Documenttranscriptie
Digitaler Fotodrucker
Printer voor Digitale foto's
DPP-FPHD1
DE
NL
Bedienungsanleitung
Lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme dieses Druckers bitte genau durch und
bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen sorgfältig auf.
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gebruikt, moet u deze handleiding aandachtig doorlezen.
Bewaar de handleiding voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
© 2007 Sony Corporation
3-273-243-41(1)
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de
beperkingen die zijn uiteengezet in de EMCrichtlijn voor het gebruik van een
verbindingskabel van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van dit
apparaat beïnvloeden.
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit
of elektromagnetische storing, moet u de
toepassing opnieuw starten of de
verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen
en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan.
De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC
en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart,
Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot
service of garantie kunt u het adres in de
afzonderlijke service- en garantiedocumenten
gebruiken.
2
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Geldt ook voor deze accessoires:
Afstandsbediening
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst
erop dat de meegeleverde batterij van dit product
niet als huishoudelijk afval behandeld mag
worden.
Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalbehandeling. Het
recycleren van materialen draagt bij tot het
vrijwaren van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met batterij
vereisen, dient deze batterij enkel door
gekwalificeerd servicepersoneel vervangen te
worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij op
een juiste wijze zal worden behandeld, dient het
product aan het eind van zijn levenscyclus
overhandigd te worden aan het desbetreffende
inzamelingspunt voor de recyclage van elektro-,
en elektronisch-materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar
het gedeelte hoe de batterij veilig uit het product
te verwijderen. Overhandig de batterij bij het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van
dit product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of
de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD's,
televisieprogramma's, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties is
beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik.
Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten
of toestemming hebt van de houder van de
auteursrechten om deze materialen te kopiëren,
kan gebruik van deze materialen een
overtreding van de auteursrechtwetten
betekenen en moet u wellicht
schadevergoeding betalen aan de houder van de
auteursrechten.
Als u foto's gebruikt met deze printer, moet u er
rekening mee houden dat u de
auteursrechtwetten niet overtreedt.
Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van
portretten van andere personen kan ook een
inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto's niet
toegestaan.
Reservekopieën
U kunt het beste een reservekopie van uw
gegevens opslaan om gegevensverlies door een
bedieningsfout of storing van de printer te
voorkomen.
NL
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE
OF INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT
DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF
KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT
PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN
PRODUCT.
Handelsmerken
• Cyber-shot is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Alle andere bedrijven en productnamen die
hierin worden vermeld, kunnen de
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien
worden ™ en ® niet elke keer vermeld in deze
handleiding.
• Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het
werk van de Independent JPEG Group.
3
De inhoud van de verpakking controleren
Controleer of de volgende accessoires in de
verpakking van de printer aanwezig zijn.
A/V-kabel (1)
Netspanningsadapter (AC-S2422) (1)
Componentvideokabel (1)
Netsnoer* (1)
Papierbeschermer (1)
* Het weergegeven netsnoer is alleen geschikt
voor 120 V. De vorm van de stekker en de
technische gegevens van het snoer verschillen,
afhankelijk van de regio waarin u de printer hebt
aangeschaft.
• Gebruiksaanwijzing (deze handleiding, 1)
Reinigingscartridge (1)/
Reinigingsvel (1)
Afstandsbediening (1)
Verticale standaardklemmen (2)
4
Inhoudsopgave
De inhoud van de verpakking controleren .................................................4
Mogelijkheden van deze printer ................................................................6
Onderdelen................................................................................................8
Voorbereidingen ......................................................................................11
De printset voorbereiden................................................................................. 11
Het inktlint plaatsen ......................................................................................... 13
Het printpapier plaatsen.................................................................................. 14
Aansluiten........................................................................................................ 16
Beelden weergeven op de televisie .........................................................19
Beelden afdrukken ..................................................................................20
De accu opladen .....................................................................................21
Problemen oplossen................................................................................22
Als er problemen optreden ............................................................................. 22
Als het papier vastloopt................................................................................... 26
De binnenkant van de printer reinigen............................................................ 26
Voorzorgsmaatregelen ............................................................................28
Technische gegevens ..............................................................................30
Weergavebereik voor beelden ........................................................................ 31
NL
5
Mogelijkheden van deze printer
U kunt beelden weergeven op een highdefinition-televisie en het gewenste beeld
direct afdrukken met de digitale
fotoprinter DPP-FPHD1.
Neem beelden op met de DSC-T70.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing bij de
camera en het Cyber-shot-handboek (PDF)
voor meer informatie over het gebruik van
de DSC-T70.
Opnemen
Plaatsen
Plaats de camera en de
adapterplaat op de
camera-adapter.
t pagina 19
• De adapterplaat wordt geleverd bij de
DSC-T70.
6
Weergeven
Opladen
Via de componentvideokabel (bijgeleverd)
kunt u beelden van de camera weergeven op
een high-definition-televisie. t pagina 19
Wanneer u de camera uitschakelt, kan de
camera-adapter de accu in de camera
opladen.
De camera-adapter kan de accu sneller
opladen dan de acculader die bij de camera
wordt geleverd. t pagina 21
NL
U kunt een reeks opgenomen beelden
weergeven met de gewenste effecten en
muziek (diavoorstelling). t pagina 19
f
Afdrukken
U kunt het gewenste beeld gemakkelijk afdrukken door op de PRINT-toets op de
afstandsbediening te drukken. t pagina 20
• U kunt maximaal 20 vellen printpapier per keer afdrukken.
• Met de Super Coat 2-functie wordt de duurzaamheid van afdrukken en de weerstand tegen
vocht en vingerafdrukken verhoogd, zodat uw afdrukken langer goed blijven.
7
Onderdelen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Printer
A Bevestigingsopeningen voor de
standaard (pagina 17)
F
B 1-lampje (aan/stand-by)
• Brandt rood: de printer staat stand-by.
• Brandt geelgroen: de printer is
ingeschakeld.
• Knippert geelgroen: er wordt afgedrukt. Het
lampje knippert ook als er een fout optreedt.
