Fujitsu UTY-LNHG Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ONDERDEEL NR. 9379143004-09
TM
Nederlands
UTY-LNHY
UTY-LNHG
GEBRUIKERSHANDLEIDING
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
Bewaar deze handleiding voor toekomstige referentie.
Nl-1
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De “VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN” die in deze gebrui-
kershandleiding zijn opgenomen bevatten belangrijke informatie
betreffende jouw veiligheid. Zorg ervoor dat u ze naleeft.
Voor details van de werking, gebruik deze handleiding.
• We verzoeken de gebruiker om deze handleiding te bewaren
voor toekomstig gebruik, zoals het opnieuw plaatsen of her-
stellen van het toestel.
WAARSCHUWING
Deze markering geeft procedures aan die indien
ze verkeerd worden uitgevoerd, kunnen leiden
tot ernstig letsel of de dood van de gebruiker.
Dit product bevat geen onderdelen die door gebruiker gerepa-
reerd mogen worden. Raadpleeg altijd geautoriseerd service-
personeel voor reparaties.
Bij verplaatsing, raadpleeg geautoriseerd servicepersoneel voor
de ontkoppeling en installatie van dit toestel.
Neem preventieve maatregelen als kinderen in de buurt van het toestel
zouden kunnen komen, zodat kinderen het toestel niet kunnen bereiken.
Herstel of wijzig niet zelf. Het kan storing of een ongeluk veroorzaken.
Stop de werking onmiddellijk wanneer het indicatielampje van de
binnenunit knippert of wanneer er een abnormale situatie wordt
weergegeven. Continue werking kan brand of storing veroorzaken.
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van dit toestel. Het
kan brand veroorzaken door lekkend gas.
OPGELET
Deze markering geeft procedures aan die
indien ze verkeerd worden uitgevoerd,
kunnen leiden tot persoonlijk letsel van de
gebruiker of schade aan eigendommen.
Demonteer het toestel niet. Contact met het intern circuit kan
brand of storing veroorzaken.
Laat het toestel niet vallen. Daardoor zou de kast kunnen bar-
sten en de controle uitschakelen.
Duw niet op toetsen met een scherp voorwerp. Dat kan een
elektrische schok of een storing veroorzaken.
Veeg het toestel niet af met benzine, thinner of chemische
doeken enz. Dat kan verkleuring of storing veroorzaken. Als het
toestel extreem vuil wordt, bevochtig een doek met een met water
verdund neutraal reinigingsmiddel en veeg het toestel ermee af.
Plaats geen elektrische toestellen binnen 1m van het toestel.
Het kan storing of uitval veroorzaken.
Gebruik geen vuur bij dit toestel of plaats geen verwarmings-
toestel in de buurt. Het kan storing veroorzaken.
Stel dit toestel niet direct bloot aan water. Als u dit doet, veroor-
zaakt u problemen, elektrische schokken of opwarming.
Plaats geen bloemenvazen of waterbakken op het toestel. Het
kan opwarming, brand of elektrische schokken veroorzaken.
Bedien de knoppen niet met natte handen. Dit kan een elektri-
sche schok of storing veroorzaken.
Gooi het verpakkingsmateriaal veilig weg. Scheur en gooi de
plastic zakken weg, zodat kinderen daarmee niet kunnen spe-
len. Er bestaat verstikkingsgevaar als kinderen met de originele
plastic zakken spelen.
Spuit niet met insecticide of andere ontvlambare sprays. Plaats
ontvlambare sprays niet in de buurt van het toestel of spuit niet
op het toestel. Dit kan brand of een explosie veroorzaken.
Gebruikt het niet in toepassingen die betrekking hebben op de
opslag van voedingsmiddelen, planten of dieren, precisie-ap-
paratuur of kunstwerken.
Was het niet met water. Dit kan een elektrische schok of storing
veroorzaken.
Gebruik het niet in een speciale omgeving. Gebruik op gelijk wel-
ke plaats die is blootgesteld aan olie (machine-olie inbegrepen),
stoom of zwavelgas kan de prestatie aanzienlijk verslechteren
of schade geven aan de onderdelen.
KENMERKEN EN FUNCTIES
AUTOMATISCHE WERKING
KOELMODEL
Druk op de “START/STOP” knop en het toestel zal automatisch
beginnen te werken in de Koel- of Droogmodus, afhankelijk
van de ingestelde temperatuur en de werkelijke temperatuur
in de kamer.
WARMTEPOMPMODEL
Druk op de “START/STOP” knop en het toestel zal automatisch
beginnen te werken in de Verwarmings-, Koel- of Waakmodus,
afhankelijk van de ingestelde temperatuur en de werkelijke
temperatuur in de kamer.
SLUIMERTIJDKLOK
KOELMODEL
Als de “SLAAP” knop wordt ingedrukt tijdens de Koelings- of
Droogmodus, zal de temperatuurinstelling geleidelijk verhoogd
worden tijdens de duur van de werking. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld eenmaal de ingestelde tijd wordt
bereikt.
WARMTEPOMPMODEL
Als de knop “SLAAP” tijdens de Verwarmingsmodus wordt
ingedrukt, wordt de temperatuurinstelling tijdens de werking
van de airconditioner stapsgewijs verlaagd; tijdens de Koel- of
Droogmodus, wordt de temperatuurinstelling tijdens de werking
stapsgewijs verhoogd. Het apparaat wordt automatisch uitge-
schakeld eenmaal de ingestelde tijd wordt bereikt.
