43
NEDERLANDS
NL
5.3 SERVICESTAND
5.3.1 Machines met vaste maaidekophan-
ging
1. Schakel de parkeerrem in.
2. Als het maaidek is uitgerust met een elektrische
hoogte-instelling, ontkoppel dan de kabel van
de machine. Zie afb. 16.
3. Stel de maximale maaihoogte in.
4. Zie afb. 2. Ontkoppel het achterdeel van het
maaidek aan de rechter- en linkerzijde als volgt:
A. Til het linkerachterdeel van het maaidek op om
de belasting op de splitpen te verminderen.
B. Verwijder pinnen en ring.
C. Verwijder de rechtersplitpen en ring op dezelfde
manier.
5. Maak de riem als volgt los:
Park 2WD
:
Haal de riemspanner van de riem. Zie afb. 10
Park 4WD
:
Neem de hendel van de riemspanner in uw link-
erhand. Trek aan de hendel en verwijder de
riemspanner met uw rechterhand. Zie afb. 9.
Villa, Ready
:
Verwijder de riemspanner van de riem. Zie afb.
11.
6. Haal de riem van de poelie.
7. Pak het voorste deel van het maaidek vast en til
het op. Til het voorste deel op tot het maaidek
volledig verticaal staat en het achterdeel op de
grond rust. Zie afb. 20.
8. Laat het maaidek in omgekeerde volgorde zak-
ken nadat u de aanpassingen hebt uitgevoerd.
Zet het maaidek in de werkstand zoals beschre-
ven onder 3.2.
5.3.2 Machines met snelsluitingen
1. Schakel de parkeerrem in.
2. Als het maaidek is uitgerust met een elektrische
hoogte-instelling, ontkoppel dan de kabel van
de machine. Zie afb. 16.
3. Stel de maximale maaihoogte in.
4. Zie afb. 2. Ontkoppel het achterdeel van het
maaidek aan de rechter- en linkerzijde als volgt:
A. Til het linkerachterdeel van het maaidek op om
de belasting op de splitpen te verminderen.
B. Verwijder pinnen en ring.
C. Verwijder de rechtersplitpen en ring op dezelfde
manier.
5. Zet de snelsluitingen in de achterste stand. Zie
de meegeleverde afzonderlijke instructies.
6. Maak de riem als volgt los:
Park 2WD
:
Haal de riemspanner van de riem. Zie afb. 10
Park 4WD
:
Neem de hendel van de riemspanner in uw link-
erhand. Trek aan de hendel en verwijder de
riemspanner met uw rechterhand. Zie afb. 9.
Villa, Ready
:
Verwijder de riemspanner van de riem. Zie afb.
11.
7. Haal de riem van de poelie.
Controleer of de snelsluitingen in de
voorste stand staan voordat u het maai-
dek optilt. Anders loopt u het risico be-
kneld te raken.
8. Zet de snelsluitingen in de voorste stand, zie de
instructies.
9. Pak het voorste deel van het maaidek vast en til
het op. Til het voorste deel op tot het maaidek
volledig verticaal staat en het achterdeel op de
grond rust. Zie afb. 20.
10.Laat het maaidek in omgekeerde volgorde zak-
ken nadat u de aanpassingen hebt uitgevoerd. Zet
het maaidek in de werkstand zoals beschreven on-
der 3.3.
5.4 REINIGING
Reinig de onderkant van het maaidek na elk ge-
bruik.
Zet het maaidek in de reinigingsstand.
Reinig de onderkant van het maaidek grondig. Ge-
bruik water en een borstel.
Herstel lakbeschadigingen wanneer de oppervlak-
ken volledig droog een schoon zijn. Gebruik duur-
zame gele verf die geschikt is voor gebruik
buitenshuis en op metaal.
5.5 MESSEN
5.5.1 Veiligheid
Om de kans op verwondingen bij een botsing te
verminderen en belangrijke onderdelen in het
maaidek te beschermen zijn de volgende nood-
voorzieningen aangebracht.
• Bouten tussen messen en mesblad.
• Draaibegrenzing tussen tandwielen en mesas.
• Mogelijkheid tot aflopen van aandrijfriem op de
plastic tandwielen.
5.5.2 Messen vervangen
Draag bij het verwisselen van messen
werkhandschoenen om te voorkomen
dat u zich snijdt.
Controleer altijd of de messen scherp zijn. Dan
krijgt u het beste maairesultaat. De messen moeten
jaarlijks worden vervangen.
Controleer de messen altijd als deze ergens tegen
hebben gestoten. Als de messen zijn beschadigd,
moeten de beschadigde onderdelen worden ver-
vangen.