Belkin F5D8233EA4 Handleiding

Categorie
Netwerken
Type
Handleiding
Handleiding
F5D8233ea4
Draadloze N router
EN
FR
DE
NL
ES
IT
1
B
1. Inleiding 1
Voordelen van een draadloos netwerk 1
De ideale plaats voor uw draadloze N router 3
2. Productoverzicht 7
Productkenmerken 7
3. Kennismaken met uw router 10
Inhoud van de verpakking 10
Systeemvereisten 10
Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software 10
4. Uw router aansluiten en configureren 15
5. Alternatieve installatiemethode 23
6. Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface 38
LAN-instellingen wijzigen 39
De pagina met de DHCP-clntenlijst bekijken 41
Uw draadloze netwerk configureren 41
WPA-beveiliging instellen 48
WEP-encryptie instellen 50
Gebruik maken van de accesspoint-modus 52
Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen 53
Configuratie van de firewall 55
Gebruik maken van een dynamisch DNS 59
Utilities 60
De router herstarten 61
De firmware bijwerken 66
7. Netwerkinstellingen handmatig configureren 74
8. Aanbevolen instellingen van de webbrowser 79
9. Problemen oplossen 81
10. Informatie 97
Inhoud
Inleiding
1
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Dank u voor het aanschaffen van de draadloze N router (de router) van Belkin.
In de twee volgende paragrafen worden de voordelen van thuisnetwerken
behandeld en de te volgen procedures om het bereik en de prestaties van uw
draadloze netwerk te optimaliseren. Wij raden u aan deze handleiding volledig
door te lezen en extra aandacht te besteden aan het hoofdstuk “De ideale
plaats voor uw draadloze N router” (volgende bladzijde). Als u de volgende
eenvoudige installatie-instructies volgt, kunt u met uw thuisnetwerk van Belkin
het volgende doen:
Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in uw woning delen
Bronnen, zoals bestanden en harde schijven, delen met alle aangesloten
computers in uw woning
Eén printer met het hele gezin gebruiken
Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen
Bestanden opslaan, ophalen en naar een andere computer kopiëren
Samen on-line games spelen, via het internet uw e-mail bekijken en
chatten
Voordelen van een draadloos netwerk
Het opzetten van een draadloos netwerk met netwerkproducten van Belkin
heeft veel voordelen:
Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u
kunt nu overal binnen de draadloze reikwijdte op een notebook of
desktopcomputer binnen het netwerk werken
Eenvoudige installatie de Easy Installation Wizard van Belkin maakt de
installatie heel eenvoudig
Flexibiliteit installatie van en toegang tot printers, computers en andere
netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning
Eenvoudige uitbreidingBelkin biedt u keus uit een groot programma
netwerkproducten waarmee u een netwerk met apparaten als printers en
game-consoles kunt uitbreiden
Bekabeling is niet nodig u bespaart de kosten en de moeite die
komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-bekabeling in uw woning of
kantoor
Algemeen aanvaard keuze uit een groot aanbod van onderling
samenwerkende (interoperabele) netwerkproducten
32
Inleiding
32
Revolutionaire draadloze N technologie met MIMO (N MIMO)
Uw draadloze N router maakt gebruik van de slimme-antennetechnologie
genaamd Multiple Input Multiple Output (MIMO) N MIMO voldoet aan de
specificaties van IEEE draft (concept) 802.11n. en verhoogt de snelheid, het
bereik, de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van draadloze netwerken.
Datgene wat de N MIMO-technologie van Belkin onderscheidt van een
gewone radiozender is het gebruik van meerdere antennes en twee
gelijktijdige datastromen voor het draadloos oversturen van gegevens in uw
woning of kantoor. Een conventionele radio maakt gebruik van een antenne
voor het verzenden van datastromen. De N MIMO van Belkin gebruikt
echter twee antennes. Dit ontwerp helpt signaalvervorming en interferentie
voorkomen. De N MIMO-technologie van Belkin is multidimensionaal. Deze
technologie bouwt voort op de één-dimensionale slimme-antennetechnologie
die de draadloze capaciteit vergroot doordat tegelijkertijd twee datastromen
verzonden worden via het zelfde kanaal.
Een tweede element dat N MIMO zo bijzonder maakt is het gebruik van
aggregatie, zoals omschreven in de concept 802.11n-specificatie. Door de
ruimte tussen pakketten te verkorten en meerdere kleinere pakketten te
combineren in een groter pakket, kunnen de N MIMO-producten van Belkin
meer data via de beschikbare bandbreedte versturen.
Stelt u zich conventionele radiotransmissie als een tweebaans autoweg
voor. De snelheidslimiet regelt het maximaal toegestane verkeer op een
baan. In tegenstelling tot wat bij conventionele radio’s het geval is, zorgt de
één-dimensionale slimme-antennetechnologie ervoor dat het verkeer zich
sneller en betrouwbaarder over die baan kan verplaatsen. Vergelijk het met
een vierbaans autoweg waarbij het verkeer zich verplaatst met constante
snelheden die dichter bij de snelheidslimiet liggen. De N MIMO-technologie
van Belkin zorgt ervoor dat het verkeer zich met de maximumsnelheid kan
verplaatsen en stelt meer rijstroken voor het verkeer open zodat het een
autosnelweg wordt. De snelheid van het verkeer wordt vermenigvuldigd met
het aantal banen dat opengesteld is.
3
Inleiding
3
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De ideale plaats voor uw draadloze N router
Belangrijke punten bij het plaatsen en installeren
Naarmate de afstand tussen de router en de computer kleiner is, wordt de
verbinding sterker. Het bereik van draadloze apparatuur ligt doorgaans tussen
de 30 en 60 meter.
De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan naarmate
de afstand tussen uw router en de aangesloten apparatuur groter wordt. U
hoeft hiervan niet altijd iets te merken. Bij een grotere afstand tot de router,
kan de snelheid van de verbinding afnemen. Objecten die signalen kunnen
verzwakken doordat ze de radiogolven van het netwerk blokkeren, zijn
metalen apparaten of obstakels en muren.
Als u denkt dat de matige prestaties van uw netwerk te maken hebben met
afstand of hindernissen, probeer de computer dan op een afstand van 1,5
tot 3 meter van de router te plaatsen om te kijken of een te grote afstand
inderdaad de oorzaak is. Neem contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin als u een probleem niet zelf kunt oplossen.
Let op: Hoewel de onderstaande factoren de prestaties van een netwerk
nadelig kunnen beïnvloeden, beletten zij niet dat het draadloze netwerk
functioneert. Als u denkt dat het netwerk niet optimaal presteert, kan deze
checklist uitkomst bieden.
1. Plaatsing van uw router
Plaats de router, het centrale verbindingspunt binnen uw netwerk, op een
centrale plek tussen uw draadloze netwerkapparatuur.
De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten” (d.w.z. computers
aangestuurd door draadloze notebook- en desktopnetwerkkaarten en
draadloze USB-adapters van Belkin) bereikt u als volgt:
Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw router parallel aan
elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen). Als de
router zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes dan zo
recht mogelijk naar het plafond wijzen.
In woningen met meer verdiepingen plaatst u de router op de
verdieping die zich het dichtst bij het midden van de woning bevindt.
Dit kan betekenen dat u de router op een hogere verdieping moet
plaatsen.
Plaats de router niet in de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon.
54
Inleiding
54
2. Vermijd obstakels en interferentie
Plaats de router bij voorkeur niet in de buurt van apparaten
die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. De volgende
ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie hinderen:
Koelkasten
Wasmachines en/of drogers
Metalen kasten
Grote aquaria
Gemetalliseerde UV-werende ruiten
Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen
zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat bovengenoemde objecten
het signaal niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw
computers en uw router in mogen staan.
3. Draadloze telefoons
Ga als volgt te werk als de prestaties van uw draadloze netwerk niet
beter worden nadat u de bovenstaande aanwijzingen hebt opgevolgd
én u een draadloze telefoon bezit:
Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt
van uw router en uw computers die geschikt zijn voor draadloze
communicatie.
Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik
maken van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant).
Als het probleem hiermee is opgelost, is(/zijn) uw telefoon(s) de
storingsbron.
Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan
voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat door
uw draadloze netwerk gebruikt wordt. U kunt bijvoorbeeld de
telefoon naar kanaal 1 verplaatsen en de router naar kanaal 11. Zie
voor meer informatie de handleiding van de telefoon.
Ga zo nodig over op een draadloze telefoon van 900 MHz of 5 GHz.
4. Kies het “rustigste” kanaal voor uw draadloze netwerk
Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar
liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze
netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk.
Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van de
Wireless Utility om andere draadloze netwerken te lokaliseren (zie de
handleiding van uw draadloze notebook- of desktopnetwerkkaart) en
verplaats uw router en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk
verwijderd is van andere netwerken.
5
Inleiding
5
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Experimenteer met meer dan een van de beschikbare kanalen om de
beste verbinding te vinden en interferentie van draadloze telefoons of
andere draadloze apparatuur te vermijden.
Gebruik de uitgebreide informatie over Site Survey en kanalen voor
draadloze netwerken die u bij uw draadloze netwerkkaart heeft
gekregen. Raadpleeg de handleiding van uw netwerkkaart voor meer
informatie.
Aan de hand van deze richtlijnen kunt u de maximale reikwijdte voor
de draadloze router bepalen. Als u een nog groter bereik nodig hebt,
overweeg dan de aanschaf van een draadloze range extender/accesspoint
van Belkin.
5. Veilige verbindingen, VPN en AOL
Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en
een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties
waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn o.a.:
Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak gebruikt
om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk
Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online (AOL) -
dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter beschikking
wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service.
De meeste websites voor internetbankieren
Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt
nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld
Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer
van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt
opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of
door opnieuw op de beveiligde website in te loggen.
Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstellingen
van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is niet
noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de
energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power
Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm).
Als u moeilijkheden blijft houden met de beveiligde verbindingen, VPN en
AOL, raden wij u aan de bovenstaande stappen te doorlopen om te zien of
u hiermee rekening gehouden hebt.
76
Productoverzicht
76
Productoverzicht
Productkenmerken
Binnen een paar minuten kunt u uw internetverbinding delen en vormen
uw computers een netwerk. Hier volgt een overzicht van voordelen die uw
nieuwe draadloze N router van Belkin de ideale oplossing voor uw privé- of
kleinzakelijke netwerk maken.
Werkt met zowel pcs als MAC
®
-computers
De router ondersteunt een groot aantal netwerkomgevingen, waaronder Mac
OS
®
8.x, 9.x, X v10.x, Linux
®
, Windows
®
98, Me, NT
®
, 2000, XP en Vista
.
U hebt niet meer nodig dan een internetbrowser en een netwerkadapter die
TCP/IP (de standaard Internettaal) ondersteunt.
Netwerkstatusdisplay waarop patent is aangevraagd
LED’s aan de voorzijde van de router geven aan welke functies in bedrijf
zijn. U kunt in één oogopslag zien of uw router verbinding heeft gemaakt
met het Internet. Deze functie maakt gecompliceerde software en
statuscontroleprocedures overbodig.
Geavanceerde web-based gebruikersinterface
U kunt de geavanceerde functies van de router eenvoudig instellen via uw
webbrowser, zonder dat u extra software moet installeren op de computer.
U hoeft geen disks te installeren of in de gaten te houden en bovendien
kunt u snel en gemakkelijk wijzigingen aanbrengen en setupfuncties
uitvoeren vanaf iedere op het netwerk aangesloten computer.
NAT IP-adresdeling
Uw router maakt gebruik van Network Address Translation (NAT) voor het
delen van het unieke IP-adres dat door uw Internet Service Provider aan u
is toegewezen, terwijl u de kosten bespaart voor het toevoegen van extra
IP-adressen aan uw internetserviceaccount.
SPI-firewall
Uw router is uitgerust met een firewall die uw netwerk beschermt tegen
een groot aantal veel voorkomende aanvallen van hackers waaronder IP
Spoofing, Land Attack, Ping of Death (PoD), Denial of Service (DoS), IP met
lengte nul, Smurf Attack, TCP Null Scan, SYN flood, UDP flooding, Tear
Drop Attack, ICMP defect, RIP defect en fragment flooding.
7
Productoverzicht
7
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Geïntegreerde 4-poorts 10/100 switch
De router heeft een ingebouwde 4-poorts netwerkswitch waarmee uw
bedrade computers onder meer printers, data, MP3-bestanden en digitale
foto’s kunnen delen. De switch stelt zich met behulp van auto-sensing
automatisch in op de snelheid van de aangesloten apparaten. De switch
kan gelijktijdig - zonder onderbrekingen en zonder beslag te nemen op
bronnen - data overzenden tussen computers en het Internet.
Universal Plug and Play (UPnP)
UPnP (Universal Plug-and-Play) is een technologie die een naadloze
werking van voice messaging, video messaging, games en andere
applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP.
Ondersteuning voor VPN Pass-Through
Als u met behulp van een VPN-aansluiting van huis uit verbinding maakt
met uw bedrijfsnetwerk, dan zorgt uw router ervoor dat uw met VPN-
functionaliteit uitgeruste computer via de router contact kan maken met uw
bedrijfsnetwerk.
Ingebouwd Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP)
Het geïntegreerde Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) maakt
de configuratie van een netwerk zo eenvoudig mogelijk. De DHCP-server
wijst automatisch aan elke computer IP-adressen toe waardoor een
gecompliceerde netwerk-setup overbodig is.
Setup-Assistent
De Setup-Assistent, de vernieuwde Easy Install Wizard, zorgt voor
probleemloze installatie van uw router. Deze software bepaalt automatisch
de juiste instelling van uw netwerk en maakt de router klaar voor de
verbinding met uw Internet Service Provider (ISP). Binnen enkele minuten is
uw router geïnstalleerd en aangesloten op het Internet.
Let op: De Setup-Assistent is compatibel met Windows 2000, XP, Vista en
Mac OS X v10.x. Indien u gebruik maakt van een ander besturingssysteem,
dan kunt u bij de setup van de router gebruik maken van de alternatieve
setupmethode, zoals beschreven in deze handleiding (zie bladzijde 23).
9
Productoverzicht
Geïntegreerd draadloos N accesspoint
N MIMO is een nieuwe draadloze technologie die gebaseerd is op de
conceptspecificatie van IEEE 802.11n. N1 MIMO maakt gebruik van
MIMO (Multiple Input Multiple Output) slimme-antennetechnologie die
gegevenssnelheden van tot wel 300 Mbps* mogelijk maakt. Werkelijke
gerealiseerde snelheden zijn afhankelijk van de netwerkomgeving.
*LET OP: De vermelde overdrachtssnelheid – 300 Mbpsis de fysieke
datasnelheid. De werkelijk gerealiseerde doorvoersnelheid van gegevens ligt
lager.
MAC-adresfilter
Voor extra veiligheid, kunt u een lijst met MAC-adressen opstellen (unieke
cliëntidentificatiecodes) die toegang hebben tot uw netwerk. Elke computer
heeft een eigen MAC-adres. U stelt eenvoudig - met behulp van de
geavanceerde web-based gebruikersinterface - een lijst op van deze MAC-
adressen waarmee u de toegang tot uw netwerk kunt beheren.
8
Inhoud van de verpakking
Draadloze N router
Beknopte installatiehandleiding
Software-cd met Setup-Assistent
RJ45 Ethernet-netwerkkabel
Voedingsadapter
Handleiding (op cd)
Systeemvereisten
Breedband-Internetverbinding zoals een kabel- of DSL-modem met
RJ45-(Ethernet)aansluiting
Ten minste één computer met een geïnstalleerde netwerkinterface-
adapter
TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op iedere computer
RJ45-Ethernet-netwerkkabel
Internetbrowser
Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software
Een computer met Windows
®
2000, XP of Vista
TM
; of Mac OS
®
X v10.x
Minimaal een 1GHz-processor en 128 MB RAM
Internetbrowser
Kennismaken met uw router
9
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
1110
Kennismaken met uw router
1110
Kennismaken met uw router
De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op
praktische bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router
naar uw apparatuur. Het netwerkstatusdisplay aan de VOORZIJDE van
de router is goed zichtbaar en geeft u informatie over de netwerkactiviteit
en de status. Raadpleeg het netwerkstatusdisplay-overzicht voor meer
informatie.
A. Beveiliging van uw draadloze netwerk
UIT Beveiliging uitgeschakeld
Continu blauw Beveiliging ingeschakeld
B. Status van uw draadloze computer
UIT Draadloze computer niet aanwezig
Continu blauw Draadloze computer verbonden met de de
router
Knipperend
ambergeel
Draadloze computer slaagt er niet in een
verbinding met de router tot stand te
brengen.
C. Status bedrade computer
UIT Bedrade computer niet aanwezig
Continu blauw Bedrade computer verbonden met de router
Knipperend
ambergeel
Bedrade computer slaagt er niet in een
verbinding met de router tot stand te
brengen.
(A) (B) (C) (D) (E) (F)
11
Kennismaken met uw router
11
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
D. Status Router/Voeding
Als u de stroom naar de router inschakelt of u herstart hem, dan
heeft de router enige tijd nodig om op te starten. Intussen knippert
het router-pictogram. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt
het router-pictogram continu. Dit betekent dat de router klaar is voor
gebruik.
UIT De router is UITgeschakeld
Knipperend blauw Router is bezig met opstarten
Continu blauw Router staat aan en is gereed
E. Modemstatus
Dit pictogram licht blauw op wanneer uw modem op de juiste wijze op
de router is aangesloten. Hij wordt ambergeel als er een probleem is
geconstateerd.
UIT Router NIET verbonden met het modem.
Continu blauw Router verbonden met het modem en
functioneert naar behoren.
Knipperend
ambergeel
Probleem met modem
F. Internetstatus
Dit unieke pictogram geeft aan wanneer de router verbinding heeft
gemaakt met het Internet. Wanneer het lampje niet brandt, is de
router NIET verbonden met het Internet. Wanneer het lampje knippert
(ambergeel), probeert de router verbinding te maken met het Internet.
Wanneer het lampje continu bjlauw licht geeft, is de router verbonden
met het Internet. Wanneer u gebruik maakt van de functieDisconnect
after x minutes” (Verbinding verbreken na x minuten), dan is dit
pictogram uiterst handig voor het controleren van de status van de
verbinding van uw router.
UIT Router heeft GEEN verbinding met het
Internet
Knipperend
ambergeel
Router probeert verbinding te maken met
het Internet
Continu blauw Router heeft verbinding met het Internet
1312
Kennismaken met uw router
1312
Kennismaken met uw router
G. Drukknop
- Wit
Deze knop is bedoeld voor eventuele functies in toekomstige
upgrades. Voor de nieuwste firmware-updates verwijzen wij u naar
www.belkin.com/support.
H. Aansluitingen voor bedrade computers
- Grijs
Sluit uw bedrade (niet-draadloze) computers aan op deze poorten.
Deze poorten zijn RJ45 10/100 auto-negotiation, auto-uplink poorten,
geschikt voor standaard UTP Category 5 of 6 Ethernet-kabels. De
poorten worden aangeduid met de nummers 1 t/m 4 (connectors
voorzien van LED’s).
I. Modemaansluiting
- Geel
Op deze poort kunt u uw kabel- of DSL-modem aansluiten. U dient uw
modem met de daarbij geleverde kabel op deze poort aan te sluiten.
Het gebruik van een andere kabel dan de kabel die bij uw kabelmodem
is geleverd, kan problemen geven.
(K)
(I)
(H)
(J)
(G)
13
Kennismaken met uw router
13
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
J. Resetknop – Rood
De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de
router niet goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de
normale werking van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen
behouden blijven. Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen
van het draadloze accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore”
(Herstellen) gebruiken wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent
vergeten.
i. De router resetten
Druk de resetknop in en laat hem weer los. De lampjes op de
router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te
knipperen. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu
brandt, is de resetprocedure voltooid.
ii. De fabrieksinstellingen herstellen
Houd de resetknop tenminste tien seconden ingedrukt en laat
hem daarna los. De lampjes op de router zullen even knipperen.
De LEDVoeding/Gereed” begint te knipperen. Wanneer de LED
voorVoeding/Gereed” weer continu brandt, is de resetprocedure
voltooid.
K. Voedingsingang – Zwart
Sluit de meegeleverde voedingsadapter (12 V DC, 1 A) aan op deze
aansluiting.
1514
Uw router aansluiten en configureren
1514
Uw router aansluiten en configureren
Controleer de inhoud van de doos. U moet het volgende hebben ont-
vangen:
Draadloze N router
RJ45 Ethernet-netwerkkabel
Voedingsadapter
Software-cd met Setup-Assistent
Handleiding (op cd)
Modemvereisten
Uw kabel of DSL-modem moet voorzien zijn van een RJ45 Ethernet-poort.
Veel modems hebben zowel een RJ45 Ethernet-poort als een USB-
aansluiting. Als u een modem heeft met zowel een Ethernet- als een USB-
aansluiting en u op dit moment de USB-aansluiting gebruikt, dan dient u
de RJ45 Ethernet-poort te gebruiken tijdens de installatieprocedure. Als uw
modem alleen een USB-poort heeft, dan kunt u uw Internet Service Provider
vragen om een ander type modem, of u kunt in sommige gevallen een
modem kopen dat een RJ45 Ethernet-poort heeft.
Setup-Assistent
Met de meegeleverde Setup-Assistent software is het installeren van de
router erg gemakkelijk. Hiermee hebt u uw router binnen een paar minuten
aan de praat. Om de Setup-Assistent te kunnen gebruiken moet uw
computer rechtstreeks zijn aangesloten op het kabel- of DSL-modem en
moet de Internetverbinding actief en operationeel zijn tijdens de installatie.
Is dat niet het geval, ga dan te werk volgens het hoofdstuk “Alternatieve
installatiemethode” in deze handleiding om uw router te configureren.
Bovendien dient u, als u gebruik maakt van een ander besturingssysteem
dan Windows 2000, XP, Vist of Mac OS X v10.x, de router in te stellen
aan de hand van het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethodein deze
handleiding.
Ethernet USB
15
Uw router aansluiten en configureren
15
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Stap 1
Hardware aansluiten Volg de aanwijzingen in de be
-
knopte installatiehandleiding
A.
Maak de voedingskabel los van uw
modem. Plaats de router naas het
modem. Zet de antennes van de
router in verticale stand.
B. Lokaliseer de netwerkkabel die uw
modem met uw computer verbindt.
Ontkoppel de kabel van uw modem
en sluit hem aan op de grijze poort
aan de achterzijde van de router.
C. Neem de nieuwe netwerkkabel
(meegeleverd met uw router) en
sluit hem aan op de gele poort aan
de achterzijde van de router. Sluit
vervolgens het andere uiteinde
van de kabel aan op de zojuist
vrijgekomen poort van uw modem.
D. Sluit de voedingskabel weer op
het modem aan. Het kan een
minuut duren voordat uw modem
is opgestart. Sluit de voeding van
de router aan op de zwarte poort
aan de achterzijde van de router.
Sluit het andere uiteinde aan op een
stopcontact aan de muur.
E. Het kan 20 seconden duren voordat
uw router is opgestart. Kijk naar
het display aan de voorzijde van
de router. De pictogrammen voor
“Wired” (bedraad) en “Router”
zouden blauw moeten oplichten. Als
dit niet het geval is, controleer dan
de verbindingen.
modem
router
computer
1716
Uw router aansluiten en configureren
1716
Uw router aansluiten en configureren
Stap 2
Installeer de router Gebruik de Setup-Assistent Soft
-
ware
A.
Sluit alle programma’s af die
momenteel op uw computer
geopend zijn.
Schakel op uw computer alle
software voor firewalls of het delen
van een internetverbinding uit.
B. Plaats de cd in het cd-romstation
van uw computer. De Setup-
assistent zal binnen 15 seconden
automtisch op uw beeldscherm
verschijnen. Klik op “Go” (Starten)
om de Setup-Assistent te starten.
Volg de instructies op het scherm.
Opmerking voor Windows-
gebruikers: Als de Setup-Assistent
niet automatisch opstart, selecteer
dan uw cd-romstation onder “My
computer” (Deze computer) en
dubbelklik op het bestand met
de naam “SetupAssistant” om de
Setup-Assistent te starten.
BELANGRIJK: Draai de Setup-Assistent op de computer die
rechtstreeks is aangesloten op de router (Stap 1 – B).
17
Uw router aansluiten en configureren
17
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Bevestigingsscherm
Bevestig dat u alle stappen van de
beknopte installatiehandleiding hebt
doorlopen door het vakje naast de pijl aan
te vinken. Klik op “Next” (Volgende) om
door te gaan.
Voortgangsscherm
Er verschijnt een voortgangsscherm zodra
er een stap in de setup is voltooid.
1.1 Controle van de instellingen
De Setup-Assistent controleert nu de
netwerkinstellingen van uw computer
en verzamelt de informatie die
benodigd is voor het voltooien van
de verbinding van de router met het
Internet.
1918
Uw router aansluiten en configureren
1918
Uw router aansluiten en configureren
1.2 Controle van de
hardwareverbindingen
De Setup-Assistent zal nu de
hardwareverbindingen controleren.
1.3 Benaming van uw draadloze
netwerk
De Setup-Assistent toont de
standaardnaam (of Service Set
Identifier (SSID)) voor een draadloos
netwerk. De SSID is de naam van
het draadloze netwerk waarmee
uw computer of apparaten met
draadloze netwerkadapters
verbinding zullen maken. U kunt de
standaard naam gebruiken of ervoor
kiezen de naam te wijzigen. Noteer
deze naam ergens, zodat u weet
welke naam u hebt gekozen. Klik
op “Next” (Volgende) om verder te
gaan.
19
Uw router aansluiten en configureren
19
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
1.4 Internetaccountinformatie
opvragen (indien nodig)
Indien uw Internetaccount een
gebruikersnaam en wachtwoord
vereist, verschijnt er een scherm dat
lijkt op het links afgebeelde scherm.
Selecteer uw land of provider in het
dropdown-menu.
1.5 Configuratie van de router
De Setup-Assistent zal nu uw router
configureren door gegevens naar
de router te versturen en hem te
herstarten. Daarna hoeft u slechts
de aanwijzingen op uw scherm te
volgen.
Let op: U mag tijdens het herstarten
van de router de kabels of de
voeding niet ontkoppelen. Als u
dit wel zou doen, kan de router
onbruikbaar worden.
2120
Uw router aansluiten en configureren
2120
Uw router aansluiten en configureren
1.6 De internetverbinding controleren
U bent bijna klaar. De Setup-
Assistent zal nu de verbinding met
het Internet controleren.
