Documenttranscriptie
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
Störungsbehebung
Gebruiksaanwijzing/Problemen
oplossen
DSC-W100
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
„Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band)
Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für Aufnahme/Wiedergabe mit
Ihrer Kamera.
"Lees dit eerst" (los boekje)
Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/weergeven met uw camera.
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf
Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Bedienungsanleitung
Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Gebruiksaanwijzing
Printed in Japan
Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der Kamera
aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door vóórdat u de camera voor het
eerst bedient, en bewaar ze voor latere naslag.
© 2006 Sony Corporation
2-674-788-43(1)
DE
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
LET OP
U moet de batterij alleen vervangen door
een batterij van het opgegeven type. Als u
dit niet doet, kan dit brand of letsel tot
gevolg hebben.
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan
3 meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Voor klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
NL
2
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Deze camera gebruikt het ICopnamemedium "Memory Stick Duo". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken in uw
camera.
"Memory Stick": u kunt in deze camera
geen "Memory Stick" gebruiken.
• Als u van plan bent de accu gedurende een lange
tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de
resterende lading, verwijdert u daarna de accu
uit de camera, en bewaart u deze op een droge,
koele plaats. Zo blijft de accu correct
functioneren (blz. 100).
• Voor verdere informatie over bruikbare accu's,
zie blz. 100.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens, die scherpe beelden met
uitstekend contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
NL
Geen compensatie voor de inhoud van
de opnamen
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
• Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
• Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie blz. 98.
Reservekopieën van het ingebouwde
geheugen en de "Memory Stick Duo"
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"compatibel apparaat
• Schakel de camera niet uit en verwijder de accu
of de "Memory Stick Duo" niet terwijl het
toegangslampje brandt, omdat hierdoor de
gegevens in het ingebouwde geheugen of op de
"Memory Stick Duo" kunnen worden
beschadigd. Bescherm uw gegevens altijd door
een reservekopie te maken. Zie bladzijde 24
voor het maken van een reservekopie.
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te steken.
NL
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt. (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
• De accu kan zelfs worden opgeladen als deze
nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs
als de accu niet volledig opgeladen is, de
gedeeltelijke lading van de accu gewoon
gebruiken.
• Deze camera is niet stofdicht, niet
spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees
"Voorzorgsmaatregelen" (blz. 102) alvorens de
camera te bedienen.
• Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
• Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
NL
3
• Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Dit kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van uw ogen. Of het kan een
storing van de camera veroorzaken.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
• Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
• Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 102).
• Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en
het weigeren om beelden op te nemen, maar kan
ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
• Maak het venster van de flitser schoon vóór
deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het
afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het
venster van de flitser doen verbranden of
vastbakken waardoor onvoldoende licht het
voorwerp bereikt.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie zodat meer dan 99,99% van
de beeldpunten effectief werkt. Er kunnen echter
enkele kleine zwarte en/of heldere (witte, rode,
blauwe of groene) punten zijn die permanent op
het LCD-scherm aanwezig zijn. Dit is normaal
en heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
Zwarte, witte, rode,
blauwe en groene
punten
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de
camera bij een venster of buiten neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
NL
4
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele DCFnorm (Design rule for Camera File system)
zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of bewerkt, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma's, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto's die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De accu voorbereiden
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) plaatsen
4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
6 Beelden weergeven/wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiksaanwijzing
• Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen/opnemen met handmatige belichting)
t blz. 26
• Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 29
• De standaardinstellingen veranderen t blz. 47
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiksaanwijzing
• Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 57
• Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibele printers)
t blz. 74
NL
5
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 9
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 9
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 12
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 13
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 15
Indicators op het scherm ........................................................................ 17
Het weergavescherm veranderen ........................................................... 21
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 22
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne
geheugen).........................................................................................24
Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat kan worden
opgenomen/bekeken ........................................................................... 25
De modusknop gebruiken ....................................................................... 26
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 29
Menuonderdelen ................................................................................ 30
Menu voor opnemen ............................................................................... 31
COLOR (Kleurfunctie)
9 (Scherpstellen)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
M (Interval)
(Flitsniveau)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
NL
6
Menu voor weergeven .............................................................................40
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
Trimmen
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................47
Camera ..............................................................................................48
AF-functie
Digitale zoom
Functiegids
Rode-ogeneff.
AF-verlicht.
Auto Review
Intern geheugen-tool..........................................................................51
Formatteren
Memory Stick tool ..............................................................................52
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
1
Setup 1 ...............................................................................................54
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
Initialiseren
2
Setup 2 ...............................................................................................55
Bestandsnr.
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
NL
7
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 57
De software installeren (bijgeleverd)....................................................... 59
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 60
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera
(met behulp van een "Memory Stick Duo") ...............................................66
De "Cyber-shot Viewer"-software (bijgeleverd) gebruiken ...................... 67
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 71
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 73
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele
printer .............................................................................................74
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 78
Uw camera op een tv aansluiten
Beelden bekijken op een tv-scherm........................................................ 80
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................... 82
Foutcodes en meldingen......................................................................... 95
Overige
Over de "Memory Stick" .......................................................................... 98
Informatie over de accu ........................................................................ 100
De acculader......................................................................................... 101
Voorzorgsmaatregelen .......................................................................... 102
Technische gegevens............................................................................ 104
Index.................................................................................................... 106
NL
8
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen
Belichting
Kleur
Kwaliteit
Scherpstellen
De camera leren gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van uw camera. Het
beschrijft het gebruik van diverse
camerafuncties, zoals de modusknop (blz. 26),
de menu's (blz. 29), enz.
Het onderwerp met succes scherpstellen
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (Automatische
scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Druk de
sluiterknop gelijk
helemaal in.
Druk de
AE/AFsluiterknop half vergrendelingsindicator
in.
Knippert , brandt/piept
Druk daarna de
sluiterknop
helemaal in.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t [Scherpstellen]
(blz. 32)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hierna).
NL
9
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren
door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Het helpt ook om de
zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief te gebruiken. Wij
adviseren u bovendien de flitser te gebruiken als het donker is.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen. Belichting
is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt.
Belichting:
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
NL
10
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
Handmatige belichting:
Hiermee kunt u de sluitertijd en
diafragmawaarde handmatig instellen.
t blz. 27
Instellen EV-waarde:
Hiermee kunt u de belichting die door de
camera is ingesteld veranderen.
t stap 5 in "Lees dit eerst", blz. 11
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de
belichting in te stellen. t blz. 34
Kenmerken van "diafragma"
(F-waarde)
Korter
Bewegende
onderwerpen
lijken gestopt.
Open
Het scherpstellingsbereik
wordt kleiner,
zowel naar
achteren als naar
voren.
Langer
Bewegende
onderwerpen
lijken te zweven.
De camera leren gebruiken
Kenmerken van "sluitertijd"
Dicht
Het scherpstellingsbereik
wordt groter,
zowel naar
achteren als naar
voren.
Tips voor het aanpassen van de belichting (EV)
Wanneer u een beeld opneemt dat
erg licht is, zoals een onderwerp
met tegenlicht of een
sneeuwscène
De camera bepaalt dat het
onderwerp helder is, dus de
belichting wordt donkerder.
Aanpassen in
de richting +
De camera bepaalt dat het
onderwerp donker is, dus de
belichting wordt helderder.
Aanpassen in
de richting –
Wanneer u een donker beeld
opneemt
U kunt de belichting controleren aan de hand van het histogram. Zorg ervoor dat u het
onderwerp niet overbelicht of onderbelicht (licht of donker beeld) (blz. 21, t stap 5 in
"Lees dit eerst").
NL
11
De ISO-gevoeligheid instellen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 36
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Echter, als de belichting onvoldoende is, kan het beeld donkerder worden.
Kleur
Over het effect van de lichtbron
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
Weer/lichtbron
Eigenschappen van
het licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Lamplicht
Wit (standaard)
Blauwachtig
Blauwgetint
Roodachtig
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 35).
NL
12
Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
De camera leren gebruiken
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 8M
3264
3.264 pixels × 2.448 pixels = 7.990.272 pixels
640
2448
480
Pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst")
Pixel
Veel pixels (Hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Voorbeeld: Afdrukken
van maximaal A3formaat
Weinig pixels (Lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: Beeld
versturen als bijlage
bij e-mailberichten
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Beeldformaat
8M (3264 × 2448)
Aanwijzingen voor gebruik
Groter
Net als beeldverhouding 3:2
5M (2592 × 1944)
Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536)
Max. formaat is 13×18cm (5×7")
VGA (640×480)
16:92) (1920×1080)
2)
3)
Max. formaat is A3 (11×17")
3:21) (3264 × 2176)
2M (1632×1224)
1)
.
Max. formaat is 10×15cm (4×6")
Kleiner
Voor e-mail
Weergeven op 16:9 HDTV3)
De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 92).
Bij gebruik van een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding kunt u de beelden in een hogere
beeldkwaliteit bekijken.
NL
13
Videoformaat
Frames/seconde
Aanwijzingen voor gebruik
640(Fijn) (640×480)
Ong. 30
Weergave op tv, hoge kwaliteit
640(Standaard) (640×480)
Ong. 17
Weergave op tv, standaard
160 (160×112)
Ong. 8
Voor e-mail
• Een groter videoformaat betekent een betere kwaliteit.
• De weergave wordt vloeiender naarmate u meer frames per seconde gebruikt.
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 36)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
NL
14
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A
B
C
D
G
H
I
F
C
G
H
E
De camera leren gebruiken
A
B
J
D
E
F
K
L
M
N
A Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
B Voor opnemen: Zoomknop (W/T)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) knop/
(Index)
knop (t stap 6 in "Lees dit eerst")
Q
O P
C Microfoon
D Zelfontspannerlampje (t stap 5 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (50)
E Lens
F POWER-toets/POWER-lampje
(t stap 2 in "Lees dit eerst")
G Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst")
H Zoekervenster
R
S T UV
A AE/AF-vergrendelingslampje/
Zelfontspannerlampje (groen) (t stap 5
in "Lees dit eerst")
B Flitserlaadlampje/Opnamelampje
(oranje) (t stap 5 in "Lees dit eerst")
C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D LCD-scherm (21)
E
(schermweergave) toets (21)
F MENU-toets (29)
G Luidspreker
H
toets (Weergave) (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
NL
15
I Klep van de DC IN-aansluiting
J DC IN-aansluiting
Bij gebruik van de AC-LS5K
netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
Voor meer informatie, zie de
gebruiksaanwijzing die bij de
netspanningsadapter geleverd is.
2 Naar DC INaansluiting
1
v merk-
N
(Beeldformaat/Wissen)-toets
(t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst")
O Klep van multifunctionele aansluiting
P Multifunctionele aansluiting
Q Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera
niet stevig bevestigen op een statief waarvan
de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien
kan hierdoor de camera beschadigd worden.
• Haal de camera na gebruik van het statief.
