17
NEDERLANDS
NL
1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Dit symbool verwijst naar een WAAR-
SCHUWING. Als de instructies niet
nauwkeurig worden opgevolgd, kan dit
tot ernstig persoonlijk letsel en/of mate-
riële schade leiden.
Voordat u de machine in gebruik
neemt, moet u de gebruiksaanwijzing
en de veiligheidsvoorschriften zorgvul-
dig doornemen.
• Lees deze instructies zorgvuldig door. Zorg dat
u bekend bent met de werking van alle bedie-
ningsmechanismen en het juiste gebruik van de
eenheid.
• Lees de veiligheidsvoorschriften die in een af-
zonderlijk boek met de machine zijn meegele-
verd, zorgvuldig door.
• Zorg dat er zich tijdens de montage niemand
tussen de accessoires en de machine bevindt.
• De bestuurder en assistent moeten tijdens de
montage altijd in oogcontact met elkaar staan.
• Een accessoire mag nooit worden gebruikt als
het mechanische schade of olielekkage ver-
toont.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van hydrau-
lische slangen. Controleer vóór aansluiting of
de druk van het hydraulische systeem is wegge-
nomen. Gevaar voor een zeer schadelijke olie-
nevel als het systeem onder druk staat. Dit kan
resulteren in oogletsel.
2 BESCHRIJVING
Het accessoire is bedoeld voor gebruik op Titan-
machines van GGP.
Het accessoire kan hoger of lager worden gezet en
vooruit en achteruit worden gekanteld met de hy-
draulische systemen die vanaf de bestuurder-
splaats worden bediend.
Het accessoire weegt 54 kg.
In afb. 1-3 zijn de afmetingen van de verschillende
hoeken aangegeven.
3 MONTAGE
3.1 Mechanische aansluiting
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de ma-
chine.
1. Breng de werktuiglift omlaag en rijd de machi-
ne langzaam en recht naar het accessoire. Con-
troleer de uitlijning via het kijkrooster in de
vloer van de machine.
2. Zorg dat de pennen van de werktuiglift met de
gaten in het accessoire overeenkomen en breng
de werktuiglift vervolgens tot de transportstand
omhoog.
3. Laat de werktuiglift zakken tot het accessoire
de grond raakt maar de pennen in de gaten blij-
ven zitten.
4. Breng de werktuiglift vervolgens zo ver om-
hoog dat het accessoire zich net boven de grond
bevindt.
5. Zie afb. 4. Bevestig de borgpennen. In het na-
volgende is alleen de procedure voor de linker
borgpen beschreven. De rechter borgpen wordt
op gespiegelde wijze aangebracht.
A. Plaats de borgpen vanaf de buitenzijde.
B. Druk de borgpen omlaag over de hefbalk.
3.2 Hydraulische slangen aanslui-
ten
Controleer of de druk van het hydrauli-
sche systeem is weggenomen alvorens
de hydraulische slangen aan te sluiten.
Gevaar voor een zeer schadelijke olie-
nevel als het systeem onder druk staat.
Controleer vóór aansluiting of alle kop-
pelingen schoon zijn. Verontreinigingen
in de hydraulische olie kunnen het hy-
draulische systeem ernstig beschadi-
gen.
Neem de eventuele overdruk in het hydraulische
systeem van de machine weg door alle hydrauli-
sche hendels verscheidene keren naar voor en ach-
ter te bewegen terwijl de motor uit staat.
Zie afb 5. Reinig alle koppelingen die moeten wor-
den aangesloten.
Verbind de hydraulische slangen met aansluiting L
op de machine. Bedien het accessoire na het aan-
sluiten aan de hand van de volgende tabel.
Gebruik Bedieningselementen
Kantelen L1, middelste hendel
Hoger of lager zet-
ten
F1, linkerhendel