Documenttranscriptie
ADSL2+ modem
met ingebouwde
draadloze
G+ MIMO router
Creëer een netwerk
voor uw computers
en deel uw ADSLinternetverbinding
UK
FR
DE
NL
ES
IT
Handleiding
F5D9630df4A
Inhoud
1 Inleiding ................................................................................................... 1
Voordelen van een netwerk in uw woning ............................................ 1
Voordelen van een draadloos netwerk van Belkin ................................ 1
2 U dient over het volgende te beschikken ................................................. 2
Inhoud van de verpakking .................................................................... 2
Systeemvereisten ................................................................................. 2
Internet-verbindingsinstellingen ........................................................... 2
3 Kennismaken met uw router ................................................................... 3
4 Uw router aansluiten ............................................................................... 6
Kennismaken met uw router ................................................................ 6
De computers aansluiten ..................................................................... 7
Uw router met de ADSL-lijn verbinden ................................................. 8
Uw router aanzetten ........................................................................... 10
5 Setup van uw computers........................................................................ 11
Handmatige configuratie van netwerkadapters .................................. 11
Aanbevolen instellingen van de webbrowser ..................................... 17
6 Configuratie van de router met behulp van de Setup Wizard ................ 19
De Setup Wizard gebruiken ............................................................... 19
7 Handmatige configuratie van de router ................................................. 23
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface .... 23
LAN-instellingen wijzigen ................................................................... 25
DHCP-cliëntlijst .................................................................................. 28
Internet WAN ...................................................................................... 28
Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE of PPPoA ..................... 30
Het Wireless-tabblad .......................................................................... 35
Encryptie/Beveiliging .......................................................................... 37
WEP-setup ......................................................................................... 41
WPA-setup ......................................................................................... 42
De beveiligingsinstellingen van de netwerkadapter van uw computer
configureren ....................................................................................... 46
Wireless Bridge (Draadloze brug) ....................................................... 51
Firewall ............................................................................................... 52
Utilities (Hulpprogramma’s) ................................................................ 56
8 Problemen oplossen ............................................................................. 64
9 Appendices ............................................................................................ 76
Appendix A: Verklarende woordenlijst ................................................ 76
Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en
setup .................................................................................................. 83
Appendix C: Overzicht met internet-verbindingsinstellingen .............. 85
10 Informatie ............................................................................................ 87
Inleiding
Voordelen van een netwerk in uw woning
Als u de volgende eenvoudige setup-instructies volgt, kunt u met uw
thuisnetwerk van Belkin het volgende doen:
1
2
3
4
5
•
Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in huis delen
6
•
Bronnen als bestanden en harde schijven delen met alle aangesloten
computers in huis
7
•
Eén printer met het hele gezin delen
•
Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen
8
•
Bestanden opslaan, ophalen en kopiëren van de ene naar de andere
computer
9
•
Tegelijkertijd on-line spelletjes spelen, via het internet uw e-mail
bekijken en chatten
Voordelen van een draadloos netwerk van Belkin
10
Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u kunt
nu overal binnen het draadloze bereik gebruik maken van een notebook of
desktopcomputer die is aangesloten op het netwerk
Eenvoudige installatie – de Easy Installation Wizard van Belkin maakt
installatie heel eenvoudig
Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en andere
netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning
Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u keus uit een complete reeks
netwerkproducten die het u mogelijk maken uw netwerk uit te breiden met
apparaten als printers en gaming-consoles
Bedrading niet vereist – u bespaart uzelf de kosten en de moeite die
komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-kabels in uw woning of kantoor
Algemeen aanvaard – keuze uit een groot aanbod van interoperabele
netwerkproducten
1
12
Hoofdstuk
Dank u voor het aanschaffen van dit ADSL-modem met ingebouwde hispeed draadloze G router van Belkin (de router). Binnen een paar minuten
kunt u uw internetaansluiting delen en vormen uw computers met uw
nieuwe router een netwerk. Hier volgen enkele productkenmerken die deze
router de ideale oplossing maken voor uw netwerk thuis of op kantoor. Wij
raden u aan deze handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te
besteden aan Appendix B, getiteld “Belangrijke factoren die een rol spelen
bij plaatsing en setup”.
U dient over het volgende te beschikken
Inhoud van de verpakking
•
ADSL2+ modem met ingebouwde draadloze G+ MIMO router
•
RJ11-telefoonkabel - grijs
•
RJ45 Ethernet-netwerkkabel - geel
•
ADSL-microfilter*
•
Voedingsadapter
•
Handleiding (op cd)
*Benodigde ADSL-microfilters verschillen per land en worden niet in elk land
meegeleverd. Als geen filter is meegeleverd, dient u er zelf een aan te schaffen.
Systeemvereisten
•
•
•
•
Een actieve ADSL-lijn in combinatie met een telefoonaansluiting aan de
muur, voor het aansluiten van de router
Ten minste één computer met een netwerkinterfacekaart (NIC) en een
internetbrowser die op de juiste wijze zijn geïnstalleerd en geconfigureerd
TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op alle computers die zijn
aangesloten op de router
Geen andere DHCP-server op uw lokale netwerk die IP-adressen aan
computers en apparatuur toekent
Internetverbindingsinstellingen
Vraag eerst uw Internet Service Provider (ISP) om de volgende informatie
voordat u het draadloze ADSL-modem met ingebouwde draadloze G router
installeert.
•
•
•
•
•
•
•
Internetverbindingsprotocol: _________ (PPPoE, PPPoA, dynamisch IP, statisch IP)
Multiplexing-methode of encapsulatie: __________ (LLC of VC MUX)
Virtueel circuit:
VPI (Virtual Path Identifier) __________
(een getal tussen 0 en 255)
VCI (Virtual Channel Identifier) __________
(een getal tussen 1 en 65535)
Voor PPPoE- en PPPoA-gebruikers: Gebruikersnaam _____________ en
wachtwoord _______________ van uw ADSL-account
Voor gebruikers van een statisch IP-adres IP Address ___ . ___ . ___ .
___
Subnetmasker ___ . ___ . ___ . ___
Standaard gatewayserver ___ . ___ . ___ .
IP-adres voor Domain Name Server ___ . ___ . ___ . ___ (Indien verstrekt door uw
ISP)
Let op: Zie Appendix C in deze handleiding voor enkele veelgebruikte DSLparameters voor internetinstellingen. Bij twijfel raden wij u aan
contact op te nemen met uw ISP.
2
Kennismaken met uw router
Frontpaneel
(1)
(2)
(5)
(4) (3)
1
2
3
4
5
1.
2.
LED voor voeding
Als u de stroom naar de router (opnieuw) inschakelt, heeft de router enige tijd
nodig om op te starten. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt de
LED voor voeding continu GROEN. Dit betekent dat de router klaar is voor
gebruik.
UIT
De router is UITgeschakeld
Groen
De router is INgeschakeld
Rood
De router kon niet opstarten
LAN status-LED’s
Deze LED’s zijn genummerd van 1 tot 4. Deze nummering correspondeert
met de nummering van de poorten aan de achterkant van de router. De LED
zal gaan branden als een computer correct wordt aangesloten op één van
de LAN-poorten aan de achterkant van de router. Een GROENE LED die blijft
branden houdt in dat er een apparaat is aangesloten dat geschikt is voor
netwerkcommunicatie. Wanneer via de poort informatie wordt verzonden,
knippert de LED snel. Een ORANJE LED geeft aan dat er sprake is van een
10Base-T-verbinding
UIT
Er is geen apparaat aangesloten
Oranje
Er is een Ethernet-verbinding tot stand
gebracht en een 10Base-T-apparaat is
aangesloten
Oranje - knippert
Een 10Base-T-apparaat is bezig met het
verzenden of ontvangen van gegevens
Groen
Er is een Ethernet-verbinding tot stand
gebracht en een 100Base-T-apparaat is
aangesloten
Groen - knippert
Een 100Base-T-apparaat is bezig met het
verzenden of ontvangen van gegevens
3
6
7
8
9
10
11
12
Hoofdstuk
De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op praktische
bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router naar uw
apparatuur. De LED’s aan de bovenzijde van de router zijn goed zichtbaar en
geven u informatie over de netwerkactiviteit en de status.
Kennismaken met uw router
3.
WLAN status-LED
De status-LED voor WLAN brandt continu GROEN zodra
draadloos LAN is geactiveerd. Hij knippert als de router bezig is
met het draadloos versturen of ontvangen van gegevens.
4.
UIT
WLAN is uitgeschakeld
Groen
WLAN-verbinding is tot stand
gebracht
Groen - knippert
Gegevens worden verstuurd of
ontvangen
ADSL-LED
De ADSL-LED is GROEN en knippert tijdens de communicatie
met uw ISP. Het lampje blijft GROEN branden als de router op de
juiste manier met uw ADSL-service is verbonden.
5.
UIT
Geen ADSL-verbinding
Groen
ADSL-verbinding is tot stand gebracht
Groen - knippert
Poging tot het maken van een
verbinding
Internet-LED
De Internet-LED toont u wanneer de router een internetverbinding
tot stand heeft gebracht. Wanneer de LED NIET brandt, is de
router NIET verbonden met het Internet. Wanneer de LED continu
GROEN licht geeft, is de router verbonden met het Internet. Als
de LED knippert, is de router gegevens aan het ontvangen of
versturen via het Internet.
UIT
Geen internetverbinding
Groen
Internetverbinding is tot stand
gebracht
Groen - knippert
Gegevens worden verstuurd of
ontvangen
Rood
Verkrijgen van IP mislukt
4
Kennismaken met uw router
1
Achterpaneel
2
(7)
(8)
(9)
3
4
5
6
6.
DSL-lijn
Deze poort is voor het aansluiten van uw ADSL-lijn. Sluit uw ADSL-lijn aan
op deze poort.
7.
Ethernet-poorten
De Ethernet-poorten zijn RJ45, 10/100 auto-negotiation-poorten. De poorten
worden aangeduid met de cijfers 1 t/m 4. Deze cijfers corresponderen
met genummerde LED’s aan de voorkant van de router. Sluit de
netwerkcomputers of andere netwerkapparatuur aan op deze poorten.
8.
Resetknop
De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de router niet
goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de normale werking
van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen in behouden blijven.
Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen van het draadloze
accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore” (Herstellen) gebruiken
wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent vergeten.
a.
De router resetten
Druk de resetknop in en houd deze een seconde lang ingedrukt.
Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de
resetprocedure voltooid.
b.
De standaard fabrieksinstellingen herstellen
Druk de resetknop gedurende vijf seconden in en laat hem daarna los.
Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, zijn de
fabrieksinstellingen hersteld.
9.
Voedingsaansluiting
Sluit de meegeleverde 15V-voedingsadapter aan op deze aansluiting. Als u
het verkeerde type voedingsadapter gebruikt, kunt u uw router beschadigen.
5
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
(6)
Uw router aansluiten
Kennismaken met uw router
Naarmate de afstand tussen de router en de computer kleiner is,
wordt de verbinding sterker. Het bereik van draadloze apparatuur ligt
doorgaans tussen de 30 en 60 meter. De prestaties van uw draadloze
verbinding zullen iets achteruit gaan bij een grotere afstand tussen
uw router en de aangesloten apparatuur. U hoeft hiervan niet altijd
iets te merken. Bij een grotere afstand tot de router, kan de snelheid
van de verbinding afnemen. Metalen apparaten of bloccades en
muren kunnen signalen verzwakken doordat ze de radiogolven van
uw netwerk blokkeren. Voor meer informatie verwijzen wij u naar
“Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en
setup” in deze handleiding.
Als u denkt dat de matige prestaties van uw netwerk te maken
hebben met afstand of hindernissen, probeer de computer dan op een
afstand van 1,5 tot 3 meter van de router te plaatsen om te kijken of
een te grote afstand inderdaad de oorzaak is. Als u zelfs problemen
ondervindt bij zo’n korte afstand, raden wij u aan het hoofdstuk
“Problemen oplossen” te raadplegen.
6
Uw router aansluiten
1
De computers aansluiten
Schakel uw computers en netwerkapparatuur uit.
2.
Sluit uw computer met behulp van een Ethernet-netwerkkabel aan
op een van de GELE RJ45-poorten, aangeduid met “connections
to your computers” aan de achterzijde van de router (er is een
Ethernet-netwerkkabel meegeleverd).
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
7
Hoofdstuk
1.
Uw router aansluiten
Uw router met de ADSL-lijn verbinden
De wijze waarop de router wordt aangesloten op de ADSl-lijn varieert
per land en regio. Doorgaans heeft u een microfilter of een microfilter
met ingebouwde splitter nodig om tegelijkertijd gebruik te kunnen
maken van de ADSL-service en de telefoonservice op dezelfde
telefoonlijn. Leest u de volgende stappen aandachtig door en maak
uw keuze.
1.
Indien uw telefoon- en ADSL-service van dezelfde telefoonlijn
gebruik maken, zijn ADSL-microfilters nodig voor elke telefoon,
fax, nummerherkenner of antwoordapparaat, etc. Extra splitters
kunnen gebruikt worden voor het scheiden van telefoonlijnen voor
gebruik voor de telefoon en de router.
Let op: Sluit het ADSL-microfilter niet aan tussen de
wandcontactdoos en de router— de ADSL-service kan anders
namelijk niet bij het modem kunnen komen.
2.
Indien uw telefoon- en ADSL-service van dezelfde telefoonlijn
gebruik maken en u gebruik maakt van een ADSL-microfilter
met ingebouwde splitter, sluit dan de splitter aan op de
telefoonaansluiting aan de wand die de ADSL-service levert. Sluit
vervolgens de telefoonkabel van de ADSL-microfilter RJ11-poort,
doorgaans aangeduid met “DSL” aan op de grijze RJ11-poort
aangeduid met “DSL line” op de achterzijde van de router. Sluit
het telefoonapparaat aan op de andere poort van de ADSLsplitter, doorgaans aangeduid met “Phone”. U heeft een extra
ADSL-microfilter als nog een telefoon of apparaat op dezelfde lijn
is aangesloten.
8
Uw router aansluiten
1
2
3
5
6
7
8
Let op: Een RJ11-telefoonkabel is meegeleverd. Zorg er bij het
bevestigen van een RJ11-stekker voor dat het lipje van de stekker
op zijn plaats klikt.