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING EENHEID
De DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING maakt een comforta-
bele bediening van de airconditioner mogelijk.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ...................................... 1
KENMERKEN EN FUNCTIES ........................................ 1
NAAM VAN DE ONDERDELEN ..................................... 2
VOORBEREIDING ......................................................... 2
BEDIENING .................................................................... 3
TIJDKLOKMODUS ......................................................... 4
WERKING SLUIMERTIJDKLOK .................................... 5
BEDIENING HANDMATIG AUTOMATISCH ................... 5
ECO-STAND ................................................................... 5
FILTER RESET .............................................................. 6
DE SIGNAALCODE VAN DE AFSTANDSBEDIENING
EENHEID SELECTEREN............................................... 6
BEDIENTIPS .................................................................. 6
PROBLEEMOPLOSSING .............................................. 8
SPECIFICATIES ............................................................. 8
GEBRUIKERSHANDLEIDING
ONDERDEEL NR. 9379143004-09
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
INHOUD
Nl-2
NAAM VAN DE ONDERDELEN
Afstandsbediening van het toestel
F
1
2
7
4
5
6
8
9
0
A
CD
3
E
B
Scherm
1 “MODUS” knop
2 “ECO” knop
3
SET TEMP. / SET
TEMP. ” knop
4 “FILTER RESET” knop
5 “SLAAP” knop
6 “VENTILATIE” knop
7 “START/STOP” knop
8
SET” knop (Verticaal)
9
SET” knop (Horizontaal)
0
DRAAI” knop
A “TIMER MODUS” knop
B “TIMER
/ TIMER
knop
C “KLOK AANPASSEN” knop
D “RESET” knop
E “PROEFDRAAIEN” knop
Dit wordt gebruikt tijdens de test.
Meer informatie vindt u in de instal-
latiehandleiding.
F Signaalzender
Weergavepaneel
L
N
O
M
K
H
G
I
J
De bijgevoegde afbeelding geeft alle mogelijke indicatoren weer
om de uitleg te vereenvoudigen. Tijdens de werking van het ap-
paraat zal het display echter alleen deze indicatoren weergeven
die voor de huidige werking van toepassing zijn.
G Temperatuur instelling controlelampje
H ECO controlelampje
I Werkmodus controlelampje
J SLUIMER controlelampje
K Zenden controlelampje
L Ventilatorsnelheid controlelampje
M DRAAI controlelampje
N Timer modus controlelampje
O Klok controlelampje
Opmerkingen van de bediening
Functies van START/STOP, MODUS, SET, TEMP. En TIMER,
SET, kunnen beperkt worden afhankelijk van de werkingstoe-
stand van de binnenunit.
In dit geval, wanneer het signaal van de afstandsbediening
ontvangen is, wordt het gemeld door het knipperen van de
TIMER lamp.
VOORBEREIDING
De batterijen plaatsen (AAA/LR03/R03 × 2)
1
Druk en schuif het batterijdeksel naar de
andere kant om het batterijvak te openen.
Schuif in de richting van de pijl
terwijl je drukt op het
teken.
2
Steek de batterijen erin.
Zorg ervoor dat u de batterijpolariteiten ( ) correct
uitlijnt.
3
Sluit het batterijdeksel.
4
Druk op de “RESET” knop.
Druk op de knop met behulp van de tip van een balpen of
ander klein voorwerp.
De huidige tijd instellen
1
Druk op de “KLOK AANPASSEN” knop.
Druk op de knop met behulp van de tip van een balpen of
ander klein voorwerp.
2
Gebruik de “TIMER / TIMER ” knop
om de klok naar de huidige tijd aan te
passen.
knop: Druk om de tijd vooruit te zetten.
knop: Druk om de tijd achteruit te zetten.
(Met elke druk op de knop, wordt de tijd met stappen van
1 minuut voor-/achteruit gezet; houd de knoppen ingedrukt
om de tijd in stappen van 10 minuten te wijzigen.)
3
Druk op de “KLOK AANPASSEN” knop.
De tijd is nu ingesteld en de klok begint te lopen.
Het gebruik van de afstandsbediening unit
De Afstandsbediening Eenheid moet naar de signaalontvanger
gericht worden om correct te werken.
Werkingsbereik: Ongeveer 5 meter.
Wanneer het signaal duidelijk ontvangen wordt door de ont-
vanger, zal een lamp knipperen.
Als geen lamp knippert, druk opnieuw op de knop van afstands-
bediening.
WAARSCHUWING
Laat de alkalinebatterijen nooit kortsluiten. Haal ze nooit uit elkaar, verhit
ze niet en plaats ze niet in het vuur.
Door dat toch te doen kan de sterke alkalische vloeistof beginnen
lekken en mogelijk in je ogen komen of de batterijen kunnen ontploffen
of opwarmen, wat kan leiden tot persoonlijke letsels, brandwonden
of mechanische defecten.
Als de sterke alkalische vloeistof in contact komt met je huid of kledij,
was het dan met zuiver water. Als het in je ogen terechtkomt, spoel
ze met zuiver water en raadpleeg onmiddellijk een dokter.
Nl-3
OPGELET
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage van vloeistof veroorzaken,
ontplof ng of verhitting en kan resulteren in storing of persoonlijk letsel.
Hou je aan het volgende.
Laad de batterijen niet opnieuw op.
Steek de batterijen er in de juiste richting in.
Meng geen nieuwe met een oude batterij of batterijen van verschil-
lende types.
Verwijder de batterijen onmiddellijk als ze leeg zijn.
Zorg ervoor dat zuigelingen niet per ongeluk de batterijen kunnen
inslikken.
Verwijder de batterijen om mogelijke lekkage en schade aan het toestel
te vermijden als het toestel een langere periode niet gebruikt wordt.
Lege batterijen moeten onmiddellijk verwijderd worden en veilig weg-
gegooid worden, ofwel in een inzamelpunt boor batterijen of bij de
bevoegde instantie.
