Documenttranscriptie
Draadloze N router
EN
FR
DE
NL
ES
IT
Handleiding
F5D8233ea4
Inhoud
1. Inleiding
1
Voordelen van een draadloos netwerk
1
De ideale plaats voor uw draadloze N router
3
2. Productoverzicht
7
Productkenmerken
7
3. Kennismaken met uw router
10
Inhoud van de verpakking
10
Systeemvereisten
10
Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software
10
4. Uw router aansluiten en configureren
15
5. Alternatieve installatiemethode
23
6. Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
38
LAN-instellingen wijzigen
39
De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken
41
Uw draadloze netwerk configureren
41
WPA-beveiliging instellen
48
WEP-encryptie instellen
50
Gebruik maken van de accesspoint-modus
52
Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen
53
Configuratie van de firewall
55
Gebruik maken van een dynamisch DNS
59
Utilities
60
De router herstarten
61
De firmware bijwerken
66
7. Netwerkinstellingen handmatig configureren
74
8. Aanbevolen instellingen van de webbrowser
79
9. Problemen oplossen
81
10. Informatie
97
B
Inleiding
1
2
3
•
Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in uw woning delen
4
•
Bronnen, zoals bestanden en harde schijven, delen met alle aangesloten
computers in uw woning
5
•
Eén printer met het hele gezin gebruiken
•
Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen
6
•
Bestanden opslaan, ophalen en naar een andere computer kopiëren
•
Samen on-line games spelen, via het internet uw e-mail bekijken en
chatten
Voordelen van een draadloos netwerk
Het opzetten van een draadloos netwerk met netwerkproducten van Belkin
heeft veel voordelen:
•
Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u
kunt nu overal binnen de draadloze reikwijdte op een notebook of
desktopcomputer binnen het netwerk werken
•
Eenvoudige installatie – de Easy Installation Wizard van Belkin maakt de
installatie heel eenvoudig
•
Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en andere
netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning
•
Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u keus uit een groot programma
netwerkproducten waarmee u een netwerk met apparaten als printers en
game-consoles kunt uitbreiden
•
Bekabeling is niet nodig – u bespaart de kosten en de moeite die
komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-bekabeling in uw woning of
kantoor
•
Algemeen aanvaard – keuze uit een groot aanbod van onderling
samenwerkende (interoperabele) netwerkproducten
1
7
8
9
10
Hoofdstuk
Dank u voor het aanschaffen van de draadloze N router (de router) van Belkin.
In de twee volgende paragrafen worden de voordelen van thuisnetwerken
behandeld en de te volgen procedures om het bereik en de prestaties van uw
draadloze netwerk te optimaliseren. Wij raden u aan deze handleiding volledig
door te lezen en extra aandacht te besteden aan het hoofdstuk “De ideale
plaats voor uw draadloze N router” (volgende bladzijde). Als u de volgende
eenvoudige installatie-instructies volgt, kunt u met uw thuisnetwerk van Belkin
het volgende doen:
Inleiding
Revolutionaire draadloze N technologie met MIMO (N MIMO)
Uw draadloze N router maakt gebruik van de slimme-antennetechnologie
genaamd Multiple Input Multiple Output (MIMO) N MIMO voldoet aan de
specificaties van IEEE draft (concept) 802.11n. en verhoogt de snelheid, het
bereik, de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van draadloze netwerken.
Datgene wat de N MIMO-technologie van Belkin onderscheidt van een
gewone radiozender is het gebruik van meerdere antennes en twee
gelijktijdige datastromen voor het draadloos oversturen van gegevens in uw
woning of kantoor. Een conventionele radio maakt gebruik van een antenne
voor het verzenden van datastromen. De N MIMO van Belkin gebruikt
echter twee antennes. Dit ontwerp helpt signaalvervorming en interferentie
voorkomen. De N MIMO-technologie van Belkin is multidimensionaal. Deze
technologie bouwt voort op de één-dimensionale slimme-antennetechnologie
die de draadloze capaciteit vergroot doordat tegelijkertijd twee datastromen
verzonden worden via het zelfde kanaal.
Een tweede element dat N MIMO zo bijzonder maakt is het gebruik van
aggregatie, zoals omschreven in de concept 802.11n-specificatie. Door de
ruimte tussen pakketten te verkorten en meerdere kleinere pakketten te
combineren in een groter pakket, kunnen de N MIMO-producten van Belkin
meer data via de beschikbare bandbreedte versturen.
Stelt u zich conventionele radiotransmissie als een tweebaans autoweg
voor. De snelheidslimiet regelt het maximaal toegestane verkeer op een
baan. In tegenstelling tot wat bij conventionele radio’s het geval is, zorgt de
één-dimensionale slimme-antennetechnologie ervoor dat het verkeer zich
sneller en betrouwbaarder over die baan kan verplaatsen. Vergelijk het met
een vierbaans autoweg waarbij het verkeer zich verplaatst met constante
snelheden die dichter bij de snelheidslimiet liggen. De N MIMO-technologie
van Belkin zorgt ervoor dat het verkeer zich met de maximumsnelheid kan
verplaatsen en stelt meer rijstroken voor het verkeer open zodat het een
autosnelweg wordt. De snelheid van het verkeer wordt vermenigvuldigd met
het aantal banen dat opengesteld is.
2
Inleiding
Belangrijke punten bij het plaatsen en installeren
Naarmate de afstand tussen de router en de computer kleiner is, wordt de
verbinding sterker. Het bereik van draadloze apparatuur ligt doorgaans tussen
de 30 en 60 meter.
De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan naarmate
de afstand tussen uw router en de aangesloten apparatuur groter wordt. U
hoeft hiervan niet altijd iets te merken. Bij een grotere afstand tot de router,
kan de snelheid van de verbinding afnemen. Objecten die signalen kunnen
verzwakken doordat ze de radiogolven van het netwerk blokkeren, zijn
metalen apparaten of obstakels en muren.
Als u denkt dat de matige prestaties van uw netwerk te maken hebben met
afstand of hindernissen, probeer de computer dan op een afstand van 1,5
tot 3 meter van de router te plaatsen om te kijken of een te grote afstand
inderdaad de oorzaak is. Neem contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin als u een probleem niet zelf kunt oplossen.
Let op: Hoewel de onderstaande factoren de prestaties van een netwerk
nadelig kunnen beïnvloeden, beletten zij niet dat het draadloze netwerk
functioneert. Als u denkt dat het netwerk niet optimaal presteert, kan deze
checklist uitkomst bieden.
1.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Plaatsing van uw router
Plaats de router, het centrale verbindingspunt binnen uw netwerk, op een
centrale plek tussen uw draadloze netwerkapparatuur.
De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten” (d.w.z. computers
aangestuurd door draadloze notebook- en desktopnetwerkkaarten en
draadloze USB-adapters van Belkin) bereikt u als volgt:
•
Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw router parallel aan
elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen). Als de
router zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes dan zo
recht mogelijk naar het plafond wijzen.
•
In woningen met meer verdiepingen plaatst u de router op de
verdieping die zich het dichtst bij het midden van de woning bevindt.
Dit kan betekenen dat u de router op een hogere verdieping moet
plaatsen.
•
Plaats de router niet in de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon.
3
Hoofdstuk
De ideale plaats voor uw draadloze N router
Inleiding
2.
Vermijd obstakels en interferentie
Plaats de router bij voorkeur niet in de buurt van apparaten
die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. De volgende
ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie hinderen:
• Koelkasten
• Wasmachines en/of drogers
• Metalen kasten
• Grote aquaria
• Gemetalliseerde UV-werende ruiten
Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen
zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat bovengenoemde objecten
het signaal niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw
computers en uw router in mogen staan.
3.
Draadloze telefoons
Ga als volgt te werk als de prestaties van uw draadloze netwerk niet
beter worden nadat u de bovenstaande aanwijzingen hebt opgevolgd
én u een draadloze telefoon bezit:
• Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt
van uw router en uw computers die geschikt zijn voor draadloze
communicatie.
• Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik
maken van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant).
Als het probleem hiermee is opgelost, is(/zijn) uw telefoon(s) de
storingsbron.
• Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan
voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat door
uw draadloze netwerk gebruikt wordt. U kunt bijvoorbeeld de
telefoon naar kanaal 1 verplaatsen en de router naar kanaal 11. Zie
voor meer informatie de handleiding van de telefoon.
• Ga zo nodig over op een draadloze telefoon van 900 MHz of 5 GHz.
4.
Kies het “rustigste” kanaal voor uw draadloze netwerk
Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar
liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze
netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk.
Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van de
Wireless Utility om andere draadloze netwerken te lokaliseren (zie de
handleiding van uw draadloze notebook- of desktopnetwerkkaart) en
verplaats uw router en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk
verwijderd is van andere netwerken.
4
Inleiding
Experimenteer met meer dan een van de beschikbare kanalen om de
beste verbinding te vinden en interferentie van draadloze telefoons of
andere draadloze apparatuur te vermijden.
•
Gebruik de uitgebreide informatie over Site Survey en kanalen voor
draadloze netwerken die u bij uw draadloze netwerkkaart heeft
gekregen. Raadpleeg de handleiding van uw netwerkkaart voor meer
informatie.
Aan de hand van deze richtlijnen kunt u de maximale reikwijdte voor
de draadloze router bepalen. Als u een nog groter bereik nodig hebt,
overweeg dan de aanschaf van een draadloze range extender/accesspoint
van Belkin.
5.
Veilige verbindingen, VPN en AOL
1
2
3
4
5
6
Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en
een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties
waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn o.a.:
7
• Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak gebruikt
om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk
• Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online (AOL) dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter beschikking
wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service.
• De meeste websites voor internetbankieren
• Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt
nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld
Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer
van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt
opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of
door opnieuw op de beveiligde website in te loggen.
8
Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstellingen
van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is niet
noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de
energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power
Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm).
Als u moeilijkheden blijft houden met de beveiligde verbindingen, VPN en
AOL, raden wij u aan de bovenstaande stappen te doorlopen om te zien of
u hiermee rekening gehouden hebt.
5
9
10
Hoofdstuk
•
Productoverzicht
Productkenmerken
Binnen een paar minuten kunt u uw internetverbinding delen en vormen
uw computers een netwerk. Hier volgt een overzicht van voordelen die uw
nieuwe draadloze N router van Belkin de ideale oplossing voor uw privé- of
kleinzakelijke netwerk maken.
Werkt met zowel pc’s als MAC®-computers
De router ondersteunt een groot aantal netwerkomgevingen, waaronder Mac
OS® 8.x, 9.x, X v10.x, Linux®, Windows® 98, Me, NT®, 2000, XP en Vista™.
U hebt niet meer nodig dan een internetbrowser en een netwerkadapter die
TCP/IP (de standaard Internettaal) ondersteunt.
Netwerkstatusdisplay waarop patent is aangevraagd
LED’s aan de voorzijde van de router geven aan welke functies in bedrijf
zijn. U kunt in één oogopslag zien of uw router verbinding heeft gemaakt
met het Internet. Deze functie maakt gecompliceerde software en
statuscontroleprocedures overbodig.
Geavanceerde web-based gebruikersinterface
U kunt de geavanceerde functies van de router eenvoudig instellen via uw
webbrowser, zonder dat u extra software moet installeren op de computer.
U hoeft geen disks te installeren of in de gaten te houden en bovendien
kunt u snel en gemakkelijk wijzigingen aanbrengen en setupfuncties
uitvoeren vanaf iedere op het netwerk aangesloten computer.
NAT IP-adresdeling
Uw router maakt gebruik van Network Address Translation (NAT) voor het
delen van het unieke IP-adres dat door uw Internet Service Provider aan u
is toegewezen, terwijl u de kosten bespaart voor het toevoegen van extra
IP-adressen aan uw internetserviceaccount.
SPI-firewall
Uw router is uitgerust met een firewall die uw netwerk beschermt tegen
een groot aantal veel voorkomende aanvallen van hackers waaronder IP
Spoofing, Land Attack, Ping of Death (PoD), Denial of Service (DoS), IP met
lengte nul, Smurf Attack, TCP Null Scan, SYN flood, UDP flooding, Tear
Drop Attack, ICMP defect, RIP defect en fragment flooding.
6
Productoverzicht
Geïntegreerde 4-poorts 10/100 switch
Universal Plug and Play (UPnP)
UPnP (Universal Plug-and-Play) is een technologie die een naadloze
werking van voice messaging, video messaging, games en andere
applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP.
Ondersteuning voor VPN Pass-Through
Als u met behulp van een VPN-aansluiting van huis uit verbinding maakt
met uw bedrijfsnetwerk, dan zorgt uw router ervoor dat uw met VPNfunctionaliteit uitgeruste computer via de router contact kan maken met uw
bedrijfsnetwerk.
Ingebouwd Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP)
Het geïntegreerde Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) maakt
de configuratie van een netwerk zo eenvoudig mogelijk. De DHCP-server
wijst automatisch aan elke computer IP-adressen toe waardoor een
gecompliceerde netwerk-setup overbodig is.
Setup-Assistent
De Setup-Assistent, de vernieuwde Easy Install Wizard, zorgt voor
probleemloze installatie van uw router. Deze software bepaalt automatisch
de juiste instelling van uw netwerk en maakt de router klaar voor de
verbinding met uw Internet Service Provider (ISP). Binnen enkele minuten is
uw router geïnstalleerd en aangesloten op het Internet.
Let op: De Setup-Assistent is compatibel met Windows 2000, XP, Vista en
Mac OS X v10.x. Indien u gebruik maakt van een ander besturingssysteem,
dan kunt u bij de setup van de router gebruik maken van de alternatieve
setupmethode, zoals beschreven in deze handleiding (zie bladzijde 23).
7
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De router heeft een ingebouwde 4-poorts netwerkswitch waarmee uw
bedrade computers onder meer printers, data, MP3-bestanden en digitale
foto’s kunnen delen. De switch stelt zich met behulp van auto-sensing
automatisch in op de snelheid van de aangesloten apparaten. De switch
kan gelijktijdig - zonder onderbrekingen en zonder beslag te nemen op
bronnen - data overzenden tussen computers en het Internet.