3.
Als u een speciale ADSL-service-telefoonlijn met een RJ11aansluiting hebt, sluit dan eenvoudigweg een telefoonkabel aan
tussen de aansluiting aan de wand en de grijze RJ11-poort die
wordt aangeduid met “DSL line” aan de achterzijde van de router.
4.
Als u een RJ45-aansluiting voor uw ADSL-service hebt, sluit
dan een RJ45-naar-RJ11-converter aan op de wandaansluiting.
Sluit vervolgens het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op
de converter en het andere uiteinde op de grijze RJ11-poort die
wordt aangeduid met “DSL line” aan de achterzijde van de router.
9
10
12
Let op: Of de ADSL-microfilter is meegeleverd hangt af van het
land van verkoop.
9
Hoofdstuk
4
Uw router aansluiten
Uw router aanzetten
1.
Sluit de meegeleverde voedingsadapter aan op de poort van de router
die wordt aangeduid met “Power”.
Let op: Voor uw veiligheid, voor optimale prestaties en om beschadiging
van uw router te voorkomen, raden wij u aan uitsluitend de meegeleverde
voedingsadapter te gebruiken.
2.
Zodra u de voedingsadapter hebt aangesloten en de voedingsbron
is ingeschakeld, zou het voedingspictogram
van de router op het
frontpaneel ingeschakeld moeten zijn. Het kan enkele minuten duren
voordat de router volledig is opgestart.
3.
Zet uw computers aan. Nadat uw computers zijn opgestart, gaat aan de
voorzijde van de router een LED voor de LAN-verbinding
branden voor
elke poort waarop een bedrade computer is aangesloten. Deze lampjes
geven de status van de verbinding en activiteit weer. U kunt nu de router
configureren voor een ADSL-verbinding.
10
Setup van uw computers
1
Om ervoor te zorgen dat uw computer correct met uw router kan
communiceren, dient u de “TCP/IP-Ethernet”-instellingen van uw computer
te wijzigen in: “Obtain an IP address automatically/Using DHCP” (IP-adres
automatisch ophalen/Gebruik maken van DHCP) Dit is de standaardinstelling
voor de meeste homecomputers.
2
Installeer EERST de computer die is verbonden met het ADSL-modem.
Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om
computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor
aansluiting op het Internet.
4
3
5
1.
6
2.
3.
4.
5.
6.
Uw
Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel”
(Configuratiescherm).
Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerken inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network” (Netwerk)
(Windows XP).
Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale
verbinding) die is gekoppeld aan
uw netwerkadapter en selecteer
“Properties” (Eigenschappen) in
(1)
het dropdown-menu.
Klik in het scherm “Local
(2)
Area Connection Properties”
(Eigenschappen lokale verbinding)
op Internet
Protocol (TCP/
(3)
IP)” en vervolgens op de knop
“Properties” (Eigenschappen). Nu
verschijnt het volgende scherm:
Wanneer “Use the following IP
address” (Gebruik het volgende
IP-adres) (2) is geselecteerd, moet
uw router worden geconfigureerd voor een
verbinding met een statisch IP. Noteer de
adresinformatie in de onderstaande tabel.
U dient deze informatie in de router in te
voeren.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteer dan “Obtain an IP address
automatically” (IP-adres automatisch ophalen) (1) en “Obtain DNS server
address automatically” (DNS-serveradres automatisch ophalen) (3). Klik op
“OK”.
netwerkadapter(s) is (/zijn) nu geconfigureerd voor gebruik met de router.
11
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder
WindowsXP, 2000 of NT
Setup van uw computers
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows 98SE of
Me
1.
Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My Network
Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving) en selecteer “Properties”
(Eigenschappen).
2.
Selecteer “TCP/IP -> Settings” (TCP/IP -> Instellingen) voor de
geïnstalleerde netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen.
(1)
(3)
(2)
3.
Als “Specify an IP address” (IP-adres specificeren) is geselecteerd, moet
uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch
IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze
informatie in de router in te
voeren.
4.
Schrijf het IP-adres en
subnetmasker over van het
tabblad “IP Address” (IP-adres)
(3).
5.
Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het diagram
in.
6.
Selecteer het tabblad “DNS Configuration” (DNS-configuratie) (1). Vul het
DNS-adres/de DNS-adressen in het diagram in.
7.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u op het tabblad voor IP-adressen
“Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen). Klik op “OK”.
8.
Voor een correcte configuratie en verbinding met de router van Belkin dient
u mogelijkerwijs ook de DNS-configuratiegegevens en het gateway-adres uit
het gateway-tabblad te verwijderen.
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn
uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router.
12
Setup van uw computers
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of
DSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen
ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de
router geconfigureerd is voor verbinding met het Internet.
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder
Mac OS tot 9.x
2
3
4
5
1.
Open het “Apple”-dropdown-menu. Selecteer “Control Panels”
(Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”.
6
2.
U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet
Built-In” (Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdownmenu “Connect via:” (Verbinding maken via) (1).
7
(1)
9
(2)
3.
8
Als naast “Configure” (Configureren) (2)”Manually” (Handmatig)
is geselecteerd, moet uw router ook worden geconfigureerd voor
een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in
de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te
voeren.
13
10
12
Hoofdstuk
Om ervoor te zorgen dat uw computer correct met uw router kan
communiceren, dient u de TCP/IP-instellingen van uw Mac-computer in
te stellen op DHCP.
1
Setup van uw computers
4. Als dit niet al bij “Configure” (Configureren) is ingesteld, kiest u
“Using DHCP Server”(Gebruik maken van DHCP-server). Hierdoor
geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te
halen.
5.
Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht,
verschijnt het volgende venster. Klik op “Save” (Opslaan).
Herstart de computer. Wanneer de computer opnieuw is
opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor
gebruik met de router.
14
Setup van uw computers
Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren
1.
Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren).
1
2
3
Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System
Preferences” (Systeemvoorkeuren).
4
5
6
(1)
7
8
9
3.
Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast
“Show” (Tonen) in het netwerkmenu.
(2)
10
12
(3)
(4)
15
Hoofdstuk
2.
Setup van uw computers
4.
Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure”
(Configureren)(4) moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using
DHCP” (Gebruikt maken van DHCP) te zien zijn. Is dat niet het
geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat
“Connect using PPPoE” (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET
is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u uw router
configureren voor een verbinding van het type PPPoE met behulp
van uw gebruikersnaam en wachtwoord.
5.
Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router
worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP.
Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze
informatie in de router in te voeren.
6.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure”
(Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4)
en klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen).
Uw netwerkadapter(s) is (/zijn) nu geconfigureerd voor gebruik met de
router.
16
Setup van uw computers
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te
veranderen. Als u problemen hebt met het openen van het Internet of de
geavanceerde via het Internet bereikbare gebruikersinterface, wijzig dan
de huidige instellingen van uw browser in de aanbevolen instellingen die
u in dit hoofdstuk vindt.
1
2
3
4
6
7
8
9
Internet Explorer 4.0 of hoger
1.
Start uw browser. Selecteer
“Tools” (Extra) en vervolgens
“Internet Options” (Internetopties).
2.
In het scherm “Internet Options”
(Internetopties) vindt u drie
keuzemogelijkheden. “Never
dial a connection” (Nooit
een verbinding maken), “Dial
whenever a network connection
is not present” (Maak verbinding
indien er geen netwerkverbinding
aanwezig is) en “Always dial my
default connection” (Altijd mijn
standaardverbinding gebruiken).
Als u een keus kunt maken, selecteer dan “Never dial a connection”
(Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan
naar de volgende stap.
3.
Klik op het scherm “Internetopties” op “Verbindingen” en selecteer
“LAN-instellingen”.
17
10
12
Hoofdstuk
5
Setup van uw computers
4.
Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt:
“Automatically detect settings” (Instellingen automatisch
detecteren), “Use automatic configuration script” (Script voor
automatische configuratie gebruiken) en “Use a proxy server”
(Proxyserver gebruiken). Klik op “OK”. Klik vervolgens op de
pagina “Internet Options” (Internetopties) opnieuw op “OK”.
Netscape Navigator 4.0 of hoger
1.
Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op
“Preferences” (Voorkeurinstellingen).
2.
Klik in het venster “Preferences” (Voorkeurinstellingen) op
“Advanced” (Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”.
In het venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the
Internet” (Rechtstreekse verbinding met het Internet).
18
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
1
De Setup Wizard gebruiken
1.
Op een computer die via kabels verbonden is met de router
kunt u via de internetbrowser toegang krijgen tot de web-based
gebruikersinterface van de router. Typ in de adresbalk van uw
browser “192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en zonder
“http://” of “www” ervoor). Druk vervolgens op “Enter”.
2
3
4
5
6
Het volgende scherm zal verschijnen. Hierin wordt u verzocht
in te loggen. De router wordt geleverd zonder vooraf
geprogrammeerd wachtwoord. Laat het wachtwoord in het
inlogscherm blanco en klik op de knop “Submit” (Verzenden) om
in te loggen.
8
7
9
10
12
Let op: Wij raden u uit veiligheidsoverwegingen aan gebruik te
maken van een wachtwoord. Gedetailleerde informatie over het
wijzigen van een wachtwoord en over andere beveiligingsmogelij
kheden vindt u in het hoofdstuk “Handmatige configuratie van de
router”, in deze handleiding.
19
Hoofdstuk
2.
Let op: Wij raden u ten zeerste aan bij de eerste setup gebruik te
maken van een computer die via een RJ45-kabel is aangesloten
op de router. Gebruik maken van een computer die draadloos
met de router is verbonden raden wij af.
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
3.
De Setup Wizard zal automatisch starten ten
behoeve van een snelle configuratie (aanbevolen).
Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan.
4.
De eerste stap is het selecteren van uw land en ISP.
Vervolgens klikt u op “Next” (Volgende). Als uw land en/of ISP
niet zijn opgenomen in het getoonde overzicht, selecteert u
“Other Country” (Ander land) of “Other ISP” (Andere ISP)
5.
Vul nu in het daarvoor bestemde veld de gebruikersnaam en
het wachtwoord in dat u van uw Internet Service Provider
(ISP) hebt gekregen. Het is belangrijk dat u de juiste
informatie invult op de juiste plaats, anders zal er geen
verbinding tot stand gebracht kunnen worden. Uw ISP zal
uw gebruikersnaam en wachtwoord kunnen bevestigen.
Let op: Voor meer gedetailleerde informatie over overige verbindingstypes,
verwijzen wij u naar het hoofdstuk “Handmatige configuratie van de router”.
20
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
6.
1
Het setup-scherm voor Wireless LAN (Draadloos LAN) zal
verschijnen. U kunt nu verbinding maken met de router via een
WLAN-computer met de volgende standaard instellingen voor
draadloos LAN:
2
SSID = Belkin G+ MIMO ADSL
3
Draadloos kanaal = Auto
Beveiliging = off (uitgeschakeld)
4
5
7
8
9
10
Let op: Wij raden u aan gebruik te maken van beveiliging via
WEP of WPA en de SSID een nieuwe naam te geven. Raadpleeg
de handleiding voor meer informatie over beveiligingsniveaus voor
draadloze netwerken en over het wijzigen van beveligingsinstellingen.
21
12
Hoofdstuk
6
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
7.
Controleer de instellingen die op het volgende scherm worden
getoond. U kunt vervolgens klikken op de knop “Back” om de
instellingen te wijzigen of op “Next” (Volgende) om te bevestigen.
Let op: Voor het wijzigen van de gekozen instellingen kunt u de Setup
Wizard herstarten of gebruik maken van het Navigatiemenu aan de
linker zijde.
22
Handmatige configuratie van de router
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
Deze homepage geeft u een beknopt overzicht van de status en de
instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde installatie zijn
vanaf deze pagina bereikbaar.
(10)
(2)
(3) (4)
(5)
1
2
3
4
(6)
5
6
7
8
(8)
(9) (7)
1.
2.
3.
4.
9
10
Snelnavigatiekoppelingen
U kunt rechtstreeks naar elke pagina van de gebruikersinterface van
de router gaan door rechtstreeks op deze koppelingen te klikken. Om
het opzoeken van een bepaalde instelling te vergemakkelijken, zijn de
koppelingen onderverdeeld in logische categorieën en gegroepeerd
op tabbladen. Als u klikt op de koptekst van een tabblad krijgt u een
beknopte beschrijving van de functie van het tabblad.
Home-knop
De”Home”-knop is beschikbaar op elke pagina van de
gebruikersinterface. Met een druk op deze knop gaat u terug naar de
homepage.
Help-knop
Door middel van de helpknop kunt u de helppagina’s van de router
openen. Met een klik op “More Info” (Meer informatie) kunt u op veel
pagina’s naast bepaalde paragrafen ook om hulp vragen.
Login/Logout-knop
Met één druk op deze knop kunt u op de router in- en uitloggen.
Wanneer u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”.
23
12
Hoofdstuk
(1)
Handmatige configuratie van de router
Door op de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina
waar u een wachtwoord moet invoeren. Als u bent ingelogd, kunt u
wijzigingen aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het
aanbrengen van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop
“Logout” (Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u
in het hoofdstuk “Inloggen op de router”.
5.
Internetstatusindicator
Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft de
verbindingsstatus van de router weer. Wanneer de indicator met een
GROEN lampje “Connection OK” (Verbinding OK) aangeeft, dan is er
een verbinding met Internet tot stand gebracht. Wanneer de indicator
met een rood lampje “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, is er
geen verbinding met Internet tot stand gebracht. Deze indicator wordt
automatisch bijgewerkt zodra u de instellingen van de router wijzigt.
6.
LAN-instellingen
Toont u de instellingen van de Local Area Network (LAN) kant van de
router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de LANsnelkoppeling aan de linkerzijde van het scherm.
7.
Features (Kenmerken)
Hiermee wordt de status getoond van de UPnP, NAT, firewall-functies
van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een
van de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen
aan de linkerzijde van het scherm.
8.
Internetinstellingen
Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die
verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen
door te klikken op de “Internet/WAN”-snelnavigatiekoppeling aan de
linkerzijde van het scherm.
