Vent-Axia Sentinel Kinetic Advance Handleiding

Type
Handleiding
Copyright © 2018 Vent-Axia. Alle rechten voorbehouden.
Sentinel Kinetic Advance
WTW-UNIT
Installatie- en gebruikershandleiding
LEES DE BIJGELEVERDE DOCUMENTATIE VOOR
SPECIFIEKE INFORMATIE OVER UW UNIT.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES BIJ HET PRODUCT.
477866
LEES DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG DOOR VOOR
AANVANG VAN DE INSTALLATIE OF BEDIENING.
Referentienr.
Sentinel Kinetic Advance 250S 1004000127 / 8000000152
Sentinel Kinetic Advance 350S 1004000129 / 8000000154
Sentinel Kinetic Advance 250SX L 1004000131 / 8000000157
Sentinel Kinetic Advance 250SX R 1004000132 / 8000000156
Sentinel Kinetic Advance 350SX L 1004000133 / 8000000158
Sentinel Kinetic Advance 350SX R 1004000134 / 8000000159
Sentinel Kinetic Advance 250SX T R 8000000527
Sentinel Kinetic Advance 250SX T L 8000000528
Sentinel Kinetic Advance 350SX T R 8000000529
Sentinel Kinetic Advance 350SX T R 8000000530
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
2 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Installeer dit product niet in omgevingen waar de volgende omstandigheden aanwezig zijn of kunnen
optreden:
overmatige olie- of vetatmosfeer.
corrosieve of brandbare gassen, vloeistoffen of
dampen.
blootgesteld aan een directe waterstraal uit
slangen.
omgevingstemperaturen hoger dan 40°C en
lager dan -20°C.
mogelijke obstructies die toegang tot of
verwijdering van de ventilator kunnen
verhinderen.
Alle bekabeling moet in overeenstemming zijn met de huidige IEE- bekabelingsvoorschriften BS7671 of
gelijkwaardige normen in uw land. De installatie moet na montage worden geïnspecteerd en getest door
een hiervoor opgeleid persoon.
Controleer dat de stroomvoorziening (voltage, frequentie en fase) overeenkomt met het typeplaatje.
De unit moet voorzien zijn van een lokale tweepolige gezekerde stroomtak voorzien van een 3A zekering
met een minimale contactscheiding van 3mm. Bij installatie van een unit met een voorverwarmer, moet een
13A zekering worden gebruikt.
Deze units moeten worden geaard.
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden getroffen om het terugstromen van gas in het gebouw door het
open rookkanaal of andere toestellen die branden op gas of andere brandstoffen, te voorkomen.
Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
sensorische of geestelijke capaciteiten of die de ervaring of kennis daarvoor ontberen, tenzij ze onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen betreffende het gebruik van het apparaat van de persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Jonge kinderen moeten altijd onder toezicht staan om te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
De installateur is op locatie verantwoordelijk voor de installatie en elektrische verbindingen van het
sentinel-systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om te zorgen dat de apparatuur veilig
wordt geïnstalleerd. Hij mag pas vertrekken als alles mechanisch en elektrisch veilig is.
Alle regelgeving en vereisten moeten strikt worden nageleefd om gevaren voor het leven en van eigendom
te voorkomen, zowel tijdens als na de installatie en tijdens al het verdere onderhoud.
De condensafvoer van de unit moet worden verbonden met het afwateringssysteem van het gebouw.
Bij bepaalde toepassingen kan het nodig zijn geluidsdemping in te bouwen om het vereiste geluidsniveau
te behalen.
De unit mag niet direct op een wasdroger worden aangesloten.
De inlaat- en uitlaatkleppen moeten volledig worden geopend voor gebruikname.
De luchttoevoer moet van buiten het gebouw worden betrokken.
De unit moet tijdens gebruikname minimaal 5 minuten kunnen stabiliseren als wordt gewisseld tussen hoog
en normale snelheid.
Controleer dat de externe roosters van de unit minimaal 1500 mm uit elkaar zitten. Het afvoerrooster moet
minimaal 600 mm van de uitlaat van een rookkanaal verwijderd zijn. Het inlaatrooster moet minimaal 2000
mm van de uitlaat van een rookkanaal verwijderd zijn.
Installatie van dit product en bijbehorende kanalen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de
regelgeving voor huishoudelijke ventilatie.
Inhoud
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 3
Bediening en toezicht 4
Productbeschrijving ....................................................................... 4
De unit bedienen ........................................................................... 5
Touchscreen .................................................................................. 5
Bediening via Wi-Fi ........................................................................ 5
Gebruikersbesturing ...................................................................... 6
Instellingen en prestatie................................................................. 7
Samenvatting bedieningsschermen unit. .................................... 12
Samenvatting bedieningsschermen unit. .................................... 13
Onderhoud 14
Onderhoud filter ........................................................................... 14
Periodiek onderhoud ................................................................... 15
Reserveonderdelen ..................................................................... 16
Probleemoplossing 17
Een probleem vaststellen ............................................................ 17
Installatie 18
Overzicht ..................................................................................... 18
De unit aan een muur monteren .................................................. 19
De unit op een vloer monteren .................................................... 20
De unit aan de vloer monteren (alternatieve methode) ............... 21
Installatie verticale condensafvoer .............................................. 22
Kanalen bevestigen ..................................................................... 23
Elektrische installatie ................................................................... 24
Schakelaars en sensoren verbinden ........................................... 25
Voeding verbinden....................................................................... 27
Inbedrijfstelling 28
De unit starten ............................................................................. 28
Overzicht ..................................................................................... 28
Touchscreen bedieningseenheid ................................................ 28
Instellingen aanpassen ................................................................ 29
Samenvatting gebruikersschermen ............................................. 30
Installateursmenu -instellingen aanpassen ................................. 32
De unit via USB in gebruik nemen .............................................. 41
Accessoires 42
Accessoires ................................................................................. 42
Wi-Fi-ontvanger ........................................................................... 43
Print met 4 extra digitale (relais) ingangen. ................................. 46
Accessoire: uitbreiding print met 2x 230V ingangen ................... 47
Accessoire: uitbreiding print met 2x 0-10V ingangen .................. 49
Accessoire : Docking kit incl. 15m kabel ..................................... 51
Technische gegevens 53
Instellingen luchtvolumes ............................................................ 53
Vorstbescherming ........................................................................ 53
Zomer bypassmodus ................................................................... 54
Productafmetingen ...................................................................... 55
Reserveonderdelen ..................................................................... 56
Standaardinstellingen .................................................................. 57
Bediening en toezicht
4 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Bediening en toezicht
Productbeschrijving
Mechanische ventilatie met warmteterugwinning (wtw). Deze warmteterugwinunit is ontworpen voor
een energie-efficiënte ventilatie van woningen en voldoet aan de nieuwste Europese eisen.
De unit is ontworpen voor 24 uur continue afzuiging van muffe, vochtige lucht uit badkamers,toiletten,
bergingen, bijkeukens en keukens. Tijdens het afvoeren van binnenlucht, haalt de warmtewisselaar tot wel
93% van de warmte uit de afgevoerde lucht. Deze warmte wordt weer afgegeven aan de toevoerlucht die
naar de slaapkamers en woonruimte gaat. Hierdoor ontstaat een aanzienlijke energieterugwinning die de
stookkosten verlaagt en zorgt voor optimaal comfort.
Afbeelding 1: wtw-unit met condensafvoeraansluiting aan linker- en rechterkant.
Units met een voorverwarmer zijn in de fabriek voorgeconfigureerd, de aansluitrichting kan niet worden veranderd.
Linkerkant
Tuit
Filterlades
Bedieningspaneel
Afvoerlucht
naar buiten
woning
Afgevoerde
binnenlucht van
woning
Toevoerlucht
van buiten
Toevoerlucht
naar woning
Toevoerlucht
naar woning
Afgevoerde
binnenlucht
van woning
Naar
buitenlucht
Bevestig
condensafvoer
met waterslot aan
deze kant. Zie
pagina 22.
Bevestig condensafvoer met waterslot aan
deze kant.
Zie pagina 22.
Bevestig
condensdeksel
Toevoerlucht
van buiten
Bevestig
condensdeksel
Bediening en toezicht
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 5
De unit bedienen
De unit wordt bediend met een touchscreen, via Wi-Fi, geschakelde ingangen, of via een extern
gebouwenbeheersysteem.
Touchscreen
Het touchscreen zit aan de voorkant van de unit of is via een externe dockingset verbonden. De bedieningseenheid
biedt de gebruiker een interface voor inbedrijfstelling en toezicht. Het scherm is een drukgevoelig touchscreen met
led-achtergrondverlichting dat na 5 minuten automatisch uitschakelt om het stroomverbruik te verminderen. Om de
achtergrondverlichting te activeren moet het scherm worden aangeraakt.
Navigeer door de functies door op de symbolen te drukken, pas de instellingen aan
met behulp van de toetsen. Een symbool geeft aan dat er andere schermen zijn voor een
menu-optie Selecteer de optie op het touchscreen voor toegang tot het betreffende scherm.
Bediening via Wi-Fi
De Wi-Fi-controller is een plug & play-accessoire dat naast de bedieningsmodule zit. Hiermee heeft de gebruiker
direct toegang tot de configuratie, direct toezicht op en bediening van de wtw-unit met behulp van een smartphone
of tablet waarop de app vanuit de iTunes Store of Google Play is geïnstalleerd.
Gebruikersmodusknop
hoge stand
Statusbalk
Instellingen & prestatiebalk
Naar links scrollen
Naar rechts
scrollen
Bediening en toezicht
6 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Gebruikersbesturing
Startscherm gebruikersmenu
Het startscherm van het gebruikersmenu bestaat uit
een gebruikersmodusknop (fabrieksinstellingen zijn
HOOG en LAAG), een machinestatusbalk en een
instellingen/prestatiebalk.
Met de machinestatus gaat u door de
bedieningsmodus, zomer bypass-status en
vorstbeschermingsstatus.
Druk op instellingen/prestatie voor toegang tot deze
menu's.
