de huidige luchtvochtigheid hoger is dan de ingestelde waarde, draait de
ventilator elke 30 minuten gedurende 90 seconden.
7. De bevochtigingsprestaties zijn afhankelijk van de snelheid van de venti-
lator. Als de automatische modus is uitgeschakeld, kan het snelheidsni-
veau worden gewijzigd. Selecteer het snelheidsniveau 1, 2, 3 of 4 door
herhaaldelijk op de knop «Speed» (9) te drukken.
8. Druk op de knop «Auto» (11) om de automatische modus te activeren.
De LED boven de knop «Auto» licht op. In de automatische modus houdt
het apparaat automatisch het gewenste vochtigheidsniveau aan. Stel
eerst de hygrostaat (10) in op de gewenste luchtvochtigheid (40 / 45 /
50 of 55 %). De automatische modus kan niet worden geactiveerd als de
hygrostaat (10) op continue werking is ingesteld (5 LED’s branden). Hoe
lager de huidige luchtvochtigheid, hoe hoger de snelheid van de ventila-
tor automatisch wordt ingesteld. Hoe dichter de huidige vochtigheid bij
de gewenste waarde ligt, hoe lager het snelheidsniveau wordt geselec-
teerd (bijv. Indien de gewenste luchtvochtigheid 45 % is en de huidige
luchtvochtigheid lager is dan 34%, wordt niveau 3 geselecteerd, van
35-40 % = niveau 2, van 41 -45 % = niveau 1). Als het snelheidsniveau
handmatig wordt gewijzigd (knop 9 wordt ingedrukt), wordt de automa-
tische modus uitgeschakeld.
9. Als de helderheid van de LED’s storend is (bijvoorbeeld in de slaapka-
mer), kunt u de lichtintensiteit verminderen door op de dimknop (12) te
drukken:
• Normaal modus (standaard ingesteld)
• Gedimde modus (een keer indrukken)
• Licht-uit modus (twee keer indrukken)
• Door nog een keer de dimmerknop in te drukken, komt u weer terug
naar de Normale modus.
Als er geen water in het apparaat zit, gaat de led van de waterniveau-in-
dicator (13) in alle dimstanden rood branden. Het rode lampje kan niet
worden gedimd.
10. Zodra het symbooltje «No Water» (13) oplicht, moet het apparaat wor-
den bijgevuld met water. Verwijder hiervoor de watertank (5) en vul het
met schoon, koud kraanwater. Nadat u de watertank weer terugplaatst,
begint het apparaat na enkele seconden automatisch weer te werken.
11. U kunt George ook gebruiken om een aromatisch luchtje door de kamer
te verspreiden. Wij benadrukken dat aromatische luchtjes uiterst spaar-
zaam dienen te worden gebruikt, omdat een overmatige dosering tot
storingen in en beschadiging van het apparaat kan leiden. U kunt een
geur toevoegen door de watertank (5) te verwijderen en de aromacon-
tainer (14) uit het apparaat te trekken. Laat het geurtje direct op het
wattenschijfje in de aromacontainer druppelen. Voeg maximaal 1–2
geurdruppeltjes toe aan de aromacontainer.
Tip: U kunt van geurtje veranderen door de aromacontainer uit het appa-
raat te halen, het wattenschijfje te verwijderen en de container met wat
zeep te reinigen. U kunt vervolgens een nieuw wattenschijfje (commer-
cieel verkrijgbaar) insteken en de gewenste geurdruppeltjes toevoegen.
12. Als u tijdens werking water wilt bijvullen, kunt u de watertank verwij-
deren en bijvullen. Het apparaat zal voor minstens 5 minuten blijven
werken met het water dat nog in het apparaat resteert. Zolang u de wa-
tertank binnen deze periode weer terugplaatst, kan het apparaat zonder
onderbreking blijven werken.