BEDIENING
De Werkingsmodus selecteren
1
Druk op de “START/STOP” knop.
De ontvanger zijn WERKING controlelampje zal (groen)
branden.
De airconditioner begint te werken.
2
Druk op de “MODE” knop om de gewens-
te modus te selecteren.
Telkens op de knop wordt gedrukt,
wijzigt de modus in de volgende
volgorde.
AUTO
*1
KOELEN
DROGEN
VENTILEREN
*2
VERWARM
Het volledig display wordt 3 seconden
later opnieuw weergegeven.
*1 “AUTO” kan alleen worden in-
gesteld in de binnenunit die aan
de representatieve binnenunit is
toegewezen.
*2 “VENTILATIE” kan niet op het type
warmtepomp worden ingesteld.
Om de kamertemperatuur in te stellen
Druk op de “ SET TEMP. / SET TEMP.
knop.
knop: Druk om de temperatuurinstelling te verhogen.
knop: Druk om de temperatuurinstelling te verlagen.
Instelbereik van de temperatuur:
AUTO ..............................18--30 °C
Koel/Droog ......................18--30 °C
Verwarmen ...................... 16--30 °C
De temperatuur kan niet worden ingesteld
tijdens de Ventilatiemodus (de temperatuur
verschijnt niet op het Display van de af-
standsbediening eenheid).
Het volledig display wordt 3 seconden later
opnieuw weergegeven.
De temperatuurinstelling moet als een standaard waarde
worden beschouwd en kan enigszins van de werkelijke kamer-
temperatuur verschillen.
Voorbeeld: Wanneer
ingesteld op KOELEN.
Voorbeeld: Wanneer
ingesteld op 26 °C.
De ventilatorsnelheid instellen
Druk op de “VENTILATIE” knop.
Telkens op de knop wordt gedrukt, wijzigt de
ventilatorsnelheid in de volgende volgorde:
AUTO HOOG
GEMIDDELD
LAAG
Het volledig display wordt 3 seconden later
opnieuw weergegeven.
Wanneer ingesteld op AUTO:
Verwarmen:
De ventilator is ingeschakeld om de
warme lucht zo optimaal mogelijk te la-
ten circuleren. De ventilator werkt echter
op een zeer lage snelheid wanneer de
temperatuur van de lucht die door de binneneenheid wordt
vrijgegeven laag is.
Koelen:
Naarmate de kamertemperatuur deze van de temperatuurin-
stelling nadert, neemt de snelheid van de ventilator af.
Ventileren:
De ventilator werkt op de lage ventilatorsnelheid.
De ventilator werkt op een zeer lage snelheid tijdens de Waak-
werking en aan het begin van de Verwarmingsmodus.
Om de werking te stoppen
Druk op de “START/STOP” knop.
Het WERKING-controlelampje (groen) dooft uit.
Over de werking van AUTO, WIJZIGINGEN
AUTO:
Als de AUTO WIJZIGING werking is geselecteerd, werkt de
ventilator gedurende 1 minuut aan een lage snelheid. De bin-
nenunit detecteert gedurende deze periode de kamertempe-
ratuur en selecteert vervolgens de gepaste werkingsmodus.
Kamertemperatuur is hoger dan de vastgestelde tempera-
tuur in de temperatuurinstelling Koelmodus of Droogmo-
dus
Kamertemperatuur is in de buurt van de vastgestelde
temperatuur in de temperatuurinstelling Bepaald door de
buitentemperatuur
Kamertemperatuur is lager dan de vastgestelde tempera-
tuur in de temperatuurinstelling Verwarmingsmodus
Vastgestelde
temperatuur in
de tempera-
tuurinstelling
Koelen of Drogen
Bepaald door de bui-
tentemperatuur
Verwarmen
Eenmaal de Airconditioner de temperatuur in uw kamer op
circa de temperatuurinstelling zal het de werking in de gaten
houden. In de Waakwerking modus werkt de ventilator op
een lage snelheid. Als de kamertemperatuur vervolgens
wijzigt, zal de airconditioner opnieuw de gepaste werking
(Verwarmen, Koelen) selecteren om de temperatuur opnieuw
op de temperatuurinstelling te brengen.
(Het bereik van de waakwerking is ±2°C, afhankelijk van de
temperartuurinstelling.)
Als u het niet eens bent met de modus die automatisch door
het apparaat wordt gekozen, selecteer zelf 1 werkingsmodus
(VERWARMEN, KOELEN, DROGEN, VENTILATOR).
Voorbeeld: Wanneer
ingesteld op AUTO.
Nl-4
Over de Werkingsmodus
Verwarmen:
Om uw kamer te verwarmen.
Wanneer de Verwarmingsmodus is geselecteerd, werkt de air-
conditioner circa 3 tot 5 minuten op een zeer lage ventilatorsnel-
heid, waarna het naar de geselecteerde ventilatorinstelling zal
overschakelen. Deze periode wordt gebruikt om de binneneen-
heid op te warmen voordat de volledige werking wordt gestart.
Als de kamertemperatuur zeer laag is, kan ijs op de bui-
teneenheid worden gevormd, wat tot lagere prestaties kan
leiden. Om het ijs te verwijderen zal het apparaat nu en dan
automatisch de ontdooicyclus openen. Tijdens de Automati-
sche Ontdooiwerking knippert het WERKING-controlelampje
(groen) en wordt de Verwarmingsmodus onderbroken.
Na het starten van de verwarmingsmodus kan het enige tijd
duren voordat de kamer warmer wordt.
Koelen:
Om uw kamer te koelen.
Drogen:
Om uw kamer tijdens het ontvochtigen langzaam te koelen.
