Fujitsu HUG24LVLA Handleiding

Type
Handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
AIRCONDITIONER
Compact cassettemodel
Nederlands
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.
ONDERDEELNr. 9374379712-02
Nl-2
INHOUD
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............................... 2
KENMERKEN EN FUNCTIES ................................. 3
NAAM VAN ONDERDELEN .................................... 4
VOORBEREIDING .................................................. 6
BEDIENING: ............................................................ 7
TIMER MODUS ....................................................... 9
SLEEP TIMER MODUS ........................................ 10
MANUELE AUTO MODUS .................................... 10
RICHTING VAN LUCHTCIRCULATIE
AANPASSEN ..........................................................11
SWING-MODUS .....................................................11
ECONOMY MODUS (ZUINIGE WERKING) ......... 12
10°C HEAT modus (verwarming) .......................... 12
DE GEBRUIKERSCODE VAN DE
AFSTANDSBEDIENER SELECTEREN ................ 13
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD ................... 14
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ........................... 15
BEDIENINGSTIPS ................................................ 17
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
GEBRUIKERSHANDLEIDING
AIRCONDITIONER (COMPACT CASSETTEMODEL)
ONDERDEEL Nr. 9374379712-02
Om persoonlijk letsel of schade aan eigendommen te voorkomen, moet u deze paragraaf zorgvuldig doorlezen voordat u
dit product gebruikt, en zorg ervoor dat u voldoet aan de volgende veiligheidsinstructies.
Onjuiste bedieningen door het niet naleven van de instructies kan leiden tot letsel of schade, waarvan de ernst als volgt
kan worden geclassi ceerd:
WAARSCHUWING
Deze markering geeft de procedures aan die als deze niet goed zijn
uitgevoerd kunnen leiden tot de dood of ernstig letsel voor de gebruiker of het
onderhoudspersoneel.
OPGELET
Dit symbool geeft de procedures aan die als deze niet goed zijn uitgevoerd, tot
persoonlijk letsel kunnen leiden aan de gebruiker, of schade aan het eigendom.
WAARSCHUWING
Dit product heeft geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd
mogen worden Raadpleeg altijd bevoegd onderhoudspersoneel voor de
reparatie, installatie en verplaatsing van het product.
Onjuiste installatie of behandeling zal leiden tot lekkage, elektrische
schok of brand.
In het geval van een storing, zoals brandgeur, moet u onmiddellijk
stoppen met het gebruik van de airconditioner, en alle voedingen
loskoppelen door het uitschakelen van de elektrische hoofdschakelaar
, of de stekker uit het stopcontact halen. Raadpleeg dan bevoegd
onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat u de voedingskabel niet beschadigt.
Als deze beschadigd is, mag hij alleen worden vervangen door bevoegd
onderhoudspersoneel.
In het geval van het lekken van koelvloeistof, moet u uit de buurt blijven
van brand of brandbare stoffen, en bevoegd onderhoudspersoneel
raadplegen.
In het geval van onweer of een voorgaand teken van blikseminslag,
moet u de airconditioner via de afstandsbediening uitschakelen, en het
product of de stroomvoorziening niet aanraken om elektrische gevaren
te voorkomen.
Dit apparaat is niet bedoeld voor het gebruik door personen (waaronder
kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperking of
met gebrek aan kennis en ervaring, tenzij deze onder toezicht staan, of
instructies ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Houd toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat
spelen.
Start of stop de werking van dit product niet door het insteken van
of trekken aan de stekker, of door het in- of uitschakelen van de
stroomonderbreker..
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van dit product.
Stel uzelf niet gedurende vele uren bloot aan de directe koelende
luchtstroom.
Steek uw vingers of andere voorwerpen niet in de uitgangspoort, het
open paneel of het inlaatrooster.
Gebruik het apparaat niet met natte handen..
OPGELET
Extra ventileren tijdens het gebruik van dit apparaat.
Gebruik dit product altijd met geïnstalleerde luchtfilters.
Zorg dat de elektronische apparatuur ten minste 1 m (40 in) uit de buurt
staat van de unit binnen of de unit buiten.
Schakel de unit uit van de elektrische stroomvoorziening, als u deze
niet gebruikt gedurende langere periodes.
Na een lange periode van gebruik dient u ervoor te zorgen dat de
montage van de binnenunit wordt gecontroleerd om te voorkomen dat
het product gaat vallen.
De richting van de luchtstroom en de kamertemperatuur moeten
zorgvuldig worden overwogen wanneer u dit product gebruikt in een
kamer met kinderen, bejaarden of zieke personen.
Richt de luchtstroom niet direct op open haarden of
verwarmingstoestellen.
Blokkeer of bedek niet het inlaatrooster en de uitlaatpoort.
Oefen geen stevige druk uit op de lamellen van de radiator.
Klim niet op het product of plaats hier geen voorwerpen op, en hang
hier ook geen voorwerpen aan.
Plaats geen andere elektrische producten of huishoudelijke bezittingen
direct onder dit product.
Door condensatie kunnen druppels op de elektrische apparatuur
vallen, waardoor deze nat wordt, waarbij schade aan het apparaat kan
ontstaan of dit slecht kan gaan werken.
Stel dit product niet direct bloot aan water..
Gebruik dit product niet voor het bewaren van voedsel, planten, dieren,
precisie-apparatuur, kunstwerken of andere objecten. Dit kan leiden tot
achteruitgang in de kwaliteit van deze producten.
Stel geen dieren of planten direct bloot aan de luchtstroom.
Drink niet het water dat uit de afvoer van de airconditioner stroomt.
Trek niet aan de voedingskabel.
Raak bij het installeren of repareren van de unit niet de aluminium
lamellen van de warmtewisselaar ingebouwd in dit product aan, want dit
kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Nl-3
KENMERKEN EN FUNCTIES
SLEEP TIMER (SLAAP)
KOELMODEL
Als u op de SLEEP timerknop drukt in de afkoel- of droge
modus, wordt de thermostaatinstelling langzaam hoger zolang
deze modus wordt aangehouden. Als de ingestelde tijd bereikt
is gaat de unit automatisch uit.
VERWARMINGS & AFKOELMODEL (HEAT & COOL)
(OMGEKEERDE CYCLUS)
Als u op de SLEEP timerknop drukt in de verwarmingsmodus,
wordt de thermostaatinstelling langzaam lager zolang deze
modus wordt aangehouden; in de koel- of droge modus, wordt
de thermostaatinstelling langzaam hoger zolang deze modus
wordt aangehouden. Als de ingestelde tijd bereikt is gaat de
unit automatisch uit.
Reinigingsmodus
UITNEEMBAAR INLAATROOSTER
Het inlaatrooster van de binnenunit kan worden verwijderd
voor de gemakkelijke reiniging en het onderhoud hiervan.
Afstandsbediening
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
De draadloze afstandsbediening biedt de comfortabele
bediening van de werking van de airconditioning.
BEKABELDE AFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL)
De optionele bekabelde afstandbediening kan worden
gebruikt.
Als u de afstandsbediening gebruikt, moeten de volgende
verschillende instructies zoals die gelden voor de draadloze
afstandsbediening in acht worden genomen.
[ De extra functies voor bekabelde bediening ]
• Week-timer
• Timer voor het terugstellen van de temperatuur
U kunt de draadloze en bekabelde afstandsbediener simultaan
gebruiken.
(Maar de functie is dan wel beperkt.)
Als de beperkte functies op de afstandsbediener worden
gebruikt, zal er een pieptoon worden gegeven, waarbij
OPERATION, TIMER en de 3de lamp van de binnenunit zullen
gaan knipperen.
