Sony DSC-N1 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2-652-806-43(1)© 2005 Sony Corporation
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
Printed in Japan
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf
Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
Störungsbehebung
Gebruiksaanwijzing/
Problemen oplossen
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
Störungsbehebung
Gebruiksaanwijzing/
Problemen oplossen
DSC-N1
„Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band)
Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für Aufnahme/Wiedergabe mit
Ihrer Kamera.
"Lees dit eerst" (los boekje)
Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/weergeven met uw camera.
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der
Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door vóórdat u de camera
voor het eerst bedient, en bewaar ze voor latere naslag.
DE
NL
NL
2
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Nederlands
WAARSCHUWING
Voor klanten in Europa
Voor klanten in Nederland
NL
3
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Deze camera gebruikt het IC-
opnamemedium "Memory Stick Duo". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken in uw
camera.
"Memory Stick": U kunt in deze
camera geen "Memory Stick"
gebruiken.
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie blz. 121.
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te steken.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de accu
Laad de bijgeleverde NP-BG1 accu op alvorens
de camera voor het eerst te gebruiken. (
t stap 1
in "Lees dit eerst")
De accu kan zelfs worden opgeladen als deze
nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs
als de accu niet volledig opgeladen is, de
gedeeltelijke lading van de accu gewoon
gebruiken.
Als u van plan bent de accu gedurende een lange
tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de
resterende lading, verwijdert u daarna de accu
uit de camera, en bewaart u deze op een droge,
koele plaats. Dit dient om de functies van de
accu te behouden (blz. 123).
Voor verdere informatie over bruikbare accu's,
zie blz. 123.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens, die scherpe beelden met
uitstekend contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
Geen compensatie voor de inhoud van
de opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Ingebouwd geheugen en reserve
"Memory Stick Duo"
Schakel de camera niet uit en verwijder de accu
of de "Memory Stick Duo" niet terwijl het
toegangslampje brandt, omdat hierdoor de
gegevens in het ingebouwde geheugen of op de
"Memory Stick Duo" kunnen worden
beschadigd. Bescherm uw gegevens altijd door
een reservekopie te maken. Zie bladzijde
26 voor het maken van een reservekopie.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
Deze camera is niet stofdicht, niet
spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees
"Voorzorgsmaatregelen" (blz. 126) alvorens de
camera te bedienen.
Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
NL
NL
4
Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Hierdoor kan een storing in de camera
ontstaan.
Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 126).
Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en
het weigeren om beelden op te nemen, maar kan
ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
Maak het venster van de flitser schoon vóór
deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het
afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het
venster van de flitser doen verbranden of
vastbakken waardoor onvoldoende licht het
voorwerp bereikt.
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie,
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
effectief bruikbaar is. Soms kunnen er op het
LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw,
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
Deze camera voldoet aan de universele DCF
(Design rule for Camera File system)-norm
zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Zwarte (witte/rode/
blauwe/groene)
punten
NL
5
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De accu voorbereiden
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
4 Bediening van het aanraakscherm
5 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
6 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
7 Beelden weergeven/wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiks-
aanwijzing
Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen/Handmatig opnemen)
t blz. 28
Bekijk uw beelden met Album (album), Slide Show
(diavoorstelling), en Paint (tekenprogramma)
t blz. 37, 40, 43
Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 45
De standaardinstellingen veranderen t blz. 62
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiks-
aanwijzing
Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 77
Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibel printers)
t blz. 95
NL
6
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................3
Basistechnieken voor betere beelden..................................................... 10
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................. 10
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 11
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 14
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 14
Plaats van de onderdelen .......................................................................16
Indicators op het scherm ........................................................................ 18
Het weergavescherm veranderen...........................................................22
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 24
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne
geheugen)........................................................................................25
Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/
bekeken .................................................................................................. 27
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken ........................................28
Het album gebruiken...............................................................................37
Gebruik van de diavoorstelling................................................................ 40
Op het beeld tekenen.............................................................................. 43
De menuonderdelen gebruiken...................................................... 45
Menuonderdelen ................................................................................46
Menu voor opnemen ............................................................................... 48
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
BRK (Bracket-stap)
(Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
De camera leren gebruiken
Het menu gebruiken
M
NL
7
Menu voor weergeven .............................................................................54
(Album)
(Album verlaten)
(Diavoorstelling)
(Kleuren)
(Wissen)
(Volumeniveau)
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
(Trimmen)
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................62
Camera 1 ...........................................................................................63
AF-functie
Digitale zoom
Datum/Tijd
Rode-ogeneff.
Camera 2 ...........................................................................................66
AF-verlicht.
Auto Review
Intern geheugen.................................................................................67
Formaat
Memory Stick.....................................................................................68
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Album...............................................................................................71
Schrijven in album
Formaat
Album controleren
Het Setup-scherm gebruiken
1
2
NL
8
Setup 1...............................................................................................72
Downl. muz.
Format. muz.
Setup 2...............................................................................................73
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
Initialiseren
Setup 3...............................................................................................74
Bestandsnr.
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
Setup 4...............................................................................................76
Kalibratie
Behuizing
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 77
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 79
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera
(met behulp van een "Memory Stick Duo") .............................................87
De bijgeleverde software gebruiken........................................................88
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 91
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 94
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel
printer ........................................................................................95
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 99
Beelden bekijken op een tv-scherm......................................................101
De camera met uw computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Uw camera op een tv aansluiten
1
2
3
4
NL
9
Problemen oplossen..............................................................................103
Foutcodes en meldingen.......................................................................117
Over de "Memory Stick" ........................................................................121
Informatie over de accu .........................................................................123
De acculader .........................................................................................124
Het Cyber-shot Station gebruiken .........................................................125
Voorzorgsmaatregelen ..........................................................................126
Technische gegevens............................................................................128
Problemen oplossen
Overige
Index
....................................................................................................130
NL
10
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
t [Scherpstellen]
(blz. 34)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (op de volgende pagina).
Scherp-
stellen
Het onderwerp met succes scherpstellen
Druk de sluiterknop
gelijk helemaal in.
Druk de
sluiterknop tot
halverwege in.
AE/AF-
vergrendelingsindicator
Knipperende indicator
,
Indicator brandt/piept
Druk daarna de
sluiterknop
helemaal in.
Scherp-
stellen
Belichting Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u
hoe u de diverse camerafuncties moet
gebruiken door het aanraken van de toetsen op
het scherm.
De camera leren gebruiken
NL
11
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren
door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een
statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO =
Gevoeligheid van het opnamemedium
Belichting:
NL
12
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
Handmatige belichting:
Hiermee kunt u de sluitertijd en
diafragmawaarde handmatig instellen.
t blz. 31
EV:
Hiermee kunt u de belichting die door de
camera is ingesteld veranderen.
t blz. 32
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de
belichting in te stellen. t blz. 48
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Eigenschappen van "sluitertijd" Eigenschappen van "diafragma"
(F-waarde)
Korter
Bewegende
onderwerpen lijken
gestopt.
Langer
Bewegende
onderwerpen lijken
te zweven.
Open
Het
scherpstellingsbe-
reik wordt kleiner,
zowel aan de
voorkant als aan de
achterkant.
Dicht
Het
scherpstellingsbe-
reik wordt groter,
zowel aan de
voorkant als aan de
achterkant.
De camera leren gebruiken
NL
13
De ISO-gevoeligheid instellen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 49
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Als de belichting onvoldoende is kan het beeld echter donkerder woorden.
NL
14
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 48).
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Kleur
Over het effect van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Lamplicht
Eigenschappen van
het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 8M
3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
3264
2448
480
640
Pixels
De camera leren gebruiken
NL
15
Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 5 in "Lees dit eerst")
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
* De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
** Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 114).
*** U kunt de beelden in een hogere beeldkwaliteit bekijken als de televisie een "Memory Stick"-
aansluiting heeft of aangesloten is met behulp van USB.
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 49)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
Pixel
Veel beeldpunten
(Hoge beeldkwaliteit
en groot bestand)
Voorbeeld: Afdrukken
tot A3-formaat
Weinig
beeldpunten (Lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: Beeld
versturen als bijlage
bij e-mailberichten
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik
8M (3264×2448)
Groter
Kleiner
Voor opslag van belangrijk beeldmateriaal of
afdrukken van beelden op A3-formaat of A4-formaat
beelden met hoge resolutie
3:2* (3264×2176)
5M (2592×1944) Voor afdrukken op A4-formaat of beelden met een
hoge resolutie op A5-formaat
3M (2048×1536)
1M (1280×960) Voor afdrukken op briefkaartformaat
VGA(E-Mail)
(640×480)
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het versturen van beelden met e-mailberichten,
of voor het maken van webpagina’s
16:9(HDTV)**
(1920×1080)
Voor het bekijken van beelden op een
breedbeeldtelevisie of Hi-Vision-compatibele
televisie***
NL
16
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A POWER-toets/POWER-lampje
(
t stap 2 in "Lees dit eerst")
B Sluiterknop (
t stap 6 in "Lees dit
eerst")
C Flitser (
t stap 6 in "Lees dit eerst")
D Zelfontspannerlampje (
t stap 6 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (66)
E Microfoon
F Luidspreker
G Lens
A Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(
t stap 6 in"Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/ (Index) toets
(
t stap 7 in "Lees dit eerst")
B LCD-scherm (22)/aanraakscherm
(
t stap 4 in "Lees dit eerst")
C Oog voor polsriem (
t "Lees dit eerst")
D Functieknop (28)
E toets (aanraakscherm-
inschakeltoets) (
t step 4 in "Lees dit
eerst")
F Deksel van de accu/"Memory Stick
Duo" (
t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst")
G (Schermweergave aan/uit)-toets
(22)
H Toegangslampje (
t stap 4 in "Lees dit
eerst")
I "Memory Stick Duo"-gleuf
(
t stap 3 in "Lees dit eerst")
J Accu-insteekgleuf
(
t stap 1 in "Lees dit eerst")
K Accu-uitwerphendel
(
t stap 1 in "Lees dit eerst")
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
qs
qd
8
9
q;
qa
De camera leren gebruiken
NL
17
L Schroefgat voor statief (onderkant)
Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera
niet stevig bevestigen op een statief waarvan
de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien
kan hierdoor de camera beschadigd worden.
M Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Bij gebruik van de AC-LS5K AC
adapter (niet bijgeleverd)
De aanraakpen bevestigen
Bevestig de aanraakpen aan de polsriem
zoals hieronder weergegeven.
Houdt de camera bij het dragen niet bij de
aanraakpen vast. De camera kan dan vallen.
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
1 Naar DC
IN aan-
sluiting
3 Naar
stopcontact
v merkteken
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
NL
18
Indicators op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van bewegende beelden
A
ISO
400
125F3.5+2.0EV
MAF
400
FINE
VGA
C:32:00
0.7
EV
1
2
3
4
5
Scherm Indicatie
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
z AE/AF-vergrendeling (
t
stap 6 in "Lees dit eerst")
BRK Opnamefunctie (28, 50)
Witbalans (48)
STBY
OPNEMEN
Standby/Opname voor
bewegende beelden (
t
stap 6 in "Lees dit eerst")
Camerafunctie
(Scènekeuze) (29)
Camerafunctie
(Programma/Handmatig)
(28)
Flitsfunctie (
t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Opladen flitser
Zoomvergroting (
t 63,
stap 6 in "Lees dit eerst")
Vermindering van het rode-
ogeneffect (65)
Scherpte (53)
Verzadiging (53)
Contrast (53)
AF-verlichting (66)
Lichtmeetfunctie (48)
Beeldeffect (52)
Behuizingfunctie (76)
M
WB
SL
1.3
ON
De camera leren gebruiken
NL
19
B
C
D
E
Scherm Indicatie
Histogram (22, 33)
Lange sluitertijd NR
Als de sluitertijd gelijk is
aan of langer is dan
1/6 seconde, wordt
automatisch de NR lange-
sluitertijdfunctie
ingeschakeld om de
beeldruis te verminderen.
125 Sluitertijd (31)
F3.5 Diafragmawaarde (31)
+2.0EV Belichtingswaarde (32)
Scherm Indicatie
Beeldformaat (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
FINE STD Beeldkwaliteit (49)
Opnamemap (68)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(25)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (24)
Album (37)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (24, 25)
1/30" Multi Burst-interval (52)
400 Resterend aantal
opneembare beelden (24,
25)
Zelfontspanner (
t stap 6
in "Lees dit eerst")
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (117)
3:2 5M
8M
1M VGA3M
FINE
6 40
STD
6 40
16:9
160
101
Datum/Tijd (64)
ISO-nummer (49)
±0.7EV Bracket-stapwaarde (52)
Scherm Indicatie
Trillingswaarschuwing (11)
Geeft aan dat trillingen
kunnen verhinderen dat de
beelden scherp worden
opgenomen als gevolg van
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
flitser te gebruiken om een
betere belichting te
verkrijgen, of het statief
o.i.d. te gebruiken om de
camera te stabiliseren.
E Waarschuwing voor
zwakke accu (27, 117)
+ Dradenkruis van de
spotlichtmeting (48)
AF-bereikzoekerframe (34)
Scherm Indicatie
Macro (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
AF-functie (63)
Indicator van AF-
bereikzoekerframe (34)
1.0m Scherpstelling-
voorkeuzeafstand (34)
Scherm Indicatie
S AF M A F
NL
20
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van bewegende beelden
A
B
2005 1 1
12/12
C:32:00
9:30
AM
101-0012
M
VGA
1.3
+2.0EV
ISO
400
F3.5500
1
2
3
4
Scherm Indicatie
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
Opnamefunctie (28, 50)
N Weergave (
t stap 7 in
"Lees dit eerst")
- Beveiliging (55)
Afdrukmarkering (DPOF)
(99)
Map veranderen (54)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Zoomvergroting (t stap 7
in "Lees dit eerst")
Stap
12/16
Beeld-voor-beeld-weergave
(50)
Behuizingfunctie (76)
Scherm Indicatie
Histogram (22, 33)
wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
Weergavebalk (t stap 7 in
"Lees dit eerst")
Navigatiebalk (22)
M
1.3
De camera leren gebruiken
NL
21
C
D
Scherm Indicatie
Beeldformaat (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
PictBridge-aansluiting (95)
Opnamemap (68)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Weergavemap (54)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(25)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (24)
Albumweergave (37)
101-0012 Map-bestandsnummer (54)
8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (117)
00:00:12 Teller (
t stap 7 in "Lees
dit eerst")
Scherm Indicatie
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen
(97)
+2.0EV Belichtingswaarde (32)
ISO-nummer (49)
Lichtmeetfunctie (48)
Flitser
Witbalans (48)
500 Sluitertijd (31)
3:2
5M
8M
1M VGA3M
FINE
6 40
STD
6 40
16:9
160
101
101
WB
F3.5 Diafragmawaarde (31)
Weergavebeeld (
t stap 7
in "Lees dit eerst")
2005 1 1
9:30 AM
Opgenomen datum/tijd van
het weergavebeeld (64)
Vo l u m e (
t stap 7 in "Lees
dit eerst")
Scherm Indicatie
NL
22
Het weergavescherm veranderen
Bij iedere druk op de (Schermweergave
aan/uit)-toets, verandert het scherm als
volgt.
Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens
de weergave beeldinformatie afgebeeld.
Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet afgebeeld:
Tijdens het opnemen
het menu wordt afgebeeld.
bewegende beelden worden opgenomen
Tijdens het weergeven
het menu wordt afgebeeld.
In de indexfunctie
u de weergavezoom gebruikt.
u stilstaande beelden roteert.
bewegende beelden worden weergegeven
Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt afgebeeld tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
de flitser afgaat.
de sluitertijd lang of kort is.
Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Andere beelden kiezen door met uw
vinger over het scherm te schuiven
Door het scherm aan te raken kunt u in de
weergavestand het voorgaande of volgende
beeld kiezen.
Om hiervan gebruik te kunnen maken moet
u de toetsen van het aanraakscherm
uitschakelen door op de toets
(aanraakscherm-inschakeltoets) te drukken.
Bij het bekijken van de beeldopnamen op een
televisie (blz. 101), kunt u geen ander beeld
kiezen door met uw vinger te schuiven.
Stilstaande beelden
Schuif uw vingertop naar rechts om het volgende
beeld te bekijken, of naar links om het vorige
beeld te bekijken.
1M
S AF
S AF
S AF
1M
Histogram aan
Indicators uit
Indicators aan
Histogram scherm
(blz. 33)
Het andere beeld
verschijnt als u uw vinger
van het scherm haalt.
Voorgaand
beeld
Volgend
beeld
De camera leren gebruiken
NL
23
Weergavezoom
Door uw vinger naar boven, beneden, rechts of
links te bewegen kunt u het verborgen gedeelte
van het beeld op het scherm weergeven.
Bewegende beelden
Raak het scherm aan om de weergave te laten
beginnen.
Schuif uw vinger tijdens weergave naar rechts of
links om de bewegende beelden versneld in
voorwaartse of achterwaartse richting weer te
geven.
Raak het scherm tijdens weergave nog een keer
aan om te pauzeren.
.
Tijdens het weergeven van beelden opgenomen
in de Multi Burst-functie, raakt u het scherm aan
om de weergave te pauzeren. Schuif uw vinger
over het scherm naar rechts of links om naar de
volgende of voorgaande frames te gaan.
NL
24
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in
deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.)
(Eenheden: Beelden)
Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
De grootte van een enkel beeld is 1M wanneer [Mode] is ingesteld op [Multi Burst].
Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999" afgebeeld.
U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 57).
De opnameduur van bewegende beelden (Eenheden: uren : minuten : seconden)
Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO Duo".
Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 14.
Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera,
kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
8M 8 16 32 59 121 247 506
15 30 60 109 223 456 934
3:2 8 16 32 59 121 247 506
15 30 60 109 223 456 934
5M 12 25 51 92 188 384 789
23 48 96 174 354 723 1482
3M 20 41 82 148 302 617 1266
37 74 149 264 537 1097 2250
1M 50 101 202 357 726 1482 3038
93 187 376 649 1320 2694 5524
VGA(E-Mail) 196 394 790 1428 2904 5928 12154
491 985 1975 3571 7261 14821 30385
16:9(HDTV) 33 66 133 238 484 988 2025
61 123 246 446 907 1852 3798
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
640(Fijn) 0:02:57 0:06:02 0:12:20 0:25:18
640(Standaard) 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27 1:31:09
160 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22 24:18:25
De camera leren gebruiken
NL
25
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen
in het interne geheugen)
De camera heeft een intern geheugen van 26 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van bewegende beelden, die kunnen worden
opgeslagen in het interne geheugen, zijn als volgt.
Het aantal stilstaande beelden (Wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel; en op [Standaard], zie onderste regel.)
(Eenheden: Beelden)
De opnameduur van bewegende beelden
(Eenheden: uren : minuten : seconden)
Als een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd) is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick
Duo" opgenomen.
[Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Formaat
Capaciteit
8M 3:2 5M 3M 1M VGA 16:9
26MB
6 6 10 16 40 158 26
12 12 19 29 75 397 49
Formaat
Capaciteit
640(Standaard) 160
26MB 0:01:11 0:18:59
Intern
geheugen
B
B
NL
26
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande
procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de
procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 69).
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf
Volg de procedure op bladzijden 79 t/m 84 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera
is geplaatst.
U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne
geheugen.
Door de camera aan te sluiten op een computer met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting, kunt u de gegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar de
computer, maar u kunt niet de gegevens die in de computer zijn opgeslagen kopiëren naar het interne
geheugen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
De camera leren gebruiken
NL
27
Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat
kan worden opgenomen/bekeken
De tabellen geven bij benadering het
maximale aantal beelden aan dat kan
worden opgenomen/weergegeven tezamen
met de gebruiksduur van de accu wanneer u
beelden opneemt in de [Normaal] functie
met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur
van 25°C. Het aantal beelden dat kan
worden opgenomen of weergegeven maken
het mogelijk de "Memory Stick Duo" te
wisselen, indien noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
De acculading neemt af naarmate deze langer
wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van
de tijd (blz. 123).
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de gebruiksduur van de accu
neemt af onder de volgende omstandigheden:
Wanneer de omgevingstemperatuur laag is.
Wanneer de flitser veelvuldig wordt gebruikt.
Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt.
Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt.
Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat.
Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat.
Wanneer de accu zwak is.
Bij opname van stilstaande beelden
Opnemen in de volgende situaties:
(Beeldkwaliteit) staat op [Fijn].
Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat.
Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt.
Als de zoom beurtelings tussen de uiterste W-
en T-kant omschakelt.
[Schrijven in album] is ingesteld op [Aan] in
het (Setup) menu.
Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat.
Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat.
De meetmethode is gebaseerd op de CIPA-
norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Het aantal opneembare beelden en de
gebruiksduur van de accu verandert niet met de
beeldgrootte.
Weergeven van stilstaande beelden
Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Aantal beelden
Gebruiksduur van de
accu (min.)
Ong. 300 Ong. 150
Aantal beelden
Gebruiksduur van de
accu (min.)
Ong. 5800 Ong. 290
Gebruiksduur van de
accu (min.)
Ong. 140
NL
28
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Stel de functieknop in op de gewenste functie.
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
: Autom.: Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 6 in
"Lees dit eerst"
Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 46)
Handmatig: Opnamefunctie met handmatige belichting
Hiermee kunt u handmatig de belichting instellen (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde)
(blz. 31). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het
menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 46)
: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène
(blz. 29).
toets
(aanraakscherm-
inschakeltoets)
Functieknop
: Opnemen van bewegende
beelden
t stap 6 in "Lees dit eerst"
: Weergave/bewerken
t stap 7 in "Lees dit eerst"
De camera leren gebruiken
NL
29
De volgende functies zijn vooraf vastgelegd overeenkomstig veelvoorkomende
scèneomstandigheden.
*De sluitertijd wordt langer, dus is het verstandig een statief te gebruiken.
A Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets).
B Raak (Camera)
aan.
C Raak de gewenste functie aan.
D Neem het beeld op.
Scènekeuzefunctie
Schemer* Landschap
Neemt nachtscènes op afstand op
met behoud van de donkere
atmosfeer van de omgeving.
Neemt landschappen, enz., op
door in de verte scherp te stellen.
Schemer-portret* Strand
Neemt portretten op donkere
plaatsen op.
Neemt strand- en andere
waterscènes op waarbij het water
helder wordt opgenomen.
Kaarslicht* Sneeuw
Neemt scènes bij kaarslicht op
zonder de atmosfeer geweld aan
te doen.
Neemt witachtige scènes helder
op.
Soft Snap Vuurwerk*
Neemt portretten op van mensen,
bloemen, enz., met een zachte
atmosfeer.
Vuurwerk wordt in zijn volle
pracht opgenomen.
NL
30
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Macro Flitser
AF-
bereikzoeker
Scherpstelling
-voorkeuze
Bracket-
stap
Witbalans Flitsniveau
Burst/
Exposure Bracket/
Multi Burst
——
Autom./ —
Midden-AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
——
— /
/
/
——
SL
WB
De camera leren gebruiken
NL
31
Hiermee kunt u handmatig de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen.
A Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets).
B Raak (Camera) aan t [Handmatig], en raak daarna aan om de instelling vast te
leggen en terug te keren naar het vorige scherm.
De camera is ingesteld op handmatige belichting.
C Raak aan.
D Pas de sluitertijd en de diafragmawaarde aan door v/V aan te raken.
Als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F2,8, F4, of
F8.
Als de zoom in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F5,4, F8, F16.
U kunt de sluitertijd instellen tussen 1/1000 seconde en 30 seconden.
Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera, wordt op het
scherm afgebeeld als een EV-waarde (blz. 32). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest
geschikt is voor de camera.
E Neem het beeld op.
De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of (niet flitsen).
Bij de volgende instellingen wordt alleen de helderheid gewijzigd en niet de scherptediepte.
Bij F4 en F8 als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat
Bij F8 en F16 als de zoom in de uiterste groothoekstand (T-kant) staat
Sluitertijden van 1 seconde of langer worden afgebeeld met [”], bijvoorbeeld: 1”.
Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te
vermijden.
Als u een sluitertijd van 1/6 seconde of langer instelt, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie
ingeschakeld om beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld.
Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken.
Handmatige belichting
1M
M
MENU
SET
OFF
160
F2.8
OFF
M
Diafragmawaarde
Sluitertijd
NL
32
Met deze instelling kunt u de belichting handmatig instellen.
Naar – Naar +
A Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets).
B Stel (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.] of [Handmatig], en raak daarna
aan.
C Raak (EV) aan.
D Kies een waarde door v/V aan te raken.
Voor verdere informatie over de belichting t blz. 11
De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
(EV)
1M
MENU
OFF
OFF
AUTO
P
0EV
EV
+
0.3EV
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV: De belichting wordt door de camera automatisch
ingesteld.
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
De camera leren gebruiken
NL
33
z EV (Belichtingswaarde) instellen door een histogram af te beelden
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
(Schermweergave aan/uit) om het histogram
op het scherm af te beelden. De grafiek duidt op
een helder beeld wanneer deze rechterkant ervan
hoog is, en op een donker beeld wanneer de
linkerkant ervan hoog is. Kies [Programma] of
een van de standen van de scènekeuzefunctie
voor (Camera) en pas de EV-waarde aan
terwijl u de belichting aan de hand van het
histogram in de gaten houdt.
A Aantal pixels
B Helderheid
Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen.
Als (Camera) is ingesteld op [Autom.] of [Handmatig]
Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven
1M
HelderDonker
A
B
NL
34
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
A Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets).
B Stel (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna aan.
C Raak 9 (Scherpstellen) aan.
D Raak de gewenste optie aan.
9 (Scherpstellen)
Multi-AF
(Multipoint-AF)
(Stilstaand beeld )
(Bewegend beeld )
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in
het hele bereik van het zoekerframe (standaardinstelling). Als
(Camera) is ingesteld op [Autom.], wordt de
scherpstellingsfunctie onveranderlijk ingesteld op Multipoint AF.
Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
Midden-AF
()
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het
zoekerframe.
Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste
beeldcompositie opnemen.
1M
98
S AF
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
De camera leren gebruiken
NL
35
AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
De informatie over de ingestelde afstand in [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en
neer beweegt, wordt de fout vergroot.
Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
Wanneer u digitale zoomfunkcie of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert , of indicator en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 29).
Punt-AF (Flexibel Punt AF)
()
Hiermee wordt, door het AF-bereikzoekerframe te verplaatsen
naar een gewenste schermpositie, scherpgesteld op een zeer klein
onderwerp of een klein gebied.
Voor het instellen van Flexibel Punt AF, zie blz. 36.
Deze functie is handig bij gebruik van een statief wanneer het
onderwerp zich niet in het midden van de zoeker bevindt.
Voor het opnemen van bewegende beelden moet u de camera
zodanig richten dat het onderwerp niet buiten het AF-
bereikzoekerframe raakt.
(oneindige afstand)
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp van
een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp. (Scherpstelling-
voorkeuze)
Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit opneemt, is
het moeilijk om scherp te stellen in de automatische-
scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is het handig om
[Scherpstellen] te gebruiken.
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
1M
S AF
98
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
NL
36
Gebruik van [Punt-AF]
A Stel (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna aan.
B Raak 9 (Scherpstellen)t [Punt-AF] aan.
C Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten.
D Raak de plaats aan waarop u de opname wilt scherpstellen.
1M
98
S AF
S AF
1M
98
De camera leren gebruiken
NL
37
Het album gebruiken
Bij opname van stilstaande beelden waarbij de -indicator op het scherm afgebeeld wordt,
kunnen verkleinde kopieën van de originele beelden opgeslagen worden in het album
(blz. 71). Zelfs als de beelden uit het interne geheugen of van de "Memory Stick Duo" gewist
zijn, kunt u nog steeds de verkleinde kopieën uit het album bekijken.
Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA] ([1M] voor beelden
opgenomen met Multi Burst) en [Standaard]-beeldkwaliteit. In het album kunnen maximaal 500 beelden
opgeslagen worden.
Als bij albumweergave de camera uitgeschakeld wordt of de functieschakelaar in een andere stand gezet
wordt, stopt de albumweergave.
Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen
A Zet de functieknop op .
B Raak [MENU] t [Album] aan.
De beelden in het album worden gegroepeerd volgens opnamedatum. De beelden worden per groep op
het indexscherm afgebeeld onder de naam "Deze datum".
Intern
geheugen
MENU
2005 1 4 7
91011
15 21 27
1
2005
2
2005
3
A
B
C
A Jaar van opname
B Maand van opname
C Dag van opname
NL
38
C Kies de "Deze datum" die u wilt weergeven met b/B en raak deze daarna aan.
Alle beelden waarvan de opname op "Deze datum" heeft plaatsgevonden worden op het indexscherm
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar het voorgaande indexscherm, moet u op (index) drukken.
D Raak het beeld aan. (Als het gewenste beeld niet op het scherm wordt weergegeven, moet u
b/B aanraken totdat het op het scherm weergegeven wordt.)
