NL-4
Bedraden
▷Fase L1 en nul N niet onderling verwisselen.
▷Op de ingangen niet de verschillende fasen van
een draaistroomnet aansluiten.
▷Op de uitgangen geen spanning aansluiten.
▷Een kortsluiting aan de uitgangen stelt een van
de uitwisselbare zekeringen in werking.
▷Ingangen op klemmen 1 tot 4 en44 alleen met
24V= bedraden.
▷
24 V= spanningsvoorziening: + op klem62, -op
klem61.
▷
24 V= uitgangen op klemmen 41 en42 niet met
netspanning bedraden.
▷
Afstandsontgrendeling niet cyclisch automatisch
aansturen.
▷De veiligheidsstroomcircuit-ingangen alleen via
contacten (relaiscontacten) bedraden.
▷
Het apparaat beschikt over een uitgang voor de
ventilatoraansturing (klem58). Dit enkelpolige
contact kan met maximaal 3A worden belast.
De maximale aanloopstroom van de ventilator-
motor mag een waarde van max. 6A, beperkt
tot 1s, niet overschrijden– zo nodig een externe
veiligheidsschakelaar inbouwen.
▷
De begrenzers in het voorwaardencircuit (ver-
binding tussen alle voor het gebruik relevante
en voor de veiligheid belangrijke besturings- en
schakelinrichtingen, bijv. veiligheidstemperatuur-
begrenzer) moeten klem46 spanningsvrij scha-
kelen. Als het voorwaardencircuit onderbroken is,
knippert op het display 50 als waarschuwings-
melding en alle stuuruitgangen van de FCU zijn
spanningsvrij geschakeld.
▷Aangesloten aandrijvingen met beschermende
bedrading overeenkomstig de opgave van de
fabrikant uitvoeren. De beschermende bedrading
voorkomt hoge spanningspieken die een storing
van de FCU veroorzaken kunnen.
▷ Functies op klemmen 51, 65, 66, 67 en68 zijn
afhankelijk van parameterwaarden:
Klem Afhankelijk van parameter
51 69
65 70
66 71
67 72
68 73
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Voor het bedraden van de FCU ervoor zorgen,
dat de gele parameter-chip-card zich in de FCU
bevindt.
▷
Voor de FCU zijn schroefklemmen of veerkracht-
klemmen leverbaar:
Schroefklem, bestelnr.: 74923998,
veerkrachtklem, bestelnr.: 74924000.
Bedraden volgens het aansluitschema– zie pa-
gina6 (Aansluitschema).
▷
Goede aardleiding op de branderbesturingen en
op de branders aansluiten.
FCU..H1
▷
Alleen dubbele thermo-elementen klasse 1,
typeK NiCr-Ni, typeN NiCrSi-NiSi of typeS
Pt10Rh-Pt gebruiken.
Thermo-element Temperatuurbereik (°C)
Type K NiCr-Ni -40 tot 1000
Type N NiCrSi-NiSi -40 tot 1000
Type S Pt10Rh-Pt 0 tot 1600
▷
Parameter 22 = 1: type K dubbel thermo-element
NiCr-Ni
▷
Parameter 22 = 2: type N dubbel thermo-ele-
ment NiCrSi-NiSi
▷
Parameter 22 = 3: type S dubbel thermo-element
Pt10Rh-Pt
▷VTW:
Parameter 20 = 1: hoogtemperatuurbedrijf met
VTW. Dubbel thermo-element zo aan de koudste
zijde in de oven positioneren, dat het zeker een
overschrijding van de zelfontbrandingstempera-
tuur (>750°C) vaststellen kan.
▷VTB:
Parameter 20 = 2: maximumtemperatuurbewa-
king van VTB. Dubbel thermo-element zo aan
de warmste zijde in de oven positioneren, dat
het zeker een overschrijding van de maximaal
toelaatbare temperatuur vaststellen kan.
▷VTB en VTW:
Parameter 20 = 3: hoogtemperatuurbedrijf met
VTW en maximumtemperatuurbewaking met
VTB. Dubbel thermo-element zo in de oven
positioneren, dat het zeker een overschrijding
van de zelfontbrandingstemperatuur (>750°C)
en tevens een overschrijden van de maximaal
toelaatbare oventemperatuur vaststellen kan.
FCU..C1
▷Parameter 51 = 1: lektest voor opstarten oven.
▷Parameter 51 = 2: Aan, lektest na uitschakeling
oven, na een storingsvergrendeling of na Net Aan.
▷Parameter 51 = 3: Aan, lektest voor opstarten
oven en na uitschakeling oven.
▷Parameter 51 = 4: continu via proof-of-closure-
functie (POC).