[ De beperkte functies voor draadloze bediening ]
• SLEEP timer
• TIMER
• 10°C HEAT modus (verwarming)
Energiebesparing en comfortabele
werking
OMZETTER
Bij het opstarten van het apparaat wordt er een grote
hoeveelheid energie gebruikt om de kamer snel op de
gewenste temperatuur te brengen. Hierna schakelt de
unit automatisch naar een lage energie-instelling voor een
economische en comfortabele werking.
ECONOMY MODUS (ZUINIGE WERKING)
Als de ECONOMY modus geactiveerd staat, zal de
kamertemperatuur iets hoger zijn dan de ingestelde
temperatuur in de koelmodus en lager dan de ingestelde
temperatuur in de verwarmingsmodus. Daarom kan de
ECONOMY modus meer energie uitsparen dan dit bij de
normale modus het geval is.
SWING-MODUS
De kleppen van de richting van de luchtstroom flappen
automatisch naar boven en naar beneden, waardoor de lucht
snel alle hoeken van uw kamer instroomt.
SUPER STILLE MODUS
Als de FAN knop wordt gebruikt om QUIET te selecteren,
gaat de binnenunit geruisloos draaien; de luchtstroom van de
binnenunit wordt dan minder om een geruisloze bediening te
waarborgen.
AUTOMATISCHE SCHAKELING
(AUTO CHANGEOVER)
De bedieningsmodus (koel, droog, verwarmen) wordt
automatisch geschakeld om de ingestelde temperatuur te
bewaren, en de temperatuur wordt te allen tijde constant
gehouden.
10 °C HEAT MODUS (verwarmingsmodus)
De temperatuur kan op 10°C worden gehouden om te
voorkomen dat de kamertemperatuur niet te veel daalt.
Comfortabele modus
PROGRAMMEERTIMER
Met de programmeertimer kunt u de timer OFF en de timer
ON in een enkele sequentie integreren. De sequentie kan1
transitie van de OFF timer naar de ON timer uitvoeren, of van
de ON timer naar de OFF timer binnen een 24-uurs periode.
Nl-4
NAAM VAN ONDERDELEN
1
Lucht lter (in luchtinlaatrooster)
2
Kleppen voor de richting van de luchtstroom
3
Luchtinlaatrooster
4
Knoppenpaneel
5
Afstandsbediening signaalontvanger
6
MANUELE AUTO knop
Als de MANUELE AUTO knop langer dan 10 seconden wordt
ingedrukt, zal de geforceerde koelmodus starten.
De geforceerde koelmodus wordt gebruikt bij het installeren
van de unit. Alleen bevoegd personeel mag deze knop indruk-
ken.
Als toch op onvoorziene wijze de geforceerde koelmodus
wordt opgestart, druk dan op de START/STOP knop om deze
te stoppen.
Druk op de knop voor de Filter Reset.
7
OPERATION indicatorlamp (groen)
8
TIMER indicatorlamp (oranje)
De TIMER indicatorlamp gaat branden als de timer vanuit de
draadloze afstandsbediening wordt ingesteld.
9
ECONOMY indicator lamp (groen)
De ECONOMY indicatorlamp brandt in de volgende modussen:
ECONOMY modus
10°C HEAT modus (bediend vanuit de draadloze afstandsbe-
diener)
Binnenunit
Nl-5
NAAM VAN ONDERDELEN
Afstandsbediening
Displaypaneel
1 MODE knop
2 10°C HEAT knop
3 SET TEMP. knop ( / )
4 ECONOMY knop
5 SLEEP knop
6 FAN knop (ventilator)
7 START/STOP knop
8 SET knop (instellen)
9 SWING knop (instellen)
! TIMER MODE knop
"
TIMER SET (TIJD INSTELLEN) ( / ) knop
#
CLOCK ADJUST (KLOK AFSTELLEN) knop
$ RESET knop
% TEST RUN knop
Deze knop wordt gebruikt bij het installeren
van de air conditioner, en dient niet onder
normale condities te worden gebruikt, want
hierdoor zal de thermostaat van de air con-
ditioner slecht gaan werken.
Als deze knop wordt ingedrukt tijdens de
normale werking van de unit, zal de unit in de
testwerkingmodus gaan staan, en zullen de
OPERATION indicatorlamp van de binnenunit
en de TIMER indicatorlamp simultaan gaan
knipperen.
Om de testmodus te stoppen, druk op de
knop START/STOP om de air conditioner uit
te schakelen.
&
Signaalzender
(
Temperatuur SET indicator (temperatuurinstelling)
)
Indicator bedieningsmodus
~
SLEEP indicator
+
Overdrachtsindicator
,
Indicator ventilatorsnelheid
-
SWING indicator
.
Indicator timer modus
/
Klok indicator
Het kan zijn dat sommige binnenunits niet met alle func-
ties van deze afstandsbediening zijn uitgerust De binnen-
unit zal een piepgeluid geven en de OPERATION, TIMER
en ECONOMY zal gaan knipperen als er een knop van de
afstandsbediening wordt ingedrukt en de functie niet be-
schikbaar is.
Displaypaneel
Voor een eenvoudige uitleg worden op de afbeelding alle
indicators getoond; als de unit in bedrijf is, zal de display
echter alleen de indicators tonen die met de bedrijfsmo-
dussen overeenkomen.
Nl-6
Batterijen laden (R03/LR03 × 2)
1
Druk op het deksel van het batterijencompartiment
aan de achterzijde om dit te openen.
Verschuif dit in de richting van de pijl terwijl u op de markering drukt.
2
Batterijen plaatsen.
Zorg dat de polariteiten van de batterij op de
correcte wijze zijn (
) geplaatst.
3
Sluit het deksel van het batterijencompartiment.
Huidige tijd instellen
1
Druk op de knop CLOCK ADJUST (klok afstellen).
Druk met de punt van een ball-point of een ander klein voorwerp op de knop.
2
Gebruik de knoppen TIMER SET ( / )om de
huidige tijd in te stellen.
knop:
Druk om de tijd vooruit te zetten.
knop:
Druk om de tijd achteruit te zetten.
(Elke keer als de knoppen worden ingedrukt, zal de tijd 1 minuut voor/
achteruit gaan; als de knoppen ingedrukt blijven, zal dit gebeuren met
intervallen van 10 minuten.)
3
Druk opnieuw op de knop CLOCK ADJUST (klok afstellen).
Nu is de tijdsinstelling klaar en start de klok.
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediener moet voor een correcte werking naar de signaalontvanger zijn
gericht.
Werkbereik: Ongeveer 7 meter.
Als een signaal goed wordt ontvangen door de air conditioner, wordt er een
piepgeluid gegeven.
Als er geen piepgeluid gegeven wordt, druk dan opnieuw op de knop van de
Afstandsbediener.
Houder afstandsbediening
1
Houder monteren.
Schroeven
2
Afstandsbediener
instellen
Invoegen
Indrukken
3
Afstandsbediener verwijde-
ren (bij manueel gebruik).
Naar boven schuiven
Uittrekken
VOORBEREIDING
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat baby´s en jonge kinderen
niet per ongeluk de batterijen kunnen
inslikken.
OPGELET
Om storingen of beschadigingen aan van
de afstandsbediening te voorkomen moet u
het volgende doen:
- Plaats de afstandsbediening op een plek
waar zij niet zal worden blootgesteld aan
direct zonlicht of overmatige hitte.