R Deksel van de accu/"Memory Stick
Duo" (t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst")
S Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit
eerst")
teken
3 Naar
stopcontact
T "Memory Stick Duo"-sleuf
(t stap 3 in "Lees dit eerst")
U Accu-insteeksleuf
(t stap 1 in "Lees dit eerst")
V Accu-uitwerphendel
(t stap 1 in "Lees dit eerst")
• Als u de netspanningsadapter AC-LS5K
aansluit, kunt u de accu niet opladen. Om de
accu op te laden moet u de acculader
gebruiken.
t stap 1 in "Lees dit eerst"
K Modusknop (26)
L Bevestigingsoog voor de polsriem
(t "Lees dit eerst")
M Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (t stap 2 in
"Lees dit eerst")
Menu uit: / /
"Lees dit eerst")
NL
16
/
(t stap 5 in
Indicators op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Scherm
Indicatie
Camerafunctie (t stap 5
in "Lees dit eerst")
Flitsfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
SL
De camera leren gebruiken
Bij opname van stilstaande beelden
Opladen flitser
3
1
Zoomvergroting (t 48,
stap 5 in "Lees dit eerst")
1.3
4
2
Vermindering van het rodeogeneffect (49)
5
Scherpte (39)
Contrast (39)
Bij opname van bewegende beelden
AF-verlichting (50)
ON
Lichtmeetfunctie (34)
3
1
4
VIVID
NATURAL
SEPIA B&W
B
Scherm
2
Indicatie
Macro (t stap 5 in "Lees
dit eerst")
5
AF-functie (48)
S AF M AF
Indicator van AFbereikzoekerframe (32)
A
Scherm
Indicatie
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
z
M
WB
STBY
OPNEMEN
Kleurinstelling (31)
1.0m
Beeldhelderheid
AE/AF-vergrendeling (t
stap 5 in "Lees dit eerst")
Opnamefunctie (26, 37)
EV
Instelbalk
belichtingswaarde (t
stap 5 in "Lees dit eerst")
• De indicatie verandert
afhankelijk van de stand
van de modusknop (zie
links).
Witbalans (35)
Standby/Opname voor
bewegende beelden (t
stap 5 in "Lees dit eerst")
Scherpstellingvoorkeuzeafstand (32)
VDonkerder
vHelderder
Instelbalk
belichtingswaarde (t
stap 5 in "Lees dit eerst")
Modusknop (Scènekeuze)
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Modusknop (26)
NL
17
C
Scherm
8M
3:2
5M
3M
2M
1M
VGA 16:9
STD
640
FINE
640
160
FINE STD
101
Scherm
Indicatie
Indicatie
E
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
Waarschuwing voor
zwakke accu (25, 95)
+
Dradenkruis van de
puntlichtmeting (34)
•
wordt alleen
weergegeven na
inschakeling van de functie
Multi Burst.
1M
AF-bereikzoekerframe (32)
Beeldkwaliteit (36)
Opnamemap (52)
• Dit wordt niet weergegeven
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
E
Scherm
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(22)
Histogram (21)
Resterende opslagcapaciteit
van de "Memory Stick"
(22)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (23)
1/30"
Multi Burst-interval (39)
400
Resterend aantal
opneembare beelden (22)
C:32:00
NR lange-sluitertijd (28)
• Bij gebruik van bepaalde
sluitertijden*, wordt
automatisch de NR lange
sluitertijdfunctie
ingeschakeld om de
beeldruis te verminderen.
* Als de sluitertijd één
seconde of langer is.
Zelfontspanner (t stap 5
in "Lees dit eerst")
125
Sluitertijd
Zelfdiagnosefunctie (95)
F2.8
Diafragmawaarde
ISO-nummer (36)
+2.0EV
Belichtingswaarde
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
D
Scherm
Indicatie
Trillingswaarschuwing (10)
NL
18
Indicatie
• Geeft aan dat trillingen
kunnen verhinderen dat de
beelden scherp worden
opgenomen als gevolg van
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
flitser te gebruiken om een
betere belichting te
verkrijgen, of het statief
o.i.d. te gebruiken om de
camera te stabiliseren.
Menu (29)
(niet
weergegeven op
het scherm op de
voorgaande
bladzijde)
Bij weergave van stilstaande beelden
A
Scherm
Indicatie
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
3
1
5
8M
3:2
5M
3M
2M
1M
VGA 16:9
STD
640
2
De camera leren gebruiken
Opnamefunctie (26, 37)
M
4
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
FINE
640
160
Weergavefunctie (t stap 6
in "Lees dit eerst")
VOLUME
Bij weergave van bewegende beelden
Beveiliging (41)
-
Afdrukmarkering (DPOF)
(78)
1
3
Map veranderen (40)
4
• Dit wordt niet weergegeven
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
1.3
2
5
Zoomvergroting (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Stap
12/16
Beeld-voor-beeld-weergave
(37)
N
Weergave (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Volume (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
B
Scherm
Indicatie
101-0012
Map-bestandsnummer (40)
Weergavebalk (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
NL
19
C
Scherm
Scherm
Indicatie
Weergavebeeld (t stap 6
in "Lees dit eerst")
PictBridge-aansluiting (75)
101
Opnamemap (52)
• Dit wordt niet weergegeven
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
101
E
Scherm
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(22)
•
2006 1 1
9:30 AM
DPOF
wordt weergegeven
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
Opgenomen datum/tijd van
het weergavebeeld
Menu (29)
Resterende opslagcapaciteit
van de "Memory Stick"
(22)
z PAUZE
z AFSP.
8/8 12/12
Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map
VORIGE/ Beelden kiezen
VOLGENDE
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (95)
00:00:12
Teller (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
D
Scherm
Indicatie
PictBridge-aansluiting (76)
• Koppel de kabel voor de
multifunctionele
aansluiting niet los als het
pictogram wordt
weergegeven.
+2.0EV
Belichtingswaarde (t
stap 5 in "Lees dit eerst")
ISO-nummer (36)
Lichtmeetfunctie (34)
Flitser
WB
NL
Indicatie
Histogram (21)
Weergavemap (40)
• Dit wordt niet weergegeven
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
20
Indicatie
Witbalans (35)
500
Sluitertijd
F2.8
Diafragmawaarde
VOLUME
De Multi Burst-beelden
achter elkaar weergeven
(37)
Volumeniveau instellen
Het weergavescherm veranderen
Bij iedere druk op de toets
(schermweergave), verandert het scherm als
volgt.
Histogram scherm
Indicators uit
LCD-scherm uit
Indicators aan
z Een histogram gebruiken
A
B
Donker
Helder
De camera leren gebruiken
Histogram aan
• Als u de toets
(schermweergave) langer
ingedrukt houdt wordt de LCDachtergrondverlichting helderder. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
• Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens
de weergave beeldinformatie weergegeven.
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
– Wanneer het menu wordt weergegeven.
– Wanneer u bewegende beelden opneemt.
Tijdens het weergeven
– Wanneer het menu wordt weergegeven.
– In de indexfunctie.
– Wanneer u de weergavezoom gebruikt.
– Wanneer u stilstaande beelden roteert.
– Wanneer bewegende beelden worden
weergegeven.
• Tijdens het weergeven van beelden kan het
LCD-scherm niet uitgeschakeld worden.
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat.
– de sluitertijd lang of kort is.
• Het histogram wordt misschien niet
weergegeven voor beelden opgenomen op
andere camera's.
• Wanneer u het LCD-scherm uitschakelt, werkt
de digitale zoomfunctie niet (blz. 48) en is [AFfunctie] ingesteld op [Enkelvoud] (blz. 48).
Wanneer u (flitsfunctie)/
(zelfontspanner)/
(macro) selecteert, wordt het beeld ongeveer
twee seconden weergegeven.
Een histogram is een grafiek die de helderheid van
een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
(schermweergave) om het histogram op het
scherm weer te geven. De grafiek duidt op een
helder beeld wanneer deze rechterkant ervan hoog
is, en op een donker beeld wanneer de linkerkant
ervan hoog is. Zet de modusknop op
, of
scènekeuze en pas de belichting aan terwijl u het
histogram controleert (t stap 5 in "Lees dit
eerst").
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt ook weergegeven wanneer de modusknop op M is gezet of wanneer één beeld wordt
weergegeven, maar u kunt de belichting dan niet aanpassen.
NL
21
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in
deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden. Raadpleeg stap 4 in "Lees dit eerst" en blz. 13 voor meer informatie
over beeldformaat en beeldkwaliteit.
Het aantal stilstaande beelden (zie de bovenste regel voor de beeldkwaliteit [Fijn]
(Eenheid: Beelden)
en de onderste regel voor [Standaard])
Capaciteit
64MB/
Intern
geheugen
32MB
Formaat
8M
3:2
5M
3M
2M
VGA
16:9
128MB
256MB
512MB
1GB
8
16
32
59
121
247
15
30
60
109
223
456
934
8
16
32
59
121
247
506
15
30
60
109
223
456
934
12
25
51
92
188
384
789
23
48
96
174
354
723
1482
20
41
82
148
302
617
1266
37
74
149
264
537
1097
2250
33
66
133
238
484
988
2025
61
123
246
446
907
1852
3798
196
394
790
1428
2904
5928
12154
491
985
1975
3571
7261
14821
30385
33
66
133
238
484
988
2025
61
123
246
446
907
1852
3798
• Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
• Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999"
weergegeven.
• U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 43).
NL
22
2GB
506
De opnameduur van bewegende beelden
Capaciteit
32MB
Formaat
128MB
(Eenheid: uren : minuten : seconden)
256MB
512MB
1GB
2GB
–
–
–
00:02:50
00:06:00
00:12:20
00:25:10
640(Standaard)
00:01:20
00:02:50
00:05:50
00:10:40
00:21:40
00:44:20
01:31:00
160
00:22:40
00:45:30
01:31:30
02:51:20
05:47:00
11:44:20
24:18:20
De camera leren gebruiken
640(Fijn)
64MB/
Intern
geheugen
• Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO Duo".
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony-modellen worden weergegeven op deze camera,
kan de weergave afwijken van het werkelijke beeldformaat.
NL
23
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen
in het interne geheugen)
De camera heeft een intern geheugen van 64 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
• Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick
Duo" opgenomen.
[Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
B
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
B
Intern
geheugen
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande
procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer en volg de
procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 53).
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf
Volg de procedure op bladzijden 60 t/m 63 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera
is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne
geheugen.
• Door de camera aan te sluiten op een computer met behulp van een USB-kabel, kunt u de gegevens die in
het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar de computer, maar u kunt niet de gegevens die in de
computer zijn opgeslagen kopiëren naar het interne geheugen.
NL
24
Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat
kan worden opgenomen/bekeken
• De acculading neemt af naarmate deze langer
wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van
de tijd (blz. 100).
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de gebruiksduur van de accu
neemt af onder de volgende omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is.
– Wanneer de flitser veelvuldig wordt gebruikt.
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt.
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt.
– De helderheid van de LCDachtergrondverlichting is ingesteld op hoog.
– Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat.