Het is niet mogelijk om de kamer tijdens de Droogmodus te
verwarmen.
Tijdens de Droogmodus werkt het apparaat op de lage snel-
heid. Om de vochtigheidsgraad in de kamer aan te passen, zal
de ventilator van de binnenunit nu en dan stoppen met draai-
en. De ventilator kan tevens op een zeer lage snelheid draaien
wanneer de vochtigheidsgraad in de kamer wordt gewijzigd.
De ventilatorsnelheid kan niet handmatig worden gewijzigd
wanneer de Droogmodus is geselecteerd.
Ventileren:
Om de lucht door uw kamer te laten circuleren.
Tijdens de Verwarmingsmodus:
Stel de temperatuur in op een temperatuurinstelling die hoger is in dan
de huidige kamertemperatuur. De Verwarmingsmodus werkt niet als de
voora ngestelde temperatuur op een lagere waarde is ingesteld dan
de huidige kamertemperatuur.
Tijdens de Koel-/Droogmodus:
Stel de temperatuur in op een temperatuurinstelling die lager in dan de
huidige kamertemperatuur. De Koel- en Droogmodus werken niet als de
voora ngestelde temperatuur op een hogere waarde is ingesteld dan de
huidige kamertemperatuur (in de Koelmodus werkt enkel de ventilator).
Tijdens de Ventilatiemodus:
U kunt het apparaat niet gebruiken om uw kamer te verwarmen en te koelen.
TIJDKLOKMODUS
Voordat u de timer functie gebruikt, zorg dat de Afstandsbediening
eenheid op de juiste huidige tijd is ingesteld (Zie pagina 2).
Het gebruik van TIMER AAN of TIMER UIT
1
Druk op de “START/STOP” knop
(Als het apparaat reeds is ingeschakeld,
ga naar stap 2).
De ontvanger zijn WERKING controlelampje zal (groen)
oplichten.
2
Druk op de “TIMERMODUS” knop om de
timermodus UIT of AAN te selecteren.
Telkens op de knop wordt gedrukt, wijzigt de timerfunctie
in de volgende volgorde:

ANNULEREN
UIT
AAN
PROGRAMMA
(UIT AAN, UIT AAN)
De ontvanger zijn TIMER controlelampje zal (oranje)
branden.
3
Gebruik de “TIMER / TIMER ” knop
om de gewenste UIT tijd of AAN tijd aan
te passen.
Stel de tijd in wanneer de tijdweergave knippert (het knip-
peren blijft aanhouden gedurende circa 5 seconden).
knop: Druk om de tijd vooruit te zetten.
knop: Druk om de tijd achteruit te zetten.
Het volledig display wordt 5 seconden later opnieuw
weergegeven.
De Timer Annuleren
Gebruik de “TIMERMODUS” knop om “ANNULEREN” te selecteren.
De airconditioner keert terug naar de normale werking.
De timerinstellingen wijzigen
Voer stappen 2 en 3 uit.
Om de werking van de airconditioner te stoppen terwijl de
timer in werking is
Druk op de “START/STOP” knop.
Om de werkingsomstandigheden te wijzigen
Als u de werkingsomstandigheden (Modus, Ventilatorsnelheid, Tempe-
ratuurinstelling) wilt wijzigen; wacht na het instellen van de timer totdat
het volledig display opnieuw verschijnt en druk op de gepaste knoppen
om de gewenste werkingsomstandigheid in te stellen.
Het gebruik van de Programmatijdklok
1
Druk op de “START/STOP” knop
(Als het apparaat reeds is ingeschakeld,
ga naar stap 2).
De ontvanger zijn WERKING controlelampje zal (groen) branden.
2
Stel de gewenste tijden voor timer UIT
en timer AAN in.
Zie de paragraaf “Het gebruik van timer AAN of timer UIT”
om de gewenste modus en tijden in te stellen.
Het volledig display wordt 5 seconden later opnieuw
weergegeven.
De ontvanger zijn TIMER controlelampje zal (oranje) branden.
3
Druk op de knop ”TIMERMODUS” om de
Programmatijdklok te selecteren (UIT
AAN of UIT AAN zal verschijnen).
Het display geeft afwisselend “TIMER UIT” en “TIMER
AAN” weer en toont vervolgens de tijdinstellingen van de
werking die zich het eerst zal voordoen.
De programmatijdklok start met werken. (Als de timer
AAN als eerste werd geselecteerd, zal het apparaat nu
stoppen met werken.)
Het volledig display wordt 5 seconden later opnieuw
weergegeven.
De timer annuleren
Gebruik de “TIMERMODUS” knop om “ANNULEREN” te selecteren.
De airconditioner keert terug naar de normale werking.
De timerinstellingen wijzigen
1. Volg de instructies vermeld in paragraaf “Het gebruik van timer AAN
of UIT” om de timerinstelling die u wilt wijzigen te selecteren.
2. Druk op de “TIMERMODUS” knop om UIT AAN of UIT
AAN te selecteren.
Om de werking van de airconditioner te stoppen terwijl de
timer in werking is
Druk op de “START/STOP” knop.
Nl-5
Om de werkingsomstandigheden te wijzigen
Als u de werkingsomstandigheden (Modus, Ventilatorsnelheid, Tempe-
ratuurinstelling) wilt wijzigen; wacht na het instellen van de timer totdat
het volledig display opnieuw verschijnt en druk op de gepaste knoppen
om de gewenste werkingsomstandigheid in te stellen.
Over de Programmatijdklok
De Programmatijdklok maakt het mogelijk om deUIT timer en
AAN timer in één reeks te integreren. De reeks kan, binnen
een periode van 24 uur, 1 overgang van UIT timer naar AAN
timer, of van AAN timer naarUIT timer bevatten.