- Verwijder de batterijen als het product
voor een langere periode niet wordt
gebruikt.
- Lege batterijen moeten onmiddellijk
worden verwijderd en afgevoerd volgens
de plaatselijke wetten en regelgeving van
uw regio.
Als vloeistof van een lekkende batterij in
contact komt met uw huid, ogen of mond,
moet onmiddellijk spoelen met water en uw
arts raadplegen.
Obstakels zoals een gordijn of een
muur tussen afstandsbediening en
de binneneenheid kunnen de juiste
signaaloverdracht beïnvloeden.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan
sterke schokken.
Giet geen water op de afstandsbediening.
Probeer niet om droge batterijen op te
laden.
Probeer niet om droge batterijen op te
laden.
Gebruik slechts een opgegeven
batterijtype.
Gebruik geen verschillende
batterijtypes of nieuw en gebruikte
batterijen door elkaar.
Batterijen kunnen bij normaal gebruik
voor ongeveer 1 jaar gebruikt worden.
Als u merkt dat de afstandsbediening
niet meer naar behoren werkt, vervang
de batterijen en druk met de punt
van een ballpoint of een andere klein
voorwerp op de “RESET” knop.
Nl-7
Modusbediening selecteren
1
Druk op de knop START/STOP.
De OPERATION indicatorlamp van de binnenunit gaat branden.
De air conditioner start.
2
Druk op de MODE knop om de bedrijfsmodus in te stellen.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, zal de modus in de volgende volgorde veranderen:
AUTO COOL DRY
HEAT FAN
Ongeveer 3 seconden later zal de volledige display weer verschijnen.
Kamertemperatuur instellen
Druk op de SET TEMP knop
knop:
Druk om de thermostaat hoger te zetten.
knop:
Druk om de thermostaat lager te zetten.
Thermostaatinstellingenbereik:
AUTO ....................................18-30 °C
Koel/Droog ............................18-30 °C
Verwarming ...........................16-30 °C
De thermostaat kan niet worden gebruikt om de kamertemperatuur tijdens de FAN modus in te
stellen (de temperatuur zal niet op de display van de afstandsbediening verschijnen).
Ongeveer 3 seconden later zal de volledige display weer verschijnen.
De thermostaatinstelling moet worden beschouwd als een standaardwaarde en kan
verschillen van de werkelijke temperatuur van de kamer.
Ventilatorsnelheid instellen (FAN SPEED)
Druk op de FAN knop
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, zal de ventilatorsnelheid in de volgende volgor-
de veranderen:
AUTO HIGH MED LOW QUIET
Ongeveer 3 seconden later zal de volledige display weer verschijnen.
Als deze op AUTO is ingesteld:
Verwarming :
De ventilator zorgt voor een optimale circulatie van de verwarmde lucht.
De ventilator zal echter heel langzaam gaan werken als de temperatuur
van de uitgaande lucht van de binnenunit laag is.
Koeling :
Als de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur van de thermostaat
bereikt, zal de ventilatorsnelheid verminderen.
Fan :
De ventilator draait heel langzaam.
De ventilator zal heel langzaam werken tijdens de bewakingsmodus en aan het begin
van de verwarmingsmodus.
SUPER QUIET modus (SUPER STIL)
Als QUIET is ingesteld:
De unit begint in SUPER stille modus te werken. De luchtstroom van de binnenunit zal
langzamer gaan voor een stillere werking.
De SUPER QUIET-modus kan niet worden gebruikt voor de droge modus. (Ditzelfde
geldt als de droge modus geselecteerd wordt in de AUTO modusbediening.)
Tijdens de SUPER QUIET modus, zullen de verwarming en afkoeling iets minder
werken. Als de kamer niet verwarmt/afkoelt tijdens de SUPER QUIET modus, pas
dan de snelheid van de ventilator van de binnenunit aan.
BEDIENING:
Voorbeeld:
Als COOL is ingesteld:
Voorbeeld:
Als 26 °C is ingesteld:
Voorbeeld:
Als AUTO is ingesteld:
Nl-8
Modus stoppen
Druk op de START/STOP knop
De OPERATION indicatorlamp gaat uit.
MODE bediening
In de verwarmingsmodus:
Selecteer de thermostaat naar een instel-
ling die hoger is dan de huidige kamertem-
peratuur. De verwarmingsmodus zal niet
werken als de thermostaat lager dan de
huidige kamertemperatuur wordt ingesteld.
In de koel/droge modus (cool/dry):
Selecteer de thermostaat naar een instel-
ling die lager is dan de huidige kamertem-
peratuur. De koel- en droge modussen
zullen niet werken als de thermostaat ho-
ger is ingesteld dan de huidige kamertem-
peratuur (in de koelmodus zal de ventilator
alleen werken).
In de ventilatormodus:
U kunt de unit niet gebruiken om uw kamer
te verwarmen of af te koelen.
BEDIENING:
De instructies met betrekking tot de verwarming (*) zijn alleen van toepassing voor het “HEAT & COOL MODEL” (omgekeerde cyclus).
Als AUTO (automatische schakeling) wordt geselecteerd, zal de air conditioner de juiste werkingsmodus selecteren (koelen of ver-
warmen) naargelang de huidige temperatuur van uw kamer.
ls de AUTO (automatische overschakeling) (changeover) modus eerst geselecteerd, zal de ventilator gedurende enkele minuten met
heel lage snelheid draaien. Gedurende deze tijd zal de binnenunit de kamercondities detecteren en de juiste werkingsmodus selecteren.
De kamertemperatuur is hoger dan de bepaalde temperatuur van de tempera-
tuurinstelling Koelmodus of droge modus
De kamertemperatuur is in de buurt van de bepaalde temperatuur van de tempera-
tuurinstelling Bepaald door de buitentemperatuur
De kamertemperatuur is lager dan de temperatuur die in de temperatuurinstelling
is bepaald Verwarmingsmodus
Als de air conditioner de temperatuur van uw kamer heeft aangepast in de buurt
van de thermostaatinstelling, zal de bewakingsmodus starten. ln de bewakingsmodus zal de ventilator met heel lage snelheid wer-
ken. Als de kamertemperatuur vervolgens wijzigt, zal de air conditioner opnieuw de juiste modus selecteren (verwarmen, koelen),
om de temperatuur af te stellen volgens de waarde van de thermostaat.
Als de modus automatisch door de unit wordt geselecteerd, en u wenst deze modus niet, selecteer dan een van de andere modus-
sen voor de werking van het apparaat (HEAT, COOL, DRY, FAN).
Als de AUTO (automatische overschakeling) changeover) modus eerst wordt
geselecteerd, zal de ventilator gedurende enkele minuten met heel lage snelheid
draaien. Gedurende deze tijd zal de binnenunit de kamercondities detecteren en
de juiste modus selecteren.
De kamertemperatuur is hoger dan de bepaalde temperatuur van de tempera-
tuurinstelling Koelmodus of droge modus
De kamertemperatuur is in de buurt van of lager dan de temperatuur die in de
temperatuurinstelling is bepaald Bewakingsmodus
Als de binnenunit de temperatuur van uw kamer heeft aangepast in de buurt van de temperatuurinstelling, zal de bewakingsmodus
starten. ln de bewakingsmodus zal de ventilator met heel lage snelheid werken. Als de kamertemperatuur vervolgens wijzigt, zal de bin-
nenunit opnieuw de juiste modus selecteren (koelen), om de temperatuur af te stellen volgens de waarde van de temperatuurinstelling.
