Sony DPP-FP55 Handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Handleiding
2-682-264-43 (1)
2006 Sony Corporation
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u
deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u
deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
Digital Photo
Printer
DPP-FP55
Voordat u begint
Voorbereidingen
Standaardafdrukken maken
Verschillende afdrukken maken
Afdrukken vanaf een PictBridge-
camera
Afdrukken vanaf een computer
Problemen oplossen
Aanvullende informatie
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan
regen of vocht. Zo kunt u het risico
op brand of elektrische schokken
verkleinen
.
Waarschuwing voor klanten in
Europa
Dit product is getest en voldoet aan de
beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-
richtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer
van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld van deze
digitale fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken
(mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de
toepassing opnieuw starten of de
verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen
en opnieuw aansluiten.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar in
de Europese Unie en andere Europese
landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het
product of op de
verpakking wijst erop
dat dit product niet als
huishoudelijk afval
mag worden
behandeld. Het moet
echter naar een plaats
worden gebracht waar
elektrische en
elektronische
apparatuur wordt
gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit
product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij tot het
vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of
de winkel waar u het product hebt gekocht.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg, maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van
CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties
is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik.
Tenzij u in het bezit bent van de
auteursrechten of toestemming hebt van de
houder van de auteursrechten om deze
materialen te kopiëren, kan gebruik van deze
materialen een overtreding van de
auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de
houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of
aanpassing van portretten van andere personen
kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto’s
niet toegestaan.
3
NL
Handelsmerken en auteursrechten
Cyber-shot is een handelsmerk van Sony
Corporation.
"Memory Stick", , "Memory Stick
PRO", , "Memory Stick
Duo", , "Memory Stick
PRO Duo", , "MagicGate"
en zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
Microsoft, Windows
®
en DirectX zijn
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere
landen.
IBM en PC/AT zijn gedeponeerde
handelsmerken van International Business
Machines Corporation.
Intel en Pentium zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Intel
Corporation.
Alle andere bedrijven en productnamen die
hierin worden vermeld, kunnen de
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken zijn van hun respectieve
bedrijven. Bovendien worden "™" en "
®
" niet
elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
Het rasterproces van True Type-lettertypen is
gebaseerd op de FreeType Team-software.
•Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het
werk van de Independent JPEG Group.
Libtiff
Copyright © 1988-1997 Sam Leffler
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute,
and sell this software and its documentation
for any purpose is hereby granted without fee.
• Zlib
© 1995-2002 Jean-loup Gailly en Mark Adler
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw
gegevens opslaan om gegevensverlies door
een bedieningsfout of storing van de printer
te voorkomen.
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE
OF INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT
DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF
KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT
PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN
PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige
incidentele schade of gevolgschade of verlies
van opgenomen gegevens als gevolg van het
gebruik van of een storing aan de printer of
de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde
beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte
beeld omdat de fosformethoden en -profielen
anders zijn. U moet het weergegeven beeld
beschouwen als indicatie.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees
voorzichtig wanneer u de camera bij een
venster of buiten neerzet.
Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp
van precisietechnologie, waardoor meer dan
99,99% van de pixels effectief bruikbaar is.
Soms kunnen er op het LCD-scherm echter
kleine zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood,
blauw, of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit
is normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
4
NL
Inhoudsopgave
Voordat u begint
Mogelijkheden van deze printer ............. 6
Onderdelen............................................. 8
Voorbereidingen
1 De inhoud van de verpakking
controleren ..................................... 10
2 De printset gereedmaken ............... 11
Formaten voor printpapier .......................11
Optionele printsets..................................11
3 De printcartridge plaatsen .............. 12
4 Het printpapier plaatsen ................. 13
5 De stroombron aansluiten .............. 16
Een geheugenkaart plaatsen ................ 17
Een "Memory Stick" plaatsen..................17
Een SD-kaart plaatsen .............................18
Een camera of ander extern apparaat
aansluiten....................................... 18
Standaardafdrukken maken
Geselecteerde beelden afdrukken ........ 20
Een beeld afdrukken ...............................20
Meerdere beelden afdrukken...................22
Het LCD-scherm gebruiken ................... 24
Een voorbeeld .........................................24
Beeldenlijst .............................................25
Kennisgeving voor
gebruikers
Programma © 2006 Sony Corporation
Documentatie © 2006 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding
en de software die hierin wordt beschreven,
geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden
gereproduceerd, vertaald of omgezet in een
machineleesbare vorm zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE
INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG,
CONTRACT OF ANDERSZINS
VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET
DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF
ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT
VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u
deze bepalingen en voorwaarden niet
accepteert, retourneert u de ongeopende CD-
ROM-verpakking samen met de rest van het
pakket aan de handelaar bij wie u het pakket
hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor
om te allen tijde deze handleiding of de
informatie in deze handleiding te wijzigen
zonder voorafgaande kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan
ook vallen onder de bepalingen van een
afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk
gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het
ongeoorloofd kopiëren van deze software is
volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd
kopiëren of aanpassen van portretten van
andere personen of van auteursrechtelijk
beschermd werk een inbreuk op de rechten van
de houders van de auteursrechten kan
betekenen.
5
NL
Verschillende afdrukken maken
Beelden bewerken................................ 26
Het menu Edit weergeven........................26
Beelden vergroten of verkleinen ..............27
Beelden verplaatsen ................................27
Beelden draaien ......................................27
Beelden aanpassen .................................28
Speciale filters aan een beeld toevoegen..28
Rode ogen beperken ...............................29
Beelden opslaan en afdrukken................. 30
Deelbeelden en kalenders maken
(Creative Print) ............................... 31
Het menu Creative Print weergeven.........31
Deelbeelden maken.................................32
Kalenders maken ....................................34
Eenvoudige afdrukken maken
(Index/DPOF/All) ............................. 35
Een diavoorstelling weergeven............. 37
Beelden zoeken .................................... 38
Beelden verwijderen............................. 39
Geselecteerde beelden verwijderen..........40
Een "Memory Stick" formatteren............. 40
De afdrukinstellingen wijzigen
(Set Up) .......................................... 41
De printervoorkeuren wijzigen
(Option) .......................................... 44
Afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
Beelden afdrukken vanaf de digitale
camera............................................ 46
Afdrukken vanaf een computer
De software installeren......................... 47
Systeemvereisten.....................................47
De printerdriver installeren ......................48
Picture Motion Browser installeren .......... 51
Foto’s afdrukken vanuit Picture
Motion Browser.............................. 53
Afdrukken vanuit een andere
toepassing .............................................. 60
Problemen oplossen
Als er problemen optreden ................... 62
Als er een foutbericht wordt
weergegeven .................................. 77
Als het papier vastloopt........................ 80
De binnenkant van de printer
reinigen .......................................... 80
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 82
Informatie over de geheugenkaarten ... 83
Informatie over de "Memory Stick" .........83
Informatie over de SD-kaart.....................86
Technische gegevens............................ 87
Afdrukbereik ...........................................89
Woordenlijst ......................................... 90
Index .................................................... 91
6
NL
Voordat u begint
Mogelijkheden van deze printer
U kunt afdrukken vanaf een
geheugenkaart of een extern
apparaat
.pagina 20 tot
en met 25
"Memory Stick"
("Memory Stick
Duo") of SD-kaart
Digitale camera of ander extern
apparaat
U kunt afdrukken vanaf een
PictBridge-compatibele
camera
.pagina 46
U kunt afdrukken vanaf een
computer
.pagina 47 tot en met 61
U kunt afdrukken met het
LCD-scherm van de printer
U kunt een beeld selecteren en afdrukken
.pagina 20
Standaardafdruk
van één beeld
U hebt verschillende afdrukmogelijkheden
.pagina 26 tot en met 36
Afdrukken van
vergrote/verkleinde/
verplaatste/
gedraaide beelden
(.pagina 27)
Eenvoudig
afdrukken
(Index/DPOF/
All) (.pagina
35)
Deelbeelden
afdrukken
(.pagina 32)
Kalender afdrukken
(.pagina 34)
U kunt een
diavoorstelling
bekijken
.pagina 37
U kunt beelden
zoeken of verwijderen
.pagina 38 tot en met 40
U kunt de afdruk- en
printerinstellingen wijzigen
.pagina 40 tot en met 45
7
NL
Voordat u begint
Handige afdrukfuncties
xOp het zeer duidelijke kleuren-TFT-
scherm (type 2.0) kunt u eenvoudig
voorbeelden weergeven van de beelden
en deze bewerken, opslaan en
afdrukken. Daarnaast wordt u door
begeleidende berichten geholpen bij de
bediening.
xDe processor met hoge snelheid zorgt
ervoor dat beelden veel sneller worden
weergegeven en afgedrukt.
xMet de papierlade kunt u maximaal 20
vellen papier in één keer afdrukken.
(.pagina 13)
Diverse afdrukmogelijkheden
xU kunt kiezen uit afdrukken met of
zonder rand. (.pagina 42)
xU kunt een diavoorstelling bekijken van
beelden op een geheugenkaart of een
extern apparaat. (.pagina 37)
xMet de bijgeleverde toepassing kunt u
eenvoudig beelden afdrukken vanaf de
computer. (.pagina 47)
xU kunt eenvoudig
beelden afdrukken
vanaf een PictBridge-
compatibele digitale camera.
(.pagina 46)
xU kunt eenvoudig beelden afdrukken
vanaf de camera of een extern apparaat
voor massaopslag*. (.pagina 18)
(*De werking van alle typen apparaten voor
massaopslag kan niet worden gegarandeerd.)
Functies voor uitstekende
beeldkwaliteit waarmee u afdrukken
van fotokwaliteit kunt maken
xMet dit afdruksysteem van
professionele kwaliteit kunt u
afdrukken met fotokwaliteit.
xMet Super Coat 2 wordt de
duurzaamheid van afdrukken en de
weerstand tegen vocht en
vingerafdrukken verhoogd.
xMet Auto Fine Print 3 wordt een beeld
geanalyseerd en wordt de weergave van
de beelden gecorrigeerd voor een
optimale kwaliteit. (.pagina 42)
xMet de functie Exif 2.21
(Exif Print) worden de
gegevens over de
opnameomstandigheden die in een
beeldbestand van een Exif 2.21-
compatibele camera zijn opgeslagen,
gebruikt om beelden aan te passen en
met een verbeterde kwaliteit af te
drukken. (.pagina 42)
xBeperking van rode ogen, helderheid,
tint en andere correcties of aanpassingen
zorgen voor afdrukken van een hoge
kwaliteit. (.pagina 29)
8
NL
Onderdelen
Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer
informatie.
Voorpaneel van de printer
1 1 (aan/standby) schakelaar/
aanduiding (pagina 16, 20)
2 MENU toets
3
(uitzoomen)/ (inzoomen)
toetsen (pagina 24)
4 LCD-scherm (pagina 24)
5 Pijltoetsen (f/F/g/G)
6 ENTER toets
7 PRINT toets/aanduiding (pagina
21)
8 CANCEL toets
9 Toegangslampje (pagina 17, 18)
0 Klep van de papierladehouder
(pagina 15)
qa Papierladehouder (pagina 15)
qs SD CARD-sleuf (pagina 18)
qd MEMORY STICK PRO STD/DUO-
sleuf (pagina 17)
Rechterpaneel van de printer
qf Uitwerphendel voor printcartridge
(pagina 12)
qg Printcartridge (pagina 12, 13)
qh Klep van de printcartridgehouder
(pagina 12, 13)
9
NL
Voordat u begint
Achterpaneel van de printer
1 Ventilatieopeningen
2 DC IN 24 V-aansluiting (pagina 16)
Sluit de bijgeleverde
netspanningsadapter aan op deze
aansluiting.
Linkerpaneel van de printer
3 USB-aansluiting (pagina 49)
Als u de printer in de PC-stand gebruikt,
sluit u de computer aan op deze
aansluiting.
4 PictBridge-aansluiting
(pagina 19, 46)
Papierlade
1 Papieruitvoerlade (pagina 13, 14)
2 Klep van de papierlade
(pagina 13, 14)
10
NL
1 De inhoud van de
verpakking
controleren
Controleer of de volgende accessoires in
de verpakking van de printer aanwezig
zijn.
Papierlade (1)
Netspanningsadapter AC-S2425 (1)
Netsnoer * (1)
* Het weergegeven netsnoer is alleen geschikt
voor 120 V. De vorm van de stekker en de
specificaties van het netsnoer kunnen
verschillen, afhankelijk van de regio waarin u
de printer hebt aangeschaft.
Reinigingscartridge (1)
Voorbereidingen
CD-ROM (1)
Sony DPP-FP55 Printer Driver Software voor
Windows® XP Professional/Windows® XP
Home Edition/Windows® 2000
Professional/Windows® Millennium Edition
Picture Motion Browser Ver.1.1
Voorbeeldexemplaar kleurenprintset
(formaat Post Card (10 x 15 cm), 10
vellen)
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding,
1)
Snelle startgids (1)
Garantie (1)*
Gebruiksrechtovereenkomst van Sony
(1)
* In bepaalde regio’s wordt de garantie niet
bijgeleverd.
11
NL
Voorbereidingen
2 De printset
gereedmaken
Als u een beeld wilt afdrukken,
hebt u een printset nodig die
voor de printer is samengesteld.
Het voorbeeldexemplaar van de
kleurenprintset bevat een set
van 10 vellen printpapier van
het formaat Post Card en een
printcartridge voor 10
afdrukken.
Formaten voor printpapier
Printpapier van het formaat Post Card
heeft de volgende afmetingen:
•4 x 6 inch/10 x 15 cm (101,6 x 152,4 mm)
(maximumformaat voor afdrukken
zonder rand)
Optionele printsets
U kunt de volgende optionele printsets
voor de printer gebruiken:
Printset voor het formaat Post Card (10
x 15 cm)
SVM-F40P
40 vellen printpapier van het formaat 10
x 15 cm (2 pakken van 20 vel)
Printcartridge voor 40 afdrukken
SVM-F80P
80 vellen printpapier van het formaat 10
x 15 cm (4 pakken van 20 vel)
•2 printcartridges voor 40 afdrukken
SVM-F120P
120 vellen printpapier van het formaat
10 x 15 cm (6 pakken van 20 vel)
•3 printcartridges voor 40 afdrukken
Opmerking
Niet alle modellen zijn beschikbaar in alle
landen.
Opmerkingen over het gebruik van
printsets
Gebruik altijd alleen de printsets die zijn
ontworpen voor de printer. Als u
verschillende soorten printsets door elkaar
gebruikt, kunt u wellicht niet afdrukken of
kan een storing optreden.
De onbedrukte zijde is de afdrukzijde. Stof en
vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen een
verminderde afdrukkwaliteit tot gevolg
hebben. Raak de afdrukzijde niet aan.
Buig het papier niet en scheur het niet af
bij de perforatieranden voordat u gaat
afdrukken.
Druk niet af op gebruikt printpapier en
spoel het inktlint in de printcartridge niet
terug. Als u dit wel doet, kan de printer
defect raken.
Demonteer de printcartridge niet.
Trek het inktlint niet uit de printcartridge.
Opmerkingen over het opbergen van
printsets (voor kwaliteitsafdrukken)
Als u de printcartridge en het printpapier
gedeeltelijk hebt gebruikt en deze voor
langere tijd wilt opbergen, moet u de
originele verpakking of een vergelijkbare
verpakking gebruiken.
Bewaar de printset niet op een plaats waar deze
wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge
luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of
direct zonlicht.
Gebruik de printset binnen twee jaar na de
productiedatum.
Opmerking over het opbergen van
afdrukken
Gebruik geen plakband of gum op de
afdrukken. Laat de afdrukken niet onder plastic
bureauleggers liggen.
12
NL
De printcartridge verwijderen
Als de printcartridge leeg is, verschijnt het
bericht over een cartridgefout op het LCD-
scherm.
Open de klep van de cartridgehouder,
duw de uitwerphendel omhoog en
verwijder de gebruikte printcartridge.
Uitwerphendel
Opmerkingen
Gebruik de printcartridge die in dezelfde
doos als het printpapier wordt geleverd.
Raak het inktlint niet aan en plaats de
printcartridge niet in een stoffige omgeving.
De afdrukkwaliteit kan nadelig worden
beïnvloed door vingerafdrukken of stof op
het inktlint.
Inktlint
3 De printcartridge
plaatsen
1
Trek de klep van de
cartridgehouder open.
2 Plaats de printcartridge in de
richting van de pijl in de printer
tot deze vastklikt.
Pijl
3 Sluit de klep van de
cartridgehouder.
13
NL
Voorbereidingen
Steek uw hand niet in de cartridgehouder. De
thermische kop wordt erg heet, vooral na
herhaaldelijk afdrukken.
Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen
teruggespoelde printcartridge voor het
afdrukken. Als u dit toch doet, krijgt u niet
het gewenste afdrukresultaat en kan er zelfs
een defect optreden.
Als de printcartridge niet goed vastklikt,
verwijdert u deze en plaatst u deze weer
terug. Als het inktlint te slap is om dit goed te
plaatsen, spoelt u het inktlint in de richting
van de pijl om het inktlint weer strak te
zetten.
Verwijder de printcartridge niet tijdens het
afdrukken.
Opmerkingen over het bewaren van de
printcartridge
Plaats de printcartridge niet op een plaats
waar deze wordt blootgesteld aan hoge
temperaturen, hoge luchtvochtigheid,
overmatige hoeveelheden stof of direct
zonlicht.
Als u een cartridge die u gedeeltelijk hebt
gebruikt, wilt opbergen, moet u hiervoor de
originele verpakking gebruiken.
Wordt vervolgd
4 Het printpapier
plaatsen
1 Open de papieruitvoerlade.
2 Schuif de klep van de papierlade
in de tegenovergestelde richting
van de papierinvoerrichting (1)
en zet de klep omhoog (2).
14
NL
3 Plaats het printpapier in de lade.
U kunt maximaal 20 vellen
printpapier plaatsen.
Waaier het printpapier goed los.
Plaats het printpapier in de lade. Het
beschermvel moet boven op de stapel
liggen.
Als er geen beschermvel voor het
papier is: Waaier het printpapier goed
los. Plaats het printpapier met de
afdrukzijde (de onbedrukte zijde)
naar boven.
Plaats met printpapier
met het stempel in de
papierinvoerrichting.
Opmerking
Raak de afdrukzijde niet aan. Vingerafdrukken
op de afdrukzijde kunnen de afdrukkwaliteit
nadelig beïnvloeden.
4 Verwijder het beschermvel.
5 Sluit de klep van de papierlade
(1) en schuif deze in de
papierinvoerrichting (2).
Laat de papieruitvoerlade open.
Afdrukzijde
Papierinvoerrichting
Met het stempel in
de
papierinvoerrichting.
15
NL
Voorbereidingen
6 Trek de klep van de
papierladehouder van de printer
naar buiten om de klep te
openen.
7 Plaats de papierlade in de printer.
Schuif de papierlade recht en zo ver
mogelijk in de printer.
Opmerking
Controleer of de papierlade recht is
geplaatst. Als de lade niet correct is
geplaatst, kan de printer niet goed
afdrukken.
Als het printpapier opraakt tijdens het
afdrukken, verschijnt het bericht over een
papierfout op het LCD-scherm van de
printer. Verwijder de papierlade en plaats
printpapier in de lade.
Opmerkingen
Verwijder de papierlade niet tijdens het
afdrukken.
Houd rekening met de volgende punten
voordat u begint met afdrukken om te
voorkomen dat het papier vastloopt of er
storingen in de printer optreden:
Schrijf of typ niet op het printpapier.
Gebruik de pen met inkt op oliebasis om
na het afdrukken op het papier te schrijven.
U kunt niet op het printpapier afdrukken
met een inkjetprinter, enzovoort.
Plak geen stickers of postzegels op het
printpapier.
Houd het printpapier niet vast en buig het
niet.
Het totale aantal vellen is niet groter dan 20
vellen.
Druk niet af op gebruikt printpapier. Als u
twee keer op hetzelfde papier afdrukt,
wordt het beeld niet dikker afgedrukt.
Gebruik alleen het printpapier voor deze
printer.
Gebruik geen printpapier dat uit de printer
komt, maar waarop niet is afgedrukt.
Opmerkingen over het bewaren van het
printpapier
•U moet het papier niet langdurig opbergen
met de afdrukzijden tegen elkaar aan of in
contact met producten van rubber of plastic
met vinylchloride of plastificeermiddel. Als u
dit wel doet, kunnen de kleuren van de
afdruk veranderen en kan de kwaliteit van
het afgedrukte beeld afnemen.
Plaats het printpapier niet op een plaats waar
dit wordt blootgesteld aan hoge
temperaturen, hoge luchtvochtigheid,
overmatige hoeveelheden stof of direct
zonlicht.
Als u printpapier dat u gedeeltelijk hebt
gebruikt, wilt opbergen, moet u de originele
verpakking gebruiken.