9.
Versie-informatie
Toont de firmwareversie, bootcode-versie, hardwareversie en het
serienummer van de router.
10. Paginanaam
De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze
handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld
“LAN > LAN-instellingen” verwijst naar de pagina met “LANinstellingen”.
24
Handmatige configuratie van de router
1
LAN-instellingen wijzigen
Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router
bekijken en aanpassen.
2
Als u klikt op de header van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina
van de LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van
de functies. Om de instellingen te bekijken of één van de LANinstellingen te wijzigen, klikt u op “LAN Settings” (LAN-instellingen)
(2) of als u een lijst wilt bekijken van de aangesloten computers, klikt
u op “DHCP Client List” (3).
3
(1)
4
5
6
7
(3)
8
9
10
12
25
Hoofdstuk
(2)
Handmatige configuratie van de router
LAN-instellingen
(1)
(2)
(3)
(4)
(6)
(5)
1.
IP-adres
Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Het standaard IP-adres
is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde setup-interface te openen, typt u het
IP-adres in de adresbalk van uw browser in. U kunt dit adres indien nodig
wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet
een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een
niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
2.
Subnetmasker
Het subnetmasker hoeft niet gewijzigd te worden aangezien de router
automatisch de lengte aanpast aan het type IP-adres.
3.
DHCP-server
De DHCP-serverfunctie maakt het installeren van een netwerk bijzonder
gemakkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een
IP-adres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld).
U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de “Internet/WAN”snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. Om de DHCPserver uit te schakelen, selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
4.
IP-pool
De IP-pool is de verzameling IP-adressen die gereserveerd is voor dynamische
toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is 2-100
(99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw start- en
26
Handmatige configuratie van de router
eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit
betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is
dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, betekent dit
dat u bij 150 of lager moet eindigen om de limiet van 100 cliënten niet te
overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben
dan het eind-IP-adres.
5.
Leasetijd
6.
Lokale domeinnaam
De standaardinstelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam
(netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling
niet te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt
het netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
27
Hoofdstuk
De leasetijd is de periode die de DHCP-server het IP-adres voor
elke computer bewaart. Het is beter dat de leasetijd ingesteld
blijft op “Forever” (Altijd). Ook de standaard-instelling is
“Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door de DHCP-server aan
een computer toegewezen IP-adres voor die bepaalde computer
nooit verandert. Door het instellen van kortere leasetijden, zoals
een dag of een uur, komen IP-adressen na de gespecificeerde
tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van een bepaalde
computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. Als u
één van de andere geavanceerde functies van de router heeft
ingesteld zoals DMZ of cliënt IP-filters, dan zijn deze afhankelijk
van het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IPadres wilt wijzigen.
1
Handmatige configuratie van de router
DHCP-cliëntenlijst
U kunt een overzicht bekijken van de computers (bekend als “clients”
(cliënten)) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1)
van de computer bekijken, evenals de hostnaam (2) (als de computer
er één heeft toegewezen gekregen) en het MAC-adres (3) van de
computer’s netwerkinterfacekaart (NIC). Wanneer u de knop “Refresh”
(Vernieuwen) (4) indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn
gewijzigd, wordt de lijst bijgewerkt.
(1)
(2)
(3)
(4)
Internet WAN
Via de “Internet/WAN”-tab kunt u de router instellen voor het maken van
verbinding met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel
elke ADSL-serviceprovider verbinding maken mits u de instellingen van
de router hebt afgestemd op het type verbinding dat uw ISP gebruikt.
Uw provider verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te
configureren volgens de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op
“Connection Type” (Verbindingstype) (1) links op het scherm. Selecteer
het type verbinding dat u gebruikt. Als uw ISP u DNS-gegevens heeft
gegeven, kunt u door op “DNS” (2) te klikken DNS-adresinformatie
invoeren voor ISP’s die specifieke instellingen vereisen.
Als u klaar bent met het aanbrengen van instellingen, geeft de
internetstatusindicator aan dat de verbinding in ordeis als uw router
correct is geïnstalleerd.
(1)
(2)
28
Handmatige configuratie van de router
1
Verbindingstype
Op de pagina “Connection Type” (Type verbinding) kunt u een van deze
vijf verbindingstypes selecteren, gebaseerd op de informatie die door
verstrekt is door uw ISP.
• PPPoE
• PPPoA
2
3
4
• Dynamisch IP (1483 bridged)
• Statisch IP (IPOA)
• Modem Only (Disable Internet Sharing) (“Internetverbinding
delen” uitschakelen)
Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door op het keuzerondje
(1) naast uw type verbinding te klikken en dan te klikken op “Next”
(Volgende) (2).
6
7
8
9
10
(1)
12
(2)
29
Hoofdstuk
Let op: Zie Appendix C in deze handleiding voor enkele veelgebruikte
DSL-parameters voor internetinstellingen. Bij twijfel raden wij u aan
contact op te nemen met uw ISP.
5
Handmatige configuratie van de router
Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE of PPPoA
PPPoE (Point-to-Point Protocol over Ethernet) is de standaard methode voor
het aansluiten van netwerkapparatuur. Een gebruikersnaam en wachtwoord
zijn vereist om toegang tot het netwerk van uw ISP te verkrijgen en om een
verbinding met Internet tot stand te kunnen brengen. PPPoA (PPP over ATM) is
vergelijkbaar met PPPoE,
maar wordt voornamelijk
in het Verenigd Koninkrijk (1)
gebruikt. Selecteer PPPoE (2)
of PPPoA en klik op
(3)
“Next” (Volgende). Voer
vervolgens de informatie in
die u van uw ISP gekregen (4)
hebt en klik op “Apply
(5)
Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) om de
(6)
instellingen te activeren.
(7)
1. Username (Gebruikersnaam) - Typ de gebruikersnaam in. (Toegekend
door uw ISP).
2. Password (Wachtwoord) - Vul uw wachtwoord in. (Toegekend door uw
ISP).
3. Retype Password (Wachtwoord opnieuw intypen) - Bevestig uw
wachtwoord. (Toegekend door uw ISP).
4. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier (VCI)
parameter hier in. (Toegekend door uw ISP).
5. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer uw encapsulatietype (verstrekt
door uw ISP) om aan te geven hoe meerdere protocols verwerkt moeten
worden bij de ATM-transportlaag.
VC-MUX: PPPoA Virtual Circuit Multiplexer (null encapsulation) laat slechts
een protocol per virtual circuit toe, met minder overheads.
LLC: PPPoA Logical Link Control staat meerdere protocols toe op een virtueel
circuit (meer overhead).
6. Dial on Demand - Als u “Dial on Demand” selecteert, zal uw router
automatisch verbinding maken met het Internet zodra een gebruiker de
webbrowser opent.
7. Idle Time (Minutes) - Voer de maximale niet-actieve tijd in voor de Internetverbinding. Nadat deze tijd is verstreken, zal de verbinding beëindigd worden.
30
Handmatige configuratie van de router
Uw type internetverbinding instellen op Dynamic IP (1483
Bridged)
Deze verbindingsmethode zorgt voor een brug tussen uw netwerk en het
netwerk van uw ISP. Aan de router zal automatisch een IP-adres worden
toegekend door de DHCP-server van uw ISP.
1
2
3
4
5
(1)
(2)
6
1. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit
Identifier (VCI) parameter hier in. Deze gegevens worden verstrekt
door uw ISP.
2. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer LLC of VC MUX afhankelijk
van wat uw ISP gebruikt.
8
9
10
12
31
Hoofdstuk
7
Handmatige configuratie van de router
Uw ISP-verbinding instellen op Static IP (IPoA)
Dit type verbinding wordt ook wel “Classical IP over ATM” of
“CLIP” genoemd. Hierbij voorziet uw ISP u van een vast IP voor de
verbinding van uw router met het Internet.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
1. WAN IP Address – Vul het door uw ISP verstrekte IP-adres in voor
de WAN-interface van de router.
2. WAN Subnet Mask - Vul het door uw ISP verstrekte subnetmasker
in.
3. Default Route - Vul een standaard gateway IP-adres in. Indien
de router binnen het lokale netwerk geen bestemmingsadres kan
vinden, zal hij de pakketten doorsturen naar de standaard gateway
die uw ISP heeft toegekend.
4. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit
Identifier (VCI) parameter hier in. Deze gegevens worden verstrekt
door uw ISP.
5. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer LLC of VC MUX
afhankelijk van wat uw ISP gebruikt.
32
Handmatige configuratie van de router
1
Het verbindingstype instellen op Modem Only (Disable
Internet Sharing) (“Internet delen” uitschakelen)
2
In deze modus fungeert de router uitsluitend als een bridge (brug) voor de
overdracht van pakketten via de DSL-poort. Om een verbinding met het
Internet tot stand te kunnen brengen, moet echter wel extra software op uw
computer worden geïnstalleerd.
3
4
(1)
5
6
(VCI) parameter hier in. (Toegekend door uw ISP).
8
Instellingen DNS (Domain Name Server)
Een “Domain Name Server” is een server op het Internet die URL’s (Universal
Resource Links) als “www.belkin.com” vertaalt in IP-adressen. De meeste
ISP’s verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. Het vakje
“Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet zijn aangevinkt als uw
ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch IP gebruikt,
moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-adres
invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u
een dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen
DNS-adres in te vullen. Laat het vakje behorend bij “Automatic from ISP”
(Automatisch van ISP) aangevinkt. Om de gegevens van het DNS-adres in
te voeren, verwijdert u het vinkje voor de optie “Automatic from ISP” en
vult u uw DNS-gegevens in de daarvoor bestemde ruimte in. Klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2) om de instellingen op te slaan.
(1)
(2)
33
7
9
10
12
Hoofdstuk
1. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier
Handmatige configuratie van de router
Gebruik maken van een dynamisch DNS
De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor
dynamische IP-adressen in een van de vele domeinen van DynDNS.
org, waardoor toegang tot uw netwerkcomputers vanaf verschillende
plaatsen op het internet eenvoudiger is. DynDNS.org biedt deze service,
voor een maximum van vijf hostnamen, als een gratis dienst voor de
internetgemeenschap.
De dynamische DNS-service is ideaal voor een privé-website,
bestandsserver, maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw
pc thuis en de bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze
service verzekert u zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IPadres, zelfs als uw ISP dit adres wijzigt. Indien uw IP-adres wijzigt, kunnen
uw vrienden en zakenrelaties u altijd vinden via yourname.dyndns.org!
U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via
http://www.dyndns.org.
De Dynamic DNS Update Client van de router installeren.
Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan
te melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit
gedaan hebt, kunt u verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen.
1.
Selecteer “DynDNS.org” in het dropdown-menu. Klik op “Apply Changes”
(Wijzigingen
aanbrengen).
2.
Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld “User Name”
(Gebruikersnaam) (1).
Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld “Password / Key” (2).
Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in
in het veld “Domain Name” (3).
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw IP-adres bij te
werken.
3.
4.
5.
Indien het door uw ISP aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de
router uw nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.
org-servers. U kunt
dit ook handmatig
doen door te klikken
op de knop “Apply
Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) (4).
34
Handmatige configuratie van de router
1
Het Wireless-tabblad
Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in de
instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam van het
draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-instellingen
aanpassen.
Kanaal en SSID
2
3
4
1. Het draadloze kanaal wijzigen
2. De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen
Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die bekend is
als SSID (Service Set Identifier). De standaard SSID van de router is “belkin54g”.
U kunt deze naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd
laten. Als er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, stelt u het
waarschijnlijk op prijs dat uw SSID uniek is (dus niet hetzelfde is als die van een ander
draadloos netwerk in uw omgeving). Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID
die u wilt gebruiken in het SSID-veld in(1) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen)(2). De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert,
moeten ook uw draadloos werkende computers opnieuw worden geconfigureerd
om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding
van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet
aanbrengen.
35
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn 11 kanalen
beschikbaar. In het grootste deel van Europa, waaronder het Verenigd Koninkrijk,
zijn 13 kanalen
beschikbaar.
Een klein aantal
andere landen stelt (1)
andere eisen aan
het kanaalgebruik.
Uw router is zo
ingesteld dat hij
(2)
actief kan zijn op de
juiste kanalen voor
het land waarin u
zich bevindt. Het standaard kanaal is 11 (behalve als u zich in een land bevindt waarin
kanaal 11 niet gebruikt mag worden). Indien nodig kan dit adres worden gewijzigd. Als
er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk op een ander
kanaal worden ingesteld dan de andere draadloze netwerken. U bereikt het beste
resultaat door een kanaal te kiezen dat minstens vijf kanalen verwijderd is van andere
draadloze netwerken. Als een ander netwerk bijvoorbeeld kanaal 11 gebruikt, stel uw
netwerk dan in op kanaal 6 of lager. Om het kanaal te veranderen, kiest u een kanaal in
het dropdown-menu. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De wijziging is
onmiddellijk van kracht.
Handmatige configuratie van de router
3. Gebruik maken van de ESSID Broadcast-functie
Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID van uw netwerk niet uit
te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk verborgen voor computers
die de ether aftasten naar de aanwezigheid van draadloze netwerken. Om de
uitzending van uw SSID stop te zetten, dient u het vinkje te verwijderen uit
het vakje naast de optie Broadcast SSID. De verandering gaat onmiddellijk in.
Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken van verbinding met
uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY” (Elke) wordt niet langer
geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor meer
informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen.
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden toegepast.
4. De draadloze modus instellen
Uw router kan in twee verschillende draadloze modi werken:
• 802.11b & 802.11g- Selecteer deze optie als u van plan bent zowel
draadloze 802.11b- als 802.11g-cliënten binnen uw netwerk te gebruiken.
• 802.11g - Gebruik deze modus als u geen gebruik maakt van
802.11b-cliënten binnen uw netwerk. Deze optie zorgt voor de beste
netwerkprestaties, maar staat u niet toe 802.11b-cliënten op uw netwerk
aan te sluiten.
