NL- 45 AQUACIATPOWER
8 - STANDAARD REGELINGEN EN OPTIES
8.2.1 Bedrijfsmodus - regeling
De bedrijfsmodus, d.w.z. koelen of verwarmen, wordt bepaald
op basis van de volgende parameters:
Status unit aan/uit [status]: bedrijfsstatus van apparaat.
Regeltype [ctrl_typ]: lokaal, extern of netwerk.
Lokale selectie verwarmen/koelen [hc_sel]: selectie
verwarmen/koelen als de unit de unit op het lokale type
staat.
Externe selectie verwarmen/koelen [onsw_cr]: selectie
verwarmen/koelen als het apparaat op bediening op
afstand staat.
Netwerkselectie verwarmen/koelen [HC_SEL]: selectie
verwarmen/koelen als het apparaat op netwerktype staat.
Buitenluchttemperatuur [BLT]: selectie verwarmen/
koelen als de automatische omschakeling is ingeschakeld.
8.2.2 Verwarming/koeling selectie
De keuze verwarmen/koelen is van toepassing voor
koelmachines met ketel en warmtepompen. De keuze
verwarmen/koelen kan op verschillende manieren worden
geregeld, afhankelijk van het actieve bedrijfstype. Standaard
wordt de koelingsmodus geselecteerd.
De selectie van verwarmen/koelen kan als volgt worden
bepaald:
Lokaal op de eenheid met behulp van het HC_SEL item in
het GENUNIT menu.
Extern via het contact voor selectie van verwarmen/koelen,
als de eenheid in de externe bedrijfsmodus (Remote) staat.
Via een netwerkopdracht als de eenheid in de Netwerkmodus
(Network) staat.
Verwarmen/Koelen kan handmatig worden ingesteld door
de gebruiker of automatisch door de regeling. Wanneer
de verwarming/koeling selectie automatisch is bepaalt
de buitenluchttemperatuur de omschakeling tussen
verwarmen/koelen/stand-by (zie het SETPOINT-menu voor
omschakelingtemperaturen voor koelen en verwarmen).
De automatische omschakeling is optioneel en vereist
gebruikersinstellingen (GENUNIT – Algemene parameters).
Regeltype
Verwarmen/
Koelen
(lokaal)
Verwarmen/
Koelen
(op afstand)
Verwarmen/
Koelen
(netwerk)
Buitenluchttemperatuur Bedrijfstype
lokaal koelen - - - Koelen
lokaal Verwarmen - - - Verwarmen
lokaal auto* - - > cauto_sp + 1 Koelen
lokaal auto* - - < hauto_sp -1 Verwarmen
lokaal auto* - - hauto_sp + 1 < oat
< cauto_sp -1 stand-by
op afstand -on_cool - - koelen
op afstand -on_heat - - verwarmen
op afstand -on_auto -> cauto_sp + 1 koelen
op afstand -on_auto -< hauto_sp - 1 verwarmen
op afstand -on_auto -hauto_sp + 1< oat
< cauto_sp - 1 stand-by
netwerk - - koelen -Koelen
netwerk - - Verwarmen -Verwarmen
netwerk - - auto* > cauto_sp + 1 Koelen
netwerk - - auto* < hauto_sp - 1 Verwarmen
netwerk - - auto* hauto_sp + 1 < oat
< cauto_sp - 1 stand-by
* Als automatisch omschakelen is geselecteerd in de gebruikersinstellingen;
anders standaard ingesteld op “koeling”.
Verklaring
cauto_sp = omschakeling setpoint koeling (SETPOINT-menu)
hauto_sp = omschakeling setpoint verwarming (SETPOINT-menu)
oat = buitenluchttemperatuur
8.3 Hulpverwarming
AQUACIATPOWER LD koelmachines kunnen zijn uitgerust met
een ketel waarmee de unit indien nodig kan werken in de
verwarmingsmodus. De ketel is alleen actief als de unit in de
verwarmingsmodus is.
AQUACIATPOWER ILD warmtepompen kunnen worden
voorzien van een ketel of elektrische verwarming, die kan
worden gebruikt als vervanging voor de verwarming wanneer
mechanisch verwarmen niet mogelijk is vanwege een lage
buitenluchttemperatuur. De elektrische verwarmingselementen
kunnen worden ingeschakeld om te voldoen aan de vraag naar
verwarming als de mechanische verwarming onvoldoende is.
8.3.1 Regeling ketel
De ketel wordt geactiveerd als de buitenluchttemperatuur
lager is dan de door de gebruiker geconfigureerde drempel
van de buitentemperatuur voor de ketel. Deze is standaard
ingesteld op -10°C (Drempelwaarde buitenluchttemperatuur
verwarmingsketel in het BACKUP menu).
8.3.2 Regeling elektrische verwarming
De elektrische verwarmingstrappen kunnen worden geactiveerd
als aanvullende verwarming als de buitenluchttemperatuur
lager is dan de door de gebruiker gedefinieerde OAT
voor de elektrische verwarming. Deze is standaard ingesteld
op 5°C (Elek. fase drempelwaarde buitenluchttemperatuur
verwarmingsketel in het BACKUP menu).
De elektrische verwarming is toegestaan indien:
De unit werkt op 100% capaciteit.
Tijd elektrische afkoeling verstreken.
Buitenluchttemperatuur onder drempelwaarde
buitenluchttemperatuur.
BELANGRIJK: elektrische verwarming is niet toegestaan
als de capaciteitsbegrenzing actief is op het apparaat.
8.4 Regeling waterpompen
De CONNECT TOUCH regeling kan een of twee warmtewisselaar
waterpompen beheren door de status en de snelheid van elke
pomp te bepalen. De pomp wordt ingeschakeld wanneer deze
optie is geconfigureerd en wanneer de unit loopt (Pompvolgorde
in het PUMPCONF menu).
De pomp wordt uitgeschakeld wanneer de unit uitgeschakeld wordt
vanwege een alarm, tenzij de fout een vorstbeveiligingsfout is.
De pomp kan worden gestart bij bepaalde bedrijfsomstandigheden,
wanneer het verwarmingselement van de warmtewisselaar
actief is.
Als de pomp een storing heeft en er een tweede pomp
beschikbaar is, wordt de unit gestopt en opnieuw gestart met
de tweede pomp. Als er geen pomp beschikbaar is, wordt de
unit uitgeschakeld.
Vergeet niet dat de instellingen van de pomp(en) kunnen
verschillen afhankelijk van het aantal en het type pomp dat
beschikbaar is voor de specifieke unit (1 of 2 pompen / pompen
met vaste snelheid of pompen met variabele snelheid).
8.4.1 Pompen met variabele toerentalregeling
AQUACIATPOWER LD koelmachines en ILD warmtepompen
kunnen zijn uitgerust met een of twee toerengeregelde pompen.
Pompen met een variabel toerental geven de mogelijkheid
tot het besparen van de energiekosten, zorgen voor een
nauwkeurige regeling van het waterdebiet en verbeteren de
algehele prestaties van het systeem. De frequentieregelaar
regelt continu het waterdebiet om het stroomverbruik van de
pomp bij vollast en deellast te minimaliseren.
De volgende waterdebietregelingen zijn mogelijk:
1) Vaste toerentalregeling (de regeling garandeert een constant
pomptoerental op basis van de compressorcapaciteit).