– Wanneer de accu zwak is.
Bij opname van stilstaande beelden
LCDscherm
Aantal beelden
Gebruiksduur van
de accu (min.)
Aan
Ong. 360
Ong. 180
Uit
Ong. 410
Ong. 205
• Opnemen in de volgende situaties:
–
(Beeldkwaliteit) staat op [Fijn].
– Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat.
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt.
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt.
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat.
– Als de camera na iedere tien opnamen
eenmaal uit- en ingeschakeld wordt.
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
• Het aantal opneembare beelden en de
gebruiksduur van de accu verandert niet met de
beeldgrootte.
De camera leren gebruiken
De tabellen geven bij benadering het
maximale aantal beelden aan dat kan
worden opgenomen/weergegeven tezamen
met de gebruiksduur van de accu wanneer u
beelden opneemt in de [Normaal] functie
met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur
van 25°C. Het aantal beelden dat kan
worden opgenomen of weergegeven maken
het mogelijk de "Memory Stick Duo" te
wisselen, indien noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
Weergeven van stilstaande beelden
Aantal beelden
Gebruiksduur van de
accu (min.)
Ong. 10600
Ong. 530
• Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
LCD-scherm aan (min.) LCD-scherm uit (min.)
Ong. 180
Ong. 210
• Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
NL
25
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
Modusknop
: Opnemen van
bewegende beelden
t
Regeltoets
stap 5 in "Lees dit eerst"
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
:
Autom. instellen-modus
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
:
Autom. Programma-modus
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 30)
:
Opnemen met handmatige belichting
Voor opnemen nadat u de belichting handmatig hebt aangepast (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde) (blz. 27).
U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu.
(Voor meer informatie over de beschikbare functies t blz. 30)
: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
In deze gebruiksaanwijzing worden de beschikbare standen van de modusknop als volgt
weergegeven.
M
Niet beschikbaar
NL
26
Beschikbaar
Scènekeuzefunctie
Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst"
Macro
Flitser
AFScherpstellingbereikzoeker
voorkeuze
Witbalans
Flitsniveau
De camera leren gebruiken
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Burst/
Multi Burst
—
—
—
Autom./ WB
SL
—
—
/
—
/
De belichting handmatig aanpassen
1 Druk op z op de regeltoets als de modusknop is ingesteld op M.
De aanduiding "Instellen" in de linkerbenedenhoek van het scherm wordt gewijzigd in "Terug"
en de instellingen voor handmatige belichting worden weergegeven.
2 Pas de instellingen aan met de regeltoets.
b/B: diafragma (F-waarde)
v/V: sluitertijd
VGA
FINE
98
M
"Terug"
Terug
SAF
250 F2.8
0 EV
Diafragmawaarde
EV-waarde
Sluitertijd
Als de zoomfunctie in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragmawaarde
van F2.8 of F5.6 selecteren.
Als de zoomfunctie in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragmawaarde van
F5.2 of F10 selecteren.
U kunt de sluitertijd instellen tussen 1/1000 en 30 seconden.
Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera wordt
op het scherm weergegeven als een EV-waarde. Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het
meest geschikt is volgens de camera.
3 Neem het beeld op.
• Als u de close-upopnamefunctie (Macro) of de zelfontspanner wilt gebruiken, of als u de flitsfunctie wilt
wijzigen, drukt u op z om de instellingen voor handmatige belichting na stap 1 te annuleren. (De
aanduiding "Terug" wordt gewijzigd in "Instellen".)
NL
27
• De flitser is ingesteld op (Altijd flitsen ingeschakeld) of
(Altijd flitsen uitgeschakeld).
• Sluitertijden van één seconde of langer worden weergegeven met [”], zoals 1”.
• Als u een langere sluitertijd instelt, kunt u het beste een statief gebruiken om de invloed van trillingen te
voorkomen.
• Bij gebruik van bepaalde sluitertijden* wordt de NR lange-sluitertijdfunctie automatisch ingeschakeld om
beeldruis te verminderen en wordt "NR" weergegeven.
• Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken.
* Als de sluitertijd één seconde of langer is.
NL
28
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
-toets
v/V/b/B toets
Modusknop
z toets
MENU-toets
Regeltoets
Het menu gebruiken
1 Opnemen: Schakel de camera in en zet de modusknop in de gewenste stand.
Weergave: Druk op
.
Afhankelijk van de stand van de modusknop en weergave/opnamefuncties, zijn verschillende
menuonderdelen beschikbaar.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Kies het gewenste menuonderdeel met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u
b/B ingedrukt totdat het item op het scherm
verschijnt.
• Druk in de weergavestand op z nadat u een
menuonderdeel hebt gekozen.
400
200
100
80
ISO
4 Kies de gewenste instelling met v/V.
De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
Overschakelen naar de opnamefunctie
U kunt ook de sluiterknop half indrukken om het menu uit te schakelen.
• Als een menuonderdeel niet wordt weergegeven, wordt de indicator v/V weergegeven aan het uiteinde
van waar de menuonderdelen normaal gesproken worden weergegeven. Om de niet-weergegeven
menuonderdelen weer te geven, kiest u deze indicator met de regeltoets.
• De menuonderdelen die niet voor keuze beschikbaar zijn kunnen niet ingesteld worden.
NL
29
Menuonderdelen
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
Menu voor opnemen (blz. 31)
Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar. Alleen de
beschikbare menuonderdelen worden op het scherm weergegeven.
(
Modusknop:
/
COLOR (Kleurfunctie)
—
9 (Scherpstellen)
—
(Lichtmeetfun.)
—
WB (Witbalans)
: beschikbaar)
Scène
—
—
ISO
(Beeldkwaliteit)
—
—
—
—
Mode (Opn.functie)
M
—
(Interval)
—
*
—
(Flitsniveau)
—
*
—
(Contrast)
(Scherpte)
—
—
—
—
—
—
(Setup)
Menu voor weergeven (blz. 40)
(Map)
DPOF
(Dia)
(Roteren)
(Setup)
- (Beveiligen)
(Afdrukken)
(Ander form.)
(Opdelen)
Trimmen**
* De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 27).
** Alleen beschikbaar tijdens weergavezoom.
NL
30
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
.
COLOR (Kleurfunctie)
Door toepassing van kleureffecten kunt u de kleurinstelling van het beeld veranderen.
Hiermee wordt het beeld ingesteld op monochroom
Sepia (SEPIA)
Hiermee wordt het beeld ingesteld op sepiakleuren
Natuurlijk (NATURAL)
Hiermee wordt het beeld ingesteld op rustige kleuren
Levendig (VIVID)
Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren
Het menu gebruiken
Z-W (B&W)
Normaal
• Bij het opnemen van bewegende beelden zijn alleen [Z-W] en [Sepia] voor keuze beschikbaar.
• In de stand [Multi Burst] wordt de kleurinstelling ingesteld op [Normaal].
NL
31
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
9 (Scherpstellen)
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
(oneindige afstand)
7.0m
3.0m
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp
van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp.
(Scherpstelling-voorkeuze)
0.5m
• Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit
opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen in de
automatische-scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is
het handig om [Scherpstellen] te gebruiken.
Midden-AF
(
)
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van
het zoekerframe.
1.0m
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AFbereikzoekerframe
Multi-AF
(Multipoint-AF)
(Stilstaand beeld
(Bewegend beeld
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
)
)
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AFbereikzoekerframe
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand in "Scherpstelling-voorkeuze" is slechts bij benadering. Als u de
lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u digitale zoomfunctie of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert de aanduiding
of
, en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven.
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 27).
NL
32
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
z Als het onderwerp niet scherpgesteld is
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF]
gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt langs de rand. In dat geval gaat u als
volgt te werk.
1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AFbereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop half in om op het onderwerp scherp te stellen
(AF-vergrendeling).
AE/AF-vergrendelingsindicator
Het menu gebruiken
AF-bereikzoekerframe
Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt
herhalen.
2 Wanneer de indicator van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u
terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
NL
33
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
(Lichtmeetfun.)
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Punt (Puntlichtmeting)
( )
Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt
voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren
wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat deel van het onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en
wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u [9]
(Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (blz. 32).
NL
34
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
WB (Witbalans)
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de
lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld
vreemd lijken.
Flitser ( WB )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt.
Gloeilamp (n)
)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
Bewolkt (
)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
Daglicht (
)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
Het menu gebruiken
Fluorescerend (
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een
feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
• Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 12
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt [WB] automatisch ingesteld op [Autom.], behalve in de functie
[Flitser] ( WB ).
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 27).
NL
35
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
ISO
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
1250
800
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
400
200
100
80
Autom.
•
•
•
•
Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 12
Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
[ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
Wanneer u opneemt bij heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de
kleurtoonreproductie en helpt zo te voorkomen dat het beeld wit wordt (behalve wanneer [ISO] is
ingesteld op [80] of [100]).
(Beeldkwaliteit)
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
• Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 13
NL
36
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
Mode (Opn.functie)
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet
wanneer u op de sluiterknop drukt.
Multi Burst ( M )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 39).
)
Het menu gebruiken
Burst (
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
Over [Multi Burst]
• U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de
volgende procedures:
– Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regeltoets.
– Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te
hervatten.
• U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
– Een frame verwijderen of extraheren uit een reeks beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer de modusknop op
staat
– De sluitertijd langer instellen dan 1/30 seconde als de modusknop is ingesteld op M
• Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een
computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als
een enkel beeld met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M.
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Multi Burst-functie (blz. 27).
NL
37
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
Over [Burst]
• De flitser staat op
(altijd flitsen uitgeschakeld).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Als de modusknop op M is gezet, kan de sluitertijd niet worden ingesteld op één seconde of langer.
• Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie
(blz. 27).
• De opname-interval is ongeveer 1,0 seconden.
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Fijn
Standaard
8M
4
6
3:2
4
6
5M
5
9
Formaat
NL
38
3M
8
14
2M
13
23
VGA
73
100
16:9
13
23
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
M
(Interval)
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 37).
1/7.5 (1/7.5")
1/15 (1/15")
1/30 (1/30")
• Stel eerst [Mode] in op [Multi Burst], stel daarna de gewenste
instelling voor [Interval] in. Deze instelling kan niet worden
gemaakt wanneer een andere functie dan [Multi Burst] is
ingesteld.
Het menu gebruiken
(Flitsniveau)
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
• Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst"
(Contrast)
Het contrast van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
–(
)
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
(Scherpte)
De scherpte van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
–(
)
Naar –: Het beeld wordt waziger.
(Setup)
Zie blz. 47.
NL
39
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
.
(Map)
Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een
"Memory Stick Duo".
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
1 Kies de gewenste map met b/B op de regeltoets.
Map kiezen
102
2/2
Mapnaam: 102MSDCF
Aant. best.: 9
Gemaakt:
2006 1 1 1::05:34AM
OK
Annul.
VORIGE/VOLGENDE
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
z Over de map
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 52). U
kunt de map veranderen of een nieuwe maken.