Als de automatisch geselecteerde modus u niet bevalt, selecteer dan een van de andere modussen voor de werking van het appa-
raat (COOL, DRY, FAN).
Cooling of Dry (koel of droog)
Verwarming
Bepaald door de buitentem-
peratuur
De temperatuur
die in de tempe-
ratuurinstelling
wordt bepaald
AUTO [in HEAT & COOL (Omgekeerde cyclus) model]:
AUTO (in COOLING model):
De temperatuur
die in de
temperatuurinstelling
wordt bepaald
Koelmodus of Droge
modus (Cooling of Dry)
Bewakingsmodus
HEAT* (WARM):
Gebruik deze modus om uw kamer te verwarmen.
Als de verwarmingsmodus geselecteerd is zal de air conditioner gedurende 3 tot
5 minuten met een heel lage ventilatorsnelheid werken, waarna dit naar de gese-
lecteerde ventilatorinstelling zal schakelen. Deze periode wordt voorzien om de
binnenunit op te laten warmen alvorens deze volledig gaat functioneren.
Als de kamertemperatuur heel laag is, kan er zich ijs op de buitenunit vormen, en
zal de prestatie verminderen. Om dit ijs te verwijderen zal de unit van tijd tot tijd
automatisch in de ontdooiingscyclus gaan werken. Als de unit in de automatische
ontdooiingsmodus staat, zal de OPERATION indicatorlamp gaan knipperen en
wordt de verwarmingsfunctie gestopt.
Nadat de verwarmingsfunctie gestart is, zal het enige tijd duren voordat de kamer warmer wordt.
COOL (KOEL):
Gebruik deze modus om uw kamer af te koelen.
DRY (DROOG):
Gebruik deze modus om uw kamer langzaam af te koelen terwijl het vocht uit de
kamer gaat.
In de droge (dry) modus kunt u de kamer niet verwarmen.
In de droge (dry) modus zal de unit met lage snelheid gaan werken, om de voch-
tigheid van de kamer aan te passen, waarbij de ventilator van de binnenunit van
tijd tot tijd zal stoppen. Ook zal de ventilator met een heel lage snelheid kunnen
gaan werken als de vochtigheid van de kamer wordt aangepast.
De snelheid van de ventilator kan niet manueel worden gewijzigd als de droge (dry)
modus geselecteerd is.
FAN (VENTILATOR):
Gebruik deze modus om lucht door uw kamer te laten circuleren.
Nl-9
Gebruik van de ON Timer of OFF Timer
1
Druk op de knop START/STOP.
(Als de unit werkt, ga dan naar stap 2).
De OPERATION indicatorlamp van de binnenunit gaat branden.
2
Druk op de knop TIMER MODE om de ON (Aan) timer
of OFF (Uit) timer te selecteren.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, zal de timermodus in de volgende
volgorde veranderen:
CANCEL OFF ON
PROGRAM (OFF
ON, OFF
ON)
De TIMER indicatorlamp van de binnenunit gaat branden.
3
Gebruik de TIMER SET knoppen om de gewenste tijd
UIT of AAN te zetten.
Stel de tijd in als de tijdsindicator knippert (deze zal ongeveer 5 seconden
lang knipperen).
knop:
Druk om de tijd vooruit te zetten.
knop:
Druk om de tijd achteruit te zetten.
Ongeveer 5 seconden later zal de volledige display weer verschijnen.
Gebruiken van de Program Timer (programmeertimer)
1
Druk op de knop START/STOP.
(Als de unit werkt, ga dan naar stap 2).
De OPERATION indicatorlamp van de binnenunit gaat branden.
2
Stel de gewenste tijd van de OFF timer en ON timer in.
Zie sectie “Gebruik van de ON Timer of OFF Timer” om de gewenste modus
en tijden in te stellen.
Ongeveer 3 seconden later zal de volledige display weer verschijnen.
De TIMER indicatorlamp van de binnenunit gaat branden.
3
Druk op de TIMER MODE knop om de PROGRAM timermodus te
selecteren (OFF
ON of OFF ON zal worden getoond).
De display zal “OFF timer” en “ON timer” weergeven, en dan naar de tijdsin-
stelling wisselen voor de modus die eerst moet plaatsvinden.
De programmeertimer zal beginnen te werken. (Als de ON timer geselec-
teerd is om als eerste te werken, zal de unit op dit punt stoppen met werken.)
Ongeveer 5 seconden later zal de volledige display weer verschijnen.
Over de Program Timer (programmeertimer)
Met de programmeertimer kunt u de werking van de timer OFF en de timer ON in een
enkele sequentie integreren. De sequentie kan 1 transitie van de OFF timer naar de ON
timer uitvoeren, of van de ON timer naar de OFF timer binnen een 24-uurs periode.
De eerste timermodus die zal gaan werken zal de modus zijn die het meest in de buurt
komt van de huidige tijd. De volgorde van de werking wordt aangeduid door de pijl op de
display van de afstandsbediener (OFF
ON, of OFF
ON).
Een voorbeeld van hoe u een programmeertimer kunt gebruiken is bijvoorbeeld om de
air conditioner automatisch te laten stoppen (OFF timer) als u gaat slapen, en deze dan
weer automatisch (ON timer) te laten starten 's morgens voordat u wakker bent.
TIMER MODUS
Annuleren van de timer (Cancel)
Gebruik de TIMER knop om “CANCEL” te
selecteren.
De air conditioner zal zijn normale werking
weer hervatten.
Wijzigen van de Timer-instellingen
Voer stappen
2
en
3
uit.
De Air Conditioner stoppen terwijl de
Timer werkt
Druk op de START/STOP knop
Wijzigen van moduscondities
Als u de moduscondities wilt wijzigen (modus,
ventilatorsnelheid, thermostaatinstelling, QUI-
ET modus), wacht dan na het uitvoeren van
de timer-instelling totdat de volledige display
terug verschijnt, en druk dan op de juiste
knoppen om de werkingsconditie te wijzigen.
Annuleren van de timer (Cancel)
Gebruik de TIMER MODE knop om “CANCEL”
te selecteren.
De air conditioner zal zijn normale werking
weer hervatten.
Wijzigen van de Timer-instellingen
1.
Volg de instructies in de sectie "Gebruik van
de ON Timer of OFF Timer" voor het selec-
teren van de timerinstelling die u wenst te
wijzigen.
2. Druk op de knop TIMER MODE om OFF
ON of OFF ON te selecteren.
De Air Conditioner stoppen terwijl de Timer
werkt
Druk op de START/STOP knop
Wijzigen van moduscondities
Als u de moduscondities wilt wijzigen (modus,
ventilatorsnelheid, thermostaatinstelling, QUI-
ET modus), wacht dan na het uitvoeren van
de timer-instelling totdat de volledige display
terug verschijnt, en druk dan op de juiste
knoppen om de werkingsconditie te wijzigen.
Alvorens de timerfunctie te gebruiken, zorg dat de afstandsbediener op de juiste tijd is ingesteld (
Pagina 6.)
Als de binnenunit met een bekabelde afstandsbediener wordt verbonden, kan de draadloze afstandsbediener niet worden gebruikt om de timer in te stellen.
Opmerking:
Als meerder units simultaan zijn aangesloten, kan deze functie niet worden gebruikt met behulp van de draadloze afstandsbediening.
Nl-10
De SLEEP timer is anders dan de andere timermodussen, omdat deze wordt gebruikt voor het instellen van de tijdsduur gedurende welke de air conditioner niet zal werken.
