Documenttranscriptie
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
Störungsbehebung
Gebruiksaanwijzing/
Problemen oplossen
DE
NL
DSC-N1
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
„Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band)
Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für Aufnahme/Wiedergabe mit
Ihrer Kamera.
"Lees dit eerst" (los boekje)
Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/weergeven met uw camera.
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf
Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Printed in Japan
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der
Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door vóórdat u de camera
voor het eerst bedient, en bewaar ze voor latere naslag.
© 2005 Sony Corporation
2-652-806-43(1)
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Voor klanten in Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Voor klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
NL
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Deze camera gebruikt het ICopnamemedium "Memory Stick Duo". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken in uw
camera.
• De accu kan zelfs worden opgeladen als deze
nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs
als de accu niet volledig opgeladen is, de
gedeeltelijke lading van de accu gewoon
gebruiken.
• Als u van plan bent de accu gedurende een lange
tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de
resterende lading, verwijdert u daarna de accu
uit de camera, en bewaart u deze op een droge,
koele plaats. Dit dient om de functies van de
accu te behouden (blz. 123).
• Voor verdere informatie over bruikbare accu's,
zie blz. 123.
Carl Zeiss-lens
"Memory Stick": U kunt in deze
camera geen "Memory Stick"
gebruiken.
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens, die scherpe beelden met
uitstekend contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
Geen compensatie voor de inhoud van
de opnamen
• Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie blz. 121.
• Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"compatibel apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te steken.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de accu
• Laad de bijgeleverde NP-BG1 accu op alvorens
de camera voor het eerst te gebruiken. (t stap 1
in "Lees dit eerst")
NL
Ingebouwd geheugen en reserve
"Memory Stick Duo"
• Schakel de camera niet uit en verwijder de accu
of de "Memory Stick Duo" niet terwijl het
toegangslampje brandt, omdat hierdoor de
gegevens in het ingebouwde geheugen of op de
"Memory Stick Duo" kunnen worden
beschadigd. Bescherm uw gegevens altijd door
een reservekopie te maken. Zie bladzijde
26 voor het maken van een reservekopie.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
• Deze camera is niet stofdicht, niet
spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees
"Voorzorgsmaatregelen" (blz. 126) alvorens de
camera te bedienen.
• Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
NL
3
• Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
• Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Hierdoor kan een storing in de camera
ontstaan.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
• Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
• Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 126).
• Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en
het weigeren om beelden op te nemen, maar kan
ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
• Maak het venster van de flitser schoon vóór
deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het
afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het
venster van de flitser doen verbranden of
vastbakken waardoor onvoldoende licht het
voorwerp bereikt.
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie,
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
effectief bruikbaar is. Soms kunnen er op het
LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw,
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
Zwarte (witte/rode/
blauwe/groene)
punten
NL
4
• Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele DCF
(Design rule for Camera File system)-norm
zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De accu voorbereiden
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
4 Bediening van het aanraakscherm
5 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
6 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
7 Beelden weergeven/wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiksaanwijzing
• Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen/Handmatig opnemen)
t blz. 28
• Bekijk uw beelden met Album (album), Slide Show
(diavoorstelling), en Paint (tekenprogramma)
t blz. 37, 40, 43
• Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 45
• De standaardinstellingen veranderen t blz. 62
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiksaanwijzing
• Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 77
• Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibel printers)
t blz. 95
NL
5
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden ..................................................... 10
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................. 10
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 11
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 14
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 14
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 16
Indicators op het scherm ........................................................................ 18
Het weergavescherm veranderen ........................................................... 22
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 24
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne
geheugen) ........................................................................................25
Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/
bekeken .................................................................................................. 27
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken ........................................ 28
Het album gebruiken ............................................................................... 37
Gebruik van de diavoorstelling................................................................ 40
Op het beeld tekenen.............................................................................. 43
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 45
Menuonderdelen ................................................................................ 46
Menu voor opnemen ............................................................................... 48
NL
6
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
BRK (Bracket-stap)
M (Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
Menu voor weergeven .............................................................................54
(Album)
(Album verlaten)
(Diavoorstelling)
(Kleuren)
(Wissen)
(Volumeniveau)
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
(Trimmen)
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................62
1
Camera 1 ...........................................................................................63
AF-functie
Digitale zoom
Datum/Tijd
Rode-ogeneff.
2
Camera 2 ...........................................................................................66
AF-verlicht.
Auto Review
Intern geheugen.................................................................................67
Formaat
Memory Stick.....................................................................................68
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Album ...............................................................................................71
Schrijven in album
Formaat
Album controleren
NL
7
1
Setup 1............................................................................................... 72
Downl. muz.
Format. muz.
2
Setup 2............................................................................................... 73
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
Initialiseren
3
Setup 3............................................................................................... 74
Bestandsnr.
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
4
Setup 4............................................................................................... 76
Kalibratie
Behuizing
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 77
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 79
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera
(met behulp van een "Memory Stick Duo") ............................................. 87
De bijgeleverde software gebruiken ........................................................ 88
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 91
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 94
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel
printer ........................................................................................95
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 99
Uw camera op een tv aansluiten
Beelden bekijken op een tv-scherm...................................................... 101
NL
8
Problemen oplossen
Problemen oplossen..............................................................................103
Foutcodes en meldingen .......................................................................117
Overige
Over de "Memory Stick" ........................................................................121
Informatie over de accu .........................................................................123
De acculader .........................................................................................124
Het Cyber-shot Station gebruiken .........................................................125
Voorzorgsmaatregelen ..........................................................................126
Technische gegevens ............................................................................128
Index ....................................................................................................130
NL
9
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen
Belichting
Kleur
Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u
hoe u de diverse camerafuncties moet
gebruiken door het aanraken van de toetsen op
het scherm.
Scherp- Het onderwerp met succes scherpstellen
stellen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Druk de sluiterknop
gelijk helemaal in.
Druk de
sluiterknop tot
halverwege in.
AE/AFvergrendelingsindicator
Knipperende indicator
, Indicator brandt/piept
Druk daarna de
sluiterknop
helemaal in.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t [Scherpstellen]
(blz. 34)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (op de volgende pagina).
NL
10
Tips om wazige beelden te voorkomen
De camera leren gebruiken
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren
door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een
statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is.
Belichting De lichtintensiteit instellen
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting:
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium
NL
11
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
Handmatige belichting:
Hiermee kunt u de sluitertijd en
diafragmawaarde handmatig instellen.
t blz. 31
EV:
Hiermee kunt u de belichting die door de
camera is ingesteld veranderen.
t blz. 32
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de
belichting in te stellen. t blz. 48
NL
12
Eigenschappen van "sluitertijd"
Eigenschappen van "diafragma"
(F-waarde)
Korter
Bewegende
onderwerpen lijken
gestopt.
Open
Het
scherpstellingsbereik wordt kleiner,
zowel aan de
voorkant als aan de
achterkant.
Langer
Bewegende
onderwerpen lijken
te zweven.
Dicht
Het
scherpstellingsbereik wordt groter,
zowel aan de
voorkant als aan de
achterkant.
De ISO-gevoeligheid instellen
De camera leren gebruiken
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 49
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Als de belichting onvoldoende is kan het beeld echter donkerder woorden.
NL
13
Kleur
Over het effect van de lichtbron
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
Weer/lichtbron
Eigenschappen van
het licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Lamplicht
Wit (standaard)
Blauwachtig
Blauwgetint
Roodachtig
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 48).
Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 8M
3264
3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels
640
2448
NL
14
480
Pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 5 in "Lees dit eerst")
Pixel
Voorbeeld: Afdrukken
tot A3-formaat
Weinig
beeldpunten (Lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: Beeld
versturen als bijlage
bij e-mailberichten
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Beeldformaat
De camera leren gebruiken
Veel beeldpunten
(Hoge beeldkwaliteit
en groot bestand)
.
Aanwijzingen voor gebruik
8M (3264×2448)
Groter
Voor opslag van belangrijk beeldmateriaal of
afdrukken van beelden op A3-formaat of A4-formaat
beelden met hoge resolutie
3:2* (3264×2176)
5M (2592×1944)
Voor afdrukken op A4-formaat of beelden met een
hoge resolutie op A5-formaat
3M (2048×1536)
1M (1280×960)
VGA(E-Mail)
(640×480)
16:9(HDTV)**
(1920×1080)
Voor afdrukken op briefkaartformaat
Kleiner
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het versturen van beelden met e-mailberichten,
of voor het maken van webpagina’s
Voor het bekijken van beelden op een
breedbeeldtelevisie of Hi-Vision-compatibele
televisie***
* De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
** Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 114).
*** U kunt de beelden in een hogere beeldkwaliteit bekijken als de televisie een "Memory Stick"aansluiting heeft of aangesloten is met behulp van USB.
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 49)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
NL
15
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
3
1
2
1
5
2
4
5
6
7
3
4
6
7
A POWER-toets/POWER-lampje
(t stap 2 in "Lees dit eerst")
B Sluiterknop (t stap 6 in "Lees dit
eerst")
8
qs
9
qd
q;
qa
A Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(t stap 6 in"Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/
(Index) toets
(t stap 7 in "Lees dit eerst")
C Flitser (t stap 6 in "Lees dit eerst")
D Zelfontspannerlampje (t stap 6 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (66)
E Microfoon
B LCD-scherm (22)/aanraakscherm
(t stap 4 in "Lees dit eerst")
F Luidspreker
C Oog voor polsriem (t "Lees dit eerst")
G Lens
D Functieknop (28)
E
toets (aanraakscherminschakeltoets) (t step 4 in "Lees dit
eerst")
F Deksel van de accu/"Memory Stick
Duo" (t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst")
G
(Schermweergave aan/uit)-toets
(22)
H Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit
eerst")
I "Memory Stick Duo"-gleuf
(t stap 3 in "Lees dit eerst")
J Accu-insteekgleuf
(t stap 1 in "Lees dit eerst")
K Accu-uitwerphendel
(t stap 1 in "Lees dit eerst")
NL
16
L Schroefgat voor statief (onderkant)
De aanraakpen bevestigen
Bevestig de aanraakpen aan de polsriem
zoals hieronder weergegeven.
Houdt de camera bij het dragen niet bij de
aanraakpen vast. De camera kan dan vallen.
De camera leren gebruiken
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera
niet stevig bevestigen op een statief waarvan
de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien
kan hierdoor de camera beschadigd worden.
M Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Bij gebruik van de AC-LS5K AC
adapter (niet bijgeleverd)
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
1 Naar DC
IN aanKabel voor de
sluiting
multifunctionele
aansluiting
v merkteken
(bijgeleverd)
3 Naar
stopcontact
NL
17
Indicators op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A
Scherm
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
Bij opname van stilstaande beelden
z
VGA
AE/AF-vergrendeling (t
stap 6 in "Lees dit eerst")
FINE
400
1
3
C:32:00
Indicatie
M
BRK
Opnamefunctie (28, 50)
ISO400
0.7EV
4
Witbalans (48)
WB
STBY
OPNEMEN
2
+2.0EV F3.5
125
MAF
5
Standby/Opname voor
bewegende beelden (t
stap 6 in "Lees dit eerst")
Camerafunctie
(Scènekeuze) (29)
Bij opname van bewegende beelden
Camerafunctie
(Programma/Handmatig)
(28)
SL
Flitsfunctie (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Opladen flitser
1.3
Zoomvergroting (t 63,
stap 6 in "Lees dit eerst")
Vermindering van het rodeogeneffect (65)
Scherpte (53)
Verzadiging (53)
Contrast (53)
ON
AF-verlichting (66)
Lichtmeetfunctie (48)
Beeldeffect (52)
Behuizingfunctie (76)
NL
18
B
Scherm
Scherm
Indicatie
Datum/Tijd (64)
Histogram (22, 33)
ISO-nummer (49)
• Als de sluitertijd gelijk is
aan of langer is dan
1/6 seconde, wordt
automatisch de NR langesluitertijdfunctie
ingeschakeld om de
beeldruis te verminderen.
125
Sluitertijd (31)
F3.5
Diafragmawaarde (31)
+2.0EV
Belichtingswaarde (32)
D
Scherm
• Geeft aan dat trillingen
kunnen verhinderen dat de
beelden scherp worden
opgenomen als gevolg van
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
flitser te gebruiken om een
betere belichting te
verkrijgen, of het statief
o.i.d. te gebruiken om de
camera te stabiliseren.