De timerfunctie die het eerst wordt ingeschakeld, is deze die
zich het dichtst bij de huidige tijd bevindt. De volgorde van
werking wordt aangegeven door de pijl in het display van de
afstandbediening (UIT AAN of AAN UIT).
Een voorbeeld van het gebruiken van de Programmatijdklok
is wanneer u de airconditioner automatisch wilt uitschakelen
(timer UIT) eenmaal u in slaap valt, en deze automatisch
opnieuw wilt inschakelen (timer AAN) ’s morgens voordat u
wakker wordt.
WERKING SLUIMERTIJDKLOK
In tegenstelling tot de andere timerfuncties wordt de SLUI-
MERKLOKTIJD gebruikt om de tijdsduur in te stellen voordat de
airconditioner wordt uitgeschakeld.
Het gebruik van de Sluimertijdklok
Terwijl de airconditioner werkt of gestopt is,
druk op de knop “ SLAAP “.
Het controlelampje (groen) van de ontvanger gaat bradnen en
het TIMER-controlelampje (oranje) brand.
De timerinstellingen wijzigen
Druk nogmaals op de “SLAAP” knop en stel
de tijd in met behulp van de “TIMER
/
TIMER ” knop.
knop: Druk om de tijd vooruit te zetten.
knop: Druk om de tijd achteruit te zetten.
Het volledig display wordt 5 seconden later opnieuw weerge-
geven.
De timer annuleren
Gebruik de “TIMERMODUS” knop om “ANNULEREN” te selecteren.
De airconditioner keert terug naar de normale werking.
De airconditioner tijdens de timerwerking uitschakelen:
Druk op de “START/STOP” knop.
Over de SLUIMER-timer
Om de kamer tijdens het slapen niet overmatig te verwarmen of
te koelen, past de Sluimertijdklok functie de temperatuurinstelling
automatisch aan naargelang de ingestelde tijdinstelling. De air-
conditioner wordt volledig uitgeschakeld wanneer de ingestelde
tijd verstreken is.
Gebaseerd op de temperatuur die ingesteld is met de afstands-
bediening, kan de temperatuur van de binnenunit een beetje
variëren. Hoewel in dit geval varieert de temperatuurindicatie
van de afstandsbediening niet omdat het de temperatuur blijft
aangeven als de sluimertimer werd ingesteld.
Tijdens de opwarming (binnenunit):
Als de Sluimertijdklok is ingesteld,
wordt de temperatuurinstelling
automatisch om de 30 minuten
met 1 °C verlaagd. Eenmaal de
thermostaat met 4 °C is verlaagd,
wordt deze temperatuurinstelling
gehandhaafd totdat de ingestelde
tijd verstreken is. De airconditioner
wordt vervolgens automatisch
uitgeschakeld.
Tijdens de koelen/drogen bewerking (binnenunit):
Als de SLUIMERTIJDKLOK
is ingesteld, wordt de tempe-
ratuurinstelling automatisch
elk uur met 1 °C verhoogd.
Eenmaal de thermostaat met
2 °C is verhoogd, wordt deze
temperatuurinstelling gehand-
haafd totdat de ingestelde tijd verstreken is. De airconditioner
wordt vervolgens automatisch uitgeschakeld.
BEDIENING HANDMATIG AUTO-
MATISCH
Gebruik de HANDMATIGE AUTO bediening bij verlies van de
afstandsbediening of als het niet beschikbaar is.
Hoe de besturing van de hoofdunit gebruiken
Druk op de “HANDMATIGE AUTO” knop op
het bedieningspaneel van de ontvanger.
Om de werking te stoppen, druk nogmaals op de “HANDMATIGE
AUTO” knop.
Als de airconditioner bedient wordt met de knop op de ontvanger, zal
het dezelfde modus uitvoeren als de AUTO-modus die op de afstand-
bediening is geselecteerd.
Echter, bij Multi-type airconditioner zal het Warmtepompmodel de
werkmodus van de andere binnenunit volgen.
De ventilatorsnelheid zal “AUTO” zijn en de temperatuur 24 °C.
ECO-STAND
Schakel de airconditioner werking eerst in voordat u deze pro-
cedure uitvoert.
De ECONOMY-werking gebruiken
Druk op de “ECONOMY” knop.
“ECO” verschijnt op het scherm van de afstandsbediening.
De Economy werking begint.
De ECONOMY-werking stoppen
Druk opnieuw op de “ECONOMY”knop.
“ECO” verdwijnt van het scherm van de afstandsbediening.
Normale werking begint.
Over de ECONOMY werking
De Economy werking kan ingesteld worden met de afstandsbediening.
De temperatuurinstelling wordt automatisch gecompenseerd na
een bepaalde tijd.
Gebaseerd op de temperatuur die ingesteld is met de afstands-
bediening, kan de temperatuur van de binnenunit een beetje
variëren. Hoewel in dit geval varieert de temperatuurindicatie
van de afstandsbediening niet omdat het de temperatuur blijft
aangeven als de ECONOMY werking werd ingesteld.
Sluimertijdklok instellen
2 °C
3 °C
4 °C
30
minuten
1 °C
1 uur
1 uur
30 minuten
Tijd instellen
Tijd instellen
1 uur
1 °C
2 °C
Sluimertijdklok instellen
Nl-6
Temperatuur opslaan
Ingestelde temperatuur om te koelen
Ingestelde temperatuur om te Verwarmen
Temperatuur opslaan
Min.
ECONOMY werking
Start
Koelmodus
Verwar-
mingsmodus
FILTER RESET
Reset het scherm dat het schema voor het reinigen van de lter
weergeeft wanneer de lter van de binnenunit gereinigd werd.