Gefeliciteerd
De installatie van uw nieuwe router van
Belkin is klaar. Dit scherm zal verschijnen
als uw router verbinding heeft kunnen
maken met het Internet. U kunt nu op het
Internet gaan surfen door uw browser te
openen en een website te bezoeken.
U kunt de Setup-Assistent gebruiken
voor het instellen van uw andere bedrade
en draadloze computers zodat deze
ook verbinding kunnen maken met het
internet. Als u dit wilt doen, klik dan
op “Next” (Volgende). Als u pas later
computers wilt toevoegen, selecteer dan
“Exit the Assistant(Sluit de Assistent) en
klik op “Next” (Volgende).
Problemen oplossen
Als de Setup-Assistent geen verbinding
met het Internet tot stand kan brengen,
zal het links afgebeelde scherm
verschijnen. Volg de aanwijzingen op het
scherm om de oorzaak van het probleem
te achterhalen.
21
Uw router aansluiten en configureren
21
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
1.7 Optioneel: Assistentie bij het
aansluiten van andere computers.
Deze optionele stap helpt u bij
het aansluiten van extra bedrade
en draadloze computers op uw
netwerk. Volg de aanwijzingen op
het beeldscherm op.
Gefeliciteerd
Zodra u hebt gecontroleerd of uw andere
bedrade en draadloze computers correct
zijn aangesloten, is uw netwerk klaar
voor gebruik. U kunt nu op surfen op het
Internet. Klik op “Next” (Volgende) om
terug te gaan naar het hoofdmenu.
2322
Alternatieve installatiemethode
2322
Alternatieve installatiemethode
Stap 1
Hardware aansluiten Volg de aanwijzingen in de be
-
knopte installatiehandleiding
Zie de beknopte installatiehandleiding of de aanwijzingen onder Stap 1:
Hardware aansluiten, in het vorige hoofdstuk.
Step 2
De netwerkinstellingen van uw computer configureren
voor samenwerking met een DHCP-server
Raadpleeg voor instructies het hoofdstuk “Netwerkinstellingen handmatig
configureren” in deze handleiding.
Step 3
De router configureren met behulp van de geavanceerde
web-based gebruikersinterface
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde
web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal
“192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en zonder “http://” of “www
ervoor). Druk vervolgens op “Enter”.
23
Alternatieve installatiemethode
23
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Inloggen op de router
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. Deze
homepage kan desgewenst door elke gebruiker worden bekeken. Om de
instellingen van de router te wijzigen, moet u inloggen. Als u klikt op de
de “Login”-knop of op één van de links op de homepage gaat u naar het
inlogscherm. De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd
wachtwoord. Laat het wachtwoord in het inlogscherm blanco en klik op de
knopSubmit” (Verzenden) om in te loggen.
Router uitloggen
Per keer kan slechts één computer op de router inloggen om de instellingen
van de router te veranderen. Wanneer een gebruiker heeft ingelogd om
wijzigingen aan te brengen, zijn er twee manieren om uit te loggen. Wanneer
u op de knop “Logout” (Afmelden) klikt, wordt de computer uitgelogd. De
tweede methode werkt automatisch. Na een vooraf ingegeven tijdsduur
eindigt de inlogtijd. De standaard inlog-timeoutinstelling is 10 minuten. Deze
kan worden gewijzigd van 1 tot 99 minuten. Zie voor verdere informatie het
onderdeel in deze handleiding getiteld “Inlog-timeoutinstellingen wijzigen”.
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
De homepage is de eerste pagina die u ziet als u naar de “Advanced User
Interface(Geavanceerde gebruikersinterface) gaat. De homepage die op
de volgende bladzijde is afgebeeld, geeft u een beknopt overzicht van de
status en de instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde
installatie zijn vanaf deze pagina bereikbaar.
2524
Alternatieve installatiemethode
2524
Alternatieve installatiemethode
(11) (3) (4) (5)
(10)
(6)
(1)
(2)
(7)
(9)
1. Snelkoppelingen
U kunt rechtstreeks naar elke willekeurige pagina van de
gebruikersinterface van de router gaan door rechtstreeks op een van deze
koppelingen te klikken. Om het opzoeken van een bepaalde instelling
te vergemakkelijken, zijn de koppelingen onderverdeeld in logische
categorieën en gegroepeerd op tabbladen. Door te klikken op de paarse
koptekst van een tabblad krijgt u een beknopte beschrijving van de functie
van het tabblad.
2. Homeknop
De homeknop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface.
Met een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage.
3. Helpknop
Via de helpknop kunt u de hulppagina’s van de router openen. Op veel
pagina’s kunt u ook om hulp vragen met een klik op “More Info” (Meer
informatie).
4. Login/Logout-knop
Met één druk op deze knop kunt u in- en uitloggen op de router. Wanneer
u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”. Door op
de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina waar u
een wachtwoord moet invoeren. Als u bent ingelogd, kunt u wijzigingen
aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen
van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop “Logout”
(Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u in het
hoofdstukInloggen op de router”.
(8)
25
Alternatieve installatiemethode
25
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
5. Internetstatusindicator
Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft
de verbindingsstatus van de router weer. Wanneer de indicator in
blauw “Connected” (Verbinding gemaakt) aangeeft, is de router
verbonden met het internet. Wanneer de indicator met een rood
lampje “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, heeft de router
geen verbinding met Internet tot stand gebracht. De indicator wordt
automatisch aangepast wanneer u wijzigingen aanbrengt in de
instellingen van de router.
6. Taal
Toont de ingestelde taal voor de geavanceerde gebruikersinterface.
Selecteer de gewenste taal door te klikken op een van de beschikbare
talen.
7. Versie-informatie
Toont de firmware-versie, bootcode-versie, hardwareversie en het
serienummer van de router.
8. LAN-instellingen
Toont u de instellingen van de LAN-kant van de router. U kunt
deze instellingen wijzigen door op een van de links (IP Address,
Subnet Mask, DHCP Server) te klikken of door op de LAN-
snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm te klikken .
9. Internetinstellingen
Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die
verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen
door te klikken op de koppelingen of door te klikken op de “Internet/
WAN” snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm.
10. Kenmerken
Hiermee wordt de status getoond van de NAT, firewall, en draadloze
functies van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door
te klikken op een van de koppelingen of door te klikken op de
snelnavigatiekoppelingen aan de linkerzijde van het scherm.
11. Paginanaam
De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze
handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld
“LAN > LAN Settings” verwijst naar de pagina “LAN Settings” (LAN-
instellingen).
2726
Alternatieve installatiemethode
2726
Alternatieve installatiemethode
Stap 4
De router configureren voor verbinding met uw Internet
Service Provider (ISP).
Via het tabblad “Internet/WAN” stelt u uw router zo in dat deze verbinding
kan maken met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel elke
Internetserver verbinding maken mits u de instellingen van de router hebt
afgestemd op het type verbinding dat uw provider gebruikt. Uw provider
verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te configureren volgens
de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op “Connection Type”
(Verbindingstype) (A) links op het scherm. Selecteer het type verbinding
dat u gebruikt. Als uw provider u DNS-gegevens heeft gegeven, kunt u
door op “DNS” (B) te klikken DNS-adresinformatie invoeren voor ISP’s die
specifieke instellingen eisen. Door te klikken opMAC Address” (MAC-
adres)(C) kunt u het MAC-adres van uw computer klonen of een specifiek
WAN MAC-adres invoeren als uw provider dat eist. Als u klaar bent met
het bepalen van de instellingen, laat de Internetstatusindicator de tekst
“Connection OK” (Verbinding OK) zien, als uw router correct is geïnstalleerd.
(A)
(B)
(C)
27
Alternatieve installatiemethode
27
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Het type verbinding instellen
Via de pagina “Connection Type” (Verbindingstype), kunt u het door u
gebruikte verbindingstype selecteren. Selecteer het type verbinding dat u
gebruikt door op het keuzerondje (1) naast uw type verbinding te klikken en
vervolgens te klikken op “Next” (Volgende) (2).
(2)
(1)
2928
Alternatieve installatiemethode
2928
Alternatieve installatiemethode
Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP)
instellen op Dynamic IP (Dynamisch IP)
Het dynamische verbindingstype is voor kabelmodems het meest
gebruikelijk. Meestal is het voldoende om het type verbinding in te stellen
op “Dynamic” om de verbinding met uw ISP tot stand te brengen. Sommige
typen dynamische verbindingen vereisen bovendien een hostnaam. U kunt
uw hostnaam, mits aan u toegekend, invoeren in de daarvoor bestemde
ruimte. Deze hostnaam wordt u toegekend door uw provider. Sommige
dynamische verbindingen vereisen dat u het MAC-adres kloont van de pc
die oorspronkelijk op de modem was aangesloten.
1. Hostnaam (1)
Deze ruimte is bestemd voor het invoeren van een hostnaam die voor
uw provider zichtbaar moet zijn. Voer uw hostnaam hier in en klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Laat deze ruimte
blanco als uw ISP u geen hostnaam heeft toegekend of als u het niet
zeker weet.
2. Het WAN MAC-adres wijzigen (2)
Als uw ISP voor aansluiting op de service een specifiek MAC-adres
eist, kunt u een specifiek MAC-adres invoeren of via deze link het
MAC-adres van de huidige computer klonen.
(2)
(1)
(3)
29
Alternatieve installatiemethode
29
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP) instellen op
Static IP (Statisch IP)
Het statische verbindingstype wordt minder vaak gebruikt dan andere
verbindingstypen. Als uw ISP gebruik maakt van statische IP-adressering,
dan heeft u uw IP-adres, subnetmasker en ISP gateway-adres nodig.
Deze informatie is verkrijgbaar bij uw provider of staat vermeld op de
documenten die uw ISP bij u heeft achtergelaten. Typ uw gegevens
in en klik vervolgens op “Apply Changes(Wijzigingen aanbrengen)
(4). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de
internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw
router correct is geïnstalleerd.
1. IP-adres (1)
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw IP-adres hier in.
2. Subnetmasker (2)
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw subnetmasker
hier in.
3. ISP gateway-adres (3)
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer het gateway-adres
van uw provider hier in.
(1)
(2)
(3)
(4)
3130
Alternatieve installatiemethode
3130
Alternatieve installatiemethode
Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE
De meeste DSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding.
Als u een DSL-modem gebruikt om verbinding te maken met het
internet, gebruikt uw internetserviceprovider waarschijnlijk PPPoE om
u bij zijn dienstenpakket aan te melden. Als u in uw woning of kantoor
een internetaansluiting hebt die geen modem nodig heeft, dan maakt u
waarschijnlijk gebruik van PPPoE.
Uw type verbinding is PPPoE als:
1) uw provider u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven
die noodzakelijk zijn om de verbinding met het Internet tot stand te
brengen.
2) uw provider u software als WinPOET of Enternet300 heeft verstrekt om
de Internetverbinding tot stand te brengen.
3) u op een ander desktoppictogram dan uw browser moet dubbelklikken
om op Internet te kunnen.
31
Alternatieve installatiemethode
31
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
1. Gebruikersnaam
Deze ruimte is bestemd voor het invullen van de gebruikersnaam die uw
ISP aan u heeft toegekend.
2. Wachtwoord
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter controle nogmaals in in het veld
“Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen).
3. Servicenaam
Slechts zelden is een servicenaam vereist. Als u niet zeker weet of een
servicenaam vereist is, laat u deze ruimte open.
4. MTU
De MTU (Maximum Transmission Unit)-waarde mag nooit worden
gewijzigd tenzij uw provider u een specifieke MTU-waarde geeft.
Door wijziging van de MTU-waarde kunnen problemen met uw
Internetverbinding ontstaan zoals verbreking van de verbinding,
trage toegang tot het Internet en een gebrekkige werking van
Internetapplicaties.
5. Verbinding verbreken na X...
De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de
verbinding van uw router met het Internet automatisch te verbreken als er
gedurende bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld deze optie
aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van
de router met het Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf
minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor
gebruik van het Internet per minuut moet betalen.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
3332
Alternatieve installatiemethode
3332
Alternatieve installatiemethode
Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP) instellen op
Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP)
[alleen van toepassing voor Europese landen].
Sommige providers vereisen een verbinding die gebruik maakt van het
PPTP-protocol, het meest voorkomende verbindingstype in Europese
landen. Dit protocol brengt een rechtstreekse verbinding tot stand met het
systeem van de provider. De door uw provider verstrekte informatie dient u
in te vullen in de daarvoor bestemde ruimte. Als hiermee klaar bent, klik dan
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(9). Nadat u de noodzakelijke
wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding
“Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd.
1. PPTP Account
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul hier de naam van uw
PPTP-account in.
2. PPTP Password (PPTP wachtwoord)
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in in
het veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen).
3. Hostnaam
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw hostnaam hier in.
Het volgende wordt zichtbaar als u de optie “Get IP by DHCP” deselecteert.
4. Service IP-adres
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw service IP-adres
hier in.
5. Mijn IP-adres
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw subnetmasker hier
in.
(1)
(2)
(4)
(5)
(7)
(3)
(6)
(8)
33
Alternatieve installatiemethode
33
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
6. Mijn subnetmasker
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw subnetmasker hier in.
7. Standaard gateway-adres
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Als uw provider u geen
identificatiecode (standaard gateway) heeft verstrekt, laat u deze ruimte
open.
8. Verbinding verbreken na X...
De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de
verbinding van uw router met het Internet automatisch te verbreken
als er gedurende een bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld
deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de
verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken als er
gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze
optie als u voor gebruik van het Internet per minuut moet betalen.
3534
Alternatieve installatiemethode
3534
Alternatieve installatiemethode
Uw type verbinding instellen als u gebruiker bent van Telstra
®
BigPond User
[geldt alleen voor Australië]. U krijgt een gebruikersnaam en wachtwoord
van Telstra Big Pond. Vul deze informatie hieronder in. Als u uw staat
selecteert in het dropdown-menu(6) dan wordt automatisch het IP-adres
van uw login-server ingevuld. Als het adres van uw login-server verschilt van
het hier verstrekte adres, kunt u het IP-adres van de login-server handmatig
invullen door het vakje naastUser decide login server manually” (IP-adres
login-server handmatig invoeren) aan te vinken(4) en het adres in te vullen
naast “Login Server(5). Nadat u al uw gegevens heeft ingevoerd, klikt u
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen(7). Nadat u de noodzakelijke
wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding
“Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd.
1. Selecteer uw staat
Selecteer uw locatie met behulp van het dropdown-menu (6). Het
“Login Server”-vakje wordt automatisch gevuld met een IP-adres. Als
dit adres niet correspondeert met het adres dat Telstra aan u heeft
gegeven, kunt u het adres van de inlogserver met de hand invullen.
Zie “User Decide Login Server Manually” (IP-adres server handmatig
invoeren) (4).
2. Gebruikersnaam
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul hier uw
gebruikersnaam in (2).
3. Wachtwoord
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter controle nogmaals in in het
veldRetype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen) (3).
(1)
(2)
(4)
(5)
(3)
(7)
(6)
35
Alternatieve installatiemethode
35
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
4. IP-adres login-server handmatig invoeren
Als het IP-adres van uw login-server niet beschikbaar is in het
dropdown-menu “Select your state” (Selecteer uw lokatie) (1), kunt u
het IP-adres van de login-server handmatig invoeren door het vakje
aan te vinken naast “User decide login server manually(IP-adres
login-server handmatig invoeren) (4) en het adres in te typen naast
“Login Server” (5).
Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen
Een Domain Name Server is een server op het Internet die URL’s (Universal
Resource Locater) als “www.belkin.comvertaalt in IP-adressen. De
meeste providers verlangen niet van u dat u deze informatie in de router
invoert. De optie “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet
zijn geselecteerd als uw ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven.
Als u een statisch IP gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-
adres en een secundair DNS-adres invullen om ervoor te zorgen dat uw
verbinding correct functioneert. Als u een dynamische verbinding of PPPoE
gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-adres in te vullen. Laat het vakje
behorend bij “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) aangevinkt. Om
de gegevens van het DNS-adres in te voeren, verwijdert u het vinkje voor
de optie “Automatic from ISP” en vult u uw DNS-gegevens in de daarvoor
bestemde ruimte in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2)
om de instellingen op te slaan.
(1)
(2)
37
Uw WAN Media Access Controller (MAC)-adres configureren
Alle netwerkcomponenten waaronder kaarten, adapters en routers hebben een
uniek “serienummer” dat bekend is als MAC-adres. Uw Internet Service Provider
(ISP) slaat het MAC-adres van de adapter van uw computer doorgaans op en
laat alleen die computer verbinding maken met de internetservice. Wanneer u nu
de router installeert, wordt diens eigen MAC-adres door de provider ‘bespeurd’
en komt er waarschijnlijk geen verbinding tot stand. Belkin omzeilt dat probleem
door het bieden van de mogelijkheid het MAC-adres van de computer in de
router te klonen (kopiëren). Dit MAC-adres wordt op zijn beurt door het systeem
van de ISP gezien als het oorspronkelijke MAC-adres waardoor de verbinding
kan werken. Als u niet zeker weet of uw provider het originele MAC-adres wil
zien, kunt u nu voor de zekerheid eenvoudigweg het MAC-adres klonen van de
computer die oorspronkelijk op het modem was aangesloten. Het klonen van dit
adres levert voor uw netwerk geen enkel probleem op.
Uw MAC-adres klonen
Bij het klonen van uw MAC-adres moet u ervoor zorgen dat u de computer
gebruikt die OORSPRONKELIJK WAS AANGESLOTEN op uw modem voordat
de router werd geïnstalleerd. Klik op de knop “Clone” (Klonen)(1). Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Uw MAC-adres is nu naar de
router gekloond.
Een specifiek MAC-adres invoeren
Onder bepaalde omstandigheden kunt u een specifiek WAN MAC-adres nodig
hebben. U kunt zo’n adres met de hand invoeren op de pagina “MAC Address”.
Typ een MAC-adres in in de daarvoor beschikbare ruimte (2) en klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3) om de wijzigingen op te slaan. Het WAN
MAC-adres van de router is nu veranderd in het door u opgegeven MAC-adres.
36
Alternatieve installatiemethode
(1)
(3)
(2)
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde
web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal
“192.168.2.1” (zonder aanhalingstekens) en niet iets anders als “http://” of
“wwwervoor en druk vervolgens op de entertoets.
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router.
LAN-instellingen bekijken
Als u klikt op de kopregel van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina van
de LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de
instellingen te bekijken of één van de LAN-instellingen te wijzigen klikt u op
“LAN Settings” (LAN-instellingen) (2) of als u een lijst wilt bekijken van de
aangesloten computers klikt u op “DHCP Client List” (3).
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
37
(1)
(2)
(3)
3938
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
3938
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
LAN-instellingen wijzigen
Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router bekijken
en aanpassen.
1. IP-adres
Het IP-adres is het interne IP-adres van de router. Het standaard IP-
adres is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde installatie-interface te
openen, moet u dit adres in de adresbalk van uw browser typen. U
kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt
u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP
zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
2. Subnetmasker
Het subnetmasker hoeft niet te worden veranderd. Dit is een unieke,
geavanceerde eigenschap van uw router van Belkin. Weliswaar kunt u
het subnetmasker indien nodig wijzigen maar wij raden u aan niets aan
het masker te veranderen tenzij u daarvoor een goede reden hebt. De
standaardinstelling is255.255.255.0”.
(1)
(2)
(4)
(5)
(6)
(3)
39
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
39
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
3. DHCP-server
De DHCP-serverfunctie maakt de setup van een netwerk bijzonder
makkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een IP-
adres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld).
Indien nodig kan de DHCP-server worden uitgeschakeld, maar om
dit te doen moet u voor iedere computer in uw netwerk handmatig
een statisch IP-adres instellen. Om de DHCP-server uit te schakelen,
selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen).
4. IP Pool
Dit is een voorraad IP-adressen die u in reserve houdt voor
dynamische toewijzing aan de computers in uw netwerk. De
standaardwaarde is 2-100 (99 computers). Als u dit aantal wilt
veranderen, voert u een nieuw begin- en eind-IP-adres in en klikt u
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De DHCP-server kan
honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit betekent wel dat u
geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is dan honderd
computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, betekent dit dat u bij
150 of lager moet eindigen om de limiet van 100 cliënten niet te
overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben
dan het eind-IP-adres.
5. Lease Time
De tijd dat de DHCP-server het IP-adres voor elke computer bewaart.
Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft opForever” (Altijd). Ook
de standaard-instelling is “Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door
de DHCP-server aan een computer toegewezen IP-adres voor die
bepaalde computer nooit verandert. Door het instellen van kortere
leasetijden zoals een dag of een uur komen IP-adressen na de
gespecificeerde tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van
een bepaalde computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen.
Als u één van de andere geavanceerde functies van de router heeft
ingesteld zoals DMZ of client IP-filters, dan zijn deze afhankelijk van
het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IP-adres wilt
wijzigen.
6. Lokale domeinnaam
De standaard instelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam
(netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling niet
te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt het
netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”.
4140
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4140
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De pagina met de DHCP-clntenlijst bekijken
U kunt een overzicht bekijken van de computers (ofwel “cliënten”) die zijn
aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1) van de computer
evenals de hostnaam (2) (als de computer er één heeft toegewezen
gekregen) bekijken en het MAC-adres(3) van de netwerkinterfacekaart
(NIC) van de computer. Wanneer u de knop “Refresh(Vernieuwen)
(4)
indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn gewijzigd, wordt de lijst
bijgewerkt.
Uw draadloze netwerk configureren
Op het tabbladWireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in
de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam
van het draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-
instellingen wijzigen. U kunt de router hier ook voor gebruik als accesspoint
configureren.
(1)
(2)
(4)
(5)
(6)
(3)
41
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
41
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen
Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die
bekend is als SSID (Service Set Identifier). De SSID is de naam van uw
netwerk. De standaard netwerknaam van de router is “Belkin N Wireless
gevolgd door zes getallen die uniek zijn voor uw router. Uw netwerknaam
ziet er ongeveer als volgt uit:Belkin_N_Wireless_123456”. U kunt deze
naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd
laten. Onthoudt dat als u de naam van uw draadloze netwerk wijzigt, en
er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, dat de nieuwe
naam van uw netwerk moet afwijken van die andere draadloze netwerken.
Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het
SSID-veld in(1) en klik opApply Changes(Wijzigingen aanbrengen)(2).
De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten
ook uw draadloos werkende computers opnieuw worden geconfigureerd
om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de
handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor meer informatie over
hoe u deze verandering moet aanbrengen.
Let op: Wij raden u aan regelmatig te controleren of er firmware-updates
voor de router beschikbaar zijn. Dit kunt u doen via de pagina “Utilities >
Firmware update”. Nieuwere firmware kan bijvoorbeeld bepaalde problemen
oplossen, extra functies toevoegen en/of de draadloze prestaties verhogen
(zie bladzijde 66).
(1)
(2)
(4)
(5)
(6)
(3)
4342
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4342
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Het draadloze kanaal wijzigen
U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn er 11
kanalen en in het Verenigd Koninkrijk (en de meeste andere Europese landen)
13 kanalen waaruit u kunt kiezen. Een klein aantal andere landen stelt andere
eisen aan het kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij actief kan zijn
op de juiste kanalen voor het land waarin u zich bevindt. Indien nodig kan dit
adres worden gewijzigd. Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief
zijn, moet uw netwerk op een ander kanaal worden ingesteld dan de andere
draadloze netwerken.
Uitbreidingskanaal
De IEEE 802.11n draft specificatie maakt het gebruik van een tweede
kanaal mogelijk om de bandbreedte te verdubbelen (zie Gebruik maken
van de bandbreedteschakelaar) op de volgende bladzijde). Er zal een
uitbreidingskanaal worden getoond bij gebruik van de 40MHz-modus (zie
“Gebruik maken van de draadloze-modusschakelaar”). Indien nodig kan dit
adres worden gewijzigd.
Gebruik maken van de schakelaar voor draadloze modi
Deze schakelaar stelt u in staat de draadloze modus van de router in te
stellen. Er zijn verscheidene modi:
Opmerking: Bij sommige modi dient u eerst de firmware bij te werken voor ze
geactiveerd kunnen worden.
1) Off (Uit)
In deze modus wordt het accesspoint van de router uitgeschakeld
waardoor er geen draadloze apparaten in het netwerk kunnen worden
opgenomen. Het uitschakelen van de draadloze functie van uw router
is een uitstekende manier om uw netwerk te beveiligen als u wat langer
van huis bent dan normaal, of als u gedurende een bepaalde periode
geen gebruik wilt maken van deze functie.
2) 802.11g only (uitsluitend 802.11g)
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen 802.11g-
apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. Tragere 802.11b-
apparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen.
3) 802.11b+g+n
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen zowel 802.11b-
als 802.11g- als 802.11n-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het
netwerk.
4) 802.11n only (uitsluitend 802.11n)
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen N1/draft
802.11n-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. 802.11g-
en 802.11b-apparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen.
43
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
43
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Gebruik maken van de bandbreedteschakelaar
Deze schakelaar stelt u in staat de bandbreedte-modi van de draadloze
router in te stellen. Er zijn verschillende modi beschikbaar:
1) 20MHz only (uitsluitend 20 MHz)
Als u uw router op deze modus instelt, is alleen een 20MHz-
bandbreedte beschikbaar. Deze modus is compatibel met N, draft
802.11n-, 802.11g- en 802.11b-apparaten, maar beperkt halveert de
beschikbare bandbreedte voor N, draft (concept) 802.11n-apparaten.
Soms kunt u bepaalde draadloze problemen oplossen door de
bandbreedte op 20MHz only in te stellen.
2) 20MHz/40MHz Auto
Als u uw router op deze modus instelt, kan tussen een werking met
20MHz-bandbreedte en 40MHz-bandbreedte gekozen worden. Deze
modus maakt 40MHz-bedrijf mogelijk om als de omstandigheden dat
toelaten de snelheid van N, concept 802.11n-apparaten op te voeren. Bij
aanwezigheid van een 802.11g accesspoint dat een nabijgelegen kanaal
bezet, zal de router automatisch overschakelen op 20MHz-werking om
de compatibiliteit te optimaliseren. Wij raden u aan deze modus als
standaardmodus in te stellen.
4544
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4544
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Broadcast SSID-functie gebruiken
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden toegepast. Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID
van uw netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk
verborgen voor computers die de ether aftasten naar de aanwezigheid
van draadloze netwerken. Om de uitzending van uw SSID stil te leggen,
maakt u het vakje naast “Broadcast SSID(SSID uitzenden) leeg en klikt u
vervolgens op “Apply changes” (Wijzigingen aanbrengen). De verandering
gaat onmiddellijk in. Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken
van verbinding met uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY”
(Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze
netwerkadapter voor meer informatie over hoe u deze verandering moet
aanbrengen.