16
NL
Opmerkingen
Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk toegankelijk stopcontact in de
buurt van de printer. Als er problemen
optreden wanneer u de adapter gebruikt,
moet u onmiddellijk de stroom uitschakelen
door de stekker uit het stopcontact te halen.
Als u de netspanningsadapter niet meer
gebruikt, haalt u deze uit de DC IN 24 V-
aansluiting van de printer.
Het apparaat is niet losgekoppeld van de
stroombron (netspanning) als het apparaat
nog is aangesloten op het stopcontact, ook al
is het apparaat uitgeschakeld.
Tijdens het afdrukken wordt het printpapier
een aantal keren aan de achterzijde van de
printer uitgevoerd. Zorg dat de achterzijde
van de printer niet wordt geblokkeerd door
de netspanningsadapter of het netsnoer.
Gebruik de netspanningsadapter die bij de
printer wordt geleverd. Gebruik geen andere
netspanningsadapters. Dit kan een storing
veroorzaken.
Als het snoer van de netspanningsadapter is
beschadigd, moet u de netspanningsadapter
niet langer gebruiken, omdat dit tot
gevaarlijke situaties kan leiden.
Zorg dat de stekker van de
netspanningsadapter niet in aanraking komt
met metalen voorwerpen. Dit kan een storing
veroorzaken.
Gebruik de netspanningsadapter niet in
kleine ruimten, zoals tussen de printer en de
muur.
5De stroombron
aansluiten
1
Sluit de stekker van het
bijgeleverde netsnoer aan op de
bijgeleverde netspanningsadapter
.
2
Sluit de andere stekker van het
netsnoer aan op het stopcontact
in de buurt.
3
Sluit de stekker van de
netspanningsadapter aan op de
DC IN 24 V-aansluiting van de
printer.
De aanduiding 1 (aan/standby) gaat
rood branden.
Naar DC
IN 24 V
Netspannings-
adapter AC-S2425
(bijgeleverd)
Netsnoer (bijgeleverd)
Naar een stopcontact
17
NL
Voorbereidingen
Een "Memory Stick" plaatsen
Plaats een "Memory Stick" of "Memory
Stick Duo" in de MEMORY STICK PRO
STD/DUO-sleuf tot deze vastklikt.
Aangezien deze printer is voorzien van
een "Memory Stick"/"Memory Stick Duo"-
sleuf, hebt u geen Memory Stick Duo-
adapter nodig.
Het toegangslampje
knippert als de printer
de geheugenkaart
leest.
Een "Memory Stick" verwijderen
Duw de "Memory Stick" voorzichtig in de
sleuf. Verwijder de kaart voorzichtig
zodra deze wordt uitgeworpen.
Een geheugenkaart
plaatsen
Als u een beeld wilt afdrukken dat is
opgeslagen op een "Memory Stick" (of
"Memory Stick Duo") of SD-kaart, plaatst
u de kaart in de bijbehorende sleuf.
Als er meerdere geheugenkaarten zijn
geplaatst, heeft de kaart die als eerste is
geplaatst, voorrang. Als u de printer
inschakelt terwijl meerdere kaarten zijn
geplaatst, worden de kaarten herkend in
deze volgorde: "Memory Stick" (of
"Memory Stick Duo") en SD-kaart.
Zie pagina 83 tot en met 86 voor de
verschillende geheugenkaarten die u bij de
printer kunt gebruiken.
Opmerkingen over het gebruik van een
geheugenkaart
•Probeer een geheugenkaart niet met kracht in de
sleuf te plaatsen of uit de sleuf te verwijderen.
Als u dit wel doet, kan de geheugenkaart of de
printer worden beschadigd.
Verwijder de geheugenkaart niet als het
toegangslampje knippert. Als u dit wel doet,
kan de geheugenkaart of de printer worden
beschadigd.
•U kunt het beste een reservekopie van de
gegevens op de geheugenkaart maken om
eventueel gegevensverlies te voorkomen.
Beschadigde of verloren gegevens worden
niet vergoed.
Controleer de geheugenkaart en plaats deze
in de juiste richting. Als u de geheugenkaart
met kracht in de verkeerde richting plaatst,
kunnen de geheugenkaart en de sleuf worden
beschadigd.
Controleer het type geheugenkaart en zorg
dat de kaart in de juiste sleuf voor dat type
geheugenkaart wordt geplaatst. Als u een
geheugenkaart in een andere sleuf plaatst,
kan de geheugenkaart worden beschadigd of
kunt u deze wellicht niet meer uit de sleuf
verwijderen.
Wanneer u een geheugenkaart verwijdert,
moet u deze met uw handen vasthouden om
te voorkomen dat de kaart uit de sleuf springt
en in uw oog terechtkomt, en zo uw oog
beschadigt.
Plaats de kaart
met het teken b
in de
linkerbovenhoek.
18
NL
Een SD-kaart plaatsen
Plaats een SD-kaart in de SD CARD-sleuf
tot deze vastklikt.
Het toegangslampje
knippert als de printer
de geheugenkaart
leest.
In de SD CARD-sleuf van de printer kunt
u de volgende media gebruiken:
SD-geheugenkaart
MiniSD-kaart (hiervoor hebt u een
adapter voor miniSD-kaarten nodig)
Standaard MMC-geheugenkaart
RS-MMC-kaart (hiervoor hebt u een
MMC-adapter nodig)
Een SD-kaart verwijderen
Duw de SD-kaart voorzichtig in de sleuf.
Verwijder de kaart voorzichtig zodra deze
wordt uitgeworpen.
Opmerkingen
Wanneer u een SD-kaart verwijdert, moet u
deze met uw handen vasthouden om te
voorkomen dat de kaart uit de sleuf springt
en in uw oog terechtkomt, en zo uw oog
beschadigt.
Als u een miniSD-kaart gebruikt, moet u de
adapter voor miniSD-kaarten gebruiken. Als
u een miniSD-kaart zonder de adapter in een
sleuf van de printer plaatst, kunt u de
miniSD-kaart wellicht niet verwijderen.
Plaats eerst de
kant met het
teken b.
Een camera of ander
extern apparaat
aansluiten
Als u een beeld vanaf een camera of ander
extern apparaat wilt afdrukken, sluit u de
camera of een ander extern apparaat aan
op de printer. U kunt een extern apparaat
aansluiten dat systemen voor massaopslag
ondersteunt. Zie pagina 46 voor meer
informatie over het aansluiten van de
PictBridge-compatibele digitale camera.
Opmerking
Als er een geheugenkaart in de printer is
geplaatst, kunnen de signalen van een extern
apparaat dat op de PictBridge-aansluiting van
de printer is aangesloten, niet worden gelezen.
Verwijder de geheugenkaart, indien aanwezig.
1
Stel de digitale camera of een
ander extern apparaat in voor
afdrukken met een printer die
geschikt is voor massaopslag.
De instellingen en bewerkingen die
zijn vereist vóór de aansluiting,
verschillen afhankelijk van het externe
apparaat dat u gebruikt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van het externe
apparaat voor meer informatie.
(Selecteer bijvoorbeeld voor de Sony
Cyber-shot digitale camera de stand
"Normal" of "Mass Storage" voor de
optie "USB Connect".)
2
Sluit een camera of een extern
apparaat aan op de PictBridge-
aansluiting van de printer.
Gebruik hiervoor de USB-kabel die bij
de digitale camera of het andere
externe apparaat is geleverd.
19
NL
Voorbereidingen
Camera of ander
extern apparaat
Naar PictBridge-aansluiting
(USB A-TYPE)
Naar USB-aansluiting
Opmerkingen
Het type USB-kabel dat u moet gebruiken,
kan verschillen afhankelijk van de digitale
camera. Gebruik een USB-kabel met een A-
TYPE-aansluiting voor de printer en een
geschikt type aansluiting voor de digitale
camera.
Sony kan niet garanderen dat alle apparaten
voor massaopslag kunnen worden
aangesloten.
Als u een in de handel verkrijgbare USB-kabel
gebruikt, mag deze maximaal 3 meter lang
zijn.
Als het toegangslampje van het externe
apparaat knippert, moet u de stroom van de
printer of het externe apparaat niet
uitschakelen en de USB-kabel niet
verwijderen. Als u dit wel doet, kunnen de
gegevens op het externe apparaat worden
beschadigd. Schade als gevolg van
beschadigde of verloren gegevens wordt niet
vergoed.
20
NL
Standaardafdrukken maken
Geselecteerde
beelden afdrukken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u
beelden op een geheugenkaart of extern
apparaat kunt weergeven
op het LCD-scherm van
de printer en de
geselecteerde beelden
kunt afdrukken.
Standaardafdruk zonder rand
Voordat u begint
U moet voorbereidingen 1 tot en met 5
(pagina 10 tot en met 16) en een van de
volgende handelingen uitvoeren:
"Een geheugenkaart plaatsen" (pagina
17) of "Een camera of ander extern
apparaat aansluiten" (pagina 18)
Opmerking
Tijdens het afdrukken wordt het printpapier een
aantal keren aan de achterzijde van de printer
uitgevoerd. Zorg dat er tijdens het afdrukken
voldoende ruimte achter de printer vrij is.
Een invoersignaal selecteren
met de printer
De printer is niet uitgerust met een
ingangskeuzeschakelaar. Als u een
geheugenkaart of een extern apparaat
aansluit op de printer, worden de beelden
van het aangesloten medium automatisch
weergegeven. Als er meerdere
geheugenkaarten of externe apparaten zijn
aangesloten, heeft het medium dat als
eerste is aangesloten, voorrang. Als u de
printer inschakelt terwijl meerdere media
zijn geplaatst of aangesloten, worden deze
door de printer herkend in deze volgorde:
"Memory Stick" (of "Memory Stick Duo"),
SD-kaart, extern apparaat aangesloten op
de PictBridge-aansluiting en computer
aangesloten op de USB-aansluiting.
Voordat u begint, moet u ervoor zorgen dat
u alleen het medium plaatst of aansluit met
de beelden die u wilt afdrukken. De naam
van het medium waarvan de beelden
worden weergegeven, verschijnt in de
linkerbovenhoek van het LCD-scherm.
Een beeld afdrukken
1
Druk op 1 (aan/standby) om de
printer in te schakelen.
De aanduiding 1 (aan/standby) van
de printer gaat geelgroen branden.
Een beeld op de geheugenkaart of het
externe apparaat wordt weergegeven
op het LCD-scherm.
2
Druk herhaaldelijk op g/G/f/F
tot het beeld wordt weergegeven
dat u wilt afdrukken.
De beelden worden in de beeldenlijst
weergegeven.
21
NL
Standaardafdrukken maken
Tip
Wanneer de printer gereed is voor
afdrukken, gaat de PRINT-aanduiding
blauwgroen branden. (Als de aanduiding
niet gaat branden, controleert u of het
printpapier en de printcartridge correct
zijn ingesteld.)
4
Als het afdrukken is voltooid en
het papier automatisch wordt
uitgevoerd, verwijdert u het
afgedrukte papier uit de
papierlade.
Opmerkingen over het afdrukken
•U moet een geheugenkaart of extern apparaat
niet verwijderen of aansluiten terwijl het
toegangslampje knippert of de
toegangsaanduiding wordt weergegeven op
het LCD-scherm.
Verplaats de printer niet en schakel deze niet
uit tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan
kan de printcartridge of het printpapier
vastlopen. Als u de printer uitschakelt, moet
u de papierlade in de printer laten zitten en
de printer weer inschakelen.
Als papier dat
wordt afgedrukt, in de printer blijft zitten,
verwijdert u het papier dat automatisch is
uitgevoerd en hervat u het afdrukken van stap
1.
Het printpapier wordt een aantal keer
uitgevoerd tijdens het afdrukken. Raak het
uitgevoerde papier niet aan en trek niet aan het
uitgevoerde papier. Wacht totdat het
printpapier volledig is uitgevoerd nadat het
afdrukken is voltooid.
Aangezien het printpapier een aantal keer
wordt uitgevoerd aan de achterkant van de
printer tijdens het afdrukken, moet u ervoor
zorgen dat er tijdens het afdrukken voldoende
ruimte achter de printer vrij is.
Meerdere exemplaren afdrukken
1 Druk op ENTER om het aantal
exemplaren weer te geven.
2
Druk op f/F om het aantal
exemplaren te verhogen of te verlagen.
3 Druk op ENTER om het aantal vast
te leggen.
Een beeld in de beeldenlijst selecteren
Druk op (uitzoomen). In plaats van
één voorbeeld wordt de beeldenlijst
weergegeven. Druk op g/G/f/F om
cursor te verplaatsen naar het beeld
dat u wilt afdrukken.
3
Druk op PRINT.
Het geselecteerde beeld wordt
afgedrukt. Tijdens het afdrukken
knippert de PRINT-aanduiding en
wordt de voortgang van het afdrukken
op het
LCD-scherm
weergegeven.
22
NL
Meerdere beelden afdrukken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u
meerdere beelden kunt afdrukken, het
aantal exemplaren voor elk beeld kunt
opgeven en de beelden één voor één kunt
afdrukken.
1
Druk op 1 (aan/standby) om de
printer in te schakelen.
De aanduiding 1 (aan/standby) van
de printer gaat geelgroen branden.
Beelden op de geheugenkaart of het
externe apparaat worden
weergegeven op het LCD-scherm.
2
Druk op (uitzoomen) om de
beeldenlijst weer te geven.
In plaats van één voorbeeld wordt de
beeldenlijst weergegeven. Het oranje
kader geeft aan waar de cursor is.
Cursor (oranje kader)
Een andere pagina weergeven
Als u de volgende pagina wilt
weergeven, verplaatst u de cursor
naar de onderste rij van de
beeldenlijst en drukt u op F.
Als u de vorige pagina wilt
weergeven, verplaatst u de cursor
naar de bovenste rij en drukt u op
f.
Terug naar weergave van één
voorbeeld
Verplaats de cursor naar het gewenste
beeld en druk op
(inzoomen).
3
Druk op g/G/f/F om de cursor
te verplaatsen naar het beeld dat
u wilt afdrukken en druk op
ENTER.
Het aantal exemplaren wordt "1".
Aantal exemplaren
23
NL
Standaardafdrukken maken
4
Druk op f/F om het aantal
exemplaren in te stellen.
Als u het aantal exemplaren met
één wilt verhogen, drukt u
herhaaldelijk op f.
Wilt u het aantal exemplaren met
één verlagen, dan drukt u
herhaaldelijk kort op F.
Als u het aantal exemplaren weer
op nul wilt zetten, drukt u ten
minste twee seconden op F.
U kunt maximaal 20 exemplaren voor
één beeld opgeven.
Als u een ander beeld wilt
weergeven, druk u op g/G.
Als u de selectie wilt annuleren,
drukt u op CANCEL.
5
Herhaal stap 3 en 4 om andere
beelden te selecteren en per
beeld het aantal exemplaren in te
stellen.
De geselecteerde beelden worden
weergegeven met de cursor.
De selectie annuleren
1 Druk op g/G/f/F om de cursor
te verplaatsen naar het beeld dat u
wilt annuleren in de beeldenlijst en
druk op ENTER.
2 Druk herhaaldelijk op F tot het
aantal exemplaren "0" is.
De selectie van het beeld is
geannuleerd.
6
Druk op PRINT.
De geselecteerde beelden worden
afgedrukt. Tijdens het afdrukken
knippert de PRINT-aanduiding en
wordt het afdrukproces op het LCD-
scherm weergegeven.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere
exemplaren afdrukt, wordt het
afdrukken geannuleerd vanaf de
volgende afdruk.
7
Als het afdrukken is voltooid en
het papier automatisch wordt
uitgevoerd, verwijdert u het
afgedrukte papier uit de
papierlade.
Tip
Zelfs wanneer de resterende hoeveelheid inkt in
de printcartridge te weinig is voor het aantal
afdrukken, kunt u blijven afdrukken. Als de
printcartridge leegraakt tijdens het afdrukken,
verschijnt er een melding. Volg de weergegeven
instructies om de printcartridge te vervangen
(pagina 12).
24
NL
Weergave van
beeldgegevens
wanneer
"Image data
display" in het
menu Options
is ingesteld op
"ON".
Het LCD-scherm
gebruiken
U kunt schakelen tussen de weergave van
één beeld en de beeldenlijst om de beelden
te bekijken en te controleren voordat u
begint met afdrukken.
Druk herhaaldelijk op (uitzoomen).
Het beeld wordt eerst weergegeven in
het oorspronkelijke formaat voordat de
weergave verandert van één beeld naar
de beeldenlijst.
Druk herhaaldelijk op
(inzoomen).
Op het scherm wordt in plaats van de
beeldenlijst één voorbeeld weergegeven.
Vervolgens wordt het beeld vergroot tot
maximaal 5 keer het oorspronkelijke
formaat.
Een ander beeld weergeven of selecteren
Druk op g/G/f/F. Als één beeld wordt
weergegeven, verandert het weergegeven
beeld. Als de beeldenlijst wordt
weergegeven, wordt de cursor (dat het
geselecteerde beeld aangeeft) verplaatst.
Een voorbeeld
Geselecteerd
invoermedium
(geheugenkaart of
extern apparaat)*
Type printcartridge
(P: Post Card/C:
reinigingscassette)
Aanduidingen
voor
bijbehorend
bestand/DPOF/
beveiliging**
Nummer van het
geselecteerde
beeld/
totaalaantal
beelden
Beeldnummer
(map-,
bestandsnummer)
Datum opgeslagen
(jaar/maand/dag)
Gebruikstips
Schuifbalk
waarmee de
positie van het
beeld wordt
aangegeven.
*
Invoeraanduidingen
Het pictogram van het aangesloten medium
wordt weergegeven:
: "Memory Stick" of "Memory Stick Duo"
: SD-kaart
: extern apparaat
25
NL
Standaardafdrukken maken
**Aanduidingen voor bijbehorend
bestand/DPOF/beveiliging
Aanduiding voor bijbehorend bestand:
Naast het weergegeven beeld heeft het beeld
een bijbehorend bestand, zoals een
animatiebestand of een miniatuurversie van
het beeldbestand die u in een e-mailbericht
kunt opnemen.
DPOF-aanduiding:
Het beeld is vooraf ingesteld met DPOF met
een digitale camera.
Beveiligingsaanduiding:
Het beeld is beveiligd met een digitale
camera.
Beeldenlijst
Cursor (oranje kader)
Schuifbalk waarmee de
positie van het beeld
wordt aangegeven.
Gebruikstips
26
NL
Verschillende afdrukken maken
Beelden bewerken
Het menu Edit weergeven
U kunt het menu Edit weergeven en
beelden bewerken of effecten aan beelden
toevoegen.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
PRINT
CANCEL
MENU
1
Geef het beeld weer dat u wilt
bewerken.
Geef het beeld weer in het
voorbeeldvenster of verplaats de
cursor naar het gewenste beeld in de
beeldenlijst.
2
Druk op MENU op de printer.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor menu Edit Menubalk
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige
venster wordt weergegeven.
3
Druk op g/G om (bewerken)
te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
Het menu Edit wordt weergegeven.
Cursor Menu Edit
Items Functies
/ Beelden vergroten of
verkleinen met de toetsen
op de printer.
Een beeld verplaatsen.
Een beeld draaien.
De beeldkwaliteit
aanpassen.
Filters aan een beeld
toevoegen.
Rode ogen beperken.
De laatste bewerking
ongedaan maken en de
status van het beeld voor
de bewerking herstellen.
Het bewerkte beeld
opslaan.
Het menu Edit sluiten.
Tip
Terwijl u een beeld bewerkt, kunt u op MENU
drukken en een aantal items in het menu Set Up
instellen.
27
NL
Verschillende afdrukken maken
4
Druk op ENTER.
De positie van het beeld wordt
vastgelegd.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 30).
Beelden draaien
1
Geef het menu Edit weer (pagina
26).
2
Druk op g/G om (draaien) te
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Rotate wordt weergegeven.
Pictogram Rotate Menu Rotate
Beelden vergroten of
verkleinen
1
Geef het menu Edit weer (pagina
26).
2
Druk op (inzoomen) om een
beeld te vergroten of op
(uitzoomen) om het te verkleinen.
Wanneer u op de toets drukt, wordt
het beeld groter of kleiner:
: maximaal 200%
: maximaal 60%
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergroot beeld kan
afnemen, afhankelijk van de grootte.
Beelden verplaatsen
1
Geef het menu Edit weer (pagina
26).
2
Druk op g/G om (positie) te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
De pijltoetsen b/B/v/V worden
rechts van/links van/boven/onder
het beeld weergegeven en u kunt het
beeld verplaatsen.
3
Verplaats het beeld met de
pijltoets g/G/f/F.
Het beeld wordt in de geselecteerde
richting verplaatst.
Wordt vervolgd
28
NL
3
Druk op f/F om de richting te
selecteren waarin u het beeld wilt
draaien en druk op ENTER.
Rotate 90° Clockwise: wanneer u op
ENTER drukt, wordt het beeld 90°
rechtsom gedraaid.