1
Productoverzicht
Geïntegreerd draadloos N accesspoint
N MIMO is een nieuwe draadloze technologie die gebaseerd is op de
conceptspecificatie van IEEE 802.11n. N1 MIMO maakt gebruik van
MIMO (Multiple Input Multiple Output) slimme-antennetechnologie die
gegevenssnelheden van tot wel 300 Mbps* mogelijk maakt. Werkelijke
gerealiseerde snelheden zijn afhankelijk van de netwerkomgeving.
*LET OP: De vermelde overdrachtssnelheid – 300 Mbps – is de fysieke
datasnelheid. De werkelijk gerealiseerde doorvoersnelheid van gegevens ligt
lager.
MAC-adresfilter
Voor extra veiligheid, kunt u een lijst met MAC-adressen opstellen (unieke
cliëntidentificatiecodes) die toegang hebben tot uw netwerk. Elke computer
heeft een eigen MAC-adres. U stelt eenvoudig - met behulp van de
geavanceerde web-based gebruikersinterface - een lijst op van deze MACadressen waarmee u de toegang tot uw netwerk kunt beheren.
8
Kennismaken met uw router
1
Inhoud van de verpakking
•
Draadloze N router
•
Beknopte installatiehandleiding
•
Software-cd met Setup-Assistent
•
RJ45 Ethernet-netwerkkabel
•
Voedingsadapter
•
Handleiding (op cd)
2
3
4
5
6
Systeemvereisten
•
Breedband-Internetverbinding zoals een kabel- of DSL-modem met
RJ45-(Ethernet)aansluiting
•
Ten minste één computer met een geïnstalleerde netwerkinterfaceadapter
•
TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op iedere computer
•
RJ45-Ethernet-netwerkkabel
•
Internetbrowser
7
8
9
10
Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software
•
Een computer met Windows® 2000, XP of VistaTM; of Mac OS® X v10.x
•
Minimaal een 1GHz-processor en 128 MB RAM
•
Internetbrowser
9
Kennismaken met uw router
De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op
praktische bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router
naar uw apparatuur. Het netwerkstatusdisplay aan de VOORZIJDE van
de router is goed zichtbaar en geeft u informatie over de netwerkactiviteit
en de status. Raadpleeg het netwerkstatusdisplay-overzicht voor meer
informatie.
(A)
A.
B.
C.
(B)
(C)
(D)
(E)
(F)
Beveiliging van uw draadloze netwerk
UIT
Beveiliging uitgeschakeld
Continu blauw
Beveiliging ingeschakeld
Status van uw draadloze computer
UIT
Draadloze computer niet aanwezig
Continu blauw
Draadloze computer verbonden met de de
router
Knipperend
ambergeel
Draadloze computer slaagt er niet in een
verbinding met de router tot stand te
brengen.
Status bedrade computer
UIT
Bedrade computer niet aanwezig
Continu blauw
Bedrade computer verbonden met de router
Knipperend
ambergeel
Bedrade computer slaagt er niet in een
verbinding met de router tot stand te
brengen.
10
Kennismaken met uw router
D.
1
Status Router/Voeding
E.
UIT
De router is UITgeschakeld
Knipperend blauw
Router is bezig met opstarten
Continu blauw
Router staat aan en is gereed
Modemstatus
Dit pictogram licht blauw op wanneer uw modem op de juiste wijze op
de router is aangesloten. Hij wordt ambergeel als er een probleem is
geconstateerd.
F.
UIT
Router NIET verbonden met het modem.
Continu blauw
Router verbonden met het modem en
functioneert naar behoren.
Knipperend
ambergeel
Probleem met modem
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Internetstatus
Dit unieke pictogram geeft aan wanneer de router verbinding heeft
gemaakt met het Internet. Wanneer het lampje niet brandt, is de
router NIET verbonden met het Internet. Wanneer het lampje knippert
(ambergeel), probeert de router verbinding te maken met het Internet.
Wanneer het lampje continu bjlauw licht geeft, is de router verbonden
met het Internet. Wanneer u gebruik maakt van de functie “Disconnect
after x minutes” (Verbinding verbreken na x minuten), dan is dit
pictogram uiterst handig voor het controleren van de status van de
verbinding van uw router.
UIT
Router heeft GEEN verbinding met het
Internet
Knipperend
ambergeel
Router probeert verbinding te maken met
het Internet
Continu blauw
Router heeft verbinding met het Internet
11
Hoofdstuk
Als u de stroom naar de router inschakelt of u herstart hem, dan
heeft de router enige tijd nodig om op te starten. Intussen knippert
het router-pictogram. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt
het router-pictogram continu. Dit betekent dat de router klaar is voor
gebruik.
Kennismaken met uw router
(G)
G.
Drukknop
(H)
(I) (J)
(K)
- Wit
Deze knop is bedoeld voor eventuele functies in toekomstige
upgrades. Voor de nieuwste firmware-updates verwijzen wij u naar
www.belkin.com/support.
H.
Aansluitingen voor bedrade computers
- Grijs
Sluit uw bedrade (niet-draadloze) computers aan op deze poorten.
Deze poorten zijn RJ45 10/100 auto-negotiation, auto-uplink poorten,
geschikt voor standaard UTP Category 5 of 6 Ethernet-kabels. De
poorten worden aangeduid met de nummers 1 t/m 4 (connectors
voorzien van LED’s).
I.
Modemaansluiting
- Geel
Op deze poort kunt u uw kabel- of DSL-modem aansluiten. U dient uw
modem met de daarbij geleverde kabel op deze poort aan te sluiten.
Het gebruik van een andere kabel dan de kabel die bij uw kabelmodem
is geleverd, kan problemen geven.
12
Kennismaken met uw router
J.
1
Resetknop – Rood
i.
De router resetten
Druk de resetknop in en laat hem weer los. De lampjes op de
router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te
knipperen. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu
brandt, is de resetprocedure voltooid.
ii.
De fabrieksinstellingen herstellen
Houd de resetknop tenminste tien seconden ingedrukt en laat
hem daarna los. De lampjes op de router zullen even knipperen.
De LED “Voeding/Gereed” begint te knipperen. Wanneer de LED
voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de resetprocedure
voltooid.
K.
Voedingsingang
– Zwart
Sluit de meegeleverde voedingsadapter (12 V DC, 1 A) aan op deze
aansluiting.
13
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de
router niet goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de
normale werking van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen
behouden blijven. Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen
van het draadloze accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore”
(Herstellen) gebruiken wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent
vergeten.
Uw router aansluiten en configureren
Controleer de inhoud van de doos. U moet het volgende hebben ontvangen:
•
Draadloze N router
•
RJ45 Ethernet-netwerkkabel
•
Voedingsadapter
•
Software-cd met Setup-Assistent
•
Handleiding (op cd)
Modemvereisten
Uw kabel of DSL-modem moet voorzien zijn van een RJ45 Ethernet-poort.
Veel modems hebben zowel een RJ45 Ethernet-poort als een USBaansluiting. Als u een modem heeft met zowel een Ethernet- als een USBaansluiting en u op dit moment de USB-aansluiting gebruikt, dan dient u
de RJ45 Ethernet-poort te gebruiken tijdens de installatieprocedure. Als uw
modem alleen een USB-poort heeft, dan kunt u uw Internet Service Provider
vragen om een ander type modem, of u kunt in sommige gevallen een
modem kopen dat een RJ45 Ethernet-poort heeft.
Ethernet
USB
Setup-Assistent
Met de meegeleverde Setup-Assistent software is het installeren van de
router erg gemakkelijk. Hiermee hebt u uw router binnen een paar minuten
aan de praat. Om de Setup-Assistent te kunnen gebruiken moet uw
computer rechtstreeks zijn aangesloten op het kabel- of DSL-modem en
moet de Internetverbinding actief en operationeel zijn tijdens de installatie.
Is dat niet het geval, ga dan te werk volgens het hoofdstuk “Alternatieve
installatiemethode” in deze handleiding om uw router te configureren.
Bovendien dient u, als u gebruik maakt van een ander besturingssysteem
dan Windows 2000, XP, Vist of Mac OS X v10.x, de router in te stellen
aan de hand van het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode” in deze
handleiding.
14
Uw router aansluiten en configureren
Stap 1
Hardware aansluiten – Volg de aanwijzingen in de beknopte installatiehandleiding
A.
computer
Maak de voedingskabel los van uw
modem. Plaats de router naas het
modem. Zet de antennes van de
router in verticale stand.
1
2
3
modem
4
B.
C.
Lokaliseer de netwerkkabel die uw
modem met uw computer verbindt.
Ontkoppel de kabel van uw modem
en sluit hem aan op de grijze poort
aan de achterzijde van de router.
Neem de nieuwe netwerkkabel
(meegeleverd met uw router) en
sluit hem aan op de gele poort aan
de achterzijde van de router. Sluit
vervolgens het andere uiteinde
van de kabel aan op de zojuist
vrijgekomen poort van uw modem.
D.
Sluit de voedingskabel weer op
het modem aan. Het kan een
minuut duren voordat uw modem
is opgestart. Sluit de voeding van
de router aan op de zwarte poort
aan de achterzijde van de router.
Sluit het andere uiteinde aan op een
stopcontact aan de muur.
E.
Het kan 20 seconden duren voordat
uw router is opgestart. Kijk naar
het display aan de voorzijde van
de router. De pictogrammen voor
“Wired” (bedraad) en “Router”
zouden blauw moeten oplichten. Als
dit niet het geval is, controleer dan
de verbindingen.
15
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
router
Uw router aansluiten en configureren
Stap 2
Installeer de router – Gebruik de Setup-Assistent Software
A.
Sluit alle programma’s af die
momenteel op uw computer
geopend zijn.
Schakel op uw computer alle
software voor firewalls of het delen
van een internetverbinding uit.
B.
Plaats de cd in het cd-romstation
van uw computer. De Setupassistent zal binnen 15 seconden
automtisch op uw beeldscherm
verschijnen. Klik op “Go” (Starten)
om de Setup-Assistent te starten.
Volg de instructies op het scherm.
BELANGRIJK: Draai de Setup-Assistent op de computer die
rechtstreeks is aangesloten op de router (Stap 1 – B).
Opmerking voor Windowsgebruikers: Als de Setup-Assistent
niet automatisch opstart, selecteer
dan uw cd-romstation onder “My
computer” (Deze computer) en
dubbelklik op het bestand met
de naam “SetupAssistant” om de
Setup-Assistent te starten.
16
Uw router aansluiten en configureren
Bevestigingsscherm
Bevestig dat u alle stappen van de
beknopte installatiehandleiding hebt
doorlopen door het vakje naast de pijl aan
te vinken. Klik op “Next” (Volgende) om
door te gaan.
1
2
3
5
Voortgangsscherm
Er verschijnt een voortgangsscherm zodra
er een stap in de setup is voltooid.
6
7
8
1.1 Controle van de instellingen
De Setup-Assistent controleert nu de
netwerkinstellingen van uw computer
en verzamelt de informatie die
benodigd is voor het voltooien van
de verbinding van de router met het
Internet.
17
9
10
Hoofdstuk
4
Uw router aansluiten en configureren
1.2 Controle van de
hardwareverbindingen
De Setup-Assistent zal nu de
hardwareverbindingen controleren.
1.3 Benaming van uw draadloze
netwerk
De Setup-Assistent toont de
standaardnaam (of Service Set
Identifier (SSID)) voor een draadloos
netwerk. De SSID is de naam van
het draadloze netwerk waarmee
uw computer of apparaten met
draadloze netwerkadapters
verbinding zullen maken. U kunt de
standaard naam gebruiken of ervoor
kiezen de naam te wijzigen. Noteer
deze naam ergens, zodat u weet
welke naam u hebt gekozen. Klik
op “Next” (Volgende) om verder te
gaan.
18
Uw router aansluiten en configureren
1.4 Internetaccountinformatie
1.5 Configuratie van de router
De Setup-Assistent zal nu uw router
configureren door gegevens naar
de router te versturen en hem te
herstarten. Daarna hoeft u slechts
de aanwijzingen op uw scherm te
volgen.
Let op: U mag tijdens het herstarten
van de router de kabels of de
voeding niet ontkoppelen. Als u
dit wel zou doen, kan de router
onbruikbaar worden.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
19
Hoofdstuk
opvragen (indien nodig)
Indien uw Internetaccount een
gebruikersnaam en wachtwoord
vereist, verschijnt er een scherm dat
lijkt op het links afgebeelde scherm.
Selecteer uw land of provider in het
dropdown-menu.
1
Uw router aansluiten en configureren
1.6 De internetverbinding controleren
U bent bijna klaar. De SetupAssistent zal nu de verbinding met
het Internet controleren.
Gefeliciteerd
De installatie van uw nieuwe router van
Belkin is klaar. Dit scherm zal verschijnen
als uw router verbinding heeft kunnen
maken met het Internet. U kunt nu op het
Internet gaan surfen door uw browser te
openen en een website te bezoeken.
U kunt de Setup-Assistent gebruiken
voor het instellen van uw andere bedrade
en draadloze computers zodat deze
ook verbinding kunnen maken met het
internet. Als u dit wilt doen, klik dan
op “Next” (Volgende). Als u pas later
computers wilt toevoegen, selecteer dan
“Exit the Assistant” (Sluit de Assistent) en
klik op “Next” (Volgende).
Problemen oplossen
Als de Setup-Assistent geen verbinding
met het Internet tot stand kan brengen,
zal het links afgebeelde scherm
verschijnen. Volg de aanwijzingen op het
scherm om de oorzaak van het probleem
te achterhalen.
20
Uw router aansluiten en configureren
1.7 Optioneel: Assistentie bij het
2
3
4
5
Gefeliciteerd
Zodra u hebt gecontroleerd of uw andere
bedrade en draadloze computers correct
zijn aangesloten, is uw netwerk klaar
voor gebruik. U kunt nu op surfen op het
Internet. Klik op “Next” (Volgende) om
terug te gaan naar het hoofdmenu.
6
7
8
9
10
21
Hoofdstuk
aansluiten van andere computers.
Deze optionele stap helpt u bij
het aansluiten van extra bedrade
en draadloze computers op uw
netwerk. Volg de aanwijzingen op
het beeldscherm op.