5. Protected Mode-schakelaar
Als onderdeel van de 802.11g-specificatie garandeert de Protectedmodus een goede werking van de 802.11g-cliënten en accesspoints
als er veel 802.11b-verkeer is in de bedrijfsomgeving. Als de
Protected-modus is INgeschakeld, scant 802.11g naar ander
draadloos netwerkverkeer voordat hij gegevens verzendt. Daarom
levert deze modus de beste prestaties in omgevingen met veel
802.11b-verkeer of interferentie. Als u zich in een omgeving bevindt
met zeer weinig of geen draadloos netwerkverkeer, worden de beste
prestaties geleverd als de Protected-modus is uitgeschakeld.
36
Handmatige configuratie van de router
1
Encryptie/Beveiliging:
2
Het WiFi-netwerk beveiligen
Hier volgen een aantal manieren om de beveiliging van uw draadloze
netwerk te verbeteren en uw data voor nieuwsgierige ogen en oren
af te schermen. Dit overzicht is van toepassing voor de privé- of
kleinzakelijke gebruiker. Op het moment van publicatie van deze
handleiding, zijn er drie encryptiemethoden beschikbaar.
3
4
5
Naam
64-Bit Wired
Equivalent
Privacy
128-Bit Wired
Equivalent
Privacy
Wi-Fi Protected
Access-TKIP
Wi-Fi Protected
Access 2
Acroniem
64-bit WEP
128-bit WEP
WPA-TKIP/AES
(of alleen WPA)
WPA2-AES (of
alleen WPA2)
Beveiliging
Goed
Beter
Uitstekend
Uitstekend
Productkenmerken
Statische sleutels
Statische sleutels
Dynamische
encryptiesleutels
en tweezijdige
authentificatie
Dynamische
encryptiesleutels
en tweezijdige
authentificatie
8
Encryptiesleutels
gebaseerd op
het RC4-algoritme (meestal 40bits sleutels)
Veiliger dan
64-bits WEPencryptie met
een sleutellengte
van 104 bits plus
24 extra bits van
door het systeem gegenereerde data.
TKIP (Temporal
Key Integrity
Protocol); ter
verhoging van
de veiligheid
worden de
sleutels continu
gewijzigd
AES (Advanced
Encryption Standard) beveiligt
zonder snelheidsverlies
10
WEP is een protocol dat beveiliging van draadloze producten die
voldoen aan de WiFi-standaard mogelijk maakt. WEP werd ontwikkeld
om draadloze netwerken dezelfde mate van privacybescherming te
bieden als vergelijkbare bekabelde netwerken.
64-bits WEP
64-bits WEP werd als eerste geïntroduceerd met 64-bits encryptie,
bestaande uit een sleutel met een lengte van 40 bits plus 24 extra
bits van door het systeem gegenereerde data (totaal 64 bits). Er zijn
hardwarefabrikanten die 64-bits echter 40-bits encryptie noemen. Kort
na de introductie van deze technologie ontdekten onderzoekers dat
64-bits encryptie te eenvoudig te decoderen was.
37
7
9
12
Hoofdstuk
WEP (Wired Equivalent Privacy)
6
Handmatige configuratie van de router
128-bits WEP
Aangezien beveiliging via 64-bits WEP-encryptie mogelijkerwijs niet
toereikend zou zijn, werd een veiligere methode ontwikkeld, namelijk
128-bits WEP-encryptie. De 128-bits encryptie is opgebouwd uit een
sleutellengte van 104 bits plus 24 extra bits van door het systeem
gegenereerde data (128 bits in totaal). Er zijn hardwarefabrikanten die 128bits echter 104-bits encryptie noemen.
De meeste nieuwe draadloze apparatuur die momenteel op de markt is,
ondersteunt zowel 64-bits als 128-bits WEP-encryptie wat niet uitsluit dat
u oudere apparatuur bezit die alleen 64-bits WEP-encryptie ondersteunt.
Alle draadloze apparatuur van Belkin ondersteunt zowel 64-bits als 128-bits
WEP-encryptie.
Encryptiesleutels
Nadat u de 64-bits of 128-bits WEP-encryptiemodus hebt gekozen, dient u
een encryptiesleutel te genereren. Als de encryptiesleutel niet consequent
in uw gehele draadloze netwerk gebruikt wordt, kunnen de op het netwerk
aangesloten apparaten niet goed met elkaar communiceren.
U kunt de sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te
typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in
het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om een
sleutel te maken. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers
en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u 10
hexadecimale tekens in te voeren. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26
hexadecimale tekens in te voeren.
Een WEP-passphrase (samengesteld wachtwoord) is NIET hetzelfde als
een WEP-sleutel. Uw draadloze netwerkkaart gebruikt deze passphrase om
uw WEP-sleutels te genereren, maar de methode voor het aanmaken van
sleutels verschilt per hardwarefabrikant. Als uw netwerk uit apparaten van
verschillende leveranciers is opgebouwd, kunt u het beste de hexadecimale
WEP-sleutel van uw router of accesspoint aanhouden en deze met de
hand invoeren in de tabel voor de hexadecimale WEP-sleutel in het
configuratiescherm van uw draadloze kaart.
Gebruik maken van een hexadecimale sleutel
Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m
F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit vijf tweecijferige getallen. 128bits sleutels zijn opgebouwd uit dertien paren van 2 tekens.
Bijvoorbeeld:
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
38
Handmatige configuratie van de router
Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door in elk vakje twee tekens
in te vullen. U kunt hierbij gebruik maken van de letters A t/m F en de cijfers 0
t/m 9. U gebruikt deze sleutel om de encryptie-instellingen te bepalen voor uw
router en de op uw draadloze netwerk aangesloten computers aangesloten op
uw draadloze netwerk.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort®producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-producten
kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk
type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie
te configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
WPA (Wi-Fi Protected Access)
WPA-Personal (PSK)
Deze methode maakt gebruik van een zogenaamde Pre-Shared key als
netwerksleutel. Een netwerksleutel is een wachtwoord dat tussen de 8 en
63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie
van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde
netwerksleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die
meestal in huiselijke omgeving wordt gebruikt.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
WPA-Enterprise (RADIUS)
Bij dit systeem wordt er door een radiusserver automatisch een netwerksleutel
aan de clienten toegekend. Van deze modus wordt doorgaans in kantoren en
bedrijven gebruik gemaakt. Ga voor een overzicht van de draadloze producten
van Belkin die WPA ondersteunen naar onze website: www.belkin.com/
networking.
WPA2 (WiFi Protected Access)
WPA2 is de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard
en maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat
geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere AES encryptietechniek
gecombineerd worden. Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2Personal (PSK) modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal
(PSK) is de modus die doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving
terwijl WPA-Enterprise (RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in
werkomgevingen waarin een externe radiusserver de netwerksleutel
automatisch distribueert naar alle cliënten.
39
12
Hoofdstuk
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een nieuwe WiFi-standaard die een betere
beveiliging biedt dan WEP-encryptie. De stuurprogramma’s en software van
uw draadloze apparatuur ondersteunen WPA slechts na een upgrade. Updates
kunt u vinden op de website van de leverancier van uw draadloze product. Er
zijn twee soorten WPA-beveiliging: WPA-Personal (PSK) en WPA-Enterprise
(RADIUS).
1
Handmatige configuratie van de router
Netwerksleutels delen
De meeste Wi-Fi-producten worden geleverd met uitgeschakelde
beveiliging. Dus zodra u uw netwerk hebt geïnstalleerd, dient u
WEP-encryptie, WPA of WPA2 te activeren en te zorgen dat al uw
draadloze apparatuur dezelfde netwerksleutel delen.
De draadloze G+ MIMO desktopkaart biedt geen toegang tot het
netwerk omdat deze een andere netwerksleutel gebruikt dan de
netwerksleutel die is geconfigureerd in de draadloze G+ MIMO router.
Netwerksleutel=
MijnWachtwoord
Wireless G Desktop
Network Card
Wireless G Router
Netwerksleutel=
MijnWachtwoord
Netwerksleutel=
MijnWachtwoord
Wireless G Notebook
Network Card
Netwerksleutel=
Wachtwoord FOUT
Wireless G Desktop
Network Card
Instellingen voor beveiliging van uw draadloze netwerk wijzigen
Uw router is uitgerust met WPA/WPA2 (Wi-Fi Protected Access),
de nieuwste beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer.
Tevens wordt WEP (Wired Equivalent Privacy)-beveiliging
ondersteund. Normaal is de beveiliging van een draadloos netwerk
uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te
bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de beveiling
ingsinstellingen te wijzigen, klikt u op “Security” (Beveiliging) op het
tabblad “Wireless” (Draadloos).
40
Handmatige configuratie van de router
1
WEP-setup
2
64-bits WEP-encryptie
1. Selecteer “64-bit WEP” in het dropdown-menu.
2. Nadat u de WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw
sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te
typen.
Een hexadecimale sleutel bestaat uit een combinatie van cijfers en
letters van A tot F en van 0 tot 9. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u
10 hexadecimale tekens in te voeren.
3
4
5
6
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits WEP-sleutel
8
9
10
12
3. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen
uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met
dezelfde beveiligingsinstellingen..
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of het draadloze
accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt
configureert, dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor
die draadloze cliënt is ingeschakeld, anders wordt de verbinding
verbroken. Zorg ervoor dat u de sleutel ergens noteert voordat u de
wijzigingen aanbrengt.
41
Hoofdstuk
7
Bijvoorbeeld:
Handmatige configuratie van de router
128-bits WEP-encryptie
1.
2.
Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu.
Nadat u de WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw
sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te
typen.
Een hexadecimale sleutel bestaat uit een combinatie van cijfers
en letters van A tot F en van 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie
dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren.
Bijvoorbeeld:
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits WEP-sleutel
3. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen
uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde
beveiligingsinstellingen.
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of het draadloze
accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert,
dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is
ingeschakeld, anders wordt de verbinding verbroken. Zorg ervoor dat u
de sleutel ergens noteert voordat u de wijzigingen aanbrengt.
WPA-setup
Let op: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten
geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen.
U kunt ook gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden.
Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. U
dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te
downloaden voor uw draadloze G desktop- of notebooknetwerkkaart. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. De patch
42
Handmatige configuratie van de router
van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten zoals 802.11g-producten van
Belkin met stuurprogramma’s die WPA ondersteunen.
Er zijn twee soorten WPA-beveiliging: WPA-Personal (PSK) en WPA-Enterprise
(RADIUS). WPA-Personal (PSK) gebruikt een zogenaamde “Pre-Shared Key”
als beveiligingssleutel. Een Pre-Shared Key is een wachtwoord dat tussen de
8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie
van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde
sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Deze modus wordt doorgaans in
een woonomgeving gebruikt.
WPA-Enterprise (RADIUS) is een configuratie waarin een radiusserver
automatisch de sleutels aan de cliënten toekent. Van deze modus wordt
doorgaans op kantoren gebruik gemaakt.
1. Selecteer “WPA/WPA2-PSK” in het dropdown-menu “Security Mode”
(Beveiligingsmodus).
2. Selecteer “WPA-PSK” voor authentificatie.
3. Selecteer “TKIP” als “Encryption Technique” (Encryptietechniek). Deze
instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
4. Voer uw “pre-shared key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit
kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde
sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie
Jansen”.
5. Klik op “Apply
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan
al uw cliënten deze
instellingen toe.
WPA-Enterprise (RADIUS) instellen
Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten
toe te wijzen, gebruik dan deze instelling.
1.
2
Selecteer “WPA/WPA2—Enterprise (RADIUS)” in het dropdown-menu
“Security Mode” (Beveiligingsmodus).
43
Hoofdstuk
WPA-Personal (PSK) instellen
1
Handmatige configuratie van de router
2.
Selecteer “WPA-RADIUS” voor authentificatie
3.
Selecteer “TKIP” als “Encryption Technique” (Encryptietechniek).
Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
4.
Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor bestemde
velden.
5.
Voer de radius-sleutel in in het veld “Radius Key”.
6.
Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak
de sleutels worden verdeeld (in pakketten).
7.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
Systeemvereisten voor WPA2
BELANGRIJK:Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al
uw computers en netwerkadapters geüpgradet zijn en beschikken
over stuurprogramma’s en software die WPA2 ondersteunen. U kunt
gratis beveiligingspatches van Microsoft downloaden. Deze patches
werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2)
kan via http://support.microsoft.com/?kbid=826942 gratis een bestand
genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access
(KB 826942)” gedownload worden van http://support.microsoft.com/
?kbid=826942.
Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een
gratis download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze
cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB893357). De
update kunt u downloaden via: http://support.microsoft.com/default.
aspx?scid=kb;en-us;893357
44
Handmatige configuratie van de router
LET OP: U dient ook te controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/
adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s
gedownload en geïnstalleerd hebt. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten
van Belkin is er een update voor stuurprogramma’s beschikbaar op de website
van Belkin: www.belkin.com/networking.
WPA2-Personal (PSK) instellen
1. Selecteer “WPA/WPA2-PSK (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode”
(Beveligingsmodus).
2. Selecteer “WPA2-Personal (PSK)” voor authentificatie.
3. Selecteer “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze
instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
5. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken
nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
WPA2-Enterprise (RADIUS) instellen
Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten
toe te wijzen,
gebruik dan deze instelling.
1. Selecteer “WPA/WPA2—Enterprise (RADIUS)” in het dropdown-menu
“Security Mode” (Beveligingsmodus).
2. Selecteer “WPA2-RADIUS” voor authentificatie.
3. Selecteer “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze
instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
45
Hoofdstuk
4. Voer uw “pre-shared key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit
kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde
sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie
Jansen”.
1
Handmatige configuratie van de router
4. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor bestemde velden.
5. Voer de radius-sleutel in in het veld “Radius Key”.
6. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak de sleutels
worden verdeeld (in pakketten).
7. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel nu
al uw cliënten op deze manier in.
BELANGRIJK:
Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet
zijn, WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een
verbinding met de router mogelijk maken.
De beveiligingsinstellingen van de netwerkadapter van uw
computer configureren
Opmerking: Deze paragraaf informeert u over hoe u uw netwerkadapter
kunt configureren voor gebruik met beveiliging. Op dit
moment zou u uw draadloze router of draadloos accesspoint
al zo moeten hebben ingesteld dat deze gebruik maakt
van WPA2, WPA of WEP. Om een draadloze verbinding tot
stand te kunnen brengen dient u uw draadloze notebook- en
desktopnetwerkkaart te configureren met dezelfde beveiligin
gsinstellingen.