Rotate 90° Counterclockwise:
wanneer u op ENTER drukt, wordt
het beeld 90° linksom gedraaid.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 30).
Beelden aanpassen
1
Geef het menu Edit weer (pagina 26).
2
Druk op g/G om (aanpassen)
te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Adjust wordt weergegeven.
Pictogram Adjust
Menu Adjust
3
Druk op f/F om het gewenste
hulpmiddel voor aanpassen te
selecteren en druk op ENTER.
De aanpassingsbalk verschijnt.
Als "Brightness" is geselecteerd.
Aanpassingsbalk
4
Verplaats het schuifblokje naar de
gewenste positie om het niveau
aan te passen.
Brightness: druk op G om de foto
helderder te maken of op g om de
foto donkerder te maken.
Tint: druk op G om de foto blauwer
te maken of op g om de foto roder
te maken.
Saturation: druk op G om de
kleuren dieper te maken of op g
om de kleuren lichter te maken.
Sharpness: druk op
G
om de
contouren van het beeld scherper te
maken of op g om de contouren te
herstellen.
5
Druk op ENTER.
De aanpassingen worden geactiveerd.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 30).
Speciale filters aan een beeld
toevoegen
1
Geef het menu Edit weer (pagina
26).
2
Druk op g/G om (filter) te
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven
.
29
NL
Verschillende afdrukken maken
Menu Filter Pictogram Filter
3
Druk op f/F om het filter te
selecteren dat u aan het beeld
wilt toevoegen.
Sepia: het beeld lijkt op een oude
foto met vervaagde kleuren.
Monochrome: het beeld wordt
monochroom.
Paint: het beeld lijkt op een schilderij.
Fish-eye: het beeld lijkt op een foto
die is genomen met een fish-eye lens.
No Filter: geen speciaal filter
toepassen op het beeld
(standaardinstelling).
4
Druk op ENTER.
Het filter wordt geactiveerd.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 30).
Rode ogen beperken
Als u een foto hebt genomen met de flitser,
kunt u rode ogen beperken.
Opmerking
Als u aanvullende bewerkingen, zoals
vergroten, verkleinen, draaien of
verplaatsen van beelden, uitvoert nadat u
de functie voor de beperking van rode
ogen hebt ingesteld, wordt deze functie
wellicht niet geactiveerd. Schakel deze
functie pas in als u alle andere
bewerkingen hebt uitgevoerd.
1
Geef het menu Edit weer (pagina
26).
2
Druk op g/G om (rode ogen
beperken) te selecteren en druk
op ENTER.
Het aanpassingskader verschijnt op
het beeld. Dit kader geeft het gebied
aan waarin de functie voor de
beperking van rode ogen wordt
uitgevoerd.
Aanpassingskader
3
Pas de positie en de grootte van
het aanpassingskader aan.
U kunt de functie voor de beperking
van rode ogen afzonderlijk toepassen
op het linker- en rechteroog.
Wordt vervolgd
30
NL
Beelden opslaan en afdrukken
Een beeld afdrukken
1
Druk op PRINT.
Het dialoogvenster voor het opgeven
van het aantal exemplaren wordt
weergegeven.
2
Druk op f/F om het aantal
exemplaren te verhogen of te
verlagen.
Als u het aantal exemplaren met
één wilt verhogen, drukt u
herhaaldelijk op f.
Wilt u het aantal exemplaren met
één verlagen, dan drukt u
herhaaldelijk kort op F.
Als u het aantal exemplaren weer
op nul wilt zetten, drukt u ten
minste twee seconden op F.
3
Druk op PRINT om het afdrukken
te starten.
Het voorbeeld wordt afgedrukt.
Beelden opslaan
Als u (opslaan) selecteert in het menu
Edit of Creative Print, wordt het
dialoogvenster weergegeven waarin u
kunt aangeven waar u het beeld wilt
opslaan. U kunt het beeld opslaan met een
nieuw beeldnummer.
Tip
Het geselecteerde beeld wordt niet
overschreven.
1
Selecteer de bestemming om een
beeld op te slaan.
Druk op f/F om het medium te
selecteren ("Memory Stick" of "SD
Card") en druk op ENTER.
Het aanpassingskader verplaatsen
1 Druk op g/G om
(positie) te
selecteren en druk op ENTER.
2
Verplaats het kader met g/G/f/F.
Het kader wordt in de
geselecteerde richting verplaatst.
3 Druk op ENTER.
De huidige positie van het kader
wordt vastgelegd.
De grootte van het
aanpassingskader aanpassen
Druk op g/G om
(vergroten) of
(verkleinen) te selecteren en druk
op ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt, wordt
het kader groter of kleiner.
U kunt het formaat ook vergroten of
verkleinen met
(inzoomen) of
(uitzoomen) op de printer.
Tip
Maak het aanpassingskader twee tot zeven
keer zo groot als het oog.
4
Druk op g/G om te selecteren
en druk op ENTER.
Het gebied waarop de functie voor de
beperking van rode ogen wordt
toegepast, wordt vergroot.
5
Druk op ENTER.
De aanpassingen worden geactiveerd.
Het menu voor rode ogen beperken
wordt weergegeven.
Herhaal stap 3 tot en met 5 om andere
rode ogen aan te passen.
De aanpassingen ongedaan maken
Druk in stap 5 op CANCEL in plaats van
ENTER. Het aanpassen van rode ogen
wordt geannuleerd en het venster van stap
2 wordt weergegeven.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 30).
31
NL
Verschillende afdrukken maken
Het dialoogvenster voor het instellen
van de datum wordt weergegeven. U
kunt de datum met het beeld opslaan.
2
Stel de datum in.
Druk op f/F om het nummer te
selecteren en druk vervolgens op g/G
om de dag, maand of het jaar te
selecteren. Druk vervolgens op
ENTER.
Het bewerkte beeld of Creative Print-
beeld wordt opgeslagen als een nieuw
beeld. Het dialoogvenster voor het
weergeven van nieuwe beeldnummers
(mapnummer-bestandsnummer)
wordt weergegeven.
3
Druk op ENTER.
Opmerking
Schakel de printer niet uit en verwijder de
geheugenkaart niet tijdens het opslaan van het
beeld. De geheugenkaart kan worden beschadigd.
Deelbeelden en
kalenders maken
(Creative Print)
Het menu Creative Print
weergeven
U kunt het menu Creative Print
weergeven en kalenders of deelbeelden
maken met beelden vanaf een
geheugenkaart of een extern apparaat.
Toetsen die in Creative Print worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
PRINT
CANCEL
MENU
1
Druk op MENU.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor menu
Creative Print Menubalk
De menustand uitschakelen
Druk op MENU. Het vorige venster
wordt weergegeven.
Wordt vervolgd
32
NL
2
Druk op g/G om (Creative
Print) te selecteren en druk op
ENTER.
Het menu Creative Print wordt
weergegeven.
De bewerking halverwege ongedaan
maken
Druk op CANCEL. Het venster van de
vorige stap wordt weergegeven.
Afhankelijk van de stap kunt u de
bewerking wellicht niet ongedaan maken.
Tip
Terwijl u een creatieve afdruk maakt, kunt u op
MENU drukken en een aantal items in het menu
Set Up instellen.
Een creatieve afdruk opslaan (pagina
30)
Als u een beeld wilt opslaan, selecteert u
in het scherm.
Het menu Creative Print sluiten
Druk tijdens de bewerkingen op MENU
en selecteer "Creative Print Complete".
Geef het voorbeeld weer en druk op g/
G/f/F om
te selecteren. Druk
vervolgens op ENTER.
Het dialoogvenster voor het opslaan van
beelden wordt weergegeven (pagina 30).
Deelbeelden maken
U kunt een afdruk
maken met 2, 4, 9, 13 of
16 deelbeelden.
1
Geef het menu Creative Print
weer (pagina 31).
2
Druk op g/G om "Split Image" te
selecteren en druk op ENTER.
De sjablonen voor deelbeelden
worden weergegeven.
3
Druk op g/G om de gewenste
sjabloon te selecteren en druk op
ENTER.
Het voorbeeld van de gewenste
sjabloon wordt weergegeven.
Beeldgebied
Tip
U kunt elk gebied in een willekeurige
volgorde selecteren en instellen.
33
NL
Verschillende afdrukken maken
4
Druk op g/G/f/F om het
gewenste beeldgebied te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
een beeld wordt weergegeven.
5
Druk op g/G/f/F om het
gewenste beeldgebied te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
de beeldpositie wordt weergegeven.
Hulpmiddelen voor aanpassen
6
Pas het formaat en de positie van
het geselecteerde beeld aan.
Druk op g/G om het gewenste item
voor aanpassing te selecteren en druk
op ENTER.
Items Procedures
/ Beelden vergroten of
verkleinen met de toetsen op
de printer.
Verplaats het aanpassingskader
met g/G/f/F en druk op
ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld 90° rechtsom
gedraaid.
7
Druk op g/G/f/F om te
selecteren en druk op ENTER.
Het geselecteerde beeld wordt
toegevoegd aan het beeldgebied. Als
u een sjabloon met meerdere beelden
selecteert, herhaalt u stappen 3 tot en
met 7 om een beeld voor elk gebied te
selecteren.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 30).
34
NL
Kalenders maken
U kunt kalenders
maken met uw
favoriete beelden
.
1
Geef het menu Creative Print
weer (pagina 31).
2
Druk op
g/G
om "Calendar" te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
een kalendertype wordt weergegeven.
3
Druk op
g/G
om de gewenste
sjabloon te selecteren en druk op
ENTER.
Het voorbeeld van de gewenste
sjabloon wordt weergegeven.
Beeldgebied Kalendergebied
Tip
U kunt een beeld- of kalendergebied in een
willekeurige volgorde selecteren en instellen
.
4
Selecteer een beeld.
Als u een sjabloon met meerdere
beelden selecteert, herhaalt u de
onderstaande procedure om een beeld
voor elk gebied te selecteren.
1 Druk op g/G/f/F om een
beeldgebied te selecteren en druk
op ENTER.
De beeldenlijst wordt weergegeven
(pagina 33).
2 Druk op
g/G/f/F
om het
gewenste beeld te selecteren en
druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
het beeldformaat en de beeldpositie
wordt weergegeven.
Zie stap 6 op pagina 33 voor meer
informatie over aanpassingen.
3 Druk op g/G om
te selecteren
en druk op ENTER.
Het beeld wordt geselecteerd en
weergegeven in het betreffende
gebied.
5
Stel de kalender in.
1 Druk op
g/G/f/F
om het
kalendergebied te selecteren en
druk op ENTER om het venster
voor de kalenderinstellingen weer
te geven.
2 Druk op de pijltoets (
f/F
) om de
volgende items te selecteren en op
de pijltoets (
g/G
) om een optie te
selecteren.
35
NL
Verschillende afdrukken maken
Item Functies
Start Y/M
Stel de beginmaand en het
beginjaar voor de kalender in.
Druk op
g/G
om de maand of het
jaar te selecteren en druk op
f/F
om het nummer te selecteren.
Druk op ENTER.
Start Day
Stel de eerste dag van de week in
(wordt uiterst links op de
kalender gezet).
Druk op
f/F
om "Sunday" of
"Monday" te selecteren. Druk op
ENTER.
Color of Day
Stel de kleur in voor zondag en
zaterdag zoals u deze wilt
weergeven in de kalender. Druk
op
G
en vervolgens op
f/F
om de
gewenste kleur voor zondag en
zaterdag te selecteren. Druk
vervolgens op ENTER.
3 Druk op
g/G/f/F
om te
selecteren en druk op ENTER.
De kalender wordt weergegeven in
het kalendergebied.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 30).
Eenvoudige afdrukken
maken (Index/DPOF/All)
Met het menu Easy Printing kunt u
meerdere beelden die zijn opgeslagen op
een geheugenkaart of op een extern
apparaat, in één keer afdrukken.
De printer biedt de volgende drie
eenvoudige afdrukmethoden:
Index afdrukken
U kunt een lijst (index) afdrukken met
alle beelden op een geheugenkaart of
extern apparaat. Zo kunt u eenvoudig
de inhoud van het geselecteerde
medium controleren.
Het aantal deelvensters op een vel
wordt automatisch berekend. De
beelden worden afgedrukt met de
bijbehorende beeldnummers
(mapnummer-bestandsnummer).
Beeldnummer
Datum (als Date
Print is ingeschakeld.)
Beelden afdrukken die vooraf zijn
ingesteld met DPOF
De beelden die vooraf zijn ingesteld voor
afdrukken met DPOF (Digital Print
Order Format), worden in de beeldenlijst
weergegeven met de afdrukmarkering
(
). U kunt deze beelden in één keer
afdrukken. Het vooraf ingestelde aantal
exemplaren van de beelden wordt
afgedrukt in de volgorde waarin de
beelden zijn weergegeven.
Wordt vervolgd
36
NL
Alle beelden afdrukken
U kunt alle beelden op een
geheugenkaart of extern apparaat in één
keer afdrukken.
Opmerkingen
Raadpleeg de handleiding bij de digitale
camera voor meer informatie over het vooraf
instellen van beelden voor afdrukken.
Sommige digitale camera’s bieden geen
ondersteuning voor de functie DPOF of de
printer is wellicht niet compatibel met
bepaalde functies van de digitale camera.
1
Druk op MENU op de printer.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram Easy Printing Menubalk
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige
venster wordt weergegeven.
2
Druk op g/G om (Easy Printing)
te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Easy Printing wordt
weergegeven.
Menu Easy Printing
3
Druk op f/F om "Index Print",
"DPOF Print" of "Print All" te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven.
Opmerking
Als er geen beelden zijn die vooraf zijn
ingesteld met DPOF wanneer u op "DPOF
Print" drukt, wordt een foutbericht
weergegeven.
4
Druk op g/G om "Yes" te
selecteren en het afdrukken te
starten of om "No" te selecteren
en het afdrukken te annuleren.
Druk vervolgens op ENTER.
Als u "Yes" selecteert, wordt het afdrukken
gestart. Tijdens het afdrukken knippert de
PRINT-aanduiding en wordt het
afdrukproces weergegeven.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere
exemplaren afdrukt, wordt het
afdrukken geannuleerd vanaf de
volgende afdruk.
5
Als het afdrukken is voltooid en
het papier automatisch wordt
uitgevoerd, verwijdert u het
afgedrukte papier uit de
papierlade.
Tips
Zelfs wanneer de resterende hoeveelheid inkt
in de printcartridge te weinig is voor het
aantal afdrukken, kunt u blijven afdrukken.
Als de printcartridge leegraakt tijdens het
afdrukken, verschijnt er een melding. Volg de
weergegeven instructies om de printcartridge
te vervangen (pagina 12).
Als "Date Print" in het menu Set Up is
ingesteld op "On", wordt de opname- of
opslagdatum van het beeld ook afgedrukt
(pagina 43).
37
NL
Verschillende afdrukken maken
Een diavoorstelling
weergeven
U kunt een diavoorstelling van de beelden
op een geheugenkaart of extern apparaat
weergeven. U kunt ook handmatig een
beeld afdrukken dat wordt weergegeven.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
PRINT
CANCEL
MENU
1
Druk op MENU.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor
Menubalk menu Slideshow
2
Druk op g/G om (
Slideshow
)
te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Slideshow wordt
weergegeven.
Menu Slideshow
3
Druk op f/F om "Switch" te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Het venster voor het schakelen tussen
beelden wordt weergegeven.
4
Druk op f/F om "Automatic" te
selecteren en automatisch tussen
beelden te schakelen of om
"Manual" te selecteren om
handmatig te schakelen. Druk
vervolgens op ENTER.
5
Druk op f/F om "Execute" te
selecteren en druk op ENTER.
Als "Automatic" is geselecteerd: De
beelden op de geheugenkaart of het
externe apparaat worden
automatisch één voor één weergegeven.
Als "Manual" is geselecteerd:
Het beeld met de cursor in de
beeldenlijst wordt weergegeven.
Als u wilt schakelen tussen beelden,
drukt u op g/G/f/F. Het beeld
links, rechts, boven of onder het
huidige beeld in de beeldenlijst
wordt weergegeven.
De diavoorstelling beëindigen
Druk op CANCEL.
Weergegeven beelden afdrukken
Als u de diavoorstelling handmatig
afspeelt, kunt u een weergegeven beeld
afdrukken door op PRINT te drukken.
Opmerkingen
Afhankelijk van het beeld kan het enige tijd
duren voordat het beeld wordt weergegeven.
U kunt beelden die niet als miniaturen worden
weergegeven, niet weergeven, omdat deze zijn
beschadigd of wegens een ander probleem.
38
NL
Beelden zoeken
Met het menu Search kunt u op een
geheugenkaart of extern apparaat zoeken
naar beelden op beeldnummer of datum.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
1
Druk op MENU.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor menu Image Search
De menustand uitschakelen
Druk op MENU. Het vorige venster
wordt weergegeven.
2
Druk op g/G om (
Image Search
)
te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Image Search wordt
weergegeven.
Menu Image Search
3
Druk op f/F om de zoekmethode
te selecteren en druk op ENTER.
Het dialoogvenster voor het opgeven
van de zoekcriteria wordt weergegeven.
4
Druk op g/G om een item te
selecteren en op f/F om
nummers op te geven.
Als u "By File No." selecteert:
Geef de begin- en eindnummers op
voor de bestanden (map- en
bestandsnummers) waarnaar u
wilt zoeken
:
Eerste Laatste
beeldnummer beeldnummer
Tip
Als u een specifiek bestand wilt zoeken,
voert u in beide vakken hetzelfde nummer
in.
Als u "By Date" selecteert:
Geef de begin- en einddatums op
voor de bestanden waarnaar u wilt
zoeken:
Begindatum Einddatum
Tip
Als u beelden van een specifieke dag wilt
zoeken, voert u in beide vakken dezelfde
datum in.
39
NL
Verschillende afdrukken maken
Beelden verwijderen
U kunt de geselecteerde beelden verwijderen
of de "Memory Stick" formatteren.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
Opmerkingen
Tijdens het verwijderen of formatteren moet
u de printer niet uitschakelen en de
geheugenkaart niet verwijderen. De printer of
de geheugenkaart kan worden beschadigd.
Ook kan het beeld worden beschadigd.
Een verwijderd beeld kan niet worden hersteld.
Controleer het beeld goed voordat u het verwijdert.
Als u een "Memory Stick" formatteert,
worden alle bestanden, inclusief de
beeldbestanden, verwijderd.
•U kunt beelden op een extern apparaat niet
verwijderen.
•U kunt geen andere geheugenkaarten dan de
"Memory Stick" formatteren.
Als u "By Folder No." selecteert:
Geef het mapnummer op van de
beelden waarnaar u wilt zoeken:
5
Druk op ENTER.
Het zoeken begint. Als het zoeken is
voltooid, worden de zoekresultaten
weergegeven.
Als er geen beelden zijn gevonden
"No images were found" wordt
weergegeven.
6
Druk op ENTER.
De beeldenlijst wordt weergegeven.
Als u "By File No." en "By Date"
hebt geselecteerd, wordt "01"
weergegeven op de gevonden
beelden om het aantal exemplaren
aan te geven. U kunt de
geselecteerde beelden eenvoudig
controleren in de beeldenlijst.
Als u "By Folder No." hebt
geselecteerd, wordt het eerste of
laatste beeld in de geselecteerde
map weergegeven.
Gevonden beelden afdrukken
Druk op g/G/f/F om het beeld te
selecteren dat u wilt afdrukken en druk
vervolgens op ENTER. Druk op f/F om
het aantal exemplaren in de stellen en
druk vervolgens opnieuw op ENTER.
Als u meerdere beelden wilt afdrukken,
herhaalt u deze procedures.
Druk op PRINT om het afdrukken te
starten. Het opgegeven aantal exemplaren
van de geselecteerde beelden wordt
afgedrukt.
40
NL
Geselecteerde beelden
verwijderen
U kunt beelden op een geheugenkaart
selecteren en verwijderen.
1
Druk op MENU.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor menu
Menubalk Delete/Format
Als u de menustand wilt sluiten,
drukt u op MENU. Het vorige venster
wordt weergegeven.
2
Druk op g/G om (Delete/
Format) te selecteren en druk op
ENTER.
Het menu Delete/Format wordt
weergegeven.
Menu Delete/Format
3
Druk op f/F om "Delete Image"
te selecteren en druk op ENTER.
De beeldenlijst wordt weergegeven.
Pictogram van prullenbak
4
Druk op g/G/f/F om het
pictogram van de prullenbak te
verplaatsen naar het beeld dat u
wilt verwijderen en druk op ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven.
5
Druk op g/G om "OK" te
selecteren en druk op ENTER.
Het geselecteerde beeld wordt verwijderd.
Als u andere beelden wilt verwijderen,
herhaalt u stap 4 tot en met 5.
Tip
Als u het menu Delete/Format wilt sluiten,
drukt u op MENU of CANCEL.
Opmerkingen
Als u een beeld met de aanduiding voor het
bijbehorende bestand ( ) verwijdert, wordt
het bijbehorende animatiebestand of het e-
mailbestand ook verwijderd.