1
Alternatieve installatiemethode
Stap 1
Hardware aansluiten – Volg de aanwijzingen in de beknopte installatiehandleiding
Zie de beknopte installatiehandleiding of de aanwijzingen onder Stap 1:
Hardware aansluiten, in het vorige hoofdstuk.
Step 2
De netwerkinstellingen van uw computer configureren
voor samenwerking met een DHCP-server
Raadpleeg voor instructies het hoofdstuk “Netwerkinstellingen handmatig
configureren” in deze handleiding.
Step 3
De router configureren met behulp van de geavanceerde
web-based gebruikersinterface
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde
web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal
“192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en zonder “http://” of “www”
ervoor). Druk vervolgens op “Enter”.
22
Alternatieve installatiemethode
1
Inloggen op de router
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. Deze
homepage kan desgewenst door elke gebruiker worden bekeken. Om de
instellingen van de router te wijzigen, moet u inloggen. Als u klikt op de
de “Login”-knop of op één van de links op de homepage gaat u naar het
inlogscherm. De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd
wachtwoord. Laat het wachtwoord in het inlogscherm blanco en klik op de
knop “Submit” (Verzenden) om in te loggen.
2
3
4
6
7
8
Router uitloggen
Per keer kan slechts één computer op de router inloggen om de instellingen
van de router te veranderen. Wanneer een gebruiker heeft ingelogd om
wijzigingen aan te brengen, zijn er twee manieren om uit te loggen. Wanneer
u op de knop “Logout” (Afmelden) klikt, wordt de computer uitgelogd. De
tweede methode werkt automatisch. Na een vooraf ingegeven tijdsduur
eindigt de inlogtijd. De standaard inlog-timeoutinstelling is 10 minuten. Deze
kan worden gewijzigd van 1 tot 99 minuten. Zie voor verdere informatie het
onderdeel in deze handleiding getiteld “Inlog-timeoutinstellingen wijzigen”.
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
De homepage is de eerste pagina die u ziet als u naar de “Advanced User
Interface” (Geavanceerde gebruikersinterface) gaat. De homepage die op
de volgende bladzijde is afgebeeld, geeft u een beknopt overzicht van de
status en de instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde
installatie zijn vanaf deze pagina bereikbaar.
23
9
10
Hoofdstuk
5
Alternatieve installatiemethode
(11)
(2) (3) (4)
(5)
(7)
(6)
(8)
(1)
(10)
(9)
1.
Snelkoppelingen
U kunt rechtstreeks naar elke willekeurige pagina van de
gebruikersinterface van de router gaan door rechtstreeks op een van deze
koppelingen te klikken. Om het opzoeken van een bepaalde instelling
te vergemakkelijken, zijn de koppelingen onderverdeeld in logische
categorieën en gegroepeerd op tabbladen. Door te klikken op de paarse
koptekst van een tabblad krijgt u een beknopte beschrijving van de functie
van het tabblad.
2.
Homeknop
De homeknop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface.
Met een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage.
3.
Helpknop
Via de helpknop kunt u de hulppagina’s van de router openen. Op veel
pagina’s kunt u ook om hulp vragen met een klik op “More Info” (Meer
informatie).
4.
Login/Logout-knop
Met één druk op deze knop kunt u in- en uitloggen op de router. Wanneer
u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”. Door op
de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina waar u
een wachtwoord moet invoeren. Als u bent ingelogd, kunt u wijzigingen
aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen
van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop “Logout”
(Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u in het
hoofdstuk “Inloggen op de router”.
24
Alternatieve installatiemethode
1
5.
Internetstatusindicator
6.
Taal
Toont de ingestelde taal voor de geavanceerde gebruikersinterface.
Selecteer de gewenste taal door te klikken op een van de beschikbare
talen.
7.
8.
3
4
5
6
Versie-informatie
7
Toont de firmware-versie, bootcode-versie, hardwareversie en het
serienummer van de router.
8
LAN-instellingen
Toont u de instellingen van de LAN-kant van de router. U kunt
deze instellingen wijzigen door op een van de links (IP Address,
Subnet Mask, DHCP Server) te klikken of door op de LANsnelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm te klikken .
9.
2
Internetinstellingen
Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die
verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen
door te klikken op de koppelingen of door te klikken op de “Internet/
WAN” snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm.
10. Kenmerken
Hiermee wordt de status getoond van de NAT, firewall, en draadloze
functies van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door
te klikken op een van de koppelingen of door te klikken op de
snelnavigatiekoppelingen aan de linkerzijde van het scherm.
11. Paginanaam
De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze
handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld
“LAN > LAN Settings” verwijst naar de pagina “LAN Settings” (LANinstellingen).
25
9
10
Hoofdstuk
Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft
de verbindingsstatus van de router weer. Wanneer de indicator in
blauw “Connected” (Verbinding gemaakt) aangeeft, is de router
verbonden met het internet. Wanneer de indicator met een rood
lampje “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, heeft de router
geen verbinding met Internet tot stand gebracht. De indicator wordt
automatisch aangepast wanneer u wijzigingen aanbrengt in de
instellingen van de router.
Alternatieve installatiemethode
Stap 4
De router configureren voor verbinding met uw Internet
Service Provider (ISP).
Via het tabblad “Internet/WAN” stelt u uw router zo in dat deze verbinding
kan maken met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel elke
Internetserver verbinding maken mits u de instellingen van de router hebt
afgestemd op het type verbinding dat uw provider gebruikt. Uw provider
verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te configureren volgens
de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op “Connection Type”
(Verbindingstype) (A) links op het scherm. Selecteer het type verbinding
dat u gebruikt. Als uw provider u DNS-gegevens heeft gegeven, kunt u
door op “DNS” (B) te klikken DNS-adresinformatie invoeren voor ISP’s die
specifieke instellingen eisen. Door te klikken op “MAC Address” (MACadres)(C) kunt u het MAC-adres van uw computer klonen of een specifiek
WAN MAC-adres invoeren als uw provider dat eist. Als u klaar bent met
het bepalen van de instellingen, laat de Internetstatusindicator de tekst
“Connection OK” (Verbinding OK) zien, als uw router correct is geïnstalleerd.
(A)
(B)
(C)
26
Alternatieve installatiemethode
1
Het type verbinding instellen
Via de pagina “Connection Type” (Verbindingstype), kunt u het door u
gebruikte verbindingstype selecteren. Selecteer het type verbinding dat u
gebruikt door op het keuzerondje (1) naast uw type verbinding te klikken en
vervolgens te klikken op “Next” (Volgende) (2).
2
3
4
6
(2)
7
8
9
10
27
Hoofdstuk
5
(1)
Alternatieve installatiemethode
Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP)
instellen op Dynamic IP (Dynamisch IP)
Het dynamische verbindingstype is voor kabelmodems het meest
gebruikelijk. Meestal is het voldoende om het type verbinding in te stellen
op “Dynamic” om de verbinding met uw ISP tot stand te brengen. Sommige
typen dynamische verbindingen vereisen bovendien een hostnaam. U kunt
uw hostnaam, mits aan u toegekend, invoeren in de daarvoor bestemde
ruimte. Deze hostnaam wordt u toegekend door uw provider. Sommige
dynamische verbindingen vereisen dat u het MAC-adres kloont van de pc
die oorspronkelijk op de modem was aangesloten.
1.
Hostnaam (1)
Deze ruimte is bestemd voor het invoeren van een hostnaam die voor
uw provider zichtbaar moet zijn. Voer uw hostnaam hier in en klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Laat deze ruimte
blanco als uw ISP u geen hostnaam heeft toegekend of als u het niet
zeker weet.
2.
Het WAN MAC-adres wijzigen (2)
Als uw ISP voor aansluiting op de service een specifiek MAC-adres
eist, kunt u een specifiek MAC-adres invoeren of via deze link het
MAC-adres van de huidige computer klonen.
(1)
(3)
(2)
28
Alternatieve installatiemethode
Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP) instellen op
Static IP (Statisch IP)
1.
IP-adres (1)
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw IP-adres hier in.
2.
Subnetmasker (2)
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw subnetmasker
hier in.
3.
ISP gateway-adres (3)
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer het gateway-adres
van uw provider hier in.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
(1)
(2)
(3)
(4)
29
Hoofdstuk
Het statische verbindingstype wordt minder vaak gebruikt dan andere
verbindingstypen. Als uw ISP gebruik maakt van statische IP-adressering,
dan heeft u uw IP-adres, subnetmasker en ISP gateway-adres nodig.
Deze informatie is verkrijgbaar bij uw provider of staat vermeld op de
documenten die uw ISP bij u heeft achtergelaten. Typ uw gegevens
in en klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)
(4). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de
internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw
router correct is geïnstalleerd.
1
Alternatieve installatiemethode
Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE
De meeste DSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding.
Als u een DSL-modem gebruikt om verbinding te maken met het
internet, gebruikt uw internetserviceprovider waarschijnlijk PPPoE om
u bij zijn dienstenpakket aan te melden. Als u in uw woning of kantoor
een internetaansluiting hebt die geen modem nodig heeft, dan maakt u
waarschijnlijk gebruik van PPPoE.
Uw type verbinding is PPPoE als:
1) uw provider u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven
die noodzakelijk zijn om de verbinding met het Internet tot stand te
brengen.
2) uw provider u software als WinPOET of Enternet300 heeft verstrekt om
de Internetverbinding tot stand te brengen.
3) u op een ander desktoppictogram dan uw browser moet dubbelklikken
om op Internet te kunnen.
30
Alternatieve installatiemethode
1
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
2
3
4
6
1.
2.
Gebruikersnaam
7
Deze ruimte is bestemd voor het invullen van de gebruikersnaam die uw
ISP aan u heeft toegekend.
8
Wachtwoord
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter controle nogmaals in in het veld
“Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen).
3.
Servicenaam
Slechts zelden is een servicenaam vereist. Als u niet zeker weet of een
servicenaam vereist is, laat u deze ruimte open.
4.
MTU
De MTU (Maximum Transmission Unit)-waarde mag nooit worden
gewijzigd tenzij uw provider u een specifieke MTU-waarde geeft.
Door wijziging van de MTU-waarde kunnen problemen met uw
Internetverbinding ontstaan zoals verbreking van de verbinding,
trage toegang tot het Internet en een gebrekkige werking van
Internetapplicaties.
5.
Verbinding verbreken na X...
De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de
verbinding van uw router met het Internet automatisch te verbreken als er
gedurende bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld deze optie
aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van
de router met het Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf
minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor
gebruik van het Internet per minuut moet betalen.
31
9
10
Hoofdstuk
5
Alternatieve installatiemethode
Het type verbinding van uw Internet Service Provider (ISP) instellen op
Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP)
[alleen van toepassing voor Europese landen].
Sommige providers vereisen een verbinding die gebruik maakt van het
PPTP-protocol, het meest voorkomende verbindingstype in Europese
landen. Dit protocol brengt een rechtstreekse verbinding tot stand met het
systeem van de provider. De door uw provider verstrekte informatie dient u
in te vullen in de daarvoor bestemde ruimte. Als hiermee klaar bent, klik dan
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(9). Nadat u de noodzakelijke
wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding
“Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
1.
2.
3.
PPTP Account
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul hier de naam van uw
PPTP-account in.
PPTP Password (PPTP wachtwoord)
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in in
het veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen).
Hostnaam
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Voer uw hostnaam hier in.
Het volgende wordt zichtbaar als u de optie “Get IP by DHCP” deselecteert.
4.
5.
Service IP-adres
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw service IP-adres
hier in.
Mijn IP-adres
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw subnetmasker hier
in.
32
Alternatieve installatiemethode
6.
1
Mijn subnetmasker
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul uw subnetmasker hier in.
7.
8.
Standaard gateway-adres
2
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Als uw provider u geen
identificatiecode (standaard gateway) heeft verstrekt, laat u deze ruimte
open.
3
Verbinding verbreken na X...
4
5
6
7
8
9
10
33
Hoofdstuk
De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de
verbinding van uw router met het Internet automatisch te verbreken
als er gedurende een bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld
deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de
verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken als er
gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze
optie als u voor gebruik van het Internet per minuut moet betalen.
Alternatieve installatiemethode
Uw type verbinding instellen als u gebruiker bent van Telstra®
BigPond User
[geldt alleen voor Australië]. U krijgt een gebruikersnaam en wachtwoord
van Telstra Big Pond. Vul deze informatie hieronder in. Als u uw staat
selecteert in het dropdown-menu(6) dan wordt automatisch het IP-adres
van uw login-server ingevuld. Als het adres van uw login-server verschilt van
het hier verstrekte adres, kunt u het IP-adres van de login-server handmatig
invullen door het vakje naast “User decide login server manually” (IP-adres
login-server handmatig invoeren) aan te vinken(4) en het adres in te vullen
naast “Login Server” (5). Nadat u al uw gegevens heeft ingevoerd, klikt u
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen(7). Nadat u de noodzakelijke
wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding
“Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd.
(6)
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
1.
2.
(7)
Selecteer uw staat
Selecteer uw locatie met behulp van het dropdown-menu (6). Het
“Login Server”-vakje wordt automatisch gevuld met een IP-adres. Als
dit adres niet correspondeert met het adres dat Telstra aan u heeft
gegeven, kunt u het adres van de inlogserver met de hand invullen.
Zie “User Decide Login Server Manually” (IP-adres server handmatig
invoeren) (4).
Gebruikersnaam
Verstrekt door uw Internet Service Provider. Vul hier uw
gebruikersnaam in (2).
3.
Wachtwoord
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter controle nogmaals in in het
veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen) (3).
34
Alternatieve installatiemethode
4.
IP-adres login-server handmatig invoeren
Als het IP-adres van uw login-server niet beschikbaar is in het
dropdown-menu “Select your state” (Selecteer uw lokatie) (1), kunt u
het IP-adres van de login-server handmatig invoeren door het vakje
aan te vinken naast “User decide login server manually” (IP-adres
login-server handmatig invoeren) (4) en het adres in te typen naast
“Login Server” (5).
Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen
(1)
(2)
35
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Een Domain Name Server is een server op het Internet die URL’s (Universal
Resource Locater) als “www.belkin.com” vertaalt in IP-adressen. De
meeste providers verlangen niet van u dat u deze informatie in de router
invoert. De optie “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet
zijn geselecteerd als uw ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven.
Als u een statisch IP gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNSadres en een secundair DNS-adres invullen om ervoor te zorgen dat uw
verbinding correct functioneert. Als u een dynamische verbinding of PPPoE
gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-adres in te vullen. Laat het vakje
behorend bij “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) aangevinkt. Om
de gegevens van het DNS-adres in te voeren, verwijdert u het vinkje voor
de optie “Automatic from ISP” en vult u uw DNS-gegevens in de daarvoor
bestemde ruimte in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2)
om de instellingen op te slaan.
1
Alternatieve installatiemethode
Uw WAN Media Access Controller (MAC)-adres configureren
Alle netwerkcomponenten waaronder kaarten, adapters en routers hebben een
uniek “serienummer” dat bekend is als MAC-adres. Uw Internet Service Provider
(ISP) slaat het MAC-adres van de adapter van uw computer doorgaans op en
laat alleen die computer verbinding maken met de internetservice. Wanneer u nu
de router installeert, wordt diens eigen MAC-adres door de provider ‘bespeurd’
en komt er waarschijnlijk geen verbinding tot stand. Belkin omzeilt dat probleem
door het bieden van de mogelijkheid het MAC-adres van de computer in de
router te klonen (kopiëren). Dit MAC-adres wordt op zijn beurt door het systeem
van de ISP gezien als het oorspronkelijke MAC-adres waardoor de verbinding
kan werken. Als u niet zeker weet of uw provider het originele MAC-adres wil
zien, kunt u nu voor de zekerheid eenvoudigweg het MAC-adres klonen van de
computer die oorspronkelijk op het modem was aangesloten. Het klonen van dit
adres levert voor uw netwerk geen enkel probleem op.
Uw MAC-adres klonen
Bij het klonen van uw MAC-adres moet u ervoor zorgen dat u de computer
gebruikt die OORSPRONKELIJK WAS AANGESLOTEN op uw modem voordat
de router werd geïnstalleerd. Klik op de knop “Clone” (Klonen)(1). Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Uw MAC-adres is nu naar de
router gekloond.
Een specifiek MAC-adres invoeren
Onder bepaalde omstandigheden kunt u een specifiek WAN MAC-adres nodig
hebben. U kunt zo’n adres met de hand invoeren op de pagina “MAC Address”.
Typ een MAC-adres in in de daarvoor beschikbare ruimte (2) en klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3) om de wijzigingen op te slaan. Het WAN
MAC-adres van de router is nu veranderd in het door u opgegeven MAC-adres.
(1)
(3)
36
(2)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde
web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal
“192.168.2.1” (zonder aanhalingstekens) en niet iets anders als “http://” of
“www” ervoor en druk vervolgens op de entertoets.
1
2
3
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router.
LAN-instellingen bekijken
Als u klikt op de kopregel van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina van
de LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de
instellingen te bekijken of één van de LAN-instellingen te wijzigen klikt u op
“LAN Settings” (LAN-instellingen) (2) of als u een lijst wilt bekijken van de
aangesloten computers klikt u op “DHCP Client List” (3).
(1)
4
5
6
7
8
(2)
(3)
9
10
37
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
LAN-instellingen wijzigen
Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router bekijken
en aanpassen.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
1.
IP-adres
Het IP-adres is het interne IP-adres van de router. Het standaard IPadres is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde installatie-interface te
openen, moet u dit adres in de adresbalk van uw browser typen. U
kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt
u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP
zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
2.
Subnetmasker
Het subnetmasker hoeft niet te worden veranderd. Dit is een unieke,
geavanceerde eigenschap van uw router van Belkin. Weliswaar kunt u
het subnetmasker indien nodig wijzigen maar wij raden u aan niets aan
het masker te veranderen tenzij u daarvoor een goede reden hebt. De
standaardinstelling is “255.255.255.0”.
38
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
3.
4.
1
DHCP-server
De DHCP-serverfunctie maakt de setup van een netwerk bijzonder
makkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een IPadres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld).
Indien nodig kan de DHCP-server worden uitgeschakeld, maar om
dit te doen moet u voor iedere computer in uw netwerk handmatig
een statisch IP-adres instellen. Om de DHCP-server uit te schakelen,
selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen).
2
IP Pool
5
5.
Lease Time
De tijd dat de DHCP-server het IP-adres voor elke computer bewaart.
Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft op “Forever” (Altijd). Ook
de standaard-instelling is “Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door
de DHCP-server aan een computer toegewezen IP-adres voor die
bepaalde computer nooit verandert. Door het instellen van kortere
leasetijden zoals een dag of een uur komen IP-adressen na de
gespecificeerde tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van
een bepaalde computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen.
Als u één van de andere geavanceerde functies van de router heeft
ingesteld zoals DMZ of client IP-filters, dan zijn deze afhankelijk van
het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IP-adres wilt
wijzigen.
6.
Lokale domeinnaam
De standaard instelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam
(netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling niet
te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt het
netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”.
39
4
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Dit is een voorraad IP-adressen die u in reserve houdt voor
dynamische toewijzing aan de computers in uw netwerk. De
standaardwaarde is 2-100 (99 computers). Als u dit aantal wilt
veranderen, voert u een nieuw begin- en eind-IP-adres in en klikt u
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De DHCP-server kan
honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit betekent wel dat u
geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is dan honderd
computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, betekent dit dat u bij
150 of lager moet eindigen om de limiet van 100 cliënten niet te
overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben
dan het eind-IP-adres.
3
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken
U kunt een overzicht bekijken van de computers (ofwel “cliënten”) die zijn
aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1) van de computer
evenals de hostnaam (2) (als de computer er één heeft toegewezen
gekregen) bekijken en het MAC-adres(3) van de netwerkinterfacekaart
(NIC) van de computer. Wanneer u de knop “Refresh” (Vernieuwen) (4)
indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn gewijzigd, wordt de lijst
bijgewerkt.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
Uw draadloze netwerk configureren
Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in
de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam
van het draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptieinstellingen wijzigen. U kunt de router hier ook voor gebruik als accesspoint
configureren.
40
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen
3
4
5
6
7
8
(1)
9
(2)
(3)
10
(4)
(5)
(6)
Let op: Wij raden u aan regelmatig te controleren of er firmware-updates
voor de router beschikbaar zijn. Dit kunt u doen via de pagina “Utilities >
Firmware update”. Nieuwere firmware kan bijvoorbeeld bepaalde problemen
oplossen, extra functies toevoegen en/of de draadloze prestaties verhogen
(zie bladzijde 66).
41
2
Hoofdstuk
Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die
bekend is als SSID (Service Set Identifier). De SSID is de naam van uw
netwerk. De standaard netwerknaam van de router is “Belkin N Wireless”
gevolgd door zes getallen die uniek zijn voor uw router. Uw netwerknaam
ziet er ongeveer als volgt uit: “Belkin_N_Wireless_123456”. U kunt deze
naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd
laten. Onthoudt dat als u de naam van uw draadloze netwerk wijzigt, en
er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, dat de nieuwe
naam van uw netwerk moet afwijken van die andere draadloze netwerken.
Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het
SSID-veld in(1) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(2).
De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten
ook uw draadloos werkende computers opnieuw worden geconfigureerd
om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de
handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor meer informatie over
hoe u deze verandering moet aanbrengen.
1
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Het draadloze kanaal wijzigen
U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn er 11
kanalen en in het Verenigd Koninkrijk (en de meeste andere Europese landen)
13 kanalen waaruit u kunt kiezen. Een klein aantal andere landen stelt andere
eisen aan het kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij actief kan zijn
op de juiste kanalen voor het land waarin u zich bevindt. Indien nodig kan dit
adres worden gewijzigd. Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief
zijn, moet uw netwerk op een ander kanaal worden ingesteld dan de andere
draadloze netwerken.
Uitbreidingskanaal
De IEEE 802.11n draft specificatie maakt het gebruik van een tweede
kanaal mogelijk om de bandbreedte te verdubbelen (zie “Gebruik maken
van de bandbreedteschakelaar) op de volgende bladzijde). Er zal een
uitbreidingskanaal worden getoond bij gebruik van de 40MHz-modus (zie
“Gebruik maken van de draadloze-modusschakelaar”). Indien nodig kan dit
adres worden gewijzigd.
Gebruik maken van de schakelaar voor draadloze modi
Deze schakelaar stelt u in staat de draadloze modus van de router in te
stellen. Er zijn verscheidene modi:
Opmerking: Bij sommige modi dient u eerst de firmware bij te werken voor ze
geactiveerd kunnen worden.
1) Off (Uit)
In deze modus wordt het accesspoint van de router uitgeschakeld
waardoor er geen draadloze apparaten in het netwerk kunnen worden
opgenomen. Het uitschakelen van de draadloze functie van uw router
is een uitstekende manier om uw netwerk te beveiligen als u wat langer
van huis bent dan normaal, of als u gedurende een bepaalde periode
geen gebruik wilt maken van deze functie.
2) 802.11g only (uitsluitend 802.11g)
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen 802.11gapparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. Tragere 802.11bapparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen.
3) 802.11b+g+n
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen zowel 802.11bals 802.11g- als 802.11n-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het
netwerk.
4) 802.11n only (uitsluitend 802.11n)
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen N1/draft
802.11n-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. 802.11gen 802.11b-apparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen.
42
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1
2
3
4
5
7
Gebruik maken van de bandbreedteschakelaar
Deze schakelaar stelt u in staat de bandbreedte-modi van de draadloze
router in te stellen. Er zijn verschillende modi beschikbaar:
1) 20MHz only (uitsluitend 20 MHz)
Als u uw router op deze modus instelt, is alleen een 20MHzbandbreedte beschikbaar. Deze modus is compatibel met N, draft
802.11n-, 802.11g- en 802.11b-apparaten, maar beperkt halveert de
beschikbare bandbreedte voor N, draft (concept) 802.11n-apparaten.
Soms kunt u bepaalde draadloze problemen oplossen door de
bandbreedte op “20MHz only” in te stellen.
2) 20MHz/40MHz Auto
Als u uw router op deze modus instelt, kan tussen een werking met
20MHz-bandbreedte en 40MHz-bandbreedte gekozen worden. Deze
modus maakt 40MHz-bedrijf mogelijk om als de omstandigheden dat
toelaten de snelheid van N, concept 802.11n-apparaten op te voeren. Bij
aanwezigheid van een 802.11g accesspoint dat een nabijgelegen kanaal
bezet, zal de router automatisch overschakelen op 20MHz-werking om
de compatibiliteit te optimaliseren. Wij raden u aan deze modus als
standaardmodus in te stellen.
43
8
9
10
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Broadcast SSID-functie gebruiken
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden toegepast. Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID
van uw netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk
verborgen voor computers die de ether aftasten naar de aanwezigheid
van draadloze netwerken. Om de uitzending van uw SSID stil te leggen,
maakt u het vakje naast “Broadcast SSID” (SSID uitzenden) leeg en klikt u
vervolgens op “Apply changes” (Wijzigingen aanbrengen). De verandering
gaat onmiddellijk in. Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken
van verbinding met uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY”
(Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze
netwerkadapter voor meer informatie over hoe u deze verandering moet
aanbrengen.
Protected Mode-schakelaar
De Protected-modus zorgt voor een goede werking van N, concept
802.11n-apparaten in uw draadloze netwerk wanneer er ook 802.11g- of
802.11b-apparaten aanwezig zijn of wanneer er binnen de actieradius
veel 802.11g- of 802.11b-verkeer is. Gebruik de Protected-modus als uw
netwerk bestaat uit een combinatie van draadloze N-kaarten van Belkin en
802.11g- of 802.11b-kaarten. In een omgeving met weinig of geen ander
draadloos 802.11g- of 802.11b- netwerkverkeer presteren uw draadloze
N-producten het best als de Protected-modus is uitgeschakeld. In een
omgeving met veel 802.11g- of 802.11b-verkeer of interferentie bereikt u
de beste prestaties van uw N-apparaten door de Protected-modus in te
schakelen. Zo voorkomt u dat de prestaties van uw draadloze N-apparatuur
niet afnemen.
802.11e/WMM QoS-schakelaar
Stelt u in staat draadloos QoS in en uit te schakelen.
De beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen
Uw router is uitgerust met de nieuwste beveiligingsstandaard WiFi Protected Access 2 (WPA2). Tevens wordt WEP (Wired Equivalent
Privacy) beveiliging ondersteund. Normaal is de beveiliging van een
draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken,
dient u eerst te bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de
beveiligingsinstellingen te wijzigen, klik op “Security” (Beveiliging) op het
tabblad “Wireless” (Draadloos).
De router maakt beveiliging van uw netwerk mogelijk via WPA2. WPA2 is
de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard en
maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat
geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere Advanced
Encryption Standard (AES) encryptietechniek gecombineerd worden.
44
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1
Systeemvereisten voor WPA2
BELANGRIJK:Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten
al uw computers en netwerkadapters zijn bijgewerkt met patches,
stuurprogramma’s en cliënt utility-software die WPA2 ondersteunen.
U kunt gratis beveiligingspatches van Microsoft® downloaden. Deze
patches werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een gratis
download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze
cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB971021). De
update kunt u downloaden van: http://support.microsoft.com/
kb/917021
BELANGRIJK: U moet ook controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/
adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s hebt
gedownload en geïnstalleerd. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten
van Belkin is er een stuurprogramma-update beschikbaar op de website
van Belkin: www.belkin.com/networking.
45
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2)
kan via http://support.microsoft.com/kb/826942 gratis een bestand
van Microsoft genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless
Protected Access (KB 826942)” gedownload worden.
2
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
WPA/WPA2-Personal (PSK) instellen
Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2-Personal (PSK)
modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal (PSK) is de
modus die doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving terwijl WPA2Enterprise (RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in werkomgevingen
waarin een externe radiusserver de netwerksleutel automatisch distribueert
naar alle cliënten. Uw router ondersteunt WPA2-Personal (PSK).