Indicatie
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
16:9
FINE
640
Beeldformaat (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
STD
640
E
Waarschuwing voor
zwakke accu (27, 117)
+
Dradenkruis van de
spotlichtmeting (48)
160
FINE STD
101
Beeldkwaliteit (49)
Indicatie
Trillingswaarschuwing (11)
C
Scherm
Bracket-stapwaarde (52)
De camera leren gebruiken
±0.7EV
Lange sluitertijd NR
Indicatie
Opnamemap (68)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
AF-bereikzoekerframe (34)
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(25)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (24)
E
Scherm
Album (37)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (24, 25)
1/30"
Multi Burst-interval (52)
400
Resterend aantal
opneembare beelden (24,
25)
Zelfontspanner (t stap 6
in "Lees dit eerst")
C:32:00
Indicatie
Macro (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
S AF M AF
AF-functie (63)
Indicator van AFbereikzoekerframe (34)
1.0m
Scherpstellingvoorkeuzeafstand (34)
Zelfdiagnosefunctie (117)
NL
19
Bij weergave van stilstaande beelden
M
1
1.3
2
A
Scherm
VGA
12/12
C:32:00 101-0012
2005 1 1
9:30 AM
+2.0EV
ISO400
3
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
Opnamefunctie (28, 50)
M
4
500 F3.5
Indicatie
N
Weergave (t stap 7 in
"Lees dit eerst")
-
Beveiliging (55)
Afdrukmarkering (DPOF)
(99)
Map veranderen (54)
Bij weergave van bewegende beelden
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
1.3
Stap
12/16
Zoomvergroting (t stap 7
in "Lees dit eerst")
Beeld-voor-beeld-weergave
(50)
Behuizingfunctie (76)
B
Scherm
Indicatie
Histogram (22, 33)
•
wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
Weergavebalk (t stap 7 in
"Lees dit eerst")
Navigatiebalk (22)
NL
20
C
Scherm
Indicatie
3:2
5M
1M
VGA
16:9
FINE
640
Diafragmawaarde (31)
Beeldformaat (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
STD
640
Weergavebeeld (t stap 7
in "Lees dit eerst")
2005 1 1
9:30 AM
160
PictBridge-aansluiting (95)
101
Indicatie
F3.5
Opnamemap (68)
De camera leren gebruiken
8M
3M
Scherm
Opgenomen datum/tijd van
het weergavebeeld (64)
Volume (t stap 7 in "Lees
dit eerst")
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
101
Weergavemap (54)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(25)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (24)
Albumweergave (37)
101-0012
Map-bestandsnummer (54)
8/8 12/12
Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (117)
00:00:12
Teller (t stap 7 in "Lees
dit eerst")
D
Scherm
Indicatie
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen
(97)
+2.0EV
Belichtingswaarde (32)
ISO-nummer (49)
Lichtmeetfunctie (48)
Flitser
WB
Witbalans (48)
500
Sluitertijd (31)
NL
21
Het weergavescherm veranderen
Bij iedere druk op de
(Schermweergave
aan/uit)-toets, verandert het scherm als
volgt.
Histogram aan
1M
S AF
Histogram scherm
(blz. 33)
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Andere beelden kiezen door met uw
vinger over het scherm te schuiven
Door het scherm aan te raken kunt u in de
weergavestand het voorgaande of volgende
beeld kiezen.
Om hiervan gebruik te kunnen maken moet
u de toetsen van het aanraakscherm
uitschakelen door op de
toets
(aanraakscherm-inschakeltoets) te drukken.
Indicators uit
Het andere beeld
verschijnt als u uw vinger
van het scherm haalt.
S AF
Indicators aan
1M
• Bij het bekijken van de beeldopnamen op een
televisie (blz. 101), kunt u geen ander beeld
kiezen door met uw vinger te schuiven.
Stilstaande beelden
S AF
Voorgaand
beeld
• Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens
de weergave beeldinformatie afgebeeld.
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet afgebeeld:
Tijdens het opnemen
– het menu wordt afgebeeld.
– bewegende beelden worden opgenomen
Tijdens het weergeven
– het menu wordt afgebeeld.
– In de indexfunctie
– u de weergavezoom gebruikt.
– u stilstaande beelden roteert.
– bewegende beelden worden weergegeven
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt afgebeeld tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat.
– de sluitertijd lang of kort is.
NL
22
Volgend
beeld
Schuif uw vingertop naar rechts om het volgende
beeld te bekijken, of naar links om het vorige
beeld te bekijken.
Weergavezoom
Door uw vinger naar boven, beneden, rechts of
links te bewegen kunt u het verborgen gedeelte
van het beeld op het scherm weergeven.
De camera leren gebruiken
Bewegende beelden
Raak het scherm aan om de weergave te laten
beginnen.
Schuif uw vinger tijdens weergave naar rechts of
links om de bewegende beelden versneld in
voorwaartse of achterwaartse richting weer te
geven.
Raak het scherm tijdens weergave nog een keer
aan om te pauzeren.
.
• Tijdens het weergeven van beelden opgenomen
in de Multi Burst-functie, raakt u het scherm aan
om de weergave te pauzeren. Schuif uw vinger
over het scherm naar rechts of links om naar de
volgende of voorgaande frames te gaan.
NL
23
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in
deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.)
(Eenheden: Beelden)
Capaciteit
Formaat
32MB
8M
3M
1M
VGA(E-Mail)
16:9(HDTV)
•
•
•
•
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
8
16
32
59
121
247
15
30
60
109
223
456
934
8
16
32
59
121
247
506
15
30
60
109
223
456
934
12
25
51
92
188
384
789
23
48
96
174
354
723
1482
20
41
82
148
302
617
1266
37
74
149
264
537
1097
2250
50
101
202
357
726
1482
3038
93
187
376
649
1320
2694
5524
196
394
790
1428
2904
5928
12154
491
985
1975
3571
7261
14821
30385
33
66
133
238
484
988
2025
61
123
246
446
907
1852
3798
3:2
5M
64MB
506
Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
De grootte van een enkel beeld is 1M wanneer [Mode] is ingesteld op [Multi Burst].
Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999" afgebeeld.
U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 57).
De opnameduur van bewegende beelden
Capaciteit
Formaat
640(Fijn)
32MB
64MB
(Eenheden: uren : minuten : seconden)
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
0:25:18
–
–
–
0:02:57
0:06:02
0:12:20
640(Standaard)
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
0:44:27
1:31:09
160
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
11:44:22
24:18:25
• Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO Duo".
• Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 14.
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera,
kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
NL
24
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen
in het interne geheugen)
De camera heeft een intern geheugen van 26 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
De camera leren gebruiken
• Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd) is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick
Duo" opgenomen.
[Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
B
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
B
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Intern
geheugen
Het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van bewegende beelden, die kunnen worden
opgeslagen in het interne geheugen, zijn als volgt.
Het aantal stilstaande beelden (Wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel; en op [Standaard], zie onderste regel.)
(Eenheden: Beelden)
Formaat
Capaciteit
26MB
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
16:9
6
6
10
16
40
158
26
12
12
19
29
75
397
49
De opnameduur van bewegende beelden
(Eenheden: uren : minuten : seconden)
Formaat
Capaciteit
26MB
640(Standaard)
160
0:01:11
0:18:59
NL
25
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande
procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de
procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 69).
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf
Volg de procedure op bladzijden 79 t/m 84 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera
is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne
geheugen.
• Door de camera aan te sluiten op een computer met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting, kunt u de gegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar de
computer, maar u kunt niet de gegevens die in de computer zijn opgeslagen kopiëren naar het interne
geheugen.
NL
26
Gebruiksduur van de accu en aantal beelden dat
kan worden opgenomen/bekeken
• De acculading neemt af naarmate deze langer
wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van
de tijd (blz. 123).
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de gebruiksduur van de accu
neemt af onder de volgende omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is.
– Wanneer de flitser veelvuldig wordt gebruikt.
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt.
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt.
– Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat.
– Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat.
– Wanneer de accu zwak is.
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
• Het aantal opneembare beelden en de
gebruiksduur van de accu verandert niet met de
beeldgrootte.
De camera leren gebruiken
De tabellen geven bij benadering het
maximale aantal beelden aan dat kan
worden opgenomen/weergegeven tezamen
met de gebruiksduur van de accu wanneer u
beelden opneemt in de [Normaal] functie
met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur
van 25°C. Het aantal beelden dat kan
worden opgenomen of weergegeven maken
het mogelijk de "Memory Stick Duo" te
wisselen, indien noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
Weergeven van stilstaande beelden
Aantal beelden
Gebruiksduur van de
accu (min.)
Ong. 5800
Ong. 290
• Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
Gebruiksduur van de
accu (min.)
Ong. 140
• Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Bij opname van stilstaande beelden
Aantal beelden
Gebruiksduur van de
accu (min.)
Ong. 300
Ong. 150
• Opnemen in de volgende situaties:
–
(Beeldkwaliteit) staat op [Fijn].
– Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat.
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt.
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt.
– [Schrijven in album] is ingesteld op [Aan] in
het
(Setup) menu.
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat.
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat.
NL
27
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Stel de functieknop in op de gewenste functie.
Functieknop
: Opnemen van bewegende
beelden
t
stap 6 in "Lees dit eerst"
t
stap 7 in "Lees dit eerst"
: Weergave/bewerken
toets
(aanraakscherminschakeltoets)
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
:
Autom.: Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 6 in
"Lees dit eerst"
Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 46)
Handmatig: Opnamefunctie met handmatige belichting
Hiermee kunt u handmatig de belichting instellen (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde) (blz. 31). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het
menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 46)
: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène
(blz. 29).
NL
28
Scènekeuzefunctie
Schemer*
Neemt nachtscènes op afstand op
met behoud van de donkere
atmosfeer van de omgeving.
Landschap
Neemt landschappen, enz., op
door in de verte scherp te stellen.
Schemer-portret*
Neemt portretten op donkere
plaatsen op.
Strand
Neemt strand- en andere
waterscènes op waarbij het water
helder wordt opgenomen.
Kaarslicht*
Neemt scènes bij kaarslicht op
zonder de atmosfeer geweld aan
te doen.
Sneeuw
Neemt witachtige scènes helder
op.
Soft Snap
Neemt portretten op van mensen,
bloemen, enz., met een zachte
atmosfeer.
De camera leren gebruiken
De volgende functies zijn vooraf vastgelegd overeenkomstig veelvoorkomende
scèneomstandigheden.
Vuurwerk*
Vuurwerk wordt in zijn volle
pracht opgenomen.
* De sluitertijd wordt langer, dus is het verstandig een statief te gebruiken.
A Druk op
B Raak
(aanraakscherm-inschakeltoets).
(Camera) aan.
C Raak de gewenste functie aan.
D Neem het beeld op.
NL
29
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Macro Flitser
Burst/
AFScherpstelling BracketWitbalans Flitsniveau Exposure Bracket/
bereikzoeker -voorkeuze
stap
Multi Burst
—
—
—
SL
—
Autom./
—
—
WB
—
—
Midden-AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
—
—
—
—
—
—
/
/
/
—
NL
30
—
Handmatige belichting
Hiermee kunt u handmatig de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen.
A Druk op de
De camera leren gebruiken
toets (aanraakscherm-inschakeltoets).
B Raak
(Camera) aan t [Handmatig], en raak daarna
leggen en terug te keren naar het vorige scherm.
aan om de instelling vast te
M
MSET
160
F2.8
OFF
OFF
MENU
1M
De camera is ingesteld op handmatige belichting.
C Raak
aan.
D Pas de sluitertijd en de diafragmawaarde aan door v/V aan te raken.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F2,8, F4, of
F8.
Als de zoom in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F5,4, F8, F16.
U kunt de sluitertijd instellen tussen 1/1000 seconde en 30 seconden.
Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera, wordt op het
scherm afgebeeld als een EV-waarde (blz. 32). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest
geschikt is voor de camera.
E Neem het beeld op.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
• Bij de volgende instellingen wordt alleen de helderheid gewijzigd en niet de scherptediepte.
– Bij F4 en F8 als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat
– Bij F8 en F16 als de zoom in de uiterste groothoekstand (T-kant) staat
• Sluitertijden van 1 seconde of langer worden afgebeeld met [”], bijvoorbeeld: 1”.
• Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te
vermijden.
• Als u een sluitertijd van 1/6 seconde of langer instelt, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie
ingeschakeld om beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld.
• Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken.
NL
31
(EV)
Met deze instelling kunt u de belichting handmatig instellen.
Naar –
Naar +
A Druk op
B Stel
(aanraakscherm-inschakeltoets).
(Camera) in op een andere instelling dan [Autom.] of [Handmatig], en raak daarna
aan.
P
0EV
AUTO
OFF
OFF
MENU
C Raak
1M
(EV) aan.
D Kies een waarde door v/V aan te raken.
EV
+0.3EV
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV: De belichting wordt door de camera automatisch
ingesteld.
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 11
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
NL
32
z EV (Belichtingswaarde) instellen door een histogram af te beelden
1M
A
Helder
De camera leren gebruiken
B
Donker
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
(Schermweergave aan/uit) om het histogram
op het scherm af te beelden. De grafiek duidt op
een helder beeld wanneer deze rechterkant ervan
hoog is, en op een donker beeld wanneer de
linkerkant ervan hoog is. Kies [Programma] of
een van de standen van de scènekeuzefunctie
voor
(Camera) en pas de EV-waarde aan
terwijl u de belichting aan de hand van het
histogram in de gaten houdt.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen.
– Als
(Camera) is ingesteld op [Autom.] of [Handmatig]
– Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven
NL
33
9 (Scherpstellen)
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
A Druk op
B Stel
(aanraakscherm-inschakeltoets).
(Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna
aan.
C Raak 9 (Scherpstellen) aan.
D Raak de gewenste optie aan.
Multi-AF
(Multipoint-AF)
(Stilstaand beeld
(Bewegend beeld
)
)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in
het hele bereik van het zoekerframe (standaardinstelling). Als
(Camera) is ingesteld op [Autom.], wordt de
scherpstellingsfunctie onveranderlijk ingesteld op Multipoint AF.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
1M
98
AF-bereikzoekerframe
S AF
Midden-AF
(
)
Indicator van AFbereikzoekerframe
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het
zoekerframe.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste
beeldcompositie opnemen.
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AFbereikzoekerframe
NL
34
Punt-AF (Flexibel Punt AF)
( )
Hiermee wordt, door het AF-bereikzoekerframe te verplaatsen
naar een gewenste schermpositie, scherpgesteld op een zeer klein
onderwerp of een klein gebied.
De camera leren gebruiken
• Voor het instellen van Flexibel Punt AF, zie blz. 36.
• Deze functie is handig bij gebruik van een statief wanneer het
onderwerp zich niet in het midden van de zoeker bevindt.
• Voor het opnemen van bewegende beelden moet u de camera
zodanig richten dat het onderwerp niet buiten het AFbereikzoekerframe raakt.
