.
÷ Cuando comience la reproducción, parpadeará el
interruptor ON/OFF de efecto/muestreador.
BPM-display
1
2
3
Pantalla BPM
4
AUTO BPM COUNTER
1
2
3
4
AUTO BPM COUNTER
Teller
Contador
BPM
70-139
BPM
BPM
91-180
BPM
70-139
BPM
91-180
BPM
Keuzeschakelaar voor
BPM-meetgebied
Effectparameter/
BPM-display
MASTER
1
2
3
4
MIC
LED (Controlelampje)
Selector de intervalo
de medida de BPM
Pantalla parámetro
de efecto/BPM
MASTER
1
2
3
4
MIC
LED
PARAMETER1
PARAMETER1
Teller
Contador
mSec
1/2
3/4
1/1
2/1
mSec
4/1
1/2
3/4
1
2
1/1
2/1
4/1
4
8
16
Ritmedisplay
1
2
4
8
16
BEAT
Keuzeschakelaar voor
het effectritme
De EDIT-functie van de sampler gebruiken
Gebruik de ingebouwde sampler van het toestel om het tijdstip
in te stellen waarop het afspelen van het opgenomen geluid
stopt.
1 Zet de effect/sampler-keuzeschakelaar op EDIT.
÷ Het groene lampje van de effect/sampler-aan-uitschakelaar gaat branden.
2 Zet de effect/sampler-aan-uit-schakelaar op ON.
÷ Wanneer het afspelen begint, gaat het groene lampje van
de effect/sampler-aan-uit-schakelaar branden.
3 Stel het tijdstip in waarop het afspelen stopt.
÷ Wanneer u het continu afgespeelde geluid op de monitor
volgt, kunt u het tijdstip waarop het afspelen stopt
(eindpunt van de kringloop) met de effect/sampler
parameter 1 knop (TIME) instellen. De ingestelde duur
verschijnt op de effect parameter/BPM-display.
* U kunt geen grotere duur instellen dan de opnameduur.
102
<DRB1317>
Du/Sp
Pantalla de batido
BEAT
Selector de batido de
efecto
Utilización de la función de edición del
muestreador
Utilice el muestreador alojado en la unidad para definir la
posición en la que finalizará la reproducción del sonido grabado.
1 Ponga el conmutador de efecto/muestreador en
EDIT.
÷ La luz de este conmutador se encenderá en verde.
2 Ponga el interruptor ON/OFF de efecto/muestreador
en ON (encendido).
÷ Cuando empiece la reproducción, este conmutador ON/
OFF parpadeará en verde.
3 Defina la posición de parada de la reproducción.
÷ Mientras se monitoriza el sonido de reproducción en
bucle, defina la posición de finalización de reproducción
(punto final del bucle) con el mando efecto/muestreador
parámetro 1 (TIME). El tiempo seleccionado se mostrará
en la pantalla de parámetro de efecto/BPM.
* No es posible ajustarlo para más tiempo que el de la
grabación.
DE FADERSTARTFUNCTIE
GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LA FUNCIÓN DE
INICIO CON FUNDIDO
De apart verkochte, op CH-1 of CH-2 aangesloten CDJ-100S,
CDJ-700S en CDJ-500 II spelers kunnen door de volumeknop
van de kanaalfader of de kruisfader worden gestart, op
voorwaarde dat de twee toestellen met stuurkabels zijn
verbonden.
Ook het afspelen van het met de ingebouwde sampler
opgenomen geluid kan door de volumeknop van de kruisfader
worden gestart.
Si se conectan los reproductores suministrados por separado
CDJ-100S, CDJ-700S o CDJ-500 II a los canales CH-1 o CH-2,
dichos equipos pueden ponerse en marcha utilizando el
volumen de fundido de canales o control de volumen de fundido
transversal, siempre que se hayan conectado con los
correspondientes cables.
Además, el sonido grabado con el muestreador integrado
también puede iniciarse con el control de volumen de fundido
transversal.