Het gekozen beeld wordt weergegeven.
Om naar "Deze datum" terug te keren in het indexscherm moet u op (index) drukken.
Beelden in het album wissen
Beelden op een enkelbeeldscherm wissen
A Geef het beeld dat u wilt wissen weer en raak daarna [MENU] aan om het menu af te
beelden.
B Raak [Wissen] t [Wissen] t [OK] aan.
Beelden op het indexscherm wissen
A Raak [MENU] aan op het scherm in stap 3 van "Beelden weergeven die in het album zijn
opgeslagen" om het menu weer te geven. (U kunt geen beelden wissen in "Deze datum" in
stap 2 van "Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen".)
B Raak [Wissen] t [Kiezen] aan.
C Raak het beeld aan dat u wilt wissen om er een (wissen) markering op aan te brengen.
D Raak [OK] t [OK] aan.
Om alle beelden in "Deze datum" te wissen moet u [Alles van deze datum] in stap 2 aanraken.
MENU
2005
10:30 10:38 10:45
10:48 10:50 11:07
11:11 10:30 11:27
11
D
E
D Jaar/maand/dag van opname
E Tijdstip van opname
MENU
VGA
1/200
2005 1 1
10:30
AM
De camera leren gebruiken
NL
39
z Beeldbestanden in het album
Als het album vol raakt worden de oude beeldbestanden automatisch gewist. Beveilig de
bestanden die u niet wilt wissen (blz. 55).
Als het album vol is met beveiligde beeldbestanden, knippert . U kunt beelden opslaan in het interne
geheugen of op de "Memory Stick Duo", maar u kunt geen beelden meer opslaan in het album. Als de
beveiliging verwijderd is van de overtollige beelden, kunt u weer beeldbestanden opslaan in het album.
Voor het maken van een reservekopie van uw beeldbestanden in het album, moet u de procedure
uitvoeren, zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 69).
Rechtstreekse overdracht van de beeldbestanden van het album naar een computer is niet mogelijk. Voer
de procedure uit zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 69). Kopieer de gewenste beeldbestanden op de
"Memory Stick Duo" en breng ze dan over naar de computer.
Bestanden op een "Memory Stick Duo" of computer kunnen niet naar het album gekopieerd worden.
Zelfs als de beelden die in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, beveiligd
worden, worden de verkleinde kopieën ervan in het album niet beveiligd. Op dezelfde manier, als de
verkleinde kopieën in het album beveiligd worden, zijn de daarbij horende beelden in het interne
geheugen of op de "Memory Stick Duo" niet beveiligd (blz. 55).
Bij het trimmen of veranderen van het beeldformaat van de beelden in het interne geheugen of op de
"Memory Stick Duo" worden de daarbij horende beelden in het album niet gewijzigd.
De volgende functies kunnen niet worden gebruikt bij de beelden opgeslagen in het album:
Tekenen
Een afdrukmarkering (DPOF) aanbrengen
Afdrukken
Formaat veranderen
Trimmen
NL
40
Gebruik van de diavoorstelling
U kunt de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven
(diavoorstelling).
De beelden opgeslagen in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" worden
weergegeven. Tijdens albumweergave worden de beelden in het album weergegeven.
Het volumeniveau van de muziek instellen
Druk tijdens weergave op (aanraakscherm-inschakeltoets) en raak de toetsen +/– aan om
het volumeniveau aan te passen. U kunt ook in het menu [Volumeniveau] aanraken en het
volumeniveau instellen voordat u de diavoorstelling laat beginnen.
De diavoorstelling pauzeren
Raak het scherm aan. Raak [Verder] aan om de diavoorstelling te hervatten. De diavoorstelling
wordt hervat vanaf het beeld waarbij de pauzestand werd aangenomen, de muziek begint
echter opnieuw bij het begin.
Voor weergave van de vorige/volgende afbeelding
Raak / aan in de pauzestand.
De diavoorstelling stoppen
Raak [Sluiten] aan in de pauzestand.
Weergave van een diavoorstelling is niet mogelijk terwijl nog een PictBridge-verbinding
bestaat.
De opties voor de diavoorstelling instellen
U kunt instellen op welke wijze de diavoorstelling uitgevoerd moet worden.
A Raak [MENU]t[Diavoorstelling] aan.
B Raak het menuonderdeel aan dat u wilt instellen.
C Raak de gewenste instelling aan, daarna .
A Zet de functieknop op
.
2 Raak [MENU]t
[Diavoorstelling]t[Start]
aan.
3 De diavoorstelling
begint
.
p
pp
De camera leren gebruiken
NL
41
U kunt de volgende opties instellen.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] en [Actief] effecten,
kunnen alleen stilstaande beelden weergegeven worden.
wordt alleen het eerste beeld weergegeven van de beelden opgenomen met de Multi Burst-functie.
Er wordt geen Muziek weergegeven (ingesteld op [Uit]) tijdens een [Normaal] diavoorstelling. Het geluid
van de bewegende beelden is hoorbaar.
Voor elk effect is muziek beschikbaar.
Effecten
Eenvoudig
Een eenvoudige diavoorstelling geschikt voor een grote
variëteit aan scènes.
Nostalgisch
Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène
oproept.
Stijlvol
Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige
snelheid uitgevoerd wordt.
Actief
Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes.
Normaal
Een standaard diavoorstelling waarbij de beelden elkaar
opvolgen met een vooraf ingesteld interval.
Muziek
Music1
De standaardinstelling voor een [Eenvoudig]-diavoorstelling.
Music2
De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]-
diavoorstelling.
Music3
De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling.
Music4
De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling.
Uit
De instelling voor een [Normaal]-diavoorstelling. Geen
muziek.
Beeld
Map (Deze datum)
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map (voor
albumweergave, de beelden in [Deze datum]).
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" of in
het album zijn opgeslagen.
NL
42
Deze optie wordt direct nadat albumweergave is gekozen, ingesteld op [Alle] (als u probeert de opties van
de diavoorstelling op het indexscherm voor de beelden onder "Deze datum" in te stellen). Om [Deze
datum] te kiezen, moet u eerst de datum van het album dat u wilt weergeven kiezen.
z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
U kunt uw favoriete muziek (een muziekbestand) kopiëren vanaf uw cd’s of MP3-bestanden
naar de camera voor weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt de muziek kopiëren met
behulp van [Downl. muz.] op het
(Setup) menu van de bijgeleverde "Music Transfer"-
software, dat op een computer geïnstalleerd is. Voor verdere informatie, zie blz. 89.
U kunt maximaal vier muziekbestanden in de camera opslaan (de vier vooraf ingestelde muziekbestanden
(Music 1 – 4) kunnen vervangen worden door uw favoriete muziekbestanden).
De maximale tijdsduur van elk muziekbestand voor weergave door de camera is 180 seconden.
Als weergave van een muziekbestand niet mogelijk is door beschadiging van het muziekbestand of een
andere storingen, moet u [Format. muz.] (blz. 72) uitvoeren en de muziek nog een keer naar de camera
kopiëren.
Herhalen
Aan
Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Interval
3 sec
Het interval voor een [Normaal]-diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
De camera leren gebruiken
NL
43
Op het beeld tekenen
U kunt op de stilstaande beelden tekeningen of stempels aanbrengen en deze apart opslaan.
Gebruik hiervoor de aanraakpen.
U kunt geen tekeningen of stempels aanbrengen op Multiburst-beelden, bewegende beelden
of beelden die opgeslagen zijn in het album.
Bij het bekijken van de opgenomen beelden op een televisie (blz. 101), kunt u geen
tekeningen op de beelden aanbrengen.
Tekens of tekeningen maken
A Raak aan.
B Kies de lijndikte.
Raak de lijndikte-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste lijndikte aan en raak tenslotte
aan.
C Maak de tekens of tekeningen.
Stempelen
A Raak aan.
B Kies een stempel.
Raak de stempel-keuzetoets aan, raak daarna het gewenste stempel aan en raak tenslotte
aan.
C Breng de stempels op het beeld aan.
De kleur van de lijn of stempel veranderen
Raak de kleur-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste kleur aan en raak tenslotte aan.
De gekozen kleur is van toepassing op de lijn en stempel.
Corrigeren
Raak aan en wrijf dan met de aanraakpen over het gedeelte dat u wilt wissen. U kunt ook
aanraken om terug te keren naar de voorlaatste bewerking (als u nog een keer
aanraakt keert u terug naar de laatste bewerking).
U kunt de dikte van de vlakgom op dezelfde manier als voor de tekenpen kiezen met behulp van de
lijndikte-keuzetoets. De gekozen lijndikte is van toepassing op de lijn en het vlakgom.
1
2
3
4
5
6789
A (tekenpen) toets
B (stempel) toets
C (vlakgom) toets
D Lijndikte-keuzetoets/Stempel-keuzetoets
E Kleur-keuzetoets
F (terugkeren) toets
G (alles wissen) toets
H (opslaan in intern geheugen) toets /
(opslaan op "Memory Stick") toets
I (afsluiten) toets
NL
44
Alle tekeningen wissen
A Raak aan.
"Alles wissen" verschijnt.
B Raak [OK] aan.
Alle tekeningen verdwijnen van het beeld.
Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren.
De tekening opslaan
A Raak (of ) aan.
De aanduiding "Opslaan" verschijnt.
B Raak [OK] aan.
Het beeld met daarop de tekening wordt als het nieuwste bestand opgeslagen in de opnamemap.
Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren.
Het beeld wordt opgeslagen met het beeldformaat [VGA] en beeldkwaliteit [Fijn].
De tekenfunctie afsluiten
A Raak aan.
De aanduiding "Sluiten" verschijnt.
B Raak [OK] aan.
Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren.
Als u aanraakt, voordat het beeld opgeslagen is, gaat de tekening verloren. Als u van plan bent om de
tekening te bewaren moet u de tekening opslaan door / aan te raken.
Het menu gebruiken
NL
45
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand.
Afhankelijk van de stand van de functieknop en de (Camera) menu-instellingen, zijn verschillende
menuonderdelen beschikbaar.
2 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het
aanraakscherm af te beelden.
Als de functieschakelaar in de stand staat, moet u deze handeling overslaan.
3 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
4 Raak het onderdeel aan dat u wilt instellen.
Als het gewenste menuonderdeel niet wordt
afgebeeld, houdt u v/V ingedrukt totdat het op het
scherm wordt afgebeeld.
5 Raak de gewenste instelling aan.
6 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten.
Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden ingesteld.
Functieknop
toets (aanraakscherm-
inschakeltoets)
NL
46
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Menuonderdelen
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen
de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld.
( : beschikbaar)
Stand van functieknop:
Autom. Programma Handmatig Scène
Menu voor opnemen (blz. 48)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
BRK (Bracket-stap)
*
——
(Interval)
*
——
(Flitsniveau)
*
——
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
47
* De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 29).
**Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom.
( : beschikbaar)
Stand van functieknop:
Autom. Programma Handmatig Scène
Menu voor weergeven (blz. 54)
(Album)
(Album verlaten)
(Diavoorstelling)
(Kleuren)
(Wissen)
(Volumeniveau)
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
(Trimmen)** ——
NL
48
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Voor verdere informatie over de belichting t blz. 11
Bij gebruik van spot lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u [9]
(Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (blz. 34).
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de
lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld
vreemd lijken.
(Lichtmeetfun.)
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en
wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat deel van het onderwerp.
Punt (Punt lichtmeting)
()
Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt
voor de lichtmeting.
Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren
wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
WB (Witbalans)
Autom.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
Daglicht ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Bewolkt ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
Fluorescerend ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
1M
Dradenkruis van de punt
lichtmeting
Plaats dit op het onderwerp.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
49
Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 14
Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u [ ] (Fluorescerend) hebt ingesteld.
Wanneer de flitser afgaat, wordt [ ] (Flitser) automatisch ingesteld op [WB], behalve in de functie
[Autom.].
Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 29).
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 13
Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
[ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 14
Gloeilamp (n)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een
feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
Flitser ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt.
ISO
Autom.
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
64
100
200
400
800
(Beeldkwaliteit)
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
WB
WB
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
NL
50
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet
wanneer u op de sluiterknop drukt.
Over [Burst]
De flitser staat op (Niet flitsen).
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie (blz.
29).
Mode (Opn.functie)
Normaal
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
Burst ( )
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Exposure Bracket (BRK)
Neemt een serie van drie beelden op met de
belichtingswaarden iets automatisch verschoven.
Als het niet mogelijk is een beeld goed op te nemen vanwege de
helderheid van het onderwerp, kunt u op deze manier na het
opnemen het beeld met de juiste belichting kiezen.
Multi Burst ( )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaand-
beeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 52).
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
51
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
De aantallen tussen haakjes gelden als [Schrijven in album] is ingesteld op [Uit].
(Eenheden: beelden)
Over de [Exposure Bracket]
De flitser staat op (Niet flitsen).
De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
Als de belichting handmatig is ingesteld (blz. 32), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
veranderde helderheid.
Het opname-interval is ongeveer 1,1 seconden.
Het kan voorkomen dat het niet mogelijk is om, met de gekozen waarde bracket-stap, bij een te licht of te
donker onderwerp, op de juiste wijze beelden op te nemen.
Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Exposure Bracket-functie (blz. 29).
Over [Multi Burst]
U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de
volgende procedures:
Pauzeren/hervatten: Raak X op de regeltoets aan.
Frame-voor-frame weergeven: Raak c/C in de pauzestand aan. Raak B om de weergave in
volgorde te hervatten.
U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie:
Slimme-zoomfunctie
Flitser
De datum en tijd projecteren
Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
Wissen van een frame in een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) op [Autom.] staat
Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een
computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als
een enkel beeld met 16 frames.
Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M.
Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Multi Burst-functie (blz. 29).
Kwaliteit
Formaat
Fijn Standaard
8M 4 (4) 6 (6)
3:2 4 (4) 6 (6)
5M 5 (5) 9 (9)
3M 8 (8) 13 (14)
1M 15 (15) 15 (15)
VGA(E-Mail) 15 (15) 15 (15)
16:9(HDTV) 12 (13) 15 (15)
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
NL
52
Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden iets automatisch verschoven.
BRK (Bracket-stap) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties.
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 50).
(Interval) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties.
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
Om de flitsfunctie te veranderen t stap 6 in "Lees dit eerst"
Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 29).
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
BRK (Bracket-stap)
±1.0EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV.
±0.7EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV.
±0.3EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV.
(Interval)
1/30 (1/30")
Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode]
(Opn.functie) op het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi
Burst] (blz. 50).
1/15 (1/15")
1/7.5 (1/7.5")
(Flitsniveau)
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
PFX (Beeldeffect)
Uit
Geen effect.
Sepia ( )
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Z-W ( )
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
M
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
53
De verzadiging van het beeld instellen.
Het contrast van het beeld instellen.
De scherpte van het beeld instellen.
Zie blz. 62.
(Verzadiging)
+ ( )
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
– ( )
Naar –: De kleuren worden donkerder.
(Contrast)
+ ( )
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
– ( )
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
(Scherpte)
+ ( )
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: Het beeld wordt waziger.
(Setup)
NL
54
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Menu voor weergeven
Hiermee kunt u de stilstaande beelden in het album weergeven.
Zie blz. 37.
Hiermee kunt u de weergave van beelden in het album stoppen.
Hiermee kunt u de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven.
Zie blz. 40.
Hiermee kunt u tekens of tekeningen op de stilstaande beelden maken.
Zie blz. 43.
Hiermee kunt u ongewenste beelden wissen.
t stap 7 in "Lees dit eerst"
Hiermee kunt u het geluidsvolume instellen.
t stap 7 in "Lees dit eerst"
Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een
"Memory Stick Duo".
(Album)
(Album verlaten)
(Diavoorstelling)
(Kleuren)
(Wissen)
(Volumeniveau)
(Map)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
55
1 Hiermee kunt u de gewenste map kiezen met v/V.
2 Raak [OK] aan.
z Over de map
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 68). U
kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 68)
Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 69)
Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld
in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: Hiermee kunt u naar de voorgaande of volgende mappen gaan.
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. U kunt voorkomen
dat de beelden in het album automatisch worden gewist door ze in het album te beveiligen.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om - (Beveiligen) af te beelden en raak dit daarna aan.
4 Raak [Beveiligen] aan.
Het beeld is beveiligd en de - (Beveiligings-)indicator wordt op het beeld afgebeeld.
5 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met / , en raak daarna
[Beveiligen] aan.
- (Beveiligen)
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
-
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
NL
56
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak [Beveiligen] t [Kiezen] aan.
4 Raak het beeld aan dat u wilt beveiligen.
Een groene - (Beveiligings-)indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
5 Herhaal stap 4 om andere beelden te beveiligen.
6 Raak [OK] t [OK] aan.
Om alle beelden in de map te beveiligen, raakt u [Beveiligen] t [Alle in deze map] t [Aan] aan.
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen en raak [MENU] t [Beveiligen] t
[
Beveiligen] aan.
In de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
4 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
3 Raak [OK] t [OK] aan.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in deze map] in stap 3 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en raak daarna
[Uit] aan.
Merk op dat door het interne geheugen, de "Memory Stick Duo" of het album te formatteren, alle
opgeslagen gegevens gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn, en deze beelden niet
kunnen worden hersteld.
Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
Met deze instelling kunt u een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
afdrukken (blz. 99).
DPOF
- (groen)
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
57
Zie blz. 95.
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om (Ander form.) af te beelden en raak dit daarna aan.
4 Raak het gewenste beeldformaat aan, en raak daarna [OK] aan.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
Voor verdere informatie over [Beeldformaat] tstap 5 in "Lees dit eerst"
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden in het album niet
wijzigen.
Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9.
Wanneer u het formaat verander van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs
de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld.
(Afdrukken)
(Ander form.)
8M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
5M
3M
1M
VGA
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
NL
58
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om (Roteren) af te beelden en raak dit daarna aan.
4 Raak [
] aan om het beeld te roteren.
5 Raak [OK] aan.
U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
roteren.
Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
(Roteren)
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
59
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het
interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende
beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt.
Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
1 Knippen van scène A.
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
(Opdelen)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
1
2
101_0002
101_0003
3
101_0001
1
2
3AB
101_0002
101_0004
123 B
A
101_0005
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
NL
60
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
Wissen Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om (Opdelen) af te beelden en raak dit daarna aan.
4 Raak [OK] aan.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
5 Druk op x op het gewenste knippunt.
Als u het knippunt wilt aanpassen, moet u c/C (frame achteruit/vooruit) aanraken.
Als u een ander knippunt wilt kiezen, moet u B aanraken. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Raak [OK] t [OK] aan.
De bewegende beelden worden geknipt.
De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
Stilstaand beeld
Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
Beveiligde bewegende beelden (blz. 55)
Zie blz. 62.
(Setup)
13
101_0004 101_0007
101_0006
AB2
13
2
101_0006
Voor informatie over de bediening
t
blz. 45
Het menu gebruiken
NL
61
Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 7 in "Lees dit eerst") als een
nieuw bestand
.
1 Raak tijdens weergavezoom [MENU] aan om het menu af te beelden.
2 Raak (Trimmen) aan.
3 Raak het beeldformaat aan.
4 Raak [OK] aan.
Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld.
Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het
oorspronkelijke beeld blijft behouden.
De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2 of 16:9.
U kunt de beelden in het album niet trimmen.
(Trimmen)
8M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
5M
3M
1M
VGA
NL
62
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen met behulp van het (Setup) scherm wijzigen.
1 Schakel de camera in.
2 Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het
aanraakscherm af te beelden.
Als de functieschakelaar in de stand staat, moet u deze handeling overslaan.
3 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
4 Raak V aan om (Setup) af te beelden, en raak dit daarna aan.
5 Raak v/V aan om het onderdeel dat u
wilt instellen te kiezen, en raak dit
daarna aan.
6 Raak de optie aan die u wilt instellen.
De gekozen optie wordt blauw en wordt ingesteld.
Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets) om het (Setup) scherm uit te
schakelen.
Raak herhaaldelijk aan om terug te keren naar het menu van het (Setup) scherm.
De (Setup)-instelling annuleren
Raak [Annul.] aan als dit wordt afgebeeld. Als dit niet wordt afgebeeld, kiest u de voorgaande
instelling opnieuw.
Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
Functieknop
toets (aanraakscherm-
inschakeltoets)
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
Het Setup-scherm gebruiken
NL
63
Camera 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
De digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom
(max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de
slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie
AF-functie
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
Er wordt meer acculading verbruikt dan in de [Enkelvoud.]
functie.
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [8M] of [3:2].
De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt
aangegeven in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-zoom)
()
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor
5M Ong. 3,8×
3M Ong. 4,8×
1M Ong. 7,7×
VGA(E-Mail) Ong. 15×
16:9(HDTV) Ong. 5,1×
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
NL
64
Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld.
De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De , of
indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd.
Maak deze instelling voordat u begint met opnemen.
De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de indicator
afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood in de rechterbenedenhoek van het
scherm afgebeeld.
U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-
functie.
De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd.
Datum/Tijd
Dag&Tijd ( )
Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld
geprojecteerd.
Datum ( )
Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld
geprojecteerd.
De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt
gekozen. (
t stap 2 in "Lees dit eerst")
Uit
Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld
geprojecteerd.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicator
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
Het Setup-scherm gebruiken
NL
65
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
Rode-ogeneff.
Aan ( )
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet
gebruikt.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
NL
66
Camera 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de indicatie afgebeeld.
Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal ongeveer 2 m (groothoek) of 1,5 m
(telefoto) wordt aanbevolen.)
De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
Wanneer scherpstelling-voorkeuze is ingesteld (blz. 34), werkt de AF-verlichting functie niet.
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De , of indicator knippert en AF werkt met
voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
De AF-verlichting werkt niet wanneer (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of
(vuurwerkfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie.
De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het
opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
AF-verlicht.
Autom. ( )
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
ON
ON
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
Het Setup-scherm gebruiken
NL
67
Intern geheugen
Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
Merk op dat door het formatteren alle in het intern geheugen opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk
gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
Formaat
OK
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
NL
68
Memory Stick
Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is
reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" beeldgegevens onherroepelijk gewist
zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen
beelden in op te slaan.
Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 54.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer
enz.
Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 85).
Formaat
OK
De "Memory Stick Duo" formatteren.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Opnamemap maken
OK
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één
hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt
ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
Het Setup-scherm gebruiken
NL
69
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen
kopiëren naar een "Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter.
2 Raak het opnamemedium, ([Intern geheugen] of [Album]) aan waarvan u de beeldbestanden wilt
kopiëren.
De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd (Alle data in het album worden
gekopieerd) Klaar?" verschijnt.
3 Raak [OK] aan.
Het kopiëren begint.
Opnamemap wijz.
OK
Kies de gewenste map door v/V aan te raken, en raak daarna
[OK] aan.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd.
Kopiëren
Intern geheugen
Hiermee worden de beeldbestanden naar het interne geheugen
gekopieerd.
Album
Hiermee worden de beeldbestanden naar het album gekopieerd.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
NL
70
Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu
tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken.
U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren.
De originele beelden in het interne geheugen of album blijven na het kopiëren behouden. Om de
beeldgegevens, die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen, te wissen, voert u de bediening
[Formaat] in (Intern geheugen) (blz. 67) of (Album) (blz. 71) uit.
U kunt geen map selecteren om te kopiëren naar een "Memory Stick Duo".
Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de (afdruk-)markering niet gekopieerd.
Bij het kopiëren van beelden uit het album worden de beveiligingsinstellingen niet meegekopieerd.
Bij weergave van beelden uit het album kan de volgorde van de beelden op het scherm afwijken van de
volgorde waarmee de beelden naar de "Memory Stick Duo" gekopieerd zijn.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
Het Setup-scherm gebruiken
NL
71
Album
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u kiezen of bij het opnemen verkleinde kopieën van de originele
beelden moeten worden opgeslagen.
Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA] en de beeldkwaliteit
[Standaard].
Bewegende beelden worden niet in het album opgenomen.
Voor verdere informatie over het album zie "Het album gebruiken" (blz. 37).
Met deze instelling wordt het album geformatteerd.
Merk op dat door het formatteren alle in het album opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk gewist
zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
De melding "Alle data in het album worden gewist Klaar?" verschijnt.
Hiermee worden de beeldgegevens in het album hersteld. U moet deze optie uitvoeren als
"Albumdatafout" op het scherm verschijnt.
Bij uitvoering van [Album controleren], wordt de beveiliging van het beeld opgeheven. Beveilig de
beelden opnieuw als u ze niet wilt wissen.
Schrijven in album
Aan ( )
Hiermee worden bij het opnemen verkleinde kopieën van de
originele beelden in het album opgeslagen.
Uit
Hiermee worden bij het opnemen geen verkleinde kopieën
van de originele beelden in het album opgeslagen.
Formaat
OK
Met deze instelling wordt het album geformatteerd.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Album controleren
OK
Hiermee worden de beeldbestanden hersteld.
Annul.
Hiermee wordt de herstelling geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
NL
72
Setup 1
1
Met deze instelling kunt u muziek downloaden voor weergave tijdens de diavoorstelling.
Zie blz. 40, 89.
Als weergave van een muziekbestand voor de diavoorstelling niet mogelijk is kan het
muziekbestand beschadigd zijn. Als dat gebeurt moet u [Format. muz.] uitvoeren en daarna de
muziekbestanden kopiëren met de functie [Downl. muz.] van de bijgeleverde "Music
Transfer"-software.
Als u de opslagruimte van de muziekbestanden formatteert, worden alle muziekbestanden gewist en zij
kunnen niet meer worden hersteld.
De melding "Alle gegevens worden gewist Klaar?" verschijnt.
Downl. muz.
Format. muz.
OK
Hiermee worden de muziekbestanden geformatteerd. Alle
gegevens anders dan de muziekbestanden blijven behouden.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
Het Setup-scherm gebruiken
NL
73
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de helderheid van de achterverlichting van het LCD-scherm kiezen
wanneer de camera door de accu van stroom wordt voorzien.
Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt.
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient.
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
LCD-verlicht
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
welke klinkt als u op de toets (aanraakscherm-
inschakeltoets) drukt, de sluiterknop indrukt, of de toetsen
van het aanraakscherm aanraakt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Initialiseren
OK
Hiermee worden de instellingen teruggesteld op de
standaardinstellingen.
Annul.
Hiermee annuleert u het terugstellen.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
NL
74
Setup 3
3
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op
een computer of een PictBridge-compatibel printer.
De functie [Downl. muz.] (blz. 72) kan ingeschakeld worden ongeacht de instelling van [USB-aansl.].
Bestandsnr.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibel printer (blz. 95).
PTP
Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar
de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 81).
Autom.
De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met
een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 81 en
95).
Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar
kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.],
verandert u de instelling naar [PictBridge].
Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet
op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op
[Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage].
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
Het Setup-scherm gebruiken
NL
75
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het tv-
kleursysteem of het aangesloten videoapparaat. Verschillende landen en gebieden gebruiken
verschillende tv-kleursystemen. Als u de beelden op een tv-scherm wilt bekijken, controleert u
het tv-kleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt op blz. 102.
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen. Kies het gewenste
datumweergaveformaat op het scherm 1/2, en kies daarna de tijd op het scherm 2/2.
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijv. voor Europa).
Klokinstel.
J/M/D
Hiermee kunt u het datumweergaveformaat instellen. Raak
t aan en stel de tijd in op het scherm 2/2 (
t stap 2 in "Lees
dit eerst").
M/D/J
D/M/J
Voor informatie over de bediening
t
blz. 62
NL
76
Setup 4
4
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze functie kunt u de toetsen van het aanraakscherm kalibreren als deze bij aanraking
niet meer op de juiste plaatsen reageren.
Raak met behulp van de aanraakpen de ×-markering op het scherm aan.
Raak [Annul.] aan om de kalibratie halverwege te stoppen. De aanpassingen die tot dusver
zijn gemaakt worden niet gewijzigd.
De ×-markering verplaatst zich op het scherm.
Als u er niet in slaagt om de juiste plaats aan te raken wordt het kalibreren niet uitgevoerd.
Raak nog een keer de ×-markering aan.
Bij deze instelling wordt de functionaliteit van enkele toetsen gewijzigd zodat de camera kan
worden bediend terwijl deze in het onderwaterbehuizing is geplaatst.
De toetsen zullen bij de instelling [Aan] als volgt functioneren.
(Schermweergave aan/uit)-toets: Flitser-toets voor opnemen. Functioneert niet bij weergeven.
/ (zoom) toets: Zoomtoets voor opnemen, toets voor voorgaand/volgend beeld bij weergeven
Close-up (macro-)opname wordt automatisch ingeschakeld in de stand [Aan].
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de onderwaterbehuizing werd geleverd voor verdere informatie.
Kalibratie
Behuizing
Aan ( )
Hiermee wordt de functionaliteit van de toetsen gewijzigd.
Uit
Hiermee wordt de functionaliteit niet gewijzigd.