Als de binnenunit met een bekabelde afstandsbediener wordt verbonden, kan de draadloze afstandsbediener niet worden gebruikt om de sleep timer in te stellen.
Opmerking:
Als meerder units simultaan zijn aangesloten, kan deze functie niet worden gebruikt met behulp van de draadloze afstandsbediening.
Gebruiken van de SLEEP Timer (slaap timer)
Als de air conditioner werkt of stopt, druk op de SLEEP knop.
De OPERATION indicatorlamp gaat branden en de TIMER indicatorlamp gaat branden.
Wijzigen van de Timer-instellingen
Druk nogmaals op de SLEEP knop en stel de tijd in met be-
hulp van de TIMER SET (
/ ) knoppen.
knop:
Druk om de tijd vooruit te zetten.
knop:
Druk om de tijd achteruit te zetten.
Ongeveer 5 seconden later zal de volledige display weer verschijnen.
Annuleren van de Timer (Cancel)
Gebruik de TIMER MODE knop om “CANCEL”
te selecteren.
De air conditioner zal zijn normale werking
weer hervatten.
De Air Conditioner
stoppen tijdens de Timermodus:
Druk op de START/STOP knop
Over de SLEEP Timer (slaap timer)
Om te zorgen dat de kamer niet te warm of koud wordt als u slaapt, kan de SLEEP timer modus automatisch de thermostaatinstel-
ling wijzigen, in overeenstemming met de ingestelde tijd. Als de ingestelde tijd verstreken is zal de air conditioner volledig stoppen.
In de koel/droge modus (cool/dry):
Als de SLEEP timer is ingesteld, zal de thermostaatinstelling elk
uur automatisch 1 °C hoger gaan. Als de thermostaat met 2°C
hoger is gegaan, dan zal de thermostaatinstelling worden vast-
gehouden totdat de ingestelde tijd verstreken is, waarna de air
conditioner automatisch uit zal gaan.
Instelling SLEEP timer
Tijd instellen
1 uur
1 °C
2 °C
In de verwarmingsmodus:
Als de SLEEP timer is ingesteld, zal de thermostaatinstelling
elke 30 minuten automatisch 1 °C lager gaan. Als de thermo-
staat met 4 °C lager is gegaan, dan zal de thermostaatinstelling
worden vastgehouden totdat de ingestelde tijd verstreken is,
waarna de air conditioner automatisch uit zal gaan.
Instelling SLEEP timer
2 °C
3 °C
4 °C
30
minuten
1 °C
1 uur
1 uur
30 minuten
Tijd instellen
SLEEP TIMER MODUS
MANUELE AUTO MODUS
Voer de MANUAL AUTO modus uit als u de afstandsbediener heeft verloren of als deze slecht werkt.
Bedienen van de binnenunit zonder de afstandsbediening.
Druk langer dan 3 seconden op de MANUAL
AUTO knop en minder dan 10 seconden op
de binnenunit.
Om de werking te stoppen, druk opnieuw op de MANUAL AUTO knop.
Als de air conditioner in bedrijf is door
middel van de knoppen op de binnen-
unit, zal deze dezelfde modus uitvoeren
als de AUTO modus die op de afstands-
bediener geselecteerd is.
Het warmteppompmodel in de multi-ty-
pe air conditioner zal de bedrijfsmodus
van de andere binnenunit volgen.
De ventilatorsnelheid zal op “AUTO”
worden ingesteld en de thermostaatin-
stelling zal de standaard waarde heb-
ben.
Nl-11
RICHTING VAN LUCHTCIRCULATIE AANPASSEN
SWING-MODUS
Start de bediening van de air conditioner alvorens deze procedure uit te voeren.
SWING modus selecteren
Druk op de SWING knop
De SWING indicator zal gaan branden.
In deze modus zullen de kleppen van de richting van de luchtstroom automatisch de
lucht naar boven en naar beneden laten stromen.
SWING modus stoppen
Druk opnieuw op de SWING knop
De SWING indicator gaat uit.
De richting van de luchtstroom zal teruggaan naar de instelling die voor het wijzigen
van de luchtstroom was ingesteld.
Als u toch probeert de kleppen van de
richting van de luchtstroom naar boven
of naar beneden te zetten kan de unit
slecht gaan werken; stop het apparaat
in dit geval en start het dan opnieuw.
De kleppen zullen nu goed moeten
gaan werken.
Als u de unit in een kamer gebruikt
waar baby's, kleuters, oudere personen
of zieke personen zijn dient u voorzich-
tig te zijn met hoe u de luchtrichting en
kamertemperatuur gebruikt en moet u
deze correct instellen.
Afstellen van de verticale luchtrichting
Druk op de SET knop (verticaal).
Elke keer als de knop wordt ingedrukt, zal de luchtrichting wijzigen zoals hieronder:
1
2
3
4
De display van de afstandsbediener wijzigt niet.
De instructies met betrekking tot de verwarming (*) zijn alleen van toepassing voor het “HEAT & COOL MODEL” (omgekeerde cyclus).
Start de bediening van de air conditioner alvorens deze procedure uit te voeren.
Instellen richting luchtstroom:
1
,
2
,
3
,
4
: In de koel/verwarming/
droge modus (cool/heating/dry):
De richting van de verticale luchtstroom wordt automatisch ingesteld zoals weergegeven,
in overeenstemming met het functietype.
In de koel/droge modus (cool/dry) : Horizontale stroom
1
In de verwarmingsmodus* : Neerwaartse stroom
4
In de AUTO modus, zal de luchtstroom in de eerste minuut nadat de unit is opgestart, horizon-
taal zijn
1
; gedurende deze periode zal de luchtstroom niet kunnen worden aangepast.
Afstellen van de horizontale luchtrichting
Deze modus kan niet worden gebruikt.
Over de SWING modus
Soort modus Bereik van de swing
Cooling/Heating/Dry/Fan
1
tot
4
De SWING modus kan tijdelijk stoppen als de ventilator van de air con-
ditioner niet werkt, of als deze met een heel lage snelheid werkt
Nl-12
ECONOMY MODUS (ZUINIGE WERKING)
Start de bediening van de air conditioner alvorens deze procedure uit te voeren.
Gebruik van de ECONOMY modus (ZUINIGE WERKING).
Druk op de ECONOMY knop
De ECONOMY indicatorlamp (groen) zal gaan branden.
De unit zal werken in de ECONOMY modus
De ECONOMY modus stoppen.
Druk opnieuw op de ECONOMY knop
De ECONOMY indicatorlamp (groen) zal uitgaan.
Nu zal de unit normaal werken.
Over de ECONOMY modus (ZUINIG)
Bij een maximale output zal de ECONOMY modus een bedrijf hebben van ongeveer 70% van de normale werking van de air conditi-
oner voor zowel afkoelen en verwarmen.
Als de kamer niet wordt afgekoeld of (verwarmd) in de ECONOMY modus, selecteer dan de normale modus.
Gedurende de bewakingsperiode waarbij de unit in de AUTO modus staat, zal de air conditioner niet naar de ECONOMY modus
kunnen schakelen, zelfs als de ECONOMY modus geselecteerd wordt door op de knop van de ECONOMY modus te drukken.
Als de ECONOMY modus geactiveerd staat, wordt de temperatuur een beetje hoger dan de ingestelde temperatuur in de koelmo-
dus en lager dan de ingestelde temperatuur in de verwarmingsmodus. Daarom kan de ECONOMY modus meer energie uitsparen
dan dit bij de normale modus het geval is.
In het geval van een multi-type air conditioner, zal de ECONOMY modus alleen beschikbaar zijn voor de ingestelde binnenunit.
