Sony DPP-SV88 de handleiding

Type
de handleiding
DPP-SV88
3-205-930-22 (1)
2001 Sony Corporation
Digital Photo
Printer
DE
NL
Bedienungsanleitung
Lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme
dieses Druckers bitte genau durch, und bewahren
Sie sie zum späteren Nachschlagen sorgfältig auf.
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer in gebruik neemt, moet u
deze gebruiksaanwijzing aandachtig lezen en
bewaren zodat u ze later nog kunt raadplegen.
Istruzioni per l’uso
Prima di utilizzare la presente stampante, leggere
attentamente questo manuale e conservarlo per
riferimenti futuri.
Digital Photo Printer
DPP-SV88
IT
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het toestel niet bloot aan regen
noch vocht om brand of
elektrocutie te voorkomen.
Open de behuizing niet om
elektrocutie te voorkomen. Laat het
toestel alleen nakijken door
bevoegd vakpersoneel.
OPGELET
Wanneer dit toestel te dicht bij
apparatuur die elektromagnetische
straling produceert wordt geplaatst,
kunnen beeld en/of geluid worden
gestoord.
OPGELET
Sony aanvaardt geen enkele
verantwoordelijk voor welkdanige
schade of verlies van opgenomen
gegevens tengevolge van het gebruik
van of een defect aan de printer,
“Memory Stick” of PC card.
OPGELET
Steek de brede stekkerpen volledig in
de brede opening om elektrocutie te
voorkomen.
OPGELET
Het kenplaatje bevindt zich onderaan
op het toestel.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij
niet weg maar
lever deze in als
klein chemisch
afval (KCA).
Microsoft, MS, MS-DOS en Windows
®
zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de V.S.A. en
andere landen.
IBM en PC/AT zijn geregistreerde
handelsmerken van International
Business Machines Corporation.
MMX en Pentium zijn geregistreerde
handelsmerken van Intel Corporation.
Apple, Macintosh, Power Macintosh en
Mac OS zijn geregistreerde
handelsmerken van Apple Computer,
Inc.
• “Memory Stick”, “MagicGate Memory
Stick” en hun logo’s zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
Deze printer gebruikt JBlend™ van
Aplix Corporation. JBlend en Aplix zijn
geregistreerde merken van Aplix
Corporation in Japan en
merkaanvragen zijn ingediend in
andere landen.
Alle andere bedrijven en namen van
producten in deze gebruiksaanwijzing
kunnen de handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken zijn van
de respectieve bedrijven. De
aanduidingen “™” and “
®
” zullen niet
telkens in deze gebruiksaanwijzing
worden vermeld.
Voor klanten in Europa
OPGELET
Deze Digital Photo Printer is geklasseerd
als CLASS 1 LASER PRODUCT.
Dit apparaat werd getest en conform
bevonden met de limieten bepaald in de
EMC Richtlijn met een verbindingskabel
van minder dan 3 meter.
3
NL
Opmerking voor
gebruikers
Programma ©2001 Sony Corporation
Documentatie ©2001 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Niets in deze
gebruiksaanwijzing noch de software die
hierin beschreven staat mag geheel noch
gedeeltelijk worden gereproduceerd, vertaald
noch omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming vanwege Sony Corporation.
SONY CORPORATION KAN IN GEEN
GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR WELKE SCHADE OOK
DIE HET GEVOLG ZOU ZIJN VAN OF
VERBAND ZOU HOUDEN MET DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING, DE SOFTWARE
OF ANDERE INFORMATIE DIE DEZE
BEVAT DAN WEL HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM verpakking
te verbreken, aanvaardt u alle bepalingen van
deze overeenkomst. Indien u niet akkoord
gaat met deze bepalingen, stuur deze omslag
met de disk dan ongeopend samen met de
rest van het pakket meteen terug naar de
dealer waar u het hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor
om deze gebruiksaanwijzing of de informatie
die deze bevat te allen tijde en zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
De software die hierin beschreven staat kan
ook vallen onder de bepalingen van een apart
gebruikerslicentiecontract.
Gebruikersregistratie
Om te kunnen genieten van onze
klantenservice, moet u de registratiekaart
invullen en terugsturen.
Ontwerpgegevens zoals voorbeeldbeelden in
deze software mogen uitsluitend voor
persoonlijk gebruik worden gewijzigd of
gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van
deze software is krachtens de wet op de
auteursrechten verboden.
Merk op dat ongeoorloofd kopiëren of
wijzigen van afbeeldingen van anderen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een
inbreuk kan betekenen op de rechten van de
houders.
NL
Het dupliceren, monteren of afdrukken
van een CD, TV-programma’s,
auteursrechtelijk beschermde materialen
zoals beelden of publicaties, of alle andere
materialen met uitzondering van eigen
opnames of creaties is beperkt tot privaat
of huishoudelijk gebruik. Behalve indien
u in het bezit bent van de auteursrechten
of de toestemming vanwege de eigenaars
van de auteursrechten voor de te
dupliceren materialen, kan het gebruik
van die materialen buiten deze
beperkingen een inbreuk betekenen op de
wet op de auteursrechten en het voorwerp
uitmaken van een eis tot
schadevergoeding vanwege de eigenaar
van de auteursrechten.
Let vooral bij het gebruik van foto’s met
deze printer op dat u de bepalingen van
de wet op de auteursrechten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of het
wijzigen van andermans foto’s kan hun
rechten ook schenden.
Op sommige evenementen, optredens of
tentoonstellingen kan het nemen van
foto’s niet zijn toegestaan.
4
NL
Aan de slag
Wat u met de printer zoal kunt doen .............. 6
De printer uitpakken....................................... 8
Onderdelen ..................................................... 9
Opstelling
1 De printer aansluiten ............................. 13
Aansluiting op een televisie ..................... 13
Aansluiting op video-apparatuur.............. 14
Het netsnoer aansluiten........................... 15
Een “Memory Stick” of PC card
inbrengen ............................................... 15
Een CD-R/RW disc inbrengen ................... 17
Aansluiting op een computer (optioneel).. 20
2 De afstandsbediening gebruiksklaar
maken .................................................... 21
3 De printset klaarmaken .......................... 22
4 De print cartridge plaatsen .................... 23
5 Printpapier plaatsen ............................... 25
Basicprintfuncties
Geselecteerde beelden op een card of
disc afdrukken ....................................... 27
Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden
tegelijkertijd afdrukken .......................... 32
Een beeld afdrukken vanaf
video-apparatuur ................................... 35
Beelden bewaren
Beelden op een “Memory Stick” of PC
card bewaren op een CD-R/RW disc....... 37
Alle beelden op een “Memory Stick”
of PC card ineens bewaren ...................... 37
Bepaalde beelden op een “Memory
Stick” of PC card bewaren op een
CD-R/RW disc ......................................... 38
Inhoudsopgave
Beelden op een CD-R/RW disc bewaren
op een “Memory Stick” of PC card ........ 42
Alle beelden op een CD-R/RW map
ineens bewaren....................................... 42
Gekozen beelden op een CD-R/RW
disc bewaren op een “Memory Stick”
of PC card ............................................... 43
Een videogeheugenbeeld opslaan op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW
disc ........................................................ 45
Gebruik van een CD-R/RW disc
Betreffende CD-R/RW discs .......................... 47
Geschikte CD-R/RW disc-types................. 47
Behandeling van discs ............................. 48
Opmerkingen bij het reinigen van
CD-R/RW discs ........................................ 48
Procedure bij gebruik van een CD-R/RW
disc ........................................................ 49
Een CD-R/RW disc klaarmaken om
beelden te bewaren (initialisering)......... 51
Mappen op een CD-R/RW disc schikken ....... 52
Een nieuwe map aanmaken..................... 52
Een map hernoemen ............................... 53
Een map wissen ...................................... 55
Beelden op een CD-R/RW disc bekijken
met uw computer................................... 56
Systeemvereisten van de computer .......... 56
Een CD-R/RW disc klaarmaken om
beelden te bekijken op de computer
(finalisering) ............................................ 56
Finalisering annuleren (definalisering) ...... 58
Een CD-RW disc formatteren ........................ 59
De toegangssnelheid van een CD-R/RW
disc instellen .......................................... 60
5
NL
Geavanceerde printfuncties
Effecten toevoegen aan een beeld ............... 61
Wat u met het EFFECT menu zoal
kunt doen ............................................... 61
Beeldgrootte en -positie wijzigen ............. 63
De beeldpositie wijzigen. ......................... 64
Het beeld instellen .................................. 65
Een speciaal filter toevoegen aan een
beeld ...................................................... 66
Diverse afdrukken maken (Creative Print) .... 67
Wat u met het Creative Print menu
zoal kunt doen ........................................ 67
Een kalender maken ................................ 69
Een kaart maken ..................................... 72
Een sticker maken ................................... 75
Een deelbeeld maken .............................. 77
De printer instellen (MENU).......................... 78
Wat u met het MENU zoal kunt doen ...... 78
Afdrukvoorkeuren wijzigen (SET) ............. 79
Beelden wissen ............................................. 82
Gekozen beeld(en) wissen ....................... 82
Een “Memory Stick” formatteren ............. 83
Diavoorstelling ............................................. 84
Een indexafdruk maken ................................ 86
Printen vanaf uw computer
De printer gebruiken met Windows .............. 88
Systeemvereisten..................................... 88
De software installeren ............................ 89
Reader software gebruiken ...................... 98
Printen vanuit een
toepassingsprogramma ........................... 99
De printer gebruiken met Macintosh
computers ............................................ 102
Systeemvereisten................................... 102
De printer driver installeren ................... 102
Printen vanuit een
toepassingsprogramma ......................... 104
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................... 106
Betreffende de “Memory Stick” en
PC card ................................................ 108
Betreffende de “Memory Stick” ............. 108
“Memory Stick” beelden beveiligen ....... 108
Opmerkingen bij het gebruik ................. 109
Verhelpen van storingen............................. 110
Indien papier vastloopt .......................... 112
Technische gegevens .................................. 113
Index .......................................................... 114
6
NL
Met de Digital Photo Printer DPP-SV88 kunt u beelden afdrukken vanaf een
“Memory Stick,” PC card, CD-R/RW disc, een videorecorder of een
computer. U kunt ook beelden bewaren op een “Memory Stick”, een PC card
of in albums op een CD-R/RW disc.
Fotorealistische afdruk
Dankzij het sublimation dye transfer printsysteem kan de printer
fotorealistische afdrukken maken die aan diverse eisen voldoen.
Super Coat 2
Super Coat 2 verhoogt de duurzaamheid en de weerstand tegen vocht of
vingerafdrukken, zodat uw afdrukken langer in goede staat blijven.
Auto Fine Print 2
Auto Fine Print 2 analyseert de beeldinformatie en corrigeert die om een
scherp, helder en natuurlijk beeld te krijgen.
Keuze uit afdrukformaat en afdruk met of zonder rand
U kunt kiezen uit een grote, dynamische afdruk van Post Card-formaat of
een zuinige afdruk van Small-formaat. Voor afdrukken van Post Card-
formaat hebt u de keuze tussen een afdruk met of zonder rand.
Beelden in mappen (albums) op een CD-R/RW disc schikken
U kunt digitale foto’s vanaf een “Memory Stick” of PC card of videobeelden
in mappen (albums) bewaren op een CD-R/RW disc. U kunt alle beelden op
een “Memory Stick” of PC card ineens of alleen bepaalde beelden bewaren.
De beelden op een CD-R/RW disc kunnen ook worden bewaard op een
“Memory Stick” of PC card.
Opmerkingen
Wij raden u aan CD-R/RW discs van Sony te gebruiken.
Gebruik in de handel verkrijgbare, ongeformatteerde CD-R/RW discs.
Aan de slag
Wat u met de printer zoal kunt doen
7
NL
Aan de slag
Direct afdrukken van “Memory Stick”, PC card, CD-R/RW disc of
video-apparatuur
U kunt digitale camerabeelden opgeslagen op een “Memory Stick” of PC
card, of PC-beelden opgeslagen op een CD-R/RW disc afdrukken. U kunt
ook beelden vastleggen en afdrukken vanaf een videorecorder die is
aangesloten op de video-ingang van de printer. Alle aanwezige beelden of
alle vooringestelde DPOF (Digital Print Order Format) beelden kunnen
ineens worden afgedrukt.
Afwerking kiezen
U kunt kiezen voor een glanzende of gestructureerde afdruk.
25/30 vellen ineens afdrukken
Met de meegeleverde papierlade kunt u 25 vellen in Post Card-formaat en 30
vellen in Small-formaat ineens afdrukken.
Diverse beeldverwerkingsmogelijkheden met uw printer
U kunt verschillende soorten afdrukken maken, zoals een standaardafdruk,
een datumafdruk of een indexafdruk van de beelden op een “Memory Stick,”
PC card of CD-R/RW disc. Met diverse beeldverwerkingsfuncties kan het
beeld worden vergroot/verkleind, geroteerd, gekanteld of verplaatst. U kunt
ook een speciaal effect toevoegen voor sepiakleurige, éénkleurige of
schilderachtige beelden.
Nog meer afdrukmogelijkheden met het Creative Print menu
Met het Creative Print menu kunt u nog meer verschillende soorten
afdrukken maken, zoals een kalender, kaarten, deelbeelden of stickers met
omkaderde beelden.
Een handige USB-aansluiting maken met uw computer
Met de meegeleverde DPP-SV88 printer driver software op uw computer
kunt u beelden via uw computer afdrukken. Met de meegeleverde “Memory
Stick/PC card Reader Software” kunt u beelden op een “Memory Stick” of
PC card in de printer bekijken en behandelen vanaf uw computer.
Opmerking
U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken om
de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer.
8
NL
Gebruiksaanwijzing (1)
Garantiekaart (1)
Printset (1)
• Registratiekaart (1)
• Sony softwarelicentie-overeenkomst (1)
De printer uitpakken
Controleer of de volgende accessoires in de verpakking van de printer
aanwezig zijn.
Netsnoer (1)
Videokabel (1)
Papierlade (1)
• Afstandsbediening (1)
CD-ROM (1)
Sony DPP-SV88 Printer Driver
Software for Windows® 98/
Me/2000 Professional/XP
Home Edition/XP Professionl
Version 1.0 for MAC OS 8.5.1./
8.6/9.0/9.1/9.2 Version 1.0
Memory Stick/PC card Reader
Software for Windows® 98/
Me/2000 Professional/XP
Home Edition/XP Professionl
Version 1.0
9
NL
Aan de slag
12 3
4
56
7
8
9
q;
qa
Meer details vindt u op de pagina’s
tussen haakjes.
Voorpaneel printer
1 POWER toets (pagina 17, 27)
Licht oranje op in de wachtstand en
groen in de AAN-stand.
2 Bedieningspaneel (volgende
pagina)
Omlaag trekken om het
bedieningspaneel te openen.
3 CD-R/RW disc-lade open/sluit-
toets (page 17)
Druk op deze toets om de CD-R/RW
disc-lade te openen en te sluiten.
4 Verluchtingsgaten
5 S VIDEO IN aansluiting (pagina 14)
6 VIDEO IN aansluiting (pagina 14)
7 Papierladeklep (pagina 25)
Plaats hier de meegeleverde papierlade.
8
Afstandsbedieningssensor (pagina 21)
Richt de meegeleverde afstandsbediening
op deze sensor om de printer te
bedienen.
9 Cartridgeklep (pagina 23)
0 Printcartridge-uitwerphendel
(pagina 23)
Omhoog duwen om de printcartridge uit
te werpen.
qa Printcartridge (pagina 22, 23)
(Niet meegeleverd)
Achterpaneel printer
1 USB connector (pagina 20)
Wordt verbonden met de USB
aansluiting van uw computer.
2
S VIDEO OUT aansluiting (pagina 13)
3
VIDEO OUT aansluiting (pagina 13)
4 Voedingsaansluiting (pagina 15)
5 Verluchtingsgaten
Onderdelen
1234 5
Wordt vervolgd
10
NL
Onderdelen
Printerindicatoren en
bedieningspaneel
1 Ingangsindicatoren (pagina 20, 27,
35)
De indicator voor het huidige
ingangssignaal licht op (“MEMORY
STICK”/PC CARD/CD-RW/VIDEO/
PC).
2 PRINT indicator (pagina 30, 34)
3 Papierfoutindicator (pagina 26,
112)
4
Cartridgefoutindicator (pagina
23)
5
“MEMORY STICK” gleuf (pagina 15)
6 PC CARD gleuf (pagina 16)
7 AUTO PRINT toets (pagina 33)
Bij elke druk op deze toets, wordt
omgeschakeld tussen ALL en DPOF. De
betreffende indicator licht op.
8 PC card uitwerptoets (pagina 16)
9 INPUT SELECT toets (pagina 20, 27,
35)
Schakelt het ingangssignaal om. (De
gekozen ingangsindicator 1 licht op,
behalve “PC”.)
0 MENU toets (pagina 78)
qa EFFECT toets (pagina 61)
qs CREATIVE PRINT toets (pagina 67)
qd FOLDER RECALL toets (pagina 29)
qf SAVE toets (pagina 29)
qg SAVE ALL toets (pagina 37, 42)
qh PICTURE toets (pagina 29)
Schakelt om tussen miniatuurlijst en
voorbeeld.
qj
Pijltjestoetsen (B/b/V/v)
qk ENTER/PRINT QTY toets
ql PRINT toets (pagina 30, 34, 36)
w; CANCEL toets
11
NL
Aan de slag
2
1
Afstandsbediening
1 AUTO PRINT toets (pagina 33)
Bij elke druk op deze toets, wordt
omgeschakeld tussen ALL en DPOF. De
betreffende indicator op de printer licht
op.
2 INPUT SEL (SELECT) toets (pagina
20, 27, 35)
Schakelt het ingangssignaal om. (De
gekozen ingangsindicator op de printer
licht op, behalve “PC”.)
3 SAVE ALL toets (pagina 37, 42)
4 Pijltjestoetsen (B/b/V/v)
5 PICTURE toets (pagina 29)
Schakelt om tussen miniatuurlijst en
voorbeeld.
6 MENU toets (pagina 78)
7 SAVE toets (pagina 39, 44)
8 EFFECT toets (pagina 61)
9 POWER toets (pagina 17, 27)
0 FOLDER RECALL toets (pagina 29)
qa ENTER toets
qs CANCEL toets
qd CREATIVE PRINT toets (pagina 67)
qf PRINT toets (pagina 30, 34, 36)
Papierlade
1 Deksel (pagina 25)
2 Tussenschot (pagina 25)
12
NL
Voorbeeld
1
2
345 6 7
qa
q;
9
8
qs
9
7
21q;
4
qa
8
qs
3
Miniatuurlijst
Scherm
1 Printvoorinstelling (DPOF) indicatie
Geeft aan of het DPOF vooringesteld is
voor afdrukken vanaf een digitale
camera.
2 Beeldnummer
3 “Memory Stick”/PC Card/CD-R/RW
indicatie
Geeft het huidige mediatype aan.
4 Beveiligingsindicatie
Geeft aan of het beeld beveiligd is door
een digitale camera.
5 Cursor (geel kader)
Geeft het beeld met de cursor aan.
6 Selectie (oranje)
Geeft aan dat het beeld werd geselecteerd.
7 Aantal geselecteerde beelden/
totaal aantal beelden
8 Restgeheugenindicatie
Geeft het resterend geheugen aan van een
“Memory Stick,” PC card of CD-R/RW
disc in de printer. Bij een “Memory Stick”
verandert het pictogram van links naar
rechts naarmate het geheugen
vermindert. (Er verschijnt een "leeg"
pictogram bij beveiligde media of een
gefinaliseerde CD-R/RW disc.)
b b b
9 Print cartridge-indicatie
Geeft het type print cartridge aan dat
momenteel is geladen
0 Afdrukaantalindicatie
Geeft het aantal afdrukken aan.
qa Rolbalk
Geeft de positie aan van het getoonde of
geselecteerde beeld.
qs Instructie
Toont beknopte instructies voor de
volgende stap.
Onderdelen
13
NL
Opstelling
Opstelling
Aansluiting op een televisie
Verbind de VIDEO OUT (uitgang) aansluiting van de printer met de video-
ingang van de televisie om de beelden te bekijken die u wilt afdrukken.
Wanneer uw televisie is uitgerust met een S-video ingang
Verbind de S-video ingang van uw televisie met de S VIDEO OUT (uitgang)
van de printer met behulp van een S-video verbindingskabel (niet
meegeleverd). De beeldkwaliteit is dan beter. U hoeft de video-aansluiting
dan niet te gebruiken.
Videobeelden bekijken op de televisie terwijl de printer is uitgeschakeld
Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op VIDEO OUT op de printer.
Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op S VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op S VIDEO OUT op de printer.
Opmerkingen
Zet de printer en de televisie af alvorens aansluitingen te verrichten.
Wanneer u de meegeleverde videokabel niet gebruikt, moet u een in de handel
verkrijgbare video- of S videokabel gebruiken met een lengte van maximum 3 m.
Wanneer u de printer aansluit op een personal computer hoeft u hem niet aan te
sluiten op een televisie.
Sluit de video-uitgangen van de printer niet aan op een ander toestel dan een
televisie. De toestellen werken mogelijk niet zoals het hoort.
Televisie
Zet de VIDEO/TV
ingang-
skeuzeschakelaar
op VIDEO.
Videokabel (meegeleverd)
1 De printer aansluiten
S-videokabel
(niet meegeleverd)
Naar S VIDEO IN
Of
Naar VIDEO IN
14
NL
1 De printer aansluiten
Of
Indien de video-apparatuur is voorzien van een S-video uitgang
Verbind de S-video uitgang van de video-apparatuur met de S VIDEO IN
(ingang) van de printer met behulp van een S-video verbindingskabel (niet
meegeleverd) voor een betere beeldkwaliteit. U hoeft de video-aansluiting dan
niet te gebruiken.
Videobeelden bekijken op de televisie terwijl de printer is uitgeschakeld
Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op VIDEO OUT op de printer.
Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op S VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op S VIDEO OUT op de printer.
Opmerkingen
Zet de printer, de video-apparatuur en de televisie af alvorens aansluitingen te
verrichten.
Wanneer u de meegeleverde videokabel niet gebruikt, moet u een in de handel
verkrijgbare video- of S videokabel gebruiken met een lengte van maximum 3 m.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de video-apparatuur.
Camcorder e.d.
voorzien van
een S-video
uitgang
Video voorzien van
een video uitgang
S-videokabel (niet
meegeleverd)
Naar S VIDEO OUT
Videokabel (meegeleverd)
Naar VIDEO OUT
l :Signaalverloop
Aansluiting op video-apparatuur
Om beelden af te drukken van video-apparatuur zoals een videorecorder of
een camcorder, moet u video-apparatuur en printer verbinden met behulp van
de meegeleverde videokabel. Meer details omtrent het afdrukken vanaf video-
apparatuur vindt u onder “Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur”
(pagina 35-36).
15
NL
Opstelling
Een “Memory Stick” of PC card inbrengen
Opmerkingen
Forceer de “Memory Stick” of PC card niet in of uit de gleuf. Indien u dat toch
doet, kunnen de “Memory Stick”, de PC card of de printer worden beschadigd.
Wanneer de printer de “Memory Stick” of PC card uitleest en de betreffende
indicator knippert, mag u de “Memory Stick” of PC card niet uit de printer halen.
Indien u dat toch doet, kunnen de “Memory Stick”, de PC card of de printer
worden beschadigd.
Een beeld op een “Memory Stick” afdrukken
Open het bedieningspaneel en steek de “Memory Stick” in de “MEMORY
STICK” gleuf tot hij vastklikt.
De “Memory Stick” uitwerpen
Duw de “Memory Stick” verder in de gleuf en verwijder hem dan voorzichtig.
Het netsnoer aansluiten
Na het verrichten van alle aansluitingen sluit u het meegeleverde netsnoer aan
op de voedingsingang van de printer en steekt u vervolgens de stekker in een
stopcontact.
