BDDF00135 uitgave 3
21/36
Alaris™ Gateway-werkstation v1.3.x
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruiksomgeving
• Gebruikers van het werkstation dienen alle aanwijzingen in deze handleiding te lezen voordat ze dit
medische apparaat gaan gebruiken.
• Het werkstation is geschikt voor alle zorginstellingen, met inbegrip van die direct zijn aangesloten op het
openbare laagspanningsnetwerk. Het werkstation is bedoeld voor gebruik in een ziekenhuis, niet in een
ambulance of bij thuiszorg.
• Bij het installeren van een werkstation dient een inschatting te worden gemaakt van de mogelijke gevaren
die verband houden met het geleiden van elektrische snoeren en infuuslijnen. Waar van toepassing
dienen aanpassingen te worden gemaakt.
• Het werkstation mag alleen worden gebruikt in combinatie met compatibele BD-producten, accessoires,
infuuszakken en disposables.
• Bij gebruik voor patiëntbehandeling zou iedere afzonderlijke patiënt een apart werkstation toegewezen
moeten krijgen. Als een tweede werkstation wordt gebruikt, dient dit aan dezelfde patiënt te worden
toegewezen als het eerste werkstation waarop deze patiënt is aangesloten.
• Het werkstation is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels met lucht
of zuurstof of lachgas.
• Het werkstation ondersteunt geen antivirussoftware. Het ziekenhuis moet ervoor zorgen dat het netwerk
beveiligd is.
• Speciale instructies voor isolatieruimte.
– Gebruik in combinatie met de verpleegkundigenoproepfunctie om alarmen zichtbaar te maken
buiten de ruimte
– Maak geen gebruik van Alaris GW volumetrische pompen, die niet volledig compatibel zijn met de
verpleegkundigenalarm op het werkstation.
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
M
• Dit werkstation is beschermd tegen de invloed van externe interferentie, waaronder krachtige
radiofrequente straling, magnetische velden en elektrostatische ontlading (zoals van elektrochirurgische
en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare radio's, mobiele telefoons, etc.) en voldoet aan IEC/
EN60601-1-2 en ETSI EN 301 489-17 (indien van toepassing).
• Het werkstation is een CISPR II Groep 1 Klasse A-apparaat. Wanneer Alaris-infuuspompen worden
bevestigd en gebruikt, is het systeem een CISPR II Groep 1 Klasse A-systeem.
• Dit werkstation is een CISPR II Groep 1 Klasse A-apparaat en gebruikt uitsluitend radiofrequente energie
voor het intern functioneren in de normale productomgeving. Daarom zijn de radiofrequente emissies zeer
laag en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie veroorzaakt met de elektronische apparatuur in de
nabijheid. Dit werkstation zendt echter een bepaald niveau elektromagnetische straling uit dat binnen de
niveaus ligt die zijn gespecificeerd door IEC/EN60601-2-24, IEC/EN60601-1-2 en ETSI EN 301 489-17 (indien
van toepassing). Bij interactie tussen het werkstation en andere apparatuur moeten maatregelen worden
genomen om de gevolgen tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door het werkstation te verplaatsen.
• Therapeutische stralingsapparatuur: gebruik het werkstation niet in de buurt van therapeutische
stralingsapparatuur van welke aard dan ook. De straling die door apparatuur voor stralingstherapie,
zoals een lineaire versneller, wordt gegenereerd, kan de werking van het werkstation ernstig
beïnvloeden. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot veilige afstand en andere
voorzorgsmaatregelen. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale BD-vertegenwoordiger.
• Magnetic Resonance Imaging (MRI): het werkstation bevat ferromagnetische materialen die vatbaar zijn
voor de storingen van het magneetveld dat wordt gegenereerd door een MRI-apparaat. Daarom wordt het
werkstation niet beschouwd als MRI-compatibel. Als het gebruik van het werkstation binnen een MRI-
omgeving onvermijdelijk is, adviseert BD dringend het werkstation te installeren op een veilige afstand van
het magneetveld buiten het geïdentificeerde 'gebied voor gecontroleerde toegang' teneinde magnetische
interferentie bij het werkstation of vervorming van het MRI-beeld te voorkomen. Deze veilige afstand moet
worden vastgesteld conform de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot elektromagnetische
interferentie (EMI). Raadpleeg de technische onderhoudshandleiding van het product (TSM) voor meer
informatie. U kunt ook contact opnemen met uw lokale vertegenwoordiger van BD voor verdere richtlijnen.
• Accessoires: gebruik geen accessoires bij het werkstation die niet worden aanbevolen. Het werkstation is
getest en uitsluitend overeenkomstig de relevante EMC-claims bevonden als de aanbevolen accessoires
worden gebruikt. Het gebruik van andere accessoires, transducers of kabels dan gespecificeerd door BD
kan leiden tot verhoogde emissies of verminderde immuniteit van het werkstation.
• Het werkstation beschikt over een optionele RF IEEE 802.11n draadloze LAN-interface (universele dual-
band adapter voor draadloos internet). Na aansluiting moet het werkstation elektromagnetische energie
uitstralen om de bedoelde functie uit te voeren. De werking van elektrische apparatuur die zich in de
buurt bevindt, kanworden beïnvloed.
• In sommige omstandigheden kan het werkstation gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading via de lucht
op niveaus die boven 15 kV liggen, of bij radiofrequente straling boven 10 V/m. Als het werkstation gevoelig
is voor deze externe interferentie, blijft het in de veilige modus en wordt de gebruiker gewaarschuwd door
middel van een combinatie van visuele indicatoren en geluidssignalen. Wanneer een ontstane alarmtoestand
ook na interventie door de gebruiker blijft voortduren, wordt aangeraden het betreffende werkstation te
vervangen en apart te houden voor controle door bevoegd technisch personeel.
• Draagbare en mobiele RF-communicatie-apparatuur kan andere, zich in de buurt bevindende elektrische
medische apparatuur beïnvloeden.