•U kunt een beveiligd beeld met de
beveiligingsaanduiding ( ) of een beeld met
de aanduiding voor de afdrukwachtrij (
)
niet verwijderen.
Een "Memory Stick" formatteren
U kunt een "Memory Stick" formatteren.
1
Druk op MENU.
De menubalk wordt weergegeven.
2
Druk op g/G om (Delete/
Format) te selecteren en druk op
ENTER.
Het menu Delete/Format wordt
weergegeven.
3
Druk op f/F om "Memory Stick
Format" te selecteren en druk op
ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven.
4
Druk op g/G om "OK" te
selecteren en druk op ENTER.
De "Memory Stick" wordt geformatteerd.
Opmerking
Als u een "Memory Stick" formatteert, worden
alle beelden van de "Memory Stick" verwijderd.
41
NL
Verschillende afdrukken maken
2
Druk op g/G om (Set Up) te
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Set Up wordt weergegeven.
Menu Set Up
Opmerking
De instellingen die u niet kunt wijzigen,
worden grijs weergegeven en kunnen niet
worden geselecteerd.
3
Druk op f/F om het gewenste
item te selecteren en druk op
ENTER.
Het venster met instellingen voor het
geselecteerde item wordt
weergegeven (volgende pagina).
4
Druk op f/F om de gewenste
instelling te selecteren en druk op
ENTER.
De instelling wordt vastgelegd.
Tip
Als u het menu Set Up wilt sluiten, drukt u op
MENU.
De afdrukinstellingen
wijzigen (Set Up)
Met het menu Set Up kunt u de
afdrukinstellingen wijzigen die op pagina
42 en 43 worden vermeld.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
1
Druk op MENU.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor
Menubalk menu Set Up
Als u de menustand wilt sluiten,
drukt u op MENU. Het vorige venster
wordt weergegeven.
Wordt vervolgd
42
NL
Item Instellingen Inhoud
Auto Fine Print 3
Photo*/Vivid Photo: beelden worden automatisch aangepast
zodat de beelden mooi en natuurlijk worden
afgedrukt. (Aanbevolen)
Vivid: beelden worden automatisch aangepast
zodat de beelden scherper en levendiger worden
afgedrukt dan met de modus Photo.
Opmerkingen
De beeldgegevens worden niet aangepast.
Als u afdrukt in de PC-stand, worden de instellingen voor
deze stand overschreven door de Auto Fine Print 3-
instelling van de printerdriver. In de PictBridge-stand blijft
deze instelling actief.
Off Beelden worden zonder aanpassingen afgedrukt.
Exif Print On*
Beelden die met een Exif Print-compatibele digitale
camera (Exif 2.21) zijn gemaakt, worden automatisch
aangepast voor de beste beeldkwaliteit
.
Opmerking
De beeldgegevens worden niet aangepast.
Off Beelden worden zonder aanpassingen afgedrukt.
Borders Yes Beelden worden met randen afgedrukt.
Opmerking
Afhankelijk van het beeld worden de boven- en onderrand of
de rechter- en linkerrand bijgesneden en afgedrukt
.
No* Beelden worden zonder randen afgedrukt.
Opmerking
Als u met een digitale camera een standaard 4:3-foto neemt,
worden de boven- en onderrand van het beeld bijgesneden
en wordt het beeld afgedrukt als een 3:2-foto.
*: Fabrieksinstellingen
43
NL
Verschillende afdrukken maken
Item Instellingen Inhoud
Date Print On Beelden worden afgedrukt met de datum waarop deze zijn
gemaakt als het beeld is opgenomen met de DCF-indeling
(Design rule for Camera File system). Als u een afdruk wilt
maken met de datum waarop het beeld is gemaakt, moet u
beelden in de DCF-bestandsindeling opnemen.
Als het beeld wordt opgeslagen met de printer, wordt de
datum waarop het beeld wordt opgeslagen, ook afgedrukt.
Off* Beelden worden zonder de datum afgedrukt.
Color Setting De kleuren en de scherpte van een afdruk worden
aangepast. Druk op g/G om een kleurelement te
selecteren("R" (rood), "G" (groen) of "B" (blauw)) of om "S"
(Sharpness) te selecteren en druk op f/F om het niveau in
te stellen. U kunt de niveaus voor R, G, B instellen van +4 tot
–4 en voor S van +7 tot 0.
R: de rode en blauwe elementen worden aangepast. Hoe
hoger u het niveau instelt, hoe roder het beeld wordt alsof
er rood licht op schijnt. Hoe lager u het niveau instelt, hoe
donkerder het beeld wordt alsof er lichtblauw wordt
toegevoegd.
G:de groene en paarse elementen worden aangepast. Hoe
hoger u het niveau instelt, hoe groener het beeld wordt
alsof er groen licht op schijnt. Hoe lager u het niveau
instelt, hoe donkerder het beeld wordt alsof er roodpaars
wordt toegevoegd.
B: de blauwe en gele elementen worden aangepast. Hoe
hoger u het niveau instelt, hoe blauwer het beeld wordt
alsof er blauw licht op schijnt. Hoe lager u het niveau
instelt, hoe donkerder het beeld wordt alsof er geel wordt
toegevoegd.
S: hoe hoger u het niveau instelt, hoe scherper de contouren
worden.
(*R: 0/G:0/B:0/S:0)
*: Fabrieksinstellingen
Instellingen annuleren
Druk op CANCEL. De wijzigingen die u in de instellingen hebt aangebracht, worden
ongedaan gemaakt.
44
NL
De printervoorkeuren
wijzigen (Option)
Met het menu Option kunt u de
voorkeuren wijzigen die op pagina 45
worden weergegeven.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
1
Druk op MENU.
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor
Menubalk menu Option
Als u de menustand wilt sluiten,
drukt u op MENU. Het vorige venster
wordt weergegeven.
2
Druk op g/G om (Option) te
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Option wordt
weergegeven.
Menu Option
3
Druk op f/F om het gewenste
item te selecteren en druk op
ENTER.
Het venster met instellingen voor het
geselecteerde item wordt
weergegeven (volgende pagina).
Als u de verborgen items wilt
weergeven, gaat u omhoog en omlaag
in het venster met f/F.
Opmerking
Items die u niet kunt wijzigen, worden
grijs weergegeven en kunnen niet worden
geselecteerd.
4
Druk op f/F om de gewenste
instelling te selecteren en druk op
ENTER.
De instelling wordt vastgelegd.
Tip
Als u het menu Set Up wilt sluiten, drukt u op
MENU.
45
NL
Verschillende afdrukken maken
Item Instellingen Inhoud
Listing Order
Ascending* In het venster met de beeldenlijst worden de beelden
in de volgorde van de beeldnummers weergegeven
waarbij het laagste nummer eerst wordt
weergegeven.
Descending
In het venster met de beeldenlijst worden de beelden in
de volgorde van de beeldnummers weergegeven
waarbij het hoogste nummer eerst wordt weergegeven.
Icon On* In het venster met de beeldenlijst worden de beelden
zonder miniaturen (miniatuurweergaven die worden
gebruikt als index) weergegeven als pictogram.
Off
In het venster met de beeldenlijst worden de beelden
zonder miniaturen (miniatuurweergaven die worden
gebruikt als index) weergegeven als het originele beeld.
Image Data Display
On In het voorbeeldvenster worden de beeldgegevens
(bestandstype, opname-omstandigheden, enzovoort)
weergegeven.
Off* In het voorbeeldvenster worden geen beeldgegevens
weergegeven.
Date Display Order
De volgorde waarin de datum wordt weergegeven (jaar, maand en
dag) instellen:
Y/M/D* • M/D/Y •D/M/Y
LCD Backlight De helderheid van de LCD-achtergrondverlichting instellen:
Bright*/Dark
Demonstration Mode
On* Er wordt automatisch een flashdemonstratie gestart
om de functies van de printer te beschrijven wanneer
de printer gedurende 3 minuten niet is gebruikt en er
geen media op zijn aangesloten. Als u de demonstratie
wilt stoppen, drukt u op een willekeurige toets.
Off Er wordt geen flashbestand gestart.
Language
U kunt de taal voor de menu’s of voor berichten selecteren. Afhankelijk
van de regio waar u het apparaat hebt aangeschaft, kunnen de volgende
talen worden weergegeven: English*/French/Italian/German/Spanish/
Russian/Korean/Chinese (Simplified)
*: Fabrieksinstellingen
Opmerking
Als u de verborgen items wilt weergeven, gaat u omhoog en omlaag in het venster met f/F.
Instellingen annuleren
Druk op CANCEL. De wijzigingen die u in de instellingen hebt aangebracht, worden
ongedaan gemaakt.
46
NL
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera
Beelden afdrukken vanaf
de digitale camera
U kunt een PictBridge-compatibele
digitale camera aansluiten op de printer en
beelden rechtstreeks vanaf de digitale
camera afdrukken.
Voordat u begint
U moet voorbereidingen 1 tot en met 4
(pagina 10 tot en met 15) en de volgende
handelingen uitvoeren:
1
Stel de digitale camera in voor
afdrukken met een PictBridge-
compatibele printer.
De instellingen en bewerkingen die zijn
vereist vóór de aansluiting, verschillen
afhankelijk van de digitale camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij
de digitale camera voor meer
informatie. (Selecteer bijvoorbeeld voor
de Sony Cyber-shot digitale camera de
stand "PictBridge" of "Auto" voor "USB
Connect".)
Opmerking
Als u een DSC-T1 gebruikt, moet u de
softwareversie bijwerken.
2
Sluit de printer aan op de
stroombron (pagina 16).
3
Druk op 1 (aan/standby) om de
printer in te schakelen (pagina 20).
De aanduiding 1 (aan/standby) van
de printer gaat geelgroen branden.
4
Sluit een PictBridge-compatibele
digitale camera aan op de
PictBridge-aansluiting van de
printer (pagina 18).
Als u een PictBridge-compatibele
digitale camera aansluit op de printer,
wordt "The printer is being connected
to PictBridge camera." weergegeven
op het LCD-scherm van de printer.
5
Druk een beeld af vanaf de
digitale camera.
De printer biedt ondersteuning voor
de volgende afdrukken:
Eén beeld afdrukken
Alle beelden afdrukken
Index-afdrukken
• DPOF-afdrukken
• Afdrukken met of zonder rand
Datum afdrukken
Zie pagina 21 voor opmerkingen over
het afdrukken.
Opmerkingen
Als u een printcartridge vervangt terwijl de
printer is aangesloten op een digitale
PictBridge-camera, wordt het beeld wellicht
niet goed afgedrukt. Als dit gebeurt, koppelt
u de digitale camera los en sluit u deze
opnieuw aan.
Als u een beeld afdrukt vanaf de digitale
camera zonder instellingen voor
beeldkwaliteit, wordt het beeld afgedrukt met
de instellingen die in het menu Set Up zijn
opgegeven.
Camera of ander
extern apparaat
Naar PictBridge-aansluiting
(USB A-TYPE)
Naar USB-aansluiting
47
NL
Afdrukken vanaf een computer
Wordt vervolgd
Afdrukken vanaf een computer
Als u de beelden vanaf een computer wilt
afdrukken, installeert u de bijgeleverde
software op de computer en sluit u de
computer op de printer aan.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de
bijgeleverde software op de computer
kunt installeren en hoe u het bijgeleverde
Picture Motion Browser-software kunt
gebruiken om beelden af te drukken.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij
de computer voor meer informatie.
U hoeft de software alleen te installeren
wanneer u de printer voor het eerst
aansluit op de computer.
Informatie over de bijgeleverde CD-ROM
De bijgeleverde CD-ROM bevat de
volgende software:
Printerdriver voor DPP-FP55: in de
software worden de vereisten van de
printer beschreven. Met de printerdriver
kunt u afdrukken vanaf de computer.
Picture Motion Browser: originele
software van Sony waarmee u
stilstaande beelden en films kunt
vastleggen, beheren, verwerken en
afdrukken.
De software installeren
Systeemvereisten
Als u de bijgeleverde printerdriver en
Picture Motion Browser wilt gebruiken,
moet de computer aan de volgende
systeemvereisten voldoen:
Besturingssysteem: Microsoft Windows
®
XP Professional/Windows
®
XP Home
Edition/Windows
®
2000 Professional/
Windows
®
Millennium Edition vooraf
geïnstalleerd (IBM PC/AT-compatibel)
(Windows 95, Windows 98 Gold Edition,
Windows 98 Second Edition, Windows
NT en andere versies van Windows 2000
(zoals Server) worden niet ondersteund.)
Processor: Pentium III 500 MHz of sneller
(Pentium III 800 MHz of sneller wordt
aanbevolen.)
RAM: 128 MB of meer (256 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Beschikbare schijfruimte: 200 MB of meer.
(Afhankelijk van de Windows-versie die
u gebruikt, is er meer ruimte vereist. Als
u beeldgegevens wilt verwerken, hebt u
extra schijfruimte nodig.)
Beeldscherm:
Schermgedeelte: 800 x 600 pixels of meer
Kleuren: 16-bits hoge kleuren of meer
Vereiste software: DirectX 9.0 of hoger
(Vereist voor Picture Motion Browser)
Opmerkingen
Als u een hub gebruikt om de printer op de
computer aan te sluiten, of als er twee of meer
USB-apparaten, waaronder andere printers,
op de computer zijn aangesloten, kunnen er
problemen optreden. Als dit gebeurt, sluit u
de printer rechtstreeks aan op de computer.
•U kunt de printer niet bedienen vanaf een
ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt
gebruikt.
•U moet de USB-kabel niet verwijderen van of
aansluiten op de printer tijdens de
gegevenscommunicatie of het afdrukken. De
printer functioneert wellicht niet goed.
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera/
Afdrukken vanaf een computer
48
NL
2 Schakel de computer in en start
Windows.
Als u de software wilt installeren of
verwijderen in Windows
®
2000
Professional, moet u zich aanmelden
als "Administrator" (Beheerder) of
"Power user" (Hoofdgebruiker).
Wilt u de software installeren of
verwijderen in Windows
®
XP
Professional/Windows
®
XP Home
Edition, dan moet u zich aanmelden
met een gebruikersnaam die hoort
bij de gebruikersaccount "Computer
administrator" (Beheerder van deze
computer).
Opmerkingen
Sluit alle geopende programma’s
voordat u de software installeert.
De dialoogvensters in dit gedeelte zijn
afkomstig uit Windows XP Professional,
tenzij anders aangegeven. Afhankelijk
van het besturingssysteem kunnen de
weergegeven installatieprocedures en
dialoogvensters verschillen.
3
Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station van de computer.
De installatie wordt automatisch
gestart en het installatievenster wordt
weergegeven.
Opmerking
Als het installatievenster niet automatisch
wordt weergegeven, dubbelklikt u op
"Setup.exe" van de CD-ROM.
4 Klik op "Installing Printer Driver"
(Printerdriver installeren).
Het dialoogvenster "Sony DPP-FP55 -
InstallShield Wizard" verschijnt.
Zorg ervoor dat de computer die op de
printer is aangesloten, niet overschakelt naar
de standby- of slaapstand tijdens het
afdrukken. Als dit wel gebeurt, kan de printer
wellicht niet goed afdrukken.
Sony kan geen correcte werking met alle
computers garanderen, zelfs niet als deze
voldoen aan de systeemvereisten.
Picture Motion Browser biedt ondersteuning
voor de DirectX-technologie en de installatie
van DirectX is wellicht vereist.
Als Picture Motion Browser wordt
geïnstalleerd op een computer terwijl Cyber-
shot Viewer al is geïnstalleerd, wordt Cyber-
shot Viewer overschreven en vervangen door
Picture Motion Browser. De zoekmappen die
in Cyber-shot Viewer zijn geregistreerd,
worden automatisch geregistreerd in Picture
Motion Browser. Met Picture Motion Browser
kunt u de mappen gemakkelijker bekijken
dan met Cyber-shot Viewer, aangezien de
geregistreerde mappen op groep worden
weergegeven wanneer u mappen bekijkt. Met
de verbeterde aanpassingsfunctie voor het
beperken van rode ogen en de nieuwe
aanpassingsfunctie voor tintcurves, biedt
Picture Motion Browser ook krachtigere
bewerkingsfuncties. U kunt de software ook
gebruiken om gegevens naar een externe
geheugenkaart te schrijven zodat u de
gegevens kunt meenemen.
De printerdriver installeren
1 Controleer of de printer niet is
aangesloten op de computer.
Opmerking
Als u de printer in dit stadium op de
computer aansluit, wordt een van de
volgende dialoogvensters weergegeven:
In Windows Me: Add New Hardware
Wizard (Wizard Nieuwe hardware)
In Windows 2000/XP: Found New
Hardware Wizard (Wizard Nieuwe
hardware gevonden)
Als dit gebeurt, koppelt u de printer los
van de computer en klikt u op "Cancel"
(Annuleren) in het dialoogvenster.
49
NL
Afdrukken vanaf een computer
5 Klik op "Next" (Volgende).
Het venster met de
gebruiksrechtovereenkomst wordt
weergegeven.
6 Schakel het selectievakje "I accept
the terms of the license
agreement" (Ik ga akkoord met
de voorwaarden van de
licentieovereenkomt) en klik op
"Next" (Volgende).
Als u het selectievakje "I do not accept
the terms of the license agreement" (Ik
ga niet akkoord met de voorwaarden
van de licentieovereenkomst)
inschakelt, kunt u niet verdergaan
met de volgende stap.
Het dialoogvenster "Ready to install
the program" (Gereed om het
programma te installeren) wordt
weergegeven.
7 Klik op "Install" (Installeren).
Het dialoogvenster "Printer
connection" (Printerverbinding)
wordt weergegeven.
8
Sluit de printer aan op de
stroombron (pagina 16).
9
Druk op 1 (aan/standby) om de
printer in te schakelen (pagina
20).
De aanduiding 1 (aan/standby) van
de printer gaat geelgroen branden.
Wordt vervolgd
10
Klik op "Next" (Volgende).
11
Verbind de USB-aansluitingen van
de printer en de computer.
Opmerking
Als u een in de handel verkrijgbare USB-kabel
gebruikt, moet u een B-type USB-kabel
gebruiken met een lengte van maximaal 3 meter.
De printer schakelt automatisch over
naar de PC-stand en de printerinstallatie
wordt automatisch gestart.
Als de printerinstallatie is voltooid,
wordt het dialoogvenster
"InstallShield
Wizard Complete"
weergegeven.
Naar USB-
aansluiting
(B-TYPE)
Windows-
computer
Naar USB-
aansluiting
50
NL
De installatie controleren
Open het venster "Printers en
faxapparaten" (voor Windows
®
XP
Professional/Windows
®
XP Home
Edition) of "Printers" vanuit het
"Configuratiescherm". Wordt "Sony DPP-
FP55" weergegeven in het venster
"Printers en faxapparaten" of "Printers",
dan is de printer correct geïnstalleerd.
De printerdriver verwijderen
Als u de printerdriver niet meer nodig
hebt, verwijdert u deze als volgt van de
vaste schijf van de computer:
1 Koppel de USB-kabel los van de
printer en de computer.
2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van de
computer.
De installatie wordt automatisch
gestart en het installatievenster wordt
weergegeven.
3 Klik op "Installing Printer Driver"
(Printerdriver installeren).
Het dialoogvenster "Sony DPP-FP55 -
InstallShield Wizard" verschijnt.
4 Klik op "Next" (Volgende).
Het venster met de
gebruiksrechtovereenkomst wordt
weergegeven.
12
Klik op "Voltooien".
De installatie van de printerdriver is
voltooid. Start de computer opnieuw
op als dit wordt gevraagd.
13
U kunt de installatie voltooien
door op "Complete" (Voltooien)
te klikken en de CD-ROM uit de
computer te verwijderen en deze
te bewaren voor later gebruik.
Als u de Picture Motion Browser-
software ook wilt installeren,
klikt u op "Installing the Picture
Motion Browser" (Picture
Motion Browser installeren) en
voert u de procedure op pagina
51 uit.
Opmerkingen
Als u tijdens de installatie wordt gevraagd de
CD-ROM met de printerdriver in het CD-
ROM-station te plaatsen, geeft u de volgende
map op:
C:\WINDOWS\Temp\dpp-fp55
Vervang “C:\WINDOWS” door de locatie
van de Windows-map op uw computer.
•U hebt de bijgeleverde CD-ROM nodig als u
de printerdriver wilt verwijderen of opnieuw
installeren. Bewaar de CD-ROM voor later
gebruik.
Als de installatie mislukt, koppelt u de printer
los van de computer, start u de computer
opnieuw op en herhaalt u de
installatieprocedure vanaf stap 3.
Na de installatie is de "Sony DPP-FP55" niet
ingesteld als standaardprinter. Stel de
gebruikte printer in voor elke toepassing.
Voordat u de printer gaat gebruiken, moet u
het Leesmij-bestand lezen (de map Readme
van CD-ROMcde map EnglishcReadme.txt).