Gebruikersmodus
Scroll door de vooraf gedefinieerde gebruikersmodi
(fabrieksinstellingen zijn HOOG en LAAG) met
behulp van de toetsen aan beide kanten
van de gebruikersmodusknop. Selecteer de
gewenste functie door in het midden van de knop te
drukken.
Als de gebruikersmodus is geselecteerd, selecteer
dan hoe lang u deze wil in werking laten treden
door op de gewenste optieknop op het scherm te
drukken.
De knop wordt wit en de gebruikersmodus gaat
knipperen. Er verschijnt een aftelklok die de
resterende looptijd voor de geselecteerde
gebruikersmodus aangeeft.
Door nogmaals op de gebruikersmodusknop te
drukken wordt de gebruikersmodus geannuleerd en
keert de unit terug naar de normale modus.
Bediening en toezicht
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 7
Instellingen en prestatie
Instellingen
Scroll door de instellingen met behulp van de &
toetsen, en klik op voor toegang tot taal,
datum, tijd, reset filter, scherminstellingen, zomer
bypass, planningsmodus, service telefoon,
installateursmenu & diagnose.
Looptijd in dagen en filtercheck zijn opgegeven
waarden en kunnen in deze sectie niet worden
aangepast.
Prestatie
Het prestatiemenu toont belangrijke prestatie-
indicatoren zoals teruggewonnen temperatuur en
geschat stroomverbruik.
Scroll met behulp van de & toetsen door de
lijst en selecteer de gewenste parameter.
Druk op de gewenste optie om alle
prestatietemperaturen in Celsius of Fahrenheit
weer te geven.
Datum
Verander de datum met behulp van de /
toetsen op het scherm.
Bediening en toezicht
8 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Tijd
Verander de tijd met behulp van de / toetsen
op het scherm.
Opmerking: Er wordt een 24-uurs tijdsaanduiding
gebruikt.
Reinig/vervang filter
Na onderhoud aan of vervangen van de filters kan
de filtertimer worden gereset door op NU te
drukken.
Druk op LATER om terug te keren naar het
instellingenmenu.
Display instellingen
Verander de helderheid van het touchscreen via de
/ toetsen.
Zomerbypass
Zie pagina 9 voor een volledige beschrijving van de
zomerbypass-modus en -functies.
Selecteer de gewenste bypass-modus.
De instelling voor binnentemperatuur is de
maximale gewenste kamertemperatuur. Deze moet
3° boven de temperatuur van de centrale
verwarming worden ingesteld.
Verander de binnentemperatuur met behulp van de
/ toetsen op het scherm.
Bediening en toezicht
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 9
De buitentemperatuur is de minimale
luchttemperatuur toegestaan door de bypass.
Hiermee wordt koude tocht vermeden.
Verander de buitentemperatuur met behulp van de
/ toetsen op het scherm.
Dit is de modus waarin de bypass staat na
activering.
De instelling Hoog wordt geadviseerd voor
avondkoeling en nachtkoeling
Scroll met behulp van de & toetsen door de
instellingen en selecteer de Ga naar-modus.
Opmerking: Het aantal beschikbare modi kan
afwijken van de getoonde afbeelding, afhankelijk
van de bypass-instelling en de ingestelde modi in
het installatieproces.
Instellen programma
Gebruik een schema voor het instellen van een
modus (luchtstroominstelling) voor een
vastgestelde, herhaalde periode. Stel bijvoorbeeld
elke ochtend tussen 7:00 en 8:00 uur Hoog-modus
in als u het ontbijt klaarmaakt.
Selecteer het schema om de instellingen te zien.
Scroll met behulp van de & toetsen door de
instellingen en selecteer de Ga naar-modus voor
elk schema.
Bediening en toezicht
10 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Scroll met behulp van de & toetsen door de
dagen van de week en selecteer de dagen die in
het schema moeten worden opgenomen.
Met behulp van de / toetsen kunt u de start-
en eindtijd voor elke dag aanpassen.
Stille uren
De modus Stille uren is handig om een
snelheids/stromingsbeperking in te stellen op de
unit om 's nachts ongewenste geluiden te
voorkomen.
Wanneer Stille uren is geactiveerd, versnelt de unit
niet boven de ingestelde Maximum modus. Stille
uren kan zo worden ingesteld dat deze op
specifieke dagen en tijden wordt herhaald.
Service nummer
De installateur kan het service telefoonnummer
invoeren. Dit moet worden gebruikt wanneer de unit
een storing aangeeft of om routine-onderhoud voor
de unit te plannen.
Installateursmenu
Voer de vergrendelcode in met behulp van de /
toetsen voor toegang tot het Installateursmenu .
Opmerking: de vergrendelcode wordt door de
installateur ingesteld en instellingen achter deze
code mogen alleen worden benaderd en gewijzigd
door een gekwalificeerde installateur.
Bediening en toezicht
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 11
Diagnose
Scroll met behulp van de & toetsen door de
diagnoselijst voor toegang tot de volgende
informatie. Regeling luchtvolume, dagen in werking,
filter nazicht, onderhoudesinterval, bypass,
berekend verbruik, bypass, berekend verbruik,
debieten, overzicht prints, status inputs, status
outputs, WiFi status en USB-status.
Opmerking: Optionele upgrades kunnen nodig zijn
om alle informatie te zien.
Bediening en toezicht
12 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Samenvatting bedieningsschermen unit.
De volgende bedieningsschermen van de unit zijn beschikbaar voor dagelijkse bediening van en toezicht op de unit. De
kleur en het uiterlijk kunnen anders zijn dan hieronder te zien, afhankelijk van de versie van de unit en de regio.
Bekijk de volgende
pagina voor een
uitvergrote versie van de
beschikbare schermen in
deze sectie.
Bediening en toezicht
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 13
Samenvatting bedieningsschermen unit.
De volgende bedieningsschermen zijn beschikbaar in de instelling/prestatiesectie. De kleur en het uiterlijk kunnen anders
zijn dan hieronder te zien, afhankelijk van de versie van de unit en de regio.
Onderhoud
14 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Onderhoud
Onderhoud filter
Warmteterugwinunits moeten regelmatig onderhouden worden.
Deze unit is zo ontworpen dat toegang voor onderhoud eenvoudig is.
De unit geeft de melding weer " onderhoud
vereist ". Dit is een herinnering om te
zorgen dat de filters niet zo vuil worden dat
ze de luchtstroom blokkeren of vuil
doorlaten. Hoe snel de filters vuil worden
hangt sterk af van de omgeving en de
activiteiten in het gebouw.
Zie pagina 47 voor een lijst met
reservefilters.
1. Open de filterlades door met een vinger
de plaat omhoog te drukken en de lade
eruit te trekken.
2. Elk filter eruit tillen en voorzichtig
reinigen door voorzichtig te kloppen of te
stofzuigen indien nodig.
3. Filters vervangen.
4. Sluit hierna de filterlades en zorg er
daarbij voor dat de grendels weer in de
sluitpositie klikken.
5. Na onderhoud aan de filters kan de
filtertimer worden gereset. Ga via
Instellingen/Prestatie naar Reinig/Vervang
filter en druk op NU.
Onderhoud
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 15
Periodiek onderhoud
WAARSCHUWING
DE VENTILATOR EN AANVERWANTE REGELAPPARATUUR MOET TIJDENS ONDERHOUD VAN DE
VOEDING WORDEN GESCHEIDEN.
Ventilatorfilters
Controleer de ventilatorfilters zoals op de
vorige pagina staat beschreven.
Warmtewisselaarcel
Stap 1: Verwijder de buitenste cover door
op de lipjes aan de zijkant van de
bedieningsmodule te drukken en de cover
vanaf de onderhoek naar voren te tillen.
Stap 2: Verwijder de binnendeur door de
vier bevestigingsschroeven te verwijderen.
Stap 3: Schuif de warmtewisselaar uit de
unit.
Stap 4: Was de buitenste coverplaat en de
warmtewisselaar in warm water en een mild
en een mild reinigingsmiddel. Daarna
grondig drogen.
OPMERKING: Zorg dat er geen water bij
de elektrische onderdelen en bekabeling
in de unit komt.
Motoren
Controleer de motoren op opgehoopt stof
en vuil op de waaiers, dit kan leiden tot
onbalans en het geluidsniveau verhogen.
Stofzuigen of reinigen indien nodig.
Condensafvoer
Controleer of de buis van de condensafvoer
goed vastzit en schoon is. Indien nodig
schoonmaken. Controleer of het waterslot
volledig gevuld is met water.
Bevestigingen
Controleer of alle bevestigingen van de unit
en de wandmontage goed vast zitten.
Indien nodig opnieuw vastdraaien.
Onderhoud
16 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Reserveonderdelen
De volgende reserveonderdelen kunnen worden besteld:
Onderdeelnr.
Omschrijving
BE 5504000523
NL 8000000246
Hoofdvoedingsbord 250S
BE 5504000575
NL 8000000494
Hoofdvoedingsbord 350S
BE 5504000529
NL 8000000711
Hoofdvoedingsbord 250SX L
BE 5504000531
NL 8000000712
Hoofdvoedingsbord 250SX R
BE 5504000563
NL 8000000713
Hoofdvoedingsbord 350SX L
BE 5504000564
NL 8000000714
Hoofdvoedingsbord 350SX R
BE 5504000701
NL 8000000715
Hoofdvoedingsbord 250SX T R
BE 5504000702
NL 8000000716
Hoofdvoedingsbord 250SX T L
BE 5504000703
NL 8000000717
Hoofdvoedingsbord 350SX T R
BE 5504000704
NL 8000000718
Hoofdvoedingsbord 350SX T L
BE 5504000524
NL 8000000247
Bedieningsmodule
BE 5501000289
NL 8000000201
Filters G4, set van 2
BE 5501000290
NL 8000000202
Filters M5, set van 2
BE 5501000291
NL 8000000203
Filters F7, set van 2
BE 5504000525
NL 8000000248
Motorslakkenhuis
BE 5504000526
NL 8000000249
Zomer bypass-motor
BE 5504000527
NL 8000000250
Temperatuur/vochtigheidssensor T1 (rechts)
BE 5504000530
NL 8000000252
Temperatuur/vochtigheidssensor T2 (links)
BE 5504000528
NL 8000000251
Temperatuur/vochtigheidssensor T3 (links)
BE 5504000532
NL 8000000253
Temperatuur/vochtigheidssensor T4 (rechts)
BE 5504000533
NL 8000000254
Constant volume- + schone filterdruksensoren PCBA
Tabel 3: Reserveonderdelen
Probleemoplossing
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 17
Probleemoplossing
Een probleem vaststellen
Indien een probleem optreedt, de storing oplossen volgens:
Waarschuwingscode die op de bedieningseenheid wordt getoond.