1.
Nadat u uw router hebt geïnstalleerd, gaat u naar de pagina “Security”
(Beveiliging) onder “Wireless” (Draadloos) en selecteert u “WPA/
WPA2-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode”
(Beveiligingsmodus).
2.
Voor “Authentication” (Authentificatie), selecteert u “WPA-PSK”,
“WPA2-PSK” of “WPA-PSK + WPA2-PSK”. Deze instelling moet voor
al uw draadloze cliënten hetzelfde zijn. “WPA-PSK + WPA2-PSK”
modus stelt de router in staat cliënten te ondersteunen die gebruik
maken van WPA- of WPA2-beveiliging.
3.
Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw draadloze cliënten
hetzelfde zijn.
4.
Voer uw “pre-shared key” (PSK) in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63
tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw
draadloze cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als
volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. Klik op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw draadloze
cliënten deze instellingen toe.
46
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1
2
3
4
5
7
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn,
WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een
verbinding met de router mogelijk maken.
8
9
10
WPA-beveiliging instellen
Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, moeten uw
netwerkkaarten uitgerust zijn met software die WPA ondersteunt. Op het
tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiligingspatch
van Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch werkt
uitsluitend met Windows XP.
Uw router ondersteunt WPA-Personal (PSK) en gebruikt een zogenaamde
“pre-shared key” (PSK) als netwerksleutel. Een pre-shared key is een
wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan
zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens.
Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot
het netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in de privéomgeving.
47
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
WPA-PSK instellen
1.
Selecteer “WPA-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode”
(Beveiligingsmodus).
2.
Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde
zijn.
3.
Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens,
dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten
dezelfde sleutel te gebruiken.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken
nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
48
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
WEP-encryptie-instellingen bepalen
Opmerking voor Mac-gebruikers: De optie “Passphrase” (meervoudig
wachtwoord) kan niet gebruikt worden bij Apple® AirPort®. Om encryptie te
configureren voor uw Mac-computer, stelt u de encryptie in met behulp van
de handmatige methode beschreven in het volgende gedeelte.
Selecteer “128-bit WEP” of “64-bit WEP” in het dropdown-menu.
2.
Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd,
kunt u de WEP-sleutel opgeven door de hexadecimale WEP-sleutel
handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig
wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op
“Generate” (Genereren) om hieruit een WEP-sleutel te creëren. Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Zorg er nu
voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3.
De encryptie is nu ingesteld voor de router. Alle computers van uw
draadloze netwerk moeten nu met hetzelfde wachtwoord worden
geconfigureerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter
voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen.
49
Hoofdstuk
1.
1
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Gebruik maken van een hexadecimale sleutel
Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m
F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die kunnen worden
opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128-bits sleutels hebben een
lengte van 26 karakters en kunnen worden opgedeeld in 13 combinaties van
twee tekens.
Bijvoorbeeld:
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters van A
t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze sleutel om
de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze computers te
programmeren.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPortproducten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer
dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met
128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
50
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Gebruik maken van de accesspoint-modus
Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren
gebruikers worden gebruikt. De router kan ook zodanig worden
geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze modus
is het gebruik van de functie “NAT IP-sharing” en de DHCP-server niet
mogelijk. In de accesspoint-modus moet de router worden geconfigureerd
met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt als het overige
netwerk waarmee u een bridge (brug) tot stand wilt brengen. Het standaard
IP-adres is 192.168.2.254 en het subnetmasker is 255.255.255.0. Deze
kunnen naar behoefte worden aangepast.
1
2
3
4
5
Schakel de AP-modus in door “Enable” (Activeren) te selecteren op de
pagina “Use as Access Point only” (Alleen als accesspoint gebruiken).
Als u deze optie kiest kunt u de IP-instellingen veranderen.
6
2.
Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
7
3.
Sluit een kabel aan op de modempoort van de router en verbind deze
met uw bestaande netwerk.
8
De router fungeert nu als accesspoint. Om toegang te krijgen tot de
geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router, typt u het
door u gespecificeerde IP-adres in de navigatiebalk van uw browser in. De
encryptie-instellingen, Mac-adressenfiltering, de SSID en het kanaal kunt u
normaal instellen.
51
9
10
Hoofdstuk
1.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
MAC-adressen beheren
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u
kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het draadloze netwerk.
Let op: De filterlijst is alleen van toepassing op draadloze computers. U kunt
instellen dat elke computer die probeert het draadloze netwerk binnen te
komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd.
Wanneer u deze functie inschakelt, dient u van elke cliënt (computer) het
MAC-adres in te voeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie
“Block” (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer
eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC-adres
van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen.
(1) (2)
(3)
(4)
(5)
52
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die toegang
krijgen tot het netwerk
1. Selecteer het keuzerondje voor “Allow” (Toelaten) (1) om te beginnen met
het opstellen van een lijst van computers die u tot het draadloze netwerk
wilt toelaten.
2.
Typ nu in het lege veld “MAC Address” (3) het Mac-adres van de
draadloze computer die u tot het draadloze netwerk wilt toelaten en klik
vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4).
3.
Doe dit voor elke computer die u toegang wilt verlenen.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen.
De “Deny Access”-lijst stelt u in staat specifieke computers de toegang tot
het netwerk te ontzeggen. Elke computer die in die lijst is opgenomen zal de
toegang tot het draadloze netwerk geweigerd worden. Alle andere computers
krijgen wel toegang.
1.
Selecteer het keuzerondje voor “Deny” (Weigeren) (2) om een lijst op te
stellen van computers die u geen toegang wilt geven tot het draadloze
netwerk.
2.
Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address” (3) het Mac-adres in van
de draadloze computer die u geen toegang tot het draadloze netwerk wilt
verlenen en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4).
3.
Doe dit voor elke computer die u geen toegang wilt verlenen.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen.
(1)
(4)
(2)
(3)
(5)
53
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Een “Deny Access” (Toegang geweigerd) lijst creëren
1
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Configuratie van de firewall
Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen
uiteenlopende hackeraanvallen zoals:
•
IP Spoofing
•
Land Attack Ping of Death (PoD)
•
Denial of Service (DoS)
•
IP met lengte nul
•
Smurf Attack
•
TCP Null Scan
•
SYN flood
•
UDP flooding
•
Tear Drop Attack
•
ICMP defect
•
RIP defect
•
Fragment flooding
De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden
om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt
waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U
kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling
verdient de firewall ingeschakeld te laten. Door het uitschakelen van de
firewallbescherming is uw netwerk weliswaar niet volledig weerloos tegen
hackeraanvallen maar toch is beter de firewall ingeschakeld te laten.
54
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Interne forwarding-instellingen configureren
De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe
(Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server
(Poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne
netwerk. Omdat uw interne computers door een firewall worden beveiligd,
kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) hen niet bereiken omdat
zij “onzichtbaar” zijn. Er is een lijst van populaire toepassingen beschikbaar
voor het geval dat u de functie van de virtuele server voor een specifieke
applicatie moet configureren. Als uw applicatie niet in de lijst voorkomt, neem
dan contact op met de leverancier van de applicatie om te bepalen welke
poortinstellingen u dient te gebruiken.
1
2
3
4
5
7
8
9
10
Applicaties kiezen
Selecteer de applicatie in het dropdown-menu. Klik op “Add” (Toevoegen).
De instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instelling voor deze
applicatie op te slaan. Om een applicatie te verwijderen, selecteert u het
nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op “Clear”
(Leeg maken).
Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren
Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de
interne (server) computer in, geeft u de poort(en) op die vrijgegeven moeten
worden (met een komma tussen de poorten als u meer poorten wilt opgeven),
selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en klikt u op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen). U kunt per intern IP-adres slechts één poort
vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U
kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Het is beter de instellingen uit te
schakelen wanneer u een specifieke applicatie niet gebruikt.
55
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Cliënt IP-filters instellen
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-mail
of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. Deze
beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep computers of
verschillende computers.
Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer af
te sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer in de IP-velden
invoeren (1). Vervolgens vult u in de beide poortvelden het getal “80” in (2).
Selecteer “Both” (Beide) (3). Selecteer “Block” (Blokkeren)(4). U kunt ook
“Always” (Altijd) kiezen om de toegang permanent af te sluiten. Selecteer
de begindatum bovenaan (5), de begintijd bovenaan (6), de einddatum
onderaan (7)en de eindtijd (8) onderaan. Selecteer “Enable” (Activeren) (9).
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het
door u opgegeven IP-adres heeft nu binnen de door u aangegeven periode
geen toegang tot het Internet. Let op: Zorg ervoor dat u de juiste tijdzone
selecteert onder “Utilities> System Settings> Time Zone”.
(1)
(2)
(3)
56
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De gedemilitariseerde zone (DMZ) activeren
Met de DMZ-functie kunt u één van de computers van uw netwerk buiten
de firewall plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de firewall bij
een bepaalde toepassing als een game of video-vergaderen problemen
veroorzaakt. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. De computer in
de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET beschermd tegen
hackeraanvallen.
1
2
3
4
5
7
8
9
10
Om een computer in de DMZ te plaatsen voert u de laatste twee cijfers van
zijn IP-adres in het IP-veld in en selecteert u “Enable” (Activeren). Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging te activeren. Als
u meerdere statische WAN IP-adressen gebruikt, kunt u aangeven aan welk
WAN IP-adres de DMZ-host wordt gericht. Vul het WAN IP-adres in waaraan
de DMZ-host moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het
IP-adres van de DMZ-hostcomputer, selecteer “Enable” (Activeren) en klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
57
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Gebruik van een dynamisch DNS
De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor dynamische
IP-adressen in een van de vele domeinen van DynDNS.org, waardoor de
toegang tot uw netwerkcomputers vanaf verschillende plaatsen op het internet
eenvoudiger is. DynDNS.org biedt deze service voor een maximum van vijf
hostnamen gratis aan de internetgemeenschap.
De dynamische DNSSM-service is ideaal voor een privé-website, bestandsserver,
maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw pc thuis en de
bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze service verzekert u
zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IP-adres, zelfs als uw ISP dit
adres wijzigt. Als uw IP-adres verandert kunnen uw vrienden en collega’s u altijd
vinden via yourname.dyndns.org!
U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via http://
www.dyndns.org.
De Dynamic DNS Update Client van de router installeren.
Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan te
melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit gedaan hebt,
kunt u verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen.
1. Selecteer DynDNS als “DDNS Service” (1).
2. Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld “User Name”
(Gebruikersnaam) (2).
3. Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld “Password / Key” (3).
4. Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in
in het veld “Domain Name” (4).
5. Klik op “Update Dynamic DNS” (5) om uw IP-adres te updaten.
Indien het door uw provider aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de router uw
nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.org-servers. U kunt dit
ook handmatig doen door te klikken op de knop “Update Dynamic DNS” (5).
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
58
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1
ICMP-pings blokkeren
Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder de
naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden. Door
naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen van het
IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets interessants
bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op ICMP-pings van
buiten reageert. Dit verhoogt het beveiligingsniveau van uw router.
2
3
4
5
6
7
8
9
Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP
Ping” (ICMP-ping blokkeren)(1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). De router reageert nu niet op ICMP-pings.
Hulpprogramma’s
In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende parameters
van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren.
59
10
Hoofdstuk
(1)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De router herstarten
Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms nodig
zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen van de router
worden door opnieuw starten NIET gewist.
De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen
1.
Klik op de knop “Restart
Router” (Router opnieuw
opstarten).
2.
De volgende melding
verschijnt. Klik op “OK”.
3.
De volgende melding
verschijnt. Het herstarten
van de router kan tot 60
seconden duren. Tijdens
het herstarten mag u de
netvoeding van de router
niet uitschakelen.
4.
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zal de router automatisch herstart worden. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet
gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw
browser in (standaard = 192.168.2.1).
60
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1
De fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router
naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig
eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u de
standaardinstellingen herstelt.
1.
2
3
4
Klik op de knop “Restore
Defaults” (Standaard
instellingen herstellen).
5
2.
De volgende melding
verschijnt. Klik op “OK”.
3.
De volgende melding
verschijnt. Tot het
herstellen van de
standaardinstellingen
behoort ook dat de router
opnieuw wordt opgestart.
Deze procedure kan
tot 60 seconden duren.
Tijdens het herstarten
mag u de netvoeding
van de router niet
uitschakelen.
7
8
4.
9
10
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zullen de standaardinstellingen van de router hersteld zijn.
De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen.
Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router (standaard =
192.168.2.1) in op de navigatiebalk van uw browser.
61
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De huidige configuratie opslaan
Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan.
Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze
later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een
reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware
bijwerkt.
1.
Klik op “Save” (Opslaan).
Er gaat een venster
open met de naam “File
Download” (Bestand
downloaden). Klik op
“Save” (Opslaan).
2.
Een scherm wordt
geopend waarin
u de locatie kunt
selecteren waar u het
configuratiebestand
wilt opslaan. Selecteer
een lokatie. U kunt het
bestand elke naam
geven die u wilt of de
standaardbenaming
“user.conf”. gebruiken.
Zorg ervoor dat u het
bestand een naam geeft
die u later gemakkelijk
kunt terugvinden.
Wanneer u de locatie
en de naam van het
bestand hebt gekozen,
klikt u op “Save”
(Opslaan).
62
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
3.
1
Als het bestand is
opgeslagen, verschijnt
het volgende scherm.
Klik op “Close” (Sluiten).
2
3
De configuratie is nu
bewaard.
4
5
Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen.
7
8
9
10
1.
Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open waarin u de locatie
van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle configuratiebestanden
hebben de extensie “.conf”. Zoek het configuratiebestand op dat u wilt
herstellen en dubbelklik erop.
63
Hoofdstuk
6
Vorige configuratie herstellen
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
2.
U krijgt de vraag of u wilt doorgaan. Klik op “OK”.
3.
Er verschijnt een herinneringsvenster. De herstelprocedure van uw
configuratiebestand kan tot 60 seconden in beslag nemen. Klik op
“OK”.
4.