51
NL
Afdrukken vanaf een computer
Wordt vervolgd
5 Schakel het selectievakje "I accept
the terms of the license
agreement" (Ik ga akkoord met
de voorwaarden van de
licentieovereenkomt) en klik op
"Volgende".
Het bevestigingsvenster voor het
verwijderen wordt weergegeven.
6 Klik op "Ja".
Het dialoogvenster voor het opnieuw
opstarten van de computer wordt
weergegeven.
7 Schakel het selectievakje "Yes, I
want to restart my computer
now" (De computer nu opnieuw
opstarten) in en klik op "OK".
Als de computer opnieuw is opgestart,
worden de betreffende bestanden
verwijderd en is het verwijderen voltooid.
Het verwijderen controleren
Selecteer
"Printers en faxapparaten"
(voor
Windows
®
XP Professional/Windows
®
XP
Home Edition) of
"Printers" vanuit het
"Configuratiescherm"
om te controleren of
"Sony DPP-FP55" wordt weergegeven. Als
dit niet wordt weergegeven, is de
printerdriver correct verwijderd.
Picture Motion Browser
installeren
1 Schakel de computer in en start
Windows.
Als u de software wilt installeren of
verwijderen in Windows
®
2000
Professional, moet u zich aanmelden
als "Beheerder" of "Hoofdgebruiker".
Wilt u de software installeren of
verwijderen in Windows
®
XP
Professional/Windows
®
XP Home
Edition, dan moet u zich aanmelden
met een gebruikersnaam die hoort
bij de gebruikersaccount "Beheerder
van deze computer".
Opmerkingen
Sluit alle geopende programma’s
voordat u de software installeert.
De dialoogvensters in dit gedeelte zijn
afkomstig uit Windows XP
Professional, tenzij anders aangegeven.
Afhankelijk van het besturingssysteem
kunnen de weergegeven
installatieprocedures en
dialoogvensters verschillen.
2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van de
computer.
De installatie wordt automatisch
gestart en het installatievenster wordt
weergegeven.
Opmerking
Als het installatievenster niet automatisch
wordt weergegeven, dubbelklikt u op
"Setup.exe" op de CD-ROM.
3 Klik op "Installing Picture Motion
Browser" (Picture Motion Browser
installeren).
"Picture Motion Browser Setup"
wordt gestart en het dialoogvenster
"Taal voor de installatie kiezen" wordt
weergegeven.
52
NL
4 Selecteer de taal die u tijdens de
installatie wilt gebruiken en klik
op "Volgende".
Het dialoogvenster "Sony Picture
Utility Setup" wordt weergegeven.
5 Klik op "Volgende".
Het venster met de
gebruiksrechtovereenkomst wordt
weergegeven.
6 Schakel het selectievakje "Ik ga
akkoord met de voorwaarden van
de licentieovereenkomst" en klik op
"Volgende".
Het dialoogvenster voor het opgeven
van de doelmap wordt weergegeven.
7 Controleer de doelmap en klik op
"Volgende".
Het dialoogvenster "Gereed om het
programma te installeren" wordt
weergegeven.
8 Klik op "Installeren".
Het dialoogvenster "Setup Status"
(Installatiestatus) wordt weergegeven.
Als de printerinstallatie is voltooid,
wordt het dialoogvenster "InstallShield
Wizard voltooid" weergegeven.
9 Klik op "Voltooien".
De installatie van de Picture Motion
Browser is voltooid. Start de computer
opnieuw op als dit wordt gevraagd.
53
NL
Afdrukken vanaf een computer
10
Verwijder de CD-ROM uit de
computer en bewaar deze voor
later gebruik.
Opmerkingen
Als de installatie mislukt, voert u de
installatieprocedure nogmaals uit vanaf stap
2.
•U hebt de bijgeleverde CD-ROM nodig als u
Picture Motion Browser wilt verwijderen of
opnieuw installeren. Bewaar de CD-ROM op
een veilige plaats voor later gebruik.
Als de software is geïnstalleerd
Het pictogram
en een snelkoppeling
naar de website voor klantregistratie
worden weergegeven op het Windows-
bureaublad. Als de registratie is voltooid,
vindt u informatie over ondersteuning op:
http://www.sony.net/registration/di/
Picture Motion Browser
verwijderen
Als u deze software niet langer nodig hebt,
verwijdert u deze als volgt van de
computer:
1 Klik op "Start" - "Instellingen" -
"Configuratiescherm" (of "Start"
- "Configuratiescherm" voor
Windows XP).
2 Dubbelklik op "Software".
Het Configuratiescherm wordt
weergegeven.
3 Selecteer "Sony Picture Utility" en
klik op "Wijzigen/verwijderen"
("Verwijderen" voor Windows
XP).
De software wordt verwijderd.
Foto’s afdrukken
vanuit Picture Motion
Browser
U kunt Picture Motion Browser gebruiken
om een beeld vanaf de computer af te
drukken op printpapier van het formaat Post
Card (10 x 15 cm).
1
Open het venster Picture Motion
Browser op een van de volgende
manieren:
Dubbelklik op (Picture Motion
Browser) op het Windows-
bureaublad.
Klik op "Start" - "Alle programma’s"
(of "Programma’s" voor Windows
2000) - "Sony Picture Utility" -
"Picture Motion Browser".
Wanneer u Picture Motion Browser
voor het eerst start, wordt het
registratievenster weergegeven
waarin u een zoekmap kunt
registreren. Als u al beelden hebt
opgeslagen in de map "Mijn
afbeeldingen", klikt u op "Nu
registreren".
Als u beelden hebt opgeslagen in een
andere map, klikt u op "Later
registreren". Zie "Een zoekmap
registreren" (pagina 59).
Wordt vervolgd
54
NL
De map "Mijn afbeeldingen"
openen
Windows Me/2000:
Klik op "Mijn documenten" - "Mijn
afbeeldingen" op het bureaublad.
Windows XP:
Klik op "Start" - "Mijn afbeeldingen"
vanaf de taakbalk.
Het hoofdvenster van Picture Motion
Browser wordt weergegeven.
De weergave van het hoofdvenster
wijzigen
Foto’s kunnen op 2 manieren in het
hoofdvenster worden weergegeven.
Als u de weergave wilt wijzigen, klikt
u op de tab "Mappen" of "Kalender".
Weergave "Mappen"
De beelden worden gerangschikt in
de geregistreerde mappen en
worden weergegeven als
miniaturen.
Weergave "Kalender"
De beelden worden gerangschikt op
opnamedatum en worden
weergegeven als miniaturen op de
betreffende datums op de kalender.
In de weergave "Kalender" kunt u
de weergave wijzigen op basis van
het jaar, de maand of het uur.
2 Klik op de map met de foto’s die
u wilt afdrukken.
In de volgende uitleg wordt als
voorbeeld de map "sample"
geselecteerd.
3 Selecteer de foto’s die u wilt
afdrukken en klik op
(afdrukken).
Het afdrukdialoogvenster wordt
weergegeven.
4 Selecteer "Sony DPP-FP55" in de
keuzelijst "Printer" en klik op
"Afdrukken".
Het afdrukken wordt voorbereid.
55
NL
Afdrukken vanaf een computer
Items Functies
Exif Print toepassen
Als u deze functie hebt
ingeschakeld, worden beelden
die met een Exif Print-
compatibele digitale camera
(Exif 2.21) zijn gemaakt,
automatisch aangepast voor de
beste beeldkwaliteit.
Opmerking
Het beeld dat op het scherm wordt
weergegeven, wordt niet aangepast.
Als u deze functie niet hebt
ingeschakeld, wordt een beeld
zonder aanpassingen afgedrukt.
Opmerking
Zelfs als u het selectievakje voor
het item uitschakelt, blijft "Color
reproduction/Picture quality"
ingesteld op "Auto Fine Print 3".
Als u de instellingen voor "Color
reproduction/Picture quality" wilt
wijzigen, moet u de procedure
voor Eigenschappen gebruiken.
Eigenschappen
Afdrukstand, beeldkwaliteit
en andere details opgeven.
Als u gedetailleerde instellingen wilt
opgeven, klikt u op "Eigenschappen",
zodat het eigenschappendialoog-
venster voor de geselecteerde printer
wordt weergegeven.
Wordt vervolgd
Items Functies
Printer
Selecteer "Sony DPP-FP55".
Papierformaat
Selecteer in de keuzelijst het
papier dat u gebruikt om af te
drukken:
•P size
•L size
Opmerking
In bepaalde landen of regio’s
wordt geen papier van L size
verkocht
.
Afdrukopties
Als u deze functie hebt
ingeschakeld, wordt het
beeld op het gehele
afdrukgedeelte van het
papier afgedrukt. Een deel
van de foto wordt wellicht
niet afgedrukt
.
Als u deze functie niet hebt
ingeschakeld, wordt het
beeld afgedrukt zonder dat
er een deel wegvalt
.
Tip
Als u een beeld wilt afdrukken
zonder randen, moet u deze
functie inschakelen
.
Zonder rand
Als u deze functie hebt
ingeschakeld, wordt het beeld
zonder randen afgedrukt.
Als u deze functie niet hebt
ingeschakeld, wordt het
beeld met randen afgedrukt.
Tip
Als u een beeld afdrukt met
zonder rand, moet u
"Afbeelding inzoomen totdat
afdrukgebied gevuld is"
inschakelen bij Print option
.
56
NL
5 Geef het papierformaat op het
tabblad "Paper/Output" op.
Items Functies
Paper size
Selecteer in de keuzelijst het
papier dat u gebruikt om af te
drukken:
•P size
•L size
Schakel een van de volgende
twee functies in om op te
geven of u beelden met of
zonder rand wilt afdrukken:
with border: beelden worden
met randen afgedrukt.
borderless: beelden worden
zonder randen afgedrukt.
Tip
De instellingen die u in het
eigenschappendialoogvenster
opgeeft, worden weerspiegeld
in het dialoogvenster Print.
Orientation
De afdrukstand selecteren van
een beeld dat wordt afgedrukt:
Staand
Liggend
Rotates 180 degrees
Items Functies
Copies Het aantal exemplaren
opgeven.
Enlarge/Reduce
Het percentage opgeven
om het formaat van een
beeld te vergroten of te
verkleinen als dit wordt
afgedrukt.
U kunt het referentiepunt
instellen als een beeld
wordt vergroot of
verkleind door "Upper left
reference" in te schakelen.
•I
s deze optie niet
ingeschakeld, dan wordt
een beeld vergroot of
verkleind met het midden
als referentiepunt. In het
algemeen kunt u het beste
deze instelling gebruiken.
Als deze optie is
ingeschakeld, wordt een
beeld vergroot of
verkleind met de
linkerbovenhoek als
referentiepunt.
Print preview
Schakel deze optie in om voor
het afdrukken een voorbeeld
van het beeld weer te geven.
57
NL
Afdrukken vanaf een computer
6 Stel de kleurweergave en de
beeldkwaliteit op het tabblad
"Graphics" in.
Items Functies
Color reproduction/Picture quality
Selecteer de instelling in de
onderstaande keuzelijst:
Off: beelden worden zonder
aanpassingen afgedrukt. In
dit geval is "ExifPrint"
uitgeschakeld.
Auto Fine Print 3: selecteer
een van de volgende
correctiemethoden in de
keuzelijst "Settings":
Photographical: beelden
worden automatisch
aangepast en mooi en
natuurlijk afgedrukt.
(Aanbevolen optie)
–Vivid: beelden worden
automatisch aangepast en
levendiger afgedrukt. (Met
deze instelling wordt het
beeld scherper gemaakt
waardoor beelden
levendiger worden.)
Items Functies
ICM (system): selecteer een
van de volgende
correctiemethoden in de
keuzelijst "Settings":
– Graphics: als er
afbeeldingen of levendige
kleuren worden gebruikt.
– Match: als u gelijke kleuren
wilt gebruiken.
–Pictures: als er foto’s of
tekeningen worden afgedrukt.
ExifPrint
Schakel deze functie in om
beelden die met een Exif Print-
compatibele digitale camera
(Exif 2.21) zijn gemaakt, aan te
passen en af te drukken. De
printerdriver gebruikt de
kleurconversie en de Exif-
gegevens over de opnamen om
het beeld aan te passen. Deze
optie is alleen geactiveerd bij
Picture Motion Browser.
Tip
De instellingen die u in het
eigenschappendialoogvenster
opgeeft, worden weerspiegeld
in het dialoogvenster Print.
Red-eye reduction
Schakel deze functie in om rode
ogen te beperken als u een foto
met de flitser hebt genomen.
Opmerking
Als u dit selectievakje inschakelt,
moet u "Preview" selecteren om
vóór het afdrukken een voorbeeld
weer te geven. Controleer of de
functie voor de beperking van
rode ogen correct op het beeld is
toegepast.
Wordt vervolgd
58
NL
7 Klik op "OK".
Het afdrukdialoogvenster wordt
weergegeven.
Tip
Als u "Print preview" hebt ingeschakeld in
stap 5, wordt het voorbeeldvenster
weergegeven. Controleer het resultaat van
eventuele aanpassingen en klik op "Print".
Het afdrukken wordt hervat. Lees ook
"Opmerkingen over het afdrukken"
op pagina 21.
Raadpleeg de online Help van Picture
Motion Browser voor meer informatie
over de eigenschappen van Picture
Motion Browser.
Opmerking
U kunt geen filmbestanden of RAW-bestanden
afdrukken.
Tips
Als u een reeks stilstaande beelden in het
beeldgebied van het hoofdvenster wilt
selecteren, klikt u op het eerste beeld in de
reeks en klik u vervolgens op het laatste beeld
terwijl u de toets Shift ingedrukt houdt.
Als u meerdere stilstaande beelden wilt
selecteren die niet op volgorde worden
weergegeven, klikt u op de afzonderlijke
beelden terwijl u de toets Ctrl ingedrukt houdt.
•U kunt afdrukken vanuit een voorbeeld.
Picture Motion Browser is compatibel met
ICM.
Items Functies
Rode ogen worden automatisch
vastgesteld en wellicht worden
deze niet gecorrigeerd. Als de rode
ogen niet worden gecorrigeerd,
gebruikt u de correctiefunctie van
Picture Motion Browser.
De functie voor de beperking van
rode ogen wordt alleen
ingeschakeld als u de printerdriver
vanuit "Setup.exe" op de
bijgeleverde CD-ROM hebt
geïnstalleerd. Raadpleeg het bestand
Readme.txt voor meer informatie.
Print settings
De kleurelementen en de
scherpte worden aangepast.
R (red): de rode en blauwe
elementen worden aangepast.
Hoe hoger u het niveau
instelt, hoe roder het beeld
wordt alsof er rood licht op
schijnt. Hoe lager u het
niveau instelt, hoe donkerder
het beeld wordt alsof er
lichtblauw wordt toegevoegd.
G (green):
de groene en paarse
elementen worden aangepast.
Hoe hoger u het niveau
instelt, hoe groener het beeld
wordt alsof er groen licht op
schijnt. Hoe lager u het
niveau instelt, hoe donkerder
het beeld wordt alsof er
roodpaars wordt toegevoegd.
B (blue): de blauwe en gele
elementen worden aangepast.
Hoe hoger u het niveau
instelt, hoe blauwer het beeld
wordt alsof er blauw licht op
schijnt. Hoe lager u het
niveau instelt, hoe donkerder
het beeld wordt alsof er geel
wordt toegevoegd.
Sharp (scherpte): hoe hoger u het
niveau instelt, hoe scherper de
contouren worden.
59
NL
Afdrukken vanaf een computer
Een zoekmap registreren
Met Picture Motion Browser kunt u geen
beelden bekijken die direct zijn opgeslagen
op de vaste schijf van de computer. U
registreert als volgt een zoekmap:
1 Klik op "Bestand" -
"Weergegeven mappen
registreren" of klik op
(Mappen registreren voor
weergave).
Het venster voor de registratie van
een zoekmap wordt weergegeven.
2 Selecteer de map die u wilt
registreren en klik op
"Registreren".
Opmerking
U kunt niet het hele station registreren.
3 Klik op "Ja".
De registratie van de beeldgegevens
in de database wordt gestart.
4 Klik op "Sluiten".
Opmerkingen
De map die u opgeeft als doelmap
voor geïmporteerde beelden, wordt
automatisch geregistreerd.
•U kunt de registratie van mappen die
hier worden geregistreerd, niet
annuleren.
De zoekmap wijzigen
Klik op "Extra" - "Instelling" -
"Weergegeven mappen".
Tips
Als de bronmap submappen bevat, worden
de beelden in de submappen ook
geregistreerd.
Als u de software voor het eerst start, wordt u
gevraagd "Mijn afbeeldingen" te registreren.
Afhankelijk van het aantal beelden, kan het
registreren van de beelden enkele minuten
duren.
Wordt vervolgd
60
NL
Afdrukken vanuit een andere
toepassing
U kunt een in de handel verkrijgbare
toepassing gebruiken om een beeld af te
drukken vanaf de DPP-
FP55
. Selecteer
"DPP-
FP55
" in het afdrukdialoogvenster en
selecteer het papierformaat in het
dialoogvenster voor de pagina-instellingen.
Zie stap 5 en 6 op pagina
56 tot en met 57
voor meer informatie over de
afdrukinstellingen.
De instelling "borderless" in het
gedeelte "Paper size"
Als u een andere toepassing dan Picture
Motion Browser gebruikt, wordt een beeld
wellicht met randen afgedrukt, zelfs als u
de optie voor afdrukken zonder randen
hebt geselecteerd in het gedeelte "Paper
size" op het tabblad "Paper/Output" in het
dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony
DPP-FP55".
Als u de optie voor afdrukken zonder
randen selecteert, wordt de informatie
over het afdrukbereik voor afdrukken
zonder randen in de toepassing
weergegeven. In sommige toepassingen
worden beelden binnen het opgegeven
bereik echter wel met randen afgedrukt.
Als dit gebeurt, moet u een van de
volgende handelingen uitvoeren om een
beeld zonder randen af te drukken:
Als u het afdrukbereik in een toepassing
kunt instellen, moet u een beeld zo
instellen dat dit volledig wordt
afgedrukt. Selecteer bijvoorbeeld "Full
page photo print" of een soortgelijke
optie.
Het afdrukken stoppen
1 Dubbelklik op het
printerpictogram op de taakbalk
en open het dialoogvenster
"Afdrukken".
2 Klik op de documentnaam
waarvoor u het afdrukken wilt
annuleren en kies "Annuleren" in
het menu "Document".
Het bevestigingsvenster voor het
verwijderen wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De afdrukopdracht is geannuleerd.
Opmerking
Annuleer de afdrukopdracht niet tijdens het
afdrukken. Dit kan een papierstoring
veroorzaken.
61
NL
Afdrukken vanaf een computer
Stel in het tekstvak "Enlarge/Reduce"
op het tabblad "Paper/Output" van het
dialoogvenster "Eigenschappen voor
Sony DPP-FP55" een hogere waarde in.
Als er randen aan de rechter- en
onderkant van een afgedrukt beeld
worden weergegeven, zelfs als u een
hogere waarde hebt ingesteld, schakelt
u "Upper left reference" in.
Zorg dat u in beide gevallen een voorbeeld
weergeeft en controleert voordat u het
beeld afdrukt.
Instelling voor afdrukstand
Afhankelijk van de gebruikte toepassing
wordt de afdrukstand wellicht niet
gewijzigd, zelfs niet als u de staande of
liggende afdrukstand wijzigt.
De instelling voor afdrukken met of
zonder randen in de printerdriver
Als de gebruikte toepassing een instelling
voor afdrukken met of zonder randen
heeft, kunt u het beste de optie voor
afdrukken zonder randen instellen in de
printerdriver.
Instelling voor het aantal exemplaren in
het dialoogvenster Eigenschappen
Afhankelijk van de toepassing die u
gebruikt, wordt de instelling die is
opgegeven in het dialoogvenster van de
printerdriver, overschreven door de
instelling voor het aantal exemplaren van
de toepassing.
Exif Print-instellingen op het tabblad
"Graphics"
De instelling Exif Print in het gedeelte
"Color reproduction/Picture quality"
biedt alleen ondersteuning voor Picture
Motion Browser. Als u een andere
toepassing gebruikt om een beeld af te
drukken en u deze optie hebt
ingeschakeld, wordt het beeld wellicht
afgedrukt met onjuiste kleuren. Als dit
gebeurt, moet u de optie uitschakelen.
62
NL
Problemen oplossen
Als er problemen optreden
Als er problemen optreden bij het gebruik van de printer, kunt u de volgende richtlijnen
gebruiken om het probleem op te lossen. Als het probleem blijft optreden, neemt u contact
op met de Sony-handelaar.
Stroom
Beelden weergeven
Probleem
De 1 (aan/
standby)
schakelaar kan
niet worden
ingeschakeld.
Oorzaak/oplossingen
c Sluit het netsnoer goed aan op een
stopcontact. (.pagina 16)
Controle
Is het netsnoer goed
aangesloten?