De POWER indicator licht rood op.
Netsnoer
(meegeleverd)
Naar een
stopcontact
Met het nokje naar links en het pijltje
links naar voren gericht
“Memory Stick”
Wordt vervolgd
16
NL
1 De printer aansluiten
Opmerking
Breng alleen een “Memory Stick” in. Steek er niets anders in.
Een beeld op een PC card afdrukken
Open het bedieningspaneel en steek de PC card in de PC CARD gleuf tot ze
vastklikt.
De PC card uitwerpen
Druk op de PC CARD uitwerptoets. Nadat de toets uitspringt, drukt u die
verder in tot hij vastklikt. Verwijder de PC card voorzichtig nadat ze is
uitgeworpen.
Opmerkingen
Breng alleen een PC card in. Steek er niets anders in.
Druk de PC CARD uitwerptoets goed in bij het sluiten van de klep van het
bedieningspaneel.
PC CARD uitwerptoets
PC card
17
NL
Opstelling
Een CD-R/RW disc inbrengen
Om beelden te lezen of op te slaan in mappen, plaatst u een CD-R/RW disk in
de CD-R/RW disc-lade van de printer. Zie "Betreffende CD-R/RW discs" op
pagina 47 voor de geschikte disc-types en waarop u dient te letten bij het
omgaan met discs.
1
Druk op POWER om de printer aan te zetten.
De POWER indicator verandert van oranje in groen.
2 Druk op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets.
De CD-R/RW disc-lade schuift uit.
3 Plaats een CD-R/RW disc op de lade met het label omhoog en
klik ze vast op de naaf.
Kant met label
Wordt vervolgd
18
NL
1
2
1 De printer aansluiten
Opmerkingen
Terwijl de printer zich in de startfase bevindt ( is
zichtbaar) mag er geen CD in de printer worden gestopt noch eruit gehaald.
Indien u dat toch doet, kan er zich een fout voordoen bij het bewaren van beelden
op een disc, het formatteren van een disc of andere handelingen. Wanneer er
zich een fout voordoet, moet u de printer afzetten en weer aanzetten.
Ondersteun de disc-lade bij het openen met de hand.
Controleer of de disc goed over de CD-R/RW-naaf zit alvorens de CD-R/RW-
lade te sluiten. Indien dat niet zo is, kan de CD-R/RW drive worden
beschadigd en kan de lade mogelijk niet worden geopend.
4 Sluit de disc-lade goed tot ze vastklikt.
De disc verwijderen
1 Druk op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets.
De CD-R/RW disc-lade schuift uit.
Opmerking
Wanneer de CD-RW indicator oplicht of knippert, wordt de CD-R/RW gelezen/
beschreven. De CD-R/RW disc kan dan niet worden uitgeworpen. Wacht tot de
indicator dooft en druk dan op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets.
2 Haal de CD-R/RW disc uit de lade.
Een 8cm CD-R/RW disc van uw CD Mavica digitale camera
gebruiken
Wanneer u een 8cm CD-R/RW disc van uw CD Mavica digitale camera
gebruikt met deze printer, raden wij u aan de 8cm CD adapter te gebruiken die
bij uw CD Mavica is geleverd.
1
Plaats een 8 cm CD-R/RW disc in de twee nokjes van de adapter
in volgorde 1 en 2.
Labelkant (achterkant voor opname.)
Kant met SONY opdruk (achterkant glanzend.)
19
NL
Opstelling
2
Trek het derde nokje naar buiten en klik de disc vast.
3
Zorg ervoor dat de disc goed in de gleuven van de drie nokjes
zit, dat de nokjes vlak zijn en de disc niet is verbogen noch
uitgeworpen door de adapter.
Opmerking
De CD adapter die bij uw CD Mavica digitale camera is geleverd, is uitsluitend
bedoeld voor 8cm CD-R/RW discs voor de CD Mavica. Gebruik de adapter niet
met andere 8cm CD-R/RW discs.
Duw een uitstekend nokje in.
Zoniet kan de CD-R/RW
disclade niet goed werken of
lawaai maken.
20
NL
Aansluiting op een computer (optioneel)
Verbind de USB aansluitingen van printer en computer (Windows PC of
Macintosh) met een in de handel verkrijgbare USB kabel. Wanneer u de
meegeleverde driver software installeert op uw computer, kunt u beelden
afdrukken vanop de harde schijf van de computer. Met de “Memory Stick/
PC Card Reader Software” kunt u ook beelden van op een “Memory Stick” of
PC Card overbrengen naar de harde schijf van uw computer.
Voor details omtrent installatie en bediening van de software, zie “Afdrukken
vanaf uw computer” (pagina 88-105).
Wanneer u een reeds aangeschakelde computer aansluit op de
USB connector van de printer
De PC ingangsindicator licht op en de printer schakelt over naar de PC stand.
Opmerkingen
De Reader software werkt alleen onder Windows.
Gebruik een USB kabel van maximum 3 meter lang.
•Wanneer geen aangeschakelde computer is aangesloten op de USB connector, kunt
u niet handmatig overschakelen naar de PC stand door de INPUT SELECT toets in
te drukken.
Wanneer u uw printer aansluit op een televisie, verschijnt er in de PC stand geen
beeld op het televisiescherm. Dat duidt niet op een defect aan de printer.
Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de aangesloten accessoires.
Printer en printer driver werken niet met een netwerk of een in de handel
verkrijgbare printer buffer.
U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken
om de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer.
Windows/
Macintosh
computer
Naar USB aansluiting
Naar USB
aansluiting
1 De printer aansluiten
21
NL
Opstelling
OPGELET:
Bij een verkeerd aangebrachte batterij is er explosiegevaar. Vervang een
batterij alleen door hetzelfde of een gelijkwaardig type dat door de
fabrikant is aanbevolen. Voer gebruikte batterijen af conform de
instructies van de fabrikant.
1
Haal de beschermstrip van de afstandsbediening.
De afstandsbediening is gebruiksklaar
wanneer de beschermstrip van de
lithiumbatterij is verwijderd.
2 Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor op
de printer en druk vervolgens op een toets om de printer te
bedienen.
De toetsen op de afstandsbediening werken op dezelfde manier als de
identieke toetsen op de printer.
De batterijen vervangen
Wanneer de printer niet reageert op de afstandsbediening, kan de batterij leeg
zijn. Schuif het deksel van de batterijhouder open met behulp van een fijne
pen of een ander puntig voorwerp. Verwijder de lege batterij en plaats een
nieuwe lithiumbatterij (CR2025) in de batterijhouder met + en – in de juiste
richting.
2 De afstandsbediening gebruiksklaar maken
Beschermstrip
Afstandsbedieningssensor
Lithiumbatterij
22
NL
3 De printset klaarmaken
U hebt een los verkrijgbare printset voor de printer nodig. De set bevat
printpapier en een print cartridge voor afdrukken van Post Card (4x6") of
Small (3.5x4") formaat.
Kies de printset volgens het type afdruk:
Printset Inhoud
SVM-25LS 25 vellen fotopapier van Post Card-formaat/Print cartridge
voor 25 afdrukken
SVM-25LW 25 vellen zelfklevend papier van Post Card-formaat/Print
cartridge voor 25 afdrukken
SVM-30SS 30 vellen fotopapier van Small-formaat/Print cartridge voor
30 afdrukken
SVM-30SW 30 vellen zelfklevend papier van Small-formaat/Print
cartridge voor 30 afdrukken
SVM-30SW09 30 vellen zelfklevend papier van 9-delig Small-formaat/
Print cartridge voor 30 afdrukken
Opmerkingen
Gebruik uitsluitend de printset voor deze printer.
Gebruik altijd de print cartridge die bij het gebruikte printpapier hoort. Wanneer u
cartridges en papier van verschillende types samen gebruikt, is het mogelijk dat niet
kan worden afgedrukt, of dat het papier geklemd of de printerwerking verstoord
raakt.
Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde print cartridge om af te
drukken. Indien u dat toch doet, zal het afdrukresultaat minder goed zijn of kan er
zelfs een defect optreden.
Druk niets tweemaal af op hetzelfde printpapier. Door hetzelfde papier tweemaal
te gebruiken, wordt de afdruk dikker. Dit kan problemen geven of zelfs een defect
veroorzaken.
Raak het inktlint van de printcartridge of het printoppervlak van het printpapier
niet aan. De afdrukkwaliteit kan verminderen door vingerafdrukken of stof op het
printoppervlak of het inktlint.
Voor een hoge afdrukkwaliteit mogen printsets niet worden bewaard op een plaats
waar ze bloot staan aan hoge temperatuur, een hoge vochtigheidsgraad, overmatig
stof of directe zonnestraling.
• Bewaar een deels gebruikte set van print cartridge en printpapier in de originele
verpakking of een soortgelijk recipiënt.
23
NL
Opstelling
4 De print cartridge plaatsen
1
Druk op POWER om de printer aan te zetten.
De POWER indicator licht groen op.
2 Open de klep van de cartridgehouder door eraan te trekken.
3 Steek de print cartridge goed in de printer tot ze vastklikt en
sluit de klep van de cartridgehouder.
Kant met het Sony logo
De print cartridge vervangen
Wanneer de print cartridge bijna leeg is, licht de cartridgefoutindicator op
en verschijnt er een foutbericht op het scherm.
Open het deksel van de cartridgehouder, duw op de uitwerphendel, verwijder
de gebruikte print cartridge en plaats de nieuwe cartridge.
Uitwerphendel
cartridgefoutindicator
Wordt vervolgd
24
NL
4 De print cartridge plaatsen
Opmerkingen
Steek nooit uw hand in de cartridgehouder. De thermische kop wordt zeer heet,
vooral na herhaald afdrukken.
Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde print cartridge om af te
drukken. Indien u dat toch doet, zal het afdrukresultaat minder goed zijn of kan er
zelfs een defect optreden.
Als de print cartridge niet vastklikt, moet u ze verwijderen
en opnieuw inbrengen. Wikkel het inktlint in de richting
van het pijltje wanneer het niet strak genoeg is gespannen.
Als er geen print cartridge is geplaatst wanneer u de printer aanzet, licht
de cartridgefoutindicator op.
Hou de printcartridge bij het plaatsen verticaal om te voorkomen dat er stof op het
inktlint terechtkomt.
Raak het inktlint niet aan en leg de print cartridge niet op een stoffige plek.
Vingerafdrukken of stof op het inktlint zijn nefast voor het afdrukresultaat.
•Vervang de print cartridge niet terwijl de printer werkt.
Opmerkingen bij het bewaren van de print cartridge
Bewaar de print cartridge niet op een plek waar ze bloot staat aan hoge
temperaturen, hoge vochtigheid, overmatig stof of directe zonnestraling.
Bewaar een deels gebruikte cartridge in de originele verpakking.
25
NL
Opstelling
Tussenschot
5 Printpapier plaatsen
1 Open de klep van de papierlade en plaats het tussenschot
afhankelijk van het gebruikte printpapierformaat.
Leg het tussenschot neer om printpapier van Post Card-formaat te
gebruiken.
Zet het tussenschot recht om printpapier van Small-formaat te gebruiken.
2 Plaats printpapier in de papierlade.
Schud het printpapier. Breng vervolgens het printpapier in met het
printoppervlak (de onbedrukte zijde) naar boven en het pijltje op de lade.
Plaats het beschermvel samen met het papier in de lade. Verwijder het
beschermvel nadat u het papier hebt aangebracht.
U kunt maximum 25 vellen instellen voor Post Card-formaat en 30 vellen
voor Small-formaat. Plaats de achterkant van het tussenschot om
printpapier van Small-formaat in te brengen.
Opmerking
Raak het printoppervlak niet aan. Vingerafdrukken op de afdrukzijde zijn nefast
voor het afdrukresultaat.
Bij het inbrengen van
printpapier van Small-
formaat
Papier
Printoppervlak
Pijltje
Voorkant
Wordt vervolgd
26
NL
5 Printpapier inbrengen
3 Sluit de klep van de papierlade. Duw dan de klep van de
papierlade open en steek de papierlade in de printer.
Steek ze goed in tot ze vastklikt.
Opmerkingen
Als het printpapier niet automatisch wordt toegevoerd, licht de papierfoutindicator
op. Trek de papierlade uit en controleer de papierverstopping.
Wanneer u printpapier toevoegt aan een deels gevulde lade, mag het totale aantal
vellen niet meer bedragen dan 25 voor Post Card-formaat en 30 voor Small-formaat.
Plaats geen verschillende soorten papier in de lade. Indien u dit toch doet, kan het
papier vastlopen of de printer defect raken.
• Indien het printpapier op raakt nadat u op PRINT hebt gedrukt, weerklinkt de
waarschuwingspieptoon en licht de papierfoutindicator op.
•Voor het afdrukken mag niet op de afdrukzijde worden geschreven noch getypt.
Gebruik een olieinktpen om na het afdrukken op de afdrukzijde te schrijven of te
tekenen.
Kleef voor het afdrukken geen sticker of dergelijke op de afdrukzijde.
Verwijder de rug van zelfklevend papier niet voor het printen is voltooid. Indien u
dit toch doet, kan het papier vastlopen of de printer defect raken.
Druk niets tweemaal af op hetzelfde printpapier. Door hetzelfde papier tweemaal
te gebruiken, wordt de afdruk dikker. Dit kan problemen geven of zelfs een defect
veroorzaken.
Vouw noch buig printpapier voor het afdrukken.
Opmerkingen bij het bewaren van printpapier
Bewaar printpapier niet op een plek waar het bloot staat aan hoge temperaturen,
hoge vochtigheid, overmatig stof of directe zonnestraling.
Bewaar het papier niet lang met de afdrukzijde tegen elkaar of in contact met
rubber of plastic producten met inbegrip van vinylchloride of weekmakers; de
kleuren of het papier kunnen hierdoor worden aangetast.
Berg papier op in de originele verpakking wanneer u het gedurende lange tijd niet
zult gebruiken.
27
NL
Basicprintfuncties
1
Plaats een Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc met
opgenomen beelden in de Memory Stick of PC card-gleuf
(pagina 15-16) of op de CD-R/RW disc-lade (pagina 17).
2
Zet de printer en de televisie aan en zet de
ingangskeuzeschakelaar van de televisie op VIDEO.
De POWER indicator van de printer licht groen op.
3
Druk op INPUT SELECT om de MEMORY STICK, PC CARD of
indicator te laten oplichten.
Wanneer u “MEMORY STICK” of PC CARD kiest, verschijnen de
minaturen van de opgeslagen beelden op het scherm.
Basicprintfuncties
1
3
Standaardafdruk
zonder rand
Wanneer u MEMORY STICK kiest.
Geel kadertje (cursor)
Geselecteerde beelden op een card of disc
afdrukken
U kunt een beeld op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW
disc selecteren en afdrukken op volle grootte (standaardafdruk).
Wordt vervolgd
2
3–5
3,4
CANCEL toets
PICTURE toets
6
2
3
CANCEL toets
PICTURE toets
3,4
3–5
6
28
NL
Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken
Betreffende INPUT SELECT
U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het
scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd.
Wanneer u CD-RW disc kiest
De flappen van de mappen op de
CD-R/RW disc verschijnen. De
voorflap toont het eerste beeld in
elke map. Druk op de pijltjestoetsen
(B/b/V/v) om het gele kadertje
(cursor) naar de gewenste map te
brengen en druk op ENTER/PRINT
QTY.
De beelden in de map verschijnen
als miniaturen.
Opmerkingen
Stel de printer niet bloot aan schokken
noch trillingen wanneer de printer de
CD-R/RW disc uitleest of beschrijft.
Indien u dat toch doet, kan de printer
niet naar behoren functioneren of kan
een beeld niet worden opgeslagen.
Zelfs beelden die al op de disc zijn
opgeslagen, kunnen worden
beschadigd of de disc zelf kan
vastlopen.
Wanneer u een 8cm CD-R/RW disc
van uw CD Mavica inbrengt, worden
er geen mappen getoond.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het gele kadertje
(cursor) naar het beeld te brengen dat u wilt afdrukken en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het beeld is geselecteerd en de
printaantalindicatie wordt “1”.
De zone onder het beeld wordt
oranje.
Geselecteerd beeld (oranje)
29
NL
Basicprintfuncties
Een andere pagina tonen
Bij meervoudige pagina’s kunt u veranderen van pagina. Om de volgende
pagina te tonen, brengt u het gele kadertje onderaan de beeldenlijst en
drukt u op v. Om de vorige pagina te tonen, brengt u het gele kadertje
bovenaan de beeldenlijst en drukt u op V.
Selectie annuleren
Breng het gele kadertje naar het beeld dat u wilt annuleren en druk op
CANCEL. De oranje zone wordt grijs en de printindicatie wordt “0”. De
selectie wordt geannuleerd.
De beelden in een andere map tonen (alleen CD-R/RW)
Druk op FOLDER RECALL. De mapminiaturen verschijnen. U kunt nu
de gewenste map kiezen.
Opmerking
Wanneer u een andere map kiest, wordt de beeldkeuze tot dan geannuleerd.
Een voorbeeld tonen
Breng het gele kadertje naar het
gewenste beeld en druk vervolgens
op PICTURE. Er verschijnt een
voorbeeld van het gekozen beeld.
Druk op b om een voorbeeld van het
volgende beeld te tonen. Druk op B
om een voorbeeld van het vorige
beeld te tonen.
Druk op PICTURE om de
beeldenlijst nogmaals te laten
verschijnen.
Opmerking
Terwijl het beeld omschakelt of de printer de “MEMORY STICK”, PC card of CD-
R/RW uitleest of beschrijft, mag u deze niet uitwerpen noch inbrengen om een
crash te voorkomen.
Wordt vervolgd
30
NL
Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken
5
Druk op ENTER/PRINT QTY om de afdrukkwaliteit in te stellen.
Bij elke druk op ENTER/
PRINT QTY verhoogt het
aantal afdrukken. Druk op
CANCEL om het afdrukaantal
op nul te zetten.
Verscheidene beelden
ineens afdrukken
Herhaal stap 4 en 5 om andere
beelden te kiezen en het aantal
afdrukken in te stellen.
6
Druk op PRINT.
Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de
afstandsbediening. Het afdrukken begint. Tijdens het afdrukken licht de
PRINT indicator op. De afdrukprogressiebalk en de approximatieve
afdruktijd verschijnen op het scherm.
Wanneer u begint af te drukken met het voorbeeld op het scherm
Er verschijnt een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd of u het getoonde beeld
dan wel alle geselecteerde beelden wilt afdrukken. Kies één van beide om het
afdrukken te starten.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende afdruk.
7
Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer het
printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt gevoerd.
Aantal afdrukken verandert.
Tegelijk indrukken.
Printer
31
NL
Basicprintfuncties
Opmerkingen
Werp de “Memory Stick” of PC card niet uit wanneer de “MEMORY STICK” of PC
CARD indicator knippert of de gegevensgebruiksmelding knippert. Indien u dat toch
doet, kunnen ze vastlopen.
Verplaats de printer nooit terwijl de CD-RW indicator knippert of terwijl gegevens
worden opgeslagen. De gegevens op de CD-R/RW disc kunnen dan immers worden
beschadigd.
Deze printer kan geen beelden tonen noch afdrukken die op een
CD-R/RW werden opgeslagen met andere apparatuur dan deze printer.
Tijdens het afdrukken mag de printer niet worden verplaatst noch afgezet; de print
cartridge of het papier kunnen hierdoor geklemd raken. Indien dit toch gebeurt, zet
dan de printer af en weer aan, en hervat het afdrukken vanaf het begin.
Tijdens het afdrukken wordt het printpapier stapsgewijs deels uit de
papieruitvoergleuf geworpen. Trek nooit hard aan het papier voor de PRINT
indicator dooft en het printpapier automatisch wordt uitgevoerd.
Bij gebruik van zelfklevend papier van Small-formaat, mag u niet meer dan 10
uitgevoerde vellen laten opstapelen.
Een voorbeeld kan pas na 5 tot 60 seconden op het scherm verschijnen, afhankelijk
van beeldtype en -formaat.
De miniatuurlijst kan pas na enige tijd verschijnen, afhankelijk van
het type digitale camera.
Bij een beeldbreedte of -hoogte van minder dan 480 punten verschijnt
het beeld verkleind. Het beeld kan worden afgedrukt maar de
afdrukkwaliteit is lager wegens het kleine beeldformaat.
Betreffende pictogrammen van Cybershot of CD Mavica beelden
in de beeldenlijst
In de beeldenlijst verschijnt elk beeld als miniatuur. Bij een beeld dat is opgenomen
met uw Cybershot of CD Mavica verschijnt één van de volgende pictogrammen in
de rechter bovenhoek van de miniatuur of in plaats van de miniatuur.
Pictogrammen verschillen volgens beeldopnamestand en beeldformaat:
• Pictogrammen die in de rechter bovenhoek van de miniatuur verschijnen
(TIFF bestand) (e-mail mode-bestand)
(stemberichtbestand)
Pictogrammen die verschijnen in plaats van de miniatuur
(motion file*) (beeldbestand zonder miniatuur)
(text file*) (clip motion file*)
* Deze bestanden kunnen worden gekopieerd maar niet getoond noch
afgedrukt met de printer.
32
NL
Alle beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc kunnen
ineens worden afgedrukt. U kunt ook beelden vooringesteld met uw digitale
camera (DPOF) ineens afdrukken.
Wat is “DPOF”?
“DPOF” (Digital Print Order Format) is een formaat waarmee de nodige informatie kan
worden opgenomen om beelden opgenomen met een digitale camera automatisch af te
drukken in een drukkerij of met een huisprinter. De printer kan automatisch het aantal
beelden afdrukken dat voor DPOF afdruk werd vooringesteld. Meer details vindt u in
de gebruiksaanwijzing van de digitale camera.
Opmerking
Sommige digitale cameratypes zijn niet compatibel met DPOF of de printer is niet
compatibel met bepaalde functies van digitale camera’s.
3
1
Plaats een Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc met
opgenomen beelden in de Memory Stick of PC card-gleuf
(pagina 15-16) of op de CD-R/RW disc-lade (pagina 17).
2
Druk op POWER om de printer aan te zetten.
De POWER indicator licht groen op.
De beelden op het scherm tonen
U kunt af te drukken beelden op het scherm tonen en controleren. Sluit de
printer aan op de televisie en zet de televisie aan. Zet vervolgens de
ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”.
1
4
2
CANCEL toets
5
2
3
4
CANCEL toets
5
Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden
tegelijkertijd afdrukken
33
NL
Basicprintfuncties
3
Druk op INPUT SELECT om de MEMORY STICK, PC CARD of
CD-RW indicator te laten oplichten.
Wanneer u uw printer aansluit op een televisie, verschijnen de miniaturen
van de “Memory Stick” of PC card-beelden op het scherm.
Wanneer u CD-RW disc kiest
De mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Kies de gewenste map om
de miniaturen van de beelden erin te tonen. Of kies het gewenste beeld
van de beeldenlijst om op het scherm te bekijken.
Betreffende INPUT SELECT
U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het
scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd.
4
Verricht één van de volgende handelingen:
Druk op AUTO PRINT tot de ALL indicator oplicht om alle
beelden af te drukken.
Druk op AUTO PRINT tot de DPOF indicator oplicht om alle
vooringestelde beelden af te drukken.
De handeling annuleren
Druk op CANCEL.
Wanneer u de printer aansluit
op een televisie
Wanneer u All kiest, verschijnen alle
beelden in de miniatuurlijst met een
oranje zone eronder. Wanneer u
DPOF kiest, verschijnen de
vooringestelde beelden met een
oranje zone onder het beeld.
Wordt vervolgd
34
NL
5
Druk op PRINT.
Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de
afstandsbediening.