Een waarschuwingscode is een advies en stopt de werking van de unit niet direct.
Foutcode die op de bedieningseenheid wordt getoond.
Storingsled indien aangesloten.
Indien er geen indicaties worden getoond, los het probleem dan op volgens de symptomen zoals in de
volgende tabellen beschreven.
Service/storingscodescherm
Nadat een storing is opgetreden wordt een
storingscode getoond. Maak een notitie van de
storingscode voor het melden van de storing.
Neem voor hulp contact op met de serviceaanbieder en meldt de foutcode en het serienummer van het
product. Dit is aan de achterkant voor de voorste coverplaat te vinden.
Houd er rekening mee dat de storingscode pas wordt getoond nadat de storing 3 minuten duurt.
De volgende storingscodes kunnen worden getoond.
Indien er meerdere storingen zijn, worden meerdere storingscodes getoond.
Bijvoorbeeld: Code 03 geeft aan dat de ventilatoren zowel rechts als links niet draaien.
Code
Probleem
01
Storing ventilator links
02
Storing ventilator rechts
04
Storing temperatuursensor links
08
Storing temperatuursensor rechts
16
Storing temperatuursensor midden links
32
Storing temperatuursensor midden rechts
64
Storing temp./vochtsensor midden links
128
Storing temp./vochtsensor midden rechts
Tabel 4: Storingscodes
Installatie
18 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Installatie
Overzicht
Voor installatie van de unit
Wij raden installateurs aan alle stroom- en sensorkabels aan te sluiten voor de wtw-unit op zijn plaats
wordt gemonteerd, net als aansluitingen voor interne accessoires. Hierbij moet ongeveer 500 mm
ruimte worden gelaten voor interne routing.
De unit inspecteren
Wanneer de unit wordt geleverd altijd controleren of alle onderdelen aanwezig zijn. Controleer de unit op
transportschade. Neem bij twijfel contact op met de klantenservice. Elke doos bevat een warmteterugwinunit,
een muurbeugel, en een toebehorenpakket met verschillende installatie accessoires en productinformatie.
Installatie unit
Installatie moet door een hiervoor opgeleid persoon worden uitgevoerd.
Indien de unit aan een muur wordt gemonteerd, moet de muur voldoende sterk zijn om de unit te dragen.
De unit kan ook op de vloer worden gemonteerd, zowel direct op de vloer of op standaard poten (niet
meegeleverd). Zorg dat de unit rechtop wordt gemonteerd.
Gebruik de unit niet als ondersteuning voor andere apparatuur.
Ruimte voor service
Rondom de unit moet ruimte voor reiniging en service worden vrijgehouden, hieronder worden de minimale
afstanden aangegeven. Het waterslot van de condensafvoer is leidend voor de benodigde ruimte onder de unit.
Het kan zijn dat deze groter moet zijn dan de minimaal aangegeven afstand.
Selecteer configuratie unit
De unit kan zowel links als rechts (standaard) worden geconfigureerd, zie pagina 5 voor de configuratie van de
luchtzijdige aansluitingen. Gebruik de linkse condensafvoer voor de linkshandige configuratie, de rechter afvoer
voor de rechtshandige configuratie. Indien de unit voorzien is van een voorverwarmer is de configuratie al
fabriek ingesteld en kan hij niet worden gewijzigd.
Installatie
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 19
De unit aan een muur monteren
Stap 1: Markeer de positie van de muurbeugel
met behulp van de getoonde afmetingen.
Onthoud de positie van de bovenkant van de
unit in relatie tot de muurbeugel. Zorg dat de
beugel waterpas hangt.
Stap 2: Bevestig de muurbeugel aan de muur
met behulp van de passende bevestigingen.
Stap 3: Til de unit op en plaats de twee haken
aan de achterkant op de muurbeugel.
Stap 4: Zorg dat de onderkant van de unit
horizontaal in de beide beide assen zit met
behulp van de twee verstelknoppen aan de
onderkant. Vergrendel de verstelknoppen in de
juiste positie met de twee M6-moeren.
BOVENKANT UNIT
Installatie
20 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
De unit op een vloer monteren
Stap 1: De unit heeft aan de onderkant
bevestigingsopeningen van 44 x 12 mm,
passend voor M6 schroeven. Boor
openingen voor in een plank volgens
getoonde afmetingen en maak 2 openingen
met een minimale diameter van 105 mm
voor de condensafvoer.
Stap 2: Bevestig de plank aan de onderkant
van de unit met passende installatie
accessoires.
Opmerking: Zorg dat alle andere bekabeling
(bijv. sensor, bedieningskabels, etc.) door de
twee kabelvoorzieningen zijn gevoerd voor
de plank wordt bevestigd.
De plank kan dan op de dwarsbalken,
vloerbalken of dergelijke worden bevestigd.
Vent-Axia raadt aan indien mogelijk de
muurbeugel te gebruiken in combinatie met
vloermontage om omvallen van de unit te
voorkomen.
Stap 3: Markeer de positie van de
muurbeugel met behulp van de getoonde
afmetingen. Onthoud de positie van de
bovenkant van de unit in relatie tot de
muurbeugel. Zorg dat de muurbeuge parallel
met de vloer staat.
Stap 4: Bevestig de muurbeugel aan de
muur met behulp van de passende
bevestigingen. (Zoals getoond op pagina 19)
Stap 5: Til de unit op en bevestig door
middel van de twee haken aan de
achterkant van de unit op de muurbeugel
voordat de unit aan de vloer wordt
bevestigd. (Zoals getoond op pagina 19)
7
BEVESTIGINGSGATEN
ONDERKANT
BOVENKANT UNIT
Installatie
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 21
De unit aan de vloer monteren (alternatieve methode)
Stap 1: De unit heeft aan de onderkant
bevestigingsgaten van 44 x 12 mm,
passend voor M6 schroeven.
Stap 2: Bevestig de door u gekozen
steunvoeten aan de onderkant van de
unit met passende installatie
accessoires
Stap 3: Stel de gekozen steunvoeten zo
in dat de onderkant horizontaal is.
Het wordt aangeraden indien mogelijk
de muurbeugel te gebruiken in
combinatie met vloermontage om
omkiepen van de unit te voorkomen.
Stap 4: Markeer de positie van de
muurbeugel met behulp van de
getoonde afmetingen. Onthoud de
positie van de bovenkant van de unit in
relatie tot de muurbeugel. Zorg dat de
houder parallel met de vloer staat.
Stap 5: Bevestig de muurbeugel aan de
muur met behulp van de passende
bevestigingen. (Zoals getoond op
pagina 19)
Stap 6: Til de unit op en plaats de twee
haken aan de achterkant op de
muurbeugel voordat de unit aan de
vloer wordt bevestigd. (Zoals getoond
op pagina 19)
7
BOVENKANT EENHEID
BEVESTIGINGSGATEN
ONDERKANT
Installatie
22 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Installatie verticale condensafvoer
Opmerking
Tussen de unit en de rest van het afvalsysteem moet een waterslot worden ingebouwd met een
afdichting van 60 mm.
De condensafvoer is compatibel met standaard 22 mm kunststof verlijmde fittingen en 32 mm
afvoerbuisfittingen.
De afvoerbuizen moeten een helling van minimaal 3 graden hebben om het water op een natuurlijke
manier van de unit af te voeren.
Op locaties met vorstgevaar moeten afvoerleidingen worden geïsoleerd om bevriezing te voorkomen.
Indien niet geïsoleerd kan dit schade aan de unit en de omgeving veroorzaken.
De afbeeldingen in deze handleiding tonen een rechtse oriëntatie.
Indien de unit links is geconfigureerd, moet de afvoer aan de linkerkant worden aangebracht met
een afsluitdop aan de rechterkant.
22 mm afvoerbuis
Lijm een klein stuk plastic afvoerbuis van 22mm
aan de rechtse condensafvoer.
Plaats de passende verbindingsstukken voor uw
installatie. Gebruik een demontabele koppeling om
op de unit aan te sluiten.
Plaats een waterslot met een afdichting van
minimaal 60 mm.
Plaats de meegeleverde afsluitdop aan de
passende kant van de unit, afhankelijk van de
configuratie , zie pagina 4. Zorg dat de rubber
dichting aan de binnenkant van de afsluitdop is
geplaatst.
32 mm afvoerbuis
Plaats de passende verbindingsstukken voor uw
installatie aan de (rechtshandige) condensafvoer.
Plaats een waterslot met een afdichting van minimaal
60 mm om de unit te sluiten.
Plaats de meegeleverde afsluitdop aan de passende
kant van de unit, afhankelijk van de gekozen kant voor
de unit, zie pagina 4. Zorg dat de rubber dichting aan
de binnenkant van de afsluitdop is geplaatst.
Installatie
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 23
Kanalen bevestigen
1. Tijdens het verbinden van luchtkanalen
altijd een kort stuk geïsoleerd, flexibel
kanaal van maximaal 150 mm lang
gebruiken die maximaal is uitgerokken.
2. Maak de kanalen goed vast aan de tuiten
met behulp van klembanden of nylon
strips.
3. Isoleer alle kanalen die door een
onverwarmde ruimte lopen om
warmteverlies of oppervlaktecondensatie
te voorkomen.
4. Isoleer alle kanalen naar en van buiten.
Alle kanalen moeten overeenkomstig de
regelgeving voor huishoudelijke ventilatie
worden geïnstalleerd
Installatie
24 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Elektrische installatie
WAARSCHUWING
CONTROLEER DAT DE STROOMVOORZIENING EN ELEKTRISCHE BEDIENINGEN ZIJN
LOSGEKOPPELD VAN DE STROOMVOORZIENING VOOR DE COVERPLAAT WORDT
VERWIJDERD
Stap 1: Verwijder de buitenste cover door op
de lipjes aan de zijkant van de
bedieningsmodule te drukken en de
coverplaat vanaf de onderkant naar voor te
tillen.