C ACCESS-lampje (pagina 20)
A
B
C
D
E
• Brandt: de camera is verbonden met de
printer.
• Knippert:het beeld dat moet worden
afgedrukt, is beschadigd.
D ERROR-lampje (pagina 13,26)
• Brandt: de papierlade is niet geplaatst. De
papierlade bevat geen printpapier.
Het papier wordt niet uitgevoerd.
• Knippert langzaam:het inktlint is op. Er is
geen inktlint geplaatst.
• Knippert snel: het papier is vastgelopen.
E Papierlade (pagina 14)
F Papieruitvoersleuf
• Laat het uitgevoerde papier niet in de sleuf
als er meer dan 20 vellen worden
uitgevoerd.
8
G
H
I
J
G Ventilatieopeningen
H DC IN 24V-aansluiting (pagina 16)
Sluit hierop de bijgeleverde
netspanningsadapter aan en sluit de
netspanningsadapter met het
bijgeleverde netsnoer aan op het
stopcontact.
I A/V OUT-aansluiting (pagina 17)
J COMPONENT OUT-aansluiting
(pagina 17)
K Sleuf voor inktlint (pagina 13)
M
L Uitwerphendel voor het inktlint
(pagina 13)
M Klep van de inktlinthouder (pagina 13)
K
L
Papierlade
A Klep van de papierlade (pagina 14)
NL
A
Camera-adapter
A Modelkeuzeschakelaar
A
E
Als u deze printer gebruikt, moet u de
modelkeuzeschakelaar op A zetten.
B CHARGE-lampje (pagina 21)
C HD OUTPUT-lampje
D
B
C
• Brandt als "HD(1080i)" is ingesteld op de
camera.
D Afstandsbedieningssensor
E Multi-aansluiting
9
Afstandsbediening
POpmerkingen
• Verwijder het isolatievel voordat u de
afstandsbediening gebruikt.
A
D
B
E
Isolatievel
• Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor op de camera-adapter
om de camera te bedienen.
C
F
De batterij van de afstandsbediening
vervangen
1 Terwijl u op het nokje drukt, plaatst u uw
nagel in de sleuf om de batterijhouder naar
buiten te trekken.
A SLIDE SHOW-toets (pagina 19)
B PRINT-toets (pagina 20)
C MENU-toets* (pagina 19)
2 Plaats een nieuwe batterij met de pluspool
(+) naar boven gericht.
3 Plaats de batterijhouder terug in de
afstandsbediening tot deze vastklikt.
• Hiermee wordt het instelscherm voor
diavoorstellingen weergegeven.
D 1-toets (aan/stand-by) (pagina 19)
• Als u de printer wilt inschakelen, drukt u op
1 om het 1-lampje geelgroen te laten
branden.
• Als u de printer wilt uitschakelen, drukt u
nogmaals op 1 om het 1-lampje rood te
laten branden.
E
-toets (Index)
• Druk op de
-zijde om over te schakelen
naar het indexscherm.
• Druk op de andere kant om terug te keren
naar het scherm met één beeld.
F Bedieningstoetsen (v/V/b/B/ )
• Druk op v/V/b/B om beelden te
selecteren of het weergavescherm te
wijzigen.
• Druk op
om de selectie te bevestigen.
* Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing bij de camera
en het Cyber-shot-handboek voor meer
informatie.
10
Nokje
Let op
Als de batterij wordt vervangen door een verkeerd
type batterij, bestaat er kans op ontploffing.
Gooi gebruikte batterijen weg volgens de
daarvoor geldende instructies.
WAARSCHUWING
Bij onjuist gebruik kan de batterij ontploffen.
Probeer de batterij niet op te laden of te openen.
Gooi de batterij ook niet in het vuur.
• Naarmate de lithiumbatterij zwakker wordt, kan
de bedieningsafstand van de afstandsbediening
afnemen of functioneert de afstandsbediening
wellicht niet meer correct. In dat geval moet u
de batterij vervangen door een CR2025lithiumbatterij van Sony. Als u een andere
batterij gebruikt, kan dit brand of een
ontploffing tot gevolg hebben.
Voorbereidingen
De printset voorbereiden
Formaat van printpapier
Het formaat van het printpapier van
Postcard-formaat is als volgt:
• Postcard-formaat (10 × 15 cm)
(101,6 × 152,4 mm)
(het maximumformaat voor afdrukken
zonder rand)
Optionele printsets
U kunt de volgende optionele printset voor
de printer gebruiken:
Printset van Postcard-formaat
SVM-F40P
• 40 vellen printpapier van het formaat
10 × 15 cm (pak van 20 vellen × 2)
• Inktlint voor 40 afdrukken
SVM-F120P
• 120 vellen printpapier van het formaat
10 × 15 cm (pak van 20 vellen × 6)
• 3 inktlinten voor elk 40 afdrukken
POpmerkingen over het aantal vellen
• Met een inktlint kunt u in totaal 40 vellen
printpapier afdrukken, dus 2 pakken met 20
vellen printpapier.
• Wanneer u het printpapier invoert, moet u ervoor
zorgen dat u niet meer dan 20 vellen papier in de
papierlade plaatst. Als de 2 pakken met 20
vellen printpapier op zijn, moet het inktlint ook
op zijn.
Naar de papierlade
POpmerkingen over het gebruik van
printsets
• Gebruik altijd alleen de printset die voor
deze printer is ontworpen. Als u andere typen
printsets gebruikt, kunt u wellicht niet
afdrukken of kan er een storing optreden.
• De onbedrukte zijde van het papier is de
afdrukzijde. Als er stof en vingerafdrukken op
de afdrukzijde terechtkomen, kan dit afdrukken
van mindere kwaliteit tot gevolg hebben. Let op
dat u de afdrukzijde niet aanraakt.
• Buig het papier niet en scheur het papier niet
af bij de perforaties voordat u afdrukt.
• Druk niet af op gebruikte vellen printpapier
en probeer het inktlint in de houder niet
terug te spoelen. Als u dit wel doet, kan de
printer worden beschadigd.