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zal de configuratie van de router hersteld zijn. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet
gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw
browser in (standaard = 192.168.2.1).
64
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1
De firmware bijwerken
Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de router.
Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies en oplossingen
voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe firmware uitbrengt, kunt
u deze downloaden van de website en de firmware van de router bijwerken
tot en met de nieuwste versie.
2
3
4
5
6
7
8
Beschikbaarheid van nieuwe firmwareversies nagaan
Met de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) (1) kunt u
onmiddellijk nagaan of er nieuwe firmwareversies beschikbaar zijn. Als u op
de knop klikt, verschijnt er een browservenster waarin wordt aangegeven
dat er geen nieuwe firmware beschikbaar is, of dat er een nieuwe versie
beschikbaar is. Als er een nieuwe versie beschikbaar is, kunt u deze
downloaden.
65
9
10
Hoofdstuk
(1)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Een nieuwe firmwareversie downloaden
Als u op de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) klikt en er een
nieuwe firmwareversie beschikbaar is, verschijnt er een scherm dat lijkt op
onderstaande afbeelding.
1.
Om de nieuwe firmwareversie te downloaden, klikt u op “Download”.
2.
Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren voor
het bewaren van het firmwarebestand. Selecteer een lokatie. U kunt
het bestand elke naam geven die u wilt, of gewoon de standaard
naam gebruiken. Zorg ervoor dat u het bestand later ook weer terug
kunt vinden. Zodra u een lokatie hebt geselecteerd, klikt u op “Save”
(Opslaan).
66
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
3.
Als het bestand is opgeslagen ziet u het volgende scherm. Klik op
“Close” (Sluiten).
1
2
3
4
5
6
7
Firmware van de router bijwerken
8
1.
9
2.
Op de pagina “Firmware
Update” (Firmware
bijwerken) klikt u op
“Browse” (Bladeren). Er
gaat een venster open
waarin u de locatie
van het bijgewerkte
firmwarebestand kunt
selecteren.
10
Ga naar het
firmwarebestand dat
u hebt gedownload.
Selecteer het bestand
door dubbel te klikken op
de bestandsnaam.
67
Hoofdstuk
Het downloaden van de firmware is voltooid. Om de firmware bij te werken,
gaat u te werk als aangegeven in het volgende hoofdstuk “Firmware van de
router bijwerken”.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
3.
Het “Update Firmware”vakje (Firmware
bijwerken) toont nu de
locatie en de naam van
het firmwarebestand
dat u zojuist hebt
geselecteerd. Klik op
“Update” (Bijwerken).
4.
U krijgt de vraag te zien
of u zeker weet dat u wilt
doorgaan. Klik op “OK”.
5.
U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de
router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van de
firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op “OK”.
6.
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zal de firmware van de router zijn bijgewerkt. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit niet het
geval is, typ dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in
in de navigatiebalk van uw browser.
68
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1
Systeeminstellingen wijzigen
Op de pagina “System Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw
wachtwoord invoeren voor de systeembeheerder, de tijdzone instellen,
beheer op afstand inschakelen en de NAT-functie van de router aan- en
uitschakelen.
2
Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen
4
5
6
7
8
9
De inlog-timeoutinstelling wijzigen
Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen
waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface
(Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen
als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen
in de Advanced Setup Interface aangebracht en daarna uw computer alleen
gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. Als de timeout is ingesteld
op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen
hebt gelaten af. Als u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw
op de router in te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra
beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten.
Let op: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced
Setup-Interface.
69
10
Hoofdstuk
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord.
Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u hier
een wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het op een
veilige plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen
op de router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van
plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken.
3
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Tijd en tijdzone instellen
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple
Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router
synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok
in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de
aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt. U
hebt de mogelijkheid een primaire en een backup NTP-server te selecteren om de
klok van uw router gesynchroniseerd te houden. Selecteer de gewenste NTPserver in het dropdown-menu, of gebruik de huidige instelling.
Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de
zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast “Enable
Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft niet
onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15
minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet
en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet zelf instellen.
Beheer op afstand mogelijk maken
Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt,
DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE
SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management”
(Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter
wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn twee methoden voor het
op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke
internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely
manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Wanneer u
uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer op het Internet, dan
krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van uw router moet
invoeren.
De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor
beheer op afstand. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze
methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer
waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP
address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de
router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U
TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen
wachtwoord gebruikt, loopt uw router het risico van indringers.
70
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Geavanceerde functie: De optie “Remote Access Port” stelt u in staat de
“Remote Access Port for Remote Management”-functie te configureren. De
standaard toegangspoort is poort 80.
1
2
3
4
5
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden gebruikt.
ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT
INGESTELD, voordat u deze functie activeert. Network Address Translation
(NAT) is de methode waarvan de router gebruik maakt voor het delen
van het enkele IP-adres dat uw provider heeft toegekend met de andere
computers binnen uw netwerk. Deze functie dient uitsluitend te worden
gebruikt als uw provider u meerdere IP-adressen toekent of als u NAT moet
uitschakelen in verband met een geavanceerde systeemconfiguratie. Als
u slechts een enkel IP-adres heeft en u schakelt NAT uit, dan zullen de
computers binnen uw netwerk geen gebruik kunnen maken van het Internet.
Andere problemen kunnen ook voorkomen. Door het uitschakelen van NAT
worden uw firewallfuncties niet aangetast.
71
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
NAT (Network Address Translation) inschakelen/uitschakelen
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
UPnP inschakelen/uitschakelen
UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde
mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die naadloze
voice- en video-messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die
voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router
op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking.
Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in
sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen
aan UPnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router
te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij
aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties
gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden
van UPnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert
eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP
activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te slaan.
Automatische software-update inschakelen/uitschakelen
Deze vernieuwing geeft de router de ingebouwde mogelijkheid automatisch
te controleren of er een nieuwe versie bestaat van de firmware en u te
waarschuwen als de nieuwe firmware beschikbaar is. Wanneer u inlogt op
de geavanceerde interface van de router, dan gaat de router controleren of
er nieuwe software beschikbaar is. Als er nieuwe firmware gedownload kan
worden, wordt u daarvan op de hoogte gesteld. U kunt er dan voor kiezen
de nieuwe versie te downloaden of verder te gaan met hetgene waar u mee
bezig was.
72
Netwerkinstellingen handmatig
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSL-modem.
Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om
computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor
verbinding met het Internet.
Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Mac OS tot 9.x
1
2
3
1.
Open het “Apple”-menu. Selecteer “Control Panels”
(Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”.
4
2.
U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet Built-In”
(Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdown-menu “Connect via:”
(Verbinding maken via) (1).
5
3.
Naast “Configure”
(1)
(Configureren) (2), als
“Manually” (Handmatig)
(2)
is geselecteerd, moet
uw router ook worden
geconfigureerd voor
een verbinding met een
statisch IP. Noteer de
adresinformatie in de
onderstaande tabel. U dient
deze informatie in de router
in te voeren.
6
7
8
9
10
4.
Als dit niet al bij “Configure” (Configureren) is ingesteld, kiest u “Using
DHCP Server”(Gebruik maken van DHCP-server). Hierdoor geeft u de
computer de opdracht bij de router een IP-adres op te halen.
5.
Sluit het venster. Als u veranderingen
hebt aangebracht, verschijnt het
volgende venster. Klik op “Save”
(Opslaan).
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is
opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor gebruik
met de router.
73
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren
1. Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren).
2.
Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System Preferences”
(Systeemvoorkeuren).
3.
Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show”
(Tonen) in het netwerkmenu.
(1)
(5)
(2)
(3)
(4)
74
Netwerkinstellingen handmatig configureren
4.
5.
Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure” (Configureren)(4)
moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using DHCP” (DHCP gebruiken)
te zien zijn. Is dat niet het geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5)
en zorg ervoor dat “Connect using PPPoE” (Met behulp van PPPoE
aansluiten) NIET is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u
uw router configureren voor een verbinding van het type PPPoE met
behulp van uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden
geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de
1
2
3
4
5
6
8
adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de
router moeten invoeren.
6.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure”
(Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4) en
klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen).
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de
router.
75
9
10
Hoofdstuk
7
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Windows 2000, NT en XP
1.
Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel”
(Configuratiescherm).
2.
Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections”
(Netwerk- en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram
“Network” (Netwerk) (Windows XP).
3.
Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale
verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer
“Properties” (Eigenschappen) in het dropdown-menu.
4.
In het venster “Local Area Connection Properties” (Eigenschappen
lokale verbinding) klikt u op “Internet Protocol (TCP/IP)” en op de knop
“Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm:
(1)
(2)
(3)
5.
Wanneer “Use the following IP address” (Gebruik het volgende IP-adres)
(2) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch
IP-verbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel.
U zal deze informatie in de router moeten invoeren.
6.
Als dit niet al is geselecteerd,
selecteer dan “Obtain an IP address
automatically” (IP-adres automatisch
ophalen) (1) en “Obtain DNS server
address automatically” (DNSserveradres automatisch ophalen)
(3). Klik op “OK”.
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router.
76
Netwerkinstellingen handmatig configureren
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows
98SE of Me
1.
2.
Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My Network
Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving) en selecteer “Properties”
(Eigenschappen).
Selecteer “TCP/IP Settings” (TCP/IP Instellingen) voor de geïnstalleerde
netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen.
(3)
(1)
1
2
3
4
5
6
(2)
8
9
3.
Als “Specify an IP address” (IP-adres specificeren) is geselecteerd, moet
uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch
IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze
informatie in de router moeten invoeren.
4.
Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad “IP Address”
(IP-adres) (3).
5.
Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het
diagram in.
6. Selecteer het tabblad “DNS
Configuration” (DNSconfiguratie) (1). Noteer het
DNS-adres/de DNS-adressen
in het diagram.
7.
Als dit niet al is geselecteerd,
selecteert u “Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch
ophalen) op het tabblad voor IP-adressen. Klik op “OK”.
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart,
zijn uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router.
77
10
Hoofdstuk
7
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen.
Als u problemen hebt met het openen van het internet of de geavanceerde
via het internet bereikbare gebruikersinterface, verander dan de huidige
instellingen van uw browser in de aanbevolen instellingen die u in dit
hoofdstuk vindt.
Microsoft® Internet Explorer 4.0 of hoger
1.
Start uw browser. Selecteer “Tools” (Extra) en vervolgens “Internet
Options” (Internetopties).
2.
In het scherm “Internet Options” (Internetopties) vindt u drie
keuzemogelijkheden. “Never dial a connection” (Nooit een verbinding
maken), “Dial whenever a network connection is not present” (Maak
verbinding indien er geen netwerkverbinding aanwezig is) en “Always
dial my default connection” (Altijd mijn standaardverbinding gebruiken).
Als u een keus kunt maken, selecteer dan “Never dial a connection”
(Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan
naar de volgende stap.
3. In het venster “Internet Options” (Internetopties) klikt u op
“Connections” (Verbindingen) en selecteert u “LAN Settings…” (LANinstellingen).
78
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
4.
Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt:
“Automatically detect settings” (Instellingen automatisch detecteren),
“Use automatic configuration script” (Script voor automatische
configuratie gebruiken) en “Use a proxy server” (Proxyserver
gebruiken). Klik op “OK”. Klik vervolgens op de pagina “Internet
Options” (Internetopties) opnieuw op “OK”.
1
2
3
4
5
6
7
Netscape® Navigator® 4.0 of hoger
1. Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op
“Preferences” (Voorkeurinstellingen).
2.
Klik in het venster “Preferences” (Voorkeurinstellingen) op
“Advanced” (Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”. In het
venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the Internet”
(Rechtstreekse verbinding met het internet).
79
9
10
Hoofdstuk
8
Problemen oplossen
De cd met de Setup-Assistent start niet automatisch.
Als de cd-rom de Setup-Assistent niet automatisch kan starten, is de
computer misschien bezig met andere applicaties die de werking van het cdromstation storen.
1.
Als het openingsvenster van de Setup-Assistent niet binnen 15 tot 20
seconden verschijnt, opent u het cd-romstation door te dubbelklikken op
het pictogram “My Computer” (Deze computer) op uw desktop
2.
Dubbelklik vervolgens op het cd-romstation waarin de cd van de SetupAssistent is geplaatst om de installatie te starten.
3.
De Setup-Assistent moet binnen een paar seconden starten. Als in plaats
daarvan een venster verschijnt met een overzicht van de bestanden
op de cd, dubbelklik dan op het pictogram dat wordt aangeduid met
“SetupAssistant”.
4.
Als de Setup-Assistent nog steeds niet start, raadpleeg dan het
hoofdstuk “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen
handmatig configureren) (pagina 74 van deze handleiding) voor een
alternatieve installatiemethode.
De Setup-Assistent kan de router niet vinden.
Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet kan
vinden tijdens het installeren:
1.
Als de Setup-Assistent er niet in slaagt de router te vinden, kan het
zijn dat er op de computer die probeert verbinding te maken met het
Internet, firewall-software van derden is geïnstalleerd. Voorbeelden
van firewall-software van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection,
McAfee Personal Firewall, en Norton Personal Firewall. Als u dergelijke
software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die
software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de
firewall-software de toegang tot Internet blokkeert door de software
tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij
uitgeschakelde firewall moet u de instellingen van de firewall aanpassen.
Zie de instructies van de producent van uw firewall-software voor
instructies over het configureren van de firewall op een manier die
internettoegang mogelijk maakt.
80
Problemen oplossen
2.
3.
4.
Neem de stekker van de router gedurende 10 seconden uit het
stopcontact en steek die daarna terug. Controleer of de “router”-LED
continu (BLAUW) brandt. Is dit niet het geval, controleer dan of de
voedingsadapter goed op de router en het stopcontact is aangesloten.
Controleer of er een kabel is aangesloten tussen de netwerk (Ethernet)
poort aan de achterkant van de computer en een van de “to Wired
Computers”-poorten (naar bedrade computers) aan de achterkant van
de router.
1
2
3
4
Let op: de computer mag NIET worden aangesloten op de poort
“modem” op de achterzijde van de router.
5
Kijk wat er gebeurt als u de computer afsluit, opnieuw opstart en
vervolgens de Setup-Assistent weer start.