Stap 2: Verwijder de bedieningsmodule door
deze naar boven te schuiven, weg van de unit.
Stap 3: Verwijder de beide schroeven aan de
zijkanten van het toegangspaneel. Til het
paneel naar voren toe om het uit de onderrand
te verwijderen.
Opmerking: Het toegangspaneel is aan de
linkerkant vastgemaakt.
Opmerking: Alle printplaten zijn ESD-
gevoelig. Controleer altijd dat de juiste ESD-
bescherming wordt gebruikt (bij. geleider,
polsbanden en antistatische matten).
Stap 4: Duw het vergrendelingslipje weg van
de printplaat en schuif het naar buiten toe voor
toegang tot de klemmen.
Opmerking: De printplaat vergrendeld
opnieuw na 60mm.
Installatie
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 25
Schakelaars en sensoren verbinden
De unit kan naar hoog worden geschakeld door de LS-ingang van 230V spanning te
voorzien.
Opmerking: Andere optionele schakelaars of sensoren kunnen worden aangesloten op de ingangen
op de printplaat
Volgens de regels van goed vakmanschap mogen er geen sensoren, voedingskabels of spanningsloze
kabels binnen een afstand van 50 mm van andere elektrische leidingen, of in dezelfde kabelgoot van
andere elektrische leidingen worden geplaatst.
Verbind schakelaars of sensoren die nodig zijn voor de bediening van de unit door deze op de klemmen aan
de onderkant van de bedieningseenheid te verbinden, zoals getoond in tabel 1 op de volgende pagina. Neem
indien nodig contact op met uw distributeur voor de bekabeling of informatie over accessoires en sensoren.
Wanneer externe bedieningen worden aangesloten, moeten alle kabels in de twee kabelvoorzieningen aan de
onderkant van de unit worden geplaatst, zoals hieronder getoond.
Afbeelding 4: kabelvoorzieningen
Installatie
26 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Klemnr.
Naam
Omschrijving
REMOTE
Externe schakelaar
Klemmen voor het verbinden van een externe bediening.
SWI
Schakelcontact
Spanningsloos contact voor schakelaar tussen + en - klemmen
LED
Rode led-uitgang
Een 5V-LED uitgang tussen de + en - klemmen waarmee een
storing in de unit op afstand kan worden aangegeven. Zie het
bedieningspaneel voor storingscode (zie
Service/storingscodescherm op pagina 17). Kan ook worden
gebruikt voor een verbinding met een GBS.
DIAG
Diagnose
Diagnose ingang
USB
USB
USB ingang voor indienststelling
LS1
Fasedraad
(lichtschakelaar)
220-240 V AC, 50 Hz
NS1
Nuldraad
(lichtschakelaar)
220-240 V AC, 50 Hz
L
Fasedraad (bruin)
220-240 V AC, 50 Hz
N
Nuldraad (blauw)
220-240 V AC, 50 Hz
AARDING
Aarding (geel-groen)
Aarding
Tabel 1: Aansluitklemmen
Installatie
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 27
Voeding verbinden
WAARSCHUWINGEN
1. NETSPANNING (220-240 V/AC) AANWEZIG IN DEZE APPARATUUR, KAN LEIDEN TOT DE
DOOD OF ERNSTIG LETSEL DOOR ELEKTRISCHE SCHOK. ALLEEN EEN HIERVOOR OPGELEID
PERSOON MAG DE VOEDING AAN DEZE UNIT AANSLUITEN.
2. DEZE UNIT MOET CORRECT WORDEN GEAARD.
Deze unit is ontworpen voor aansluiting op een enkelfasige wisselstroombron (220-240 V/AC).
Aan de binnenkant van de unit is 1,5 m kabel verbonden voor aansluiting op aan een
isolatieschakelaar.
Voor het verbinden van de voeding:
Controleer of de stroomvoorziening is uitgeschakeld.
Een kant van de meegeleverde stroomkabel is al met de unit verbonden, zoals hierboven getoond.
Verbind het andere einde van de kabel met het afgezekerde stroomnet .
Gebruik kabelklemmen om de kabel naar behoren vast te maken.
Een boost- (licht-) schakelaar koppelen
Een voedingskabel (LS1) kan worden gebruikt om de luchtstroom een hoog te geven als het licht aan
gaat, bijvoorbeeld in de badkamer of keuken.
Indien voeding van de unit en de LS1-verbinding op eenzelfde circuit zitten, moet een brugje tussen N
en NS1 worden aangebracht .
Een boost- (licht-) schakelaar verbinden vanaf een ander circuit
Indien de voeding voor de LS-aansluiting en de voeding van de unit gescheiden zijn, moeten de
aansluitingen LS1 en NS2 samen op een gelijk circuit worden aangebracht. LS1 en NS1 zijn via een
ingebouwde isolator met de unit verbonden, vandaar dat een apart scheidingsrelais niet nodig is. Zorg
dat NS1 steeds gescheiden is van de N-klem.
.
Gebruik
28 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Inbedrijfstelling
De unit starten
Aanzetten
De unit aanzetten:
1. Zet de stroom aan.
2. Hierna starten de ventilatormotoren en de bedieningseenheid toont het opstartscherm zoals
beschreven op pagina 29.
N.B. Als u werken of nazicht wilt uitvoeren aan de binnenzijde van de unit, verbreek dan eerst de
netspanning voor u de coverplaat verwijderd.
Uitzetten
De unit uitzetten:
1. Zet de stroom uit.
Overzicht
De instructies in deze sectie zijn bedoeld als informatie voor gebruik en bediening van de unit. Bij
problemen moet Een probleem vaststellen op pagina 17 worden geraadpleegd.
Volg de regels van goed vakmanschap bij het in gebruik nemen van de unit. Zorg dat het systeem in
overeenstemming met de voorschriften van de ontwerperde intentie van de ontwerper wordt geïnstalleerd,
neem akoestische maatregelen, bekabeling, zorg dat alle verbindingen luchtdicht zijn, alle leidingen goed
ondersteund zijn, bochten zo vaak mogelijk vermeden worden, en dat alle ventilatierooster zo open
mogelijk zijn bij aanvang van het installatieproces.
Touchscreen bedieningseenheid
Het touchscreen zit aan de voorkant van de unit of is via een externe dockingset verbonden. De
bedieningseenheid biedt de gebruiker een interface voor gebruik en toezicht. Het scherm is een
drukgevoelig touchscreen met led-achtergrondverlichting dat na 5 minuten automatisch uitschakelt om het
stroomverbruik te verminderen. Om de achtergrondverlichting te activeren moet het scherm worden
aangeraakt.
Navigeer door de functies door op de symbolen te drukken, pas de instellingen aan
met behulp van de toetsen. Een symbool geeft aan dat er andere schermen zijn voor een
menu-optie. Selecteer de optie op het touchscreen voor toegang tot het betreffende scherm.
Gebruikersmodusknop
(hoog)
Statusbalk
Instellingen & prestatiebalk
Naar links scrollen
Naar rechts
scrollen
Gebruik
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 29
Instellingen aanpassen
Indien de instellingen na installatie moeten worden aangepast, is toegang tot het installateursmenu mogelijk via
onderstaande stappen.
Startscherm
Elke keer dat de unit wordt aangezet, verschijnt het
startscherm terwijl de software wordt geladen. Het scherm
toont de displayversie.
Er verschijnt een snelstartmenu wanneer de unit de eerste
keer opstart.
Startscherm gebruikersmenu
Het startscherm van het gebruikersmenu bestaat uit een
gebruikersmodusknop (LAAG, HOOG), een
machinestatusbalk en een instellingen/prestatiebalk.
De statusbalk geeft u de bedieningsmodus, de status van de
zomerbypass en de status van de vorstbescherming weer.
Druk op instellingen/prestatie voor toegang tot de menu's.
Scroll met de toetsen aan de onderkant van het
scherm naar beneden naar het Installateursmenu'.
Voer de 4-cijferige code in met behulp van de / toetsen
voor toegang tot het Installateursmenu. Standaard staat de
code op 0000, deze kan in het menu Instellingen aanpassen
worden veranderd.
Druk op voor toegang tot het Installateursmenu
Druk op voor om terug te keren naar het instellingenmenu
Druk op 'Instellingen aanpassen' voor toegang tot de
installateursmenu schermen.
Gebruik
30 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Samenvatting ingebruiksnameschermen
Op de volgende pagina's worden alle beschikbare instellingen van het Installateursmenu getoond.
Onthoud dat sommige instellingen misschien niet beschikbaar zijn of in een andere volgorde kunnen staan
door de configuratie van uw toestel. Er verschijnt een snelstartmenu wanneer de unit de eerste keer
opstart.
Gebruik
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 31
Gebruik
32 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Installateursmenu -instellingen aanpassen
Land
Selecteer land Hierdoor worden alle vooraf
bepaalde nationale standaardparameters geladen
voor volgende schermen.
Taal
Selecteer taal De taalkeuze heeft geen invloed
op de landkeuze.
USB-instellingen laden
Instellingen kunnen via een USB-ingang
automatisch op de unit worden geladen.
Opmerking: Deze optie wordt alleen in het
Snelstart-menu getoond. Toegang tot dit scherm
kan via de functie ‘terug naar fabrieksinstellingen
worden gekregen.
Datum
De datum is tijdens productie ingesteld, maar kan
indien nodig worden gewijzigd via de /
toetsen op het scherm.
Tijd
De tijd is tijdens productie ingesteld, maar kan
indien nodig worden gewijzigd via de /
toetsen op het scherm.
Opmerking: Er wordt een 24-uurs tijdsaanduiding
gebruikt.
Gebruik
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 33
Toestel oriëntatie
Selecteer de oriëntatie van de unit afhankelijk van
de configuratie van de installatie.
units met een voorverwarmer zijn tijdens productie
voorgeconfigureerd en kunnen niet worden
veranderd.
