Documenttranscriptie
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Voor klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
NL
2
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Geen compensatie voor de inhoud van
de opnamen
Deze camera gebruikt het ICopnamemedium "Memory Stick Duo". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
• Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
"Memory Stick Duo": U kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken.
Ingebouwd geheugen en reserve
"Memory Stick Duo"
"Memory Stick": U kunt in deze
camera geen "Memory Stick"
gebruiken.
• Als u de camera uitschakelt of het deksel van het
batterijvak of de "Memory Stick Duo" opent
terwijl het toegangslampje brandt, kunnen de
gegevens in het ingebouwde geheugen of op de
"Memory Stick Duo" beschadigd raken. Zorg
ervoor dat u een reservekopie maakt om het
risico van gegevensverlies te vermijden. Zie
bladzijden 21 en 54 over hoe u een reservekopie
maakt.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
• Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie blz. 90.
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"compatibel apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te steken.
Memory Stick Duo-adapter
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens, die scherpe beelden met
uitstekend contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
• Deze camera is niet stofdicht, niet
spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees
"Voorzorgsmaatregelen" (blz. 94) alvorens de
camera te bedienen.
• Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
• Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
• Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Dit kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van uw ogen. Of het kan een
storing van de camera veroorzaken.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
• Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
• Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 94).
NL
NL
3
• Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en
het weigeren om beelden op te nemen, maar kan
ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
• Maak het venster van de flitser schoon vóór
deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het
afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het
venster van de flitser doen verbranden of
vastbakken waardoor onvoldoende licht het
voorwerp bereikt.
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie,
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
effectief bruikbaar is. Soms kunnen er op het
LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of
groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal
en heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
Zwarte (witte/rode/
blauwe/groene)
punten
• Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
NL
4
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele DCF
(Design rule for Camera File system)-norm
zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of bewerkt, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De batterijen voorbereiden
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
6 Beelden weergeven/wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiksaanwijzing
• Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen) t blz. 23
• Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 25
1
2
• De standaardinstellingen veranderen t blz. 41
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiksaanwijzing
• Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 51
• Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibele printers)
t blz. 69
NL
5
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 9
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 9
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 11
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 13
Indicators op het scherm ........................................................................ 15
Het weergavescherm veranderen ........................................................... 19
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 20
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne geheugen) ... 21
Levensduur van de batterijen en aantal beelden dat kan worden
opgenomen/bekeken .............................................................................. 22
De functieknop gebruiken ....................................................................... 23
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 25
Menuonderdelen ................................................................................ 26
Menu voor opnemen ............................................................................... 27
(Camera)
(EV)
9 (Scherpstellen)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
M (Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
NL
6
Menu voor weergeven .............................................................................34
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
Trimmen
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................41
Camera...............................................................................................42
AF-functie
Digitale zoom
Rode-ogeneff.
AF-verlicht.
Auto Review
Intern geheugen-tool..........................................................................45
Formaat
Memory Stick tool ..............................................................................46
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
1
Setup 1 ...............................................................................................48
Pieptoon
Taal
Initialiseren
2
Setup 2 ...............................................................................................49
Bestandsnr.
USB-aansl.
Klokinstel.
NL
7
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 51
De bijgeleverde software installeren ....................................................... 53
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 54
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera
(met behulp van een "Memory Stick Duo")................................................ 61
De bijgeleverde software gebruiken ........................................................ 62
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 66
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 68
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer ...69
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 73
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................... 75
Foutcodes en meldingen......................................................................... 87
Overige
Over de "Memory Stick" .......................................................................... 90
Over de batterijen ................................................................................... 92
Voorzorgsmaatregelen ............................................................................ 94
Technische gegevens.............................................................................. 95
Index...................................................................................................... 96
NL
8
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen Belichting
Kleur
Kwaliteit
Scherpstellen
De camera leren gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u
hoe u de diverse camerafuncties moet
gebruiken, zoals de functieknop (blz. 23), de
menu’s (blz. 25), enz.
Het onderwerp met succes scherpstellen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Druk de sluiterknop
gelijk helemaal in.
Druk de
sluiterknop tot
halverwege in.
AE/AFvergrendelingsindicator
Knippert , licht op/
piept
Druk daarna de
sluiterknop
helemaal in.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
t 9 (Scherpstellen) (blz. 28)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (direct hieronder).
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren
door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een
statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is.
NL
9
Belichting De lichtintensiteit instellen
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting:
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
EV:
Hiermee kunt u de belichting die door de
camera is ingesteld veranderen.
t blz. 27
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de
belichting in te stellen. t stap 5 in "Lees
dit eerst"
De ISO-gevoeligheid instellen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 30
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Als de belichting onvoldoende is wordt het beeld echter donkerder.
NL
10
Kleur
Over het effect van de lichtbron
De camera leren gebruiken
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
Weer/lichtbron
Eigenschappen van
het licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Lamplicht
Wit (standaard)
Blauwachtig
Blauwgetint
Roodachtig
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 29).
Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 6M
2816 pixels × 2112 pixels = 5.947.392 pixels
Pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
NL
11
Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst")
Pixel
Veel pixels
(Hoge beeldkwaliteit
en groot bestand)
Voorbeeld: Afdrukken
van maximaal A4formaat
Weinig pixels
(Lage beeldkwaliteit
en klein bestand)
Voorbeeld: Beeld
versturen als bijlage
bij e-mailberichten
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Beeldformaat
6M (2816×2112)
.
Aanwijzingen voor gebruik
Groter
Voor afdrukken op A4-formaat of beelden met een
hoge resolutie op A5-formaat
3:2* (2816×1872)
3M (2048×1536)
2M (1632×1224)
VGA(E-Mail)
(640×480)
16:9(HDTV)**
(1920×1080)
Voor afdrukken op briefkaartformaat
Kleiner
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het versturen van beelden met e-mailberichten,
of voor het maken van webpagina’s
Voor het bekijken van beelden op een
breedbeeldtelevisie of Hi-Vision-compatibele
televisie***
* De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
** Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 84).
*** U kunt een nog hogere beeldkwaliteit krijgen door de camera aan te sluiten via een "Memory Stick"gleuf of een USB-aansluiting.
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 30)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
NL
12
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
2
9
2
q;
5
6
7
3
qa
4
qs
5
qd
De camera leren gebruiken
1
1
6
7
8
qf
3
4
A POWER-toets/POWER-lampje
(t stap 2 in "Lees dit eerst")
B Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
C Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D Zelfontspannerlampje (t stap 5 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (44)
E Microfoon
F Lens
G Zoekervenster
qgqh qj
qk
qlw;
A AE/AF-vergrendelingslampje/
zelfontspannerlampje (groen)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
B Flitserlaadlampje/Opnamelampje
(oranje) (t stap 5 in "Lees dit eerst")
C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D Functieknop (23)
E MENU-toets (25)
F LCD-scherm (19)
G
H
(Schermstatus) toets (19)
(Beeldformaat/Wissen) toets
(t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst")
I Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/
(Index) toets
(t stap 6 in "Lees dit eerst")
J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (t stap 2 in
"Lees dit eerst")
Menu uit: / /
"Lees dit eerst")
/
(t stap 5 in
NL
13
K Oog voor polsriem (t "Lees dit eerst")
L Deksel voor de batterijen (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
M Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit
eerst")
T Afsluitkapje van
netspanningsadaptersnoer
Het gebruik van de netspanningsadapter
AC-LS5K (niet bijgeleverd)
N OPEN-toets (t stap 1 in "Lees dit
eerst")
O
Afsluitkapje van USB-aansluiting
P
USB-aansluiting (55)
Q Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera
niet stevig bevestigen op een statief waarvan
de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien
kan hierdoor de camera beschadigd worden.
• Haal de camera na gebruik van het statief.
R Luidspreker (onderkant)
S "Memory Stick Duo"-deksel (t stap 3
in "Lees dit eerst")
• Zorg ervoor dat het snoer niet bekneld
raakt wanneer u het deksel dicht doet.
NL
14
Indicators op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A
Scherm
Indicatior
z
1
AE/AF-vergrendeling
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
3
4
De camera leren gebruiken
Batterij-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
Bij opname van stilstaande beelden
Opnamefunctie (23, 30)
M
Witbalans (29)
2
5
STBY
OPNEMEN
Bij opname van bewegende beelden
Standby/Opname voor
bewegende beelden
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Camerafunctie
(Scènekeuze) (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Camerafunctie
(Programma) (23)
SL
Flitsfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
1.3 Zoomvergroting (42,
t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Vermindering van het rodeogeneffect (43)
Scherpte (33)
Verzadiging (32)
Contrast (33)
ON
AF-verlichting (44)
Lichtmeetfunctie
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Beeldeffect (32)
B
Scherm
Indicator
S AF M AF
AF-functie (42)
Indicator van AFbereikzoekerframe (28)
NL
15
C
Scherm
1M
FINE STD
101
Scherm
Indicator
Indicator
E
Beeldformaat (30,
t stap 4 in "Lees dit
eerst")
Waarschuwing voor
zwakke batterijen (22, 87)
+
Dradenkruis van de spotlichtmeting (t step 5 in
"Lees dit eerst")
AF-bereikzoekerframe (28)
Beeldkwaliteit (30)
Opnamemap (46)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(20)
E
Scherm
NR lange-sluitertijd
Resterende opslagcapaciteit
van de "Memory Stick"
(20)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (20)
1/30"
Multi Burst-interval (32)
400
Resterend aantal
opneembare beelden (20)
• Bij gebruik van bepaalde
sluitertijden*, wordt
automatisch de NR lange
sluitertijdfunctie
ingeschakeld om de
beeldruis te verminderen.