10°C HEAT MODUS (VERWARMING)
Gebruik van de 10°C HEAT modus (verwarmingsmodus)
Druk op de 10°C HEAT knop
De OPERATION indicatorlamp (groen) zal uitgaan, en de ECONOMY indicatorlamp
(groen) zal gaan branden.
Stoppen van de 10°C HEAT MODUS (verwarmingsmodus)
Druk op de START/STOP knop
De werking stopt en de ECONOMY indicatorlamp (groen) gaat uit.
Over de 10°C HEAT MODUS (verwarmingsmodus)
• De verwarmingsmodus zal niet werken als de kamertemperatuur hoog genoeg is.
• De temperatuur kan door te drukken op de 10°C HEAT knop op 10°C worden gehou-
den om te voorkomen dat de kamertemperatuur niet te veel daalt.
• In het geval van een multi-type air conditioner als er een andere binnenunit wordt ge-
bruikt voor verwarming, zal de temperatuur van de kamer waar de “10°C HEAT” mo-
dus is ingesteld, hoger worden. Als de “10°C HEAT” modus wordt gebruikt, bevelen
wij aan dat alle binnenunits in“10°C HEAT” modus werken.
Als de 10°C HEAT modus aanstaat,
kunnen alleen de volgende bedie-
ningsmodussen worden gebruikt.
• SET
Indicatorlamp
:Verlichting :OFF
Indicatorlamp
:Verlichting :OFF
Opmerking:
Als meerder units simultaan zijn aangesloten, kan deze functie niet worden gebruikt met behulp van de draadloze afstandsbediening.
Nl-13
DE GEBRUIKERSCODE VAN DE AFSTANDSBEDIENER SELECTEREN
Als er twee of meer air conditioners in een kamer zijn geïnstalleerd en de Afstandsbediener laat een air conditioner werken die niet
de air conditioner is die u wenst in te stellen, wijzig dan de gebruikerscode van de Afstandsbediener om de air conditioner van uw
keuze in te stellen (4 selecties mogelijk).
Als er twee of meer air conditioners in een kamer zijn geïnstalleerd, neem dan contact op met uw verkoper om de individuele
gebruikerscodes van de airconditioners in te stellen.
De gebruikerscode van de afstandsbediener selecteren
Als na het weergeven van de gebruikerscode gedurende 30 seconden geen knoppen worden ingedrukt, zal het systeem
naar de originele klokweergave terug worden gesteld. In dit geval start opnieuw vanaf stap 1.
De gebruikerscode van de airconditioner is ingesteld op "A" alvorens de verzending. Neem contact op met uw verkoper om
de code te wijzigen.
De Afstandsbediener wordt teruggesteld naar de gebruikerscode “A” als de batterijen in de Afstandsbediener worden ver-
vangen. Als u een gebruikerscode gebruikt anders dan de gebruikerscode “A”, stel de gebruikerscode dan opnieuw in na het
vervangen van de batterijen.
Als u niet de instelling van de gebruikerscode van de airconditioner weet, probeer dan de gebruikerscodes (
)
totdat u de code vindt waarmee de airconditioner functioneert.
Voer de volgende stappen uit om de gebruikerscode van de afstandsbediener te selec-
teren. (Merk op dat de airconditioner geen signaal kan ontvangen als de airconditioner
niet in overeenstemming met de gebruikerscode is ingesteld.)
1
Druk op de START/STOP knop totdat alleen de klok
van de display van de afstandsbediener wordt weer-
gegeven.
2
Druk gedurende ten minste 5 seconden op de MODE
knop om de huidige gebruikerscode weer te geven
(originele instelling op
).
3
Druk op de
(
/
)
knoppen om de gebruikersknop-
pen te wijzigen tussen
. Laat de code op de
display overeenkomen met de gebruikerscode van
de airconditioner.
4
Druk opnieuw op de MODE knop om terug te gaan
naar de display van de klok. Nu wordt de gebruikers-
code weer gewijzigd.
Nl-14
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
Het reinigen van het lucht lter
1. Druk de haken van het inlaatrooster naar
het midden van de unit om het inlaat-
rooster te openen.
Roosterhaak
2. Neem het lter van het inlaatrooster.
Lucht lter
3. Reinig de lucht lters
Verwijder het stof uit de lucht lters door deze te stofzuigen
of te wassen. Laat de lters na het wassen goed drogen in
een zone waar geen zonlicht komt.
Als de unit gedurende langere periodes wordt gebruikt, kan binnenin vuil opstapelen, waardoor de prestatie minder wordt. Wij
bevelen aan dat de unit regelmatig wordt geïnspecteerd, naast het uitvoeren van de reinigings- en onderhoudswerkzaamhe-
den door uzelf. Voor meer informatie, raadpleeg het bevoegde onderhoudspersoneel.
Gebruik voor het reinigen van de unit niet water dat warmer is dan 40 °C, ruwe schuurmiddelen, of vluchtige middelen zoals
benzeen of thinner.
Als de unit gedurende 1 maand of langer niet wordt gebruikt, zorg dan dat de onderdelen binnen in het apparaat goed droog
zijn. U kunt dit doen door de unit gedurende een halve dag in de ventilatormodus te laten werken.
4. Bevestig de filters weer aan het inlaat-
rooster.
1
Lucht lter vervangen en plaatsen in de houder.
2
Zorg dat het lucht lter bij het terugplaatsen in de houder
contact maakt met de lterstopper.
Inlaatrooster
Lucht lter
Filterhaak
5. Sluit het inlaatrooster en druk de haken
van het inlaatrooster naar buiten.
Roosterhaak
Het stof kan uit het lucht lter worden verwijderd met behulp
van een stofzuiger, of door het lter te wassen met een op-
lossing van een zacht schoonmaakmiddel en warm water.
Als u het lter wast, zorg dat u het goed laat drogen op een
plek in de schaduw, alvorens u dit opnieuw installeert.
Als het vuil zich op het luchtfilter opstapelt, zal de lucht-
stroom minder zijn, en het apparaat minder ef ciënt werken
waarbij de ruis sterker zal worden.
Voor het reinigen van dit product, moet u dit uitzetten en loskoppelen van de stroomvoorziening.
De ventilator binnen de unit werkt met hoge snelheid, en dit kan leiden tot persoonlijk letsel.
Wees voorzichtig dat u niet het inletrooster laat vallen.
Omdat voor het schoonmaken van het lter op hoge plaatsen moet worden gewerkt, raadpleeg a.u.b.
het bevoegde onderhoudspersoneel.
Stel de binnenunit niet bloot aan vloeibare insecticiden of haarspray.
OPGELET
Nl-15
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
Filter Reset (ECONOMY indicatorlamp knippert/ Een speciale instelling)
Kan worden gebruikt als dit correct tijdens de installatie is ingesteld.
Vraag a.u.b. bevoegd onderhoudspersoneel voor het gebruik van deze functie.
• Dit gaat branden als het tijd is om de lucht lters schoon te maken.
Druk na het inschakelen van de unit, gedurende 2 seconden
of minder op de MANUAL AUTO knop van de binnenunit.
: Knipperen
: OFF
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
In de volgende gevallen moet u onmiddellijk stoppen met het gebruik van de airconditioner, en alle
voedingen loskoppelen door het uitschakelen van de elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het
stopcontact halen. Raadpleeg dan uw dealer of bevoegd onderhoudspersoneel.
Zolang het apparaat is aangesloten op de stroomvoorziening, is deze niet geïsoleerd van de stroom-
voorziening, zelfs als het apparaat is uitgeschakeld.