Zie pagina 18 voor een beschrijving van de
oriëntatie van de unit. Druk op om te
bewaren en terug te keren naar het
Installateursmenu.
Filter nazicht
Selecteer het tijdsinterval voor het nazicht van de
filters met de / toetsen op het scherm.
Stel in tussen 1 en 18 maanden.
Opmerking: 3 maanden na installatie verschijnt
automatisch een melding voor filternazicht,
ongeacht de ingestelde intervallen.
Onderhoudesinterval
Stel de servicefrequentie in.
Onderhoudstimer opnieuw instellen
Gebruik deze optie om na de servicebeurt van de
unit de timer te resetten.
Gebruik
34 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Modusnaam
Indien nodig kunnen de keuzes en luchtvolumes
voor de modi worden veranderd.
Opmerking: De gebruikersmodus 1, normaal, kan
niet worden veranderd.
Scroll met behulp van de & toetsen door de
instellingen en selecteer en stel in voor elke
gebruikersmodus.
Druk op om op te slaan en terug te keren naar
het Installateursmenu.
Gebruikersmodus
Pas de toevoer- en afvoerluchtstroom aan voor
elke gebruikersmodus. Selecteer een modus om
de gewenste stroomsnelheid in te stellen.
Pas de luchtstromen aan via de / toetsen
Druk op om op te slaan en terug te keren naar
het Installateursmenu.
Gebruik
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 35
Instelling inputs
De unit herkent de volgende ingangen
automatisch:
- LS lichtnetaansluiting
- verbonden sensoren
- Vent-wise-sensoren
Opmerking: Het aantal beschikbare ingangen en
types kan afwijken van de getoonde afbeelding, en
is afhankelijk per regio of uitvoering.
Selecteer om ‘ga naar-modus (snelheidsinstelling),
vertraging en nadraaitijd te zien.
Selecteer de parameters om ze aan te passen.
Scroll met behulp van de & toetsen door de
instellingen en selecteer de Ga naar-modus voor
elke toewijzing van ingangen.
Pas de vertragingstijd voor de LS-ingang aan via
de / toetsen. Het te kiezen bereik ligt tussen
0-20.
Pas de nadraaitijd voor de LS-ingang aan via de
/ toetsen. Het te kiezen bereik ligt tussen 0-
30.
Gebruik
36 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Zomerbypass
Zie pagina 59 voor een volledige beschrijving van
de zomerbypass-modus en -functies.
Selecteer de gewenste bypass-modus.
De instelling voor binnentemperatuur is de
gewenste kamertemperatuur. Deze moet 3°C
boven de temperatuur van de centrale verwarming
worden ingesteld.
Verander de binnentemperatuur met behulp van de
/ toetsen op het scherm.
De buitentemperatuur is de minimale
luchttemperatuur toegestaan voor de werking van
de bypass. Hiermee wordt koude tocht vermeden.
Verander de buitentemperatuur met behulp van de
/ toetsen op het scherm.
Kies de modus waarbij de zomerbypass werkt na
automatische activering.
De instelling Hoog wordt geadviseerd voor
avondkoeling en nachtkoeling.
Scroll met behulp van de & toetsen door de
instellingen en selecteer de Ga naar-modus.
Opmerking: Het aantal beschikbare modi kan
afwijken van de getoonde afbeelding, afhankelijk
van de bypass-instelling en de ingestelde modi
tijdens het instellen.
Gebruik
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 37
Interne vochtregeling
De interne vochtigheidssensor past de luchthoeveelheid aan
afhankelijk van het relatieve vochtigheidsniveau. De sensor
reageert ook op kleine maar snelle verhogingen in
vochtigheid, zelfs als de normale drempelwaarde niet is
bereikt. De logica van de vochtregeling onderdrukt 's nachts
de reactie van de sensor bij langzaam stijgende relatieve
vochtigheid bij een dalende binnenluchttemperatuur, om
ongewenst geluid te voorkomen.
Scroll met behulp van de & toetsen door de
instellingen en selecteer de gewenste modus.
Pas interne vochtigheidsniveau aan via de
/ toetsen. Het keuzebereik ligt tussen 60% - 90%.
De interne RV detectie kan worden uitgeschakeld door op
'UIT' te drukken. Deze optie is beschikbaar boven 90% of
onder 60%.
Controlemodus
Selecteer of de unit in normale of constant volume modus
moet draaien.
Gebruik
38 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Vorstbescherming
Vorstbescherming is nodig om te voorkomen dat condens in
de warmtewisselaar bevriest bij lage temperaturen. Dit
proces werkt volledig automatisch. De methode voor
vorstbescherming hangt af van het model van de unit en
gebouw waar hij is geïnstalleerd.
Voor gebouwen met een luchtdichtheid van 3m
3
/h (bij 50Pa)
moet een gebalanceerde vorstbeschermingsmodus worden
gebruikt. Ook wanneer een open verbrandingstoestel
aanwezig is moet een gebalanceerde vorstbescherming
worden gebruikt.
Luchtstroom (Debiet in onbalans)
Tijdens de vorstbescherming vermindert de aangevoerde
luchtstroom en verhoogt de afgevoerde luchtstroom,
afhankelijk van de temperatuur van de inkomende lucht. De
unit blijft warmte terugwinnen tot temperaturen van -20°C.
Vanaf dan schakelt de unit over op enkel afgevoerde lucht.
Bypass (debiet in balans)
De bypass treedt in werking en stopt het terugwinnen van
warmte tot de buitentemperatuur voldoende hoog is.
Luchtstroom + voorverwarming (onbalans)
Indien een voorverwarmer is geïnstalleerd, schakelt deze in
bij vriestemperaturen zodat de inkomende lucht boven het
vriespunt komt te liggen. Wanneer de luchttemperatuur zo
laag is dat de verwarmer deze niet voldoende kan
verwarmen, wordt de hoeveelheid toevoerlucht verminderd
ter compensatie.
Luchtstroom + voorverwarming (balans)
Indien een voorverwarmer is geïnstalleerd, schakelt deze in
bij vriestemperaturen zodat de inkomende lucht boven het
vriespunt komt te liggen. Wanneer de luchttemperatuur zo
laag is dat de verwarmer deze niet voldoende kan
verwarmen, wordt zowel de hoeveelheid toevoer- als
afvoerlucht verminderd ter compensatie.
Relais
Activeer externe voorverwarmingsuitgangen. Deze
uitgangen hebben elk maximaal 230V 5A vermogen.
Gebruik
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 39
Instellen programma
Gebruik een tijdschema voor het instellen van een modus
(luchtstroominstelling) volgens een vastgestelde, herhaalde
periode. Stel bijvoorbeeld elke ochtend tussen 7:00 en 8:00
uur de modus 'hoog'in als u het ontbijt klaarmaakt.
Selecteer het programma om de instellingen te zien.
Scroll met behulp van de & toetsen door de
instellingen en selecteer Ga naar-modus voor elk
programma.
Scroll met behulp van de & toetsen door de dagen
van de week en selecteer de dagen die in het programma
moeten worden opgenomen.
Met behulp van de / toetsen kunt u de start- en eindtijd
voor elke dag aanpassen.
Stille uren
De functie stille uren is handig om een beperking van het
luchtvolume in te stellen op de unit om 's nacht ongewenste
geluiden te voorkomen.
Wanneer Stille uren is geactiveerd, versnelt de unit niet
boven de ingestelde maximale modus. Stille uren kan zo
worden ingesteld dat deze op specifieke dagen en
tijdstippen wordt herhaald.
Gebruik
40 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Service nummer
Op het scherm service nummer kan de installateur het
telefoonnummer invoeren voor contact bij een storing of
onderhoud.
Voer het nummer in via de toetsen op het scherm, scroll
door de nummers met de toetsen.
Beveiligingscode
Stel de beveiligingscode in met behulp van de /
toetsen op het scherm, druk op OK om de code op te slaan.
Opmerking: Indien er nog geen code is ingesteld, is de
standaardcode 0000.
Installateursmenu
Zodra de instellingen zijn aangepast, kan worden
teruggekeerd naar het installateursmenu.
Instellingen worden in het geheugen opgeslagen en blijven
behouden, ook na stroomonderbrekingen. Via dit scherm
kan de unit echter ook worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
Druk op VERLATEN om terug te keren naar het startscherm
gebruikersmenu.
Druk op de VERLATEN knop om het instellingsproces af te
ronden.
Indien een USB-apparaat aanwezig is, kunnen de
instellingen van de unit hierop worden opgeslagen en
worden gebruikt voor het instellen van gelijkaardige of
vergelijkbare unit.
Herstellen standaard waarden
Druk op de toets 'herstellen standaard waarden' om de unit
terug te zetten in de fabrieksinstellingen. Er verschijnt een
bevestigingsscherm. Druk op JA om te bevestigen of op
ANNULEER om terug te keren naar het startscherm.
Na bevestiging verschijnt het volgende scherm, het
herstelproces duurt ongeveer 5 seconden. Druk op
ANNULEER om het herstelproces te stoppen gedurende
deze tijd.
Zodra het systeem weer in de fabrieksinstellingen staat,
keert het terug naar het startscherm.
Gebruik
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 41
De unit via USB in gebruik nemen
Wanneer meerdere vergelijkbare installaties in gebruik worden genomen, kunnen de instellingen op het einde van
de installatie worden opgeslagen op een USB-apparaat (zie pagina 40). Daarna kunnen deze worden geüpload op
andere units om tijd te besparen. De optie om de instellingen te uploaden is aan het begin van het startscherm van
het installateursmenu beschikbaar (zie pagina 29+32).
Geen enkele installatie is identiek, en de instellingen en luchtvolumes moeten bij elke installatie worden nagezien
en nagemeten.
De USB hoeft niet leeg te zijn, maar alleen de meest recente bestanden worden gelezen.
Accessoires
42 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Accessoires
Accessoires
Wi-Fi ontvanger module BE 1009000099 NL 8000000229
De Wi-Fi ontvanger is een plug & play-accessoire dat naast de bedieningsmodule wordt geplaatst.