1M
98
AF-bereikzoekerframe
S AF
(oneindige afstand)
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
Indicator van AFbereikzoekerframe
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp van
een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp. (Scherpstellingvoorkeuze)
• Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit opneemt, is
het moeilijk om scherp te stellen in de automatischescherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is het handig om
[Scherpstellen] te gebruiken.
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand in [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en
neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u digitale zoomfunkcie of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert
,
of
indicator en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 29).
NL
35
Gebruik van [Punt-AF]
A Stel
(Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna
B Raak 9 (Scherpstellen)t [Punt-AF] aan.
C Druk op
(aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten.
1M
98
S AF
D Raak de plaats aan waarop u de opname wilt scherpstellen.
1M
98
S AF
NL
36
aan.
Het album gebruiken
Bij opname van stilstaande beelden waarbij de
-indicator op het scherm afgebeeld wordt,
kunnen verkleinde kopieën van de originele beelden opgeslagen worden in het album
(blz. 71). Zelfs als de beelden uit het interne geheugen of van de "Memory Stick Duo" gewist
zijn, kunt u nog steeds de verkleinde kopieën uit het album bekijken.
De camera leren gebruiken
Intern
geheugen
• Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA] ([1M] voor beelden
opgenomen met Multi Burst) en [Standaard]-beeldkwaliteit. In het album kunnen maximaal 500 beelden
opgeslagen worden.
• Als bij albumweergave de camera uitgeschakeld wordt of de functieschakelaar in een andere stand gezet
wordt, stopt de albumweergave.
Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen
A Zet de functieknop op
.
B Raak [MENU] t [Album] aan.
De beelden in het album worden gegroepeerd volgens opnamedatum. De beelden worden per groep op
het indexscherm afgebeeld onder de naam "Deze datum".
A
B
C
2005
1
1
4
7
2005
2
9
10
11
2005
3
15
21
27
A Jaar van opname
B Maand van opname
C Dag van opname
MENU
NL
37
C Kies de "Deze datum" die u wilt weergeven met b/B en raak deze daarna aan.
Alle beelden waarvan de opname op "Deze datum" heeft plaatsgevonden worden op het indexscherm
weergegeven.
D
2005
1 1
10:30
10:38
10:45
10:48
10:50
11:07
11:11
10:30
11:27
E
D Jaar/maand/dag van opname
E Tijdstip van opname
MENU
• Als u wilt terugkeren naar het voorgaande indexscherm, moet u op
(index) drukken.
D Raak het beeld aan. (Als het gewenste beeld niet op het scherm wordt weergegeven, moet u
b/B aanraken totdat het op het scherm weergegeven wordt.)
Het gekozen beeld wordt weergegeven.
VGA
1/200
2005 1 1
10:30AM
MENU
• Om naar "Deze datum" terug te keren in het indexscherm moet u op
(index) drukken.
Beelden in het album wissen
Beelden op een enkelbeeldscherm wissen
A Geef het beeld dat u wilt wissen weer en raak daarna [MENU] aan om het menu af te
beelden.
B Raak [Wissen] t [Wissen] t [OK] aan.
Beelden op het indexscherm wissen
A Raak [MENU] aan op het scherm in stap 3 van "Beelden weergeven die in het album zijn
opgeslagen" om het menu weer te geven. (U kunt geen beelden wissen in "Deze datum" in
stap 2 van "Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen".)
B Raak [Wissen] t [Kiezen] aan.
C Raak het beeld aan dat u wilt wissen om er een
(wissen) markering op aan te brengen.
D Raak [OK] t [OK] aan.
• Om alle beelden in "Deze datum" te wissen moet u [Alles van deze datum] in stap 2 aanraken.
NL
38
De camera leren gebruiken
z Beeldbestanden in het album
• Als het album vol raakt worden de oude beeldbestanden automatisch gewist. Beveilig de
bestanden die u niet wilt wissen (blz. 55).
• Als het album vol is met beveiligde beeldbestanden, knippert
. U kunt beelden opslaan in het interne
geheugen of op de "Memory Stick Duo", maar u kunt geen beelden meer opslaan in het album. Als de
beveiliging verwijderd is van de overtollige beelden, kunt u weer beeldbestanden opslaan in het album.
• Voor het maken van een reservekopie van uw beeldbestanden in het album, moet u de procedure
uitvoeren, zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 69).
• Rechtstreekse overdracht van de beeldbestanden van het album naar een computer is niet mogelijk. Voer
de procedure uit zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 69). Kopieer de gewenste beeldbestanden op de
"Memory Stick Duo" en breng ze dan over naar de computer.
• Bestanden op een "Memory Stick Duo" of computer kunnen niet naar het album gekopieerd worden.
• Zelfs als de beelden die in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, beveiligd
worden, worden de verkleinde kopieën ervan in het album niet beveiligd. Op dezelfde manier, als de
verkleinde kopieën in het album beveiligd worden, zijn de daarbij horende beelden in het interne
geheugen of op de "Memory Stick Duo" niet beveiligd (blz. 55).
• Bij het trimmen of veranderen van het beeldformaat van de beelden in het interne geheugen of op de
"Memory Stick Duo" worden de daarbij horende beelden in het album niet gewijzigd.
• De volgende functies kunnen niet worden gebruikt bij de beelden opgeslagen in het album:
– Tekenen
– Een afdrukmarkering (DPOF) aanbrengen
– Afdrukken
– Formaat veranderen
– Trimmen
NL
39
Gebruik van de diavoorstelling
U kunt de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven
(diavoorstelling).
p
p
A Zet de functieknop op
.
p
2 Raak [MENU]t
[Diavoorstelling]t[Start] aan.
3 De diavoorstelling
begint.
De beelden opgeslagen in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" worden
weergegeven. Tijdens albumweergave worden de beelden in het album weergegeven.
Het volumeniveau van de muziek instellen
Druk tijdens weergave op
(aanraakscherm-inschakeltoets) en raak de toetsen +/– aan om
het volumeniveau aan te passen. U kunt ook in het menu [Volumeniveau] aanraken en het
volumeniveau instellen voordat u de diavoorstelling laat beginnen.
De diavoorstelling pauzeren
Raak het scherm aan. Raak [Verder] aan om de diavoorstelling te hervatten. De diavoorstelling
wordt hervat vanaf het beeld waarbij de pauzestand werd aangenomen, de muziek begint
echter opnieuw bij het begin.
Voor weergave van de vorige/volgende afbeelding
Raak
/
aan in de pauzestand.
De diavoorstelling stoppen
Raak [Sluiten] aan in de pauzestand.
• Weergave van een diavoorstelling is niet mogelijk terwijl nog een PictBridge-verbinding
bestaat.
De opties voor de diavoorstelling instellen
U kunt instellen op welke wijze de diavoorstelling uitgevoerd moet worden.
A Raak [MENU]t[Diavoorstelling] aan.
B Raak het menuonderdeel aan dat u wilt instellen.
C Raak de gewenste instelling aan, daarna
NL
40
.
U kunt de volgende opties instellen.
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Effecten
Een eenvoudige diavoorstelling geschikt voor een grote
variëteit aan scènes.
Nostalgisch
Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène
oproept.
Stijlvol
Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige
snelheid uitgevoerd wordt.
Actief
Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes.
Normaal
Een standaard diavoorstelling waarbij de beelden elkaar
opvolgen met een vooraf ingesteld interval.
De camera leren gebruiken
Eenvoudig
• Met [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] en [Actief] effecten,
– kunnen alleen stilstaande beelden weergegeven worden.
– wordt alleen het eerste beeld weergegeven van de beelden opgenomen met de Multi Burst-functie.
• Er wordt geen Muziek weergegeven (ingesteld op [Uit]) tijdens een [Normaal] diavoorstelling. Het geluid
van de bewegende beelden is hoorbaar.
Muziek
Voor elk effect is muziek beschikbaar.
Music1
De standaardinstelling voor een [Eenvoudig]-diavoorstelling.
Music2
De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]diavoorstelling.
Music3
De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling.
Music4
De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling.
Uit
De instelling voor een [Normaal]-diavoorstelling. Geen
muziek.
Beeld
Map (Deze datum)
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map (voor
albumweergave, de beelden in [Deze datum]).
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" of in
het album zijn opgeslagen.
NL
41
• Deze optie wordt direct nadat albumweergave is gekozen, ingesteld op [Alle] (als u probeert de opties van
de diavoorstelling op het indexscherm voor de beelden onder "Deze datum" in te stellen). Om [Deze
datum] te kiezen, moet u eerst de datum van het album dat u wilt weergeven kiezen.
Herhalen
Aan
Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Interval
3 sec
Het interval voor een [Normaal]-diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
U kunt uw favoriete muziek (een muziekbestand) kopiëren vanaf uw cd’s of MP3-bestanden
naar de camera voor weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt de muziek kopiëren met
(Setup) menu van de bijgeleverde "Music Transfer"behulp van [Downl. muz.] op het
software, dat op een computer geïnstalleerd is. Voor verdere informatie, zie blz. 89.
• U kunt maximaal vier muziekbestanden in de camera opslaan (de vier vooraf ingestelde muziekbestanden
(Music 1 – 4) kunnen vervangen worden door uw favoriete muziekbestanden).
• De maximale tijdsduur van elk muziekbestand voor weergave door de camera is 180 seconden.
• Als weergave van een muziekbestand niet mogelijk is door beschadiging van het muziekbestand of een
andere storingen, moet u [Format. muz.] (blz. 72) uitvoeren en de muziek nog een keer naar de camera
kopiëren.
NL
42
Op het beeld tekenen
1
6789
A
De camera leren gebruiken
U kunt op de stilstaande beelden tekeningen of stempels aanbrengen en deze apart opslaan.
Gebruik hiervoor de aanraakpen.
• U kunt geen tekeningen of stempels aanbrengen op Multiburst-beelden, bewegende beelden
of beelden die opgeslagen zijn in het album.
• Bij het bekijken van de opgenomen beelden op een televisie (blz. 101), kunt u geen
tekeningen op de beelden aanbrengen.
(tekenpen) toets
B
(stempel) toets
2
C
(vlakgom) toets
3
D Lijndikte-keuzetoets/Stempel-keuzetoets
4
E Kleur-keuzetoets
5
F
(terugkeren) toets
G
(alles wissen) toets
H
(opslaan in intern geheugen) toets /
(opslaan op "Memory Stick") toets
I
(afsluiten) toets
Tekens of tekeningen maken
A Raak
aan.
B Kies de lijndikte.
Raak de lijndikte-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste lijndikte aan en raak tenslotte
aan.
C Maak de tekens of tekeningen.
Stempelen
A Raak
aan.
B Kies een stempel.
Raak de stempel-keuzetoets aan, raak daarna het gewenste stempel aan en raak tenslotte
aan.
C Breng de stempels op het beeld aan.
De kleur van de lijn of stempel veranderen
Raak de kleur-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste kleur aan en raak tenslotte
aan.
• De gekozen kleur is van toepassing op de lijn en stempel.
Corrigeren
Raak
aan en wrijf dan met de aanraakpen over het gedeelte dat u wilt wissen. U kunt ook
aanraken om terug te keren naar de voorlaatste bewerking (als u nog een keer
aanraakt keert u terug naar de laatste bewerking).
• U kunt de dikte van de vlakgom op dezelfde manier als voor de tekenpen kiezen met behulp van de
lijndikte-keuzetoets. De gekozen lijndikte is van toepassing op de lijn en het vlakgom.
NL
43
Alle tekeningen wissen
A Raak
aan.
"Alles wissen" verschijnt.
B Raak [OK] aan.
Alle tekeningen verdwijnen van het beeld.
Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren.
De tekening opslaan
A Raak
(of
) aan.
De aanduiding "Opslaan" verschijnt.
B Raak [OK] aan.
Het beeld met daarop de tekening wordt als het nieuwste bestand opgeslagen in de opnamemap.
Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren.
• Het beeld wordt opgeslagen met het beeldformaat [VGA] en beeldkwaliteit [Fijn].
De tekenfunctie afsluiten
A Raak
aan.
De aanduiding "Sluiten" verschijnt.
B Raak [OK] aan.
Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren.
• Als u
aanraakt, voordat het beeld opgeslagen is, gaat de tekening verloren. Als u van plan bent om de
tekening te bewaren moet u de tekening opslaan door
/
aan te raken.
NL
44
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
Functieknop
Het menu gebruiken
toets (aanraakscherminschakeltoets)
1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand.
Afhankelijk van de stand van de functieknop en de
menuonderdelen beschikbaar.
(Camera) menu-instellingen, zijn verschillende
2 Druk op
(aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het
aanraakscherm af te beelden.
• Als de functieschakelaar in de stand
staat, moet u deze handeling overslaan.
3 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
4 Raak het onderdeel aan dat u wilt instellen.
• Als het gewenste menuonderdeel niet wordt
afgebeeld, houdt u v/V ingedrukt totdat het op het
scherm wordt afgebeeld.
5 Raak de gewenste instelling aan.
6 Druk op
(aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten.
• Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden ingesteld.
NL
45
Menuonderdelen
Voor informatie over de bediening t blz. 45
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen
de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld.
(
: beschikbaar)
Stand van functieknop:
Autom. Programma
Handmatig
Scène
Menu voor opnemen (blz. 48)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Mode (Opn.functie)
BRK (Bracket-stap)
M
—
*
—
—
(Interval)
—
*
—
—
(Flitsniveau)
—
*
—
—
—
—
—
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
NL
46
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Voor informatie over de bediening t blz. 45
(
: beschikbaar)
Stand van functieknop:
Autom. Programma
Handmatig
Scène
Menu voor weergeven (blz. 54)
—
—
—
—
—
(Album verlaten)
—
—
—
—
—
(Diavoorstelling)
—
—
—
—
—
(Kleuren)
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
- (Beveiligen)
—
—
—
—
—
DPOF
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
(Wissen)
(Volumeniveau)
(Map)
(Afdrukken)
(Ander form.)
—
—
—
—
—
(Roteren)
—
—
—
—
—
(Opdelen)
—
—
—
—
—
(Setup)
(Trimmen)**
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Het menu gebruiken
(Album)
* De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 29).
**Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom.
NL
47
Menu voor opnemen
Voor informatie over de bediening t blz. 45
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
(Lichtmeetfun.)
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en
wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat deel van het onderwerp.
Punt (Punt lichtmeting)
( )
Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt
voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren
wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
1M
Dradenkruis van de punt
lichtmeting
Plaats dit op het onderwerp.
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 11
• Bij gebruik van spot lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u [9]
(Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (blz. 34).
WB (Witbalans)
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de
lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld
vreemd lijken.
Autom.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
Daglicht (
)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Bewolkt (
)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
Fluorescerend (
NL
48
)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
Voor informatie over de bediening t blz. 45
Gloeilamp (n)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een
feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
Flitser ( WB )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt.
Het menu gebruiken
• Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 14
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u [ ] (Fluorescerend) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt [ WB ] (Flitser) automatisch ingesteld op [WB], behalve in de functie
[Autom.].
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 29).
ISO
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
Autom.
64
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
100
200
400
800
• Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 13
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
(Beeldkwaliteit)
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
• Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 14
NL
49
Voor informatie over de bediening t blz. 45
Mode (Opn.functie)
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet
wanneer u op de sluiterknop drukt.
Normaal
Burst (
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
)
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Exposure Bracket (BRK)
Neemt een serie van drie beelden op met de
belichtingswaarden iets automatisch verschoven.
• Als het niet mogelijk is een beeld goed op te nemen vanwege de
helderheid van het onderwerp, kunt u op deze manier na het
opnemen het beeld met de juiste belichting kiezen.
Multi Burst ( M )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 52).
Over [Burst]
• De flitser staat op
(Niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie (blz.
29).
NL
50
Voor informatie over de bediening t blz. 45
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
De aantallen tussen haakjes gelden als [Schrijven in album] is ingesteld op [Uit].
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Standaard
8M
4 (4)
6 (6)
3:2
4 (4)
6 (6)
5M
5 (5)
9 (9)
3M
8 (8)
13 (14)
1M
15 (15)
15 (15)
VGA(E-Mail)
15 (15)
15 (15)
16:9(HDTV)
12 (13)
15 (15)
Het menu gebruiken
Fijn
Formaat
Over de [Exposure Bracket]
• De flitser staat op
(Niet flitsen).
• De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
• Als de belichting handmatig is ingesteld (blz. 32), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
veranderde helderheid.
• Het opname-interval is ongeveer 1,1 seconden.
• Het kan voorkomen dat het niet mogelijk is om, met de gekozen waarde bracket-stap, bij een te licht of te
donker onderwerp, op de juiste wijze beelden op te nemen.
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Exposure Bracket-functie (blz. 29).
Over [Multi Burst]
• U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de
volgende procedures:
– Pauzeren/hervatten: Raak X op de regeltoets aan.
– Frame-voor-frame weergeven: Raak c/C in de pauzestand aan. Raak B om de weergave in
volgorde te hervatten.
• U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
– Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
– Wissen van een frame in een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer
(Camera) op [Autom.] staat
• Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een
computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als
een enkel beeld met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M.
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Multi Burst-functie (blz. 29).
NL
51
Voor informatie over de bediening t blz. 45
BRK (Bracket-stap)
Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden iets automatisch verschoven.
±1.0EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV.
±0.7EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV.
±0.3EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV.
• BRK (Bracket-stap) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties.
M
(Interval)
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 50).
1/30 (1/30")
1/15 (1/15")
• Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode]
(Opn.functie) op het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi
Burst] (blz. 50).
1/7.5 (1/7.5")
•
M
(Interval) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties.
(Flitsniveau)
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
• Om de flitsfunctie te veranderen t stap 6 in "Lees dit eerst"
• Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 29).
PFX (Beeldeffect)
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
Uit
Geen effect.
Sepia (
Z-W (
)
)
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
• Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
NL
52
Voor informatie over de bediening t blz. 45
(Verzadiging)
De verzadiging van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
–(
)
Naar –: De kleuren worden donkerder.
Het menu gebruiken
(Contrast)
Het contrast van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
–(
)
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
(Scherpte)
De scherpte van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
–(
)
Naar –: Het beeld wordt waziger.
(Setup)
Zie blz. 62.
NL
53
Menu voor weergeven
Voor informatie over de bediening t blz. 45
(Album)
Hiermee kunt u de stilstaande beelden in het album weergeven.
Zie blz. 37.
(Album verlaten)
Hiermee kunt u de weergave van beelden in het album stoppen.
(Diavoorstelling)
Hiermee kunt u de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven.
Zie blz. 40.
(Kleuren)
Hiermee kunt u tekens of tekeningen op de stilstaande beelden maken.
Zie blz. 43.
(Wissen)
Hiermee kunt u ongewenste beelden wissen.
t stap 7 in "Lees dit eerst"
(Volumeniveau)
Hiermee kunt u het geluidsvolume instellen.
stap 7 in "Lees dit eerst"
t
(Map)
Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een
"Memory Stick Duo".
NL
54
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
Voor informatie over de bediening t blz. 45
1 Hiermee kunt u de gewenste map kiezen met v/V.
2 Raak [OK] aan.
Het menu gebruiken
z Over de map
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 68). U
kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
• Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 68)
• Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 69)
• Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld
in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: Hiermee kunt u naar de voorgaande of volgende mappen gaan.
- (Beveiligen)
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. U kunt voorkomen
dat de beelden in het album automatisch worden gewist door ze in het album te beveiligen.
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om - (Beveiligen) af te beelden en raak dit daarna aan.
4 Raak [Beveiligen] aan.
Het beeld is beveiligd en de - (Beveiligings-)indicator wordt op het beeld afgebeeld.
-
5 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met
[Beveiligen] aan.
/
, en raak daarna
NL
55
Voor informatie over de bediening t blz. 45
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op
(Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak [Beveiligen] t [Kiezen] aan.
4 Raak het beeld aan dat u wilt beveiligen.
Een groene - (Beveiligings-)indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
- (groen)
5 Herhaal stap 4 om andere beelden te beveiligen.
6 Raak [OK] t [OK] aan.
• Om alle beelden in de map te beveiligen, raakt u [Beveiligen] t [Alle in deze map] t [Aan] aan.
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen en raak [MENU] t [Beveiligen] t
[Beveiligen] aan.
In de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 4 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
3 Raak [OK] t [OK] aan.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in deze map] in stap 3 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en raak daarna
[Uit] aan.
• Merk op dat door het interne geheugen, de "Memory Stick Duo" of het album te formatteren, alle
opgeslagen gegevens gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn, en deze beelden niet
kunnen worden hersteld.
• Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
DPOF
Met deze instelling kunt u een
afdrukken (blz. 99).
NL
56
(afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
Voor informatie over de bediening t blz. 45
(Afdrukken)
Zie blz. 95.
(Ander form.)
8M
5M
Het menu gebruiken
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
3M
1M
VGA
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om
(Ander form.) af te beelden en raak dit daarna aan.
4 Raak het gewenste beeldformaat aan, en raak daarna [OK] aan.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
• Voor verdere informatie over [Beeldformaat] tstap 5 in "Lees dit eerst"
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden in het album niet
wijzigen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
• U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat verander van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs
de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld.
NL
57
Voor informatie over de bediening t blz. 45
(Roteren)
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om
4 Raak [
(Roteren) af te beelden en raak dit daarna aan.
] aan om het beeld te roteren.
5 Raak [OK] aan.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
NL
58
Voor informatie over de bediening t blz. 45
(Opdelen)
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het
interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende
beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt.
• Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
Het menu gebruiken
OK
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
1 Knippen van scène A.
1
A
B
2
3
101_0002
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
101_0004
1
3
A
2
B
101_0005
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
NL
59
Voor informatie over de bediening t blz. 45
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
B
101_0006
Wissen
Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
1
3
2
101_0006
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
3 Raak v/V aan om
(Opdelen) af te beelden en raak dit daarna aan.
4 Raak [OK] aan.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
5 Druk op x op het gewenste knippunt.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, moet u c/C (frame achteruit/vooruit) aanraken.
• Als u een ander knippunt wilt kiezen, moet u B aanraken. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Raak [OK] t [OK] aan.
De bewegende beelden worden geknipt.
• De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde bewegende beelden (blz. 55)
(Setup)
Zie blz. 62.
NL
60
Voor informatie over de bediening t blz. 45
(Trimmen)
Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 7 in "Lees dit eerst") als een
nieuw bestand.
8M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
5M
3M
Het menu gebruiken
1M
VGA
1 Raak tijdens weergavezoom [MENU] aan om het menu af te beelden.
2 Raak
(Trimmen) aan.
3 Raak het beeldformaat aan.
4 Raak [OK] aan.
Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het
oorspronkelijke beeld blijft behouden.
• De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
• U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2 of 16:9.
• U kunt de beelden in het album niet trimmen.
NL
61
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen met behulp van het
(Setup) scherm wijzigen.
Functieknop
toets (aanraakscherminschakeltoets)
1 Schakel de camera in.
2 Druk op de
toets (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het
aanraakscherm af te beelden.
• Als de functieschakelaar in de stand
staat, moet u deze handeling overslaan.
3 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden.
4 Raak V aan om
(Setup) af te beelden, en raak dit daarna aan.
5 Raak v/V aan om het onderdeel dat u
wilt instellen te kiezen, en raak dit
daarna aan.
6 Raak de optie aan die u wilt instellen.
De gekozen optie wordt blauw en wordt ingesteld.
Druk op de
toets (aanraakscherm-inschakeltoets) om het
(Setup) scherm uit te
schakelen.
Raak herhaaldelijk
aan om terug te keren naar het menu van het
(Setup) scherm.
De
(Setup)-instelling annuleren
Raak [Annul.] aan als dit wordt afgebeeld. Als dit niet wordt afgebeeld, kiest u de voorgaande
instelling opnieuw.
NL
62
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
1
Camera 1
Voor informatie over de bediening t blz. 62
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-functie
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
Het Setup-scherm gebruiken
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de [Enkelvoud.]
functie.
Digitale zoom
De digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom
(max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de
slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie.
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [8M] of [3:2].
• De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt
aangegeven in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-zoom)
(
)
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie
Formaat
Maximale zoomvergrotingsfactor
5M
Ong. 3,8×
3M
Ong. 4,8×
1M
Ong. 7,7×
VGA(E-Mail)
Ong. 15×
16:9(HDTV)
Ong. 5,1×
NL
63
Voor informatie over de bediening t blz. 62
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicator
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
,
of
indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Datum/Tijd
Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd.
Maak deze instelling voordat u begint met opnemen.
• De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de
indicator
afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood in de rechterbenedenhoek van het
scherm afgebeeld.
Dag&Tijd (
Datum (
)
)
Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld
geprojecteerd.
Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld
geprojecteerd.
• De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt
gekozen. (t stap 2 in "Lees dit eerst")
Uit
Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld
geprojecteerd.
• U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burstfunctie.
• De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd.
NL
64
Voor informatie over de bediening t blz. 62
Rode-ogeneff.
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
Aan (
)
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet
gebruikt.
Het Setup-scherm gebruiken
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
NL
65
2
Camera 2
Voor informatie over de bediening t blz. 62
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicatie afgebeeld.
Autom. (
Uit
ON
)
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal ongeveer 2 m (groothoek) of 1,5 m
(telefoto) wordt aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Wanneer scherpstelling-voorkeuze is ingesteld (blz. 34), werkt de AF-verlichting functie niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De ,
of
indicator knippert en AF werkt met
voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie) of
(vuurwerkfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Auto Review
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het
opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
NL
66
Intern geheugen
Voor informatie over de bediening t blz. 62
Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
Formaat
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
• Merk op dat door het formatteren alle in het intern geheugen opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk
gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
OK
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
NL
67
Memory Stick
Voor informatie over de bediening t blz. 62
Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
Formaat
De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is
reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" beeldgegevens onherroepelijk gewist
zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
OK
De "Memory Stick Duo" formatteren.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Opnamemap maken
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen
beelden in op te slaan.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
•
•
•
•
OK
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één
hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt
ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 54.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
• U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer
enz.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
• Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 85).
NL
68
Voor informatie over de bediening t blz. 62
Opnamemap wijz.
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
OK
Kies de gewenste map door v/V aan te raken, en raak daarna
[OK] aan.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
• U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Kopiëren
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen
kopiëren naar een "Memory Stick Duo".
Intern geheugen
Hiermee worden de beeldbestanden naar het interne geheugen
gekopieerd.
Album
Hiermee worden de beeldbestanden naar het album gekopieerd.
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter.
2 Raak het opnamemedium, ([Intern geheugen] of [Album]) aan waarvan u de beeldbestanden wilt
kopiëren.
De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd (Alle data in het album worden
gekopieerd) Klaar?" verschijnt.
3 Raak [OK] aan.
Het kopiëren begint.
NL
69
Voor informatie over de bediening t blz. 62
• Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu
tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken.
• U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren.
• De originele beelden in het interne geheugen of album blijven na het kopiëren behouden. Om de
beeldgegevens, die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen, te wissen, voert u de bediening
[Formaat] in
(Intern geheugen) (blz. 67) of
(Album) (blz. 71) uit.
• U kunt geen map selecteren om te kopiëren naar een "Memory Stick Duo".
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de
(afdruk-)markering niet gekopieerd.
• Bij het kopiëren van beelden uit het album worden de beveiligingsinstellingen niet meegekopieerd.
• Bij weergave van beelden uit het album kan de volgorde van de beelden op het scherm afwijken van de
volgorde waarmee de beelden naar de "Memory Stick Duo" gekopieerd zijn.
NL
70
Album
Voor informatie over de bediening t blz. 62
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Schrijven in album
Met deze instelling kunt u kiezen of bij het opnemen verkleinde kopieën van de originele
beelden moeten worden opgeslagen.
Aan (
)
Uit
Hiermee worden bij het opnemen verkleinde kopieën van de
originele beelden in het album opgeslagen.
Hiermee worden bij het opnemen geen verkleinde kopieën
van de originele beelden in het album opgeslagen.
Het Setup-scherm gebruiken
• Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA] en de beeldkwaliteit
[Standaard].
• Bewegende beelden worden niet in het album opgenomen.
• Voor verdere informatie over het album zie "Het album gebruiken" (blz. 37).
Formaat
Met deze instelling wordt het album geformatteerd.
• Merk op dat door het formatteren alle in het album opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk gewist
zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
De melding "Alle data in het album worden gewist Klaar?" verschijnt.
OK
Met deze instelling wordt het album geformatteerd.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Album controleren
Hiermee worden de beeldgegevens in het album hersteld. U moet deze optie uitvoeren als
"Albumdatafout" op het scherm verschijnt.
OK
Hiermee worden de beeldbestanden hersteld.
Annul.
Hiermee wordt de herstelling geannuleerd.
• Bij uitvoering van [Album controleren], wordt de beveiliging van het beeld opgeheven. Beveilig de
beelden opnieuw als u ze niet wilt wissen.
NL
71
1
Setup 1
Voor informatie over de bediening t blz. 62
Downl. muz.
Met deze instelling kunt u muziek downloaden voor weergave tijdens de diavoorstelling.
Zie blz. 40, 89.
Format. muz.
Als weergave van een muziekbestand voor de diavoorstelling niet mogelijk is kan het
muziekbestand beschadigd zijn. Als dat gebeurt moet u [Format. muz.] uitvoeren en daarna de
muziekbestanden kopiëren met de functie [Downl. muz.] van de bijgeleverde "Music
Transfer"-software.
• Als u de opslagruimte van de muziekbestanden formatteert, worden alle muziekbestanden gewist en zij
kunnen niet meer worden hersteld.
De melding "Alle gegevens worden gewist Klaar?" verschijnt.
NL
72
OK
Hiermee worden de muziekbestanden geformatteerd. Alle
gegevens anders dan de muziekbestanden blijven behouden.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
2
Setup 2
Voor informatie over de bediening t blz. 62
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
LCD-verlicht
Met deze instelling kunt u de helderheid van de achterverlichting van het LCD-scherm kiezen
wanneer de camera door de accu van stroom wordt voorzien.
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
• Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt.
Pieptoon
Het Setup-scherm gebruiken
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
welke klinkt als u op de
toets (aanraakscherminschakeltoets) drukt, de sluiterknop indrukt, of de toetsen
van het aanraakscherm aanraakt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
Initialiseren
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
OK
Hiermee worden de instellingen teruggesteld op de
standaardinstellingen.
Annul.
Hiermee annuleert u het terugstellen.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
NL
73
3
Setup 3
Voor informatie over de bediening t blz. 62
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Bestandsnr.
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
USB-aansl.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op
een computer of een PictBridge-compatibel printer.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibel printer (blz. 95).
PTP
Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar
de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 81).
Autom.
De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met
een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 81 en
95).
• Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar
kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.],
verandert u de instelling naar [PictBridge].
• Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet
op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op
[Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage].
• De functie [Downl. muz.] (blz. 72) kan ingeschakeld worden ongeacht de instelling van [USB-aansl.].
NL
74
Voor informatie over de bediening t blz. 62
Video-uit
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het tvkleursysteem of het aangesloten videoapparaat. Verschillende landen en gebieden gebruiken
verschillende tv-kleursystemen. Als u de beelden op een tv-scherm wilt bekijken, controleert u
het tv-kleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt op blz. 102.
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijv. voor Europa).
Het Setup-scherm gebruiken
Klokinstel.
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen. Kies het gewenste
datumweergaveformaat op het scherm 1/2, en kies daarna de tijd op het scherm 2/2.
J/M/D
M/D/J
Hiermee kunt u het datumweergaveformaat instellen. Raak
t aan en stel de tijd in op het scherm 2/2 (t stap 2 in "Lees
dit eerst").
D/M/J
NL
75
4
Setup 4
Voor informatie over de bediening t blz. 62
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Kalibratie
Met deze functie kunt u de toetsen van het aanraakscherm kalibreren als deze bij aanraking
niet meer op de juiste plaatsen reageren.
Raak met behulp van de aanraakpen de ×-markering op het scherm aan.
Raak [Annul.] aan om de kalibratie halverwege te stoppen. De aanpassingen die tot dusver
zijn gemaakt worden niet gewijzigd.
De ×-markering verplaatst zich op het scherm.
Als u er niet in slaagt om de juiste plaats aan te raken wordt het kalibreren niet uitgevoerd.
Raak nog een keer de ×-markering aan.
Behuizing
Bij deze instelling wordt de functionaliteit van enkele toetsen gewijzigd zodat de camera kan
worden bediend terwijl deze in het onderwaterbehuizing is geplaatst.
Aan (
Uit
)
Hiermee wordt de functionaliteit van de toetsen gewijzigd.
Hiermee wordt de functionaliteit niet gewijzigd.
De toetsen zullen bij de instelling [Aan] als volgt functioneren.
–
(Schermweergave aan/uit)-toets: Flitser-toets voor opnemen. Functioneert niet bij weergeven.
–
/
(zoom) toets: Zoomtoets voor opnemen, toets voor voorgaand/volgend beeld bij weergeven
• Close-up (macro-)opname wordt automatisch ingeschakeld in de stand [Aan].
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de onderwaterbehuizing werd geleverd voor verdere informatie.
NL
76
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh-computer gebruiken" (blz. 91).
Voorbereiding
Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 79)
Beelden bekijken op uw
computer
Het USB-stuurprogramma
installeren.
• Als op de computer Windows XP
draait, hoeft u geen USBstuurprogramma te installeren.
De camera met uw computer gebruiken
Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 88)
Beelden weergeven die op de
computer zijn opgeslagen
"PicturePackage" installeren
(blz. 88).
Beelden opslaan op een CD-R
Een muziekvideo/diavoorstelling
maken
Muziekbestanden voor de
diavoorstelling met behulp van
"Music Transfer" toevoegen/
wijzigen
Beelden afdrukken
Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 88)
Een video-CD maken
"ImageMixer VCD2" wordt
automatisch geïnstalleerd
wanneer u "PicturePackage"
installeert.
NL
77
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition, of
Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm: 800 × 600 pixels of
meer, High Color (16-bit kleuren, 65.000
kleuren) of beter
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "PicturePackage"/
"ImageMixer VCD2"
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luisprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 500 MB
Computerscherm: Videokaart
(ondersteuning van Direct Draw) met
4 MB VRAM
• Om automatisch muziekvideo’s of
diavoorstellingen te maken (blz. 88), is een
Pentium III 500 MHz of snellere processor
vereist.
NL
78
• Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een
Pentium III 800 MHz of snellere processor
aanbevolen.
• Deze software is geschikt voor DirectX. Voor
gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn.
• U hebt een afzonderlijk softwareprogramma
nodig om het opnameapparaat te bedienen voor
het branden van CD-R’s.
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 74.
• Wanneer uw computer ontwaakt uit de
slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen uw camera en uw computer zich niet op
hetzelfde moment herstelt.
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
2 Plaats de CD-ROM in de computer
en klik, nadat het installatiemenu
wordt afgebeeld, op [USB Driver].
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera
en steek deze in een Memory Stick Duoadapter. Steek de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de
beelden.
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden
79 t/m 84 om de beelden te kopiëren.
• Als het installatiemenu niet wordt
afgebeeld, dubbelklikt u op
(My
(PICTUREPACKAGE).
Computer) t
De camera met uw computer gebruiken
• De schermen die in dit gedeelte als illustratie
worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het
kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick
Duo".
Het "InstallShield Wizard" (Wizard
voor InstallShield)-scherm verschijnt.
3 Klik op [Next].
Fase 1: Het USBstuurprogramma installeren
• Een stuurprogramma is software dat ervoor
zorgt dat de apparatuur die op de computer is
aangesloten goed werkt.
• Als op de computer Windows XP draait, begint
u bij Fase 2.
• Als "PicturePackage" al is geïnstalleerd, begint
u vanaf Fase 2.
OPMERKING: Sluit de camera op dit
moment nog niet aan op de
computer.
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt u dit via een
melding op het computerscherm
medegedeeld.
1 Sluit alle softwareprogramma’s af
die geopend zijn.
• In Windows 2000 logt u in als beheerder
(geautoriseerde beheerders).
NL
79
4 Vink het selectie vakje naast [Yes,
I want to restart my computer
now] (Ja, ik wil mijn computer
opnieuw opstarten) aan om deze
te selecteren en klik daarna op
[Finish].
1
2
2
1
1
2
2
1
De computer wordt opnieuw opgestart.
U kunt nu de USB-verbinding tot stand
brengen.
Haal de CD-ROM uit de computer nadat het
installeren klaar is.
Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met daarop opgenomen beelden
in de camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera, of sluit de
camera met behulp van de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
NL
80
• Als u beelden naar uw computer kopieert
met de accu als voeding terwijl slechts
weinig acculading resteert, kan het kopiëren
mislukken of kunnen de beeldgegevens
beschadigd raken als de accu tussentijds
leeg raakt.
3 Zet de functieknop in de stand
en schakel daarna de camera en
de computer in.
Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
“USB-functie Mass Storage" wordt
afgebeeld op het scherm van de camera.
Toegangsindicators*
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
1 Naar de USB-aansluiting
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicators rood. Gebruik de computer
niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt
afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass
Storage] (blz. 74).
De camera met uw computer gebruiken
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
Fase 4-A: Beelden naar een
computer kopiëren
• Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel
voor de multifunctionele aansluiting op
"CAMERA".
CAMERA TV
DISP SEL
• Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me
draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase
4-B: Beelden naar een computer kopiëren" op
blz. 83.
• Voor Windows XP, als het wizard-scherm niet
automatisch wordt afgebeeld, volgt u de
procedure beschreven in "Fase 4-B: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 83.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
• Als op de computer Windows XP draait,
wordt de wizard AutoPlay automatisch
afgebeeld.
NL
81
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 3 en
het wizard-venster automatisch
op het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Beelden kopiëren naar een map
op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners
en camera’s) t [OK].
1
3 Klik op het selectievakje van nietgewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn geselecteerd en dus
niet worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
1
2
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
4 Kies de naam en de bestemming
2
van de beelden en klik daarna op
[Next].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
1
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen
worden op het computerscherm
weergegeven.
• Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst,
worden de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen weergegeven.
2
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
NL
82
5 Vink het selectie vakje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) om deze te selecteren en
klik daarna op [Next].
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk] t [DCIM].
1
2
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
• Om veder te gaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los (blz. 85).
Volg daarna opnieuw de procedure
beschreven in "Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op blz. 81.
De camera met uw computer gebruiken
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
• Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 111.
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen.
Klik daarna met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
1
Fase 4-B: Beelden naar een
computer kopiëren
2
• Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 81.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
NL
83
3 Dubbelklik op de map [My
1 Klik op [Start] t [My Documents].
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
2
1
1
2
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als in de bestemmingsmap al een beeld met
dezelfde bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert (blz. 87), u dat beeld mogelijk niet
meer kan weergeven met de camera.
De inhoud van de map "My
Documents" wordt afgebeeld.
• Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Fase 5: Beelden bekijken op uw
computer
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
NL
84
De USB-verbinding verwijderen
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
• Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: Mappen afbeelden onder
Windows XP
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
De camera met uw computer gebruiken
Dubbelklik hier
2 Klik op
(Sony DSC) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Het apparaat is aangesloten.
A
B
C
• Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
x Voor Windows 98/98SE
Controleer of de toegangsindicators op het
computerscherm (blz. 81) wit zijn. Als de
toegangsindicators wit zijn geworden, is
het apparaat losgekoppeld van de
computer.
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
zijn de mappen als volgt:
– "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
– Interm geheugen; alleen "101_SONY"
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MSSONY".
NL
85
• Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
• Voor meer informatie over mappen, zie blz. 54,
68.
NL
86
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven
op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo")
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
1 Klik met de rechter muisknop op
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechter muisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
De camera met uw computer gebruiken
• Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 68) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik daarna op de menuopdracht [Paste].
• sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
1
2
• Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u een
ander nummer invoeren.
NL
87
De bijgeleverde software gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Overzicht van de bijgeleverde
software
De bijgeleverde CD-ROM bevat twee
softwareprogramma’s: "PicturePackage" en
"ImageMixer".
PicturePackage
A
B
C
D
E
Hiermee kunt u:
A Save the images on CD-R (Beelden
opslaan op een CD-R)
B Music Video/Slideshow Producer (Een
muziekvideo/diavoorstelling maken)
C Viewing video and pictures on PC (Video
en beelden bekijken op de computer)
D Burning Video CD (Een video-CD
branden)
Het scherm van "ImageMixer VCD2"
wordt afgebeeld.
E Transfer Slideshow music
(Muziekbestanden voor de diavoorstelling
kopiëren)
De functies opstarten:
Klik op een van de onderdelen A-E en
klik daarna op de knop rechtsonder op het
computerscherm.
De software installeren
NL
88
U kunt de softwareprogramma’s
"PicturePackage" en "ImageMixer VCD2"
installeren volgens de onderstaande
procedure.
• Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt
geïnstalleerd (blz. 79), mag u de camera niet op
de computer aansluiten vóórdat u de
"PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd
(behalve voor Windows XP).
• In Windows 2000/XP logt u in als beheerder.
• Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt
automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
• Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op
(My Computer) t
(PICTUREPACKAGE).
2 Klik op [PicturePackage].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna twee keer achter elkaar op
[Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse
scherm.
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectie vakje naast [I accept the terms
of the license agreement] (Ik accepteer
de voorwaarden in de
licentieovereenkomst) aan en klikt u
daarna op [Next].
scherm om het installeren te
voltooien.
• "ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen
worden geïnstalleerd, mits deze nog niet
geïnstalleerd zijn.
• Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u
de computer opnieuw op aan de hand van de
aanwijzingen op het scherm.
5 Haal de CD-ROM eruit aangezien
de snelkoppelingen van
"PicturePackage Menu"
(PicturePackage-menu) en
"PicturePackage destination
Folder" (PicturePackagebestemmingsmap) na het
installeren worden afgebeeld.
De software opstarten
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
Muziekbestanden met behulp
van "Music Transfer" toevoegen/
wijzigen
U kunt de door de fabriek ingestelde
muziekbestanden in de camera vervangen
door uw favoriete muziekbestanden. U kunt
deze bestanden desgewenst elk moment
wissen of wijzigen.
De geluidsbestandsformaten die u met
"Music Transfer" kunt kopiëren zijn
hieronder aangegeven:
De camera met uw computer gebruiken
4 Volg de aanwijzingen op het
Informatie over het gebruik van de
software
• MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste
schijf van uw computer
• Muziekbestanden van cd’s
• Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in
de camera
1 Raak [Downl. muz.] in het
(Setup) menu aan.
De melding "Aansluiten op computer"
verschijnt.
2 Sluit de camera met een USBverbinding aan op de computer.
3 Start "Music Transfer".
4 Volg de instructies op het scherm
voor het toevoegen/wijzigen van
muziekbestanden.
• Dubbelklik op de snelkoppeling
"PicturePackage Menu" (PicturePackagemenu) op het bureaublad.
NL
89
• De door de fabriek ingestelde
muziekbestanden in de camera herstellen
1 Voer [Format. muz.] uit (blz. 72).
2 Voer [Standaardwaarden herstellen] in
"Music Transfer" uit.
Alle door de fabriek ingestelde
muziekbestanden worden hersteld en
[Muziek] in het menu [Diavoorstelling] wordt
ingesteld op [Uit].
3 Kies een geschikt muziekbestand voor de
diavoorstelling (blz. 41).
U kunt de vooraf ingestelde muziekbestanden
herstellen met behulp van [Initialiseren], maar
dan worden de andere instellingen ook
teruggesteld.
• Voor verdere gegevens over het gebruik van
"Music Transfer", zie de online helpfunctie in
"Music Transfer".
De technische ondersteuning voor
"PicturePackage"/"ImageMixer
VCD2" wordt verzorgd door het
Pixela User Support Center. Voor
meer ondersteuningsinformatie,
raadpleegt u het insteekvel dat bij de
CD-ROM werd geleverd.
NL
90
Uw Macintosh-computer gebruiken
U kunt de beelden naar uw computer
kopiëren en een video-cd maken met behulp
van "ImageMixer VCD2" (bijgeleverd), of
de gewenste muziek voor een
diavoorstelling wijzigen met "Music
Transfer".
Aanbevolen computeromgeving
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2,
of Mac OS X (v10.0 of hoger)
USB-poort: Standaard geleverd
• Wij raden aan om QuickTime 6 of hoger vooraf
op uw computer te installeren.
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X
(v 10.1.5 of hoger) voor "ImageMixer",
Mac OS X (v 10.3 of hoger) voor "Music
Transfer"
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power
Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer aanbevolen) voor "ImageMixer",
64 MB of meer (128 MB of meer
aanbevolen) voor "Music Transfer"
De camera met uw computer gebruiken
Aanbevolen omgeving voor het
gebruik van "ImageMixer VCD2"/
"Music Transfer"
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 74.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 80.
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Computerscherm: 1024 × 768 pixels of
meer, 32.000 kleuren of meer voor
"ImageMixer"
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 3: De camera en de computer
op elkaar aansluiten" op blz. 81.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
NL
91
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram t [DCIM] t de map waarin
de beelden die u wilt weergeven zijn
opgeslagen.
• Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
Een video-CD maken met
"ImageMixer VCD2"
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 85.
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de vaste
schijf t het gewenste beeldbestand in de
map waarin de gekopieerde
beeldbestanden zijn opgeslagen, om dat
beeldbestand te openen.
De USB-verbinding verwijderen
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
• Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
NL
92
• U kunt een beeldbestand maken dat compatibel
is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de
gegevens op te slaan in het video-CD-formaat
op een CD-R, hebt u het softwareprogramma
Toast van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
"ImageMixer VCD2" installeren
• Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend
zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert.
• De displayinstellingen moeten 1024 × 768
pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram van de CDROM.
3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de
map [MAC] naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT]
in de kopieerbestemmingsmap.
5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" op het pictogram van "Trash" en
laat het erin vallen.
6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
De camera is losgekoppeld van de
computer.
"ImageMixer VCD2" opstarten
Open [ImageMixer] in [Application] en
dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2].
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
Muziekbestanden met behulp
van "Music Transfer" toevoegen/
wijzigen
De technische ondersteuning voor
"ImageMixer VCD2"/"Music Transfer"
wordt verzorgd door het Pixela User
Support Center. Voor meer
ondersteuningsinformatie, raadpleegt
u het insteekvel dat bij de CD-ROM
werd geleverd.
De camera met uw computer gebruiken
U kunt de door de fabriek ingestelde
muziekbestanden in de camera vervangen
door uw favoriete muziekbestanden. U kunt
deze bestanden desgewenst elk moment
wissen of wijzigen.
De geluidsbestandsformaten die u met
"Music Transfer" kunt kopiëren zijn
hieronder aangegeven:
• MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste
schijf van uw computer
• Muziekbestanden van cd’s
• Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in
de camera
"Music Transfer" installeren
• Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend
zijn voordat u "Music Transfer" installeert.
• Om deze software te installeren moet u ingelogd
zijn als beheerder.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
B Dubbelklik op
(PICTUREPACKAGE).
3 Kopieer het [Music Transfer.pkg]-bestand
in de [MAC] map naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [Music
Transfer.pkg] in de
kopieerbestemmingsmap.
De installatie van de software begint.
Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
Zie "Muziekbestanden met behulp van
"Music Transfer" toevoegen/wijzigen" op
blz. 89.
NL
93
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de
[16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen
worden afgesneden. Controleer dus voordat u
gaat afdrukken (blz. 114).
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 95)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibel printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibel printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze
vervolgens vanaf de computer afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 99)
U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met
uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukservice
winkel. U kunt van tevoren een
(afdruk-)markering
aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
NL
94
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibel printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibel printer.
• "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
In de enkelbeeldfunctie
Fase 1: De camera voorbereiden
U dient de camera voor te bereiden op het
aansluiten op de printer met behulp van de
kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Als de camera is aangesloten op een printer
die wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is
ingesteld op [Autom.], is fase 1 overbodig.
Indextoets
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
toets
(aanraakscherminschakeltoets)
• Wij adviseren u een volledig opgeladen accu of
een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te
gebruiken om te voorkomen dat de stoom
tijdens het afdrukken wegvalt.
In de indexfunctie
1
2
1 Raak [MENU] aan om het menu af
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
te beelden.
2 Raak V aan om
(Setup) af te
beelden.
3 Raak [USB-aansl.] aan in [
3
]
(Setup 3).
• Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
• De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk
van de printer.
• U kunt bewegende beelden of beelden
opgeslagen in het album niet afdrukken.
• Als de
indicator gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
4 Raak [PictBridge] aan en raak
daarna
aan.
De USB-functie is nu ingesteld.
NL
95
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
Sluit de multifunctionele aansluiting
van de camera met behulp van de
bijgeleverde kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan op
de USB-aansluiting van de printer.
Schakel de camera en de printer in.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden afgebeeld.
Fase 3: Afdrukken
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Ongeacht de stand van de functieknop,
wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u
klaar bent met fase 2.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
door deze aan te raken.
1 Naar de
USBaansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
• Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
[Kiezen]
• Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel voor
de multifunctionele aansluiting in de stand
"CAMERA".
CAMERA TV
DISP SEL
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies het beeld dat u wilt afdrukken met
/
en raak daarna [Kiezen] aan.
De
markering verschijnt op het
gekozen beeld.
• Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Raak [Afdrukken] aan.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 99),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in deze map]
NL
96
Drukt alle beelden in de map af.
2 Kies de afdrukinstellingen door de
gewenste onderdelen aan te
raken.
3 Raak [OK] aan.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los zolang de indicator
(kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen) op het LCDscherm wordt afgebeeld.
indicator
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Andere beelden afdrukken
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het
aantal van hetzelfde beeld dat u naast en
onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als
een indexbeeld wilt afdrukken.
Raak na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld aan en volg daarna de procedure
vanaf stap 1.
Stilstaande beelden afdrukken
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het
aantal beelden, niet alle beelden op één blad
passen.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te
projecteren.
• Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Index]
Kies [Aan] om indexbeelden af te
drukken.
NL
97
Beelden op het indexscherm
afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 95) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 96) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Druk op de
toets
(aanraakscherm-inschakeltoets) om het
afdrukmenu te verlaten en ga daarna als
volgt verder.
1 Druk op
(Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Raak [MENU] aan om het menu af te
beelden.
3 Raak [
] (Afdrukken) aan.
4 Kies de gewenste afdrukmethode door
deze aan te raken.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Raak het beeld aan dat u wilt afdrukken en
om de
markering af te beelden. (Als u
meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u
deze procedure.)
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)
markering af, ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 96).
NL
98
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
daarop de beelden die u met uw camera
hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukservice winkel. Als de winkel
een fotoafdrukservice heeft die
gebruikmaakt van DPOF, kunt u van
tevoren een
(afdruk-)markering op de
beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij
het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve) kopie
ervan op een vaste schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
• U kunt de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de
camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer
de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee
naar de afdrukwinkel.
toets (aanraakscherminschakeltoets)
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
(afdruk-)
functie waarmee u een
markering kunt aanbrengen op beelden in
de "Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een winkel
• Vraag aan de fotoafdrukservice winkel welke
typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als een "Memory Stick Duo" niet door uw
fotoafdrukservice winkel kan worden verwerkt,
kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar
een ander medium, zoals een CD-R en neemt u
die mee naar de winkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
afdrukken.
Stilstaande beelden afdrukken
• U kunt ook de beelden met een
(afdruk-)
markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibel
printer gebruiken.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
• U kunt geen markering aanbrengen op beelden
die in het album opgeslagen zijn.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
2 Raak [MENU] aan om het menu af
te beelden.
3 Raak v/V aan om de [DPOF]
markering af te beelden, en raak
dit daarna aan.
4 Raak [DPOF] aan.
Een
(Afdruk-)markering wordt op
het beeld aangebracht.
NL
99
5 Om een markering op andere
beelden aan te brengen moet u
het gewenste beeld met
/
weergeven en daarna [DPOF]
aanraken.
5 Raak het beeld aan waarop u een
markering wilt aanbrengen.
Een groene
markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
(groen)
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Raak [DPOF] in stap 4 of 5 aan.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
1 Geef het indexscherm weer (t
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Raak [OK] t [OK] aan.
stap 7 in "Lees dit eerst").
2 Raak [MENU] aan om het menu af
te beelden.
3 Raak v/V aan om de [DPOF]
markering af te beelden, en raak
dit daarna aan.
4 Raak [Kiezen] aan.
• U kunt geen
markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
NL
100
Als u het markeren wilt annuleren, drukt u
in stap 5 op [Sluiten] of kiest u in stap 7
[Annul.].
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
Raak in stap 5 de beelden aan waarvan u de
markering wilt verwijderen.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in deze map] in stap 4 en raak
daarna [Uit] aan.
Uw camera op een tv aansluiten
Beelden bekijken op een tv-scherm
U kunt de beelden weergeven op een tvscherm door de camera aan te sluiten op een
tv.
Schakel zowel de camera als de tv uit
alvorens de camera en de tv op elkaar aan te
sluiten.
2 Zet de schakelaar op de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in de stand "TV".
CAMERA TV
1 Gebruik de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd) om de camera aan te
sluiten op de tv.
DISP SEL
3 Schakel de tv in en stel de tv/
video-ingang in op "video".
1 Naar de audio/videoingangsaansluitingen
• Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzingen van de tv.
4 Zet de functieknop in de stand
en schakel de camera in.
Functieknop
VGA
2/9
Uw camera op een tv aansluiten
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
MENU
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting (bijgeleverd)
• Leg de camera neer met het scherm omhoog.
• Als de tv is uitgerust met stereoingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting aan op de linkeraudioingangsaansluiting van de tv.
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het tv-scherm
afgebeeld.
De beelden verdwijnen van het
camerascherm en de toetsen worden
afgebeeld.
NL
101
Raak
/
op het camerascherm aan
om het beeld op het televisiescherm
heen en weer te schakelen.
Voor de bediening van het menu moet u
v/V/b/B aanraken om de cursor te
verplaatsen, en daarna z aanraken om
de instelling vast te leggen.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke tvsysteem (blz. 75).
TV-kleursystemen
Als u de beelden op een tv-scherm wilt
weergeven, hebt u een tv nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor
de multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd). Het kleursysteem van de tv
moet overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten voor het tvkleursysteem van het land of gebied waarin
u de camera gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
NL
102
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
1 Controleer de punten op bladzijde 104 t/m 116.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie
blz. 117.
2 Verwijder de accu en plaats na een minuut de accu opnieuw en schakel de
camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 73).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren, geeft u automatisch toestemming om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren.
Problemen oplossen
NL
103
Accu en spanning
De accu kan niet worden geplaatst.
• Gebruik bij het plaatsen van de accu de punt van de accu om de accu-uitwerphendel naar de
onderkant van de camera te duwen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende acculading
wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt
(blz. 123).
• De afgebeelde accu-restladingsindicator komt niet overeen met de werkelijkheid. Verbruik de
volledige lading van de accu en laadt deze daarna volledig op om de display te corrigeren.
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
• Laad de accu voldoende op (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 123).
• De accu-aansluitpunten zijn vuil. Maak de accu-aansluitpunten schoon met een wattenstaafje
o.i.d. en laadt de accu op.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 123). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
• Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de
camera weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
NL
104
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen (blz. 25) of de "Memory
Stick Duo" (blz. 24). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
– Wis overbodige beelden (t stap 7 in "Lees dit eerst").
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de functieknop op
wanneer u stilstaande beelden opneemt.
• Zet de functieknop op
wanneer u bewegende beelden opneemt.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 121).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• Zet de functieschakelaar in een andere stand dan
(blz. 28).
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 19). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
Problemen oplossen
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek (W)/34 cm voor telefoto (T) (t stap 6 in
"Lees dit eerst").
• De
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie) of
(vuurwerkfunctie) is gekozen in de
scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
(blz. 34).
De optische zoom werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 63).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
NL
105
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 63).
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2].
– U in de Multi Burst-functie opneemt.
– U bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitsfunctie is ingesteld op
(niet flitsen) (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• U kunt de flits niet gebruiken wanneer:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 50).
– De
(schemerfunctie), (kaarslichtfunctie) of
(vuurwerkfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie (blz. 29).
– Wanneer de functieknop op
• Stel de flitsfunctie in op
(landschapsfunctie),
scènekeuzefunctie.
staat.
(altijd flitsen) (t stap 6 in "Lees dit eerst") wanneer
(sneeuwfunctie), of
(strandfunctie) is gekozen als de
Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
• Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen.
Dit is normaal.
De close-up (Macro)-opnamefunctie werkt niet.
• De
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie), (kaarslichtfunctie) of
(vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 29).
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 32).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 48) of
stel de belichting in (blz. 32).
• Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 73).
Het beeld is te licht.
• U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de
belichting (blz. 32).
NL
106
• Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 73).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de beeldeffect-functie (blz. 52).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 65).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
• Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst").
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het intern geheugen of "Memory Stick Duo" vol is. Wis overbodige beelden (t stap 7 in
"Lees dit eerst").
• De accu is zwak. Plaats een opgeladen accu.
Problemen oplossen
NL
107
Beelden bekijken
Raadpleeg "Computers" (blz. 110) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Zet de functieknop op
(blz. 28).
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 87).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 85).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het tv-scherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld
overeenkomstig het kleursysteem van de tv (blz. 75).
• Controleer of de aansluiting juist is (blz. 101).
• De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "CAMERA".
Zet deze in de stand "TV" (blz. 101).
Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven.
• De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Koppel de
kabel voor multifunctionele aansluiting los of zet de schakelaar in de stand "CAMERA"
(blz. 81).
NL
108
Beelden wissen/bewerken
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 56).
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden
beveiligt (blz. 55) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK zet (blz. 121) om per ongeluk wissen te voorkomen.
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden opgeslagen
in het album niet veranderen.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
• De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op beelden opgeslagen in het album
en bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Annuleer de beveiliging (blz. 56).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
U kunt niet tekenen.
Problemen oplossen
• U kunt niet tekenen op beelden opgeslagen in het album.
• Er is niet voldoende opslagruimte op het opnamemedium. Wis overbodige beelden.
NL
109
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 78 voor Windows, en blz. 91 voor
Macintosh.
U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren.
• In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 79).
Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding
tot stand komt.
• De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze
in de stand "CAMERA" (blz. 81).
Uw computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst") of
gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 17).
• Gebruik de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting (blz. 81).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de
camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie Mass Storage"
wordt afgebeeld (blz. 81).
• Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het
(Setup) menu (blz. 74).
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USBaansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 81).
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79).
• De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting op de computer hebt aangesloten voordat u het "USB Driver"
(USB-stuurprogramma), dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, hebt geïnstalleerd. Wis het
foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het
volgende punt).
NL
110
Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de
computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar
aansluit.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager].
Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Sluit de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste
wijze aan op de computer (blz. 81).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 81 en 91).
• Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer,
kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een
"Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 68).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet
automatisch op.
• Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings].
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 81).
Problemen oplossen
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van
ieder venster.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en
geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 79).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
NL
111
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(blz. 85).
• Bedien op de juiste wijze (blz. 87).
De camera wordt niet herkend door "Music Transfer".
• De opslagruimte voor de muziekbestanden in de camera is beschadigd. Voer [Format. muz.]
(blz. 72) uit.
"Memory Stick Duo"
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
• De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 7 in "Lees dit eerst").
• Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 24) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl
het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 121).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet
meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten
(blz. 121).
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick" gleuf.
• Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen.
Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op
te nemen met de betreffende fabrikanten.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer
op elkaar aan (blz. 79 t/m 81). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
NL
112
Intern geheugen
De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen
zijn opgeslagen, niet weergeven.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar
een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd.
• De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 67) om het
interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd.
Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet
kopiëren "Memory Stick Duo".
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Album
Problemen oplossen
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen naar een "Memory
Stick Duo" worden gekopieerd.
• De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist.
Kan de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen niet naar een "Memory
Stick Duo" kopiëren.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens van een "Memory Stick Duo" of een computer niet naar
het album kopiëren.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het album
worden gekopieerd.
NL
113
Kan geen beelden opslaan in het album.
• Stel [Schrijven in album] in op [Aan] in het
(Setup) menu (blz. 71).
• Het album is vol met beveiligde beelden. Verwijder de beveiliging van de overtollige beelden
(blz. 56).
Afdrukken
Zie ook "PictBridge-compatibel printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
• Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op
[16:9(HDTV)], kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn.
• Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en
afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
PictBridge-compatibel printer
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het
(Setup) menu (blz. 74).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer
raadplegen.
Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding
tot stand komt.
• De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze
in de stand "CAMERA" (blz. 96).
NL
114
Kan geen beelden afdrukken.
• Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting op de printer is aangesloten.
• Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de
printer.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
• U kunt bewegende beelden of beelden opgeslagen in het album niet afdrukken.
• Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de
indicator
(kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) was uitgegaan.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 97).
Problemen oplossen
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer
wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 97) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
NL
115
Overige
De camera werkt niet.
• Gebruik het type accu dat in deze camera kan worden gebruikt (blz. 123).
• De accu is bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Laad de accu op (t stap 1 in "Lees
dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Verwijder de accu en plaats na een
minuut de accu terug en schakel de camera in.
De toetsen van het aanraakscherm worden niet afgebeeld.
• Druk op de
toets (aanraakscherm-inschakeltoets).
Kan de toetsen van het aanraakscherm niet op de juiste wijze of volledig
bedienen. De aanraakpen reageert op de verkeerde plaatsen.
• Voer [Kalibratie] uit (blz. 76).
De toetsen functioneren niet naar wens.
• De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 76).
Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet.
• Zie blz. 18.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 126).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
NL
116
Foutcodes en meldingen
Zelfdiagnosefunctie
Meldingen
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
C:32:ss
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
C:13:ss
• De camera kan geen gegevens lezen
E:61:ss
E:91:ss
• De accu is zwak. Laad de accu op (t
stap 1 in "Lees dit eerst").
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden of het soort
accu, kan de indicator knipperen
ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten
acculading over is.
• De geplaatste accu is geen NP-BG1
accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Plaats de Memory Stick opnieuw
Problemen oplossen
vanaf of schrijven op de "Memory Stick
Duo". Plaats de "Memory Stick Duo"
meerdere keren opnieuw.
• Het ingebouwde geheugen heeft een
formatteringsfout begaan, of een nietgeformatteerde "Memory Stick Duo" is
geplaatst. Formatteer het ingebouwde
geheugen of de "Memory Stick Duo"
( blz. 67, 68).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in deze camera worden gebruikt, of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 121).
E
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste wijze.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 121).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• De aansluitpunten van de "Memory
Stick Duo" zijn vuil.
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Stel alle instellingen terug op
de standaardinstellingen van de camera
(blz. 73) en schakel deze daarna weer
in.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 121).
NL
117
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw (blz.
67 en 68).
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt een "Memory Stick Duo"
met een schrijfbeveiligingsschakelaar
terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat. Zet de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen (blz. 121).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer aanmaken.
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 69).
Bestandsfout
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Wis overbodige beelden of bestanden
(t stap 7 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Tijdens het weergeven van het beeld is
een fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (blz. 56).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om te knippen (korter dan
ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 87).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Kies een andere map of
maak een andere map (blz. 68).
NL
118
Ongeldige bediening
• U probeert een bestand weer te geven
dat werd aangemaakt op een ander
apparaat dan deze camera.
• U hebt geprobeerd met bewegende
beelden de functies zoomvergroting,
tekenen, beeldformaat veranderen,
roteren, afdrukken of het aanbrengen
van een DPOF-markering toe te passen.
• U hebt geprobeerd met Multi Burstbeelden de functies zoomvergroting,
tekenen, beeldformaat veranderen of
roteren toe te passen.
• U hebt geprobeerd een tekening aan te
brengen op de beeldopnamen tijdens
weergave op een televisiescherm.
• U hebt geprobeerd te tekenen met
afstandsbediening van de Cyber-shot
Station.
(Trillingswaarschuwingindicator)
• Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier
vast.
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO
Duo". Plaats een "Memory Stick PRO
Duo" of stel het beeldformaat in op een
ander formaat dan [640(Fijn)].
Maak printer-verbinding mogelijk
Geen afdrukbaar beeld
• U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder één DPOF (afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
• U probeerde [Alle in deze map] uit te
voeren terwijl een map was gekozen
waarin uitsluitend bewegende beelden
zitten. U kunt bewegende beelden niet
afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
• [USB-aansl.] is ingesteld op
• Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Problemen oplossen
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Bij het verschijnen van
een foutmelding op de printer, moet u
de handleiding van de printer
raadplegen.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
Albumdatafout
• In de beeldgegevens van het
albumbestand is een fout opgetreden.
Voer [Album controleren] uit (blz. 71).
NL
119
Albumfout
• Er is een fout in het album opgetreden.
Schakel de camera uit en daarna weer
in. Als de melding blijft verschijnen,
moet u het album formatteren. (Merk op
dat door dit formatteren alle in het
album opgeslagen beeldgegevens,
inclusief de beveiligde beelden, gewist
zullen worden.)
Geen beeld voor diavoorstelling
• De gekozen map bevat geen bestand dat
met een diavoorstelling met muziek
weergegeven kan worden.
Muziekfout
• Wis het muziekbestand of vervang het
door een normaal muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download
daarna een nieuw muziekbestand
(blz. 72).
Bediening is veranderd
• De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 76).
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] nog een keer uit
(blz. 72).
NL
120
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK hebt gezet.
Aansluiting
"Memory Stick"-type
Opnemen/
weergeven
Memory Stick (zonder
MagicGate)
—
Memory Stick (met
MagicGate)
—
Memory Stick Duo (zonder
MagicGate)
a
Memory Stick Duo (met
MagicGate)
a*1*2
MagicGate Memory Stick
—
MagicGate Memory Stick
Duo
a*1
Memory Stick PRO
—
Memory Stick PRO Duo
a*1*2*3
*1
• Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick Duo" die op een computer is
geformatteerd niet garanderen in deze camera.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan
verschillend zijn afhankelijk van de
"Memory Stick Duo" die u gebruikt.
• De "Memory Stick Duo" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt gehaald of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Druk niet hard wanneer u in het
aantekeningenvak schrijft.
• Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo"
zelf of op de Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitingen van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet
vallen.
• Demonteer of transformeer de "Memory Stick
Duo" niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
Overige
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies.
MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt
gemaakt van versleutelingstechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
*2 Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*3
Bewegende beelden kunnen worden
opgenomen op beeldformaat 640(Fijn).
Schrijfbeveiligingsschakelaar Ruimte voor
aantekeningen
NL
121
• Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen
het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze
per ongeluk inslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over de Memory Stick
Duo-adaptor (niet bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory
Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat steekt zonder gebruik te
maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan
het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het
apparaat te halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed
op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken, en steek deze
daarna er helemaal in. In de verkeerde richting
insteken kan tot een defect leiden.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat
door onjuist gebruik de camera kan worden
beschadigd.
• Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
NL
122
Informatie over de accu
Opladen
Levensduur van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien
u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt,
bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend
kunt opladen.
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de
meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van
de levensduur van de accu is bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede bepaald
door de manier waarop deze wordt bewaard,
alsmede de omstandigheden en omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
Doeltreffend gebruik van de accu
• Bij lage temperaturen verminderen de prestaties
van de accu. Op koude plaatsen kan de accu
daarom minder lang worden gebruikt. Wij
bevelen het volgende aan om de accu langer mee
te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan
om de accu op te warmen, en plaats deze in de
camera vlak voordat u begint met opnemen.
• De accu zal snel leeg raken als u de flitser of
zoom vaak gebruikt.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot
driemaal de verwachte opnameduur bij de hand
te houden, en om proefopnamen te maken
alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
• Laat de accu niet nat worden. De accu is niet
waterdicht.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen,
zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Hoe u de accu moet bewaren
Overige
• Als de accu gedurende een lange tijd niet
gebruikt wordt, laadt u deze eenmaal per jaar
volledig op en verbruikt u de lading volledig
met uw camera, voordat u de accu weer bewaart
op een droge, koele plaats. Herhaal deze oplaaden verbruikprocedure eenmaal per jaar om een
goede werking van de accu te behouden.
• Als u de acculading volledig wilt opgebruiken,
zet u de camera in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 40) totdat de camera
uitgeschakeld wordt.
• Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil
worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de
bijgeleverde accuhouder gebruiken voor
transport en bewaring.
NL
123
De acculader
x De acculader
• Laadt met behulp van de acculader die bij uw
camera werd geleverd, geen andere accu op dan
een NP-BG-accu. Als u andere accu’s dan de
bijgeleverde accu probeert op te laden, kunnen
deze gaan lekken, oververhit raken of
exploderen, waardoor gevaar van letsel als
gevolg van elektrocutie en brandwonden
ontstaat.
• Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u
blijft opladen, bestaat de kans op lekkage,
oververhitting, explosie of elektrische schokken.
• Als het CHARGE-lampje knippert, kan dit een
accufout aangeven of het feit dat een andere
accu dan het opgegeven type is geplaatst.
Controleer of de geplaatste accu van het
opgegeven type is. Als de accu van het
opgegeven type is, haalt u de accu eruit,
vervangt u deze door een nieuwe of een andere,
en controleert u of de acculader nu wel goed
werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan
een accufout zijn opgetreden.
• Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen. Maak de
acculader schoon met een droge doek, enz.
NL
124
Het Cyber-shot Station gebruiken
Met het Cyber-shot Station (niet
bijgeleverd) kunt u de camera gemakkelijk
opladen. Plaats de camera gewoon in het
Cyber-shot Station en het opladen begint
automatisch. Terwijl de accu wordt
opgeladen, kunt u de lading controleren aan
de hand van de CHARGE-lampjes op het
Cyber-shot Station.
De afstandsbediening van het Cyber-shot
Station maakt het mogelijk de volgende
bedieningen op afstand uit te voeren.
– Beelden weergeven op een TV
– Diavoorstelling
– Weergavezoom
– Trimmen
Als een PictBridge-compatibele printer is
aangesloten, kunnen bovendien beelden
worden afgedrukt met behulp van de
afstandsbediening.
Voor verdere informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van het Cyber-shot
Station.
Overige
NL
125
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Vervoeren
Als de camera in de achterzak van uw broek of
jurk zit, mag u niet in een stoel of op een andere
plaats gaan zitten omdat, de camera hierdoor
beschadigd kan worden of defect kan raken.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Als het LCD-scherm vuil is vanwege
vingerafdrukken of stof, raden wij u aan om het
schermoppervlak met een zachte doek schoon te
maken.
Bij gebruik van de LCD-reinigingsset (niet
bijgeleverd) mag u de reinigingsvloeistof niet
rechtstreeks op het LCD-scherm aanbrengen.
Gebruik een reinigingspapiertje dat met deze
vloeistof bevochtigd is.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
NL
126
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen
beschadigen.
• Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden,
enz.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
x Interne oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van
de camera voortdurend opgeladen. Indien u de
camera echter alleen voor korte perioden gebruikt,
raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dat geval
moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u
de camera gaat gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadprocedure voor de interne,
oplaadbare batterij
Plaats een opgeladen accu in de camera, of sluit
de camera met behulp van de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd) aan op een stopcontact, en laat
de camera gedurende 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
Oplaadprocedure voor de accu
t
stap 1 in "Lees dit eerst"
Overige
NL
127
Technische gegevens
Camera
[Stroomvoorziening, algemeen]
Spanning
[Systeem]
Beeldsysteem
9,10 mm (1/1,8 type) kleurenCCD, primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 8 303 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 8 068 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 – 23,7 mm (38 –
114 mm omgerekend naar een
35 mm fotocamera)
F2,8 – 5,4
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting,
Scènekeuze (8 functies)
Witbalans
Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend,
Lamplicht, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie
2.2
voldoet aan JPEG, DPOFcompatibel
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium Intern geheugen (26 MB)
"Memory Stick Duo"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Auto): Ong.
0,20 m tot 5,0 m (W), 0,34 m
tot 2,6 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multifunctionele aansluiting
USB-verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm
7,5 cm (3 type) TFT-aansturing
Totaal aantal beeldpunten
230 400 (960×240)
beeldpunten
NL
128
Oplaadbare accu NP-BG1,
3,6 V
Netspanningsadapter AC-LS5K
(niet bijgeleverd), 4,2 V
Stroomverbruik (tijdens opname)
1,3 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
96,7 × 61,1 × 22,7 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Ong. 185 g (inclusief NP-BG1
accu, polsriem, aanraakpen,
enz.)
Microfoon
Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print
Compatibel
PRINT Image Matching III
Compatibel
PictBridge
Compatibel
BC-CSG acculader
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom van
50/60 Hz,
2W
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 0,25 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
Ong. 62 × 24 × 91 mm
(B/H/D)
Gewicht
Ong. 75 g
Oplaadbare accu NP-BG1
Gebruikte accu
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit
3,4 Wh (960 mAh)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Overige
NL
129
Index
Index
A
Album controleren ............... 71
Computer.............................. 77
Aanraakpen...........................17
Auto Review ........................ 66
Aanraakscherm
Automatische instelfunctie
Aanbevolenomgeving................. 78, 91
Aansluiten
Computer.......................81
Printer............................96
TV ...............................101
Aantal beelden/
opnameduur...................24
Accu....................................123
Accu-restladingsindicator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Levensduur van de
accu ...............................27
Opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Macintosh......................91
Software ........................ 88
Beeldbestandgeheugenlocaties........... 85
Windows........................ 77
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen ......... 85
Condensvorming ................126
Beeldeffect ........................... 52
Cyber-shot Station .............. 125
Beelden afdrukken in een
winkel ........................... 99
D
Beelden kopiëren naar uw
computer ....................... 79
Beeldformaat........................ 14
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Contrast ................................ 53
Dag&Tijd.............................. 64
Daglicht ................................ 48
Datum ................................... 64
Datum/Tijd ...........................64
Beeldkwaliteit ................ 14, 49
DC IN aansluiting................. 17
Behuizing ............................. 76
De camera in het buitenland
gebruiken
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Acculader............................124
Bestandsnummer.................. 74
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Besturingssysteem ......... 78, 91
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Bewolkt ................................ 48
Bestandsnaam ...................... 85
Beveiliging ........................... 55
Burst..................................... 50
C
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Camera 1 .............................. 63
AF-bereikzoekerframe....34, 35
CD-ROM........................ 79, 92
Afdrukken.............................94
Compressieverhouding......... 15
Camera 2 .............................. 66
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Diafragma.............................11
diavoorstelling ......................40
Digitale zoom ....................... 63
DirectX ................................. 78
DPOF....................................99
Dradenkruis van de spot
lichtmeting ....................48
E
Enkelbeeldfunctie..........95
Effectief aantal pixels .........128
Indexfunctie...................95
Elektronische transformator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
AF-functie ............................63
AF-verlichting ......................66
Album ...................................37
130
Beelden kopiëren.....79, 91
B
Belichting............................. 11
Afdrukmarkering ..................99
NL
Automatische
scherpstelling ................ 10
Accu opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
AE/AF-vergrendelingsindicator
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera ...........................87
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Enkel..................................... 63
Enkelbeeldafdrukfunctie ...... 95
EV .........................................32
K
Exposure Bracket..................50
Kaarslichtfunctie .................. 29
Onderdelen ....................46
Extensie ..........................85, 87
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting....... 81, 96, 101
Opnamestand.................48
F
Kalibratie.............................. 76
Menu voor opnemen .............48
Fijn........................................49
Kleur............................... 14, 43
Menu voor weergeven ..........54
Flitser ....................................49
Klokinstel. ............................ 75
Midden-AF ...........................34
Flitsniveau.............................52
Kopiëren ............................... 69
Mode.....................................50
Menu.....................................45
Fluorescerend........................48
Weergeven .....................54
Monitor .................................63
Formaat veranderen ..............57
L
Monochroom ........................52
Formatteren...............67, 68, 71
Lamplicht ............................. 49
MPG .....................................86
Foutcodes en meldingen .....117
Landschapsfunctie................ 29
Multi AF ...............................34
F-waarde ...............................12
Lange sluitertijd NR....... 19, 31
Multi Burst............................50
LCD-achterverlichting ......... 73
G
LCD-scherm........ zie "Scherm"
Multifunctionele
aansluiting .....................17
Geprogrammeerd automatisch
opnemen ........................28
Lichtmeetfunctie .................. 48
Multipoint-AF.......................34
Lichtmeting met meerdere
patronen ........................ 48
Music Transfer..........88, 89, 93
Muziek formatteren ..............72
Histogram .......................22, 33
Lichtmeting met nadruk op het
midden .......................... 48
I
M
ImageMixer VCD2 .........88, 92
M AF .................................... 63
Indexafdrukfunctie................95
Macintosh-computer ............ 91
Indexscherm
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Map ...................................... 54
H
Muziek downloaden .............72
N
Netspanningsadapter.............17
Aanbevolen-omgeving .. 91
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
NTSC ....................................75
Aanmaken ..................... 68
O
Wijzigen ........................ 69
Onderbelichting ....................12
Indicator.............. zie "Scherm"
Mass Storage ........................ 74
Opdelen.................................59
Initialiseren ...........................73
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
Opname functie ....................50
Memory Stick....................... 68
Opnamemap wijzigen ...........69
"Memory Stick Duo".......... 121
Opnemen van bewegende
beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Indicator van AFbereikzoekerframe ...34, 35
Installeren .................79, 88, 92
Instelling Bracket-functie .....52
Intern geheugen ..............25, 67
Interne oplaadbare batterij ...127
ISO............................11, 13, 49
Aantal beelden/
opnameduur .................. 24
J
Schrijfbeveiligingsschakelaar...121
JPG........................................86
Index
Interval ..................................52
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 en 4 in "Lees dit
eerst"
Opnamemap maken ..............68
Optische zoom ......................63
Overbelichting ......................12
NL
131
P
Setup ........................ 53, 60, 62
VGA
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
PAL.......................................75
Album ........................... 71
PC .................... zie "Computer"
Camera 1....................... 63
PFX.......................................52
Camera 2....................... 66
PictBridge.......................74, 95
Intern geheugen ............ 67
PicturePackage .....................88
Memory Stick ............... 68
Pieptoon................................73
Setup 1 .......................... 72
Volume
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Pixel......................................14
Setup 2 .......................... 73
Voorzorgsmaatregelen ........ 126
Plaats van de onderdelen ......16
Setup 3 .......................... 74
Vuurwerkfunctie................... 29
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Setup 4 .......................... 76
Setup 1 ................................. 72
W
Precisie-digitale-zoom..........63
Setup 2 ................................. 73
Wazige beelden..................... 11
Problemen oplossen............103
Setup 3 ................................. 74
WB ....................................... 48
PTP .......................................74
Setup 4 ................................. 76
Weergave ....... zie "Weergeven"
Punt lichtmeting ...................48
Slimme-zoomfunctie............ 63
Weergave/bewerken.............. 28
Punt-AF ................................35
Sluitertijd ....................... 11, 12
Sneeuwfunctie...................... 29
R
Weergavezoom
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Software ............................... 88
Weergeven
Rechtstreeks afdrukken ........95
Standaard ............................. 49
Reiniging ............................126
Strandfunctie........................ 29
Video-CD .......................88, 92
Video-uit............................... 75
Bewegende beelden
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Roteren .................................58
T
S
Taal....................................... 73
Stilstaand beeld
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
S AF......................................63
Technische gegevens.......... 128
Windows-computer .............. 77
Scènekeuzefunctie ................29
Tekenen ................................ 43
Schemerfunctie.....................29
Toets voor "aanraakscherminschakeltoets"
Schemer-portretfunctie .........29
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Scherm
Tot halverwege indrukken.... 10
Indicator ........................18
Trimmen............................... 61
Z
LCD-achterverlichting... 73
TV ...................................... 101
Zachte-opnamefunctie .......... 29
Scherpstelling-voorkeuze .....35
U
Scherpte ................................53
USB-aansluiting................... 74
Schrijfbeveiligingsschakelaar... 121
USB-stuurprogramma.......... 79
Schrijven in het album..........71
V
Sepia .....................................52
Vermindering van het rodeogeneffect ..................... 65
Verzadiging .......................... 53
132
Witbalans.............................. 48
Het weergavescherm
veranderen .....................22
Scherpstellen ..................10, 34
NL
Aanbevolen-omgeving...78
Wissen
t stap 7 in "Lees dit
eerst"
Zelfdiagnosefunctie ............ 117
Z-W ......................................52
Handelsmerken
•
•
•
•
•
•
•
•
en Cyber-shot Station zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
"Memory Stick",
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
Duo",
, "MagicGate"
en
zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
PicturePackage is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
NL
133