Belkin G+ MIMO netwerkkaarten worden geleverd met de praktische
Wireless Networking Utility. Klik eenvoudigweg op uw de naam van uw
draadloze netwerk (SSID) in het overzicht van beschikbare netwerken
(Available Networks) en voer uw pre-shared key (PSK) in. Voor meer
informatie verwijzen wij u naar de handleiding van de netwerkkaart van
Belkin.
De meeste computers kunt u ook instellen voor het werken met een
router via het Wireless Network Properties venster dat in uw Microsoft
Windows besturingssysteem is ingebouwd ucan also setup to work
with the Router from Wireless Network Properties screen build-in your
Microsoft Windows operating system. Twee voorbeelden:
46
Handmatige configuratie van de router
Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat een 64-bits of
128-bits WEP-sleutel vereist.
1.
2.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced”
(Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de draadloze netwerkkaart
bekijken en configureren.
Op het tabblad “Wireless Network Properties” (Eigenschappen
draadloos netwerk) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available
networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure”
(Configureren).
3. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie)
4.
Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key”
(Netwerksleutel).
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van
A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale
tekens in te voeren. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u 10 hexadecimale
tekens in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de
sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
6.
Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
47
Hoofdstuk
5.
Zorg ervoor dat de optie “The key is provided for me automatically”
(De sleutel wordt automatisch verstrekt) niet is aangevinkt. Als u deze
computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan
aan uw netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet.
1
Handmatige configuratie van de router
Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat
WPA-PSK vereist (zonder server)
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster
“Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop
“Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de
draadloze netwerkkaart bekijken en configureren.
2.
Op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken)
selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks”
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure”
(Configureren).
3.
Selecteer “WPA-PSK (no server)” onder “Network Authentication”
(Netwerkauthentificatie).
4.
Typ de WPA-sleutel in in het veld naast “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en
letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens
invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel
die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
5.
Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
48
Handmatige configuratie van de router
Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat WPA
(met radiusserver) vereist
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster
“Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop
“Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de
draadloze netwerkkaart bekijken en configureren.
2.
Op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken)
selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks”
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure”
(Configureren).
Selecteer “WPA” onder “Network Authentication” (Netwerkauthentifi
catie).
4.
Selecteer op het tabblad “Authentication” (Authentificatie) de door
uw netwerkbeheerder bepaalde
vereiste instellingen.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
5.
Klik op “OK” om de instellingen op te
slaan.
WPA/WPA2 instellen voor niet-Belkin draadloze desktop- en
notebookkaarten
Voor niet-Belkin WPA draadloze desktop- en notebookkaarten die niet
zijn voorzien van WPA/WPA2-software, kunt u gratis van de website van
Microsoft een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support
Patch for Wireless Protected Access”.
Let op: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
49
12
Hoofdstuk
3.
1
Handmatige configuratie van de router
Belangrijk: U dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA/WPA2 ondersteunt en
of u het nieuwste stuurprogramma van hun support site hebt gedownload.
Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows XP Professional
• Windows XP Home Edition
De Wireless Network Utility instellen voor Windows XP om gebruik te kunnen
maken van WPA/WPA2-PSK
Om WPA-PSK te kunnen gebruiken, dient u ervoor te zorgen dat u Windows Wireless
Network Utility gebruikt. Dit doet u als volgt:
1.
In Windows XP, kjlikt u op “Start >
Control Panel >
Network Connections” (Start
> Configuratiescherm >
Netwerkverbindingen).
3.
Nadat u geklikt hebt op het tabblad
“Wireless Networks” (Draadloze
netwerken) verschijnt het volgende
venster. Zorg ervoor dat het vakje
“Use Windows to configure my
wireless network settings” (Gebruik
Windows om de instellingen van mijn
draadloze netwerk te configureren) is
aangevinkt.
2.
Klik met de rechter muisknop op
“Wireless Network Connection”
(Draadloze netwerkverbinding)
en selecteer “Properties”
(Eigenschappen).
4. Klik op het tabblad “Wireless Networks”
(Draadloze netwerken) op de knop
“Configure” (Configureren). Het volgende
scherm zal verschijnen.
5.
Voor een netwerk in uw woning
of kantoor selecteert u onder
“Network Authentication”
(Netwerkauthentificatie) “WPA-PSK” of
“WPA2-PSK”
50
Let op: Selecteer “WPA” als u deze computer
gebruikt om verbinding te maken met een
bedrijfsnetwerk dat een authentificatieserver
ondersteunt, zoals bijvoorbeeld een
radiusserver. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder voor nadere informatie.
Handmatige configuratie van de router
6.
Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”. Deze instelling
moet gelijk zijn aan die van de router.
7. Typ de encryptiesleutel in in het
vakje naast “Network Key”
(Netwerksleutel).
8.
Belangrijk: Voer uw Pre-Shared sleutel in.
Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit
kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U
dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te
gebruiken.
Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
Wireless Bridge (Draadloze brug)
Wireless Bridging of Wireless Distribution System (WDS) wordt gebruikt om
draadloze routers en accesspoints te verbinden ten behoeve van uitbreiding van een
netwerk.
Disabled (gedeactiveerd): Wireless Bridging deactiveren (standaard)
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Handmatig: Handmatig de MAC-adressen invoeren van de accesspoints waarmee
draadloos verbinding gemaakt dient te worden.
51
Hoofdstuk
Klik op het dropdown-menu naast “Bridge Mode” en selecteer een van de volgende
mogelijkheden:
1
Handmatige configuratie van de router
1
Draadloze kanalen dienen voor router en accesspoint gelijk te zijn.
2
Beveiligingsinstellingen (WEP) dienen voor router en accesspoint gelijk te
zijn.
3
Indien MAC-filtering is gedeactiveerd, dient de gebruiker de WLAN Macadressen van de router en het accesspoint toe te voegen, zodat deze
apparaten met elkaar kunnen communiceren.
4
Indien uw netwerk is beveiligd via WPA-beveiliging dient de SSID voor
beide accesspoints hetzelfde te zijn.
Firewall
Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen
uiteenlopende hackeraanvallen zoals:
•
IP Spoofing
•
SYN flood
•
Land Attack
•
UDP flooding
•
Ping of Death (PoD)
•
Tear Drop Attack
•
Denial of Service (DoS)
•
ICMP defect
•
IP met lengte nul
•
RIP defect
•
Smurf Attack
•
Fragment flooding
•
TCP Null Scan
De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden
om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt
waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U
kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling
verdient de firewall ingeschakeld te laten. Het uitschakelen van de
firewall laat uw netwerk niet volledig onbeschermd tegen een aanval van
hackers, maar wij raden u toch aan de firewall geactiveerd te houden.
52
Handmatige configuratie van de router
1
Virtuele servers
Via “Virtual Servers” kunt u externe (Internet)verbindingen voor diensten
zoals een webserver (poort 80), FTP-server (poort 21), of andere applicaties,
via uw router doorsturen naar uw interne netwerk. Aangezien uw interne
computers beschermd worden door een firewall, kunnen computers buiten
uw netwerk (via het Internet) de interne computers niet bereiken omdat ze
niet “zichtbaar” zijn. Als u de functie “virtual server” voor een specifieke
applicatie dient te configureren, neem dan contact op met de leverancier
van de applicatie om geïnformeerd te worden over welke poortinstellingen u
nodig hebt. U kunt deze poortgegevens handmatig invoeren in de router.
2
3
4
5
6
8
9
10
Een applicatie kiezen
U kunt kiezen uit een reeks populaire applicaties. Klik op “Select a
Service” en selecteer de gewenste applicatie in het dropdown-menu. De
instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik
op “Add” (Toevoegen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan.
Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren
Om handmatig instellingen te bepalen, klikt u op “Custom Server” en
voert u een naam voor de server in. Voer het IP-adres van de server in in
het vak voor de interne computer en geef aan welke poorten gepasseerd
dienen te worden. Selecteer vervolgens het protocoltype (TCP of UDP) en
klik op “Add” (Toevoegen).
U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt
instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Wij adviseren deze instellingen
uit te schakelen wanneer u een bepaalde toepassing niet gebruikt.
53
12
Hoofdstuk
7
Handmatige configuratie van de router
Cliënt IP-filters
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, email, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is.
(1)
(2)
(3)
(4)
Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer
af te sluiten, voert u de naam van het filter in in het vakje voor
“Filter Name” (1) voert u het IP-adres van de beoogde computer
in het IP-veld in (2). Vervolgens vult u in het poortveld “80:80” in
(3). Selecteer protocol in het dropdown-menu “Protocol” (4). Klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het
door u opgegeven IP-adres zal nu de toegang tot het Internet worden
ontzegd.
MAC-adressenfilter
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument
waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het
netwerk. Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen
maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd.
Wanneer u deze functie aanzet, moet u een naam voor de gebruiker en
het MAC-adres invoeren van iedere cliënt (computer) op uw netwerk
om elk van deze computers toegang te geven tot het netwerk. Klik op
“Add” (Toevoegen) om de instellingen op te slaan.
54
Handmatige configuratie van de router
1
DMZ (Gedemilitariseerde zone)
Indien een van uw cliënten van achter de firewall geen internetapplicatie
kan draaien, kunt u deze cliënt onbeperkte tweewegs internettoegang
verstrekken. Dit kan nodig zijn wanneer de NAT-functie problemen
veroorzaakt met applicaties als games en videoconferenties. Schakel
deze functie alleen tijdelijk in. De computer in de gedemilitariseerde
zone wordt namelijk NIET beschermd tegen hackeraanvallen.
2
3
4
5
6
Om een computer in de gedemilitariseerde zone te plaatsen, dient u het
LAN IP-adres van deze computer in het “Private IP”-veld in te vullen en te
klikken op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
ICMP-pings blokkeren
Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder
de naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden.
Door naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen
van het IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets
interessants bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op
ICMP-pings van buiten reageert. Hierdoor wordt de veiligheidsmarge
van uw router verhoogd.
Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block
ICMP Ping” (ICMP-ping blokkeren) (1) en klikt u op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen). De router reageert nu niet op een ICMP-ping.
55
8
9
10
12
Hoofdstuk
7
Handmatige configuratie van de router
Utilities (Hulpprogramma’s)
In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende
parameters van de router beheren en bepaalde beheerfuncties
uitvoeren.
De router herstarten
Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms
nodig zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen
van de router worden door opnieuw starten NIET gewist.
56
Handmatige configuratie van de router
De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen
1.
Klik op de knop “Restart Router” (Router opnieuw opstarten).
2.
De volgende melding verschijnt. Klik op “OK” om uw router te
herstarten.
1
2
3
4
5
6
Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router
naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig
eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u
de standaardinstellingen herstelt.
7
8
9
10
1.
Klik op de knop “Restore Defaults” (Standaard instellingen
herstellen).
2.
De volgende melding verschijnt. Klik op “OK” om de standaard
fabrieksinstellingen te herstellen.
57
12
Hoofdstuk
De standaard fabrieksinstellingen herstellen
Handmatige configuratie van de router
Huidige instellingen opslaan/als backupbestand opslaan
Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan.
Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze
later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een
reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware
bijwerkt.
1.
Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open met de naam “File
Download” (Bestand downloaden). Klik op “Save” (Opslaan).
2.
Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren waar
u het configuratiebestand wilt opslaan. Selecteer een locatie. U kunt
zelf bepalen hoe u het bestand noemt. Wij raden u echter aan er bij
de naamgeving rekening mee te houden dat u het besatnd nog wel
terug moet kunnen vinden. Wanneer u de locatie hebt geselecteerd
en de naam van het bestand hebt ingevoerd, klikt u op “Save”
(Opslaan).
58
Handmatige configuratie van de router
3.
Als het bestand is opgeslagen, verschijnt het volgende scherm.
Klik op “Close” (Sluiten).
1
2
3
4
5
De configuratie is nu bewaard.
6
Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen.
7
1.
8
Klik op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin
u de locatie van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle
configuratiebestanden hebben de extensie “.conf”. Zoek het
configuratiebestand op dat u wilt herstellen en dubbelklik erop.
9
10
12
2.
Klik op “Open” (Openen).
59
Hoofdstuk
Vorige instellingen herstellen
Handmatige configuratie van de router
Firmware bijwerken
Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de
router. Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies
en oplossingen voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe
firmware uitbrengt, kunt u deze downloaden van de website en de
firmware van de router bijwerken tot en met de nieuwste versie.
De firmware van de router bijwerken
1.
Op de pagina “Firmware Update” (Firmware bijwerken) klikt u op
“Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie
van het bijgewerkte firmwarebestand kunt selecteren.
2.
Ga naar het firmwarebestand dat u hebt gedownload. Selecteer
het bestand door dubbel te klikken op de bestandsnaam.
3.
Klik op “Update” (Bijwerken) om te upgraden naar de nieuwste
firmwareversie.
60
Handmatige configuratie van de router
1
Systeeminstellingen
Op de pagina “System Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een
nieuw wachtwoord invoeren voor de systeembeheerder, de tijdzone
instellen, beheer op afstand inschakelen, en de UPnP-functie van de
router aan- en uitschakelen.
2
Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen
4
5
6
7
8
9
10
De inlog-timeout wijzigen
Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen
waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface
(Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te
lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal
wijzigingen in de geavanceerde gebruikersinterface aangebracht en
daarna uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden)
te klikken. Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de
inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als
u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in
te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en
staat standaard ingesteld op 10 minuten.
Opmerking: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de
Advanced Setup-interface van de router.
61
12
Hoofdstuk
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd
wachtwoord. Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer
beveiliging, dan kunt u hier een wachtwoord instellen. Schrijf het
wachtwoord op en bewaar het op een veilige plaats, aangezien u het
nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen op de router. Het is
ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de
mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken.
3
Handmatige configuratie van de router
Tijd en tijdzone instellen
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple
Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router
synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok
in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de
aansturing van het cliëntenfilter.
Selecteer de gewenste NTP-tijdservers en de tijdzonde waarin u zich bevindt, en
klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De systeemklok
geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten
minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op
het Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet
zelf instellen.