POpmerkingen over het bewaren van
printsets
(voor kwaliteitsafdrukken)
• Als u een gedeeltelijk gebruikte printset (inktlint
en printpapier) langere tijd wilt opbergen, moet
u de printset terugplaatsen in de oorspronkelijke
verpakking of een vergelijkbare verpakking.
• Plaats de printset niet op een plaats waar deze
wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge
luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof
of direct zonlicht.
• Gebruik de printset binnen twee jaar na de
productiedatum.
POpmerking over het bewaren van
afdrukken
• Gebruik geen plakband of gum op de afdrukken.
Laat de afdrukken ook niet onder plastic
bureauleggers liggen.
NL
20 vellen printpapier
Inktlint voor 40
afdrukken
20 vellen printpapier
POpmerking
Niet alle modellen zijn in alle landen of
regio's verkrijgbaar.
11
Over het afdrukproces
De printer is een dye-sublimation printer
die afdrukt met behulp van een inktlint.
Zoals in de onderstaande afbeelding wordt
weergegeven, bestaat het inktlint uit drie
gekleurde panelen (geel, magenta en cyaan)
en één doorzichtig lamineerpaneel voor de
deklaag.
Als het afdrukken begint, wordt de
thermische printkop warm terwijl deze over
het inktlint beweegt, waardoor de
kleurstoffen verdampen en in het oppervlak
van het printpapier dringen. Nadat geel,
magenta en cyaan op het printpapier zijn
aangebracht, wordt tijdens de laatste cyclus
de lamineerlaag aangebracht, waardoor het
afdrukoppervlak wordt beschermd. Deze
afdrukcyclus met vier panelen is vereist
voor elke afdruk.
Een inktlint bestaat uit 40 sets van vier
panelen. Nadat u 40 vellen printpapier hebt
afgedrukt, is het inktlint op.
Afdrukproces
Tot het afdrukken is voltooid, worden de lagen
voor geel, magenta en cyaan en de doorzichtige
lamineerlaag als volgt verwerkt:
De richting waarin de inktlaag
beweegt in het inktlint
Lamineerlaag
Cyaan
Magenta
Geel
Printpapier
12
POpmerkingen
• Tijdens het afdrukken beweegt het printpapier
heen en weer langs de thermische kop van de
printer, waardoor het printpapier een aantal
keren gedeeltelijk wordt uitgevoerd in de
voorste en achterste papieruitvoer.
• Nadat de laatste cyclus met de lamineerlaag is
voltooid, wordt het printpapier uitgevoerd uit de
papieruitvoerlade.
Het inktlint plaatsen
Het inktlint verwijderen
1 Trek de klep van de inktlinthouder
Als het inktlint op is, knippert het ERRORlampje langzaam. Open de klep van de
inktlinthouder, duw de uitwerphendel
omhoog en verwijder het gebruikte inktlint.
open.
Uitwerphendel
NL
2 Plaats het inktlint in de richting
van de pijl tot dit vastklikt.
POpmerkingen
• Gebruik het inktlint uit dezelfde verpakking als
het printpapier.
• Raak het inktlint niet aan en leg het inktlint niet
op een stoffige plaats. Vingerafdrukken of stof
op het inktlint kunnen afdrukken van mindere
kwaliteit tot gevolg hebben.
Inktlint
3 Sluit de klep van de
inktlinthouder.
13
• Steek uw hand nooit in de inktlinthouder. De
thermische kop wordt erg heet, vooral na
herhaaldelijk afdrukken.
• Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen
teruggespoeld inktlint om af te drukken. Als u
dit wel doet, kunnen de gewenste
afdrukresultaten niet worden verkregen of kan
zelfs een storing optreden.
• Als het inktlint niet vastklikt, moet u dit
verwijderen en opnieuw plaatsen. Als het
inktlint te slap hangt om het te kunnen plaatsen,
moet u het inktlint terugdraaien in de richting
van de pijl, zodat het inktlint weer strak staat.
Het printpapier plaatsen
1 Open de papierlade.
2 Zet de klep van de papierlade
omhoog.
• Verwijder het inktlint niet tijdens het afdrukken.
14
3 Plaats het printpapier in de lade.
4 Verwijder het beschermvel.
U kunt maximaal 20 vellen printpapier
plaatsen.
Waaier het printpapier goed los. Plaats het
printpapier in de lade. Het beschermvel moet
boven op de stapel liggen.
Als er geen beschermvel voor het papier is:
Waaier het printpapier goed los. Plaats het
printpapier met de afdrukzijde (de onbedrukte
zijde) naar boven.
5 Sluit de klep van de papierlade.
Afdrukzijde
Papierinvoerrichting
NL
• Plaats het printpapier in de
papierinvoerrichting met de achterzijde van
het papier met het SONY-logo naar beneden
gericht.
De achterzijde van het
printpapier
POpmerking
Raak de afdrukzijde niet aan.
Vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen
afdrukken van mindere kwaliteit tot gevolg
hebben.
15
6 Plaats de papierlade in de printer.
Schuif de papierlade recht en zo ver mogelijk
in de printer.
Aansluiten
1 Sluit de stekker van de
netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC IN 24Vaansluiting van de printer.
2 Sluit de ene stekker van het
POpmerkingen
• Verwijder de papierlade niet tijdens het
afdrukken.
• Houd rekening met de volgende punten voordat
u begint met afdrukken om te voorkomen dat het
papier vastloopt of er storingen in de printer
optreden:
– Schrijf of typ niet op het printpapier. Gebruik
een pen met inkt op oliebasis om na het
afdrukken op het papier te schrijven. U kunt
niet op het printpapier afdrukken met een
inkjetprinter, enzovoort.
– Plak geen stickers of postzegels op het
printpapier.
– Houd het printpapier niet vast en buig het niet.
– Het totale aantal vellen is niet groter dan 20
vellen.