De FILTER RESET werking gebruiken
Druk op de “FILTER RESET” knop.
DE SIGNAALCODE VAN DE AF-
STANDSBEDIENING EENHEID
SELECTEREN
Wanneer er 2 of meer airconditioners in een kamer geïnstalleerd
zijn en de afstandsbediening bedient een andere airconditioner
dan deze die u wilt instellen, wijzig de aangepaste code van de
afstandsbediening om enkel de airconditioner die u wilt instellen
te bedienen (4 mogelijke selecties).
Wanneer er 2 of meer airconditioners in een kamer geïnstalleerd
zijn, neem contact op met geautoriseerd servicepersoneel om de
aangepaste codes voor elke airconditioner in te stellen.
DE SIGNAALCODE van de afstands-
bediening eenheid selecteren
Voer de volgende stappen uit om de signaalcode van de afstands-
bediening te selecteren. (Let erop dat de airconditioner geen
signaalcode kan ontvangen als deze niet op de overeenkomstige
aangepaste signaalcode is ingesteld.)
1
Druk op de “START/STOP” knop totdat
enkel de klok op het scherm van de af-
standsbediening wordt weergegeven.
2
Druk minstens 5 seconden
op de “MODUS” knop om
de huidige signaalcode
weer te geven (standaard
ingesteld op ) .
3
Druk op de “ SET TEMP. /
SET TEMP. ” knop om de
signaalcode te veranderen
tussen
. Koppel de code op
het scherm aan de signaalcode van de
airconditioner.
4
Druk nogmaals op de “MODUS” knop om
terug te keren naar de klokweergave. De
signaalcode wordt gewijzigd.
Als er na de weergave van de signaalcode binnen 30 seconden
geen enkele knop wordt ingedrukt, keert het systeem terug naar
de oorspronkelijke klokweergave. In dit geval, start opnieuw
vanaf stap 1.
De signaalcode van de airconditioner is voor het verzenden op
A ingesteld. Contacteer geautoriseerd servicepersoneel om de
signaalcode te wijzigen.
De afstandsbediening stelt de signaalcode opnieuw op A in
wanneer de batterijen worden vervangen. Als u een andere
signaalcode gebruikt dan A, stel dan de code opnieuw in na
het vervangen van de batterijen.
Als u de instelling van de signaalcode niet weet, probeer alle
signaalcodes (
) totdat u deze vindt die met de
airconditioner werkt.
BEDIENTIPS
De afstandsbediening kan niet beschikbaar zijn afhankelijk
van de functies, terwijl de lokale werking met een standaard
afstandsbediening, draadloze afstandsbediening inbegre-
pen, verboden is.
De weergave van de scherm van de indoorunit en deze unit
kunnen verschillen terwijl de indoorunit met de RC Verbods-
controle werkt.
Instructies i.v.m. Verwarmen (*) zijn alleen van toepassing
op het “WARMTEPOMPMODEL”.
*Verwarmingsprestaties
De airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe, waar-
bij warmte uit de buitenlucht wordt opgenomen en vervolgens
binnen wordt afgegeven. Hierdoor zijn de prestaties minder
goed wanneer de buitentemperatuur lager wordt. Als u vindt dt
de verwarmingsprestaties onvoldoende worden geproduceerd,
raden wij u aan deze airconditioner te gebruiken in combinatie
met andere verwarmingsapparatuur.
De verwarmingsmodus warmt de volledige ruimte op door de
lucht in de ruimte te laten circuleren. Na het inschakelen van
de warmtepomp-airconditioner kan het aldus enige tijd duren
voordat de kamer is verwarmd.
* Wanneer de binnen- en buitentempe-
raturen hoog zijn
Als zowel de binnen- als buitentemperatuur hoog zijn tijdens
het gebruik van de Verwarmingsmodus, kan het zijn dat de
ventilator van de buitenunit soms stopt.
Ventilatorsnelheid: AUTO
*Verwarmen:
De ventilator zal op een zeer lage snelheid werken wanneer
de temperatuur van de lucht die door de binnenunit wordt
vrijgegeven laag is.
Koelen:
Naarmate de kamertemperatuur deze van de temperatuurin-
stelling benadert, neemt de snelheid van de ventilator af.
Drogen:
De ventilator werkt op de lage ventilatorsnelheid.
Nl-7
* Microcomputer-gecontroleerde auto-
matische ontdooiing
Als de Verwarmingsmodus bij een lage buitentemperatuur en
hoge vochtigheid wordt gebruikt, kan er ijs op de buiteneenheid
worden gevormd waardoor de prestaties afnemen.
Om dit soort van verminderde prestatie te vermijden is deze
airconditioner uitgerust met een microcomputer-gestuurde
Automatische Ontdooiwerking. Als ijsvorming optreedt, zal de
airconditioner tijdelijk stoppen en zal het ontdooicircuit kort-
stondig werken (max. 4 tot 15 minuten).
Tijdens de Automatische Ontdooiwerking, knippert het WER-
KING controlelampje (groen).
Lage omgevingstemperatuur koeling
Als de buitentemperatuur zakt, kan de ventilator van de bui-
teneenheid overschakelen naar Lage Snelheid.
Warme start (voor Verwarmien)*
De binnenunit voorkomt koude tocht als de Verwarmingsmodus begint.
De ventilator van de binneneenheid zal niet werken of werken
tegen een heel lage snelheid totdat de warmtewisselaar de
ingestelde temperatuur bereikt.
Modus werking: AUTO
KOELMODEL
Als de kamertemperatuur hoger is dan de vastgestelde tem-
peratuur in de temperatuurinstelling, zal de modus wisselen
tussen Koelen en Drogen.