Protected Mode-schakelaar
De Protected-modus zorgt voor een goede werking van N, concept
802.11n-apparaten in uw draadloze netwerk wanneer er ook 802.11g- of
802.11b-apparaten aanwezig zijn of wanneer er binnen de actieradius
veel 802.11g- of 802.11b-verkeer is. Gebruik de Protected-modus als uw
netwerk bestaat uit een combinatie van draadloze N-kaarten van Belkin en
802.11g- of 802.11b-kaarten. In een omgeving met weinig of geen ander
draadloos 802.11g- of 802.11b- netwerkverkeer presteren uw draadloze
N-producten het best als de Protected-modus is uitgeschakeld. In een
omgeving met veel 802.11g- of 802.11b-verkeer of interferentie bereikt u
de beste prestaties van uw N-apparaten door de Protected-modus in te
schakelen. Zo voorkomt u dat de prestaties van uw draadloze N-apparatuur
niet afnemen.
802.11e/WMM QoS-schakelaar
Stelt u in staat draadloos QoS in en uit te schakelen.
De beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen
Uw router is uitgerust met de nieuwste beveiligingsstandaard Wi-
Fi Protected Access 2 (WPA2). Tevens wordt WEP (Wired Equivalent
Privacy) beveiliging ondersteund. Normaal is de beveiliging van een
draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken,
dient u eerst te bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de
beveiligingsinstellingen te wijzigen, klik op “Security” (Beveiliging) op het
tabblad “Wireless” (Draadloos).
De router maakt beveiliging van uw netwerk mogelijk via WPA2. WPA2 is
de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard en
maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat
geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere Advanced
Encryption Standard (AES) encryptietechniek gecombineerd worden.
45
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
45
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Systeemvereisten voor WPA2
BELANGRIJK:Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten
al uw computers en netwerkadapters zijn bijgewerkt met patches,
stuurprogramma’s en cliënt utility-software die WPA2 ondersteunen.
U kunt gratis beveiligingspatches van Microsoft
®
downloaden. Deze
patches werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2)
kan via http://support.microsoft.com/kb/826942 gratis een bestand
van Microsoft genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless
Protected Access (KB 826942)” gedownload worden.
Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een gratis
download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze
cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB971021). De
update kunt u downloaden van: http://support.microsoft.com/
kb/917021
BELANGRIJK: U moet ook controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/
adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s hebt
gedownload en geïnstalleerd. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten
van Belkin is er een stuurprogramma-update beschikbaar op de website
van Belkin: www.belkin.com/networking.
4746
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4746
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
WPA/WPA2-Personal (PSK) instellen
Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2-Personal (PSK)
modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal (PSK) is de
modus die doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving terwijl WPA2-
Enterprise (RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in werkomgevingen
waarin een externe radiusserver de netwerksleutel automatisch distribueert
naar alle cliënten. Uw router ondersteunt WPA2-Personal (PSK).
1. Nadat u uw router hebt geïnstalleerd, gaat u naar de pagina “Security
(Beveiliging) onder “Wireless(Draadloos) en selecteert u “WPA/
WPA2-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode”
(Beveiligingsmodus).
2. VoorAuthentication” (Authentificatie), selecteert u “WPA-PSK”,
“WPA2-PSKof “WPA-PSK + WPA2-PSK”. Deze instelling moet voor
al uw draadloze cliënten hetzelfde zijn. “WPA-PSK + WPA2-PSK”
modus stelt de router in staat cliënten te ondersteunen die gebruik
maken van WPA- of WPA2-beveiliging.
3. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw draadloze cliënten
hetzelfde zijn.
4. Voer uw “pre-shared key” (PSK) in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63
tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw
draadloze cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als
volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. Klik op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw draadloze
cliënten deze instellingen toe.
47
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
47
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn,
WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een
verbinding met de router mogelijk maken.
WPA-beveiliging instellen
Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, moeten uw
netwerkkaarten uitgerust zijn met software die WPA ondersteunt. Op het
tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiligingspatch
van Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch werkt
uitsluitend met Windows XP.
Uw router ondersteunt WPA-Personal (PSK) en gebruikt een zogenaamde
“pre-shared key” (PSK) als netwerksleutel. Een pre-shared key is een
wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan
zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens.
Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot
het netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in de privé-
omgeving.
4948
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4948
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
WPA-PSK instellen
1. Selecteer “WPA-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode
(Beveiligingsmodus).
2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde
zijn.
3. Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens,
dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten
dezelfde sleutel te gebruiken.
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken
nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
49
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
49
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
WEP-encryptie-instellingen bepalen
Opmerking voor Mac-gebruikers: De optiePassphrase” (meervoudig
wachtwoord) kan niet gebruikt worden bij Apple
®
AirPort
®
. Om encryptie te
configureren voor uw Mac-computer, stelt u de encryptie in met behulp van
de handmatige methode beschreven in het volgende gedeelte.
1. Selecteer “128-bit WEP” of “64-bit WEP” in het dropdown-menu.
2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd,
kunt u de WEP-sleutel opgeven door de hexadecimale WEP-sleutel
handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig
wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op
“Generate(Genereren) om hieruit een WEP-sleutel te creëren. Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Zorg er nu
voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld.
3. De encryptie is nu ingesteld voor de router. Alle computers van uw
draadloze netwerk moeten nu met hetzelfde wachtwoord worden
geconfigureerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter
voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen.
5150
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5150
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Gebruik maken van een hexadecimale sleutel
Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m
F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die kunnen worden
opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128-bits sleutels hebben een
lengte van 26 karakters en kunnen worden opgedeeld in 13 combinaties van
twee tekens.
Bijvoorbeeld:
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters van A
t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze sleutel om
de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze computers te
programmeren.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort-
producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-
producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer
dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met
128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
51
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
51
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Gebruik maken van de accesspoint-modus
Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren
gebruikers worden gebruikt. De router kan ook zodanig worden
geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze modus
is het gebruik van de functie “NAT IP-sharing” en de DHCP-server niet
mogelijk. In de accesspoint-modus moet de router worden geconfigureerd
met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt als het overige
netwerk waarmee u een bridge (brug) tot stand wilt brengen. Het standaard
IP-adres is 192.168.2.254 en het subnetmasker is 255.255.255.0. Deze
kunnen naar behoefte worden aangepast.
1. Schakel de AP-modus in door “Enable” (Activeren) te selecteren op de
pagina “Use as Access Point only” (Alleen als accesspoint gebruiken).
Als u deze optie kiest kunt u de IP-instellingen veranderen.
2. Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
3. Sluit een kabel aan op de modempoort van de router en verbind deze
met uw bestaande netwerk.
De router fungeert nu als accesspoint. Om toegang te krijgen tot de
geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router, typt u het
door u gespecificeerde IP-adres in de navigatiebalk van uw browser in. De
encryptie-instellingen, Mac-adressenfiltering, de SSID en het kanaal kunt u
normaal instellen.
5352
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5352
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
MAC-adressen beheren
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u
kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het draadloze netwerk.
Let op: De filterlijst is alleen van toepassing op draadloze computers. U kunt
instellen dat elke computer die probeert het draadloze netwerk binnen te
komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd.
Wanneer u deze functie inschakelt, dient u van elke cliënt (computer) het
MAC-adres in te voeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie
“Block” (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer
eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC-adres
van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
53
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
53
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
(1)
(3)
(5)
(4)
(2)
Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die toegang
krijgen tot het netwerk
1.
Selecteer het keuzerondje voor “Allow(Toelaten) (1) om te beginnen met
het opstellen van een lijst van computers die u tot het draadloze netwerk
wilt toelaten.
2. Typ nu in het lege veld “MAC Address(3) het Mac-adres van de
draadloze computer die u tot het draadloze netwerk wilt toelaten en klik
vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4).
3. Doe dit voor elke computer die u toegang wilt verlenen.
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen.
EenDeny Access(Toegang geweigerd) lijst creëren
De “Deny Access”-lijst stelt u in staat specifieke computers de toegang tot
het netwerk te ontzeggen. Elke computer die in die lijst is opgenomen zal de
toegang tot het draadloze netwerk geweigerd worden. Alle andere computers
krijgen wel toegang.
1. Selecteer het keuzerondje voor “Deny” (Weigeren) (2) om een lijst op te
stellen van computers die u geen toegang wilt geven tot het draadloze
netwerk.
2. Typ vervolgens in het lege veldMAC Address” (3) het Mac-adres in van
de draadloze computer die u geen toegang tot het draadloze netwerk wilt
verlenen en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4).
3. Doe dit voor elke computer die u geen toegang wilt verlenen.
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen.
5554
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5554
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Configuratie van de firewall
Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen
uiteenlopende hackeraanvallen zoals:
IP Spoofing
Land Attack Ping of Death (PoD)
Denial of Service (DoS)
IP met lengte nul
Smurf Attack
TCP Null Scan
SYN flood
UDP flooding
Tear Drop Attack
ICMP defect
RIP defect
Fragment flooding
De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden
om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt
waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U
kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling
verdient de firewall ingeschakeld te laten. Door het uitschakelen van de
firewallbescherming is uw netwerk weliswaar niet volledig weerloos tegen
hackeraanvallen maar toch is beter de firewall ingeschakeld te laten.
55
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
55
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Interne forwarding-instellingen configureren
De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe
(Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server
(Poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne
netwerk. Omdat uw interne computers door een firewall worden beveiligd,
kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) hen niet bereiken omdat
zij “onzichtbaar” zijn. Er is een lijst van populaire toepassingen beschikbaar
voor het geval dat u de functie van de virtuele server voor een specifieke
applicatie moet configureren. Als uw applicatie niet in de lijst voorkomt, neem
dan contact op met de leverancier van de applicatie om te bepalen welke
poortinstellingen u dient te gebruiken.
Applicaties kiezen
Selecteer de applicatie in het dropdown-menu. Klik op “Add” (Toevoegen).
De instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instelling voor deze
applicatie op te slaan. Om een applicatie te verwijderen, selecteert u het
nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op “Clear”
(Leeg maken).
Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren
Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de
interne (server) computer in, geeft u de poort(en) op die vrijgegeven moeten
worden (met een komma tussen de poorten als u meer poorten wilt opgeven),
selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en klikt u op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen). U kunt per intern IP-adres slechts één poort
vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U
kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Het is beter de instellingen uit te
schakelen wanneer u een specifieke applicatie niet gebruikt.
5756
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5756
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Cliënt IP-filters instellen
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-mail
of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. Deze
beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep computers of
verschillende computers.
Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer af
te sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer in de IP-velden
invoeren (1). Vervolgens vult u in de beide poortvelden het getal “80” in (2).
Selecteer “Both” (Beide) (3). Selecteer “Block” (Blokkeren)(4). U kunt ook
“Always” (Altijd) kiezen om de toegang permanent af te sluiten. Selecteer
de begindatum bovenaan (5), de begintijd bovenaan (6), de einddatum
onderaan (7)en de eindtijd (8) onderaan. Selecteer “Enable” (Activeren) (9).
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het
door u opgegeven IP-adres heeft nu binnen de door u aangegeven periode
geen toegang tot het Internet. Let op: Zorg ervoor dat u de juiste tijdzone
selecteert onder “Utilities> System Settings> Time Zone”.
(1) (2)
(3)
(4) (7) (8) (9)
(5)
(6)
57
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
57
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
De gedemilitariseerde zone (DMZ) activeren
Met de DMZ-functie kunt u één van de computers van uw netwerk buiten
de firewall plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de firewall bij
een bepaalde toepassing als een game of video-vergaderen problemen
veroorzaakt. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. De computer in
de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET beschermd tegen
hackeraanvallen.
Om een computer in de DMZ te plaatsen voert u de laatste twee cijfers van
zijn IP-adres in het IP-veld in en selecteert u “Enable” (Activeren). Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging te activeren. Als
u meerdere statische WAN IP-adressen gebruikt, kunt u aangeven aan welk
WAN IP-adres de DMZ-host wordt gericht. Vul het WAN IP-adres in waaraan
de DMZ-host moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het
IP-adres van de DMZ-hostcomputer, selecteer “Enable” (Activeren) en klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
5958
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5958
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Gebruik van een dynamisch DNS
De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor dynamische
IP-adressen in een van de vele domeinen van DynDNS.org, waardoor de
toegang tot uw netwerkcomputers vanaf verschillende plaatsen op het internet
eenvoudiger is. DynDNS.org biedt deze service voor een maximum van vijf
hostnamen gratis aan de internetgemeenschap.
De dynamische DNS
SM
-service is ideaal voor een privé-website, bestandsserver,
maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw pc thuis en de
bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze service verzekert u
zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IP-adres, zelfs als uw ISP dit
adres wijzigt. Als uw IP-adres verandert kunnen uw vrienden en collega’s u altijd
vinden via yourname.dyndns.org!
U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via http://
www.dyndns.org.
De Dynamic DNS Update Client van de router installeren.
Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan te
melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit gedaan hebt,
kunt u verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen.
1. Selecteer DynDNS als “DDNS Service” (1).
2. Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld “User Name”
(Gebruikersnaam) (2).
3. Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld “Password / Key” (3).
4. Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in
in het veld “Domain Name” (4).
5. Klik op “Update Dynamic DNS” (5) om uw IP-adres te updaten.
Indien het door uw provider aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de router uw
nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.org-servers. U kunt dit
ook handmatig doen door te klikken op de knop “Update Dynamic DNS” (5).
(1)
(4)
(2)
(3)
(5)
59
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
59
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
ICMP-pings blokkeren
Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder de
naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden. Door
naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen van het
IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets interessants
bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op ICMP-pings van
buiten reageert. Dit verhoogt het beveiligingsniveau van uw router.
Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP
Ping” (ICMP-ping blokkeren)
(1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). De router reageert nu niet op ICMP-pings.
Hulpprogramma’s
In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende parameters
van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren.
(1)
6160
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6160
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De router herstarten
Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms nodig
zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen van de router
worden door opnieuw starten NIET gewist.
De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen
1.
Klik op de knop “Restart
Router” (Router opnieuw
opstarten).
2. De volgende melding
verschijnt. Klik opOK”.
3. De volgende melding
verschijnt. Het herstarten
van de router kan tot 60
seconden duren. Tijdens
het herstarten mag u de
netvoeding van de router
niet uitschakelen.
4. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zal de router automatisch herstart worden. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet
gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw
browser in (standaard = 192.168.2.1).
61
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
61
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
De fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router
naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig
eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u de
standaardinstellingen herstelt.
1. Klik op de knop “Restore
Defaults” (Standaard
instellingen herstellen).
2. De volgende melding
verschijnt. Klik opOK”.
3. De volgende melding
verschijnt. Tot het
herstellen van de
standaardinstellingen
behoort ook dat de router
opnieuw wordt opgestart.
Deze procedure kan
tot 60 seconden duren.
Tijdens het herstarten
mag u de netvoeding
van de router niet
uitschakelen.
4. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zullen de standaardinstellingen van de router hersteld zijn.
De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen.
Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router (standaard =
192.168.2.1) in op de navigatiebalk van uw browser.
6362
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6362
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De huidige configuratie opslaan
Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan.
Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze
later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een
reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware
bijwerkt.
1. Klik op “Save” (Opslaan).
Er gaat een venster
open met de naamFile
Download” (Bestand
downloaden). Klik op
“Save” (Opslaan).
2. Een scherm wordt
geopend waarin
u de locatie kunt
selecteren waar u het
configuratiebestand
wilt opslaan. Selecteer
een lokatie. U kunt het
bestand elke naam
geven die u wilt of de
standaardbenaming
“user.conf”. gebruiken.
Zorg ervoor dat u het
bestand een naam geeft
die u later gemakkelijk
kunt terugvinden.
Wanneer u de locatie
en de naam van het
bestand hebt gekozen,
klikt u op “Save
(Opslaan).
63
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
63
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
3. Als het bestand is
opgeslagen, verschijnt
het volgende scherm.
Klik op “Close(Sluiten).
De configuratie is nu
bewaard.
Vorige configuratie herstellen
Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen.
1. Klik opSave” (Opslaan). Er gaat een venster open waarin u de locatie
van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle configuratiebestanden
hebben de extensie “.conf”. Zoek het configuratiebestand op dat u wilt
herstellen en dubbelklik erop.
6564
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6564
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
2. U krijgt de vraag of u wilt doorgaan. Klik op “OK”.
3. Er verschijnt een herinneringsvenster. De herstelprocedure van uw
configuratiebestand kan tot 60 seconden in beslag nemen. Klik op
“OK”.
4. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zal de configuratie van de router hersteld zijn. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet
gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw
browser in (standaard = 192.168.2.1).
65
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
65
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
De firmware bijwerken
Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de router.
Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies en oplossingen
voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe firmware uitbrengt, kunt
u deze downloaden van de website en de firmware van de router bijwerken
tot en met de nieuwste versie.
Beschikbaarheid van nieuwe firmwareversies nagaan
Met de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) (1) kunt u
onmiddellijk nagaan of er nieuwe firmwareversies beschikbaar zijn. Als u op
de knop klikt, verschijnt er een browservenster waarin wordt aangegeven
dat er geen nieuwe firmware beschikbaar is, of dat er een nieuwe versie
beschikbaar is. Als er een nieuwe versie beschikbaar is, kunt u deze
downloaden.
(1)
6766
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6766
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Een nieuwe firmwareversie downloaden
Als u op de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) klikt en er een
nieuwe firmwareversie beschikbaar is, verschijnt er een scherm dat lijkt op
onderstaande afbeelding.
1. Om de nieuwe firmwareversie te downloaden, klikt u op “Download”.
2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren voor
het bewaren van het firmwarebestand. Selecteer een lokatie. U kunt
het bestand elke naam geven die u wilt, of gewoon de standaard
naam gebruiken. Zorg ervoor dat u het bestand later ook weer terug
kunt vinden. Zodra u een lokatie hebt geselecteerd, klikt u op “Save”
(Opslaan).
67
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
67
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Firmware van de router bijwerken
1. Op de pagina “Firmware
Update” (Firmware
bijwerken) klikt u op
“Browse” (Bladeren). Er
gaat een venster open
waarin u de locatie
van het bijgewerkte
firmwarebestand kunt
selecteren.
2. Ga naar het
firmwarebestand dat
u hebt gedownload.
Selecteer het bestand
door dubbel te klikken op
de bestandsnaam.
3. Als het bestand is opgeslagen ziet u het volgende scherm. Klik op
“Close” (Sluiten).
Het downloaden van de firmware is voltooid. Om de firmware bij te werken,
gaat u te werk als aangegeven in het volgende hoofdstuk “Firmware van de
router bijwerken”.
6968
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6968
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
3. Het “Update Firmware”-
vakje (Firmware
bijwerken) toont nu de
locatie en de naam van
het firmwarebestand
dat u zojuist hebt
geselecteerd. Klik op
“Update” (Bijwerken).
4. U krijgt de vraag te zien
of u zeker weet dat u wilt
doorgaan. Klik op “OK”.
5. U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de
router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van de
firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op “OK”.
6. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zal de firmware van de router zijn bijgewerkt. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit niet het
geval is, typ dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in
in de navigatiebalk van uw browser.
69
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
69
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Systeeminstellingen wijzigen
Op de pagina “System Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw
wachtwoord invoeren voor de systeembeheerder, de tijdzone instellen,
beheer op afstand inschakelen en de NAT-functie van de router aan- en
uitschakelen.
Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord.
Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u hier
een wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het op een
veilige plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen
op de router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van
plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken.
De inlog-timeoutinstelling wijzigen
Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen
waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface
(Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen
als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen
in de Advanced Setup Interface aangebracht en daarna uw computer alleen
gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. Als de timeout is ingesteld
op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen
hebt gelaten af. Als u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw
op de router in te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra
beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten.
Let op: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced
Setup-Interface.
7170
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
7170
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Tijd en tijdzone instellen
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple
Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router
synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok
in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de
aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt. U
hebt de mogelijkheid een primaire en een backup NTP-server te selecteren om de
klok van uw router gesynchroniseerd te houden. Selecteer de gewenste NTP-
server in het dropdown-menu, of gebruik de huidige instelling.
Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de
zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast “Enable
Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft niet
onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15
minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet
en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet zelf instellen.
Beheer op afstand mogelijk maken
Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt,
DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE
SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management”
(Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter
wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn twee methoden voor het
op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke
internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely
manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Wanneer u
uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer op het Internet, dan
krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van uw router moet
invoeren.
De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor
beheer op afstand. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze
methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer
waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP
address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de
router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U
TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen
wachtwoord gebruikt, loopt uw router het risico van indringers.
71
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
71
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Geavanceerde functie: De optie “Remote Access Port” stelt u in staat de
“Remote Access Port for Remote Management”-functie te configureren. De
standaard toegangspoort is poort 80.
NAT (Network Address Translation) inschakelen/uitschakelen
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden gebruikt.
ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT
INGESTELD, voordat u deze functie activeert. Network Address Translation
(NAT) is de methode waarvan de router gebruik maakt voor het delen
van het enkele IP-adres dat uw provider heeft toegekend met de andere
computers binnen uw netwerk. Deze functie dient uitsluitend te worden
gebruikt als uw provider u meerdere IP-adressen toekent of als u NAT moet
uitschakelen in verband met een geavanceerde systeemconfiguratie. Als
u slechts een enkel IP-adres heeft en u schakelt NAT uit, dan zullen de
computers binnen uw netwerk geen gebruik kunnen maken van het Internet.
Andere problemen kunnen ook voorkomen. Door het uitschakelen van NAT
worden uw firewallfuncties niet aangetast.
73
UPnP inschakelen/uitschakelen
UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde
mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die naadloze
voice- en video-messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die
voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router
op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking.
Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in
sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen
aan UPnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router
te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij
aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties
gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden
van UPnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert
eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP
activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te slaan.
Automatische software-update inschakelen/uitschakelen
Deze vernieuwing geeft de router de ingebouwde mogelijkheid automatisch
te controleren of er een nieuwe versie bestaat van de firmware en u te
waarschuwen als de nieuwe firmware beschikbaar is. Wanneer u inlogt op
de geavanceerde interface van de router, dan gaat de router controleren of
er nieuwe software beschikbaar is. Als er nieuwe firmware gedownload kan
worden, wordt u daarvan op de hoogte gesteld. U kunt er dan voor kiezen
de nieuwe versie te downloaden of verder te gaan met hetgene waar u mee
bezig was.
72
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSL-modem.
Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om
computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor
verbinding met het Internet.
Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Mac OS tot 9.x
1.
Open het “Apple”-menu. Selecteer “Control Panels”
(Configuratieschermen) en danTCP/IP”.
2. U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet Built-In”
(Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdown-menu “Connect via:
(Verbinding maken via) (1).
3. Naast “Configure”
(Configureren) (2), als
“Manually(Handmatig)
is geselecteerd, moet
uw router ook worden
geconfigureerd voor
een verbinding met een
statisch IP. Noteer de
adresinformatie in de
onderstaande tabel. U dient
deze informatie in de router
in te voeren.
4. Als dit niet al bij “Configure” (Configureren) is ingesteld, kiest u “Using
DHCP Server”(Gebruik maken van DHCP-server). Hierdoor geeft u de
computer de opdracht bij de router een IP-adres op te halen.
5.
Sluit het venster. Als u veranderingen
hebt aangebracht, verschijnt het
volgende venster. Klik op “Save”
(Opslaan).
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is
opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor gebruik
met de router.
(1)
(2)
73
Netwerkinstellingen handmatig
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
7574
Netwerkinstellingen handmatig configureren
7574
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren
1.
Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren).
2. SelecteerNetwork” (Netwerk) (1) in het menuSystem Preferences
(Systeemvoorkeuren).
3. SelecteerBuilt-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show”
(Tonen) in het netwerkmenu.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
75
Netwerkinstellingen handmatig configureren
75
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Netwerkinstellingen handmatig configureren
4. Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure” (Configureren)(4)
moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using DHCP” (DHCP gebruiken)
te zien zijn. Is dat niet het geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5)
en zorg ervoor dat “Connect using PPPoE(Met behulp van PPPoE
aansluiten) NIET is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u
uw router configureren voor een verbinding van het type PPPoE met
behulp van uw gebruikersnaam en wachtwoord.
5. Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden
geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de
adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de
router moeten invoeren.
6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure”
(Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4) en
klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen).
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de
router.
7776
Netwerkinstellingen handmatig configureren
7776
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Windows 2000, NT en XP
1. Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel”
(Configuratiescherm).
2. Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections”
(Netwerk- en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram
“Network” (Netwerk) (Windows XP).
3. Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale
verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer
“Properties” (Eigenschappen) in het dropdown-menu.
4. In het vensterLocal Area Connection Properties” (Eigenschappen
lokale verbinding) klikt u opInternet Protocol (TCP/IP)” en op de knop
“Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm:
5. WanneerUse the following IP address” (Gebruik het volgende IP-adres)
(2) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch
IP-verbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel.
U zal deze informatie in de router moeten invoeren.
6. Als dit niet al is geselecteerd,
selecteer dan “Obtain an IP address
automatically” (IP-adres automatisch
ophalen) (1) enObtain DNS server
address automatically” (DNS-
serveradres automatisch ophalen)
(3). Klik op “OK”.
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router.
(1)
(2)
(3)
77
Netwerkinstellingen handmatig configureren
77
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows
98SE of Me
1.
Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My Network
Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving) en selecteer “Properties”
(Eigenschappen).
2. Selecteer “TCP/IP Settings” (TCP/IP Instellingen) voor de geïnstalleerde
netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen.
3. Als “Specify an IP address” (IP-adres specificeren) is geselecteerd, moet
uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch
IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze
informatie in de router moeten invoeren.
4. Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad “IP Address”
(IP-adres) (3).
5. Selecteer het tabblad “Gateway(2). Vul het gatewayadres in het
diagram in.
6. Selecteer het tabbladDNS
Configuration” (DNS-
configuratie) (1). Noteer het
DNS-adres/de DNS-adressen
in het diagram.
7. Als dit niet al is geselecteerd,
selecteert u “Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch
ophalen) op het tabblad voor IP-adressen. Klik op “OK”.
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart,
zijn uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router.
(1)
(2)
(3)
7978
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
7978
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen.
Als u problemen hebt met het openen van het internet of de geavanceerde
via het internet bereikbare gebruikersinterface, verander dan de huidige
instellingen van uw browser in de aanbevolen instellingen die u in dit
hoofdstuk vindt.
Microsoft
®
Internet Explorer 4.0 of hoger
1.