HEADPHONES CUE
TALK OVER
CH-1
CH-2
CH-3
CH-4
MASTER
EFFECTS/SAMPLER
AUTO BPM COUNTER SELECTOR
Volumeknop van de kanaalfader
Control de volumen de inicio
con fundido de canal
HEADPHONES
MONO SPLIT
STEREO
MIXING
CUE
10
10
10
10
10
10
9
9
9
9
9
9
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
7
7
6
6
6
6
6
6
5
5
5
5
5
5
4
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
REVERB
FRANGER
PITCH
FILTER
SND/RTN
EDIT
TRANS
SINGLE
PAN
LOOP
ECHO
STRETCH
DELAY
REC
AUTO BPM
BEAT SAMPLER
4
3
MIC
CF. A
2
CF. B
1
MASTER
Effect/sampler-keuzeschakelaar
Selector de efecto/muestreador
CH.
SELECT
MASTER
LEVEL
CH-1
Faderstart-aan-uit-schakelaar
Interruptor ON/OFF de inicio con
fundido
CH-2
SAMPLER
PARAMETER 1
2
1
-∞
0dB
THRU
OFF
3
ON
4
OFF
ON
OFF
Conmutador CROSS FADER ASSIGN A
2
1
THRU
TIME
MASTER BALANCE
3
4
SAMPLER
PARAMETER 2
LEVEL/
DEPTH
CROSS FADER CURVE
1
CROSS FADER
ASSIGN A
PHONES
2
3
CROSS FADER
ASSIGN B
A
CROSS FADER ASSIGN A-schakelaar
ON
FADER START
SAMPLER
B
CROSS FADER CURVEkeuzeschakelaar
Selector CROSS FADER
CURVE
L
R
MIN
MAX
BOOTH MONITOR
-∞
0dB
ON/OFF
TAP
CROSS FADER ASSIGN B-schakelaar
Conmutador CROSS FADER ASSIGN B
Volumeknop van de kruisfader
Afspelen via de fader starten
(een aangesloten cd-speler starten)
Als het toestel met stuurkabels op cd-spelers voor DJs van
het type CDJ-100S, CDJ-700S of CDJ-500 II is aangesloten,
kunnen deze spelers via de fader worden gestart. Met andere
woorden, wanneer de volumeknop van de kanaalfader of de
kruisfader op het mengpaneel in een hogere stand wordt
gezet, wordt de pauzefunctie van de cd-speler uitgeschakeld
en de muziek automatisch en onmiddellijk afgespeeld. Omdat
de cd-speler op het startpunt kan worden teruggezet wanneer
de fader naar de oorspronkelijke stand terugkeert, hoort
afspelen van gesamplede geluiden ook tot de mogelijkheden.
Reproducción de inicio con fundido
(para iniciar un reproductor de CD conectado)
El inicio con fundido puede realizarse cuando la unidad se ha
conectado con los cables de control a los reproductores de
CD CDJ-100S, CDJ-700S o CDJ-500 II para DJ. En otras
palabras, cuando están activados los controles de fundido de
canal o de volumen de fundido transversal de la mezcladora,
quedará liberada la función de pausa del reproductor de CD, y
la música se iniciará automática e instantáneamente.
Además, debido a que el reproductor de CD puede
restablecerse a su punto de activación cuando el fundido se
devuelve a su posición original, también es posible la
reproducción de tipo muestreador.
Stuurkabels
Cables de control
A
DJM-600
CDJ-100S
Español
CDJ-100S
B
Nederlands
Control de volumen de fundido transversal
Volumeregeling door kanaalfader
Volumeregeling door kruisfader
Volumen de fundido de canal
Volumen de fundido transversal
103
<DRB1317>
Du/Sp
DE FADERSTARTFUNCTIE GEBRUIKEN
Starten via de kruisfader en afspelen vanaf het startpunt
Wanneer “A” in wachtstand op het startpunt staat, kan hij
door de volumeknop van de kruisfader gewoon van rechts
naar links te schuiven worden gestart. Tegelijkertijd wordt
“B” op het startpunt teruggezet.