Het afdrukken begint. Indien u All kiest, worden alle beelden op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc één voor één afgedrukt in de
volgorde van hun beeldnummers. Wanneer u PDOF kiest, worden de
voorinstelbeelden afgedrukt op het ingestelde aantal exemplaren en in de
ingestelde volgorde.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende
afdruk.
6
Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer
het printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt
gevoerd.
Zie pagina 31 voor meer informatie tijdens of na het afdrukken.
Terugkeren naar de gebruikelijke printstand
Druk op CANCEL om de ALL en DPOF indicatoren uit te schakelen.
Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden tegelijkertijd afdrukken
Printer
Tegelijk indrukken.
35
NL
Basicprintfuncties
Standaardafdruk
zonder rand
1
2
PICTURE toets
4
5
1
Zet de printer en de televisie aan en zet de
ingangskeuzeschakelaar van de televisie op VIDEO.
De POWER indicator van de printer licht groen op.
2
Druk op INPUT SELECT om de VIDEO indicator te laten oplichten.
Betreffende INPUT SELECT
U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het
scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd.
3
Start de weergave met de video-apparatuur.
De weergavebeelden verschijnen op het scherm (ingangsbeeld).
Meer details over de weergave met de video-apparatuur vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de apparatuur.
Opmerking
Kies geen beeld met de video-apparatuur in de pauzestand omdat de beeldkwaliteit
dan lager is. Leg een beeld vast tijdens de weergave.
U kunt een beeld vastleggen van video-apparatuur die is
aangesloten op VIDEO IN van de printer en dat op volle
grootte afdrukken (standaardafdruk).
Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur
2
1
4
PICTURE toets
5
Wordt vervolgd
36
NL
Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur
4
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer het beeld dat u wilt
afdrukken op het scherm verschijnt.
Het geselecteerde beeld wordt
opgeslagen in het geheugen van de
printer en een voorbeeld van het
geselecteerde beeld
(geheugenbeeld) verschijnt in het
midden van het scherm.
Een andere pagina vastleggen
Druk op PICTURE om de
weergavebeelden op het scherm te
tonen. Herhaal stap 3 en 4 om een
ander beeld te selecteren. Het
geheugenbeeld wordt opgeslagen in
het printergeheugen tot u een ander
beeld kiest.
5
Druk op PRINT terwijl het geheugenbeeld wordt getoond.
Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de
afstandsbediening. Het afdrukken begint. Tijdens het afdrukken licht de
PRINT indicator op. De afdrukprogressiebalk en de approximatieve
afdruktijd verschijnen op het scherm.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende afdruk.
6
Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer het
printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt gevoerd.
Het geheugenbeeld wordt op het scherm getoond. Druk op PICTURE om
de weergavebeelden te tonen.
Opmerkingen
Sla het beeld op op een card of disc alvorens het te regelen of er effecten aan toe te
voegen.
Wanneer u VIDEO INPUT in het MENU scherm op Motion zet, wordt de
beeldscherpte geregeld gedurende enkele seconden na het vastleggen.
37
NL
Beelden bewaren
Beelden bewaren
Beelden op een “Memory Stick” of PC card
bewaren op een CD-R/RW disc
Alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens
bewaren
U kunt alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens bewaren in een
nieuwe map op een CD-R/RW disc.
1
Plaats een ongeformatteerde CD-R/RW disc in de DC-R/RW disc-
lade.
2
Plaats een “Memory Stick” of PC card met de beelden die u op
een CD-R/RW disc wil bewaren in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK” of PC CARD
indicator te laten oplichten.
De miniaturen van de beelden op de “Memory Stick” of PC card
verschijnen op het scherm.
4
Druk op SAVE ALL.
Het bevestigingsdialoogvenster voor het bewaren van beelden verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsdialoogvenster voor het initialiseren van de disc
verschijnt.
SAVE ALL knop
Wordt vervolgd
38
NL
Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
De CD-R/RW disc wordt geïnitialiseerd en alle beelden op de “Memory
Stick” of PC card worden bewaard op de CD-R/RW disc.
7
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Tip
U kunt de beelden die op een CD-R/RW disc zijn bewaard bekijken op uw computer
(pagina 56).
Bepaalde beelden op een “Memory Stick” of PC card
bewaren op een CD-R/RW disc
U kunt bepaalde beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren in een
bepaalde map op een CD-R/RW disc. Om een CD-R/RW disc met uw printer
te kunnen gebruiken, moet de disc zijn geïnitialiseerd. Zie “Een CD-R/RW
disc klaarmaken voor het bewaren van beelden (initialiseren)” op pagina 51.
1
Plaats een CD-R/RW disc voor gegevensopslag op de CD-R/RW
disc-lade van de printer.
2
Plaats een “Memory Stick” of PC card met de beelden die u op
een CD-R/RW disc wil bewaren in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK” of PC CARD
indicator te laten oplichten.
De miniaturen van de beelden op de
“Memory Stick” of PC card
verschijnen op het scherm. U kunt
een beeld kiezen en op PICTURE
drukken om een voorbeeld op het
scherm te bekijken.
39
NL
Beelden bewaren
4
Kies een beeld dat u wilt bewaren.
x Wanneer miniaturen worden
getoond
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/
v) om het beeld te kiezen dat u wilt
bewaren en druk op ENTER/PRINT
QTY. U kunt verschillende beelden
selecteren.
x Wanneer een voorbeeld
verschijnt
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/
v) om het voorbeeld te tonen dat u
wilt bewaren en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Tips
Door op PICTURE te drukken, kunt u omschakelen tussen miniaturen en
voorbeeld.
Er wordt slechts één beeld bewaard, ook al is het afdrukaantal van het gekozen
beeld groter dan één.
•Druk op PRINT om een beeld af te drukken.
5
Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen
van de bestemming verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/
b) om “CD-R/RW” te kiezen als
bestemming en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Het dialoogvenster voor het
aanmaken van een nieuwe map op
de CD-R/RW disc verschijnt. U
kunt ook een map kiezen uit de
bestaande mappen.
Wordt vervolgd
40
NL
Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc
Tip
Wanneer u een “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, kunt u de beelden
kopiëren van de ene kaart naar de andere. U kunt niet hetzelfde kaarttype kiezen
(van “Memory Stick” naar “Memory Stick” of van PC card naar PC card).
Opmerkingen
Wanneer er geen map op de CD-R/RW disc staat, verschijnt het dialoogvenster
voor het aanmaken van een nieuwe map niet. Er wordt automatisch een nieuwe
map aangemaakt.
Wanneer er geen CD-R/RW disc is ingebracht, verschijnt er een foutbericht.
Plaats een CD-RW disc voor het bewaren van beelden.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en een
nieuwe map aan te maken of “No” om een beeld te bewaren
in een bestaande map.
•Wanneer u “Yes” kiest, wordt een nieuwe map aangemaakt achter de
bestaande mappen. Het geselecteerde beeld wordt bewaard in de
nieuwe map.
•Wanneer u “No” kiest, verschijnen de bestaande mappen op het
scherm. Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de doelmap te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY. Het beeld wordt bewaard in de
geselecteerde map.
Opmerking
Indien er op de CD-R/RW disc onvoldoende vrije ruimte beschikbaar is om het
beeld te bewaren, verschijnt er een bericht dat u vraagt om de disc te vervangen.
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc te vervangen of
“No” om het bewaren te annuleren. Wanneer u “Yes” kiest, plaats dan een CD-R/
RW disc met voldoende vrije ruimte en kies “Yes” wanneer het bevestigingsbericht
verschijnt.
8
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Tip
U kunt de beelden die op een CD-R/RW disc zijn bewaard bekijken op uw computer
(pagina 56).
41
NL
Beelden bewaren
Betreffende mappen en bestandsnamen bij het bewaren van
beelden op een CD-R/RW disc
Betreffende mappen (albums)
Mappen worden benoemd en bewaard op een CD-R/RW disc als
“ALBUM001”, “ALBUM002”, “ALBUM003” enzovoort, in de volgorde waarin
ze werden aangemaakt. Mappen worden met hun oorspronkelijke naam op
een CD-R/RW disc bewaard, ook al hernoemt u die met uw printer. De
mapnaamgegevens die u met deze printer wijzigt, worden opgeslagen in een
bestand genaamd “dirname.txt” in elke “ALBUM###” (###: cijfers) map.
Betreffende bestandsnamen
Wanneer u op SAVE ALL drukt, wordt een nieuwe map aangemaakt op
een CD-R/RW disc en worden alle beelden op de “Memory Stick” of PC
card in de originele mapstructuren bewaard in de nieuwe map.
Wanneer u beelden kiest en op SAVE drukt, verschilt het opslagformaat
afhankelijk van het bestandsformaat van de gekozen beelden:
DCF bestanden*: bewaard in de “ALBUM###\DCIM\100MSDCF”
map. Elk bestand wordt genummerd in volgorde vanaf het volgende
nummer tot het laatste bestandsnummer van de bestaande bestanden op
de CD-R/RW disc. Indien de map al 999 of meer bestanden bevat,
wordt er een nieuwe map “ALBUM###\DCIM\101MSDCF”
aangemaakt en worden de bestanden opgeslagen in die map.
Ander formaat dan DCF: alleen bestanden worden bewaard in de
“ALBUM###\DPPSV” map. Wanneer er al een bestand met eenzelfde
bestandsnaam bestaat, wordt het toegevoegd met een suffix
(serienummer (1), (2) enzovoort) en opgeslagen in de map.
* Bestanden compatibel met het DCF (Design rule for Camera File) formaat,
opgeslagen in de “DCIM\100####\####0001.jpg” (#: willekeurige
alfanumerieke set) mapstructuur op de “Memory Stick” of PC card.
Wanneer u beelden bewaart op een “Memory Stick” of PC card, wordt er geen
“ALBUM###” map aangemaakt. Dezelfde opslagregels zijn van toepassing,
behalve voor de map “ALBUM”.
42
NL
Beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een
“Memory Stick” of PC card
Alle beelden op een CD-R/RW map ineens bewaren
U kunt alle beelden in een map van een CD-R/RW disc ineens bewaren op een
“Memory Stick” of PC card.
1
Plaats een “Memory Stick” of PC card voor het bewaren van
CD-R/RW disc-gegevens in de printer.
2
Plaats een CD-R/RW disc met de beelden die u wilt bewaren op
een kaart in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de
CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW
disc verschijnen.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/
b/V/v) om de map te kiezen
dat u wilt bewaren en druk op
ENTER/PRINT QTY.
De beelden in de geselecteerde map
verschijnen als miniaturen.
5
Druk op SAVE ALL.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Memory Stick” of “PC
Card” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Alle beelden in de gekozen CD-R/RW disc-map worden bewaard en
toegevoegd aan de beeldenlijst van de “Memory Stick” of PC card.
43
NL
Beelden bewaren
7
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Opmerkingen
Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
Alle bestanden in de map, met inbegrip van beeldbestanden en andere bestanden,
worden bewaard.
Gekozen beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een
“Memory Stick” of PC card
U kunt geselecteerde beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een
“Memory Stick” of PC card.
1
Plaats een “Memory Stick” of PC card voor het bewaren van
CD-R/RW disc-gegevens in de printer.
2
Plaats een CD-R/RW disc met de beelden die u wilt bewaren op
een kaart in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW disc verschijnen.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die
u wilt bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY.
De beelden in de geselecteerde map verschijnen als miniaturen. U kunt
een beeld kiezen en op PICTURE drukken om een voorbeeld op het
scherm te bekijken.
Wordt vervolgd
44
NL
Beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick”
of PC card
5
Kies een beeld dat u wilt bewaren.
x Wanneer miniaturen worden getoond
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het beeld te kiezen dat u wilt
bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY. U kunt verschillende beelden
selecteren.
x Wanneer een voorbeeld
verschijnt
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/
v) om het voorbeeld te tonen dat u
wilt bewaren en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Tips
Door op PICTURE te drukken, kunt u
omschakelen tussen miniaturen en
voorbeeld.
Er wordt slechts één beeld bewaard, ook al is het afdrukaantal van het gekozen
beeld groter dan één.
•Druk op PRINT om een beeld af te drukken.
6
Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Memory Stick” of “PC
Card” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
De gekozen beelden worden bewaard en toegevoegd aan de beeldenlijst
van de “Memory Stick” of PC card.
8
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Opmerkingen
Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
Wanneer een bestandsnaam wordt gewijzigd met uw computer of tekens of cijfers
bevat die de printer niet ondersteunt, kan het bestand mogelijk niet worden getoond
of bewaard.
45
NL
Beelden bewaren
Een videogeheugenbeeld opslaan op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc
Het vastgelegde en afgedrukte beeld van video-apparatuur wordt opgeslagen
in het printergeheugen. Wanneer u een ander beeld vastlegt, wordt het vorige
overschreven en gewist. Een geheugenbeeld kan worden opgeslagen op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc
1
Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc voor het
bewaren van het videogeheugenbeeld in de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de VIDEO indicator te laten
oplichten.
3
Start de weergave met de video-apparatuur en druk op ENTER/
PRINT QTY wanneer het beeld dat u wilt afdrukken op het
scherm verschijnt.
Het geselecteerde beeld wordt
opgeslagen in het geheugen van de
printer en een voorbeeld van het
geselecteerde beeld
(geheugenbeeld) verschijnt in het
midden van het scherm.
4
Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen
van de bestemming verschijnt.
Wordt vervolgd
46
NL
Een videogeheugenbeeld opslaan op een “Memory Stick”, PC
card of CD-R/RW disc
5
Kies de bestemming (“Memory Stick”, “PC card” of “CD-R/RW”)
met de pijltjestoetsen (B/b) en druk vervolgens op ENTER/
PRINT QTY.
•Wanneer u “Memory Stick” of “PC card” kiest, wordt geheugenbeeld
bewaard en toegevoegd aan de beeldenlijst van de kaart. De
weergavebeelden verschijnen opnieuw.
•Wanneer u de CD-R/RW disc kiest, verschijnt het dialoogvenster om
de bestemmingsmap te kiezen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de
doelmap te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden
worden bewaard in de geselecteerde map.
Opmerkingen
Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
Indien de videobron is beveiligd tegen kopiëren, verschijnt een foutbericht en kan het
beeld niet worden bewaard. Sommige TV-programma’s, beelden of publicaties
kunnen auteursrechtelijk zijn beveiligd, ook al verschijnt er geen bericht. Merk op
dat ongeoorloofd kopiëren of wijzigen van afbeeldingen van anderen of
auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk kan betekenen op de rechten van de
houders (pagina 3).
47
NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Betreffende CD-R/RW discs
Geschikte CD-R/RW disc-types
De volgende discs kunnen met de printer worden gebruikt:
CD-RW discs met het volgende logo:
Een CD-RW (CD-Rewritable) disc, die vergelijkbaar is
met een CD-ROM disc, is een opslagmedium waarop u
gegevens, met inbegrip van beeldbestanden,
herhaaldelijk kunt schrijven of wissen.
CD-R discs met het volgende logo:
Een CD-R (CD-Recordable) disc is ook een
opslagmedium waarop gegevens kunnen worden
geschreven of gewist. De disc-capaciteit neemt echter
niet toe door bestanden te wissen.
Gebruik van een CD Mavica disc met de printer
U kunt beelden tonen en afdrukken die met behulp van uw CD Mavica digital
camera werden opgenomen op een 8cm CD-R/RW disc. Deze beelden kunnen
ook worden gekopieerd naar een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc
Opmerkingen
Behalve beeldbestanden kunnen er geen andere bestanden op een CD Mavica 8cm
CD-R/RW disc worden getoond of afgedrukt. Voor details, zie “Betreffende
pictogrammen van Cybershot of CD Mavica beelden in de beeldenlijst” op pagina 31.
Wij raden u aan CD-R/RW discs van Sony te gebruiken.
U kunt het beste een CD-RW disc gebruiken die de 4x snelheid ondersteunt.
Gebruik in de handel verkrijgbare, ongeformatteerde CD-R/RW discs.
CD-R/RW discs van het “High Speed” type kunnen niet worden gebruikt.
U kunt geen disc gebruiken waarop geen gegevens staan, waarop geen gegevens
konden worden geschreven of die niet klaar is om te worden uitgelezen.
Gebruik uitsluitend ronde CD’s. Discs met een andere vorm (stervormig, hartvormig,
enz.) kunnen de printer beschadigen.
Op een CD Mavica 8cm CD-R/RW disc kunnen geen bestanden worden geschreven
of gewist en mappen aangemaakt of benoemd, en kan de disc evenmin worden
geïnitialiseerd.
Double Density CD-R/RW discs zijn niet geschikt.
Gebruik van een CD-R/RW disc
48
NL
Betreffende CD-R/RW discs
Behandeling van discs
Om gegevensverlies te vermijden, dient u rekening te houden met het
volgende.
Kleef geen papier of labels op de disc en zorg er ook
voor dat het oppervlak niet wordt gekrast.
Raak de weergavekant van de disc niet aan (de kant
waarop niets gedrukt staat).
Leg een disc niet op een plaats waar ze bloot staat aan overmatig stof,
directe zonnestraling, warmte of vochtigheid.
Mors geen vloeistof op een disc.
Bewaar ze in het doosje wanneer u ze niet gebruikt.
Opmerkingen bij het reinigen van CD-R/RW discs
Vingerafdrukken en stof op een disc kunnen uitleesfouten veroorzaken.
Voor normaal reinigen houdt u de disc vast aan de rand en wrijft u met
een zachte doek van binnen naar buiten toe.
Wanneer de disc heel vuil is, bevochtigt u een zachte doek met water,
waarna u die uitwringt en de disc er van binnen naar buiten toe mee
schoonwrijft. Wrijf overtollig vocht af met een droge zachte doek.
Gebruik geen solventen zoals benzine, thinner en in de handel
verkrijgbare reinigingsmiddelen noch antistatische spray omdat deze de
disc kunnen beschadigen.
49
NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Procedure bij gebruik van een CD-R/RW disc
Om een CD-R/RW disc in de printer te gebruiken, dienen de volgende
handelingen te worden verricht:
Formattering
Alle ruimte wordt
gerecupereerd.
Initialisering
Door initialisering kunnen beelden op een CD-R/RW disc worden opgeslagen
met de printer (pagina 51).
Finalisering
Door finalisering kunnen beelden op een CD-R/RW disc die door de printer
zijn opgenomen, worden bekeken en uitgelezen met de CD-ROM drive van
uw computer (pagina 56)
U kunt een disc bekijken
met een CD-ROM drive.
Zichtbaar met
de computer
[Ong. 7 min.]
Finalisering
Gebruikt schijfruimte.
Definalisering
Recupereert de ruimte benut voor
finalisering, behalve 300 KB.
[ong. 3 min.]
[ong. 21 min.]
U kunt berichten
opslaan.
Alle/bepaalde berichten
bewaren
Beelden worden
opgeslagen
Zichtbaar met
de printer
:CD-R
:CD-RW
[ ] :benodigde tijd in
min. (minuten) of
sec. (seconden)
Alle/bepaalde berichten
bewaren
Initialisering
Verbruikt 8MB.
[ong. 15 sec.]
[ong. 20
sec.]
Nieuwe disc
Start
Mappen bewerken
Op de disc kan herhaaldelijk
worden bewaard.
Een nieuwe map aanmaken
Wordt vervolgd
50
NL
Procedure bij gebruik van een CD-R/RW disc
Definalisering
U kan de finalisering van een CD-RW disc annuleren. Bij definalisering komt
de schijfruimte die was ingenomen door het finaliseren weer vrij (pagina 58).
Formattering
Een disc kan worden geformatterd om alle beelden erop te wissen of om een
CD-RW disc te gebruiken die met een ander apparaat dan de printer is
geformatteerd. Door het formatteren worden alle gegevens op de disc gewist.
Wanneer u een disc formatteert, wordt ze automatisch geïnitialiseerd (pagina
59).
Een disc lezen/schrijven met de printer
Gegevens kunnen alleen worden geschreven op een CD-R/RW disc die
met de printer werd geïnitialiseerd.
Gegevens op een CD-R/RW disc kunnen worden uitgelezen indien ze
werden geschreven met de printer, CD Mavica of conform ISO9660 Level
2*. (*De printer is niet multi-sessiecompatibel. De printer kan de disc
mogelijk niet lezen, afhankelijk van de bestandsnaam of de
directorystructuur.)
Opmerkingen
Bij een CD-R/RW disc die is aangemaakt met Windows XP CD-R/RW
schrijfsoftware, kunnen alleen de eerst geschreven gegevens (gegevens die in de
eerste sessie werden geschreven) met de printer worden bekeken.
De printer werkt met het UDF1.5 formaat om gegevens op een CD-R/RW disc te
schrijven. Wanneer u uw computer of andere apparatuur gebruikt om gegevens op
een CD-R/RW disc van UDF1.5 formaat te schrijven, kan echter niet worden
gegarandeerd dat de printer de gegevens kan lezen.
Wanneer u de printergegevens op een CD-R/RW disc bewerkt met andere
apparatuur, kunnen we niet garanderen dat de printer gegevens op de disc kan
schrijven of lezen.
51
NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te
bewaren (initialisering)
Om een CD-R/RW disc in de printer te gebruiken, moet de disc worden
geïnitialiseerd.
1
Plaats een ongeformatteerde CD-R/RW disc in de DC-R/RW disc-lade.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
Het bevestigingsdialoogvenster voor het initialiseren van de disc verschijnt.
3
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen om de disc
te initialiseren of “No” om het initialiseren te annuleren en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-R/RW disc geïnitialiseerd.
Een CD-R/RW disc kan ook als volgt worden geïnitialiseerd:
Druk op MENU terwijl de miniaturen
van een CD-R/RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en
vervolgens “Initializing CD-R/RW”.
Druk op MENU om het mapmenu te
laten verschijnen terwijl de
mapflappen op een CD-R/RW disc
worden getoond. Kies “FORMAT” en
vervolgens “Initializing CD-R/RW”.
Opmerkingen
Het initialiseren van een CD-RW en CD-R neemt respectievelijk 20 en 15 seconden in
beslag. Stel de printer tijdens het initialiseren niet bloot aan trillingen noch schokken.
Alleen een blanco CD-R/RW kan worden geïnitialiseerd.
Een disc die werd geformatteerd met uw computer of andere apparatuur kan niet
worden geïnitialiseerd. Een CD-RW kan opnieuw worden geformatteerd en gebruikt
met de printer.
52
NL
Op een CD-R/RW disc kunnen mappen worden toegevoegd, verwijderd of
hernoemd.
Opmerking
Wanneer de schijfruimte beperkt is, kan geen map worden toegevoegd, gewist of
hernoemd.
Een nieuwe map aanmaken
1
Plaats een CD-R/RW disc waarop u een nieuwe map wilt
aanmaken op de CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW
verschijnen.
Opmerking
Stel de printer niet bloot aan schokken
noch trillingen wanneer de printer de
CD-R/RW disc uitleest of beschrijft. De
printer kan dan immers niet goed
functioneren of geen beelden bewaren.
Bovendien kunnen de disc zelf of
beelden die al op de disc zijn opgeslagen,
worden beschadigd.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
Mappen op een CD-R/RW disc schikken
Folder menu
53
NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “NEW” te kiezen en druk
op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een bevestigingsbericht voor het aanmaken van een nieuwe
map.
Opmerking
Een disc kan maximum 99 mappen bevatten. Er kunnen niet meer dan 99 mappen
worden aangemaakt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Er wordt een nieuwe map aangemaakt en achteraan toegevoegd aan de
bestaande mappen.
Een map hernoemen
Elke map op een CD-R/RW wordt standaard “ALBUM###” (###: cijfers)
genoemd. Een map kan worden hernoemd met maximum 16 alfanumerieke tekens.
1
Plaats een CD-R/RW disc met een map die u wilt hernoemen op
de CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “RENAME” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die
u wilt hernoemen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het maphernoemscherm verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om een teken te kiezen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De gekozen tekens worden in de invoerbox geplaatst.