Start uw browser. Selecteer “Tools” (Extra) en vervolgens “Internet
Options” (Internetopties).
2. In het scherm “Internet Options” (Internetopties) vindt u drie
keuzemogelijkheden. “Never dial a connection” (Nooit een verbinding
maken), “Dial whenever a network connection is not present” (Maak
verbinding indien er geen netwerkverbinding aanwezig is) en “Always
dial my default connection” (Altijd mijn standaardverbinding gebruiken).
Als u een keus kunt maken, selecteer dan “Never dial a connection”
(Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan
naar de volgende stap.
3. In het venster “Internet Options(Internetopties) klikt u op
“Connections” (Verbindingen) en selecteert u “LAN Settings…” (LAN-
instellingen).
79
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
79
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
4. Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt:
“Automatically detect settings” (Instellingen automatisch detecteren),
“Use automatic configuration script” (Script voor automatische
configuratie gebruiken) en “Use a proxy server” (Proxyserver
gebruiken). Klik opOK”. Klik vervolgens op de paginaInternet
Options” (Internetopties) opnieuw op “OK”.
Netscape
®
Navigator
®
4.0 of hoger
1.
Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op
“Preferences” (Voorkeurinstellingen).
2. Klik in het venster “Preferences(Voorkeurinstellingen) op
“Advanced(Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”. In het
venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the Internet”
(Rechtstreekse verbinding met het internet).
8180
Problemen oplossen
8180
Problemen oplossen
De cd met de Setup-Assistent start niet automatisch.
Als de cd-rom de Setup-Assistent niet automatisch kan starten, is de
computer misschien bezig met andere applicaties die de werking van het cd-
romstation storen.
1. Als het openingsvenster van de Setup-Assistent niet binnen 15 tot 20
seconden verschijnt, opent u het cd-romstation door te dubbelklikken op
het pictogram “My Computer” (Deze computer) op uw desktop
2. Dubbelklik vervolgens op het cd-romstation waarin de cd van de Setup-
Assistent is geplaatst om de installatie te starten.
3. De Setup-Assistent moet binnen een paar seconden starten. Als in plaats
daarvan een venster verschijnt met een overzicht van de bestanden
op de cd, dubbelklik dan op het pictogram dat wordt aangeduid met
“SetupAssistant”.
4. Als de Setup-Assistent nog steeds niet start, raadpleeg dan het
hoofdstukManually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen
handmatig configureren) (pagina 74 van deze handleiding) voor een
alternatieve installatiemethode.
De Setup-Assistent kan de router niet vinden.
Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet kan
vinden tijdens het installeren:
1. Als de Setup-Assistent er niet in slaagt de router te vinden, kan het
zijn dat er op de computer die probeert verbinding te maken met het
Internet, firewall-software van derden is geïnstalleerd. Voorbeelden
van firewall-software van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection,
McAfee Personal Firewall, en Norton Personal Firewall. Als u dergelijke
software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die
software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de
firewall-software de toegang tot Internet blokkeert door de software
tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij
uitgeschakelde firewall moet u de instellingen van de firewall aanpassen.
Zie de instructies van de producent van uw firewall-software voor
instructies over het configureren van de firewall op een manier die
internettoegang mogelijk maakt.
81
Problemen oplossen
81
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
2. Neem de stekker van de router gedurende 10 seconden uit het
stopcontact en steek die daarna terug. Controleer of de “router”-LED
continu (BLAUW) brandt. Is dit niet het geval, controleer dan of de
voedingsadapter goed op de router en het stopcontact is aangesloten.
3. Controleer of er een kabel is aangesloten tussen de netwerk (Ethernet)
poort aan de achterkant van de computer en een van de “to Wired
Computers”-poorten (naar bedrade computers) aan de achterkant van
de router.
Let op: de computer mag NIET worden aangesloten op de poort
“modem” op de achterzijde van de router.
4. Kijk wat er gebeurt als u de computer afsluit, opnieuw opstart en
vervolgens de Setup-Assistent weer start.
Als de Setup-Assistent de router nog steeds niet kan vinden, raadpleeg dan
de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen
handmatig configureren) voor de afzonderlijke installatiestappen.
Setup-Assistent kan mijn router niet met het Internet verbinden
Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet met
internet kan verbinden:
1. Gebruik de in de Setup-Assistent.voorgestelde oplossingen.
2. Als uw provider een gebruikersnaam en een wachtwoord eist,
controleer dan of u de gebruikersnaam en het wachtwoord correct
hebt ingevuld. Bij sommige gebruikersnamen moet de domeinnaam
van de provider aan het einde van de naam staan. Een voorbeeld:
“mijnnaam@myisp.com”. Het gedeelte “@mijnisp.com” van de
gebruikersnaam moet u wellicht ook achter uw gebruikersnaam typen.
Als u nog steeds geen verbinding met internet krijgt, zie dan de paragraaf
“Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig
configureren) (pagina 74 van deze handleiding) voor een alternatieve
installatiemethode.
8382
Problemen oplossen
8382
Problemen oplossen
De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn
webbrowser werkt niet.
Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED
op de router brandt niet en de LED voor internetknippert.
Als u geen verbinding met het Internet kunt maken, de “modem”-LED
niet brandt en de LED voorInternet” knippert, zijn uw router en modem
waarschijnlijk niet goed aangesloten.
1. Zorg ervoor dat de netwerkkabel tussen de modem en de router
correct is aangesloten. Het ene uiteinde van de kabel moet zijn
aangesloten op de poort aangeduid met “to modem” (naar het
modem), en het andere uiteinde op de netwerkpoort van uw modem.
2. Ontkoppel de voeding van het kabel- of DSL-modem. Zet het modem
na drie minuten weer aan en/of sluit de kabel weer aan. Dit kan ervoor
zorgen dat het modem de router herkent.
3. Zet de router uit, wacht 10 seconden en zet hem weer aan. De router
zal nu opnieuw proberen contact te zoeken met het modem. Neem
contact op met de technische hulpdienst van Belkin als de “modem”-
LED op de router na deze stappen nog niet brandt.
4. Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit en weer opstart.
83
Problemen oplossen
83
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn
webbrowser werkt niet.
Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED
op de router brandt en de LED voor “internetknippert.
1.
Als u geen verbinding met internet krijgt, de “modem”-LED brandt
en de “internet”-LED knippert, komt uw type verbinding wellicht niet
overeen met dat van uw provider.
2. Als u een verbinding met een statisch IP-adres hebt, moet u het IP-
adres, subnetmasker en gateway-adres van uw provider krijgen. Zie de
paragraafAlternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode)
voor informatie over het wijzigen van deze instelling.
3. Als u een PPPoE-verbinding hebt, wijst uw provider u
een gebruikersnaam toe, een wachtwoord en soms een
servicenaam. Zorg ervoor dat het type verbinding van uw
router is geconfigureerd als PPPoE en controleer of de
instellingen correct zijn. Raadpleeg het hoofdstuk Alternatieve
installatiemethodevoor informatie over het wijzigen van deze
instelling.
4. U moet wellicht uw router configureren om te kunnen voldoen aan de
specifieke vereisten van uw provider. Om in onze Knowledge Base te
zoeken naar onderwerpen betreffende provider-gerelateerde zaken,
gaat u naar: http://web.belkin.com/support en typt u “ISP” in.
Als u na het controleren van deze instellingen nog steeds geen verbinding
met het internet krijgt, neem dan contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin.
8584
Problemen oplossen
8584
Problemen oplossen
De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn
webbrowser werkt niet.
Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED
op de router knippert en de LED voor internetbrandt
continu.
1.
Als de “modem”-LED knippert en de“internet”-LED continu brandt en
u toch geen verbinding met het internet krijgt, probeert wellicht op
de computer geïnstalleerde firewall software toegang tot het internet
te krijgen. Firewall-software van derden is bijvoorbeeld: ZoneAlarm,
BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall en Norton Personal
Firewall.
2. Als u dergelijke software op uw computer hebt geïnstalleerd, zorg er
dan voor dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt
controleren of de firewall-software de toegang tot Internet blokkeert
door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding
bij uitgeschakelde firewall goed werkt, moet u de instellingen van de
firewall aanpassen.
3. Zie de instructies van de producent van de firewall-software voor
het configureren van de firewall op een manier die de toegang tot
het internet mogelijk maakt.
Als u na het uitschakelen van de firewall-software nog steeds geen toegang
tot het internet krijgt, neem dan contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin.
85
Problemen oplossen
85
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen.
Als u met een draadloze computer geen verbinding met het internet kunt
krijgen, controleer dan de volgende punten:
1. Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een
router van Belkin geldt het volgende voor de lampjes:
De “router”-LED zou moeten branden.
De “Modem”-LED moet constant branden en niet knipperen.
De “internet”-LED moet constant branden en niet knipperen.
De “wireless”-LED moet constant branden en niet knipperen.
2. Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram
rechts onderin het scherm.
3. Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type
draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is
echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken)
- de draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden.
Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor?
Ja, mijn netwerknaam is opgenomen in het overzicht—ga naar de oplossing
voor het probleem “Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand
brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend” in het hoofdstuk
“Problemen oplossen”.
Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld ga naar de
probleemoplossing “Ik kan geen draadloze verbinding met het internet
maken en de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld”.
8786
Problemen oplossen
8786
Problemen oplossen
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend.
Als de juiste netwerknaam in het overzicht van “Available Networks
(Beschikbare netwerken) staat, volg dan de onderstaande stappen om een
draadloze verbinding te maken.
1. Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare
netwerken.
2. Als voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn
geactiveerd, moet u de netwerksleutel invoeren. Meer informatie over
beveiliging vindt u in het hoofdstuk “De beveiligingsinstellingen van uw
draadloze netwerk wijzigen”.
3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links
onderin uw scherm, groen. Dat betekent dat er een verbinding met het
netwerk tot stand is gebracht.
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend.
Als de naam van uw netwerk niet in het overzicht “Available Networks”
(Beschikbare netwerken) van het hulpprogramma is vermeld, kunt u het
probleem wellicht als volgt oplossen:
1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand van
tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit het
hulpprogramma en heropen het. Als de naam van het netwerk nu wel in
het overzicht “Available Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt,
hebt u mogelijk een probleem met het bereik of last van storing.
Mogelijke oplossingen hiervoor vindt u in het hoofdstuk “De ideale
plaats voor uw draadloze N router” in deze handleiding.
2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is
aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat
“Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina
voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en SSID).
Als u na deze stappen nog steeds geen verbinding met het internet kunt
krijgen, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning
van Belkin.
87
Problemen oplossen
87
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig.
De gegevensoverdracht is soms traag.
Het signaal is zwak.
Problemen bij het tot stand brengen en/of handhaven van een
Virtual Private Network-verbinding.
Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de
connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen de
apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de signaalkwaliteit
veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn muren en metalen
apparaten. Hou er verder rekening mee dat de snelheid van de verbinding
afneemt naarmate de afstand tot de router groter is
Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken
hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen, indien
mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router.
Het draadloze kanaal wijzigenHet wijzigen van het kanaal kan een positief
effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze netwerk
indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de prestaties
van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde kanaal van de
router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende andere kanalen
kiezen. Zie voor meer informatie over het kiezen van een kanaal op pagina 43 het
hoofdstuk “Van draadloos kanaal wisselen”.
De overdrachtssnelheid verlagen — Het verlagen van de overdrachtssnelheid
kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de verbinding verhogen. Bij de
meeste draadloze netwerkkaarten kan de overdrachtssnelheid aangepast
worden. Als u deze eigenschap wilt wijzigen, gaat u naar het “Controle Panel”
(Configuratiescherm) in Windows, opent u de map “Network connections”
(Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze
kaart. Onder “Properties” (Eigenschappen) selecteert u de knop “Configure”
(Configureren) op het tabblad “General” (Algemeen). (Gebruikers van Windows
98 dienen de draadloze kaart te selecteren, op “Properties” (Eigenschappen) te
klikken). Vervolgens selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd) de
“Rate Property” (Overdrachtssnelheid).
Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze
overdrachtssnelheid voor u maar dit kan periodiek onderbreking van de
verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; meestal zijn lagere
overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Wij raden u aan te experimenteren met
verschillende verbindingssnelheden totdat u de beste snelheid voor uw omgeving
heeft gevonden. Alle beschikbare overdrachtssnelheden zijn echter geschikt
voor Internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw
netwerkkaart.
8988
Problemen oplossen
8988
Problemen oplossen
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent
Privacy of WEP-beveiliging op mijn router van Belkin
1.
Log in op uw router.
Open uw webbrowser en typ het IP-adres van de router in. (De
standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1.) Log in op uw router
door op de knop “Login” in de rechter bovenhoek van uw scherm te
drukken. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen
wachtwoord hebt ingesteld, vult u dit veld niet in en klikt u op “Submit”
(Verzenden).
Klik op het tabblad “Wireless”, links op uw scherm. Selecteer het
tabblad “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) om naar de
instellingenpagina voor beveiliging te gaan.
2. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu.
3. Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt u uw
hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase
(meervoudig wachtwoord) in het “Passphrase”-veld invoeren en klikken
op “Generate” (Genereren) om uit de passphrase een WEP-sleutel
te genereren. Klik opApply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om
te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn
ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers
en letters van A t/m F en 0 t/m 9. Voor 128-bits WEP moet u 26
hexadecimale sleutels invoeren.
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De
encryptie in de router is nu ingesteld. U moet nu elke computer in uw
draadloze netwerk met dezelfde beveiligingsinstellingen configureren.
WAARSCHUWING: Als u de router op een computer met een draadloze
cliënt configureert, moet u ervoor zorgen dat de beveiliging voor deze
draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen
draadloze verbinding.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort-
producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-
producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer
dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u niet lukt
uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits
encryptie.
89
Problemen oplossen
89
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent
Privacy (WEP)-beveiliging op een clntkaart van Belkin.
De cliëntkaart dient de zelfde sleutel te gebruiken als de router. Als uw
router bijvoorbeeld gebruik maakt van de sleutel 00112233445566778899A
ABBCC, dan moet de cliëntkaart exact dezelfde sleutel gebruiken.
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen.
2. Met de knop “Advanced(Geavanceerd) kunt u meer opties van de
kaart bekijken en deze configureren.
3. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de
Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op
de knop “Properties(Eigenschappen).
5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie)
6. Zorg ervoor dat het selectievakje “The key is provided for me
automatically” (Ik krijg de sleutel automatisch) onderaan niet is
aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een
bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of deze optie
aangevinkt moet zijn of niet.
7. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde veld naast “Network
Key” (Netwerksleutel).
Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters
van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale
sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met
de sleutel die u toekent aan uw router.
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
8. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen
op te slaan.
Indien u GEEN gebruik maakt van een draadloze cliëntkaart van Belkin,
raden wij u aan de handleiding die hoort bij uw draadloze cliëntkaart hoort
te raadplegen.
9190
Problemen oplossen
9190
Problemen oplossen
Ondersteunen de producten van Belkin WPA/WPA2?
Let op:
Voor het gebruik van WPA-beveiliging moeten al uw cliënten
bijgewerkt zijn met stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen.
U kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch
werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem.
U kunt deze patch hier downloaden:
http://www.microsoft.com/downloads/details.
U moet tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma
downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart
van Belkin. Andere besturingssystemen worden momenteel nog niet
ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten
zoals 802.11g-producten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA
ondersteunen.
Download de nieuwste stuurprogramma’s van http://www.belkin.com/support
Ik heb problemen met het installeren van Wireless Protected
Access (WPA-beveiliging) op een router van Belkin voor een
thuisnetwerk.
1.
Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) in het
dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus).
2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten dezelfde
zijn.
3. Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters
en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en spaties. U dient
bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als
volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”.
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel
nu al uw cliënten op deze manier in.
91
Problemen oplossen
91
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access
(WPA) beveiliging op een draadloze cliëntkaart van Belkin voor
een thuisnetwerk.
Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de router. Als bijvoorbeeld
de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen” door de router wordt gebruikt,
moeten de cliënten diezelfde sleutel hebben.
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced”
(Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart bekijken en
configureren.
2. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt
de Belkin Wireless Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
3. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op
de knop “Properties(Eigenschappen).
4. Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) onder
“Network Authentication” (Netwerkauthentificatie).
5. Typ de WPA-sleutel in in het veld naast “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk:WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en
letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens
invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel
die u toekent aan uw router.
6. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen
op te slaan.
9392
Problemen oplossen
9392
Problemen oplossen
Ik maak GEEN gebruik van een clntkaart van Belkin voor een
thuisnetwerk en heb problemen met het instellen van Wireless
Protected Access (WPA) beveiliging.
Als u geen draadloze desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin gebruikt
en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt, dan kunt
u van de website van Microsoft kostelooss een bestand downloaden met
de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. De
patch van Microsoft kunt u downloaden door de informatie-database voor
Windows XP WPA te doorzoeken.
Opmerking: Dit bestand van Microsoft werkt alleen met Windows XP.
Andere besturingssystemen worden momenteel nog niet ondersteund.
U moet ook controleren of de producent van de kaart WPA ondersteunt
en of u het nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite hebt
gedownload en geïnstalleerd.
Ondersteunde besturingssystemen:
Windows XP Professional
Windows XP Home Edition
1. In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network
Connections” (Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen).
2. Klik met de rechtermuisknop op het tabblad “Wireless Networks
(Draadloze netwerken). Het volgende scherm verschijnt. Zorg ervoor
dat de optie “Use Windows to configure my wireless network settings”
(Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te
configureren) is aangevinkt.
93
Problemen oplossen
93
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
3. Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de
knopConfigure” (Configureren). Het volgende venster zal verschijnen.
4. Voor gebruik in uw woning of op een klein kantoor, selecteert u onder
“Network Administration” (Netwerkbeheer) “WPA-PSK”.
Let op: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiusserver) als u
deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk
dat een authentificatieserver ondersteunt zoals een radiusserver. Neem voor
meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
5. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”.
Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de router.
6. Typ de encryptiesleutel in in het vakje voor de “Network Key
(Netwerksleutel).
Belangrijk: Voer uw pre-shared key in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63
tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten
dezelfde sleutel te gebruiken.
7. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
Wat is het verschil tussen 802.11g en draft (concept) 802.11n?
Momenteel bestaan er drie veel gebruikte draadloze netwerkstandaarden
waarbij gegevens met uiteenlopende maximumsnelheden worden
verzonden. Deze benamingen zijn alle gebaseerd op de aanduiding voor
de certificering van netwerkstandaarden. De meest gebruikte standaard
voor draadloos netwerkverkeer, 802.11g, maakt een gegevensoverdracht
van 54 Mbps mogelijk; 802.11a ondersteunt ook snelheden van 54 Mbps
bij gebruik van de 5GHz-frequentie; en 802.11n draft specificatie maakt
verbindingssnelheden mogelijk van 300 Mbps. Zie het overzicht op de
volgende pagina voor meer informatie.
9594
Problemen oplossen
9594
Problemen oplossen
Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën
Draadloze
technologie
G
(802.11g)
G+ MIMO
(802.11g met
MIMO MRC)
N MIMO
(draft 802.11n
met MIMO)
N1 MIMO
(draft 802.11n
met MIMO)
Snelheid/
gegevenssnelheid*
Tot 54 Mbps* Tot 54 Mbps* Tot 300 Mbps* Tot 300 Mbps*
Frequentie
De vrije 2,4 GHz-
band is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
De vrije 2,4 GHz-
band is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
De vrije 2,4 GHz-
band is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
De vrije 2,4 GHz-
band is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
Compatibiliteit
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met draft
802.11n** en 802.11b/g
Compatibel met draft
802.11n** en 802.11b/g
Bereik*
Tot 120 m* Tot 300 m* Tot 365 m* Tot 425 m*
Voordeel
Veel gebruikt vooral
voor het delen van
internetaansluitingen
Betere dekking en bereik
en constante snelheden
Groter bereik en hogere
snelheden
Geavanceerd beste
reikwijdte en doorvoer
*Bereik en verbindingssnelheid afhankelijk van netwerkomgeving.
**Deze router is compatibel met producten die gebaseerd zijn op dezelfde 802.11n-
specificaties en vereisen mogelijkerwijs een software-upgrade ten behoeve van optimale
resultaten.
95
Problemen oplossen
95
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Gratis technische ondersteuning* *tegen lokaal telefoontarief www.belkin.com
Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op onze
website www.belkin.com onder “Ondersteuning”. Als u telefonisch contact wilt
opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning, kunt u gebruik maken
van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande lijst.
LAND TELEFOONUMMER INTERNETADRES
OOSTENRIJK 0820 200766 www.belkin.com/uk/networking/
BELGIË 07 07 00 073 www.belkin.com/nl/networking/
TSJECH 239 000 406 www.belkin.com/uk/networking/
DENEMARKEN 701 22 403 www.belkin.com/uk/networking/
FINLAND 097 25 19 123 www.belkin.com/uk/networking/
FRANKRIJK 08 - 25 54 00 26 www.belkin.com/fr/networking/
DUITSLAND 0180 - 500 57 09 www.belkin.com/de/networking/
GRIEKENLAND 00800 - 44 14 23 90 www.belkin.com/uk/networking/
HONGARIJE 06 - 17 77 49 06 www.belkin.com/uk/networking/
IJSLAND 800 8534 www.belkin.com/uk/networking/
IERLAND 0818 55 50 06 www.belkin.com/uk/networking/
ITALIË 02 - 69 43 02 51 www.belkin.com/it/support/tech/issues_more.asp
LUXEMBURG 34 20 80 85 60 www.belkin.com/uk/networking/
NEDERLAND 0900 - 040 07 90
€ 0,10 per minuut www.belkin.com/nl/networking/
NOORWEGEN 81 50 0287 www.belkin.com/uk/networking/
POLEN 00800 - 441 17 37 www.belkin.com/uk/networking/
PORTUGAL 707 200 676 www.belkin.com/uk/networking/
RUSLAND 495 580 9541 www.belkin.com/networking/
ZUID-AFRIKA 0800 - 99 15 21 www.belkin.com/uk/networking/
SPANJE 902 - 02 43 66
www.belkin.com/es/support/tech/networkingsupport.asp
ZWEDEN 07 - 71 40 04 53
www.belkin.com/se/support/tech/networkingsupport.asp
ZWITSERLAND 08 - 48 00 02 19 www.belkin.com/uk/networking/
VERENIGD KONINKRIJK
0845 - 607 77 87 www.belkin.com/uk/networking/
ANDERE LANDEN +44 - 1933 35 20 00
9796
Informatie
9796
Informatie
FCC-verklaring
Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling.
Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCC-
voorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin
dient dit apparaat zodanig te worden gebruikt dat bij normaal gebruik de
mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft.
Ook bij het aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne
zodanig worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot
een minimum beperkt blijft. Ter voorkoming van de mogelijkheid dat de in
de FCC-voorschriften aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan
radiofrequente straling worden overschreden, mogen personen de werkende
antenne niet dichter naderen dan tot op een afstand van 20 centimeter.
Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale
apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Deze grenswaarden zijn vastgesteld als zinvolle bescherming tegen schadelijke
interferenties in de woonomgeving.
Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze
tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort,
wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u
proberen de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen:
Door de ontvangende antenne in een andere richting te draaien of de antenne
op een andere plaats te zetten.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en het ontvangende apparaat.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die
waarop de ontvanger is aangesloten.
Neem voor advies contact op met de verkoper of een deskundig radio/
televisietechnicus.
VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCC-VOORSCHRIFTEN
VOOR ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Wij, Belkin International, Inc., gevestigd 501 West Walnut Street,
Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika, verklaren
hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid aanvaarden dat het
product met het artikelnummer
F5D8233-4
waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan Deel 15
van de FCC-Voorschriften. Het gebruik ervan is onderworpen
aan de beide volgende voorwaarden: (1) het apparaat mag geen
schadelijke storingen opwekken en (2) het apparaat moet elke
ontvangen interferentie accepteren, waaronder storingen die een
ongewenste werking kunnen veroorzaken.
97
Informatie
97
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Wijzigingen
De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt
gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk
door Belkin International, Inc. is goedgekeurd de bevoegdheid van de
gebruiker om het apparaat te bedienen teniet kan doen.
Canada – Industry Canada (IC)
De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry
Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe B conforme á la norme NMB- 003 du
Canada.
Kennisgeving betreffende de Europese Unie: Radioproducten die zijn
voorzien van de CE 0682- of de CE-aanduiding voldoen aan de R&TTE-
richtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese Gemeenschap.
Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur
beantwoordt aan de volgende Europese normen (de overeenkomstige
internationale normen zijn tussen haakjes vermeld).
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
• EN 300 328 Technische eisen voor radioapparatuur
• ETS 300 826 Algemene EMC-vereisten voor radioapparatuur.
Het zendertype is vermeld op het identificatie-etiket van het apparaat van
Belkin.
Producten die zijn voorzien van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor
Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor
Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese
Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn voldoen
beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de
overeenkomstige internationale normen vermeld).
• EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie
• EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit
• EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen
• EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van de CE 0682- of CE-
aanduiding en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo.
9998
Informatie
9998
Informatie
Beperkte levenslange productgarantie van Belkin International, Inc.
Deze garantie dekt het volgende.
Belkin International, Inc. garandeert de oorspronkelijke koper van dit Belkin
product dat het product vrij is van ontwerp-, assemblage-, materiaal- en
fabricagefouten..
De geldigheidsduur van de dekking is als volgt.
Belkin garandeert het Belkin product voor de levensduur van het product.
Hoe worden problemen opgelost?
Productgarantie.
Belkin zal het product dat een defect vertoont naar eigen keus kosteloos (met
uitzondering van transportkosten) repareren of vervangen.
Wat valt buiten deze garantie?
Alle hierin versterkte garanties zijn niet van toepassing als het product van
Belkin op verzoek van Belkin niet op kosten van de koper voor onderzoek
aan Belkin ter beschikking is gesteld of als Belkin besluit dat het product
van Belkin verkeerd is geïnstalleerd, op enige wijze is veranderd of vervalst.
De productgarantie van Belkin biedt geen bescherming tegen van buiten
komend onheil zoals overstromingen, aardbevingen, blikseminslag,
oorlogsmolest, vandalisme, diefstal, normale slijtage, afslijting, depletie,
veroudering, misbruik, beschadiging door netspanningsdalingen (z.g. “brown-
outs” en “sags”), ongeoorloofde programmering en/of wijziging van de
systeemapparatuur.
Hoe wordt service verleend?