Hierdoor krijgt de gebruiker direct toegang tot verschillende functies voor het direct toezicht en bediening
van de unit via een smartphone of tablet met de Vent-Axia applicatie.
Uitbreiding 2x 230V inputs BE 1009000101 NL 8000000227
Deze optionele uitbreidingsprint biedt twee extra voedingsleidingen door spanning geschakelde ingangen
(LS2 en LS3) voor boosten via de lichtschakelaars (220-240V/AC) of normaal/hoog-schakelaar. Deze
aansluiting heeft als voordeel dat er een vertragings- en nadraaifunctie is.
Met vertraging wordt de schakeling naar de hoge stand tussen 1-20 minuten vertraagd.
Met met de nadraaifunctie kan de hoge stand tussen 1-30 minuten nadraaien nadat de lichtschakelaar is
uitgezet.
Uitbreiding 2x 0-10V inputs BE 1009000108 NL 8000000233
Het analoge invoer-accessoire heeft twee klemmen met 0-10V ingangen om proportionele 0-10V regeling
toe te staan bij geavanceerde controllers zoals CO2 sensoren en proportionele hygrostaten.
Docking kit incl. 15m kabel BE 1009000100 NL 8000000228
D.m.v. van de dockingkit kan het display van de unit op afstand worden verplaatst in een inbouw- of
opbouwdoos van 25mm (minimum) diepte.
De set wordt geleverd met 15 m kabel en een afdekplaat voor het bedieningspaneel.
Meer informatie over deze optionele bedieningen zijn achteraan in dit document beschikbaar. Neem contact op met
uw leverancier voor beschikbaarheid in uw regio.
Accessoires
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 43
Wi-Fi-ontvanger
De Wi-Fi-ontvanger is een plug & play-accessoire dat naast de bedieningsmodule wordt geïnstalleerd. Hiermee
heeft de gebruiker direct toegang tot het gebruikersmenu, direct toezicht op de werking en bediening van de unit
met behulp van een smartphone of tablet waarop de app vanuit de iTunes Store of Google Play is
geïnstalleerd.
Compatibiliteit apparaat
iOS
De app is compatibel met de volgende iOS-apparaten:
iPhone 4s (of later)
iPod touch (5e generatie of later)
iPad (3e generatie of later)
iPad mini
iPad air
Android
De app is compatibel met de meeste Android-apparaten voorzien van Bluetooth 4.0 en die draaien op Android 4.3 (Jelly
Bean) of later.
Installatie
Installatie moet door een hiervoor bevoegd persoon worden
uitgevoerd.
De installatie kan worden uitgevoerd zonder de spanning van de
unit te halen, mits er geen schroeven worden verwijderd.
Stap 1: Verwijder de buitenste cover door op de lipjes aan de
zijkant van de bedieningsmodule te drukken en de cover vanaf
onderaan naar voren te tillen.
Stap 2: Plaats de Wi-Fi-module in de gleuf aan de linkerkant
van de touch-display.
Stap 3: De statusled van de Wi-Fi-controller licht op wanneer
de module correct is geplaatst.
Stap 4: Verbind de telefoon of tablet met het Wi-Fi-netwerk
via de AP SSID (netwerknaam) die op de Wi-Fi-controller
staat vermeld. De statusled licht groen bij verbinding.
Stap 5: Verbind met behulp van de app met de unit. Dit kan
met de camera van de telefoon of door de
apparaatnaam en veiligheidscode van het Wi-Fi-
controllerlabel in te voeren.
Stap 6: Paats de cover opnieuw op de unit.
Accessoires
44 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Het productlabel van de WiFi-ontvanger-module
Resetten van de WiFi-controller
Achter het label op het voorpaneel van de WiFi-bediening vindt u een resetknop. Mogelijk dient u op
deze positie een kleine schroevendraaier door het label te steken.
Minder dan 5 seconden ingedrukt houden
Als u de resetknop minder dan 5 seconden ingedrukt houdt, wisselt de WiFi-bediening tussen de modi
“Temporary AP” en “WLAN” (als de unit is geconfigureerd voor WLAN-toegang). Wanneer de WiFi-
statusmelding “WiFi error” verschijnt, dient dit om de netwerkinstellingen te corrigeren.
5 seconden of langer ingedrukt houden Terugzetten op fabrieksinstellingen
Als u de resetknop 5 seconden of langer ingedrukt houdt, reset de WiFi-controller terug naar de
fabrieksinstellingen. Houd de resetknop nogmaals 5 seconden ingedrukt om te bevestigen dat u
effectief de fabrieksinstellingen wilt terugzetten. De rode LED blijft nu branden om aan te geven dat de
fabrieksinstellingen worden teruggezet. Wanneer u de resetknop loslaat, wordt de controller opnieuw
opgestart.
Ondersteunde netwerken
De Kinetic Advance WiFi-controller ondersteunt IEEE 802.11 b/g/n netwerken van 2,4 GHz en gebruikt
de volgende netwerkbeveiliging:
Open
WEP
WPA
WPA2
AP SSID
De naam van het draadloze netwerk dat
door de WiFi-controller wordt gehost
wanneer die niet voor online communicatie
is ingesteld.
DEVICE ID
De naam van de WiFi-module die wordt
geïdentificeerd bij configureren van de
Vent-Axia Connect-App
SECURITY KEY
De beveiligingscode benodigd om veilig te
communiceren met de WiFi-controller is
vereist wanneer u apparaten toevoegt met
de Vent-Axia Connect-App.
RESET-KNOP
Achter deze zone op het label vindt u
een resetknop.
Status-LED
Achter het label steekt een driekleurige
LED die de status van de WiFi-
bediening aangeeft.
Accessoires
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 45
Probleemoplossing
Ledstatus
Omschrijving
Acties
Blauw,continu
Bezig met initialiseren
Geen - normale werking
Blauw, langzaam
knipperend
Er wordt verbinding gemaakt met een
draadloos netwerk
Groen, continu
Verbonden met een draadloos netwerk
Groen, snel
knipperend
Actieve communicatie met een
verbonden netwerk
Geel, continu
WiFi-controller is bezig met het hosten
van een tijdelijk netwerk, zonder
verbonden apparaat.
Sluit een smartphone of tablet aan
waarvan de AP SSID (netwerknaam)
wordt weergegeven op de WiFi-
controller
Geel, snel
knipperend
Actieve communicatie en zwak signaal
Ga dichter bij de Kinetic Advance unit
staan of voer een WiFi-toegangspunt in
dat dichter bij de unit ligt.
Rood, langzaam
knipperend
Wi-Fi-fout (bijv.: kan niet verbinden met
netwerk).
Configureer de WiFi-controller als
tijdelijk toegangspunt (zie vorige
pagina) en wijzig de
netwerkinstellingen.
Rood, snel
knipperend
Bevestigt het terugzetten van de
fabrieksinstellingen
Zie vorige pagina over het resetten van
de Wi-Fi-controller
Lichtblauw, continu
Bootloader-modus
Mag niet verschijnen tijdens normale
werking
Schakel de Kinetic Advance unit uit,
wacht 30 seconden en schakel de WTW-
unit weer in.
Als het probleem zich blijft voordoen,
neem dan contact op met de
ondersteuningsdienst van de distributeur
voor verdere bijstand.
Paars, continu
Updatemodus van netwerkcontroller
Mag niet verschijnen tijdens normale
werking
Rood, continu
Communicatiestoring tussen
hoofdprintplaat en Wi-Fi-controller
Rood/groen,
langzaam
knipperend
Interne storing op de Wi-Fi-controller
Accessoires
46 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Print met 4 extra digitale (relais) ingangen.
WAARSCHUWING
TIJDENS ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN EN BIJ HET MONTEREN VAN
DEZE REGELMODULE MOETEN DE VENTILATOR EN DE BIJBEHORENDE
REGELAPPARATUUR WORDEN LOSGEKOPPELD VAN DE VOEDING
De print met 4 spanningsloze (relais) ingangen is standaard geïnstalleerd op Sentinel Kinetic
Advance S en SX, en biedt 4 onafhankelijke spanningsloze schakelingen, voor bijvoorbeeld
externe sensoren of schakelaars.
Accessoires
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 47
Accessoire: uitbreiding print met 2x 230V ingangen
WAARSCHUWING
TIJDENS ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN EN BIJ HET MONTEREN VAN
DEZE REGELMODULE MOETEN DE VENTILATOR EN DE BIJBEHORENDE
REGELAPPARATUUR WORDEN LOSGEKOPPELD VAN DE VOEDING;
De (optionele) LS2/3-printplaat heeft twee onafhankelijke spanningvoerende ingangen (Switched live, LS) die
verbonden kunnen worden met schakelaars op een verschillend circuit dan de Sentinel Kinetic Advance S.
Installatie.
1. Volg voor toegang tot de
hoofdprintplaat het schakelschema
in de sectie "Installatie en gebruik"
van dit document.
2. Breng de drie bijgeleverde kunststof nippels aan in de drie openingen in de LS2/3-printplaat.
3. Monteer de LS2/3-printplaat op de aangegeven plaats op de hoofdprintplaat.
Accessoires
48 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
4. Leid de connector van de LS2/3-printplaat naar terminal J21 (zie hieronder).
5. Raadpleeg voor aansluiting van de sensoren de instructies voor elektrishe installaties op
pagina 24.
6. Neem van het te koppelen circuit de fase en de nulleider. Sluit de fase aan op aansluitpunt LS2 en de
nulleider op aansluitpunt NS2. Gebruik voor extra circuits aansluiting LS3 en NS3.
7. Plaats het voorpaneel weer op de Kinetic Advance en schakel het apparaat in.
8. De LS2- en 3-ingangen kunnen in de Kinetic Advance-controller worden ingesteld op 'vertraging
aan', 'naloop' en 'hoge snelheid'. Raadpleeg voor het programmeren van deze functies de sectie
'Installatie en ingebruikname" van dit document.
9. Test na het instellen of de LS-ingang goed functioneert.
Accessoires
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 49
Accessoire: uitbreiding print met 2x 0-10V ingangen
WAARSCHUWING
TIJDENS ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN EN BIJ HET MONTEREN VAN
DE REGELMODULE MOETEN DE VENTILATOR EN DE BIJBEHORENDE
REGELAPPARATUUR WORDEN LOSGEKOPPELD VAN DE VOEDING.
De optionele print met 2 digitale (0-10V) ingangen heeft twee 0 10 V-ingangen voor proportionele sensoren
en twee 0 10 V-uitgangen voor aansturing van regelkleppen (zonering).
NB: de proportionele sensoren en dempers hebben een eigen voeding nodig.
Installatie.
1. Volg voor toegang tot de hoofdprintplaat
het schakelschema in de sectie "installatie
en gebruik" van dit document.
2. Breng de drie bijgeleverde kunststof nippels aan in de drie openingen in de analoge I/O-printplaat.
3. Monteer de analoge I/O-printplaat op de aangegeven plaats op de hoofdprintplaat.
Accessoires
50 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
4. Leid de connector van de analoge I/O-printplaat naar de terminal 'Analogue I/O' (zie hieronder).
5. Raadpleeg voor aansluiting van de sensoren de instructies voor elektrische installaties op
pagina 24.
6. Raadpleeg de aansluitschema's voor de aansluiting van de proportionele CO2, temperatuur
of vochtsensoren.
7. Aansluiten van de proportionele sensoren: leid de nuldraad (0 V) van de sensor naar aansluitpunt
P1- en 0 -10V-signaal van de sensor naar aansluitpunt P1+. Herhaal voor extra sensoren op
aansluitpunt P2.
8. Raadpleeg voor de aansluiting van de regelkleppen de bijbehorende installatievoorschriften.
9. Aansluiten van de proportionele dempers: leid de nuldraad(0 V) van de klep naar aansluitpunt
V1- van de analoge print en de 0 - 10 V-uitgang van de klep naar aansluitpunt V1+. Herhaal voor
extra kleppen op aansluitpunt V2.
10. In het installateurmenu worden het type sensor, het meetbereik en de ventilatiestanden
ingesteld. Raadpleeg de sectie "Installatie en gebruik" voor het programmeren van deze
functies.
11. Test na het instellen indien de in- en uitgangen goed functioneren.
Accessoires
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 51
Accessoire: docking kit incl. 15m kabel
WAARSCHUWING
TIJDENS ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN EN BIJ HET MONTEREN VAN DEZE
REGELMODULE MOETEN DE VENTILATOR EN DE BIJBEHORENDE
REGELAPPARATUUR WORDEN LOSGEKOPPELD VAN DE VOEDING.
Met de optionele docking kit kan de bedieningsmodule van de Sentinel Kinetic Advance unit op afstand
worden gemonteerd. De docking kit past in een enkele of dubbele inbouwdoos met een diepte van minimaal
25 mm.
De kit bevat een docking module, 15 m lange 4-aderige kabel, een afsluitkap en montageschroeven.
Installatie.
1. Raadpleeg voor aansluiting van de sensoren de instructies voor elektrische installaties op pagina
24.
2. Plaats de docking module op 1,5m hoogte, binnen bereik van de 15 m lange kabel van de Kinetic
Advance unit. De bijgeleverde kabel mag niet verlengd worden.
3. Plaats de bijgeleverde aansluitkabel in de inbouwdoos, voer de kabel door naar de Kinetic
Advance unit en verbind deze op de klemmen. Vermijdt direct contact met netvoedingskabels.
4 Verwijder de twee schroeven aan zijkant (1). Schuif het frontje naar boven en druk op de twee
lipjes aan de onderzijde (2). Hierdoor komen de twee bevestigingsklemmen van het frontje los. U
kunt het frontje nu volledig naar boven uitschuiven en wegnemen van het achtergedeelte (3).
Plaats de kabels op de klemmen op het achtergedeelte. Maak het achtergedeelte vast aan de
inbouwdoos met behulp van de twee meegeleverde schroeven. (4) Plaats het frontje terug, volg
hiervoor de stappen in omgekeerde volgorde.
Accessoires
52 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
5. Raadpleeg de elektrische installatie-instructies in handleiding “Installatie en gebruik" voor het
verbinden van de dockingmodule met de Kinetic Advance unit. De kabel wordt aan de linkerzijde
van de unit doorgevoerd.
6. De kabel wordt verbonden met het klemmenblok TB2 EXTERNAL REMOTE/LED/SW1 via
klemmen A, B, C en D. De kabeltjes hebben een kleurcode en moeten in de juiste volgorde worden
aangesloten (zie onderstaande tabel). (5)
7. Om het controllerscherm van de unit te verwijderen moet het frontpaneel omhoog geschoven
worden. Hierdoor krijgt u toegang tot de controller. Verwijder de controller en vervang deze met de
meegeleverde afdichtkap. Om het display van de unit te verwijderen, duwt u het voorpaneel van de
unit omhoog. Verwijder de controller en zet de bijgeleverde afsluitkap in de plaats.
8. Plaats het frontpaneel weer op de unit.
9. Om het display op de docking module te monteren, verwijdert u eerst de twee zijschroeven. Duw
het frontje naar boven tot tegen de aanslag. Plaats het display in de docking kit(6). Duw het frontje
naar beneden om het display vast te klikken op de klemmen(7). bevestig opnieuw beide
schroeven(8).
10. Zet de Kinetic Advance unit aan en ga na of de controller functioneert.
Klem ref - A
Zwart
Zwart
Klem ref - B
Wit
Oranje
Klem ref - C
Groen
Bruin
Klem ref - D
Rood
Rood
Technische gegevens
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 53
Technische gegevens
Instellingen luchtvolumes
De Sentinel Kinetic Advance heeft drie (3) vooraf ingestelde standen, naast de niet-aanpasbare maximum stand.
Vooraf gedefinieerde snelheden kunnen een modusnaam uit onderstaande lijst worden toegewezen. (sommige opties zijn
misschien niet beschikbaar in uw regio)
- Laag
- Nacht
- Normaal (standaardbedrijfsmodus unit)
- Party
- Hoog
- Onbezet
- Zuiveren
- Overdruk
- Vakantie
- Haard
Opmerking: Het luchtvolume voor elke modus wordt apart ingesteld en is niet afhankelijk van de naam van de modus.
Bij het instellen van Overdruk- of Haardmodus moet de toevoerluchtstroom hoger ingesteld worden dan de afvoerluchtstroom. Zo
ontstaat er een positieve druk in de woning die helpt vermijden dat verbrandingsgassen binnendringen.
Haardmodus voorkomt geen onderdruk
Mechanische ventilatiesystemen met warmteterugwinning zijn niet ontworpen om verse lucht aan te voeren voor verbranding.
Bij installaties met een open verbranding is het de verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat het apparaat
voldoet aan de lokale bouwvoorschriften.
Vorstbescherming
Vorstbescherming is nodig om te voorkomen dat condens in de warmtewisselaar bevriest bij lage temperaturen. Dit proces werkt
volledig automatisch. De methode voor vorstbescherming hangt af van het type unit en gebouw waar de unit is geïnstalleerd.
Voor gebouwen met een luchtdichtheid van <3m³/h (bij 50Pa) moet een gebalanceerde vorstbeschermingsmodus worden
gebruikt. Ook wanneer een verbrandingstoestel zonder gesloten luchttoevoer aanwezig is moet een gebalanceerde modus
worden ingesteld.
Luchtstroom (debiet in onbalans )
De luchtstroommodus vermindert de toevoerstroom en vermeerdert de afvoerstroom, afhankelijk van de temperatuur van de
inkomende lucht. De unit blijft warmte terugwinnen tot temperaturen tot -20°C. Vanaf dan schakelt de unit over op de 'Alleen
afvoer'-modus.
Bypass (debiet in balans)
De bypassmodus activeert de zomerbypass en stopt het terugwinnen van warmte tot de buitentemperatuur voldoende is
gestegen.
Luchtstroom & voorverwarmer (debiet in onbalans )
Indien een voorverwarmer is geïnstalleerd, schakelt deze in bij vriestemperaturen zodat de inkomende lucht boven het vriespunt
komt te liggen. Wanneer de luchttemperatuur zo laag is dat de verwarmer deze niet voldoende kan verwarmen, wordt de
toevoerluchtstroom verminderd ter compensatie.
Luchtstroom & voorverwarmer (debiet in balans)
Indien een voorverwarmer is geïnstalleerd, schakelt deze in bij vriestemperaturen zodat de inkomende lucht boven het vriespunt
komt te liggen. Wanneer de luchttemperatuur zo laag is dat de verwarmer deze niet voldoende kan verwarmen, wordt zowel de
toevoerluchtstroom en afvoerluchtstroom samen verminderd ter compensatie.
Technische gegevens
54 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Zomer bypassmodus
De Sentinel Kinetic Advance is voorzien van een zomer bypass-functie waarmee de warmteterugwinning wordt omzeild
om de binnentemperatuur te koelen als deze boven de ingestelde comforttemperatuur (drempelwaarde) ligt.
Vergeet niet dat het luchtvolume dat door een ventilatiesysteem wordt geleverd een fractie is van het volume dat nodig is
om een ruimte te verwarmen of koelen en dus niet in staat is een ruimte voldoende af te koelen.
Bedieningsmodi
Bypassmodus
Bediening
Uit
Bypass-functie is gedeactiveerd.
Normaal
De unit werkt in normale modus.
Avondkoeling
De unit werkt 5 uur op een door de gebruiker geselecteerde modus voordat
deze terugkeert naar normaal.
Nachtkoeling
De unit werkt vanaf activatie van de bypassfunctie in een door de gebruiker
geselecteerde modus, tot de buitentemperatuur opnieuw toeneemt.
De bypassmodus schakelt in als de drempelwaarden voor zowel de binnen- als buitentemperatuur zijn overschreden en
de buitentemperatuur onder de binnentemperatuur ligt.
Temperatuur binnen: Dit is de ingestelde maximaal toegelaten binnentemperatur. Boven de ingestelde
binnentemperatuur wordt de zomerbypass geactiveerd.
De binnentemperatuur moet 2-3°C hoger worden ingesteld dan de thermostaat van de centrale verwarming om te
voorkomen dat de bypass in de winter actief wordt, en 2-3°C lager dan de thermostaat van de airconditioning.