– Druk niet af op gebruikt printpapier. Als u
twee keer op hetzelfde papier afdrukt, wordt
het beeld niet dikker afgedrukt.
– Gebruik alleen het printpapier voor deze
printer.
– Gebruik geen papier dat niet afgedrukt uit de
printer komt.
POpmerking over het bewaren van het
printpapier
• U moet het papier niet langdurig opbergen met
de afdrukzijden tegen elkaar aan of in contact
met producten van rubber of plastic met
vinylchloride of plastificeermiddel. Als u dit wel
doet, kunnen de kleuren van de afdruk
veranderen en kan de kwaliteit van het
afgedrukte beeld afnemen.
16
netsnoer aan op de bijgeleverde
netspanningsadapter en de
andere stekker van het netsnoer
op een stopcontact in de buurt.
Het 1-lampje (aan/stand-by) gaat rood
branden.
Stekker
Netspanningsadapter
Naar een
stopcontact
Netsnoer
POpmerking
Het stopcontact moet zich in de buurt van het
apparaat bevinden en moet gemakkelijk
toegankelijk zijn.
3 Sluit de printer aan op een
televisie.
Sluit de printer aan op een highdefinition-televisie met de
componentvideokabel en de A/Vkabel.
Component
Componentvideokabel
Rood
Wit
Audio
(mono)
A/V-kabel
• Als de componentvideokabel en de A/Vkabel zijn aangesloten, worden de beelden
niet uitgevoerd via de A/V OUT-aansluiting,
maar via de COMPONENT OUTaansluiting.
• Stel de instelling "COMPONENT" van de
camera van tevoren in op "HD(1080i)".
Zie pagina 19 voor meer informatie over
weergave op een televisie.
De printer in verticale positie
installeren
U kunt de standaardklemmen bevestigen op
de printer en de printer in verticale positie
installeren.
Lijn de v-markeringen op de
bevestigingsopeningen voor
de standaard en de
standaardklemmen uit.
Bij gebruik van de papierbeschermer
(bijgeleverd)
Tijdens het afdrukken wordt het printpapier
een aantal keren aan de achterzijde van de
printer uitgevoerd. U kunt het papier dat uit
de printer wordt uitgevoerd, beschermen
met de papierbeschermer. De beschermer
voorkomt ook dat de ventilatieopeningen
worden geblokkeerd.
NL
Sluit de printer met de A/V-kabel
aan op de high-definitiontelevisie.
Naar de A/V OUTaansluiting
Rood
Wit
Geel
A/V-kabel
Audio
(mono)
PVoorzorgsmaatregelen
• De printer is niet losgekoppeld van de
stroomvoorziening zolang de printer is
aangesloten op het stopcontact, zelfs als de
printer is uitgeschakeld.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk toegankelijk stopcontact in de buurt
van de printer. Als er problemen optreden
wanneer u de adapter gebruikt, moet u
onmiddellijk de stroom uitschakelen door de
stekker uit het stopcontact te halen.
• Als u de netspanningsadapter niet meer
gebruikt, haalt u deze uit de DC IN 24Vaansluiting van de printer.
17
• Raak de stekker van de netspanningsadapter niet
aan met een metalen voorwerp. Dit kan
kortsluiting veroorzaken en een storing tot
gevolg hebben.
• Gebruik de netspanningsadapter niet als er
weinig ruimte is, zoals tussen de printer en de
muur.
18
Beelden weergeven op de televisie
POpmerking
Controleer of de instelling "USB-aansl." van de
camera is ingesteld op "PictBridge" of
"Autom.".
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing bij de camera
en het Cyber-shot-handboek voor meer
informatie.
U kunt beelden weergeven door de printer
met de A/V-kabel (bijgeleverd) of de
componentvideokabel (bijgeleverd) en de
A/V-kabel aan te sluiten op de televisie.
3 Schakel de televisie in en stel de
invoer in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de
televisie voor meer informatie.
4 Druk op 1 op de
afstandsbediening om de camera
in te schakelen.
Het weergavescherm wordt weergegeven.
1 Plaats de adapterplaat op de
camera-adapter.
5 Selecteer het gewenste beeld met
b/B op de afstandsbediening.
• U kunt geen films weergeven.
• Wanneer u de printer aansluit op de televisie
met de componentvideokabel, stelt u de
instelling "COMPONENT" op de camera
van tevoren in op "HD(1080i)".
NL
Beelden weergeven in een
diavoorstelling
2 Plaats de camera op de cameraadapter.
U kunt een reeks stilstaande beelden die
met de camera zijn opgenomen, weergeven
door op de SLIDE SHOW-toets op de
afstandsbediening te drukken.
• U kunt de instellingen voor de diavoorstelling
wijzigen met MENU op de afstandsbediening.
• Deze printer is alleen geschikt voor gebruik
met de DSC-T70.
19
Beelden afdrukken
1 Plaats de camera en de
adapterplaat op de cameraadapter en schakel de camera in.
Het weergavescherm wordt weergegeven.
2 Druk op b/B om het beeld te
selecteren dat u wilt afdrukken.
• U kunt een beeld afdrukken door dit te
selecteren in het indexscherm.
3 Druk op PRINT op de
afstandsbediening.
Het beeld wordt afgedrukt.
Het scherm "Bezig met afdrukken..."
verdwijnt als het afdrukken is voltooid.
POpmerkingen over afdrukken
• Verplaats de printer niet en schakel deze niet uit
tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kan
het inktlint of het printpapier vastlopen. Als u de
printer uitschakelt, moet u de papierlade in de
printer laten zitten en de printer weer
inschakelen. Als papier dat wordt afgedrukt, in
de printer blijft zitten, verwijdert u het papier
dat automatisch wordt uitgevoerd en hervat u het
afdrukken vanaf stap 1.
• Tijdens het afdrukken wordt het printpapier een
aantal keren aan de achterzijde van de printer
uitgevoerd. Raak het uitgevoerde papier niet aan
en trek er niet aan. Zorg ervoor dat er voldoende
ruimte achter de printer vrij is tijdens het
afdrukken, bijvoorbeeld door de
papierbeschermer te gebruiken.