Wordt vervolgd
54
NL
Hoofdletters invoeren
Kies “CAPS” en druk op ENTER/PRINT
QTY om de hoofdlettertabel te laten
verschijnen. Kies het gewenste teken en
druk op ENTER/PRINT QTY. Kies
nogmaals “CAPS” om een kleine letter in
te voeren.
Een ingevoerd teken corrigeren
Kies “B” of “b” op het scherm en druk op
ENTER/PRINT QTY om de cursor in het
invoervak achter het teken te brengen dat
u wilt wissen. Kies dan “BS” en druk op
ENTER/PRINT QTY. Het teken voor de
cursor wordt gewist.
7
Nadat u alle tekens van de mapnaam hebt ingevoerd, drukt u
op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om “ENTER” te selecteren, en
vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Het mapnaamscherm wordt gesloten. De mapflappen verschijnen. De
gewijzigde mapnaam verschijnt onder het mappictogram.
8
Druk op CANCEL om de mapnaaminvoerstand te verlaten.
Opmerking
Wanneer u de CD-R/RW disc in de CD-ROM drive van uw computer plaatst, verschijnt
de mapnaam als “ALBUM###” (###: cijfers). De mapnaamgegevens die u met deze
printer wijzigt, worden opgeslagen in een bestand genaamd “dirname.txt” in elke
“ALBUM###” (###: cijfers) map.
Mappen op een CD-R/RW disc schikken
Tekeninvoerbox
Tekentabel
55
NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Een map wissen
1
Plaats een CD-R/RW disc met een map die u wilt wissen op de
CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/
b) om “DELETE” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het mapkeuzescherm verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die
u wilt wissen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de map
te wissen of “No” om het wissen te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de geselecteerde map van de CD-R/RW
disc gewist.
7
Druk op CANCEL om de mapwisstand te verlaten.
56
NL
Beelden op een CD-R/RW disc bekijken met uw
computer
Systeemvereisten van de computer
U kunt de CD-ROM drive van uw computer gebruiken om beelden te bekijken
die met de printer zijn bewaard op een CD-R/RW disc. Om beelden te
bekijken, moet uw computer voldoen aan de volgende systeemvereisten:
Aanbevolen Windows-systeem:
BS: Microsoft Windows 98/Windows Me/ Windows 2000
Professional/Windows XP Home Edition/Windows XP
Professional voorgeïnstalleerd.
CD-ROM drive: MultiRead compatibel
Aanbevolen Macintosh-systeem:
BS: Mac OS 8.5.1/8.6/9.0/9.1/9.2 voorgeïnstalleerd.
CD-ROM drive: MultiRead compatibel
Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te bekijken op
de computer (finalisering)
Om een CD-R/RW disc met printerbeelden te bekijken via de CD-ROM drive
van uw computer, moet de disc met de printer worden gefinaliseerd. Een CD-
R/RW disc die niet is gefinaliseerd, kan niet worden herkend door de CD-
ROM drive van uw computer.
1
Plaats een CD-R/RW disc die u wilt finaliseren op de CD-R/RW
disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
57
NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “FORMAT” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het FORMAT submenu verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “CD-R/RW finaliseren” te
kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc
te finaliseren of “No” om het finaliseren te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-R/RW disc gefinaliseerd.
Een CD-R/RW disc kan ook als volgt worden gefinaliseerd:
Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-R/RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Finalizing CD-R/RW.”
Opmerkingen
Het finaliseren van een CD-R/RW disc neemt ongeveer 7 minuten in beslag. (De
benodigde tijd hangt af van het aantal bestanden op een disc.) Stel de printer tijdens
het finaliseren niet bloot aan trillingen noch schokken.
Een CD-R/RW disc kan worden verwijderd zonder finaliseren. Ze kan dan achteraf
worden gefinaliseerd.
Na het finaliseren van een CD-R/RW disc kan geen opname worden toegevoegd
noch een map worden gewist of hernoemd.
Tip
Bij een CD-RW disc kan de gefinaliseerde disc worden gedefinaliseerd, zodat u opnames
kunt toevoegen en mappen wissen of hernoemen.
58
NL
Beelden op een CD-R/RW disc bekijken met uw computer
Finalisering annuleren (definalisering)
De finalisering van een CD-RW disc kan worden geannuleerd. Bij het
definaliseren komt de schijfruimte die voor het finaliseren werd gebruikt, weer
vrij.
1
Plaats een gefinaliseerde CD-RW disc die u wilt definaliseren op
de CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “FORMAT” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het FORMAT submenu verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Unfinalizing CD-RW” te
kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc
te definaliseren of “No” om het definaliseren te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-RW disc gedefinaliseerd.
Een CD-RW disc kan ook als volgt worden gedefinaliseerd:
Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Unfinalizing CD-RW”.
Opmerkingen
Het definaliseren van een CD-RW disc neemt ongeveer 3 minuten in beslag. Stel de
printer tijdens het finaliseren niet bloot aan trillingen noch schokken.
Bij een CD-RW disc kan de gefinaliseerde disc worden gedefinaliseerd, zodat u
opnames kunt toevoegen en mappen wissen of hernoemen. Om de disc te bekijken
op de CD-ROM drive van uw computer, moet ze opnieuw worden gefinaliseerd.
Een CD-R disc kan niet worden gedefinaliseerd.
59
NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Een CD-RW disc formatteren
Om alle bewaarde beelden te wissen of om een CD-RW disc te gebruiken die met een
ander apparaat is geformatteerd op de printer, kan een disc worden geformatteerd.
Wanneer u een disc formatteert, wordt ze automatisch geïnitialiseerd.
Opmerking
Bij het formatteren worden alle gegevens, met inbegrip van beeld- en niet-beeldbestanden op
de disc gewist. Controleer de inhoud van de disc alvorens ze te formatteren.
1
Plaats een CD-RW disc die u wilt formatteren op de CD-R/RW
disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen
(B/b) om “FORMAT” te kiezen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het FORMAT submenu verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Formatting CD-RW” te
kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc
te formatteren of “No” om het formatteren te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-RW disc geformatteerd en
vervolgens geïnitialiseerd.
Een CD-RW disc kan ook als volgt worden geformatteerd:
Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Formatting CD-RW”.
Opmerkingen
Het formatteren van een CD-RW disc neemt ongeveer 21 minuten in beslag. Stel de
printer tijdens het formatteren niet bloot aan trillingen noch schokken.
Een CD-R disc kan niet worden geformatteerd.
U kunt geen CD-RW disc gebruiken die met andere apparatuur is geformatteerd. Om
de disc met de printer te kunnen gebruiken, moet ze met de printer zijn geformatteerd.
Een CD-RW kan maximaal 300 keer worden geformatteerd.
60
NL
De toegangssnelheid van een CD-R/RW disc
instellen
De schrijf- en leessnelheid van de CD-R/RW disc drive kan worden ingesteld.
Gebruik bij voorkeur de oorspronkelijke snelheidsinstellingen die hieronder
vermeld staan. Verlaag de snelheid tot de waarde tussen haakjes alleen bij
onstabiele werking:
CD-R schrijfsnelheid: X8 (X4)
CD-RW schrijfsnelheid: X4 (X2)
Leessnelheid: X24 (X8)
1
Plaats een CD-R/RW disc op de CD-R/RW disc-lade van de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “SET” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Het SET submenu verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoets (V/v) om het item te kiezen dat u wilt
wijzigen, druk op de pijltjestoets (B/b) om de toegangssnelheid
te regelen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Wanneer u de volgende keer het toestel aanschakelt, verschijnt de melding
dat de instelling effectief is.
6
Druk op ENTER/PRINT QTY.
7
Zet de printer af en weer aan.
De gewijzigde toegangssnelheidsinstelling wordt effectief.
61
NL
Geavanceerde printfuncties
b
Effecten toevoegen aan een beeld
Wat u met het EFFECT menu zoal kunt doen
Met het EFFECT menu kunt u beelden op een “Memory Stick,” PC card of CD-
R/RW disc bewerken, instellen of voorzien van speciale filters.
Het EFFECT menu tonen
1
Kies het te bewerken beeld in de miniatuurlijst of druk op
PICTURE om een voorbeeld te laten zien.
2
Druk op EFFECT.
De EFFECT menubalk verschijnt.
Opmerking
U hebt geen toegang tot het EFFECT menu terwijl videobeelden worden ingevoerd
met de VIDEO ingangsindicator aan of de CD-R/RW mappen op het scherm.
EFFECT toets
EFFECT menubalk Cursor SubmenuCursor
Geavanceerde printfuncties
Wordt vervolgd
62
NL
Effecten toevoegen aan een beeld
3
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de cursor naar het
gewenste menu item op de menubalk te brengen en druk op
ENTER/PRINT QTY om het submenu te laten verschijnen.
Submenu Functies
+/– Vergroot of verkleint een beeld. (Pagina 63)
EDIT Verplaatst, roteert of draait een beeld. (Pagina 64)
ADJUST Regelt helderheid, tint, kleurdiepte en scherpte van een
beeld. (Pagina 65)
FILTER
Voegt een speciaal filter toe aan een beeld om monochroom-,
sepia- of geschilderde beelden af te drukken.
(Pagina 66)
RESET Verwijdert montage-, afstellings- of filterbewerkingen en
herstelt het beeld in de oorspronkelijke staat.
Opmerkingen
Nadat u op PRINT hebt gedrukt kan het verwerken van een gemonteerd beeld wat
meer tijd in beslag nemen.
Verwijder de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc niet in de EFFECT mode.
Indien u dat toch doet, wordt de EFFECT stand verlaten en worden alle bewerkingen
ongedaan gemaakt.
Een handeling annuleren
Druk op CANCEL om terug te keren naar het scherm van de vorige
procedure.
Een ander submenu tonen
Druk op V tot het huidige submenu verdwijnt.
Een beeld afdrukken
Druk op PRINT. Het beeld dat momenteel wordt getoond, wordt afgedrukt.
Het EFFECT menu verlaten
Kies “EXIT” in het EFFECT hoofdmenu of EFFECT in het EFFECT hoofd- en
submenu. Wanneer het opslagdialoogvenster verschijnt, kiest u “Yes” om het
beeld op te slaan of “No” om het te annuleren.
63
NL
Geavanceerde printfuncties
Een beeld met de geselecteerde effecten bewaren
Zie pagina 37 tot 46 voor gedetailleerde opslagprocedures.
1 Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt. Qua
bestemming is er keuze uit een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc.
(Hetzelfde dialoogvak verschijnt wanneer u de procedure onderbreekt.)
2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de bestemming te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Wanneer u de “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, wordt het
beeld toegevoegd aan de miniaturen.
Wanneer u de CD-R/RW disc kiest als bestemming, verschijnt het
dialoogvenster om de bestemming (map) te kiezen. Kies de map en
bewaar het beeld.
Opmerkingen
Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
Tijdens het bewaren van een beeld mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
Beeldgrootte en -positie wijzigen
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b) om
+ te kiezen om een beeld te vergroten of - om een beeld te
verkleinen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY
wordt het beeld vergroot of verkleind:
•–: tot 60%
•+: tot 200%
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergroot beeld kan
lager zijn afhankelijk van de grootte.
64
NL
Effecten toevoegen aan een beeld
De beeldpositie wijzigen.
Met het EDIT submenu kan een beeld worden verplaatst, geroteerd of gedraaid.
1
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b)
om EDIT te selecteren.
Het EDIT submenu verschijnt.
2
Druk op V/v om de cursor naar het gewenste item in het EDIT
submenu te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Item Procedures
Move
Verplaats het beeld met de pijltjestoets (B/b/
V/v) en druk op ENTER/PRINT QTY. Het
beeld wordt verplaatst in de geselecteerde
richting.
Rotate 90° Clockwise Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert
het beeld 90° rechtsom.
Rotate 90° Counterclockwise
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert
het beeld 90° linksom.
Mirror Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY draait
het beeld horizontaal.
b
65
NL
Geavanceerde printfuncties
Het beeld instellen
Via het ADJUST submenu kunt u de helderheid, kleurdiepte, tint of scherpte
van beelden regelen.
1
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b)
om ADJUST te selecteren op de menubalk en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Het ADJUST submenu verschijnt.
2
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het
gewenste instelpunt te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De regelschuiver verschijnt.
3
Regel het niveau als volgt:
Item Regelingen
Brightness Druk op V om het beeld lichter of v om het donkerder te
maken.
Color deepness
Druk op V om de kleuren voller of v om ze lichter te maken.
Tint
Druk op V om het beeld blauwer of v om het roder te maken.
Sharpness
Druk op V om de randen scherper of v om ze zachter te maken.
4
Druk op ENTER/PRINT QTY.
De instelling wordt uitgevoerd.
Opmerking
De kwaliteit van een beeld op het scherm kan verschillen van die van de afdruk.
Regelschuiver
b
66
NL
2
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het
gewenste filter te brengen.
Item Filter
Sepia Laat het beeld ogen als een oude, vergeelde foto.
Monochrome Laat het beeld zwart/wit ogen.
Paint Laat het beeld ogen als een schilderij.
3
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het filter wordt actief.
Opmerking
Het beeld op het scherm kan verschillen van het afgedrukte beeld.
Een speciaal filter toevoegen aan een beeld
Met het FILTER submenu kunt u een speciaal effect toevoegen om een beeld af
te drukken in monochroom of met schilder- of sepia-effect.
1
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b)
om FILTER te selecteren.
Het FILTER submenu verschijnt.
Effecten toevoegen aan een beeld
67
NL
Geavanceerde printfuncties
CREATIVE PRINT
toets
Wat u met het Creative Print menu zoal kunt doen
Met het Creative Print menu kunt u diverse afdrukken maken van beelden op
een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc.
Druk op Creative Print om het CREATIVE PRINT menu te laten
verschijnen.
Opmerking
U hebt geen toegang tot het Creative Print menu terwijl videobeelden worden ingevoerd
met de VIDEO input indicator aan.
Druk op de pijltjestoets (B/b/V/v) om het gewenste submenu te kiezen.
Submenu Functies
Calendar Voegt een kalender van bepaalde maand(en) toe aan een
beeld of beelden om een originele kalender te maken.
(Pagina 69)
Card Voegt een bepaalde wens en uw boodschap toe aan een
beeld om een originele wenskaart te maken. (Pagina 72)
Sticker Om een 9-delige beeldsticker te maken. (Pagina 75)
Split Images Om een 4- of 9-delige beeldafdruk te maken. (Pagina 77)
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
Wordt vervolgd
68
NL
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
Handelingen onderbreken en hervatten
Druk op CANCEL. Het scherm keert terug naar de vorige procedure; herhaal
de procedure.
Indien moeilijk naar de vorige procedure kan worden teruggekeerd, verschijnt
het dialoogvenster om terug te keren naar het Creative Print hoofdmenu. U
moet dan opnieuw beginnen.
De printerinstellingen halverwege wijzigen
U kunt op MENU drukken en de printerinstelling voor “Finish”, “Beep”,
“Video input” en “Clock Setting” halverwege wijzigen. De andere items
kunnen niet worden gewijzigd in de Creative Print menustand en de
instellingen van vóór de werkingsstand zijn effectief.
Het Creative Print menu verlaten
Kies Exit in het Creative Print hoofdmenu of CREATIVE PRINT in het
Creative Print hoofd- en submenu. Wanneer het dialoogvenster voor het
bewaren van beelden verschijnt, gaat u tewerk zoals hieronder beschreven.
Een beeld met de geselecteerde effecten bewaren
Zie pagina 37 tot 46 voor gedetailleerde opslagprocedures.
1 Druk op SAVE in het Creative Print voorbeeldscherm.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de poort verschijnt. Qua
bestemming is er keuze uit een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW
disc.
(Hetzelfde dialoogvak verschijnt wanneer u de procedure onderbreekt.)
2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de bestemming te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY/PRINT QTY.
Wanneer u de “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, wordt het
beeld toegevoegd aan de miniaturen.
Wanneer u de CD-R/RW disc kiest als bestemming, verschijnt het
dialoogvenster om de bestemming te kiezen. Kies de map en bewaar het
beeld.
Opmerkingen
Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
Tijdens het bewaren van een beeld mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
69
NL
Geavanceerde printfuncties
Een kalender maken
U kunt een bepaalde kalender toevoegen aan een
beeld of beelden om een originele kalender te maken.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar
Calendar te brengen en druk
op ENTER/PRINT QTY.
De kalendersjablonen verschijnen.
2
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het
gekozen sjabloon.
3
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het kalenderinstelvenster verschijnt.
Wordt vervolgd
70
NL
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
4
Stel de kalender in:
1 Stel eerst de maand en het jaar in:
Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Start month” te kiezen en druk
vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar het jaar te
brengen. Druk op de pijltjestoets (V/v) om het cijfer in te stellen. Stel
de maand in op dezelfde manier. Druk vervolgens op ENTER/PRINT
QTY.
2 Stel de eerste dag van de week in (uiterst links op de kalender).
Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Start date” te kiezen en druk
vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar “Sunday” of
“Monday” te brengen.
Druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Bij sommige sjablonen kan “Start date” niet worden ingesteld.
3 Stel de dagkleur in.
Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Color of Day” te kiezen en druk
vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar “Sunday in red”
of “Sunday in red/Saturday in blue” te brengen.
Druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
5
Plaats de Memory Stick, PC
card of CD-R/RW disc in de
printer en druk op ENTER/
PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt
om een beeld te kiezen.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te
regelen verschijnt.
71
NL
Geavanceerde printfuncties
7
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het
gewenste instelpunt te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Herhaal deze stap om diverse regelingen uit te voeren.
+ Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY wordt het beeld vergroot.
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY wordt het beeld verkleind.
Move Verplaats het beeld met de pijltjestoets (B/b/V/v) en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90°
rechtsom.
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90°
linksom.
8
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar NEXT te
brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Wanneer u een sjabloon met
meervoudige beelden kiest, herhaal
dan stap 6 tot 8 om de overige
beelden te kiezen en aan te passen.
Na afloop verschijnt een voorbeeld
van de gemaakte afdruk.
De volgende knoppen in het venster zijn beschikbaar:
COPIES Druk op ENTER/PRINT QTY om het afdrukaantal in te
stellen. Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY komt er
telkens een exemplaar bij.
TOP MENU Om terug te keren naar het Creative Print top menu.
EXIT Om het Creative Print menu te verlaten.
Wordt vervolgd
72
NL
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
9
Druk op PRINT om het Creative Print beeld af te drukken.
Het afdrukken begint.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Bij het afdrukken van verscheidene exemplaren wordt
de volgende afdruk geannuleerd.
10
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar Exit
te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het Creative Print menu wordt gesloten.
Een kaart maken
U kunt een groet en een bericht toevoegen aan beelden
en een originele briefkaart maken zoals rechts afgebeeld.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar Card
te brengen en druk op ENTER/
PRINT QTY.
De Card-sjablonen verschijnen.
2
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het
gekozen sjabloon.
73
NL
Geavanceerde printfuncties
3
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster voor het kiezen van een
wens verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar de
gewenste wens te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster voor het kiezen van een wenskleur verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar de
gewenste kleur te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Een voorbeeld van uw selecties tot de vorige stap verschijnt.
De wens verschijnt in de gekozen kleur.
6
Plaats de Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc in de printer
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt.
8
Regel het beeld.
Zie stap 7 op pagina 71 voor het instellen.
9
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar NEXT te
brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Herhaal stap 7 tot 9 tot u de resterende beelden hebt gekozen en geregeld,
waarna het tekeninvoervenster verschijnt.
74
NL
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
10
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste teken te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY om
een teken op de eerste lijn in te voeren.
De gekozen tekens worden in de
invoerbox geplaatst. Sla deze stap
over om tekens in te voeren.
Hoofdletters invoeren
Kies “CAPS” en druk op ENTER/PRINT
QTY om de hoofdlettertabel te laten
verschijnen. Kies het gewenste teken en
druk op ENTER/PRINT QTY. Kies
nogmaals “CAPS” om een kleine letter in
te voeren.
Fontkleur kiezen
De tekens worden ingevoerd in de kleur
die naast “COLOR” staat. Kies “COLOR”
om een andere kleur in te stellen en druk
op ENTER/PRINT QTY zodat het
kleurkeuzescherm verschijnt. Kies de
gewenste kleur en druk op ENTER/
PRINT QTY om terug te keren naar het
tekeninvoerscherm.
Een ingevoerd teken corrigeren
Kies “B” of “b” op het scherm en druk op ENTER/PRINT QTY om de cursor in het
invoervak achter het teken te brengen dat u wilt wissen. Kies dan “BS” en druk op
ENTER/PRINT QTY. Het teken voor de cursor wordt gewist.
Opmerking
Op eenzelfde lijn kunnen geen verschillende kleuren of fonts worden gebruikt.
Tekeninvoerbox
Tekentabel
Kies kleur en font voor de tekens.
75
NL
Geavanceerde printfuncties
11
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar
NEXT te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Herhaal stap 10 en 11 om de
resterende regels in te voeren. Na
afloop verschijnt een voorbeeld van
de gemaakte afdruk. Via dit venster
kan het afdrukaantal of andere
zaken worden ingesteld (pagina 71),
12
Verricht stap 9 en 10 van Een kalender maken op pagina 72.
Een sticker maken
U kunt een kader toevoegen aan elk 9-delig beeld om een 9-delige sticker te
maken.
Opmerkingen
Stickers kunnen alleen worden gemaakt met printpapier van Small-formaat. Zorg
ervoor dat er Small-papier in de printer zit alvorens stickers te maken.
Kies Split Image om een sticker zonder rand te maken.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar
Sticker te brengen en druk
op ENTER/PRINT QTY.
De stickersjablonen verschijnen.
2
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon.
Wordt vervolgd
76
NL
3
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het scherm voor het kiezen van een
frame verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste kader te brengen.
5
Plaats de Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc in de printer
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt.
7
Regel het beeld.
Zie pagina 71 om beelden in te stellen. Nadat u een sjabloon voor
verscheidene beelden hebt gekozen, volgt u stap 4 tot 7 om de overige
beelden te selecteren en in te stellen.
8
Verricht stap 8 tot 10 van Een kalender maken.
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
77
NL
Geavanceerde printfuncties
Een deelbeeld maken
U kunt een afdruk maken met 4, 9, 13 of 16 deelbeelden.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar Split
Images te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De deelbeeldsjablonen verschijnen.
2
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon.
3
Plaats de Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc in de printer
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt.
5
Regel het beeld.
Zie pagina 71 om het beeld in te stellen. Volg stap 2, 4 en 5 om de overige
beelden te selecteren en in te stellen.
6
Verricht stap 8 tot 10 van Een kalender maken.
78
NL
b
De printer instellen (MENU)
Wat u met het MENU zoal kunt doen
Met het MENU kunt u printerinstellingen wijzigen, beelden wissen, een
diavoorstelling doen of een indexafdruk maken.
Druk op MENU om het MENU scherm te laten verschijnen:
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de cursor naar het gewenste submenu te
brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Submenu Functies
SET Om de afdrukvoorkeuren, waaronder Auto Fine Print 2,
afwerking en klokinstelling, te wijzigen. (Pagina 79)
DELETE/FORMAT
Om geselecteerde beelden op een “Memory Stick”, PC
card of CD-R/RW te wissen. Formatteert ook de
“Memory Stick” en CD-RW disc. (Pagina 82)
SLIDESHOW Om een diavoorstelling te doen met de beelden op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Pagina 82)
INDEX PRINT Om een indexafdruk te maken van alle beelden op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Pagina 86)
MENU toets
MENU toets
MENU balkCursor
Cursor Submenu
79
NL
Geavanceerde printfuncties
Een ander submenu tonen
Druk op V tot het huidige submenu verdwijnt.
Het MENU verlaten
Druk op de pijltjestoets (B/b/V/v) om “EXIT” in het MENU scherm te kiezen
of druk op MENU. Het scherm dat werd weergegeven vóór het MENU
scherm keert terug.