• Om een nieuwe map voor opgenomen beelden te maken t [Opnamemap maken] (blz. 52)
• Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 53)
• Wanneer meerdere mappen worden gemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende indicators weergegeven.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan.
NL
40
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
- (Beveiligen)
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
Het menu gebruiken
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
Het beeld is beveiligd en de indicator - (Beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
VGA
2/9
-
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna
op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Verschuif de
(Index) knop om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z.
5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene - indicator wordt op het gekozen beeld weergegeven.
- (groen)
MENU
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna op z.
De - indicator wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u daarna op z.
Kies [Aan] met B en druk daarna op z.
NL
41
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Druk op z om de - indicator grijs te laten worden.
3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, kies [OK] met B en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z.
Kies [Uit] met B en druk daarna op z.
• Merk op dat door het formatteren van het intern geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens zullen
worden gewist die op het opnamemedium zijn opgenomen, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en deze
beelden zullen niet kunnen worden hersteld.
• Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
DPOF
Met deze instelling kunt u een
afdrukken (blz. 78).
(afdrukmarkering) aanbrengen op de beelden die u wilt
(Afdrukken)
Zie blz. 74.
(Dia)
Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
3 sec
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
NL
42
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
Herhalen
Aan
Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Beeld
Map
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map.
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" zijn
opgeslagen.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
Het menu gebruiken
Alle
1 Kies [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z om de diavoorstelling te pauzeren. Kies [Sluiten]
met V en druk vervolgens op z.
• Tijdens het pauzeren van een diavoorstelling, kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B.
• De intervaltijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
(Ander form.)
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Ander
form.) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het
oorspronkelijke beeld bewaard.
8M
5M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 4 in "Lees dit eerst"
3M
2M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat
geannuleerd.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Kies [
] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
NL
43
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
• Voor verdere informatie over [Beeldformaat] t stap 4 in "Lees dit eerst"
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
veranderen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
• U kunt het formaat van een beeld niet veranderen naar het beeldformaat [3:2] of [16:9].
• Wanneer u het formaat verandert van een beeld met het formaat [3:2] of [16:9], worden zwarte banden
langs de onder- en bovenrand van het scherm weergegeven.
(Roteren)
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Kies [
4 Kies [
] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
] met v en roteer daarna het beeld met b/B.
5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
(Opdelen)
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het
interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende
beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt.
• Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
NL
44
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
Het menu gebruiken
1 Knippen van scène A.
1
A
B
2
3
101_0002
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
101_0004
1
3
A
2
B
101_0005
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
B
101_0006
Wissen
Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
1
3
2
101_0006
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Kies [
] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
NL
45
Voor informatie over de bediening
1 blz. 29
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
STD
640
10/10
00:00:02
OK
• Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt
aan met behulp van b/B.
• Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
7 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
De bewegende beelden worden geknipt.
• De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde bewegende beelden (blz. 41)
(Setup)
Zie blz. 47.
Trimmen
Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 6 in "Lees dit eerst") als een
nieuw bestand.
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het trimmen geannuleerd.
1 Druk tijdens de weergavezoom op MENU om het menu weer te geven.
2 Kies [Trimmen] met B op de regeltoets en druk daarna op z.
3 Kies het beeldformaat met v/V en druk daarna op z.
Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer weergegeven.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het
oorspronkelijke beeld blijft behouden.
• De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
• U kunt niet trimmen naar beeldformaat [3:2] of [16:9].
NL
46
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm.
v/V/b/B toets
Modusknop
MENU-toets
z toets
Regeltoets
1 Schakel de camera in.
Het Setup-scherm gebruiken
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Druk op B op de regeltoets, ga naar de instelling
(Setup), en druk daarna
nog een keer op B.
4 Druk op v/V/b/B op de regeltoets en kies het onderdeel dat u wilt instellen.
De rand rond het gekozen onderdeel wordt geel.
5 Druk op z om de instelling in te
voeren.
Druk op MENU om het
(Setup)-scherm uit te schakelen.
Om terug te keren naar het menu vanaf het scherm
(Setup), drukt u herhaaldelijk op b op
de regeltoets.
• Druk de sluiterknop half in om het scherm
opnamefunctie.
(Setup) uit te schakelen en terug te keren naar de
Als het menu niet zichtbaar is
As u de MENU-toets langer ingedrukt houdt wordt
De
(Setup) weergegeven.
(Setup)-instelling annuleren
Kies [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk daarna op z op de regeltoets. Als dit niet
wordt weergegeven, kiest u de voorgaande instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
NL
47
Camera
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-functie
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is
handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Door deze
functie wordt de tijdsduur, benodigd voor scherpstelling,
korter.
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de [Enkelvoud.]
functie.
Digitale zoom
Met deze instelling kunt u de digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met
behulp van optische zoom (max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×,
gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie.
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [8M] of [3:2].
• De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt
aangegeven in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-zoom)
(
)
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie
Formaat
NL
48
Maximale zoomvergrotingsfactor
5M
Ong. 3,8×
3M
Ong. 4,8×
2M
Ong. 6×
VGA
Ong. 15×
16:9
Ong. 5,1×
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator weergegeven.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom
en de T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicator
Het Setup-scherm gebruiken
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
of
indicator
knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Functiegids
Aanwijzingen voor verschillende functies worden bij de bediening van de camera
weergegeven.
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Rode-ogeneff.
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
Aan (
)
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet
gebruikt.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
NL
49
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat
moment wordt de ON indicator weergegeven.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Wij adviseren een afstand van ongeveer 3,2 m voor groothoek
(zoom: W) en 2,4 m voor telefoto (zoom: T) aan te houden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Wanneer scherpstelling-voorkeuze is ingesteld (blz. 32), werkt de AF-verlichting niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
of
indicator knippert en AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer
(Schemer) of
(Landschap) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Auto Review
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddellijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm weergeven.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, verdwijnt de afbeelding van het opgenomen beeld
en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
NL
50
Intern geheugen-tool
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
Dit menuonderdeel wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Formatteren
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
• Merk op dat door het interne geheugen te formatteren alle daarin opgeslagen gegevens onherroepelijk
gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
NL
51
Memory Stick tool
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
Dit menuonderdeel wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Formatteren
De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is
reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" opgeslagen beeldgegevens
onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Opnamemap maken
Met deze instelling kunt u een map maken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen
beelden in op te slaan.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het maken van een map geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
•
•
•
•
NL
52
Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 40.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgeslagen in de nieuw gemaakte map totdat een andere map wordt gemaakt of
gekozen.
• U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer, enz.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map gemaakt.
• Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 65).
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
Opnamemap wijz.
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
Opnamemap kiezen
102
2/2
Mapnaam: 102MSDCF
Aant. best.: 0
Gemaakt:
2006 1 1 1::05:34AM
Het Setup-scherm gebruiken
OK
Annul.
VORIGE/VOLGENDE
2 Kies de gewenste map met b/B, en [OK] met v en druk daarna op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
• U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Kopiëren
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het kopiëren geannuleerd.
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter.
2 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het kopiëren begint.
• Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu
tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken.
• U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te wissen, haalt u na het kopiëren eerst de
"Memory Stick Duo" eruit en voert u daarna [Formatteren] uit van
(Intern geheugen-tool) (blz. 51).
• U kunt niet een map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo".
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de
(afdrukmarkering) niet gekopieerd.
NL
53
1
Setup 1
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
LCD-verlicht
Met deze instelling kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm
kiezen wanneer de camera door de accu van stroom wordt voorzien.
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
• U kunt de instelling ook wijzigen door de toets
(schermweergave) langer ingedrukt te houden
(t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt.
Pieptoon
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als
u de regeltoets/sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden weergegeven.
Initialiseren
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee annuleert u het terugstellen.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Alle instellingen worden teruggesteld op de standaardinstellingen.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
NL
54
2
Setup 2
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Bestandsnr.
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
Het Setup-scherm gebruiken
Reeks
USB-aansl.
Met deze instelling kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de
camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de
kabel voor de multifunctionele aansluiting.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (blz. 74).
PTP
Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar
de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 61).
Autom.
De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met
een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 61 en
74).
• Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar
kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.],
verandert u de instelling naar [PictBridge].
• Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet
op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op
[Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage].
NL
55
Voor informatie over de bediening
1 blz. 47
Video-uit
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het tvkleursysteem of het aangesloten videoapparaat. Verschillende landen en gebieden gebruiken
verschillende tv-kleursystemen. Als u de beelden op een tv-scherm wilt bekijken, controleert u
het tv-kleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt op blz. 81.
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijv. voor Europa).
Klokinstel.
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen.
NL
56
OK
Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Volg
vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen"
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Annul.
Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd.
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh-computer gebruiken" (blz. 71).
Dit gedeelte beschrijft Engelse versie van
de menuteksten.
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (blz. 59)
De camera met uw computer gebruiken
Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 60)
Beelden bekijken op uw computer
Werken met beelden met de "Cyber-shot Viewer"-software (blz. 67)
• Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
• Beelden weergeven die gesorteerd zijn op datum
• Beelden bewerken
Beelden afdrukken
NL
57
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
USB-poort: Standaard geleverd
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "Cyber-shot Viewer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition of Windows XP Professional
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luidsprekers
CPU/Geheugen: Pentium III 500 MHz of
sneller, 128 MB RAM of meer
(Aanbevolen: Pentium III 800 MHz of
sneller en 256 MB RAM of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Computerscherm:
Computerscherm; 800 × 600 pixels of
meer
Kleurkwaliteit; High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter
NL
58
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 55.
• Wanneer de computer wordt hersteld uit de
waak- of slaapstand, is het mogelijk dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer zich niet op hetzelfde moment
herstelt.
De software installeren (bijgeleverd)
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
volgens de onderstaande procedure.
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
mag u de camera niet op de computer aansluiten
vóórdat u de software hebt geïnstalleerd.
• In Windows 2000/XP meldt u zich aan als
beheerder.
• Nadat de bijgeleverde software is geïnstalleerd,
wordt automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven,
start u de computer opnieuw op aan de
hand van de aanwijzingen op het
scherm.
5 Verwijder de CD-ROM als de
installatie voltooid is.
Het installatiescherm wordt
weergegeven.
De camera met uw computer gebruiken
• Als het niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op
(My Computer) t
(CYBERSHOTSOFT).
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Het scherm "License Agreement"
(Licentieovereenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectievakje naast [I accept the terms of
the license agreement] (Ik accepteer de
voorwaarden in de licentie
overeenkomst) aan en klikt u daarna op
[Next].
NL
59
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een "Memory
Stick"-sleuf
Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera
en steek deze in een Memory Stick Duoadapter. Steek de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de
beelden.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet
herkend wordt, zie blz. 92.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera, of sluit de
camera met behulp van de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-sleuf
Voer de Fasen 1 t/m 4 uit op bladzijden
60 t/m 64 om de beelden te kopiëren.
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
moet u de bijgeleverde software installeren
vóórdat u verder gaat. Als op de computer
Windows XP draait, hoeft u het niet te
installeren.