* Als de sluitertijd gelijk is
aan of langer is dan 1/6
seconde (als [ISO] is
ingesteld op [Autom.],
[80], [100] of [200]).
Als de sluitertijd gelijk is
aan of langer is dan 1/25
seconde (als [ISO] is
ingesteld op [400], [800]
of [1000]).
Zelfontspanner (t stap 5
in "Lees dit eerst")
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (87)
ISO-nummer (30)
D
Scherm
Indicator
Trillingswaarschuwing (9)
• Geeft aan dat trillingen
kunnen verhinderen dat de
beelden scherp worden
opgenomen als gevolg van
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
flitser te gebruiken om een
betere belichting te
verkrijgen, of het statief
o.i.d. te gebruiken om de
camera te stabiliseren.
NL
16
Indicator
125
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
+2.0EV
Belichtingswaarde (27)
Menu/Gidsmenu (25)
(niet afgebeeld
op het scherm
op de
voorgaande
bladzijde)
Bij weergave van stilstaande beelden
M
A
Scherm
Indicator
De camera leren gebruiken
Batterij-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
Opnamefunctie (23, 30)
M
1M
Beeldformaat (30,
t stap 4 in "Lees dit
eerst")
Beveiliging (35)
-
Afdrukmarkering (DPOF)
(73)
Bij weergave van bewegende beelden
Map veranderen (34)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
1.3
Zoomvergroting (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Stap
12/16
Beeld-voor-beeld-weergave
(30)
N
Weergave (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Volume (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
B
Scherm
Indicator
101-0012
Map-bestandsnummer (34)
Weergavebalk (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
NL
17
C
Scherm
101
E
Indicator
Scherm
Indicator
PictBridge-aansluiting (70)
2006 1 1
9:30 AM
Opgenomen datum/tijd van
het weergavebeeld (50)
Opnamemap (46)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
101
Weergavemap (34)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(20)
Resterende opslagcapaciteit
van de "Memory Stick"
(20)
8/8 12/12
Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map (34)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (87)
00:00:12
Teller (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
D
Scherm
Indicator
Koppel de USB-kabel niet
los (71)
+2.0EV
Belichtingswaarde (27)
ISO-nummer (30)
Lichtmeetfunctie
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Flitser
Witbalans (29)
500
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
Weergavebeeld (t stap 6
in "Lees dit eerst")
NL
18
DPOF
z PAUZE
z AFSP.
Menu/Gidsmenu (25)
De Multi Burst-beelden
achter elkaar weergeven
(30)
VORIGE/ Beelden kiezen
VOLGENDE
VOLUME
Volumeniveau instellen
Het weergavescherm veranderen
Iedere keer als u op de
-toets
(Schermstatus) drukt, veranderen de
aanduidingen op het scherm als volgt.
De camera leren gebruiken
Indicators uit
LCD-scherm uit
Indicators aan
VGA
96
Tijdens weergave
wordt de
beeldinformatie
afgebeeld.
• Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de
digitale zoomfunctie niet meer (blz. 42) en
wordt [AF-functie] ingesteld op [Enkelvoud.]
(blz. 42). Als u (Flitsfunctie)/
(Zelfontspanner)/
(Lichtmeetfunctie)
kiest, wordt het beeld ongeveer twee seconden
afgebeeld.
NL
19
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in
deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen in het interne geheugen is gelijk aan dat van
een van 32 MB "Memory Stick Duo".
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn]
op de bovenste regel en op [Standaard] op de onderste regel)
(Eenheden: Beelden)
Capaciteit
Formaat
32MB
6M
3:2
3M
2M
VGA(E-Mail)
16:9(HDTV)
64MB
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
10
21
42
77
157
322
660
19
39
79
142
290
592
1215
10
21
42
77
157
322
660
19
39
79
142
290
592
1215
20
41
82
148
302
617
1266
37
74
149
264
537
1097
2250
33
66
133
238
484
988
2025
61
123
246
446
907
1852
3798
196
394
790
1428
2904
5928
12154
491
985
1975
3571
7261
14821
30385
33
66
133
238
484
988
2025
61
123
246
446
907
1852
3798
• Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
• Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999" afgebeeld.
• U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 37).
De opnameduur van bewegende beelden
Capaciteit
Formaat
640(Fijn)
32MB
64MB
(Eenheden: uren : minuten : seconden)
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
0:25:18
–
–
–
0:02:57
0:06:02
0:12:20
640(Standaard)
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
0:44:27
1:31:09
160
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
11:44:22
24:18:25
• Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO Duo".
• Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 11.
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony-modellen worden weergegeven op deze camera,
kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
NL
20
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen
in het interne geheugen)
De camera heeft een intern geheugen van 32 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
De camera leren gebruiken
• Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd) is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick
Duo" opgenomen.
[Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
B
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
B
Intern
geheugen
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande
procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de
procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 47).
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf
Volg de procedure op bladzijden 54 t/m 58 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera
is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne
geheugen.
• Door de camera met behulp van een USB-kabel aan te sluiten op een computer, kunt u de beeldgegevens
die in het interne geheugen van de camera zijn opgeslagen, kopiëren naar de vaste schijf van de computer,
maar u kunt geen beeldgegevens vanaf de vaste schijf van de computer kopiëren naar het interne geheugen
van de camera.
NL
21
Levensduur van de batterijen en aantal beelden
dat kan worden opgenomen/bekeken
De tabellen geven bij benadering het
maximale aantal beelden aan dat kan
worden opgenomen/weergegeven samen
met de gebruiksduur van de batterijen
wanneer u beelden opneemt in de
[Normaal]-functie met nieuwe batterijen bij
een omgevingstemperatuur van 25°C. Het
aantal beelden dat kan worden opgenomen
of weergegeven maken het mogelijk de
"Memory Stick Duo" te wisselen, indien
noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de gebruiksduur van de
batterijen neemt af onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is.
– Wanneer de flitser veelvuldig wordt gebruikt.
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt.
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt.
– Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat.
– Wanneer de batterijen zwak zijn.
Bij opname van stilstaande beelden
Batterij
LCDscherm
Aantal
beelden
(Ong.)
Gebruiksduur
(min.)
(Ong.)
Alkaline
(bijgeleverd)
Aan
130
65
Uit
170
85
NH-AA-DB
(Ni-MH)
(niet
bijgeleverd)
Aan
460
230
Uit
580
290
• Opnemen in de volgende situaties:
–
(Beeldkwaliteit) staat op [Fijn].
– Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat.
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt.
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt.
– Als de flitser iedere twee opnamen eenmaal
afgaat.
NL
22
– Als de camera na iedere tien opnamen
eenmaal uit-en ingeschakeld wordt.
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
• Het aantal opneembare beelden en de
gebruiksduur van de batterijen verandert niet
met de beeldgrootte.
Weergeven van stilstaande beelden
Aantal beelden
Gebruiksduur
(min.)
Alkaline
(bijgeleverd)
Ong.
7000
Ong.
350
NH-AA-DB
(Ni-MH) (niet
bijgeleverd)
Ong.
10600
Ong.
530
Batterij
• Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
LCD-scherm
aan
LCD-scherm
uit
Alkaline
(bijgeleverd)
Ong.
120 min.
Ong.
170 min.
NH-AA-DB
(Ni-MH) (niet
bijgeleverd)
Ong.
250 min.
Ong.
350 min.
Batterij
• Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
De functieknop gebruiken
Stel de functieknop in op de gewenste functie.
Functieknop
De camera leren gebruiken
: Opnemen van bewegende
beelden
Regeltoets
t stap 5 in "Lees dit eerst"
: Weergaven/bewerken
t stap 6 in "Lees dit eerst"
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
:
Autom.: Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 26)
: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
NL
23
Scènekeuzefunctie
Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst"
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Flitser
AF-bereikzoeker
Witbalans
Burst/Multi Burst
Flitsniveau
—
—
SL
/
/
/
NL
24
Autom.
—
—
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
v/V/b/B toets
Functieknop
z toets
MENU-toets
Regeltoets
Het menu gebruiken
1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand.
Afhankelijk van de stand van de functieknop en de
menuonderdelen beschikbaar.
(Camera) menu-instellingen, zijn verschillende
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies het gewenste menuonderdeel met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u
b/B ingedrukt totdat het item op het scherm
verschijnt.
• Als de functieknop in de
stand staat, drukt u op
z nadat u een item hebt gekozen.
4 Kies de gewenste instelling met v/V.
De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
• Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicator v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar
de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te
beelden, kiest u deze indicator met de regeltoets.
• Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen.
NL
25
Menuonderdelen
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen
de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld.
(
: beschikbaar)
Stand van functieknop:
Autom.
Programma
Scène
Menu voor opnemen (blz. 27)
(Camera)
(EV)
—
—
—
9 (Scherpstellen)
—
—
WB (Witbalans)
—
ISO
—
—
—
—
—
—
(Beeldkwaliteit)
—
Mode (Opn.functie)
M
(Interval)
—
(Flitsniveau)
—
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
—
—
*
—
—
*
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
(Setup)
—
Menu voor weergeven (blz. 34)
(Map)
—
—
—
—
- (Beveiligen)
—
—
—
—
DPOF
—
—
—
—
—
—
—
—
(Afdrukken)
(Dia)
—
—
—
—
(Ander form.)
—
—
—
—
(Roteren)
—
—
—
—
(Opdelen)
—
—
—
—
(Setup)
—
—
—
—
Trimmen**
—
—
—
—
* De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 24).
**Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom.
NL
26
—
Menu voor opnemen
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
(Camera)
Kies de camerafunctie voor stilstaand beeld. t blz. 23, stap 5 in "Lees dit eerst"
(EV)
Naar –
Het menu gebruiken
Met deze instelling kunt u de belichting
handmatig instellen.
Naar +
M +2.0EV
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV
De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
m –2.0EV
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
NL
27
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
9 (Scherpstellen)
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
Midden-AF
(
)
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van
het zoekerframe.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AFbereikzoekerframe
Multi-AF
(Multipoint-AF)
(Stilstaand beeld
(Bewegend beeld
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
)
)
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AFbereikzoekerframe
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u digitale zoomfunkct of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert de aanduiding
of
, en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar.
NL
28
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
z Als het onderwerp niet scherpgesteld is
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF]
gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt langs de rand. In dat geval gaat u als
volgt te werk.
1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AFbereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in om op het onderwerp scherp
te stellen (AF-vergrendeling).
AE/AF-vergrendelingsindicator
Het menu gebruiken
AF-bereikzoekerframe
Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt
herhalen.
2 Wanneer de indicator van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u
terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
WB (Witbalans)
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de
lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld
vreemd lijken.
n (Lamplicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een
feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
(Fluorescerend)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
• Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 11
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u [ ] (Fluorescerend) hebt ingesteld.
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 24).
NL
29
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
ISO
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
1000
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
800
400
200
100
80
Autom.
• Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 10
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
(Beeldkwaliteit)
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
• Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 11
Mode (Opn.functie)
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet
wanneer u op de sluiterknop drukt.
Multi Burst ( M )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 32).
Burst (
)
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
NL
30
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
Het menu gebruiken
Over [Multi Burst]
• U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de
volgende procedures:
– Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regeltoets.
– Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te
hervatten.
• U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
– Wissen van een frame in een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer
(Camera) op [Autom.] staat
• Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een
computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als
een enkel beeld met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M.
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Multi Burst-functie (blz. 24).
Over [Burst]
• De flitser staat op
(Niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Als de batterijlading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie
(blz. 24).
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Fijn
Standaard
6M
7
12
3:2
7
12
3M
12
21
Formaat
2M
19
35
VGA(E-Mail)
100
100
16:9(HDTV)
19
35
NL
31
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
M
(Interval)
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 30).
1/7.5
• Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode]
(Opn.functie) op het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi
Burst] (blz. 30).
1/15
1/30
•
M
(Interval) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties.
(Flitsniveau)
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
• Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst"
• Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 24).
PFX (Beeldeffect)
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
Z-W (
Sepia (
)
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
)
Uit
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Geen effect.
• Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
(Verzadiging)
De verzadiging van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
–(
NL
32
)
Naar –: De kleuren worden donkerder.
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
(Contrast)
Het contrast van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
–(
)
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
Het menu gebruiken
(Scherpte)
De scherpte van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
–(
)
Naar –: Het beeld wordt waziger.
(Setup)
Zie blz. 41.
NL
33
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
.
(Map)
Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een
"Memory Stick Duo".
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
1 Kies de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
z Over de map
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 46).
U kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
• Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 46)
• Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 47)
• Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld
in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan.
NL
34
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
- (Beveiligen)
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
Het menu gebruiken
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies - (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
Het beeld is beveiligd en de - (Beveiligings-)indicator wordt op het beeld afgebeeld.
-
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op
z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op
(Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies - (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z.
5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene - indicator wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
- (groen)
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna op z.
De - indicator wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u daarna op z.
Kies [Aan] met B en druk daarna op z.
NL
35
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
in de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Druk op z om de - indicator grijs te laten worden.
3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, kies [OK] met B en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z.
Kies [Uit] met B en druk daarna op z.
• Merk op dat door het formatteren van het intern geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens zullen
worden gewist die op het opnamemedium zijn opgenomen, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en deze
beelden zullen niet kunnen worden hersteld.
• Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
DPOF
Met deze instelling kunt u een
afdrukken (blz. 73).
(afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
(Afdrukken)
Zie blz. 69.
(Dia)
Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
3 sec
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
NL
36
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
Beeld
Map
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map.
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" zijn
opgeslagen.
Herhalen
Aan
Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave.
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
Het menu gebruiken
Uit
1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z.
• Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B.
• De intervaltijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
(Ander form.)
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
6M
3M
2M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 4 in "Lees dit eerst"
VGA
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat
geannuleerd.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies
(Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
NL
37
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
• Voor verdere informatie over [Beeldformaat] tstap 4 in "Lees dit eerst"
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
veranderen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
• U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat verandert van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs
de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld.
(Roteren)
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies
4 Kies [
(Roteren) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
] met v en roteer daarna het beeld met b/B.
5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
(Opdelen)
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het
interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende
beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt.
• Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
NL
38
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
Het menu gebruiken
1 Knippen van scène A.
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
Wissen
Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies
(Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
NL
39
Voor informatie over de bediening
t blz. 25
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt
aan met behulp van b/B.
• Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
7 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
De bewegende beelden worden geknipt.
• De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde bewegende beelden (blz. 35)
(Setup)
Zie blz. 41.
Trimmen
Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 6 in "Lees dit eerst") als een
nieuw bestand.
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het trimmen geannuleerd.
1 Druk tijdens de weergavezoom op MENU om het menu af te beelden.
2 Kies [Trimmen] met B op de regeltoets en druk daarna op z.
3 Kies het beeldformaat met v/V en druk daarna op z.
Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het
oorspronkelijke beeld blijft behouden.
• De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
• U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2 of 16:9.
• U kunt beelden die worden weergegeven met Quick Review niet trimmen.
NL
40
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm.
v/V/b/B toets
Functieknop
z toets
MENU-toets
Regeltoets
Het Setup-scherm gebruiken
1 Schakel de camera in.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Druk op B op de regeltoets, ga naar de instelling
(Setup), en druk daarna
nog een keer op B.
4 Druk op v/V/b/B op de regeltoets en
kies het onderdeel dat u wilt instellen.
De rand rond het gekozen onderdeel wordt geel.
5 Druk op z om de instelling in te
voeren.
Druk op MENU om het
(Setup)-scherm uit te schakelen.
Om terug te keren naar het menu vanaf het scherm
(Setup), drukt u herhaaldelijk op b op
de regeltoets.
De
(Setup)-instelling annuleren
Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regeltoets. Als dit niet wordt
afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
NL
41
Camera
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-functie
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
• Er wordt meer batterijlading verbruikt dan in de [Enkelvoud.]
functie.
• Wanneer u opneemt via de zoeker en het LCD-scherm uitgeschakeld is, werkt de camera in de
[Enkelvoud.] functie.
Digitale zoom
Met deze instelling kunt u de digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met
behulp van optische zoom (max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×,
gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie.
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [6M] of [3:2].
• De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt
aangegeven in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-zoom)
(
)
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie
Formaat
NL
42
Maximale zoomvergrotingsfactor
3M
Ong. 4,1×
2M
Ong. 5,2×
VGA(E-Mail)
Ong. 13×
16:9(HDTV)
Ong. 4,4×
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicator
Het Setup-scherm gebruiken
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
of
indicator
knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Rode-ogeneff.
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
Aan (
)
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet
gebruikt.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
NL
43
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicator afgebeeld.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal ongeveer 3,5 m (W)/2,5 m (T) wordt
aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
of
indicator knippert en AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Auto Review
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddellijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het
opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
NL
44
Intern geheugen-tool
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Formaat
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
• Merk op dat door het interne geheugen te formatteren alle daarin opgeslagen data onherroepelijk gewist
zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
NL
45
Memory Stick tool
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Formaat
De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is
reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" opgeslagen beeldgegevens
onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Opnamemap maken
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen
beelden in op te slaan.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer,
en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
•
•
•
•
NL
46
Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 34.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
• U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer,
enz.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
• Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 59).
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
Opnamemap wijz.
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap
geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
Het Setup-scherm gebruiken
2 Kies de gewenste map met b/B, en [OK] met v en druk daarna op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
• U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Kopiëren
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het kopiëren geannuleerd.
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter.
2 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het kopiëren begint.
• Gebruik batterijen met voldoende lading of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren met de batterijen als voeding, terwijl slechts weinig batterijlading resteert,
kunnen de batterijen tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens
eventueel beschadigd raken.
• U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te wissen, haalt u na het kopiëren eerst de
"Memory Stick Duo" eruit en voert u daarna [Formaat] uit van
(Intern geheugen-tool) (blz. 45).
• U kunt niet een map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo".
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de
(afdruk-)markering niet gekopieerd.
NL
47
1
Setup 1
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Pieptoon
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als
u de regeltoets/sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
Initialiseren
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee annuleert u het terugstellen.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Alle instellingen worden teruggesteld op de standaardinstellingen.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
NL
48
2
Setup 2
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Bestandsnr.
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
Het Setup-scherm gebruiken
Reeks
USB-aansl.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met behulp
van de USB-kabel.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (blz. 69).
PTP
Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar
de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 55).
Autom.
De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met
een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 55 en
69).
• Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar
kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.],
verandert u de instelling naar [PictBridge].
• Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet
op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op
[Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage].
NL
49
Voor informatie over de bediening
t blz. 41
Klokinstel.
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen.
NL
50
OK
Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Volg
vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen"
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Annul.
Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd.
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh-computer gebruiken" (blz. 66).
Dit gedeelte beschrijft Engelse versie van
de menuteksten.
De bijgeleverd software installeren (blz. 53)
De camera met uw computer gebruiken
Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 54)
Beelden bekijken op uw computer
Werken met beelden met behulp van de bijgeleverde software (blz. 62)
• Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
• Beelden weergeven die gesorteerd zijn op datum
• Beelden bewerken
Beelden afdrukken
NL
51
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition, of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm:
Computerscherm; 800 × 600 pixels of
meer
Kleurkwaliteit; High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter
Aanbevolen configuratie voor het
gebruik van de bijgeleverde software
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition, of Windows XP Professional
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luidsprekers
CPU/Geheugen: Pentium III 500 MHz of
sneller, 128 MB RAM of meer
(Aanbevolen: Pentium III 800 MHz of
sneller en 256 MB RAM of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
NL
52
Computerscherm:
Computerscherm; 800 × 600 pixels of
meer
Kleurkwaliteit; High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 49.
• Wanneer de computer intwaakt uit de waak- of
slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen uw camera en uw computer zich niet op
hetzelfde moment herstelt.
De bijgeleverde software installeren
U kunt de bijgeleverde software installeren
volgens de onderstaande procedure.
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
mag u de camera niet op de computer aansluiten
vóórdat u de software hebt geïnstalleerd.
• In Windows 2000/XP logt u in als beheerder.
• Nadat de bijgeleverde software is geïnstalleerd,
wordt automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld,
start u de computer opnieuw op aan de
hand van de aanwijzingen op het
scherm.
5 Haal de CD-ROM eruit als de
installatie voltooid is.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
De camera met uw computer gebruiken
• Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op
(My Computer) t
(CYBERSHOTSOFT).
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectievakje naast [I accept the terms of
the license agreement] (Ik accepteer de
voorwaarden in de licentie
overeenkomst) aan en klikt u daarna op
[Next].
NL
53
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera
en steek deze in een Memory Stick Duoadapter. Steek de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de
beelden.
2 Gebruik in de camera batterijen
met voldoende lading of sluit de
camera aan op netvoeding met
behulp van de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd).
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
Voer de Fasen 1 t/m 4 uit op bladzijden 54
t/m 58 om de beelden te kopiëren.
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
moet u de bijgeleverde software installeren
vóórdat u verder gaat. Als op de computer
Windows XP draait, hoeft u het niet te
installeren.
• De schermen die in dit gedeelte als illustratie
worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het
kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick
Duo".
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met daarop opgenomen beelden
in de camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
NL
54
• Als u probeert beeldbestanden naar uw
computer te kopiëren met de batterijen als
voeding, terwijl slechts weinig batterijlading
resteert, kan het kopiëren mislukken en/of
de gegevens eventueel beschadigd raken
omdat de batterijen voortijdig leeg raken.
3 Zet de functieknop in de stand
"USB-functie Mass Storage" wordt
afgebeeld op het scherm van de camera.
en schakel daarna de camera en
de computer in.
Toegangsindicators*
POWER
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicators rood. Gebruik de computer
niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt
afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass
Storage] (blz. 49).
1Naar de
USBaansluiting
USB-kabel
De camera met uw computer gebruiken
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Fase 3-A: Beelden naar een
computer kopiëren
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-B:
Beelden naar een computer kopiëren" op
blz. 57.
• Voor Windows XP, als het wizard-venster niet
automatisch wordt afgebeeld, volgt u de
procedure beschreven in "Fase 3-B: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 57.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
2Naar de
USBaansluiting
• Als op de computer Windows XP draait,
wordt de "AutoPlay Wizard" (wizard voor
automatisch afspelen) automatisch
afgebeeld.
NL
55
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 2 en
het wizard-venster automatisch
op het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Beelden kopiëren naar een map
op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners
en camera’s) t [OK].
1
3 Klik op het selectievakje van nietgewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn geselecteerd en dus
niet worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
1
2
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
4 Kies de naam en de bestemming
2
van de beelden en klik daarna op
[Next].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
1
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen
worden op het computerscherm
weergegeven.
• Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst,
worden de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen weergegeven.
2
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
NL
56
5 Vink het selectievakje aan naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) om deze te selecteren en
klik daarna op [Next].
1 Dubbelklik op [My Computer]
t [Removable Disk] t [DCIM].
1
2
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
• Om verder te gaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de USB-kabel los
(blz. 59). Volg daarna opnieuw de procedure
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op blz. 55.
De camera met uw computer gebruiken
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
• Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 81.
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen. Klik
daarna met de rechtermuisknop
op een beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
1
Fase 3-B: Beelden naar een
computer kopiëren
2
• Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 3-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 55.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
• Voor verdere informatie over de
opslagbestemming van de beeldbestanden,
zie blz. 59.
NL
57
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
Fase 4: Beelden bekijken op uw
computer
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
1 Klik op [Start] t
[My Documents].
2
1
2
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als in de bestemmingsmap al een beeld met
dezelfde bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert (blz. 61), u dat beeld mogelijk niet
meer kan weergeven met de camera.
1
De inhoud van de map "My
Documents" wordt afgebeeld.
• Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
NL
58
De USB-verbinding verwijderen
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
• Loskoppelen van de USB-kabel
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: Mappen afbeelden onder
Windows XP
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
2 Klik op
(Sony DSC) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
De camera met uw computer gebruiken
Dubbelklik hier
A
B
4 Klik op [OK].
Het apparaat is aangesloten.
• Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
C
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
zijn de mappen als volgt:
– "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
– Interm geheugen; alleen "101_SONY"
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MSSONY".
NL
59
• Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
• Voor meer informatie over mappen, zie
bladzijden 34 en 46.
NL
60
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven
op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo")
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
1 Klik met de rechtermuisknop op
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
De camera met uw computer gebruiken
• Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 46) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik daarna op [Paste].
• sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
1
2
• Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u een
ander nummer invoeren.
NL
61
De bijgeleverde software gebruiken
De bijgeleverde software
gebruiken
Door de software volledig te benutten kunt
u beter dan ooit gebruik maken van de
stilstaande en bewegende beelden van de
camera.
Dit gedeelte beschrijft de software en
beschrijft de basisbediening.
Overzicht van de software
Met de software kunt u:
• Beelden importeren die met de camera zijn
opgenomen en ze op het beeldscherm
weergeven.
• De beelden op de computer organiseren op een
kalender op opnamedatum voor weergave.
• De stilstaande beelden retoucheren, afdrukken
en als e-mailbijlagen versturen, hun
opnamedatum wijzigen en nog veel meer.
• Voor meer informatie over de bijgeleverde
software moet u de online Help-functie
raadplegen.
Om de online Help-functie te raadplegen,
klikt u op [Start] t [Programs] (in
Windows XP, [All Programs]) t [Sony
Picture Utility] t [Help] t [Cyber-shot
Viewer].
De software opstarten en
afsluiten
Basisbediening
Voer onderstaande stappen uit om de
beelden van de camera te importeren en
weer te geven.
Beelden importeren
1 Zorg ervoor dat "Media Check
Tool"* (Mediacontrolehulpprogramma) draait.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
als er een "Memory Stick" is geplaatst of
een camera is aangesloten.
Kijk na of de snelkoppeling van
(Media Check Tool) op de taakbalk
aanwezig is.
• Als er geen snelkoppeling van de
aanwezig is: Klik op [Start] t [Programs]
(in Windows XP, [All Programs]) t [Sony
Picture Utility] t [Cyber-shot Viewer] t
[Tools] t [Media Check Tool].
2 Sluit de camera aan op de
computer met de USB-kabel.
Na automatische herkenning van de
camera wordt het scherm [Import
Images] (Beelden importeren)
afgebeeld.
De software opstarten
Dubbelklik op de snelkoppeling
(Cybershot Viewer) op het bureaublad.
Of via het Start-menu: Klik op [Start]
t [Programs] (in Windows XP, [All
Programs]) t [Sony Picture Utility]
t [Cyber-shot Viewer].
De software afsluiten
Klik op de toets
van het scherm.
NL
62
in de rechterbovenhoek
• Voor gebruik van de "Memory Stick"-gleuf
moet u eerst blz. 54 raadplegen.
• Als in Windows XP de "AutoPlay Wizard"
(wizard voor automatisch afspelen) opstart,
moet u deze afsluiten.
3 Beelden importeren.
Klik op de toets [Import] (Importeren)
om het importeren van beelden te
starten.
2 Bekijken van de beelden in
"Viewed folders" (Afgebeelde
mappen) die op opnamedatum
gesorteerd zijn op een kalender
1Klik op het tabblad [Calendar]
(kalender).
De lijst met jaren, waarin de beelden
zijn opgenomen, wordt afgebeeld.
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures" (Mijn afbeeldingen), waarvan
de naam is samengesteld uit de datum
waarop geïmporteerd is.
• Zie blz. 65 voor aanwijzingen hoe u de
"Folder to be imported" kunt veranderen.
1 Controleren van de
geïmporteerde beelden
Als het importeren voltooid is wordt de
software opgestart. Miniaturen van de
geïmporteerde beelden worden
weergegeven.
3Om de beelden per maand weer te
geven, klik op de gewenste maand.
Miniaturen van de beelden, die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
De camera met uw computer gebruiken
Beelden bekijken
2Klik op het jaar.
De beelden die in dat jaar zijn
opgenomen worden weergegeven,
gesorteerd op de kalender op
opnamedatum.
4Om de beelden per uur weer te geven,
klik op de gewenste dag.
Miniaturen van de beelden die op die
dag zijn opgenomen, worden gesorteerd
op uur weergegeven.
Jaarweergavescherm
1
2
3
Maandweergavescherm
• De map "My Pictures" is ingesteld als de
standaardmap in "Viewed folders"
(Afgebeelde mappen).
• Dubbelklik op een miniatuur voor weergave
van het daadwerkelijke beeld.
4
NL
63
Uurweergavescherm
Weergave van de beelden op het
gehele scherm
Voor weergave van een diavoorstelling van
de huidige beelden op het gehele scherm,
klik op de -toets.
• Om beelden van een bepaald jaar of maand
weer te geven, klik op de betreffende
periode links op het scherm.
3 Weergave van afzonderlijke
beelden
Op het uurweergavescherm, dubbelklik
op een miniatuur om het daadwerkelijke
beeld weer te geven in een apart venster.
• U kunt de weergegeven beelden bewerken
door op de
toolbar-toets te drukken.
NL
64
• Om de diavoorstelling weer te geven of in de
pauzestand te zetten, klik op de
-toets
linksonder op het scherm.
• Om de diavoorstelling te stoppen, klik op de
-toets linksonder op het scherm.
Andere softwarefuncties
Beelden die opgeslagen zijn op de
computer voorbereiden voor
weergave
U kunt beelden, die voorheen opgeslagen
waren op de computer, weergeven met de
software. Om weergave mogelijk te maken,
moet u de map die de beelden bevat
aanmelden als een van de "Viewed folders".
Uit het menu [File] (Bestand), kies
[Register Viewed Folders...]
(Weergavemappen aanmelden...) om het
instelmenu van "Viewed folders" voor
aanmelding af te beelden.
De "Folder to be imported" (Mappen
voor importeren) veranderen
Voor het veranderen van de "Folder to be
imported", opent u het scherm "Import
Settings" (Importinstellingen).
Voor weergave van het scherm "Import
Settings", kiest u [Image Import Settings...]
(Beeldimportinstellingen...) uit het menu
[File] (Bestand).
1
2
De camera met uw computer gebruiken
1
Kies de "Folder to be imported" uit.
• U kunt de "Folder to be imported" uit de
mappen die aangemeld zijn als "Viewed folders"
specificeren.
Verversen van de aanmeldinformatie
2
Klik op de toets [Add...] (Toevoegen...) en
specificeer daarna de map met de beelden
die geïmporteerd moet worden om deze
map als een "Viewed folder" aan te melden.
• Beelden in elke submap van de "Viewed
folders" worden ook aangemeld.
Om de aanmeldinformatie te verversen,
kies [Update Database] (Database
bijwerken) uit het menu [Tools] (Extra).
• Het verversen van de database kan enige tijd
duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of mappen in
"Viewed folders" wijzigt, is daarna weergave
daarvan met deze software niet mogelijk. In dat
geval moet u de database verversen.
Technische ondersteuning
Extra informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen
vindt u op Sony Customer Supportwebsite voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
NL
65
Uw Macintosh-computer gebruiken
U kunt de beelden naar uw computer
kopiëren.
• De bijgeleverde software is niet compatibel met
Macintosh computers.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2
of Mac OS X (v10.0 of hoger)
USB-poort: Standaard geleverd
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 49.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
NL
66
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 54.
2 Sluit de USB-kabel aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
blz. 55.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram t [DCIM] t de map
waarin de beelden die u wilt weergeven
zijn opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 59.
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde beeldbestanden zijn
opgeslagen, om dat beeldbestand te
openen.
De USB-verbinding verwijderen
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
• Loskoppelen van de USB-kabel
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" op het pictogram van "Trash" en
laat het erin vallen.
De camera is losgekoppeld van de
computer.
De camera met uw computer gebruiken
• Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
Extra informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen
vindt u op Sony Customer Supportwebsite voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
NL
67
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de
[16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen
worden afgesneden. Controleer dus voordat u
gaat afdrukken (blz. 84).
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer
(blz. 69)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibele printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibele printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software en deze vervolgens afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 73)
U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met
uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukwinkel. U kunt van tevoren een
(afdruk-)markering
aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
NL
68
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
Fase 1: De camera voorbereiden
Bereid de camera voor om deze met behulp
van een USB-kabel aan te sluiten op de
printer. Als de camera is aangesloten op een
printer die wordt herkend wanneer [USBaansl.] is ingesteld op [Autom.], is fase 1
overbodig.
Indextoets
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
MENU-toets
Regeltoets
• Wij adviseren u om batterijen met voldoende
lading of een netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) te gebruiken om te voorkomen dat
de stroom tijdens het afdrukken wegvalt.
In de indexfunctie
1
2
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
1 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
2 Druk op B op de regeltoets en
kies
3 Kies [
(Setup).
] (Setup 2) met V en kies
daarna [USB-aansl.] met v/V/B.
• Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
• Het aantal beelden dat als indexbeeld kan
worden afgedrukt verschilt, afhankelijk van de
printer.
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als de
indicator gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
2
4 Kies [PictBridge] met B/v en druk
daarna op z.
De USB-functie is nu ingesteld.
NL
69
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Sluit de
USB-aansluiting van
de camera met behulp van de
bijgeleverde USB-kabel aan op de
USB-aansluiting van de printer.
1Naar de
USBaansluiting
Fase 3: Afdrukken
Ongeacht de stand van de functieknop,
wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u
klaar bent met fase 2.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
met v/V op de regeltoets en druk
daarna op z.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
[DPOF-beeld]
USB-kabel
2Naar de USBaansluiting
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 73),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies de beelden die u wilt afdrukken
met b/B en druk daarna op z.
De
markering verschijnt op het
gekozen beeld.
2 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
indicator afgebeeld.
• Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna
op z.
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
• Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden afgebeeld.
NL
70
2 Kies de afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
3 Kies [OK] met V/B en druk daarna
op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de USB-kabel niet los terwijl de
indicator (USB-kabel niet
loskoppelen) op het scherm wordt
afgebeeld.
[Index]
indicator
Kies [Aan] om indexbeelden af te
drukken.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te
projecteren.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het
aantal van hetzelfde beeld dat u naast en
onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als
een indexbeeld wilt afdrukken.
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het
aantal beelden, niet alle beelden op één blad
passen.
Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld met v/V en volg vervolgens de
procedure vanaf stap 1.
Stilstaande beelden afdrukken
• Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
Andere beelden afdrukken
Beelden op het indexscherm
afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 69) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 70) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Kies [Annul.] om het
afdrukmenu te verlaten en ga daarna als
volgt verder.
1 Druk op
(Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies
(Afdrukken) met B en druk
daarna op z.
NL
71
4 Kies de gewenste afdrukmethode met v/V,
en druk daarna op z.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Kies het beeld dat u wilt afdrukken met
v/V/b/B en druk daarna op z om de
markering af te beelden. (Als u meerdere
beelden wilt kiezen, herhaalt u deze
procedure.) Druk daarna op MENU.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)
markering af, ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 70).
NL
72
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
daarop de beelden die u met uw camera
hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukwinkel. Als de winkel een
fotoafdrukservice heeft die gebruikmaakt
van DPOF, kunt u van tevoren een
(afdruk-)markering op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
• U kunt de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de
camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer
de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee
naar de afdrukwinkel.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
MENU-toets
Regeltoets
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een
(afdruk-)markering kunt aanbrengen op
beelden in de "Memory Stick Duo" die u
later wilt afdrukken.
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
Stilstaande beelden afdrukken
• U kunt ook de beelden met een
(afdruk-)markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibele
printer gebruiken.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
2 Druk op MENU om het menu af te
daarna op z.
Een
(afdruk-)markering wordt op
het beeld aangebracht.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een winkel
• Vraag aan de fotoafdrukwinkel welke typen
"Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken.
• Als een "Memory Stick Duo" niet door uw
fotoafdrukwinkel kan worden verwerkt, kopieert
u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander
medium, zoals een CD-R en neemt u die mee
naar de winkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie
ervan op een vaste schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
NL
73
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
1 Geef het indexscherm weer
8 Kies [OK] met B en druk daarna
op z.
De
markering wordt wit.
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk
daarna op z.
• U kunt geen
markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Kies het beeld dat u wilt markeren
met v/V/b/B en druk daarna op
z.
Een groene
markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
Groene
markering
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
NL
74
Als u het markeren wilt annuleren, kiest u
in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8
[Sluiten], en drukt u daarna op z.
Kies de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk daarna op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in deze map] in stap 4 en druk
daarna op z. Kies [Uit] en druk daarna op
z.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
1 Controleer de punten op bladzijde 76 t/m 86.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie
blz. 87.
2 Haal de batterijen eruit, plaats deze na ongeveer een minuut terug en
schakel de camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 48).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren geeft u automatisch toestemming om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren.
Problemen oplossen
NL
75
Batterijen en stroomvoorziening
De batterij-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende
batterijlading wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt (blz. 94).
• Bij gebruik van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery verschilt de afgebeelde
resterende tijdsduur van de werkelijke tijdsduur.
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Als bij gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen de polen van de batterijen of de
aansluitpunten in het batterijvak vuil zijn kunnen de batterijen niet voldoende worden
opgeladen. Maak ze schoon met een wattenstaafje of iets dergelijks (blz. 93).
• Bij gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen verschilt de afgebeelde resterende tijdsduur
van de werkelijke tijdsduur als gevolg van het geheugeneffect (blz. 93), enz. Verbruik de
batterijlading volledig en laad daarna de batterijen volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur
juist is.
• De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe.
De batterijen lopen te snel leeg.
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 92).
• De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe.
• Laad de nikkel-metaalhydridebatterijen voor gebruik voldoende op.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de batterijen op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Sluit de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) op de juiste manier aan.
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeglopen. Schakel de
camera weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
NL
76
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (blz. 19).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo" (blz. 20). Als deze vol is, doet u het volgende:
– Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de functieknop op
wanneer u stilstaande beelden opneemt.
• Zet de functieknop op
wanneer u bewegende beelden opneemt.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 20 en 90).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• Zet de functieknop in een andere stand dan
(blz. 23).
Problemen oplossen
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 16). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder
van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 12 cm voor groothoek
(W) of 50 cm voor telefoto (T).
•
(Landschapsfunctie) of (Schemerfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie bij het
opnemen van stilstaande beelden.
• Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 29.
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 42).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
NL
77
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 42).
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [6M] of [3:2].
– U in de Multi Burst-functie opneemt.
– U bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitsfunctie is ingesteld op
(niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 30).
–
(Hoge gevoeligheidsfunctie) of (Schemerfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie,
of
is gekozen.
• Stel de flitsfunctie in op
(sneeuwfunctie),
scènekeuzefunctie.
(altijd flitsen) om stilstaande beelden op te nemen wanneer
(strandfunctie) of
(landschapsfunctie) is gekozen in de
Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
• Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen.
Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 27).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst") of stel de belichting in (blz. 27).
• Schakel het scherm in (blz. 19).
Het beeld is te licht.
• U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de
belichting (blz. 27).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de beeldeffect-functie (blz. 32).
NL
78
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 43).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Het beeld gezien door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk
opneembare bereik.
• Het fenomeen van de parallax treedt op als het onderwerp dicht bij de camera is. Om te
controleren tot welke afstand een opname nog mogelijk is moet u het LCD-scherm gebruiken.
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
• Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst").
Problemen oplossen
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in
"Lees dit eerst").
• De batterijen zijn zwak. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Beelden bekijken
Raadpleeg "Computers" (blz. 80) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Zet de functieknop op
(blz. 23).
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 61).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 59 en 67).
NL
79
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Tijdens de weergave van bewegende beelden kunnen de kleuren ongelijkmatig
zijn.
• Dit is normaal. De opgenomen beelden worden hierdoor niet aangetast.
Beelden wissen/bewerken
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 36).
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden
beveiligt (blz. 35) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK zet (blz. 90) om per ongeluk wissen te voorkomen.
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
• De DPOF (Afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Annuleer de beveiliging (blz. 36).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 52 voor Windows en blz. 66 voor
Macintosh.
NL
80
Uw computer herkent uw camera niet.
• Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• Als de batterijlading laag is, vervangt u deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"), of u maakt gebruik van een
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 14).
• Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 55).
• Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera en sluit deze daarna weer
stevig aan. Controleer of "USB-functie Mass Storage" wordt afgebeeld (blz. 55).
• Stel in het
(Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 49).
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USBaansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 55).
• De bijgeleverde software is niet geïnstalleerd. Installeer de bijgeleverde software (blz. 53).
• De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera met de USB-kabel op de
computer hebt aangesloten voordat u de bijgeleverde software hebt geïnstalleerd. Wis het
foutief herkende apparaat van de computer en installeer de bijgeleverde software (zie het
volgende punt).
Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de
computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar
aansluit.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
Problemen oplossen
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• Op een computer die op Windows Me draait, klikt u op het tabblad [Device Manager].
Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de bijgeleverde software (blz. 53).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Sluit de camera met behulp van de bijgeleverde USB-kabel op de juiste wijze aan op de
computer (blz. 55).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 55 en 66).
• Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer,
kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een
"Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 46).
NL
81
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start de bijgeleverde software
niet automatisch op.
• Start de "Media Check Tool" (Media-controlehulpprogramma) (blz. 62) op.
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 55).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Bij gebruik van de bijgeleverde software raadpleeg de on-line Help-functie.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en
geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 54).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(blz. 59).
• Bedien op de juiste wijze (blz. 61).
Beelden worden met de bijgeleverde software niet op de juiste wijze
weergegeven.
• Zorg ervoor dat de map met beelden is aangemeld in "Viewed folders". Als weergave van de
beelden niet mogelijk is, ook al is de map aangemeld in "Viewed folders", moet u de database
verversen (blz. 65).
U kunt de beelden, die u met de bijgeleverde software geïmporteerd hebt, niet
terugvinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstelling verandert hebt, moet u "De "Folder to be imported" (Mappen
voor importeren) veranderen" op blz. 65 raadplegen en nakijken welke map bij het importeren
in gebruik is.
U wilt de "Folder to be imported" veranderen.
• Open het scherm "Import Settings" om "Folder to be imported" te veranderen. U kunt een
andere map specificeren, nadat u deze met behulp van de software aangemeld heeft in
"Viewed folders" (blz. 65).
NL
82
Alle geïmporteerde beelden worden met de datum 1 Januari weergegeven op
de kalender.
• Op de camera is de datum nog niet ingesteld. Stel de datum op de camera in.
"Memory Stick Duo"
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
• De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 20) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl
het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
Problemen oplossen
• Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet
meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten
(blz. 90).
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick" gleuf.
• Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen.
Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op
te nemen met de betreffende fabrikanten.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer
op elkaar aan (blz. 54 t/m 55). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
NL
83
Intern geheugen
De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen
zijn opgeslagen, niet weergeven.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar
een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd.
• De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 45) om het
interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd.
Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet
kopiëren "Memory Stick Duo".
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Afdrukken
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
• Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op
[16:9(HDTV)], kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn.
• Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en
afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
NL
84
PictBridge-compatibele printer
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel in het
(Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 49).
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op
de printer, moet u de gebruikshandleiding van de printer raadplegen.
Kan geen beelden afdrukken.
• Controleer of de camera en de printer op de juiste wijze met behulp van de USB-kabel zijn
aangesloten.
• Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de
printer.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt
afdrukken, koppelt u de USB-kabel los, schakelt u de printer uit en daarna weer in, en sluit u
vervolgens de USB-kabel weer aan.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
• Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
(USB-kabel niet loskoppelen)
Problemen oplossen
• U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de indicator
uitging.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 71).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
NL
85
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is
veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 71) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Overige
De camera werkt niet.
• Gebruik het type batterijen dat voor deze camera geschikt is (blz. 92).
• De batterijen zijn bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Vervang deze door nieuwe
batterijen of opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Haal de batterijen eruit, plaats deze
na ongeveer een minuut terug, en schakel de camera in.
Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet.
• Zie blz. 15.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 94).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst") of gebruik de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd).
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
NL
86
Foutcodes en meldingen
Zelfdiagnosefunctie
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
Meldingen
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
Schakel uit en weer in
• Door een probleem met de lens is een
storing opgetreden.
E
• De batterijen zijn zwak. Vervang deze
door nieuwe batterijen of opgeladen
nikkel-metaalhydridebatterijen
(t stap 1 in "Lees dit eerst").
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
batterijen, kan de indicator knipperen
ondanks dat nog 5 of 10 minuten
gebruiksduur van de batterijen resteert.
C:13:ss
• De camera kan geen gegevens lezen
E:61:ss
E:91:ss
E:92:ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Stel alle instellingen terug op
de standaardinstellingen van de camera
(blz. 48) en schakel deze daarna weer
in.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van intern geheugen
Problemen oplossen
vanaf of schrijven op de "Memory Stick
Duo". Schakel de camera uit en daarna
weer in en plaats de "Memory Stick
Duo" meerdere keren opnieuw.
• Het ingebouwde geheugen heeft een
formatteringsfout begaan, of een nietgeformatteerde "Memory Stick Duo" is
geplaatst. Formatteer het ingebouwde
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(blz. 45 en 46).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in deze camera worden gebruikt, of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 90).
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste wijze.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 90).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• De aansluitpunten van de "Memory
Stick Duo" zijn vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 90).
NL
87
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(blz. 45 en 46).
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt een "Memory Stick Duo"
met een schrijfbeveiligingsschakelaar
terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat. Zet de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen (blz. 90).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer aanmaken.
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 47).
Bestandsfout
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Wis overbodige beelden of bestanden
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Tijdens weergave van het beeld is er een
fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (blz. 36).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om te knippen (korter dan
ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 61).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Kies een andere map of
maak een andere map (blz. 46).
NL
88
Ongeldige bediening
• U probeert een bestand weer te geven
dat niet compatibel is met deze camera.
(Trillingswaarschuwingindicator)
• Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier
vast.
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO
Duo". Plaats een "Memory Stick PRO
Duo" of stel het beeldformaat in op een
ander formaat dan [640(Fijn)].
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
• Het is mogelijk dat de
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze
weer aan. Bij het verschijnen van een
foutmelding op de printer, moet u de
gebruikshandleiding van de printer
raadplegen.
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de USB-kabel
niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
Problemen oplossen
Geen afdrukbaar beeld
• U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder één DPOF (afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
• U probeerde [Alle in deze map] uit te
voeren terwijl een map was gekozen
waarin uitsluitend bewegende beelden
zitten. U kunt bewegende beelden niet
afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
NL
89
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
"Memory Stick"-type
Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
MagicGate Memory Stick
—
MagicGate Memory Stick
Duo
a*1
*1*2
Memory Stick PRO
—
Memory Stick PRO Duo
a*1*2*3
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van versleutelingstechnologie. Opnemen/
weergeven van gegevens waarbij MagicGate
functies zijn vereist, kan niet met deze camera
worden uitgevoerd.
*2 Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*3
640(Fijn) Bewegende beelden kunnen worden
opgenomen op beeldformaat.
• Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick Duo" die op een computer is
geformatteerd niet garanderen in deze camera.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
NL
90
Opmerkingen over het gebruik van
een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK hebt gezet.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar Ruimte voor
aantekeningen
Sommige "Memory Stick Duo" hebben
geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Bij een
"Memory Stick Duo" voorzien van een
schrijfbeveiligingsschakelaar, kan de stand
en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar verschillend
zijn, afhankelijk van de "Memory Stick
Duo".
• De "Memory Stick Duo" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt gehaald of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Druk niet hard wanneer u in het
aantekeningenvak schrijft.
• Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo"
zelf of op de Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitingen van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet
vallen.
• Demonteer of transformeer de "Memory Stick
Duo" niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen
het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze
per ongeluk inslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Opmerkingen over de Memory Stick
Duo-adapter (niet bijgeleverd)
Overige
• Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory
Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat steekt zonder gebruik te
maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan
het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het
apparaat te halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed
op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken, en steek deze
daarna er helemaal in. In de verkeerde richting
insteken kan tot een defect leiden.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo", die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken, in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
moet u er goed opletten dat de Memory Stick
Duo-adapter in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
• Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
NL
91
Over de batterijen
Batterijen die wel en niet met deze camera gebruikt kunnen worden
Batterijtype
bijgeleverd
ondersteund
oplaadbaar
Alkalinebatterijen, type R6 (AA-formaat)
a
a
—
Nikkel-metaalhydridebatterijen, type HR 15/51:HR6
(AA-formaat)*
—
a
a
Oxy Nickel Primary Battery, type ZR6 (AA-formaat)
—
a
—
Mangaanbatterijen**
—
—
—
Lithiumbatterijen**
—
—
—
Nikkel-cadmiumbatterijen**
—
—
—
* Dubbelpak NH-AA-2DB, enz.
** Als u bovenvermeld type batterijen gebruikt, kan vanwege de eigenschappen van deze batterijen, zoals
een spanningsdip van de batterijen, de volledige functionaliteit van de camera niet worden
gegarandeerd.
Over alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery
• Alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery kunnen niet opgeladen worden.
• Alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery hebben een kortere gebruiksduur in vergelijking met de
nikkel-metaalhydridebatterijen. Daarom kan de stroomvoorziening wegvallen ondanks dat de batterijrestladingsindicator aangeeft dat de batterijen nog voldoende lading hebben.
• De prestaties van de batterijen verschilt sterk afhankelijk van de fabrikant en het type van de batterijen,
waardoor in sommige gevallen de levensduur van de batterijen bijzonder kort kan zijn. Dit is met name het
geval bij lage omgevingstemperaturen en het kan onmogelijk zijn op te nemen bij temperaturen lager dan
5°C.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd.
• Bij gebruik van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery wordt door de batterij-restladingsindicator
niet de juiste informatie weergegeven.
• Als gevolg van de eigenschappen van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery is er een groot
verschil tussen de beschikbare opnameduur en de beschikbare weergaveduur. Daarom kan de camera
worden uitgeschakeld, terwijl de lens is uitgeschoven, wanneer u de functieknop draait. Vervang in dat
geval de batterijen door nieuwe. Door gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen bent u in staat om
gedurende een langere tijd opnamen te maken.
NL
92
Nikkel-metaalhydridebatterijen
• Trek de buitenbekleding niet los en beschadig de batterijen niet. Gebruik nooit batterijen waarvan de
buitenbekleding gedeeltelijk of geheel is verwijderd, of batterijen die op een of andere manier zijn
gescheurd. Dergelijke batterijen kunnen lekken, exploderen of oververhit raken, waardoor brandwonden
en ander persoonlijk letsel kunnen ontstaan. Dergelijke batterijen kunnen ook de batterijlader
beschadigen.
• Zorg ervoor dat de nikkel-metaalhydridebatterijen niet samen met metalen voorwerpen gedragen of
opgeborgen worden. Metalen voorwerpen kunnen de + en – polen kortsluiten, waardoor het gevaar van
verhitting en brand bestaat.
• Als de polen van de nikkel-metaalhydridebatterijen vuil zijn, is het mogelijk dat de batterijen niet goed
worden opgeladen. Veeg ze schoon met een droge doek, enz.
• Ten tijde van de aankoop of wanneer de nikkel-metaalhydridebatterijen gedurende een lange tijd niet
gebruikt zijn, kunnen ze niet volledig worden opgeladen. Dit is een eigenschap van dit type batterijen en
geen defect. Als dit gebeurt, moet u meerdere keren de lading volledig opgebruiken en de batterijen
opnieuw opladen om het probleem te verhelpen.
• Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt voordat de bestaande lading volledig is opgebruikt, kan
de waarschuwingsindicator voor zwakke batterijen eerder dan verwacht worden afgebeeld. Dit wordt het
"geheugeneffect"* genoemd. Als dit probleem zich voordoet, kan het worden opgelost door de batterijen
alleen op te laden nadat de bestaande lading is opgebruikt.
* Het "geheugeneffect" – de situatie waarin de maximale lading van een batterij tijdelijk lager is.
• Als u de lading van de batterijen volledig wilt opgebruiken, zet u de camera in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 36) en laat u deze hierin staan totdat de lading in de batterijen volledig is
opgebruikt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd.
• Stel de batterijen niet bloot aan water. De batterijen zijn niet waterbestendig.
Overige
NL
93
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een LCDreinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen
beschadigen.
• Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden,
enz.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
NL
94
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. (In het geval van
alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery
liggen de temperaturen tussen 5°C en 40°C.) Het
maken van opnamen op extreem koude of warme
plaatsen met temperaturen die buiten het
bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
x Interne oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van
de camera voortdurend opgeladen. Indien u de
camera echter alleen voor korte perioden gebruikt,
raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dat geval
moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u
de camera gaat gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadmethode
Plaats batterijen met voldoende lading in de
camera of sluit de camera met behulp van de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) aan op
netvoeding en laat de camera gedurende 24 uur of
langer uitgeschakeld liggen.
Technische gegevens
Camera
[Stroomvoorziening, algemeen]
Voeding
[Systeem]
Beeldsysteem
7,18 mm (1/2,5 type) kleurenCCD, primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 6 183 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 6 003 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 5,1 – 15,3 mm (31 – 93 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F2,8 – 5,1
Automatische omschakeling
van ND-filter
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Scènekeuze (7 functies)
Witbalans
Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, TL-verlichting,
Gloeilampen
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie
2.21
voldoet aan JPEG, DPOFcompatibel
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium Intern geheugen (32 MB)
"Memory Stick Duo"
Flitser
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Stroomverbruik
(tijdens opnemen met ingeschakeld LCD-scherm)
1,0 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
99,9×52,0×36,8 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Ong. 181 g (inclusief twee
batterijen, polsriem, enz.)
Microfoon
Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print
Compatibel
PRINT Image Matching III
Compatibel
PictBridge
Compatibel
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Overige
Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Autom.): Ong.
0,2 m tot 7,0 m (W)/Ong. 0,5 m
tot 3,8 m (T)
Alkalinebatterijen, type R6
(AA-formaat) (2 stuks), 3 V
Nikkel-metaalhydridebatterijen,
type HR 15/51:HR6 (AAformaat) (2 stuks, niet
bijgeleverd), 2,4 V
Oxy Nickel Primary Battery,
type ZR6 (AA-formaat)
(2 stuks, niet bijgeleverd), 3 V
Netspanningsadapter, model
AC-LS5K (niet bijgeleverd),
4,2 V
USB-aansluiting mini-B
USB-verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm
5,1 cm (2,0 type) TFTaansturing
Totaal aantal beeldpunten
84 960 (354×240) beeldpunten
NL
95
Index
Index
A
Aansluiten
Beeldbestandgeheugenlocaties........... 59
Computer.......................55
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen ......... 59
Printer............................70
Beeldeffect ........................... 32
Aantal beelden/
opnameduur...................20
Beelden afdrukken in een
winkel ........................... 73
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Beelden kopiëren naar uw
computer ....................... 54
De camera vasthouden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Dia ........................................ 36
Diafragma.............................10
AE/AF-vergrendelingsindicator.........................29
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Digitale zoom ....................... 42
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit ................ 11, 30
AF-bereikzoekerframe..........28
Bestandsnaam ...................... 59
Afdrukken.............................68
Enkelbeeldfunctie..........69
Bestandsnummer.................. 49
Indexfunctie...................69
Beveiliging ........................... 35
Afdrukmarkering ..................73
Bewolkt ................................ 29
AF-functie ............................42
Burst..................................... 30
AF-verlichting ......................44
Altijd flitsen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Auto Review .........................44
Automatische instelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Automatische scherpstelling...9
Automatische uitschakelfunctie
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Belichting............................. 10
Besturingssysteem ......... 52, 66
Batterijen
Batterijrestladingsindicator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Levensduur van de
batterijen........................22
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
DPOF....................................73
Dradenkruis van de spotlichtmeting
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
E
Effectief aantal pixels ...........95
Enkel..................................... 42
Enkelbeeldafdrukfunctie ...... 69
C
EV......................................... 27
Camera ................................. 42
Extensie .......................... 59, 61
CD-ROM.............................. 53
F
Compressieverhouding......... 12
Computer ............................. 51
Aanbevolenomgeving ................ 52, 66
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven
op de camera................. 61
Beelden kopiëren .... 54, 66
Macintosh ..................... 66
B
NL
Daglicht ................................ 29
Beeldformaat........................ 11
AF-vergrendeling..................29
96
D
Software........................ 62
Windows ....................... 51
Condensvorming .................. 94
Contrast ................................ 33
Fijn ....................................... 30
Flitsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Flitsniveau ............................ 32
Fluorescerend ....................... 29
Formaat veranderen .............. 37
Formatteren .................... 45, 46
Foutcodes en meldingen ....... 87
G
Geprogrammeerd automatisch
opnemen........................ 23
H
Hoge-gevoeligheidsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
I
M
O
Indexafdrukfunctie................69
M AF .................................... 42
Onderbelichting ....................10
Indexscherm
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Macintosh-computer ............ 66
Opdelen.................................38
Aanbevolenomgeving....................... 66
Opname functie ....................30
Indicator van AFbereikzoekerframe .........28
Map ...................................... 34
Opnamemap wijzigen ...........47
Aanmaken ..................... 46
Indicator.............. zie "Scherm"
Initialiseren ...........................48
Installeren .............................53
Intern geheugen-tool.............45
"Memory Stick Duo"............ 90
Interne oplaadbare batterij ....94
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 en 4 in "Lees dit
eerst"
Interval ..................................32
ISO..................................10, 30
Aantal beelden/
opnameduur .................. 20
J
Schrijf-beveiligingsschakelaar...................... 90
JPG........................................60
Memory Stick tool ............... 46
Menu .................................... 25
Kleur .....................................11
Onderdelen.................... 26
Klokinstel..............................50
Opnamestand ................ 27
Kopiëren................................47
Lamplicht ..............................29
Landschapsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Langzame synchro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Lichtmeetfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Lichtmeting met meerdere
patronen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Weergeven..................... 34
Menu voor opnemen ............ 27
Menu voor weergeven .......... 34
Stilstaand beeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Optische zoom ......................42
Overbelichting ......................10
P
Parallax .................................79
PC ....................zie "Computer"
PFX.......................................32
PictBridge .......................49, 69
Pieptoon ................................48
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Midden-AF........................... 28
Mode .................................... 30
Monitor................................. 42
Monochroom ........................ 32
Pixel ......................................11
Plaats van de onderdelen ......13
MPG ..................................... 60
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Multi AF............................... 28
Precisie-digitale-zoom ..........42
Multi Burst ........................... 30
Problemen oplossen..............75
Multipoint-AF ...................... 28
PTP .......................................49
N
Q
Netspanningsadapter ............ 14
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Index
LCD-scherm ....... zie "Scherm"
Bewegende beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Mass Storage ........................ 49
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
L
Opnamestand
Wijzigen ........................ 47
Intern geheugen ....................21
K
Opnamemap maken ..............46
Quick Review
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
NR lange-sluitertijd.............. 16
NL
97
R
Spot-lichtmeting
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Reiniging ..............................94
Standaard ............................. 30
Bewegende beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Roteren .................................38
Strandfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
S
S AF......................................42
Scènekeuzefunctie ................24
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Schemer-portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Indicator ........................15
Scherpstellen ....................9, 28
Scherpte ................................33
Schrijf-beveiligingsschakelaar ......................90
Sepia .....................................32
Setup.........................33, 40, 41
Camera ..........................42
Intern geheugen-tool .....45
Memory Stick tool.........46
Setup 1...........................48
Setup 2...........................49
Setup 1 ..................................48
Setup 2 ..................................49
Slimme-zoomfunctie ............42
Sluitertijd ..............................10
Sneeuwfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Software................................62
Aanbevolenomgeving....................... 52
Taal....................................... 48
Technische gegevens............ 95
Het weergavescherm
veranderen .....................19
NL
Windows-computer .............. 51
T
Schemerfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Scherm
98
Weergeven
Rechtstreeks afdrukken ........69
Tot halverwege indrukken...... 9
Trimmen............................... 40
U
USB-aansluiting................... 49
USB-kabel...................... 55, 70
V
Vermindering van het rodeogeneffect ..................... 43
Verzadiging .......................... 32
VGA
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Volume
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Voorzorgsmaatregelen.......... 94
W
Wazige beelden ...................... 9
WB ....................................... 29
Weergave........zie "Weergeven"
Weergaven/bewerken ........... 23
Weergavezoom
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Wissen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Witbalans.............................. 29
Z
Zachte-klikfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zelfdiagnosefunctie .............. 87
Zelfontspanner
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Z-W ......................................32
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• "Memory Stick",
•
•
•
•
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
, "MagicGate"
zijn handelsmerken van
Duo",
en
Sony Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de V.S. en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
NL
99