Apparaat ruikt of iets brandt of stoot rook uit
Water lekt uit de unit
Alvorens contact op te nemen voor het onderhoud, voer de volgende controles uit:
Symptoom Probleem
Zie
pagina
NORMALE
WERKING
Werkt niet onmiddel-
lijk:
Als de unit wordt gestopt en dan onmiddellijk opnieuw start, zal de
compressor gedurende 3 minuten niet werken, om te voorkomen dat de
zekeringen doorbranden.
Altijd als de elektrische schakelaar uit en dan weer aan wordt gezet, zal het
beveiligingscircuit gedurende 3 minuten inschakelen, waardoor de unit tijdens
die periode niet zal kunnen werken.
Er is ruis hoorbaar:
Tijdens de werking van de unit en onmiddellijk nadat deze gestopt is, kan
het zijn dat u het geluid van het water hoort dat door de leidingen van de
airconditioner stroomt. Ook kan het zijn dat u ruis hoort gedurende ongeveer
2 of 3 minuten nadat het apparaat is opgestart (geluid van stromende
koelvloeistof).
Tijdens de werking kan er een licht piepend geluid worden gehoord. Dit
komt door de zeer geringe expansie en samentrekking van het voorpaneel
vanwege de temperatuurwijzigingen.
*
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat, kan er soms een sissend
geluid te horen zijn. Dit geluid wordt geproduceerd door de automatische
ontdooiingsmodus.
17
Geuren:
Soms kan er een geur komen uit het binnenapparaat. Deze reuk komt van
kamergeuren (meubels, tabak, enz.) die door de binnenunit zijn opgenomen.
Er komt mist of damp
uit het apparaat:
In de afkoel- of droge modus, kan er een dunne mist uit de binnenunit
komen. Deze resultaten komen van de plotselinge afkoeling van kamerlucht
veroorzaakt door de lucht die uit de binnenunit komt, waardoor er zich
condensatie en mist vormt.
*
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat, kan de ventilator van
de buitenunit stoppen, en damp uit de unit komen. Dit is vanwege de
automatische ontdooiingsmodus.
17
WAARSCHUWING
De instructies met betrekking tot de verwarming (*) zijn alleen van toepassing voor het “HEAT & COOL MODEL” (omgekeerde cyclus).
Nl-16
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Symptoom Probleem
Zie
pagina
NORMALE
WERKING
De luchtstroom is
zwak of stopt.
*
Als de verwarmingsmodus gestart is, dan is de snelheid van de ventilator
tijdelijk heel laag, zodat interne delen kunnen opwarmen.
*
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat en de kamertemperatuur
boven de thermostaatinstelling uitstijgt, zal de buitenunit stoppen en de
binnenunit met een heel langzame ventilatorsnelheid gaan werken. Als u
de kamer verder wilt verwarmen, zet dan de thermostaat op een hogere
instelling.
*
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat, zal de unit tijdelijk
niet functioneren (tussen 4 en 15 minuten) omdat de automatische
ontdooiingsmodus werkt. Tijdens de automatische ontdooiingsmodus zal de
OPERATION indicatorlamp gaan knipperen.
17
De ventilator kan met heel lage snelheid werken als deze in de droge modus
staat, of als de unit de kamertemperatuur bewaakt.
In de SUPER QUIET (SUPER STIL) modus zal de ventilator met een heel lage snelheid werken.
In de AUTO-bewakingsmodus zal de ventilator met een heel lage snelheid werken..
In het geval van een multi-type unit, als meervoudige units in verschillende
bedieningsmodussen werken zoals hieronder wordt getoond, zullen de units die
hierna worden bediend, stoppen en gaat de OPERATION indicatorlamp (groen)
knipperen.
Verwarmingsmodus (heat) en koelmodus (cool) (of droge modus) (dry mode)
Verwarmingsmodus (heat) en ventilatormodus (fan)
18
Er komt water uit de
buitenunit:
*
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat, kan er water uit de unit
buiten stromen, omdat dit in de automatische ontdooiingsmodus staat.
17
De ECONOMY
indicatorlamp
knippert.
Maak het lter schoon. Schakel vervolgens de ECONOMO lamp uit.
15
CONTROLEER
NOGMAALS
Werkt helemaal niet:
Is de stroomonderbreker uitgezet?
Is er een stroomstoring geweest??
Is er een zekering doorgebrand of is de stroomonderbreker geactiveerd?
Werkt de timer? 9 tot 10
Slechte koelings-
of verwarmings*)
prestaties:
Is het lucht lter vuil?
Zijn het inlaatrooster of de uitlaatpoort van de airconditioner geblokkeerd?
Hebt u de kamertemperatuurinstellingen (thermostaat) goed afgesteld?
Staat er een raam of deur open?
In het geval de unit in de koelmodus staat, komt er veel zonlicht door het
raam binnen? (Sluit de gordijnen.)
I
n het geval de unit in de koelmodus staat, zijn er verwarmingsapparaten en
computers in de kamer, of zijn er teveel mensen in de kamer?
Staat de unit in de QUIET (STILLE) modus?
Het apparaat werkt
anders de de
instelling van de
afstandsbediening:
Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
Zijn de batterijen van de afstandsbediening goed geladen?
6
Als het probleem blijft voortbestaan als u deze controles hebt uitgevoerd, of als u een brandgeur waarneemt, of als de OPERATION indi-
catorlamp en de TIMER indicatorlamp knippert, en de ECONOMY indicatorlamp knippert snel: stop onmiddellijk met de werking, zet de
elektrische schakelaar uit en neem contact op met het bevoegde onderhoudspersoneel.
De instructies met betrekking tot de verwarming (*) zijn alleen van toepassing voor het “HEAT & COOL MODEL” (omgekeerde cyclus).
Nl-17
Als de stroomvoorziening van de airconditioner onderbro-
ken wordt door een elektriciteitsonderbreking, zal de aircon-
ditioner automatisch opnieuw opstarten, in de eerder gese-
lecteerde modus, als de elektriciteitsvoorziening weer wordt
ingeschakeld.
Ingeval er een elektriciteitsstoring plaatsvindt in de TIMER
bedieningsmodus, zal de timer worden gerest en zal de unit
beginnen (of stoppen) met de nieuwe timerinstelling. In dit
geval zal de TIMER indicatorlamp knipperen.
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals een
elektrisch scheerapparaat of het nabije gebruik van een
draadloze radiozender kan storing van de airconditioner
veroorzaken. In dit geval dient de stroomvoorziening tijdelijk
worden uitgeschakeld, en vervolgens weer worden inge-
schakeld, en maak vervolgens gebruik van de afstandsbe-
diener om de werking te hervatten.
AUTO heropstarten
In geval van stroomonderbreking
BEDIENINGSTIPS
Verwarmingsprestatie*
Automatisch ontdooien met microcomputerbesturing
*
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat in omstandighe-
den waarbij de buitentemperatuur laag is en er een hoge vochtig-
heid bestaat, kan er zich ijs op de buitenunit vormen waardoor de
prestatie zal verminderen.
Om dit soort verminderde prestatie te voorkomen, is deze unit
uitgerust met een automatische ontdooiingsfunctie die door een
microcomputer wordt bestuurd. Als er zich ijs heeft gevormd, zal
de airconditioner tijdelijk stoppen, en zal het ontdooiingscircuit
kortstondig werken (ongeveer 4 tot 15 minuten).
Tijdens de automatische ontdooiingsmodus zal de OPERATION
indicatorlamp gaan knipperen.