• De schermen die in dit gedeelte als illustratie
worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het
kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick
Duo".
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met daarop opgenomen beelden
in de camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
NL
60
• Als u beelden naar uw computer kopieert
met de accu als voeding terwijl slechts
weinig acculading resteert, kan het kopiëren
mislukken of kunnen de beeldgegevens
beschadigd raken als de accu tussentijds
leeg raakt.
3 Druk op
om de camera in te
schakelen en schakel daarna de
computer in.
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Fase 3-A: Beelden naar een
computer kopiëren
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-B:
Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 63.
• Voor Windows XP, als het wizard-venster niet
automatisch wordt weergegeven, volgt u de
procedure beschreven in "Fase 3-B: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 63.
2 Naar de multifunctionele aansluiting
1 Naar de USB-aansluiting
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
1 Nadat u een USB-verbinding tot
• Als op de computer Windows XP draait,
wordt de AutoPlay Wizard automatisch
weergegeven.
"USB-functie Mass Storage" wordt
weergegeven op het scherm van de camera.
stand hebt gebracht in Fase 2 en
het wizard-venster automatisch op
het computerscherm wordt
weergegeven, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft Scanner
and Camera Wizard] (Beelden
kopiëren naar een map op mijn
computer met de Microsoft-wizard
voor scanners en camera's) t
[OK].
De camera met uw computer gebruiken
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
Mass Storage
Memory Stick
Toegangsindicators*
1
MENU
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicators rood. Gebruik de computer
niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt
weergegeven, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass
Storage] (blz. 55).
2
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" (Wizard voor scanner en
camera) wordt weergegeven.
NL
61
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen
worden op het computerscherm
weergegeven.
• Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst,
worden de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen weergegeven.
3 Klik op het selectievakje van nietgewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn geselecteerd en dus
niet worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
5 Vink het selectievakje aan naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) om deze te selecteren en
klik daarna op [Next].
1
1
2
2
Het scherm "Picture Name and
Destination" (Naam en bestemming van
beeld) wordt weergegeven.
4 Kies de naam en de bestemming
van de beelden en klik daarna op
[Next].
1
2
NL
62
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los (blz. 64).
Volg daarna opnieuw de procedure
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op blz. 61.
Fase 3-B: Beelden naar een
computer kopiëren
• Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 3-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 61.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen.
Klik daarna met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand zodat het snelmenu
wordt weergegeven en klik op de
menuopdracht [Copy].
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk] t [DCIM].
1
2
De camera met uw computer gebruiken
• Voor verdere informatie over de
opslagbestemming van de beeldbestanden,
zie blz. 65.
• Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt weergegeven, zie blz. 89.
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
snelmenu wordt weergegeven en
klik op de menuopdracht [Paste].
1
2
NL
63
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als in de bestemmingsmap al een beeld met
dezelfde bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
weergegeven. Wanneer u het bestaande
beeld overschrijft met een nieuw beeld,
wordt het oorspronkelijke bestand gewist.
Als u het beeldbestand naar de computer
wilt kopiëren zonder een bestaand,
gelijknamig beeldbestand te overschrijven,
verandert u eerst de bestandsnaam in een
andere naam en kopieert u daarna het
beeldbestand. Merk echter op dat wanneer u
de bestandsnaam verandert (blz. 66), u dat
beeld mogelijk niet meer kunt weergeven
met de camera.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Fase 4: Beelden bekijken op uw
computer
De USB-verbinding verwijderen
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer u de volgende handelingen wilt
uitvoeren:
1 Klik op [Start] t [My Documents].
2
• De kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
1
Dubbelklik hier
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
2 Klik op
• Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
(Sony DSC) t [Stop].
4 Klik op [OK].
Het apparaat wordt ontkoppeld.
NL
64
• Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: Mappen weergeven onder
Windows XP
• Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
• Voor meer informatie over mappen, zie
bladzijden 40 en 52.
De camera met uw computer gebruiken
A
B
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
functie voor het maken van mappen
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als geen nieuwe mappen zijn gemaakt,
zijn de mappen als volgt:
– "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
– Interm geheugen; alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
NL
65
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven
op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo")
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map met uw camera (blz. 52) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
1
2
• Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt weergegeven, moet u
een ander nummer invoeren.
NL
66
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de instelling
van de computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik daarna op [Paste].
• sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
De "Cyber-shot Viewer"-software (bijgeleverd)
gebruiken
Door de software volledig te benutten kunt
u beter dan ooit gebruik maken van de
stilstaande en bewegende beelden van de
camera.
Dit gedeelte beschrijft de "Cyber-shot
Viewer"-software en geeft de
basisbediening weer.
Overzicht van de "Cyber-shot
Viewer"-software
Met de "Cyber-shot Viewer"-software kunt
u:
Om de online Help-functie te raadplegen,
klikt u op [Start] t [Programs] (in
Windows XP, [All Programs]) t [Sony
Picture Utility] t [Help] t [Cyber-shot
Viewer].
De "Cyber-shot Viewer"software opstarten en afsluiten
Beelden importeren
1 Zorg ervoor dat "Media Check
Tool" (Mediacontrolehulpprogramma)* draait.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
als er een "Memory Stick" is geplaatst of
een camera is aangesloten.
Kijk na of de snelkoppeling van
(Media Check Tool) op de taakbalk
aanwezig is.
De camera met uw computer gebruiken
• Beelden importeren die met de camera zijn
opgenomen en ze op het beeldscherm
weergeven.
• De beelden op de computer organiseren op een
kalender op opnamedatum voor weergave.
• De stilstaande beelden retoucheren, afdrukken
en als e-mailbijlagen versturen, hun
opnamedatum wijzigen en nog veel meer.
• Voor meer informatie over de "Cyber-shot
Viewer"-software moet u de online Helpfunctie raadplegen.
Basisbediening
Voer onderstaande stappen uit om de
beelden van de camera te importeren en
weer te geven.
• Als er geen snelkoppeling van de
aanwezig is: Klik op [Start] t [Programs]
(in Windows XP, [All Programs]) t [Sony
Picture Utility] t [Cyber-shot Viewer] t
[Tools] t [Media Check Tool].
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Na automatische herkenning van de
camera wordt het scherm [Import
Images] (Beelden importeren)
weergegeven.
De "Cyber-shot Viewer"-software
opstarten
Dubbelklik op de snelkoppeling
(Cybershot Viewer) op het bureaublad.
Of via het Start-menu: Klik op [Start] t
[Programs] (in Windows XP, [All
Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Cyber-shot Viewer].
De "Cyber-shot Viewer"-software
afsluiten
Klik op de knop
van het scherm.
in de rechterbovenhoek
• Voor gebruik van de "Memory Stick"-sleuf
moet u eerst bladzijde 60 raadplegen.
NL
67
• Als in Windows XP de AutoPlay Wizard
opstart, moet u deze afsluiten.
3 Importeer de beelden.
Klik op de knop [Import] (Importeren)
om het importeren van beelden te
starten.
• Dubbelklik op een miniatuur voor weergave
van het daadwerkelijke beeld.
2 Bekijken van de beelden in
"Viewed folders" (weergegeven
mappen) die op opnamedatum
gesorteerd zijn op een kalender
1Klik op het tabblad [Calendar]
(kalender).
De lijst met jaren, waarin de beelden
zijn opgenomen, wordt weergegeven.
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures" (Mijn afbeeldingen), waarvan
de naam is samengesteld uit de datum
waarop geïmporteerd is.
• Zie blz. 70 voor aanwijzingen hoe u de
"Folder to be imported" kunt veranderen.
Beelden bekijken
1 Controleren van de
2Klik op het jaar.
De beelden die in dat jaar zijn
opgenomen worden weergegeven,
gesorteerd op de kalender op
opnamedatum.
3Om de beelden per maand weer te
geven, klik op de gewenste maand.
Miniaturen van de beelden, die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
4Om de beelden per uur weer te geven,
klik op de gewenste dag.
Miniaturen van de beelden die op die
dag zijn opgenomen, worden gesorteerd
op uur weergegeven.
geïmporteerde beelden
Als het importeren voltooid is wordt de
"Cyber-shot Viewer"-software
opgestart. Miniaturen van de
geïmporteerde beelden worden
weergegeven.
Jaarweergavescherm
1
2
3
• De map "My Pictures" is ingesteld als de
standaardmap in "Viewed folders"
(weergegeven mappen).
NL
68
Maandweergavescherm
4
Weergave van de beelden op het
gehele scherm
Voor weergave van een diavoorstelling van
de huidige beelden op het gehele scherm,
klik op de
toets.
Uurweergavescherm
• Om beelden van een bepaald jaar of maand
weer te geven, klik op de betreffende
periode links op het scherm.
3 Weergave van afzonderlijke
beelden
Op het uurweergavescherm, dubbelklik
op een miniatuur om het daadwerkelijke
beeld weer te geven in een apart venster.
De camera met uw computer gebruiken
• Als u de diavoorstelling wilt weergeven of in de
pauzestand wilt zetten, klikt u op de knop
linksonder op het scherm.
• Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u op
de knop
linksonder op het scherm.
Overige functies
Beelden die opgeslagen zijn op de
computer voorbereiden voor
weergave
Om weergave mogelijk te maken, moet u de
map die de beelden bevat aanmelden als een
van de "Viewed folders".
Uit het menu [File] (Bestand), kies
[Register Viewed Folders...]
(Weergavemappen aanmelden...) om het
instelmenu van "Viewed folders"
(weergegeven mappen) voor aanmelding
weer te geven.
1
• U kunt de weergegeven beelden bewerken
door op de
toolbar-toets te drukken.
2
NL
69
Klik op de knop [Add...] (Toevoegen) en
geef daarna de map op met de beelden die
geïmporteerd moet worden om deze map
als een "Viewed folder" aan te melden.
• Beelden in elke submap van de "Viewed
folders" worden ook aangemeld.
De "Folder to be imported" (Mappen
voor importeren) veranderen
Voor het veranderen van de "Folder to be
imported" (Mappen voor importeren), opent
u het scherm "Import Settings"
(Importinstellingen).
Voor weergave van het scherm "Import
Settings", kiest u [Image Import Settings...]
(Beeldimportinstellingen...) uit het menu
[File] (Bestand).
1
2
Kies de "Folder to be imported" uit.
• U kunt de "Folder to be imported" kiezen uit de
mappen die zijn aangemeld als "Viewed
folders".
Verversen van de aanmeldinformatie
Om de aanmeldinformatie te verversen,
kies [Update Database] (Database
bijwerken) uit het menu [Tools] (Extra).
• Het verversen van de database kan enige tijd
duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of mappen in
"Viewed folders" wijzigt, is daarna weergave
daarvan met deze software niet mogelijk. In dat
geval moet u de database verversen.
NL
70
De installatie van de "Cybershot Viewer" ongedaan maken
1 Klik op [Start] t [Settings] t [Control
Panel] en dubbelklik op [Add/Remove
Programs]. (Voor Windows XP: klik op
[Start ] t [Control Panel] en dubbelklik
op [Add or Remove Programs].)