WARMTEPOMPMODEL
Automatische omschakeling
Als de AUTOMATISCHE OMSCHAKELING geselecteerd is, kiest
de airconditioner de gepaste werking (Koel- of Verwarmingsmo-
dus) afhankelijk van de huidige temperatuur in uw kamer.
Als de AUTOMATISCHE OMSCHAKELING geselecteerd is,
werkt de ventilator gedurende 1 minuut aan een lage snelheid
terwijl de unit de kamertemperatuur detecteert en de gepaste
werkingsmodus selecteert.
Kamertemperatuur is hoger dan de vastgestelde temperatuur
in de temperatuurinstelling Koelmodus of Droogmodus
Kamertemperatuur is in de buurt van de vastgestelde
temperatuur in de temperatuurinstelling Bepaald door de
buitentemperatuur
Kamertemperatuur is lager dan de vastgestelde temperatuur
in de temperatuurinstelling Verwarmingsmodus
Tijdens de Droogmodus moet de VENTILATOR op LAAG in-
gesteld worden voor een zacht koeleffect waarbij de ventilator
tijdelijk kan stoppen met draaien.
Vastgestelde
temperatuur in
de tempera-
tuurinstelling
Koelen of Drogen
Bepaald door de bui-
tentemperatuur
Verwarmen
Als de kamertemperatuur in de buurt is van de temperatuurin-
stelling, zal de airconditioner starten met de waakwerking.
Tijdens de waakwerking zal de ventilator op een zeer lage
snelheid werken. Als de kamertemperatuur vervolgens wijzigt,
zal de airconditioner opnieuw de gepaste werking (Verwarmen
of Koelen) selecteren om de temperatuur opnieuw op de tem-
peratuurinstelling te brengen. (Het bereik van de waakwerking
is ±2°C, afhankelijk van de temperartuurinstelling.)
Over de Werkingsmodus
*Verwarmen:
Om uw kamer te verwarmen.
Wanneer de Verwarmingsmodus is geselecteerd, werkt de
airconditioner circa 3 tot 5 minuten op een zeer lage ventila-
torsnelheid, waarna het naar de geselecteerde ventilatorin-
stelling zal overschakelen. Deze periode wordt gebruikt om
de binneneenheid op te warmen voordat de volledige werking
wordt gestart.
Als de kamertemperatuur zeer laag is, kan ijs op de bui-
teneenheid worden gevormd, wat tot lagere prestaties kan
leiden. Om het ijs te verwijderen zal het apparaat nu en dan
automatisch de ontdooicyclus openen. Tijdens de Automati-
sche Ontdooiwerking knippert het WERKING-controlelampje
(groen) en wordt de Verwarmingsmodus onderbroken.
Na het starten van de verwarmingsmodus kan het enige tijd
duren voordat de kamer warmer wordt.
Koelen:
Om uw kamer te koelen.
Drogen:
Om uw kamer tijdens het ontvochtigen langzaam te koelen.
Het is niet mogelijk om de kamer tijdens de Droogmodus te
verwarmen.
Tijdens de Droogmodus werkt het apparaat op de lage snel-
heid. Om de vochtigheidsgraad in de kamer aan te passen,
zal de ventilator van de binnenunit nu en dan stoppen met
draaien. De ventilator kan tevens op een zeer lage snelheid
draaien wanneer de vochtigheidsgraad in de kamer wordt
gewijzigd.
De ventilatorsnelheid kan niet handmatig worden gewijzigd
wanneer de Droogmodus is geselecteerd.
Ventileren:
Om de lucht door uw kamer te laten circuleren.
Tijdens de Verwarmingsmodus:
Stel de temperatuur in op een temperatuurinstelling die hoger is in dan
de huidige kamertemperatuur. De Verwarmingsmodus werkt niet als de
voora ngestelde temperatuur op een lagere waarde is ingesteld dan
de huidige kamertemperatuur.
Tijdens de Koel-/Droogmodus:
Stel de temperatuur in op een temperatuurinstelling die lager in dan de
huidige kamertemperatuur. De Koel- en Droogmodus werken niet als de
voora ngestelde temperatuur op een hogere waarde is ingesteld dan de
huidige kamertemperatuur (in de Koelmodus werkt enkel de ventilator).
Tijdens de Ventilatiemodus:
U kunt het apparaat niet gebruiken om uw kamer te verwarmen en te
koelen.
Automatische herstart
In geval van een stroomonderbreking
Mocht de stroomtoevoer naar de airconditioner onderbroken
worden door een stroomstoring, dan zal de airconditioner auto-
matisch herstarten in de eerder geselecteerde modus eenmaal
de stroom hersteld werd.
Als een stroomonderbreking tijdens de TIMERwerking optreedt,
wordt de timer opnieuw ingesteld en start (of stopt) de werking
op de nieuwe timer-instelling. In dit geval zal het TIMERcon-
trolelampje (oranje) knipperen.
Het gebruiken van elektrische apparaten (elektrisch scheerap-
paraat, etc.) in de buurt van de draadloze radiozender kan de
werking van de airconditioner verstoren. Als dit zich voordoet,
schakel de beveiligingsschakelaar tijdelijk uit, schakel opnieuw
in en gebruik de afstandsbediening eenheid om de werking te
hervatten.
Nl-8
PROBLEEMOPLOSSING
Instructies i.v.m. Verwarmen (*) zijn alleen van toepassing
op het “WARMTEPOMPMODEL”.
WAARSCHUWING
Bij een storing (verbrande geur, enz.), stop onmiddellijk de
werking, trek de stekker uit het stopcontact of zet de hoofd-
schakelaar uit en raadpleeg geautoriseerd servicepersoneel.