Bovendien kan “B”, wanneer hij in wachtstand op het
startpunt staat, door de volumeknop van de kruisfader
gewoon van links naar rechts te schuiven worden gestart.
(“A” wordt tegelijkertijd op het startpunt teruggezet.)
Cd-spelers die door de faderstartfunctie kunnen worden
gestart, op voorwaarde dat ze op het toestel zijn aangesloten.
CDJ-100S
CDJ-700S
CDJ-500 II
Via de kanaalfader starten
UTILIZACIÓN DE LA FUNCIÓN DE INICIO CON FUNDIDO
Reproducción de inicio con fundido transversal y
reproducción de vuelta al punto de entrada
Cuando “A” se encuentra en el punto de entrada durante el
estado de espera, puede iniciarse simplemente moviendo el
control de volumen de fundido transversal desde el lado
derecho hacia el izquierdo. “B” regresará al punto de entrada
simultáneamente.
De la misma forma, si “B” está en el punto de entrada durante
el estado de espera, puede iniciarse simplemente desplazando
el control de volumen de fundido transversal hacia la derecha.
(“A” regresará al punto de entrada al mismo tiempo.)
Los reproductores de CD que ofrecen esta posibilidad de
reproducción de inicio con fundido al conectarlos a esta
unidad son.
CDJ-100S
CDJ-700S
CDJ-500 II
Inicio con el fundido de canales
1 Druk op de faderstartschakelaar (CH-1 of CH-2) van
het kanaal dat op de te starten cd-speler is
aangesloten.
1 Active el conmutador de inicio con fundido (CH-1 o
CH-2) del canal conectado al reproductor de CD
que va a controlar.
2 Schuif de volumeknop van de kanaalfader
helemaal naar beneden.
2 Desplace en todo su recorrido hacia abajo el
control de volumen de fundido de canal.
3 Stel het startpunt van de cd-speler in en zet de cdspeler in wachtstand.
3 Busque el punto de entrada en el reproductor de CD y
fije en este punto el estado de espera del reproductor.
4 Wanneer u de speler wenst te starten, schuift u de
volumeknop van de kanaalfader omhoog; de cdspeler begint af te spelen.
4 Cuando desee iniciar el reproductor, desplace el
control de volumen de fundido hacia arriba y el
reproductor de CD iniciará la reproducción.
Opgelet:
÷ Kanalen die met de ASSIGN A en B-schakelaars van de
kruisfader werden ingesteld kunnen niet via de
kanaalfader worden gestart.
Precaución:
÷ Los canales asignados con los conmutadores ASSIGN A y
B para el fundido transversal no pueden iniciarse con el
fundido de canales.
Onderstaand voorbeeld toont hoe een op CH-1 aangesloten
cd-speler kan worden gestart.
A continuación se muestra un ejemplo de inicio de un
reproductor de CD conectado a CH-1.
CH-1
Voorbeeld:
CH-1
Ejemplo:
10
CH-1
9
10
CH-1
9
8
8
7
OFF
ON
6
5
7
OFF
ON
4
Faderstartschakelaar
3
2
1
0
Volumeknop van de kanaalfader
Wanneer het startpunt van tevoren op de CDJ- 100S of de
CDJ-700S werd ingesteld, is het niet nodig de cd-speler in
wachtstand op het startpunt te laten staan.
Als de volumeknop van de kanaalfader in de oorspronkelijke
stand wordt teruggezet nadat het afspelen is begonnen, zal
de cd-speler naar het startpunt terugkeren en in wachtstand
worden gezet.
104
<DRB1317>
Du/Sp
6
5
4
Conmutador de inicio
con fundido
3
2
1
0
Control de volumen
de fundido de canal
Si se han definido previamente los puntos de entrada
mientras se utilizaban los CDJ-100S, CDJ-700S, no será
necesario colocar el reproductor de CD en estado de espera
en el punto de entrada.
Si el volumen de fundido de canales se devuelve a su
posición original después de iniciarse la reproducción, el
reproductor de CD volverá al punto de entrada y quedará en
estado de espera.
DE FADERSTARTFUNCTIE GEBRUIKEN
UTILIZACIÓN DE LA FUNCIÓN DE INICIO CON FUNDIDO
Via de kruisfader starten
Inicio con el fundido transversal
1 Druk op de faderstartschakelaar (CH-1 of CH-2) van
het kanaal dat op de te starten cd-speler of
sampler is aangesloten.
1 Active el conmutador de inicio con fundido (CH-1 o
CH-2) del canal conectado al reproductor de CD
que va a controlarse con el muestreador.
2 Kies met de ASSIGN A en B-schakelaars van de
kruisfader het kanaal (CH-1 of CH-2) waarop de cdspeler of de sampler is aangesloten.
2 Con los conmutadores ASSIGN A y B del fundido
transversal, seleccione el muestreador, o bien, el
canal (CH-1 o CH-2) al que está conectado el
reproductor de CD.
3 Schuif de volumeknop van de kruisfader helemaal in
de tegenovergestelde richting van de te starten bron.
In het volgend voorbeeld wordt de startprocedure toegepast
op een cd-speler aangesloten op het kanaal CH-1 dat op
ASSIGN A is ingesteld.
Voorbeeld:
3
En el ejemplo, el arranque se efectúa con el reproductor de
CD conectado al CH-1 definido en ASSIGN A.
Ejemplo:
SAMPLER
2
3
1
A
B
4
SAMPLER
THRU
CROSS FADER
ASSIGN A
ASSIGN A-schakelaar
A
Volumeknop van de kruisfader
4 Om een cd-speler te starten, moet u het startpunt
instellen en de speler op dit punt in wachtstand
zetten.
Om een sampler te starten, moet u met de effect/
sampler-keuzeschakelaar het afspeeltype
(SINGLE, LOOP of STRETCH LOOP) kiezen.
Wanneer het afspeeltype met de effect/samplerkeuzeschakelaar is gekozen, gaat het groene lampje van de
effect/sampler-aan-uit-schakelaar branden.
5 Kies de startkromme van de kruisfader met behulp
van diens krommekeuzeschakelaar.
6 Wanneer de volumeknop van de kruisfader in de
tegenovergestelde richting wordt geschoven,
zoals in “3”, begint de cd-speler of de sampler af
te spelen.
2
1
THRU
3
4
SAMPLER
Conmutador ASSIGN A
ASSIGN A-schakelaar
Cuando haya seleccionado el tipo de reproducción de
muestra con el selector de efecto/muestreador, el
interruptor de ON/OFF de efecto/muestreador se encenderá
en verde.
5 Utilice el selector de curva de fundido transversal
para seleccionar dicha curva.
6 Cuando el control de volumen de fundido transversal
se desliza en la dirección opuesta a la del paso “3”, el
reproductor de CD o el muestreador comenzarán a
funcionar.
1
B
THRU
Volumeknop van de kruisfader
3
4
SAMPLER
A
B
CROSS FADER
ASSIGN A
Conmutador ASSIGN A
Wanneer het startpunt van tevoren op de CDJ- 100S of de
CDJ-700S werd ingesteld, is het niet nodig de cd-speler in
wachtstand op het startpunt te laten staan.
Als de volumeknop van de kruisfader in de oorspronkelijke
stand wordt teruggezet nadat het afspelen is begonnen, zal
de cd-speler naar het startpunt terugkeren en in wachtstand
worden gezet.
Control de volumen de fundido transversal
4 Para iniciar un reproductor de CD, defina el punto de
entrada y sitúelo en estado de espera en dicho punto.
Para iniciar un muestreador, seleccione el tipo de
reproducción del muestreo (SINGLE, LOOP o
STRETCH LOOP) con el selector de efecto/
muestreador.
2
A
CROSS FADER
ASSIGN A
B
CROSS FADER
ASSIGN A
Nederlands
4
THRU
Control de volumen de fundido transversal
Si se han definido previamente los puntos de entrada
mientras se utilizaban los CDJ-100S, CDJ-700S, no será
necesario colocar el reproductor de CD en estado de espera
en el punto de entrada.
Si el volumen de fundido de canales se devuelve a su
posición original después de iniciarse la reproducción, el
reproductor de CD volverá al punto de entrada y quedará en
estado de espera.
105
<DRB1317>
Du/Sp
Español
2
1
3 Deslice en todo su recorrido el volumen de fundido
transversal, hacia el lado contrario de la fuente que
va a iniciar.
ZELF STORINGEN VERHELPEN
Onjuist uitgevoerde bewerkingen worden vaak voor defecten of storingen aanzien. Als u denkt dat er werkelijk iets mis is met dit toestel,
moet u eerst onderstaande punten controleren. Soms moet de oorzaak van het probleem bij een ander toestel worden gezocht. U moet
dus alle aangesloten elektrische apparaten controleren.
Indien het probleem, zelfs na controle van onderstaande punten, niet kan worden opgelost, moet u met uw verkoper of dichtsbijzijnde
PIONEER service center contact opnemen.
Probleem
Mogelijke Oorzaak
Maatregel
Het toestel staat niet onder
spanning.
÷ De stroomkabel is niet aangesloten.
÷ Sluit de stroomkabel op het stopcontact aan.
Er is weinig of geen geluid.
÷ De ingangkeuzeschakelaar staat in de
verkeerde stand.
÷ De aansluitkabel werd onjuist aangesloten of
is losgeraakt.
÷ De contactbus of de plug is niet schoon.
÷ De volumeknop voor het hoofdgeluid
(MASTER LEVEL ATT.) op de achterkant staat
in een te lage stand.
÷ Zet de ingangkeuzeschakelaar op het actieve
toestel.
÷ Sluit hem goed aan.
Het geluid is vervormd.
÷ Het volume van het hoofdgeluid staat te
hoog.
÷ Het ingangsniveau is te hoog.
÷ Regel de volumeknop voor het hoofdgeluid
(MASTER LEVEL ATT.) op de achterkant.
÷ Regel deTRIM-knop zodanig dat het
ingangsniveau op de piekniveaumeter in de
buurt van 0 dB komt te staan.
De kruisfader werkt niet.
÷ ASSIGN A en B staan niet in de juiste stand.
÷ Stel de ASSIGN-schakelaars in op de juiste
kruisfaderbron.
De cd-speler wordt niet
door de fader gestart.
÷ De faderstartschakelaar staat uit.
÷ De contactbus op de achterkant die de speler
moet besturen werd niet verbonden.
÷ Zet de faderstartschakelaar op ON.
÷ Sluit het toestel met behulp van de
stuurkabel op de cd-speler aan.
De effecten zijn niet
hoorbaar.
÷ De effect/sampler-keuzeschakelaar staat niet
op de juiste stand.
÷ De effect/sampler-parameter 2 knop staat in
de laagste stand (MIN.).
÷ Kies het juiste kanaal waarop de effecten
moeten worden toegepast.
÷ Regel de effect/sampler-parameter 2 knop.
Het geluid van de externe
effector is vervormd.
÷ Het ingangsniveau van de externe effector is
te hoog.
÷ Verlaag het uitgangsniveau van de externe
effector of regel het retourniveau met de
effect/sampler-parameter 2 knop.
De BPM-waarde kan niet
worden gemeten.
De gemeten BPM-waarden
zien er vreemd uit.
÷ Het ingangsniveau is te hoog of te laag.
÷ Regel deTRIM-knop zodanig dat het
ingangsniveau op de piekniveaumeter in de
buurt van 0 dB komt te staan.
÷ Regel de ingangsniveaus van de andere
kanalen op een waarde dichtbij 0 dB.