Om voor serviceverlening door Belkin in aanmerking te komen, moet u het
volgende doen::
1. Neem binnen 15 dagen na het voorval schriftelijk contact op met de
afdeling Customer Service, Belkin International, Inc., 501 W. Walnut St.,
Compton CA 90220, Customer Service (Klantenservice) of bel +1 (800)-
223-5546. U moet de volgende gegevens kunnen verstrekken:
a. Het artikelnummer van het Belkin-product.
b. Waar u het product hebt gekocht.
c. Wanneer u het product hebt gekocht.
d. De originele aankoopbon.
2. Een medewerker/ster van onze klantenservice zal u vervolgens instrueren
hoe u het aankoopbewijs en het product moet verzenden en uitleggen hoe
de claim verder afgewikkeld zal worden.
99
Informatie
99
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Belkin International, Inc. behoudt zich het recht voor het defecte Belkin-
product te onderzoeken. De kosten voor verzending van het Belkin-product
naar Belkin International, Inc. komen volledig voor rekening van de koper.
Als Belkin naar eigen bevinding tot de conclusie komt dat het onpraktisch is
de beschadigde apparatuur naar Belkin te verzenden, kan Belkin naar eigen
goeddunken een deskundige reparatie-inrichting aanwijzen en deze opdragen de
betreffende apparatuur te inspecteren en de reparatiekosten ervan te begroten.
De eventuele verzendkosten van het product naar de reparatie-inrichting en
van de terugzending naar de koper en van de kostenbegroting komen geheel
voor rekening van de koper. Het beschadigde product moet voor onderzoek
beschikbaar blijven totdat de claim is afgehandeld. Belkin International, Inc.
behoudt zich bij de vereffening van claims het recht voor tot in-de-plaatstreding
bij alle geldige verzekeringspolissen waarover de koper van het product beschikt.
De garantie en de wet.
DEZE GARANTIE OMVAT DE ENIGE GARANTIE VAN BELKIN. ER ZIJN GEEN
ANDERE GARANTIES, NADRUKKELIJK OF TENZIJ WETTELIJK BEPAALD
IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES OF VOORZIENINGEN
VOOR KWALITEIT, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, EN ZULKE IMPLICIETE GARANTIES, MITS VAN TOEPASSING,
ZIJN WAT HUN GELDIGHEID BETREFT TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE
BEPERKT.
In sommige staten of landen is het niet toegestaan de duur
van impliciete garanties te beperken in welk geval de bovenstaande
garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden.
ONDER TOEPASSELIJK RECHT IS BELKIN INTERNATIONAL, INC. NIET
AANSPRAKELIJK VOOR INCIDENTELE, BIJZONDERE, DIRECTE, INDIRECTE,
BIJKOMENDE OF MEERVOUDIGE SCHADE ZOALS ONDERMEER SCHADE
TEN GEVOLGE VAN GEDERFDE WINST EN/OF GEMISTE OPBRENGSTEN
VOORTKOMEND UIT DE VERKOOP OF HET GEBRUIK VAN BELKIN
PRODUCTEN, ZELFS ALS DE BETROKKENE VAN DE MOGELIJKHEID VAN
ZULKE SCHADE TEVOREN OP DE HOOGTE WAS GESTELD.
Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht
hebt u andere rechten die van staat tot staat kunnen verschillen.
In sommige staten en landen is het niet toegestaan incidentele,
gevolg- en andere schade uit te sluiten, reden waarom de
bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden.
VOOR GEBRUIK IN
AT BE CY CZ DK
EE
FI FR DE GR
HU IE IT LV LT
LU MT NL PL PT
SK
SI ES SE GB
IS LI NO CH BG
RO TR
WERKT OP DE KANALEN
1-13
Voor informatie over de verwijdering van afgedankte
apparatuur verwijzen wij u naar
http://environmental.belkin.com
Technische ondersteuning
Verenigd Koninkrijk: 0845 607 77 87
Europa: www.belkin.com/support
© 2007 Belkin International, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn geregistreerde
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Mac, Mac OS, Apple en AirPort zijn handelsmerken
van Apple Inc. die geregistreerd zijn in de Verenigde Staten en in andere landen. Microsoft, NT, Windows
en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation.
P75445ea
Draadloze N router
Belkin Ltd.
Express Business Park
Shipton Way, Rushden
NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk
+44 (0) 1933 35 2000
+44 (0) 1933 31 2000 fax
Belkin Iberia
C/ Anabel Segura, 10 planta baja, Of. 2
28108, Alcobendas, Madrid
Spanje
+34 91 791 23 00
+34 91 490 23 35 fax
Belkin SAS
130 rue de Silly
92100 Boulogne-Billancourt,
Frankrijk
+33 (0) 1 41 03 14 40
+33 (0) 1 41 31 01 72 fax
Belkin Italy & Greece
Via Carducci, 7
Milaan 20123
Italië
+39 02 862 719
+39 02 862 719 fax
Belkin GmbH
Hanebergstraße 2
80637 München
Duitsland
+49 (0) 89 143405 0
+49 (0) 89 143405 100 fax
Belkin B.V.
Boeing Avenue 333
1119 PH Schiphol-Rijk,
Nederland
+31 (0) 20 654 7300
+31 (0) 20,654 7349 fax

Documenttranscriptie

Draadloze N router EN FR DE NL ES IT Handleiding F5D8233ea4 Inhoud 1. Inleiding 1 Voordelen van een draadloos netwerk 1 De ideale plaats voor uw draadloze N router 3 2. Productoverzicht 7 Productkenmerken 7 3. Kennismaken met uw router 10 Inhoud van de verpakking 10 Systeemvereisten 10 Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software 10 4. Uw router aansluiten en configureren 15 5. Alternatieve installatiemethode 23 6. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 38 LAN-instellingen wijzigen 39 De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken 41 Uw draadloze netwerk configureren 41 WPA-beveiliging instellen 48 WEP-encryptie instellen 50 Gebruik maken van de accesspoint-modus 52 Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen 53 Configuratie van de firewall 55 Gebruik maken van een dynamisch DNS 59 Utilities 60 De router herstarten 61 De firmware bijwerken 66 7. Netwerkinstellingen handmatig configureren 74 8. Aanbevolen instellingen van de webbrowser 79 9. Problemen oplossen 81 10. Informatie 97 B Inleiding 1 2 3 • Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in uw woning delen 4 • Bronnen, zoals bestanden en harde schijven, delen met alle aangesloten computers in uw woning 5 • Eén printer met het hele gezin gebruiken • Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen 6 • Bestanden opslaan, ophalen en naar een andere computer kopiëren • Samen on-line games spelen, via het internet uw e-mail bekijken en chatten Voordelen van een draadloos netwerk Het opzetten van een draadloos netwerk met netwerkproducten van Belkin heeft veel voordelen: • Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u kunt nu overal binnen de draadloze reikwijdte op een notebook of desktopcomputer binnen het netwerk werken • Eenvoudige installatie – de Easy Installation Wizard van Belkin maakt de installatie heel eenvoudig • Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en andere netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning • Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u keus uit een groot programma netwerkproducten waarmee u een netwerk met apparaten als printers en game-consoles kunt uitbreiden • Bekabeling is niet nodig – u bespaart de kosten en de moeite die komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-bekabeling in uw woning of kantoor • Algemeen aanvaard – keuze uit een groot aanbod van onderling samenwerkende (interoperabele) netwerkproducten 1 7 8 9 10 Hoofdstuk Dank u voor het aanschaffen van de draadloze N router (de router) van Belkin. In de twee volgende paragrafen worden de voordelen van thuisnetwerken behandeld en de te volgen procedures om het bereik en de prestaties van uw draadloze netwerk te optimaliseren. Wij raden u aan deze handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te besteden aan het hoofdstuk “De ideale plaats voor uw draadloze N router” (volgende bladzijde). Als u de volgende eenvoudige installatie-instructies volgt, kunt u met uw thuisnetwerk van Belkin het volgende doen: Inleiding Revolutionaire draadloze N technologie met MIMO (N MIMO) Uw draadloze N router maakt gebruik van de slimme-antennetechnologie genaamd Multiple Input Multiple Output (MIMO) N MIMO voldoet aan de specificaties van IEEE draft (concept) 802.11n. en verhoogt de snelheid, het bereik, de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van draadloze netwerken. Datgene wat de N MIMO-technologie van Belkin onderscheidt van een gewone radiozender is het gebruik van meerdere antennes en twee gelijktijdige datastromen voor het draadloos oversturen van gegevens in uw woning of kantoor. Een conventionele radio maakt gebruik van een antenne voor het verzenden van datastromen. De N MIMO van Belkin gebruikt echter twee antennes. Dit ontwerp helpt signaalvervorming en interferentie voorkomen. De N MIMO-technologie van Belkin is multidimensionaal. Deze technologie bouwt voort op de één-dimensionale slimme-antennetechnologie die de draadloze capaciteit vergroot doordat tegelijkertijd twee datastromen verzonden worden via het zelfde kanaal. Een tweede element dat N MIMO zo bijzonder maakt is het gebruik van aggregatie, zoals omschreven in de concept 802.11n-specificatie. Door de ruimte tussen pakketten te verkorten en meerdere kleinere pakketten te combineren in een groter pakket, kunnen de N MIMO-producten van Belkin meer data via de beschikbare bandbreedte versturen. Stelt u zich conventionele radiotransmissie als een tweebaans autoweg voor. De snelheidslimiet regelt het maximaal toegestane verkeer op een baan. In tegenstelling tot wat bij conventionele radio’s het geval is, zorgt de één-dimensionale slimme-antennetechnologie ervoor dat het verkeer zich sneller en betrouwbaarder over die baan kan verplaatsen. Vergelijk het met een vierbaans autoweg waarbij het verkeer zich verplaatst met constante snelheden die dichter bij de snelheidslimiet liggen. De N MIMO-technologie van Belkin zorgt ervoor dat het verkeer zich met de maximumsnelheid kan verplaatsen en stelt meer rijstroken voor het verkeer open zodat het een autosnelweg wordt. De snelheid van het verkeer wordt vermenigvuldigd met het aantal banen dat opengesteld is. 2 Inleiding Belangrijke punten bij het plaatsen en installeren Naarmate de afstand tussen de router en de computer kleiner is, wordt de verbinding sterker. Het bereik van draadloze apparatuur ligt doorgaans tussen de 30 en 60 meter. De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan naarmate de afstand tussen uw router en de aangesloten apparatuur groter wordt. U hoeft hiervan niet altijd iets te merken. Bij een grotere afstand tot de router, kan de snelheid van de verbinding afnemen. Objecten die signalen kunnen verzwakken doordat ze de radiogolven van het netwerk blokkeren, zijn metalen apparaten of obstakels en muren. Als u denkt dat de matige prestaties van uw netwerk te maken hebben met afstand of hindernissen, probeer de computer dan op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router te plaatsen om te kijken of een te grote afstand inderdaad de oorzaak is. Neem contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin als u een probleem niet zelf kunt oplossen. Let op: Hoewel de onderstaande factoren de prestaties van een netwerk nadelig kunnen beïnvloeden, beletten zij niet dat het draadloze netwerk functioneert. Als u denkt dat het netwerk niet optimaal presteert, kan deze checklist uitkomst bieden. 1. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Plaatsing van uw router Plaats de router, het centrale verbindingspunt binnen uw netwerk, op een centrale plek tussen uw draadloze netwerkapparatuur. De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten” (d.w.z. computers aangestuurd door draadloze notebook- en desktopnetwerkkaarten en draadloze USB-adapters van Belkin) bereikt u als volgt: • Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw router parallel aan elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen). Als de router zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen. • In woningen met meer verdiepingen plaatst u de router op de verdieping die zich het dichtst bij het midden van de woning bevindt. Dit kan betekenen dat u de router op een hogere verdieping moet plaatsen. • Plaats de router niet in de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon. 3 Hoofdstuk De ideale plaats voor uw draadloze N router Inleiding 2. Vermijd obstakels en interferentie Plaats de router bij voorkeur niet in de buurt van apparaten die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. De volgende ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie hinderen: • Koelkasten • Wasmachines en/of drogers • Metalen kasten • Grote aquaria • Gemetalliseerde UV-werende ruiten Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat bovengenoemde objecten het signaal niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw computers en uw router in mogen staan. 3. Draadloze telefoons Ga als volgt te werk als de prestaties van uw draadloze netwerk niet beter worden nadat u de bovenstaande aanwijzingen hebt opgevolgd én u een draadloze telefoon bezit: • Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt van uw router en uw computers die geschikt zijn voor draadloze communicatie. • Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik maken van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant). Als het probleem hiermee is opgelost, is(/zijn) uw telefoon(s) de storingsbron. • Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat door uw draadloze netwerk gebruikt wordt. U kunt bijvoorbeeld de telefoon naar kanaal 1 verplaatsen en de router naar kanaal 11. Zie voor meer informatie de handleiding van de telefoon. • Ga zo nodig over op een draadloze telefoon van 900 MHz of 5 GHz. 4. Kies het “rustigste” kanaal voor uw draadloze netwerk Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk. Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van de Wireless Utility om andere draadloze netwerken te lokaliseren (zie de handleiding van uw draadloze notebook- of desktopnetwerkkaart) en verplaats uw router en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van andere netwerken. 4 Inleiding Experimenteer met meer dan een van de beschikbare kanalen om de beste verbinding te vinden en interferentie van draadloze telefoons of andere draadloze apparatuur te vermijden. • Gebruik de uitgebreide informatie over Site Survey en kanalen voor draadloze netwerken die u bij uw draadloze netwerkkaart heeft gekregen. Raadpleeg de handleiding van uw netwerkkaart voor meer informatie. Aan de hand van deze richtlijnen kunt u de maximale reikwijdte voor de draadloze router bepalen. Als u een nog groter bereik nodig hebt, overweeg dan de aanschaf van een draadloze range extender/accesspoint van Belkin. 5. Veilige verbindingen, VPN en AOL 1 2 3 4 5 6 Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn o.a.: 7 • Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak gebruikt om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk • Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online (AOL) dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter beschikking wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service. • De meeste websites voor internetbankieren • Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of door opnieuw op de beveiligde website in te loggen. 8 Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstellingen van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is niet noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm). Als u moeilijkheden blijft houden met de beveiligde verbindingen, VPN en AOL, raden wij u aan de bovenstaande stappen te doorlopen om te zien of u hiermee rekening gehouden hebt. 5 9 10 Hoofdstuk • Productoverzicht Productkenmerken Binnen een paar minuten kunt u uw internetverbinding delen en vormen uw computers een netwerk. Hier volgt een overzicht van voordelen die uw nieuwe draadloze N router van Belkin de ideale oplossing voor uw privé- of kleinzakelijke netwerk maken. Werkt met zowel pc’s als MAC®-computers De router ondersteunt een groot aantal netwerkomgevingen, waaronder Mac OS® 8.x, 9.x, X v10.x, Linux®, Windows® 98, Me, NT®, 2000, XP en Vista™. U hebt niet meer nodig dan een internetbrowser en een netwerkadapter die TCP/IP (de standaard Internettaal) ondersteunt. Netwerkstatusdisplay waarop patent is aangevraagd LED’s aan de voorzijde van de router geven aan welke functies in bedrijf zijn. U kunt in één oogopslag zien of uw router verbinding heeft gemaakt met het Internet. Deze functie maakt gecompliceerde software en statuscontroleprocedures overbodig. Geavanceerde web-based gebruikersinterface U kunt de geavanceerde functies van de router eenvoudig instellen via uw webbrowser, zonder dat u extra software moet installeren op de computer. U hoeft geen disks te installeren of in de gaten te houden en bovendien kunt u snel en gemakkelijk wijzigingen aanbrengen en setupfuncties uitvoeren vanaf iedere op het netwerk aangesloten computer. NAT IP-adresdeling Uw router maakt gebruik van Network Address Translation (NAT) voor het delen van het unieke IP-adres dat door uw Internet Service Provider aan u is toegewezen, terwijl u de kosten bespaart voor het toevoegen van extra IP-adressen aan uw internetserviceaccount. SPI-firewall Uw router is uitgerust met een firewall die uw netwerk beschermt tegen een groot aantal veel voorkomende aanvallen van hackers waaronder IP Spoofing, Land Attack, Ping of Death (PoD), Denial of Service (DoS), IP met lengte nul, Smurf Attack, TCP Null Scan, SYN flood, UDP flooding, Tear Drop Attack, ICMP defect, RIP defect en fragment flooding. 6 Productoverzicht Geïntegreerde 4-poorts 10/100 switch Universal Plug and Play (UPnP) UPnP (Universal Plug-and-Play) is een technologie die een naadloze werking van voice messaging, video messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Ondersteuning voor VPN Pass-Through Als u met behulp van een VPN-aansluiting van huis uit verbinding maakt met uw bedrijfsnetwerk, dan zorgt uw router ervoor dat uw met VPNfunctionaliteit uitgeruste computer via de router contact kan maken met uw bedrijfsnetwerk. Ingebouwd Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) Het geïntegreerde Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) maakt de configuratie van een netwerk zo eenvoudig mogelijk. De DHCP-server wijst automatisch aan elke computer IP-adressen toe waardoor een gecompliceerde netwerk-setup overbodig is. Setup-Assistent De Setup-Assistent, de vernieuwde Easy Install Wizard, zorgt voor probleemloze installatie van uw router. Deze software bepaalt automatisch de juiste instelling van uw netwerk en maakt de router klaar voor de verbinding met uw Internet Service Provider (ISP). Binnen enkele minuten is uw router geïnstalleerd en aangesloten op het Internet. Let op: De Setup-Assistent is compatibel met Windows 2000, XP, Vista en Mac OS X v10.x. Indien u gebruik maakt van een ander besturingssysteem, dan kunt u bij de setup van de router gebruik maken van de alternatieve setupmethode, zoals beschreven in deze handleiding (zie bladzijde 23). 7 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk De router heeft een ingebouwde 4-poorts netwerkswitch waarmee uw bedrade computers onder meer printers, data, MP3-bestanden en digitale foto’s kunnen delen. De switch stelt zich met behulp van auto-sensing automatisch in op de snelheid van de aangesloten apparaten. De switch kan gelijktijdig - zonder onderbrekingen en zonder beslag te nemen op bronnen - data overzenden tussen computers en het Internet. 1 Productoverzicht Geïntegreerd draadloos N accesspoint N MIMO is een nieuwe draadloze technologie die gebaseerd is op de conceptspecificatie van IEEE 802.11n. N1 MIMO maakt gebruik van MIMO (Multiple Input Multiple Output) slimme-antennetechnologie die gegevenssnelheden van tot wel 300 Mbps* mogelijk maakt. Werkelijke gerealiseerde snelheden zijn afhankelijk van de netwerkomgeving. *LET OP: De vermelde overdrachtssnelheid – 300 Mbps – is de fysieke datasnelheid. De werkelijk gerealiseerde doorvoersnelheid van gegevens ligt lager. MAC-adresfilter Voor extra veiligheid, kunt u een lijst met MAC-adressen opstellen (unieke cliëntidentificatiecodes) die toegang hebben tot uw netwerk. Elke computer heeft een eigen MAC-adres. U stelt eenvoudig - met behulp van de geavanceerde web-based gebruikersinterface - een lijst op van deze MACadressen waarmee u de toegang tot uw netwerk kunt beheren. 8 Kennismaken met uw router 1 Inhoud van de verpakking • Draadloze N router • Beknopte installatiehandleiding • Software-cd met Setup-Assistent • RJ45 Ethernet-netwerkkabel • Voedingsadapter • Handleiding (op cd) 2 3 4 5 6 Systeemvereisten • Breedband-Internetverbinding zoals een kabel- of DSL-modem met RJ45-(Ethernet)aansluiting • Ten minste één computer met een geïnstalleerde netwerkinterfaceadapter • TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op iedere computer • RJ45-Ethernet-netwerkkabel • Internetbrowser 7 8 9 10 Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software • Een computer met Windows® 2000, XP of VistaTM; of Mac OS® X v10.x • Minimaal een 1GHz-processor en 128 MB RAM • Internetbrowser 9 Kennismaken met uw router De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op praktische bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router naar uw apparatuur. Het netwerkstatusdisplay aan de VOORZIJDE van de router is goed zichtbaar en geeft u informatie over de netwerkactiviteit en de status. Raadpleeg het netwerkstatusdisplay-overzicht voor meer informatie. (A) A. B. C. (B) (C) (D) (E) (F) Beveiliging van uw draadloze netwerk UIT Beveiliging uitgeschakeld Continu blauw Beveiliging ingeschakeld Status van uw draadloze computer UIT Draadloze computer niet aanwezig Continu blauw Draadloze computer verbonden met de de router Knipperend ambergeel Draadloze computer slaagt er niet in een verbinding met de router tot stand te brengen. Status bedrade computer UIT Bedrade computer niet aanwezig Continu blauw Bedrade computer verbonden met de router Knipperend ambergeel Bedrade computer slaagt er niet in een verbinding met de router tot stand te brengen. 10 Kennismaken met uw router D. 1 Status Router/Voeding E. UIT De router is UITgeschakeld Knipperend blauw Router is bezig met opstarten Continu blauw Router staat aan en is gereed Modemstatus Dit pictogram licht blauw op wanneer uw modem op de juiste wijze op de router is aangesloten. Hij wordt ambergeel als er een probleem is geconstateerd. F. UIT Router NIET verbonden met het modem. Continu blauw Router verbonden met het modem en functioneert naar behoren. Knipperend ambergeel Probleem met modem 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Internetstatus Dit unieke pictogram geeft aan wanneer de router verbinding heeft gemaakt met het Internet. Wanneer het lampje niet brandt, is de router NIET verbonden met het Internet. Wanneer het lampje knippert (ambergeel), probeert de router verbinding te maken met het Internet. Wanneer het lampje continu bjlauw licht geeft, is de router verbonden met het Internet. Wanneer u gebruik maakt van de functie “Disconnect after x minutes” (Verbinding verbreken na x minuten), dan is dit pictogram uiterst handig voor het controleren van de status van de verbinding van uw router. UIT Router heeft GEEN verbinding met het Internet Knipperend ambergeel Router probeert verbinding te maken met het Internet Continu blauw Router heeft verbinding met het Internet 11 Hoofdstuk Als u de stroom naar de router inschakelt of u herstart hem, dan heeft de router enige tijd nodig om op te starten. Intussen knippert het router-pictogram. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt het router-pictogram continu. Dit betekent dat de router klaar is voor gebruik. Kennismaken met uw router (G) G. Drukknop (H) (I) (J) (K) - Wit Deze knop is bedoeld voor eventuele functies in toekomstige upgrades. Voor de nieuwste firmware-updates verwijzen wij u naar www.belkin.com/support. H. Aansluitingen voor bedrade computers - Grijs Sluit uw bedrade (niet-draadloze) computers aan op deze poorten. Deze poorten zijn RJ45 10/100 auto-negotiation, auto-uplink poorten, geschikt voor standaard UTP Category 5 of 6 Ethernet-kabels. De poorten worden aangeduid met de nummers 1 t/m 4 (connectors voorzien van LED’s). I. Modemaansluiting - Geel Op deze poort kunt u uw kabel- of DSL-modem aansluiten. U dient uw modem met de daarbij geleverde kabel op deze poort aan te sluiten. Het gebruik van een andere kabel dan de kabel die bij uw kabelmodem is geleverd, kan problemen geven. 12 Kennismaken met uw router J. 1 Resetknop – Rood i. De router resetten Druk de resetknop in en laat hem weer los. De lampjes op de router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te knipperen. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de resetprocedure voltooid. ii. De fabrieksinstellingen herstellen Houd de resetknop tenminste tien seconden ingedrukt en laat hem daarna los. De lampjes op de router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te knipperen. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de resetprocedure voltooid. K. Voedingsingang – Zwart Sluit de meegeleverde voedingsadapter (12 V DC, 1 A) aan op deze aansluiting. 13 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de router niet goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de normale werking van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen behouden blijven. Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen van het draadloze accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore” (Herstellen) gebruiken wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent vergeten. Uw router aansluiten en configureren Controleer de inhoud van de doos. U moet het volgende hebben ontvangen: • Draadloze N router • RJ45 Ethernet-netwerkkabel • Voedingsadapter • Software-cd met Setup-Assistent • Handleiding (op cd) Modemvereisten Uw kabel of DSL-modem moet voorzien zijn van een RJ45 Ethernet-poort. Veel modems hebben zowel een RJ45 Ethernet-poort als een USBaansluiting. Als u een modem heeft met zowel een Ethernet- als een USBaansluiting en u op dit moment de USB-aansluiting gebruikt, dan dient u de RJ45 Ethernet-poort te gebruiken tijdens de installatieprocedure. Als uw modem alleen een USB-poort heeft, dan kunt u uw Internet Service Provider vragen om een ander type modem, of u kunt in sommige gevallen een modem kopen dat een RJ45 Ethernet-poort heeft. Ethernet USB Setup-Assistent Met de meegeleverde Setup-Assistent software is het installeren van de router erg gemakkelijk. Hiermee hebt u uw router binnen een paar minuten aan de praat. Om de Setup-Assistent te kunnen gebruiken moet uw computer rechtstreeks zijn aangesloten op het kabel- of DSL-modem en moet de Internetverbinding actief en operationeel zijn tijdens de installatie. Is dat niet het geval, ga dan te werk volgens het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode” in deze handleiding om uw router te configureren. Bovendien dient u, als u gebruik maakt van een ander besturingssysteem dan Windows 2000, XP, Vist of Mac OS X v10.x, de router in te stellen aan de hand van het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode” in deze handleiding. 14 Uw router aansluiten en configureren Stap 1 Hardware aansluiten – Volg de aanwijzingen in de beknopte installatiehandleiding A. computer Maak de voedingskabel los van uw modem. Plaats de router naas het modem. Zet de antennes van de router in verticale stand. 1 2 3 modem 4 B. C. Lokaliseer de netwerkkabel die uw modem met uw computer verbindt. Ontkoppel de kabel van uw modem en sluit hem aan op de grijze poort aan de achterzijde van de router. Neem de nieuwe netwerkkabel (meegeleverd met uw router) en sluit hem aan op de gele poort aan de achterzijde van de router. Sluit vervolgens het andere uiteinde van de kabel aan op de zojuist vrijgekomen poort van uw modem. D. Sluit de voedingskabel weer op het modem aan. Het kan een minuut duren voordat uw modem is opgestart. Sluit de voeding van de router aan op de zwarte poort aan de achterzijde van de router. Sluit het andere uiteinde aan op een stopcontact aan de muur. E. Het kan 20 seconden duren voordat uw router is opgestart. Kijk naar het display aan de voorzijde van de router. De pictogrammen voor “Wired” (bedraad) en “Router” zouden blauw moeten oplichten. Als dit niet het geval is, controleer dan de verbindingen. 15 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk router Uw router aansluiten en configureren Stap 2 Installeer de router – Gebruik de Setup-Assistent Software A. Sluit alle programma’s af die momenteel op uw computer geopend zijn. Schakel op uw computer alle software voor firewalls of het delen van een internetverbinding uit. B. Plaats de cd in het cd-romstation van uw computer. De Setupassistent zal binnen 15 seconden automtisch op uw beeldscherm verschijnen. Klik op “Go” (Starten) om de Setup-Assistent te starten. Volg de instructies op het scherm. BELANGRIJK: Draai de Setup-Assistent op de computer die rechtstreeks is aangesloten op de router (Stap 1 – B). Opmerking voor Windowsgebruikers: Als de Setup-Assistent niet automatisch opstart, selecteer dan uw cd-romstation onder “My computer” (Deze computer) en dubbelklik op het bestand met de naam “SetupAssistant” om de Setup-Assistent te starten. 16 Uw router aansluiten en configureren Bevestigingsscherm Bevestig dat u alle stappen van de beknopte installatiehandleiding hebt doorlopen door het vakje naast de pijl aan te vinken. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 1 2 3 5 Voortgangsscherm Er verschijnt een voortgangsscherm zodra er een stap in de setup is voltooid. 6 7 8 1.1 Controle van de instellingen De Setup-Assistent controleert nu de netwerkinstellingen van uw computer en verzamelt de informatie die benodigd is voor het voltooien van de verbinding van de router met het Internet. 17 9 10 Hoofdstuk 4 Uw router aansluiten en configureren 1.2 Controle van de hardwareverbindingen De Setup-Assistent zal nu de hardwareverbindingen controleren. 1.3 Benaming van uw draadloze netwerk De Setup-Assistent toont de standaardnaam (of Service Set Identifier (SSID)) voor een draadloos netwerk. De SSID is de naam van het draadloze netwerk waarmee uw computer of apparaten met draadloze netwerkadapters verbinding zullen maken. U kunt de standaard naam gebruiken of ervoor kiezen de naam te wijzigen. Noteer deze naam ergens, zodat u weet welke naam u hebt gekozen. Klik op “Next” (Volgende) om verder te gaan. 18 Uw router aansluiten en configureren 1.4 Internetaccountinformatie 1.5 Configuratie van de router De Setup-Assistent zal nu uw router configureren door gegevens naar de router te versturen en hem te herstarten. Daarna hoeft u slechts de aanwijzingen op uw scherm te volgen. Let op: U mag tijdens het herstarten van de router de kabels of de voeding niet ontkoppelen. Als u dit wel zou doen, kan de router onbruikbaar worden. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 19 Hoofdstuk opvragen (indien nodig) Indien uw Internetaccount een gebruikersnaam en wachtwoord vereist, verschijnt er een scherm dat lijkt op het links afgebeelde scherm. Selecteer uw land of provider in het dropdown-menu. 1 Uw router aansluiten en configureren 1.6 De internetverbinding controleren U bent bijna klaar. De SetupAssistent zal nu de verbinding met het Internet controleren. Gefeliciteerd De installatie van uw nieuwe router van Belkin is klaar. Dit scherm zal verschijnen als uw router verbinding heeft kunnen maken met het Internet. U kunt nu op het Internet gaan surfen door uw browser te openen en een website te bezoeken. U kunt de Setup-Assistent gebruiken voor het instellen van uw andere bedrade en draadloze computers zodat deze ook verbinding kunnen maken met het internet. Als u dit wilt doen, klik dan op “Next” (Volgende). Als u pas later computers wilt toevoegen, selecteer dan “Exit the Assistant” (Sluit de Assistent) en klik op “Next” (Volgende). Problemen oplossen Als de Setup-Assistent geen verbinding met het Internet tot stand kan brengen, zal het links afgebeelde scherm verschijnen. Volg de aanwijzingen op het scherm om de oorzaak van het probleem te achterhalen. 