Enkel het uitzetten van de stroomschakelaar zal de unit niet vol-
ledig afkoppelen van de stroombron. Verzeker je er altijd van de
stroomschakelaar uit te schakelen of de stroomonderbreker af te
zetten om zeker te zijn dat de stroom volledig uitgeschakeld is.
Voordat u contact opneemt met een reparateur, voer de volgende
controles uit:
MORMALE WERKING
Werkt niet onmiddellijk:
Als het apparaat wordt gestopt en vervolgens onmiddellijk op-
nieuw wordt gestart, werkt de compressor niet gedurende 3
minuten om het doorbranden van de zekeringen te vermijden.
Wanneer de elektrische schakelaar wordt uitgeschakeld en
opnieuw wordt ingeschakeld, werkt het beveiligingscircuit
circa 3 minuten waardoor het apparaat gedurende die peri-
ode niet zal werken.
Er worden geluiden gehoord:
Gedurende de werking en direct na het uitschakelen van
het apparaat kan het geluid van water dat door de leidingen
stroomt te horen zijn. De eerste 2-3 minuten na het inscha-
kelen kunt u tevens geluid horen (het stromen van koel-
vloeistof).
Tijdens de werking kan een krakend geluid worden ge-
hoord. Dit is het resultaat van een minieme uitzetting en in-
krimping van het frontpaneel dat door een wijziging van de
temperatuur wordt veroorzaakt.
* Een sissend geluid kan occasioneel tijdens de Verwar-
mingswerking worden gehoord. Dit geluid wordt door het
Automatische Ontdooiwerking veroorzaakt. (Zie pagina 7)
Geuren:
De binneneenheid kan geuren afgeven. Deze geur wordt
veroorzaakt door kamergeuren (meubilair, tabak, etc.) , die
in de airconditioner gezogen worden.
Nevel of stoom komt vrij:
Een dunne nevel kan tijdens de Koelmodus of Droogmodus
door de binnenunit worden afgegeven. Dit wordt veroor-
zaakt door een plotselinge afkoeling van de kamerlucht
door de lucht die door de airconditioner wordt afgegeven,
wat tot condensatie en nevelvorming leidt.
* De ventilator van de buiteneenheid kan tijdens de Ver-
warmingsmodus stoppen en stoom kan uit het apparaat
opstijgen. Dit wordt door de Automatische Ontdooiwerking
veroorzaakt. (Zie pagina 7)
Luchtstroom is zwak of stopt:
*
Als de Verwarmingsmodus is ingeschakeld, draait de ventilator
op een zeer lage snelheid om de interne delen op te warmen.
* Tijdens de Verwarminsmodus zal de ventilator van de bin-
nenunit starten en stoppen als de kamertemperatuur boven
de ingestelde temperatuur gaat. Als u de kamer meer wilt
verwarmen, stel de temperatuur op een hogere instelling in.
* Tijdens de Verwarminsmodus zal de unit zal tijdelijk stoppen
met werken (tussen 4 en 15 minuten) wanneer de Automa-
tische Ontdooiingmodus werkt. Tijdens de Automatische
Ontdooiwerking, knippert het WERKING-controlelampje
(groen). (Zie pagina 7)
De ventilator kan op heel lage snelheid werken gedurende
de Droogmodus of wanneer het apparaat de kamertempe-
ratuur bewaakt.
In de AUTO modus werkt de ventilator op een zeer lage
snelheid.
Water stroomt uit de buiteneenheid:
* Tijdens de Verwarmingsmodus kan er water geproduceerd
worden door de buiteneenheid omwille van de Automati-
sche Ontdooiwerking. (Zie pagina 7)
Instructies i.v.m. Verwarmen (*) zijn alleen van toepassing
op het “Warmtepompmodel”.
NOG EEN KEER CONTROLEREN
Werkt helemaal niet:
Is de beveiligingsschakelaar uitgeschakeld?
Is er een stroomonderbreking?
Is de zekering doorgebrand of is de beveiligingsschakelaar
geactiveerd?
Slechte koel (of verwarmings) prestatie:
Is de timerfunctie actief? (Zie pagina 4 - 5)
Is de lucht lter vuil?
Is het luchtinlaatrooster of luchtuitlaatrooster verstopt?
Hebt u de kamertemperatuurinstellingen correct ingesteld?
Staat er een raam of deur open?
Is er tijdens de Koelwerking een raam dat fel zonlicht bin-
nenlaat? (Doe de gordijnen dicht.)
Tijdens de Koelmodus, bevinden er zich verwarmingstoe-
stellen, computers of te veel mensen in de kamer?
De unit werkt anders dan de instelling van de afstandsbe-
diening:
Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg? (Zie pagina 2)
Zijn de batterijen juist in de afstandsbediening geplaatst?
(Zie pagina 2)
Het signaal wordt niet ontvangen na het vervangen van de
batterijen van de afstandsbediening:
Gebruik je een andere signaalcode voor de airconditioner
dan signaalcode A? (Zie pagina 6)
Wanneer het probleem aanhoudt na al deze controles, of wanneer
je een verbrande geur waarneemt, of het TIMER-controlelampje
(oranje) en het WERKING-controlelampje (groen) knipperen,
stop de werking onmiddellijk, trek de stekker uit het stopcontact
en raadpleeg geautoriseerd servicepersoneel.
SPECIFICATIES
AFSTANDBEDIENING (DRAADLOOS TYPE)
MODEL
UTY-LNH
STROOM DC 3 V
AFMETINGEN EN
GEWICHT
HOOGTE 170 mm
BREEDTE 56 mm
DIEPTE 19 mm
GEWICHT 85 g (zonder batterijen)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Fujitsu UTY-LNHG Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor