Dantherm HCC 260-360 Handleiding

Type
Handleiding
HCC 260 P1 - HCC 360 P2 - HCC 360 E1
SERVICEHANDLEIDING
nl • Rev. 1.0 • 2020-45-3
3
Inleiding: Inhoudsopgave
nl
Inleiding
Inhoudsopgave
In deze servicehandleiding komen de volgende hoofdonderwerpen aan bod:
Inhoudsopgave
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Inhoudsopgave .......................................................................3
Overzicht .............................................................................4
Conformiteitsverklaring ...............................................................6
Productbeschrijving ..............................................................7
Algemene beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Beschrijving van componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Accessoire ...........................................................................12
Regelstrategie van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Installatie ..................................................................... 14
Algemene locatie-eisen ..............................................................14
Installatieopties ......................................................................16
Montage .............................................................................19
Extra apparatuur aansluiten ..........................................................23
Initiële kalibratie .....................................................................26
Bediening (gebruiker) .......................................................... 28
Algemene ventilatiefuncties .........................................................28
Gebruikersrechten ...................................................................29
Onderhoud en verzorging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Preventief onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Foutopsporing .......................................................................34
Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Technische gegevens .................................................................44
Schema's .............................................................................46
Specicatie weekprogramma's. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Reserveonderdelen ..................................................................49
4
Inleiding: Overzicht
Overzicht
Dit is de servicehandleiding voor de Dantherm HCC 260/360 ventilatie-unit voor huishoudeli-
jk gebruik.
Het onderdeelnummer van deze servicehandleiding is 108478 en betreft units met serienum-
mers van:
HCC260 P1-A-BP - 2010121652545
HCC360 E1-A-BP-RH - 2010131652548
HCC360 P2-A-BP-RH - 2010131652549
Deze handleiding is bedoeld voor zowel installateurs als gebruikers van het product.
Installatie en reparatie van de unit mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwaliceerd
personeel. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat hij
de servicehandleiding heeft gelezen en begrepen voordat hij de HCC 260/360-unit voor de
eerste keer opstart en instelt. De garantie geldt uitsluitend voor units die door geschoold en
gecerticeerd personeel zijn geïnstalleerd.
Deze toepassing is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met een
fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperking, tenzij ze begeleiding bij of aanwijzingen voor
het gebruik van het toestel hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden om er zeker van te zijn dat ze niet met
het toestel spelen.
Afgezien van de vervanging van luchtlters en reiniging van de buitenkant van het systeem,
moeten alle onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd door geschoold vakpersoneel.
De unit MOET worden geaard door middel van kabels MET aardleiding en een geaard stop-
contact.
Het kopiëren van deze servicehandleiding, of delen ervan, is verboden zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Dantherm.
Dantherm behoudt zich het recht voor om op elk moment wijzigingen en verbeteringen in
het product en de servicehandleiding aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving of
verplichting.
Deze unit is ontworpen voor een lange levensduur. Aan het einde van de levensduur moet de
unit worden gerecycled volgens de nationale voorschriften en met aandacht voor het milieu.
Handleiding
Doelgroep
Warning
Caution
WAARSCHUWING
Warning
Caution
WAARSCHUWING
Copyright
Voorbehoud
Recycling
5
Inleiding: Overzicht
nl
In deze handleiding worden de volgende afkortingen voor ventilatieterminologie gebruikt.
Afkort. Beschrijving
T1 Buitenlucht die de unit ingaat
T2 Toevoerlucht vanuit de unit naar de woning
T3 Extractielucht vanuit de woning naar de unit
T4 Afvoerlucht vanuit de unit
S1 Temperatuursensor 1
S2 Temperatuursensor 2
S3 Temperatuursensor 3
S4 Temperatuursensor 4
Modus
A
Verwijst naar bedrijfsmodus A. Meer informatie vindt u op pagina 17.
Modus
B
Verwijst naar bedrijfsmodus B (omgekeerde ventilator). Meer informatie vindt u
op pagina 17.
G4 Standaard luchtlterklasse (ISO grof)
F7 Filterklasse (ePM1), beter en absorbeert jnere korrels dan G4-lter
BP Bypassregelklep
IP Uniek adres voor de ethernetpoort.
DHCP Automatische instellingen van een ethernetadres die afkomstig zijn van een ex-
terne netwerkcomponent (als de unit op ethernet wordt aangesloten).
PC Persoonlijke computer waarop MS Windows draait
USB Aansluiting voor universele seriële bus – aanwezig op bijna elke computer
LAN Local Area Network is het interne netwerk met of zonder draadloze toegang
VOC Sensor voor vluchtige organische stoen, regelt het ventilatieniveau op basis van
de vervuiling van de lucht.
PC Tool Windows-softwareapplicatie die speciek is voor deze unit.
Afkortingen in deze
handleiding
6
Inleiding: Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
Dantherm verklaart dat de hieronder vermelde unit:
Nr.: 352444 Type: HCC 260/360
- voldoet aan de volgende richtlijnen:
2014/35/EU Laagspanningsrichtlijn
2014/30/EU EMC-richtlijn
2014/53/EU Richtlijn radioapparatuur
2009/125/EG Ecodesignrichtlijn (incl. Verordening 1253/2014)
2011/65/EU RoHS-richtlijn
1907/2006/EG REACH-verordening
- en is geproduceerd volgens de volgende normen:
EN 60335-1:2012 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid -
Deel 1
EN 60335-2-40:2003 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid -
Deel 2-40
EN 61000-3-2:2014 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 3-2
EN 61000-3-3:2013 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 3-3
EN 61000-6-2:2005 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-2
EN 61000-6-3:2007 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-3
EN 60730-1:2011 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk
gebruik - Deel 1
EN 62233:2008 Meetmethode voor elektromagnetische velden van huishoudelijke
toestellen
EN 55014-1:2006 Elektromagnetische compatibiliteit - Eisen voor huishoudelijke
toestellen - Deel 1
EN 55014-2:1997 Elektromagnetische compatibiliteit - Eisen voor huishoudelijke
toestellen - Deel 2
EN 301 489-1 V1.9.2 EMC-norm voor radioapparatuur en radiodiensten - Deel 1
EN 301489-3 V1.6.1 EMC-norm voor radioapparatuur en radiodiensten - Deel 3
EN 300 220-1 V2.4.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM);
kortbereikapparatuur
EN 300 220-2 V3.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM);
kortbereikapparatuur
EN 13141-7:2010 Ventilatie van gebouwen - Prestatiebeproeving van onderdelen/
producten voor woningventilatie
Skive, 24.09.2020
Conformiteits-
verklaring
7
Productbeschrijving: Algemene beschrijving
nl
Productbeschrijving
Algemene beschrijving
De HCC 260/360 woningventilatie-unit is bedoeld voor de toevoer van verse lucht in wonin-
gen, door de warmte van uitgaande lucht te benutten voor de ingaande lucht, wat resulteert
in energiezuinige ventilatie met lage warmteverliezen.
Deze units zijn bedoeld voor installatie onder een plafond, in droge omgevingen, met tem-
peraturen > 12 °C, zoals een bijkeuken of soortgelijke verwarmde ruimte.
De kanaalaansluitingen kunnen elektronisch worden omgezet, waardoor de kanalen naar
keuze links of rechts kunnen worden aangesloten, zoals aangegeven op pagina 17.
Deze afbeelding toont de unit, zonder de stalen condensaatbak:
1
13 14 15
2356
7
9
811
12
10
4
Fig. 1
Deze tabel toont de onderdelen aan de hand van bovenstaande afbeelding:
Pos. Modus A (standaard) Modus B
1 Extractielter ISO grof Toevoerlter ISO grof of ePM1
2 Bypassmodule
3 USB-aansluiting
4 Filterresetknop
5 Printkaart regelaar (zie pagina 23 voor externe aansluitingen)
6 Toevoerlter ISO grof of ePM1 Extractielter ISO grof
7Extractielucht - T3 Buitenlucht - T1
8 Geblokkeerd Wateraftapkraan
9Toevoerlucht - T2 Afvoerlucht - T4
10 Buitenlucht - T1 Extractielucht - T3
11 Wateraftapkraan Geblokkeerd
12 Afvoerlucht - T4 Toevoerlucht - T2
13 Toevoerventilator Extractieventilator
14 Warmtewisselaar
15 Extractieventilator Toevoerventilator
Inleiding
Afbeelding product
Beschrijving
onderdelen
8
Productbeschrijving: Algemene beschrijving
Er zijn drie uitvoeringen van de HCC 260/360-unit: P1, P2, E1. De functie en installatie is voor
alle units gelijk.
De uitvoeringen verschillen enkel in hun warmtewisselaar of ventilator, waardoor de presta-
ties per unit variëren.
Het productlabel dat de uitvoering aangeeft, bevindt zich naast de afdekking voor toegang
tot de printplaat naast de lterresetknop (zie g. 2).
Fig. 2
Deze afbeelding toont de luchtstroompaden door de unit.
Meer informatie over het wijzigen van de bedrijfsmodus vindt u op pagina 18.
Fig. 3
HCC 260/360-
uitvoeringen
P1, P2, E1
Luchtstromen
9
Productbeschrijving: Algemene beschrijving
nl
Deze afbeelding toont de juiste plaatsing van sensoren (indien aanwezig) in de unit. Zie ook
“Beschrijving onderdelen op pagina 7.
Sensor 1Sensor 3 Modus A
RV%/VOC
Modus B
RV%/VOC
Sensor 2 Sensor 4
Fig. 4
Sensorfunctie op basis van bedrijfsmodus:
Sensor Modus A Modus B
1Buitenlucht - T1 Extractielucht - T3
2Toevoerlucht - T2 Afvoerlucht - T4
3Extractielucht - T3 Buitenlucht - T1
4Afvoerlucht - T4 Toevoerlucht - T2
Sensorpositie
10
Productbeschrijving: Beschrijving van componenten
Beschrijving van componenten
Deze sectie beschrijft de afzonderlijke componenten van de HCC 260/360-unit. Gebruik de
afbeelding op pagina 7 voor referentie.
De buitenste delen van de kast zijn gemaakt van Aluzink plaatstaal. Het binnenste deel is een
voorgevormd polystyreen blok. Voor het toevoegen van accessoires of het vervangen van
onderdelen hoeft u enkel de voorplaat en de condensaatbak te verwijderen om toegang te
krijgen tot alle onderdelen.
De kast is voorzien van geluids- en warmte-isolatie van brandvertragend polystyreenschuim.
De unitkast is ontworpen voor montage bij een omgevingstemperatuur van 12-40 °C
De tegenstroomwarmtewisselaar absorbeert de warmte-energie uit de extractielucht en
voert die warmte-energie naar de ingaande toevoerlucht, wat resulteert in huishoudelijke
ventilatie met een laag warmteverlies.
De toevoerventilator levert verse buitenlucht via de warmtewisselaar van de unit naar de
kanalen, van waaruit die wordt gedistribueerd naar slaapkamers, woonkamers en eventueel
een sauna of stoombad.
De extractieventilator zuigt gebruikte, vochtige en vervuilde lucht uit het huis, via de unit en
de warmtewisselaar, van waaruit de warmte wordt afgevoerd naar de toevoerlucht.
De gemotoriseerde bypassregelklep onderdrukt de werking van de warmtewisselaar. Deze
functie wordt gebruikt in warme zomeromstandigheden, waarbij koudere buitenlucht kan
worden gebruikt om de binnentemperatuur te verlagen wanneer de binnentemperatuur de
maximumtemperatuur overschrijdt.
De hoofdregelaar van de unit wordt hoofdprintkaart genoemd. Hij verbindt alle elektrische
en elektronische onderdelen en diverse accessoires elektrisch.
Units zijn uitgerust met 4 temperatuursensoren die temperatuurschommelingen aan 4 zijden
van de warmtewisselaar continu bewaken, d.w.z. in de buitenlucht, de toevoerlucht, de ex-
tractielucht en de afvoerlucht.
De HCC 260 P1-unit is niet standaard uitgerust met een RV-sensor. RV-sensor is verkrijgbaar
als accessoire.
HCC 360 P2- en E1-units zijn uitgerust met een RV-sensor in het extractiekanaal.
De vochtsensor zal de kwaliteit van de extractielucht continu bewaken en het luchtstroom-
niveau daarop aanpassen. Deze werking wordt de vraaggestuurde modus genoemd.
Als er een HRC-afstandsbediening is aangesloten, wordt het niveau op het display aange-
geven met een pictogram met 3 niveaus.
Het gebruik van de vraaggestuurde modus resulteert in een correct ventilatieniveau met het
laagst mogelijke elektriciteitsverbruik.
De unit is uitgerust met twee cassettelters met klasse ISO grof. Deze lters bescher-
men de warmtewisselaar en verbeteren het binnenklimaat door stof en deeltjes uit beide
luchtstromen te verwijderen.
Als alternatief/accessoire kan een ePM1-lter worden aangeschaft. Bij gebruik van een
ePM1-lter wordt dit lter altijd in de toevoerlucht geplaatst, waardoor nog kleinere deeltjes
worden verwijderd.
Inleiding
Kast
Warmtewisselaar
Ventilatoren
Bypassregelklep
Regelaar
Temperatuursensor
Vochtsensor
Filters
11
Productbeschrijving: Beschrijving van componenten
nl
De unit is uitgerust met 2 aftapkraanaansluitingen voor het aftappen van condenswater. Het
is verplicht om de aftapkraan naast de T4 te monteren met een slang, om het condenswater
af te voeren naar een riool. De juiste afvoer wordt aangegeven op het aansluitlabel op de
unit. De andere, ongebruikte afvoer moet worden afgesloten met de meegeleverde dop.
De unit wordt geleverd met een ophangsysteem.
Waterafvoer
Ophangsysteem
12
Productbeschrijving: Accessoire
Accessoire
De unit wordt af fabriek geleverd zonder gemonteerde accessoires. Als aanvullende func-
tionaliteit gewenst is, moeten de accessoires voorafgaand aan de eerste installatie of even-
tueel na de inbedrijfstelling worden geïnstalleerd. De gedetailleerde installatie van een of
meer accessoires wordt in de folder onder elk accessoire aangegeven.
De unit kan worden uitgerust met een elektrisch voorverwarmingselement om de inko-
mende lucht te verwarmen. De voorverwarmer verhoogt de temperatuur van de buitenlucht
die de warmtewisselaar ingaat, en beperkt daarmee het risico op ijsvorming in de warmtewis-
selaar in zeer koude omstandigheden.
De voorverwarmer bevindt zich in een externe behuizing en wordt aangesloten op en ger-
egeld door de HCC 260/360-regelaar.
Voor het regelen van HCC
260/360-units adviseert Dantherm
het gebruik van een afstandsbedi-
ening die is ontworpen voor deze
serie units.
CO2
RH%


°
°
°
°
AUTO
*
*
*
*
*
Ikoner for manual
Het is mogelijk om op de unit een bedrade afstandsbediening (HCP
10/11)zonder display aan te
sluiten in plaats van de draadloze afstandsbediening.
Sluit een aantal aanvullende accessoires op de HCC
260/360-unit aan via een in- en uitgangsmodule:
HAC 2.
De HCC 260/360 kan worden uitgerust met vochtsen-
soren (RV%) (als die niet standaard zijn inbegrepen) en/
of VOC (vluchtige organische stoen)-sensoren. Die
sensor(en) zal/zullen de extractielucht continu bewaken
en het luchtstroomniveau daarop aanpassen. Dat re-
sulteert in een adequaat ventilatieniveau met het laagst
mogelijke elektriciteitsverbruik. Als er een afstandsbe-
diening is aangesloten, wordt het sensorniveau op het
display aangegeven met een pictogram met 3 niveaus.
Vervanging van lters in sets van 2 ISO grof-lters of 1 ISO grof- plus 1 ePM1 (pollen)-lter.
Inleiding
Elektrische
voorverwarming
Draadloze
afstandsbediening
Fig. 5
Bedrade
afstandsbediening
(HCP 10/11)
Fig. 6
In- en
uitgangsmodule
(HAC 2)
Fig. 7
VOC- en
vochtsensoren
Fig. 8
RV% VOC
Filters
13
Productbeschrijving: Regelstrategie van het systeem
nl
Regelstrategie van het systeem
Deze sectie beschrijft de werkingsstrategie in diverse omstandigheden. Zie pagina 28 voor
een gebruikersspecieke werking.
In koude omstandigheden waarbij T1 lager is dan -4 °C en afvoer T4 < +8 °C, kan het con-
denswater leiden tot ijsafzetting in de warmtewisselaar. Als dat gebeurt, kan het luchtpad
geblokkeerd raken en kan de warmtewisselaar uiteindelijk onherstelbaar worden beschadigd.
Om dat te voorkomen, wordt de volgende procedure gestart:
Het toerental van de toevoerventilator zal met 3 tpm/seconde afnemen totdat het mini-
male toerental is bereikt.
Na 10 seconden op dit toerental stopt de toevoerventilator helemaal, terwijl de actieve
afzuigventilator warmere lucht naar de warmtewisselaarcomponent voert, om eventueel
ijs te verwijderen.
Wanneer T4 weer > +8 °C is, start de toevoerventilator op het minimale toerental, waarna
het toerental met 3 tpm/seconde wordt verhoogd totdat het oorspronkelijk vereiste toer-
ental weer is bereikt.
Als T4 tijdens de toerentalverhogingscyclus < +2 °C wordt, zal de toevoerventilator het
toerental weer verlagen.
Als T1 langer dan 4 minuten en 25 seconden ≤ -13 °C is terwijl de ontdooiingsmodus
actief is, stopt de unit het bedrijf gedurende 30 minuten, waarna de unit probeert om de
eerdere bedrijfsmodus te hervatten. Als elektrisch voorverwarmen beschikbaar is, is deze
totale-uitmodus uitgeschakeld.
Het ontdooiingsbedrijf creëert onderdruk in de woning. Als ontdooiing noodzakelijk is terwijl
de openhaardmodus is ingeschakeld, zal de unit het bedrijf pas na 4 uur stoppen. Setpoints
kunnen niet worden gewijzigd.
Wanneer ontdooien actief is, wordt weergegeven op het display van elke aangesloten
afstandsbediening en als volledig bedrijf door het ontdooien is uitgeschakeld, knippert tem-
peratuur T1 op het display.
Als de voorverwarmer is geïnstalleerd, voegt de unit elektrische warmte toe aan de inko-
mende buitenlucht om de temperatuur van de buitenlucht die de warmtewisselaar binnen-
komt, te verhogen en zo de eventuele noodzaak voor activering van de ontdooiingsmodus te
beperken of te elimineren en een gebalanceerde werking zo lang mogelijk te waarborgen.
In de installatiemodus kan de masterfunctie via de draadloze afstandsbediening worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
Voorverwarmen wordt toegepast vóór de T1-sensor.
Bij een buitentemperatuur < -3 °C of een toevoerluchttemperatuur < 16,5 °C schakelt de
voorverwarmer in op 10% vermogen.
Het vermogen neemt elke 60 seconden met 10% toe/af, afhankelijk van temperatuur T1 of
T2.
Temperatuursetpoints kunnen niet worden gewijzigd.
Inleiding
Ontdooien
Voorverwarmen
(accessoire)
14
Installatie : Algemene locatie-eisen
Installatie
Algemene locatie-eisen
De HCC 260/360 moet aan alle bovenstaande punten voldoen voordat u het installatieproces
start.
Houd bij het selecteren van een geschikte installatielocatie rekening met het volgende:
1. De HCV 260/360-units zijn bedoeld voor montage in droge omgevingen, met tempera-
turen > 12 °C, zoals een bijkeuken of soortgelijke verwarmde ruimte.
2. De HCC 260/360 kan verticaal of horizontaal worden gemonteerd. Verzeker u ervan dat de
plafond- of wandconstructie geschikt is om het extra gewicht van de unit te dragen.
3. De luchtstroomrichting kan elektronisch worden omgezet, waardoor de kanalen naar
keuze links of rechts kunnen worden aangesloten. Meer informatie over het omzetten
vindt u oppagina 18.
4. Het is verplicht om de HCC 260/360 minimaal 1° te kantelen richting de afvoer. De
meegeleverde beugel voorziet in die vereiste in geval van een horizontaal plafond.
De HCC 260/360 is ontworpen voor verborgen installatie.
Het is zeer belangrijk om te voorzien in extra vrije ruimte:
Voldoende ruimte om de unit zo nodig te vervangen. Het moet ook mogelijk zijn om de
unit in de beugel te draaien en omhoog te kantelen bij montage onder het plafond.
Externe voorverwarmer (accessoire), die extern in het kanaalsysteem wordt gemonteerd
op de T1 inkomende buitenlucht, op minimaal 320 mm van de unit.
Extra ruimte voor het inspecteren en testen van afvoerslangen, ook als er geen voorver-
warmer is geïnstalleerd.
Dit geldt ook voor aftersalessituaties waarbij de unit volledig moet worden gedemonteerd
voor onderhoud. Garantieclaims worden afgewezen als niet aan bovenstaande eisen is
voldaan.
Zie min. afmetingen op pagina 15.
Als u de unit onder het plafond installeert, moet u ruimte reserveren voor het omhoog/om-
laag kantelen en extra ruimte als er een elektrische voorverwarmer is geïnstalleerd.
De vereiste extra vrije ruimte wordt hier weergegeven voor bedrijfsmodus A
1122
620
320
80
1 2
Fig. 9
Inleiding
Positie en
kanaalaansluitingen
Extra ruimte vereist
Serviceruimte,
plafond
15
Installatie : Algemene locatie-eisen
nl
en wordt hier weergegeven voor bedrijfsmodus B
1122
80
320
620
12
Fig. 10
Nr. Beschrijving
1 Deze ruimte is verplicht om de unit omhoog en in de wandbeugel te tillen. Monteer
de beugel ALTIJD en houd deze ruimte vrij aan de zijde van de unit waar de T1 en T4
(koude kanalen) worden aangesloten. Als er een voorverwarmer is geïnstalleerd, is
deze extra ruimte nodig om in de toekomstig eventueel onderhoud uit te voeren.
2 Deze extra vrije ruimte is nodig om de schroeven goed in het plafond te kunnen
bevestigen.
Als u de unit aan de wand installeert, moeten T1 en T4 (koude kanalen) zich altijd onderaan
de unit bevinden. Als de unit is uitgerust met een extra voorverwarmer, moet u daar ook
ruimte voor reserveren; zie de afbeelding.
Voorverwarmerruimte
Fig. 11
Serviceruimte, wand
16
Installatie : Installatieopties
Installatieopties
De HCC 260/360 biedt diverse installatieopties, zoals verticale of horizontale montage,
exibele kabelaanleg en kanaalaansluitingen, waardoor de unit geschikt is voor verschil-
lende locaties. Bekijk de installatieopties en bepaal hoe de installatie het beste kan worden
afgestemd op de lokale vereisten.
Verzeker u ervan dat de plafond- of wandconstructie geschikt is om het extra gewicht van de
unit te dragen.
Houd ook rekening met de vereiste ruimte voor service.
Alle kabelaansluitingen kunnen door de eenheid worden geleid, zodat ze via beide eind-
platen naar buiten kunnen worden geleid (g. A). De aansluiting kan ook worden uitgevoerd
volgens g. B. Dat biedt de installateur de mogelijkheid om de kabels op de meest geschikte
manier te leiden en aan te sluiten.
Optie 1 Optie 2
Inleiding
Verticaal of
horizontaal
Fig. 12
De afvoerslang mag zich niet in de vloerafvoer bevinden
Fig. 13
!LET OP
Kabelaanleg
B
A
A
17
Installatie : Installatieopties
nl
De luchtkanalen die het huis ingaan, kunnen naar keuze links of rechts worden aangesloten.
De standaardmodus is modus A. (Volg de procedure op pagina 18 om modus B te gebruik-
en.)
Afbeelding van kanaalaansluitingen in bedrijfsmodus A:
Fig. 14
Afbeelding van kanaalaansluitingen in bedrijfsmodus B:
Fig. 15
Modus A of B
selecteren
18
Installatie : Installatieopties
Schakel altijd de spanning uit door de 230V-stekker uit het stopcontact te halen voordat u de
unit opent!
Is voor een lokaal systeem modus B vereist, volg dan de onderstaande procedure EN con-
troleer het label om de waterafvoer correct aan te sluiten.
Stap Actie Afbeelding
1Lokaliseer het kleine uitgestanste
deksel op de lange zijde van de
unit die zich dichtst bij de lterdek-
sels bevindt.
2Lokaliseer de schakelaar op de
hoofdprintkaart.
De standaardmodus is modus A,
zoals afgebeeld. Schuif de schake-
laar naar rechts om modus B te
selecteren. Sluit het deksel weer.
3Zet de afvoerslang en stop om
zoals aangegeven.
Zie pagina 22 voor meer infor-
matie over het installeren van de
afvoerslang.
Modus A
Modus B
4 Om de RV-sensoren te verwisse-
len, opent u het zijpaneel en kijkt
u waar de markeringen "A" en "B"
zich bevinden.
Modus A Modus B
5Zet het lter om (ALLEEN als het
optionele pollenlter ePM1 wordt
gebruikt voor de toevoerlucht).
Raadpleeg de tabel op pagina
7 om de juiste positie van het
ePM1-lter voor modus A/B te
bepalen.
6Plaats de nieuwe B-sticker en kalibratiesticker op de unit.
7Sluit het kanaal aan volgens de specicatie op het label en de aanwijzingen op
pagina 21.
8Kalibreer de unit zoals aangegeven op pagina 26.
Warning
Caution
WAARSCHUWING
Omzetten
naar modus B
A B
19
Installatie : Montage
nl
Montage
De meegeleverde beugel kan en moet worden gebruikt, voor zowel wand- als plafondmon-
tage. De beugel kantelt de eenheid automatisch 1° in de richting van de condensafvoer bij
montage onder het plafond (g. 16) en bij montage aan de wand (g. 17).
Volg deze procedure om de HCC 260/360 verticaal aan een wand te installeren.
Stap Actie Afbeelding
1
Boor twee gaten voor de
beugel en volg daarbij alle
afmetingsvereisten in het
hoofdstuk Algemene locatie-
eisen op pagina 14.
8 mm
4 mm
3 mm
8 mm
4 mm
3 mm
2Monteer de beugel met de
juiste schroeven.
3 Til de eenheid op de beugel.
4
Boor twee gaten en bevestig
twee geschikte schroeven in
de onderste unitbeugel.
5
Sluit de kanalen aan volgens
de afbeelding op pagina
17
BELANGRIJK: de luchtkanalen
T1 en T4 aan de buitenzi-
jde moeten ALTIJD naar de
kanaalaansluitingen in de
bodem worden geleid.
6Sluit de kanalen en de afvoer-
slang aan.
Multifunctionele
montagebeugel
Fig. 16 Fig. 17
Wandmontage
2
4
1
20
Installatie : Montage
Volg onderstaande procedure voor plafondmontage
Stap Actie Afbeelding
1 De HCC 260/360 moet
altijd minimaal 1° richting
de afvoerzijde (T4) worden
gekanteld. Dat doet u door
de meegeleverde beugel
aan de T4-zijde van de unit
te plaatsen.
Boor twee gaten en mon-
teer de beugel volgens de
plafondconguratie (zie
pagina 19).
Houd een afstand van
minimaal 320 mm tot de
plafondrand aan, zodat u
ruimte hebt om de eenheid
in stap 2 te draaien.
8 mm
4 mm
3 mm
320 mm
2 Til de eenheid op de
beugel die vrij hangt, zoals
afgebeeld.
8 mm
4 mm
3 mm
3 Draai de unit naar het pla-
fond en zet hem vast met
twee schroeven.
8 mm
4 mm
3 mm
4 Sluit de kanalen en de afvoerslang aan.
Plafondmontage
21
Installatie : Montage
nl
Sluit de kanalen (specicatie volgens lokale voorschriften) uitsluitend aan met een aftap-
kraanaansluiting.
WAARSCHUWING: Schroef een aftapkraan voor kanalen NOOIT rechtstreeks in het plaatstaal
van de unit.
Fig. 18
Isoleer de kanalen volgens de lokale voorschriften en houd daarbij rekening met de omgev-
ingstemperatuur van de installatie.
Zorg ervoor dat alle kanalen correct en stevig zijn bevestigd en dat ze ALTIJD stevig aan het
plafond of de wand zijn bevestigd met beugels.
Beugel Beugel
Fig. 19
Kanaalsysteem
aansluiten
Kanalen vastzetten
22
Installatie : Montage
Het is verplicht om in elke HCC 260/360-installatie een waterafvoerslang op de unit aan te slu-
iten, omdat het vocht in de extractielucht condenseert tot waterdruppels wanneer die lucht
in de warmtewisselaar wordt gekoeld.
Dit water is schadelijk voor de omgeving als het niet correct wordt behandeld. Daarom vere-
ist de installatie een slang voor condensafvoer die met een neerwaartse helling van minimaal
10 promille (1 cm/meter) vanaf de eenheid is aangesloten, en de slang mag NOOIT boven het
niveau van de onderste metaalplaat komen.
Onjuiste installatie
De afvoerslang mag nooit hoger lopen dan
de bodemplaat!
Fig. 20
Nadat de slang omlaag naar een afvoer is geleid, moet er een waterslot worden aangebracht.
Dat voorkomt dat er lucht ontsnapt via de slang. Breng op de slang een volledig gesloten cir-
cuit of een sifon aan volgens de afbeelding en zorg ervoor dat die een minimale hoogte van
100 mm heeft. Vul het circuit/de sifon met min. 0,5 l water voordat u de slang op de eenheid
aansluit.
of
100 mm
100 mm
Fig. 21
Aandachtspunten
afvoer
Correcte installatie
De afvoerslang loopt correct en gestaag af
richting riool.
Condensafvoer
23
Installatie : Extra apparatuur aansluiten
nl
Extra apparatuur aansluiten
Het aansluiten van extra apparatuur mag uitsluitend door gekwaliceerd personeel worden
uitgevoerd. Schakel altijd de spanning uit door de 230V-stekker uit het stopcontact te halen
voordat u de unit opent!
De geïntegreerde regelaar biedt diverse opties voor het aansluiten van extra externe ap-
paratuur. Om toegang te krijgen tot de controller opent u de afdekking van de printkaart (A)
van de unit door die helemaal rond te draaien zoals afgebeeld in g. 22.
Fig. 22
Deze afbeelding toont de verschillende aansluitingen:
12 3 4
Fig. 23
Aansluiting Beschrijving
1: ETHERNET LAN-verbinding voor verbinding met een draadloze router voor GBS- en
smartphone-appfunctionaliteit.
2: MODBUS Modbus-aansluiting voor in- en uitgangsmodule (HAC of HCP 11).
3: ANTENNE Draadloos aansluitpunt voor productspecieke afstandsbediening.
4: DIG IN Externe digitale ingang voor het selecteren van specieke bewerkingen.
Parameters kunnen worden ingesteld in de PC Tool.
Warning
Caution
WAARSCHUWING
Toegang tot
aansluitingen
A
Opties externe
aansluitingen
24
Installatie : Extra apparatuur aansluiten
Trek de kabel door de metaalplaat naast de 230VAC-ingang. Dat is mogelijk aan de linker- of
rechterzijde. Meer informatie vindt u op pagina 16.
Druk de kabel tussen het plaatstaal en het EPS-gedeelte.
Fig. 24
Verbind de unit met LAN via een standaard ethernetkabel met RJ45-stekker.
Gebruikt u een niet-voorgeproduceerde kabel, leg de kabel dan eerst naar wens door het
hele huis en monteer daarna de RJ45-stekker op basis van de standaardterminologie voor het
kruisen van ethernetkabels, zoals gespeciceerd in T568B. Die montage-instructies zijn op
het internet te vinden, bijvoorbeeld op Wikipedia.
De unit is toegankelijk voor de smartphoneapp (IOS en Android) als uw apparaat met het-
zelfde netwerk is verbonden via wi.
Toewijzingsstatus
IP-adres
Beschrijving
Dynamisch IP-adres Als de unit is aangesloten op een router met ingebouwde DHCP-
server, haalt die het IP-adres zelf op van de router wanneer de unit
opstart.
Statisch IP-adres In PC Tool kunt u een statisch IP-adres aan de unit toewijzen. Dat is
bijvoorbeeld nodig als u zich buiten het bereik van het LAN bevindt
en de HCC 260/360 via de smartphoneapp wilt controleren. Daarvoor
moet u ook het WAN-adres voor de woning instellen en een poort op
de router toewijzen.
De MODBUS RTU is alleen voor interne communicatie tussen de unit (UVC-printplaat) en
Dantherm-accessoires (HAC, FPC of HCP11)
Aangesloten via RS485-poort
Belangrijk! Externe BMS kan niet worden aangesloten als een Modbus RTU via de
RS485-poort, noch via Dantherm-accessoires. (HAC, FPC of HCP11)
Modbus TCP/IP
De controllers in de Dantherm ventilatie-units heeft de mogelijkheid om Modbus TCP / IP te
communiceren via de Ethernet-poort. Dit wordt gebruikt voor gebouwbeheersystemen (GBS)
of communicatie met smartphone-apps.
Hier kan een externe antenne worden aangesloten voor een groter bereik.
Kabelinstallatie
Verbinden met
LAN
MODBUS
Antenne
25
Installatie : Extra apparatuur aansluiten
nl
De unit is uitgerust met 2 handbedieningsingangen/-signalen, ook wel digitale ingangen
genoemd. Die ingangen kunnen worden gebruikt voor het selecteren van andere ventilator-
toerentallen of het activeren van alarmen.
Standaard zijn de digitale ingangen als volgt ingesteld:
Dig. ingang 1: ventilatiestap 2
Dig. ingang 2: ventilatiestap 4
Zo werkt het (voorbeeld rechts):
Schakelaar DI1 tussen pin 2 & 4 activeert ingang 1
Schakelaar DI2 tussen pin 3 & 4 activeert ingang 2
Dig. ingang is te gebruiken voor:
Ventilatiestappen van 0-4
Veiligheidsuitschakeling
Hoogwatersensor
Boost voor keukenafzuigkap
En meer
Meer informatie en instellingen vindt u in de PC Tool, onder External Control [Externe rege-
ling].
Dig. ingang
DIG IN
1: 12VDC
2: Dig. in 1
3: Dig. in 2
4: GND
12 4
3
DI1
DI2
26
Installatie : Initiële kalibratie
Initiële kalibratie
Na installatie moet de unit worden gekalibreerd voor aanpassing aan een speciek kanaalsys-
teem. Dat doet u door een computer met MS Windows aan te sluiten op de USB die verbor-
gen is onder een zwarte rubber afdekking op de voorplaat en de PC Tool-software voor dit
type unit op te starten.
De unit is uitgerust met een 230V-Schuko-stekker. Snijd deze stekker NOOIT los. De unit moet
eenvoudig kunnen worden losgekoppeld, omdat die opnieuw moet worden opgestart bij het
uitvoeren van een rmware-upgrade en ook moet worden losgekoppeld bij het aansluiten
van extra verbindingen.
Steek de stekker in een geaard stopcontact van 230 V.
Lokaliseer de zwarte rubber doorvoer en verwijder die, zodat u de meegeleverde USB-kabel
kunt aansluiten tussen de unit en uw computer.
Volg onderstaande procedure om de unit te kalibreren:
Nr. Actie Afbeelding
1
Controleer of de unit in de juiste bedrijfsmodus (A of B) staat volgens de kanaalaansluit-
ing en zorg ervoor dat het juiste label op de eenheid is aangebracht. Meer informatie
vindt u op pagina 18.
2
Lokaliseer het luchtstroomschema
op de voorplaat van de HCC
260/360. Op basis van het vereiste
luchtvolume voor elke specieke
installatie kunt u de bijbehorende
drukval over de warmtewisselaar
uitlezen.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
[Pa]
[m3/h]
3
Sluit de ΔPa-meter aan over het
toevoerluchtpad zoals afgebeeld.
Dit voorbeeld is gebaseerd op
bedrijfsmodus A van de unit.
Gebruik een voetbalnaald om de
rubber plafondbekleding helemaal
door te prikken. Wanneer u de pen
verwijdert, sluit het rubber het gat
af.
Naald:
4
Pas het toerental van de toevoerventilator aan volgens de instructies in de PC Tool op
uw computer. Het doel is om de ventilator zo af te stellen dat de ΔPa-meter de drukval-
waarde weergeeft die was uitgelezen bij stap 2.
Inleiding
Voeding aansluiten
USB aansluiten
Kalibratie
27
Installatie : Initiële kalibratie
nl
5
Verplaats de ΔPa-meter over het
extractieluchtpad zoals afgebeeld.
Dit voorbeeld is gebaseerd op
bedrijfsmodus A van de unit.
6
Pas het toerental van de extractieventilator aan volgens de instructies in de PC Tool
op uw computer. Het doel is om de ventilator zo af te stellen dat de ΔPa-meter een
drukvalwaarde weergeeft die enkele procenten lager is dan de waarde die was uitge-
lezen bij stap 2, om een lichte onderdruk in de woning te creëren.
7
Koppel zowel de ΔPa-meter als de computer los. Pas de inregeling van de kleppen in
elke ruimte aan om ervoor te zorgen dat het gewenste luchtdebiet in elke ruimte kan
worden geleverd.
Controleer de nominale luchtstroomsnelheden op basis van eerdere instructies in deze
procedure, aangezien radicale aanpassingen (inregeling) de nominale luchtstroomsnel-
heden beïnvloeden.
28
Bediening (gebruiker): Initiële kalibratie
Bediening (gebruiker)
Algemene ventilatiefuncties
Schakel de hoofdvoeding nooit uit om de ventilatie uit te schakelen. Dat kan er namelijk toe
leiden dat er na verloop van tijd condenswater uit de luchtinlaten druppelt.
De HCC 260/360-unit kan werken in de ventilatie- en handbedieningsmodi die in dit hoofd-
stuk staan vermeld. Let op: de verschillende bedrijfsmodi kunnen niet worden geactiveerd
op de unit zelf, maar moeten worden geactiveerd via een afstandsbediening (HCP 10/11 of
HRC3) of via de smartphoneapp van Dantherm.
De units kunnen uw woning ventileren in drie verschillende bedrijfsmodi. De modi kunnen
worden geselecteerd op basis van uw specieke behoeften. Houd er echter rekening mee
dat er een minimale ventilatievereiste kan gelden op basis van nationale regels en voorschrif-
ten. Voor de automodus is een extra sensor (accessoire) vereist.
Mode Beschrijving
Handmatig Bij handmatig bedrijf werkt de unit continu op het vereiste toerental.
Ventilatortoerental 4 is de 130%-boostmodus. Deze modus wordt na 4 uur
automatisch uitgeschakeld.
Ventilatortoerental 3 is het nominale ventilatortoerental, gedenieerd als
100%.
Ventilatortoerental 2 is 70% van toerental 3.
Ventilatortoerental 1 is 49% van toerental 3.
Ventilatortoerental 0 is ventilatorstop. Schakelt na 4 uur automatisch uit.
Weektimer De timergestuurde bedrijfsmodus stelt het ventilatortoerental in volgens
een wekelijks tijdschema. De regelaar heeft 10 vaste timers en 1 aange-
paste timer. Selecteer een vast tijdschema dat aan uw vereisten voldoet of
maak een aangepaste timer aan in de PC Tool.
Bijlage A – “Specicatie weekprogrammas” op pagina 47 – bevat een
gedetailleerd overzicht van de weekprogramma's.
Vraag
(RV- of VOC-
sensor vereist)
In de automatische modus (vraag) past de unit het ventilatieniveau au-
tomatisch aan om te voldoen aan de ventilatiebehoeften, zoals door VOC-
en/of RV%-sensoren gemeten in de uitgaande lucht. Deze bedrijfsmodus is
alleen mogelijk als de unit is uitgerust met een VOC- en/of RV%-sensor.
In aanvulling op de bovenstaande hoofdventilatiemodi kan de gebruiker een aantal hand-
bedieningsmodi selecteren voor diverse doeleinden. Deze handbedieningsmodi worden
automatisch uitgeschakeld op basis van tijd of temperatuur.
Handbediening Beschrijving
Ventilatorboost 130%-boost gedurende 4 uur.
Zomermodus Toevoerventilator uit, extractieventilator nog actief en koudere
lucht stroomt door alle open ramen. Dat verlaagt de binnentem-
peratuur in de zomertijd, met een gehalveerd energieverbruik.
Bypass
(accessoire, indien niet
standaard inbegrepen)
Beide ventilatoren werken, maar er vindt geen warmteterugwin-
ning plaats. Hierdoor wordt automatisch koudere buitenlucht
aangevoerd, wat de binnentemperatuur in de zomer verlaagt.
Openhaardboost 7 min. met extractieventilator verlaagd tot 50%. Dit creëert een
overdruk, waardoor de schoorsteenwerking wordt versterkt bij het
aansteken van de openhaard.
Nachtmodus Stelt de ventilator 's nachts in op toerental 1, ongeacht eventuele
andere modi. Start- en eindtijd kunnen worden ingesteld via de
afstandsbediening
Afwezigheids-modus In de afwezigheidsmodus draait de unit op hetzelfde ventilatorto-
erental als bij handmatig ventilatortoerental 1. Na 28 dagen of na
handmatige uitschakeling van de Afwezigheidsmodus werkt de
unit in de weekprogrammamodus.
Inleiding
Ventilatiemodi
Handbediening
29
Bediening (gebruiker): Gebruikersrechten
nl
Gebruikersrechten
Deze unit is bedoeld voor verborgen installatie. Dat betekent dat gebruikersinteractie is
gebaseerd op externe apparaten, hetzij een draadloze afstandsbediening of een smartpho-
neapp. Zie de bij die accessoires geleverde handleidingen voor gebruikersinstructies.
De PC Tool voor installateurs biedt installateurs nog uitgebreidere opties. Onderstaande tabel
toont alle functies die beschikbaar zijn op deze interfaces.
Functie Unit Bedrade
afstandsbedi-
ening
Draadloze
afstands-
bediening
Smart-
phone
PC Tool
Basisfuncties HCP 10 HCP 11
Basisbedrijfsmodus selecteren (Handmatig, Week en Auto als er een
sensor aanwezig is)
Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Ventilatorstap 1-4 in handmatige ventilatormodus selecteren Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
-
Zomermodus selecteren Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Openhaardboostmodus selecteren Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Afwezigheidsmodus inschakelen - Gebruiker - -
Nachtmodus inschakelen - Gebruiker Ge-
bruiker
-
Start/einde nachtmodus instellen - Gebruiker Ge-
bruiker
-
Basisuitlezing
Huidige modus uitlezen Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Huidige ventilatorstap uitlezen Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Uitlezen of de zomermodus actief is Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Temperatuur uitlezen voor T1-T4 - Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Temperatuur uitlezen voor T5 – bij gebruik van een draadloze
afstandsbediening
- Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Toerental van toevoer- en extractieventilatoren uitlezen in tpm - - Installateur - Installa-
teur
Filter
Filtervervuiling – indicatie in drie stappen - Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Akoestisch lteralarm Ja - Ge-
bruiker
Gebruiker
Filtertimer resetten nadat ltertijd is verstreken Gebruiker - Ge-
bruiker
Gebruiker
Filtertimer resetten voordat ltertijd is verstreken Gebruiker - Ge-
bruiker
Gebruiker
Resterende ltertijd in dagen uitlezen - - - Ge-
bruiker
Gebruiker
Alarmen
Akoestische alarmsignalen Ja - Ge-
bruiker
Ja
Realtime-foutindicatie uitlezen - Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Specieke foutcode-indicatie uitlezen Gebruiker Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Historische foutenlog met tijdstempels uitlezen - - - - Gebruiker
Tijd en datum
Tijd/datum uitlezen en instellen - - Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Weekprogrammanr. selecteren - - Gebruiker Ge-
bruiker
Gebruiker
Aangepaste instellingen voor weekprogramma 11 programmeren - - - - Gebruiker
Teller inschakeltijd uitlezen - - - - Gebruiker
Installatiedatum uitlezen - - - - Gebruiker
Handmatige kalibratie van nominaal toerental
Stapsgewijs in PC Tool - Installateur - - Installa-
teur
Netwerk
DHCP inschakelen - - - - Gebruiker
Vast TCP-IP-netwerkadres instellen (anders automatisch via DHCP) - - - - Gebruiker
SW-versies
Gebruikersrechten
30
Bediening (gebruiker): Gebruikersrechten
Functie Unit Bedrade
afstandsbedi-
ening
Draadloze
afstands-
bediening
Smart-
phone
PC Tool
MPCB-softwareversie uitlezen - - Installateur - Gebruiker
Softwareversie draadloze afstandsbediening uitlezen - - Installateur - -
Softwareversie smartphoneapp uitlezen - - - Ge-
bruiker
-
Softwareversie PC Tool uitlezen - - - - Gebruiker
Softwareversie HAC uitlezen - - Installateur - -
Geforceerde test van interne voorverwarmer en bypass
Gestart vanaf PC Tool - - - - Installa-
teur
Externe handbediening
Functionaliteit voor digitale ingang instellen - - - - Installa-
teur
Conguratie unittype
Unittype uitlezen - - - - Gebruiker
Unittype selecteren - - - - Installa-
teur
Serienummer uitlezen en instellen - - - - Installa-
teur
Unitnaam instellen - - - - Installa-
teur
Unitnaam uitlezen - - - Ge-
bruiker
Gebruiker
Positie A/B-schakelaar uitlezen - - - - Gebruiker
Woninginstellingen
Type privé/sociaal selecteren – (stap 0 in sociaal uitschakelen) - - - - Installa-
teur
Isolatie van woning selecteren - - - - Installa-
teur
Aanwezigheid van openhaard selecteren (ontdooien onder druk niet
toegestaan)
- - - - Installa-
teur
31
Onderhoud en verzorging: Gebruikersrechten
nl
Onderhoud en verzorging
Preventief onderhoud
Om ervoor te zorgen dat de unit aan de specicaties blijft voldoen, moet er met specieke
intervallen preventief onderhoud worden uitgevoerd, om uitval of een ineciënte werking te
voorkomen en de verwachte levensduur van 10 jaar of langer te maximaliseren.
Houd er rekening mee dat de intervallen voor het lteronderhoud kunnen variëren op basis
van de specieke omgeving. Bewegende delen zijn slijtdelen die moeten worden vervangen
wanneer ze versleten zijn, afhankelijk van de specieke omgeving.
De fabrieksgarantie geldt uitsluitend als gedocumenteerd preventief onderhoud is uitgevo-
erd. De documentatie moet bestaan uit een geschreven logboek.
Koppel de eenheid los van de voeding voordat u werkzaamheden aan de unit gaat uitvo-
eren!
Alleen opgeleide en gecerticeerde technici mogen onderhoud uitvoeren aan de ventila-
toren. Gebruikers mogen alleen de lters vervangen.
Zorg ervoor dat alle werkzaamheden zijn voltooid en dat de voorplaat volledig is gemon-
teerd voordat u de voeding weer inschakelt. .
De volgende onderdelen hebben preventief onderhoud nodig:
Onderhoudsin-
terval Taak Uit te voeren door
6 maanden Filtercontrole. Vervang waar nodig Gebruiker
1 jaar Vervanging lter Gebruiker
Externe condensafvoer Opgeleide technicus
2 jaar
Warmtewisselaar Opgeleide technicus
Ventilatoren Opgeleide technicus
Condensaatbak/interne afvoer Opgeleide technicus
Intern luchtkanaal Opgeleide technicus
Controleer of vervang lters wanneer het akoestische lteralarm wordt gegenereerd en het
bijbehorende lampje knippert op de afstandsbediening. Reset de ltertimer altijd na vervan-
ging van een lter. Zie de handleiding van de afstandsbediening voor meer informatie.
Filterintervallen kunnen worden aangepast op basis van de verontreinigingsgraad in de won-
ing en de deeltjesinhoud van de buitenlucht. In “Gebruikersrechten” op pagina 29 ziet u
hoe u dat doet.
Filters moeten echter om de zes maanden worden gecontroleerd. Dantherm adviseert om
lters altijd minstens één keer per jaar te vervangen. Gebruik een vochtige doek om de unit
aan de buitenzijde rond de lteropeningen te reinigen wanneer u de lters vervangt, om een
goede hygiëne te waarborgen.
De lters bevinden zich achter de kleine deksels op het frontpaneel.
Fig. 25
Inleiding
Warning
Caution
WAARSCHUWING
Omvang van
onderhoud
Filters vervangen
(1 jaar)
Filterresetknop
32
Onderhoud en verzorging: Gebruikersrechten
De afvoer en de slang moeten jaarlijks worden gecontroleerd.
Controleer of de slang goed aan de unit is bevestigd en of er water in het waterslot aanwezig
is. Controleer of de slang niet geknikt is en of er een minimale neerwaartse helling van 1% is
tussen de unit en de afvoer. Als de slang naar verschillende omgevingstemperaturen wordt
geleid, moet u ervoor zorgen dat de slang wordt beschermd tegen vorstschade.
Verzeker u ervan dat de condensafvoer in de condensaatbak niet verstopt is. Reinig de con-
densaatbak om de twee jaar met zeepwater en een borstel of doek, om een goede hygiëne in
de unit te waarborgen.
Volg onderstaande procedure om de condensaatbak te reinigen:
Stap Actie Afbeelding
1Koppel de 230VAC-voeding los en verwijder de afdekking van de unit.
Zie “Fig. 22” op pagina 23.
2
Verwijder de afvoerslang en
draai alle getoonde vergren-
delingen 90°.
3
Verwijder de condensaatbak
voorzichtig. Houd er rekening
mee dat de unit een kleine
hoeveelheid water kan bevat-
ten als de unit onder het
plafond is geïnstalleerd.
4Reinig de condensaatbak en plaats hem terug (controleer zo nodig de ventilatoren
zoals hieronder aangegeven, voordat u de condensaatbak terugplaatst).
5Zet de unit weer in elkaar. Controleer of de ene waterafvoer is aangesloten en de
aftapkraan van de tegenoverliggende condensaatbak is afgesloten.
Afvoer en slang
(1 jaar)
Condensaatbak
(2 jaar)
33
Onderhoud en verzorging: Gebruikersrechten
nl
Reinig de ventilatorbladen om de twee jaar met perslucht of een borstel. Alle ventilatorbladen
moeten schoon zijn om de ventilator gebalanceerd te houden. Draai de ventilatoren voor-
zichtig rond en luister of u lagergeluid hoort. Als dat het geval is, is de ventilator versleten en
moet die worden vervangen.
WAARSCHUWING: Let op dat u de metalen balanceerstukken op de ventilatorbladen niet
verwijdert.
Fig. 26
Controleer de warmtewisselaar om de twee jaar op stof en vuil. Reinig de warmtewisselaar bij
alle vier inlaten met een zachte borstel en een stofzuiger. In speciale gevallen, bijvoorbeeld als
er tekenen zijn van opgehoopt, vuil condensaat in de warmtewisselaar, kan het nodig zijn om
de wisselaar uit de unit te verwijderen en de wisselaar met zeepwater te reinigen.
Draai de vier vergrendelingen, waarna de warmtewisselaar kan worden verwijderd.
Fig. 27
Ventilator
(2 jaar)
Warmtewisselaar
(2 jaar)
34
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
Foutopsporing
Deze sectie laat zien hoe u mogelijke bedrijfsfouten kunt herkennen en doorgronden.
Voor een juiste foutopsporing raadt Dantherm ten zeerste aan om een afstandsbediening op
de unit aan te sluiten en de unit daarmee te bedienen.
Eventuele fouten worden weergegeven op:
Apparaat Signaal
Unit Akoestisch zoemersignaal vanuit de hoofdprintplaat. Sluit een
afstandsbediening of de PC Tool aan om de specieke fout weer te
geven.
Led voor lterreset
Draadloze afstands-
bediening
Akoestisch zoemersignaal en weergave van een specieke foutcode.
Bedrade afstands-
bediening (HCP
10/11)
Zoemersignaal en knipperende led.
Het aantal knipperingen komt overeen met een foutcode en wordt
gevolgd door een pauze van 5 seconden.
Zie Foutenlijst.
PC Tool Toont het foutnummer en kan ook specieke bewerkingen over lan-
gere tijd registreren.
Smartphoneapp Weergave van een specieke foutcode.
Fouten worden op het display weergegeven door middel van een code van drie tekens.
Bijvoorbeeld "E12" betekent fout met nummer 12.
Zo leest u de foutenlijst:
Kolom Beschrijving Code Betekenis
AAantal knipperingen op display (bedrade
afstandsbediening)
- -
B Led in foliepaneel Y Gele led knippert
R Rode led knippert
C Geluid
0 Geen pieptoon
1 Eén pieptoon/uur
2 Eén pieptoon/seconde
Na voltooiing van een inspectie of reparatie na eventuele fouten kan de eenheid worden
gereset door de 230VAC-voeding los te koppelen en weer opnieuw aan te sluiten. Daar-
door wordt de regelaar gereset en gaat de unit weer normaal werken. Er wordt vervolgens
opnieuw gezocht naar mogelijke fouten.
Dit kan tot 15 minuten duren.
Inleiding
Foutsignalen
Foutenlijst
Fouten resetten
35
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
nl
Zie onderstaande lijst voor een volledige beschrijving:
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
- Y 1 - Filteralarm Filtertijd ver-
streken
Filters demonteren
en controleren op
vuil
Filters vervangen
en alarm resetten
Alarm re-
setten en lter
resetten door
de alarmknop
5 seconden
ingedrukt te
houden
Op draadloze
afstandsbe-
diening: mid-
delste knop
10 seconden
ingedrukt
houden
Dezelfde
procedure
kan worden
gebruikt om
het lter al
vóór het alarm
te resetten.
Filters zijn niet
vuil, dus lter-
tijd is te kort
Verleng de ltertijd
Filters zijn vuil Filters vervangen
en alarm resetten
Filters zijn erg
vuil, ltertijd is
te lang
Filters vervangen
en alarm resetten
Verkort de lter-
tiijd
1 R 1 E 1 Afzuigventilator
Geen terug-
koppeling van
draaisnelheid
(tacho) afzuig-
ventilator
Voedingskabel
afzuigventilator
niet aanges-
loten
Sluit voedingska-
bel van afzuigven-
tilator aan
Reset hand-
matig door
op de alarm-
knop op het
foliepaneel
te drukken of
door de unit
uit en weer in
te schakelen
Stuurkabel
afzuigventilator
niet aanges-
loten
Sluit stuurkabel
van afzuigventila-
tor aan
Afzuigventilator
werkt niet
Vervang afzuigven-
tilator
Afzuigventilator
kan niet op het
gewenste toer-
ental werken
Setpoint venti-
latortoerental is
te hoog
Verlaag setpoint
van ventilatortoer-
ental
Automatische
reset na 140
seconden,
maar het
alarm verschi-
jnt opnieuw
als het prob-
leem blijft
bestaan
Ventilator is
defect
Vervang de ventila-
tor
36
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
2 R 1 E 2 Toevoerventila-
tor
Geen terug-
koppeling van
draaisnelheid
(tacho) toevoer-
ventilator
Voedingskabel
toevoerventila-
tor niet aanges-
loten
Sluit voedingska-
bel van toevoer-
ventilator aan
Reset hand-
matig door
op de alarm-
knop op het
foliepaneel
te drukken of
door de unit
uit en weer in
te schakelen
Stuurkabel
toevoerventila-
tor niet aanges-
loten
Sluit stuurkabel
van toevoerventi-
lator aan
Toevoerventila-
tor werkt niet
Vervang toevoer-
ventilator
Toevoerventila-
tor kan niet op
het gewenste
toerental werken
Setpoint venti-
latortoerental is
te hoog
Verlaag setpoint
van ventilatortoer-
ental
Automatische
reset na 140
seconden,
maar het
alarm verschi-
jnt opnieuw
als het prob-
leem blijft
bestaan
Ventilator is
defect
Vervang de ventila-
tor
37
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
nl
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
3 R 0 E 3 Bypassregelklep
sluit niet zoals
verwacht
Schakelaar-
positie A:
Bypass is
gesloten, maar
toevoertemper-
atuur is lager
dan verwacht
Controleer of
bypass is inge-
schakeld in PC Tool
Automatische
reset als ren-
dement hoog
genoeg is
gedurende 30
seconden
Controleer of
bypass geblok-
keerd is
Controleer mecha-
nische aansluiting
tussen bypassactu-
ator en bypassklep
Schakelaar-
positie B:
Bypass is
gesloten, maar
afvoerluchttem-
peratuur is
hoger dan
verwacht
Controleer elek-
trische aansluiting
tussen regelaar en
bypass
Controleer rege-
laaruitgang
Bypassklep
Lagere
warmteterug-
winning door
laag extractiede-
biet
Vuil extractiel-
ter
Vervang lters Automatische
reset als ren-
dement hoog
genoeg is
gedurende 30
seconden
Slechte inrege-
ling van de
luchtstromen
Stel het systeem af
Een extrac-
tieventilator in
de badkamer
creëert on-
derdruk in de
woning
Verwijder de
extractie-
ventilator uit de
badkamer
en
sluit de extractie-
lucht uit de bad-
kamer
aan op het venti-
latie-
systeem
Een extrac-
tieventilator
in de keuken
creëert on-
derdruk in de
woning
Creëer verwarmde
vervangings-
lucht voor de
afzuigkap. Is dit
niet mogelijk, open
dan raam/deur
wanneer afzuigkap
in gebruik is
Een kachelven-
tilator creëert
onderdruk in de
woning
Neem contact op
met leverancier
van schoorsteen/
kachel voor veilig-
heidsmaatregelen
38
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
3 R 0 E3 Bypass is
gesloten, maar
toevoertemper-
atuur is lager
dan verwacht
Luchtstromen
niet ingeregeld.
Er is veel meer
extractielucht
dan toevoerlucht
Vuil toevoer-
lter
Vervang lters
Slechte inrege-
ling van de
luchtstromen
Stel het systeem af
4 R 1 E 4 Temperatuursen-
sor extractie-
lucht (T1)
Stuurkaart meet
dat temperatu-
ursensor open of
kortgesloten is
Temperatu-
ursensoren zijn
niet correct
gemonteerd
Monteer de tem-
peratuursensoren
correct
Automatische
reset als
temperatuur
gedurende
30 seconden
binnen het
normale be-
reik blijft
Weerstand in
een van de tem-
peratuursen-
soren is te laag
of te hoog
Vervang temper-
atuursensoren
Weerstand in
temperatu-
ursensoren is
OK
Vervang stuurkaart
5 R 1 E 5 Temperatuursen-
sor toevoerlucht
(T2)
Stuurkaart meet
dat temperatu-
ursensor open of
kortgesloten is
Temperatu-
ursensoren zijn
niet correct
gemonteerd
Monteer de tem-
peratuursensoren
correct
Automatische
reset als
temperatuur
gedurende
30 seconden
binnen het
normale be-
reik blijft
Weerstand in
een van de tem-
peratuursen-
soren is te laag
of te hoog
Vervang temper-
atuursensoren
Weerstand in
temperatu-
ursensoren is
OK
Vervang stuurkaart
6 R 1 E 6 Temperatuursen-
sor extractie-
lucht (T3)
Stuurkaart meet
dat temperatu-
ursensor open of
kortgesloten is
Temperatu-
ursensoren zijn
niet correct
gemonteerd
Monteer de tem-
peratuursensoren
correct
Automatische
reset als
temperatuur
gedurende
30 seconden
binnen het
normale be-
reik blijft
Weerstand in
een van de tem-
peratuursen-
soren is te laag
of te hoog
Vervang temper-
atuursensoren
Weerstand in
temperatu-
ursensoren is
OK
Vervang stuurkaart
39
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
nl
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
7 R 1 E 7 Temperatuursen-
sor afzuiglucht
(T4)
Stuurkaart meet
dat temperatu-
ursensor open of
kortgesloten is
Temperatu-
ursensoren zijn
niet correct
gemonteerd
Monteer de tem-
peratuursensoren
correct
Automatische
reset als
temperatuur
gedurende
30 seconden
binnen het
normale be-
reik blijft
Weerstand in
een van de tem-
peratuursen-
soren is te laag
of te hoog.
Vervang temper-
atuursensoren
Weerstand in
temperatu-
ursensoren is
OK
Vervang stuurkaart
8 - 0 E 8 Temperatuursen-
sor lucht in
ruimte (T5)
Alleen weergegeven op draadloze
afstandsbediening
Automatische
reset
9 - - E 9 Niet gebruikt
10 R 0 E 10 Buitentemper-
atuur < -13 °C
- - Automatische
herstart na
1800 sec-
onden
40
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
11 R 0 E 11 Toevoertemper-
atuur < +5 °C
Lagere
warmteterug-
winning door
lage extractie-
luchttemper-
atuur
Lucht met lage
temperatuur
afgezogen uit
onverwarmde
ruimtes
Zorg voor ver-
warming in alle
geventileerde
ruimtes
Het is ook mogelijk
om ventilatieope-
ningen naar onver-
warmde ruimtes te
sluiten.
Reset hand-
matig door
op de alarm-
knop op het
foliepaneel
te drukken of
door de unit
uit en weer in
te schakelen
Firmware-
versie 2.9 en
hoger biedt
ook automa-
tisch her-
starten na 600
seconden
Slecht geï-
soleerde kana-
len in koude
omgevingen
Verbeter de isolatie
van kanalen
Lagere
warmteterug-
winning door
laag extractiede-
biet
Vuil extractiel-
ter
Vervang lters
Slechte inrege-
ling van de
luchtstromen
Stel het systeem af
Een extrac-
tieventilator in
de badkamer
creëert on-
derdruk in de
woning
Verwijder de
extractie-
ventilator uit de
badkamer en
sluit de extractie-
lucht uit de bad-
kamer aan op het
ventilatiesysteem
Een extrac-
tieventilator
in de keuken
creëert on-
derdruk in de
woning
Creëer verwarmde
vervangings-
lucht voor de
afzuigkap.
Is dit niet mogelijk,
open dan een
raam/deur wan-
neer afzuigkap in
gebruik is
Een kachelven-
tilator creëert
onderdruk in de
woning
Neem contact op
met leverancier
van schoorsteen/
kachel voor veilig-
heidsmaatregelen
41
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
nl
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
12 R 2 E 12 Oververhitting
Een van de
interne sensoren
meet een tem-
peratuur > 70 °C.
Oververhitting
door brand in
of buiten de
ventilatie-unit
Controleer venti-
latie-unit en om-
geving op brand
Alarmweer-
gave kan
worden ger-
eset door op
de alarmknop
te drukken of
door de unit
uit en weer in
te schakelen.
Unit kan
pas starten
wanneer de
betreende
alarmcondi-
ties zijn verd-
wenen
Overtemper-
atuur door
combinatie van
voorverwarmer
of naverwarmer
en een te lage
luchtstroom
Controleer venti-
latie-unit en om-
geving op brand
Controleer welke
sensor een hoge
temperatuur
meet. Controleer
op geblokkeerde
luchtstroom en
vuile lters.
Verhoog zo nodig
de minimale
luchtstroominstel-
ling
13 - 0 E 13 Communica-
tiefout / zwak
signaal
Alleen weerge-
geven op draad-
loze afstandsbe-
diening
Nieuwe pog-
ing na elke 5
minuten of na
indrukken van
een knop
Geen draadloos
signaal
Ventilatie-unit is
uitgeschakeld
Schakel ventilatie-
unit in
Draadloos sig-
naal is te zwak
Antenne niet
gemonteerd op
unit
Monteer antenne
Afstandsbe-
diening te ver
verwijderd van
ventilatie-unit
Ga dichter bij de
ventilatie-unit
staan
Monteer antennev-
erlengkabel
14 R 2 E 14 Brandalarm
Op kanaal
aangesloten
brandthermo-
staat (accessoire)
Ingang is nor-
maal gesloten
(NC), maar is nu
open
De op deze
ingang aanges-
loten brand- of
rookmelder is
actief
Controleer op rook
of brand
Alarmweer-
gave kan
worden ger-
eset door op
de alarmknop
te drukken of
door de unit
uit en weer in
te schakelen.
Unit kan
pas starten
wanneer de
betreende
alarmcondi-
ties zijn verd-
wenen
Controleer of sen-
sor en verbinding
in orde zijn
Niets aanges-
loten op deze
ingang
Monteer kortsluit-
beveiliging
42
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
15 R 1 E 15 Hoog water-
niveau (acces-
soire)
Waterniveau is te
hoog
De waterafvoer
is verstopt
Reinig de water-
afvoer
Automatische
reset wanneer
ingang weer
wordt ges-
loten
De waterafvoer
is verkeerd
gemonteerd
Controleer of de
waterafvoer aan de
juiste zijde is gem-
onteerd en of de
leidingen zich niet
boven het niveau
van de afvoer bev-
inden.
Hulpafvoer-
pomp werkt
niet.
Controleer pomp
Controleer zeker-
ing
Waterniveau is
niet te hoog
Waterniveause-
nsor losgekop-
peld
Controleer bedrad-
ing
Waterniveause-
nsor is normaal
geopend (NO)
Congureer of
vervang water-
niveausensor
zodat die normaal
gesloten (NC) is.
Digitale ingang
verkeerd gecon-
gureerd
Controleer cong-
uratie van digitale
ingang met PC Tool
43
Onderhoud en verzorging: Foutopsporing
nl
A B C Fout-
code Storing Mogelijke
oorzaak
Actie
vereist Resetten
16 R 2 E16 Firmware 2.9 en
hoger:
Storing FPC (ac-
cessoire)
Alleen actief als
het accessoire
"brandbeveilig-
ingsregelaar"
(FPC) op de unit
is aangesloten.
Geen com-
municatie met
brandbeveilig-
ingsregelaar
(FPC)
Reset hand-
matig door
op de alarm-
knop op het
foliepaneel
te drukken of
door de unit
uit en weer in
te schakelen
De brandbev-
eiligingsrege-
laar met dit
adres is eerder
geïnstalleerd,
maar is niet
langer bereik-
baar
Controleer aanslu-
iting naar brand-
beveiligingsrege-
laar
Geen positieter-
ugkoppeling
voor brandklep
Een brandklep
is gesloten maar
moet open zijn
Controleer de
voeding voor de
brandklep
Controleer de in-
terne brandmelder
van de brandklep-
pen
Fout bij
maandelijkse,
wekelijkse of
handmatige
brandkleptest
Brandklep zit
vast in geo-
pende of ges-
loten stand
Er is iets dat de
brandklep blok-
keert.
Brandklep is ver-
keerd aangesloten
Brandklep is defect
44
Bijlage: Technische gegevens
Bijlage
Technische gegevens
In deze tabel worden de technische gegevens weergegeven.
SPECIFICATIE Afk. Unit HCC 360
P2
HCC 260
P1
HCC 360
E1
Max. nominaal debiet V m3/h 220 180 180
Werkbereik DIBt VDIBt m3/h - 70 tot
140
-
Werkbereik Passivhaus bij 100 Pa VPHI m3/h - 70 tot
140
-
EN 13141-7 referentiedebiet bij 50 Pa Vref m3/h 154 126 126
PRESTATIES
Thermisch rendement DIBt ηDIBt % - 93,8 -
Thermisch rendement Passivhaus ηPHI % - 93 -
Thermisch rendement EN 13141-7 bij
referentiedebiet
ηEN % 88 94 80
Geluidsvermogen kast bij referen-
tiedebiet
Lw(A) dB(A) 40 45 46
Geluidsvermogen kanaal (toevoer/ex-
tractie) bij 140 m³/h en 100 Pa
Lw(A) dB(A) 58/44 60/45 61/43
Filters volgens EN 779.2012 klasse - ISO grof (ePM1 optioneel aan
toevoerzijde)
Filters volgens ISO 16890 klasse - ISO grof (epM1 > 50% option-
eel aan toevoerzijde)
Omgevingstemperatuurbereik bij
installatie
tSURR °C +12 tot +40
Maximale vochtigheid in extractie-
lucht bij 25 °C
RV % 55
Buitentemperatuurbereik (zonder
voorverwarmer)*
tODA °C -12 tot +45
Buitentemperatuurbereik (met voor-
verwarmer)
tODA °C -15 tot +45
KAST
Afmetingen (zonder beugel) BxHxD mm 600 x 1122 x 279
Aftapkranen / kanaalaansluitingen Ø mm Ø125 - female
Gewicht m kg 34
Warmtegeleidingscoëciënt van de
polystyreenisolatie
λ W/(mK) 0,031
Warmteoverdrachtscoëciënt van de
polystyreenisolatie
U W/(m²K) U < 1
Lekkage (extern en intern) volgens EN
13141-7
< 2% (klasse A1)
Afvoerslang (accessoire) Ø 1/2
Kastkleur RAL - ongelakt/onbehandeld Aluz-
inc
Brandklasse van de polystyreenisolatie
volgens DIN 4102-1
klasse - B2
Brandklasse van de polystyreenisolatie
volgens EN 13501-1
klasse - E
ELEKTRISCH
Spanning U V 230
Max. opgenomen vermogen (zonder/
met voorverwarmer)
P W 161 /
1061
127 /
1027
161 /
1061
Frequentie f Hz 50
IP-klasse klasse - 20
* Voor een gebalanceerde ventilatie wordt een voorverwarmer aanbevolen wanneer de buitentemper-
atuur lager is dan -5 °C.
Inleiding
45
Bijlage: Technische gegevens
nl
Afmetingen behuizing
Deze afbeelding toont de afmetingen van de unit:
548,2
600
1182
1122
279,3
354 136,2
99,6
117,2
245
99,6
Maatvoerings-
tekening
300
46
Bijlage: Schema's
Schema's
Deze afbeelding toont de printplaat met aansluitingen van de unit:
F1
T2A
J22
J21 J8 J16 J17 J11 J23 J5
J9
RS485 LAN
ANT
J19
J1
Digital input
SW2
A B
BT1
+
-
USB
PE
J24
PE
ByPass
230VAC
Control
Fan 1
Control
Fan 2
Pressure VOC RH%ByPass jumper
240VAC
FACTORY ONLY
4 123
6 1
a:S1 / b:S3
Temperature sensors
a:S2 / b:S4
a:S3 / b:S1
a:S4 / b:S2
1: Power
2: Gnd
3: Shield
4: RS485_A
5: RS485_B
6: Gnd
1: Power
2: SCK
3: SDA
4: GND
1: Power
2: SCK
3: SDA
4: GND
1: Power
2: PR 1
3: PR 2
4: GND
1: Tacho
2: V Fan
3: V Ref
4: GND
1: Tacho
2: V Fan
3: V Ref
4: GND
1: L open
2: L close
3: Neutral
4: -
J2 J4 J6 J7
230V
AC
Pre-
Heater
FAN1 FAN2
1: L
2: N
1: L
2: N
1: L
2: N
1: L
2: N
PE PE
1: 12vDC / 750mA out
2: Input 1
3: Input 2
4: GND
Fig. 28
Schema'sunit
47
Bijlage: Specicatie weekprogramma's
nl
Specicatie weekprogramma's
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
2 2 2 2 2 2 3333
1 1 21 1
33333332 2
3
2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
2 2 2 2 2 2 3 3 3 3
1 1 1 1 1
3 3 3 3 3 3 3 2 2
3
2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2
3 3
2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2
3 3
2 2
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
12
11111 2 2 2 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2
1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
111111 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1
2 2
111111 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 11 1
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
Programma 1
Programma 2
Programma 3
Programma 4
Programma 5
48
Bijlage: Specicatie weekprogramma's
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Werkdagen
Weekend
Programma 6
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2 2 2
1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2
1 1 1 1 1 1 1
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
1 1 1 1 1 111111 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
2 22
1 1 1 11 1 1 1 1 1
1 1 2 2 2
111 111
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
3
1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 11 11
2 22
1 1 1 1 1 1 2 2
1 1 1 1
2
32 2 2 3 33 2
323 33
2 22 2
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
2
1111111 21 1 1 2 2 1 1 1
2 2 2 2
1 1 1
1111112 2 2 1 1 1
2 2 2 2
1 1 1 1 1 1 1 1
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
12
1 1 1 1 1 1 21 1 1 21 1 1 1 2 2 2 1111
1111111 2111211112 2 2 1 1 1 11
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
0 2 46810 12 14 16 18 20 22 24
Programma 7
Programma 8
Programma 9
Programma 10
Programma 11
Aangepast via PC Tool
49
Onderhoud en verzorging: Reserveonderdelen
nl
Reserveonderdelen
Hebt u reserveonderdelen nodig, ga dan naar de Dantherm-webshop:
shop.dantherm.com:
Reserveonderdelen,
waar te vinden
*108478*
108478
Dantherm A/S
Marienlystvej 65
7800 Skive
Denemarken
support.dantherm.com
Dantherm can accept no responsibility for possible errors and changes (en)
Irrtümer und Änderungen vorbehalten (de)
Dantherm n’assume aucune responsabilité pour erreurs et modications éventuelles (fr)
Dantherm no asume ninguna responsabilidad en caso de posibles errores y modicaciones (es)
Der tages forbehold for trykfejl og ændringer (da)
Dantherm kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele fouten en wijzigingen (nl)
Dantherm ansvarar inte för eventuella fel och förändringar (se)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51

Dantherm HCC 260-360 Handleiding

Type
Handleiding