20 Uw router aansluiten en configureren 1.7 Optioneel: Assistentie bij het 2 3 4 5 Gefeliciteerd Zodra u hebt gecontroleerd of uw andere bedrade en draadloze computers correct zijn aangesloten, is uw netwerk klaar voor gebruik. U kunt nu op surfen op het Internet. Klik op “Next” (Volgende) om terug te gaan naar het hoofdmenu. 6 7 8 9 10 21 Hoofdstuk aansluiten van andere computers. Deze optionele stap helpt u bij het aansluiten van extra bedrade en draadloze computers op uw netwerk. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm op. 1 Alternatieve installatiemethode Stap 1 Hardware aansluiten – Volg de aanwijzingen in de beknopte installatiehandleiding Zie de beknopte installatiehandleiding of de aanwijzingen onder Stap 1: Hardware aansluiten, in het vorige hoofdstuk. Step 2 De netwerkinstellingen van uw computer configureren voor samenwerking met een DHCP-server Raadpleeg voor instructies het hoofdstuk “Netwerkinstellingen handmatig configureren” in deze handleiding. Step 3 De router configureren met behulp van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal “192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en zonder “http://” of “www” ervoor). Druk vervolgens op “Enter”. 22 Alternatieve installatiemethode 1 Inloggen op de router In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. Deze homepage kan desgewenst door elke gebruiker worden bekeken. Om de instellingen van de router te wijzigen, moet u inloggen. Als u klikt op de de “Login”-knop of op één van de links op de homepage gaat u naar het inlogscherm. De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Laat het wachtwoord in het inlogscherm blanco en klik op de knop “Submit” (Verzenden) om in te loggen. 2 3 4 6 7 8 Router uitloggen Per keer kan slechts één computer op de router inloggen om de instellingen van de router te veranderen. Wanneer een gebruiker heeft ingelogd om wijzigingen aan te brengen, zijn er twee manieren om uit te loggen. Wanneer u op de knop “Logout” (Afmelden) klikt, wordt de computer uitgelogd. De tweede methode werkt automatisch. Na een vooraf ingegeven tijdsduur eindigt de inlogtijd. De standaard inlog-timeoutinstelling is 10 minuten. Deze kan worden gewijzigd van 1 tot 99 minuten. Zie voor verdere informatie het onderdeel in deze handleiding getiteld “Inlog-timeoutinstellingen wijzigen”. De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De homepage is de eerste pagina die u ziet als u naar de “Advanced User Interface” (Geavanceerde gebruikersinterface) gaat. De homepage die op de volgende bladzijde is afgebeeld, geeft u een beknopt overzicht van de status en de instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde installatie zijn vanaf deze pagina bereikbaar. 23 9 10 Hoofdstuk 5 Alternatieve installatiemethode (11) (2) (3) (4) (5) (7) (6) (8) (1) (10) (9) 1. Snelkoppelingen U kunt rechtstreeks naar elke willekeurige pagina van de gebruikersinterface van de router gaan door rechtstreeks op een van deze koppelingen te klikken. Om het opzoeken van een bepaalde instelling te vergemakkelijken, zijn de koppelingen onderverdeeld in logische categorieën en gegroepeerd op tabbladen. Door te klikken op de paarse koptekst van een tabblad krijgt u een beknopte beschrijving van de functie van het tabblad. 2. Homeknop De homeknop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface. Met een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage. 3. Helpknop Via de helpknop kunt u de hulppagina’s van de router openen. Op veel pagina’s kunt u ook om hulp vragen met een klik op “More Info” (Meer informatie). 4. Login/Logout-knop Met één druk op deze knop kunt u in- en uitloggen op de router. Wanneer u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”. Door op de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina waar u een wachtwoord moet invoeren. Als u bent ingelogd, kunt u wijzigingen aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop “Logout” (Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u in het hoofdstuk “Inloggen op de router”. 24 Alternatieve installatiemethode 1 5. Internetstatusindicator 6. Taal Toont de ingestelde taal voor de geavanceerde gebruikersinterface. Selecteer de gewenste taal door te klikken op een van de beschikbare talen. 7. 8. 3 4 5 6 Versie-informatie 7 Toont de firmware-versie, bootcode-versie, hardwareversie en het serienummer van de router. 8 LAN-instellingen Toont u de instellingen van de LAN-kant van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door op een van de links (IP Address, Subnet Mask, DHCP Server) te klikken of door op de LANsnelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm te klikken . 9. 2 Internetinstellingen Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de koppelingen of door te klikken op de “Internet/ WAN” snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. 10. Kenmerken Hiermee wordt de status getoond van de NAT, firewall, en draadloze functies van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen aan de linkerzijde van het scherm. 11. Paginanaam De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld “LAN > LAN Settings” verwijst naar de pagina “LAN Settings” (LANinstellingen). 25 9 10 Hoofdstuk Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft de verbindingsstatus van de router weer. Wanneer de indicator in blauw “Connected” (Verbinding gemaakt) aangeeft, is de router verbonden met het internet. Wanneer de indicator met een rood lampje “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, heeft de router geen verbinding met Internet tot stand gebracht. De indicator wordt automatisch aangepast wanneer u wijzigingen aanbrengt in de instellingen van de router. Alternatieve installatiemethode Stap 4 De router configureren voor verbinding met uw Internet Service Provider (ISP). Via het tabblad “Internet/WAN” stelt u uw router zo in dat deze verbinding kan maken met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel elke Internetserver verbinding maken mits u de instellingen van de router hebt afgestemd op het type verbinding dat uw provider gebruikt. Uw provider verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te configureren volgens de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op “Connection Type” (Verbindingstype) (A) links op het scherm. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt. Als uw provider u DNS-gegevens heeft gegeven, kunt u door op “DNS” (B) te klikken DNS-adresinformatie invoeren voor ISP’s die specifieke instellingen eisen. Door te klikken op “MAC Address” (MACadres)(C) kunt u het MAC-adres van uw computer klonen of een specifiek WAN MAC-adres invoeren als uw provider dat eist. Als u klaar bent met het bepalen van de instellingen, laat de Internetstatusindicator de tekst “Connection OK” (Verbinding OK) zien, als uw router correct is geïnstalleerd. (A) (B) (C) 26 Alternatieve installatiemethode 1 Het type verbinding instellen Via de pagina “Connection Type” (Verbindingstype), kunt u het door u gebruikte verbindingstype selecteren. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door op het keuzerondje (1) naast uw type verbinding te klikken en vervolgens te klikken op “Next” (Volgende) (2). 2 3 4 6 (2) 7 8 9 10 27 Hoofdstuk 5 (1) Alternatieve installatiemethode Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP) instellen op Dynamic IP (Dynamisch IP) Het dynamische verbindingstype is voor kabelmodems het meest gebruikelijk. Meestal is het voldoende om het type verbinding in te stellen op “Dynamic” om de verbinding met uw ISP tot stand te brengen. Sommige typen dynamische verbindingen vereisen bovendien een hostnaam. U kunt uw hostnaam, mits aan u toegekend, invoeren in de daarvoor bestemde ruimte. Deze hostnaam wordt u toegekend door uw provider. Sommige dynamische verbindingen vereisen dat u het MAC-adres kloont van de pc die oorspronkelijk op de modem was aangesloten. 1. Hostnaam (1) Deze ruimte is bestemd voor het invoeren van een hostnaam die voor uw provider zichtbaar moet zijn. Voer uw hostnaam hier in en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Laat deze ruimte blanco als uw ISP u geen hostnaam heeft toegekend of als u het niet zeker weet. 2. Het WAN MAC-adres wijzigen (2) Als uw ISP voor aansluiting op de service een specifiek MAC-adres eist, kunt u een specifiek MAC-adres invoeren of via deze link het MAC-adres van de huidige computer klonen. (1) (3) (2) 28 Alternatieve installatiemethode Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP) instellen op Static IP (Statisch IP) 1. IP-adres (1) Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw IP-adres hier in. 2. Subnetmasker (2) Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw subnetmasker hier in. 3. ISP gateway-adres (3) Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer het gateway-adres van uw provider hier in. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (1) (2) (3) (4) 29 Hoofdstuk Het statische verbindingstype wordt minder vaak gebruikt dan andere verbindingstypen. Als uw ISP gebruik maakt van statische IP-adressering, dan heeft u uw IP-adres, subnetmasker en ISP gateway-adres nodig. Deze informatie is verkrijgbaar bij uw provider of staat vermeld op de documenten die uw ISP bij u heeft achtergelaten. Typ uw gegevens in en klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (4). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd. 1 Alternatieve installatiemethode Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE De meeste DSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding. Als u een DSL-modem gebruikt om verbinding te maken met het internet, gebruikt uw internetserviceprovider waarschijnlijk PPPoE om u bij zijn dienstenpakket aan te melden. Als u in uw woning of kantoor een internetaansluiting hebt die geen modem nodig heeft, dan maakt u waarschijnlijk gebruik van PPPoE. Uw type verbinding is PPPoE als: 1) uw provider u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven die noodzakelijk zijn om de verbinding met het Internet tot stand te brengen. 2) uw provider u software als WinPOET of Enternet300 heeft verstrekt om de Internetverbinding tot stand te brengen. 3) u op een ander desktoppictogram dan uw browser moet dubbelklikken om op Internet te kunnen. 30 Alternatieve installatiemethode 1 (1) (2) (3) (4) (5) 2 3 4 6 1. 2. Gebruikersnaam 7 Deze ruimte is bestemd voor het invullen van de gebruikersnaam die uw ISP aan u heeft toegekend. 8 Wachtwoord Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter controle nogmaals in in het veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen). 3. Servicenaam Slechts zelden is een servicenaam vereist. Als u niet zeker weet of een servicenaam vereist is, laat u deze ruimte open. 4. MTU De MTU (Maximum Transmission Unit)-waarde mag nooit worden gewijzigd tenzij uw provider u een specifieke MTU-waarde geeft. Door wijziging van de MTU-waarde kunnen problemen met uw Internetverbinding ontstaan zoals verbreking van de verbinding, trage toegang tot het Internet en een gebrekkige werking van Internetapplicaties. 5. Verbinding verbreken na X... De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de verbinding van uw router met het Internet automatisch te verbreken als er gedurende bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van het Internet per minuut moet betalen. 31 9 10 Hoofdstuk 5 Alternatieve installatiemethode Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP) instellen op Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP) [alleen van toepassing voor Europese landen]. Sommige providers vereisen een verbinding die gebruik maakt van het PPTP-protocol, het meest voorkomende verbindingstype in Europese landen. Dit protocol brengt een rechtstreekse verbinding tot stand met het systeem van de provider. De door uw provider verstrekte informatie dient u in te vullen in de daarvoor bestemde ruimte. Als hiermee klaar bent, klik dan op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(9). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd. (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) 1. 2. 3. PPTP Account Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul hier de naam van uw PPTP-account in. PPTP Password (PPTP wachtwoord) Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in in het veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen). Hostnaam Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw hostnaam hier in. Het volgende wordt zichtbaar als u de optie “Get IP by DHCP” deselecteert. 4. 5. Service IP-adres Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw service IP-adres hier in. Mijn IP-adres Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw subnetmasker hier in. 32 Alternatieve installatiemethode 6. 1 Mijn subnetmasker Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw subnetmasker hier in. 7. 8. Standaard gateway-adres 2 Verstrekt door uw Internet Service Provider. Als uw provider u geen identificatiecode (standaard gateway) heeft verstrekt, laat u deze ruimte open. 3 Verbinding verbreken na X... 4 5 6 7 8 9 10 33 Hoofdstuk De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de verbinding van uw router met het Internet automatisch te verbreken als er gedurende een bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van het Internet per minuut moet betalen. Alternatieve installatiemethode Uw type verbinding instellen als u gebruiker bent van Telstra® BigPond User [geldt alleen voor Australië]. U krijgt een gebruikersnaam en wachtwoord van Telstra Big Pond. Vul deze informatie hieronder in. Als u uw staat selecteert in het dropdown-menu(6) dan wordt automatisch het IP-adres van uw login-server ingevuld. Als het adres van uw login-server verschilt van het hier verstrekte adres, kunt u het IP-adres van de login-server handmatig invullen door het vakje naast “User decide login server manually” (IP-adres login-server handmatig invoeren) aan te vinken(4) en het adres in te vullen naast “Login Server” (5). Nadat u al uw gegevens heeft ingevoerd, klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen(7). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd. (6) (1) (2) (3) (4) (5) 1. 2. (7) Selecteer uw staat Selecteer uw locatie met behulp van het dropdown-menu (6). Het “Login Server”-vakje wordt automatisch gevuld met een IP-adres. Als dit adres niet correspondeert met het adres dat Telstra aan u heeft gegeven, kunt u het adres van de inlogserver met de hand invullen. Zie “User Decide Login Server Manually” (IP-adres server handmatig invoeren) (4). Gebruikersnaam Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul hier uw gebruikersnaam in (2). 3. Wachtwoord Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter controle nogmaals in in het veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen) (3). 34 Alternatieve installatiemethode 4. IP-adres login-server handmatig invoeren Als het IP-adres van uw login-server niet beschikbaar is in het dropdown-menu “Select your state” (Selecteer uw lokatie) (1), kunt u het IP-adres van de login-server handmatig invoeren door het vakje aan te vinken naast “User decide login server manually” (IP-adres login-server handmatig invoeren) (4) en het adres in te typen naast “Login Server” (5). Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen (1) (2) 35 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Een Domain Name Server is een server op het Internet die URL’s (Universal Resource Locater) als “www.belkin.com” vertaalt in IP-adressen. De meeste providers verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. De optie “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet zijn geselecteerd als uw ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch IP gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNSadres en een secundair DNS-adres invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u een dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-adres in te vullen. Laat het vakje behorend bij “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) aangevinkt. Om de gegevens van het DNS-adres in te voeren, verwijdert u het vinkje voor de optie “Automatic from ISP” en vult u uw DNS-gegevens in de daarvoor bestemde ruimte in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2) om de instellingen op te slaan. 1 Alternatieve installatiemethode Uw WAN Media Access Controller (MAC)-adres configureren Alle netwerkcomponenten waaronder kaarten, adapters en routers hebben een uniek “serienummer” dat bekend is als MAC-adres. Uw Internet Service Provider (ISP) slaat het MAC-adres van de adapter van uw computer doorgaans op en laat alleen die computer verbinding maken met de internetservice. Wanneer u nu de router installeert, wordt diens eigen MAC-adres door de provider ‘bespeurd’ en komt er waarschijnlijk geen verbinding tot stand. Belkin omzeilt dat probleem door het bieden van de mogelijkheid het MAC-adres van de computer in de router te klonen (kopiëren). Dit MAC-adres wordt op zijn beurt door het systeem van de ISP gezien als het oorspronkelijke MAC-adres waardoor de verbinding kan werken. Als u niet zeker weet of uw provider het originele MAC-adres wil zien, kunt u nu voor de zekerheid eenvoudigweg het MAC-adres klonen van de computer die oorspronkelijk op het modem was aangesloten. Het klonen van dit adres levert voor uw netwerk geen enkel probleem op. Uw MAC-adres klonen Bij het klonen van uw MAC-adres moet u ervoor zorgen dat u de computer gebruikt die OORSPRONKELIJK WAS AANGESLOTEN op uw modem voordat de router werd geïnstalleerd. Klik op de knop “Clone” (Klonen)(1). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Uw MAC-adres is nu naar de router gekloond. Een specifiek MAC-adres invoeren Onder bepaalde omstandigheden kunt u een specifiek WAN MAC-adres nodig hebben. U kunt zo’n adres met de hand invoeren op de pagina “MAC Address”. Typ een MAC-adres in in de daarvoor beschikbare ruimte (2) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3) om de wijzigingen op te slaan. Het WAN MAC-adres van de router is nu veranderd in het door u opgegeven MAC-adres. (1) (3) 36 (2) Gebruik maken van de geavanceerde web-based Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal “192.168.2.1” (zonder aanhalingstekens) en niet iets anders als “http://” of “www” ervoor en druk vervolgens op de entertoets. 1 2 3 In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. LAN-instellingen bekijken Als u klikt op de kopregel van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina van de LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de instellingen te bekijken of één van de LAN-instellingen te wijzigen klikt u op “LAN Settings” (LAN-instellingen) (2) of als u een lijst wilt bekijken van de aangesloten computers klikt u op “DHCP Client List” (3). (1) 4 5 6 7 8 (2) (3) 9 10 37 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface LAN-instellingen wijzigen Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router bekijken en aanpassen. (1) (2) (3) (4) (5) (6) 1. IP-adres Het IP-adres is het interne IP-adres van de router. Het standaard IPadres is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde installatie-interface te openen, moet u dit adres in de adresbalk van uw browser typen. U kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een niet-routeerbaar IP: 192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) 10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) 2. Subnetmasker Het subnetmasker hoeft niet te worden veranderd. Dit is een unieke, geavanceerde eigenschap van uw router van Belkin. Weliswaar kunt u het subnetmasker indien nodig wijzigen maar wij raden u aan niets aan het masker te veranderen tenzij u daarvoor een goede reden hebt. De standaardinstelling is “255.255.255.0”. 38 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. 4. 1 DHCP-server De DHCP-serverfunctie maakt de setup van een netwerk bijzonder makkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een IPadres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld). Indien nodig kan de DHCP-server worden uitgeschakeld, maar om dit te doen moet u voor iedere computer in uw netwerk handmatig een statisch IP-adres instellen. Om de DHCP-server uit te schakelen, selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 2 IP Pool 5 5. Lease Time De tijd dat de DHCP-server het IP-adres voor elke computer bewaart. Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft op “Forever” (Altijd). Ook de standaard-instelling is “Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door de DHCP-server aan een computer toegewezen IP-adres voor die bepaalde computer nooit verandert. Door het instellen van kortere leasetijden zoals een dag of een uur komen IP-adressen na de gespecificeerde tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van een bepaalde computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. Als u één van de andere geavanceerde functies van de router heeft ingesteld zoals DMZ of client IP-filters, dan zijn deze afhankelijk van het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IP-adres wilt wijzigen. 6. Lokale domeinnaam De standaard instelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam (netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling niet te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt het netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”. 39 4 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Dit is een voorraad IP-adressen die u in reserve houdt voor dynamische toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is 2-100 (99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw begin- en eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, betekent dit dat u bij 150 of lager moet eindigen om de limiet van 100 cliënten niet te overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben dan het eind-IP-adres. 3 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken U kunt een overzicht bekijken van de computers (ofwel “cliënten”) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1) van de computer evenals de hostnaam (2) (als de computer er één heeft toegewezen gekregen) bekijken en het MAC-adres(3) van de netwerkinterfacekaart (NIC) van de computer. Wanneer u de knop “Refresh” (Vernieuwen) (4) indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn gewijzigd, wordt de lijst bijgewerkt. (1) (2) (3) (4) (5) (6) Uw draadloze netwerk configureren Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam van het draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptieinstellingen wijzigen. U kunt de router hier ook voor gebruik als accesspoint configureren. 40 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen 3 4 5 6 7 8 (1) 9 (2) (3) 10 (4) (5) (6) Let op: Wij raden u aan regelmatig te controleren of er firmware-updates voor de router beschikbaar zijn. Dit kunt u doen via de pagina “Utilities > Firmware update”. Nieuwere firmware kan bijvoorbeeld bepaalde problemen oplossen, extra functies toevoegen en/of de draadloze prestaties verhogen (zie bladzijde 66). 41 2 Hoofdstuk Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die bekend is als SSID (Service Set Identifier). De SSID is de naam van uw netwerk. De standaard netwerknaam van de router is “Belkin N Wireless” gevolgd door zes getallen die uniek zijn voor uw router. Uw netwerknaam ziet er ongeveer als volgt uit: “Belkin_N_Wireless_123456”. U kunt deze naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd laten. Onthoudt dat als u de naam van uw draadloze netwerk wijzigt, en er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, dat de nieuwe naam van uw netwerk moet afwijken van die andere draadloze netwerken. Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het SSID-veld in(1) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(2). De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten ook uw draadloos werkende computers opnieuw worden geconfigureerd om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor meer informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. 1 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Het draadloze kanaal wijzigen U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn er 11 kanalen en in het Verenigd Koninkrijk (en de meeste andere Europese landen) 13 kanalen waaruit u kunt kiezen. Een klein aantal andere landen stelt andere eisen aan het kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij actief kan zijn op de juiste kanalen voor het land waarin u zich bevindt. Indien nodig kan dit adres worden gewijzigd. Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk op een ander kanaal worden ingesteld dan de andere draadloze netwerken. Uitbreidingskanaal De IEEE 802.11n draft specificatie maakt het gebruik van een tweede kanaal mogelijk om de bandbreedte te verdubbelen (zie “Gebruik maken van de bandbreedteschakelaar) op de volgende bladzijde). Er zal een uitbreidingskanaal worden getoond bij gebruik van de 40MHz-modus (zie “Gebruik maken van de draadloze-modusschakelaar”). Indien nodig kan dit adres worden gewijzigd. Gebruik maken van de schakelaar voor draadloze modi Deze schakelaar stelt u in staat de draadloze modus van de router in te stellen. Er zijn verscheidene modi: Opmerking: Bij sommige modi dient u eerst de firmware bij te werken voor ze geactiveerd kunnen worden. 1) Off (Uit) In deze modus wordt het accesspoint van de router uitgeschakeld waardoor er geen draadloze apparaten in het netwerk kunnen worden opgenomen. Het uitschakelen van de draadloze functie van uw router is een uitstekende manier om uw netwerk te beveiligen als u wat langer van huis bent dan normaal, of als u gedurende een bepaalde periode geen gebruik wilt maken van deze functie. 2) 802.11g only (uitsluitend 802.11g) Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen 802.11gapparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. Tragere 802.11bapparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen. 3) 802.11b+g+n Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen zowel 802.11bals 802.11g- als 802.11n-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. 4) 802.11n only (uitsluitend 802.11n) Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen N1/draft 802.11n-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. 802.11gen 802.11b-apparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen. 42 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 2 3 4 5 7 Gebruik maken van de bandbreedteschakelaar Deze schakelaar stelt u in staat de bandbreedte-modi van de draadloze router in te stellen. Er zijn verschillende modi beschikbaar: 1) 20MHz only (uitsluitend 20 MHz) Als u uw router op deze modus instelt, is alleen een 20MHzbandbreedte beschikbaar. Deze modus is compatibel met N, draft 802.11n-, 802.11g- en 802.11b-apparaten, maar beperkt halveert de beschikbare bandbreedte voor N, draft (concept) 802.11n-apparaten. Soms kunt u bepaalde draadloze problemen oplossen door de bandbreedte op “20MHz only” in te stellen. 2) 20MHz/40MHz Auto Als u uw router op deze modus instelt, kan tussen een werking met 20MHz-bandbreedte en 40MHz-bandbreedte gekozen worden. Deze modus maakt 40MHz-bedrijf mogelijk om als de omstandigheden dat toelaten de snelheid van N, concept 802.11n-apparaten op te voeren. Bij aanwezigheid van een 802.11g accesspoint dat een nabijgelegen kanaal bezet, zal de router automatisch overschakelen op 20MHz-werking om de compatibiliteit te optimaliseren. Wij raden u aan deze modus als standaardmodus in te stellen. 43 8 9 10 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Broadcast SSID-functie gebruiken Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID van uw netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk verborgen voor computers die de ether aftasten naar de aanwezigheid van draadloze netwerken. Om de uitzending van uw SSID stil te leggen, maakt u het vakje naast “Broadcast SSID” (SSID uitzenden) leeg en klikt u vervolgens op “Apply changes” (Wijzigingen aanbrengen). De verandering gaat onmiddellijk in. Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken van verbinding met uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY” (Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor meer informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. Protected Mode-schakelaar De Protected-modus zorgt voor een goede werking van N, concept 802.11n-apparaten in uw draadloze netwerk wanneer er ook 802.11g- of 802.11b-apparaten aanwezig zijn of wanneer er binnen de actieradius veel 802.11g- of 802.11b-verkeer is. Gebruik de Protected-modus als uw netwerk bestaat uit een combinatie van draadloze N-kaarten van Belkin en 802.11g- of 802.11b-kaarten. In een omgeving met weinig of geen ander draadloos 802.11g- of 802.11b- netwerkverkeer presteren uw draadloze N-producten het best als de Protected-modus is uitgeschakeld. In een omgeving met veel 802.11g- of 802.11b-verkeer of interferentie bereikt u de beste prestaties van uw N-apparaten door de Protected-modus in te schakelen. Zo voorkomt u dat de prestaties van uw draadloze N-apparatuur niet afnemen. 802.11e/WMM QoS-schakelaar Stelt u in staat draadloos QoS in en uit te schakelen. De beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen Uw router is uitgerust met de nieuwste beveiligingsstandaard WiFi Protected Access 2 (WPA2). Tevens wordt WEP (Wired Equivalent Privacy) beveiliging ondersteund. Normaal is de beveiliging van een draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de beveiligingsinstellingen te wijzigen, klik op “Security” (Beveiliging) op het tabblad “Wireless” (Draadloos). De router maakt beveiliging van uw netwerk mogelijk via WPA2. WPA2 is de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard en maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere Advanced Encryption Standard (AES) encryptietechniek gecombineerd worden. 44 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Systeemvereisten voor WPA2 BELANGRIJK:Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw computers en netwerkadapters zijn bijgewerkt met patches, stuurprogramma’s en cliënt utility-software die WPA2 ondersteunen. U kunt gratis beveiligingspatches van Microsoft® downloaden. Deze patches werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een gratis download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB971021). De update kunt u downloaden van: http://support.microsoft.com/ kb/917021 BELANGRIJK: U moet ook controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/ adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s hebt gedownload en geïnstalleerd. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten van Belkin is er een stuurprogramma-update beschikbaar op de website van Belkin: www.belkin.com/networking. 45 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2) kan via http://support.microsoft.com/kb/826942 gratis een bestand van Microsoft genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access (KB 826942)” gedownload worden. 2 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface WPA/WPA2-Personal (PSK) instellen Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2-Personal (PSK) modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal (PSK) is de modus die doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving terwijl WPA2Enterprise (RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in werkomgevingen waarin een externe radiusserver de netwerksleutel automatisch distribueert naar alle cliënten. Uw router ondersteunt WPA2-Personal (PSK). 