18
Bedieningstips
de luchtinlaat en de luchtuitlaat in de modus
KOELEN in een binnenomgeving met een relatief
hoge luchtvochtigheid.
• Er kan witte damp ontstaan door vocht dat vrij
komt tijdens het ontdooien als de airconditioner
opnieuw start in de stand VERWARMEN na het
ontdooien.
4.Weiniglawaaivandeairconditioner.
• U kunt een sissend geluid horen als de
compressor loopt of net is gestopt. Dit is het
geluid van het koelmiddel dat stroomt of stopt.
• U kunt ook een laag piepgeluid horen als de
compressor loopt of net is gestopt. Dit komt
door het uitzetten bij warmte en het krimpen bij
kou van de plastic onderdelen in de unit als de
temperatuur verandert.
• U kunt een geluid horen als de spleet terugkeert
naar de oorspronkelijke positie als de stroom voor
het eerst wordt ingeschakeld.
5.Erkomtstofuitdebinnenunit
Dit is normaal als de airconditioner lang niet is
gebruikt of bij het eerste gebruik van de unit.
6.Erkomteenvreemdeluchtuitdebinnenunit
Dit wordt veroorzaakt doordat de binnenunit lucht
van bouwmateriaal, meubels of rook afgeeft.
7.Deairconditionergaatvanuitdestand
KOELENofVERWARMENnaardestandalleen
VENTILEREN.
Als de binnentemperatuur de ingestelde waarde
heeft bereikt, stopt de compressor automatisch en
gaat de airconditioner naar de stand VENTILEREN.
De compressor start weer als de binnentemperatuur
in de stand KOELEN of VERWARMEN stijgt tot het
ingestelde punt.
8.Condensatie
Bij langdurig koelen of drogen en een relatieve
luchtvochtigheid die hoger is dan 80% (met deuren
en ramen open), wordt er condenswater bij de
luchtuitlaat gevormd.
Zet de verticale spleet in de maximale hoek (tot de
vloer) en kies een hoge ventilatorsnelheid. Sluit de
deuren en ramen.
9.Verlichting of een mobiele telefoon in de buurt kan
storingen bij de unit veroorzaken.
Sluit de stroom van de unit af en sluit dan de
stroom weer aan. Druk op de toets aan/uit op de
afstandsbediening om de werking te hervatten.
10.FunctieX-ventilator
De binnenunit kan blijven lopen nadat u de unit heeft
uitgeschakeld door op de toets aan/uit te drukken.
Controleer of de functie X-ventilator is
uitgeschakeld.
Het volgende kan gebeuren tijdens normaal
gebruik:
1.Beschermingvandeairconditioner.
• Compressorbescherming
De compressor kan pas 3 minuten na
stopzetting opnieuw starten.
• Antivries
Als de unit in de stand KOELEN staat en bij
een lage omgevingstemperatuur, kan zich
rijp op de warmtewisselaar vormen. Als de
temperatuur van de binnenwarmtewisselaar
onder 0ºC daalt, stopt de compressor met
werken om de unit te beschermen.
• Ontdooien
Als de buitentemperatuur laag is en de
vochtigheidsgraad hoog, kan er zich bij het
verwarmen rijp op de buitenunit vormen. Dit
leidt tot slechte verwarming.
De airconditioner stopt dan met verwarmen
en begint automatisch met ontdooien. De
ontdooitijd kan variëren tussen 3 en
12 minuten.
Tijdens het ontdooien stoppen de
ventilatormotoren van de binnen- en
buitenunit, knippert 'H1' op het binnendisplay
en kan er damp uit de buitenunit komen. Dit
is geen storing. Als het ontdooien klaar is,
wordt het verwarmen automatisch hervat.
• Anti-koudelucht
In de stand VERWARMEN werkt de
binnenventilator niet om te voorkomen dat
er koude lucht de kamer in wordt geblazen
(binnen 5 minuten), als de warmtewisselaar
binnen geen minimumtemperatuur bereikt
onder de volgende omstandigheden:
(1) Verwarmen net gestart.
(2) Nadat het ontdooien is voltooid.
(3) Verwarmen op lage temperatuur
2.Mildeluchtstroom
In de volgende situatie blaast de binnenunit
mogelijk een milde luchtstroom uit en verdraait
de spleet naar een bepaalde positie:
(1) In de stand VERWARMEN wordt de unit
ingeschakeld en bereikt de compressor de
startconditie.
(2) In de stand VERWARMEN bereikt de
temperatuur de ingestelde waarde en loopt
de compressor ongeveer 1 minuut niet.
3.Erkomtwittedampuitdebinnenunit
• Er kan een witte damp ontstaan door
een groot temperatuurverschil tussen