Afdrukvoorkeuren wijzigen (SET)
Via het SET submenu kunnen afdrukvoorkeuren zoals Auto Fine Print 2, date
print, finish en borderless worden gewijzigd. Ook klok en geluid kunnen
worden ingesteld.
1
Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b)
om SET te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY.
De cursor gaat naar het SET submenu.
Opmerking
Items die niet kunnen worden gewijzigd, zijn grijs en kunnen niet worden
geselecteerd.
De handeling halverwege in het MENU subscherm onderbreken
Druk op CANCEL terwijl het submenu wordt getoond. De instellingen
worden teruggesteld en het MENU scherm verschijnt opnieuw.
2
Druk op de pijltjestoets (V/v) om de gewenste instelling te kiezen
en druk op de pijltjestoets (B/b) om de instelling te wijzigen.
De standaardinstellingen zijn aangegeven met *.
Wordt vervolgd
80
NL
De printer instellen (MENU)
Items
Instellingen
Inhoud
Auto Fine ON* Beeld wordt automatisch geregeld voor een
Print 2 betere afdrukkwaliteit, vooral handig voor
donkere beelden of beelden met weinig contrast.
Opmerkingen
Het beeld op het scherm is niet gecorrigeerd.
Auto Fine Print 2 werkt niet bij het afdrukken
vanaf een computer.
OFF Beelden worden afgedrukt zonder correcties.
Finish Glossy*
Van beelden wordt een glansafdruk gemaakt.
Texture Beelden worden zacht afgedrukt met een
gelijkmatige en ongelijkmatige afwerking.
Border ON* Beelden wordten afgedrukt zonder rand.
Opmerkingen
Met printpapier van Small-formaat kunnen geen
randloze afdrukken worden gemaakt.
Bij het afdrukken van een 4:3 beeld wordt de
boven- en onderkant van het beeld afgesneden
en wordt een 3:2 beeld afgedrukt.
OFF Beelden wordten afgedrukt met rand. (4:3 en
3:2 beelden worden niet bovenaan en
onderaan afgesneden.)
Date Print ON Beelden worden afgedrukt samen met de
datum waarop ze werden opgenomen met
een digitale camera.
Opmerkingen
De datum kan alleen worden afgedrukt wanneer
de beelddatumgegevens zijn opgenomen in het
DCF (Design rule for Camera File system) formaat.
Wanneer u een effect toevoegt aan een beeld,
wordt de gemonteerde datum afgedrukt.
OFF* Beelden worden afgedrukt zonder datum.
Beep ON* De waarschuwings- en werkingspieptoon
weerklinkt.
OFF De waarschuwings- of werkingspieptoon
weerklinkt niet.
less print
81
NL
Geavanceerde printfuncties
Items Instellingen Inhoud
Video input
Motion* Kies deze optie om een weergavebeeld van
een camcorder vast te leggen. Wanneer het
geheugenbeeld wazig is, wordt het
gedurende enkele seconden na het
vastleggen automatisch gecorrigeerd door de
printer.
Still Kies deze optie bij het vastleggen van een
stilstaand beeld van een camcorder om de
afdrukkwaliteit te verbeteren.
Clock Setting
U kunt de interne klok instellen om de datum te vermelden
bij het beeld dat op de “Memory Stick”, PC card of CD-R/
RW disc is opgeslagen.
1 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Clock Setting” te
kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De printer schakelt over naar de klokinstelstand. De
cursor verschijnt op de maand (NTSC) of de dag (PAL).
2 Druk op de pijltjestoets (V/v) om de maand of de dag in
te stellen.
Druk op V om het cijfer te vergroten.
Druk op v om het cijfer te verkleinen.
3 Druk op b of ENTER/PRINT QTY.
De cursor gaat naar de dag (NTSC) of de maand (PAL).
4 Herhaal stap 2 en 3 om alle items in te stellen: maand of
dag, jaar, uur en minuut.
Druk op B om het vorige item in te stellen. De tijd wordt
aangegeven in het 24-urensysteem.
5 Om de klokinstelstand te verlaten, drukt u op ENTER/
PRINT QTY of V om de cursor naar de menubalk te
brengen.
Wanneer u in stap 3 hieronder op ENTER/PRINT QTY
drukt, begint de klok te lopen.
3
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om EXIT te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
De instellingen blijven geldig tot ze worden gewijzigd, ook al zet u het
toestel af. Het vorige scherm verschijnt.
82
NL
U kunt de beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc wissen.
U kunt ook een “Memory Stick” of CD-RW disc formatteren (pagina 59).
Opmerkingen
Tijdens het wissen of formatteren mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden gewist en kan de “Memory Stick” evenmin worden geformatteerd.
Wanneer u “DELETE/FORMAT” kiest, kunt u geen beelden wissen die zijn beveiligd
of vooringesteld door DPOF.
Een gewist beeld kan niet worden hersteld. Controleer het beeld goed alvorens het te
wissen.
Bij het formatteren van een “Memory Stick” of CD-RW disc worden alle bestanden
gewist, met inbegrip van de beeldbestanden.
U kunt geen beeld wissen in de Creative Print of EFFECT stand.
Een PC card en CD-R disc kunnen niet worden geformatteerd.
Een beeldbestand op een gefinaliseerde CD-R/RW disc kan niet worden gewist. Bij
een CD-RW disc kan een beeldbestand worden gewist nadat de disc is
gedefinaliseerd.
Een beeld kan mogelijk niet worden gewist wanneer de vrije schijfruimte beperkt is.
Wanneer een beeld niet kan worden gewist, kan een CD-R/RW disc worden
gefinaliseerd en een CD-RW disc geformatteerd.
De opslagcapaciteit van een CD-R/RW disc neemt niet toe doordat u beelden erop
wist.
Gekozen beeld(en) wissen
U kunt beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc kiezen en
wissen.
1
Plaats een Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc in de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de MEMORY STICK, PC CARD of
CD-RW indicator te laten oplichten.
Wanneer u CD-RW kiest
De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de
pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen.
Beelden wissen
83
NL
Geavanceerde printfuncties
3
Druk in het MENU scherm
(pagina 78) op de pijltjestoets
(B/b) om DELETE/FORMAT te
selecteren en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Het DELETE/FORMAT submenu
verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (V/v)
om de cursor naar Deleting
Image te brengen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
De miniatuurlijst verschijnt.
Wanneer u een voorbeeld bekijkt in
stap 1, is er een
prullenmandpictogram aan dat
beeld gehecht.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het
prullenmandpictogram naar het beeld te brengen dat u wilt
wissen en druk op ENTER/PRINT QTY.
6
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Een bevestigingsdialoogvenster verschijnt.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om Yes te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Het gekozen beeld wordt gewist. Herhaal stap 4 tot 6 om andere beelden
te wissen.
Een Memory Stick formatteren
U kunt een “Memory Stick” formatteren. Kies “Formatting Memory Stick” in
stap 4 en druk op ENTER/PRINT QTY. Wanneer het
bevestigingsdialoogvenster verschijnt, drukt u op de pijltjestoetsen (B/b) om
“Yes” te kiezen en daarna op ENTER/PRINT QTY. De “Memory Stick” wordt
geformatteerd en alle beeldbestanden en andere bestanden worden ineens
gewist.
84
NL
U kunt een diavoorstelling doen van de beelden die zijn opgeslagen op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc.
1
Plaats een Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc in de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de MEMORY STICK, PC CARD of
CD-RW indicator te laten oplichten.
Wanneer u CD-RW kiest
De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de
pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen.
3
Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b)
om SLIDESHOW te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het SLIDESHOW submenu
verschijnt.
4
Druk in de Switch Time-lijn op de pijltjestoets (B/b) om Quick
te kiezen en beelden snel te wisselen of "Slow" om traag te
wisselen.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar
Execute te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De beelden op de “Memory Stick”, PC card of map op de CD-R/RW disc
verschijnen achtereenvolgens met willekeurige patronen in de gekozen
schakeltijd als een diavoorstelling.
Diavoorstelling
85
NL
Geavanceerde printfuncties
De diavoorstelling stoppen
Druk op CANCEL.
Opmerkingen
Sommige beelden verschijnen trager dan andere.
U kunt geen diavoorstelling bekijken in de Creative Print of EFFECT stand.
U kunt geen diavoorstelling starten vanuit het CD-R/RW mapscherm. Kies de map
en toon de beeldenlijst. Of kies een beeld om vooraf te bekijken.
•De volgende beelden kunnen niet als diavoorstelling worden getoond:
Beelden die niet verschijnen als miniaturen omdat ze zijn beschadigd of omwille
van een andere reden.
(motion file)
(text file)
(clip motion file)
86
NL
Er kan een lijst van beelden op een “Memory Stick”, PC card of in een map op
een CD-R/RW disc worden afgedrukt.
1
Plaats een Memory Stick, PC card of CD-R/RW disc in de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de MEMORY STICK, PC CARD of
indicator te laten oplichten.
Wanneer u CD-RW kiest
De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de
pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen.
3
Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b)
om INDEX PRINT te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het INDEX PRINT submenu
verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoets (B/b) om het deelpatroon (8 x 6 of
10 x 8) te kiezen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Wanneer u “8 x 6” kiest, worden 8 beelden horizontaal en 6 beelden
verticaal afgedrukt op een blad printpapier.
Wanneer u “10 x 8” kiest, worden er 10 beelden horizontaal en 6
beelden verticaal afgedrukt.
Wanneer printpapier van klein formaat is ingebracht, kunt u kiezen uit
“4 x 4” of “6 x 5”.
Een indexafdruk maken
87
NL
Geavanceerde printfuncties
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar
Execute te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De index van de beelden op een “Memory Stick”, PC card of in een map
van een CD-R/RW disc worden afgedrukt met het gekozen patroon. Elk
beeld wordt afgedrukt met het betreffende beeldnummer. Wanneer “Date
Print” op “ON” staat, wordt de opnamedatum (jaar, maand en dag) ook
afgedrukt.
Opmerkingen
U kunt een indexafdruk maken in de Creative Print of EFFECT stand.
U kunt geen indexafdruk maken vanuit het CD-R/RW mapscherm. Kies de map en
toon de beeldenlijst. Of kies een beeld om vooraf te bekijken.
•Van de volgende beelden kan geen indexafdruk worden gemaakt:
Beelden die niet verschijnen als miniaturen omdat ze zijn beschadigd of omwille
van een andere reden.
(motion file)
(text file)
(clip motion file)
88
NL
Printen vanaf uw computer
Met de meegeleverde software kunt u met de Digital Photo Printer DPP-SV88
een beeld afdrukken vanaf de harde schijf van uw computer. U kunt ook
beelden die zijn opgeslagen op een “Memory Stick” of PC card in de printer
via het scherm van uw computer bekijken, kopiëren of overdragen. Om
beelden af te drukken vanaf de computer hebt u een in de handel verkrijgbaar
printprogramma nodig.
Systeemvereisten
Om de meegeleverde software te gebruiken, dient u over een computer te
beschikken die aan de volgende systeemvereisten voldoet:
OS: Microsoft Windows 98/Windows 98SE/Windows
Me/ Windows 2000 Professional/Windows XP
Home Edition/Windows XP Professional
voorgeïnstalleerd.
Opmerking
Wij kunnen geen correcte werking garanderen met een
computer waarvan Windows 3.1 of Windows 95 is
bijgewerkt tot Windows 98 of Windows 98 tot Windows
Me.
CPU: MMX Pentium 200 MHz en hoger is aanbevolen.
RAM: 32 MB of meer (64 MB of meer is aanbevolen.)
Harde schijfruimte: 50 MB of meer (afhankelijk van het aantal af te
drukken exemplaren.)
Poort: USB-poort standaard geïnstalleerd.
Drive: CD-ROM drive (voor software installatie)
Opmerkingen
Wij kunnen geen correcte printerwerking garanderen bij gebruik van een hub of
wanneer twee of meer USB-toestellen op uw computer zijn aangesloten.
Wanneer twee of meer DPP-SV88/SV77/SV55 printers op uw computer zijn
aangesloten, werkt de printer niet.
De printer kan niet worden bediend vanaf een ander USB-toestel.
De vensters en dialoogvensters in deze gebruiksaanwijzing kunnen lichtjes
verschillen van deze die op het scherm verschijnen.
De printer gebruiken met Windows
89
NL
Printen vanaf uw computer
De software installeren
Installeer de printer driver en Memory Stick/PC card reader software van op
de meegeleverde CD-ROM op de harde schijf van uw computer.
Met Windows 98/98SE/Me
De USB driver installeren
1 Zet uw computer en de printer aan.
2 Start Windows en sluit uw computer en de printer aan.
Wanneer de computer de printer detecteert, verschijnt het dialoogvenster
“Nieuwe Hardware Toevoegen Wizard”.
Voor aansluiting, zie “Aansluiting op een computer (optioneel)” op
pagina 20.
Opmerking
Sluit alle programma’s alvorens u het installatieprogramma draait.
3 Klik op Next.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de zoekmethode verschijnt.
4 Kruis Search for the best driver for your device
(Recommended) (Beste driver voor uw device zoeken
(Aanbevolen)) en klik op Next (Volgende).
Het dialoogvenster waarin de plaats van de driver kan worden
aangegeven verschijnt.
Wordt vervolgd
90
NL
Gebruik van de printer met Windows computers
5 Steek de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROM drive en kruis
CD-ROM drive aan. Klik dan op Next.
De installatie start. Wanneer de installatie is voltooid, verschijnt het
dialoogvenster “Finish Setup” (Instelling beëindigen).
Opmerking
Tijdens de installatie kan u worden gevraagd om de Windows OS CD-ROM in te
brengen.
6 Klik op Finish (Voltooien).
De Sony DPP-SV88 USB driver wordt geïnstalleerd.
Opmerking
Nadat u op “Finish” hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de computer
opnieuw te starten.
De installatie controleren
1 Klik op “Start”, breng de aanwijzer naar “Settings” (Instellingen) en klik op “Control
Panel” (Configuratiescherm).
Het venster “Control Panel” verschijnt.
2 Dubbelklik op “System” (Systeem).
Het venster “System Properties” (Systeemeigenschappen) verschijnt.
3 Klik op het tabblad “Device Manager” (Apparaatbeheer).
Als “Sony DPP-SV88 USB Digital Photo Printer” vermeld staat onder “Universal serial
bus controller”, is de installatie geslaagd.
91
NL
Printen vanaf uw computer
Printer driver en reader software installeren
1 Steek de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROM drive en klik
op Start en vervolgens op Run (Uitvoeren).
Het “Run” dialoogvenster verschijnt.
2 Voer D:\Setup.exe in (wanneer uw CD-ROM drive de D: drive
is) en klik vervolgens op OK.
Indien uw CD-ROM drive niet de D: drive is, voer dan de betreffende drive
letter in. U kunt ook de locatie kiezen door op de “Browse” (Bladeren) knop
te klikken.
Het installatieprogramma start automatisch en het taalkeuze-
dialoogvenster verschijnt.
3 Kies de taal voor de toepassing en klik vervolgens op OK.
Het “Welcome” (Welkom) dialoogvenster verschijnt.
4 Klik op Next.
Het dialoogvenster “Choose
Destination Location” verschijnt. De
bestanden worden standaard
opgeslagen in de map “C:\Program
Files\Sony\DPPSV88”. Indien u het
programma in een andere map wilt
installeren, voer dan de betreffende
map in of kies ze door op de
“Browse” (Bladeren) knop te
klikken.
5 Klik op Next.
“Add Printer Wizard” start.
6 Klik op Next.
Het dialoogvenster om de
printeraansluiting te kiezen
verschijnt.
Wordt vervolgd
92
NL
Gebruik van de printer met Windows computers
7 Kruis Local printer aan en klik op Next.
Het dialoogvenster om merk en model van printer te kiezen verschijnt.
8 Klik op Have Disk.
Het “Install From Disk” dialoogvenster verschijnt.
9 Klik op Browse.
Het volgende dialoogvenster verschijnt.
10
Kies CD-ROM in de het Drives dialoogvenster.
Het volgende dialoogvenster verschijnt.
11
Kies uw taalmap in het Folders dialoogvenster en vervolgens de
map WIN98.
12
Controleer of DPPSUSB.inf is geselecteerd in het File
dialoogvenster en klik vervolgens op OK.
Het dialoogvenster om de modelnaam te kiezen verschijnt.
13
Kies Sony DPP-SV88 en klik op Next.
Het kopiëren van bestanden begint. Het dialoogvenster voor het kiezen
van de poort verschijnt.
Opmerking
Tijdens de installatie kan u worden gevraagd om de Windows OS CD-ROM in te
brengen.
93
NL
Printen vanaf uw computer
14
Kies Sony DPPUSB1: Sony Digital Photo Printer in de ljist en
klik op Next.
Het dialoogvenster om de printernaam te kiezen verschijnt. De fabrieksinstelling
is “Sony DPP-SV88”. Voer eventueel een andere naam in in het tekstvak.
15
Klik op Finish.
Het “Setup Complete” dialoogvenster verschijnt.
16
Klik op Finish.
Printer driver en reader software zijn geïnstalleerd. Het leesmij bestand
verschijnt.
“Sony DPP-SV88” wordt toegevoegd aan het “Printers” venster.
Opmerking
Na het installeren is de “Sony DPP-SV88” niet ingesteld als standaard printer. Stel de
printer in die u voor elke toepassing gebruikt.
Nadat u op “Finish” hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de computer opnieuw
te starten.
Met Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/
Windows XP Professional
Om uw DPP-SV88 te gebruiken met een computer waarop Windows 2000
Professional/Windows XP Home Edition/Windows XP Professional is
geïnstalleerd, moet u de volgende procedures volgen om de USB driver en de
printer driver op uw computer te installeren.
1
Start Windows en meld u aan met de gebruikersnaam die
geregistreerd is onder administrator (bijvoorbeeld
Administrator, Computer administrator of Power User).
Wordt vervolgd
94
NL
Gebruik van de printer met Windows computers
2
Zet de printer aan en verbind printer en computer via de USB-
poorten.
Opmerking
Zet de printer aan alvorens hem aan te sluiten.
3
Wacht tot de USB driver automatisch is geïnstalleerd en het
volgende dialoogvenster is verdwenen.
Opmerking
Indien het dialoogvenster “Add New Hardware Wizard” (Nieuwe Hardware
Toevoegen Wizard) verschijnt in plaats van het bovenstaande venster, moet u de
instructies op het scherm volgen om de “USB Printing Support” te installeren.
Wanneer er een dialoogvenster verschijnt waarin u wordt gevraagd de driver files
te zoeken, moet u alle opties deselecteren en op “Next” klikken.
4
Plaats de meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive van uw
computer.
5
Dubbelklik op Setup.exe in de meegeleverde CD-ROM.
Het venster om de drivertaal te kiezen verschijnt.
6
Kies de taal en klik op OK.
Het “Welcome” dialoogvenster verschijnt.
7
Klik op Next.
Het dialoogvenster om de doelmap te kiezen verschijnt. De bestanden
worden standaard opgeslagen in de map “C:\Program
Files\Sony\DPPSV88”. Indien u ze in een andere map wilt installeren,
geef die dan op door op de “Bladeren” knop te klikken.
8
Klik op Next.
Het “Setup Complete” dialoogvenster verschijnt.
Opmerking
Bij het installeren van de software onder Windows XP Home Edition/Professional kan
er een foutbericht verschijnen met de melding dat de software de Windows Logo test
niet heeft doorstaan. Klik dan op "Toch doorgaan" om naar de volgende stap te gaan.
95
NL
Printen vanaf uw computer
9
Klik op Finish.
Het leesmij bestand verschijnt. “Sony DPP-SV88” wordt toegevoegd aan
het “Printers” venster.
Opmerkingen
Indien u de printer driver niet kunt installeren met het meegeleverde programma, zie
“About the Printer Driver for Windows 2000 Professional” in het Readme-bestand op
de meegeleverde CD-ROM (“Readme\English\readme.txt) .
Wanneer u uw printer aansluit op een andere USB poort dan tijdens de installatie, kan
er een foutbericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de directory voor het bestand
DPPSUSB.sys in te voeren. Typ in dat geval de directory van de map waar de Reader
Software is geïnstalleerd (meestal “C:\Program File\Sony\DPPSV88\Program”) en
volg de instructies op het scherm om de bestanden opnieuw te installeren.
Nadat u op “Finish” (Voltooien) hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de
computer opnieuw te starten.
De software deïnstalleren
Wanneer u de software niet langer nodig hebt, moet u die verwijderen van de
harde schijf van uw computer. Deïnstalleer de software als volgt:
De Sony DPP-SV88 deïnstalleren
1 Koppel de USB kabel los van printer en computer.
2 Klik op Start, breng de aanwijzer naar Settings en klik op Control
Panel (Configuratiescherm).
3 Dubbelklik op Software in het Control Panel venster.
4 Kies Sony DPP-SV88 op het tabblad installeren en verwijderen en klik
op Add/Remove Programs (Toevoegen/Verwijderen).
Het bevestigingsdialoogvenster verschijnt.
5 Klik op Yes (Ja).
De relevante bestanden worden van de harde schijf gewist.
De printer driver deïnstalleren
1 Koppel de USB kabel los van printer en computer.
2 Klik op Start, breng de aanwijzer naar Settings en klik op
Printers.
3 Klik met de rechtermuisknop op Sony DPP-SV88 in het Printers
venster en kies Delete (Verwijderen) in het snelmenu.
Het bevestigingsdialoogvenster verschijnt.
4 Klik op Yes.
De relevante bestanden worden van de harde schijf gewist.
Wordt vervolgd
96
NL
Gebruik van de printer met Windows computers
Opmerking bij de installatie van DPP-SV88 software voor klanten
die gebruik maken van een Sony DPP-SV55/SV77 digital photo
printer
Wanneer u de Sony DPP-SV55/SV77 printer driver of reader software al hebt
geïnstalleerd op uw computer met Windows 98/98SE/Me besturingssysteem,
kan uw computer de DPP-SV88 die is aangesloten op de USB-poort niet
herkennen als nieuwe hardware.
Om de DPP-SV55/SV77 USB driver te veranderen in de DPP-SV88 USB driver
gaat u tewerk zoals hieronder beschreven staat. Draai vervolgens “Setup.exe”
op de CD-ROM die bij de DPP-SV88 wordt geleverd om de software te
installeren.
Wanneer de USB driver is gewijzigd, kunt u zowel de DPP-SV55/SV77 als de
DPP-SV88 aansluiten en gebruiken. De DPP-SV55/SV77 verschijnt als DPP-
SV88 op uw computer maar dat is geen probleem.
1 Start Windows, zet de printer aan en sluit hem via de USB-
poort aan op de computer.
2 Klik op Start in de taakbalk van Windows, breng de
aanwijzer naar Instellingen en klik op Configuratiescherm.
3 Dubbelklik op Systeem om het dialoogvenster
Systeemeigenschappen te openen.
4 Open het tabblad Apparaatbeheer en kies Sony DPP-SV55
USB Photo Printer/Sony DPP-SV77 USB Photo Printer onder
Universal serial bus controller en klik vervolgens op
Eigenschappen.
5
Open het tabblad Drivers en klik vervolgens op Drivers bijwerken.
6 Klik op Volgende.
7 Klik op Display a list of all the drivers in a specific location, so
you can select the driver you want en klik dan op Next
(Volgende).
97
NL
Printen vanaf uw computer
8 Klik op Have Disk.
9 Plaats de Sony DPP-SV88 CD-ROM in uw CD-ROM drive.
10
Klik op Browse (Bladeren), kies de CD-ROM drive waarin u de
Sony DPP-SV88 CD-ROM hebt geplaatst en klik vervolgens op
OK.
11
Klik op OK.
12
Klik op Next (Volgende) tot Finish (Voltooien) verschijnt.
13
Klik op Finish (Voltooien).