Als de verwarmingsmodus gestopt is zal er zich ijs op de buiten-
unit vormen, waardoor de unit de Automatisch Ontdooiingsfunctie
zal starten. Op dit moment zal de buitenunit automatisch stoppen
na enkele minuten te hebben gewerkt.
(Bij sommige multi-type airconditioner echter is deze functie niet
beschikbaar).
Lage koeling van kamertemperatuur*
Als de temperatuur buiten daalt, zullen de ventilators van de
buitenunit op lage snelheid gaan draaien, of kan een van de
ventilators met tussenpozen stoppen.
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe,
waarbij de geabsorbeerde warmte van de buitenlucht naar
de warmte binnen wordt getransporteerd. De prestatie van
de unit zal dus verminderen naarmate de luchttemperatuur
buiten daalt. Als u de indruk hebt dat de verwarmingspres-
tatie van de unit niet voldoende is, bevelen wij u aan dat u
deze airconditioner met een ander soort verwarmingstoe-
stel gebruikt.
Airconditioners met warmtepompen verwarmen uw hele ka-
mer omdat zij de lucht door de hele kamer heen circuleren.
Daarom kan het verwarmen van de ruimte een tijdje kan
duren, als de airconditioner is opgestart.
Als de temperaturen binnen en buiten hoog zijn
*
Als de temperaturen binnen en buiten hoog zijn als het appa-
raat in de verwarmingsmodus staat, kan de ventilator van de
buitenunit op bepaalde tijden stoppen.
Dubbele afstandsbediening (optioneel)
Er kan een afstandsbediening worden toegevoegd aan het maximum van 2 afstandsbedieningen. Elk van de afstandsbedieningen
kan de airconditioner besturen. De tijdsmodussen kunnen echter niet met de tweede unit worden gebruikt.
Groepsbesturing
1 afstandsbediening kan tot 16 airconditioners besturen. Alle airconditioners zullen volgens dezelfde instellingen functioneren.
De groepsbesturing kan niet worden gebruikt als dit door het multi-type wordt gebruikt.
De instructies met betrekking tot de verwarming (*) zijn alleen van toepassing voor het “HEAT & COOL MODEL” (omgekeerde cyclus).
Nl-18
BEDIENINGSTIPS
Multi-type airconditioner
Deze binnenunit kan op een multi-type buitenunit worden aangesloten. Met de multi-type airconditioner kunnen meervoudige units
binnen op meerdere locaties worden bediend. De binnenunits kunnen simultaan worden bediend in overeenstemming met hun be-
treffende uitgang.
Instructies met betrekking tot de omzetter (
) zijn alleen van toepassing op het “INVERTER MODEL”.
Als de binnenunit instructies krijgt om naar een werkings-
modus te gaan die deze niet kan uitvoeren, zal de OPE-
RATION indicatorlamp op de binnenunit gaan knipperen
(1 seconde aan 1 seconde uit), en zal de unit in de stand-
by-modus gaan.
Verwarmingsmodus (heat) en koelmodus (cool) (of droge
modus) (dry mode)
Verwarmingsmodus (heat) en ventilatormodus (fan)
De unit kan niet worden bediend voor de volgende ver-
schillende werkingsmodussen.
Koelmodus en Droge modus (Cooling en Dry)
Koelmodus en ventilatormodus (Cooling en Fan)
Droge modus en ventilatormodus (Dry en Fan)
De bedrijfsmodus (HEAT, COOL en DRY) van de buiten-
eenheid wordt bepaald door de bedrijfsmodus van de bin-
neneenheid die als eerste wordt bediend. Als de binnen-
eenheid is gestart in de FAN modus, kan de bedrijfsmodus
van de buiteneenheid niet worden bepaald.
Als bijvoorbeeld de binneneenheid (A) is gestart in de FAN
modus en de binneneenheid (B) is bediend in de HEAT
modus, zal de binneneenheid (A) tijdelijk de werking star-
ten in de FAN modus maar wanneer binneneenheid (B)
begint met werken in de HEAT modus, zal het OPERATI-
ON controlelampje op de binneneenheid (A) beginnen te
knipperen (1 seconde aan, 1 seconde uit) en gaat deze in
de stand-by-modus. De binnenunit (B) zal doorgaan met
werken in de verwarmingsmodus. (HEAT)
Simultaan gebruik van meerdere eenheden
Als een multi-type airconditioner wordt gebruikt, kunnen
meerdere binnenunits simultaan werken, maar in het ge-
val er 2 of meer binnenunits van dezelfde groep simultaan
werken, zal de prestatie van de verwarming en koeling
minder zijn als dat er een enkele binnenunit wordt ge-
bruikt. Daarom als u meer dan 1 binnenunit wilt gebruiken
om deze simultaan te laten werken, moet het gebruik hier-
van meer 's nachts gebeuren en op tijden waarin minder
output wordt vereist. Op dezelfde wijze, indien er meerde-
re units simultaan worden gebruikt voor de verwarming,
wordt aanbevolen dat deze naar behoefte gebruikt worden
samen met andere auxiliaire verwarmers van ruimtes.
Seizoenscondities en buitentemperaturen, de structuur
van de kamers en het aantal personen dat zich hierin be-
vindt, kunnen ook tot verschillen van de werkprestatie lei-
den. Wij bevelen u aan dat u verschillende bedieningspa-
tronen hanteert om het outputniveau van de verwarming
en afkoeling van uw units te bepalen, zodat u deze altijd in
overeenstemming met de behoeften van u en uw familie
kunt gebruiken.
Als u ontdekt dat 1 of meerdere units slechts een laag af-
koelings- of verwarmingsniveau leveren tijdens simultane
werking, bevelen wij u aan dat u de simultane werking van
de meerdere units stopt.
De unit kan niet worden bediend voor de volgende ver-
schillende werkingsmodussen.
*
Tijdens het gebruik van de verwarmingsmodus zal de bo-
venkant van de binnenunit warm kunnen worden. Dit komt
door de koelvloeistof die door de binnenunit stroomt, zelfs
als het apparaat gestopt is en duidt niet op een defect.
*
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat zal de
buitenunit soms gedurende korte periodes de ontdooi-
ingsmodus starten. In de ontdooiingsmodus zal als de
gebruiker de binnenunit opnieuw in de verwarmingsmodus
schakelt, de ontdooiingsmodus blijven werken, en zal de
verwarmingsmodus starten nadat de ontdooiingsmodus is
voltooid, waardoor het soms enige tijd zal duren voordat
de warme lucht wordt uitgestuurd.
De instructies met betrekking tot de verwarming (*) zijn alleen van toepassing voor het “HEAT & COOL MODEL” (omgekeerde cyclus).
Simultane Multi Airconditioner
Deze binnenunit kan ook verbonden worden met een simultane multi-aansluiting, waarbij tot 3 binnenunits simultaan met de buitenunit
kunnen werken met behulp van een scheidingsbuisverbinding (tweevoudig of drievoudig).
Opmerking:
Het type scheidingsbuisverbinding varieert per model.
Als meerdere apparaten simultaan worden aangesloten, leveren all binnenunits simultane air conditioning bestuurd door een enkele
controller die als de primaire stuureenheid wordt aangeduid.
Vanwege dit unieke kenmerk dat meerdere units simultaan worden aangesloten, zullen sommige door de controller bestuurde func-
ties van de secundaire stuureenheid beperkt zijn.
Waarschuwing
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Fujitsu HUG24LVLA Handleiding

Type
Handleiding