6
Als de Setup-Assistent de router nog steeds niet kan vinden, raadpleeg dan
de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen
handmatig configureren) voor de afzonderlijke installatiestappen.
7
8
Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet met
internet kan verbinden:
9
1.
Gebruik de in de Setup-Assistent.voorgestelde oplossingen.
2.
Als uw provider een gebruikersnaam en een wachtwoord eist,
controleer dan of u de gebruikersnaam en het wachtwoord correct
hebt ingevuld. Bij sommige gebruikersnamen moet de domeinnaam
van de provider aan het einde van de naam staan. Een voorbeeld:
“
[email protected]”. Het gedeelte “@mijnisp.com” van de
gebruikersnaam moet u wellicht ook achter uw gebruikersnaam typen.
Als u nog steeds geen verbinding met internet krijgt, zie dan de paragraaf
“Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig
configureren) (pagina 74 van deze handleiding) voor een alternatieve
installatiemethode.
81
10
Hoofdstuk
Setup-Assistent kan mijn router niet met het Internet verbinden
Problemen oplossen
•
De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn
webbrowser werkt niet.
•
Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED
op de router brandt niet en de LED voor “internet” knippert.
Als u geen verbinding met het Internet kunt maken, de “modem”-LED
niet brandt en de LED voor “Internet” knippert, zijn uw router en modem
waarschijnlijk niet goed aangesloten.
1.
Zorg ervoor dat de netwerkkabel tussen de modem en de router
correct is aangesloten. Het ene uiteinde van de kabel moet zijn
aangesloten op de poort aangeduid met “to modem” (naar het
modem), en het andere uiteinde op de netwerkpoort van uw modem.
2.
Ontkoppel de voeding van het kabel- of DSL-modem. Zet het modem
na drie minuten weer aan en/of sluit de kabel weer aan. Dit kan ervoor
zorgen dat het modem de router herkent.
3.
Zet de router uit, wacht 10 seconden en zet hem weer aan. De router
zal nu opnieuw proberen contact te zoeken met het modem. Neem
contact op met de technische hulpdienst van Belkin als de “modem”LED op de router na deze stappen nog niet brandt.
4.
Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit en weer opstart.
82
Problemen oplossen
De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn
webbrowser werkt niet.
•
Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED
op de router brandt en de LED voor “internet” knippert.
1.
Als u geen verbinding met internet krijgt, de “modem”-LED brandt
en de “internet”-LED knippert, komt uw type verbinding wellicht niet
overeen met dat van uw provider.
2.
Als u een verbinding met een statisch IP-adres hebt, moet u het IPadres, subnetmasker en gateway-adres van uw provider krijgen. Zie de
paragraaf “Alternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode)
voor informatie over het wijzigen van deze instelling.
3.
Als u een PPPoE-verbinding hebt, wijst uw provider u
een gebruikersnaam toe, een wachtwoord en soms een
servicenaam. Zorg ervoor dat het type verbinding van uw
router is geconfigureerd als “PPPoE” en controleer of de
instellingen correct zijn. Raadpleeg het hoofdstuk “Alternatieve
installatiemethode” voor informatie over het wijzigen van deze
instelling.
4.
U moet wellicht uw router configureren om te kunnen voldoen aan de
specifieke vereisten van uw provider. Om in onze Knowledge Base te
zoeken naar onderwerpen betreffende provider-gerelateerde zaken,
gaat u naar: http://web.belkin.com/support en typt u “ISP” in.
Als u na het controleren van deze instellingen nog steeds geen verbinding
met het internet krijgt, neem dan contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin.
83
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
•
Problemen oplossen
•
De Setup-Assistent heeft de installatie voltooid maar mijn
webbrowser werkt niet.
•
Ik krijg geen verbinding met het internet. De “modem”-LED
op de router knippert en de LED voor “internet” brandt
continu.
1.
Als de “modem”-LED knippert en de“internet”-LED continu brandt en
u toch geen verbinding met het internet krijgt, probeert wellicht op
de computer geïnstalleerde firewall software toegang tot het internet
te krijgen. Firewall-software van derden is bijvoorbeeld: ZoneAlarm,
BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall en Norton Personal
Firewall.
2.
Als u dergelijke software op uw computer hebt geïnstalleerd, zorg er
dan voor dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt
controleren of de firewall-software de toegang tot Internet blokkeert
door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding
bij uitgeschakelde firewall goed werkt, moet u de instellingen van de
firewall aanpassen.
3.
Zie de instructies van de producent van de firewall-software voor
het configureren van de firewall op een manier die de toegang tot
het internet mogelijk maakt.
Als u na het uitschakelen van de firewall-software nog steeds geen toegang
tot het internet krijgt, neem dan contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin.
84
Problemen oplossen
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen.
Als u met een draadloze computer geen verbinding met het internet kunt
krijgen, controleer dan de volgende punten:
1.
Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een
router van Belkin geldt het volgende voor de lampjes:
• De “router”-LED zou moeten branden.
• De “Modem”-LED moet constant branden en niet knipperen.
• De “internet”-LED moet constant branden en niet knipperen.
• De “wireless”-LED moet constant branden en niet knipperen.
2.
Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram
rechts onderin het scherm.
3.
Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type
draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is
echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken)
- de draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden.
Ja, mijn netwerknaam is opgenomen in het overzicht—ga naar de oplossing
voor het probleem “Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand
brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend” in het hoofdstuk
“Problemen oplossen”.
Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld — ga naar de
probleemoplossing “Ik kan geen draadloze verbinding met het internet
maken en de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld”.
85
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor?
1
Problemen oplossen
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend.
Als de juiste netwerknaam in het overzicht van “Available Networks”
(Beschikbare netwerken) staat, volg dan de onderstaande stappen om een
draadloze verbinding te maken.
1.
Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare
netwerken.
2.
Als voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn
geactiveerd, moet u de netwerksleutel invoeren. Meer informatie over
beveiliging vindt u in het hoofdstuk “De beveiligingsinstellingen van uw
draadloze netwerk wijzigen”.
3.
Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links
onderin uw scherm, groen. Dat betekent dat er een verbinding met het
netwerk tot stand is gebracht.
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend.
Als de naam van uw netwerk niet in het overzicht “Available Networks”
(Beschikbare netwerken) van het hulpprogramma is vermeld, kunt u het
probleem wellicht als volgt oplossen:
1.
Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand van
tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit het
hulpprogramma en heropen het. Als de naam van het netwerk nu wel in
het overzicht “Available Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt,
hebt u mogelijk een probleem met het bereik of last van storing.
Mogelijke oplossingen hiervoor vindt u in het hoofdstuk “De ideale
plaats voor uw draadloze N router” in deze handleiding.
2.
Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is
aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat
“Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina
voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en SSID).
Als u na deze stappen nog steeds geen verbinding met het internet kunt
krijgen, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning
van Belkin.
86
Problemen oplossen
•
De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig.
•
De gegevensoverdracht is soms traag.
•
Het signaal is zwak.
•
Problemen bij het tot stand brengen en/of handhaven van een
Virtual Private Network-verbinding.
Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de
connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen de
apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de signaalkwaliteit
veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn muren en metalen
apparaten. Hou er verder rekening mee dat de snelheid van de verbinding
afneemt naarmate de afstand tot de router groter is
Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken
hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen, indien
mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router.
De overdrachtssnelheid verlagen — Het verlagen van de overdrachtssnelheid
kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de verbinding verhogen. Bij de
meeste draadloze netwerkkaarten kan de overdrachtssnelheid aangepast
worden. Als u deze eigenschap wilt wijzigen, gaat u naar het “Controle Panel”
(Configuratiescherm) in Windows, opent u de map “Network connections”
(Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze
kaart. Onder “Properties” (Eigenschappen) selecteert u de knop “Configure”
(Configureren) op het tabblad “General” (Algemeen). (Gebruikers van Windows
98 dienen de draadloze kaart te selecteren, op “Properties” (Eigenschappen) te
klikken). Vervolgens selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd) de
“Rate Property” (Overdrachtssnelheid).
Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze
overdrachtssnelheid voor u maar dit kan periodiek onderbreking van de
verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; meestal zijn lagere
overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Wij raden u aan te experimenteren met
verschillende verbindingssnelheden totdat u de beste snelheid voor uw omgeving
heeft gevonden. Alle beschikbare overdrachtssnelheden zijn echter geschikt
voor Internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw
netwerkkaart.
87
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Het draadloze kanaal wijzigen — Het wijzigen van het kanaal kan een positief
effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze netwerk
indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de prestaties
van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde kanaal van de
router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende andere kanalen
kiezen. Zie voor meer informatie over het kiezen van een kanaal op pagina 43 het
hoofdstuk “Van draadloos kanaal wisselen”.
1
Problemen oplossen
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent
Privacy of WEP-beveiliging op mijn router van Belkin
1.
Log in op uw router.
Open uw webbrowser en typ het IP-adres van de router in. (De
standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1.) Log in op uw router
door op de knop “Login” in de rechter bovenhoek van uw scherm te
drukken. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen
wachtwoord hebt ingesteld, vult u dit veld niet in en klikt u op “Submit”
(Verzenden).
Klik op het tabblad “Wireless”, links op uw scherm. Selecteer het
tabblad “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) om naar de
instellingenpagina voor beveiliging te gaan.
2.
Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu.
3.
Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt u uw
hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase
(meervoudig wachtwoord) in het “Passphrase”-veld invoeren en klikken
op “Generate” (Genereren) om uit de passphrase een WEP-sleutel
te genereren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om
te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn
ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers
en letters van A t/m F en 0 t/m 9. Voor 128-bits WEP moet u 26
hexadecimale sleutels invoeren.
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De
encryptie in de router is nu ingesteld. U moet nu elke computer in uw
draadloze netwerk met dezelfde beveiligingsinstellingen configureren.
WAARSCHUWING: Als u de router op een computer met een draadloze
cliënt configureert, moet u ervoor zorgen dat de beveiliging voor deze
draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen
draadloze verbinding.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPortproducten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer
dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u niet lukt
uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits
encryptie.
88
Problemen oplossen
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent
Privacy (WEP)-beveiliging op een cliëntkaart van Belkin.
De cliëntkaart dient de zelfde sleutel te gebruiken als de router. Als uw
router bijvoorbeeld gebruik maakt van de sleutel 00112233445566778899A
ABBCC, dan moet de cliëntkaart exact dezelfde sleutel gebruiken.
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen.
2.
Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de
kaart bekijken en deze configureren.
3.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de
Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op
de knop “Properties” (Eigenschappen).
5.
Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie)
6.
Zorg ervoor dat het selectievakje “The key is provided for me
automatically” (Ik krijg de sleutel automatisch) onderaan niet is
aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een
bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of deze optie
aangevinkt moet zijn of niet.
7.
Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde veld naast “Network
Key” (Netwerksleutel).
Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters
van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale
sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met
de sleutel die u toekent aan uw router.
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
8.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen
op te slaan.
Indien u GEEN gebruik maakt van een draadloze cliëntkaart van Belkin,
raden wij u aan de handleiding die hoort bij uw draadloze cliëntkaart hoort
te raadplegen.
89
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
4.
1
Problemen oplossen
Ondersteunen de producten van Belkin WPA/WPA2?
Let op: Voor het gebruik van WPA-beveiliging moeten al uw cliënten
bijgewerkt zijn met stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen.
U kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch
werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem.
U kunt deze patch hier downloaden:
http://www.microsoft.com/downloads/details.
U moet tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma
downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart
van Belkin. Andere besturingssystemen worden momenteel nog niet
ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten
zoals 802.11g-producten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA
ondersteunen.
Download de nieuwste stuurprogramma’s van http://www.belkin.com/support
Ik heb problemen met het installeren van Wireless Protected
Access (WPA-beveiliging) op een router van Belkin voor een
thuisnetwerk.
1.
Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) in het
dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus).
2.
Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten dezelfde
zijn.
3.
Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters
en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en spaties. U dient
bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als
volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel
nu al uw cliënten op deze manier in.
90
Problemen oplossen
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access
(WPA) beveiliging op een draadloze cliëntkaart van Belkin voor
een thuisnetwerk.
1
2
Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de router. Als bijvoorbeeld
de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen” door de router wordt gebruikt,
moeten de cliënten diezelfde sleutel hebben.
3
1.
4
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced”
(Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart bekijken en
configureren.
2.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt
de Belkin Wireless Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
3.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op
de knop “Properties” (Eigenschappen).
Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) onder
“Network Authentication” (Netwerkauthentificatie).
5.
Typ de WPA-sleutel in in het veld naast “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk:WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en
letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens
invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel
die u toekent aan uw router.
6.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen
op te slaan.
91
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
4.
5
Problemen oplossen
Ik maak GEEN gebruik van een cliëntkaart van Belkin voor een
thuisnetwerk en heb problemen met het instellen van Wireless
Protected Access (WPA) beveiliging.
Als u geen draadloze desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin gebruikt
en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt, dan kunt
u van de website van Microsoft kostelooss een bestand downloaden met
de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. De
patch van Microsoft kunt u downloaden door de informatie-database voor
Windows XP WPA te doorzoeken.
Opmerking: Dit bestand van Microsoft werkt alleen met Windows XP.
Andere besturingssystemen worden momenteel nog niet ondersteund.
U moet ook controleren of de producent van de kaart WPA ondersteunt
en of u het nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite hebt
gedownload en geïnstalleerd.
Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows XP Professional
• Windows XP Home Edition
1.
In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network
Connections” (Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen).
2.
Klik met de rechtermuisknop op het tabblad “Wireless Networks”
(Draadloze netwerken). Het volgende scherm verschijnt. Zorg ervoor
dat de optie “Use Windows to configure my wireless network settings”
(Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te
configureren) is aangevinkt.
92
Problemen oplossen
3.
Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de
knop “Configure” (Configureren). Het volgende venster zal verschijnen.
1
2
3
4
5
6
4.
Voor gebruik in uw woning of op een klein kantoor, selecteert u onder
“Network Administration” (Netwerkbeheer) “WPA-PSK”.
5.
Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”.
Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de router.
6.
Typ de encryptiesleutel in in het vakje voor de “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk: Voer uw pre-shared key in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63
tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten
dezelfde sleutel te gebruiken.
7.
Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
Wat is het verschil tussen 802.11g en draft (concept) 802.11n?
Momenteel bestaan er drie veel gebruikte draadloze netwerkstandaarden
waarbij gegevens met uiteenlopende maximumsnelheden worden
verzonden. Deze benamingen zijn alle gebaseerd op de aanduiding voor
de certificering van netwerkstandaarden. De meest gebruikte standaard
voor draadloos netwerkverkeer, 802.11g, maakt een gegevensoverdracht
van 54 Mbps mogelijk; 802.11a ondersteunt ook snelheden van 54 Mbps
bij gebruik van de 5GHz-frequentie; en 802.11n draft specificatie maakt
verbindingssnelheden mogelijk van 300 Mbps. Zie het overzicht op de
volgende pagina voor meer informatie.
93
8
9
10
Hoofdstuk
Let op: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiusserver) als u
deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk
dat een authentificatieserver ondersteunt zoals een radiusserver. Neem voor
meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
7
Problemen oplossen
Tot 300 Mbps*
(draft 802.11n
met MIMO)
N1 MIMO
(draft 802.11n
met MIMO)
N MIMO
(802.11g met
MIMO MRC)
Frequentie
De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
De vrije 2,4 GHzband is gevoelig voor
interferentie door
stoorsignalen van
huishoudelijke apparatuur
als draadloze telefoons
en magnetrons.
Compatibiliteit
G+ MIMO
Tot 54 Mbps*
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met draft
802.11n** en 802.11b/g
Compatibel met draft
802.11n** en 802.11b/g
Bereik*
G
(802.11g)
Tot 54 Mbps*
Tot 120 m*
Tot 300 m*
Tot 365 m*
Tot 425 m*
Voordeel
Snelheid/
gegevenssnelheid*
Draadloze
technologie
Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën
Tot 300 Mbps*
Veel gebruikt – vooral
voor het delen van
internetaansluitingen
Betere dekking en bereik
en constante snelheden
Groter bereik en hogere
snelheden
Geavanceerd – beste
reikwijdte en doorvoer
*Bereik en verbindingssnelheid afhankelijk van netwerkomgeving.
**Deze router is compatibel met producten die gebaseerd zijn op dezelfde 802.11nspecificaties en vereisen mogelijkerwijs een software-upgrade ten behoeve van optimale
resultaten.
94
Problemen oplossen
Gratis technische ondersteuning*
*tegen lokaal telefoontarief
www.belkin.com
Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op onze
website www.belkin.com onder “Ondersteuning”. Als u telefonisch contact wilt
opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning, kunt u gebruik maken
van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande lijst.
1
2
3
4
TELEFOONUMMER
INTERNETADRES
OOSTENRIJK
0820 200766
www.belkin.com/uk/networking/
BELGIË
07 07 00 073
www.belkin.com/nl/networking/
TSJECHIË
239 000 406
www.belkin.com/uk/networking/
DENEMARKEN
701 22 403
www.belkin.com/uk/networking/
FINLAND
097 25 19 123
www.belkin.com/uk/networking/
FRANKRIJK
08 - 25 54 00 26
www.belkin.com/fr/networking/
DUITSLAND
0180 - 500 57 09
www.belkin.com/de/networking/
GRIEKENLAND
00800 - 44 14 23 90
www.belkin.com/uk/networking/
HONGARIJE
06 - 17 77 49 06
www.belkin.com/uk/networking/
IJSLAND
800 8534
www.belkin.com/uk/networking/
IERLAND
0818 55 50 06
www.belkin.com/uk/networking/
ITALIË
02 - 69 43 02 51
www.belkin.com/it/support/tech/issues_more.asp
LUXEMBURG
34 20 80 85 60
www.belkin.com/uk/networking/
NEDERLAND
0900 - 040 07 90 € 0,10 per minuut
www.belkin.com/nl/networking/
NOORWEGEN
81 50 0287
www.belkin.com/uk/networking/
POLEN
00800 - 441 17 37
www.belkin.com/uk/networking/
PORTUGAL
707 200 676
www.belkin.com/uk/networking/
RUSLAND
495 580 9541
www.belkin.com/networking/
ZUID-AFRIKA
0800 - 99 15 21
www.belkin.com/uk/networking/
SPANJE
902 - 02 43 66
www.belkin.com/es/support/tech/networkingsupport. asp
ZWEDEN
07 - 71 40 04 53
www.belkin.com/se/support/tech/networkingsupport.asp
ZWITSERLAND
08 - 48 00 02 19
www.belkin.com/uk/networking/
VERENIGD KONINKRIJK
0845 - 607 77 87
www.belkin.com/uk/networking/
ANDERE LANDEN
+44 - 1933 35 20 00
95
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
LAND
Informatie
FCC-verklaring
VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCC-VOORSCHRIFTEN
VOOR ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Wij, Belkin International, Inc., gevestigd 501 West Walnut Street,
Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika, verklaren
hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid aanvaarden dat het
product met het artikelnummer
F5D8233-4
waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan Deel 15
van de FCC-Voorschriften. Het gebruik ervan is onderworpen
aan de beide volgende voorwaarden: (1) het apparaat mag geen
schadelijke storingen opwekken en (2) het apparaat moet elke
ontvangen interferentie accepteren, waaronder storingen die een
ongewenste werking kunnen veroorzaken.
Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling.
Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCCvoorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin
dient dit apparaat zodanig te worden gebruikt dat bij normaal gebruik de
mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft.
Ook bij het aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne
zodanig worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot
een minimum beperkt blijft. Ter voorkoming van de mogelijkheid dat de in
de FCC-voorschriften aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan
radiofrequente straling worden overschreden, mogen personen de werkende
antenne niet dichter naderen dan tot op een afstand van 20 centimeter.
Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale
apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Deze grenswaarden zijn vastgesteld als zinvolle bescherming tegen schadelijke
interferenties in de woonomgeving.
Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze
tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort,
wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u
proberen de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen:
• Door de ontvangende antenne in een andere richting te draaien of de antenne
op een andere plaats te zetten.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en het ontvangende apparaat.
• Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die
waarop de ontvanger is aangesloten.
• Neem voor advies contact op met de verkoper of een deskundig radio/
televisietechnicus.
96
Informatie
1
Wijzigingen
De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt
gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk
door Belkin International, Inc. is goedgekeurd de bevoegdheid van de
gebruiker om het apparaat te bedienen teniet kan doen.
2
Canada – Industry Canada (IC)
De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry
Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
4
Cet appareil numérique de la classe B conforme á la norme NMB- 003 du
Canada.
Kennisgeving betreffende de Europese Unie: Radioproducten die zijn
voorzien van de CE 0682- of de CE-aanduiding voldoen aan de R&TTErichtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese Gemeenschap.
3
5
6
7
Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur
beantwoordt aan de volgende Europese normen (de overeenkomstige
internationale normen zijn tussen haakjes vermeld).
8
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
9
• ETS 300 826 Algemene EMC-vereisten voor radioapparatuur.
Het zendertype is vermeld op het identificatie-etiket van het apparaat van
Belkin.
Producten die zijn voorzien van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor
Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor
Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese
Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn voldoen
beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de
overeenkomstige internationale normen vermeld).
• EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie
• EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit
• EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen
• EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van de CE 0682- of CEaanduiding en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo.
97
10
Hoofdstuk
• EN 300 328 Technische eisen voor radioapparatuur
Informatie
Beperkte levenslange productgarantie van Belkin International, Inc.
Deze garantie dekt het volgende.
Belkin International, Inc. garandeert de oorspronkelijke koper van dit Belkin
product dat het product vrij is van ontwerp-, assemblage-, materiaal- en
fabricagefouten..
De geldigheidsduur van de dekking is als volgt.
Belkin garandeert het Belkin product voor de levensduur van het product.
Hoe worden problemen opgelost?
Productgarantie.
Belkin zal het product dat een defect vertoont naar eigen keus kosteloos (met
uitzondering van transportkosten) repareren of vervangen.
Wat valt buiten deze garantie?
Alle hierin versterkte garanties zijn niet van toepassing als het product van
Belkin op verzoek van Belkin niet op kosten van de koper voor onderzoek
aan Belkin ter beschikking is gesteld of als Belkin besluit dat het product
van Belkin verkeerd is geïnstalleerd, op enige wijze is veranderd of vervalst.
De productgarantie van Belkin biedt geen bescherming tegen van buiten
komend onheil zoals overstromingen, aardbevingen, blikseminslag,
oorlogsmolest, vandalisme, diefstal, normale slijtage, afslijting, depletie,
veroudering, misbruik, beschadiging door netspanningsdalingen (z.g. “brownouts” en “sags”), ongeoorloofde programmering en/of wijziging van de
systeemapparatuur.
Hoe wordt service verleend?
Om voor serviceverlening door Belkin in aanmerking te komen, moet u het
volgende doen::
1. Neem binnen 15 dagen na het voorval schriftelijk contact op met de
afdeling Customer Service, Belkin International, Inc., 501 W. Walnut St.,
Compton CA 90220, Customer Service (Klantenservice) of bel +1 (800)223-5546. U moet de volgende gegevens kunnen verstrekken:
a. Het artikelnummer van het Belkin-product.
b. Waar u het product hebt gekocht.
c. Wanneer u het product hebt gekocht.
d. De originele aankoopbon.
2. Een medewerker/ster van onze klantenservice zal u vervolgens instrueren
hoe u het aankoopbewijs en het product moet verzenden en uitleggen hoe
de claim verder afgewikkeld zal worden.
98
Informatie
Belkin International, Inc. behoudt zich het recht voor het defecte Belkinproduct te onderzoeken. De kosten voor verzending van het Belkin-product
naar Belkin International, Inc. komen volledig voor rekening van de koper.
Als Belkin naar eigen bevinding tot de conclusie komt dat het onpraktisch is
de beschadigde apparatuur naar Belkin te verzenden, kan Belkin naar eigen
goeddunken een deskundige reparatie-inrichting aanwijzen en deze opdragen de
betreffende apparatuur te inspecteren en de reparatiekosten ervan te begroten.
De eventuele verzendkosten van het product naar de reparatie-inrichting en
van de terugzending naar de koper en van de kostenbegroting komen geheel
voor rekening van de koper. Het beschadigde product moet voor onderzoek
beschikbaar blijven totdat de claim is afgehandeld. Belkin International, Inc.
behoudt zich bij de vereffening van claims het recht voor tot in-de-plaatstreding
bij alle geldige verzekeringspolissen waarover de koper van het product beschikt.
De garantie en de wet.
DEZE GARANTIE OMVAT DE ENIGE GARANTIE VAN BELKIN. ER ZIJN GEEN
ANDERE GARANTIES, NADRUKKELIJK OF TENZIJ WETTELIJK BEPAALD
IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES OF VOORZIENINGEN
VOOR KWALITEIT, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, EN ZULKE IMPLICIETE GARANTIES, MITS VAN TOEPASSING,
ZIJN WAT HUN GELDIGHEID BETREFT TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE
BEPERKT.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VOOR GEBRUIK IN
Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht
hebt u andere rechten die van staat tot staat kunnen verschillen.
In sommige staten en landen is het niet toegestaan incidentele,
gevolg- en andere schade uit te sluiten, reden waarom de
bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden.
Voor informatie over de verwijdering van afgedankte
apparatuur verwijzen wij u naar
http://environmental.belkin.com
99
AT
BE CY
EE
FI
HU IE
CZ DK
FR DE GR
LV
LT
LU MT NL PL
IT
PT
SK
SI
IS
LI NO CH BG
ES
SE GB
RO TR
WERKT OP DE KANALEN
1-13
Hoofdstuk
In sommige staten of landen is het niet toegestaan de duur
van impliciete garanties te beperken in welk geval de bovenstaande
garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden.
ONDER TOEPASSELIJK RECHT IS BELKIN INTERNATIONAL, INC. NIET
AANSPRAKELIJK VOOR INCIDENTELE, BIJZONDERE, DIRECTE, INDIRECTE,
BIJKOMENDE OF MEERVOUDIGE SCHADE ZOALS ONDERMEER SCHADE
TEN GEVOLGE VAN GEDERFDE WINST EN/OF GEMISTE OPBRENGSTEN
VOORTKOMEND UIT DE VERKOOP OF HET GEBRUIK VAN BELKIN
PRODUCTEN, ZELFS ALS DE BETROKKENE VAN DE MOGELIJKHEID VAN
ZULKE SCHADE TEVOREN OP DE HOOGTE WAS GESTELD.
1
Draadloze N router
Technische ondersteuning
Verenigd Koninkrijk: 0845 607 77 87
Europa: www.belkin.com/support
Belkin Ltd.
Express Business Park
Shipton Way, Rushden
NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk
+44 (0) 1933 35 2000
+44 (0) 1933 31 2000 fax
Belkin SAS
130 rue de Silly
92100 Boulogne-Billancourt,
Frankrijk
+33 (0) 1 41 03 14 40
+33 (0) 1 41 31 01 72 fax
Belkin GmbH
Hanebergstraße 2
80637 München
Duitsland
+49 (0) 89 143405 0
+49 (0) 89 143405 100 fax
Belkin Iberia
C/ Anabel Segura, 10 planta baja, Of. 2
28108, Alcobendas, Madrid
Spanje
+34 91 791 23 00
+34 91 490 23 35 fax
Belkin Italy & Greece
Via Carducci, 7
Milaan 20123
Italië
+39 02 862 719
+39 02 862 719 fax
Belkin B.V.
Boeing Avenue 333
1119 PH Schiphol-Rijk,
Nederland
+31 (0) 20 654 7300
+31 (0) 20,654 7349 fax
© 2007 Belkin International, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn geregistreerde
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Mac, Mac OS, Apple en AirPort zijn handelsmerken
van Apple Inc. die geregistreerd zijn in de Verenigde Staten en in andere landen. Microsoft, NT, Windows
en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmerken of
P75445ea
handelsmerken van Microsoft Corporation.