• Als het printpapier opraakt tijdens het afdrukken
of als er geen printpapier in de papierlade is
geplaatst, gaat het ERROR-lampje van de
printer branden. Plaats printpapier zonder de
printer uit te schakelen en hervat het afdrukken.
Over het ACCESS-lampje
De afdrukinstellingen wijzigen
Als u probeert af te drukken vanuit het
menu van de camera, wordt het scherm voor
de afdrukinstellingen weergegeven.
• U kunt kiezen uit de volgende afdrukmodi:
– Index-afdrukken
– Afdrukken met rand/zonder rand*
– Afdrukken met datum
* Als u afdrukken met rand selecteert voor
beelden met het formaat 16:9, kunt u de
volledige beelden afdrukken zonder dat de
randen worden bijgesneden. (t pagina 31)
• Raadpleeg het Cyber-shot-handboek voor meer
informatie over afdrukken.
• U kunt beelden weergeven en controleren op een
televisie terwijl de beelden worden afgedrukt.
(t pagina 19)
20
Met het ACCESS-lampje wordt de
verbindingsstatus tussen de printer en de
camera als volgt aangeduid:
• Het lampje brandt:
De verbinding tussen de printer en de camera is
tot stand gebracht.
• Het lampje knippert:
Het beeld dat moet worden afgedrukt, is
beschadigd.
De accu opladen
Schakel de camera uit en plaats de camera
met de accu op de camera-adapter. Het
opladen wordt automatisch gestart. Het
CHARGE-lampje van de camera-adapter
gaat branden.
• Wanneer de camera wordt ingeschakeld,
wordt het opladen van de accu gestopt.
• Als de accu tijdens het opladen de
normale lading* bereikt, gaat het
CHARGE-lampje uit.
* De opname- en weergaveduur met normale
lading is ongeveer 90% van die bij volledige
lading.
• Het duurt ongeveer 170 minuten om een
volledig ontladen accu volledig op te
laden bij een temperatuur van 25°C.
Het opladen kan langer duren, afhankelijk
van de omstandigheden en omgeving
tijdens het opladen.
• Mogelijk kunt u de printer niet
uitschakelen, zelfs niet als u op 1 (aan/
stand-by) op de afstandsbediening drukt.
Als de motor in de printer nog steeds
actief is, schakelt u de camera uit zodra de
motor is uitgeschakeld. U kunt de batterij
niet opladen terwijl de motor actief is.
• Zie het gedeelte "Problemen oplossen" als
het CHARGE-lampje na meer dan 10
seconden nog niet gaat branden of
knipperen.
• Nadat u de camera op de camera-adapter
hebt geplaatst, kan het CHARGE-lampje
3 tot 10 seconden knipperen. Dit geeft aan
dat er communicatie plaatsvindt tussen de
camera en de camera-adapter en duidt niet
op storing.
NL
Oplaadtemperatuur
U kunt opladen bij een temperatuur tussen
0°C en 40°C. Voor de beste prestaties kunt
u echter het beste opladen bij een
temperatuur tussen 10°C en 30°C.
21
Problemen oplossen
Als er problemen optreden
Als er problemen optreden bij het gebruik van de printer, kunt u de volgende richtlijnen
gebruiken om het probleem op te lossen. Als het probleem blijft optreden, moet u contact
opnemen met uw Sony-handelaar.
x Stroomvoorziening/opladen
De printer kan niet worden ingeschakeld.
• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op een stopcontact.
De accu kan niet worden opgeladen (het CHARGE-lampje gaat niet branden).
• Schakel de camera uit.
• Controleer of de netspanningsadapter goed is aangesloten.
• Controleer of de camera goed op de camera-adapter is geplaatst.
• Controleer of de accu goed in de camera is geplaatst.
• De accu is volledig opgeladen.
• De accu die in de camera is geplaatst, is niet geschikt. Plaats een accu die compatibel is met
de camera.
• De motor in de printer is nog steeds actief. Verwijder de camera van de camera-adapter. Wacht
tot de printer automatisch wordt uitgeschakeld. Controleer of het 1-lampje (aan/stand-by) is
gewijzigd van geelgroen in rood en plaats de camera opnieuw op de camera-adapter.
Het CHARGE-lampje knippert snel, of knippert langer dan 10 seconden.
• De accu die in de camera is geplaatst, is niet geschikt. Plaats een accu die compatibel is met
de camera.
• Controleer of de camera goed op de camera-adapter is geplaatst.
De camera kan niet worden ingeschakeld, of de camera wordt plotseling
uitgeschakeld.
• Controleer of de camera goed op de camera-adapter is geplaatst.
• Controleer of de netspanningsadapter goed is aangesloten.
x Verbinding met een camera
Het ACCESS-lampje van de printer gaat niet branden.
• Controleer of de kabel goed is aangesloten.
• Controleer of de printer is ingeschakeld.
• Als het ACCESS-lampje van de printer knippert, voert u een van de onderstaande stappen uit.
– Koppel de camera en de printer los en sluit deze opnieuw op elkaar aan. Of schakel de
printer en de camera uit en weer in.
– De camera is ingesteld op "Mass Storage". Wijzig de instelling in "PictBridge" of "Autom.".
22
x Afdrukken
Er wordt een fout weergegeven op de camera en u kunt geen beelden
afdrukken.
• Het inktlint komt niet overeen met het papiertype. Plaats het juiste printpapier dat hoort bij het
inktlint dat in de printer is geplaatst. Als u het inktlint wilt vervangen, stopt u het afdrukken en
vervangt u het inktlint. Vervolgens hervat u het afdrukken.
Het printpapier wordt niet ingevoerd. De printer voert meerdere vellen
printpapier in. De printer voert het printpapier scheef in.