De camera met uw computer gebruiken
NL
77
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh-computer gebruiken" (blz. 91).
Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 79)
Voorbereiding
Beelden bekijken op uw
computer
Het USB-stuurprogramma
installeren.
Als op de computer Windows XP
draait, hoeft u geen USB-
stuurprogramma te installeren.
Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 88)
Beelden weergeven die op de
computer zijn opgeslagen
"PicturePackage" installeren
(blz. 88).
Beelden opslaan op een CD-R
Een muziekvideo/diavoorstelling
maken
Muziekbestanden voor de
diavoorstelling met behulp van
"Music Transfer" toevoegen/
wijzigen
Beelden afdrukken
Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 88)
Een video-CD maken "ImageMixer VCD2" wordt
automatisch geïnstalleerd
wanneer u "PicturePackage"
installeert.
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
NL
78
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition, of
Windows XP Professional
De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm: 800 × 600 pixels of
meer, High Color (16-bit kleuren, 65.000
kleuren) of beter
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "PicturePackage"/
"ImageMixer VCD2"
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luisprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 500 MB
Computerscherm: Videokaart
(ondersteuning van Direct Draw) met
4 MB VRAM
Om automatisch muziekvideo’s of
diavoorstellingen te maken (blz. 88), is een
Pentium III 500 MHz of snellere processor
vereist.
Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een
Pentium III 800 MHz of snellere processor
aanbevolen.
Deze software is geschikt voor DirectX. Voor
gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn.
U hebt een afzonderlijk softwareprogramma
nodig om het opnameapparaat te bedienen voor
het branden van CD-R’s.
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
station dat is aangesloten.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 74.
Wanneer uw computer ontwaakt uit de
slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen uw camera en uw computer zich niet op
hetzelfde moment herstelt.
Aanbevolen computeromgeving
De camera met uw computer gebruiken
NL
79
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera
en steek deze in een Memory Stick Duo-
adapter. Steek de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden
79 t/m 84 om de beelden te kopiëren.
De schermen die in dit gedeelte als illustratie
worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het
kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick
Duo".
Een stuurprogramma is software dat ervoor
zorgt dat de apparatuur die op de computer is
aangesloten goed werkt.
Als op de computer Windows XP draait, begint
u bij Fase 2.
Als "PicturePackage" al is geïnstalleerd, begint
u vanaf Fase 2.
OPMERKING: Sluit de camera op dit
moment nog niet aan op de
computer.
1 Sluit alle softwareprogramma’s af
die geopend zijn.
In Windows 2000 logt u in als beheerder
(geautoriseerde beheerders).
2 Plaats de CD-ROM in de computer
en klik, nadat het installatiemenu
wordt afgebeeld, op [USB Driver].
Het "InstallShield Wizard" (Wizard
voor InstallShield)-scherm verschijnt.
Als het installatiemenu niet wordt
afgebeeld, dubbelklikt u op (My
Computer)
t (PICTUREPACKAGE).
3 Klik op [Next].
Het installeren van het USB-
stuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt u dit via een
melding op het computerscherm
medegedeeld.
Fase 1: Het USB-
stuurprogramma installeren
NL
80
4 Vink het selectie vakje naast [Yes,
I want to restart my computer
now] (Ja, ik wil mijn computer
opnieuw opstarten) aan om deze
te selecteren en klik daarna op
[Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
U kunt nu de USB-verbinding tot stand
brengen.
Haal de CD-ROM uit de computer nadat het
installeren klaar is.
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met daarop opgenomen beelden
in de camera.
Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera, of sluit de
camera met behulp van de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
Als u beelden naar uw computer kopieert
met de accu als voeding terwijl slechts
weinig acculading resteert, kan het kopiëren
mislukken of kunnen de beeldgegevens
beschadigd raken als de accu tussentijds
leeg raakt.
3 Zet de functieknop in de stand
en schakel daarna de camera en
de computer in.
Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden
1
2
2
1
2
1
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
81
Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel
voor de multifunctionele aansluiting op
"CAMERA".
Als op de computer Windows XP draait,
wordt de wizard AutoPlay automatisch
afgebeeld.
“USB-functie Mass Storage" wordt
afgebeeld op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicators rood. Gebruik de computer
niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt
afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass
Storage] (blz. 74).
Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me
draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase
4-B: Beelden naar een computer kopiëren" op
blz. 83.
Voor Windows XP, als het wizard-scherm niet
automatisch wordt afgebeeld, volgt u de
procedure beschreven in "Fase 4-B: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 83.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
1 Naar de USB-aansluiting
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
CAMERA
DISP SEL
TV
Fase 4-A: Beelden naar een
computer kopiëren
Toegangs-
indicators*
NL
82
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 3 en
het wizard-venster automatisch
op het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Beelden kopiëren naar een map
op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners
en camera’s)
t [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)-
scherm verschijnt.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen
worden op het computerscherm
weergegeven.
Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst,
worden de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen weergegeven.
3 Klik op het selectievakje van niet-
gewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn geselecteerd en dus
niet worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)-
scherm verschijnt.
4 Kies de naam en de bestemming
van de beelden en klik daarna op
[Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
1
2
1
2
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
83
5 Vink het selectie vakje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) om deze te selecteren en
klik daarna op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
Om veder te gaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los (blz. 85).
Volg daarna opnieuw de procedure
beschreven in "Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op blz. 81.
Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 81.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk]
t [DCIM].
Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 111.
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen.
Klik daarna met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
Fase 4-B: Beelden naar een
computer kopiëren
1
2
2
1
NL
84
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
Als in de bestemmingsmap al een beeld met
dezelfde bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert (blz. 87), u dat beeld mogelijk niet
meer kan weergeven met de camera.
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
1 Klik op [Start] t [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt afgebeeld.
Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Fase 5: Beelden bekijken op uw
computer
1
2
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
85
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
Uitschakelen van de camera
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik op de taakbalk.
2 Klik op (Sony DSC)
t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Het apparaat is aangesloten.
Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
x Voor Windows 98/98SE
Controleer of de toegangsindicators op het
computerscherm (blz. 81) wit zijn. Als de
toegangsindicators wit zijn geworden, is
het apparaat losgekoppeld van de
computer.
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: Mappen afbeelden onder
Windows XP
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
zijn de mappen als volgt:
"Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
Interm geheugen; alleen "101_SONY"
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MSSONY".
De USB-verbinding verwijderen
Dubbelklik hier
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
A
B
C
NL
86
Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegend-
beeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
Voor meer informatie over mappen, zie blz. 54,
68.
De camera met uw computer gebruiken
NL
87
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven
op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo")
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 68) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u een
ander nummer invoeren.
De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechter muisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik daarna op de menuopdracht [Paste].
sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
1
2
NL
88
De bijgeleverde software gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
De bijgeleverde CD-ROM bevat twee
softwareprogramma’s: "PicturePackage" en
"ImageMixer".
PicturePackage
Hiermee kunt u:
A Save the images on CD-R (Beelden
opslaan op een CD-R)
B Music Video/Slideshow Producer (Een
muziekvideo/diavoorstelling maken)
C Viewing video and pictures on PC (Video
en beelden bekijken op de computer)
D Burning Video CD (Een video-CD
branden)
Het scherm van "ImageMixer VCD2"
wordt afgebeeld.
E Transfer Slideshow music
(Muziekbestanden voor de diavoorstelling
kopiëren)
De functies opstarten:
Klik op een van de onderdelen A-E en
klik daarna op de knop rechtsonder op het
computerscherm.
U kunt de softwareprogramma’s
"PicturePackage" en "ImageMixer VCD2"
installeren volgens de onderstaande
procedure.
Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt
geïnstalleerd (blz. 79), mag u de camera niet op
de computer aansluiten vóórdat u de
"PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd
(behalve voor Windows XP).
In Windows 2000/XP logt u in als beheerder.
Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt
automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op (My Computer)
t
(PICTUREPACKAGE).
2 Klik op [PicturePackage].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
Overzicht van de bijgeleverde
software
De software installeren
A
B
C
D
E
De camera met uw computer gebruiken
NL
89
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna twee keer achter elkaar op
[Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse
scherm.
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectie vakje naast [I accept the terms
of the license agreement] (Ik accepteer
de voorwaarden in de
licentieovereenkomst) aan en klikt u
daarna op [Next].
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
"ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen
worden geïnstalleerd, mits deze nog niet
geïnstalleerd zijn.
Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u
de computer opnieuw op aan de hand van de
aanwijzingen op het scherm.
5 Haal de CD-ROM eruit aangezien
de snelkoppelingen van
"PicturePackage Menu"
(PicturePackage-menu) en
"PicturePackage destination
Folder" (PicturePackage-
bestemmingsmap) na het
installeren worden afgebeeld.
De software opstarten
Dubbelklik op de snelkoppeling
"PicturePackage Menu" (PicturePackage-
menu) op het bureaublad.
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
U kunt de door de fabriek ingestelde
muziekbestanden in de camera vervangen
door uw favoriete muziekbestanden. U kunt
deze bestanden desgewenst elk moment
wissen of wijzigen.
De geluidsbestandsformaten die u met
"Music Transfer" kunt kopiëren zijn
hieronder aangegeven:
MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste
schijf van uw computer
Muziekbestanden van cd’s
Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in
de camera
1 Raak [Downl. muz.] in het
(Setup) menu aan.
De melding "Aansluiten op computer"
verschijnt.
2 Sluit de camera met een USB-
verbinding aan op de computer.
3 Start "Music Transfer".
4 Volg de instructies op het scherm
voor het toevoegen/wijzigen van
muziekbestanden.
Muziekbestanden met behulp
van "Music Transfer" toevoegen/
wijzigen
NL
90
De door de fabriek ingestelde
muziekbestanden in de camera herstellen
1 Voer [Format. muz.] uit (blz. 72).
2 Voer [Standaardwaarden herstellen] in
"Music Transfer" uit.
Alle door de fabriek ingestelde
muziekbestanden worden hersteld en
[Muziek] in het menu [Diavoorstelling] wordt
ingesteld op [Uit].
3 Kies een geschikt muziekbestand voor de
diavoorstelling (blz. 41).
U kunt de vooraf ingestelde muziekbestanden
herstellen met behulp van [Initialiseren], maar
dan worden de andere instellingen ook
teruggesteld.
Voor verdere gegevens over het gebruik van
"Music Transfer", zie de online helpfunctie in
"Music Transfer".
De technische ondersteuning voor
"PicturePackage"/"ImageMixer
VCD2" wordt verzorgd door het
Pixela User Support Center. Voor
meer ondersteuningsinformatie,
raadpleegt u het insteekvel dat bij de
CD-ROM werd geleverd.
De camera met uw computer gebruiken
NL
91
Uw Macintosh-computer gebruiken
U kunt de beelden naar uw computer
kopiëren en een video-cd maken met behulp
van "ImageMixer VCD2" (bijgeleverd), of
de gewenste muziek voor een
diavoorstelling wijzigen met "Music
Transfer".
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2,
of Mac OS X (v10.0 of hoger)
USB-poort: Standaard geleverd
Wij raden aan om QuickTime 6 of hoger vooraf
op uw computer te installeren.
Aanbevolen omgeving voor het
gebruik van "ImageMixer VCD2"/
"Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X
(v 10.1.5 of hoger) voor "ImageMixer",
Mac OS X (v 10.3 of hoger) voor "Music
Transfer"
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power
Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer aanbevolen) voor "ImageMixer",
64 MB of meer (128 MB of meer
aanbevolen) voor "Music Transfer"
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Computerscherm: 1024 × 768 pixels of
meer, 32.000 kleuren of meer voor
"ImageMixer"
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
station dat is aangesloten.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 74.
Na herstel van uw computer vanuit de Suspend-
of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 80.
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 3: De camera en de computer
op elkaar aansluiten" op blz. 81.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
NL
92
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram
t [DCIM] t de map waarin
de beelden die u wilt weergeven zijn
opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 85.
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de vaste
schijf
t het gewenste beeldbestand in de
map waarin de gekopieerde
beeldbestanden zijn opgeslagen, om dat
beeldbestand te openen.
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
Uitschakelen van de camera
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" op het pictogram van "Trash" en
laat het erin vallen.
De camera is losgekoppeld van de
computer.
Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
U kunt een beeldbestand maken dat compatibel
is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de
gegevens op te slaan in het video-CD-formaat
op een CD-R, hebt u het softwareprogramma
Toast van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
"ImageMixer VCD2" installeren
Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend
zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert.
De displayinstellingen moeten 1024 × 768
pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram van de CD-
ROM.
3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de
map [MAC] naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT]
in de kopieerbestemmingsmap.
5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
"ImageMixer VCD2" opstarten
Open [ImageMixer] in [Application] en
dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2].
De USB-verbinding verwijderen
Een video-CD maken met
"ImageMixer VCD2"
De camera met uw computer gebruiken
NL
93
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
U kunt de door de fabriek ingestelde
muziekbestanden in de camera vervangen
door uw favoriete muziekbestanden. U kunt
deze bestanden desgewenst elk moment
wissen of wijzigen.
De geluidsbestandsformaten die u met
"Music Transfer" kunt kopiëren zijn
hieronder aangegeven:
MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste
schijf van uw computer
Muziekbestanden van cd’s
Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in
de camera
"Music Transfer" installeren
Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend
zijn voordat u "Music Transfer" installeert.
Om deze software te installeren moet u ingelogd
zijn als beheerder.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
B Dubbelklik op
(PICTUREPACKAGE).
3 Kopieer het [Music Transfer.pkg]-bestand
in de [MAC] map naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [Music
Transfer.pkg] in de
kopieerbestemmingsmap.
De installatie van de software begint.
Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
Zie "Muziekbestanden met behulp van
"Music Transfer" toevoegen/wijzigen" op
blz. 89.
Muziekbestanden met behulp
van "Music Transfer" toevoegen/
wijzigen
De technische ondersteuning voor
"ImageMixer VCD2"/"Music Transfer"
wordt verzorgd door het Pixela User
Support Center. Voor meer
ondersteuningsinformatie, raadpleegt
u het insteekvel dat bij de CD-ROM
werd geleverd.
NL
94
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de
[16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen
worden afgesneden. Controleer dus voordat u
gaat afdrukken (blz. 114).
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 95)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibel printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"-
compatibel printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze
vervolgens vanaf de computer afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 99)
U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met
uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukservice
winkel. U kunt van tevoren een (afdruk-)markering
aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
Stilstaande beelden afdrukken
NL
95
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibel printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibel printer.
"PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk
van de printer.
U kunt bewegende beelden of beelden
opgeslagen in het album niet afdrukken.
Als de indicator gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
U dient de camera voor te bereiden op het
aansluiten op de printer met behulp van de
kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Als de camera is aangesloten op een printer
die wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is
ingesteld op [Autom.], is fase 1 overbodig.
Wij adviseren u een volledig opgeladen accu of
een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te
gebruiken om te voorkomen dat de stoom
tijdens het afdrukken wegvalt.
1 Raak [MENU] aan om het menu af
te beelden.
2 Raak V aan om (Setup) af te
beelden.
3 Raak [USB-aansl.] aan in [ ]
(Setup 3).
4 Raak [PictBridge] aan en raak
daarna aan.
De USB-functie is nu ingesteld.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indextoets
toets
(aanraakscherm-
inschakeltoets)
3
NL
96
Sluit de multifunctionele aansluiting
van de camera met behulp van de
bijgeleverde kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan op
de USB-aansluiting van de printer.
Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel voor
de multifunctionele aansluiting in de stand
"CAMERA".
Schakel de camera en de printer in.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden afgebeeld.
Ongeacht de stand van de functieknop,
wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u
klaar bent met fase 2.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
door deze aan te raken.
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies het beeld dat u wilt afdrukken met
/ en raak daarna [Kiezen] aan.
De markering verschijnt op het
gekozen beeld.
Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Raak [Afdrukken] aan.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 99),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Naar de
USB-
aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
CAMERA
DISP SEL
TV
Fase 3: Afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
NL
97
2 Kies de afdrukinstellingen door de
gewenste onderdelen aan te
raken.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het
aantal van hetzelfde beeld dat u naast en
onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als
een indexbeeld wilt afdrukken.
Het is mogelijk dat, afhankelijk van het
aantal beelden, niet alle beelden op één blad
passen.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te
projecteren.
Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (
t stap 2 in "Lees dit eerst").
Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Index]
Kies [Aan] om indexbeelden af te
drukken.
3 Raak [OK] aan.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los zolang de indicator
(kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen) op het LCD-
scherm wordt afgebeeld.
Andere beelden afdrukken
Raak na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld aan en volg daarna de procedure
vanaf stap 1.
indicator
NL
98
Beelden op het indexscherm
afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 95) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 96) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Druk op de toets
(aanraakscherm-inschakeltoets) om het
afdrukmenu te verlaten en ga daarna als
volgt verder.
1 Druk op (Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te
beelden.
3 Raak [ ] (Afdrukken) aan.
4 Kies de gewenste afdrukmethode door
deze aan te raken.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Raak het beeld aan dat u wilt afdrukken en
om de markering af te beelden. (Als u
meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u
deze procedure.)
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een (afdruk-)
markering af, ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 96).
Stilstaande beelden afdrukken
NL
99
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
daarop de beelden die u met uw camera
hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukservice winkel. Als de winkel
een fotoafdrukservice heeft die
gebruikmaakt van DPOF, kunt u van
tevoren een (afdruk-)markering op de
beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij
het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
U kunt de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de
camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer
de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee
naar de afdrukwinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een
(afdruk-)
markering kunt aanbrengen op beelden in
de "Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
U kunt ook de beelden met een (afdruk-)
markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibel
printer gebruiken.
Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
U kunt geen markering aanbrengen op beelden
die in het album opgeslagen zijn.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een winkel
Vraag aan de fotoafdrukservice winkel welke
typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
Als een "Memory Stick Duo" niet door uw
fotoafdrukservice winkel kan worden verwerkt,
kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar
een ander medium, zoals een CD-R en neemt u
die mee naar de winkel.
Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve) kopie
ervan op een vaste schijf.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Raak [MENU] aan om het menu af
te beelden.
3 Raak v/V aan om de [DPOF]
markering af te beelden, en raak
dit daarna aan.
4 Raak [DPOF] aan.
Een (Afdruk-)markering wordt op
het beeld aangebracht.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
toets (aan-
raakscherm-
inschakeltoets)
NL
100
5 Om een markering op andere
beelden aan te brengen moet u
het gewenste beeld met /
weergeven en daarna [DPOF]
aanraken.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Raak [DPOF] in stap 4 of 5 aan.
1 Geef het indexscherm weer (t
stap 7 in "Lees dit eerst").
2 Raak [MENU] aan om het menu af
te beelden.
3 Raak v/V aan om de [DPOF]
markering af te beelden, en raak
dit daarna aan.
4 Raak [Kiezen] aan.
U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Raak het beeld aan waarop u een
markering wilt aanbrengen.
Een groene markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Raak [OK] t [OK] aan.
Als u het markeren wilt annuleren, drukt u
in stap 5 op [Sluiten] of kiest u in stap 7
[Annul.].
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
Raak in stap 5 de beelden aan waarvan u de
markering wilt verwijderen.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in deze map] in stap 4 en raak
daarna [Uit] aan.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
(groen)
Uw camera op een tv aansluiten
NL
101
Uw camera op een tv aansluiten
Beelden bekijken op een tv-scherm
U kunt de beelden weergeven op een tv-
scherm door de camera aan te sluiten op een
tv.
Schakel zowel de camera als de tv uit
alvorens de camera en de tv op elkaar aan te
sluiten.
1 Gebruik de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd) om de camera aan te
sluiten op de tv.
Leg de camera neer met het scherm omhoog.
Als de tv is uitgerust met stereo-
ingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting aan op de linkeraudio-
ingangsaansluiting van de tv.
2 Zet de schakelaar op de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in de stand "TV".
3 Schakel de tv in en stel de tv/
video-ingang in op "video".
Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzingen van de tv.
4 Zet de functieknop in de stand
en schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het tv-scherm
afgebeeld.
De beelden verdwijnen van het
camerascherm en de toetsen worden
afgebeeld.
1 Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting (bijgeleverd)
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
CAMERA
DISP SEL
TV
VGA
2/9
MENU
Functieknop
NL
102
Raak / op het camerascherm aan
om het beeld op het televisiescherm
heen en weer te schakelen.
Voor de bediening van het menu moet u
v/V/b/B aanraken om de cursor te
verplaatsen, en daarna z aanraken om
de instelling vast te leggen.
Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke tv-
systeem (blz. 75).
TV-kleursystemen
Als u de beelden op een tv-scherm wilt
weergeven, hebt u een tv nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor
de multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd). Het kleursysteem van de tv
moet overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten voor het tv-
kleursysteem van het land of gebied waarin
u de camera gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Problemen oplossen
NL
103
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren, geeft u automatisch toestemming om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren.
1 Controleer de punten op bladzijde 104 t/m 116.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie
blz. 117.
2 Verwijder de accu en plaats na een minuut de accu opnieuw en schakel de
camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 73).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
NL
104
De accu kan niet worden geplaatst.
Gebruik bij het plaatsen van de accu de punt van de accu om de accu-uitwerphendel naar de
onderkant van de camera te duwen (
t stap 1 in "Lees dit eerst").
Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende acculading
wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt
(blz. 123).
De afgebeelde accu-restladingsindicator komt niet overeen met de werkelijkheid. Verbruik de
volledige lading van de accu en laadt deze daarna volledig op om de display te corrigeren.
De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
Laad de accu voldoende op (t stap 1 in "Lees dit eerst").
U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 123).
De accu-aansluitpunten zijn vuil. Maak de accu-aansluitpunten schoon met een wattenstaafje
o.i.d. en laadt de accu op.
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de
camera weer in (
t stap 2 in "Lees dit eerst").
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Accu en spanning
Problemen oplossen
NL
105
De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen (blz. 25) of de "Memory
Stick Duo" (blz. 24). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (t stap 7 in "Lees dit eerst").
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
Zet de functieknop op wanneer u stilstaande beelden opneemt.
Zet de functieknop op wanneer u bewegende beelden opneemt.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 121).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
Zet de functieschakelaar in een andere stand dan (blz. 28).
Het opnemen duurt erg lang.
De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 19). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek (W)/34 cm voor telefoto (T) (
t stap 6 in
"Lees dit eerst").
De (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen in de
scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
(blz. 34).
De optische zoom werkt niet.
U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 63).
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
NL
106
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 63).
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
Het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2].
U in de Multi Burst-functie opneemt.
U bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
De flitsfunctie is ingesteld op (niet flitsen) (t stap 6 in "Lees dit eerst").
U kunt de flits niet gebruiken wanneer:
[Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 50).
De (schemerfunctie), (kaarslichtfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie (blz. 29).
Wanneer de functieknop op staat.
Stel de flitsfunctie in op (altijd flitsen) (t stap 6 in "Lees dit eerst") wanneer
(landschapsfunctie), (sneeuwfunctie), of (strandfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen.
Dit is normaal.
De close-up (Macro)-opnamefunctie werkt niet.
De (schemerfunctie), (landschapsfunctie), (kaarslichtfunctie) of
(vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 29).
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 32).
Het beeld is te donker.
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 48) of
stel de belichting in (blz. 32).
Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 73).
Het beeld is te licht.
U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de
belichting (blz. 32).
Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 73).
Problemen oplossen
NL
107
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de beeldeffect-functie (blz. 52).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 65).
Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (
t stap 6 in "Lees dit eerst").
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst").
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
Het intern geheugen of "Memory Stick Duo" vol is. Wis overbodige beelden (t stap 7 in
"Lees dit eerst").
De accu is zwak. Plaats een opgeladen accu.
NL
108
Raadpleeg "Computers" (blz. 110) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
Zet de functieknop op (blz. 28).
De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 87).
Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 85).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het tv-scherm.
Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld
overeenkomstig het kleursysteem van de tv (blz. 75).
Controleer of de aansluiting juist is (blz. 101).
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "CAMERA".
Zet deze in de stand "TV" (blz. 101).
Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven.
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Koppel de
kabel voor multifunctionele aansluiting los of zet de schakelaar in de stand "CAMERA"
(blz. 81).
Beelden bekijken
Problemen oplossen
NL
109
De camera kan geen beeld wissen.
Annuleer de beveiliging (blz. 56).
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden
beveiligt (blz. 55) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK zet (blz. 121) om per ongeluk wissen te voorkomen.
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden opgeslagen
in het album niet veranderen.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op beelden opgeslagen in het album
en bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
Annuleer de beveiliging (blz. 56).
Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
U kunt niet tekenen.
U kunt niet tekenen op beelden opgeslagen in het album.
Er is niet voldoende opslagruimte op het opnamemedium. Wis overbodige beelden.
Beelden wissen/bewerken
NL
110
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 78 voor Windows, en blz. 91 voor
Macintosh.
U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren.
In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 79).
Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding
tot stand komt.
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze
in de stand "CAMERA" (blz. 81).
Uw computer herkent de camera niet.
Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst") of
gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 17).
Gebruik de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting (blz. 81).
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de
camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie Mass Storage"
wordt afgebeeld (blz. 81).
Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het (Setup) menu (blz. 74).
Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 81).
Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79).
De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting op de computer hebt aangesloten voordat u het "USB Driver"
(USB-stuurprogramma), dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, hebt geïnstalleerd. Wis het
foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het
volgende punt).
Computers
Problemen oplossen
NL
111
Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de
computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar
aansluit.
Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware]
t [Device Manager].
Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager].
Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall]
t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79).
U kunt geen beelden kopiëren.
Sluit de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste
wijze aan op de computer (blz. 81).
Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 81 en 91).
Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer,
kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een
"Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 68).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet
automatisch op.
Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings].
Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 81).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van
ieder venster.
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en
geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 79).
U kunt een beeld niet afdrukken.
Controleer de printerinstellingen.
NL
112
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(blz. 85).
Bedien op de juiste wijze (blz. 87).
De camera wordt niet herkend door "Music Transfer".
De opslagruimte voor de muziekbestanden in de camera is beschadigd. Voer [Format. muz.]
(blz. 72) uit.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen.
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 7 in "Lees dit eerst").
Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 24) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl
het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet
meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten
(blz. 121).
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick" gleuf.
Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen.
Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op
te nemen met de betreffende fabrikanten.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer
op elkaar aan (blz. 79 t/m 81). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
"Memory Stick Duo"
Problemen oplossen
NL
113
De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen
zijn opgeslagen, niet weergeven.
Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen.
Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar
een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd.
De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 67) om het
interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd.
Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet
kopiëren "Memory Stick Duo".
De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen naar een "Memory
Stick Duo" worden gekopieerd.
De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist.
Kan de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen niet naar een "Memory
Stick Duo" kopiëren.
De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens van een "Memory Stick Duo" of een computer niet naar
het album kopiëren.
De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het album
worden gekopieerd.
Intern geheugen
Album
NL
114
Kan geen beelden opslaan in het album.
Stel [Schrijven in album] in op [Aan] in het (Setup) menu (blz. 71).
Het album is vol met beveiligde beelden. Verwijder de beveiliging van de overtollige beelden
(blz. 56).
Zie ook "PictBridge-compatibel printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op
[16:9(HDTV)], kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn.
Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en
afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het (Setup) menu (blz. 74).
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer
raadplegen.
Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding
tot stand komt.
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze
in de stand "CAMERA" (blz. 96).
Afdrukken
PictBridge-compatibel printer
Problemen oplossen
NL
115
Kan geen beelden afdrukken.
Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting op de printer is aangesloten.
Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de
printer.
Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
U kunt bewegende beelden of beelden opgeslagen in het album niet afdrukken.
Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de indicator
(kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) was uitgegaan.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 97).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer
wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 97) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
NL
116
De camera werkt niet.
Gebruik het type accu dat in deze camera kan worden gebruikt (blz. 123).
De accu is bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Laad de accu op (t stap 1 in "Lees
dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Verwijder de accu en plaats na een
minuut de accu terug en schakel de camera in.
De toetsen van het aanraakscherm worden niet afgebeeld.
Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets).
Kan de toetsen van het aanraakscherm niet op de juiste wijze of volledig
bedienen. De aanraakpen reageert op de verkeerde plaatsen.
Voer [Kalibratie] uit (blz. 76).
De toetsen functioneren niet naar wens.
De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 76).
Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet.
Zie blz. 18.
De lens raakt beslagen.
Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 126).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
Dit is normaal.
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Overige
Problemen oplossen
NL
117
Foutcodes en meldingen
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
C:13:ss
De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven op de "Memory Stick
Duo". Plaats de "Memory Stick Duo"
meerdere keren opnieuw.
Het ingebouwde geheugen heeft een
formatteringsfout begaan, of een niet-
geformatteerde "Memory Stick Duo" is
geplaatst. Formatteer het ingebouwde
geheugen of de "Memory Stick Duo"
( blz. 67, 68).