1. Nadat u uw router hebt geïnstalleerd, gaat u naar de pagina “Security” (Beveiliging) onder “Wireless” (Draadloos) en selecteert u “WPA/ WPA2-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Voor “Authentication” (Authentificatie), selecteert u “WPA-PSK”, “WPA2-PSK” of “WPA-PSK + WPA2-PSK”. Deze instelling moet voor al uw draadloze cliënten hetzelfde zijn. “WPA-PSK + WPA2-PSK” modus stelt de router in staat cliënten te ondersteunen die gebruik maken van WPA- of WPA2-beveiliging. 3. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw draadloze cliënten hetzelfde zijn. 4. Voer uw “pre-shared key” (PSK) in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw draadloze cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw draadloze cliënten deze instellingen toe. 46 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 2 3 4 5 7 BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn, WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een verbinding met de router mogelijk maken. 8 9 10 WPA-beveiliging instellen Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, moeten uw netwerkkaarten uitgerust zijn met software die WPA ondersteunt. Op het tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiligingspatch van Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch werkt uitsluitend met Windows XP. Uw router ondersteunt WPA-Personal (PSK) en gebruikt een zogenaamde “pre-shared key” (PSK) als netwerksleutel. Een pre-shared key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in de privéomgeving. 47 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface WPA-PSK instellen 1. Selecteer “WPA-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe. 48 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface WEP-encryptie-instellingen bepalen Opmerking voor Mac-gebruikers: De optie “Passphrase” (meervoudig wachtwoord) kan niet gebruikt worden bij Apple® AirPort®. Om encryptie te configureren voor uw Mac-computer, stelt u de encryptie in met behulp van de handmatige methode beschreven in het volgende gedeelte. Selecteer “128-bit WEP” of “64-bit WEP” in het dropdown-menu. 2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u de WEP-sleutel opgeven door de hexadecimale WEP-sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om hieruit een WEP-sleutel te creëren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 3. De encryptie is nu ingesteld voor de router. Alle computers van uw draadloze netwerk moeten nu met hetzelfde wachtwoord worden geconfigureerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. 49 Hoofdstuk 1. 1 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik maken van een hexadecimale sleutel Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die kunnen worden opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128-bits sleutels hebben een lengte van 26 karakters en kunnen worden opgedeeld in 13 combinaties van twee tekens. Bijvoorbeeld: AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters van A t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze sleutel om de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze computers te programmeren. Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPortproducten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. 50 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik maken van de accesspoint-modus Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden gebruikt. De router kan ook zodanig worden geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze modus is het gebruik van de functie “NAT IP-sharing” en de DHCP-server niet mogelijk. In de accesspoint-modus moet de router worden geconfigureerd met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt als het overige netwerk waarmee u een bridge (brug) tot stand wilt brengen. Het standaard IP-adres is 192.168.2.254 en het subnetmasker is 255.255.255.0. Deze kunnen naar behoefte worden aangepast. 1 2 3 4 5 Schakel de AP-modus in door “Enable” (Activeren) te selecteren op de pagina “Use as Access Point only” (Alleen als accesspoint gebruiken). Als u deze optie kiest kunt u de IP-instellingen veranderen. 6 2. Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 7 3. Sluit een kabel aan op de modempoort van de router en verbind deze met uw bestaande netwerk. 8 De router fungeert nu als accesspoint. Om toegang te krijgen tot de geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router, typt u het door u gespecificeerde IP-adres in de navigatiebalk van uw browser in. De encryptie-instellingen, Mac-adressenfiltering, de SSID en het kanaal kunt u normaal instellen. 51 9 10 Hoofdstuk 1. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface MAC-adressen beheren Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het draadloze netwerk. Let op: De filterlijst is alleen van toepassing op draadloze computers. U kunt instellen dat elke computer die probeert het draadloze netwerk binnen te komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze functie inschakelt, dient u van elke cliënt (computer) het MAC-adres in te voeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie “Block” (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC-adres van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen. (1) (2) (3) (4) (5) 52 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die toegang krijgen tot het netwerk 1. Selecteer het keuzerondje voor “Allow” (Toelaten) (1) om te beginnen met het opstellen van een lijst van computers die u tot het draadloze netwerk wilt toelaten. 2. Typ nu in het lege veld “MAC Address” (3) het Mac-adres van de draadloze computer die u tot het draadloze netwerk wilt toelaten en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4). 3. Doe dit voor elke computer die u toegang wilt verlenen. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen. De “Deny Access”-lijst stelt u in staat specifieke computers de toegang tot het netwerk te ontzeggen. Elke computer die in die lijst is opgenomen zal de toegang tot het draadloze netwerk geweigerd worden. Alle andere computers krijgen wel toegang. 1. Selecteer het keuzerondje voor “Deny” (Weigeren) (2) om een lijst op te stellen van computers die u geen toegang wilt geven tot het draadloze netwerk. 2. Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address” (3) het Mac-adres in van de draadloze computer die u geen toegang tot het draadloze netwerk wilt verlenen en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4). 3. Doe dit voor elke computer die u geen toegang wilt verlenen. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen. (1) (4) (2) (3) (5) 53 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Een “Deny Access” (Toegang geweigerd) lijst creëren 1 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Configuratie van de firewall Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen uiteenlopende hackeraanvallen zoals: • IP Spoofing • Land Attack Ping of Death (PoD) • Denial of Service (DoS) • IP met lengte nul • Smurf Attack • TCP Null Scan • SYN flood • UDP flooding • Tear Drop Attack • ICMP defect • RIP defect • Fragment flooding De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling verdient de firewall ingeschakeld te laten. Door het uitschakelen van de firewallbescherming is uw netwerk weliswaar niet volledig weerloos tegen hackeraanvallen maar toch is beter de firewall ingeschakeld te laten. 54 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Interne forwarding-instellingen configureren De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe (Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server (Poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne netwerk. Omdat uw interne computers door een firewall worden beveiligd, kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) hen niet bereiken omdat zij “onzichtbaar” zijn. Er is een lijst van populaire toepassingen beschikbaar voor het geval dat u de functie van de virtuele server voor een specifieke applicatie moet configureren. Als uw applicatie niet in de lijst voorkomt, neem dan contact op met de leverancier van de applicatie om te bepalen welke poortinstellingen u dient te gebruiken. 1 2 3 4 5 7 8 9 10 Applicaties kiezen Selecteer de applicatie in het dropdown-menu. Klik op “Add” (Toevoegen). De instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan. Om een applicatie te verwijderen, selecteert u het nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op “Clear” (Leeg maken). Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de interne (server) computer in, geeft u de poort(en) op die vrijgegeven moeten worden (met een komma tussen de poorten als u meer poorten wilt opgeven), selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). U kunt per intern IP-adres slechts één poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Het is beter de instellingen uit te schakelen wanneer u een specifieke applicatie niet gebruikt. 55 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Cliënt IP-filters instellen De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-mail of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep computers of verschillende computers. Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer af te sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer in de IP-velden invoeren (1). Vervolgens vult u in de beide poortvelden het getal “80” in (2). Selecteer “Both” (Beide) (3). Selecteer “Block” (Blokkeren)(4). U kunt ook “Always” (Altijd) kiezen om de toegang permanent af te sluiten. Selecteer de begindatum bovenaan (5), de begintijd bovenaan (6), de einddatum onderaan (7)en de eindtijd (8) onderaan. Selecteer “Enable” (Activeren) (9). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het door u opgegeven IP-adres heeft nu binnen de door u aangegeven periode geen toegang tot het Internet. Let op: Zorg ervoor dat u de juiste tijdzone selecteert onder “Utilities> System Settings> Time Zone”. (1) (2) (3) 56 (4) (5) (6) (7) (8) (9) Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De gedemilitariseerde zone (DMZ) activeren Met de DMZ-functie kunt u één van de computers van uw netwerk buiten de firewall plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de firewall bij een bepaalde toepassing als een game of video-vergaderen problemen veroorzaakt. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. De computer in de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET beschermd tegen hackeraanvallen. 1 2 3 4 5 7 8 9 10 Om een computer in de DMZ te plaatsen voert u de laatste twee cijfers van zijn IP-adres in het IP-veld in en selecteert u “Enable” (Activeren). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging te activeren. Als u meerdere statische WAN IP-adressen gebruikt, kunt u aangeven aan welk WAN IP-adres de DMZ-host wordt gericht. Vul het WAN IP-adres in waaraan de DMZ-host moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het IP-adres van de DMZ-hostcomputer, selecteer “Enable” (Activeren) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 57 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik van een dynamisch DNS De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor dynamische IP-adressen in een van de vele domeinen van DynDNS.org, waardoor de toegang tot uw netwerkcomputers vanaf verschillende plaatsen op het internet eenvoudiger is. DynDNS.org biedt deze service voor een maximum van vijf hostnamen gratis aan de internetgemeenschap. De dynamische DNSSM-service is ideaal voor een privé-website, bestandsserver, maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw pc thuis en de bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze service verzekert u zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IP-adres, zelfs als uw ISP dit adres wijzigt. Als uw IP-adres verandert kunnen uw vrienden en collega’s u altijd vinden via yourname.dyndns.org! U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via http:// www.dyndns.org. De Dynamic DNS Update Client van de router installeren. Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan te melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit gedaan hebt, kunt u verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen. 1. Selecteer DynDNS als “DDNS Service” (1). 2. Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld “User Name” (Gebruikersnaam) (2). 3. Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld “Password / Key” (3). 4. Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in in het veld “Domain Name” (4). 5. Klik op “Update Dynamic DNS” (5) om uw IP-adres te updaten. Indien het door uw provider aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de router uw nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.org-servers. U kunt dit ook handmatig doen door te klikken op de knop “Update Dynamic DNS” (5). (1) (2) (3) (4) (5) 58 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 ICMP-pings blokkeren Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder de naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden. Door naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen van het IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets interessants bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op ICMP-pings van buiten reageert. Dit verhoogt het beveiligingsniveau van uw router. 2 3 4 5 6 7 8 9 Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP Ping” (ICMP-ping blokkeren)(1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De router reageert nu niet op ICMP-pings. Hulpprogramma’s In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende parameters van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren. 59 10 Hoofdstuk (1) Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De router herstarten Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms nodig zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen van de router worden door opnieuw starten NIET gewist. De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen 1. Klik op de knop “Restart Router” (Router opnieuw opstarten). 2. De volgende melding verschijnt. Klik op “OK”. 3. De volgende melding verschijnt. Het herstarten van de router kan tot 60 seconden duren. Tijdens het herstarten mag u de netvoeding van de router niet uitschakelen. 4. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zal de router automatisch herstart worden. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw browser in (standaard = 192.168.2.1). 60 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 De fabrieksinstellingen herstellen Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. 1. 2 3 4 Klik op de knop “Restore Defaults” (Standaard instellingen herstellen). 5 2. De volgende melding verschijnt. Klik op “OK”. 3. De volgende melding verschijnt. Tot het herstellen van de standaardinstellingen behoort ook dat de router opnieuw wordt opgestart. Deze procedure kan tot 60 seconden duren. Tijdens het herstarten mag u de netvoeding van de router niet uitschakelen. 7 8 4. 9 10 Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zullen de standaardinstellingen van de router hersteld zijn. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in op de navigatiebalk van uw browser. 61 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De huidige configuratie opslaan Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan. Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware bijwerkt. 1. Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open met de naam “File Download” (Bestand downloaden). Klik op “Save” (Opslaan). 2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren waar u het configuratiebestand wilt opslaan. Selecteer een lokatie. U kunt het bestand elke naam geven die u wilt of de standaardbenaming “user.conf”. gebruiken. Zorg ervoor dat u het bestand een naam geeft die u later gemakkelijk kunt terugvinden. Wanneer u de locatie en de naam van het bestand hebt gekozen, klikt u op “Save” (Opslaan). 62 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. 1 Als het bestand is opgeslagen, verschijnt het volgende scherm. Klik op “Close” (Sluiten). 2 3 De configuratie is nu bewaard. 4 5 Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen. 7 8 9 10 1. Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle configuratiebestanden hebben de extensie “.conf”. Zoek het configuratiebestand op dat u wilt herstellen en dubbelklik erop. 63 Hoofdstuk 6 Vorige configuratie herstellen Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 2. U krijgt de vraag of u wilt doorgaan. Klik op “OK”. 3. Er verschijnt een herinneringsvenster. De herstelprocedure van uw configuratiebestand kan tot 60 seconden in beslag nemen. Klik op “OK”. 4. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zal de configuratie van de router hersteld zijn. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw browser in (standaard = 192.168.2.1). 64 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 De firmware bijwerken Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de router. Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies en oplossingen voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe firmware uitbrengt, kunt u deze downloaden van de website en de firmware van de router bijwerken tot en met de nieuwste versie. 2 3 4 5 6 7 8 Beschikbaarheid van nieuwe firmwareversies nagaan Met de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) (1) kunt u onmiddellijk nagaan of er nieuwe firmwareversies beschikbaar zijn. Als u op de knop klikt, verschijnt er een browservenster waarin wordt aangegeven dat er geen nieuwe firmware beschikbaar is, of dat er een nieuwe versie beschikbaar is. Als er een nieuwe versie beschikbaar is, kunt u deze downloaden. 65 9 10 Hoofdstuk (1) Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Een nieuwe firmwareversie downloaden Als u op de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) klikt en er een nieuwe firmwareversie beschikbaar is, verschijnt er een scherm dat lijkt op onderstaande afbeelding. 1. Om de nieuwe firmwareversie te downloaden, klikt u op “Download”. 2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren voor het bewaren van het firmwarebestand. Selecteer een lokatie. U kunt het bestand elke naam geven die u wilt, of gewoon de standaard naam gebruiken. Zorg ervoor dat u het bestand later ook weer terug kunt vinden. Zodra u een lokatie hebt geselecteerd, klikt u op “Save” (Opslaan). 66 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. Als het bestand is opgeslagen ziet u het volgende scherm. Klik op “Close” (Sluiten). 1 2 3 4 5 6 7 Firmware van de router bijwerken 8 1. 9 2. Op de pagina “Firmware Update” (Firmware bijwerken) klikt u op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het bijgewerkte firmwarebestand kunt selecteren. 10 Ga naar het firmwarebestand dat u hebt gedownload. Selecteer het bestand door dubbel te klikken op de bestandsnaam. 67 Hoofdstuk Het downloaden van de firmware is voltooid. Om de firmware bij te werken, gaat u te werk als aangegeven in het volgende hoofdstuk “Firmware van de router bijwerken”. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. Het “Update Firmware”vakje (Firmware bijwerken) toont nu de locatie en de naam van het firmwarebestand dat u zojuist hebt geselecteerd. Klik op “Update” (Bijwerken). 4. U krijgt de vraag te zien of u zeker weet dat u wilt doorgaan. Klik op “OK”. 5. U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van de firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op “OK”. 6. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zal de firmware van de router zijn bijgewerkt. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit niet het geval is, typ dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in in de navigatiebalk van uw browser. 68 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Systeeminstellingen wijzigen Op de pagina “System Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw wachtwoord invoeren voor de systeembeheerder, de tijdzone instellen, beheer op afstand inschakelen en de NAT-functie van de router aan- en uitschakelen. 2 Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen 4 5 6 7 8 9 De inlog-timeoutinstelling wijzigen Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de Advanced Setup Interface aangebracht en daarna uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten. Let op: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced Setup-Interface. 69 10 Hoofdstuk De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u hier een wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het op een veilige plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen op de router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken. 3 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Tijd en tijdzone instellen De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt. U hebt de mogelijkheid een primaire en een backup NTP-server te selecteren om de klok van uw router gesynchroniseerd te houden. Selecteer de gewenste NTPserver in het dropdown-menu, of gebruik de huidige instelling. Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast “Enable Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet zelf instellen. Beheer op afstand mogelijk maken Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt, DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management” (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Wanneer u uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer op het Internet, dan krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van uw router moet invoeren. De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor beheer op afstand. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen wachtwoord gebruikt, loopt uw router het risico van indringers. 70 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Geavanceerde functie: De optie “Remote Access Port” stelt u in staat de “Remote Access Port for Remote Management”-functie te configureren. De standaard toegangspoort is poort 80. 1 2 3 4 5 Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden gebruikt. ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT INGESTELD, voordat u deze functie activeert. Network Address Translation (NAT) is de methode waarvan de router gebruik maakt voor het delen van het enkele IP-adres dat uw provider heeft toegekend met de andere computers binnen uw netwerk. Deze functie dient uitsluitend te worden gebruikt als uw provider u meerdere IP-adressen toekent of als u NAT moet uitschakelen in verband met een geavanceerde systeemconfiguratie. Als u slechts een enkel IP-adres heeft en u schakelt NAT uit, dan zullen de computers binnen uw netwerk geen gebruik kunnen maken van het Internet. Andere problemen kunnen ook voorkomen. Door het uitschakelen van NAT worden uw firewallfuncties niet aangetast. 71 6 7 8 9 10 Hoofdstuk NAT (Network Address Translation) inschakelen/uitschakelen Gebruik maken van de geavanceerde web-based UPnP inschakelen/uitschakelen UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die naadloze voice- en video-messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UPnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van UPnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te slaan. Automatische software-update inschakelen/uitschakelen Deze vernieuwing geeft de router de ingebouwde mogelijkheid automatisch te controleren of er een nieuwe versie bestaat van de firmware en u te waarschuwen als de nieuwe firmware beschikbaar is. Wanneer u inlogt op de geavanceerde interface van de router, dan gaat de router controleren of er nieuwe software beschikbaar is. Als er nieuwe firmware gedownload kan worden, wordt u daarvan op de hoogte gesteld. U kunt er dan voor kiezen de nieuwe versie te downloaden of verder te gaan met hetgene waar u mee bezig was. 72 Netwerkinstellingen handmatig Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor verbinding met het Internet. Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Mac OS tot 9.x 1 2 3 1. Open het “Apple”-menu. Selecteer “Control Panels” (Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”. 4 2. U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet Built-In” (Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdown-menu “Connect via:” (Verbinding maken via) (1). 5 3. Naast “Configure” (1) (Configureren) (2), als “Manually” (Handmatig) (2) is geselecteerd, moet uw router ook worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te voeren. 6 7 8 9 10 4. Als dit niet al bij “Configure” (Configureren) is ingesteld, kiest u “Using DHCP Server”(Gebruik maken van DHCP-server). Hierdoor geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te halen. 5. Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht, verschijnt het volgende venster. Klik op “Save” (Opslaan). Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor gebruik met de router. 73 Netwerkinstellingen handmatig configureren Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren 1. Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 2. Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 3. Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show” (Tonen) in het netwerkmenu. (1) (5) (2) (3) (4) 74 Netwerkinstellingen handmatig configureren 4. 5. Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure” (Configureren)(4) moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using DHCP” (DHCP gebruiken) te zien zijn. Is dat niet het geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat “Connect using PPPoE” (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u uw router configureren voor een verbinding van het type PPPoE met behulp van uw gebruikersnaam en wachtwoord. Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de 1 2 3 4 5 6 8 adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de router moeten invoeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure” (Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4) en klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen). Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 75 9 10 Hoofdstuk 7 Netwerkinstellingen handmatig configureren Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Windows 2000, NT en XP 1. Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel” (Configuratiescherm). 2. Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerk- en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network” (Netwerk) (Windows XP). 3. Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer “Properties” (Eigenschappen) in het dropdown-menu. 4. In het venster “Local Area Connection Properties” (Eigenschappen lokale verbinding) klikt u op “Internet Protocol (TCP/IP)” en op de knop “Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm: (1) (2) (3) 5. Wanneer “Use the following IP address” (Gebruik het volgende IP-adres) (2) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch IP-verbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de router moeten invoeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteer dan “Obtain an IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen) (1) en “Obtain DNS server address automatically” (DNSserveradres automatisch ophalen) (3). Klik op “OK”. Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 76 Netwerkinstellingen handmatig configureren Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows 98SE of Me 1. 2. Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My Network Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving) en selecteer “Properties” (Eigenschappen). Selecteer “TCP/IP Settings” (TCP/IP Instellingen) voor de geïnstalleerde netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen. (3) (1) 1 2 3 4 5 6 (2) 8 9 3. Als “Specify an IP address” (IP-adres specificeren) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de router moeten invoeren. 4. Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad “IP Address” (IP-adres) (3). 5. Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het diagram in. 6. Selecteer het tabblad “DNS Configuration” (DNSconfiguratie) (1). Noteer het DNS-adres/de DNS-adressen in het diagram. 7. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u “Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen) op het tabblad voor IP-adressen. Klik op “OK”. Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router. 77 10 Hoofdstuk 7 Aanbevolen instellingen van de webbrowser Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen. Als u problemen hebt met het openen van het internet of de geavanceerde via het internet bereikbare gebruikersinterface, verander dan de huidige instellingen van uw browser in de aanbevolen instellingen die u in dit hoofdstuk vindt. Microsoft® Internet Explorer 4.0 of hoger 1. Start uw browser. Selecteer “Tools” (Extra) en vervolgens “Internet Options” (Internetopties). 2. In het scherm “Internet Options” (Internetopties) vindt u drie keuzemogelijkheden. “Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken), “Dial whenever a network connection is not present” (Maak verbinding indien er geen netwerkverbinding aanwezig is) en “Always dial my default connection” (Altijd mijn standaardverbinding gebruiken). Als u een keus kunt maken, selecteer dan “Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan naar de volgende stap. 3. In het venster “Internet Options” (Internetopties) klikt u op “Connections” (Verbindingen) en selecteert u “LAN Settings…” (LANinstellingen). 78 Aanbevolen instellingen van de webbrowser 4. Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt: “Automatically detect settings” (Instellingen automatisch detecteren), “Use automatic configuration script” (Script voor automatische configuratie gebruiken) en “Use a proxy server” (Proxyserver gebruiken). Klik op “OK”. Klik vervolgens op de pagina “Internet Options” (Internetopties) opnieuw op “OK”. 1 2 3 4 5 6 7 Netscape® Navigator® 4.0 of hoger 1. Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op “Preferences” (Voorkeurinstellingen). 2. Klik in het venster “Preferences” (Voorkeurinstellingen) op “Advanced” (Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”. In het venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the Internet” (Rechtstreekse verbinding met het internet). 79 9 10 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen De cd met de Setup-Assistent start niet automatisch. Als de cd-rom de Setup-Assistent niet automatisch kan starten, is de computer misschien bezig met andere applicaties die de werking van het cdromstation storen. 1. Als het openingsvenster van de Setup-Assistent niet binnen 15 tot 20 seconden verschijnt, opent u het cd-romstation door te dubbelklikken op het pictogram “My Computer” (Deze computer) op uw desktop 2. Dubbelklik vervolgens op het cd-romstation waarin de cd van de SetupAssistent is geplaatst om de installatie te starten. 3. De Setup-Assistent moet binnen een paar seconden starten. Als in plaats daarvan een venster verschijnt met een overzicht van de bestanden op de cd, dubbelklik dan op het pictogram dat wordt aangeduid met “SetupAssistant”. 4. Als de Setup-Assistent nog steeds niet start, raadpleeg dan het hoofdstuk “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig configureren) (pagina 74 van deze handleiding) voor een alternatieve installatiemethode. De Setup-Assistent kan de router niet vinden. Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet kan vinden tijdens het installeren: 1. Als de Setup-Assistent er niet in slaagt de router te vinden, kan het zijn dat er op de computer die probeert verbinding te maken met het Internet, firewall-software van derden is geïnstalleerd. Voorbeelden van firewall-software van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall, en Norton Personal Firewall. Als u dergelijke software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de toegang tot Internet blokkeert door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij uitgeschakelde firewall moet u de instellingen van de firewall aanpassen. Zie de instructies van de producent van uw firewall-software voor instructies over het configureren van de firewall op een manier die internettoegang mogelijk maakt. 