÷ Druk op de TAP-schakelaar en stel de BPMwaarde handmatig in.
÷ Voor sommige muziekstukken kan de BPMwaarde niet worden gemeten.
÷ Maak schoon en sluit opnieuw aan.
÷ Regel de volumeknop voor het hoofdgeluid
(MASTER LEVEL ATT.) op de achterkant.
De gemeten BPM-waarde
verschilt van de op de cd
aangegeven waarde.
÷ Omdat er verschillende methodes bestaan
om de BPM-waarde te meten, kunnen de
resultaten lichtjes verschillen.
÷ Geen maatregelen nodig.
De PHONO 3 ingang van CH4 kan niet worden gebruikt.
÷ Er werd een hulpmicrofoon aangesloten.
÷ Verwijder de hulpmicrofoon.
Door statische elektriciteit of andere externe invloeden kunnen er storingen in het toestel optreden. Schakel de stroom uit en daarna in om
het toestel weer normaal te kunnen gebruiken.
106
<DRB1317>
Du/Sp
Du
TECHNISCHE GEGEVENS
Audiogedeelte
Elektrisch gedeelte, enz.
Ingangen (ingangsniveau/impedantie)
CD/LINE ............................................ –14dBV (200mV)/22kΩ
PHONO ................................................. –54dBV (2mV)/47kΩ
MAIN MIC .............................................. –54dBV (2mV)/3kΩ
SUB MIC ................................................ –60dBV (1mV)/3kΩ
RETURN ............................................ –14dBV (200mV)/22kΩ
Stroomspanning ............ Wisselstroom AC 220-240V, 50/60Hz
Stroomverbruik ................................................................. 34W
Werktemperatuur ............................................. +5˚C tot +35˚C
Werkvochtigheidsgraad ........................................ 5% tot 85%
Uitwendige afmetingen ........... 320 (B) x 372 (D) x 107 (H) mm
Gewicht ........................................................................... 6,6kg
Uitgang (uitgangsniveau/impedantie)
MASTER OUT1 (RCA) ................................... 0dBV (1V)/1kΩ
MASTER OUT2 (XLR) ............................ 4dBm (1,23V)/600Ω
REC OUT (RCA) .......................................... –10dBV (1V)/1kΩ
BOOTH MONITOR ........................................ 0dBV (1V)/1kΩ
SEND ......................................................... –14dBV (1V)/1kΩ
PHONES ....................................................... 0dBV (1V)/22Ω
Frequentiekarakteristieken
CD/LINE/PHONO/MIC .................................. 20Hz tot 20kHz
Toebehoren
÷ Plug van het kort circuit-type .............................................. 6
÷ Gebruiksaanwijzing ............................................................. 1
De technische gegevens en de uitvoering kunnen wegens
verbeteringen zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Signaal-ruisverhouding
CD/LINE ............................................ 87dB (zonder effecten)
PHONO ........................................................................ 77dB
MIC .............................................................................. 69dB
Totale harmonische vervorming
CD/LINE/PHONO .................................... Minder dan 0,02%
Overspraak ...................................................... Meer dan 70dB
Kanaalequalizer
HI ...................................................... +12dB, –26dB (13kHz)
MID ..................................................... +12dB, –26dB (1kHz)
LOW ................................................... +12dB, –26dB (70Hz)
Microfoonequalizer
HI ...................................................... +12dB, –12dB (10kHz)
MID ..................................................... +12dB, –12dB (1kHz)
LOW ................................................. +12dB, –12dB (100Hz)
Effector
DELAY en ECHO ......................................... 1 tot 3500mSec
PAN, TRANS, FILTER en FLANGER ........ 10 tot 16000mSec
REVERB .............................................................. 1 tot 100%
PITCH ............................................................... 0 tot ±100%
Uitgegeven door Pioneer Corporation.
Copyright © 2000 Pioneer Corporation.
Alle rechten voorbehouden.
108
<DRB1317>
Du
Du/Sp
Nederlands
Español
111
<DRB1317>
Du/Sp