Probleem
Er worden geen
beelden
weergegeven op
het LCD-
scherm.
Oorzaak/oplossingen
c Als een PictBridge-compatibele
camera of een computer is
aangesloten op de printer en de
printer is ingesteld in de PictBridge/
PC-stand, worden geen beelden
weergegeven op het scherm.
Als een geheugenkaart of extern
apparaat is aangesloten, worden de
beelden weergegeven met de
volgende prioriteit:
"Memory Stick"c"SD Card"c"External
Device"
c Volg de instructies in de berichten,
indien van toepassing, en los het
probleem op. (.pagina 77)
c Plaats de geheugenkaart op de juiste
manier of sluit het externe apparaat
correct aan. (.pagina 17 tot en met
19)
c Plaats een geheugenkaart met
opgenomen beelden of sluit een
extern apparaat met opgenomen
beelden aan.
Controle
Wordt "The printer is
being connected to a
PictBridge camera." of
"The printer is being
connected to a PC."
weergegeven op het LCD-
scherm?
Worden foutberichten
weergegeven (oorzaak/
oplossing) op het LCD-
scherm?
Is de geheugenkaart goed
geplaatst of het externe
apparaat goed
aangesloten?
Bevat de geheugenkaart
of het externe apparaat
beelden die zijn
opgenomen met een
digitale camera of een
ander apparaat?
63
NL
Problemen oplossen
Probleem
Bepaalde
beelden in de
beeldenlijst
worden niet
weergegeven, of
niet afgedrukt
als deze wel
worden
weergegeven.
Controle
Worden er miniaturen
weergegeven in de
beeldenlijst?
Verschijnt het
hieronder weergegeven
pictogram in de
beeldenlijst?
Is het beeld gemaakt op
de computer?
Verschijnt het
hieronder weergegeven
pictogram in de
beeldenlijst?
Zijn er meer dan 9.999
beelden opgeslagen op
de geheugenkaart of
het externe apparaat?
Oorzaak/oplossingen
c Als het beeld wordt weergegeven maar
niet kan worden afgedrukt, is het
beeldbestand beschadigd.
c Als er geen beelden zijn opgeslagen op
de geheugenkaart of het externe
apparaat, wordt het bericht "No image
file" weergegeven.
c Als een beeld niet compatibel is met DCF
(Design rule for Camera File system), kan
dit beeld wellicht niet worden afgedrukt
met de printer, zelfs niet als het wel wordt
weergegeven op het computerscherm.
c Als het pictogram aan de linkerkant
wordt weergegeven, is het beeld wellicht
een JPEG-bestand dat op de computer is
gemaakt of bevat het beeld geen
miniatuurgegevens.
Selecteer het pictogram en druk
herhaaldelijk op
(inzoomen) om een
voorbeeld weer te geven. Als een
voorbeeld wordt weergegeven, kunt u
het beeld afdrukken. Als hetzelfde
pictogram nogmaals wordt weergegeven,
bevat het beeld een incompatibele
bestandsindeling en kunt u het beeld niet
afdrukken met de printer.
c Als het pictogram aan de linkerkant
wordt weergegeven, heeft het beeld een
compatibele bestandsindeling, maar
kunnen de miniatuurgegevens of de
gegevens niet worden geopend.
Selecteer het pictogram en druk
herhaaldelijk op
(inzoomen) om een
voorbeeld weer te geven. Als een
voorbeeld wordt weergegeven, kunt u het
beeld afdrukken. Als hetzelfde pictogram
nogmaals wordt weergegeven, kunt u het
beeld niet afdrukken met de printer.
c De printer kan maximaal 9.999
beeldbestanden weergeven, opslaan,
verwijderen of verwerken. Als er meer
dan 9.999 beelden zijn opgeslagen op een
geheugenkaart of een extern apparaat,
kunt u de PC-stand of PictBridge-stand
gebruiken om de resterende beelden
weer te geven en te verwerken.
64
NL
Probleem
Bepaalde
beelden in de
beeldenlijst
worden niet
weergegeven, of
niet afgedrukt
als deze wel
worden
weergegeven.
De
bestandsnaam
wordt niet
correct
weergegeven.
In het menu Edit
wordt het
voorbeeld met
randen aan de
boven- en
onderkant
weergegeven.
Controle
Hebt u op de computer
een beeldbestand een
naam gegeven of de naam
gewijzigd?
Hebt u het aantal
exemplaren opgegeven in
de beeldenlijst?
Bevat de geheugenkaart of
het externe apparaat 8 of
meer hiërarchieën?
Hebt u de bestandsnaam
van het beeld op de
computer gewijzigd?
Is het voorbeeld verticaal
of horizontaal extreem
uitgerekt?
Oorzaak/oplossingen
c Als u op de computer een
beeldbestand een naam geeft of de
naam wijzigt en de bestandsnaam
bevat andere tekens dan
alfanumerieke tekens, wordt de
bestandsnaam niet correct
weergegeven of wordt het beeld niet
weergegeven op de printer (leesfout).
c Hebt u beelden geselecteerd bij de
procedures van "Meerdere beelden
afdrukken", dan kunt u een beeld
waarop de cursor is geplaatst, niet
afdrukken. Druk op ENTER om het
beeld te selecteren en geef het aantal
exemplaren op. (.pagina 22)
c Op de printer worden geen beelden
weergegeven die in een map van de 8ste
hiërarchie of hoger zijn opgeslagen.
c Als u op de computer een
beeldbestand een naam geeft of de
naam wijzigt en de bestandsnaam
bevat andere tekens dan
alfanumerieke tekens, wordt de
bestandsnaam wellicht niet correct
weergegeven. Als u een bestand hebt
gemaakt met een toepassing, worden
de eerste 8 tekens van de
bestandsnaam weergegeven als de
bestandsnaam.
c Als een beeld verticaal of horizontaal
extreem wordt uitgerekt, worden er
wellicht randen weergegeven in het
menu Edit.
c De standaard breedte/hoogte-
verhouding van een beeld dat is
opgenomen met een digitale camera,
is 3:4. Als een beeld wordt bewerkt of
afgedrukt in het formaat Post Card
(10x15), wordt het beeld horizontaal
als afdrukbeeld opgeslagen en de
boven- en onderranden worden
verwijderd en zwart weergegeven.
65
NL
Problemen oplossen
Probleem
Papier wordt
niet ingevoerd.
Het printpapier
wordt
gedeeltelijk
uitgevoerd
tijdens het
afdrukken.
Afdrukken
Controle
Is het printpapier correct
geplaatst in de
papierlade?
Gebruikt u printpapier
dat niet voor deze printer
is ontworpen?
Is het printpapier
vastgelopen?
Is het afdrukproces
halverwege?
Oorzaak/oplossingen
c Als het printpapier niet correct is
geplaatst, kunnen er problemen
optreden met de printer. Controleer
het volgende:
Is de juiste set printpapier en
printcartridge geplaatst? (.pagina
11)
Is het printpapier in de juiste
richting in de lade geplaatst?
(
.
pagina 14)
Hebt u meer dan 20 vellen
printpapier in de papierlade
geplaatst? (
.
pagina 14)
Hebt u het printpapier voldoende
geschud?
Hebt u voor het afdrukken het
printpapier gevouwen?
c
Gebruik printpapier dat voor de printer
is ontworpen. Er kunnen problemen
optreden met de printer als u printpapier
gebruikt dat niet geschikt is. (.pagina
11)
c Als er geen printpapier kan worden
ingevoerd, wordt een foutbericht
weergegeven. Verwijder de papierlade
en controleer of er papier is
vastgelopen. (.pagina 80)
c
Het printpapier wordt een aantal keer
uitgevoerd tijdens het afdrukken. Raak het
uitgevoerde papier niet aan en trek niet
aan het uitgevoerde papier. Wacht totdat
het printpapier volledig is uitgevoerd
nadat het afdrukken is voltooid. Aangezien
het printpapier een aantal keer wordt
uitgevoerd aan de achterkant van de
printer tijdens het afdrukken, moet u
ervoor zorgen dat er tijdens het afdrukken
voldoende ruimte achter de printer vrij is.
66
NL
Probleem
De afgedrukte
beelden hebben
geen goede
kwaliteit.
Afdrukresultaten
Controle
Hebt u de gegevens van
het voorbeeld afgedrukt?
Hebt u een beeld
afgedrukt met een
formaat (breedte of
hoogte) dat kleiner is dan
480 punten?
Wordt het volgende
pictogram weergegeven
in de beeldenlijst?
Hebt u het menu Edit
gebruikt om het beeld te
vergroten?
Is er stof in de
printcartridge
terechtgekomen?
Bevat de afdrukzijde stof
of vingerafdrukken?
Hebt u gebruikt
printpapier gebruikt?
Oorzaak/oplossingen
c Afhankelijk van het type digitale
camera dat u gebruikt, worden in de
miniaturenlijst naast de
oorspronkelijke beelden mogelijk ook
voorbeelden weergegeven. De
afdrukkwaliteit van de voorbeelden is
niet zo goed als die van de
oorspronkelijke beelden. Als u de
voorbeelden verwijdert, worden de
gegevens van de oorspronkelijke
beelden wellicht beschadigd.
c Als het beeld wordt weergegeven
zoals het pictogram links, is het een
klein beeld. De afdruk is onscherp
vanwege het kleine beeldformaat.
c Wijzig de instelling voor het
beeldformaat van de digitale camera
die u gebruikt.
c Een vergroot beeld wordt, afhankelijk
van het beeldformaat, afgedrukt met
een slechtere beeldkwaliteit.
c Veeg het plastic gedeelte van de
printcartridge schoon en verwijder het
stof.
c Raak de afdrukzijde niet aan (de
onbedrukte glanzende zijde). De
afdrukkwaliteit kan verminderen door
vingerafdrukken op de afdrukzijde.
c Druk niet af op gebruikt printpapier.
Als u twee keer op hetzelfde papier
afdrukt, wordt het beeld niet dikker
afgedrukt.
67
NL
Problemen oplossen
Probleem
De afgedrukte
beelden hebben
geen goede
kwaliteit.
Controle
Hebt u een beeld
opgenomen in de RAW-
bestandsindeling?
Hebt u met een
AdobeRGB-compatibele
digitale camera, die niet
compatibel is met DCF
2.0, een beeld in de
AdobeRGB-stand
opgenomen?
Oorzaak/oplossingen
c Als u een beeld opneemt in de RAW-
bestandsindeling, wordt er wellicht
ook een gecomprimeerd JPEG-bestand
opgenomen. Een beeld wordt met het
JPEG-bestand afgedrukt omdat de
RAW-bestandsindeling niet door de
printer wordt ondersteund. U kunt een
RAW-bestand afdrukken vanaf een
computer. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij uw digitale
camera voor meer informatie.
Wat is een RAW-bestand?
RAW is een bestandsindeling voor
beelden om niet-gecomprimeerde, niet-
verwerkte gegevens van stilstaande
beelden die zijn opgenomen op een
digitale camera op te slaan.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
de digitale camera als u wilt weten of u
met de digitale camera een beeld met de
RAW-bestandsindeling kunt opnemen.
c Bij een AdobeRGB-beeldbestand dat DCF
2.0 ondersteunt, worden de kleuren
gecorrigeerd. Een AdobeRGB-
beeldbestand dat DCF 2.0 niet
ondersteunt, wordt echter met vage
kleuren zonder kleurcorrecties afgedrukt.
Wat is AdobeRGB?
AdobeRGB verwijst naar een
kleurruimte die voor Adobe Systems
Incorporated wordt geïmplementeerd
en gebruikt als standaardinstelling
voor beeldverwerkingssoftware,
waaronder Adobe Photoshop. Met
AdobeRGB, een optionele kleurruimte
uitgebreid met DCF 2.0, wordt het
kleurenbereik bepaald dat wereldwijd
in de afdrukindustrie wordt gebruikt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
digitale camera als u wilt weten of uw
digitale camera AdobeRGB ondersteunt.
68
NL
Probleem
De kwaliteit en
de kleuren van
het beeld dat u
op het scherm
bekijkt, zijn niet
dezelfde als van
de beelden die
worden
afgedrukt.
Het afgedrukte
beeld verschilt
wanneer een
beeld
rechtstreeks
wordt afgedrukt
vanaf de
geplaatste
geheugenkaart
of het
aangesloten
externe apparaat
en wanneer het
beeld wordt
afgedrukt vanaf
een computer.
De datum kan
niet worden
afgedrukt.
De datum is per
ongeluk
afgedrukt.
Controle
Is "Date Print" ingesteld op
"On"?
Wordt DCF ondersteund
door het beeld?
Is "Date Print" ingesteld op
"Off"?
• Is de datum opgeslagen
met het beeld toen u het
beeld hebt gemaakt met de
digitale camera.
Oorzaak/oplossingen
c Het beeld op het scherm is geen exacte
weergave maar een indicatie, omdat
per LCD-scherm de fosformethode en
-profielen kunnen verschillen. Wilt u
de beeldkwaliteit aanpassen, dan
voert u een van de volgende
handelingen uit:
Menu - Set Up - Color Setting
(.pagina 43)
Menu-Edit-Adjust (.pagina 28)
c De verschillen tussen de afgedrukte
beelden worden veroorzaakt door de
verschillende verwerking van de
printer en van de computersoftware.
c Stel "Date Print" in het menu Set Up in
op "On". (.pagina 43)
c De functie "Date Print" van dit
apparaat ondersteunt beelden die
compatibel zijn met de DCF-normen.
c Stel "Date Print" in het menu Set Up in
op "On". (.pagina 43)
c Wijzig de camera-instellingen.
69
NL
Problemen oplossen
Probleem
Het beeld kan
niet volledig in
het afdrukbereik
worden
afgedrukt.
Zelfs als
"Borders" is
ingesteld op
"No" wordt het
beeld met
randen aan
beide zijden
afgedrukt.
Een beeld wordt
slechts
gedeeltelijk
afgedrukt.
Het beeld wordt
horizontaal
uitgerekt bij het
afdrukken.
Het beeld wordt
scheef
afgedrukt.
De afgedrukte
beelden
bevatten witte
strepen of
punten.
Oorzaak/oplossingen
c Stel "Borders" in op "No" door Menu -
Set Up - Borders te selecteren.
(.pagina 42)
c De breedte/hoogte-verhouding van
het opgenomen beeld kan verschillen,
afhankelijk van het type digitale
camera dat u gebruikt. Het beeld
wordt wellicht niet op het gehele
afdrukgebied afgedrukt.
c Wanneer u een beeld bewerkt en
opslaat in het formaat Post Card
(10x15), wordt deze opgeslagen als
afdrukbeeld met randen. Zelfs als u
dit beeld afdrukt met "Borders"
ingesteld op "No" kunt u de randen
aan beide zijden van een afdruk niet
verwijderen. Wilt u het beeld
afdrukken zonder randen, dan
bewerkt u het beeld en slaat u dit op
met "Borders" ingesteld op "No".
(.pagina 42)
c Stel "Borders" in op "Yes" om het
gehele beeld af te drukken.
(.pagina 42)
cAfhankelijk van het type digitale
camera dat u gebruikt, wordt het
beeld verticaal uitgerekt als het beeld
is gedraaid of verwerkt met de digitale
camera. Dit komt niet door problemen
met de printer, maar omdat het beeld
is herschreven met de digitale camera.
c Verwijder de papierlade. Plaats de
lade opnieuw recht en zo ver mogelijk
in de printer.
c De printkop of de papierbaan kan vuil
zijn. Gebruik de bijgeleverde
reinigingscartridge om de kop en de
baan te reinigen. (.pagina 80)
Controle
• Hebt u "Borders" in het
menu Set Up ingesteld op
"Yes"?
Is de breedte/hoogte-
verhouding van het beeld
correct?
Hebt u het beeld bewerkt
en opgeslagen met
"Borders" ingesteld op
"Yes"?
• Hebt u "Borders" in het
menu Set Up ingesteld op
"Yes"?
Hebt u het beeld gedraaid
of een andere bewerking
uitgevoerd?
Is de papierlade correct
geplaatst?
70
NL
Probleem
De instelling
"Borders" "Yes/
No" functioneert
niet.
Probleem
Het beeld is te
helder, donker,
rood, geel of
groen.
De ogen van het
onderwerp zijn
rood.
De functie voor
beperking van
rode ogen werkt
niet.
Controle
Hebt u het beeld vergroot,
verkleind, gedraaid of
verplaatst nadat u de
functie voor beperking
van rode ogen hebt
gebruikt?
Oorzaak/oplossingen
c Pas een beeld aan door Menu - Edit -
Adjust te selecteren. (.pagina 28)
c U kunt de functie voor het beperken
van rode ogen aanpassen door Menu -
Edit - Red-eye reduction te selecteren.
(.pagina 29)
c Stel het aanpassingskader twee tot
zeven keer zo groot in als het oog.
(.pagina 29)
c De functie voor het beperken van rode
ogen werkt wellicht niet goed als u
andere bewerking uitvoert zoals een
beeld vergroten, verkleinen, draaien of
verplaatsen. Voer eerst deze
bewerkingen uit en gebruik
vervolgens de functie voor beperking
van rode ogen.
Instellingen
Controle
Gebruikt u het menu
Creative Print?
Oorzaak/oplossingen
c
In het menu Creative Print worden
sjablonen gebruikt. U kunt geen
afdrukken met of zonder randen
selecteren.
71
NL
Problemen oplossen
Probleem
U kunt geen
beeld opslaan.
U kunt geen
beeld
verwijderen.
Er is per ongeluk
een beeld
verwijderd.
De "Memory
Stick" kan niet
worden
geformatteerd.
De "Memory
Stick" is per
ongeluk
geformatteerd.
Controle
Is de geheugenkaart of het
externe apparaat beveiligd?
Is het wispreventienokje
van de geheugenkaart in
de LOCK-positie gezet?
Is de geheugenkaart vol?
•Is de geheugenkaart of het
externe apparaat
beveiligd?
Is het beeld vooraf
ingesteld met DPOF?
Staat het wispreventienokje
van de geheugenkaart in de
LOCK-positie?
Gebruikt u een "Memory
Stick-ROM"?
Staat het
wispreventienokje van de
geheugenkaart in de
LOCK-positie?
• Is het een "Memory Stick-
ROM"?
Oorzaak/oplossingen
c Schakel de beveiliging uit en probeer
opnieuw op te slaan.
c Schuif het wispreventienokje naar de
schrijfstand. (.pagina 85)
c Verwijder onnodige beelden
(.pagina 39), of vervang het
medium door een nieuwe
geheugenkaart met voldoende vrij
geheugen. Sla het beeld opnieuw op.
c Schakel de beveiliging uit met de
digitale camera.
c Ontgrendel de beelden die vooraf zijn
ingesteld met DPOF met de digitale
camera.
c Schuif het wispreventienokje naar de
schrijfstand. (.pagina 85)
c U kunt geen beeld verwijderen van
een "Memory Stick-ROM" of deze
formatteren.
c U kunt een beeld niet herstellen als u
dit eenmaal hebt verwijderd.
c Schuif het wispreventienokje naar de
schrijfstand. (.pagina 85)
c U kunt geen beeld verwijderen van
een "Memory Stick-ROM" of deze
formatteren.
c Als de "Memory Stick" is
geformatteerd, worden alle gegevens
verwijderd en kunnen de gegevens
niet meer worden hersteld. Zet het
wispreventienokje in de LOCK-positie
als u wilt voorkomen dat de "Memory
Stick" per ongeluk wordt
geformatteerd. (.pagina 85)
Een beeld opslaan of verwijderen
72
NL
Probleem
De
printcartridge
kan niet correct
worden
geplaatst.
De
printcartridge
kan niet worden
verwijderd.
Het printpapier
is vastgelopen.
Het afdrukken
wordt
halverwege
gestopt.
Controle
Wordt een foutbericht
weergegeven?
Knippert het
toegangslampje oranje?
Wordt een foutbericht
weergegeven?
Brandt er een aanduiding?
Overige problemen
Oorzaak/oplossingen
c Als de printcartridge niet goed
vastklikt, verwijdert u deze en plaatst
u deze weer terug. Als het inktlint te
slap is om dit goed te plaatsen, spoelt
u het inktlint in de
richting van de pijl om
het inktlint weer strak
te zetten. (.pagina 13)
c Schakel de 1 (aan/standby)
schakelaar uit en vervolgens weer in.
Als de motor geen geluid meer maakt,
verwijdert u de cartridge. Is het
probleem hiermee niet is opgelost, dan
neemt u contact op met de
onderhoudsdienst van Sony of de
Sony-handelaar.
c Het papier is vastgelopen. Zie "Als het
papier vastloopt" (.pagina 80) en
verwijder het vastgelopen papier uit
de printer. Als u het vastgelopen
papier niet kunt verwijderen, neemt u
contact op met de onderhoudsdienst
van Sony.
c Het beeldbestand is groot en het duurt
langer om het te verwerken voor
afdrukken. Zodra de gegevens zijn
verwerkt, wordt er afgedrukt.
c Het papier is vastgelopen. Zie "Als het
papier vastloopt" (.pagina 80) en
verwijder het vastgelopen papier uit
de printer. Als u het vastgelopen
papier niet kunt verwijderen, neemt u
contact op met de onderhoudsdienst
van Sony.
c Als er geen aanduiding brandt, is de
thermische kop wellicht oververhit.