Wanneer het dialoogvenster met de vraag om de computer te
herstarten verschijnt, herstart u de computer en voert u “Setup.exe” op
de CD-ROM uit.
Wanneer het dialoogvenster voor het herstarten niet verschijnt, gaat u
tewerk zoals hieronder beschreven.
1 Klik op “Sluiten”.
2 Controleer of de omschrijving is veranderd in “Sony DPP-SV88 USB
Digital Photo Printer” en klik op “OK”.
3 Voer “Setup.exe” op de meegeleverde CD-ROM uit.
Wordt vervolgd
98
NL
Gebruik van de printer met Windows computers
Reader software gebruiken
U kunt de inhoud van een “Memory Stick” of PC card in de printer bekijken
als een drive op uw computermonitor.
1
Dubbelklik op Sony DPP-SV88 via Deze computer of
Windows Verkenner.
2
Klik op het Memory Stick of PC card pictogram.
De beelden op de ingebrachte “Memory Stick” of PC card verschijnen. U
kunt beelden op een “Memory Stick” of PC card net als Windows
bestanden kopiëren, overdragen en bewaren.
Opmerking
De reader software beschouwt de DPP-SV88 niet als compleet verwijderbare media. Hou
bij het werken met de software rekening met de volgende beperkingen:
Alvorens een beeld op een “Memory Stick” of PC card in de printer te bewerken, moet
u het eerst opslaan op de harde schijf van uw computer.
Wanneer u dubbelklikt en het bestand in de printer opent met de bijbehorende
toepassing en vervolgens ermee bewerkt, kunt u het bewerkte beeld niet opslaan op
de “Memory Stick” of “PC card” met behulp van de bewaarfunctie van de toepassing.
U kunt een bestand in de printer niet bekijken noch openen met het commando
“Openen” van een andere toepassing dan de reader software.
U kunt een exe-bestand op een “Memory Stick” of PC card niet draaien.
U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken
om de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer.
99
NL
Printen vanaf uw computer
Printen vanuit een toepassingsprogramma
Met het “Print “commando van een toepassingsprogramma kunt u beelden op
de harde schijf van uw computer afdrukken met behulp van de DPP-SV88
Digitale fotoprinter.
Opmerkingen
In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de instellingen en handelingen met een typische
toepassing als voorbeeld. Afdrukinstellingen en bewerkingen kunnen verschillen volgens
de toepassing. Meer details vindt u in de handleiding van de toepassing.
Voor een betrouwbare afdruk raden wij u aan een toepassingsprogramma te
gebruiken waarmee u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken. Indien dat niet het geval is,
zet dan het beeldformaat op 1664 (dots) x 2466 (dots) en de resolutie op 403 dpi.
1
Start de toepassing waarmee u wilt printen en kies het beeld
om af te drukken.
2
Klik op Afdrukken instellen in het Bestand menu van de
toepassing.
Het “Afdrukken instellen” dialoogvenster verschijnt.
3
Kies de printer.
Het dialoogvenster verschilt volgens de toepassing.
1 Zet “Printer” op “Sony DPP-SV88.”
Kies Sony DPP-SV88 als printer.
Kies het printpapierformaat.
Kies de afdrukrichting.
Wordt vervolgd
100
NL
Gebruik van de printer met Windows computers
2 Stel “Paper Size” in.
Kies Voor het maken van
Post Card (no margin) een afdruk van Post Card-formaat zonder rand
Post Card een afdruk van Post Card-formaat met rand
Small een afdruk van Small-formaat
3 Stel “Orientation” in.
Kies “Portrait” voor een staande afdruk (portrait). Kies “Landscape”
voor een liggende afdruk (wide).
Printereigenschappen instellen
Klik op “Properties” (Eigenschappen) om het dialoogvenster “Properties”
te laten verschijnen.
Graphics tabblad
Bij het afdrukken van een beeld kan de resolutie worden geregeld.
Dithering, intensiteit en kleur kunnen niet worden geregeld.
Device Options tabblad
Qua afwerking is er keuze uit “Glossy” en “Texture”.
4
Klik op OK om het dialoogvenster Afdrukken instellen te
sluiten.
5
Klik op "Print" (Afdrukken) in het "File" (Bestand) menu van
de toepassing.
Het "Print" dialoogvenster verschijnt.
101
NL
Printen vanaf uw computer
Print range (Afdrukbereik) Geef de begin- en eindpagina op. Kies
“All” (Alle) om alle pagina’s af te drukken.
Copies (Exemplaren) Voer het gewenste aantal exemplaren in
om af te drukken.
6
Stel afdrukbereik en exemplaren in en klik op OK.
De printer begint af te drukken. Klik op "Cancel" (Annuleren) om het
afdrukken te stoppen.
Het afdrukken vanaf de computer onderbreken
Met een afdrukdialoogvenster op het scherm.
Klik op “Stoppen” of “Annuleren”.
De afdruktaak wordt geannuleerd en het dialoogvenster gesloten.
Met gegevens in de wachtrij
1 Klik op Start in de taakbalk van Windows, breng de aanwijzer naar
Instellingen en klik op Printers.
Het venster “Printers” verschijnt.
2 Dubbelklik op het Sony DPP-SV88 pictogram.
Het “Sony DPP-SV88” venster verschijnt. De documenten in de
afdrukwachtrij verschijnen in het venster.
3 Klik op het document waarvan u het afdrukken wilt stoppen.
4 Klik op Stoppen of Annuleren in het Document menu.
Het document wordt uit de lijst verwijderd en de afdruktaak wordt
geannuleerd. Meer details vindt u in de Windows documentatie.
Opmerking
Indien het afdrukken al is gestart met printpapier in het toestel, mag de afdruktaak niet
meer worden geannuleerd. Hierdoor zou het papier klem kunnen raken. Wacht tot de
afdruktaak is voltooid.
102
NL
De printer gebruiken met Macintosh computers
Met de meegeleverde software kunt u met de Digital Photo Printer DPP-SV88
een beeld afdrukken vanaf de harde schijf van uw Macintosh. Om beelden af
te drukken vanaf de computer hebt u een in de handel verkrijgbaar
printprogramma nodig.
Systeemvereisten
Om de meegeleverde software te gebruiken, dient u over een Macintosh
computer te beschikken die aan de volgende systeemvereisten voldoet.
OS: Mac OS 8.5.1/8.6/9.0/9.1/9.2 voorgeïnstalleerd.
Poort: USB-poort standaard geïnstalleerd.
RAM: 32 MB of meer (64 MB of meer is aanbevolen.)
Harde schijfruimte: 50 MB of meer (afhankelijk van het aantal af te
drukken exemplaren.)
Drive: CD-ROM drive (voor software installatie)
Opmerkingen
Wij kunnen geen correcte printerwerking garanderen bij gebruik van een hub of
wanneer twee of meer USB-toestellen op uw computer zijn aangesloten.
Wanneer twee of meer DPP-SV88/SV77/SV55 printers op uw computer zijn
aangesloten, werkt de printer niet.
De printer kan niet worden bediend vanaf een ander USB-toestel.
De vensters en dialoogvensters in deze gebruiksaanwijzing kunnen lichtjes verschillen
van deze die op het scherm verschijnen.
De printer driver installeren
Installeer de Sony DPP-SV88 Printer Driver Software for Mac OS 8.5.1/8.6/
9.0/9.1/9.2 Version 1.0 (“printer driver” in deze handleiding) op uw
Macintosh.
1 Sluit uw Macintosh en de printer aan.
Voor aansluiting, zie “Aansluiting op een computer (optioneel)” op
pagina 20.
2 Zet de printer aan en start uw Macintosh.
103
NL
Printen vanaf uw computer
Opmerking
Sluit alle programma’s alvorens u het installatieprogramma draait.
3 Plaats de meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive.
4 Kies de softwaretaal door te dubbelklikken op de betreffende
map in de CD-ROM.
De gekozen taalmap opent.
5 Dubbelklik op Setup Program.
6 Klik op Install.
De installatie start. Volg de instructies op het scherm om de installatie te
voltooien.
De printer driver deïnstalleren
Wanneer u de software niet meer nodig hebt, verwijdert u die als volgt: Klik in
stap 6 op “Uninstall”.
Wordt vervolgd
104
NL
Gebruik van de printer met Macintosh computers
Printen vanuit een toepassingsprogramma
Via een toepassingsprogramma kunt u beelden op de harde schijf van uw
computer afdrukken met behulp van de DPP-SV88 Digitale fotoprinter.
Opmerkingen
In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de instellingen en handelingen met een typische
toepassing als voorbeeld. Afdrukinstellingen en bewerkingen kunnen verschillen volgens
de toepassing. Meer details vindt u in de handleiding van de toepassing.
Voor een betrouwbare afdruk raden wij u aan een toepassingsprogramma te
gebruiken waarmee u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken. Indien dat niet het geval is,
zet dan het beeldformaat op 1664 (dots) x 2466 (dots) en de resolutie op 403 dpi.
1
Start de toepassing waarmee u wilt printen en kies het beeld
om af te drukken.
2
Kies Chooser uit het Apple menu, klik op Sony DPP-SV88 in
de Chooser en sluit de Chooser.
3
Klik op Afdrukken instellen in het Bestand menu van de
toepassing.
Het “Afdrukken instellen” dialoogvenster verschijnt.
4
Stel het afdrukken in.
Paper/Margin Voor een randloze afdruk van Post Card-formaat klikt u
op “Post Card Size” en het pictogram zonder marge .
Voor een afdruk met rand van Post Card-formaat klikt u
op “Post Card Size” en het margepictogram
. Klik op
“Small Size” om een afdruk van Small-formaat te maken.
Orientation Klik op het landscape pictogram om een liggende afdruk
te maken .
Klik op het portrait pictogram om een staande afdruk te
maken
.
Overcoat Kies het overcoat type (“Glossy”/”Texture”).
Enlarge/Reduce Vergroot of verklein de afdruk.
105
NL
Printen vanaf uw computer
5 Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten en kies Print
in het File menu.
Het “Print”(Afdrukken) dialoogvenster verschijnt.
Print range Geef de begin- en eindpagina op. Kies “Alle” om alle
pagina’s af te drukken.
Copies Voer het gewenste aantal exemplaren in om af te drukken.
Preview Toont een afdrukvoorbeeld.
6
Stel afdrukbereik en exemplaren in en klik op
Print(Afdrukken).
De printer begint af te drukken. Klik op “Cancel”(Annuleren) om het
afdrukken te stoppen.
106
NL
Voorzorgsmaatregelen
Aanvullende informatie
Veiligheid
Laat de printer uitsluitend werken
op 220 tot 240 V AC, 50/60 Hz.
Voorkom dat er zware voorwerpen
op het netsnoer staan of vallen, of
dat het netsnoer op een andere
manier wordt beschadigd. Gebruik
deze printer nooit met een
beschadigd netsnoer.
Indien er een voorwerp of vloeistof
in de behuizing terechtkomt, moet u
de stekker uit het stopcontact
trekken en de printer laten nakijken
door een deskundige alvorens hem
weer in gebruik te nemen.
Demonteer nooit de printer.
Voor het verwijderen van het
netsnoer uit het stopcontact, dient u
aan de stekker te trekken. Trek nooit
aan het snoer.
Trek de stekker uit het stopcontact
wanneer de printer gedurende lange
tijd niet zal worden gebruikt.
Behandel de printer omzichtig.
Om elektrocutiegevaar te beperken
moet u altijd de stekker uit het
stopcontact trekken alvorens de
printer te reinigen en na te kijken.
Installatie
Plaats de printer niet op een plek
waar hij is blootgesteld aan:
trillingen
hoge vochtigheid
overmatig stof
directe zonnestraling
extreem hoge of lage
temperaturen
Gebruik geen elektrische apparatuur
in de buurt van de printer.
Elektromagnetische velden verstoren
de werking van de printer.
De printer is ontworpen om
horizontaal te functioneren. Probeer
de printer nooit te laten werken in
een schuine positie.
Plaats geen zware voorwerpen op de
printer.
Laat voldoende ruimte rond de
printer zodat de ventilatieopeningen
niet zijn afgesloten. Wanneer die zijn
afgesloten, kan de temperatuur in
het toestel te hoog oplopen.
Condensvorming
Als de printer direct van een koude in
een warme ruimte wordt gebracht of in
een extreem warme of vochtige ruimte is
geplaatst, kan er vocht in condenseren.
De printer zal dan wellicht niet naar
behoren functioneren en kan zelfs defect
raken als u hem blijft gebruiken. Als er
condensvorming optreedt, zet dan de
printer af en gebruik hem niet
gedurende minstens een uur.
107
NL
Aanvullende informatie
Transport
Wanneer u de printer transporteert, haal
dan de print cartridge, de papierlade, de
“Memory Stick” of PC card uit de
printer en berg printer en
randapparatuur op in de originele doos
met de beschermende verpakking.
Indien u niet meer over de originele
doos en verpakking beschikt, dient u
ander beschermend materiaal te
gebruiken om te voorkomen dat het
toestel tijdens het transport wordt
beschadigd.
Reiniging
Reinig de behuizing, het voorpaneel en
de bedieningselementen met een zachte
droge doek of een zachte doek die
lichtjes is bevochtigd met een mild
zeepsopje. Gebruik geen oplosmiddelen
zoals alcohol of benzine, aangezien die
de afwerking kunnen aantasten.
Kopieerbeperkingen
Bij het kopiëren van documenten met de
printer, dient u in het bijzonder rekening
te houden met het volgende:
Het kopiëren van bankbiljetten,
munten of effecten is bij wet
verboden.
Het kopiëren van blanco certificaten,
bewijzen, paspoorten, aandelen of
ongebruikte postzegels is eveneens
bij wet verboden.
Televisieprogramma’s, films,
videocassettes, foto’s en ander
materiaal kan auteursrechtelijk zijn
beschermd. Het ongeoorloofd
afdrukken van dergelijk materiaal
kan in strijd zijn met de wet op de
auteursrechten.
108
NL
LOCK LOCK
Betreffende de Memory Stick en PC card
De printer is compatibel met
opslagmedia van het type “Memory
Stick” en PC card (PCMCIA ATA
compatibele flash memory cards type II
met een voedingsspanning van 5V of
3,3/5V). Met behulp van een in de
handel verkrijgbare PC card adapter
kunt u ook Smart Media en andere
compacte flash card types gebruiken.
Betreffende de Memory
Stick
“Memory Stick” is een uitneembaar
opslagmedium voor digitale
fototoestellen, camcorders of PC’s.
Beelden hierop kunnen makkelijk
worden getoond, opgeslagen en gewist.
Er zijn twee types “Memory Stick”:
gewone “Memory Sticks” en
“MagicGate Memory Sticks”. Een
“MagicGate Memory Stick” is voorzien
van MagicGate copyright-
beveiligingstechnologie die werkt met
versleuteling. Uw printer is geschikt
voor beide types “Memory Stick”.
Doordat de printer evenwel niet
compatibel is met de MagicGate-
normen, zijn gegevens opgenomen met
de printer niet onderhevig aan de
MagicGate copyright-beveiliging.
Memory Stick beelden
beveiligen
Met de schrijfbeveiligingsschakelaar op
de “Memory Stick” kunt u voorkomen
dat belangrijke beeldgegevens per
ongeluk worden gewist. Schuif de
schakelaar in de schrijfbeveiligings- of
schrijfstand:
xSchrijfstand
Schuif de schakelaar naar links in de
schrijfstand. Gegevens op de
“Memory Stick” kunnen nu worden
gelezen, geschreven en gewist. De
“Memory Stick” kan ook worden
geformatteerd. Om beelden op te
slaan op de “Memory Stick”, moet
de schakelaar in de schrijfstand
worden gebracht.
xSchrijfbeveiligingsstand
Schuif de schakelaar naar rechts in
de schrijfbeveiligingsstand. Er
kunnen nu geen gegevens op de
“Memory Stick” worden geschreven
noch gewist. Wij raden u aan de
schakelaar altijd in de
schrijfbeveiligingsstand te zetten
wanneer u alleen maar beelden op
een “Memory Stick” bekijkt.
Connector
Schrijfstand
Schrijf-
beveiligings-
stand
Plaats het label hier
109
NL
Aanvullende informatie
Opmerkingen bij het
gebruik
PC cards met een voedingsspanning
van 3V zijn niet geschikt.
Steek geen andere PC cards in de
printergleuf. De printer kan
hierdoor worden beschadigd.
“Memory Sticks” en PC cards niet
laten vallen, verbuigen noch
blootstellen aan schokken.
“Memory Sticks” en PC cards niet
demonteren noch modificeren.
Mors geen vloeistoffen op de
“Memory Stick” of PC card en
gebruik ze ook niet op plaatsen met
een hoge vochtigheidsgraad. Zoniet
kunnen gegevens onleesbaar
worden.
“Memory Sticks” of PC cards niet
gebruiken of bewaren op een plaats
waar ze blootstaan aan:
extreem hoge temperaturen zoals
het interieur van een auto, in de
volle zon of in de buurt van een
verwarmingstoestel
directe zonnestraling
hoge vochtigheid
corrosieve stoffen
overmatig stof
elektrostatisch of elektronische ruis
magnetische velden
Raak de connector van een “Memory
Stick” niet aan en breng hem
evenmin in contact met een metalen
voorwerp.
Breng uitsluitend meegeleverde
labels aan op een “Memory Stick”.
Gebruik geen andere labels.
Bewaar een “Memory Stick” of PC
card in het originele doosje om
belangrijke gegevens te beschermen.
Haal een “Memory Stick” of PC card
niet uit de gleuf en schakel ook de
printer niet uit wanneer de printer
een “Memory Stick” of PC card leest.
Indien u dat toch doet, kunnen
gegevens onleesbaar worden.
• Maak bij een compact flash card of
Smart Media gebruik van een in de
handel verkrijgbare PC card adapter
die compatibel is met de kaart. Plaats
de kaart in de adapter en steek die
vervolgens in de printer. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de PC
card adapter voor het installeren van
kaart en adapter.
Vermijd het inbrengen of
verwijderen van een compact flash
card of Smart Media in of uit de PC
card adapter terwijl die in de printer
zit. Hierdoor kunnen gegevens
onleesbaar of gewist worden.
110
NL
Verhelpen van storingen
Mocht u problemen met de werking of
de bediening van de printer hebben,
doorloop dan eerst de onderstaande lijst
met controlepunten. Als het probleem
daarmee niet is opgelost, raadpleeg dan
uw Sony dealer.
Raadpleeg ook de handleiding van de
computer wanneer u vanaf uw
computer print.
De printer werkt niet nadat hij is
aangeschakeld.
m Steek de stekker in een stopcontact.
Er verschijnt geen beeld op de televisie.
m Zet de ingangskeuzeschakelaar van
de televisie op “VIDEO”.
m Druk op INPUT SELECT om de
juiste indicator te laten oplichten.
m Bij het afdrukken vanaf een
“Memory Stick,” PC card of CD-R/
RW disc moeten deze goed in de
printer zitten. Controleer of de
beelden opgenomen met een
digitale camera of andere
apparatuur worden opgenomen.
m Bij het opnemen vanaf een
videorecorder, moeten printer en
video-apparatuur goed zijn
verbonden. Zet vervolgens de
printer en aangesloten apparatuur,
met inbegrip van televisie en video-
apparatuur, aan. Start de weergave
met de video-apparatuur.
Het geheugenbeeld is onscherp.
m In MENU is “Still” gekozen onder
“Video input”. Kies “Motion” om
bewegende beelden af te drukken.
Bij het afspelen van videobeelden
zijn deze gestoord of is de
achtergrond blauw.
m Bij het invoeren van gestoorde
videosignalen verschijnen de
beelden automatisch met een
blauwe achtergrond, wat niet op een
defect aan de printer wijst. Voer
minder gestoorde videosignalen in.
Geen afdruk.
m Plaats de juiste set print cartridge en
printpapier.
m Controleer of er papier in de
papierlade zit.
m
De printkop kan oververhit zijn. Laat
de printer staan tot de kop is
afgekoeld en de printer weer afdrukt.
m
Verwijder eventueel geklemd papier.
Een beeld in de miniaturenlijst
wordt niet goed weergegeven of
afgedrukt.
m Indien het beeld verschijnt maar niet
wordt afgedrukt, is het printbestand
beschadigd.
m
Indien de rechts afgebeelde
aanduiding in de
miniatuurlijst staat, is het
beeld een JPEG bestand dat
is aangemaakt met uw
computer of zijn de
miniatuurgegevens van het
beeld beschadigd.
Kies de aanduiding en druk op
PICTURE. Als er een voorbeeld
verschijnt, kunt u het beeld
afdrukken. Indien dezelfde
111
NL
Aanvullende informatie
aanduiding opnieuw verschijnt als
voorbeeld, is het bestandsformaat
niet compatibel met de DPP-SV88 of
is het beeld zelf beschadigd.
m Een beeld dat is beschadigd of
waarmee een probleem is, verschijnt
niet in de lijst. Er verschijnt een
bestandsfoutbericht. Wanneer er
geen beelden zijn opgeslagen op de
"Memory Stick" of PC card,
verschijnt het bericht "no file".
m Indien een beeld niet compatibel is
met DCF (Design rule for Camera
File system), kan het mogelijk niet
met de printer worden afgedrukt,
ook al verschijnt het op de PC
monitor.
m
De printer kan maximum 999
beeldbestanden verwerken en tonen.
Indien een “Memory Stick”, PC card
of een map op een CD-R/RW disc
meer dan 999 beelden bevat, kunnen
de overige beelden worden getoond
en verwerkt met de computer.
m De breedte/hoogte-verhouding van
een opgenomen beeld verschilt
volgens het type digitale camera
zodat het beeld eventueel niet op de
volledig bedrukbare oppervlakte
wordt afgedrukt.
m Bij sommige digitale camera’s
verschijnen voorbeeldbeelden samen
met de primaire beelden in de
miniatuurlijst. De afdrukkwaliteit van
voorbeeldbeelden is niet zo goed als
die van primaire beelden. Merk op dat
bij het wissen van voorbeeldbeelden de
gegevens voor de primaire beelden
kunnen worden beschadigd.
m Bij sommige digitale camera’s kan
een beeld verticaal worden uitgerekt
wanneer het met de digitale camera
werd geroteerd of bewerkt. Dat ligt
niet aan de printer maar komt
doordat het beeld met de digitale
camera werd bewerkt.
m Sommige PC card adaptortypes die
niet compatibel zijn met PCMCIA
ATA kunnen niet met de printer
worden gebruikt.
Er weerklinkt een pieptoon.
m Ga na of u op de juiste manier
tewerk gaat.
De CD-R/RW disc kan niet worden
verwijderd.
m Zet de printer af. Steek vervolgens
een dun, puntig voorwerp (met een
diameter van ongeveer 1,2 mm) in
de manuele uitwerpopening van de
CD-R/RW disc-lade op de printer.
De print cartridge kan niet worden
verwijderd.
m Zet de printer af en weer aan.
Probeer de cartridge te verwijderen
nadat het motorgeluid is gestopt.
De of indicator brandt of er
verschijnt een foutbericht.
m Volg de instructies op het scherm.
Manuele
uitwerpopening
112
NL
Verhelpen van storingen
Indien papier vastloopt
Indien het printpapier vastloopt, licht de papierfoutindicator op en
verschijnt er een foutbericht. Het afdrukken stopt. Zet de printer af en aan en
haal het geklemde papier uit de papieruitvoer of verwijder de papierlade om
het vastgelopen papier te verwijderen.
Haal de papierlade uit om het
geklemde papier te verwijderen.
Opmerking
Raadpleeg uw Sony dealer als u het geklemde papier niet kunt verwijderen.
Trek het geklemde
papier langzaam uit.