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in deze camera worden gebruikt, of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 121).
E:61:ss
E:91:ss
Er is een storing opgetreden in de
camera. Stel alle instellingen terug op
de standaardinstellingen van de camera
(blz. 73) en schakel deze daarna weer
in.
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
E
De accu is zwak. Laad de accu op (t
stap 1 in "Lees dit eerst").
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden of het soort
accu, kan de indicator knipperen
ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten
acculading over is.
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
De geplaatste accu is geen NP-BG1
accu.
Systeemfout
Schakel de camera uit en daarna weer in
(
t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van intern geheugen
Schakel de camera uit en daarna weer in
(
t stap 2 in "Lees dit eerst").
Plaats de Memory Stick opnieuw
Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste wijze.
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 121).
De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory
Stick Duo" zijn vuil.
Verkeerd type Memory Stick
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 121).
Zelfdiagnosefunctie
Meldingen
NL
118
Formatteringsfout
Formatteer het medium opnieuw (blz.
67 en 68).
Memory Stick vergrendeld
U gebruikt een "Memory Stick Duo"
met een schrijfbeveiligingsschakelaar
terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat. Zet de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen (blz. 121).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
Wis overbodige beelden of bestanden
(
t stap 7 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestand
Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 87).
Mapfout
Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Kies een andere map of
maak een andere map (blz. 68).
Kan geen mappen meer maken
Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer aanmaken.
Kan niet opnemen
De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 69).
Bestandsfout
Tijdens het weergeven van het beeld is
een fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
Schakel de beveiliging uit (blz. 56).
Te groot beeldformaat
U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om te knippen (korter dan
ongeveer twee seconden).
Het bestand is geen bewegend beeld.
Ongeldige bediening
U probeert een bestand weer te geven
dat werd aangemaakt op een ander
apparaat dan deze camera.
U hebt geprobeerd met bewegende
beelden de functies zoomvergroting,
tekenen, beeldformaat veranderen,
roteren, afdrukken of het aanbrengen
van een DPOF-markering toe te passen.
U hebt geprobeerd met Multi Burst-
beelden de functies zoomvergroting,
tekenen, beeldformaat veranderen of
roteren toe te passen.
Problemen oplossen
NL
119
U hebt geprobeerd een tekening aan te
brengen op de beeldopnamen tijdens
weergave op een televisiescherm.
U hebt geprobeerd te tekenen met
afstandsbediening van de Cyber-shot
Station.
(Trillingswaarschuwing-
indicator)
Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier
vast.
640(Fijn) is niet beschikbaar
Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO
Duo". Plaats een "Memory Stick PRO
Duo" of stel het beeldformaat in op een
ander formaat dan [640(Fijn)].
Maak printer-verbinding mogelijk
[USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
het apparaat.
Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Bij het verschijnen van
een foutmelding op de printer, moet u
de handleiding van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridge-
compatibel is.
Geen afdrukbaar beeld
U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder één DPOF (afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
U probeerde [Alle in deze map] uit te
voeren terwijl een map was gekozen
waarin uitsluitend bewegende beelden
zitten. U kunt bewegende beelden niet
afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
Controleer de printer.
Printerfout
Controleer de printer.
Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Verwerkt
De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Albumdatafout
In de beeldgegevens van het
albumbestand is een fout opgetreden.
Voer [Album controleren] uit (blz. 71).
NL
120
Albumfout
Er is een fout in het album opgetreden.
Schakel de camera uit en daarna weer
in. Als de melding blijft verschijnen,
moet u het album formatteren. (Merk op
dat door dit formatteren alle in het
album opgeslagen beeldgegevens,
inclusief de beveiligde beelden, gewist
zullen worden.)
Geen beeld voor diavoorstelling
De gekozen map bevat geen bestand dat
met een diavoorstelling met muziek
weergegeven kan worden.
Muziekfout
Wis het muziekbestand of vervang het
door een normaal muziekbestand.
Voer [Format. muz.] uit en download
daarna een nieuw muziekbestand
(blz. 72).
Bediening is veranderd
De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 76).
Muziekgeheugen-formatteringsfout
Voer [Format. muz.] nog een keer uit
(blz. 72).
Overige
NL
121
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies.
MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt
gemaakt van versleutelingstechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*3
Bewegende beelden kunnen worden
opgenomen op beeldformaat 640(Fijn).
Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick Duo" die op een computer is
geformatteerd niet garanderen in deze camera.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick Duo" (niet bijgeleverd)
U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK hebt gezet.
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan
verschillend zijn afhankelijk van de
"Memory Stick Duo" die u gebruikt.
De "Memory Stick Duo" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt gehaald of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
Druk niet hard wanneer u in het
aantekeningenvak schrijft.
Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo"
zelf of op de Memory Stick Duo-adapter.
Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
Raak de aansluitingen van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet
vallen.
Demonteer of transformeer de "Memory Stick
Duo" niet.
Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
"Memory Stick"-type Opnemen/
weergeven
Memory Stick (zonder
MagicGate)
Memory Stick (met
MagicGate)
Memory Stick Duo (zonder
MagicGate)
a
Memory Stick Duo (met
MagicGate)
a
*1*2
MagicGate Memory Stick
MagicGate Memory Stick
Duo
a
*1
Memory Stick PRO
Memory Stick PRO Duo
a
*1*2*3
Aansluiting
Schrijf-
beveiligings-
schakelaar
Ruimte voor
aantekeningen
NL
122
Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen
het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze
per ongeluk inslikken.
Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
op de volgende plaatsen:
plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over de Memory Stick
Duo-adaptor (niet bijgeleverd)
Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory
Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat steekt zonder gebruik te
maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan
het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het
apparaat te halen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed
op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken, en steek deze
daarna er helemaal in. In de verkeerde richting
insteken kan tot een defect leiden.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat
door onjuist gebruik de camera kan worden
beschadigd.
Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Overige
NL
123
Informatie over de accu
Opladen
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien
u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt,
bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend
kunt opladen.
Doeltreffend gebruik van de accu
Bij lage temperaturen verminderen de prestaties
van de accu. Op koude plaatsen kan de accu
daarom minder lang worden gebruikt. Wij
bevelen het volgende aan om de accu langer mee
te laten gaan:
Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan
om de accu op te warmen, en plaats deze in de
camera vlak voordat u begint met opnemen.
De accu zal snel leeg raken als u de flitser of
zoom vaak gebruikt.
Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot
driemaal de verwachte opnameduur bij de hand
te houden, en om proefopnamen te maken
alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
Laat de accu niet nat worden. De accu is niet
waterdicht.
Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen,
zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Hoe u de accu moet bewaren
Als de accu gedurende een lange tijd niet
gebruikt wordt, laadt u deze eenmaal per jaar
volledig op en verbruikt u de lading volledig
met uw camera, voordat u de accu weer bewaart
op een droge, koele plaats. Herhaal deze oplaad-
en verbruikprocedure eenmaal per jaar om een
goede werking van de accu te behouden.
Als u de acculading volledig wilt opgebruiken,
zet u de camera in de diavoorstelling-
weergavefunctie (blz. 40) totdat de camera
uitgeschakeld wordt.
Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil
worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de
bijgeleverde accuhouder gebruiken voor
transport en bewaring.
Levensduur van de accu
De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de
meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van
de levensduur van de accu is bereikt. Koop een
nieuwe accu.
De levensduur van de accu wordt mede bepaald
door de manier waarop deze wordt bewaard,
alsmede de omstandigheden en omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
NL
124
De acculader
x De acculader
Laadt met behulp van de acculader die bij uw
camera werd geleverd, geen andere accu op dan
een NP-BG-accu. Als u andere accu’s dan de
bijgeleverde accu probeert op te laden, kunnen
deze gaan lekken, oververhit raken of
exploderen, waardoor gevaar van letsel als
gevolg van elektrocutie en brandwonden
ontstaat.
Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u
blijft opladen, bestaat de kans op lekkage,
oververhitting, explosie of elektrische schokken.
Als het CHARGE-lampje knippert, kan dit een
accufout aangeven of het feit dat een andere
accu dan het opgegeven type is geplaatst.
Controleer of de geplaatste accu van het
opgegeven type is. Als de accu van het
opgegeven type is, haalt u de accu eruit,
vervangt u deze door een nieuwe of een andere,
en controleert u of de acculader nu wel goed
werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan
een accufout zijn opgetreden.
Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen. Maak de
acculader schoon met een droge doek, enz.
Overige
NL
125
Het Cyber-shot Station gebruiken
Met het Cyber-shot Station (niet
bijgeleverd) kunt u de camera gemakkelijk
opladen. Plaats de camera gewoon in het
Cyber-shot Station en het opladen begint
automatisch. Terwijl de accu wordt
opgeladen, kunt u de lading controleren aan
de hand van de CHARGE-lampjes op het
Cyber-shot Station.
De afstandsbediening van het Cyber-shot
Station maakt het mogelijk de volgende
bedieningen op afstand uit te voeren.
Beelden weergeven op een TV
Diavoorstelling
Weergavezoom
Trimmen
Als een PictBridge-compatibele printer is
aangesloten, kunnen bovendien beelden
worden afgedrukt met behulp van de
afstandsbediening.
Voor verdere informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van het Cyber-shot
Station.
NL
126
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
Op plaatsen onderhevig aan trillingen
In de buurt van een sterk magnetisch veld
Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Vervoeren
Als de camera in de achterzak van uw broek of
jurk zit, mag u niet in een stoel of op een andere
plaats gaan zitten omdat, de camera hierdoor
beschadigd kan worden of defect kan raken.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Als het LCD-scherm vuil is vanwege
vingerafdrukken of stof, raden wij u aan om het
schermoppervlak met een zachte doek schoon te
maken.
Bij gebruik van de LCD-reinigingsset (niet
bijgeleverd) mag u de reinigingsvloeistof niet
rechtstreeks op het LCD-scherm aanbrengen.
Gebruik een reinigingspapiertje dat met deze
vloeistof bevochtigd is.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen
beschadigen.
Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden,
enz.
Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht.
De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Overige
NL
127
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
x Interne oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van
de camera voortdurend opgeladen. Indien u de
camera echter alleen voor korte perioden gebruikt,
raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dat geval
moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u
de camera gaat gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadprocedure voor de interne,
oplaadbare batterij
Plaats een opgeladen accu in de camera, of sluit
de camera met behulp van de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd) aan op een stopcontact, en laat
de camera gedurende 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
Oplaadprocedure voor de accu
t stap 1 in "Lees dit eerst"
NL
128
Technische gegevens
Camera
[Systeem]
Beeldsysteem 9,10 mm (1/1,8 type) kleuren-
CCD, primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 8 303 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 8 068 000 pixels
Lens Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 – 23,7 mm (38 –
114 mm omgerekend naar een
35 mm fotocamera)
F2,8 – 5,4
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting,
Scènekeuze (8 functies)
Witbalans Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend,
Lamplicht, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie
2.2
voldoet aan JPEG, DPOF-
compatibel
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium Intern geheugen (26 MB)
"Memory Stick Duo"
Flitser Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Auto): Ong.
0,20 m tot 5,0 m (W), 0,34 m
tot 2,6 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multifunctionele aansluiting
USB-verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm 7,5 cm (3 type) TFT-aansturing
Totaal aantal beeldpunten
230 400 (960×240)
beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
Spanning Oplaadbare accu NP-BG1,
3,6 V
Netspanningsadapter AC-LS5K
(niet bijgeleverd), 4,2 V
Stroomverbruik (tijdens opname)
1,3 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen 96,7 × 61,1 × 22,7 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht Ong. 185 g (inclusief NP-BG1
accu, polsriem, aanraakpen,
enz.)
Microfoon Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching III
Compatibel
PictBridge Compatibel
Overige
NL
129
BC-CSG acculader
Voeding 100 tot 240 V wisselstroom van
50/60 Hz,
2 W
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 0,25 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen Ong. 62 × 24 × 91 mm
(B/H/D)
Gewicht Ong. 75 g
Oplaadbare accu NP-BG1
Gebruikte accu Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit 3,4 Wh (960 mAh)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
130
Index
Index
A
Aanraakpen...........................17
Aanraakscherm
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Aansluiten
Computer.......................81
Printer............................96
TV ...............................101
Aantal beelden/
opnameduur...................24
Accu....................................123
Accu-restladingsindicator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Levensduur van de
accu ...............................27
Opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Accu opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Acculader............................124
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
AE/AF-vergrendelingsindicator
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
AF-bereikzoekerframe....34, 35
Afdrukken.............................94
Enkelbeeldfunctie..........95
Indexfunctie...................95
Afdrukmarkering..................99
AF-functie ............................63
AF-verlichting ......................66
Album...................................37
Album controleren ............... 71
Auto Review ........................ 66
Automatische instelfunctie
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Automatische
scherpstelling................ 10
B
Beeldbestand-
geheugenlocaties........... 85
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen......... 85
Beeldeffect ........................... 52
Beelden afdrukken in een
winkel ........................... 99
Beelden kopiëren naar uw
computer....................... 79
Beeldformaat........................ 14
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit................ 14, 49
Behuizing ............................. 76
Belichting............................. 11
Bestandsnaam ...................... 85
Bestandsnummer.................. 74
Besturingssysteem ......... 78, 91
Beveiliging........................... 55
Bewolkt................................ 48
Burst..................................... 50
C
Camera 1.............................. 63
Camera 2.............................. 66
CD-ROM........................ 79, 92
Compressieverhouding......... 15
Computer..............................77
Aanbevolen-
omgeving.................78, 91
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera...........................87
Beelden kopiëren.....79, 91
Macintosh......................91
Software ........................88
Windows........................77
Condensvorming ................126
Contrast ................................53
Cyber-shot Station..............125
D
Dag&Tijd..............................64
Daglicht ................................48
Datum...................................64
Datum/Tijd ...........................64
DC IN aansluiting.................17
De camera in het buitenland
gebruiken
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Diafragma.............................11
diavoorstelling ......................40
Digitale zoom .......................63
DirectX .................................78
DPOF....................................99
Dradenkruis van de spot
lichtmeting ....................48
E
Effectief aantal pixels .........128
Elektronische transformator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Enkel.....................................63
Enkelbeeldafdrukfunctie ......95
Index
NL
131
EV.........................................32
Exposure Bracket..................50
Extensie ..........................85, 87
F
Fijn........................................49
Flitser ....................................49
Flitsniveau.............................52
Fluorescerend........................48
Formaat veranderen ..............57
Formatteren...............67, 68, 71
Foutcodes en meldingen .....117
F-waarde ...............................12
G
Geprogrammeerd automatisch
opnemen ........................28
H
Histogram .......................22, 33
I
ImageMixer VCD2 .........88, 92
Indexafdrukfunctie................95
Indexscherm
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Indicator van AF-
bereikzoekerframe...34, 35
Indicator.............. zie "Scherm"
Initialiseren ...........................73
Installeren .................79, 88, 92
Instelling Bracket-functie .....52
Intern geheugen ..............25, 67
Interne oplaadbare batterij ...127
Interval..................................52
ISO............................11, 13, 49
J
JPG........................................86
K
Kaarslichtfunctie .................. 29
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting....... 81, 96, 101
Kalibratie.............................. 76
Kleur...............................14, 43
Klokinstel............................. 75
Kopiëren...............................69
L
Lamplicht .............................49
Landschapsfunctie................29
Lange sluitertijd NR....... 19, 31
LCD-achterverlichting ......... 73
LCD-scherm........zie "Scherm"
Lichtmeetfunctie .................. 48
Lichtmeting met meerdere
patronen ........................ 48
Lichtmeting met nadruk op het
midden .......................... 48
M
M AF .................................... 63
Macintosh-computer ............ 91
Aanbevolen-omgeving.. 91
Map ......................................54
Aanmaken ..................... 68
Wijzigen........................ 69
Mass Storage ........................74
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
Memory Stick....................... 68
"Memory Stick Duo".......... 121
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 en 4 in "Lees dit
eerst"
Aantal beelden/
opnameduur .................. 24
Schrijf-
beveiligingsschakelaar...121
Menu.....................................45
Onderdelen ....................46
Opnamestand.................48
Weergeven .....................54
Menu voor opnemen.............48
Menu voor weergeven ..........54
Midden-AF ...........................34
Mode.....................................50
Monitor .................................63
Monochroom ........................52
MPG .....................................86
Multi AF ...............................34
Multi Burst............................50
Multifunctionele
aansluiting .....................17
Multipoint-AF.......................34
Music Transfer..........88, 89, 93
Muziek downloaden .............72
Muziek formatteren ..............72
N
Netspanningsadapter.............17
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
NTSC....................................75
O
Onderbelichting ....................12
Opdelen.................................59
Opname functie ....................50
Opnamemap maken ..............68
Opnamemap wijzigen...........69
Opnemen van bewegende
beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Optische zoom ......................63
Overbelichting ......................12
NL
132
P
PAL.......................................75
PC ....................zie "Computer"
PFX.......................................52
PictBridge.......................74, 95
PicturePackage .....................88
Pieptoon................................73
Pixel......................................14
Plaats van de onderdelen ......16
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Precisie-digitale-zoom..........63
Problemen oplossen............103
PTP.......................................74
Punt lichtmeting ...................48
Punt-AF ................................35
R
Rechtstreeks afdrukken ........95
Reiniging ............................126
Roteren .................................58
S
S AF......................................63
Scènekeuzefunctie................29
Schemerfunctie.....................29
Schemer-portretfunctie .........29
Scherm
Het weergavescherm
veranderen.....................22
Indicator ........................18
LCD-achterverlichting... 73
Scherpstellen ..................10, 34
Scherpstelling-voorkeuze .....35
Scherpte................................53
Schrijf-
beveiligingsschakelaar...121
Schrijven in het album..........71
Sepia.....................................52
Setup ........................ 53, 60, 62
Album........................... 71
Camera 1....................... 63
Camera 2....................... 66
Intern geheugen ............ 67
Memory Stick ............... 68
Setup 1.......................... 72
Setup 2.......................... 73
Setup 3.......................... 74
Setup 4.......................... 76
Setup 1 ................................. 72
Setup 2 ................................. 73
Setup 3 ................................. 74
Setup 4 ................................. 76
Slimme-zoomfunctie............ 63
Sluitertijd ....................... 11, 12
Sneeuwfunctie...................... 29
Software............................... 88
Standaard ............................. 49
Strandfunctie........................ 29
T
Taal....................................... 73
Technische gegevens.......... 128
Tekenen................................ 43
Toets voor "aanraakscherm-
inschakeltoets"
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Tot halverwege indrukken.... 10
Trimmen............................... 61
TV...................................... 101
U
USB-aansluiting................... 74
USB-stuurprogramma.......... 79
V
Vermindering van het rode-
ogeneffect ..................... 65
Verzadiging .......................... 53
VGA
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Video-CD .......................88, 92
Video-uit...............................75
Volume
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Voorzorgsmaatregelen ........126
Vuurwerkfunctie...................29
W
Wazige beelden.....................11
WB .......................................48
Weergave ....... zie "Weergeven"
Weergave/bewerken..............28
Weergavezoom
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Weergeven
Bewegende beelden
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Windows-computer ..............77
Aanbevolen-omgeving...78
Wissen
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Witbalans..............................48
Z
Zachte-opnamefunctie ..........29
Zelfdiagnosefunctie ............ 117
Z-W ......................................52
NL
133
Handelsmerken
en Cyber-shot Station zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
"Memory Stick", , "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
Duo", , "MagicGate"
en zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
PicturePackage is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.

Documenttranscriptie

Digital Still Camera Bedienungsanleitung/ Störungsbehebung Gebruiksaanwijzing/ Problemen oplossen DE NL DSC-N1 Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie auf unserer Kundendienst-Website finden. Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning. „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für Aufnahme/Wiedergabe mit Ihrer Kamera. "Lees dit eerst" (los boekje) Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/weergeven met uw camera. Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische Bestandteile). Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis van plantaardige olie. Printed in Japan Bedienungsanleitung Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf. Gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door vóórdat u de camera voor het eerst bedient, en bewaar ze voor latere naslag. © 2005 Sony Corporation 2-652-806-43(1) Nederlands WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Voor klanten in Europa Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3 meter en voldoet aan de hierin gestelde voorwaarden. Let op De elektromagnetische velden bij de specifieke frequenties kunnen het beeld en het geluid van deze camera beïnvloeden. Opmerking Als door statische elektriciteit of elektromagnetisme de gegevensoverdracht tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u deze weer aan. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Voor klanten in Nederland Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch vervangen moet worden. De batterij mag alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Lever het apparaat aan het einde van de levensduur in voor recycling, de batterij zal dan op correcte wijze verwerkt worden. NL 2 Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd) Deze camera gebruikt het ICopnamemedium "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick". "Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken in uw camera. • De accu kan zelfs worden opgeladen als deze nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs als de accu niet volledig opgeladen is, de gedeeltelijke lading van de accu gewoon gebruiken. • Als u van plan bent de accu gedurende een lange tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de resterende lading, verwijdert u daarna de accu uit de camera, en bewaart u deze op een droge, koele plaats. Dit dient om de functies van de accu te behouden (blz. 123). • Voor verdere informatie over bruikbare accu's, zie blz. 123. Carl Zeiss-lens "Memory Stick": U kunt in deze camera geen "Memory Stick" gebruiken. Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens, die scherpe beelden met uitstekend contrast reproduceert. De lens van deze camera is geproduceerd onder een kwaliteitborgingssysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss, Duitsland. Andere geheugenkaarten kunnen niet worden gebruikt. Geen compensatie voor de inhoud van de opnamen • Voor verdere informatie over de "Memory Stick Duo", zie blz. 121. • Voor mislukte opnamen door een gebrekkige werking van uw camera of opnamemedia, enz. kan geen schadevergoeding worden geëist. Bij gebruik van een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"compatibel apparaat U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te steken. Memory Stick Duo-adapter Opmerkingen over de accu • Laad de bijgeleverde NP-BG1 accu op alvorens de camera voor het eerst te gebruiken. (t stap 1 in "Lees dit eerst") NL Ingebouwd geheugen en reserve "Memory Stick Duo" • Schakel de camera niet uit en verwijder de accu of de "Memory Stick Duo" niet terwijl het toegangslampje brandt, omdat hierdoor de gegevens in het ingebouwde geheugen of op de "Memory Stick Duo" kunnen worden beschadigd. Bescherm uw gegevens altijd door een reservekopie te maken. Zie bladzijde 26 voor het maken van een reservekopie. Opmerkingen over opnemen/ weergeven • Deze camera is niet stofdicht, niet spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees "Voorzorgsmaatregelen" (blz. 126) alvorens de camera te bedienen. • Maak een proefopname om te controleren of de camera juist werkt voordat u eenmalige gebeurtenissen opneemt. NL 3 • Let er goed op dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera binnendringt, kan een storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan worden verholpen. • Richt de camera niet naar de zon of ander fel licht. Hierdoor kan een storing in de camera ontstaan. • Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats waar sterke radiogolven worden gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de camera dan niet goed kan opnemen of weergeven. • Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen gebruikt, kunnen storingen optreden. • Als er condens op de camera is gevormd, verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt (blz. 126). • Niet met de camera schudden of er tegenaan stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en het weigeren om beelden op te nemen, maar kan ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en beeldgegevens vervormen, beschadigen of verloren doen gaan. • Maak het venster van de flitser schoon vóór deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het venster van de flitser doen verbranden of vastbakken waardoor onvoldoende licht het voorwerp bereikt. Opmerkingen over het LCD-scherm, de LCD-zoeker (voor modellen met een LCD-zoeker) en de lens • Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Soms kunnen er op het LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw, of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. Zwarte (witte/rode/ blauwe/groene) punten NL 4 • Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. • Deze camera is uitgerust met een elektrische zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot en er geen kracht op uitoefent. Opmerkingen over de compatibiliteit van beeldgegevens • Deze camera voldoet aan de universele DCF (Design rule for Camera File system)-norm zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • Er worden geen garanties gegeven dat beelden, welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen worden weergegeven op andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd, kunnen worden weergegeven op deze camera. Waarschuwing over copyright Televisieprogramma’s, films, videobanden en ander materiaal kunnen beschermd zijn met auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de wetten op de auteursrechten. De beelden in deze gebruiksaanwijzing De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. Alle mogelijkheden van de camera gebruiken Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op "Lees dit eerst" (los boekje) 1 De accu voorbereiden 2 De camera inschakelen/de klok instellen 3 Plaats een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) 4 Bediening van het aanraakscherm 5 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken 6 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) 7 Beelden weergeven/wissen Leer uw camera beter kennen Deze gebruiksaanwijzing • Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd automatisch opnemen/Handmatig opnemen) t blz. 28 • Bekijk uw beelden met Album (album), Slide Show (diavoorstelling), en Paint (tekenprogramma) t blz. 37, 40, 43 • Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het menu t blz. 45 • De standaardinstellingen veranderen t blz. 62 De camera aansluiten op een PC of printer Deze gebruiksaanwijzing • Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse manieren te bewerken t blz. 77 • Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een printer (alleen PictBridge-compatibel printers) t blz. 95 NL 5 Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3 De camera leren gebruiken Basistechnieken voor betere beelden ..................................................... 10 Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................. 10 Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 11 Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 14 Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 14 Plaats van de onderdelen ....................................................................... 16 Indicators op het scherm ........................................................................ 18 Het weergavescherm veranderen ........................................................... 22 Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 24 Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne geheugen) ........................................................................................25 Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/ bekeken .................................................................................................. 27 Alle mogelijkheden van de camera gebruiken ........................................ 28 Het album gebruiken ............................................................................... 37 Gebruik van de diavoorstelling................................................................ 40 Op het beeld tekenen.............................................................................. 43 Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 45 Menuonderdelen ................................................................................ 46 Menu voor opnemen ............................................................................... 48 NL 6 (Lichtmeetfun.) WB (Witbalans) ISO (Beeldkwaliteit) Mode (Opn.functie) BRK (Bracket-stap) M (Interval) (Flitsniveau) PFX (Beeldeffect) (Verzadiging) (Contrast) (Scherpte) (Setup) Menu voor weergeven .............................................................................54 (Album) (Album verlaten) (Diavoorstelling) (Kleuren) (Wissen) (Volumeniveau) (Map) - (Beveiligen) DPOF (Afdrukken) (Ander form.) (Roteren) (Opdelen) (Setup) (Trimmen) Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................62 1 Camera 1 ...........................................................................................63 AF-functie Digitale zoom Datum/Tijd Rode-ogeneff. 2 Camera 2 ...........................................................................................66 AF-verlicht. Auto Review Intern geheugen.................................................................................67 Formaat Memory Stick.....................................................................................68 Formaat Opnamemap maken Opnamemap wijz. Kopiëren Album ...............................................................................................71 Schrijven in album Formaat Album controleren NL 7 1 Setup 1............................................................................................... 72 Downl. muz. Format. muz. 2 Setup 2............................................................................................... 73 LCD-verlicht Pieptoon Taal Initialiseren 3 Setup 3............................................................................................... 74 Bestandsnr. USB-aansl. Video-uit Klokinstel. 4 Setup 4............................................................................................... 76 Kalibratie Behuizing De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer ....................................................... 77 Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 79 Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo") ............................................. 