• Als het printpapier niet goed in de printer wordt ingevoerd, kan dit een storing tot gevolg
hebben. Controleer het volgende:
– Controleer of u het juiste printpapier en het juiste inktlint hebt geplaatst. (tpagina 11)
– Controleer of het printpapier in de juiste richting is geplaatst. (tpagina 15)
– Controleer of de papierlade meer dan 20 vellen printpapier bevat. (tpagina 15)
– Controleer of het printpapier goed is losgewaaierd.
– Controleer of het printpapier is gebogen of gevouwen vóór het afdrukken.
– Als het printpapier opraakt tijdens het afdrukken of als er geen printpapier in de papierlade
is geplaatst, gaat het ERROR-lampje van de printer branden. Plaats printpapier zonder de
printer uit te schakelen en hervat het afdrukken.
• Het gebruikte printpapier is niet compatibel met de printer. Gebruik alleen printpapier dat is
ontworpen voor de printer. Als u printpapier gebruikt dat niet compatibel is met de printer,
kan er een storing optreden. (tpagina 11)
• Als de printer het printpapier niet kan invoeren, knippert het ERROR-lampje snel. Verwijder
de papierlade en controleer of er papier is vastgelopen. (tpagina 26)
NL
Het printpapier wordt uitgevoerd tijdens het afdrukken.
• Het printpapier kan een aantal keer worden uitgevoerd tijdens het afdrukken. Raak het
uitgevoerde papier niet aan en trek er niet aan. Wacht totdat het printpapier volledig is
uitgevoerd nadat het afdrukken is voltooid. Aangezien het printpapier een aantal keer wordt
uitgevoerd aan de achterzijde van de printer tijdens het afdrukken, moet u de
papierbeschermer gebruiken om ervoor te zorgen dat er tijdens het afdrukken voldoende
ruimte achter de printer vrij is.
Er kan niet worden afgedrukt.
• U kunt geen films afdrukken.
23
x Afdrukresultaten
De afgedrukte beelden zijn van slechte kwaliteit.
• Er zit stof op het inktlint. Veeg het plastic gedeelte van het inktlint schoon en verwijder het
stof.
• De afdrukzijde van het printpapier bevat stof of vingerafdrukken. Raak de afdrukzijde (de
onbedrukte, glanzende zijde) niet aan. Vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen afdrukken
van mindere kwaliteit tot gevolg hebben.
• Gebruikt printpapier of inktlint wordt nogmaals gebruikt. Gebruik geen gebruikt printpapier.
Als u twee keer op hetzelfde papier afdrukt, wordt het beeld niet dikker afgedrukt. Als u dit
doet, kan er een storing optreden.
De beeldkwaliteit en kleuren van het voorbeeld op het scherm van de camera
wijken af van de werkelijke afdrukresultaten.
• De kleuren en kwaliteit van een beeld verschillen, afhankelijk van de kenmerken van het
beeldscherm of het LCD-scherm. Het beeld dat op het scherm wordt weergegeven, is alleen
bedoeld ter referentie.
Het beeld wordt niet op volledig formaat binnen het afdrukbereik afgedrukt.
• Het afdrukbereik verschilt, afhankelijk van het beeldformaat. (tpagina 31)
Het beeld wordt scheef afgedrukt.
• De papierlade is niet goed geplaatst. Schuif de papierlade opnieuw recht en zo ver mogelijk in
de printer.
Een beeld dat op de camera is gedraaid, wordt niet gedraaid afgedrukt op het
printpapier.
• Als u een gedraaid beeld probeert af te drukken, drukt de printer het beeld af zoals het was
voordat u het hebt gedraaid.
x Beelden weergeven op de televisie
Beelden/geluiden kunnen niet worden weergegeven op een televisie.
• Er kan geen audio worden uitgevoerd als alleen de componentvideokabel is aangesloten. Sluit
de A/V-kabel aan op de audio-aansluiting die hoort bij de componentvideo-aansluiting.
• De instelling voor HD-componentvideo-uitvoer van de camera is mogelijk niet correct.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de camera en stel de instelling "COMPONENT" correct
in.
Er kunnen geen beelden worden uitgevoerd via de A/V-kabel.
• Als de componentvideokabel is aangesloten op de printer en de televisie, koppelt u de
componentvideokabel los van de printer.
24
x Overige
Het inktlint kan niet gemakkelijk worden geplaatst.
• Verwijder het inktlint en plaats dit terug. Alleen als het inktlint te slap hangt om het te kunnen
plaatsen, moet u het inktlint terugdraaien in de richting van de pijl, zodat het inktlint weer
strak staat. (tpagina 14)
Het inktlint kan niet worden verwijderd.
• Laat de papierlade in de printer zitten, schakel de printer uit met de 1-toets (aan/stand-by) en
schakel de printer weer in. Als de opstartprocedure van de printer is voltooid, verwijdert u het
inktlint. Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, neemt u contact op met de
onderhoudsdienst van Sony of met uw Sony-handelaar.
Het printpapier wordt niet uitgevoerd.
• Als het ERROR-lampje snel knippert, is het papier vastgelopen. Zie "Als het papier vastloopt"
(tpagina 26) en verwijder het vastgelopen papier uit de printer. Als het vastgelopen papier
niet kan worden verwijderd, neemt u contact op met de onderhoudsdienst van Sony.
• Als het ERROR-lampje brandt, start u het afdrukken opnieuw nadat het printpapier is
verwijderd. Zie "Als het papier vastloopt" (tpagina 26) en verwijder het vastgelopen papier
uit de printer. Als het vastgelopen papier niet kan worden verwijderd, neemt u contact op met
de onderhoudsdienst van Sony.
NL
Het afdrukken stopt halverwege.
• Als het ERROR-lampje snel knippert, is het papier vastgelopen. Zie "Als het papier vastloopt"
(tpagina 26) en verwijder het vastgelopen papier uit de printer. Als het vastgelopen papier
niet kan worden verwijderd, neemt u contact op met de onderhoudsdienst van Sony.
De toetsen op de afstandsbediening functioneren niet en u kunt geen
bewerkingen uitvoeren.
• Controleer of de camera correct op de camera-adapter is geplaatst.
• Controleer of de netspanningsadapter goed is aangesloten.