2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op
[Change/Remove] (voor Windows XP:
[Remove]) om de installatie ongedaan te
maken.
Technische ondersteuning
Extra informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen
vindt u op de Sony-website voor
klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
Uw Macintosh-computer gebruiken
U kunt de beelden naar uw computer
kopiëren.
• De bijgeleverde software is niet compatibel met
Macintosh computers.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2
of Mac OS X (v10.0 of hoger)
USB-poort: Standaard geleverd
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 55.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 60.
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de computer
op elkaar aansluiten" op blz. 61.
De camera met uw computer gebruiken
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram t [DCIM] t de map waarin
de beelden die u wilt weergeven zijn
opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 65.
4 Geef de beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de vaste
schijf t het gewenste beeldbestand in de
map waarin de gekopieerde
beeldbestanden zijn opgeslagen, om dat
beeldbestand te openen.
NL
71
De USB-verbinding verwijderen
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer u de volgende handelingen wilt
uitvoeren:
• De kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" op het pictogram van "Trash" en
laat het erin vallen.
De camera is losgekoppeld van de
computer.
• Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
Technische ondersteuning
Extra informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen
vindt u op de Sony-website voor
klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
NL
72
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de
[16:9] functie, kunnen beide randen worden
afgesneden. Controleer dus voordat u gaat
afdrukken (blz. 92).
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer (blz. 74)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibele printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde "Cyber-shot Viewer"-software en deze
vervolgens vanaf de computer afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 78)
U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met
uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukwinkel. U kunt van tevoren een
(afdrukmarkering)
aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
NL
73
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
Fase 1: De camera voorbereiden
Bereid de camera voor door deze met
behulp van een USB-kabel aan te sluiten op
de printer. Als de camera is aangesloten op
een printer die wordt herkend wanneer
[USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is
fase 1 overbodig.
Index-knop
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
MENU-toets
Regeltoets
• Wij adviseren u een volledig opgeladen accu of
een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te
gebruiken om te voorkomen dat de stroom
tijdens het afdrukken wegvalt.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
1 Druk op MENU om het menu weer
1
2 Druk op B op de regeltoets en
2
te geven.
kies
3 Kies [
(Setup).
] (Setup 2) met V en kies
daarna [USB-aansl.] met v/V/B.
• Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
• Het aantal beelden dat als indexbeeld kan
worden afgedrukt verschilt, afhankelijk van de
printer.
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als de
indicator gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
2
4 Kies [PictBridge] met B/v en druk
daarna op z.
Mass Storage
Autom.
De USB-functie is nu ingesteld.
NL
74
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Sluit de camera aan op de printer.
Fase 3: Afdrukken
Nadat Fase 2 voltooid is, wordt, ongeacht
de stand van de modusknop, het
afdrukmenu weergegeven.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
met v/V op de regeltoets en druk
daarna op z.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
2 Naar de
multifunctionele aansluiting
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdrukmarkering) af (blz. 78), ongeacht
welk beeld wordt weergegeven.
[Kiezen]
1 Naar de
USB-aansluiting
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
indicator weergegeven.
1Kies de beelden die u wilt afdrukken
met b/B en druk daarna op z.
De
markering verschijnt op het
gekozen beeld.
Stilstaande beelden afdrukken
2 Schakel de camera en de printer in.
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
• Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna
op z.
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
• Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
2 Kies de afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
1
NL
75
[Index]
Andere beelden afdrukken
Kies [Aan] om indexbeelden af te
drukken.
Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld met v/V en volg vervolgens de
procedure vanaf stap 1.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te
projecteren.
• Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het
aantal van hetzelfde beeld dat u naast en
onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als
een indexbeeld wilt afdrukken.
Beelden op het indexscherm
afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 74) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 75) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
weergegeven. Kies [Annul.] om het
afdrukmenu te verlaten en ga daarna als
volgt verder.
1 Verschuif de
(Index) knop.
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3 Kies [ ] (Afdrukken) met B en druk
daarna op z.
4 Kies de gewenste afdrukmethode met v/V,
en druk daarna op z.
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal
beelden, niet alle beelden op één blad passen.
3 Kies [OK] met V/B en druk daarna
op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los wanneer het pictogram
(PictBridge-aansluiting) op het
scherm wordt weergegeven.
indicator
Bezig met afdrukken
2/3
Sluiten
NL
76
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Kies het beeld dat u wilt afdrukken met
v/V/b/B en druk daarna op z om de
markering weer te geven. (Als u meerdere
beelden wilt kiezen, herhaalt u deze
procedure.) Druk daarna op MENU.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdrukmarkering) af, ongeacht welk beeld
wordt weergegeven.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 75).
Stilstaande beelden afdrukken
NL
77
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
daarop de beelden die u met uw camera
hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukwinkel. Als de winkel een
fotoafdrukservice heeft die gebruikmaakt
van DPOF, kunt u van tevoren een
(afdrukmarkering) op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
• U kunt de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de
camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer
de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee
naar de afdrukwinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een
(afdrukmarkering) kunt aanbrengen op
beelden in de "Memory Stick Duo" die u
later wilt afdrukken.
• U kunt ook de beelden met een
(afdrukmarkering) afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibele
printer gebruiken.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst]-functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
MENU-toets
Regeltoets
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
Een
(afdrukmarkering) wordt op
het beeld aangebracht.
2/9
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een winkel
• Vraag aan de fotoafdrukwinkel welke typen
"Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken.
• Als een "Memory Stick Duo" niet door uw
fotoafdrukwinkel kan worden verwerkt, kopieert
u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander
medium, zoals een CD-R en neemt u die mee
naar de winkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie
ervan op een vaste schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
NL
78
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
1 Geef het indexscherm weer
8 Kies [OK] met B en druk daarna
op z.
De
markering wordt wit.
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
Als u het markeren wilt annuleren, kiest u
in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8
[Sluiten], en drukt u daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk
daarna op z.
• U kunt geen
markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
Kies de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk daarna op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in deze map] in stap 4 en druk
daarna op z. Kies [Uit] en druk daarna
op z.
Stilstaande beelden afdrukken
5 Kies het beeld dat u wilt markeren
met v/V/b/B en druk daarna op
z.
Een groene
markering wordt op het
gekozen beeld weergegeven.
(groen)
MENU
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
NL
79
Uw camera op een tv aansluiten
Beelden bekijken op een tv-scherm
U kunt de beelden weergeven op een tvscherm door de camera aan te sluiten op een
tv.
Schakel zowel de camera als de tv uit
alvorens de camera en de tv op elkaar aan te
sluiten.
3 Druk op
om de camera in te
schakelen.
VGA
2/9
-toets
101-0002
2006 1 1 10:30PM
VOLUME
1 Sluit de camera aan op de tv.
1 Naar de audio/videoingangsaansluitingen
Regeltoets
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
• Leg de camera neer met het scherm omhoog.
• Als de tv is uitgerust met stereoingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting aan op de linkeraudioingangsaansluiting.
2 Schakel de tv in en stel de tv/
video-ingang in op "video".
• Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzingen van de tv.
NL
80
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het tv-scherm
weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te kiezen.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke tvsysteem (blz. 56).
Tv-kleursystemen
Als u de beelden op een tv-scherm wilt
weergeven, hebt u een tv nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor
de multifunctionele aansluiting. Het
kleursysteem van de tv moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten
voor het tv-kleursysteem van het land of
gebied waarin u de camera gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
Uw camera op een tv aansluiten
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
NL
81
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
1 Controleer de punten op bladzijde 83 t/m 94.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt weergegeven, zie
blz. 95.
2 Verwijder de accu en plaats na een minuut de accu opnieuw en schakel de
camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 54).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren geeft u automatisch toestemming om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren.
NL
82
Accu en spanning
De accu kan niet worden geplaatst.
• Gebruik bij het plaatsen van de accu de punt van de accu om de accu-uitwerphendel in de
richting van de lens te duwen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende acculading
wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt
(blz. 100).
• De weergegeven accu-restladingsindicator komt niet overeen met de werkelijkheid. Verbruik
de volledige lading van de accu en laad deze daarna volledig om de display te corrigeren.
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 100). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
• Laad de accu voldoende op (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 100).
• De accu-aansluitpunten zijn vuil. Maak de accu-aansluitpunten schoon met een wattenstaafje
o.i.d. en laad de accu op.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 100). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 100). Vervang de accu door een nieuwe.
Problemen oplossen
De camera schakelt plotseling uit.
• Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de
camera weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
NL
83
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (blz. 21).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo" (blz. 22). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
– Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 98).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet bij het opnemen van stilstaande beelden de modusknop op een andere functie dan
.
• Zet de modusknop op
wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 98).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• De camera staat in de weergavestand. Druk de sluiterknop half in, wijzig de stand van de
modusknop of druk op
dit eerst").
om over te schakelen naar de opnamefunctie (t stap 6 in "Lees
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 18). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek (W)/30 cm voor telefoto (T) (t stap 5 in
"Lees dit eerst").
• De (Schemer) of
(Landschap) is gekozen als de Scènekeuzefunctie tijdens het opnemen
van stilstaande beelden.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
(blz. 32).
• Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 33.
NL
84
De optische zoom werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 48).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 48).
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2].
– U in de Multi Burst-functie opneemt.
– U bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitser staat op
(altijd flitsen uitgeschakeld) (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 37).
–
(Hoge-gevoeligheid) of (Schemer) is gekozen als de scènekeuzefunctie.
– Wanneer de modusknop op
staat.
• Stel de flitser in op (altijd flitsen ingeschakeld) wanneer
(Landschap) of
(Strand) is
geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
• Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen.
Dit is normaal.
•
(Schemer) of
Problemen oplossen
De close-up (Macro)-opnamefunctie werkt niet.
(Landschap) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 27).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. De datum en tijd worden
alleen tijdens het weergeven weergegeven.
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
NL
85
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 27, t stap 5 in "Lees dit eerst").
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 34) of
stel de belichting in (blz. 27, t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Als de schermweergave niet helder genoeg is moet u de helderheid van de LCD-
achtergrondverlichting instellen (blz. 21, t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Schakel het scherm in (blz. 21).
Het beeld is te licht.
• U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de
belichting (blz. 27, t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Als de schermweergave te helder is moet u de helderheid van de LCD-achtergrondverlichting
instellen (blz. 21, t stap 5 in "Lees dit eerst").
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel de [Kleurfunctie] in op [Normaal] (blz. 31).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 49).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
NL
86
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
• Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst").
Het beeld gezien door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk
opneembare bereik.
• Het fenomeen van de parallax treedt op als het onderwerp dicht bij de camera is. Om te
controleren tot welke afstand een opname nog mogelijk is moet u het LCD-scherm gebruiken.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in
"Lees dit eerst").