87 De bijgeleverde software gebruiken ........................................................ 88 Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 91 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 94 Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer ........................................................................................95 Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 99 Uw camera op een tv aansluiten Beelden bekijken op een tv-scherm...................................................... 101 NL 8 Problemen oplossen Problemen oplossen..............................................................................103 Foutcodes en meldingen .......................................................................117 Overige Over de "Memory Stick" ........................................................................121 Informatie over de accu .........................................................................123 De acculader .........................................................................................124 Het Cyber-shot Station gebruiken .........................................................125 Voorzorgsmaatregelen ..........................................................................126 Technische gegevens ............................................................................128 Index ....................................................................................................130 NL 9 De camera leren gebruiken Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u hoe u de diverse camerafuncties moet gebruiken door het aanraken van de toetsen op het scherm. Scherp- Het onderwerp met succes scherpstellen stellen Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp (Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege ingedrukt moet worden. Druk de sluiterknop gelijk helemaal in. Druk de sluiterknop tot halverwege in. AE/AFvergrendelingsindicator Knipperende indicator , Indicator brandt/piept Druk daarna de sluiterknop helemaal in. Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t [Scherpstellen] (blz. 34) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (op de volgende pagina). NL 10 Tips om wazige beelden te voorkomen De camera leren gebruiken Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is. Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Belichting: Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in de camera valt Diafragma = De grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium NL 11 Overbelichting = te veel licht Te licht beeld Juiste belichting Onderbelichting = te weinig licht Te donker beeld In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met behulp van de hieronder beschreven functies. Handmatige belichting: Hiermee kunt u de sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen. t blz. 31 EV: Hiermee kunt u de belichting die door de camera is ingesteld veranderen. t blz. 32 Lichtmeetfun.: Hiermee kunt u het deel van het onderwerp veranderen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen. t blz. 48 NL 12 Eigenschappen van "sluitertijd" Eigenschappen van "diafragma" (F-waarde) Korter Bewegende onderwerpen lijken gestopt. Open Het scherpstellingsbereik wordt kleiner, zowel aan de voorkant als aan de achterkant. Langer Bewegende onderwerpen lijken te zweven. Dicht Het scherpstellingsbereik wordt groter, zowel aan de voorkant als aan de achterkant. De ISO-gevoeligheid instellen De camera leren gebruiken ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 49 Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Als de belichting onvoldoende is kan het beeld echter donkerder woorden. NL 13 Kleur Over het effect van de lichtbron De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden. Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen Weer/lichtbron Eigenschappen van het licht Daglicht Bewolkt Fluorescerend Lamplicht Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 48). Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels. Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 8M 3264 3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels 640 2448 NL 14 480 Pixels 2 Beeldformaat: VGA(E-Mail) 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 5 in "Lees dit eerst") Pixel Voorbeeld: Afdrukken tot A3-formaat Weinig beeldpunten (Lage beeldkwaliteit en klein bestand) Voorbeeld: Beeld versturen als bijlage bij e-mailberichten De standaardinstellingen worden aangegeven met Beeldformaat De camera leren gebruiken Veel beeldpunten (Hoge beeldkwaliteit en groot bestand) . Aanwijzingen voor gebruik 8M (3264×2448) Groter Voor opslag van belangrijk beeldmateriaal of afdrukken van beelden op A3-formaat of A4-formaat beelden met hoge resolutie 3:2* (3264×2176) 5M (2592×1944) Voor afdrukken op A4-formaat of beelden met een hoge resolutie op A5-formaat 3M (2048×1536) 1M (1280×960) VGA(E-Mail) (640×480) 16:9(HDTV)** (1920×1080) Voor afdrukken op briefkaartformaat Kleiner Voor het opnemen van een groot aantal beelden Voor het versturen van beelden met e-mailberichten, of voor het maken van webpagina’s Voor het bekijken van beelden op een breedbeeldtelevisie of Hi-Vision-compatibele televisie*** * De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz. ** Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 114). *** U kunt de beelden in een hogere beeldkwaliteit bekijken als de televisie een "Memory Stick"aansluiting heeft of aangesloten is met behulp van USB. De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 49) U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner. NL 15 Plaats van de onderdelen Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. 3 1 2 1 5 2 4 5 6 7 3 4 6 7 A POWER-toets/POWER-lampje (t stap 2 in "Lees dit eerst") B Sluiterknop (t stap 6 in "Lees dit eerst") 8 qs 9 qd q; qa A Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T) (t stap 6 in"Lees dit eerst") Voor weergeven: / (Weergavezoom) toets/ (Index) toets (t stap 7 in "Lees dit eerst") C Flitser (t stap 6 in "Lees dit eerst") D Zelfontspannerlampje (t stap 6 in "Lees dit eerst")/AF-verlichting (66) E Microfoon B LCD-scherm (22)/aanraakscherm (t stap 4 in "Lees dit eerst") F Luidspreker C Oog voor polsriem (t "Lees dit eerst") G Lens D Functieknop (28) E toets (aanraakscherminschakeltoets) (t step 4 in "Lees dit eerst") F Deksel van de accu/"Memory Stick Duo" (t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst") G (Schermweergave aan/uit)-toets (22) H Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit eerst") I "Memory Stick Duo"-gleuf (t stap 3 in "Lees dit eerst") J Accu-insteekgleuf (t stap 1 in "Lees dit eerst") K Accu-uitwerphendel (t stap 1 in "Lees dit eerst") NL 16 L Schroefgat voor statief (onderkant) De aanraakpen bevestigen Bevestig de aanraakpen aan de polsriem zoals hieronder weergegeven. Houdt de camera bij het dragen niet bij de aanraakpen vast. De camera kan dan vallen. De camera leren gebruiken • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera niet stevig bevestigen op een statief waarvan de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien kan hierdoor de camera beschadigd worden. M Multifunctionele aansluiting (onderkant) Bij gebruik van de AC-LS5K AC adapter (niet bijgeleverd) 2 Naar de multifunctionele aansluiting 1 Naar DC IN aanKabel voor de sluiting multifunctionele aansluiting v merkteken (bijgeleverd) 3 Naar stopcontact NL 17 Indicators op het scherm Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. A Scherm Accu-restlading (t stap 1 in "Lees dit eerst") Bij opname van stilstaande beelden z VGA AE/AF-vergrendeling (t stap 6 in "Lees dit eerst") FINE 400 1 3 C:32:00 Indicatie M BRK Opnamefunctie (28, 50) ISO400 0.7EV 4 Witbalans (48) WB STBY OPNEMEN 2 +2.0EV F3.5 125 MAF 5 Standby/Opname voor bewegende beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst") Camerafunctie (Scènekeuze) (29) Bij opname van bewegende beelden Camerafunctie (Programma/Handmatig) (28) SL Flitsfunctie (t stap 6 in "Lees dit eerst") Opladen flitser 1.3 Zoomvergroting (t 63, stap 6 in "Lees dit eerst") Vermindering van het rodeogeneffect (65) Scherpte (53) Verzadiging (53) Contrast (53) ON AF-verlichting (66) Lichtmeetfunctie (48) Beeldeffect (52) Behuizingfunctie (76) NL 18 B Scherm Scherm Indicatie Datum/Tijd (64) Histogram (22, 33) ISO-nummer (49) • Als de sluitertijd gelijk is aan of langer is dan 1/6 seconde, wordt automatisch de NR langesluitertijdfunctie ingeschakeld om de beeldruis te verminderen. 125 Sluitertijd (31) F3.5 Diafragmawaarde (31) +2.0EV Belichtingswaarde (32) D Scherm • Geeft aan dat trillingen kunnen verhinderen dat de beelden scherp worden opgenomen als gevolg van onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt afgebeeld, kunt u toch het beeld opnemen. Wij adviseren u echter de flitser te gebruiken om een betere belichting te verkrijgen, of het statief o.i.d. te gebruiken om de camera te stabiliseren. Indicatie 8M 3:2 5M 3M 1M VGA 16:9 FINE 640 Beeldformaat (t stap 5 in "Lees dit eerst") STD 640 E Waarschuwing voor zwakke accu (27, 117) + Dradenkruis van de spotlichtmeting (48) 160 FINE STD 101 Beeldkwaliteit (49) Indicatie Trillingswaarschuwing (11) C Scherm Bracket-stapwaarde (52) De camera leren gebruiken ±0.7EV Lange sluitertijd NR Indicatie Opnamemap (68) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. AF-bereikzoekerframe (34) Resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen (25) Resterende ruimte op de "Memory Stick" (24) E Scherm Album (37) 00:00:00 [00:28:05] Opnameduur [maximale opnameduur] (24, 25) 1/30" Multi Burst-interval (52) 400 Resterend aantal opneembare beelden (24, 25) Zelfontspanner (t stap 6 in "Lees dit eerst") C:32:00 Indicatie Macro (t stap 6 in "Lees dit eerst") S AF M AF AF-functie (63) Indicator van AFbereikzoekerframe (34) 1.0m Scherpstellingvoorkeuzeafstand (34) Zelfdiagnosefunctie (117) NL 19 Bij weergave van stilstaande beelden M 1 1.3 2 A Scherm VGA 12/12 C:32:00 101-0012 2005 1 1 9:30 AM +2.0EV ISO400 3 Accu-restlading (t stap 1 in "Lees dit eerst") Opnamefunctie (28, 50) M 4 500 F3.5 Indicatie N Weergave (t stap 7 in "Lees dit eerst") - Beveiliging (55) Afdrukmarkering (DPOF) (99) Map veranderen (54) Bij weergave van bewegende beelden • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. 1.3 Stap 12/16 Zoomvergroting (t stap 7 in "Lees dit eerst") Beeld-voor-beeld-weergave (50) Behuizingfunctie (76) B Scherm Indicatie Histogram (22, 33) • wordt afgebeeld wanneer het histogram is uitgeschakeld. Weergavebalk (t stap 7 in "Lees dit eerst") Navigatiebalk (22) NL 20 C Scherm Indicatie 3:2 5M 1M VGA 16:9 FINE 640 Diafragmawaarde (31) Beeldformaat (t stap 5 in "Lees dit eerst") STD 640 Weergavebeeld (t stap 7 in "Lees dit eerst") 2005 1 1 9:30 AM 160 PictBridge-aansluiting (95) 101 Indicatie F3.5 Opnamemap (68) De camera leren gebruiken 8M 3M Scherm Opgenomen datum/tijd van het weergavebeeld (64) Volume (t stap 7 in "Lees dit eerst") • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. 101 Weergavemap (54) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen (25) Resterende ruimte op de "Memory Stick" (24) Albumweergave (37) 101-0012 Map-bestandsnummer (54) 8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal beelden opgenomen in de gekozen map C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (117) 00:00:12 Teller (t stap 7 in "Lees dit eerst") D Scherm Indicatie Kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen (97) +2.0EV Belichtingswaarde (32) ISO-nummer (49) Lichtmeetfunctie (48) Flitser WB Witbalans (48) 500 Sluitertijd (31) NL 21 Het weergavescherm veranderen Bij iedere druk op de (Schermweergave aan/uit)-toets, verandert het scherm als volgt. Histogram aan 1M S AF Histogram scherm (blz. 33) • Het histogram wordt misschien niet afgebeeld voor beelden opgenomen op andere camera’s. Andere beelden kiezen door met uw vinger over het scherm te schuiven Door het scherm aan te raken kunt u in de weergavestand het voorgaande of volgende beeld kiezen. Om hiervan gebruik te kunnen maken moet u de toetsen van het aanraakscherm uitschakelen door op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets) te drukken. Indicators uit Het andere beeld verschijnt als u uw vinger van het scherm haalt. S AF Indicators aan 1M • Bij het bekijken van de beeldopnamen op een televisie (blz. 101), kunt u geen ander beeld kiezen door met uw vinger te schuiven. Stilstaande beelden S AF Voorgaand beeld • Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens de weergave beeldinformatie afgebeeld. • Het histogram wordt in de volgende gevallen niet afgebeeld: Tijdens het opnemen – het menu wordt afgebeeld. – bewegende beelden worden opgenomen Tijdens het weergeven – het menu wordt afgebeeld. – In de indexfunctie – u de weergavezoom gebruikt. – u stilstaande beelden roteert. – bewegende beelden worden weergegeven • Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt afgebeeld tijdens het opnemen en tijdens het weergeven wanneer: – de flitser afgaat. – de sluitertijd lang of kort is. NL 22 Volgend beeld Schuif uw vingertop naar rechts om het volgende beeld te bekijken, of naar links om het vorige beeld te bekijken. Weergavezoom Door uw vinger naar boven, beneden, rechts of links te bewegen kunt u het verborgen gedeelte van het beeld op het scherm weergeven. De camera leren gebruiken Bewegende beelden Raak het scherm aan om de weergave te laten beginnen. Schuif uw vinger tijdens weergave naar rechts of links om de bewegende beelden versneld in voorwaartse of achterwaartse richting weer te geven. Raak het scherm tijdens weergave nog een keer aan om te pauzeren. . • Tijdens het weergeven van beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, raakt u het scherm aan om de weergave te pauzeren. Schuif uw vinger over het scherm naar rechts of links om naar de volgende of voorgaande frames te gaan. NL 23 Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden. Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn], zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.) (Eenheden: Beelden) Capaciteit Formaat 32MB 8M 3M 1M VGA(E-Mail) 16:9(HDTV) • • • • 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB 8 16 32 59 121 247 15 30 60 109 223 456 934 8 16 32 59 121 247 506 15 30 60 109 223 456 934 12 25 51 92 188 384 789 23 48 96 174 354 723 1482 20 41 82 148 302 617 1266 37 74 149 264 537 1097 2250 50 101 202 357 726 1482 3038 93 187 376 649 1320 2694 5524 196 394 790 1428 2904 5928 12154 491 985 1975 3571 7261 14821 30385 33 66 133 238 484 988 2025 61 123 246 446 907 1852 3798 3:2 5M 64MB 506 Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal]. De grootte van een enkel beeld is 1M wanneer [Mode] is ingesteld op [Multi Burst]. Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999" afgebeeld. U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 57). De opnameduur van bewegende beelden Capaciteit Formaat 640(Fijn) 32MB 64MB (Eenheden: uren : minuten : seconden) 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB 0:25:18 – – – 0:02:57 0:06:02 0:12:20 640(Standaard) 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27 1:31:09 160 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22 24:18:25 • Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". • Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 14. • Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera, kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat. NL 24 Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne geheugen) De camera heeft een intern geheugen van 26 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. De camera leren gebruiken • Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne geheugen. Als een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen. [Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo". B Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst B [Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen opgenomen. [Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen worden weergegeven. [Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen. Intern geheugen Het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van bewegende beelden, die kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen, zijn als volgt. Het aantal stilstaande beelden (Wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn], zie bovenste regel; en op [Standaard], zie onderste regel.) (Eenheden: Beelden) Formaat Capaciteit 26MB 8M 3:2 5M 3M 1M VGA 16:9 6 6 10 16 40 158 26 12 12 19 29 75 397 49 De opnameduur van bewegende beelden (Eenheden: uren : minuten : seconden) Formaat Capaciteit 26MB 640(Standaard) 160 0:01:11 0:18:59 NL 25 Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande procedures te volgen. Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 69). Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf Volg de procedure op bladzijden 79 t/m 84 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. • U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne geheugen. • Door de camera aan te sluiten op een computer met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, kunt u de gegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar de computer, maar u kunt niet de gegevens die in de computer zijn opgeslagen kopiëren naar het interne geheugen. NL 26 Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/bekeken • De acculading neemt af naarmate deze langer wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van de tijd (blz. 123). • Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/ weergegeven en de gebruiksduur van de accu neemt af onder de volgende omstandigheden: – Wanneer de omgevingstemperatuur laag is. – Wanneer de flitser veelvuldig wordt gebruikt. – Wanneer de camera veelvuldig in- en uitgeschakeld wordt. – Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt. – Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat. – Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat. – Wanneer de accu zwak is. • De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) • Het aantal opneembare beelden en de gebruiksduur van de accu verandert niet met de beeldgrootte. De camera leren gebruiken De tabellen geven bij benadering het maximale aantal beelden aan dat kan worden opgenomen/weergegeven tezamen met de gebruiksduur van de accu wanneer u beelden opneemt in de [Normaal] functie met een volledig opgeladen accu (bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur van 25°C. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen of weergegeven maken het mogelijk de "Memory Stick Duo" te wisselen, indien noodzakelijk. Merk op dat afhankelijk van de gebruiksomstandigheden de werkelijke aantallen lager kunnen uitvallen dan hier aangegeven. Weergeven van stilstaande beelden Aantal beelden Gebruiksduur van de accu (min.) Ong. 5800 Ong. 290 • Weergeven van enkelvoudige beelden op volgorde met tussenpozen van drie seconden Bij opname van bewegende beelden Gebruiksduur van de accu (min.) Ong. 140 • Continu bewegende beelden opnemen met beeldformaat [160] Bij opname van stilstaande beelden Aantal beelden Gebruiksduur van de accu (min.) Ong. 300 Ong. 150 • Opnemen in de volgende situaties: – (Beeldkwaliteit) staat op [Fijn]. – Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat. – Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt. – Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt. – [Schrijven in album] is ingesteld op [Aan] in het (Setup) menu. – Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat. – Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en uit gaat. NL 27 Alle mogelijkheden van de camera gebruiken Stel de functieknop in op de gewenste functie. Functieknop : Opnemen van bewegende beelden t stap 6 in "Lees dit eerst" t stap 7 in "Lees dit eerst" : Weergave/bewerken toets (aanraakscherminschakeltoets) Opnamefuncties voor stilstaande beelden : Autom.: Automatische instelfunctie Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 6 in "Lees dit eerst" Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 46) Handmatig: Opnamefunctie met handmatige belichting Hiermee kunt u handmatig de belichting instellen (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde) (blz. 31). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 46) : Scènekeuzefunctie Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène (blz. 29). NL 28 Scènekeuzefunctie Schemer* Neemt nachtscènes op afstand op met behoud van de donkere atmosfeer van de omgeving. Landschap Neemt landschappen, enz., op door in de verte scherp te stellen. Schemer-portret* Neemt portretten op donkere plaatsen op. Strand Neemt strand- en andere waterscènes op waarbij het water helder wordt opgenomen. Kaarslicht* Neemt scènes bij kaarslicht op zonder de atmosfeer geweld aan te doen. Sneeuw Neemt witachtige scènes helder op. Soft Snap Neemt portretten op van mensen, bloemen, enz., met een zachte atmosfeer. De camera leren gebruiken De volgende functies zijn vooraf vastgelegd overeenkomstig veelvoorkomende scèneomstandigheden. Vuurwerk* Vuurwerk wordt in zijn volle pracht opgenomen. * De sluitertijd wordt langer, dus is het verstandig een statief te gebruiken. A Druk op B Raak (aanraakscherm-inschakeltoets). (Camera) aan. C Raak de gewenste functie aan. D Neem het beeld op. NL 29 Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de meest geschikte combinatie van functie-instellingen. ( : u kunt de gewenste instelling kiezen) Macro Flitser Burst/ AFScherpstelling BracketWitbalans Flitsniveau Exposure Bracket/ bereikzoeker -voorkeuze stap Multi Burst — — — SL — Autom./ — — WB — — Midden-AF 0.5m/1.0m/ 3.0m/7.0m — — — — — — / / / — NL 30 — Handmatige belichting Hiermee kunt u handmatig de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen. A Druk op de De camera leren gebruiken toets (aanraakscherm-inschakeltoets). B Raak (Camera) aan t [Handmatig], en raak daarna leggen en terug te keren naar het vorige scherm. aan om de instelling vast te M MSET 160 F2.8 OFF OFF MENU 1M De camera is ingesteld op handmatige belichting. C Raak aan. D Pas de sluitertijd en de diafragmawaarde aan door v/V aan te raken. Diafragmawaarde Sluitertijd Als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F2,8, F4, of F8. Als de zoom in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F5,4, F8, F16. U kunt de sluitertijd instellen tussen 1/1000 seconde en 30 seconden. Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera, wordt op het scherm afgebeeld als een EV-waarde (blz. 32). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest geschikt is voor de camera. E Neem het beeld op. • De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of (niet flitsen). • Bij de volgende instellingen wordt alleen de helderheid gewijzigd en niet de scherptediepte. – Bij F4 en F8 als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat – Bij F8 en F16 als de zoom in de uiterste groothoekstand (T-kant) staat • Sluitertijden van 1 seconde of langer worden afgebeeld met [”], bijvoorbeeld: 1”. • Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te vermijden. • Als u een sluitertijd van 1/6 seconde of langer instelt, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie ingeschakeld om beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld. • Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken. NL 31 (EV) Met deze instelling kunt u de belichting handmatig instellen. Naar – Naar + A Druk op B Stel (aanraakscherm-inschakeltoets). (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.] of [Handmatig], en raak daarna aan. P 0EV AUTO OFF OFF MENU C Raak 1M (EV) aan. D Kies een waarde door v/V aan te raken. EV +0.3EV Naar +: Maakt het beeld helderder. 0EV: De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld. Naar –: Maakt het beeld donkerder. • Voor verdere informatie over de belichting t blz. 11 • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld. NL 32 z EV (Belichtingswaarde) instellen door een histogram af te beelden 1M A Helder De camera leren gebruiken B Donker Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op (Schermweergave aan/uit) om het histogram op het scherm af te beelden. De grafiek duidt op een helder beeld wanneer deze rechterkant ervan hoog is, en op een donker beeld wanneer de linkerkant ervan hoog is. Kies [Programma] of een van de standen van de scènekeuzefunctie voor (Camera) en pas de EV-waarde aan terwijl u de belichting aan de hand van het histogram in de gaten houdt. A Aantal pixels B Helderheid • Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen. – Als (Camera) is ingesteld op [Autom.] of [Handmatig] – Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven NL 33 9 (Scherpstellen) Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie. A Druk op B Stel (aanraakscherm-inschakeltoets). (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna aan. C Raak 9 (Scherpstellen) aan. D Raak de gewenste optie aan. Multi-AF (Multipoint-AF) (Stilstaand beeld (Bewegend beeld ) ) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in het hele bereik van het zoekerframe (standaardinstelling). Als (Camera) is ingesteld op [Autom.], wordt de scherpstellingsfunctie onveranderlijk ingesteld op Multipoint AF. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het frame bevindt. 1M 98 AF-bereikzoekerframe S AF Midden-AF ( ) Indicator van AFbereikzoekerframe Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het zoekerframe. • Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste beeldcompositie opnemen. AF-bereikzoekerframe Indicator van AFbereikzoekerframe NL 34 Punt-AF (Flexibel Punt AF) ( ) Hiermee wordt, door het AF-bereikzoekerframe te verplaatsen naar een gewenste schermpositie, scherpgesteld op een zeer klein onderwerp of een klein gebied. De camera leren gebruiken • Voor het instellen van Flexibel Punt AF, zie blz. 36. • Deze functie is handig bij gebruik van een statief wanneer het onderwerp zich niet in het midden van de zoeker bevindt. • Voor het opnemen van bewegende beelden moet u de camera zodanig richten dat het onderwerp niet buiten het AFbereikzoekerframe raakt. 1M 98 AF-bereikzoekerframe S AF (oneindige afstand) 7.0m 3.0m 1.0m 0.5m Indicator van AFbereikzoekerframe Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp. (Scherpstellingvoorkeuze) • Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen in de automatischescherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is het handig om [Scherpstellen] te gebruiken. • AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling). • De informatie over de ingestelde afstand in [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot. • Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen. • Wanneer u digitale zoomfunkcie of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert , of indicator en wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld. • Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 29). NL 35 Gebruik van [Punt-AF] A Stel (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna B Raak 9 (Scherpstellen)t [Punt-AF] aan. C Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten. 1M 98 S AF D Raak de plaats aan waarop u de opname wilt scherpstellen. 1M 98 S AF NL 36 aan. Het album gebruiken Bij opname van stilstaande beelden waarbij de -indicator op het scherm afgebeeld wordt, kunnen verkleinde kopieën van de originele beelden opgeslagen worden in het album (blz. 71). Zelfs als de beelden uit het interne geheugen of van de "Memory Stick Duo" gewist zijn, kunt u nog steeds de verkleinde kopieën uit het album bekijken. De camera leren gebruiken Intern geheugen • Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA] ([1M] voor beelden opgenomen met Multi Burst) en [Standaard]-beeldkwaliteit. In het album kunnen maximaal 500 beelden opgeslagen worden. • Als bij albumweergave de camera uitgeschakeld wordt of de functieschakelaar in een andere stand gezet wordt, stopt de albumweergave. Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen A Zet de functieknop op . B Raak [MENU] t [Album] aan. De beelden in het album worden gegroepeerd volgens opnamedatum. De beelden worden per groep op het indexscherm afgebeeld onder de naam "Deze datum". A B C 2005 1 1 4 7 2005 2 9 10 11 2005 3 15 21 27 A Jaar van opname B Maand van opname C Dag van opname MENU NL 37 C Kies de "Deze datum" die u wilt weergeven met b/B en raak deze daarna aan. Alle beelden waarvan de opname op "Deze datum" heeft plaatsgevonden worden op het indexscherm weergegeven. D 2005 1 1 10:30 10:38 10:45 10:48 10:50 11:07 11:11 10:30 11:27 E D Jaar/maand/dag van opname E Tijdstip van opname MENU • Als u wilt terugkeren naar het voorgaande indexscherm, moet u op (index) drukken. D Raak het beeld aan. (Als het gewenste beeld niet op het scherm wordt weergegeven, moet u b/B aanraken totdat het op het scherm weergegeven wordt.) Het gekozen beeld wordt weergegeven. VGA 1/200 2005 1 1 10:30AM MENU • Om naar "Deze datum" terug te keren in het indexscherm moet u op (index) drukken. Beelden in het album wissen Beelden op een enkelbeeldscherm wissen A Geef het beeld dat u wilt wissen weer en raak daarna [MENU] aan om het menu af te beelden. B Raak [Wissen] t [Wissen] t [OK] aan. Beelden op het indexscherm wissen A Raak [MENU] aan op het scherm in stap 3 van "Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen" om het menu weer te geven. (U kunt geen beelden wissen in "Deze datum" in stap 2 van "Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen".) B Raak [Wissen] t [Kiezen] aan. C Raak het beeld aan dat u wilt wissen om er een (wissen) markering op aan te brengen. D Raak [OK] t [OK] aan. • Om alle beelden in "Deze datum" te wissen moet u [Alles van deze datum] in stap 2 aanraken. NL 38 De camera leren gebruiken z Beeldbestanden in het album • Als het album vol raakt worden de oude beeldbestanden automatisch gewist. Beveilig de bestanden die u niet wilt wissen (blz. 55). • Als het album vol is met beveiligde beeldbestanden, knippert . U kunt beelden opslaan in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo", maar u kunt geen beelden meer opslaan in het album. Als de beveiliging verwijderd is van de overtollige beelden, kunt u weer beeldbestanden opslaan in het album. • Voor het maken van een reservekopie van uw beeldbestanden in het album, moet u de procedure uitvoeren, zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 69). • Rechtstreekse overdracht van de beeldbestanden van het album naar een computer is niet mogelijk. Voer de procedure uit zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 69). Kopieer de gewenste beeldbestanden op de "Memory Stick Duo" en breng ze dan over naar de computer. • Bestanden op een "Memory Stick Duo" of computer kunnen niet naar het album gekopieerd worden. • Zelfs als de beelden die in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, beveiligd worden, worden de verkleinde kopieën ervan in het album niet beveiligd. Op dezelfde manier, als de verkleinde kopieën in het album beveiligd worden, zijn de daarbij horende beelden in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" niet beveiligd (blz. 55). • Bij het trimmen of veranderen van het beeldformaat van de beelden in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" worden de daarbij horende beelden in het album niet gewijzigd. • De volgende functies kunnen niet worden gebruikt bij de beelden opgeslagen in het album: – Tekenen – Een afdrukmarkering (DPOF) aanbrengen – Afdrukken – Formaat veranderen – Trimmen NL 39 Gebruik van de diavoorstelling U kunt de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven (diavoorstelling). p p A Zet de functieknop op . p 2 Raak [MENU]t [Diavoorstelling]t[Start] aan. 3 De diavoorstelling begint. De beelden opgeslagen in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. Tijdens albumweergave worden de beelden in het album weergegeven. Het volumeniveau van de muziek instellen Druk tijdens weergave op (aanraakscherm-inschakeltoets) en raak de toetsen +/– aan om het volumeniveau aan te passen. U kunt ook in het menu [Volumeniveau] aanraken en het volumeniveau instellen voordat u de diavoorstelling laat beginnen. De diavoorstelling pauzeren Raak het scherm aan. Raak [Verder] aan om de diavoorstelling te hervatten. De diavoorstelling wordt hervat vanaf het beeld waarbij de pauzestand werd aangenomen, de muziek begint echter opnieuw bij het begin. Voor weergave van de vorige/volgende afbeelding Raak / aan in de pauzestand. De diavoorstelling stoppen Raak [Sluiten] aan in de pauzestand. • Weergave van een diavoorstelling is niet mogelijk terwijl nog een PictBridge-verbinding bestaat. De opties voor de diavoorstelling instellen U kunt instellen op welke wijze de diavoorstelling uitgevoerd moet worden. A Raak [MENU]t[Diavoorstelling] aan. B Raak het menuonderdeel aan dat u wilt instellen. C Raak de gewenste instelling aan, daarna NL 40 . U kunt de volgende opties instellen. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Effecten Een eenvoudige diavoorstelling geschikt voor een grote variëteit aan scènes. Nostalgisch Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène oproept. Stijlvol Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige snelheid uitgevoerd wordt. Actief Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes. Normaal Een standaard diavoorstelling waarbij de beelden elkaar opvolgen met een vooraf ingesteld interval. De camera leren gebruiken Eenvoudig • Met [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] en [Actief] effecten, – kunnen alleen stilstaande beelden weergegeven worden. – wordt alleen het eerste beeld weergegeven van de beelden opgenomen met de Multi Burst-functie. • Er wordt geen Muziek weergegeven (ingesteld op [Uit]) tijdens een [Normaal] diavoorstelling. Het geluid van de bewegende beelden is hoorbaar. Muziek Voor elk effect is muziek beschikbaar. Music1 De standaardinstelling voor een [Eenvoudig]-diavoorstelling. Music2 De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]diavoorstelling. Music3 De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling. Music4 De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling. Uit De instelling voor een [Normaal]-diavoorstelling. Geen muziek. Beeld Map (Deze datum) Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map (voor albumweergave, de beelden in [Deze datum]). Alle Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" of in het album zijn opgeslagen. NL 41 • Deze optie wordt direct nadat albumweergave is gekozen, ingesteld op [Alle] (als u probeert de opties van de diavoorstelling op het indexscherm voor de beelden onder "Deze datum" in te stellen). Om [Deze datum] te kiezen, moet u eerst de datum van het album dat u wilt weergeven kiezen. Herhalen Aan Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave. Uit Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling. Interval 3 sec Het interval voor een [Normaal]-diavoorstelling instellen. 5 sec 10 sec 30 sec 1 min z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen U kunt uw favoriete muziek (een muziekbestand) kopiëren vanaf uw cd’s of MP3-bestanden naar de camera voor weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt de muziek kopiëren met (Setup) menu van de bijgeleverde "Music Transfer"behulp van [Downl. muz.] op het software, dat op een computer geïnstalleerd is. Voor verdere informatie, zie blz. 89. • U kunt maximaal vier muziekbestanden in de camera opslaan (de vier vooraf ingestelde muziekbestanden (Music 1 – 4) kunnen vervangen worden door uw favoriete muziekbestanden). • De maximale tijdsduur van elk muziekbestand voor weergave door de camera is 180 seconden. • Als weergave van een muziekbestand niet mogelijk is door beschadiging van het muziekbestand of een andere storingen, moet u [Format. muz.] (blz. 72) uitvoeren en de muziek nog een keer naar de camera kopiëren. NL 42 Op het beeld tekenen 1 6789 A De camera leren gebruiken U kunt op de stilstaande beelden tekeningen of stempels aanbrengen en deze apart opslaan. Gebruik hiervoor de aanraakpen. • U kunt geen tekeningen of stempels aanbrengen op Multiburst-beelden, bewegende beelden of beelden die opgeslagen zijn in het album. • Bij het bekijken van de opgenomen beelden op een televisie (blz. 101), kunt u geen tekeningen op de beelden aanbrengen. (tekenpen) toets B (stempel) toets 2 C (vlakgom) toets 3 D Lijndikte-keuzetoets/Stempel-keuzetoets 4 E Kleur-keuzetoets 5 F (terugkeren) toets G (alles wissen) toets H (opslaan in intern geheugen) toets / (opslaan op "Memory Stick") toets I (afsluiten) toets Tekens of tekeningen maken A Raak aan. B Kies de lijndikte. Raak de lijndikte-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste lijndikte aan en raak tenslotte aan. C Maak de tekens of tekeningen. Stempelen A Raak aan. B Kies een stempel. Raak de stempel-keuzetoets aan, raak daarna het gewenste stempel aan en raak tenslotte aan. C Breng de stempels op het beeld aan. De kleur van de lijn of stempel veranderen Raak de kleur-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste kleur aan en raak tenslotte aan. • De gekozen kleur is van toepassing op de lijn en stempel. Corrigeren Raak aan en wrijf dan met de aanraakpen over het gedeelte dat u wilt wissen. U kunt ook aanraken om terug te keren naar de voorlaatste bewerking (als u nog een keer aanraakt keert u terug naar de laatste bewerking). • U kunt de dikte van de vlakgom op dezelfde manier als voor de tekenpen kiezen met behulp van de lijndikte-keuzetoets. De gekozen lijndikte is van toepassing op de lijn en het vlakgom. NL 43 Alle tekeningen wissen A Raak aan. "Alles wissen" verschijnt. B Raak [OK] aan. Alle tekeningen verdwijnen van het beeld. Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren. De tekening opslaan A Raak (of ) aan. De aanduiding "Opslaan" verschijnt. B Raak [OK] aan. Het beeld met daarop de tekening wordt als het nieuwste bestand opgeslagen in de opnamemap. Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren. • Het beeld wordt opgeslagen met het beeldformaat [VGA] en beeldkwaliteit [Fijn]. De tekenfunctie afsluiten A Raak aan. De aanduiding "Sluiten" verschijnt. B Raak [OK] aan. Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren. • Als u aanraakt, voordat het beeld opgeslagen is, gaat de tekening verloren. Als u van plan bent om de tekening te bewaren moet u de tekening opslaan door / aan te raken. NL 44 Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken Functieknop Het menu gebruiken toets (aanraakscherminschakeltoets) 1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand. Afhankelijk van de stand van de functieknop en de menuonderdelen beschikbaar. (Camera) menu-instellingen, zijn verschillende 2 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het aanraakscherm af te beelden. • Als de functieschakelaar in de stand staat, moet u deze handeling overslaan. 3 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 4 Raak het onderdeel aan dat u wilt instellen. • Als het gewenste menuonderdeel niet wordt afgebeeld, houdt u v/V ingedrukt totdat het op het scherm wordt afgebeeld. 5 Raak de gewenste instelling aan. 6 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten. • Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden ingesteld. NL 45 Menuonderdelen Voor informatie over de bediening t blz. 45 De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld. ( : beschikbaar) Stand van functieknop: Autom. Programma Handmatig Scène Menu voor opnemen (blz. 48) (Lichtmeetfun.) WB (Witbalans) ISO (Beeldkwaliteit) — — — — — — — — — — — — Mode (Opn.functie) BRK (Bracket-stap) M — * — — (Interval) — * — — (Flitsniveau) — * — — — — — PFX (Beeldeffect) (Verzadiging) (Contrast) (Scherpte) (Setup) NL 46 — — — — — — — — — — — — Voor informatie over de bediening t blz. 45 ( : beschikbaar) Stand van functieknop: Autom. Programma Handmatig Scène Menu voor weergeven (blz. 54) — — — — — (Album verlaten) — — — — — (Diavoorstelling) — — — — — (Kleuren) — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — - (Beveiligen) — — — — — DPOF — — — — — — — — — — (Wissen) (Volumeniveau) (Map) (Afdrukken) (Ander form.) — — — — — (Roteren) — — — — — (Opdelen) — — — — — (Setup) (Trimmen)** — — — — — — — — — — Het menu gebruiken (Album) * De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 29). **Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom. NL 47 Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening t blz. 45 De standaardinstellingen worden aangegeven met . (Lichtmeetfun.) Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. Multi (Lichtmeting met meerdere patronen) Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting. Midden (Lichtmeting met nadruk op het midden) ( ) Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van de helderheid van dat deel van het onderwerp. Punt (Punt lichtmeting) ( ) Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt voor de lichtmeting. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. 1M Dradenkruis van de punt lichtmeting Plaats dit op het onderwerp. • Voor verdere informatie over de belichting t blz. 11 • Bij gebruik van spot lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u [9] (Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (blz. 34). WB (Witbalans) Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken. Autom. Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans automatisch ingesteld. Daglicht ( ) Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of voor omstandigheden voor of na zonsondergang. Bewolkt ( ) Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht. Fluorescerend ( NL 48 ) Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. Voor informatie over de bediening t blz. 45 Gloeilamp (n) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio. Flitser ( WB ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt. Het menu gebruiken • Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 14 • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, ondanks dat u [ ] (Fluorescerend) hebt ingesteld. • Wanneer de flitser afgaat, wordt [ WB ] (Flitser) automatisch ingesteld op [WB], behalve in de functie [Autom.]. • Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 29). ISO Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe gevoeliger voor licht. Autom. 64 Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. 100 200 400 800 • Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 13 • Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. (Beeldkwaliteit) Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden. Fijn (FINE) Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen. Standaard (STD) Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen. • Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 14 NL 49 Voor informatie over de bediening t blz. 45 Mode (Opn.functie) Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet wanneer u op de sluiterknop drukt. Normaal Burst ( Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar opgenomen. ) Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt. • Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld opnemen. Exposure Bracket (BRK) Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden iets automatisch verschoven. • Als het niet mogelijk is een beeld goed op te nemen vanwege de helderheid van het onderwerp, kunt u op deze manier na het opnemen het beeld met de juiste belichting kiezen. Multi Burst ( M ) Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt. • Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren. • U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval] functie (blz. 52). Over [Burst] • De flitser staat op (Niet flitsen). • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen. • Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-functie. • Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie (blz. 29). NL 50 Voor informatie over de bediening t blz. 45 Maximaal aantal opnamen achter elkaar De aantallen tussen haakjes gelden als [Schrijven in album] is ingesteld op [Uit]. (Eenheden: beelden) Kwaliteit Standaard 8M 4 (4) 6 (6) 3:2 4 (4) 6 (6) 5M 5 (5) 9 (9) 3M 8 (8) 13 (14) 1M 15 (15) 15 (15) VGA(E-Mail) 15 (15) 15 (15) 16:9(HDTV) 12 (13) 15 (15) Het menu gebruiken Fijn Formaat Over de [Exposure Bracket] • De flitser staat op (Niet flitsen). • De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere beelden. • Als de belichting handmatig is ingesteld (blz. 32), wordt de belichting verschoven aan de hand van de veranderde helderheid. • Het opname-interval is ongeveer 1,1 seconden. • Het kan voorkomen dat het niet mogelijk is om, met de gekozen waarde bracket-stap, bij een te licht of te donker onderwerp, op de juiste wijze beelden op te nemen. • Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te nemen in de Exposure Bracket-functie (blz. 29). Over [Multi Burst] • U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de volgende procedures: – Pauzeren/hervatten: Raak X op de regeltoets aan. – Frame-voor-frame weergeven: Raak c/C in de pauzestand aan. Raak B om de weergave in volgorde te hervatten. • U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie: – Slimme-zoomfunctie – Flitser – De datum en tijd projecteren – Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie – Wissen van een frame in een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie – Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) op [Autom.] staat • Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als een enkel beeld met 16 frames. • Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M. • Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te nemen in de Multi Burst-functie (blz. 29). NL 51 Voor informatie over de bediening t blz. 45 BRK (Bracket-stap) Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden iets automatisch verschoven. ±1.0EV Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV. ±0.7EV Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV. ±0.3EV Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV. • BRK (Bracket-stap) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties. M (Interval) Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 50). 1/30 (1/30") 1/15 (1/15") • Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode] (Opn.functie) op het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi Burst] (blz. 50). 1/7.5 (1/7.5") • M (Interval) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties. (Flitsniveau) Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager. • Om de flitsfunctie te veranderen t stap 6 in "Lees dit eerst" • Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 29). PFX (Beeldeffect) Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten. Uit Geen effect. Sepia ( Z-W ( ) ) Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse foto) opgenomen. Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit) opgenomen. • Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld. NL 52 Voor informatie over de bediening t blz. 45 (Verzadiging) De verzadiging van het beeld instellen. +( ) Naar +: De kleuren worden helderder. Normaal –( ) Naar –: De kleuren worden donkerder. Het menu gebruiken (Contrast) Het contrast van het beeld instellen. +( ) Naar +: Het contrast wordt groter. Normaal –( ) Naar –: Het contrast wordt kleiner. (Scherpte) De scherpte van het beeld instellen. +( ) Naar +: Het beeld wordt scherper. Normaal –( ) Naar –: Het beeld wordt waziger. (Setup) Zie blz. 62. NL 53 Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening t blz. 45 (Album) Hiermee kunt u de stilstaande beelden in het album weergeven. Zie blz. 37. (Album verlaten) Hiermee kunt u de weergave van beelden in het album stoppen. (Diavoorstelling) Hiermee kunt u de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven. Zie blz. 40. (Kleuren) Hiermee kunt u tekens of tekeningen op de stilstaande beelden maken. Zie blz. 43. (Wissen) Hiermee kunt u ongewenste beelden wissen. t stap 7 in "Lees dit eerst" (Volumeniveau) Hiermee kunt u het geluidsvolume instellen. stap 7 in "Lees dit eerst" t (Map) Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een "Memory Stick Duo". NL 54 OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de keuze geannuleerd. Voor informatie over de bediening t blz. 45 1 Hiermee kunt u de gewenste map kiezen met v/V. 2 Raak [OK] aan. Het menu gebruiken z Over de map De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 68). U kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken. • Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 68) • Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 69) • Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld. : U kunt naar de voorgaande map gaan. : U kunt naar de volgende map gaan. : Hiermee kunt u naar de voorgaande of volgende mappen gaan. - (Beveiligen) Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. U kunt voorkomen dat de beelden in het album automatisch worden gewist door ze in het album te beveiligen. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiliging opgeheven. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om - (Beveiligen) af te beelden en raak dit daarna aan. 4 Raak [Beveiligen] aan. Het beeld is beveiligd en de - (Beveiligings-)indicator wordt op het beeld afgebeeld. - 5 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met [Beveiligen] aan. / , en raak daarna NL 55 Voor informatie over de bediening t blz. 45 Beelden beveiligen in de indexfunctie 1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak [Beveiligen] t [Kiezen] aan. 4 Raak het beeld aan dat u wilt beveiligen. Een groene - (Beveiligings-)indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld. - (groen) 5 Herhaal stap 4 om andere beelden te beveiligen. 6 Raak [OK] t [OK] aan. • Om alle beelden in de map te beveiligen, raakt u [Beveiligen] t [Alle in deze map] t [Aan] aan. Om de beveiliging te annuleren In de enkelbeeldfunctie Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen en raak [MENU] t [Beveiligen] t [Beveiligen] aan. In de indexfunctie 1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 3 Raak [OK] t [OK] aan. De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Kies [Alle in deze map] in stap 3 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en raak daarna [Uit] aan. • Merk op dat door het interne geheugen, de "Memory Stick Duo" of het album te formatteren, alle opgeslagen gegevens gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn, en deze beelden niet kunnen worden hersteld. • Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren. DPOF Met deze instelling kunt u een afdrukken (blz. 99). NL 56 (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt Voor informatie over de bediening t blz. 45 (Afdrukken) Zie blz. 95. (Ander form.) 8M 5M Het menu gebruiken Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn. t stap 5 in "Lees dit eerst" 3M 1M VGA 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om (Ander form.) af te beelden en raak dit daarna aan. 4 Raak het gewenste beeldformaat aan, en raak daarna [OK] aan. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. • Voor verdere informatie over [Beeldformaat] tstap 5 in "Lees dit eerst" • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden in het album niet wijzigen. • Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit. • U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9. • Wanneer u het formaat verander van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld. NL 57 Voor informatie over de bediening t blz. 45 (Roteren) Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. OK Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om 4 Raak [ (Roteren) af te beelden en raak dit daarna aan. ] aan om het beeld te roteren. 5 Raak [OK] aan. • U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet roteren. • Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt. NL 58 Voor informatie over de bediening t blz. 45 (Opdelen) Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt. • Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het knippen geannuleerd. Het menu gebruiken OK Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer 101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist. 101_0003 101_0001 1 3 2 101_0002 1 Knippen van scène A. 1 A B 2 3 101_0002 Opdelen 101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005. 2 Knippen van scène B. 101_0004 1 3 A 2 B 101_0005 Opdelen 101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007. NL 59 Voor informatie over de bediening t blz. 45 3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn. 101_0004 1 3 101_0007 A 2 B 101_0006 Wissen Wissen 4 Alleen de gewenste scène blijft over. 1 3 2 101_0006 Procedure 1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om (Opdelen) af te beelden en raak dit daarna aan. 4 Raak [OK] aan. Het weergeven van de bewegende beelden begint. 5 Druk op x op het gewenste knippunt. • Als u het knippunt wilt aanpassen, moet u c/C (frame achteruit/vooruit) aanraken. • Als u een ander knippunt wilt kiezen, moet u B aanraken. Het weergeven van de bewegende beelden begint opnieuw. 6 Raak [OK] t [OK] aan. De bewegende beelden worden geknipt. • De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap. • De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt. – Stilstaand beeld – Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde bewegende beelden (blz. 55) (Setup) Zie blz. 62. NL 60 Voor informatie over de bediening t blz. 45 (Trimmen) Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 7 in "Lees dit eerst") als een nieuw bestand. 8M Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn. t stap 5 in "Lees dit eerst" 5M 3M Het menu gebruiken 1M VGA 1 Raak tijdens weergavezoom [MENU] aan om het menu af te beelden. 2 Raak (Trimmen) aan. 3 Raak het beeldformaat aan. 4 Raak [OK] aan. Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld. • Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft behouden. • De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren. • U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2 of 16:9. • U kunt de beelden in het album niet trimmen. NL 61 Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken U kunt de standaardinstellingen met behulp van het (Setup) scherm wijzigen. Functieknop toets (aanraakscherminschakeltoets) 1 Schakel de camera in. 2 Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het aanraakscherm af te beelden. • Als de functieschakelaar in de stand staat, moet u deze handeling overslaan. 3 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 4 Raak V aan om (Setup) af te beelden, en raak dit daarna aan. 5 Raak v/V aan om het onderdeel dat u wilt instellen te kiezen, en raak dit daarna aan. 6 Raak de optie aan die u wilt instellen. De gekozen optie wordt blauw en wordt ingesteld. Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets) om het (Setup) scherm uit te schakelen. Raak herhaaldelijk aan om terug te keren naar het menu van het (Setup) scherm. De (Setup)-instelling annuleren Raak [Annul.] aan als dit wordt afgebeeld. Als dit niet wordt afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw. NL 62 • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. 1 Camera 1 Voor informatie over de bediening t blz. 62 De standaardinstellingen worden aangegeven met . AF-functie Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen. Enkelvoud. (S AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen. Monitor (M AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor scherpstelling, korter. Het Setup-scherm gebruiken • Er wordt meer acculading verbruikt dan in de [Enkelvoud.] functie. Digitale zoom De digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom (max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie. Slim (Slimme-zoomfunctie) ( ) Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2]. • De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de onderstaande tabel. Nauwkeurig (Precisie-digitale-zoom) ( ) Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert. Uit Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor 5M Ong. 3,8× 3M Ong. 4,8× 1M Ong. 7,7× VGA(E-Mail) Ong. 15× 16:9(HDTV) Ong. 5,1× NL 63 Voor informatie over de bediening t blz. 62 • Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Zoom-vergrotingsindicator • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De , of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Datum/Tijd Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd. Maak deze instelling voordat u begint met opnemen. • De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de indicator afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood in de rechterbenedenhoek van het scherm afgebeeld. Dag&Tijd ( Datum ( ) ) Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld geprojecteerd. Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld geprojecteerd. • De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt gekozen. (t stap 2 in "Lees dit eerst") Uit Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld geprojecteerd. • U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burstfunctie. • De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd. NL 64 Voor informatie over de bediening t blz. 62 Rode-ogeneff. Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze instelling voordat u begint met opnemen. Aan ( ) Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect. • De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af. Uit Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet gebruikt. Het Setup-scherm gebruiken • Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren. NL 65 2 Camera 2 Voor informatie over de bediening t blz. 62 De standaardinstellingen worden aangegeven met . AF-verlicht. De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicatie afgebeeld. Autom. ( Uit ON ) Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt. Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt. • Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal ongeveer 2 m (groothoek) of 1,5 m (telefoto) wordt aanbevolen.) • De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets buiten het midden van het onderwerp valt. • Wanneer scherpstelling-voorkeuze is ingesteld (blz. 34), werkt de AF-verlichting functie niet. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De , of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. • De AF-verlichting werkt niet wanneer (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie. • De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken. Auto Review Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden. Aan Hiermee wordt de Auto Review gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt. • Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. NL 66 Intern geheugen Voor informatie over de bediening t blz. 62 Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formaat Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren. • Merk op dat door het formatteren alle in het intern geheugen opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden. De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt. OK Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. Het Setup-scherm gebruiken NL 67 Memory Stick Voor informatie over de bediening t blz. 62 Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formaat De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" beeldgegevens onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden. De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt. OK De "Memory Stick Duo" formatteren. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. Opnamemap maken Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen beelden in op te slaan. Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld. • • • • OK Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. Annul. Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd. Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 54. Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap. U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF". De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of gekozen. • U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer enz. • Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. • Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 85). NL 68 Voor informatie over de bediening t blz. 62 Opnamemap wijz. Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen. Het map-keuzescherm wordt afgebeeld. OK Kies de gewenste map door v/V aan te raken, en raak daarna [OK] aan. Annul. Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd. Het Setup-scherm gebruiken • U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap. • U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. Kopiëren Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen kopiëren naar een "Memory Stick Duo". Intern geheugen Hiermee worden de beeldbestanden naar het interne geheugen gekopieerd. Album Hiermee worden de beeldbestanden naar het album gekopieerd. 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter. 2 Raak het opnamemedium, ([Intern geheugen] of [Album]) aan waarvan u de beeldbestanden wilt kopiëren. De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd (Alle data in het album worden gekopieerd) Klaar?" verschijnt. 3 Raak [OK] aan. Het kopiëren begint. NL 69 Voor informatie over de bediening t blz. 62 • Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken. • U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren. • De originele beelden in het interne geheugen of album blijven na het kopiëren behouden. Om de beeldgegevens, die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen, te wissen, voert u de bediening [Formaat] in (Intern geheugen) (blz. 67) of (Album) (blz. 71) uit. • U kunt geen map selecteren om te kopiëren naar een "Memory Stick Duo". • Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de (afdruk-)markering niet gekopieerd. • Bij het kopiëren van beelden uit het album worden de beveiligingsinstellingen niet meegekopieerd. • Bij weergave van beelden uit het album kan de volgorde van de beelden op het scherm afwijken van de volgorde waarmee de beelden naar de "Memory Stick Duo" gekopieerd zijn. NL 70 Album Voor informatie over de bediening t blz. 62 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Schrijven in album Met deze instelling kunt u kiezen of bij het opnemen verkleinde kopieën van de originele beelden moeten worden opgeslagen. Aan ( ) Uit Hiermee worden bij het opnemen verkleinde kopieën van de originele beelden in het album opgeslagen. Hiermee worden bij het opnemen geen verkleinde kopieën van de originele beelden in het album opgeslagen. Het Setup-scherm gebruiken • Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA] en de beeldkwaliteit [Standaard]. • Bewegende beelden worden niet in het album opgenomen. • Voor verdere informatie over het album zie "Het album gebruiken" (blz. 37). Formaat Met deze instelling wordt het album geformatteerd. • Merk op dat door het formatteren alle in het album opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden. De melding "Alle data in het album worden gewist Klaar?" verschijnt. OK Met deze instelling wordt het album geformatteerd. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. Album controleren Hiermee worden de beeldgegevens in het album hersteld. U moet deze optie uitvoeren als "Albumdatafout" op het scherm verschijnt. OK Hiermee worden de beeldbestanden hersteld. Annul. Hiermee wordt de herstelling geannuleerd. • Bij uitvoering van [Album controleren], wordt de beveiliging van het beeld opgeheven. Beveilig de beelden opnieuw als u ze niet wilt wissen. NL 71 1 Setup 1 Voor informatie over de bediening t blz. 62 Downl. muz. Met deze instelling kunt u muziek downloaden voor weergave tijdens de diavoorstelling. Zie blz. 40, 89. Format. muz. Als weergave van een muziekbestand voor de diavoorstelling niet mogelijk is kan het muziekbestand beschadigd zijn. Als dat gebeurt moet u [Format. muz.] uitvoeren en daarna de muziekbestanden kopiëren met de functie [Downl. muz.] van de bijgeleverde "Music Transfer"-software. • Als u de opslagruimte van de muziekbestanden formatteert, worden alle muziekbestanden gewist en zij kunnen niet meer worden hersteld. De melding "Alle gegevens worden gewist Klaar?" verschijnt. NL 72 OK Hiermee worden de muziekbestanden geformatteerd. Alle gegevens anders dan de muziekbestanden blijven behouden. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. 2 Setup 2 Voor informatie over de bediening t blz. 62 De standaardinstellingen worden aangegeven met . LCD-verlicht Met deze instelling kunt u de helderheid van de achterverlichting van het LCD-scherm kiezen wanneer de camera door de accu van stroom wordt voorzien. Helder Hiermee wordt het scherm helderder. Normaal • Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt. Pieptoon Het Setup-scherm gebruiken Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de sluiterknop indrukt, ingeschakeld. Aan Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld welke klinkt als u op de toets (aanraakscherminschakeltoets) drukt, de sluiterknop indrukt, of de toetsen van het aanraakscherm aanraakt. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. Taal Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen worden afgebeeld. Initialiseren Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen. De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt. OK Hiermee worden de instellingen teruggesteld op de standaardinstellingen. Annul. Hiermee annuleert u het terugstellen. • Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken. NL 73 3 Setup 3 Voor informatie over de bediening t blz. 62 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Bestandsnr. Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden toegekend aan de beelden. Reeks Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.) Terugstel. Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.) USB-aansl. Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibel printer. PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibel printer (blz. 95). PTP Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.) Mass Storage Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 81). Autom. De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 81 en 95). • Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.], verandert u de instelling naar [PictBridge]. • Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage]. • De functie [Downl. muz.] (blz. 72) kan ingeschakeld worden ongeacht de instelling van [USB-aansl.]. NL 74 Voor informatie over de bediening t blz. 62 Video-uit Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het tvkleursysteem of het aangesloten videoapparaat. Verschillende landen en gebieden gebruiken verschillende tv-kleursystemen. Als u de beelden op een tv-scherm wilt bekijken, controleert u het tv-kleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt op blz. 102. NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijv. voor Europa). Het Setup-scherm gebruiken Klokinstel. Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen. Kies het gewenste datumweergaveformaat op het scherm 1/2, en kies daarna de tijd op het scherm 2/2. J/M/D M/D/J Hiermee kunt u het datumweergaveformaat instellen. Raak t aan en stel de tijd in op het scherm 2/2 (t stap 2 in "Lees dit eerst"). D/M/J NL 75 4 Setup 4 Voor informatie over de bediening t blz. 62 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Kalibratie Met deze functie kunt u de toetsen van het aanraakscherm kalibreren als deze bij aanraking niet meer op de juiste plaatsen reageren. Raak met behulp van de aanraakpen de ×-markering op het scherm aan. Raak [Annul.] aan om de kalibratie halverwege te stoppen. De aanpassingen die tot dusver zijn gemaakt worden niet gewijzigd. De ×-markering verplaatst zich op het scherm. Als u er niet in slaagt om de juiste plaats aan te raken wordt het kalibreren niet uitgevoerd. Raak nog een keer de ×-markering aan. Behuizing Bij deze instelling wordt de functionaliteit van enkele toetsen gewijzigd zodat de camera kan worden bediend terwijl deze in het onderwaterbehuizing is geplaatst. Aan ( Uit ) Hiermee wordt de functionaliteit van de toetsen gewijzigd. Hiermee wordt de functionaliteit niet gewijzigd. De toetsen zullen bij de instelling [Aan] als volgt functioneren. – (Schermweergave aan/uit)-toets: Flitser-toets voor opnemen. Functioneert niet bij weergeven. – / (zoom) toets: Zoomtoets voor opnemen, toets voor voorgaand/volgend beeld bij weergeven • Close-up (macro-)opname wordt automatisch ingeschakeld in de stand [Aan]. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de onderwaterbehuizing werd geleverd voor verdere informatie. NL 76 De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Voor informatie over het gebruik van een Macintosh-computer, leest u "Uw Macintosh-computer gebruiken" (blz. 91). Voorbereiding Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 79) Beelden bekijken op uw computer Het USB-stuurprogramma installeren. • Als op de computer Windows XP draait, hoeft u geen USBstuurprogramma te installeren. De camera met uw computer gebruiken Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 88) Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen "PicturePackage" installeren (blz. 88). Beelden opslaan op een CD-R Een muziekvideo/diavoorstelling maken Muziekbestanden voor de diavoorstelling met behulp van "Music Transfer" toevoegen/ wijzigen Beelden afdrukken Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 88) Een video-CD maken "ImageMixer VCD2" wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u "PicturePackage" installeert. NL 77 Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten dient aan de volgende vereisten te voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 98, Windows 98SE, Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition, of Windows XP Professional • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot een van de bovenstaande besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller USB-poort: Standaard geleverd Computerscherm: 800 × 600 pixels of meer, High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren) of beter Aanbevolen computeromgeving voor het gebruik van "PicturePackage"/ "ImageMixer VCD2" Software: Macromedia Flash Player 6.0 of hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger, DirectX 9.0b of hoger Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met luisprekers Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer wordt aanbevolen.) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 500 MB Computerscherm: Videokaart (ondersteuning van Direct Draw) met 4 MB VRAM • Om automatisch muziekvideo’s of diavoorstellingen te maken (blz. 88), is een Pentium III 500 MHz of snellere processor vereist. NL 78 • Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een Pentium III 800 MHz of snellere processor aanbevolen. • Deze software is geschikt voor DirectX. Voor gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn. • U hebt een afzonderlijk softwareprogramma nodig om het opnameapparaat te bedienen voor het branden van CD-R’s. Opmerkingen over het aansluiten van uw camera op een computer • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op een computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB (USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit op een computer via een USB-interface die ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u gebruik kunt maken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht). • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij het aansluiten van een computer, te weten de functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de functies [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie over [PTP], zie blz. 74. • Wanneer uw computer ontwaakt uit de slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie tussen uw camera en uw computer zich niet op hetzelfde moment herstelt. Beelden kopiëren naar uw computer Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. U kunt als volgt de beelden vanaf de camera naar de computer kopiëren. 2 Plaats de CD-ROM in de computer en klik, nadat het installatiemenu wordt afgebeeld, op [USB Driver]. Voor een computer met een "Memory Stick"-gleuf Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera en steek deze in een Memory Stick Duoadapter. Steek de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de beelden. Voor een computer zonder een "Memory Stick"-gleuf Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden 79 t/m 84 om de beelden te kopiëren. • Als het installatiemenu niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op (My (PICTUREPACKAGE). Computer) t De camera met uw computer gebruiken • De schermen die in dit gedeelte als illustratie worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick Duo". Het "InstallShield Wizard" (Wizard voor InstallShield)-scherm verschijnt. 3 Klik op [Next]. Fase 1: Het USBstuurprogramma installeren • Een stuurprogramma is software dat ervoor zorgt dat de apparatuur die op de computer is aangesloten goed werkt. • Als op de computer Windows XP draait, begint u bij Fase 2. • Als "PicturePackage" al is geïnstalleerd, begint u vanaf Fase 2. OPMERKING: Sluit de camera op dit moment nog niet aan op de computer. Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het installeren klaar is, wordt u dit via een melding op het computerscherm medegedeeld. 1 Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend zijn. • In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders). NL 79 4 Vink het selectie vakje naast [Yes, I want to restart my computer now] (Ja, ik wil mijn computer opnieuw opstarten) aan om deze te selecteren en klik daarna op [Finish]. 1 2 2 1 1 2 2 1 De computer wordt opnieuw opgestart. U kunt nu de USB-verbinding tot stand brengen. Haal de CD-ROM uit de computer nadat het installeren klaar is. Fase 2: De camera en de computer voorbereiden 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met daarop opgenomen beelden in de camera. • Deze stap is niet nodig wanneer u beelden kopieert die in het interne geheugen zijn opgeslagen. 