Temperatuur buiten: Dit is de toegestane minimale buitenluchttemperatuur. De gemeten buitentemperatuur moet boven
deze waarde liggen voordat de bypass geactiveerd wordt. Gebruik deze waarde om te voorkomen dat de bypass in de
winter actief wordt.
De voorgestelde buitentemp is 14°C, gelieve deze passend voor uw regio in te stellen.
De bypassmodus wordt gedesactiveerd indien:
- De luchttemperatuur binnen onder de drempelwaarde temperatuur binnen daalt, of
- De luchttemperatuur buiten onder de drempelwaarde voor de temperatuur buiten daalt.
Opmerking: Wanneer de hoge stand wordt ingedrukt tijdens de avond- of nachtkoeling -werking schakelt de unit over
naar normale bypassmodus.
Wij raden aan dat de door de gebruiker gekozen modus voor avondkoeling en nachtkoeling hoger ligt dan de normale
luchtstroom om te zorgen dat de binnentemperatuur sneller daalt.
* Nachtkoelingsmodus is bedoeld om 's nachts te koelen op momenten dat koeling primeert over het geluid . Onthoud dat
het lawaai dat geproduceerd wordt door het systeem wordt beïnvloed door de stroomsnelheid, het kanaalontwerp, de lay-
out en de afmetingen en het type van de gebruikte ventilatoren. Indien akoestische maatregelen nodig zijn, neem dan
contact op met uw installateur.
Technische gegevens
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 55
Productafmetingen
Kinetic Advance 250 Kinetic Advance 350
Afbeelding 2: Afmetingen
Verwijder het voorpaneel aan de voorkant (zie pagina 16)
voor het technisch productlabel.
(Het typeplaatje zit rechts van de controller).
Technische gegevens
56 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Reserveonderdelen
De volgende reserveonderdelen kunnen bij Vent-Axia worden besteld:
Onderdeelnr.
Omschrijving
BE 5504000523
NL 8000000246
Hoofdvoedingsbord 250S
BE 5504000575
NL 8000000494
Hoofdvoedingsbord 350S
BE 5504000529
NL 8000000711
Hoofdvoedingsbord 250SX L
BE 5504000531
NL 8000000712
Hoofdvoedingsbord 250SX R
BE 5504000563
NL 8000000713
Hoofdvoedingsbord 350SX L
BE 5504000564
NL 8000000714
Hoofdvoedingsbord 350SX R
BE 5504000701
NL 8000000715
Hoofdvoedingsbord 250SX T R
BE 5504000702
NL 8000000716
Hoofdvoedingsbord 250SX T L
BE 5504000703
NL 8000000717
Hoofdvoedingsbord 350SX T R
BE 5504000704
NL 8000000718
Hoofdvoedingsbord 350SX T L
BE 5504000524
NL 8000000247
Bedieningsmodule
BE 5501000289
NL 8000000201
Filters G4, set van 2
BE 5501000290
NL 8000000202
Filters M5, set van 2
BE 5501000291
NL 8000000203
Filters F7, set van 2
BE 5504000525
NL 8000000248
Motorslakkenhuis
BE 5504000526
NL 8000000249
Zomer bypass-motor
BE 5504000527
NL 8000000250
Temperatuur/vochtigheidssensor T1 (rechts)
BE 5504000530
NL 8000000252
Temperatuur/vochtigheidssensor T2 (links)
BE 5504000528
NL 8000000251
Temperatuur/vochtigheidssensor T3 (links)
BE 5504000532
NL 8000000253
Temperatuur/vochtigheidssensor T4 (rechts)
BE 5504000533
NL 8000000254
Constant volume- + schone filterdruksensoren PCBA
Opmerking:
Indien de filterklasse van de unit verschilt van de oorspronkelijke meegeleverde filter, kan de prestatie van de
unit wijzigen.
Technische gegevens
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 57
Standaardinstellingen
Parameters
Instellingen
Bedieningsschermen
Land
België / Nederland
Taal
België / Nederlands
Datum
Automatisch Fabrieksinstelling
Tijd
Automatisch GMT/BST Fabrieksinstelling
Toestel oriëntatie
S / SX /SX T R: Rechtshandig, S/ SX /SX T L: Linkshandig
Filter nazicht
12 maanden
Zomerbypass
Normaal
Modusnaam
Normaal, hoog, laag
Gebruikersmodus
Normaal
30%
Laag
20%
Hoog
50%
Interne vochtregeling
Aan
Intern RV setpunt
70%
Bedieningsmodus
S / SX: constant volume m³/h, SX T: normaal
Vorstbescherming
S: luchtstroommodus
SX: Luchtstroom & voorverwarmer (debiet in balans)
Service nummer
Niet ingesteld
Beveiligingscode
0000
Interne temperatuur
25 C
Externe temperatuur
14 C
LS1
Gebruikersmodus 3 (Hoog)
SW1/SW2/SW3/SW4/SW5
Gebruikersmodus 3 (Hoog)
0-10V 1
0-10V 2
Hoog - vochtigheid - 60-70%
Hoog - CO2 - 1000-2000PPM
Tabel 2 Standaardinstellingen
Technische gegevens
58 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Productfiche
Naam:
Vent-Axia
Typeaanduiding (code)
SEC-klasse
A+
A+
SEC-waarde ('gemiddeld')
-43.85
-43.05
SEC-waarde ('warm')
-18.25
-17.45
SEC-waarde ('koud')
-89.33
-88.53
Label nodig? (Ja/nee = buiten bereik)
Ja
Ja
Aangegeven als: RVU of NRVU/UVU of BVU
RVU/BVU
RVU/BVU
Aandrijving
Variabele snelheid
Variabele snelheid
Soort warmteterugwinningssysteem
Recuperatief
Recuperatief
Thermisch rendement van warmteterugwinning (%)
93
93
Maximumdebiet (m³/h)
249.84
349.92
Elektrisch ingangsvermogen bij maximaal debiet
(W)
95
166
Geluidsvermogensniveau (Lwa)
41.53
48.53
Referentiedebiet (m³/h)
0.05
0.07
Referentiedrukverschil (Pa)
50
50
SPI [W/(m³/h)]
0.25
0.31
Regelingsfactor
0.65
0.65
Regelingstypologie
Lokale besturingsvraag
Lokale besturingsvraag
Max. interne / externe lekkage-
<5% intern, <5% extern
<5% intern, <5% extern
Mengpercentage
NVT
NVT
Waarschuwingssignaal filtervervanging
Lees de gebruikersinstructies
Lees de gebruikersinstructies
Installatieinstructies gereguleerde aan-
/afzuigroosters
NVT
NVT
Internetadres voor voormontage/-demontage-
instructies
www.vent-axia.be
www.vent-axia.nl
www.vent-axia.fr
www.vent-axia.be
www.vent-axia.nl
www.vent-axia.fr
Gevoeligheid drukschommelingen bij +20 Pa en -
20Pa
NVT
NVT
Luchtdichtheid tussen binnen en buiten
NVT
NVT
Jaarlijks elektriciteitsverbruik
1.75
2.07
Jaarlijks bespaarde verwarming
AHS: Gemiddeld
47.56
47.56
AHS: Warm
21.50
21.50
AHS: Koud
93.03
93.03
Kinetic Advance
250S: 1004000127 - 8000000152
250SX L: 1004000131 - 8000000157
250SX R: 1004000132 - 8000000156
250SX T R: 8000000527
250SX T L: 8000000528
Kinetic Advance
350S: 1004000129 - 8000000154
350SX L: 1004000133 - 8000000158
350SX R: 1004000134 - 8000000159
350SX T R: 8000000529
350SX T L: 8000000530
Installatie- en gebruikershandleiding 477866 59
60 Installatie- en gebruikershandleiding 477866
Afvoer
Dit product mag niet met het gewone huisvuil worden afgevoerd. Indien mogelijk
recyclen. Controleer bij uw gemeente voor advies over recyclen.
De garantie
Alleen van toepassing op in België, Nederland of Duitsland geïnstalleerde en gebruikte producten. Neem contact op met
uw plaatselijke leverancier voor meer informatie over de garantie buiten deze landen.
Vent-Axia garandeert zijn producten tegen materiaalgebreken en fabricagefouten gedurende twee jaar vanaf de
aankoopdatum en tot maximaal 30 maanden na productiedatum. De kosten van demontage en montage vallen buiten de
garantie.
Indien een onderdeel defect wordt bevonden, wordt het product kosteloos hersteld of, naar keuze van Vent-Axia, gratis
vervangen mits dit product:
• werd geïnstalleerd en gebruikt overeenkomstig de bij elke unit geleverde instructies;
• werd aangesloten op een geschikte elektrische voeding (de juiste spanning staat vermeld op het identificatieplaatje van
de unit);
• juist werd gebruikt, niet werd verwaarloosd noch werd beschadigd;
• niet werd gewijzigd/omgebouwd of hersteld door een niet daartoe gemachtigde persoon;
• onderdelen zijn gebruikt die voorgeschreven en geleverd werden door de fabrikant.
AANSPRAAK OP GARANTIE
Retourneer het volledige product per post, port betaald, naar uw oorspronkelijke leverancier of naar de dichtstbijzijnde
vestiging van Vent-Axia, of breng dit persoonlijk binnen. Zorg ervoor dat het product goed is ingepakt en vergezeld gaat
van een brief waarop duidelijk “Aanspraak op garantie” vermeld staat en waarin een nauwkeurige beschrijving wordt
gegeven van de storing. Voeg tevens het aankoopbewijs bij waarop de datum en plaats van aankoop zijn aangegeven.
Vent-Axia behoudt zich het recht op productwijzigingen en software-updates zonder de noodzaak om eerder geleverde
producten te updaten.
De garantie geldt als extra voordeel en doet geen afbreuk aan uw wettelijke rechten.
477866 F 0918
België
Nederland
Bedrijvenweg 17
7442 CX Nijverdal
Nederland
TEL: +31 497 745 090
www.vent-axia.nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Vent-Axia Sentinel Kinetic Advance Handleiding

Type
Handleiding