Wacht tot de kop is afgekoeld en de
printer het afdrukken hervat.
Overige problemen
73
NL
Problemen oplossen
Probleem
Het PictBridge-
pictogram
wordt niet
weergegeven op
het LCD-scherm
van de digitale
camera.
Ik heb de USB-
kabel aangesloten
en losgekoppeld,
maar er gebeurt
niks.
Ik kan het
afdrukken niet
stoppen zelfs
niet als ik op
CANCEL druk.
Er kunnen geen
index-afdrukken
worden
gemaakt.
Controle
Is de digitale camera
correct aangesloten?
Is de 1 (aan/standby)
schakelaar ingeschakeld?
Biedt de digitale camera
ondersteuning voor
PictBridge
?
Wordt "The printer is
being connected to a
PictBridge camera."
weergegeven?
Is de USB-instelling van
de camera ingesteld op de
PictBridge-stand?
Wordt er afgedrukt?
Wordt het bericht "There
were images for which
printing data could not be
created" weergegeven op
het LCD-scherm?
Oorzaak/oplossingen
c Sluit de kabel juist aan.
c Schakel de 1 (aan/standby)
schakelaar in.
c Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die
bij de gebruikte digitale camera is
geleverd of neem contact op met de
fabrikant van de digitale camera.
c
Het bericht wordt niet weergegeven
wanneer het menu Edit of Creative Print
van de printer is geopend of als er een
andere menustand is geactiveerd. Sluit
het menu en sluit de kabel opnieuw aan.
c
Koppel de digitale camera los van de
printer en sluit ze weer aan. Of schakel de
printer en digitale camera uit en weer in.
c Stel de USB-instelling van de camera
in op de PictBridge-stand.
c Sluit de kabel opnieuw aan als het
afdrukken is voltooid.
c Er is piekspanning opgetreden.
Koppel het netsnoer van de printer
los, sluit deze opnieuw aan en druk
vervolgens op 1 (aan/standby) om de
fout te herstellen.
c De volgende afdruk van de huidige
afdrukopdracht wordt geannuleerd.
c
Afhankelijk van de gebruikte digitale
camera,
kunt u het afdrukken mogelijk
niet annuleren vanaf de printer
. Stop
het afdrukken vanaf de digitale camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
de digitale camera.
c De printer kan geen index-afdruk
maken voor DPOF-afdrukken. Als u
index-afdrukken wilt maken, moet u
de geheugenkaart rechtstreeks in de
printer plaatsen (
.
pagina 17) of een
extern apparaat voor massaopslag
gebruiken (
.
pagina 18).
Aansluiten op een digitale camera
74
NL
Probleem
De beelden op de
geplaatste
geheugenkaart of
het aangesloten
externe apparaat
worden niet op
de computer
weergegeven.
Ik ben de
bijgeleverde
CD-ROM kwijt
en ik wil graag
een nieuwe.
De printerdriver
kan niet worden
geïnstalleerd.
Controle
Weet u zeker dat u de
installatieprocedures
correct hebt uitgevoerd?
Is er een andere
toepassing open?
Hebt u het CD-ROM-
station met de installatie-
CD-ROM op de juiste
manier geselecteerd?
Hebt u de USB-driver
geïnstalleerd?
Kunt u de CD-ROM lezen
met de Verkenner?
Aansluiten op een computer
Oorzaak/oplossingen
c De printer beschikt niet over een
functie om beelden op de
geheugenkaart of het externe apparaat
te bekijken vanaf de printer.
c
Download de printerdriver van de
webpagina voor klantenondersteuning
(.pagina 88). U kunt ook contact
opnemen met de Sony-handelaar.
c Voer de procedures uit in de
gebruiksaanwijzing om de driver te
installeren (.pagina 48). Als er een
fout optreedt, start u de computer
opnieuw op en voert u de
installatieprocedures nogmaals uit.
c Sluit alle toepassingen en installeer de
driver opnieuw.
c Dubbelklik op My Computer (Deze
computer) en vervolgens op het
pictogram van de CD-ROM in het
geopende venster. Voer de procedures
uit in de gebruiksaanwijzing om de
driver te installeren.
c De USB-driver is wellicht niet correct
geïnstalleerd. Voer de installatie-
instructies uit om de USB-driver
opnieuw te installeren.
c
Als er een fout is opgetreden met de
CD-ROM, kan deze wellicht niet
worden gelezen. Als er een foutbericht
wordt weergegeven op de computer,
controleert u het foutbericht en verhelpt
u het probleem. Installeer vervolgens
de printerdriver opnieuw. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de
computer voor informatie over fouten.
75
NL
Problemen oplossen
Probleem
De printerdriver
kan niet worden
geïnstalleerd.
De printer
reageert niet op
de
afdrukopdracht
van de
computer.
Het beeld wordt
met randen
afgedrukt, zelfs
als ik de functie
"Borders" instel
op "No".
Controle
Wordt er een
antivirusprogramma of een
ander programma
uitgevoerd op het systeem?
Hebt u zich als beheerder
aangemeld bij Windows
XP/2000 Professional?
Wordt er een foutbericht
weergegeven met de
mededeling dat er een fout
is vastgesteld bij de
uitvoer van documenten
via USB?
Gebruikt u een andere
toepassing dan Picture
Motion Browser?
Oorzaak/oplossingen
c Als u een antivirusprogramma of een
ander programma hebt geopend, sluit
u het betreffende programma en
installeert u de driver opnieuw.
c Als u de driver in Windows XP/2000
Professional wilt installeren, meldt u
zich als beheerder aan bij Windows.
c Als er geen foutmeldingen worden
weergegeven op het bureaublad van
de computer, controleert u het LCD-
scherm van de printer.
Als er problemen worden weergegeven
op de printer, gaat u als volgt te werk:
1. Schakel de 1 (aan/standby)
schakelaar uit en vervolgens weer in.
2. Koppel de stroomkabel los, wacht 5
tot 10 seconden en sluit de kabel
weer aan.
3. Start de computer opnieuw op.
Als het probleem hierdoor niet wordt
opgelost, raadpleegt u de Sony-
handelaar of de onderhoudsdienst.
c Koppel de USB-kabel los en sluit deze
opnieuw aan.
c
Als u een andere toepassing dan
Picture Motion Browser gebruikt,
wordt een beeld wellicht met randen
afgedrukt, zelfs als u de functie voor
afdrukken zonder randen selecteert.
Als dit gebeurt, moet u één van de
volgende handelingen uitvoeren om
een beeld zonder randen af te drukken:
Als u het afdrukbereik in een
toepassing kunt instellen, moet u een
beeld zo instellen dat het volledig
wordt afgedrukt, zelfs als het beeld
groter is dan het afdrukbereik.
Stel in het tekstvak "Enlarge/Reduce"
op het tabblad "Paper/Output" van
het dialoogvenster "Eigenschappen
voor Sony DPP-FP55" een hogere
waarde in. (.pagina 56)
76
NL
Probleem
De kleuren
worden niet
correct
weergegeven.
De instellingen
van het
voorbeeld
komen niet
overeen met de
afdrukinstellingen
die zijn
opgegeven op
het tabblad
"Graphics" van
het
dialoogvenster
"Eigenschappen
voor Sony DPP-
FP55".
Het aantal
exemplaren dat
is opgegeven op
het tabblad
"Paper/Output"
van het
dialoogvenster
"Eigenschappen
voor Sony DPP-
FP55", wordt
niet afgedrukt.
Controle
Is "Exif Print"
ingeschakeld op het
tabblad "Graphics" van
het dialoogvenster
"Eigenschappen voor
Sony DPP-FP55"?
Is "ICM" geselecteerd
op het tabblad
"Graphics" van het
dialoogvenster
"Eigenschappen voor
Sony DPP-FP55"?
Oorzaak/oplossingen
c De instelling Exif Print in het gedeelte
"Color reproduction/Picture quality"
biedt alleen ondersteuning voor Picture
Motion Browser. Schakel "Exif Print" uit
als u wilt afdrukken vanuit een andere
toepassing.
c De ICM-instelling is alleen geldig als u
een ICM-compatibele toepassing gebruikt.
Controleer of de toepassing die u
gebruikt, ondersteuning biedt voor ICM.
c De printer past de afdrukinstellingen aan.
De wijzigingen zijn niet van invloed op
het voorbeeld.
c Afhankelijk van de toepassing die u
gebruikt, wordt de instelling die is
opgegeven in het dialoogvenster van de
printerdriver, overschreven door de
instelling in de toepassing.
77
NL
Problemen oplossen
Foutberichten
No Memory Stick./No SD Card./
No External Device.
The Memory Stick is protected.
An incompatible Memory Stick/
SD Card/External Device is
inserted.
No image file.
No DPOF file.
You cannot delete a protected
image.
Als er een foutbericht wordt weergegeven
Als er een fout optreedt, kunnen de volgende foutberichten worden weergegeven op het
LCD-scherm. Volg de instructies die hier worden gegeven om het probleem op te lossen.
Printer
Foutberichten
Errors occured with printer. Turn
it off and on, then retry.
Betekenis/oplossingen
c Er is een fout opgetreden met de printer. Koppel
het netsnoer los van de printer, sluit het weer aan
en probeer de bewerking nogmaals uit te voeren.
Neem contact op met de Sony-handelaar of de
onderhoudsdienst van Sony als het probleem zich
opnieuw voordoet.
Opslagmedia
Betekenis/oplossingen
c Er is geen "Memory Stick", of SD-kaart in de sleuf
geplaatst. Of het externe apparaat is niet
aangesloten. Plaats de geheugenkaart of sluit het
externe apparaat aan. (.pagina 17, 18)
c Er is een beveiligde "Memory Stick" geplaatst.
Schakel de beveiliging van de "Memory Stick" uit
als u beelden wilt opslaan of bewerken met de
printer.
cDe printer biedt geen ondersteuning voor de
"Memory Stick", of SD-kaart die is geplaatst of
voor het externe apparaat dat is aangesloten.
Gebruik een compatibel medium. (.pagina 83
tot en met 86)
c De geheugenkaart of het externe apparaat bevat
geen beeldbestanden die kunnen worden
verwerkt met de printer. Sluit een medium aan
dat beelden bevat die kunnen worden
weergegeven met de printer.
c De geheugenkaart of het externe apparaat
bevatten geen beeldbestanden die vooraf zijn
ingesteld met DPOF. Geef de afdrukmarkering
(DPOF) op met de camera.
c Als u een beveiligd beeld wilt verwijderen,
annuleert u de beveiliging op de camera.
78
NL
Foutberichten
Cannot delete a DPOF image.
Protected. Cancel protect then try
again.
The Memory Stick/SD card is full.
The Memory Stick/SD card/
External Device has trouble.
Write/read error in the Memory
Stick/SD card.
Memory Stick Format Error
Betekenis/oplossingen
c Verwijder de afdrukmarkering (DPOF) op de
camera als u een beeld dat vooraf ingesteld is met
DPOF wilt verwijderen.
c De "Memory Stick" is tegen schrijven beveiligd.
Schakel de schrijfbeveiliging uit. (.pagina 85)
c Er is geen geheugen vrij op het geselecteerde
medium. Verwijder onnodige beelden of vervang
het medium door een medium met voldoende
vrij geheugen.
c Er is een fout opgetreden. Als deze berichten
regelmatig worden weergegeven, controleert u de
status van de geheugenkaart of het externe
apparaat met een ander apparaat.
Foutberichten
No print cartridge. Set a new print
cartridge and press [PRINT].
No print cartridge. Set the print
cartridge for the P Size and press
[PRINT].
Print cartridge is empty.
Print cartridge is empty. Set a new
print cartridge for the P Size and
press [PRINT].
Wrong print cartridge. Set the
print cartridge for the P Size and
press [PRINT].
Betekenis/oplossingen
c De printcartridge is niet in de printer geplaatst.
Plaats de printcartridge in de printer. (.pagina
12)
Als "cleaning cartridge" wordt weergegeven,
plaatst u de reinigingscartridge. (.pagina 80)
c Vervang de printcartridge door een nieuwe
printcartridge. (.pagina 12)
c Plaats een printcartridge en printpapier van het
formaat dat wordt weergegeven. (.pagina 12
tot en met 15)
Printcartridge
79
NL
Problemen oplossen
Foutberichten
No paper tray. Set the print paper
for the P Size and press [PRINT].
No print paper. Set the print paper
for the P Size and press [PRINT].
Cleaning sheet is not placed.
Set the cleaning sheet and press
[PRINT].
Wrong print paper. Set the print
paper for the P Size and press
[PRINT].
Paper jam. Remove Print Paper.
Betekenis/oplossingen
c Er is geen printpapier in de printer geplaatst.
De papierlade is niet in de printer geplaatst.
Het printpapier is niet in de papierlade
geplaatst.
Het printpapier is op.
Plaats in alle gevallen printpapier in de
papierlade en plaats de papierlade in de printer.
(.pagina 13 tot en met 15)
c De papierlade bevat geen reinigingsvel
(beschermvel). Plaats het beschermvel in de
papierlade en plaats de papierlade in de printer.
(.pagina 80)
c Het printpapier en de printcartridge komen niet
overeen. Controleer voor welk papierformaat de
printcartridge in de lade bedoeld is en plaats
printpapier van hetzelfde formaat. (.pagina
14)
c Papierstoringen. Zie "Als het papier vastloopt"
(.pagina 80) en verwijder het vastgelopen
papier uit de printer. Als u het vastgelopen
papier niet kunt verwijderen, neemt u contact op
met de onderhoudsdienst van Sony.
Printpapier
80
NL
Als het papier
vastloopt
Als het printpapier vastloopt, wordt een
foutbericht weergegeven en wordt het
afdrukken gestopt.
Koppel het netsnoer los van de printer en
verwijder het vastgelopen papier uit de
papieruitvoer of haal de papierlade uit de
printer om het vastgelopen papier te
verwijderen.
Opmerking
Als u het vastgelopen papier niet kunt
verwijderen, neemt u contact op met de Sony-
handelaar.
Haal de papierlade
uit de printer om
het vastgelopen
papier te
verwijderen.
Verwijder het
vastgelopen
papier
voorzichtig.
De binnenkant van de
printer reinigen
Als er witte strepen of punten op de
beelden worden afgedrukt, gebruikt u de
bijgeleverde reinigingscartridge en het
beschermvel van de bijgeleverde printset
om de binnenkant van de printer te
reinigen.
Tip
U kunt ook het beschermvel gebruiken dat bij de
optionele printset wordt geleverd.
1 Open de klep van de
cartridgehouder en verwijder,
indien nodig, de printcartridge
(pagina 12).
2 Plaats de bijgeleverde
reinigingscartridge in de printer
en sluit de klep van de
cartridgehouder.
3 Verwijder de papierlade uit de
printer. Als de papierlade papier
bevat, verwijdert u het papier.
81
NL
Problemen oplossen
4 Plaats het beschermvel in de
papierlade met de onbedrukte
zijde naar boven gericht.
onbedrukte zijde
Als het beschermvel aan het inktlint
blijft plakken, kan dit schade aan de
printer veroorzaken. Controleer het
volgende voordat u begint met
reinigen.
Het beschermvel is in de papierlade
geplaatst met de onbedrukte zijde
naar boven gericht.
Het beschermvel dat u gebruikt, is
bedoeld voor deze printer.
5 Plaats de papierlade in de printer
en druk op PRINT.
De reinigingscartridge en het
beschermvel reinigen de binnenkant
van de printer.
Tijdens het afdrukken knippert de
PRINT-aanduiding.
Als het reinigen is voltooid, wordt het
beschermvel automatisch uitgevoerd.
6 Verwijder de reinigingscartridge
en het beschermvel uit de printer.
Tip
Bewaar de reinigingscartridge en het
beschermvel voor later gebruik.
Als het reinigen is voltooid
Plaats de printcartridge en het printpapier
in de printer.
Opmerkingen
Reinig de printer alleen als er witte strepen of
punten op de afdruk verschijnen.
Als de afdrukprestaties al optimaal zijn, is het
reinigen niet van invloed op de beeldkwaliteit
van de afdrukken.
•U kunt maximaal 20 keer reinigen. Met elke
keer neemt het effect van het reinigen echter
af.
Plaats het beschermvel niet op het printpapier
als u gaat reinigen. Het papier kan vastlopen
of er kunnen andere problemen optreden.
Als het reinigen de beeldkwaliteit van de
afdrukken niet verbetert, voert u de
reinigingsprocedure een paar keer achter
elkaar uit.
•U kunt de printer niet reinigen terwijl deze is
aangesloten op een computer of een
PictBridge-camera.
82
NL
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
•U moet op het netsnoer geen zware
voorwerpen plaatsen of laten vallen, of
het netsnoer op enige andere manier
beschadigen. Gebruik deze printer niet
als het netsnoer beschadigd is.
Als een voorwerp of vloeistof in de
behuizing terechtkomt, moet u de
printer loskoppelen en laten nakijken
door bevoegde servicetechnici voordat u
het apparaat verder gebruikt.
Demonteer de printer niet.
Als u het netsnoer wilt loskoppelen,
moet u aan de stekker trekken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
Als u de printer gedurende een lange
periode niet gebruikt, trekt u het
netsnoer uit het stopcontact.
Ga voorzichtig met de printer om.
Trek de stekker van de printer uit het
stopcontact voordat u de printer gaat
reinigen of onderhoud aan de printer
gaat plegen. Doet u dit niet, dan kan dit
elektrische schokken tot gevolg hebben.
Installatie
Plaats de printer niet op een plaats waar
deze wordt blootgesteld aan de
volgende omstandigheden:
trillingen
hoge vochtigheid
overmatige hoeveelheden stof
direct zonlicht
extreem hoge of lage
temperaturen
Gebruik geen elektrische apparaten in de
buurt van de printer. De printer
functioneert niet goed in
elektromagnetische velden.
Plaats geen zware voorwerpen op de
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de
printer zodat de ventilatieopeningen niet
worden afgedekt. Als deze openingen
worden afgedekt, kan dit oververhitting
van het apparaat veroorzaken.
Netspanningsadapter
Gebruik de netspanningsadapter die bij de
printer wordt geleverd. Gebruik geen andere
netspanningsadapters. Dit kan een storing
veroorzaken.
Gebruik de bijgeleverde netspanningsadapter
niet voor andere apparaten.
Gebruik geen stroomtransformator
(reisadapter). Dit kan oververhitting of een
storing veroorzaken.
Als het snoer van de netspanningsadapter is
beschadigd, moet u de netspanningsadapter
niet langer gebruiken. Dit kan erg gevaarlijk
zijn.
Condensvorming
Als u de printer verplaatst van een koude
naar een warme omgeving of de printer in
een extreem warme of koude ruimte
plaatst, kan er vocht condenseren in het
apparaat. In dergelijke gevallen
functioneert de printer waarschijnlijk niet
goed en kunnen er zelfs fouten optreden
als u de printer blijft gebruiken. Als er
vocht in de printer is gecondenseerd,
koppelt u het netsnoer los van de printer
en gebruikt u de printer minstens een uur
niet.
Vervoeren
Wanneer u de printer vervoert, moet u de
printcartridge, de papierlade, de
netspanningsadapter, de geheugenkaart en
een eventueel extern apparaat verwijderen
en de printer en de randapparatuur in de
originele doos met het beschermende
verpakkingsmateriaal plaatsen.
Als u de originele doos en de andere
onderdelen niet meer hebt, gebruikt u
ander verpakkingsmateriaal zodat de
printer niet wordt beschadigd tijdens het
vervoer.
Aanvullende informatie
83
NL
Aanvullende informatie
Reinigen
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningselementen met een zachte,
droge doek of een zachte doek die lichtjes
is bevochtigd met een mild zeepsopje.
Gebruik geen oplosmiddelen, zoals alcohol
of benzine. Dergelijke middelen kunnen de
afwerking beschadigen.
Beperkingen voor het kopiëren
Houd rekening met het volgende wanneer
u documenten kopieert met de printer:
Het kopiëren van bankbiljetten, munten
en waardepapieren is verboden.
Het kopiëren van blanco certificaten,
rijbewijzen, paspoorten en persoonlijke
waardepapieren en niet-gebruikte
postzegels is ook verboden.
Televisieprogramma’s, films,
videobanden, portretten van andere
personen en ander beeldmateriaal zijn
wellicht beschermd door auteursrechten.
Het zonder toestemming afdrukken van
dergelijk materiaal kan in strijd zijn met
de auteursrechten.
Informatie over de
geheugenkaarten
Informatie over de "Memory
Stick"
Wat is "Memory Stick"?