Beheer op afstand activeren
Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt,
DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE
SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management”
(Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld
de instellingen van uw router te wijzigen.
Klik op de knop “Change Settings” (Instellingen wijzigen) om de pagina voor
“Remote Management” (Beheer op afstand) te openen.
Er zijn twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste
kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP
address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand
beheren). Wanneer u uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer
op het Internet, dan krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van
uw router moet invoeren.
De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor
beheer op afstand. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze
methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer
waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP
address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de
router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U
TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen
wachtwoord invult, loopt uw router het risico van indringers.
62
Handmatige configuratie van de router
Klik op de knop “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen
op te slaan.
1
2
3
4
UPnP inschakelen/uitschakelen
Klik op de knop “Change Settings” (Instellingen wijzigen) om de
pagina voor “UPnP Setting” (UPnP-instelling) te openen. Selecteer
vervolgens “On” (Aan) naast “Enable UPnP” (UPnP activeren) om
UPnP te activeren. Klik op de knop “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) om de instellingen op te slaan.
63
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde
mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die
naadloze voice- en video-messaging, games en andere applicaties
mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient
de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te
zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en
UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten
worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UpnP kunnen met de
router communiceren, in principe om de router te “vertellen” op welke
wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de
UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt
die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van
UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren.
5
Problemen oplossen
Probleem:
De ADSL-LED brandt niet.
Oplossing:
1. Controleer de verbinding tussen de router en de ADSL-lijn. Zorg
ervoor dat de kabel van de ADSL-lijn is aangesloten op de poort
van de router die wordt aangeduid met “DSL line”.
2. Zorg ervoor dat de router van stroom wordt voorzien. De LED
voor Voeding op het frontpaneel zou nu moeten branden.
Probleem:
De Internet-LED brandt niet.
Oplossing:
1. Zorg ervoor dat de kabel van de ADSL-lijn is aangesloten op de
poort van de router die wordt aangeduid met “DSL line”
de ADSL-LED brandt.
en dat
2. Zorg ervoor dat u over de juiste, door uw Internet Service Provider
verstrekte, gegevens voor VPI/VCI, gebruikersnaam en wachtwoord
beschikt.
Probleem:
Mijn type verbinding is “Static IP Address” (Statisch IP-adres). Ik kan
geen verbinding met het Internet tot stand brengen
Oplossing:
Omdat uw type verbinding dat van een statisch IP-adres is, moet
uw internet-serviceprovider u een IP-adres, een subnetmasker en
een gateway-adres toewijzen. In plaats van gebruik te maken van de
Wizard, gaat u naar “Connection Type” (Verbindingstype) en selecteert
u het type verbinding. Klik op “Next” (Volgende) en selecteer “Static
IP” (Statisch IP). Vervolgens voert u het IP-adres, subnetmasker en de
standaard gateway-informatie in.
Probleem:
Ik ben mijn wachtwoord kwijt of vergeten.
Oplossing:
Druk de “Reset”-knop op het achterpaneel gedurende 10 seconden in
om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen.
64
Problemen oplossen
1
Probleem:
Mijn draadloze PC kan geen verbinding maken met de router.
Oplossing:
1.
Zorg ervoor dat de draadloze PC dezelfde SSID-instellingen heeft als de
router en dat de beveiligingsinstellingen voor de cliënten, zoals WPAbeveiliging of WEP-encryptie, hetzelfde zijn.
2.
Zorg ervoor dat de afstand tussen de router en de draadloze PC niet te
groot is.
Probleem:
Het draadloze netwerkverbinding wordt vaak onderbroken.
Oplossing:
2
3
4
5
6
Zet uw draadloze PC dichter bij de router voor een beter signaal.
7
2.
Er kan ook sprake zijn van interferentie, mogelijk veroorzaakt door de
aanwezigheid van een magnetron of 2,4GHz draadloze telefoon. Wijzig de
locatie van de router of maak gebruik van een ander draadloos kanaal.
8
9
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen.
Oplossing:
10
Indien u vanaf een draadloze computer geen verbinding met het Internet tot
stand kunt brengen, ga dan als volgt te werk:
1.
Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een router
van Belkin geldt het volgende voor de lampjes:
•
De LED voor Voeding zou moeten branden.
•
De DSL-LED zou niet moeten knipperen en continu moeten branden.
•
De “Internet LED” zou continu moetenbranden of moeten knipperen.
2.
Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram rechts
onderin het scherm. Indien u een draadloze kaart van Belkin gebruikt,
zou het pictogram in de taakbalk er als volgt uit moeten zien:
Het
pictogram kan rood of groen zijn.
3.
Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type
draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is
echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken)—
de draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden.
65
12
Hoofdstuk
1.
Problemen oplossen
Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor?
Ja, de naam van mijn netwerk wordt vermeld.—Ga naar de paragraaf
“Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen
maar de naam van mijn netwerk is bekend” onder Problemen oplossen.
Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet genoemd.—Ga naar de
paragraaf “Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend”.
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen, maar de
naam van mijn netwerk is bekend.
Oplossing:
Indien de juiste netwerknaam is opgenomen in het overzicht van “Available
Networks” (Beschikbare netwerken), volg dan de onderstaande stappen om
een draadloze verbinding tot stand te brengen.
1. Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare
netwerken.
2. Indien voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn
geactiveerd, dient u de netwerksleutel in te voeren. Meer informatie
over beveiliging vindt u in het hoofdstuk Beveiligingsinstellingen van uw
draadloze netwerk wijzigen
3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links
onderin uw scherm, groen. Zo wordt aangegeven dat er een verbinding
met het netwerk tot stand is gebracht.
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en
de naam van mijn netwerk is niet bekend.
Oplossing
Doorloop onderstaande stappen als de naam van uw netwerk
niet is opgenomen in het overzicht “Available Networks” (Beschikbare
netwerken) in het hulpprogramma:
1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand
van tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit
66
Problemen oplossen
de utility en heropen hem. Als de naam van het netwerk nu wel in het
overzicht “Available Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt, hebt u
mogelijk een probleem met het bereik of last van storing. Wij verwijzen u
ook naar Appendix B, getiteld “Belangrijke factoren die een rol spelen bij
plaatsing en setup”.
2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is
aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat
“Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina
voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en SSID).
Als u nog steeds geen toegang tot Internet kunt krijgen nadat u deze
stappen heeft doorlopen, neem dan contact op met de afdeling
Technische Ondersteuning van Belkin.
Probleem:
Oplossing:
Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de
connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen
de apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de
signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn
muren en metalen apparaten. Hierdoor is het bereik van draadloze apparatuur
binnenshuis meestal zo’n 30 tot 60 meter. Hou er verder rekening mee dat de
snelheid van de verbinding af zal nemen naarmate de afstand tot de router of
het accesspoint groter wordt.
Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken
hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen,
indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router.
Het draadloze kanaal wijzigen - Het wijzigen van het kanaal kan een
positief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze
netwerk indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de
prestaties van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde
kanaal van de router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende
andere kanalen kiezen. Raadpleeg op pagina 37 de paragraaf “Het kanaal
voor draadloze communicatie wijzigen” voor meer informatie over het kiezen
van een kanaal.
67
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig.
De gegevensoverdracht geschiedt soms traag.
Het signaal is zwak.
Problemen bij het tot stand brengen/behouden van een Virtual Private
Network-verbinding.
1
Problemen oplossen
De overdrachtssnelheid verlagen - Het verlagen van de
overdrachtssnelheid kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de
verbinding verhogen. Bij de meeste draadloze netwerkkaarten kan de
overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap wilt
wijzigen, gaat u naar het “Controle Panel” (Configuratiescherm) in Windows,
opent u de map “Network connections” (Netwerkverbindingen) en
dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze kaart. Onder “Properties”
(Eigenschappen) selecteert u de knop “Configure” (Configureren) op
het tabblad “General” (Algemeen). (Gebruikers van Windows 98 dienen
de draadloze kaart te selecteren en op “Properties” (Eigenschappen) te
klikken.) Vervolgens selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd)
de overdrachtssnelheid. Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans
automatisch de draadloze overdrachtssnelheid voor u, maar dit kan
periodiek onderbreking van de verbinding veroorzaken als het draadloze
signaal te zwak is; in de regel zijn langzamere overdrachtssnelheden
betrouwbaarder. Experimenteer met verschillende verbindingssnelheden
totdat u de beste verbinding voor uw netwerkomgeving gevonden hebt; de
beschikbare overdrachtssnelheden zouden allemaal geschikt moeten zijn
voor internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw
netwerkkaart.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEPbeveiliging op een router of accesspoint van Belkin
Oplossing
1. Log in op uw draadloze router of accesspoint.
2. Open uw webbrowser en typ het IP-adres van uw router accesspoint
in. (De standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1, die voor het
802.11g accesspoint is 192.168.2.254 ). Log in op uw router door op
de knop “Login” in de rechter bovenhoek van uw scherm te drukken. U
wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen wachtwoord
hebt ingesteld dan vult u dit veld niet in en klikt u op “Submit”
(indienen).
3. Klik op het tabblad “Wireless” (Draadloos) links op uw scherm. Selecteer
het “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) tabblad om naar
de instellingenpagina voor beveiliging te gaan.
4. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu.
5. Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt u uw
hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase in
het “Passphrase”-veld invoeren en klikken op “Generate” (Genereren)
om uit de passphrase een WEP-sleutel te genereren. Klik op “Apply
68
Problemen oplossen
Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat
al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is
een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits
WEP dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren.
Bijvoorbeeld:
C3 03 0F AF 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 E4 = 128-bits sleutel
6. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw
draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveilig
ingsinstellingen.
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of accesspoint vanaf een
1
2
3
4
5
computer met een draadloze cliënt configureert, dient u ervoor te zorgen dat
de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt,
krijgt u geen draadloze verbinding.
6
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort®-
7
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEPbeveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin
8
9
10
Oplossing:
De draadloze netwerkkaart dient dezelfde sleutel te gebruiken als de
draadloze router of het draadloze accesspoint. Als uw draadloze router of
accesspoint de sleutel 00112233445566778899AABBCC gebruikt, dan moet
voor de draadloze kaart exact dezelfde sleutel worden ingesteld.
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network” (Draadloos netwerk) te laten verschijnen.
2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart
bekijken en configureren.
3. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de
Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze
netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks”
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties”
69
12
Hoofdstuk
producten ondersteunen uitsluitend
64-bits encryptie. Apple AirPort 2-producten kunnen 64-bits en 128-bits
encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst het type Apple Airport-product
dat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te
configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
Problemen oplossen
(Eigenschappen).
5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie)
6. Zorg ervoor dat het selectievakje “The key is provided for me automatically”
(Ik krijg de sleutel automatisch), onderaan, niet is aangevinkt. Als u deze
computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw
netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet.
7. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk:Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot
F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale sleutels
in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u
toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
Bijvoorbeeld: C3 03 0F AF 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 E4 = 128-bits sleutel
8. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te
slaan.
Indien u GEEN draadloze netwerkkaart van Belkin gebruikt, raden wij u aan
de handleiding van u van de fabrikant van dat product hebt gekregen, te
raadplegen.
Probleem:
Ondersteunen de producten van Belkin WPA?
Oplossing
Let op: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten
geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. U
kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch werkt
alleen onder het Windows XP-besturingssysteem.
U kunt deze patch hier downloaden:
http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyID=009d8425-ce2b47a4-abec-274845dc9e91&displaylang=en
U dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te
downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart van
Belkin. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten zoals 802.11gproducten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA ondersteunen.
De nieuwste stuurprogramma’s kunt u hier downloaden:
http://web.belkin.com/support/networkingsupport.asp.
WPA-ondersteuning zal automatisch worden geïnstalleerd als u een upgrade van
uw systeem doet naar Windows XP Service pack 2. Voor meer informatie kunt u
terecht op: http://support.microsoft.com
70
Problemen oplossen
1
Probleem:
Ik heb problemen bij het instellen van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging voor mijn draadloze router of accesspoint van Belkin in
een thuisnetwerk.
Oplossing:
1. Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu
“Security Mode” (Beveligingsmodus).
2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten
hetzelfde zijn.
3. Voer uw “pre-shared key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63
karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en
spaties. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken.
Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”.
eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access
(WPA) beveiliging op een router / accesspoint van Belkin voor een
zakelijk netwerk.
Oplossing:
Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de
cliënten toe te wijzen, gebruik dan deze instelling. Van deze modus
wordt doorgaans op kantoren gebruik gemaakt.
1. Selecteer “WPA (met server)” in het dropdown-menu “Security
Mode” (Beveligingsmodus).
2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten
hetzelfde zijn.
3. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor
bestemde velden.
4. Voer de radius-sleutel in in het veld “Radius Key”.
5. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak
de sleutels worden verdeeld (in pakketten).
6. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
71
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te
2
Problemen oplossen
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin voor een thuisnetwerk.
Oplossing:
Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze router /
accesspoint. Als bijvoorbeeld de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen”
door de draadloze router of het draadloze accesspoint wordt gebruikt,
moeten de ook cliënten van diezelfde sleutel gebruik maken.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless
Network” te laten verschijnen.
Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties
van de kaart bekijken en configureren.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin
Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde
functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available
networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop
“Properties” (Eigenschappen).
Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) onder
“Network Authentication” (Netwerkauthentificatie).
Typ de WPA-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key”
(Netwerksleutel)
Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters
7.
van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens invoeren.
Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent
aan uw draadloze router of accesspoint.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op
te slaan.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access
(WPA) beveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin voor een
kantoornetwerk.
Oplossing:
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm
“Wireless Network” te laten verschijnen.
2.
Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties
van de kaart bekijken en configureren.
3.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin
72
Problemen oplossen
Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde
functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available
networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop
“Properties” (Eigenschappen).
5.
6.
Selecteer “WPA” onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie)
7.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op
te slaan.
Selecteer op het tabblad “Authentication” (Authentificatie) de door uw
netwerkbeheerder bepaalde vereiste instellingen.