• De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
Beelden bekijken
Raadpleeg "Computers" (blz. 89) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Druk op
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 66).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 64).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De toets
(schermweergave) is uitgeschakeld (blz. 21).
Problemen oplossen
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Tijdens de weergave van bewegende beelden kunnen de kleuren ongelijkmatig
zijn.
• Dit is normaal. Dit heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
NL
87
Beelden worden niet op het scherm weergegeven.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los als deze is aangesloten (blz. 80).
Het beeld verschijnt niet op het tv-scherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld
overeenkomstig het kleursysteem van de tv (blz. 56).
• Controleer of de aansluiting juist is (blz. 80).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los als deze is aangesloten op de
USB-aansluiting.
Beelden wissen/bewerken
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 42).
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 98).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden
beveiligt (blz. 41) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK zet (blz. 98) om per ongeluk wissen te voorkomen.
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
De DPOF-afdrukmarkering kan niet worden weergegeven.
• De DPOF-afdrukmarkering kan niet worden weergegeven op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Annuleer de beveiliging (blz. 42).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
NL
88
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 58 voor Windows en blz. 71 voor
Macintosh.
Uw computer herkent uw camera niet.
• Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst") of
gebruikt u de netspanningsadapter (blz. 16).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (blz. 61).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer stevig aan.
Controleer of "USB-functie Mass Storage" wordt weergegeven (blz. 61).
• Stel in het
(Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 55).
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 61).
• De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (blz. 59).
• De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met de kabel voor multifunctionele aansluiting vóórdat u de software (bijgeleverd)
hebt geïnstalleerd. Wis het foutief herkende apparaat van de computer en installeer daarna de
software (zie het volgende punt).
Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de
computermonitor weergegeven wanneer u de computer en de camera op elkaar
aansluit.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
Problemen oplossen
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu weer te geven en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• Op een computer die op Windows Me draait, klikt u op het tabblad [Device Manager].
Het venster "Device Manager" wordt weergegeven.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de software (blz. 59).
Het USB-stuurprogramma wordt ook automatisch geïnstalleerd.
NL
89
U kunt geen beelden kopiëren.
• Sluit de camera op de juiste manier aan op de computer. Breng de USB-verbinding tot stand
door de camera op de juiste manier aan te sluiten op de computer (blz. 61).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 61, 71).
• Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer,
kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een
"Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 52).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "Cyber-shot Viewer" niet
automatisch op.
• Start de "Media Check Tool" (Media-controlehulpprogramma) op (blz. 67).
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 61).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Als u "Cyber-shot Viewer" gebruikt moet u de on-line Help-functie raadplegen.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en
geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 60).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(blz. 65).
• Bedien op de juiste wijze (blz. 66).
"Cyber-shot Viewer"
Beelden worden niet juist weergegeven.
• Zorg ervoor dat de map met beelden is aangemeld in "Viewed folders". Als weergave van de
beelden niet mogelijk is, ook al is de map aangemeld in "Viewed folders", moet u de database
verversen (blz. 69).
NL
90
U kunt geïmporteerde beelden niet terugvinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstelling verandert hebt, moet u "De "Folder to be imported" (Mappen
voor importeren) veranderen" op blz. 70 raadplegen en nakijken welke map bij het importeren
in gebruik is.
U wilt de "Folder to be imported" veranderen.
• Open het scherm "Import Settings" om "Folder to be imported" te veranderen. U kunt een
andere map opgeven, nadat u deze met behulp van de "Cyber-shot Viewer"-software
aangemeld hebt in "Viewed folders" (blz. 70).
Alle geïmporteerde beelden worden met de datum 1 januari weergegeven op de
kalender.
• Op de camera is de datum nog niet ingesteld. Stel de datum op de camera in (t stap 2 in
"Lees dit eerst").
"Memory Stick Duo"
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 98).
• De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 23) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl
het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
Problemen oplossen
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 98).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet
meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten
(blz. 98).
NL
91
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen.
Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op
te nemen met de betreffende fabrikanten.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer
op elkaar aan (blz. 61). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
Intern geheugen
De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen
zijn opgeslagen, niet weergeven.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar
een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd.
• De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formatteren] uit (blz. 51) om het
interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd.
Kan de beeldgegevens in het interne geheugen niet kopiëren naar de "Memory
Stick Duo".
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (64 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Afdrukken
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
• Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9],
kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn.
• Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en
NL
92
afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
PictBridge-compatibele printer
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel in het
(Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 55).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een
foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Kan geen beelden afdrukken.
• Controleer of de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste manier is aangesloten.
• Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de
printer.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel los, schakelt u de printer uit en
weer in en sluit u de kabel weer aan.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
• Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat het pictogram
(PictBridge-aansluiting) was verdwenen.
Problemen oplossen
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 76).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
NL
93
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Als u het papierformaat hebt gewijzigd nadat u de kabel voor de multifunctionele aansluiting
hebt aangesloten, moet u de printer opnieuw aansluiten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 76) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Overige
De camera werkt niet.
• Gebruik het type accu dat in deze camera kan worden gebruikt.
• De accu is bijna leeg (de E indicator wordt weergegeven). Laad de accu op (t stap 1 in
"Lees dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Verwijder de accu en plaats na een
minuut de accu terug en schakel de camera in.
Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet.
• Zie blz. 17.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 102).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De accu is leeg. Vervang de lege accu door een volledig opgeladen accu (t stap 1 in"Lees dit
eerst") of gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Het klok-instelscherm wordt weergegeven nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
NL
94
Foutcodes en meldingen
Zelfdiagnosefunctie
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele keren
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, moet uw camera waarschijnlijk
gerepareerd worden. Neem contact op met
uw Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
Meldingen
Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven, voert u de vermelde
instructies uit.
E
• De accu is bijna leeg. Laad de accu
onmiddellijk op (t stap 1 in "Lees dit
eerst"). Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden of het soort
accu, kan de indicator knipperen
ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten
acculading over is.
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
• De geplaatste accu is geen NP-BG1
accu.
Systeemfout
C:13:ss
• De camera kan geen gegevens lezen
E:61:ss
E:91:ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Stel alle instellingen terug op
de standaardinstellingen van de camera
(blz. 54) en schakel deze daarna weer
in.
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Plaats de Memory Stick opnieuw
Problemen oplossen
vanaf of schrijven op de "Memory Stick
Duo". Schakel de camera uit en weer in
of plaats de "Memory Stick Duo"
meerdere keren opnieuw.
• Het ingebouwde geheugen heeft een
formatteringsfout begaan, of een nietgeformatteerde "Memory Stick Duo" is
geplaatst. Formatteer het ingebouwde
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(blz. 51, 52).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in deze camera worden gebruikt, of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 98).
• Schakel de camera uit en daarna weer in
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste wijze.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 98).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• De aansluitpunten van de "Memory
Stick Duo" zijn vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 98).
NL
95
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(blz. 51, 52).
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt een "Memory Stick Duo"
met een schrijfbeveiligingsschakelaar
terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat. Zet de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen (blz. 98).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 53).
Bestandsfout
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Wis overbodige beelden of bestanden
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Tijdens het weergeven van het beeld is
een fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (blz. 42).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om te knippen (korter dan
ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 66).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Kies een andere map of
maak een andere map (blz. 52).
NL
96
Ongeldige bediening
• U probeert een bestand weer te geven
dat niet compatibel is met de camera.
(Trillingswaarschuwingindicator)
• Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser of bevestig de camera op een
statief om de camera vast te zetten.
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO
Duo". Plaats een "Memory Stick PRO
Duo" of stel het beeldformaat in op een
ander formaat dan [640(Fijn)].
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Bij het verschijnen van
een foutmelding op de printer, moet u
de gebruikshandleiding van de printer
raadplegen.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
• Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Verwerkt
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Geen afdrukbaar beeld
Problemen oplossen
• U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder één DPOF-afdrukmarkering op
een of meerdere beelden aan te brengen.
• U probeerde [Alle in deze map] uit te
voeren terwijl een map was gekozen
waarin uitsluitend bewegende beelden
zitten. U kunt bewegende beelden niet
afdrukken.
NL
97
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
"Memory Stick"-type
Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
MagicGate Memory Stick
—
MagicGate Memory Stick
Duo
a*1
*1*2
Memory Stick PRO
—
Memory Stick PRO Duo
a*1*2*3
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van versleutelingstechnologie. Opnemen/
weergeven van gegevens waarbij MagicGatefuncties zijn vereist, kan niet met deze camera
worden uitgevoerd.
*2 Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*3
Bewegende beelden kunnen worden
opgenomen op beeldformaat 640(Fijn).
• Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick Duo" die op een computer is
geformatteerd niet garanderen in deze camera.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
NL
98
Opmerkingen over het gebruik van
een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK hebt gezet.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Ruimte voor
aantekeningen
Sommige "Memory Stick Duo" hebben
geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Bij een
"Memory Stick Duo" voorzien van een
schrijfbeveiligingsschakelaar, kan de stand
en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar verschillend
zijn, afhankelijk van de "Memory Stick
Duo".
• De "Memory Stick Duo" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt gehaald of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Druk niet hard wanneer u in het
aantekeningenvak schrijft.
• Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo"
zelf of op de Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitingen van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet
vallen.
• Demonteer of transformeer de "Memory Stick
Duo" niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen
het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze
per ongeluk inslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Opmerkingen over de Memory Stick
Duo-adapter (niet bijgeleverd)
Overige
• Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory
Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat steekt zonder gebruik te
maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan
het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het
apparaat te halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed
op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken, en steek deze
daarna er helemaal in. In de verkeerde richting
insteken kan tot een defect leiden.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo", die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken, in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
moet u er goed opletten dat de Memory Stick
Duo-adapter in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
• Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
NL
99
Informatie over de accu
Opladen
Levensduur van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien
u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt,
bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend
kunt opladen.
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt wordt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de
meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van
de levensduur van de accu is bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede bepaald
door de manier waarop deze wordt bewaard,
alsmede de omstandigheden en omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
Doeltreffend gebruik van de accu
• Bij lage temperaturen verminderen de prestaties
van de accu. Op koude plaatsen kan de accu
daarom minder lang worden gebruikt. Wij
bevelen het volgende aan om de accu langer mee
te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan
om de accu op te warmen, en plaats deze in de
camera vlak voordat u begint met opnemen.
• De accu zal snel leeg raken als u de flitser of
zoom vaak gebruikt.
• Wij bevelen u aan om extra accu's voor twee- tot
driemaal de verwachte opnameduur bij de hand
te houden, en om proefopnamen te maken
alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
• Laat de accu niet nat worden. De accu is niet
waterdicht.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen,
zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Hoe u de accu moet bewaren
• Als de accu gedurende een lange tijd niet
gebruikt wordt, laadt u deze eenmaal per jaar
volledig op en verbruikt u de lading volledig
met uw camera, voordat u de accu weer bewaart
op een droge, koele plaats. Herhaal deze oplaaden verbruikprocedure eenmaal per jaar om een
goede werking van de accu te behouden.
• Als u de acculading volledig wilt opgebruiken,
zet u de camera in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 42) totdat de camera
uitgeschakeld wordt.
• Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil
worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de
bijgeleverde accuhouder gebruiken voor
transport en bewaring.
NL
100
De acculader
x De acculader
• Laad met behulp van de acculader (bijgeleverd)
geen andere accu op met uw camera dan het
bijgeleverde type NP-BG-accu. Als u andere
accu's dan de bijgeleverde accu probeert op te
laden, kunnen deze gaan lekken, oververhit
raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel
als gevolg van elektrocutie en brandwonden
ontstaat.
• Haal de opgeladen accu uit de acculader. De
levensduur van de accu kan korter worden als u
deze opgeladen in de acculader laat zitten.
• Als het CHARGE-lampje knippert, kan dit een
accufout aangeven of het feit dat een andere
accu dan het opgegeven type is geplaatst.
Controleer of de geplaatste accu van het
opgegeven type is. Als de accu van het
opgegeven type is, haalt u de accu eruit,
vervangt u deze door een nieuwe of een andere,
en controleert u of de acculader nu wel goed
werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan
een accufout zijn opgetreden.
• Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen. Maak de
acculader schoon met een droge doek, enz.
Overige
NL
101
Voorzorgsmaatregelen
x Gebruik/bewaar de camera niet op
de volgende plaatsen
• Op zeer warme, droge of vochtige plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Vervoeren
Als de camera in de achterzak van uw broek of
jurk zit, mag u niet in een stoel of op een andere
plaats gaan zitten omdat, de camera hierdoor
beschadigd kan worden of defect kan raken.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een LCDreinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz., te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
NL
102
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen
beschadigen.
• Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden,
enz.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zitten.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
x Interne oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van
de camera voortdurend opgeladen. Indien u de
camera echter alleen voor korte perioden gebruikt,
raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dat geval
moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u
de camera gaat gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadprocedure voor de interne,
oplaadbare batterij
Plaats een opgeladen accu in de camera, of sluit
de camera met behulp van de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd) aan op een stopcontact, en laat
de camera gedurende 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
Oplaadprocedure voor de accu
t
stap 1 in "Lees dit eerst"
Overige
NL
103
Technische gegevens
Camera
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multifunctionele aansluiting
[Systeem]
Beeldsysteem
9,10 mm (1/1,8 type) kleurenCCD, primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 8 303 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 8 068 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 – 23,7 mm (38 –
114 mm omgerekend naar een
35 mm fotocamera)
F2,8 – 5,2
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting,
Scènekeuze (6 functies)
Witbalans
Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend,
Gloeilamp, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie
2.21 Voldoet aan JPEG, DPOFcompatibel
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium Intern geheugen (64 MB)
"Memory Stick Duo"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Autom.):
Ong. 0,2 t/m 6 m (W)/Ong.
0,3 t/m 3,2 m (T)
USB-verbinding Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm
6,2 cm (2,5 type) TFTaansturing
Totaal aantal beeldpunten
115 200 (480×240)
beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
Spanning
Oplaadbare accu NP-BG1,
3,6 V
Netspanningsadapter, model
AC-LS5K (niet bijgeleverd),
4,2 V
Stroomverbruik (tijdens opnemen met
ingeschakeld LCD-scherm)
0,95 W
Bedrijfstemperatuur
0 tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20 tot +60°C
Afmetingen
94,2 × 60,6 × 24,8 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Ong. 192 g (inclusief NP-BG1
accu en polsriem, enz.)
Microfoon
Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print
Compatibel
PRINT Image Matching III
Compatibel
PictBridge
NL
104
Compatibel
BC-CSG/BC-CSGB acculader
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom van
50/60 Hz,
2 W (BC-CSG),
2,6 W (BC-CSGB)
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 0,25 A
Bedrijfstemperatuur
0 tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20 tot +60°C
Afmetingen
Ong. 62 × 24 × 91 mm
(B/H/D)
Gewicht
Ong. 75 g
Oplaadbare accu NP-BG1
Gebruikte accu
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit
3,4 Wh (960 mAh)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Overige
NL
105
Index
Index
A
Aansluiten
Altijd flitsen uitgeschakeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Computer.......................61
Auto Review ........................ 50
Printer............................75
Autom.
Programma-modus ....... 26
Tv ..................................80
Aantal beelden/
opnameduur...................22
Levensduur van
de accu...........................25
Opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Beelden kopiëren.....60, 71
Automatische
scherpstelling .................. 9
Software .................. 59, 67
Automatische uitschakelfunctie
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Condensvorming ................102
Macintosh......................71
Windows........................ 57
Contrast ................................ 39
Cyber-shot Viewer................ 67
B
Beeldbestand-geheugenlocaties
...................................... 65
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen ......... 65
Beelden afdrukken in een
winkel ........................... 78
Acculader............................101
Beelden kopiëren naar uw
computer ....................... 60
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Beeldformaat........................ 13
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
D
Daglicht ................................ 35
DC IN-aansluiting ................ 16
De camera in het buitenland
gebruiken
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
De camera vasthouden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Beeldhelderheid ................... 10
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit ................ 13, 36
AE/AF-vergrendelingsindicator
.......................................33
Diafragma.............................10
Belichting............................. 10
Digitale zoom ....................... 48
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Bestandsnaam ...................... 65
DPOF....................................78
Bestandsnummer.................. 55
Dradenkruis van de
puntlichtmeting .............34
AF-bereikzoekerframe..........32
Besturingssysteem ......... 58, 71
Afdrukken.............................73
Beveiliging ........................... 41
Enkelbeeldfunctie..........74
Bewolkt ................................ 35
Indexfunctie...................74
Bijgeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
AF-functie ............................48
AF-vergrendeling..................33
AF-verlichting ......................50
Altijd flitsen ingeschakeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
NL
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera ...........................66
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Accu opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Afdrukmarkering ..................78
106
Aanbevolen omgeving
................................. 58, 71
Automatische instelfunctie
Accu....................................100
Accu-restladingsindicator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Computer.............................. 57
E
Effectief aantal pixels .........104
Burst..................................... 37
Elektronische transformator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
C
Enkel..................................... 48
Camera ................................. 48
Enkelbeeldafdrukfunctie ...... 74
CD-ROM.............................. 59
Extensie .......................... 65, 66
Compressieverhouding......... 14
F
J
Fijn........................................36
JPG ....................................... 65
"Memory Stick Duo" ............98
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 en 4 in "Lees dit
eerst"
Flitser ....................................35
Flitsfunctie
K
Aantal beelden/
opnameduur...................22
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting......... 61, 75, 80
Flitsniveau.............................39
Kleur..................................... 12
Fluorescerend........................35
Kleurfunctie ......................... 31
Schrijfbeveiligingsschakelaar
.......................................98
Formaat veranderen ..............43
Klokinstel. ............................ 56
Memory Stick tool ................52
Formatteren.....................51, 52
Kopiëren ............................... 53
Menu.....................................29
Foutcodes en meldingen .......95
Functiegids............................49
Onderdelen ....................30
L
Opnamestand.................31
Landschapsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
G
Gloeilamp .............................35
Weergeven .....................40
Menu voor opnemen .............31
Menu voor weergeven ..........40
H
Langzame synchro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Half indrukken ........................9
LCD-achtergrondverlichting 54
Monitor .................................48
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
MPG .....................................65
Histogram .............................21
LCD-scherm........ zie "Scherm"
Multi Burst............................37
Hoge gevoeligheid
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Levendig............................... 31
Multipoint-AF.......................32
I
Indexafdrukfunctie................74
Lichtmeting met meerdere
patronen ........................ 34
Lichtmeting met nadruk op het
midden .......................... 34
Multi AF ...............................32
N
Natuurlijk..............................31
Netspanningsadapter.............16
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
M
Indicator van AFbereikzoekerframe .........32
Macintosh-computer ............ 71
Initialiseren ...........................54
Mode.....................................37
Lichtmeetfunctie .................. 34
Indexscherm
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Indicator.............. zie "Scherm"
Midden-AF ...........................32
M AF .................................... 48
Aanbevolen omgeving
...................................... 71
NR lange-sluitertijd ..............18
NTSC ....................................56
O
Onderbelichting ....................10
Intern geheugen ....................24
Macro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Intern geheugen-tool.............51
Map ...................................... 40
Opnamemap maken ..............52
Interne oplaadbare
batterij..........................103
Maken ........................... 52
Opnamemap wijzigen ...........53
Interval ..................................39
Mass Storage ........................ 55
Installeren .............................59
Opdelen.................................44
Index
Opnamefunctie .....................37
Wijzigen ........................ 53
ISO............................10, 12, 36
NL
107
Opnamestand
S
Bewegende beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
S AF ..................................... 48
Stilstaand beeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Optische zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Overbelichting ......................10
P
PAL.......................................56
Parallax .................................87
PC .................... zie "Computer"
PictBridge.............................74
Pieptoon................................54
Pixel......................................13
Plaats van de onderdelen ......15
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Precisie-digitale-zoom..........48
Problemen oplossen..............82
PTP .......................................55
Puntlichtmeting ....................34
Scènekeuzefunctie................ 27
Schemer-portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Taal ....................................... 54
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Technische gegevens .......... 104
Trimmen ............................... 46
Tv ......................................... 80
Scherm
Het weergavescherm
veranderen .................... 21
U
USB-aansluiting ................... 55
Indicator........................ 17
LCDachtergrondverlichting
...................................... 54
Scherpstellen.................... 9, 32
Scherpstelling-voorkeuze..... 32
Scherpte ............................... 39
Schrijf-beveiligingsschakelaar
...................................... 98
Sepia..................................... 31
Setup ........................ 39, 46, 47
V
Vermindering van het rodeogeneffect......................49
VGA
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Video-uit............................... 56
Volume
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Camera.......................... 48
Voorzorgsmaatregelen ........ 102
Intern geheugen-tool..... 51
W
Memory Stick tool ........ 52
Setup 1 .......................... 54
Wazige beelden..................... 10
WB ....................................... 35
R
Setup 1 ................................. 54
Rechtstreeks afdrukken ........74
Setup 2 ................................. 55
Weergavezoom
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Reiniging ............................102
Slimme-zoomfunctie............ 48
Weergeven
Roteren .................................44
Sluitertijd ............................. 10
Sneeuwfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Soft Snap (Zachte-klikfunctie)
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Software ............................... 67
Standaard ............................. 36
NL
T
Schemerfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Setup 2 .......................... 55
108
Strandfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Bewegende beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Windows-computer .............. 57
Aanbevolen omgeving
....................................... 58
Wissen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Formatteren .............51, 52
Witbalans ..............................35
Z
Zelfdiagnosefunctie ..............95
Zelfontspanner
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Z-W.......................................31
Index
NL
109
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• "Memory Stick",
•
•
•
•
NL
110
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
, "MagicGate"
zijn handelsmerken van
Duo",
en
Sony Corporation.
Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.