De "Memory Stick" is een klein IC-
opnamemedium met een grote
opslagcapaciteit. Het medium is niet alleen
ontworpen voor het uitwisselen/delen van
digitale gegevens tussen "Memory Stick"-
compatibele apparaten, maar ook als
verwisselbaar, extern opslagmedium waarop
gegevens kunnen worden opgeslagen.
Typen "Memory Stick"
De volgende typen "Memory Stick" zijn
beschikbaar om te voldoen aan de
verschillende functionele vereisten:
"Memory Stick" (niet compatibel met
"MagicGate"): op de "Memory Stick"
kunt u alle soorten gegevens opslaan
met uitzondering van auteursrechtelijk
beschermde gegevens waarvoor de
"MagicGate"-
copyrightbeveiligingstechnologie is
vereist.
"MagicGate Memory Stick": voorzien
van de MagicGate-
copyrightbeveiligingstechnologie.
"Memory Stick" (compatibel met
"MagicGate"): voorzien van de
"MagicGate"-
copyrightbeveiligingstechnologie en
compatibel met gegevensoverdracht met
hoge snelheid. Deze "Memory Stick" kan
worden gebruikt met "Memory Stick"-
compatibele apparaten. (De snelheid
voor gegevensoverdracht is afhankelijk
van het "Memory Stick"-compatibele
apparaat.)
Wordt vervolgd
84
NL
Typen "Memory Stick" die
geschikt zijn voor de printer
U kunt de volgende typen "Memory
Stick"*
4
gebruiken met de printer:
*1 Het lezen/opnemen van gegevens waarvan
"MagicGate"-copyrightbeveiliging is vereist,
kan niet worden uitgevoerd.
*2 De printer is uitgerust met een sleuf die
compatibel is met media van
standaardformaat en van Duo-formaat.
Zonder een Memory Stick Duo-adapter kunt u
zowel een "Memory Stick" van
standaardformaat als een kleinere "Memory
Stick Duo" gebruiken.
*3 Als u de "Memory Stick Micro" gebruikt met
de printer, moet u deze altijd in een M2-
adapter plaatsen. Als u de "Memory Stick
Micro" zonder M2-adapter in de printer
plaatst, kunt u de "Memory Stick Micro"
wellicht niet meer uit de printer verwijderen.
*4 De printer ondersteunt FAT32. De printer is
getest en functioneert met een "Memory Stick"
met een capaciteit van maximaal 4 GB die is
gemaakt door Sony Corporation. De werking
wordt echter niet gegarandeerd voor alle
typen "Memory Stick".
"Memory Stick PRO": voorzien van de
"MagicGate"-
copyrightbeveiligingstechnologie. De
"Memory Stick PRO" kan alleen worden
gebruikt met "Memory Stick PRO"-
compatibele apparaten.
"Memory Stick-ROM": op een "Memory
Stick-ROM" zijn vooraf opgenomen,
alleen-lezen gegevens opgeslagen. U
kunt niet opnemen op een "Memory
Stick-ROM" of de vooraf opgenomen
gegevens wissen.
x Informatie over "Memory Stick Duo"
en "Memory Stick PRO Duo"
De "Memory Stick Duo" is kleiner dan een
"Memory Stick" van standaardformaat. Als
u een Duo-adapter bevestigt, krijgt de
"Memory Stick Duo" hetzelfde formaat als
een "Memory Stick" van standaardformaat
zodat deze kan worden gebruikt in
apparaten die compatibel zijn met een
"Memory Stick" van standaardformaat.
x Informatie over "Memory Stick
Micro" ("M2")
De "Memory Stick Micro" ("M2") is nog
kleiner dan een "Memory Stick Duo". De
M2 wordt geleverd met een adapter voor
het standaardformaat en een adapter voor
het formaat van een "Memory Stick Duo".
Als u een van beide adapters bevestigt, kan
de "Memory Stick Micro" ook worden
gebruikt in apparaten die compatibel zijn
met een "Memory Stick PRO" van
standaardformaat of een "Memory Stick
PRO Duo".
Functie
Type Memory Stick
Andere media dan
Memory Stick PRO
*2
Memory
Stick (Niet
compatibel
met
MagicGate)
Memory
Stick
(MagicGate-
compatibel)
MagicGate
Memory
Stick
Memory
Stick
PRO
*2 *3
Verwijderen/
opslaan/
formatteren
OK OK
*1
OK
*1
OK
*1
OK
OK
*1
Weergeven/
afdrukken
85
NL
Aanvullende informatie
•U kunt het beste een reservekopie van
belangrijke gegevens maken.
Gegevens die op een computer zijn verwerkt,
kunnen wellicht niet worden weergegeven
met de printer.
Als u een "Memory Stick" formatteert,
gebruikt u de formatteerfunctie van de printer
of de digitale camera. Als u een "Memory
Stick" met de computer formatteert, worden
de beelden mogelijk niet correct weergegeven.
Als u een "Memory Stick" formatteert, worden
alle gegevens, inclusief de beveiligde
beeldbestanden, verwijderd. Controleer de
inhoud van de "Memory Stick" voordat u deze
formatteert om te voorkomen dat u per
ongeluk belangrijke gegevens wist.
•U kunt geen gegevens opnemen, bewerken of
verwijderen als u het wispreventienokje naar
LOCK schuift.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" zonder
wispreventienokje gebruikt, moet u opletten
dat u de gegevens niet per ongeluk bewerkt of
verwijdert.
Gebruik een voorwerp met een smalle punt
om het wispreventienokje op de "Memory
Stick Duo" te verschuiven.
Bevestig niets anders dan het bijgeleverde
etiket op de plaats voor het etiket. Als u het
bijgeleverde etiket bevestigt, moet u deze op
de plaats voor het etiket plakken. Zorg ervoor
dat het etiket niet uitsteekt.
Wanneer u op het memogedeelte van het
bevestigde etiket schrijft, moet u niet te hard
drukken.
Plaats de "Memory Stick" in het bijgeleverde
doosje als u deze meeneemt of opbergt.
Raak het contactpunt van de "Memory Stick"
niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
Wat is "MagicGate"?
"MagicGate" is de algemene naam voor een
copyrightbeveiligingstechnologie die is
ontwikkeld door Sony. Deze technologie
zorgt voor verificatie en codering. Er
wordt een bidirectionele controle
uitgevoerd tussen de "Memory Stick" en
het "MagicGate"-compatibele apparaat dat
het andere product de door copyright
beveiligde gegevens correct kan opnemen
en weergeven. Wanneer de verificatie is
uitgevoerd, wordt de gegevens gecodeerd.
Wanneer de gegevens worden
weergegeven, worden de verificatie ook
uitgevoerd. De gegevens worden alleen
naar de originele status gedecodeerd en
weergegeven als de verificatie is
uitgevoerd. Gegevens die door copyright
zijn beveiligd, kunnen niet worden
weergegeven op andere apparaten dan
geverifieerde apparaten.
De printer is niet uitgerust met
"MagicGate"-technologie en kan gegevens
waarvoor "MagicGate"-
copyrightbeveiliging wordt gebruikt, niet
lezen of schrijven.
Opmerkingen bij het gebruik
Plaats niet meer dan één "Memory Stick"
tegelijk. Hierdoor kunnen problemen met de
printer optreden.
Als u een "Memory Stick" gebruikt, moet u
deze in de juiste richting plaatsen. Wanneer u
een geheugenkaart verkeerd gebruikt, kunnen
er problemen optreden met de printer.
Bewaar de "Memory Stick Duo" en "Memory
Stick Micro" buiten bereik van kleine kinderen
om te voorkomen dat ze deze inslikken.
Verwijder de "Memory Stick" niet uit de
printer als er gegevens worden gelezen of
geschreven.
Gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
De "Memory Stick" wordt verwijderd of de
printer wordt uitgeschakeld tijdens het
lezen of schrijven.
De "Memory Stick" wordt gebruikt op een
plaats waar statische elektriciteit of
elektrische storing voorkomt.
LOCK LOCK
Schrijf-
beveiligings-
stand
Schrijfstand
Aansluiting
Plaats het etiket hier.
Wispreventienokje
Wordt vervolgd
86
NL
Laat de "Memory Stick" niet vallen, vouw
deze niet en sla er niet tegen aan.
Probeer de "Memory Stick" niet te demonteren
of aan te passen.
Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet
onder de volgende omstandigheden:
Op plaatsen waar de omstandigheden
buiten de vereiste
werkingsomstandigheden vallen, zoals in
een warme auto die staat geparkeerd in
de zon en/of in de zomer, op een plaats
buiten waar de "Memory Stick" wordt
blootgesteld aan direct zonlicht of in de
buurt van een verwarming.
Plaatsen met een hoge luchtvochtigheid
of met corrosieve stoffen.
Informatie over de SD-kaart
In de sleuf voor de SD-kaart van de printer
kunt u een SD-geheugenkaart*
1
en MMC-
geheugenkaart*
2
gebruiken.
*1 De printer ondersteunt FAT32. De printer is
getest en functioneert met een SD-kaart met
een capaciteit van maximaal 2 GB. Als u een
miniSD-kaart wilt gebruiken, moet u een
adapter gebruiken.
*2 De printer is getest en functioneert met een
MMC-geheugenkaart met een capaciteit van
maximaal 128 MB.
De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle typen SD-kaarten/
MMC-geheugenkaarten.
Opmerkingen bij het gebruik
Wanneer u een kaart gebruikt, moet u deze in
de juiste richting en in de juiste sleuf plaatsen.
•U kunt gegevens die door copyright worden
beveiligd, niet lezen of schrijven (SD-kaart).
Laat de kaart niet vallen, vouw deze niet en
sla er niet tegen aan.
Probeer een kaart niet te demonteren of aan te
passen.
Stel een kaart niet bloot aan water.
Gebruik een kaart niet op plaatsen met een
hoge luchtvochtigheid, aangezien de kaart
hierdoor kan worden aangetast.
87
NL
Aanvullende informatie
Compatibele indelingen voor
beeldbestanden
JPEG:
compatibel met DCF 2.0,
compatibel met Exif 2.21, JFIF*
7
TIFF: compatibel met Exif 2.21
BMP*
8
: 24-bits Windows-indeling
Bepaalde indelingen voor
beeldbestanden zijn niet compatibel.
Maximumaantal pixels dat kan worden
verwerkt
6.400(H) x 4.800(V) punten
(met uitzondering van index-
afdrukken en bepaalde creatieve
afdrukken)
Maximumaantal bestanden dat kan
worden verwerkt
9.999 bestanden voor een
geheugenkaart/extern apparaat
Printcartridge/Printpapier
Zie "De printset gereedmaken" op
pagina 11.
LCD-scherm
5,0 cm (type 2.0) TFT-aansturing
Totaal aantal beeldpunten:
86636 (358 x 242) beeldpunten
Stroomvereisten
DC IN-aansluiting, 24 V gelijkstroom
Stroomverbruik
Tijdens het afdrukken: 75 W
(maximum)
In de wachtstand: minder dan 1W
Bedrijfstemperatuur
5ºC tot 35ºC
Afmetingen
Ongeveer 175 x 60 x 137 mm
(b/h/d, zonder uitstekende delen)
(306 mm diep als de papierlade is
geïnstalleerd.)
Gewicht
Ongeveer 1,1 kg
(zonder de papierlade, printcartridge
plaatsen, netspanningsadapter)
Technische gegevens
x Printer
Afdruksysteem
Dye-sublimation afdruksysteem
(geel/magenta/cyaan; 3 beurten)
Resolutie
300 (H) x 300 (V) dpi
Gelijk aan
3 kleuren Ink-Jet 4.800 dpi x 4.800
dpi
*1
6 kleuren Ink-Jet 3.810 dpi x 3.810
dpi
*2
Beeldverwerking per punt
256 niveaus (8 bits voor geel/
magenta/cyaan), ongeveer 16.770.000
kleuren
Afdrukformaat
Formaat Post Card (10 x 15 cm):
101,6 x 152,4 mm (maximaal,
zonder rand)
Afdruktijd (per vel)*
3
Geheugenkaart*
4
: Ongeveer 63
seconden
PictBridge-stand*
5
: Ongeveer 71
seconden
PC-stand*
6
: Ongeveer 60 seconden
Ingangen/uitgangen
USB-aansluiting voor computer USB 1.1
(Type B)
Hoge snelheid wordt niet
ondersteund.
PictBridge
Sleuf
Sleuf voor de "Memory Stick"
Sleuf voor de SD-kaart
Wordt vervolgd
88
NL
Bijgeleverde accessoires
Zie "De inhoud van de verpakking
controleren" op pagina 10.
x Netspanningsadapter AC-
S2425
Nominale vereisten
100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz,
1,5 - 0,75 A
Nominale uitgangsspanning
24 V gelijkstroom, 2,2 A
Bedrijfstemperatuur
5ºC tot 35ºC
Afmetingen
Ongeveer 60 x 30,5 x 122 mm
(b/h/d, zonder uitstekende delen)
Gewicht
Ongeveer 305 g
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
*1: In het geval dat de matrix 16 x 16 wordt
gebruikt: 300 x 16 = 4.800 dpi
*2: In het geval dat de matrix 12,7 x 12,7 wordt
gebruikt: 300 x 12,7 = 3.810 dpi
*3: Wanneer een foto met een bestandsgrootte
van 3,11 MB met 7.200.000 effectieve
beeldelementen is opgenomen met de DSC-
T30 (7Mega Cyber-shot).
*4: De tijd vanaf het moment waarop op de
PRINT-toets is gedrukt tot het moment
waarop het afdrukken is voltooid wanneer
u afdrukt vanaf een "Memory Stick PRO
Duo" die in de sleuf van de printer is
geplaatst. (De afdruktijd kan variëren,
afhankelijk van de gebruikte apparatuur,
de indeling van de beelden, de gebruikte
geheugenkaart, de instellingen van een
toepassing en de
gebruiksomstandigheden.)
*5: Tijd vanaf het moment waarop op de
afdrukknop in het display van de camera
wordt gedrukt tot het moment waarop het
afdrukken is voltooid via de DSC-T30 die
met een USB-kabel is aangesloten.
*6: De tijd voor het verwerken en overbrengen
van gegevens is niet meegerekend.
*7: Baseline JPEG met indeling 4:4:4, 4:2:2 of
4:2:0
*8: U kunt niet afdrukken met de Picture
Motion Browser.
Webpagina voor
klantenondersteuning
De meest recente ondersteuningsinformatie
is beschikbaar op de volgende webpagina’s:
Voor klanten in de Verenigde Staten:
http://www.sony.net/
89
NL
Aanvullende informatie
Afdrukbereik
Post Card (10 x 15 cm)
152,4 mm
(1 800 punten)
95,5 mm
(1 128
punten)
146,3 mm
(1 728 punten)
101,6 mm
(1 200 punten)
Afdrukbereik met
randen
Afdrukbereik zonder
randen
Perforatieranden
In de bovenstaande afbeeldingen vindt u voorbeelden van een beeld dat wordt afgedrukt
met een hoogte/breedte-verhouding van 2:3.
Het afdrukbereik verschilt voor afdrukken met of zonder rand.
90
NL
Woordenlijst
Auto Fine Print 3
Met deze functie wordt de
beeldkwaliteit gecorrigeerd zodat
beelden levendiger, duidelijker en
mooier worden afgedrukt. Deze functie
is vooral effectief bij donkere beelden
met een laag contrast. De beelden
worden gecorrigeerd zodat natuurlijke
huidkleuren, levendige groene
bladkleuren en heldere blauwe luchten
worden verkregen.
DCF (Design rule for Camera File system)
Deze printer voldoet aan de DCF-norm
(Design rule for Camera File system) van
de JEITA (Japan Electronics and
Information Technology Industries
Association) om de uitwisseling van
bestanden en compatibiliteit tussen
digitale camera’s en bijbehorende
producten te behouden. Er wordt echter
geen garantie gegeven voor volledige
uitwisselbaarheid en compatibiliteit.
DPOF (Digital Print Order Format)
Met deze indeling worden de benodigde
gegevens opgenomen waarmee u
beelden die met een digitale camera zijn
genomen, automatisch kunt afdrukken
in een kopieerwinkel of met een printer
voor thuisgebruik. De printer biedt
ondersteuning voor DPOF-afdrukken en
kan automatisch het vooraf ingestelde
aantal exemplaren van de beelden die
vooraf zijn ingesteld met DPOF,
afdrukken.
Exif 2.21 (Exif Print)
Exif Print (Exchangeable Image File, een
uitwisselbare bestandsindeling voor
beelden voor digitale camera’s) is een
algemene standaard voor het afdrukken
van digitale foto’s. Op een digitale
camera die ondersteuning biedt voor
Exif Print, worden de relevante
gegevens over de opname-
omstandigheden opgeslagen wanneer u
de foto neemt. De printer gebruikt de
Exif Print-gegevens die in elk
beeldbestand zijn opgeslagen om te
zorgen dat de afdruk zo veel mogelijk
overeenkomt met de oorspronkelijke
foto
*1
.
*1Als de functie "Auto Fine Print 3" is
ingeschakeld, wordt een beeld (JPEG-
bestand) dat is opgenomen met een Exif
Print-compatibele digitale camera (Exif
2.21), automatisch aangepast en afgedrukt
met de beste beeldkwaliteit.
"Memory Stick"/SD-kaart
Compact, lichtgewicht, verwisselbaar
opslagmedium. Zie pagina 83 tot en met
86 voor meer informatie.
Miniaturen
Dit zijn verkleinde beelden waarmee de
originele beelden die met een digitale
camera zijn opgenomen en in de
beeldbestanden zijn opgeslagen, worden
weergegeven. De printer gebruikt
miniaturen in de beeldenlijst.
PictBridge
Een standaard die is ontwikkeld door
Camera & Imaging Products
Association, waarmee u een PictBridge-
compatibele digitale camera rechtstreeks
op een printer kunt aansluiten zonder
computer, zodat u direct kunt
afdrukken.
Systeem voor massaopslag
Verschillende typen apparaten voor het
opslaan van grote hoeveelheden
gegevens, inclusief alle typen
schijfstations (diskettes, vaste schijven of
optische schijven) of bandmedia. In
tegenstelling tot flashgeheugens blijven
gegevens op apparaten voor
massaopslag behouden, zelfs als de
computer of het apparaat wordt
uitgeschakeld.
91
NL
Aanvullende informatie
C
Creative Print 31
D
Date Display Order 45
Date print 43
DC IN 24 V-aansluiting
16
Deelbeelden 32
Demonstration Mode 45
Diavoorstelling 37
Display wijzigen 24
DPOF 35
E
Easy Printing 35
Edit menu 26
Exif Print 42
Extern apparaat 18
F
Filter 28
Fish-eye 29
Format 40
I
Icon 45
Image Data Display 24,
45
In/uitzoomen 24
Index afdrukken 35
Installeren
Picture Motion
Browser 51
Printerdriver 48
Invoeraanduidingen 24
Invoersignaal selecteren
20
K
Kalender 34
Klep van de papierlade
13
Kleurinstelling 43
L
Language 45
LCD-
achtergrondverlichting
45
LCD-scherm 24
Listing Order 45
M
Memory Stick
Format 40
Opmerkingen bij het
gebruik 85
Plaatsen 17
Typen 83
N
Netsnoer aansluiten 16
Netspanningsadapter 16
O
Option 44
Overzicht 6
P
Papierlade 13
Papierstoringen 80
PictBridge-aansluiting
19, 46
PictBridge-compatibele
camera 46
Picture Motion Browser
47
Plaatsen
Geheugenkaart 17
Printcartridge 12
Printpapier 13
Index
A
Aan/standby-
aanduiding 16, 20, 22, 46,
49
Aan/standby-schakelaar
20, 22, 46, 49
Aantal exemplaren 21,
23, 30
Afdrukbereik 89
Afdrukken
Bewerkt beeld/
Creative Print-beeld 30
Meerdere beelden 22
Meerdere exemplaren
21
Vanaf de computer 47
Vanaf een
geheugenkaart/extern
apparaat 20
Vanaf een PictBridge-
compatibele camera 46
Afdrukken met of zonder
rand 42
Alles afdrukken 35
Auto Fine Print 3 42
B
Beelden aanpassen 28
Beelden draaien 27
Beelden opslaan 30
Beelden vergroten of
verkleinen 27
Beelden verplaatsen 27
Beelden verwijderen 39
Beelden zoeken 38
Beeldenlijst 25
Bewerkte beelden
opslaan/afdrukken 30
Bijgeleverde accessoires
10
Sony Corporation Printed in China
PRINT 21
Printcartridge 12
Printpapier 11, 14
Printset 11
Problemen oplossen 62
R
Reinigen 80
Rode ogen beperken 29
S
SD-kaart
Plaatsen 18
Typen 86
Sepia 29
Set Up 41
Speciale filters 28
Systeemvereisten 47
T
Technische gegevens 87
Toegangslampje 17, 18
U
USB-aansluiting 49
V
Voorbeeld 24
Voorzorgsmaatregelen
82
W
Wispreventienokje 85
PGedrukt met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis vanplantaardige
olie.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Sony DPP-FP55 Handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Handleiding