1
2
3
4
5
Probleem:
6
Ik heb problemen met het installen van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging en ik maak GEEN gebruik van een draadloze netwerkkaart van
Belkin voor een thuisnetwerk.
7
Als u GEEN gebruik maakt van een draadloze desktop- en notebookkaart
van Belkin en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt,
dan kunt u gratis van de website van Microsoft een bestand downloaden
met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”.
De patch van Microsoft kunt u downloaden door de knowledge base voor
Windows XP WPA te doorzoeken.
8
9
10
Opmerking: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. U
dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA ondersteunt en of u het
nieuwste stuurprogramma van hun support site hebt gedownload.
Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows XP Professional
• Windows XP Home Edition
Inschakelen WPA-PSK (zonder server)
1. In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network Connections”
(Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen).
2. Klik met de rechtermuisknop op het tabblad “Wireless Networks”
(Draadloze netwerken). Het volgende scherm verschijnt. Zorg ervoor dat
de optie “Use Windows to configure my wireless network settings”
(Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te
configureren) is aangevinkt.
3. Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op
73
12
Hoofdstuk
Oplossing:
Problemen oplossen
de knop “Configure” (Configureren). Het volgende venster zal
verschijnen.
4. Voor gebruik in uw woning of op een klein kantoor, selecteert u
onder “Network Administration” (Netwerkbeheer) “WPA-PSK”.
Opmerking: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met
radiusserver) als u deze computer gebruikt om verbinding te
maken met een bedrijfsnetwerk dat een authenticatieserver
ondersteunt, bijv. een radiusserver. Neem voor meer informatie
contact op met uw netwerkbeheerder.
5. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of
“AES”. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de draadloze
router of het draadloze accesspoint
6. Typ de encryptiesleutel in in het vakje naast “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk: Voer uw pre-shared sleutel in. Deze sleutel bestaat uit 8
tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn.
U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken.
7. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
Wat is het verschil tussen 802.11b, 802.11g, G+ MIMO en
Pre-N?
Op dit moment zijn er vier standaarden voor draadloze netwerken,
waartussen grote verschillen in overdrachtssnelheden bestaan. Elke
norm is gebaseerd op de aanduiding 802.11(x), een benaming die
is vastgesteld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronic
Engineers), het Amerikaanse instituut dat verantwoordelijk is voor de
ontwikkeling en goedkeuring van ondermeer netwerknormen. De meest
gebruikte standaard voor draadloos netwerkverkeer is 802.11b. Deze
maakt een gegevensoverdracht van 11 Mbps mogelijk. De standaarden
802.11a en 802.11g maken snelheden tot 54 Mbps mogelijk. G+ MIMO
werkt eveneens met snelheden tot 54 Mbps en Pre-N met snelheden tot
108 Mbps.
74
Problemen oplossen
1
Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën
Belkin Pre-N
(802.11g met
TrueMIMO)
5x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
15x sneller dan
802.11b*
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie door
stoorsignalen
van huishoudelijke apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
G (802.11g)
G+
MIMO(802.11g
met MIMO
MRC)
11Mbps-verbindingssnelheid/
basislijn
G+ (802.11g
met HSM)
Snelheid*
802.11b
Draadloze
technologie
2
3
4
5
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons
7
8
9
Voordeel
Bereik*
Compatibiliteit
10
Compatibel met
802.11g
Compatible met
802.11b/g
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel
met 802.11g en
802.11b
Doorgaans 30–60 m
binnenshuis
Tot 120 m*
Tot 210 m*
Tot 300 m*
Tot 425 m*
Algemeen aanvaard
Veel gebruikt
– vooral voor het
delen van internetaansluitingen
Groter bereik
en hogere snelheden
Betere dekking
en constante
snelheden
Geavanceerd –
beste reikwijdte
en doorvoer
*Bereik en verbindingssnelheid afhankelijk van netwerkomgeving.
75
12
Hoofdstuk
Frequentie
6
Appendices
Appendix A: Verklarende woordenlijst
IP Address (IP-adres)
Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Om de
geavanceerde installatie-interface te openen, moet u dit adres in de
adresbalk van uw browser typen. U kunt dit adres indien nodig wijzigen.
Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet
een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van
een niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
Subnet Mask (Subnetmasker)
Sommige netwerken zijn veel te groot om, waardoor niet al het verkeer in
alle uithoeken terecht komt. Deze netwerken moeten worden opgedeeld
in kleinere, werkbare delen, subnets genaamd. Het subnetmasker is het
netwerkadres plus de informatie die identificatie van het “subnetwerk”
mogelijk maakt.
76
Appendices
1
DNS
DNS staat voor Domain Name Server. Een “Domain Name Server” is een
server op het Internet die URL’s (Universal Resource Links) als “www.belkin.
com” vertaalt naar IP-adressen. De meeste ISP’s verlangen niet van u dat u
deze informatie in de router invoert. Als u een statisch IP gebruikt, moet u
waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-adres invullen
om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u een
dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNSadres in te vullen.
PPPoE
De meeste ADSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding. Als
u gebruik maakt van een ADSL-modem voor het maken van een verbinding
met het Internet, dan gebruikt uw ISP mogelijk PPPoE om u aan te melden.
Uw type verbinding is PPPoE als:
uw ISP u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven die
noodzakelijk zijn om de verbinding met het internet tot stand te brengen.
2.
uw provider u software als WinPoET of Enternet300 heeft verstrekt om
de internetverbinding tot stand te brengen.
3.
u op een ander desktoppictogram dan uw browser moet dubbelklikken
om op Internet te kunnen.
Om de router geschikt te maken voor het gebruik van PPPoE, moet u
uw gebuikersnaam en wachtwoord invoeren in de daarvoor bestemde
velden. Nadat u alle noodzakelijke informatie hebt ingevoerd, klikt u op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de
internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw
router correct is geïnstalleerd.
PPPoA
Voer de PPPoA-informatie in de daarvoor bestemde ruimtes en klik op “Next”
(Volgende). Klik op “Apply” (Toepassen) om de instellingen te activeren.
1.
User name (Gebruikersnaam) - Voer de gebruikersnaam in. (Toegekend
door uw ISP).
2.
Password (Wachtwoord) - Voer uw wachtwoord in. (Toegekend door uw
ISP).
3.
Retype Password (Wachtwoord opnieuw intypen) - Typ het wachtwoord
opnieuw in (Toegekend door uw ISP).
77
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
1.
2
Appendices
4.
VPI/VCI - Voer de paramters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en de
Virtual Circuit Identifier (VCI) in. (Toegekend door uw ISP).
Verbinding verbreken na X...
Deze functie wordt gebruik om automatisch de verbinding van uw router met
het internet te verbreken als er gedurende bepaalde tijd geen activiteit is. Als
u bijvoorbeeld deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult,
wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken
als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze
optie als u voor gebruik van het internet per tijdseenheid moet betalen.
Kanaal en SSID
U kunt het kanaal waarvan de router gebruik maakt, wijzigen door in het
dropdown-menu het gewenste kanaal te kiezen en het gewenste kanaal
te selecteren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de
instellingen op te slaan. U kunt ook de SSID wijzigen. De SSID is het
equivalent van de naam van uw draadloze netwerk. U kunt de SSID elke
naam geven die u wilt. Als er meer draadloze netwerken in uw omgeving
actief zijn, geef uw draadloze netwerk dan een unieke naam. KIik in het
SSID-vak en typ een nieuwe naam in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) om de wijzigingen door te voeren.
Gebruik maken van de ESSID Broadcast-functie
Veel draadloze netwerkadapters die momenteel op de markt verkrijgbaar
zijn, beschikken over een functie genaamd site survey. Deze functie scant
naar beschikbare netwerken en stelt elke computer in staat automatisch
een netwerk uit de survey te selecteren. Dit gebeurt als de SSID van de
computer is ingesteld op “ANY”. Uw router van Belkin kan deze willekeurige
zoektocht naar een netwerk blokkeren. Indien u de “ESSID Broadcast”-functie
uitschakelt, kan een computer het netwerk alleen vinden als u de SSID van
de computer op de specifieke naam van het netwerk (zoals WLAN) instelt.
Zorg er wel voor dat u uw SSID (netwerknaam) kent voordat u deze functie
inschakelt. U kunt uw draadloze netwerk zo goed als onzichtbaar maken.
Wanneer u de optie SSID-uitzending uitschakelt, verschijnt het netwerk niet
in site-overzichten. Door het uitschakelen van de SSID-uitzending, helpt u de
veiligheid te verhogen.
Encryptie
Door het gebruik van encryptie zorgt u voor een betere beveiliging van uw
netwerk. De router maakt gebruik van Wired Equivalent Privacy (WEP) en
WIFI Protected Access (WPA) om uw gegevens te beschermen en biedt twee
encryptiemogelijkheden: 64-bits en 128-bits encryptie. Encryptie werkt met
een sleutelsysteem. De sleutel op de computer moet overeen komen met de
sleutel van de router. Er zijn twee manieren om een sleutel te creëren. Bij de
78
Appendices
eenvoudigste methode laat u de router’s software een passphrase (meervoudig
wachtwoord) converteren naar een sleutel. Een geavanceerde methode is het
handmatig invoeren van de sleutels.
Virtuele servers
De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe
(internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server
(poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne
netwerk. Aangezien uw interne computers beschermd worden door een firewall,
kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) de interne computers
niet bereiken omdat ze niet “zichtbaar” zijn. Als u de functie “virtual server”
voor een specifieke applicatie dient te configureren, neem dan contact op
met de leverancier van de applicatie om geïnformeerd te worden over welke
poortinstellingen u nodig hebt.
Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor
de interne computer in, geeft u het poortype (TCP of UDP) op en de LANen publieke poort(en) die gepasseerd moeten worden. Selecteer vervolgens
“Enable” (Activeren) en klik op “Set” (Instellen). U kunt per intern IP-adres
slechts één poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw
firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Wij
adviseren deze instellingen uit te schakelen wanneer u een bepaalde toepassing
niet gebruikt.
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet,
e-mail, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt
is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep
computers of verschillende computers.
MAC-adressenfilter
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee
u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het netwerk.
Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen maar die niet
in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze
functie activeert, moet u het MAC-adres invoeren van iedere cliënt op
uw netwerk om elk van deze cliënten toegang te geven tot het netwerk.
U kunt ook het MAC-adres kopiëren door de naam van de computer
te selecteren in het “DHCP Client List”-overzicht. Om deze functie te
activeren, selecteert u “Enable” (Activeren). Klik vervolgens op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen op te slaan.
79
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
Cliënt IP-filters
1
Appendices
DMZ
Indien een van uw cliënten van achter de firewall geen
internetapplicatie kan draaien, kunt u deze cliënt onbeperkte
tweewegs internettoegang verstrekken. Dit kan nodig zijn wanneer
de NAT-functie problemen veroorzaakt met applicaties als games en
videoconferenties. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. Computers
in de gedemilitariseerde zone zijn niet tegen hackeraanvallen
beveiligd. Om een computer in de gedemilitariseerde zone te
plaatsen, dient u het LAN IP-adres van deze computer in het “Static
IP”-veld in te vullen en te klikken op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen).
Als u slechts een publiek (WAN) IP-adres hebt, kunt u het publieke IP
laten staan op “0.0.0.0”. Als u meerdere publieke WAN IP-adressen
gebruikt, kunt u aangeven op welk publiek WAN IP-adres de DMZhost gericht zal zijn. Vul het (WAN) IP-adres in waaraan de DMZ-host
moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het IP-adres
van de DMZ-hostcomputer en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen).
80
Appendices
1
Beheerderswachtwoord
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord.
Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt
u via de web-based gebruikersinterface van uw router een wachtwoord
instellen. Bewaar uw wachtwoord op een veilige plek, want u zal het
nodig hebben als u in de toekomst op de router wilt inloggen. Wij raden
u TEN ZEERSTE aan een wachtwoord in te stellen als u van plan bent
de functie “beheer op afstand” van uw router te gebruiken Met de
optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen
u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde
setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen
activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de
geavanceerde gebruikersinterface aangebracht en daarna uw computer
alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken.
2
Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie af
10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten. Als u meer wijzigingen
wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlogtimeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld
op 10 minuten. Let op: er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn
op de Advanced Setup-interface van de router.
7
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP
(Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok
van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De
gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie
van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer
de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de
zomer- en wintertijd volgt, vink dan de optie “Enable Daylight Saving”
(Zomer/wintertijd inschakelen) aan. De systeemklok geeft niet onmiddellijk
na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten
nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet
en voor het ontvangen van een antwoordsignaal.
Beheer op afstand
ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT
INGESTELD, voordat u deze functie inschakelt.. De functie “Remote
Management” (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke
internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen.
81
4
5
6
8
9
10
12
Hoofdstuk
Tijd en tijdzone
3
Appendices
UPnP
UPnP (Universal Plug-and-Play is een technologie die naadloze
werking van voice messaging, video messaging, games en andere
applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige
applicaties dient de firewall van de router op een specifieke manier
geconfigureerd te zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten
doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige
gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan
UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router
te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd.
Bij aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u
applicaties gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van
de mogelijkheden van UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie
te activeren. U selecteert eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in
de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP activeren) van de pagina
“Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) om de wijziging op te slaan.
82
Appendices
Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij
plaatsing en setup
Let op: Hoewel de onderstaande factoren de prestaties van een netwerk
nadelig kunnen beïnvloeden, beletten zij niet dat het draadloze netwerk
functioneert. Als u denkt dat het netwerk niet optimaal presteert, kan
deze checklist uitkomst bieden.
1.
Plaatsing van uw draadloze router (of draadloos accesspoint)
Plaats uw draadloze router (of accesspoint), het centrale
verbindingspunt binnen uw netwerk, op een centrale plek tussen uw
draadloze netwerkapparatuur.
De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten”
(d.w.z. computers aangestuurd door draadloze notebook- en
desktopnetwerkkaarten en draadloze USB-adapters van Belkin)
bereikt u als volgt:
2
3
4
5
6
7
• Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw draadloze router (of
accesspoint) parallel aan elkaar en in verticale stand staan (naar
het plafond wijzen). Als de draadloze router (of het draadloze
accesspoint) zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes
dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen.