2 Plaats de voldoende opgeladen accu in de camera, of sluit de camera met behulp van de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) aan op een stopcontact. NL 80 • Als u beelden naar uw computer kopieert met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan het kopiëren mislukken of kunnen de beeldgegevens beschadigd raken als de accu tussentijds leeg raakt. 3 Zet de functieknop in de stand en schakel daarna de camera en de computer in. Fase 3: De camera en de computer op elkaar aansluiten “USB-functie Mass Storage" wordt afgebeeld op het scherm van de camera. Toegangsindicators* 2 Naar de multifunctionele aansluiting 1 Naar de USB-aansluiting * Tijdens communicatie zijn de toegangsindicators rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. • Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 74). De camera met uw computer gebruiken Kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje. Fase 4-A: Beelden naar een computer kopiëren • Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting op "CAMERA". CAMERA TV DISP SEL • Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase 4-B: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 83. • Voor Windows XP, als het wizard-scherm niet automatisch wordt afgebeeld, volgt u de procedure beschreven in "Fase 4-B: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 83. Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van beelden naar de map "My Documents". • Als op de computer Windows XP draait, wordt de wizard AutoPlay automatisch afgebeeld. NL 81 1 Nadat u een USB-verbinding tot stand hebt gebracht in Fase 3 en het wizard-venster automatisch op het computerscherm wordt afgebeeld, klikt u op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] (Beelden kopiëren naar een map op mijn computer met de Microsoft-wizard voor scanners en camera’s) t [OK]. 1 3 Klik op het selectievakje van nietgewenste beelden, zodat ze niet meer zijn geselecteerd en dus niet worden gekopieerd, en klik daarna op [Next]. 1 2 Het "Picture Name and Destination" (Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt. 4 Kies de naam en de bestemming 2 van de beelden en klik daarna op [Next]. Het "Scanner and Camera Wizard" (Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt. 1 2 Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick Duo" in de camera zijn opgeslagen worden op het computerscherm weergegeven. • Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst, worden de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen weergegeven. 2 Het beeld wordt nu gekopieerd. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options" (Overige opties). • Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. NL 82 5 Vink het selectie vakje naast [Nothing. I'm finished working with these pictures] (Niets. Ik ben klaar met het werken met deze beelden) om deze te selecteren en klik daarna op [Next]. 1 Dubbelklik op [My Computer] t [Removable Disk] t [DCIM]. 1 2 6 Klik op [Finish]. Het wizard-venster wordt gesloten. • Om veder te gaan met het kopiëren van andere beelden, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los (blz. 85). Volg daarna opnieuw de procedure beschreven in "Fase 3: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op blz. 81. De camera met uw computer gebruiken Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" (Voltooien van wizard voor scanner en camera) verschijnt. • Als het pictogram "Removable Disk" niet wordt afgebeeld, zie blz. 111. 2 Dubbelklik op de map waarin de beeldbestanden die u wilt kopiëren zijn opgeslagen. Klik daarna met de rechtermuisknop op een beeldbestand zodat het contextuele menu wordt afgebeeld en klik op de menuopdracht [Copy]. 1 Fase 4-B: Beelden naar een computer kopiëren 2 • Als op de computer Windows XP draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 81. Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. NL 83 3 Dubbelklik op de map [My 1 Klik op [Start] t [My Documents]. Documents]. Klik daarna met de rechtermuisknop in het venster "My Documents" zodat het contextuele menu wordt afgebeeld en klik op de menuopdracht [Paste]. 2 1 1 2 De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. • Als in de bestemmingsmap al een beeld met dezelfde bestandsnaam zit, wordt een bevestigingsmelding voor overschrijven afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u het beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig beeldbestand te overschrijven, verandert u eerst de bestandnaam in een andere naam en kopieert u daarna het beeldbestand. Merk echter op dat wanneer u de bestandsnaam verandert (blz. 87), u dat beeld mogelijk niet meer kan weergeven met de camera. De inhoud van de map "My Documents" wordt afgebeeld. • Als op de computer een ander besturingssysteem dan Windows XP draait, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad. 2 Dubbelklik op het gewenste beeldbestand. Het beeld wordt weergegeven. Fase 5: Beelden bekijken op uw computer Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het bekijken van gekopieerde beelden in de map "My Documents". NL 84 De USB-verbinding verwijderen Volg de hieronder vermelde procedure eerst wanneer: • Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting • Eruit halen van een "Memory Stick Duo" • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde geheugen • Uitschakelen van de camera Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick Duo". Voorbeeld: Mappen afbeelden onder Windows XP x Voor Windows 2000/Me/XP 1 Dubbelklik op de taakbalk. De camera met uw computer gebruiken Dubbelklik hier 2 Klik op (Sony DSC) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. Het apparaat is aangesloten. A B C • Als op de computer Windows XP draait, kunt u stap 4 overslaan. x Voor Windows 98/98SE Controleer of de toegangsindicators op het computerscherm (blz. 81) wit zijn. Als de toegangsindicators wit zijn geworden, is het apparaat losgekoppeld van de computer. A Een map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie B Een map met beeldgegevens die zijn opgenomen op deze camera Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt, zijn de mappen als volgt: – "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF" – Interm geheugen; alleen "101_SONY" C Een map met bewegende-beeldgegevens, enz., die zijn opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MSSONY". NL 85 • Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven, waarbij ssss staat voor ieder getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke deel van de bestandsnaam van bewegende beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. – Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Bewegende-beeldbestanden: MOV0ssss.MPG – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt: MOV0ssss.THM • Voor meer informatie over mappen, zie blz. 54, 68. NL 86 Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo") Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo". 1 Klik met de rechter muisknop op 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick Duo" volgens de onderstaande procedure. 1Klik met de rechter muisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Copy]. 2Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in het venster [My Computer]. De camera met uw computer gebruiken • Als de bestandsnaam die door de camera werd gegeven niet is veranderd op de computer, kunt u stap 1 overslaan. • Afhankelijk van het beeldformaat kan het onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe map aan met uw camera (blz. 68) en kopieert u daarna het beeldbestand. • De bestandsextensie kan worden afgebeeld, afhankelijk van de instelling van de computer. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor bewegende beelden is MPG. U mag de bestandsextensie niet veranderen. 3Klik met de rechtermuisknop op de map [sssMSDCF] in de map [DCIM] en klik daarna op de menuopdracht [Paste]. • sss betekent ieder willekeurig nummer van 100 t/m 999. het beeldbestand en klik daarna op [Rename]. Verander de bestandsnaam in "DSC0ssss". Voer een nummer in van 0001 t/m 9999 voor ssss. 1 2 • Als de bevestigingsmelding voor overschrijven wordt afgebeeld, moet u een ander nummer invoeren. NL 87 De bijgeleverde software gebruiken Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. Overzicht van de bijgeleverde software De bijgeleverde CD-ROM bevat twee softwareprogramma’s: "PicturePackage" en "ImageMixer". PicturePackage A B C D E Hiermee kunt u: A Save the images on CD-R (Beelden opslaan op een CD-R) B Music Video/Slideshow Producer (Een muziekvideo/diavoorstelling maken) C Viewing video and pictures on PC (Video en beelden bekijken op de computer) D Burning Video CD (Een video-CD branden) Het scherm van "ImageMixer VCD2" wordt afgebeeld. E Transfer Slideshow music (Muziekbestanden voor de diavoorstelling kopiëren) De functies opstarten: Klik op een van de onderdelen A-E en klik daarna op de knop rechtsonder op het computerscherm. De software installeren NL 88 U kunt de softwareprogramma’s "PicturePackage" en "ImageMixer VCD2" installeren volgens de onderstaande procedure. • Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt geïnstalleerd (blz. 79), mag u de camera niet op de computer aansluiten vóórdat u de "PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd (behalve voor Windows XP). • In Windows 2000/XP logt u in als beheerder. • Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt automatisch het USB-stuurprogramma geïnstalleerd. 1 Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. • Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op (My Computer) t (PICTUREPACKAGE). 2 Klik op [PicturePackage]. Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) verschijnt. 3 Kies de gewenste taal en klik daarna twee keer achter elkaar op [Next]. Deze tekst beschrijft het Engelse scherm. Het scherm "License Agreement" (Licentie overeenkomst) verschijnt. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, vinkt u het selectie vakje naast [I accept the terms of the license agreement] (Ik accepteer de voorwaarden in de licentieovereenkomst) aan en klikt u daarna op [Next]. scherm om het installeren te voltooien. • "ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen worden geïnstalleerd, mits deze nog niet geïnstalleerd zijn. • Wanneer de bevestigingsmelding voor opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u de computer opnieuw op aan de hand van de aanwijzingen op het scherm. 5 Haal de CD-ROM eruit aangezien de snelkoppelingen van "PicturePackage Menu" (PicturePackage-menu) en "PicturePackage destination Folder" (PicturePackagebestemmingsmap) na het installeren worden afgebeeld. De software opstarten Klik op [?] in de rechterbovenhoek van ieder venster om de online-helpfunctie af te beelden. Muziekbestanden met behulp van "Music Transfer" toevoegen/ wijzigen U kunt de door de fabriek ingestelde muziekbestanden in de camera vervangen door uw favoriete muziekbestanden. U kunt deze bestanden desgewenst elk moment wissen of wijzigen. De geluidsbestandsformaten die u met "Music Transfer" kunt kopiëren zijn hieronder aangegeven: De camera met uw computer gebruiken 4 Volg de aanwijzingen op het Informatie over het gebruik van de software • MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste schijf van uw computer • Muziekbestanden van cd’s • Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in de camera 1 Raak [Downl. muz.] in het (Setup) menu aan. De melding "Aansluiten op computer" verschijnt. 2 Sluit de camera met een USBverbinding aan op de computer. 3 Start "Music Transfer". 4 Volg de instructies op het scherm voor het toevoegen/wijzigen van muziekbestanden. • Dubbelklik op de snelkoppeling "PicturePackage Menu" (PicturePackagemenu) op het bureaublad. NL 89 • De door de fabriek ingestelde muziekbestanden in de camera herstellen 1 Voer [Format. muz.] uit (blz. 72). 2 Voer [Standaardwaarden herstellen] in "Music Transfer" uit. Alle door de fabriek ingestelde muziekbestanden worden hersteld en [Muziek] in het menu [Diavoorstelling] wordt ingesteld op [Uit]. 3 Kies een geschikt muziekbestand voor de diavoorstelling (blz. 41). U kunt de vooraf ingestelde muziekbestanden herstellen met behulp van [Initialiseren], maar dan worden de andere instellingen ook teruggesteld. • Voor verdere gegevens over het gebruik van "Music Transfer", zie de online helpfunctie in "Music Transfer". De technische ondersteuning voor "PicturePackage"/"ImageMixer VCD2" wordt verzorgd door het Pixela User Support Center. Voor meer ondersteuningsinformatie, raadpleegt u het insteekvel dat bij de CD-ROM werd geleverd. NL 90 Uw Macintosh-computer gebruiken U kunt de beelden naar uw computer kopiëren en een video-cd maken met behulp van "ImageMixer VCD2" (bijgeleverd), of de gewenste muziek voor een diavoorstelling wijzigen met "Music Transfer". Aanbevolen computeromgeving Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2, of Mac OS X (v10.0 of hoger) USB-poort: Standaard geleverd • Wij raden aan om QuickTime 6 of hoger vooraf op uw computer te installeren. Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v 10.1.5 of hoger) voor "ImageMixer", Mac OS X (v 10.3 of hoger) voor "Music Transfer" CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of meer aanbevolen) voor "ImageMixer", 64 MB of meer (128 MB of meer aanbevolen) voor "Music Transfer" De camera met uw computer gebruiken Aanbevolen omgeving voor het gebruik van "ImageMixer VCD2"/ "Music Transfer" • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op een computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB (USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit op een computer via een USB-interface die ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u gebruik kunt maken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht). • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij het aansluiten van een computer, te weten de functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de functies [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie over [PTP], zie blz. 74. • Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-modus is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer 1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor. Volg dezelfde procedure als beschreven onder "Fase 2: De camera en de computer voorbereiden" op blz. 80. Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 250 MB Computerscherm: 1024 × 768 pixels of meer, 32.000 kleuren of meer voor "ImageMixer" Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer 2 Sluit de kabel voor de multifunctionele aansluiting aan. Volg dezelfde procedure als beschreven onder "Fase 3: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op blz. 81. • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. NL 91 3 Kopieer beeldbestanden naar de Macintosh-computer. 1Dubbelklik op het nieuw herkende pictogram t [DCIM] t de map waarin de beelden die u wilt weergeven zijn opgeslagen. • Als op de computer Mac OS X v10.0 draait, volgt u bovenstaande procedure nadat u de computer hebt uitgeschakeld. Een video-CD maken met "ImageMixer VCD2" 2Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de harde schijf en zet ze erop neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. • Voor informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie blz. 85. 4 Beelden weergeven op de computer. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste beeldbestand in de map waarin de gekopieerde beeldbestanden zijn opgeslagen, om dat beeldbestand te openen. De USB-verbinding verwijderen Volg de hieronder vermelde procedure eerst wanneer: • Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting • Eruit halen van een "Memory Stick Duo" • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde geheugen • Uitschakelen van de camera NL 92 • U kunt een beeldbestand maken dat compatibel is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de gegevens op te slaan in het video-CD-formaat op een CD-R, hebt u het softwareprogramma Toast van Roxio (niet bijgeleverd) nodig. "ImageMixer VCD2" installeren • Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert. • De displayinstellingen moeten 1024 × 768 pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn. 1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het pictogram van de CDROM. 3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de map [MAC] naar de vaste schijf. 4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT] in de kopieerbestemmingsmap. 5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand [ImageMixer VCD2_Install]. Sleep het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" op het pictogram van "Trash" en laat het erin vallen. 6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is afgebeeld, voert u de gewenste naam en het wachtwoord in. De installatie van de software begint. De camera is losgekoppeld van de computer. "ImageMixer VCD2" opstarten Open [ImageMixer] in [Application] en dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2]. Informatie over het gebruik van de software Klik op [?] in de rechterbovenhoek van ieder venster om de online-helpfunctie af te beelden. Muziekbestanden met behulp van "Music Transfer" toevoegen/ wijzigen De technische ondersteuning voor "ImageMixer VCD2"/"Music Transfer" wordt verzorgd door het Pixela User Support Center. Voor meer ondersteuningsinformatie, raadpleegt u het insteekvel dat bij de CD-ROM werd geleverd. De camera met uw computer gebruiken U kunt de door de fabriek ingestelde muziekbestanden in de camera vervangen door uw favoriete muziekbestanden. U kunt deze bestanden desgewenst elk moment wissen of wijzigen. De geluidsbestandsformaten die u met "Music Transfer" kunt kopiëren zijn hieronder aangegeven: • MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste schijf van uw computer • Muziekbestanden van cd’s • Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in de camera "Music Transfer" installeren • Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend zijn voordat u "Music Transfer" installeert. • Om deze software te installeren moet u ingelogd zijn als beheerder. 1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. B Dubbelklik op (PICTUREPACKAGE). 3 Kopieer het [Music Transfer.pkg]-bestand in de [MAC] map naar de vaste schijf. 4 Dubbelklik op het bestand [Music Transfer.pkg] in de kopieerbestemmingsmap. De installatie van de software begint. Muziekbestanden toevoegen/wijzigen Zie "Muziekbestanden met behulp van "Music Transfer" toevoegen/wijzigen" op blz. 89. NL 93 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de [16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen worden afgesneden. Controleer dus voordat u gaat afdrukken (blz. 114). Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 95) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibel printer. Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibel printer. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden afdrukken met behulp van een computer U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze vervolgens vanaf de computer afdrukken. Beelden afdrukken in een winkel (blz. 99) U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukservice winkel. U kunt van tevoren een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken. NL 94 Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw camera afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibel printer. • "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) In de enkelbeeldfunctie Fase 1: De camera voorbereiden U dient de camera voor te bereiden op het aansluiten op de printer met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Als de camera is aangesloten op een printer die wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is fase 1 overbodig. Indextoets U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel. toets (aanraakscherminschakeltoets) • Wij adviseren u een volledig opgeladen accu of een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te gebruiken om te voorkomen dat de stoom tijdens het afdrukken wegvalt. In de indexfunctie 1 2 1 Raak [MENU] aan om het menu af Stilstaande beelden afdrukken U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken. te beelden. 2 Raak V aan om (Setup) af te beelden. 3 Raak [USB-aansl.] aan in [ 3 ] (Setup 3). • Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer. • De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk van de printer. • U kunt bewegende beelden of beelden opgeslagen in het album niet afdrukken. • Als de indicator gedurende ongeveer vijf seconden op het scherm van de camera knippert (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. 4 Raak [PictBridge] aan en raak daarna aan. De USB-functie is nu ingesteld. NL 95 Fase 2: De camera aansluiten op de printer Sluit de multifunctionele aansluiting van de camera met behulp van de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting aan op de USB-aansluiting van de printer. Schakel de camera en de printer in. De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden afgebeeld. Fase 3: Afdrukken 2 Naar de multifunctionele aansluiting Ongeacht de stand van de functieknop, wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u klaar bent met fase 2. 1 Kies de gewenste afdrukmethode door deze aan te raken. 1 Naar de USBaansluiting Kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) [Dit beeld] Drukt het weergegeven beeld af. • Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als een indexbeeld. [Kiezen] • Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting in de stand "CAMERA". CAMERA TV DISP SEL U kunt beelden kiezen en alle gekozen beelden afdrukken. 1Kies het beeld dat u wilt afdrukken met / en raak daarna [Kiezen] aan. De markering verschijnt op het gekozen beeld. • Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure. 2Raak [Afdrukken] aan. [DPOF-beeld] Drukt alle beelden met een (afdruk-)markering af (blz. 99), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in deze map] NL 96 Drukt alle beelden in de map af. 2 Kies de afdrukinstellingen door de gewenste onderdelen aan te raken. 3 Raak [OK] aan. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los zolang de indicator (kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) op het LCDscherm wordt afgebeeld. indicator [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Kies het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld zal worden afgedrukt als een enkelbeeld. Andere beelden afdrukken Kies het aantal vellen waarop u het indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als een indexbeeld wilt afdrukken. Raak na stap 3 [Kiezen] en het gewenste beeld aan en volg daarna de procedure vanaf stap 1. Stilstaande beelden afdrukken Als [Index] is ingesteld op [Aan]: • Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle beelden op één blad passen. [Datum] Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd op de beelden te projecteren. • Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd in de gekozen volgorde worden geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Het is mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer. [Formaat] Kies de grootte van het afdrukvel. [Index] Kies [Aan] om indexbeelden af te drukken. NL 97 Beelden op het indexscherm afdrukken Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (blz. 95) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (blz. 96) uit en ga daarna als volgt verder. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu afgebeeld. Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets) om het afdrukmenu te verlaten en ga daarna als volgt verder. 1 Druk op (Index). Het indexscherm wordt weergegeven. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak [ ] (Afdrukken) aan. 4 Kies de gewenste afdrukmethode door deze aan te raken. [Kiezen] U kunt beelden kiezen en alle gekozen beelden afdrukken. Raak het beeld aan dat u wilt afdrukken en om de markering af te beelden. (Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure.) [DPOF-beeld] Drukt alle beelden met een (afdruk-) markering af, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in deze map] Drukt alle beelden in de map af. 5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3: Afdrukken" (blz. 96). NL 98 Beelden afdrukken in een winkel U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukservice winkel. Als de winkel een fotoafdrukservice heeft die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een (afdruk-)markering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een winkel, maakt u altijd eerst een (reserve) kopie ervan op een vaste schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie • U kunt de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee naar de afdrukwinkel. toets (aanraakscherminschakeltoets) Wat is DPOF? DPOF (Digital Print Order Format) is een (afdruk-) functie waarmee u een markering kunt aanbrengen op beelden in de "Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken. Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een winkel • Vraag aan de fotoafdrukservice winkel welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. • Als een "Memory Stick Duo" niet door uw fotoafdrukservice winkel kan worden verwerkt, kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander medium, zoals een CD-R en neemt u die mee naar de winkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen. afdrukken. Stilstaande beelden afdrukken • U kunt ook de beelden met een (afdruk-) markering afdrukken op een printer die compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of een PictBridge-compatibel printer gebruiken. • Bewegende beelden kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. • Wanneer u beelden markeert die zijn opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld in 16 vakjes. • U kunt geen markering aanbrengen op beelden die in het album opgeslagen zijn. 1 Geef het beeld weer dat u wilt 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om de [DPOF] markering af te beelden, en raak dit daarna aan. 4 Raak [DPOF] aan. Een (Afdruk-)markering wordt op het beeld aangebracht. NL 99 5 Om een markering op andere beelden aan te brengen moet u het gewenste beeld met / weergeven en daarna [DPOF] aanraken. 5 Raak het beeld aan waarop u een markering wilt aanbrengen. Een groene markering wordt op het gekozen beeld afgebeeld. (groen) Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Raak [DPOF] in stap 4 of 5 aan. Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer (t 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. 7 Raak [OK] t [OK] aan. stap 7 in "Lees dit eerst"). 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om de [DPOF] markering af te beelden, en raak dit daarna aan. 4 Raak [Kiezen] aan. • U kunt geen markering aanbrengen in [Alle in deze map]. NL 100 Als u het markeren wilt annuleren, drukt u in stap 5 op [Sluiten] of kiest u in stap 7 [Annul.]. Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie Raak in stap 5 de beelden aan waarvan u de markering wilt verwijderen. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Kies [Alle in deze map] in stap 4 en raak daarna [Uit] aan. Uw camera op een tv aansluiten Beelden bekijken op een tv-scherm U kunt de beelden weergeven op een tvscherm door de camera aan te sluiten op een tv. Schakel zowel de camera als de tv uit alvorens de camera en de tv op elkaar aan te sluiten. 2 Zet de schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting in de stand "TV". CAMERA TV 1 Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) om de camera aan te sluiten op de tv. DISP SEL 3 Schakel de tv in en stel de tv/ video-ingang in op "video". 1 Naar de audio/videoingangsaansluitingen • Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzingen van de tv. 4 Zet de functieknop in de stand en schakel de camera in. Functieknop VGA 2/9 Uw camera op een tv aansluiten 2 Naar de multifunctionele aansluiting MENU Kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) • Leg de camera neer met het scherm omhoog. • Als de tv is uitgerust met stereoingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de multifunctionele aansluiting aan op de linkeraudioingangsaansluiting van de tv. De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het tv-scherm afgebeeld. De beelden verdwijnen van het camerascherm en de toetsen worden afgebeeld. NL 101 Raak / op het camerascherm aan om het beeld op het televisiescherm heen en weer te schakelen. Voor de bediening van het menu moet u v/V/b/B aanraken om de cursor te verplaatsen, en daarna z aanraken om de instelling vast te leggen. • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke tvsysteem (blz. 75). TV-kleursystemen Als u de beelden op een tv-scherm wilt weergeven, hebt u een tv nodig met een video-ingangsaansluiting en de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd). Het kleursysteem van de tv moet overeenstemmen met dat van uw digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het tvkleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt. NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz. NL 102 Problemen oplossen Problemen oplossen Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen. 1 Controleer de punten op bladzijde 104 t/m 116. Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie blz. 117. 2 Verwijder de accu en plaats na een minuut de accu opnieuw en schakel de camera in. 3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 73). 4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren, geeft u automatisch toestemming om de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren. Problemen oplossen NL 103 Accu en spanning De accu kan niet worden geplaatst. • Gebruik bij het plaatsen van de accu de punt van de accu om de accu-uitwerphendel naar de onderkant van de camera te duwen (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst"). De accu-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende acculading wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt. • Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt (blz. 123). • De afgebeelde accu-restladingsindicator komt niet overeen met de werkelijkheid. Verbruik de volledige lading van de accu en laadt deze daarna volledig op om de display te corrigeren. • De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe. De accu raakt te snel leeg. • Laad de accu voldoende op (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 123). • De accu-aansluitpunten zijn vuil. Maak de accu-aansluitpunten schoon met een wattenstaafje o.i.d. en laadt de accu op. • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe. De camera schakelt plotseling uit. • Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de camera weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst"). NL 104 Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen De camera kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen (blz. 25) of de "Memory Stick Duo" (blz. 24). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen: – Wis overbodige beelden (t stap 7 in "Lees dit eerst"). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 121). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Zet de functieknop op wanneer u stilstaande beelden opneemt. • Zet de functieknop op wanneer u bewegende beelden opneemt. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Doe het volgende: – Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)]. – Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 121). Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm. • Zet de functieschakelaar in een andere stand dan (blz. 28). Het opnemen duurt erg lang. • De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 19). Dit is normaal. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg Problemen oplossen ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek (W)/34 cm voor telefoto (T) (t stap 6 in "Lees dit eerst"). • De (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. • De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie (blz. 34). De optische zoom werkt niet. • U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden. De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet. • Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 63). • Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden. NL 105 De slimme-zoomfunctie werkt niet. • Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 63). • Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer: – Het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2]. – U in de Multi Burst-functie opneemt. – U bewegende beelden opneemt. De flitser werkt niet. • De flitsfunctie is ingesteld op (niet flitsen) (t stap 6 in "Lees dit eerst"). • U kunt de flits niet gebruiken wanneer: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 50). – De (schemerfunctie), (kaarslichtfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 29). – Wanneer de functieknop op • Stel de flitsfunctie in op (landschapsfunctie), scènekeuzefunctie. staat. (altijd flitsen) (t stap 6 in "Lees dit eerst") wanneer (sneeuwfunctie), of (strandfunctie) is gekozen als de Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser. • Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen. Dit is normaal. De close-up (Macro)-opnamefunctie werkt niet. • De (schemerfunctie), (landschapsfunctie), (kaarslichtfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 29). De datum en tijd worden onjuist opgenomen. • Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot halverwege indrukt. • De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 32). Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 48) of stel de belichting in (blz. 32). • Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 73). Het beeld is te licht. • U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de belichting (blz. 32). NL 106 • Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 73). De kleuren van het beeld zijn niet juist. • De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de beeldeffect-functie (blz. 52). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 65). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij gebruik van de flitser (t stap 6 in "Lees dit eerst"). • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. Punten verschijnen en blijven op het scherm. • Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst"). Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het intern geheugen of "Memory Stick Duo" vol is. Wis overbodige beelden (t stap 7 in "Lees dit eerst"). • De accu is zwak. Plaats een opgeladen accu. Problemen oplossen NL 107 Beelden bekijken Raadpleeg "Computers" (blz. 110) met betrekking tot de onderstaande punten. De camera kan geen beelden weergeven. • Zet de functieknop op (blz. 28). • De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 87). • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 85). Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de beeldverwerking. Dit is normaal. Het beeld verschijnt niet op het tv-scherm. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld overeenkomstig het kleursysteem van de tv (blz. 75). • Controleer of de aansluiting juist is (blz. 101). • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "CAMERA". Zet deze in de stand "TV" (blz. 101). Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven. • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Koppel de kabel voor multifunctionele aansluiting los of zet de schakelaar in de stand "CAMERA" (blz. 81). NL 108 Beelden wissen/bewerken De camera kan geen beeld wissen. • Annuleer de beveiliging (blz. 56). • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 121). U hebt per ongeluk een beeld gewist. • Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden beveiligt (blz. 55) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK zet (blz. 121) om per ongeluk wissen te voorkomen. De functie voor verandering van het formaat werkt niet. • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden opgeslagen in het album niet veranderen. De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld. • De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op beelden opgeslagen in het album en bewegende beelden. Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Annuleer de beveiliging (blz. 56). • Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. U kunt niet tekenen. Problemen oplossen • U kunt niet tekenen op beelden opgeslagen in het album. • Er is niet voldoende opslagruimte op het opnamemedium. Wis overbodige beelden. NL 109 Computers U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de camera. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 78 voor Windows, en blz. 91 voor Macintosh. U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren. • In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 79). Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding tot stand komt. • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze in de stand "CAMERA" (blz. 81). Uw computer herkent de camera niet. • Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). • Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst") of gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 17). • Gebruik de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting (blz. 81). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie Mass Storage" wordt afgebeeld (blz. 81). • Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het (Setup) menu (blz. 74). • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USBaansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 81). • Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79). • De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera met de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de computer hebt aangesloten voordat u het "USB Driver" (USB-stuurprogramma), dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, hebt geïnstalleerd. Wis het foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt). NL 110 Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar aansluit. • Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait. 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna op [Properties]. Het "System Properties" venster wordt geopend. 2 Klik op [Hardware] t [Device Manager]. • Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager]. Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld. 3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK]. Het apparaat is verwijderd. 4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79). U kunt geen beelden kopiëren. • Sluit de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste wijze aan op de computer (blz. 81). • Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 81 en 91). • Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer, kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 68). Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet automatisch op. • Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings]. • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 81). Problemen oplossen Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van ieder venster. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 79). U kunt een beeld niet afdrukken. • Controleer de printerinstellingen. NL 111 Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de camera weergegeven worden. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (blz. 85). • Bedien op de juiste wijze (blz. 87). De camera wordt niet herkend door "Music Transfer". • De opslagruimte voor de muziekbestanden in de camera is beschadigd. Voer [Format. muz.] (blz. 72) uit. "Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst"). Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen. • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 121). • De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 7 in "Lees dit eerst"). • Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 24) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)]. De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd. • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 121). U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten (blz. 121). De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick" gleuf. • Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen. Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op te nemen met de betreffende fabrikanten. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer op elkaar aan (blz. 79 t/m 81). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo". NL 112 Intern geheugen De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen zijn opgeslagen, niet weergeven. • Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst"). Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen. • Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst"). De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 67) om het interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd. Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet kopiëren "Memory Stick Duo". • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen). Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren naar het interne geheugen. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. Album Problemen oplossen De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe wanneer de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Kan de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen niet naar een "Memory Stick Duo" kopiëren. • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen). Kan de beeldgegevens van een "Memory Stick Duo" of een computer niet naar het album kopiëren. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het album worden gekopieerd. NL 113 Kan geen beelden opslaan in het album. • Stel [Schrijven in album] in op [Aan] in het (Setup) menu (blz. 71). • Het album is vol met beveiligde beelden. Verwijder de beveiliging van de overtollige beelden (blz. 56). Afdrukken Zie ook "PictBridge-compatibel printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items. De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden. • Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9(HDTV)], kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn. • Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden. PictBridge-compatibel printer Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen. • De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het (Setup) menu (blz. 74). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding tot stand komt. • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze in de stand "CAMERA" (blz. 96). NL 114 Kan geen beelden afdrukken. • Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de printer is aangesloten. • Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de printer. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de multifunctionele aansluiting weer aan. • U kunt bewegende beelden of beelden opgeslagen in het album niet afdrukken. • Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt. De afdrukopdracht is geannuleerd. • U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de indicator (kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) was uitgegaan. In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de beelden niet worden afgedrukt. • De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden. Vraag het de fabrikant van de printer. In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 97). Problemen oplossen Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de camera (blz. 97) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. NL 115 Overige De camera werkt niet. • Gebruik het type accu dat in deze camera kan worden gebruikt (blz. 123). • De accu is bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Laad de accu op (t stap 1 in "Lees dit eerst"). De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet. • De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Verwijder de accu en plaats na een minuut de accu terug en schakel de camera in. De toetsen van het aanraakscherm worden niet afgebeeld. • Druk op de toets (aanraakscherm-inschakeltoets). Kan de toetsen van het aanraakscherm niet op de juiste wijze of volledig bedienen. De aanraakpen reageert op de verkeerde plaatsen. • Voer [Kalibratie] uit (blz. 76). De toetsen functioneren niet naar wens. • De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 76). Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet. • Zie blz. 18. De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 126). De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt. • Dit is normaal. Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). NL 116 Foutcodes en meldingen Zelfdiagnosefunctie Meldingen Als een foutcode met een letter begint, heeft de zelfdiagnosefunctie van de camera een storing vastgesteld. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes ss) verschillen afhankelijk van de toestand van de camera. Als u niet in staat bent de storing te verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen de vermelde corrigerende handelingen hebt uitgevoerd, neemt u contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke erkende Sony-servicecentrum. Als een van de onderstaande meldingen wordt afgebeeld, voert u de vermelde instructies uit. C:32:ss Gebruik uitsluitend een geschikte batterij • Er is een probleem met de hardware van de camera. Schakel het apparaat uit en daarna weer in. C:13:ss • De camera kan geen gegevens lezen E:61:ss E:91:ss • De accu is zwak. Laad de accu op (t stap 1 in "Lees dit eerst"). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of het soort accu, kan de indicator knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is. • De geplaatste accu is geen NP-BG1 accu. Systeemfout • Schakel de camera uit en daarna weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Fout van intern geheugen • Schakel de camera uit en daarna weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Plaats de Memory Stick opnieuw Problemen oplossen vanaf of schrijven op de "Memory Stick Duo". Plaats de "Memory Stick Duo" meerdere keren opnieuw. • Het ingebouwde geheugen heeft een formatteringsfout begaan, of een nietgeformatteerde "Memory Stick Duo" is geplaatst. Formatteer het ingebouwde geheugen of de "Memory Stick Duo" ( blz. 67, 68). • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in deze camera worden gebruikt, of de gegevens zijn beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 121). E • Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 121). • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil. • Er is een storing opgetreden in de camera. Stel alle instellingen terug op de standaardinstellingen van de camera (blz. 73) en schakel deze daarna weer in. Verkeerd type Memory Stick • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 121). NL 117 Formatteringsfout • Formatteer het medium opnieuw (blz. 67 en 68). Memory Stick vergrendeld • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 121). Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer aanmaken. Kan niet opnemen • De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 69). Bestandsfout Geen geheugenruimte in het intern geheugen Geen geheugenruimte in de Memory Stick • Wis overbodige beelden of bestanden (t stap 7 in "Lees dit eerst"). Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze "Memory Stick Duo". Geen bestand • Er zijn geen beelden opgenomen in het interne geheugen. Geen bestanden in deze map • Tijdens het weergeven van het beeld is een fout opgetreden. Bestandsbeveiliging • Schakel de beveiliging uit (blz. 56). Te groot beeldformaat • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Kan niet opdelen • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Het bestand is geen bewegend beeld. • Er zijn geen beelden opgenomen in deze map. • U hebt de bediening niet juist uitgevoerd toen u beelden kopieerde vanaf uw computer (blz. 87). Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een map met dezelfde drie eerste cijfers (Bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Kies een andere map of maak een andere map (blz. 68). NL 118 Ongeldige bediening • U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera. • U hebt geprobeerd met bewegende beelden de functies zoomvergroting, tekenen, beeldformaat veranderen, roteren, afdrukken of het aanbrengen van een DPOF-markering toe te passen. • U hebt geprobeerd met Multi Burstbeelden de functies zoomvergroting, tekenen, beeldformaat veranderen of roteren toe te passen. • U hebt geprobeerd een tekening aan te brengen op de beeldopnamen tijdens weergave op een televisiescherm. • U hebt geprobeerd te tekenen met afstandsbediening van de Cyber-shot Station. (Trillingswaarschuwingindicator) • Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een statief of zet de camera op een andere manier vast. 640(Fijn) is niet beschikbaar • Bewegende beelden met beeldformaat 640(Fijn) kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Plaats een "Memory Stick PRO Duo" of stel het beeldformaat in op een ander formaat dan [640(Fijn)]. Maak printer-verbinding mogelijk Geen afdrukbaar beeld • U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren zonder één DPOF (afdruk-)markering op een of meerdere beelden aan te brengen. • U probeerde [Alle in deze map] uit te voeren terwijl een map was gekozen waarin uitsluitend bewegende beelden zitten. U kunt bewegende beelden niet afdrukken. Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken beschadigd is. • [USB-aansl.] is ingesteld op • Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los. Problemen oplossen [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridge-compatibel is. Controleer het apparaat. • Er is geen verbinding tot stand gebracht. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. Verwerkt • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is. Albumdatafout • In de beeldgegevens van het albumbestand is een fout opgetreden. Voer [Album controleren] uit (blz. 71). NL 119 Albumfout • Er is een fout in het album opgetreden. Schakel de camera uit en daarna weer in. Als de melding blijft verschijnen, moet u het album formatteren. (Merk op dat door dit formatteren alle in het album opgeslagen beeldgegevens, inclusief de beveiligde beelden, gewist zullen worden.) Geen beeld voor diavoorstelling • De gekozen map bevat geen bestand dat met een diavoorstelling met muziek weergegeven kan worden. Muziekfout • Wis het muziekbestand of vervang het door een normaal muziekbestand. • Voer [Format. muz.] uit en download daarna een nieuw muziekbestand (blz. 72). Bediening is veranderd • De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 76). Muziekgeheugen-formatteringsfout • Voer [Format. muz.] nog een keer uit (blz. 72). NL 120 Overige Over de "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera staan vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". Opmerkingen betreffende de "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK hebt gezet. Aansluiting "Memory Stick"-type Opnemen/ weergeven Memory Stick (zonder MagicGate) — Memory Stick (met MagicGate) — Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a Memory Stick Duo (met MagicGate) a*1*2 MagicGate Memory Stick — MagicGate Memory Stick Duo a*1 Memory Stick PRO — Memory Stick PRO Duo a*1*2*3 *1 • Wij kunnen de juiste werking van een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd niet garanderen in deze camera. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. De stand en/of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend zijn afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt. • De "Memory Stick Duo" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn: – wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt gehaald of de camera wordt uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven van gegevens – wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • We raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken. • Druk niet hard wanneer u in het aantekeningenvak schrijft. • Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo" zelf of op de Memory Stick Duo-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat erbij geleverd werd. • Raak de aansluitingen van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet vallen. • Demonteer of transformeer de "Memory Stick Duo" niet. • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. Overige "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Opnemen/weergeven van gegevens waarbij MagicGate functies zijn vereist, kan niet met deze camera worden uitgevoerd. *2 Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface. *3 Bewegende beelden kunnen worden opgenomen op beeldformaat 640(Fijn). Schrijfbeveiligingsschakelaar Ruimte voor aantekeningen NL 121 • Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per ongeluk inslikken. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen: – plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden Opmerkingen over de Memory Stick Duo-adaptor (niet bijgeleverd) • Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat steekt zonder gebruik te maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het apparaat te halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken, en steek deze daarna er helemaal in. In de verkeerde richting insteken kan tot een defect leiden. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een Memory Stick Duo-adapter is gestoken in een "Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt, let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de camera kan worden beschadigd. • Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. Opmerkingen betreffende de "Memory Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd) "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. NL 122 Informatie over de accu Opladen Levensduur van de accu Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt, bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend kunt opladen. • De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt geleidelijk af naarmate u deze meer gebruikt en de tijd verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van de levensduur van de accu is bereikt. Koop een nieuwe accu. • De levensduur van de accu wordt mede bepaald door de manier waarop deze wordt bewaard, alsmede de omstandigheden en omgeving waarin de accu wordt gebruikt. Doeltreffend gebruik van de accu • Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen kan de accu daarom minder lang worden gebruikt. Wij bevelen het volgende aan om de accu langer mee te laten gaan: – Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan om de accu op te warmen, en plaats deze in de camera vlak voordat u begint met opnemen. • De accu zal snel leeg raken als u de flitser of zoom vaak gebruikt. • Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken. • Laat de accu niet nat worden. De accu is niet waterdicht. • Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen, zoals in een voertuig of in direct zonlicht. Hoe u de accu moet bewaren Overige • Als de accu gedurende een lange tijd niet gebruikt wordt, laadt u deze eenmaal per jaar volledig op en verbruikt u de lading volledig met uw camera, voordat u de accu weer bewaart op een droge, koele plaats. Herhaal deze oplaaden verbruikprocedure eenmaal per jaar om een goede werking van de accu te behouden. • Als u de acculading volledig wilt opgebruiken, zet u de camera in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 40) totdat de camera uitgeschakeld wordt. • Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de bijgeleverde accuhouder gebruiken voor transport en bewaring. NL 123 De acculader x De acculader • Laadt met behulp van de acculader die bij uw camera werd geleverd, geen andere accu op dan een NP-BG-accu. Als u andere accu’s dan de bijgeleverde accu probeert op te laden, kunnen deze gaan lekken, oververhit raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel als gevolg van elektrocutie en brandwonden ontstaat. • Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u blijft opladen, bestaat de kans op lekkage, oververhitting, explosie of elektrische schokken. • Als het CHARGE-lampje knippert, kan dit een accufout aangeven of het feit dat een andere accu dan het opgegeven type is geplaatst. Controleer of de geplaatste accu van het opgegeven type is. Als de accu van het opgegeven type is, haalt u de accu eruit, vervangt u deze door een nieuwe of een andere, en controleert u of de acculader nu wel goed werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan een accufout zijn opgetreden. • Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de accu niet goed wordt opgeladen. Maak de acculader schoon met een droge doek, enz. NL 124 Het Cyber-shot Station gebruiken Met het Cyber-shot Station (niet bijgeleverd) kunt u de camera gemakkelijk opladen. Plaats de camera gewoon in het Cyber-shot Station en het opladen begint automatisch. Terwijl de accu wordt opgeladen, kunt u de lading controleren aan de hand van de CHARGE-lampjes op het Cyber-shot Station. De afstandsbediening van het Cyber-shot Station maakt het mogelijk de volgende bedieningen op afstand uit te voeren. – Beelden weergeven op een TV – Diavoorstelling – Weergavezoom – Trimmen Als een PictBridge-compatibele printer is aangesloten, kunnen bovendien beelden worden afgedrukt met behulp van de afstandsbediening. Voor verdere informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het Cyber-shot Station. Overige NL 125 Voorzorgsmaatregelen x Laat de camera niet liggen op de volgende plaatsen • Op zeer warme plaatsen Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde auto, kan de camerabehuizing door de hitte vervormen, waardoor een storing kan optreden. • Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron De camerabehuizing kan verkleuren of vervormen, waardoor een storing kan optreden. • Op plaatsen onderhevig aan trillingen • In de buurt van een sterk magnetisch veld • Op zanderige of stoffige plaatsen Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de camera een storing optreden en in bepaalde gevallen kan deze storing niet worden verholpen. x Vervoeren Als de camera in de achterzak van uw broek of jurk zit, mag u niet in een stoel of op een andere plaats gaan zitten omdat, de camera hierdoor beschadigd kan worden of defect kan raken. x Reiniging Het LCD-scherm reinigen Als het LCD-scherm vuil is vanwege vingerafdrukken of stof, raden wij u aan om het schermoppervlak met een zachte doek schoon te maken. Bij gebruik van de LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) mag u de reinigingsvloeistof niet rechtstreeks op het LCD-scherm aanbrengen. Gebruik een reinigingspapiertje dat met deze vloeistof bevochtigd is. Reiniging van de lens Veeg de lens schoon met een zachte doek om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. NL 126 De buitenkant van de camera reinigen Maak de buitenkant van de camera schoon met een zachte doek bevochtigd met water en veeg het oppervlak daarna droog met een droge doek. Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen beschadigen. • Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine, alcohol, wegwerpreinigingsdoeken, insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden, enz. • Raak de camera niet aan als bovenstaande middelen op uw handen zit. • Laat de camera niet langdurig in contact met rubber of vinyl. x Bedrijfstemperatuur Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van opnamen op extreem koude of warme plaatsen met temperaturen die buiten het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen. x Condensvorming Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken. Condensvorming treedt gemakkelijk op wanneer: • De camera van een koude plaats, zoals een skihelling, naar een goed verwarmde ruimte wordt overgebracht. • De camera bij warm weer vanuit een kamer of auto met airconditioning mee naar buiten wordt genomen, enz. Hoe condensvorming te voorkomen Wanneer u de camera vanuit een koude naar een warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera in een goed gesloten plastic zak en laat u deze gedurende ongeveer een uur wennen aan de nieuwe omgevingsomstandigheden. Wanneer er condensvorming optreedt Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn. x Interne oplaadbare batterij Deze camera is uitgerust met een interne, oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede andere instellingen bij te houden, ongeacht of de camera is ingeschakeld of niet. Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van de camera voortdurend opgeladen. Indien u de camera echter alleen voor korte perioden gebruikt, raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na circa één maand volledig uitgeput. In dat geval moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u de camera gaat gebruiken. Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt, kunt u de camera toch gebruiken zolang u de datum en tijd niet opneemt. Oplaadprocedure voor de interne, oplaadbare batterij Plaats een opgeladen accu in de camera, of sluit de camera met behulp van de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) aan op een stopcontact, en laat de camera gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen. Oplaadprocedure voor de accu t stap 1 in "Lees dit eerst" Overige NL 127 Technische gegevens Camera [Stroomvoorziening, algemeen] Spanning [Systeem] Beeldsysteem 9,10 mm (1/1,8 type) kleurenCCD, primair kleurenfilter Totaal aantal pixels van de camera Ong. 8 303 000 pixels Effectief aantal pixels van de camera Ong. 8 068 000 pixels Lens Carl Zeiss Vario-Tessar 3× zoomlens f = 7,9 – 23,7 mm (38 – 114 mm omgerekend naar een 35 mm fotocamera) F2,8 – 5,4 Belichtingsregeling Automatische belichting, Handmatige belichting, Scènekeuze (8 functies) Witbalans Automatisch, Daglicht, Bewolkt, Fluorescerend, Lamplicht, Flitser Bestandsformaat (voldoet aan DCF) Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2 voldoet aan JPEG, DPOFcompatibel Bewegende beelden: Voldoet aan MPEG1 (mono) Opnamemedium Intern geheugen (26 MB) "Memory Stick Duo" Flitser Aanbevolen afstand (ISO ingesteld op Auto): Ong. 0,20 m tot 5,0 m (W), 0,34 m tot 2,6 m (T) [Ingangs- en uitgangsaansluitingen] Multifunctionele aansluiting USB-verbinding Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) [LCD-scherm] LCD-scherm 7,5 cm (3 type) TFT-aansturing Totaal aantal beeldpunten 230 400 (960×240) beeldpunten NL 128 Oplaadbare accu NP-BG1, 3,6 V Netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd), 4,2 V Stroomverbruik (tijdens opname) 1,3 W Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen 96,7 × 61,1 × 22,7 mm (B/H/D, exclusief uitstekende delen) Gewicht Ong. 185 g (inclusief NP-BG1 accu, polsriem, aanraakpen, enz.) Microfoon Electret-condesatormicrofoon Luidspreker Dynamische luidspreker Exif Print Compatibel PRINT Image Matching III Compatibel PictBridge Compatibel BC-CSG acculader Voeding 100 tot 240 V wisselstroom van 50/60 Hz, 2W Uitgangsspanning 4,2 V gelijkstroom, 0,25 A Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen Ong. 62 × 24 × 91 mm (B/H/D) Gewicht Ong. 75 g Oplaadbare accu NP-BG1 Gebruikte accu Lithiumion-accu Maximale spanning 4,2 V gelijkstroom Nominale spanning 3,6 V gelijkstroom Capaciteit 3,4 Wh (960 mAh) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Overige NL 129 Index Index A Album controleren ............... 71 Computer.............................. 77 Aanraakpen...........................17 Auto Review ........................ 66 Aanraakscherm Automatische instelfunctie Aanbevolenomgeving................. 78, 91 Aansluiten Computer.......................81 Printer............................96 TV ...............................101 Aantal beelden/ opnameduur...................24 Accu....................................123 Accu-restladingsindicator t stap 1 in "Lees dit eerst" Levensduur van de accu ...............................27 Opladen t stap 1 in "Lees dit eerst" Plaatsen/Verwijderen t stap 1 in "Lees dit eerst" Macintosh......................91 Software ........................ 88 Beeldbestandgeheugenlocaties........... 85 Windows........................ 77 Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen ......... 85 Condensvorming ................126 Beeldeffect ........................... 52 Cyber-shot Station .............. 125 Beelden afdrukken in een winkel ........................... 99 D Beelden kopiëren naar uw computer ....................... 79 Beeldformaat........................ 14 t stap 5 in "Lees dit eerst" Contrast ................................ 53 Dag&Tijd.............................. 64 Daglicht ................................ 48 Datum ................................... 64 Datum/Tijd ...........................64 Beeldkwaliteit ................ 14, 49 DC IN aansluiting................. 17 Behuizing ............................. 76 De camera in het buitenland gebruiken t stap 1 in "Lees dit eerst" Acculader............................124 Bestandsnummer.................. 74 t stap 1 in "Lees dit eerst" Besturingssysteem ......... 78, 91 Achteruitspoelen/ Vooruitspoelen t stap 7 in "Lees dit eerst" Bewolkt ................................ 48 Bestandsnaam ...................... 85 Beveiliging ........................... 55 Burst..................................... 50 C t stap 6 in "Lees dit eerst" Camera 1 .............................. 63 AF-bereikzoekerframe....34, 35 CD-ROM........................ 79, 92 Afdrukken.............................94 Compressieverhouding......... 15 Camera 2 .............................. 66 De klok instellen t stap 2 in "Lees dit eerst" Diafragma.............................11 diavoorstelling ......................40 Digitale zoom ....................... 63 DirectX ................................. 78 DPOF....................................99 Dradenkruis van de spot lichtmeting ....................48 E Enkelbeeldfunctie..........95 Effectief aantal pixels .........128 Indexfunctie...................95 Elektronische transformator t stap 1 in "Lees dit eerst" AF-functie ............................63 AF-verlichting ......................66 Album ...................................37 130 Beelden kopiëren.....79, 91 B Belichting............................. 11 Afdrukmarkering ..................99 NL Automatische scherpstelling ................ 10 Accu opladen t stap 1 in "Lees dit eerst" AE/AF-vergrendelingsindicator Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera ...........................87 t stap 6 in "Lees dit eerst" t stap 4 in "Lees dit eerst" Enkel..................................... 63 Enkelbeeldafdrukfunctie ...... 95 EV .........................................32 K Exposure Bracket..................50 Kaarslichtfunctie .................. 29 Onderdelen ....................46 Extensie ..........................85, 87 Kabel voor de multifunctionele aansluiting....... 81, 96, 101 Opnamestand.................48 F Kalibratie.............................. 76 Menu voor opnemen .............48 Fijn........................................49 Kleur............................... 14, 43 Menu voor weergeven ..........54 Flitser ....................................49 Klokinstel. ............................ 75 Midden-AF ...........................34 Flitsniveau.............................52 Kopiëren ............................... 69 Mode.....................................50 Menu.....................................45 Fluorescerend........................48 Weergeven .....................54 Monitor .................................63 Formaat veranderen ..............57 L Monochroom ........................52 Formatteren...............67, 68, 71 Lamplicht ............................. 49 MPG .....................................86 Foutcodes en meldingen .....117 Landschapsfunctie................ 29 Multi AF ...............................34 F-waarde ...............................12 Lange sluitertijd NR....... 19, 31 Multi Burst............................50 LCD-achterverlichting ......... 73 G LCD-scherm........ zie "Scherm" Multifunctionele aansluiting .....................17 Geprogrammeerd automatisch opnemen ........................28 Lichtmeetfunctie .................. 48 Multipoint-AF.......................34 Lichtmeting met meerdere patronen ........................ 48 Music Transfer..........88, 89, 93 Muziek formatteren ..............72 Histogram .......................22, 33 Lichtmeting met nadruk op het midden .......................... 48 I M ImageMixer VCD2 .........88, 92 M AF .................................... 63 Indexafdrukfunctie................95 Macintosh-computer ............ 91 Indexscherm t stap 7 in "Lees dit eerst" Map ...................................... 54 H Muziek downloaden .............72 N Netspanningsadapter.............17 Aanbevolen-omgeving .. 91 t stap 1 in "Lees dit eerst" NTSC ....................................75 Aanmaken ..................... 68 O Wijzigen ........................ 69 Onderbelichting ....................12 Indicator.............. zie "Scherm" Mass Storage ........................ 74 Opdelen.................................59 Initialiseren ...........................73 Meegeleverde accessoires t in "Lees dit eerst" Opname functie ....................50 Memory Stick....................... 68 Opnamemap wijzigen ...........69 "Memory Stick Duo".......... 121 Opnemen van bewegende beelden t stap 6 in "Lees dit eerst" Indicator van AFbereikzoekerframe ...34, 35 Installeren .................79, 88, 92 Instelling Bracket-functie .....52 Intern geheugen ..............25, 67 Interne oplaadbare batterij ...127 ISO............................11, 13, 49 Aantal beelden/ opnameduur .................. 24 J Schrijfbeveiligingsschakelaar...121 JPG........................................86 Index Interval ..................................52 Plaatsen/Verwijderen t stap 3 en 4 in "Lees dit eerst" Opnamemap maken ..............68 Optische zoom ......................63 Overbelichting ......................12 NL 131 P Setup ........................ 53, 60, 62 VGA t stap 5 in "Lees dit eerst" PAL.......................................75 Album ........................... 71 PC .................... zie "Computer" Camera 1....................... 63 PFX.......................................52 Camera 2....................... 66 PictBridge.......................74, 95 Intern geheugen ............ 67 PicturePackage .....................88 Memory Stick ............... 68 Pieptoon................................73 Setup 1 .......................... 72 Volume t stap 7 in "Lees dit eerst" Pixel......................................14 Setup 2 .......................... 73 Voorzorgsmaatregelen ........ 126 Plaats van de onderdelen ......16 Setup 3 .......................... 74 Vuurwerkfunctie................... 29 Polsriem t in "Lees dit eerst" Setup 4 .......................... 76 Setup 1 ................................. 72 W Precisie-digitale-zoom..........63 Setup 2 ................................. 73 Wazige beelden..................... 11 Problemen oplossen............103 Setup 3 ................................. 74 WB ....................................... 48 PTP .......................................74 Setup 4 ................................. 76 Weergave ....... zie "Weergeven" Punt lichtmeting ...................48 Slimme-zoomfunctie............ 63 Weergave/bewerken.............. 28 Punt-AF ................................35 Sluitertijd ....................... 11, 12 Sneeuwfunctie...................... 29 R Weergavezoom t stap 7 in "Lees dit eerst" Software ............................... 88 Weergeven Rechtstreeks afdrukken ........95 Standaard ............................. 49 Reiniging ............................126 Strandfunctie........................ 29 Video-CD .......................88, 92 Video-uit............................... 75 Bewegende beelden t stap 7 in "Lees dit eerst" Roteren .................................58 T S Taal....................................... 73 Stilstaand beeld t stap 7 in "Lees dit eerst" S AF......................................63 Technische gegevens.......... 128 Windows-computer .............. 77 Scènekeuzefunctie ................29 Tekenen ................................ 43 Schemerfunctie.....................29 Toets voor "aanraakscherminschakeltoets" Schemer-portretfunctie .........29 t stap 4 in "Lees dit eerst" Scherm Tot halverwege indrukken.... 10 Indicator ........................18 Trimmen............................... 61 Z LCD-achterverlichting... 73 TV ...................................... 101 Zachte-opnamefunctie .......... 29 Scherpstelling-voorkeuze .....35 U Scherpte ................................53 USB-aansluiting................... 74 Schrijfbeveiligingsschakelaar... 121 USB-stuurprogramma.......... 79 Schrijven in het album..........71 V Sepia .....................................52 Vermindering van het rodeogeneffect ..................... 65 Verzadiging .......................... 53 132 Witbalans.............................. 48 Het weergavescherm veranderen .....................22 Scherpstellen ..................10, 34 NL Aanbevolen-omgeving...78 Wissen t stap 7 in "Lees dit eerst" Zelfdiagnosefunctie ............ 117 Z-W ......................................52 Handelsmerken • • • • • • • • en Cyber-shot Station zijn handelsmerken van Sony Corporation. "Memory Stick", , "Memory Stick PRO", , "Memory Stick Duo", , "Memory Stick PRO Duo", , "MagicGate" en zijn handelsmerken van Sony Corporation. PicturePackage is een handelsmerk van Sony Corporation. Microsoft, Windows, Windows Media en DirectX zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook, PowerBook, Power Mac en eMac zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Intel, MMX en Pentium zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation. Alle andere in deze gebruiksaanwijzing vermelde systeem- en productnamen zijn in het algemeen handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ontwikkelaars of fabrikanten. Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende gevallen weggelaten. NL 133
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267

Sony DSC-N1 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen