Sony Cyber-shot DSC-T5, DSC-T5 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Sony Cyber-shot DSC-T5 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
2-635-482-42 (1)
© 2005 Sony Corporation
Printed in Japan
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf
Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
2635482420
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
Störungsbehebung
___________
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der
Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing/
Problemen oplossen
_________
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door vóórdat u de camera
voor het eerst bedient, en bewaar ze voor latere naslag.
DSC-T5
„Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band)
Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für
Aufnahme/Wiedergabe mit Ihrer Kamera.
"Lees dit eerst" (los boekje)
Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/
weergeven met uw camera.
DE
NL
NL
2
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact
op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Nederlands
WAARSCHUWING
Voor klanten in Nederland
Voor klanten in Europa
NL
3
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Deze camera gebruikt het IC-
opnamemedium "Memory Stick Duo". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken in uw
camera.
"Memory Stick": U kunt in uw camera
geen "Memory Stick" gebruiken.
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie blz. 95.
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te steken.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de "InfoLITHIUM"
accu
Laad de meegeleverde NP-FT1 accu op voordat
u de camera voor het eerst gebruikt. (
t stap 1
in "Lees dit eerst")
De accu kan zelfs worden opgeladen als deze
nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs
als de accu niet volledig opgeladen is, de
gedeeltelijke lading van de accu gewoon
gebruiken.
Als u van plan bent de accu gedurende een lange
tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de
resterende lading, verwijdert u daarna de accu
uit de camera, en bewaart u deze op een droge,
koele plaats. Dit dient om de functies van de
accu te behouden (blz. 97).
Voor verdere informatie over bruikbare accu's,
zie blz. 97.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens, die scherpe beelden met
uitstekend contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
Geen compensatie voor de inhoud van
de opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
ingebouwde geheugen en reserve
"Memory Stick Duo"
Schakel de camera niet uit en verwijder de accu
of de "Memory Stick Duo" niet terwijl het
toegangslampje brandt, omdat hierdoor de
gegevens in het ingebouwde geheugen of op de
"Memory Stick Duo" kunnen worden
beschadigd. Bescherm uw gegevens altijd door
een reservekopie te maken. Zie bladzijde 21
voor het maken van een reservekopie.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
Deze camera is niet stofdicht, niet
spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees
"Voorzorgsmaatregelen" (blz. 99) alvorens de
camera te bedienen.
Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
NL
NL
4
Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Hierdoor kan een storing in de camera
ontstaan.
Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 99).
Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en
het weigeren om beelden op te nemen, maar kan
ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
Maak het venster van de flitser schoon vóór
deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het
afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het
venster van de flitser doen verbranden of
vastbakken waardoor onvoldoende licht het
voorwerp bereikt.
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-
scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw,
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot
en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
Deze camera voldoet aan de universele DCF
(Design rule for Camera File system)-norm
zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Zwarte (witte/rode/
blauwe/groene)
punten
NL
5
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De accu voorbereiden
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
6 Beelden weergeven/wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiks-
aanwijzing
Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen t blz. 23
Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 25
De standaardinstellingen veranderen t blz. 44
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiks-
aanwijzing
Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 56
Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibel printers)
t blz. 72
NL
6
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3
Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 9
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 9
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 11
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 13
Indicators op het scherm ........................................................................ 15
Het weergavescherm veranderen ........................................................... 19
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 20
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne geheugen).....21
Levensduur van de accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/
bekeken .................................................................................................. 22
De functieknop gebruiken ....................................................................... 23
De menuonderdelen gebruiken...................................................... 25
Menuonderdelen ................................................................................ 26
Menu voor opnemen ............................................................................... 28
(Camera)
(EV)
9 (Scherpstellen)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
BRK (Bracket-stap)
(Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
De camera leren gebruiken
Het menu gebruiken
M
NL
7
Menu voor weergeven .............................................................................37
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
Trimmen
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................44
Camera 1 ...........................................................................................45
AF-functie
Digitale zoom
Datum/Tijd
Rode-ogeneff.
AF-verlicht.
Auto Review
Camera 2 ...........................................................................................49
Ve rg ro o t
Intern geheugen-tool..........................................................................50
Formaat
Memory Stick tool ..............................................................................51
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Setup 1 ...............................................................................................53
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
Initialiseren
Setup 2 ...............................................................................................54
Bestandsnr.
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
Het Setup-scherm gebruiken
1
2
1
2
NL
8
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 56
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 58
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op uw camera
(met behulp van een "Memory Stick Duo") .............................................66
De bijgeleverde software gebruiken........................................................ 67
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 69
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 71
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer.... 72
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 76
Beelden bekijken op een tv-scherm........................................................ 78
Problemen oplossen ............................................................................... 80
Foutcodes en meldingen......................................................................... 92
Over de "Memory Stick".......................................................................... 95
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu................................................... 97
De acculader........................................................................................... 98
Voorzorgsmaatregelen ............................................................................ 99
Technische gegevens............................................................................ 101
De camera met uw computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Uw camera op uw tv aansluiten
Problemen oplossen
Overige
Index
.................................................................................................... 102
De camera leren gebruiken
NL
9
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
t [Scherpstellen]
(blz. 29)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t
Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (direct hieronder).
Scherp-
stellen
Het onderwerp met succes scherpstellen
Druk de sluiterknop
gelijk helemaal in.
Druk de
sluiterknop tot
halverwege in.
Knipperende
indicator ,
Indicator brandt/piept
Druk daarna de
sluiterknop
helemaal in.
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren
door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een
statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is.
Scherp-
stellen
Belichting Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u
hoe u de diverse camerafuncties moet
gebruiken, zoals de functieknop (blz. 23), de
menu’s (blz. 25), enz.
60min
NL
10
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
De ISO-gevoeligheid instellen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 32
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
EV:
Hiermee kunt u de belichting die door de
camera is ingesteld veranderen.
t blz. 28
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de
belichting in te stellen. t blz. 31
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld is echter donkerder.
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO =
Gevoeligheid van het opnamemedium
Belichting:
De camera leren gebruiken
NL
11
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 31).
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Kleur
Over het effect van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Lamplicht
Eigenschappen van
het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 5M
2592 pixels × 1944 pixels = 5.038.848 pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
2592
1944
480
640
Pixels
NL
12
Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst")
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
* De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
** Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 89).
***U kunt een nog hogere beeldkwaliteit krijgen door de camera aan te sluiten via een "Memory Stick"-
gleuf of een USB-aansluiting.
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 32)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
Pixel
Veel beeldpunten
(Hoge beeldkwaliteit en
groot bestand)
Voorbeeld: Afdrukken
van maximaal A4-
formaat
Weinig beeldpunten
(Lage beeldkwaliteit en
klein bestand)
Voorbeeld: Beeld
versturen als bijlage
bij e-mailberichten
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik
5M (2592×1944) Groter
Kleiner
Voor afdrukken op A4-formaat of beelden met een
hoge resolutie op A5-formaat.
3:2* (2592×1728)
3M (2048×1536)
1M (1280×960) Voor afdrukken op briefkaartformaat
VGA(E-Mail)
(640×480)
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het versturen van beelden met e-mailberichten,
of voor het maken van webpagina’s
16:9(HDTV)**
(1920×1080)
Voor het bekijken van beelden op een
breedbeeldtelevisie of Hi-Vision-compatibele
televisie***
De camera leren gebruiken
NL
13
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A Sluiterknop (
t stap 5 in "Lees dit
eerst")
B Functieknop (23)
C Flitser (
t stap 5 in "Lees dit eerst")
D Zelfontspannerlampje (
t stap 5 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (47)
E POWER-toets (
t stap 2 in "Lees dit
eerst")
F POWER-lampje (
t stap 2 in "Lees dit
eerst")
G Microfoon
H Lens
I Lensafdekking (
t stap 2 in "Lees dit
eerst")
A Flitserlaadlampje (oranje) (
t stap 5
in "Lees dit eerst")
B LCD-scherm (19)
C (Schermweergave aan/uit)-toets
(19)
D MENU-toets (25)
E (Beeldformaat/Wissen)-toets
(
t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst")
F Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(
t stap 5 in "Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/ (Index) toets
(
t stap 6 in "Lees dit eerst")
G Oog voor polsriem (
t "Lees dit eerst")
H Luidspreker
I Deksel van de accu/"Memory Stick
Duo" (
t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst")
J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/
z (t stap 2 in
"Lees dit eerst")
Menu uit: // / (
t stap 5 in
"Lees dit eerst")
K Toegangslampje (
t stap 4 in "Lees dit
eerst")
5
6
7
8
9
1
2
3
4
2
1
3
4
5
6
7
8
9
0
qa qs qd qgqf qh
NL
14
L "Memory Stick Duo"-gleuf
(
t stap 3 in "Lees dit eerst")
M Accu-insteekgleuf
(
t stap 1 in "Lees dit eerst")
N Accu-uitwerphendel
(
t stap 1 in "Lees dit eerst")
O Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Bij gebruik van de AC-LS5K AC
adapter (niet bijgeleverd)
P Schroefgat voor statief (onderkant)
Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera
niet stevig bevestigen op een statief waarvan
de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien
kan hierdoor de camera beschadigd worden.
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
1 Naar
DC IN
aan-
sluiting
3 Naar
stopcontact
v merkteken
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
De camera leren gebruiken
NL
15
Indicators op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van bewegende beelden
A
B
60min
1
2
3
4
5
C:32:00
101
+
[
00:28:25
]
00:00:00
STBY
STD
6 40
+2.0
EV
60min
1
2
3
4
5
Scherm Indicator
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
z AE/AF-vergrendeling (
t
stap 5 in "Lees dit eerst")
BRK Opnamefunctie (23, 33)
Witbalans (31)
STBY
OPNEMEN
Standby/Opname voor
bewegende beelden (
t
stap 5 in "Lees dit eerst")
Camerafunctie
(Scènekeuze) (
t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Camerafunctie
(Programma) (23)
Flitsfunctie (
t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Zoomvergroting (
t 45,
stap 5 in "Lees dit eerst")
Vermindering van het rode-
ogeneffect (47)
Scherpte (36)
Verzadiging (36)
Contrast (36)
AF-verlichting (47)
Lichtmeetmodus (31)
Beeldeffect (35)
Scherm Indicator
Macro (t stap 5 in "Lees
dit eerst")
AF-functie (45)
AF-bereikzoekerframe (29)
1.0m Scherpstelling-
voorkeuzeafstand (29)
60min
M
WB
SL
1.3
ON
S AF M A F
NL
16
C
D
E
Scherm Indicator
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
FINE STD Beeldkwaliteit (32)
Opnamemap (51)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(20)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (20)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (20)
1/30" Multi Burst-interval (35)
400 Resterend aantal
opneembare beelden (20)
Zelfontspanner (
t stap 5
in "Lees dit eerst")
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (92)
Datum/Tijd (46)
ISO-nummer (32)
±0.7EV Bracket-stapwaarde (35)
Scherm Indicator
Trillingswaarschuwing (9)
Geeft aan dat trillingen
kunnen verhinderen dat de
beelden scherp worden
opgenomen als gevolg van
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
flitser te gebruiken om een
betere belichting te
verkrijgen, of het statief
o.i.d. te gebruiken om de
camera te stabiliseren.
3:25M 3M
1M VGA
16:9
FINE
6 40
STD
6 40
160
101
E Waarschuwing voor
zwakke accu (22, 92)
+ Dradenkruis van de
spotlichtmeting (31)
AF-bereikzoekerframe (29)
Scherm Indicator
Histogram (19, 28)
Lange sluitertijd NR
Als de sluitertijd gelijk is
aan of langer is dan 1/6
seconde, wordt automatisch
de NR lange-
sluitertijdfunctie
ingeschakeld om de
beeldruis te verminderen.
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde (28)
(niet afgebeeld
op het scherm
op de
voorgaande
bladzijde)
Menu/Gidsmenu (25)
Scherm Indicator
DPOF
De camera leren gebruiken
NL
17
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van bewegende beelden
A
B
60min
C:32:00
101
VGA
1.3
M
101
12/12
+2.0EV
F3.5500
1
2
3
4
5
60min
1
2
3
4
5
Scherm Indicator
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
Beeldformaat (
t stap 4 in
"Lees dit eerst")
Opnamefunctie (23, 33)
N Weergave (
t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Vo l u m e (
t stap 6 in "Lees
dit eerst")
- Beveiliging (38)
Afdrukmarkering (DPOF)
(76)
Map veranderen (37)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Zoomvergroting (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Stap
12/16
Beeld-voor-beeld-weergave
(33)
Scherm Indicator
101-0012 Map-bestandsnummer (37)
Weergavebalk (
t stap 6 in
"Lees dit eerst")
60min
3:25M 3M
1M VGA
16:9
FINE
6 40
STD
6 40
160
M
1.3
NL
18
C
D
E
Scherm Indicator
PictBridge-aansluiting (73)
Opnamemap (51)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Weergavemap (37)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(20)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (20)
8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (92)
00:00:12 Teller (
t stap 6 in "Lees
dit eerst")
Scherm Indicator
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen
(74)
+2.0EV Belichtingswaarde (28)
ISO-nummer (32)
Lichtmeetmodus (31)
Flitser
Witbalans (31)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Weergavebeeld (
t stap 6
in "Lees dit eerst")
101
101
WB
Scherm Indicator
Histogram (19, 28)
wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
2005 1 1
9:30 AM
Opgenomen datum/tijd van
het weergavebeeld (46)
Menu/Gidsmenu (25)
z PAUZ E
z AFSP.
De Multi Burst-beelden
achter elkaar weergeven
(33)
VORIGE/
VOLGENDE
Beelden kiezen
VOLUME
Volumeniveau instellen
DPOF
De camera leren gebruiken
NL
19
Het weergavescherm veranderen
Bij iedere druk op de (Schermweergave
aan/uit)-toets, verandert het scherm als
volgt.
Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens
de weergave beeldinformatie afgebeeld.
Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet afgebeeld:
Tijdens het opnemen
het menu wordt afgebeeld.
bewegende beelden worden opgenomen
Tijdens het weergeven
het menu wordt afgebeeld.
In de indexfunctie
u de weergavezoom gebruikt.
u stilstaande beelden roteert.
bewegende beelden worden weergegeven
Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt afgebeeld tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
de flitser afgaat.
de sluitertijd lang of kort is.
Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
S AF
VGA
96
S AF
VGA
96
S AF
60min
60min
Histogram aan
Indicators uit
Indicators aan
Histogram scherm
(blz. 28)
NL
20
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in
deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen in dit interne geheugen is gelijk aan dat van
een "Memory Stick Duo" van 32 MB.
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.)
(Eenheden: Beelden)
Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
De grootte van een enkel beeld is 1M wanneer [Mode] is ingesteld op [Multi Burst].
Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999" afgebeeld.
U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 40).
De opnameduur van bewegende beelden (Eenheden: uren : minuten : seconden)
Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO Duo".
Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 11.
Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera,
kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
5M 12 25 51 92 188 384 789
23 48 96 174 354 723 1482
3:2 12 25 51 92 188 384 789
23 48 96 174 354 723 1482
3M 20 41 82 148 302 617 1266
37 74 149 264 537 1097 2250
1M 50 101 202 357 726 1482 3038
93 187 376 649 1320 2694 5524
VGA(E-Mail) 196 394 790 1428 2904 5928 12154
491 985 1975 3571 7261 14821 30385
16:9(HDTV) 33 66 133 238 484 988 2025
61 123 246 446 907 1852 3798
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
640(Fijn) 0:02:57 0:06:02 0:12:20 0:25:18
640(Standaard) 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27 1:31:09
160 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22 24:18:25
De camera leren gebruiken
NL
21
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen
in het interne geheugen)
De camera heeft een intern geheugen van 32 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande
procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de
procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 52).
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf
Volg de procedure op bladzijden 58 t/m 63 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera
is geplaatst.
U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne
geheugen.
Door de camera aan te sluiten op een computer met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting, kunt u de gegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar de
computer, maar u kunt niet de gegevens die in de computer zijn opgeslagen kopiëren naar het interne
geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd) is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick
Duo" opgenomen.
[Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
NL
22
Levensduur van de accu en aantal beelden dat
kan worden opgenomen/bekeken
De tabellen geven bij benadering het
maximale aantal beelden aan dat kan
worden opgenomen/weergegeven tezamen
met de gebruiksduur van de accu wanneer u
beelden opneemt in de [Normaal] functie
met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur
van 25°C. Het aantal beelden dat kan
worden opgenomen of weergegeven maken
het mogelijk de "Memory Stick Duo" te
wisselen, indien noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
De acculading neemt af naarmate deze langer
wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van
de tijd (blz. 97).
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de accu
neemt af onder de volgende omstandigheden:
Wanneer de omgevingstemperatuur laag is.
Wanneer de flitser wordt gebruikt.
Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt.
Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt.
Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat.
Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat.
Wanneer de accu zwak is.
Bij opname van stilstaande beelden
Opnemen in de volgende situaties:
Wanneer (Beeldkwaliteit) op [Fijn] staat.
Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat.
Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt.
Als de zoom beurtelings tussen de uiterste W-
en T-kant omschakelt.
Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat.
Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat.
De meetmethode is gebaseerd op de CIPA-
norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Het aantal opneembare beelden en de
gebruiksduur van de accu verandert niet met de
beeldgrootte.
Weergeven van stilstaande beelden
Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Aantal beelden
Levensduur van de
accu (min.)
Ong. 240 Ong. 120
Aantal beelden
Levensduur van de
accu (min.)
Ong. 4800 Ong. 240
Levensduur van de
accu (min.)
Ong. 110
De camera leren gebruiken
NL
23
De functieknop gebruiken
Stel de functieknop in op de gewenste functie.
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
: Autom.: Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 26)
: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
Regeltoets
Functieknop
: Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit eerst"
: Weergave/bewerken
t stap 6 in "Lees dit eerst"
NL
24
Scènekeuzefunctie
Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst"
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Macro Flitser
AF-
bereikzoeker
Scherpstelling-
voorkeuze
Bracket-
stap
Witbalans Flitsniveau
Burst/
Exposure
Bracket/
Multi Burst
— /
——
Autom./
Midden-AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
——
— /
/
/
/
——
SL
WB
Het menu gebruiken
NL
25
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand.
Afhankelijk van de stand van de functieknop en de (Camera) menu-instellingen, zijn verschillende
menuonderdelen beschikbaar.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies het gewenste menuonderdeel met
b/B op de regeltoets.
Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/
B ingedrukt totdat het item op het scherm
verschijnt.
Als de functieknop in de stand staat, drukt u op
z nadat u een item hebt gekozen.
4 Kies de gewenste instelling met v/V.
De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicator v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar
de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te
beelden, kiest u deze indicator met de regeltoets.
Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen.
v/V/b/B toets
z toets
Functieknop
Regeltoets
MENU-toets
WB
ISO
100
200
400
64
ISO
NL
26
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Menuonderdelen
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen
de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld.
( : beschikbaar)
Stand van functieknop:
Autom.
Programma
Scène
Menu voor opnemen (blz. 28)
(Camera)
(EV)
9 (Scherpstellen)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
BRK (Bracket-stap)
*
——
(Interval)
*
——
(Flitsniveau)
*
——
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
M
Het menu gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
27
* De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 24).
**Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom.
Menu voor weergeven (blz. 37)
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
Trimmen ** ———
NL
28
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Kies de camerafunctie voor stilstaand beeld.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
Met deze instelling kunt u de belichting
handmatig instellen.
Naar – Naar +
Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
z EV (Belichtingswaarde) instellen door een histogram af te beelden
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
(Schermweergave aan/uit) om het histogram
op het scherm af te beelden. De grafiek duidt op
een helder beeld wanneer deze rechterkant ervan
hoog is, en op een donker beeld wanneer de
linkerkant ervan hoog is. Zet de functieknop in de
stand en stel EV in terwijl u de belichting
controleert aan de hand van het histogram.
A Aantal pixels
B Helderheid
Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen.
Wanneer (Camera) op [Autom.] staat
Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven
Tijdens Quick Review
(Camera)
(EV)
M +2.0EV
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV
De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
m –2.0EV
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
60min
HelderDonker
A
B
Het menu gebruiken
NL
29
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
9 (Scherpstellen)
(oneindige afstand)
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp
van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp.
(Scherpstelling-voorkeuze)
Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit opneemt,
is het moeilijk om scherp te stellen in de automatische-
scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is het handig om
[Scherpstellen] te gebruiken.
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
Punt-AF ( )
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een
buitengewoon klein onderwerp of binnen een klein bereik.
Dit is handig bij het scherpstellen op een buitengewoon klein
onderwerp of binnen een klein bereik. Door dit tezamen met de
AF-vergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u de gewenste
beeldcompositie opnemen. Let erop dat u de camera stilhoudt
zodat het onderwerp niet buiten het AF-bereikzoekerframe komt.
Midden-AF
()
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van
het zoekerframe.
Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
Multi-AF
(Multipoint-AF)
(Stilstaand beeld )
(Bewegend beeld )
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
60min
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
60min
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
60min
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
NL
30
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
De informatie over de ingestelde afstand in [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en
neer beweegt, wordt de fout vergroot.
Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
Wanneer u digitale zoomfunkcie of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert , of indicator en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 24).
z Als het onderwerp niet scherpgesteld is
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF] of
[Punt-AF] gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt. In dat geval gaat u als
volgt te werk.
1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AF-
bereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in om op het onderwerp scherp
te stellen (AF-vergrendeling).
Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt
herhalen.
2 Wanneer de indicator van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u
terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
60min
AE/AF-vergrendelingsindicator
AF-bereikzoekerframe
VGA
FINE
98
S AF
P
F2.8 30
60min
Het menu gebruiken
NL
31
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
Bij gebruik van spot lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u [9]
(Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (blz. 29).
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden
tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken.
(Lichtmeetfun.)
Punt (Punt lichtmeting)
()
Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt
voor de lichtmeting.
Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren
wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat deel van het onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en
wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
WB (Witbalans)
(Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt.
n (Lamplicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een
feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
(Fluorescerend)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
60min
Dradenkruis van de punt
lichtmeting
Plaats dit op het onderwerp.
WB
NL
32
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 11
Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u [ ] (Fluorescerend) hebt ingesteld.
Wanneer de flitser afgaat, wordt [ ] (Flitser) automatisch ingesteld op [Autom.], behalve in de functie
[WB].
Sommige opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènefunctie (blz. 24).
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 10
Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
[ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 11
ISO
400
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
200
100
64
Autom.
(Beeldkwaliteit)
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
WB
Het menu gebruiken
NL
33
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet
wanneer u op de sluiterknop drukt.
Over [Multi Burst]
U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de
volgende procedures:
Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regeltoets.
Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te
hervatten.
U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie:
Slimme-zoomfunctie
Flitser
De datum en tijd projecteren
Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
Wissen van een frame in een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) op [Autom.] staat
Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een
computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als
een enkel beeld met 16 frames.
Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M.
Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Multi Burst-functie (blz. 24).
Mode (Opn.functie)
Multi Burst ( )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaand-
beeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 35).
Exposure Bracket (BRK)
Neemt een serie van drie beelden op met de
belichtingswaarden iets automatisch verschoven.
Als het niet mogelijk is een beeld goed op te nemen vanwege de
helderheid van het onderwerp, kunt u op deze manier na het
opnemen het beeld met de juiste belichting kiezen.
Burst ( )
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
M
NL
34
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Over de [Exposure Bracket]
De flitser staat op (Niet flitsen).
De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
Als de belichting handmatig is ingesteld (blz. 28), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
veranderde helderheid.
Het opname-interval is ongeveer 0,7 seconden.
Als het onderwerp te helder of te donker is, kan het onmogelijk zijn goed op te nemen met de gekozen
Bracket-stapwaarde.
Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Exposure Bracket-functie (blz. 24).
Over [Burst]
De flitser staat op (Niet flitsen).
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie
(blz. 24).
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Formaat
Fijn Standaard
5M 9 15
3:2 9 15
3M 13 24
1M 32 59
VGA(E-Mail) 100 100
16:9(HDTV) 21 39
Het menu gebruiken
NL
35
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden iets automatisch verschoven.
BRK (Bracket-stap) wordt niet afgebeeld in sommige scènekeuzefuncties.
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 33).
(Interval) wordt niet afgebeeld in sommige scènekeuzefuncties.
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst"
Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 24).
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
BRK (Bracket-stap)
±1.0EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV.
±0.7EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV.
±0.3EV
Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV.
(Interval)
1/7.5 (1/7.5")
Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode]
(Opn.functie) op het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi
Burst] (blz. 33).
1/15 (1/15")
1/30 (1/30")
(Flitsniveau)
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
PFX (Beeldeffect)
Z-W ( )
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
Sepia ( )
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Uit
Geen effect.
M
M
NL
36
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
De verzadiging van het beeld instellen.
Het contrast van het beeld instellen.
De scherpte van het beeld instellen.
Zie blz. 44.
(Verzadiging)
+ ( )
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
– ( )
Naar –: De kleuren worden donkerder.
(Contrast)
+ ( )
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
– ( )
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
(Scherpte)
+ ( )
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: Het beeld wordt waziger.
(Setup)
Het menu gebruiken
NL
37
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een
"Memory Stick Duo".
1 Kies de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
z Over de map
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 51). U
kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 51)
Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 52)
Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld
in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan.
(Map)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
102 2/2
2005
102MSDCF
9
111::05:34
AM
OK
VORIGE/VOLGENDE
Map kiezen
Annul.
Mapnaam:
Gemaakt:
Aant. best.:
NL
38
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
Het beeld is beveiligd en de - (beveiligings-)indicator wordt op het beeld afgebeeld.
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op
z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z.
5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene - indicator wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna op z.
De - indicator wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u daarna op z.
Kies [Aan] met B en druk daarna op z.
- (Beveiligen)
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
VGA
2/9
60min
-
MENU
- (groen)
Het menu gebruiken
NL
39
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
5 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Druk op z om de - indicator grijs te laten worden.
3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, kies [OK] met B en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z.
Kies [Uit] met
B en druk daarna op z.
Merk op dat door het formatteren van het intern geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens zullen
worden gewist die op het opnamemedium zijn opgenomen, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en deze
beelden zullen niet kunnen worden hersteld.
Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
Met deze instelling kunt u een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
afdrukken (blz. 76).
Zie blz. 72.
Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
NL
40
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Beeld
Herhalen
1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z.
Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B.
De intervaltijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
Voor verdere informatie over [Beeldformaat] t stap 4 in "Lees dit eerst"
Map
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map.
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" zijn
opgeslagen.
Aan
Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
(Ander form.)
5M
3M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 4 in "Lees dit eerst"
1M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat
geannuleerd.
Het menu gebruiken
NL
41
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
veranderen.
Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9.
Wanneer u het formaat verander van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs
de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld.
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [
] met v en roteer daarna het beeld met b/B.
5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
roteren.
Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het
interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende
beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt.
Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
(Roteren)
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Opdelen)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
NL
42
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
1 Knippen van scène A.
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
Wissen Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [ ] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
1
2
101_0002
101_0003
3
101_0001
1
2
3AB
101_0002
101_0004
123 B
A
101_0005
13
101_0004 101_0007
101_0006
AB2
13
2
101_0006
Het menu gebruiken
NL
43
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt
aan met behulp van b/B.
Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
7 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
De bewegende beelden worden geknipt.
De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
Stilstaand beeld
Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
Beveiligde bewegende beelden (blz. 38)
Zie blz. 44.
Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (
t stap 6 in "Lees dit eerst") als een
nieuw bestand
.
1 Druk tijdens de weergavezoom op MENU om het menu af te beelden.
2 Kies [Trimmen] met B op de regeltoets en druk daarna op z.
3 Kies het beeldformaat met v/V en druk daarna op z.
Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld.
Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het
oorspronkelijke beeld blijft behouden.
De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2 of 16:9.
U kunt beelden die worden weergegeven met Quick Review niet trimmen.
(Setup)
Trimmen
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het trimmen geannuleerd.
00:00:02
10/10
STD
6 40
60min
O K
NL
44
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm.
1 Schakel de camera in.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Druk op B op de regeltoets en kies (Setup).
4 Druk op v/V/b/B op de regeltoets en
kies het onderdeel dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen onderdeel verandert
in geel.
5 Druk op z om de instelling in te
voeren.
Druk op MENU om het (Setup)-scherm uit te schakelen.
Om terug te keren naar het menu vanaf het scherm (Setup), drukt u herhaaldelijk op b op
de regeltoets.
De (Setup)-instelling annuleren
Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regeltoets. Als dit niet wordt
afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw.
Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
v/V/b/B toets
z toets
Functieknop
Regeltoets
MENU-toets
Het Setup-scherm gebruiken
NL
45
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Camera 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
De digitale zoomfunctie kiezen . De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom
(max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de
slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie
AF-functie
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
Er wordt meer acculading verbruikt dan in de [Enkelvoud.]
functie.
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [5M] of [3:2].
De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt
aangegeven in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-zoom)
()
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit ( )
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor
3M Ong. 3,8×
1M Ong. 6,1×
VGA(E-Mail) Ong. 12×
16:9(HDTV) Ong. 4,1×
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
NL
46
Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld.
De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De , of
indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd.
Maak deze instelling voordat u begint met opnemen.
De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de indicator
afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood in de rechterbenedenhoek van het
scherm afgebeeld.
U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-
functie.
De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd.
Datum/Tijd
Dag&Tijd
Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld
geprojecteerd.
Datum
Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld
geprojecteerd.
De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt
gekozen. (
t stap 2 in "Lees dit eerst")
Uit
Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld
geprojecteerd.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicator
Het Setup-scherm gebruiken
NL
47
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de indicator afgebeeld.
Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal ongeveer 2,0 m wordt aanbevolen.)
De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
Wanneer scherpstelling-voorkeuze is ingesteld (blz. 29), werkt de AF-verlichting functie niet.
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De , of indicator knippert en AF werkt met voorrang
voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
De AF-verlichting werkt niet wanneer (schemerfunctie), (landschapsfunctie), (korte-
sluitertijdfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie.
De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Rode-ogeneff.
Aan ( )
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet
gebruikt.
AF-verlicht.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
ON
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
NL
48
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het
opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
Het Setup-scherm gebruiken
NL
49
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Camera 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de indicators van de instellingen tijdelijk vergroten wanneer u op
(flitsfunctie), (zelfontspanner) of (macro) drukt.
Vergroot
Aan
Hiermee worden de indicators vergroot.
Uit
Hiermee worden de indicators niet vergroot.
NL
50
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Intern geheugen-tool
Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
Vergeet niet dat door te formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, inclusief de beveiligde
beelden, definitief gewist zullen worden.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Formaat
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
NL
51
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Memory Stick tool
Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is
reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
Vergeet niet dat door te formatteren alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo", inclusief de
beveiligde beelden, definitief gewist zullen worden.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen
beelden in op te slaan.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer,
en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 37.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer enz.
Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 64).
Formaat
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Opnamemap maken
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
60min
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
NL
52
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
2 Kies de gewenste map met b/B, en [OK] met v en druk daarna op z.
U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter.
2 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het kopiëren begint.
Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu
tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken.
U kunt niet afzonderlijke beelden kopiëren.
De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te wissen, haalt u na het kopiëren eerst de
"Memory Stick Duo" eruit en voert u daarna [Formaat] uit van (Intern geheugen-tool) (blz. 50).
U kunt niet een map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo".
Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de (afdruk-)markering niet gekopieerd.
Opnamemap wijz.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap
geannuleerd.
Kopiëren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het kopiëren geannuleerd.
102 2/2
2005
102MSDCF
0
111::05:34
AM
VORIGE/VOLGENDE
Opnamemap kiezen
Annul.
OK
Mapnaam:
Gemaakt:
Aant. best.:
60min
Het Setup-scherm gebruiken
NL
53
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Setup 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de helderheid van de achterverlichting van het LCD-scherm kiezen
wanneer de camera door de accu van stroom wordt voorzien.
Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt.
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient.
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Alle instellingen worden teruggesteld op de standaardinstellingen.
Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
LCD-verlicht
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als
u de regeltoets/ sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Initialiseren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee annuleert u het terugstellen.
NL
54
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op
een computer of een PictBridge-compatibel printer.
Bestandsnr.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibel printer (blz. 72).
PTP
Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar
de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 60).
Autom.
De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met
een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 60 en
72).
Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar
kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.],
verandert u de instelling naar [PictBridge].
Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet
op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op
[Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage].
Het Setup-scherm gebruiken
NL
55
Voor informatie over de bediening
t
blz. 44
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het tv-
kleursysteem of het aangesloten videoapparaat. Verschillende landen en gebieden gebruiken
verschillende tv-kleursystemen. Als u de beelden op een tv-scherm wilt bekijken, controleert u
het tv-kleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt op blz. 79.
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen.
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijv. voor Europa).
Klokinstel.
OK
Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Volg
vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen"
(
tstap 2 in "Lees dit eerst").
Annul.
Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd.
NL
56
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh-computer gebruiken" (blz. 69).
Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 58)
Voorbereiding
Beelden bekijken op uw
computer
Het USB-stuurprogramma
installeren.
Als op de computer Windows XP
draait, hoeft u geen USB-
stuurprogramma te installeren.
Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 67)
Beelden weergeven die op de
computer zijn opgeslagen
"PicturePackage" installeren
(blz. 67).
Beelden opslaan op een CD-R
Een muziekvideo/diavoorstelling
maken
Beelden afdrukken
Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 67)
Een video-CD maken "ImageMixer VCD2" wordt
automatisch geïnstalleerd
wanneer u "PicturePackage"
installeert.
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
De camera met uw computer gebruiken
NL
57
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition, of
Windows XP Professional
De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm: 800 × 600 pixels of
meer, High Color (16-bit kleuren,
65.000 kleuren) of beter
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "PicturePackage"/
"ImageMixer VCD2"
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luisprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 500 MB
Computerscherm: Videokaart
(ondersteuning van Direct Draw) met
4 MB VRAM
Om automatisch muziekvideo’s of
diavoorstellingen te maken (blz. 67), is een
Pentium III 500 MHz of snellere processor
vereist.
Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een
Pentium III 800 MHz of snellere processor
aanbevolen.
Deze software is geschikt voor DirectX. Voor
gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn.
U hebt een afzonderlijk softwareprogramma
nodig om het opnameapparaat te bedienen voor
het branden van CD-R’s.
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
station dat is aangesloten.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 54.
Wanneer uw computer ontwaakt uit de
slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen uw camera en de computer zich niet op
hetzelfde moment herstelt.
Aanbevolen computeromgeving
NL
58
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera
en steek deze in een Memory Stick Duo-
adapter. Steek de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden 58
t/m 63 om de beelden te kopiëren.
De schermen die in dit gedeelte als illustratie
worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het
kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick
Duo".
Een stuurprogramma is software dat ervoor
zorgt dat de apparatuur die op de computer is
aangesloten goed werkt.
Als op de computer Windows XP draait, begint
u bij Fase 2.
Als "PicturePackage" al is geïnstalleerd, begint
u vanaf Fase 2.
OPMERKING: Sluit de camera op dit
moment nog niet aan op de
computer.
1 Sluit alle softwareprogramma’s af
die geopend zijn.
In Windows 2000 logt u in als beheerder
(geautoriseerde beheerders).
2 Plaats de CD-ROM in de computer
en klik, nadat het installatiemenu
wordt afgebeeld, op [USB Driver].
Het "InstallShield Wizard" (Wizard
voor InstallShield)-scherm verschijnt.
Als het installatiemenu niet wordt
afgebeeld, dubbelklikt u op (My
Computer)
t (PICTUREPACKAGE).
3 Klik op [Next].
Het installeren van het USB-
stuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt u dit via een
melding op het computerscherm
medegedeeld.
Fase 1: Het USB-
stuurprogramma installeren
De camera met uw computer gebruiken
NL
59
4 Vink het selectie vakje naast [Yes,
I want to restart my computer
now] (Ja, ik wil mijn computer
opnieuw opstarten) aan om deze
te selecteren en klik daarna op
[Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
U kunt nu de USB-verbinding tot stand
brengen.
Haal de CD-ROM uit de computer nadat het
installeren klaar is.
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met daarop opgenomen beelden
in de camera.
Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera, of sluit de
camera met behulp van de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
Als u beelden naar uw computer kopieert
met de accu als voeding terwijl slechts
weinig acculading resteert, kan het kopiëren
mislukken of kunnen de beeldgegevens
beschadigd raken als de accu tussentijds
leeg raakt.
3 Zet de functieknop in de stand
en schakel daarna de camera en
de computer in.
Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden
1
2
NL
60
Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel
voor de multifunctionele aansluiting op
"CAMERA".
Als op de computer Windows XP draait,
wordt de wizard AutoPlay automatisch
afgebeeld.
"USB-functie Mass Storage" wordt
afgebeeld op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicators rood. Gebruik de computer
niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt
afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass
Storage] (blz. 54).
Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me
draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase
4-B: Beelden naar een computer kopiëren" op
blz. 62.
Voor Windows XP, als het wizard-scherm niet
automatisch wordt afgebeeld, volgt u de
procedure beschreven in "Fase 4-B: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 62.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
1 Naar de USB-aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
CAMERA
DISP SEL
TV
Fase 4-A: Beelden naar een
computer kopiëren
MENU
Mass Storage
Memory Stick
Toegangs-
indicators*
De camera met uw computer gebruiken
NL
61
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 3 en
het wizard-venster automatisch
op het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Beelden kopiëren naar een map
op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners
en camera’s)
t [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)-
scherm verschijnt.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen
worden op het computerscherm
weergegeven.
Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst,
worden de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen weergegeven.
3 Klik op het selectievakje van niet-
gewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn geselecteerd en dus
niet worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)-
scherm verschijnt.
4 Kies de naam en de bestemming
van de beelden en klik daarna op
[Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
1
2
1
2
1
2
NL
62
5 Vink het selectie vakje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) aan om deze te
selecteren en klik daarna op
[Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
Om veder te gaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los (blz. 64).
Volg daarna opnieuw de procedure
beschreven in "Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op blz. 60.
Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 60.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk]
t [DCIM].
Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 87.
1
2
Fase 4-B: Beelden naar een
computer kopiëren
De camera met uw computer gebruiken
NL
63
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen.
Klik daarna met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
Als in de bestemmingsmap al een beeld met
dezelfde bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert (blz. 66), u dat beeld mogelijk niet
meer kan weergeven met de camera.
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
1 Klik op [Start] t [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt afgebeeld.
Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
2
1
1
2
Fase 5: Beelden bekijken op uw
computer
1
2
NL
64
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
Uitschakelen van de camera
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik op de taakbalk.
2 Klik op (Sony DSC)
t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Het apparaat is aangesloten.
Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
x Voor Windows 98/98SE
Controleer of de toegangsindicators op het
computerscherm (blz. 60) wit zijn. Als de
toegangsindicators wit zijn geworden, is
het apparaat losgekoppeld van de
computer.
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: Mappen afbeelden onder
Windows XP
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
De USB-verbinding vanaf de
computer wissen
Dubbelklik hier
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
A
B
C
De camera met uw computer gebruiken
NL
65
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
zijn de mappen als volgt:
"Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
Intern geheugen; alleen "101_SONY"
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MSSONY".
Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegend-
beeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
Voor meer informatie over mappen, zie blz. 37,
51.
NL
66
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven
op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo")
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 51) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u een
ander nummer invoeren.
De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechter muisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik daarna op de menuopdracht [Paste].
sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
67
De bijgeleverde software gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
De bijgeleverde CD-ROM bevat twee
softwareprogramma’s: "PicturePackage" en
"ImageMixer".
PicturePackage
Hiermee kunt u:
A Burning Video CD (Een video-CD
branden)
Het scherm van "ImageMixer VCD2"
wordt afgebeeld.
B Music Video/Slideshow Producer (Een
muziekvideo/diavoorstelling maken)
C Save the images on CD-R (Beelden
opslaan op een CD-R)
D Viewing video and pictures on PC
(Stilstaande en bewegende beelden op een
PC bekijken)
De functies opstarten:
Klik op een van de onderdelen A-D en
klik daarna op de knop rechtsonder op het
computerscherm.
U kunt de softwareprogramma’s
"PicturePackage" en "ImageMixer VCD2"
installeren volgens de onderstaande
procedure.
Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt
geïnstalleerd (blz. 58), mag u de camera niet op
de computer aansluiten vóórdat u de
"PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd
(behalve voor Windows XP).
In Windows 2000/XP logt u in als beheerder.
Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt
automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op (My Computer)
t
(PICTUREPACKAGE).
2 Klik op [PicturePackage].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
Overzicht van de bijgeleverde
software
A
B
C
D
De software installeren
NL
68
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna twee keer achter elkaar op
[Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse
scherm.
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectie vakje naast [I accept the terms of
the license agreement] (Ik accepteer de
voorwaarden in de
licentieovereenkomst) aan en klikt u
daarna op [Next].
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
"ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen
worden geïnstalleerd, mits deze nog niet
geïnstalleerd zijn.
Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u
de computer opnieuw op aan de hand van de
aanwijzingen op het scherm.
5 Haal de CD-ROM eruit aangezien
de snelkoppelingen van
"PicturePackage Menu"
(PicturePackage-menu) en
"PicturePackage destination
Folder" (PicturePackage-
bestemmingsmap) na het
installeren worden afgebeeld.
De software opstarten
Dubbelklik op de snelkoppeling
"PicturePackage Menu" (PicturePackage-
menu) op het bureaublad.
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
De technische ondersteuning voor
"PicturePackage"/"ImageMixer
VCD2" wordt verzorgd door het
Pixela User Support Center. Voor
meer ondersteuningsinformatie,
raadpleegt u het insteekvel dat bij de
CD-ROM werd geleverd.
De camera met uw computer gebruiken
NL
69
Uw Macintosh-computer gebruiken
U kunt de beelden naar een Macintosh-
computer kopiëren en een video-CD maken
met behulp van "ImageMixer VCD2"
(bijgeleverd).
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2,
of Mac OS X (v10.0 of hoger)
USB-poort: Standaard geleverd
Aanbevolen omgeving voor het
gebruik van "ImageMixer VCD2"
Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd):
Mac OS X (v10.1.5 of hoger)
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power
Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Computerscherm: 1024 × 768 pixels of
meer, 32.000 kleuren of meer
QuickTime 4 of hoger moet vooraf zijn
geïnstalleerd. (QuickTime 5 of hoger wordt
aanbevolen.)
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
station dat is aangesloten.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 54.
Na herstel van uw computer vanuit de Suspend-
of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 59.
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 3: De camera en de computer
op elkaar aansluiten" op blz. 60.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram
t [DCIM] t de map waarin
de beelden die u wilt weergeven zijn
opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 64.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
NL
70
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf
t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde beeldbestanden zijn
opgeslagen, om dat beeldbestand te
openen.
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
Uitschakelen van de camera
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" op het pictogram van de
prullenbak en laat het erin vallen.
De camera is losgekoppeld van de
computer.
Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
U kunt een beeldbestand maken dat compatibel
is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de
gegevens op te slaan in het video-CD-formaat
op een CD-R, hebt u het softwareprogramma
Toast van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
"ImageMixer VCD2" installeren
Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend
zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert.
De displayinstellingen moeten 1024 × 768
pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram van de CD-
ROM.
3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de
map [MAC] naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT]
in de kopieerbestemmingsmap.
5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
"ImageMixer VCD2" opstarten
Open [ImageMixer] in [Application] en
dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2].
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
De USB-verbinding vanaf de
computer wissen
Een video-CD maken met
"ImageMixer VCD2"
De technische ondersteuning voor
"ImageMixer VCD2" wordt verzorgd
door het Pixela User Support Center.
Voor meer ondersteuningsinformatie,
raadpleegt u het insteekvel dat bij de
CD-ROM werd geleverd.
Stilstaande beelden afdrukken
NL
71
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de
[16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen
worden afgesneden. Controleer dus voordat u
gaat afdrukken (blz. 89).
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 72)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibel printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"-
compatibel printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze
vervolgens vanaf de computer afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 76)
U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met
uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukservice
winkel. U kunt van tevoren een (afdruk-)markering
aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
NL
72
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibel printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibel printer.
"PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk
van de printer.
U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Als de indicator gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
U dient de camera voor te bereiden op het
aansluiten op de printer met behulp van de
kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Als de camera is aangesloten op een printer
die wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is
ingesteld op [Autom.], is fase 1 overbodig.
Wij adviseren u een volledig opgeladen accu of
een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te
gebruiken om te voorkomen dat de stoom
tijdens het afdrukken wegvalt.
1 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
2 Druk op B op de regeltoets en
kies (Setup).
3 Kies [ ] (Setup 2) met V en kies
daarna [USB-aansl.] met v/V/B.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indextoets
Regeltoets
MENU-toets
2
Stilstaande beelden afdrukken
NL
73
4 Kies [PictBridge] met B/v en druk
daarna op z.
De USB-functie is nu ingesteld.
Sluit de multifunctionele aansluiting
van de camera met behulp van de
bijgeleverde kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan op
de USB-aansluiting van de printer.
Zet de schakelaar op de bijgeleverde kabel voor
de multifunctionele aansluiting in de stand
"CAMERA".
Schakel de camera en de printer in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
indicator afgebeeld.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden afgebeeld.
Ongeacht de stand van de functieknop,
wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u
klaar bent met fase 2.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
met v/V op de regeltoets en druk
daarna op z.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 76),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
Autom.
Mass Storage
1
Naar de
USB-
aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
Fase 3: Afdrukken
CAMERA
DISP SEL
TV
NL
74
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies de beelden die u wilt afdrukken
met b/B en druk daarna op z.
De markering verschijnt op het
gekozen beeld.
Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna
op z.
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
2 Kies de afdrukinstellingen met v/
V/b/B.
[Index]
Kies [Aan] om indexbeelden af te
drukken.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te
projecteren.
Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (
t stap 2 in "Lees dit eerst").
Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het
aantal van hetzelfde beeld dat u naast en
onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als
een indexbeeld wilt afdrukken.
Het is mogelijk dat, afhankelijk van het
aantal beelden, niet alle beelden op één blad
passen.
3 Kies [OK] met V/B en druk daarna
op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los zolang de indicator
(kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen) op het LCD-
scherm wordt afgebeeld.
Andere beelden afdrukken
Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld met v/V en volg vervolgens de
procedure vanaf stap 1.
1
Sluiten
Bezig met afdrukken
2/3
indicator
Stilstaande beelden afdrukken
NL
75
Beelden op het indexscherm
afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 72) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 73) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Kies [Annul.] om het
afdrukmenu te verlaten en ga daarna als
volgt verder.
1 Druk op (Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies [ ] (Afdrukken) met B en druk
daarna op z.
4 Kies de gewenste afdrukmethode met v/V,
en druk daarna op z.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Kies het beeld dat u wilt afdrukken met v/
V/b/B en druk daarna op z om de
markering af te beelden. (Als u meerdere
beelden wilt kiezen, herhaalt u deze
procedure.) Druk daarna op MENU.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een (afdruk-)
markering af, ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 73).
NL
76
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
daarop de beelden die u met uw camera
hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukservice winkel. Als de winkel
een fotoafdrukservice heeft die
gebruikmaakt van DPOF, kunt u van
tevoren een (afdruk-)markering op de
beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij
het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
U kunt de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de
camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer
de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee
naar de afdrukwinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een
(afdruk-)markering kunt aanbrengen op
beelden in de "Memory Stick Duo" die u
later wilt afdrukken.
U kunt ook de beelden met een
(afdruk-)markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibel
printer gebruiken.
Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een winkel
Vraag aan de fotoafdrukservice winkel welke
typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
Als een "Memory Stick Duo" niet door uw
fotoafdrukservice winkel kan worden verwerkt,
kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar
een ander medium, zoals een CD-R en neemt u
die mee naar de winkel.
Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie
ervan op een vaste schijf.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
Een (afdruk-)markering wordt
afgebeeld op het beeld.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regeltoets
MENU-toets
2/9
60min
Stilstaande beelden afdrukken
NL
77
1 Geef het indexscherm weer (t
stap 6 in "Lees dit eerst").
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk
daarna op z.
U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Kies het beeld dat u wilt markeren
met v/V/b/B en druk daarna op
z.
Een groene markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna
op z.
De indicator wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren, drukt u
in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8
[Sluiten], en drukt u daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
Kies de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk daarna op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in deze map] in stap 4 en druk
daarna op z. Kies [Uit] en druk daarna op
z.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
MENU
Groene
markering
NL
78
Uw camera op uw tv aansluiten
Beelden bekijken op een tv-scherm
U kunt de beelden weergeven op een tv-scherm
door de camera aan te sluiten op een tv.
Schakel zowel de camera als de tv uit
alvorens de camera en de tv op elkaar aan te
sluiten.
1 Gebruik de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd) om de camera aan te
sluiten op de tv.
Leg de camera neer met het scherm omhoog
gericht.
Als de tv is uitgerust met stereo-
ingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting aan op de linkeraudio-
ingangsaansluiting van de tv.
2 Zet de schakelaar op de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in de stand "TV".
3 Schakel de tv in en stel de tv/
video-ingang in op "video".
Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzingen van de tv.
4 Zet de functieknop in de stand
en schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het tv-scherm
afgebeeld.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te kiezen.
Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke tv-
systeem (blz. 55).
1 Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting (bijgeleverd)
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
CAMERA
DISP SEL
TV
10:30
PM
2005 1 1101-0002
VGA
60min
2/9
Regeltoets
Functieknop
Uw camera op uw tv aansluiten
NL
79
TV-kleursystemen
Als u de beelden op een tv-scherm wilt
weergeven, hebt u een tv nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor
de multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd). Het kleursysteem van de tv
moet overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten voor het tv-
kleursysteem van het land of gebied waarin
u de camera gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
NL
80
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren geeft u automatisch toestemming om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren.
1 Controleer de punten op bladzijde 81 t/m 91.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie
blz. 92.
2 Verwijder de accu en plaats na een minuut de accu opnieuw en schakel de
camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 53).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Problemen oplossen
NL
81
De accu kan niet worden geplaatst.
Gebruik bij het plaatsen van de accu de punt van de accu om de accu-uitwerphendel naar de
onderkant van de camera te duwen (
t stap 1 in "Lees dit eerst").
Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende acculading
wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt (blz. 97).
De afgebeelde resterende tijdsduur verschilt van de werkelijke tijdsduur. Verbruik de
volledige lading van de accu en laadt deze daarna volledig op om de display te corrigeren.
De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 97). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
Laad de accu voldoende op (t stap 1 in "Lees dit eerst").
U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 97).
De accu-aansluitpunten zijn vuil. Maak de accu-aansluitpunten schoon met een wattenstaafje
o.i.d. en laadt de accu op.
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 97). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 97). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de weer
camera in (
t stap 2 in "Lees dit eerst").
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Accu en spanning
NL
82
De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo" (blz. 20). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 95).
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
Zet de functieknop op wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.
Zet de functieknop in de stand wanneer u bewegende beelden opneemt.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 95).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
Zet de functieschakelaar in een andere stand dan (blz. 23).
Het opnemen duurt erg lang.
De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 16). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 8 cm voor groothoek (W)/25 cm voor telefoto (T). Of kies de
(vergrootglasfunctie) en stel scherp op een afstand van ong. 1 cm tot 20 cm tot het
onderwerp (
t stap 5 in "Lees dit eerst").
De (vergrootglasfunctie), (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of
(vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande
beelden.
De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
(blz. 29).
Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 30.
De optische zoom werkt niet.
U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Kies een andere functie dan (vergrootglasfunctie) voor het opnemen van stilstaande
beelden.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Problemen oplossen
NL
83
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 45).
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 45).
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2].
U in de Multi Burst-functie opneemt.
U bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
De flitsfunctie is ingesteld op (niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst").
U kunt de flits niet gebruiken wanneer:
[Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst], [Exposure Bracket] of [Multi Burst] (blz. 33).
De (schemerfunctie), (kaarslichtfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie (blz. 24).
Wanneer de functieknop op staat.
Stel de flitsfunctie in op (altijd flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst") wanneer
(vergrootglasfunctie), (landschapsfunctie), (sneeuwfunctie), (strandfunctie)
of (korte-sluitertijdfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie.
Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
Het flitserlicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen.
Dit is normaal.
De close-up (Macro)-opnamefunctie werkt niet.
De (vergrootglasfunctie), (schemerfunctie), (landschapsfunctie),
(kaarslichtfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 24).
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 28).
Het beeld is te donker.
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 31) of
stel de belichting in (blz. 28).
Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 53).
NL
84
Het beeld is te licht.
U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de
belichting (blz. 28).
Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 53).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de beeldeffect-functie (blz. 35).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 47).
Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (
t stap 5 in "Lees dit eerst").
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst").
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
Het ingebouwde geheugen of "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6
in "Lees dit eerst").
De accu is zwak. Plaats een opgeladen accu .
Problemen oplossen
NL
85
Raadpleeg "Computers" (blz. 86) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
Zet de functieknop op (blz. 23).
De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 66).
Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 64).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het tv-scherm.
Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld
overeenkomstig het kleursysteem van de tv (blz. 55).
Controleer of de aansluiting juist is (blz. 78).
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "CAMERA".
Zet deze in de stand "TV" (blz. 78).
Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven wanneer een USB-verbinding
tot stand komt.
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Koppel de
kabel voor multifunctionele aansluiting los of zet de schakelaar in de stand "CAMERA"
(blz. 60).
De camera kan geen beeld wissen.
Annuleer de beveiliging (blz. 39).
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 95).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden
beveiligt (blz. 38) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK zet (blz. 95) om per ongeluk wissen te voorkomen.
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
Beelden bekijken
Beelden wissen/bewerken
NL
86
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
Annuleer de beveiliging (blz. 39).
Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 57 voor Windows, en blz. 69 voor
Macintosh.
U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren.
In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 58).
Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding
tot stand komt.
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze
in de stand "CAMERA" (blz. 60).
Uw computer herkent de camera niet.
Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst") of
gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 14).
Gebruik de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting (blz. 60).
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de
camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie Mass Storage"
wordt afgebeeld (blz. 60).
Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 54).
Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 60).
Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 58).
De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting op de computer hebt aangesloten voordat u het "USB Driver"
(USB-stuurprogramma), dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, hebt geïnstalleerd. Wis het
foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het
volgende punt).
Computers
Problemen oplossen
NL
87
Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de
computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar
aansluit.
Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware]
t [Device Manager].
Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager].
Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall]
t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 58).
U kunt geen beelden kopiëren.
Sluit de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste
wijze aan op de computer (blz. 60).
Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 60 en 69).
Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer,
kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een
"Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 51).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet
automatisch op.
Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings].
Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 60).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van
ieder venster.
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en
geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 58).
U kunt een beeld niet afdrukken.
Controleer de printerinstellingen.
NL
88
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(blz. 64).
Bedien op de juiste wijze (blz. 66).
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen.
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 95).
De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 20) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl
het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 95).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet
meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten
(blz. 95).
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick" gleuf.
Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen.
Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op
te nemen met de betreffende fabrikanten.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer
op elkaar aan (blz. 58 t/m 60). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
"Memory Stick Duo"
Problemen oplossen
NL
89
De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen
zijn opgeslagen, niet weergeven.
Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen.
Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar
een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd.
De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 50) om het
interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd.
Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet
kopiëren "Memory Stick Duo".
De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Zie ook "PictBridge-compatibel printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op
[16:9(HDTV)], kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn.
Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en
afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
Intern geheugen
Afdrukken
NL
90
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 54).
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer
raadplegen.
Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding
tot stand komt.
De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze
in de stand "CAMERA" (blz. 73).
Kan geen beelden afdrukken.
Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting op de printer is aangesloten.
Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de
printer.
Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de indicator
(kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) was uitgegaan.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
PictBridge-compatibel printer
Problemen oplossen
NL
91
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 74).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer
wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 74) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
De camera werkt niet.
Gebruik het type accu dat in deze camera kan worden gebruikt (blz. 97).
De accu is bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Laad de accu op (t stap 1 in "Lees
dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Verwijder de accu en plaats na een
minuut de accu terug en schakel de camera in.
Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet.
Zie blz. 15.
De lens raakt beslagen.
Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 99).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
Dit is normaal.
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Overige
NL
92
Foutcodes en meldingen
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
C:13:ss
De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven op de "Memory Stick
Duo". Plaats de "Memory Stick Duo"
meerdere keren opnieuw.
Het ingebouwde geheugen heeft een
formatteringsfout begaan, of een niet-
geformatteerde "Memory Stick Duo" is
geplaatst. Formatteer het ingebouwde
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(blz. 51).
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in deze camera worden gebruikt, of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 95).
E:61:ss
E:91:ss
Er is een storing opgetreden in de
camera. Stel alle instellingen terug op
de standaardinstellingen van de camera
(blz. 53) en schakel deze daarna weer
in.
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
E
De accu is zwak. Laad de accu op (t
stap 1 in "Lees dit eerst"). Afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden of het
soort accu, kan de indicator knipperen
ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten
acculading over is.
Alleen voor "InfoLITHIUM" accu
De accu is niet van het type
"InfoLITHIUM".
Systeemfout
Schakel de camera uit en daarna weer in
(
t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van intern geheugen
Schakel de camera uit en daarna weer in
(
t stap 2 in "Lees dit eerst").
Plaats de Memory Stick opnieuw
Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste wijze.
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 95).
De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory
Stick Duo" zijn vuil.
Verkeerd type Memory Stick
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 95).
Zelfdiagnosefunctie Meldingen
Problemen oplossen
NL
93
Formatteringsfout
Formatteer het medium opnieuw
(blz. 50 en 51).
Memory Stick vergrendeld
U gebruikt een "Memory Stick Duo"
met een schrijfbeveiligingsschakelaar
terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat. Zet de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen (blz. 95).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
Wis overbodige beelden of bestanden
(
t stap 6 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestand
Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 66).
Mapfout
Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Kies een andere map of
maak een nieuwe map aan (blz. 51).
Kan geen mappen meer maken
Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer aanmaken.
Kan niet opnemen
De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 52).
Bestandsfout
Tijdens weergave van het beeld is er een
fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
Schakel de beveiliging uit (blz. 39).
Te groot beeldformaat
U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om te knippen (korter dan
ongeveer twee seconden).
Het bestand is geen bewegend beeld.
Ongeldige bediening
U probeert een bestand weer te geven
dat werd aangemaakt op een ander
apparaat dan deze camera.
(Trillingswaarschuwing-
indicator)
Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier
vast.
NL
94
640(Fijn) is niet beschikbaar
Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO
Duo". Plaats een "Memory Stick PRO
Duo" of stel het beeldformaat in op een
ander formaat dan [640(Fijn)].
Maak printer-verbinding mogelijk
[USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
het apparaat.
Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Bij het verschijnen van
een foutmelding op de printer, moet u
de handleiding van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridge-
compatibel is.
Geen afdrukbaar beeld
U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder één DPOF (afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
U probeerde [Alle in deze map] uit te
voeren terwijl een map was gekozen
waarin uitsluitend bewegende beelden
zitten. U kunt bewegende beelden niet
afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
Controleer de printer.
Printerfout
Controleer de printer.
Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Verwerkt
De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Overige
NL
95
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van versleutelingstechnologie. Opnemen/
weergeven van gegevens waarbij MagicGate
functies zijn vereist, kan niet met deze camera
worden uitgevoerd.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*3
Bewegende beelden kunnen worden
opgenomen op beeldformaat 640(Fijn).
Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick Duo" die op een computer is
geformatteerd niet garanderen in deze camera.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick Duo" (niet bijgeleverd)
U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK hebt gezet.
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan
verschillend zijn afhankelijk van de
"Memory Stick Duo" die u gebruikt.
De "Memory Stick Duo" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt gehaald of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens.
wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
Druk niet hard wanneer u in het
aantekeningenvak schrijft.
Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo"
zelf of op de Memory Stick Duo-adapter.
Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
Raak de aansluitingen van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet
vallen.
Demonteer of transformeer de "Memory Stick
Duo" niet.
Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
"Memory Stick"-type Opnemen/
weergeven
Memory Stick (zonder
MagicGate)
Memory Stick (met
MagicGate)
Memory Stick Duo (zonder
MagicGate)
a
Memory Stick Duo (met
MagicGate)
a
*1*2
MagicGate Memory Stick
MagicGate Memory Stick Duo
a
*1
Memory Stick PRO
Memory Stick PRO Duo
a
*1*2*3
Aansluiting
Schrijf-
beveiligings-
schakelaar
Ruimte voor
aantekeningen
NL
96
Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen
het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze
per ongeluk inslikken.
Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
op de volgende plaatsen:
plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over de Memory Stick
Duo-adaptor (niet bijgeleverd)
Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory
Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat steekt zonder gebruik te
maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan
het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het
apparaat te halen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed
op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken, en steek deze
daarna er helemaal in. In de verkeerde richting
insteken kan tot een defect leiden.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat
door onjuist gebruik de camera kan worden
beschadigd.
Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Overige
NL
97
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu
Deze camera werkt alleen op een
"InfoLITHIUM" accu (T-type).
Wat is een "InfoLITHIUM" accu?
Een "InfoLITHIUM" accu is een
lithiumion-accu met functionaliteit voor het
uitwisselen van informatie met de camera
over de bedieningsomstandigheden. De
"InfoLITHIUM" accu berekent het
stroomverbruik op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera
en geeft in minuten aan hoe lang de accu
nog meegaat.
Opladen
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien
u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt,
bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend
kunt opladen.
Doeltreffend gebruik van de accu
Bij lage temperaturen verminderen de prestaties
van de accu. Op koude plaatsen kan de accu
daarom minder lang worden gebruikt. Wij
bevelen het volgende aan om de accu langer mee
te laten gaan:
Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan
om de accu op te warmen, en plaats deze in de
camera vlak voordat u begint met opnemen.
De accu zal snel leeg raken als u de flitser of
zoom vaak gebruikt.
Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot
driemaal de verwachte opnameduur bij de hand
te houden, en om proefopnamen te maken
alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
Laat de accu niet nat worden. De accu is niet
waterdicht.
Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen,
zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Accu-restladingsindicator
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt ondanks
dat de accu-restladingsindicator aangeeft dat er
nog voldoende lading aanwezig is om het apparaat
te bedienen. Gebruik de acculading helemaal en
laad de accu volledig op zodat de accu-
restladingsindicator correct is. Merk echter op dat
de juiste accu-indicator soms niet kan worden
hersteld als de accu gedurende een lange tijd bij
een hoge temperatuur is gebruikt, volledig
opgeladen wordt bewaard, of veelvuldig wordt
gebruikt.
Hoe u de accu moet bewaren
Als de accu gedurende een lange tijd niet
gebruikt wordt, laadt u deze eenmaal per jaar
volledig op en verbruikt u de lading volledig
met uw camera, voordat u de accu weer bewaart
op een droge, koele plaats. Herhaal deze oplaad-
en verbruikprocedure eenmaal per jaar om een
goede werking van de accu te behouden.
U kunt de lading van de accu helemaal
opgebruiken door de camera ingeschakeld te
laten staan in de diavoorstelling-
weergavefunctie (blz. 39) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil
worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de
bijgeleverde accuhouder gebruiken voor
transport en bewaring.
Levensduur van de accu
De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de
meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van
de levensduur van de accu is bereikt. Koop een
nieuwe accu.
De levensduur van de accu wordt mede bepaald
door de manier waarop deze wordt bewaard,
alsmede de omstandigheden en omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
NL
98
De acculader
x De acculader
Laadt met behulp van de acculader die bij uw
camera werd geleverd geen andere accu op dan
een Sony "InfoLITHIUM"-accu. Als u andere
accu’s dan de bijgeleverde accu probeert op te
laden, kunnen deze gaan lekken, oververhit
raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel
als gevolg van elektrocutie en brandwonden
ontstaat.
Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u
blijft opladen, bestaat de kans op lekkage,
oververhitting, explosie of elektrische schokken.
Als het CHARGE-lampje knippert, kan dit een
accufout aangeven of het feit dat een andere
accu dan het opgegeven type is geplaatst.
Controleer of de geplaatste accu van het
opgegeven type is. Als de accu van het
opgegeven type is, haalt u de accu eruit,
vervangt u deze door een nieuwe of een andere,
en controleert u of de acculader nu wel goed
werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan
een accufout zijn opgetreden.
Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen. Maak de
acculader schoon met een droge doek, enz.
Overige
NL
99
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
Op plaatsen onderhevig aan trillingen
In de buurt van een sterk magnetisch veld
Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Vervoeren
Als de camera in de achterzak van uw broek of
jurk zit, mag u niet in een stoel of op een andere
plaats gaan zitten omdat, de camera hierdoor
beschadigd kan worden of defect kan raken.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een LCD-
reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen
beschadigen.
Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden,
enz.
Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0 °C tot 40 °C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht.
De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
NL
100
x Interne oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van
de camera voortdurend opgeladen. Indien u de
camera echter alleen voor korte perioden gebruikt,
raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dat geval
moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u
de camera gaat gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadprocedure voor de interne
oplaadbare batterij
Plaats een opgeladen accu in de camera, of sluit
de camera met behulp van de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd) aan op een stopcontact, en laat
de camera gedurende 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
Oplaadprocedure voor de
"InfoLITHIUM"-accu
t stap 1 in "Lees dit eerst"
Overige
NL
101
Technische gegevens
Camera
[Systeem]
Beeldsysteem 7,17 mm (1/2,5 type) kleuren-
CCD, primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 5 090 000 pixels
Lens Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 6,33 – 19,0 mm (38 –
114 mm omgerekend naar een
35 mm fotocamera)
F3,5 – 4,4
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Scènekeuze (10 functies)
Witbalans Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend,
Lamplicht, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie
2.2
voldoet aan JPEG, DPOF-
compatibel
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium Intern geheugen (32 MB)
"Memory Stick Duo"
Flitser Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Auto):
Ong. 0,1 t/m 2,5 m (W)/
Ong. 0,5 t/m 2,0 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multifunctionele aansluiting
USB-verbinding Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm 6,2 cm (2,5 type) TFT-
aansturing
Totaal aantal beeldpunten
230 400 (960×240)
beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
Spanning Oplaadbare accu NP-FT1,
3,6 V
Netspanningsadapter AC-LS5K
(niet bijgeleverd), 4,2 V
Stroomverbruik (tijdens opname)
1,1 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen 93,6×60,0×20,3 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht Ong. 139 g (inclusief NP-FT1
accu, polsriem, enz.)
Microfoon Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching III
Compatibel
PictBridge Compatibel
BC-CS3 acculader
Voeding 100 tot 240 V wisselstroom
van 50/60 Hz, 3,2 W
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 500 mA
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen Ong. 66×23×91 mm
(B/H/D)
Gewicht Ong. 70 g
Oplaadbare accu NP-FT1
Gebruikte accu Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit 2,4 Wh (680 mAh)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
102
Index
Index
A
Aansluiten
Computer.......................60
Printer............................73
TV .................................78
Aantal beelden/
opnameduur...................20
Accu
Accu-restladingsindicator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Levensduur van de
accu ...............................22
Opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Accu opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Acculader..............................98
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
AE/AF-vergrendelings-
indicator.........................30
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
AF-bereikzoekerframe..........29
Afdrukken.............................71
Enkelbeeldfunctie..........72
Indexfunctie...................72
Afdrukmarkering..................76
AF-functie ............................45
AF-vergrendeling..................30
AF-verlichting ......................47
Altijd flitsen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Auto Review ........................ 48
Automatische instelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Automatische
scherpstelling.................. 9
Automatische uitschakelfunctie
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
B
Beeldbestand-
geheugenlocaties........... 64
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen......... 64
Beeldeffect ........................... 35
Beelden afdrukken in een
winkel ........................... 76
Beelden kopiëren naar uw
computer....................... 58
Beeldformaat........................ 11
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit................ 11, 32
Belichting............................. 10
Bestandsnaam ...................... 64
Bestandsnummer.................. 54
Besturingssysteem ......... 57, 69
Beveiliging........................... 38
Bewolkt................................ 31
Bracket-stap ......................... 35
Burst..................................... 33
C
Camera 1 ..............................45
Camera 2 ..............................49
CD-ROM ........................58, 70
Compressieverhouding .........12
Computer..............................56
Aanbevolen-
omgeving.................57, 69
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera...........................66
Beelden kopiëren.....58, 69
Macintosh......................69
Software ........................67
Windows........................56
Contrast ................................36
D
Dag&Tijd..............................46
Daglicht ................................31
Datum...................................46
Datum/Tijd ...........................46
DC IN-aansluiting ................14
De camera in het buitenland
gebruiken
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
De camera vasthouden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Dia ........................................39
Diafragma.............................10
Digitale zoom .......................45
DirectX .................................57
DPOF....................................76
Dradenkruis van de spot
lichtmeting ....................31
Index
NL
103
E
Effectief aantal pixels .........101
Elektronische transformator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Enkel .....................................45
Enkelbeeldafdrukfunctie.......72
EV.........................................28
Exposure Bracket..................33
Extensie ..........................64, 66
F
Fijn........................................32
Flitser ....................................31
Flitsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Flitsniveau.............................35
Fluorescerend........................31
Formaat veranderen ..............40
Formatteren.....................50, 51
Foutcodes en meldingen .......92
G
Geprogrammeerd automatisch
opnemen ........................23
H
Histogram .......................19, 28
I
ImageMixer VCD2 .........67, 70
Indexafdrukfunctie................72
Indexscherm
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Indicator van AF-
bereikzoekerframe.........29
Indicator.............. zie "Scherm"
"InfoLITHIUM" accu ...........97
Initialiseren ...........................53
Installeren .................58, 67, 70
Intern geheugen.................... 21
Intern geheugen-tool ............ 50
Interne oplaadbare
batterij ......................... 100
Interval ................................. 35
ISO ................................. 10, 32
J
JPG....................................... 65
K
Kaarslichtfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting......... 60, 73, 78
Kleur..................................... 11
Klok instellen .......................55
Kopiëren...............................52
Korte-sluitertijdfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
L
Lamplicht .............................31
Landschapsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Lange sluitertijd NR............. 16
Langzame synchro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
LCD-achterverlichting ......... 53
LCD-scherm........zie "Scherm"
Lichtmeetfunctie .................. 31
Lichtmeting met meerdere
patronen ........................ 31
Lichtmeting met nadruk op het
midden .......................... 31
M
M AF ....................................45
Macintosh-computer.............69
Aanbevolen-
omgeving.......................69
Macro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Map.......................................37
Aanmaken......................51
Wijzigen ........................52
Mass Storage ........................54
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
"Memory Stick Duo" ............95
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 en 4 in "Lees dit
eerst"
Aantal beelden/
opnameduur...................20
Schrijf-beveiligings-
schakelaar......................95
Memory Stick tool................51
Menu.....................................25
Onderdelen ....................26
Opnamestand.................28
Weergeven .....................37
Menu voor opnemen.............28
Menu voor weergeven ..........37
Midden-AF ...........................29
Mode.....................................33
Monitor .................................45
Monochroom ........................35
MPG .....................................65
Multi AF ...............................30
Multi Burst............................33
Multifunctionele
aansluiting .....................14
Multipoint-AF.......................30
NL
104
N
Netspanningsadapter ............14
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
NTSC....................................55
O
Onderbelichting....................10
Opdelen ................................41
Opname functie ....................33
Opnamemap maken..............51
Opnamemap wijzigen...........52
Opnamestand
Bewegende beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Optische zoom......................45
Overbelichting ......................10
P
PAL.......................................55
PC ....................zie "Computer"
PFX.......................................35
PictBridge.......................54, 72
PicturePackage .....................67
Pieptoon................................53
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Pixel......................................11
Plaats van de onderdelen ......13
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Precisie-digitale-zoom..........45
Problemen oplossen..............80
PTP.......................................54
Punt lichtmeting................... 31
Punt-AF................................ 29
Q
Quick Review
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
R
Rechtstreeks afdrukken........ 72
Reiniging.............................. 99
Roteren................................. 41
S
S AF ..................................... 45
Scènekeuzefunctie................ 24
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Schemerfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Schemer-portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Scherm
Het weergavescherm
veranderen .................... 19
Indicator........................ 15
LCD-
achterverlichting ........... 53
Scherpstellen.................... 9, 29
Scherpstelling-voorkeuze..... 29
Scherpte ............................... 36
Schrijf-beveiligings-
schakelaar ..................... 95
Sepia..................................... 35
Setup ........................ 36, 43, 44
Camera 1....................... 45
Camera 2....................... 49
Intern geheugen-tool..... 50
Memory Stick tool........ 51
Setup 1.......................... 53
Setup 2.......................... 54
Setup 1..................................53
Setup 2..................................54
Slimme-zoomfunctie ............45
Sluitertijd..............................10
Sneeuwfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Software ...............................67
Standaard..............................32
Strandfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
T
Taal .......................................53
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Technische gegevens ..........101
Tot halverwege indrukken ......9
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Trimmen ...............................43
TV.........................................78
U
USB-aansluiting ...................54
USB-stuurprogramma ..........58
V
Vergrootglasfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Vergrote indicators ...............49
Vermindering van het rode-
ogeneffect......................47
Verzadiging...........................36
VGA
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Video-CD .......................67, 70
Video-uit...............................55
Vochtcondensatie..................99
Index
NL
105
Volume
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Voorzorgsmaatregelen ..........99
Vuurwerkfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
W
Wazige beelden.......................9
WB........................................31
Weergave........zie "Weergeven"
Weergave/bewerken ..............23
Weergavezoom
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Weergeven
Bewegende beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Windows-computer...............56
Aanbevolen-omgeving...57
Wissen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Witbalans ..............................31
Z
Zachte-klikfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zelfdiagnosefunctie ..............92
Zelfontspanner
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Z-W.......................................35
NL
106
Handelsmerken
is een handelsmerk van Sony
Corporation.
"Memory Stick", , "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
Duo", , "MagicGate"
en zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
PicturePackage is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
/