8
• In woningen met meer verdiepingen plaatst u de draadloze router
(of het draadloze accesspoint) op de verdieping die zich het
dichtst bij het midden van de woning bevindt. Dit kan betekenen
dat u de draadloze router (of het draadloze accesspoint) op een
hogere verdieping moet plaatsen.
10
• Plaats de draadloze router (of het draadloze accesspoint) niet in
de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon.
12
Vermijd obstakels en interferentie
Plaats uw draadloze router (of accesspoint) bij voorkeur niet in de
buurt van apparaten die radiogolven uitzendt, zoals magnetrons De
volgende ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie
hinderen:
• Koelkasten
• Wasmachines en/of drogers
• Metalen kasten
• Grote aquaria
• Gemetalliseerde UV-werende ruiten
83
9
Hoofdstuk
2.
1
Appendices
Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen
zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat dit soort objecten het signaal
niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw computers
en uw draadloze router (of accesspoint) in staan.
3.
Draadloze telefoons
Ga als volgt te werk als de prestaties van het draadloze netwerk niet
beter worden nadat u de bovenstaande wenken hebt opgevolgd én u
een draadloze telefoon bezit:
• Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt
van uw draadloze router (of accesspoint) en uw computers die
geschikt zijn voor draadloze communicatie.
• Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik maken
van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant). Als het
probleem hiermee is opgelost, is/zijn uw telefoon(s) de storingsbron.
• Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan
voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat
door uw draadloze netwerk gebruikt wordt. Verander bijvoorbeeld
het kanaal van uw telefoon in kanaal 1 en stel het kanaal van uw
draadloze router (of accesspoint) in op kanaal 11. Raadpleeg de
handleiding van uw telefoon voor gedetailleerde instructies.
• Ga zo nodig over op een draadloze telefoon van 900 MHz of 5 GHz.
4.
Kies het “stilste” kanaal voor het draadloze netwerk
Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar
liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze
netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk.
Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van
de Wireless LAN Utility (hulpprogramma voor draadloos LAN) om
andere draadloze netwerken te lokaliseren en verplaats uw router
en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van
andere netwerken.
Experimenteer met de verschillende beschikbare kanalen om de beste
verbinding te vinden en storing door draadloze telefoons en andere
draadloze apparaten in de omgeving te voorkomen.
Gebruik voor niet van Belkin afkomstige draadloze netwerkproducten
het gedetailleerde site-overzicht en de informatie over draadloze
84
Appendices
1
kanalen in de handleiding.
5.
Bovenstaande suggesties en richtlijnen helpen u bij het optimaliseren van
het bereik van uw draadloze router (of accesspiont). Als u een nog groter
bereik nodig hebt, overweeg dan de aanschaf van een draadloze range
extender/accesspoint van Belkin.
2
Veilige verbindingen, VPN’s en AOL.
4
Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en
een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties
waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn ondermeer:
• Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak
gebruikt om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk
• Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online
(AOL) - dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter
beschikking wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service.
• De meeste websites voor internetbankieren
• Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt
nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld
3
5
6
7
8
9
10
Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstelling
en van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is
niet noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de
energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power
Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm).
12
Indien u moeilijkheden blijft hebben met de beveiligde verbindingen,
VPN’s en AOL, loop de hierboven beschreven stappen dan door om te
zien of u hiermee rekening gehouden hebt.
Appendix C: Overzicht met internet-verbindingsinstellingen
De tabel op de volgende pagina helpt u bij het selecteren en configureren
van een ADSL-internetverbinding Veel ISP’s maken gebruik van per regio
verschillende instellingen en apparatuur. Probeer de instellingen voor de
ISP’s in uw regio. Als dit niet werkt, neem dan contact op met uw ISP en
vraag naar uw specifieke instellingen.
85
Hoofdstuk
Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer
van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt
opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of
door opnieuw op de beveiligde website in te loggen.
Appendices
Land
Verbindingsprotocol
VPI/VCI
Encapsulatie
ISP’s
Frankrijk
PPPoE
8/35
LLC
Meerdere
Duitsland
PPPoE
1/32
LLC
T-Online,
meerdere
Nederland
1483
Bridged
0/35
0/32
0/34
LLC
LLC
LLC
BBNed, XS4all
Versatel DHCP
Baby XL,
Tiscali (start/
Surf/ Family/
Live)
PPPoA
8/48
VC MUX
KPN, Hetnet,
HCCNet,
Tiscali (lite/
Basis/Plus)
Wanadoo
PPPoA
0/32
VC MUX
Versatel PPP,
Zonnet
PPPoE
8/35
LLC
Meerdere
België
PPPoA
8/35
LLC
Belgacom,
Tiscali, Scarlet
Italië
PPPoE of
PPPoA
8/35
VC MUX
TIN
Spanje
PPPoE of
1483
Bridged
8/32
LLC
Telefonica
Zweden
1483
Bridged
3/35
LLC
Telia
UK
PPPoA
0/38
VC MUX
BT, Freeserve,
Tiscali, AOL*
Australië
PPPoE of
PPPoA
8/35
LLC
Meerdere
NieuwZeeland
PPPoE of
PPPoA
0/100
VC MUX
Meerdere
Singapore
PPPoE
0/100
LLC
SingNet,
Pacific Internet
Europa
Azië
86
Informatie
1
FCC-verklaring
VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCCVOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE
COMPATIBILITEIT
Wij, Belkin Corporation, gevestigd 501 West Walnut Street,
Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika,
verklaren hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid
aanvaarden dat het product met het artikelnummer:
F5D9630-4
waarop deze verklaring betrekking heeft,
voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het
gebruik ervan is onderworpen aan de beide volgende
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke
storingen opwekken en (2) het apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, waaronder storingen die een
ongewenste werking kunnen veroorzaken.
Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale
apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Deze normen zorgen bij de installatie in een woonomgeving voor een
aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie.
Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze
tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort,
wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u
proberen de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen:
87
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling.
Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCCvoorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin
moet dit apparaat zo worden gebruikt dat onder normale omstandigheden de
mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft.
Ook bij het aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne
zodanig worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot
een minimum beperkt blijft. Ter voorkoming overschrijding van de in de FCCvoorschriften aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan radiofrequente
straling, mogen personen de werkende antenne niet dichter naderen dan tot op
een afstand van 20 centimeter.
2
Informatie
• Draai de ontvangende antenne in een andere richting of zet de antenne op
een andere plaats.
• Door het vergroten de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
• Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die
waarop de ontvanger is aangesloten.
• Neem contact op met de verkoper of een deskundig radio/
televisietechnicus.
Veranderingen
De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt
gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk door
Belkin Corporation is goedgekeurd de bevoegdheid van de gebruiker om het
apparaat te bedienen teniet kan doen.
Canada-Industry Canada (IC)
De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry
Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe B conforme á la norme NMB-003 du Canada.
Kennisgeving betreffende de Europese Unie
Radioproducten die voorzien zijn van de CE 0560- of de CE-aanduiding
voldoen aan de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese
Gemeenschap.
Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur
beantwoordt aan de volgende Europese normen (de overeenkomstige
internationale normen zijn tussen haakjes vermeld).
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
• EN 300 328 Technische vereisten voor radioapparatuur
• ETS 300 826 - Algemene vereisten voor radioapparatuur wat betreft
elektromagnetische compatibiliteit.
U kunt het zendertype vaststellen op het identificatie-etiket van uw apparaat
van Belkin.
Producten die voorzien zijn van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor
Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor
Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese
Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn voldoen
beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de
overeenkomstige internationale normen vermeld).
• EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie
• EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit
• EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen
• EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van het CE 0560- of CEwaarschuwingsmerk en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo.
88
Informatie
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit
product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het
is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur af te leveren
op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en
verwerking van uw afgedankte apparatuur draagt bij tot het sparen
van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de
volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over waar u uw
afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met
het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het
product hebt aangeschaft.
Beperkte levenslange productgarantie van Belkin Corporation
Belkin Corporation geeft garantie voor de levensduur van het product op
materiaal- en fabricagefouten. Wanneer een defect wordt geconstateerd, zal
Belkin naar eigen keuze het product repareren of kosteloos vervangen, op
voorwaarde dat het product tijdens de garantieperiode, met vooruitbetaalde
vervoerskosten, wordt geretourneerd aan de officiële Belkin dealer bij wie het
product is gekocht. Overlegging van het aankoopbewijs kan noodzakelijk zijn.
Deze garantie is niet van toepassing als het product is beschadigd als gevolg
van een ongeluk, misbruik, verkeerd gebruik of een verkeerde toepassing; als
het product zonder schriftelijke toestemming van Belkin is gewijzigd of als een
serienummer dat door Belkin is aangebracht, is verwijderd of onleesbaar is
gemaakt.
Geen enkele dealer, vertegenwoordiger of werknemer van Belkin is bevoegd tot
wijziging, uitbreiding of aanvulling van deze garantie.
BELKIN IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR SPECIFIEKE SCHADE, INCIDENTELE
SCHADE OF GEVOLGSCHADE TEN GEVOLGE VAN HET NIET NAKOMEN
VAN DE GARANTIEVOORWAARDEN OF TEN GEVOLGE VAN ENIG ANDER
JURIDISCH CONFLICT, WAARONDER BEGREPEN WINSTDERVING,
PRODUCTIETIJDVERLIES, GOODWILL, BESCHADIGING VAN PROGRAMMA’S
OF GEGEVENS DIE ZIJN OPGESLAGEN IN OF WORDEN GEBRUIKT
DOOR BELKIN-PRODUCTEN, EN HET OPNIEUW PROGRAMMEREN OF
REPRODUCEREN ERVAN.
In sommige staten of landen is het niet toegestaan om incidentele schade,
voortvloeiende schade en impliciete garanties uit te sluiten of te beperken; in dat
geval gelden de bovenstaande beperkingen of uitsluitingen wellicht niet voor u.
Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht hebt u andere
rechten die van staat tot staat verschillen.
89
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
DE GARANTIE EN VERHAALSMOGELIJKHEDEN DIE HIERVOOR
ZIJN UITEENGEZET SLUITEN ELKE ANDERE GARANTIE OF
VERHAALSMOGELIJKHEID UIT, HETZIJ MONDELING OF SCHRIFTELIJK,
HETZIJ UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET. BELKIN WIJST UITDRUKKELIJK
ELKE EN ALLE IMPLICIETE AANSPRAKELIJKHEID OF GARANTIE AF,
WAARONDER, ZONDER ENIGE BEPERKING, GARANTIES BETREFFENDE DE
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING.
1
ADSL2+ modem
met ingebouwde
draadloze
G+ MIMO router
Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op
www.belkin.com onder “Ondersteuning”.
“Indien u telefonisch* contact wilt opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning,
kunt u gebruik maken van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande
lijst. Onze afdeling voor technische ondersteuning is bereikbaar tijdens kantooruren.”
*Tegen standaard telefoontarief
Gratis technische ondersteuning*
OOSTENRIJK
TSJECHIË
DENEMARKEN
FINLAND
FRANKRIJK
DUITSLAND
GRIEKENLAND
HONGARIJE
IJSLAND
IERLAND
ITALIË
08 - 20 20 07 66
23 900 04 06
701 22 403
00800 - 22 35 54 60
08 - 25 54 00 26
0180 - 500 57 09
00800 - 44 14 23 90
06 - 17 77 49 06
800 8534
0818 55 50 06
02 - 69 43 02 51
LUXEMBURG
NEDERLAND
NOORWEGEN
POLEN
PORTUGAL
RUSLAND
ZUID-AFRIKA
SPANJE
ZWEDEN
ZWITSERLAND
UK
34 20 80 8560
0900 - 040 07 90
815 00 287
00800 - 441 17 37
707 200 676
495 580 9541
0800 - 99 15 21
902 - 02 43 66
07 - 71 40 04 53
08 - 48 00 02 19
0845 - 607 77 87
Belkin Corporation
501 West Walnut Street
Los Angeles, CA 90220, USA
310-898-1100
310-898-1111 fax
Belkin Ltd.
7 Bowen Crescent, West Gosford
NSW 2250, Australië
+61 (0) 2 4372 8600
+61 (0) 2 4372 8603 fax
Belkin Ltd.
Express Business Park, Shipton Way
Rushden, NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk
+44 (0) 1933 35 2000
+44 (0) 1933 31 2000 fax
Belkin B.V.
Boeing Avenue 333
1119 PH Schiphol-Rijk, Nederland
+31 (0) 20 654 7300
+31 (0) 20 654 7349 fax
© 2006 Belkin Corporation. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Apple, AirPort, Mac, Mac OS en AppleTalk zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.. Het merkteken “Wi-Fi” is een gedeponeerd merkteken van de Wi-Fi Alliance.
P75125ea_A
Anexos
País
Protocolo
de
conexión
VPI/VCI
Encapsulamiento
ISPs
Francia
PPPoE
8/35
LLC
Varios
Germany
PPPoE
1/32
LLC
T-Online,
varios
Países
Bajos
1483
Bridged
0/35
0/32
0/34
LLC
LLC
LLC
BBNed, XS4all
Versatel DHCP
Baby XL,
Tiscali (start/
Surf/ Family/
Live)
PPPoA
8/48
VC MUX
KPN, Hetnet,
HCCNet,
Tiscali (lite/
Basis/Plus)
Wanadoo
PPPoA
0/32
VC MUX
Versatel PPP,
Zonnet
Europa
PPPoE
8/35
LLC
Varios
Bélgica
PPPoA
8/35
LLC
Belgacom,
Tiscali, Scarlet
Italia
PPPoE o
PPPoA
8/35
VC MUX
TIN
España
PPPoE o
1483
Bridged
8/32
LLC
Telefonica
Suecia
1483
Bridged
3/35
LLC
Telia
UK
PPPoA
0/38
VC MUX
BT, Freeserve,
Tiscali, AOL*
Australia
PPPoE o
PPPoA
8/35
LLC
Varios
Nueva
Zelanda
PPPoE o
PPPoA
0/100
VC MUX
Varios
Singapur
PPPoE
0/100
LLC
SingNet,
Pacific Internet
Asia
86