80 Problemen oplossen 2. 3. 4. Neem de stekker van de router gedurende 10 seconden uit het stopcontact en steek die daarna terug. Controleer of de “router”-LED continu (BLAUW) brandt. Is dit niet het geval, controleer dan of de voedingsadapter goed op de router en het stopcontact is aangesloten. Controleer of er een kabel is aangesloten tussen de netwerk (Ethernet) poort aan de achterkant van de computer en een van de “to Wired Computers”-poorten (naar bedrade computers) aan de achterkant van de router. 1 2 3 4 Let op: de computer mag NIET worden aangesloten op de poort “modem” op de achterzijde van de router. 5 Kijk wat er gebeurt als u de computer afsluit, opnieuw opstart en vervolgens de Setup-Assistent weer start. 6 Als de Setup-Assistent de router nog steeds niet kan vinden, raadpleeg dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig configureren) voor de afzonderlijke installatiestappen. 7 8 Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet met internet kan verbinden: 9 1. Gebruik de in de Setup-Assistent.voorgestelde oplossingen. 2. Als uw provider een gebruikersnaam en een wachtwoord eist, controleer dan of u de gebruikersnaam en het wachtwoord correct hebt ingevuld. Bij sommige gebruikersnamen moet de domeinnaam van de provider aan het einde van de naam staan. Een voorbeeld: “[email protected]”. Het gedeelte “@mijnisp.com” van de gebruikersnaam moet u wellicht ook achter uw gebruikersnaam typen. Als u nog steeds geen verbinding met internet krijgt, zie dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig configureren) (pagina 74 van deze handleiding) voor een alternatieve installatiemethode. 81 10 Hoofdstuk Setup-Assistent kan mijn router niet met het Internet verbinden Problemen oplossen • De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn webbrowser werkt niet. • Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED op de router brandt niet en de LED voor “internet” knippert. Als u geen verbinding met het Internet kunt maken, de “modem”-LED niet brandt en de LED voor “Internet” knippert, zijn uw router en modem waarschijnlijk niet goed aangesloten. 1. Zorg ervoor dat de netwerkkabel tussen de modem en de router correct is aangesloten. Het ene uiteinde van de kabel moet zijn aangesloten op de poort aangeduid met “to modem” (naar het modem), en het andere uiteinde op de netwerkpoort van uw modem. 2. Ontkoppel de voeding van het kabel- of DSL-modem. Zet het modem na drie minuten weer aan en/of sluit de kabel weer aan. Dit kan ervoor zorgen dat het modem de router herkent. 3. Zet de router uit, wacht 10 seconden en zet hem weer aan. De router zal nu opnieuw proberen contact te zoeken met het modem. Neem contact op met de technische hulpdienst van Belkin als de “modem”LED op de router na deze stappen nog niet brandt. 4. Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit en weer opstart. 82 Problemen oplossen De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn webbrowser werkt niet. • Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED op de router brandt en de LED voor “internet” knippert. 1. Als u geen verbinding met internet krijgt, de “modem”-LED brandt en de “internet”-LED knippert, komt uw type verbinding wellicht niet overeen met dat van uw provider. 2. Als u een verbinding met een statisch IP-adres hebt, moet u het IPadres, subnetmasker en gateway-adres van uw provider krijgen. Zie de paragraaf “Alternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode) voor informatie over het wijzigen van deze instelling. 3. Als u een PPPoE-verbinding hebt, wijst uw provider u een gebruikersnaam toe, een wachtwoord en soms een servicenaam. Zorg ervoor dat het type verbinding van uw router is geconfigureerd als “PPPoE” en controleer of de instellingen correct zijn. Raadpleeg het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode” voor informatie over het wijzigen van deze instelling. 4. U moet wellicht uw router configureren om te kunnen voldoen aan de specifieke vereisten van uw provider. Om in onze Knowledge Base te zoeken naar onderwerpen betreffende provider-gerelateerde zaken, gaat u naar: http://web.belkin.com/support en typt u “ISP” in. Als u na het controleren van deze instellingen nog steeds geen verbinding met het internet krijgt, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. 83 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk • Problemen oplossen • De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn webbrowser werkt niet. • Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED op de router knippert en de LED voor “internet” brandt continu. 1. Als de “modem”-LED knippert en de“internet”-LED continu brandt en u toch geen verbinding met het internet krijgt, probeert wellicht op de computer geïnstalleerde firewall software toegang tot het internet te krijgen. Firewall-software van derden is bijvoorbeeld: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall en Norton Personal Firewall. 2. Als u dergelijke software op uw computer hebt geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de toegang tot Internet blokkeert door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding bij uitgeschakelde firewall goed werkt, moet u de instellingen van de firewall aanpassen. 3. Zie de instructies van de producent van de firewall-software voor het configureren van de firewall op een manier die de toegang tot het internet mogelijk maakt. Als u na het uitschakelen van de firewall-software nog steeds geen toegang tot het internet krijgt, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. 84 Problemen oplossen Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen. Als u met een draadloze computer geen verbinding met het internet kunt krijgen, controleer dan de volgende punten: 1. Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een router van Belkin geldt het volgende voor de lampjes: • De “router”-LED zou moeten branden. • De “Modem”-LED moet constant branden en niet knipperen. • De “internet”-LED moet constant branden en niet knipperen. • De “wireless”-LED moet constant branden en niet knipperen. 2. Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram rechts onderin het scherm. 3. Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken) - de draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden. Ja, mijn netwerknaam is opgenomen in het overzicht—ga naar de oplossing voor het probleem “Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend” in het hoofdstuk “Problemen oplossen”. Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld — ga naar de probleemoplossing “Ik kan geen draadloze verbinding met het internet maken en de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld”. 85 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor? 1 Problemen oplossen Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend. Als de juiste netwerknaam in het overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken) staat, volg dan de onderstaande stappen om een draadloze verbinding te maken. 1. Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare netwerken. 2. Als voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn geactiveerd, moet u de netwerksleutel invoeren. Meer informatie over beveiliging vindt u in het hoofdstuk “De beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen”. 3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links onderin uw scherm, groen. Dat betekent dat er een verbinding met het netwerk tot stand is gebracht. Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend. Als de naam van uw netwerk niet in het overzicht “Available Networks” (Beschikbare netwerken) van het hulpprogramma is vermeld, kunt u het probleem wellicht als volgt oplossen: 1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand van tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit het hulpprogramma en heropen het. Als de naam van het netwerk nu wel in het overzicht “Available Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt, hebt u mogelijk een probleem met het bereik of last van storing. Mogelijke oplossingen hiervoor vindt u in het hoofdstuk “De ideale plaats voor uw draadloze N router” in deze handleiding. 2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat “Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en SSID). Als u na deze stappen nog steeds geen verbinding met het internet kunt krijgen, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. 86 Problemen oplossen • De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig. • De gegevensoverdracht is soms traag. • Het signaal is zwak. • Problemen bij het tot stand brengen en/of handhaven van een Virtual Private Network-verbinding. Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen de apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn muren en metalen apparaten. Hou er verder rekening mee dat de snelheid van de verbinding afneemt naarmate de afstand tot de router groter is Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen, indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router. De overdrachtssnelheid verlagen — Het verlagen van de overdrachtssnelheid kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de verbinding verhogen. Bij de meeste draadloze netwerkkaarten kan de overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap wilt wijzigen, gaat u naar het “Controle Panel” (Configuratiescherm) in Windows, opent u de map “Network connections” (Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze kaart. Onder “Properties” (Eigenschappen) selecteert u de knop “Configure” (Configureren) op het tabblad “General” (Algemeen). (Gebruikers van Windows 98 dienen de draadloze kaart te selecteren, op “Properties” (Eigenschappen) te klikken). Vervolgens selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd) de “Rate Property” (Overdrachtssnelheid). Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze overdrachtssnelheid voor u maar dit kan periodiek onderbreking van de verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; meestal zijn lagere overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Wij raden u aan te experimenteren met verschillende verbindingssnelheden totdat u de beste snelheid voor uw omgeving heeft gevonden. Alle beschikbare overdrachtssnelheden zijn echter geschikt voor Internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw netwerkkaart. 87 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Het draadloze kanaal wijzigen — Het wijzigen van het kanaal kan een positief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze netwerk indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de prestaties van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde kanaal van de router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende andere kanalen kiezen. Zie voor meer informatie over het kiezen van een kanaal op pagina 43 het hoofdstuk “Van draadloos kanaal wisselen”. 1 Problemen oplossen Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEP-beveiliging op mijn router van Belkin 1. Log in op uw router. Open uw webbrowser en typ het IP-adres van de router in. (De standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1.) Log in op uw router door op de knop “Login” in de rechter bovenhoek van uw scherm te drukken. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen wachtwoord hebt ingesteld, vult u dit veld niet in en klikt u op “Submit” (Verzenden). Klik op het tabblad “Wireless”, links op uw scherm. Selecteer het tabblad “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) om naar de instellingenpagina voor beveiliging te gaan. 2. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu. 3. Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt u uw hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase (meervoudig wachtwoord) in het “Passphrase”-veld invoeren en klikken op “Generate” (Genereren) om uit de passphrase een WEP-sleutel te genereren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m F en 0 t/m 9. Voor 128-bits WEP moet u 26 hexadecimale sleutels invoeren. Bijvoorbeeld: C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. U moet nu elke computer in uw draadloze netwerk met dezelfde beveiligingsinstellingen configureren. WAARSCHUWING: Als u de router op een computer met een draadloze cliënt configureert, moet u ervoor zorgen dat de beveiliging voor deze draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze verbinding. Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPortproducten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. 88 Problemen oplossen Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy (WEP)-beveiliging op een cliëntkaart van Belkin. De cliëntkaart dient de zelfde sleutel te gebruiken als de router. Als uw router bijvoorbeeld gebruik maakt van de sleutel 00112233445566778899A ABBCC, dan moet de cliëntkaart exact dezelfde sleutel gebruiken. 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless Network Utility” te laten verschijnen. 2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en deze configureren. 3. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen). 5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie) 6. Zorg ervoor dat het selectievakje “The key is provided for me automatically” (Ik krijg de sleutel automatisch) onderaan niet is aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet. 7. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde veld naast “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw router. Bijvoorbeeld: C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel 8. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Indien u GEEN gebruik maakt van een draadloze cliëntkaart van Belkin, raden wij u aan de handleiding die hoort bij uw draadloze cliëntkaart hoort te raadplegen. 89 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk 4. 1 Problemen oplossen Ondersteunen de producten van Belkin WPA/WPA2? Let op: Voor het gebruik van WPA-beveiliging moeten al uw cliënten bijgewerkt zijn met stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. U kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. U kunt deze patch hier downloaden: http://www.microsoft.com/downloads/details. U moet tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin. Andere besturingssystemen worden momenteel nog niet ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten zoals 802.11g-producten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA ondersteunen. Download de nieuwste stuurprogramma’s van http://www.belkin.com/support Ik heb problemen met het installeren van Wireless Protected Access (WPA-beveiliging) op een router van Belkin voor een thuisnetwerk. 1. Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten dezelfde zijn. 3. Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en spaties. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in. 90 Problemen oplossen Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze cliëntkaart van Belkin voor een thuisnetwerk. 1 2 Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de router. Als bijvoorbeeld de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen” door de router wordt gebruikt, moeten de cliënten diezelfde sleutel hebben. 3 1. 4 Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 2. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin Wireless Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren. 3. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen). Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie). 5. Typ de WPA-sleutel in in het veld naast “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk:WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw router. 6. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te slaan. 91 6 7 8 9 10 Hoofdstuk 4. 5 Problemen oplossen Ik maak GEEN gebruik van een cliëntkaart van Belkin voor een thuisnetwerk en heb problemen met het instellen van Wireless Protected Access (WPA) beveiliging. Als u geen draadloze desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin gebruikt en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt, dan kunt u van de website van Microsoft kostelooss een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. De patch van Microsoft kunt u downloaden door de informatie-database voor Windows XP WPA te doorzoeken. Opmerking: Dit bestand van Microsoft werkt alleen met Windows XP. Andere besturingssystemen worden momenteel nog niet ondersteund. U moet ook controleren of de producent van de kaart WPA ondersteunt en of u het nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite hebt gedownload en geïnstalleerd. Ondersteunde besturingssystemen: • Windows XP Professional • Windows XP Home Edition 1. In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network Connections” (Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen). 2. Klik met de rechtermuisknop op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken). Het volgende scherm verschijnt. Zorg ervoor dat de optie “Use Windows to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is aangevinkt. 92 Problemen oplossen 3. Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de knop “Configure” (Configureren). Het volgende venster zal verschijnen. 1 2 3 4 5 6 4. Voor gebruik in uw woning of op een klein kantoor, selecteert u onder “Network Administration” (Netwerkbeheer) “WPA-PSK”. 5. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de router. 6. Typ de encryptiesleutel in in het vakje voor de “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk: Voer uw pre-shared key in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 7. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. Wat is het verschil tussen 802.11g en draft (concept) 802.11n? Momenteel bestaan er drie veel gebruikte draadloze netwerkstandaarden waarbij gegevens met uiteenlopende maximumsnelheden worden verzonden. Deze benamingen zijn alle gebaseerd op de aanduiding voor de certificering van netwerkstandaarden. De meest gebruikte standaard voor draadloos netwerkverkeer, 802.11g, maakt een gegevensoverdracht van 54 Mbps mogelijk; 802.11a ondersteunt ook snelheden van 54 Mbps bij gebruik van de 5GHz-frequentie; en 802.11n draft specificatie maakt verbindingssnelheden mogelijk van 300 Mbps. Zie het overzicht op de volgende pagina voor meer informatie. 93 8 9 10 Hoofdstuk Let op: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiusserver) als u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk dat een authentificatieserver ondersteunt zoals een radiusserver. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder. 7 Problemen oplossen Tot 300 Mbps* (draft 802.11n met MIMO) N1 MIMO (draft 802.11n met MIMO) N MIMO (802.11g met MIMO MRC) Frequentie De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons. De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons. De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons. De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons. Compatibiliteit G+ MIMO Tot 54 Mbps* Compatibel met 802.11b/g Compatibel met 802.11b/g Compatibel met draft 802.11n** en 802.11b/g Compatibel met draft 802.11n** en 802.11b/g Bereik* G (802.11g) Tot 54 Mbps* Tot 120 m* Tot 300 m* Tot 365 m* Tot 425 m* Voordeel Snelheid/ gegevenssnelheid* Draadloze technologie Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën Tot 300 Mbps* Veel gebruikt – vooral voor het delen van internetaansluitingen Betere dekking en bereik en constante snelheden Groter bereik en hogere snelheden Geavanceerd – beste reikwijdte en doorvoer *Bereik en verbindingssnelheid afhankelijk van netwerkomgeving. **Deze router is compatibel met producten die gebaseerd zijn op dezelfde 802.11nspecificaties en vereisen mogelijkerwijs een software-upgrade ten behoeve van optimale resultaten. 94 Problemen oplossen Gratis technische ondersteuning* *tegen lokaal telefoontarief www.belkin.com Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op onze website www.belkin.com onder “Ondersteuning”. Als u telefonisch contact wilt opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning, kunt u gebruik maken van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande lijst. 1 2 3 4 TELEFOONUMMER INTERNETADRES OOSTENRIJK 0820 200766 www.belkin.com/uk/networking/ BELGIË 07 07 00 073 www.belkin.com/nl/networking/ TSJECHIË 239 000 406 www.belkin.com/uk/networking/ DENEMARKEN 701 22 403 www.belkin.com/uk/networking/ FINLAND 097 25 19 123 www.belkin.com/uk/networking/ FRANKRIJK 08 - 25 54 00 26 www.belkin.com/fr/networking/ DUITSLAND 0180 - 500 57 09 www.belkin.com/de/networking/ GRIEKENLAND 00800 - 44 14 23 90 www.belkin.com/uk/networking/ HONGARIJE 06 - 17 77 49 06 www.belkin.com/uk/networking/ IJSLAND 800 8534 www.belkin.com/uk/networking/ IERLAND 0818 55 50 06 www.belkin.com/uk/networking/ ITALIË 02 - 69 43 02 51 www.belkin.com/it/support/tech/issues_more.asp LUXEMBURG 34 20 80 85 60 www.belkin.com/uk/networking/ NEDERLAND 0900 - 040 07 90 € 0,10 per minuut www.belkin.com/nl/networking/ NOORWEGEN 81 50 0287 www.belkin.com/uk/networking/ POLEN 00800 - 441 17 37 www.belkin.com/uk/networking/ PORTUGAL 707 200 676 www.belkin.com/uk/networking/ RUSLAND 495 580 9541 www.belkin.com/networking/ ZUID-AFRIKA 0800 - 99 15 21 www.belkin.com/uk/networking/ SPANJE 902 - 02 43 66 www.belkin.com/es/support/tech/networkingsupport. asp ZWEDEN 07 - 71 40 04 53 www.belkin.com/se/support/tech/networkingsupport.asp ZWITSERLAND 08 - 48 00 02 19 www.belkin.com/uk/networking/ VERENIGD KONINKRIJK 0845 - 607 77 87 www.belkin.com/uk/networking/ ANDERE LANDEN +44 - 1933 35 20 00 95 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk LAND Informatie FCC-verklaring VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCC-VOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT Wij, Belkin International, Inc., gevestigd 501 West Walnut Street, Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika, verklaren hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid aanvaarden dat het product met het artikelnummer F5D8233-4 waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan Deel 15 van de FCC-Voorschriften. Het gebruik ervan is onderworpen aan de beide volgende voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke storingen opwekken en (2) het apparaat moet elke ontvangen interferentie accepteren, waaronder storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken. Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling. Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCCvoorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin dient dit apparaat zodanig te worden gebruikt dat bij normaal gebruik de mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft. Ook bij het aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne zodanig worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot een minimum beperkt blijft. Ter voorkoming van de mogelijkheid dat de in de FCC-voorschriften aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan radiofrequente straling worden overschreden, mogen personen de werkende antenne niet dichter naderen dan tot op een afstand van 20 centimeter. Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze grenswaarden zijn vastgesteld als zinvolle bescherming tegen schadelijke interferenties in de woonomgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort, wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u proberen de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen: • Door de ontvangende antenne in een andere richting te draaien of de antenne op een andere plaats te zetten. • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en het ontvangende apparaat. • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten. • Neem voor advies contact op met de verkoper of een deskundig radio/ televisietechnicus. 96 Informatie 1 Wijzigingen De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk door Belkin International, Inc. is goedgekeurd de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen teniet kan doen. 2 Canada – Industry Canada (IC) De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. 4 Cet appareil numérique de la classe B conforme á la norme NMB- 003 du Canada. Kennisgeving betreffende de Europese Unie: Radioproducten die zijn voorzien van de CE 0682- of de CE-aanduiding voldoen aan de R&TTErichtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese Gemeenschap. 3 5 6 7 Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur beantwoordt aan de volgende Europese normen (de overeenkomstige internationale normen zijn tussen haakjes vermeld). 8 • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid 9 • ETS 300 826 Algemene EMC-vereisten voor radioapparatuur. Het zendertype is vermeld op het identificatie-etiket van het apparaat van Belkin. Producten die zijn voorzien van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn voldoen beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de overeenkomstige internationale normen vermeld). • EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie • EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit • EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen • EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van de CE 0682- of CEaanduiding en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo. 97 10 Hoofdstuk • EN 300 328 Technische eisen voor radioapparatuur Informatie Beperkte levenslange productgarantie van Belkin International, Inc. Deze garantie dekt het volgende. Belkin International, Inc. garandeert de oorspronkelijke koper van dit Belkin product dat het product vrij is van ontwerp-, assemblage-, materiaal- en fabricagefouten.. De geldigheidsduur van de dekking is als volgt. Belkin garandeert het Belkin product voor de levensduur van het product. Hoe worden problemen opgelost? Productgarantie. Belkin zal het product dat een defect vertoont naar eigen keus kosteloos (met uitzondering van transportkosten) repareren of vervangen. Wat valt buiten deze garantie? Alle hierin versterkte garanties zijn niet van toepassing als het product van Belkin op verzoek van Belkin niet op kosten van de koper voor onderzoek aan Belkin ter beschikking is gesteld of als Belkin besluit dat het product van Belkin verkeerd is geïnstalleerd, op enige wijze is veranderd of vervalst. De productgarantie van Belkin biedt geen bescherming tegen van buiten komend onheil zoals overstromingen, aardbevingen, blikseminslag, oorlogsmolest, vandalisme, diefstal, normale slijtage, afslijting, depletie, veroudering, misbruik, beschadiging door netspanningsdalingen (z.g. “brownouts” en “sags”), ongeoorloofde programmering en/of wijziging van de systeemapparatuur. Hoe wordt service verleend? Om voor serviceverlening door Belkin in aanmerking te komen, moet u het volgende doen:: 1. Neem binnen 15 dagen na het voorval schriftelijk contact op met de afdeling Customer Service, Belkin International, Inc., 501 W. Walnut St., Compton CA 90220, Customer Service (Klantenservice) of bel +1 (800)223-5546. U moet de volgende gegevens kunnen verstrekken: a. Het artikelnummer van het Belkin-product. b. Waar u het product hebt gekocht. c. Wanneer u het product hebt gekocht. d. De originele aankoopbon. 2. Een medewerker/ster van onze klantenservice zal u vervolgens instrueren hoe u het aankoopbewijs en het product moet verzenden en uitleggen hoe de claim verder afgewikkeld zal worden. 98 Informatie Belkin International, Inc. behoudt zich het recht voor het defecte Belkinproduct te onderzoeken. De kosten voor verzending van het Belkin-product naar Belkin International, Inc. komen volledig voor rekening van de koper. Als Belkin naar eigen bevinding tot de conclusie komt dat het onpraktisch is de beschadigde apparatuur naar Belkin te verzenden, kan Belkin naar eigen goeddunken een deskundige reparatie-inrichting aanwijzen en deze opdragen de betreffende apparatuur te inspecteren en de reparatiekosten ervan te begroten. De eventuele verzendkosten van het product naar de reparatie-inrichting en van de terugzending naar de koper en van de kostenbegroting komen geheel voor rekening van de koper. Het beschadigde product moet voor onderzoek beschikbaar blijven totdat de claim is afgehandeld. Belkin International, Inc. behoudt zich bij de vereffening van claims het recht voor tot in-de-plaatstreding bij alle geldige verzekeringspolissen waarover de koper van het product beschikt. De garantie en de wet. DEZE GARANTIE OMVAT DE ENIGE GARANTIE VAN BELKIN. ER ZIJN GEEN ANDERE GARANTIES, NADRUKKELIJK OF TENZIJ WETTELIJK BEPAALD IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES OF VOORZIENINGEN VOOR KWALITEIT, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, EN ZULKE IMPLICIETE GARANTIES, MITS VAN TOEPASSING, ZIJN WAT HUN GELDIGHEID BETREFT TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE BEPERKT. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 VOOR GEBRUIK IN Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht hebt u andere rechten die van staat tot staat kunnen verschillen. In sommige staten en landen is het niet toegestaan incidentele, gevolg- en andere schade uit te sluiten, reden waarom de bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden. Voor informatie over de verwijdering van afgedankte apparatuur verwijzen wij u naar http://environmental.belkin.com 99 AT BE CY EE FI HU IE CZ DK FR DE GR LV LT LU MT NL PL IT PT SK SI IS LI NO CH BG ES SE GB RO TR WERKT OP DE KANALEN 1-13 Hoofdstuk In sommige staten of landen is het niet toegestaan de duur van impliciete garanties te beperken in welk geval de bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden. ONDER TOEPASSELIJK RECHT IS BELKIN INTERNATIONAL, INC. NIET AANSPRAKELIJK VOOR INCIDENTELE, BIJZONDERE, DIRECTE, INDIRECTE, BIJKOMENDE OF MEERVOUDIGE SCHADE ZOALS ONDERMEER SCHADE TEN GEVOLGE VAN GEDERFDE WINST EN/OF GEMISTE OPBRENGSTEN VOORTKOMEND UIT DE VERKOOP OF HET GEBRUIK VAN BELKIN PRODUCTEN, ZELFS ALS DE BETROKKENE VAN DE MOGELIJKHEID VAN ZULKE SCHADE TEVOREN OP DE HOOGTE WAS GESTELD. 1 Draadloze N router Technische ondersteuning Verenigd Koninkrijk: 0845 607 77 87 Europa: www.belkin.com/support Belkin Ltd. Express Business Park Shipton Way, Rushden NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk +44 (0) 1933 35 2000 +44 (0) 1933 31 2000 fax Belkin SAS 130 rue de Silly 92100 Boulogne-Billancourt, Frankrijk +33 (0) 1 41 03 14 40 +33 (0) 1 41 31 01 72 fax Belkin GmbH Hanebergstraße 2 80637 München Duitsland +49 (0) 89 143405 0 +49 (0) 89 143405 100 fax Belkin Iberia C/ Anabel Segura, 10 planta baja, Of. 2 28108, Alcobendas, Madrid Spanje +34 91 791 23 00 +34 91 490 23 35 fax Belkin Italy & Greece Via Carducci, 7 Milaan 20123 Italië +39 02 862 719 +39 02 862 719 fax Belkin B.V. Boeing Avenue 333 1119 PH Schiphol-Rijk, Nederland +31 (0) 20 654 7300 +31 (0) 20,654 7349 fax © 2007 Belkin International, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn geregistreerde handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Mac, Mac OS, Apple en AirPort zijn handelsmerken van Apple Inc. die geregistreerd zijn in de Verenigde Staten en in andere landen. Microsoft, NT, Windows en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmerken of P75445ea handelsmerken van Microsoft Corporation.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600
  • Page 601 601
  • Page 602 602
  • Page 603 603
  • Page 604 604
  • Page 605 605
  • Page 606 606
  • Page 607 607
  • Page 608 608
  • Page 609 609
  • Page 610 610
  • Page 611 611
  • Page 612 612
  • Page 613 613
  • Page 614 614
  • Page 615 615
  • Page 616 616
  • Page 617 617
  • Page 618 618
  • Page 619 619

Belkin F5D8233EA4 Handleiding

Categorie
Netwerken
Type
Handleiding