38
NEDERLANDS
NL
A. Til het linkerachterdeel van het maaidek op
om de belasting op de splitpen te verminde-
ren.
B. Verwijder pinnen en ring.
C. Verwijder de rechtersplitpen en ring op de-
zelfde manier.
5. Maak de riem als volgt los:
Park 2WD
:
Haal de riemspanner van de riem. Zie afb. 10
Park 4WD
:
Neem de hendel van de riemspanner in uw link-
erhand. Trek aan de hendel en verwijder de
riemspanner met uw rechterhand. Zie afb. 9.
6 Persoon 1 - Hef het dek aan de voorzijde totdat
de riem losgaat en houd het dek in die positie.
7. Persoon 2 - Haal de riem van de poelie.
8. Pak het voorste deel van het maaidek vast en til
het op. Til het voorste deel op tot het maaidek
volledig verticaal staat en het achterdeel op de
grond rust. Zie afb. 14.
9. Laat het maaidek in omgekeerde volgorde zak-
ken nadat u de aanpassingen hebt uitgevoerd.
Zet het maaidek in de werkstand zoals beschre-
ven onder 3.1.
5.3.2 Machines met snelsluitingen
Voorbeeld van snelsluitingen, zie afb. 8.
1. Schakel de parkeerrem in.
2. Als het maaidek is uitgerust met een elektrische
hoogte-instelling, ontkoppel dan de kabel van
de machine. Zie afb. 16.
3. Stel de maximale maaihoogte in.
4. Zie afb. 2. Ontkoppel het achterdeel van het
maaidek aan de rechter- en linkerzijde als volgt:
A. Til het linkerachterdeel van het maaidek op
om de belasting op de splitpen te verminde-
ren.
B. Verwijder pinnen en ring.
C. Verwijder de rechtersplitpen en ring op de-
zelfde manier.
5. Zet de snelsluitingen in de achterste stand. Zie
de meegeleverde afzonderlijke instructies.
6. Maak de riem als volgt los.
Park 4WD
:
Neem de hendel van de riemspanner in uw link-
erhand. Trek aan de hendel en verwijder de
riemspanner met uw rechterhand. Zie afb. 9.
Park 2WD
:
Haal de riemspanner van de riem. Zie afb. 10
7. Haal de riem van de poelie de machine.
Controleer of de snelsluitingen in de
voorste stand staan voordat u het maai-
dek optilt. Anders loopt u het risico be-
kneld te raken.
8. Zet de snelsluitingen in de voorste stand, zie de
instructies.
9. Pak het voorste deel van het maaidek vast en til
het op. Til het voorste deel op tot het maaidek
volledig verticaal staat en het achterdeel op de
grond rust. Zie afb. 20.
10.Laat het maaidek in omgekeerde volgorde zak-
ken nadat u de aanpassingen hebt uitgevoerd.
Zet het maaidek in de werkstand zoals beschre-
ven onder 3.2.
5.4 REINIGING
Reinig de onderkant van het maaidek na elk ge-
bruik.
Zet het maaidek in de reinigingsstand.
Reinig de onderkant van het maaidek grondig. Ge-
bruik water en een borstel.
Herstel lakbeschadigingen wanneer de oppervlak-
ken volledig droog een schoon zijn. Gebruik duur-
zame gele verf die geschikt is voor gebruik
buitenshuis en op metaal.
5.5 WIELEN
110/125 Combi Pro is uitgerust met twee zelfsme-
rende verticale aandrijfassen (15:O).
De smeergaten moeten na 50 werkuren worden ge-
smeerd met universeel vet.
5.6 MESSEN VERVANGEN (16:P)
Draag bij het verwisselen van messen
werkhandschoenen om te voorkomen
dat u zich snijdt.
Controleer altijd of de messen scherp zijn. Dan
krijgt u het beste maairesultaat.
Controleer de messen altijd als deze ergens tegen
hebben gestoten. Als de messen zijn beschadigd,
moeten de beschadigde onderdelen worden ver-
vangen.
Gebruik altijd originele reserveonder-
delen. Niet-originele reserveonderdelen
kunnen verwondingen veroorzaken,
ook al passen ze in de machine.
Het mes uit één stuk wordt vervangen als de ran-
den zijn afgesleten.
Plaats het nieuwe mes met de geponste tekst naar
beneden gericht.
Aanhaalmoment: 45 Nm.
5.7 SLIJTAGEBESCHERMING
Onder het maaidek bevinden zich twee slijtagebe-
schermers ter bescherming van het maaidek. Deze
kunnen worden vervangen.