• De batterij in de afstandsbediening is leeg. Vervang de batterij door een nieuwe.
De camera kan niet op de camera-adapter worden geplaatst.
• Controleer of de modelkeuzeschakelaar op "A" is gezet. (tpagina 9)
25
Als het papier vastloopt
Als het printpapier vastloopt, gaat het
ERROR-lampje branden of snel knipperen
en wordt het afdrukken gestopt.
Als het ERROR-lampje gaat branden,
verwijdert u het printpapier en hervat u het
afdrukken.
Als het ERROR-lampje snel knippert, haalt
u de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact en plaatst u de stekker
vervolgens weer terug. Als de
opstartprocedure van de printer is voltooid,
verwijdert u de papierlade uit de printer.
Controleer of er papier is vastgelopen in de
papieruitvoer of invoersleuf van de printer.
Als dit het geval is, verwijdert u het
vastgelopen papier.
De binnenkant van de printer
reinigen
Als er witte strepen of punten op de beelden
worden afgedrukt, gebruikt u de
bijgeleverde reinigingscartridge en het
reinigingsvel uit de bijgeleverde printset om
de binnenkant van de printer te reinigen.
1 Open de klep van de
inktlinthouder en verwijder het
inktlint, als dit aanwezig is
(tpagina 13).
2 Plaats de bijgeleverde
reinigingscartridge in de printer
en sluit de klep voor de
inktlinthouder.
ERROR-lampje
POpmerking
Als u het vastgelopen papier niet kunt
verwijderen, neemt u contact op met uw Sonyhandelaar of onderhoudsdienst.
3 Verwijder de papierlade uit de
printer. Als er printpapier in de
lade zit, verwijdert u het
printpapier uit de lade.
26
4 Plaats het reinigingsvel in de
papierlade. Plaats het
reinigingsvel met de onbedrukte
zijde naar boven gericht.
onbedrukte
zijde
Als het reinigen is voltooid
Plaats het inktlint en het printpapier weer in
de printer.
POpmerkingen
• Reinig de printer alleen wanneer er witte strepen
of punten op de afdruk verschijnen.
• Als er goed wordt afgedrukt, wordt de kwaliteit
van het afgedrukte beeld niet verbeterd door de
printer te reinigen.
• Plaats het reinigingsvel niet op het printpapier
als u de printer wilt reinigen. Hierdoor kan het
papier vastlopen of kunnen andere problemen
optreden.
• Als de kwaliteit van het afgedrukte beeld niet
wordt verbeterd nadat u de printer hebt
gereinigd, reinigt u de printer nog een aantal
keren.
NL
5 Plaats de papierlade in de printer.
Het reinigen wordt automatisch gestart. Het
1-lampje (aan/stand-by) is groen en knippert
langzaam.
Als het reinigen is voltooid, wordt het
reinigingsvel automatisch uitgevoerd uit de
papieruitvoersleuf.
6 Verwijder de reinigingscartridge
en het reinigingsvel uit de printer.
• Bewaar de reinigingscartridge en het
reinigingsvel samen, zodat u de printer in de
toekomst weer kunt reinigen.
27
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• U moet op het netsnoer geen zware
•
•
•
•
•
•
voorwerpen plaatsen of laten vallen, of het
netsnoer op enige andere manier
beschadigen. Gebruik deze printer nooit
als het netsnoer is beschadigd.
Als een voorwerp of vloeistof in de
behuizing van de printer terechtkomt,
moet u de printer loskoppelen en laten
nakijken door bevoegde servicetechnici
voordat u de printer weer gebruikt.
Demonteer de printer niet.
Als u het netsnoer wilt loskoppelen, moet
u aan de stekker trekken. Trek nooit aan
het netsnoer zelf.
Als u de printer langere tijd niet wilt
gebruiken, haalt u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
Ga voorzichtig om met de printer.
Trek de stekker van de printer altijd uit het
stopcontact voordat u de printer gaat
reinigen of onderhoud aan de printer gaat
uitvoeren. Zo kunt u het risico op
elektrische schokken verkleinen.
Installatie
• Installeer de printer in horizontale of
verticale positie op de manier die in de
instructies wordt aangegeven. Als u dit
niet doet, kan er een storing optreden.
• Zet de printer niet neer op de plaats waar
de printer wordt blootgesteld aan:
–
–
–
–
–
trillingen
hoge vochtigheid
overmatige hoeveelheden stof
direct zonlicht
zeer hoge of lage temperaturen
• Gebruik geen elektrische apparaten in de
buurt van de printer. De printer
functioneert niet goed in
elektromagnetische velden.
• Plaats geen zware voorwerpen op de
printer.
• Laat voldoende ruimte vrij rondom de
printer zodat de ventilatieopeningen niet
worden geblokkeerd. Als deze openingen
28
worden geblokkeerd, kan dit
oververhitting van de printer veroorzaken.
Netspanningsadapter
• Gebruik de netspanningsadapter die bij de
printer wordt geleverd. Gebruik geen
andere netspanningsadapters. Dit kan een
storing veroorzaken.
• Gebruik de bijgeleverde
netspanningsadapter niet voor andere
apparaten.
• Gebruik geen stroomtransformator
(reisadapter). Dit kan oververhitting of
een storing veroorzaken.
• Als het snoer van de netspanningsadapter
is beschadigd, moet u de
netspanningsadapter niet langer
gebruiken. Dit kan erg gevaarlijk zijn.
Condensvorming
Als de printer rechtstreeks vanuit een koude
naar een warme omgeving wordt gebracht
of in een zeer warme of vochtige ruimte
wordt geplaatst, kan er vocht condenseren
in het apparaat. In dergelijke gevallen
functioneert de printer waarschijnlijk niet
goed en kunnen er zelfs fouten optreden als
u de printer blijft gebruiken. Als er vocht in
de printer is gecondenseerd, koppelt u het
netsnoer van de printer los en moet u de
printer ten minste een uur niet gebruiken.
Vervoeren
Wanneer u de printer vervoert, moet u het
inktlint, de papierlade en de
netspanningsadapter verwijderen uit de
printer en de printer en bijbehorende
randapparatuur in de originele doos met het
beschermende verpakkingsmateriaal
plaatsen.
Als u de originele doos en het
verpakkingsmateriaal niet meer hebt,
gebruikt u vergelijkbaar
verpakkingsmateriaal, zodat de printer niet
wordt beschadigd tijdens het vervoer.
Reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de
bedieningselementen met een droge, zachte
doek of een zachte doek die licht is
bevochtigd met een mild zeepsopje.
Gebruik geen oplosmiddelen, zoals alcohol
of benzine. Dergelijke middelen kunnen de
afwerking beschadigen.
Opmerkingen over het bewaren
van het printpapier en het
inktlint
Als u het printpapier of het inktlint opbergt,
moet u rekening houden met het volgende.
• Plaats het printpapier of het inktlint niet
op een plaats waar dit wordt blootgesteld
aan hoge temperaturen, hoge
luchtvochtigheid, overmatige
hoeveelheden stof of direct zonlicht.
• Als u printpapier of een inktlint dat u
gedeeltelijk hebt gebruikt, wilt opbergen,
moet u de originele verpakking gebruiken.
NL
Beperkingen voor het kopiëren
Houd rekening met het volgende wanneer u
documenten kopieert met de printer:
• Het kopiëren van bankbiljetten, munten en
waardepapieren is wettelijk verboden.
• Het kopiëren van blanco certificaten,
rijbewijzen, paspoorten, persoonlijke
waardepapieren en ongebruikte postzegels
is ook wettelijk verboden.
• Televisieprogramma's, films,
videobanden, portretten van andere
personen en ander beeldmateriaal zijn
wellicht auteursrechtelijk beschermd. Het
zonder toestemming afdrukken van
dergelijk materiaal kan in strijd zijn met
de auteursrechtwetgeving.
29
Technische gegevens
x Printer
Afdruksysteem
Dye-sublimation
afdruksysteem (geel/magenta/
cyaan; 3 beurten)
Resolutie
300 (H) × 300 (V) dpi
Vergelijkbaar met
3-kleuren inkjet 4800 dpi ×
4800 dpi *1
6-kleuren inkjet 3810 dpi ×
3810 dpi *2
Beeldverwerking per punt
256 niveaus (8 bits elk voor
geel/magenta/cyaan), ongeveer
16 770 000 kleuren
Afdrukformaat
Postcard-formaat (10 × 15 cm):
101,6 × 152,4 mm (maximaal,
zonder rand)
Afdruktijd (per vel)
PictBridge-modus:
Ongeveer 61 sec.: 8 Mega,
bestandsgrootte 2,21 MB
Ongeveer 53 sec.: 3 Mega,
bestandsgrootte 1,03 MB
Ingangen/uitgangen
DC IN-aansluiting
A/V OUT-aansluiting
COMPONENT OUTaansluiting
Compatibele indelingen voor beeldbestanden
JPEG:
Compatibel met DCF 2.0,
compatibel met Exif 2.21,
JFIF*3
Bepaalde indelingen voor
beeldbestanden zijn niet
compatibel.
Inktlint/printpapier
Zie "De printset voorbereiden"
op pagina 11.
Stroomvereisten DC IN-aansluiting, 24 V
gelijkstroom
(In de stand-bymodus minder
dan 1 W)
Stroomverbruik Gemiddeld: 52 W of minder
Piek: 93 W of minder
Bedrijfstemperatuur
5°C tot 35°C
30
Afmetingen
Ongeveer 185 × 62 × 302 mm
(b/h/d, exclusief uitstekende
delen, de papierbeschermer en
de standaardklemmen)
Gewicht
Ongeveer 1,75 kg
(exclusief het inktlint, het
printpapier en de
netspanningsadapter)
Bijgeleverde accessoires
Zie "De inhoud van de
verpakking controleren" op
pagina 4.
x Camera-adapter
Afmetingen
Ongeveer 124 × 45 × 65 mm
(b/h/d, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Ongeveer 90 g (exclusief de
kabel)
Bedrijfstemperatuur
5°C tot 35°C
x Netspanningsadapter AC-S2422
Stroomvereisten 100 V tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz, 1,5 tot 0,75 A
Nominale uitgangsspanning
24 V gelijkstroom, 2,2 A
(piek 3,7 A, 6,5 s)
Afmetingen
Ongeveer 60 × 30,5 × 122 mm
(b/h/d, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Ongeveer 305 g
Bedrijfstemperatuur
5°C tot 35°C
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
*1: Bij gebruik van de 16 × 16 matrix: 300 × 16 =
4.800 dpi
*2: Bij gebruik van de 12,7 × 12,7 matrix: 300 ×
12,7 = 3.810 dpi
*3: Baseline JPEG met indeling 4:4:4, 4:2:2 of
4:2:0
Website voor klantenondersteuning
De meest recente ondersteuningsinformatie is
beschikbaar op de volgende website:
http://www.sony.net/
Weergavebereik voor beelden
x Weergavebereik
Een echte high-definition-televisie kan 1920 × 1080 pixels volledig weergeven met de beeldverhouding
16:9.
Beeldformaat
Beelden op een high definitiontelevisie/het scherm van de camera
Printpapier (3:2)
Normaal (4:3)
: Weergegeven in donkere
kleuren.
De boven- en onderranden worden
enigszins bijgesneden.
3:2
NL
: Weergegeven in donkere
kleuren.
16:9
Het gehele beeld wordt afgedrukt.
Afdrukken zonder rand
De linker- en rechterranden worden
enigszins bijgesneden.
Afdrukken met rand
Het gehele beeld wordt enigszins
verkleind en wordt volledig
afgedrukt.
31
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
Gedruckt auf Papier mit 70% oder mehr Recyclinganteil mit
Druckfarbe auf Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige
organische Bestandteile).
Gedrukt op 70% of hoger kringlooppapier met VOC
(vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Printed in Japan