113
NL
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Printsysteem
Sublimation dye transfer printing (Geel/
Magenta/Cyaan 3 beurten)
Resolutie
403 (H) x 403 (V) dpi
Beeldverwerking
256 niveaus (8 bits voor Yellow/
Magenta/Cyan), ong. 16.770.000 kleuren
Afdrukformaat
152,4 (H) x 101,6 (V) mm (maximum, Post
Card-formaat zonder rand) (6 x 4 inch)
Afdruktijd
Ong. 90 seconden per blad (Post Card-
formaat)
Ong. 60 seconden per blad (Small-formaat)
(exclusief tijd voor gegevensverwerking
en -overdracht van de personal
computer, “Memory Stick” of PC card)
Ingangs-/uitgangsaansluitingen
USB connector (1)
VIDEO OUT (uitgang) connector (phono
x 1)/VIDEO IN (ingang) connector
(phono x 1)
1 Vp-p, 75 ohm (ongebalanceerd),
negatieve sync
S VIDEO OUT (uitgang) connector (4-
pins mini-DIN x 1)/S VIDEO IN
(ingang) connector (4-pins mini-DIN x 1)
1 Vp-p, 75 ohm (ongebalanceerd),
negatieve sync
C: 0,286 Vp-p (color burst), 75 ohm
(ongebalanceerd)
Gleuf
“Memory Stick” gleuf (1)
PC card gleuf (PCMCIA II) (1)
CD-R/RW disc drive (1)
aserdiode-eigenschappen
Materiaal: GaAIAs
Golflengte: 780 - 787 nm
Emissieduur: 57,8 nsec
Laseruitgangsvermogen: 60mW
Compatibele beeldbestandsformaten
JPEG: 4:4:4, 4:2:2, 4:2:0 (baseline JPEG)
BMP: 24 bit full color, Windows formaat
(Merk op dat sommige versies van de
bestandsformaten niet compatibel
kunnen zijn.)
Maximum aantal te verwerken bestanden
999 bestanden per “Memory Stick”/PC
card/map op een CD-R/RW disc
Print cartridge/Printpapier
Zie “Printset klaarmaken” op pagina 22.
Voeding
220 - 240 V AC, 50/60 Hz, 0,62A
Stroomverbruik (standby mode)
Ongeveer 1 W
Werkingstemperatuur
5 °C tot 35 °C
Afmetingen
Ong. 280 x 84 x 267 mm
(b/h/d, zonder uitstekende onderdelen)
(363 mm diep wanneer de papierlade is
geïnstalleerd)
Gewicht
Ong. 3,0 kg
(zonder papierlade van 0,1 kg)
Meegeleverd toebehoren
Zie “Printer uitpakken” op pagina 8.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
114
NL
Index
Symbolen
8cm CD-R/RW disc 18
A
Aansluitingen
Computer 20
Netsnoer 15
TV 13
Video-apparatuur 14
Achterpaneel 9
Afdrukken
Bepaalde beelden op
een card of disc 27
Alle of DPOF beelden
32
Van een Macintosh
computer 104
Van een Windows
computer 99
Videobeelden 35
Afdrukzijde 25
Afstandsbediening 11, 21
Album 28
ALL 33
Auto Fine Print 2 80
AUTO PRINT 33
B
Batterijen vervangen 21
Bedieningspaneel 10
Beeldpositie wijzigen 64
Beeldregeling 65
Beeld roteren 64
Beperkingen bij
duplicatie 107
Bewaren
Beelden op een PC card
37
Beelden op een CD-R/
RW disc 42
Videobeelden 45
C
Cartridgefoutindicator
23
Cartridgevakdeksel 23
CD adapter 18
CD Mavica 18, 31, 47
CD-R disc 47
CD-RW disc 47
Afdrukken 27
Beelden bewaren op
een kaart 42
Beschrijven/uitlezen
van een disc 50
Disctypes 47
Formattering 59
Inbrengen/verwijderen
van een disc 17
Kaartbeelden bewaren
37
Map aanmaken 52
Map-/bestandsnamen
41
Opmerkingen bij de
behandeling 48
Pictogrammen 31
Procedure 49
Reiniging 48
Toegangssnelheidsregeling
60
Creative Print menu 67
D
Datum afdrukken 80
Deelbeelden 77
Definalisering 50, 58
Diavoorstelling 84
DPOF 32, 33
E
EFFECT menu 61
F
Filter 66
Finalisering 49, 56
Finish 80
Formattering 50
CD-R/RW disc 59
Memory Stick 83
Frame 76
G, H
Geheugenbeeld 36
I, J
Inbrengen
CD-R/RW disc 17
Memory Stick 15
Papierlade 26
PC Card 16
Print cartridge 23
Printpapier 25
Indexafdrukken 86
Ingangsbeeld 35
Initialisering 49, 51
INPUT SELECT 20, 27,
35
K
Kaart 72
Kalender 69
Klok instellen 81
L
Lezen/schrijven 50, 60
M
Map 28
Map aanmaken 52
Map-/bestandsnamen 41
Map herbenoemen 53
Mapmenu 52
115
NL
Aanvullende informatie
Meegeleverd toebehoren
8
Memory Stick
Beelden bewaren op
een CD-R/RW disc 37
Beelden op een CD-R/
RW disc bewaren 42
Gegevens beveiligen
108
Inbrengen/verwijderen
15
Opmerking bij het
gebruik 109
Types 108
MENU 78
Miniatuurlijst 12, 31
N
Netsnoer 15
O
Overzicht 6
P, Q
Papierlade 11, 25
Papierfoutindicator 26,
112
Papierverstopping 112
PC card
Beelden op een CD-R/
RW disc bewaren 42
Beelden bewaren op
een CD-R/RW disc 37
Inbrengen/verwijderen
16
Opmerking bij het
gebruik 109
PC mode 20
Pictogrammen 31
PICTURE 29
Pieptoon 80
Print cartridge 23
Printervoorkeuren
wijzigen 79
Printpapier 25
Printset 22
R
Randloze afdruk 80
Reader software 98
Reiniging 107
S
SAVE 39, 44, 45
SAVE ALL 37, 42
Scherm 12
Software installeren
Macintosh 102
Windows 89
Software verwijderen 95,
103
Specificaties 113
Spiegel 64
Standaardafdruk 27
Sticker 75
Systeemvereisten
Macintosh 102
Windows 88
S VIDEO IN aansluiting
14
S VIDEO OUT
aansluiting 13
T
Toegangssnelheid 60
Transport 107
U
Uitwerpknop 23
USB aansluiting 20
V
Verhelpen van storingen
110
VIDEO 35, 45
VIDEO IN aansluiting 14
Video-ingangsinstelling
81
VIDEO OUT aansluiting
13
Voorbeeld 12, 29
Voorpaneel 9
W, X, Y
Wissen
Beelden 82
Mappen 55
Z
Zoomen 63

Documenttranscriptie

3-205-930-22 (1) Digital Photo Printer Bedienungsanleitung DE Lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme dieses Druckers bitte genau durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen sorgfältig auf. Digital Photo Printer Gebruiksaanwijzing NL Voordat u deze printer in gebruik neemt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig lezen en bewaren zodat u ze later nog kunt raadplegen. Istruzioni per l’uso Prima di utilizzare la presente stampante, leggere attentamente questo manuale e conservarlo per riferimenti futuri. DPP-SV88 DPP-SV88  2001 Sony Corporation IT WAARSCHUWING Voor klanten in Europa OPGELET Stel het toestel niet bloot aan regen noch vocht om brand of elektrocutie te voorkomen. Open de behuizing niet om elektrocutie te voorkomen. Laat het toestel alleen nakijken door bevoegd vakpersoneel. OPGELET Wanneer dit toestel te dicht bij apparatuur die elektromagnetische straling produceert wordt geplaatst, kunnen beeld en/of geluid worden gestoord. OPGELET Sony aanvaardt geen enkele verantwoordelijk voor welkdanige schade of verlies van opgenomen gegevens tengevolge van het gebruik van of een defect aan de printer, “Memory Stick” of PC card. OPGELET Steek de brede stekkerpen volledig in de brede opening om elektrocutie te voorkomen. OPGELET Het kenplaatje bevindt zich onderaan op het toestel. Voor klanten in Nederland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2 NL Deze Digital Photo Printer is geklasseerd als CLASS 1 LASER PRODUCT. Dit apparaat werd getest en conform bevonden met de limieten bepaald in de EMC Richtlijn met een verbindingskabel van minder dan 3 meter. •Microsoft, MS, MS-DOS en Windows® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S.A. en andere landen. •IBM en PC/AT zijn geregistreerde handelsmerken van International Business Machines Corporation. •MMX en Pentium zijn geregistreerde handelsmerken van Intel Corporation. •Apple, Macintosh, Power Macintosh en Mac OS zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. • “Memory Stick”, “MagicGate Memory Stick” en hun logo’s zijn handelsmerken van Sony Corporation. •Deze printer gebruikt JBlend™ van Aplix Corporation. JBlend en Aplix zijn geregistreerde merken van Aplix Corporation in Japan en merkaanvragen zijn ingediend in andere landen. •Alle andere bedrijven en namen van producten in deze gebruiksaanwijzing kunnen de handelsmerken of geregistreerde handelsmerken zijn van de respectieve bedrijven. De aanduidingen “™” and “®” zullen niet telkens in deze gebruiksaanwijzing worden vermeld. Opmerking voor gebruikers Programma ©2001 Sony Corporation Documentatie ©2001 Sony Corporation Alle rechten voorbehouden. Niets in deze gebruiksaanwijzing noch de software die hierin beschreven staat mag geheel noch gedeeltelijk worden gereproduceerd, vertaald noch omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming vanwege Sony Corporation. Gebruikersregistratie Om te kunnen genieten van onze klantenservice, moet u de registratiekaart invullen en terugsturen. Ontwerpgegevens zoals voorbeeldbeelden in deze software mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden gewijzigd of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is krachtens de wet op de auteursrechten verboden. Merk op dat ongeoorloofd kopiëren of wijzigen van afbeeldingen van anderen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk kan betekenen op de rechten van de houders. SONY CORPORATION KAN IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR WELKE SCHADE OOK DIE HET GEVOLG ZOU ZIJN VAN OF VERBAND ZOU HOUDEN MET DEZE GEBRUIKSAANWIJZING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE DEZE BEVAT DAN WEL HET GEBRUIK ERVAN. Door het zegel van de CD-ROM verpakking te verbreken, aanvaardt u alle bepalingen van deze overeenkomst. Indien u niet akkoord gaat met deze bepalingen, stuur deze omslag met de disk dan ongeopend samen met de rest van het pakket meteen terug naar de dealer waar u het hebt gekocht. Sony Corporation behoudt zich het recht voor om deze gebruiksaanwijzing of de informatie die deze bevat te allen tijde en zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. De software die hierin beschreven staat kan ook vallen onder de bepalingen van een apart gebruikerslicentiecontract. NL Het dupliceren, monteren of afdrukken van een CD, TV-programma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen zoals beelden of publicaties, of alle andere materialen met uitzondering van eigen opnames of creaties is beperkt tot privaat of huishoudelijk gebruik. Behalve indien u in het bezit bent van de auteursrechten of de toestemming vanwege de eigenaars van de auteursrechten voor de te dupliceren materialen, kan het gebruik van die materialen buiten deze beperkingen een inbreuk betekenen op de wet op de auteursrechten en het voorwerp uitmaken van een eis tot schadevergoeding vanwege de eigenaar van de auteursrechten. Let vooral bij het gebruik van foto’s met deze printer op dat u de bepalingen van de wet op de auteursrechten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of het wijzigen van andermans foto’s kan hun rechten ook schenden. Op sommige evenementen, optredens of tentoonstellingen kan het nemen van foto’s niet zijn toegestaan. 3 NL Inhoudsopgave Aan de slag Wat u met de printer zoal kunt doen .............. 6 De printer uitpakken ....................................... 8 Onderdelen ..................................................... 9 Opstelling 1 De printer aansluiten ............................. 13 Aansluiting op een televisie ..................... 13 Aansluiting op video-apparatuur .............. 14 Het netsnoer aansluiten ........................... 15 Een “Memory Stick” of PC card inbrengen ............................................... 15 Een CD-R/RW disc inbrengen ................... 17 Aansluiting op een computer (optioneel) .. 20 2 De afstandsbediening gebruiksklaar maken .................................................... 21 3 De printset klaarmaken .......................... 22 4 De print cartridge plaatsen .................... 23 5 Printpapier plaatsen ............................... 25 Basicprintfuncties Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken ....................................... 27 Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden tegelijkertijd afdrukken .......................... 32 Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur ................................... 35 Beelden bewaren Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc ....... 37 Alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens bewaren ...................... 37 Bepaalde beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc ......................................... 38 4 NL Beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick” of PC card ........ 42 Alle beelden op een CD-R/RW map ineens bewaren ....................................... 42 Gekozen beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick” of PC card ............................................... 43 Een videogeheugenbeeld opslaan op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc ........................................................ 45 Gebruik van een CD-R/RW disc Betreffende CD-R/RW discs .......................... 47 Geschikte CD-R/RW disc-types ................. 47 Behandeling van discs ............................. 48 Opmerkingen bij het reinigen van CD-R/RW discs ........................................ 48 Procedure bij gebruik van een CD-R/RW disc ........................................................ 49 Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te bewaren (initialisering) ......... 51 Mappen op een CD-R/RW disc schikken ....... 52 Een nieuwe map aanmaken ..................... 52 Een map hernoemen ............................... 53 Een map wissen ...................................... 55 Beelden op een CD-R/RW disc bekijken met uw computer ................................... 56 Systeemvereisten van de computer .......... 56 Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te bekijken op de computer (finalisering) ............................................ 56 Finalisering annuleren (definalisering) ...... 58 Een CD-RW disc formatteren ........................ 59 De toegangssnelheid van een CD-R/RW disc instellen .......................................... 60 Geavanceerde printfuncties Aanvullende informatie Effecten toevoegen aan een beeld ............... 61 Wat u met het EFFECT menu zoal kunt doen ............................................... 61 Beeldgrootte en -positie wijzigen ............. 63 De beeldpositie wijzigen. ......................... 64 Het beeld instellen .................................. 65 Een speciaal filter toevoegen aan een beeld ...................................................... 66 Diverse afdrukken maken (Creative Print) .... 67 Wat u met het Creative Print menu zoal kunt doen ........................................ 67 Een kalender maken ................................ 69 Een kaart maken ..................................... 72 Een sticker maken ................................... 75 Een deelbeeld maken .............................. 77 De printer instellen (MENU) .......................... 78 Wat u met het MENU zoal kunt doen ...... 78 Afdrukvoorkeuren wijzigen (SET) ............. 79 Beelden wissen ............................................. 82 Gekozen beeld(en) wissen ....................... 82 Een “Memory Stick” formatteren ............. 83 Diavoorstelling ............................................. 84 Een indexafdruk maken ................................ 86 Voorzorgsmaatregelen ............................... 106 Betreffende de “Memory Stick” en PC card ................................................ 108 Betreffende de “Memory Stick” ............. 108 “Memory Stick” beelden beveiligen ....... 108 Opmerkingen bij het gebruik ................. 109 Verhelpen van storingen ............................. 110 Indien papier vastloopt .......................... 112 Technische gegevens .................................. 113 Index .......................................................... 114 Printen vanaf uw computer De printer gebruiken met Windows .............. 88 Systeemvereisten ..................................... 88 De software installeren ............................ 89 Reader software gebruiken ...................... 98 Printen vanuit een toepassingsprogramma ........................... 99 De printer gebruiken met Macintosh computers ............................................ 102 Systeemvereisten ................................... 102 De printer driver installeren ................... 102 Printen vanuit een toepassingsprogramma ......................... 104 5 NL Aan de slag Wat u met de printer zoal kunt doen Met de Digital Photo Printer DPP-SV88 kunt u beelden afdrukken vanaf een “Memory Stick,” PC card, CD-R/RW disc, een videorecorder of een computer. U kunt ook beelden bewaren op een “Memory Stick”, een PC card of in albums op een CD-R/RW disc. Fotorealistische afdruk Dankzij het sublimation dye transfer printsysteem kan de printer fotorealistische afdrukken maken die aan diverse eisen voldoen. Super Coat 2 Super Coat 2 verhoogt de duurzaamheid en de weerstand tegen vocht of vingerafdrukken, zodat uw afdrukken langer in goede staat blijven. Auto Fine Print 2 Auto Fine Print 2 analyseert de beeldinformatie en corrigeert die om een scherp, helder en natuurlijk beeld te krijgen. Keuze uit afdrukformaat en afdruk met of zonder rand U kunt kiezen uit een grote, dynamische afdruk van Post Card-formaat of een zuinige afdruk van Small-formaat. Voor afdrukken van Post Cardformaat hebt u de keuze tussen een afdruk met of zonder rand. Beelden in mappen (albums) op een CD-R/RW disc schikken U kunt digitale foto’s vanaf een “Memory Stick” of PC card of videobeelden in mappen (albums) bewaren op een CD-R/RW disc. U kunt alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens of alleen bepaalde beelden bewaren. De beelden op een CD-R/RW disc kunnen ook worden bewaard op een “Memory Stick” of PC card. Opmerkingen •Wij raden u aan CD-R/RW discs van Sony te gebruiken. •Gebruik in de handel verkrijgbare, ongeformatteerde CD-R/RW discs. 6 NL Aan de slag Direct afdrukken van “Memory Stick”, PC card, CD-R/RW disc of video-apparatuur U kunt digitale camerabeelden opgeslagen op een “Memory Stick” of PC card, of PC-beelden opgeslagen op een CD-R/RW disc afdrukken. U kunt ook beelden vastleggen en afdrukken vanaf een videorecorder die is aangesloten op de video-ingang van de printer. Alle aanwezige beelden of alle vooringestelde DPOF (Digital Print Order Format) beelden kunnen ineens worden afgedrukt. Afwerking kiezen U kunt kiezen voor een glanzende of gestructureerde afdruk. 25/30 vellen ineens afdrukken Met de meegeleverde papierlade kunt u 25 vellen in Post Card-formaat en 30 vellen in Small-formaat ineens afdrukken. Diverse beeldverwerkingsmogelijkheden met uw printer U kunt verschillende soorten afdrukken maken, zoals een standaardafdruk, een datumafdruk of een indexafdruk van de beelden op een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc. Met diverse beeldverwerkingsfuncties kan het beeld worden vergroot/verkleind, geroteerd, gekanteld of verplaatst. U kunt ook een speciaal effect toevoegen voor sepiakleurige, éénkleurige of schilderachtige beelden. Nog meer afdrukmogelijkheden met het Creative Print menu Met het Creative Print menu kunt u nog meer verschillende soorten afdrukken maken, zoals een kalender, kaarten, deelbeelden of stickers met omkaderde beelden. Een handige USB-aansluiting maken met uw computer Met de meegeleverde DPP-SV88 printer driver software op uw computer kunt u beelden via uw computer afdrukken. Met de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” kunt u beelden op een “Memory Stick” of PC card in de printer bekijken en behandelen vanaf uw computer. Opmerking U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken om de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer. 7 NL De printer uitpakken Controleer of de volgende accessoires in de verpakking van de printer aanwezig zijn. • Netsnoer (1) • Afstandsbediening (1) • Videokabel (1) • CD-ROM (1) • Papierlade (1) • Gebruiksaanwijzing (1) • Garantiekaart (1) • Printset (1) • Registratiekaart (1) • Sony softwarelicentie-overeenkomst (1) 8 NL – Sony DPP-SV88 Printer Driver Software for Windows® 98/ Me/2000 Professional/XP Home Edition/XP Professionl Version 1.0 for MAC OS 8.5.1./ 8.6/9.0/9.1/9.2 Version 1.0 – Memory Stick/PC card Reader Software for Windows® 98/ Me/2000 Professional/XP Home Edition/XP Professionl Version 1.0 Onderdelen 3 Aan de slag 1 2 Meer details vindt u op de pagina’s tussen haakjes. 4 Voorpaneel printer 1 POWER toets (pagina 17, 27) Licht oranje op in de wachtstand en groen in de AAN-stand. 2 Bedieningspaneel (volgende pagina) Omlaag trekken om het bedieningspaneel te openen. 3 CD-R/RW disc-lade open/sluittoets (page 17) 56 7 Druk op deze toets om de CD-R/RW disc-lade te openen en te sluiten. 9 8 q; qa 4 5 6 7 Verluchtingsgaten S VIDEO IN aansluiting (pagina 14) VIDEO IN aansluiting (pagina 14) Papierladeklep (pagina 25) Plaats hier de meegeleverde papierlade. 8 Afstandsbedieningssensor (pagina 21) Richt de meegeleverde afstandsbediening op deze sensor om de printer te bedienen. 9 Cartridgeklep (pagina 23) 0 Printcartridge-uitwerphendel (pagina 23) Omhoog duwen om de printcartridge uit te werpen. qa Printcartridge (pagina 22, 23) (Niet meegeleverd) Achterpaneel printer 1 USB connector (pagina 20) Wordt verbonden met de USB aansluiting van uw computer. 2 3 4 5 1 2 3 4 5 S VIDEO OUT aansluiting (pagina 13) VIDEO OUT aansluiting (pagina 13) Voedingsaansluiting (pagina 15) Verluchtingsgaten Wordt vervolgd 9 NL Onderdelen Printerindicatoren en bedieningspaneel 1 Ingangsindicatoren (pagina 20, 27, 35) De indicator voor het huidige ingangssignaal licht op (“MEMORY STICK”/PC CARD/CD-RW/VIDEO/ PC). 2 PRINT indicator (pagina 30, 34) 3 Papierfoutindicator (pagina 26, 112) 4 Cartridgefoutindicator (pagina 23) 5 “MEMORY STICK” gleuf (pagina 15) 6 PC CARD gleuf (pagina 16) 7 AUTO PRINT toets (pagina 33) Bij elke druk op deze toets, wordt omgeschakeld tussen ALL en DPOF. De betreffende indicator licht op. 8 PC card uitwerptoets (pagina 16) 9 INPUT SELECT toets (pagina 20, 27, 35) Schakelt het ingangssignaal om. (De gekozen ingangsindicator 1 licht op, behalve “PC”.) 0 qa qs qd qf qg qh MENU toets (pagina 78) EFFECT toets (pagina 61) CREATIVE PRINT toets (pagina 67) FOLDER RECALL toets (pagina 29) SAVE toets (pagina 29) SAVE ALL toets (pagina 37, 42) PICTURE toets (pagina 29) Schakelt om tussen miniatuurlijst en voorbeeld. qj qk ql w; 10 NL Pijltjestoetsen (B/b/V/v) ENTER/PRINT QTY toets PRINT toets (pagina 30, 34, 36) CANCEL toets 1 AUTO PRINT toets (pagina 33) Bij elke druk op deze toets, wordt omgeschakeld tussen ALL en DPOF. De betreffende indicator op de printer licht op. 2 INPUT SEL (SELECT) toets (pagina 20, 27, 35) Schakelt het ingangssignaal om. (De gekozen ingangsindicator op de printer licht op, behalve “PC”.) 3 SAVE ALL toets (pagina 37, 42) 4 Pijltjestoetsen (B/b/V/v) 5 PICTURE toets (pagina 29) Schakelt om tussen miniatuurlijst en voorbeeld. 6 7 8 9 0 qa qs qd qf MENU toets (pagina 78) SAVE toets (pagina 39, 44) EFFECT toets (pagina 61) POWER toets (pagina 17, 27) FOLDER RECALL toets (pagina 29) ENTER toets CANCEL toets CREATIVE PRINT toets (pagina 67) PRINT toets (pagina 30, 34, 36) Papierlade 1 1 Deksel (pagina 25) 2 Tussenschot (pagina 25) 2 11 NL Aan de slag Afstandsbediening Onderdelen Scherm 1 Printvoorinstelling (DPOF) indicatie Geeft aan of het DPOF vooringesteld is voor afdrukken vanaf een digitale camera. Miniatuurlijst 12 3 4 5 6 2 Beeldnummer 3 “Memory Stick”/PC Card/CD-R/RW indicatie 7 8 9 Geeft het huidige mediatype aan. q; qa 4 Beveiligingsindicatie Geeft aan of het beeld beveiligd is door een digitale camera. 5 Cursor (geel kader) Geeft het beeld met de cursor aan. 6 Selectie (oranje) Geeft aan dat het beeld werd geselecteerd. qs Voorbeeld 1 q;2 3 7 8 9 qa 7 Aantal geselecteerde beelden/ totaal aantal beelden 8 Restgeheugenindicatie Geeft het resterend geheugen aan van een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc in de printer. Bij een “Memory Stick” verandert het pictogram van links naar rechts naarmate het geheugen vermindert. (Er verschijnt een "leeg" pictogram bij beveiligde media of een gefinaliseerde CD-R/RW disc.) b b b 9 Print cartridge-indicatie Geeft het type print cartridge aan dat momenteel is geladen qs 4 0 Afdrukaantalindicatie Geeft het aantal afdrukken aan. qa Rolbalk Geeft de positie aan van het getoonde of geselecteerde beeld. qs Instructie Toont beknopte instructies voor de volgende stap. 12 NL Opstelling 1 De printer aansluiten Aansluiting op een televisie S-videokabel (niet meegeleverd) Televisie Zet de VIDEO/TV ingangskeuzeschakelaar op VIDEO. Naar S VIDEO IN Of Naar VIDEO IN Videokabel (meegeleverd) Wanneer uw televisie is uitgerust met een S-video ingang Verbind de S-video ingang van uw televisie met de S VIDEO OUT (uitgang) van de printer met behulp van een S-video verbindingskabel (niet meegeleverd). De beeldkwaliteit is dan beter. U hoeft de video-aansluiting dan niet te gebruiken. Videobeelden bekijken op de televisie terwijl de printer is uitgeschakeld •Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op VIDEO IN op de printer, sluit u uw televisie aan op VIDEO OUT op de printer. •Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op S VIDEO IN op de printer, sluit u uw televisie aan op S VIDEO OUT op de printer. Opmerkingen •Zet de printer en de televisie af alvorens aansluitingen te verrichten. •Wanneer u de meegeleverde videokabel niet gebruikt, moet u een in de handel verkrijgbare video- of S videokabel gebruiken met een lengte van maximum 3 m. •Wanneer u de printer aansluit op een personal computer hoeft u hem niet aan te sluiten op een televisie. •Sluit de video-uitgangen van de printer niet aan op een ander toestel dan een televisie. De toestellen werken mogelijk niet zoals het hoort. 13 NL Opstelling Verbind de VIDEO OUT (uitgang) aansluiting van de printer met de videoingang van de televisie om de beelden te bekijken die u wilt afdrukken. 1 De printer aansluiten Aansluiting op video-apparatuur Om beelden af te drukken van video-apparatuur zoals een videorecorder of een camcorder, moet u video-apparatuur en printer verbinden met behulp van de meegeleverde videokabel. Meer details omtrent het afdrukken vanaf videoapparatuur vindt u onder “Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur” (pagina 35-36). S-videokabel (niet meegeleverd) Camcorder e.d. voorzien van een S-video uitgang Naar S VIDEO OUT Of Video voorzien van een video uitgang Naar VIDEO OUT Videokabel (meegeleverd) l :Signaalverloop Indien de video-apparatuur is voorzien van een S-video uitgang Verbind de S-video uitgang van de video-apparatuur met de S VIDEO IN (ingang) van de printer met behulp van een S-video verbindingskabel (niet meegeleverd) voor een betere beeldkwaliteit. U hoeft de video-aansluiting dan niet te gebruiken. Videobeelden bekijken op de televisie terwijl de printer is uitgeschakeld •Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op VIDEO IN op de printer, sluit u uw televisie aan op VIDEO OUT op de printer. •Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op S VIDEO IN op de printer, sluit u uw televisie aan op S VIDEO OUT op de printer. Opmerkingen •Zet de printer, de video-apparatuur en de televisie af alvorens aansluitingen te verrichten. •Wanneer u de meegeleverde videokabel niet gebruikt, moet u een in de handel verkrijgbare video- of S videokabel gebruiken met een lengte van maximum 3 m. •Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de video-apparatuur. 14 NL Het netsnoer aansluiten Naar een stopcontact Netsnoer (meegeleverd) Een “Memory Stick” of PC card inbrengen Opmerkingen •Forceer de “Memory Stick” of PC card niet in of uit de gleuf. Indien u dat toch doet, kunnen de “Memory Stick”, de PC card of de printer worden beschadigd. •Wanneer de printer de “Memory Stick” of PC card uitleest en de betreffende indicator knippert, mag u de “Memory Stick” of PC card niet uit de printer halen. Indien u dat toch doet, kunnen de “Memory Stick”, de PC card of de printer worden beschadigd. Een beeld op een “Memory Stick” afdrukken Open het bedieningspaneel en steek de “Memory Stick” in de “MEMORY STICK” gleuf tot hij vastklikt. “Memory Stick” Met het nokje naar links en het pijltje links naar voren gericht De “Memory Stick” uitwerpen Duw de “Memory Stick” verder in de gleuf en verwijder hem dan voorzichtig. Wordt vervolgd 15 NL Opstelling Na het verrichten van alle aansluitingen sluit u het meegeleverde netsnoer aan op de voedingsingang van de printer en steekt u vervolgens de stekker in een stopcontact. De POWER indicator licht rood op. 1 De printer aansluiten Opmerking Breng alleen een “Memory Stick” in. Steek er niets anders in. Een beeld op een PC card afdrukken Open het bedieningspaneel en steek de PC card in de PC CARD gleuf tot ze vastklikt. PC CARD uitwerptoets PC card De PC card uitwerpen Druk op de PC CARD uitwerptoets. Nadat de toets uitspringt, drukt u die verder in tot hij vastklikt. Verwijder de PC card voorzichtig nadat ze is uitgeworpen. Opmerkingen •Breng alleen een PC card in. Steek er niets anders in. •Druk de PC CARD uitwerptoets goed in bij het sluiten van de klep van het bedieningspaneel. 16 NL Een CD-R/RW disc inbrengen 1 Druk op POWER om de printer aan te zetten. De POWER indicator verandert van oranje in groen. 2 Druk op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets. De CD-R/RW disc-lade schuift uit. 3 Plaats een CD-R/RW disc op de lade met het label omhoog en klik ze vast op de naaf. Kant met label Wordt vervolgd 17 NL Opstelling Om beelden te lezen of op te slaan in mappen, plaatst u een CD-R/RW disk in de CD-R/RW disc-lade van de printer. Zie "Betreffende CD-R/RW discs" op pagina 47 voor de geschikte disc-types en waarop u dient te letten bij het omgaan met discs. 1 De printer aansluiten Opmerkingen is • Terwijl de printer zich in de startfase bevindt ( zichtbaar) mag er geen CD in de printer worden gestopt noch eruit gehaald. Indien u dat toch doet, kan er zich een fout voordoen bij het bewaren van beelden op een disc, het formatteren van een disc of andere handelingen. Wanneer er zich een fout voordoet, moet u de printer afzetten en weer aanzetten. • Ondersteun de disc-lade bij het openen met de hand. • Controleer of de disc goed over de CD-R/RW-naaf zit alvorens de CD-R/RWlade te sluiten. Indien dat niet zo is, kan de CD-R/RW drive worden beschadigd en kan de lade mogelijk niet worden geopend. 4 Sluit de disc-lade goed tot ze vastklikt. De disc verwijderen 1 Druk op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets. De CD-R/RW disc-lade schuift uit. Opmerking Wanneer de CD-RW indicator oplicht of knippert, wordt de CD-R/RW gelezen/ beschreven. De CD-R/RW disc kan dan niet worden uitgeworpen. Wacht tot de indicator dooft en druk dan op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets. 2 Haal de CD-R/RW disc uit de lade. Een 8cm CD-R/RW disc van uw CD Mavica digitale camera gebruiken Wanneer u een 8cm CD-R/RW disc van uw CD Mavica digitale camera gebruikt met deze printer, raden wij u aan de 8cm CD adapter te gebruiken die bij uw CD Mavica is geleverd. 1 Plaats een 8 cm CD-R/RW disc in de twee nokjes van de adapter in volgorde 1 en 2. 1 Labelkant (achterkant voor opname.) 2 Kant met SONY opdruk (achterkant glanzend.) 18 NL Trek het derde nokje naar buiten en klik de disc vast. 3 Zorg ervoor dat de disc goed in de gleuven van de drie nokjes zit, dat de nokjes vlak zijn en de disc niet is verbogen noch uitgeworpen door de adapter. Opstelling 2 Duw een uitstekend nokje in. Zoniet kan de CD-R/RW disclade niet goed werken of lawaai maken. Opmerking De CD adapter die bij uw CD Mavica digitale camera is geleverd, is uitsluitend bedoeld voor 8cm CD-R/RW discs voor de CD Mavica. Gebruik de adapter niet met andere 8cm CD-R/RW discs. 19 NL 1 De printer aansluiten Aansluiting op een computer (optioneel) Verbind de USB aansluitingen van printer en computer (Windows PC of Macintosh) met een in de handel verkrijgbare USB kabel. Wanneer u de meegeleverde driver software installeert op uw computer, kunt u beelden afdrukken vanop de harde schijf van de computer. Met de “Memory Stick/ PC Card Reader Software” kunt u ook beelden van op een “Memory Stick” of PC Card overbrengen naar de harde schijf van uw computer. Voor details omtrent installatie en bediening van de software, zie “Afdrukken vanaf uw computer” (pagina 88-105). Windows/ Macintosh computer Naar USB aansluiting Naar USB aansluiting Wanneer u een reeds aangeschakelde computer aansluit op de USB connector van de printer De PC ingangsindicator licht op en de printer schakelt over naar de PC stand. Opmerkingen •De Reader software werkt alleen onder Windows. •Gebruik een USB kabel van maximum 3 meter lang. •Wanneer geen aangeschakelde computer is aangesloten op de USB connector, kunt u niet handmatig overschakelen naar de PC stand door de INPUT SELECT toets in te drukken. •Wanneer u uw printer aansluit op een televisie, verschijnt er in de PC stand geen beeld op het televisiescherm. Dat duidt niet op een defect aan de printer. •Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de aangesloten accessoires. •Printer en printer driver werken niet met een netwerk of een in de handel verkrijgbare printer buffer. •U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken om de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer. 20 NL 2 De afstandsbediening gebruiksklaar maken 1 Haal de beschermstrip van de afstandsbediening. Opstelling De afstandsbediening is gebruiksklaar wanneer de beschermstrip van de lithiumbatterij is verwijderd. Beschermstrip 2 Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor op de printer en druk vervolgens op een toets om de printer te bedienen. De toetsen op de afstandsbediening werken op dezelfde manier als de identieke toetsen op de printer. Afstandsbedieningssensor De batterijen vervangen Wanneer de printer niet reageert op de afstandsbediening, kan de batterij leeg zijn. Schuif het deksel van de batterijhouder open met behulp van een fijne pen of een ander puntig voorwerp. Verwijder de lege batterij en plaats een nieuwe lithiumbatterij (CR2025) in de batterijhouder met + en – in de juiste richting. Lithiumbatterij OPGELET: Bij een verkeerd aangebrachte batterij is er explosiegevaar. Vervang een batterij alleen door hetzelfde of een gelijkwaardig type dat door de fabrikant is aanbevolen. Voer gebruikte batterijen af conform de instructies van de fabrikant. 21 NL 3 De printset klaarmaken U hebt een los verkrijgbare printset voor de printer nodig. De set bevat printpapier en een print cartridge voor afdrukken van Post Card (4x6") of Small (3.5x4") formaat. Kies de printset volgens het type afdruk: Printset Inhoud SVM-25LS 25 vellen fotopapier van Post Card-formaat/Print cartridge voor 25 afdrukken SVM-25LW 25 vellen zelfklevend papier van Post Card-formaat/Print cartridge voor 25 afdrukken SVM-30SS 30 vellen fotopapier van Small-formaat/Print cartridge voor 30 afdrukken SVM-30SW 30 vellen zelfklevend papier van Small-formaat/Print cartridge voor 30 afdrukken SVM-30SW09 30 vellen zelfklevend papier van 9-delig Small-formaat/ Print cartridge voor 30 afdrukken Opmerkingen •Gebruik uitsluitend de printset voor deze printer. •Gebruik altijd de print cartridge die bij het gebruikte printpapier hoort. Wanneer u cartridges en papier van verschillende types samen gebruikt, is het mogelijk dat niet kan worden afgedrukt, of dat het papier geklemd of de printerwerking verstoord raakt. •Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde print cartridge om af te drukken. Indien u dat toch doet, zal het afdrukresultaat minder goed zijn of kan er zelfs een defect optreden. •Druk niets tweemaal af op hetzelfde printpapier. Door hetzelfde papier tweemaal te gebruiken, wordt de afdruk dikker. Dit kan problemen geven of zelfs een defect veroorzaken. •Raak het inktlint van de printcartridge of het printoppervlak van het printpapier niet aan. De afdrukkwaliteit kan verminderen door vingerafdrukken of stof op het printoppervlak of het inktlint. •Voor een hoge afdrukkwaliteit mogen printsets niet worden bewaard op een plaats waar ze bloot staan aan hoge temperatuur, een hoge vochtigheidsgraad, overmatig stof of directe zonnestraling. • Bewaar een deels gebruikte set van print cartridge en printpapier in de originele verpakking of een soortgelijk recipiënt. 22 NL 4 De print cartridge plaatsen 1 Druk op POWER om de printer aan te zetten. De POWER indicator licht groen op. Open de klep van de cartridgehouder door eraan te trekken. 3 Steek de print cartridge goed in de printer tot ze vastklikt en sluit de klep van de cartridgehouder. Kant met het Sony logo De print cartridge vervangen Wanneer de print cartridge bijna leeg is, licht de cartridgefoutindicator op en verschijnt er een foutbericht op het scherm. Open het deksel van de cartridgehouder, duw op de uitwerphendel, verwijder de gebruikte print cartridge en plaats de nieuwe cartridge. Uitwerphendel cartridgefoutindicator Wordt vervolgd 23 NL Opstelling 2 4 De print cartridge plaatsen Opmerkingen •Steek nooit uw hand in de cartridgehouder. De thermische kop wordt zeer heet, vooral na herhaald afdrukken. •Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde print cartridge om af te drukken. Indien u dat toch doet, zal het afdrukresultaat minder goed zijn of kan er zelfs een defect optreden. •Als de print cartridge niet vastklikt, moet u ze verwijderen en opnieuw inbrengen. Wikkel het inktlint in de richting van het pijltje wanneer het niet strak genoeg is gespannen. •Als er geen print cartridge is geplaatst wanneer u de printer aanzet, licht de cartridgefoutindicator op. •Hou de printcartridge bij het plaatsen verticaal om te voorkomen dat er stof op het inktlint terechtkomt. •Raak het inktlint niet aan en leg de print cartridge niet op een stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het inktlint zijn nefast voor het afdrukresultaat. •Vervang de print cartridge niet terwijl de printer werkt. Opmerkingen bij het bewaren van de print cartridge •Bewaar de print cartridge niet op een plek waar ze bloot staat aan hoge temperaturen, hoge vochtigheid, overmatig stof of directe zonnestraling. •Bewaar een deels gebruikte cartridge in de originele verpakking. 24 NL 5 Printpapier plaatsen 1 Open de klep van de papierlade en plaats het tussenschot afhankelijk van het gebruikte printpapierformaat. Tussenschot 2 Plaats printpapier in de papierlade. Schud het printpapier. Breng vervolgens het printpapier in met het printoppervlak (de onbedrukte zijde) naar boven en het pijltje op de lade. Plaats het beschermvel samen met het papier in de lade. Verwijder het beschermvel nadat u het papier hebt aangebracht. U kunt maximum 25 vellen instellen voor Post Card-formaat en 30 vellen voor Small-formaat. Plaats de achterkant van het tussenschot om printpapier van Small-formaat in te brengen. Printoppervlak Pijltje Papier Bij het inbrengen van printpapier van Smallformaat Voorkant Opmerking Raak het printoppervlak niet aan. Vingerafdrukken op de afdrukzijde zijn nefast voor het afdrukresultaat. Wordt vervolgd 25 NL Opstelling Leg het tussenschot neer om printpapier van Post Card-formaat te gebruiken. Zet het tussenschot recht om printpapier van Small-formaat te gebruiken. 5 Printpapier inbrengen 3 Sluit de klep van de papierlade. Duw dan de klep van de papierlade open en steek de papierlade in de printer. Steek ze goed in tot ze vastklikt. Opmerkingen •Als het printpapier niet automatisch wordt toegevoerd, licht de papierfoutindicator op. Trek de papierlade uit en controleer de papierverstopping. •Wanneer u printpapier toevoegt aan een deels gevulde lade, mag het totale aantal vellen niet meer bedragen dan 25 voor Post Card-formaat en 30 voor Small-formaat. Plaats geen verschillende soorten papier in de lade. Indien u dit toch doet, kan het papier vastlopen of de printer defect raken. • Indien het printpapier op raakt nadat u op PRINT hebt gedrukt, weerklinkt de waarschuwingspieptoon en licht de papierfoutindicator op. •Voor het afdrukken mag niet op de afdrukzijde worden geschreven noch getypt. Gebruik een olieinktpen om na het afdrukken op de afdrukzijde te schrijven of te tekenen. •Kleef voor het afdrukken geen sticker of dergelijke op de afdrukzijde. •Verwijder de rug van zelfklevend papier niet voor het printen is voltooid. Indien u dit toch doet, kan het papier vastlopen of de printer defect raken. •Druk niets tweemaal af op hetzelfde printpapier. Door hetzelfde papier tweemaal te gebruiken, wordt de afdruk dikker. Dit kan problemen geven of zelfs een defect veroorzaken. •Vouw noch buig printpapier voor het afdrukken. Opmerkingen bij het bewaren van printpapier •Bewaar printpapier niet op een plek waar het bloot staat aan hoge temperaturen, hoge vochtigheid, overmatig stof of directe zonnestraling. •Bewaar het papier niet lang met de afdrukzijde tegen elkaar of in contact met rubber of plastic producten met inbegrip van vinylchloride of weekmakers; de kleuren of het papier kunnen hierdoor worden aangetast. •Berg papier op in de originele verpakking wanneer u het gedurende lange tijd niet zult gebruiken. 26 NL Basicprintfuncties Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken U kunt een beeld op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc selecteren en afdrukken op volle grootte (standaardafdruk). Standaardafdruk zonder rand 3 2 3–5 3,4 CANCEL toets 2 3 PICTURE toets 6 Basicprintfuncties 1 CANCEL toets PICTURE toets 3,4 3–5 6 1 Plaats een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc met opgenomen beelden in de “Memory Stick” of PC card-gleuf (pagina 15-16) of op de CD-R/RW disc-lade (pagina 17). 2 Zet de printer en de televisie aan en zet de ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”. De POWER indicator van de printer licht groen op. 3 Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of indicator te laten oplichten. Wanneer u “MEMORY STICK” of PC CARD kiest, verschijnen de minaturen van de opgeslagen beelden op het scherm. Geel kadertje (cursor) Wanneer u “MEMORY STICK” kiest. Wordt vervolgd 27 NL Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken Betreffende INPUT SELECT U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd. Wanneer u CD-RW disc kiest De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. De voorflap toont het eerste beeld in elke map. Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het gele kadertje (cursor) naar de gewenste map te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen. Opmerkingen • Stel de printer niet bloot aan schokken noch trillingen wanneer de printer de CD-R/RW disc uitleest of beschrijft. Indien u dat toch doet, kan de printer niet naar behoren functioneren of kan een beeld niet worden opgeslagen. Zelfs beelden die al op de disc zijn opgeslagen, kunnen worden beschadigd of de disc zelf kan vastlopen. • Wanneer u een 8cm CD-R/RW disc van uw CD Mavica inbrengt, worden er geen mappen getoond. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het gele kadertje (cursor) naar het beeld te brengen dat u wilt afdrukken en druk op ENTER/PRINT QTY. Het beeld is geselecteerd en de printaantalindicatie wordt “1”. De zone onder het beeld wordt oranje. 28 NL Geselecteerd beeld (oranje) Een andere pagina tonen Bij meervoudige pagina’s kunt u veranderen van pagina. Om de volgende pagina te tonen, brengt u het gele kadertje onderaan de beeldenlijst en drukt u op v. Om de vorige pagina te tonen, brengt u het gele kadertje bovenaan de beeldenlijst en drukt u op V. Breng het gele kadertje naar het beeld dat u wilt annuleren en druk op CANCEL. De oranje zone wordt grijs en de printindicatie wordt “0”. De selectie wordt geannuleerd. De beelden in een andere map tonen (alleen CD-R/RW) Druk op FOLDER RECALL. De mapminiaturen verschijnen. U kunt nu de gewenste map kiezen. Opmerking Wanneer u een andere map kiest, wordt de beeldkeuze tot dan geannuleerd. Een voorbeeld tonen Breng het gele kadertje naar het gewenste beeld en druk vervolgens op PICTURE. Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen beeld. Druk op b om een voorbeeld van het volgende beeld te tonen. Druk op B om een voorbeeld van het vorige beeld te tonen. Druk op PICTURE om de beeldenlijst nogmaals te laten verschijnen. Opmerking Terwijl het beeld omschakelt of de printer de “MEMORY STICK”, PC card of CDR/RW uitleest of beschrijft, mag u deze niet uitwerpen noch inbrengen om een crash te voorkomen. Wordt vervolgd 29 NL Basicprintfuncties Selectie annuleren Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken 5 Druk op ENTER/PRINT QTY om de afdrukkwaliteit in te stellen. Bij elke druk op ENTER/ PRINT QTY verhoogt het aantal afdrukken. Druk op CANCEL om het afdrukaantal op nul te zetten. Verscheidene beelden ineens afdrukken Herhaal stap 4 en 5 om andere beelden te kiezen en het aantal afdrukken in te stellen. 6 Aantal afdrukken verandert. Druk op PRINT. Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de afstandsbediening. Het afdrukken begint. Tijdens het afdrukken licht de PRINT indicator op. De afdrukprogressiebalk en de approximatieve afdruktijd verschijnen op het scherm. Printer Tegelijk indrukken. Wanneer u begint af te drukken met het voorbeeld op het scherm Er verschijnt een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd of u het getoonde beeld dan wel alle geselecteerde beelden wilt afdrukken. Kies één van beide om het afdrukken te starten. Stoppen met afdrukken Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende afdruk. 7 30 NL Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer het printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt gevoerd. Opmerkingen Betreffende pictogrammen van Cybershot of CD Mavica beelden in de beeldenlijst In de beeldenlijst verschijnt elk beeld als miniatuur. Bij een beeld dat is opgenomen met uw Cybershot of CD Mavica verschijnt één van de volgende pictogrammen in de rechter bovenhoek van de miniatuur of in plaats van de miniatuur. Pictogrammen verschillen volgens beeldopnamestand en beeldformaat: • Pictogrammen die in de rechter bovenhoek van de miniatuur verschijnen (TIFF bestand) (e-mail mode-bestand) (stemberichtbestand) • Pictogrammen die verschijnen in plaats van de miniatuur (motion file*) (beeldbestand zonder miniatuur) (text file*) (clip motion file*) * Deze bestanden kunnen worden gekopieerd maar niet getoond noch afgedrukt met de printer. 31 NL Basicprintfuncties •Werp de “Memory Stick” of PC card niet uit wanneer de “MEMORY STICK” of PC CARD indicator knippert of de gegevensgebruiksmelding knippert. Indien u dat toch doet, kunnen ze vastlopen. •Verplaats de printer nooit terwijl de CD-RW indicator knippert of terwijl gegevens worden opgeslagen. De gegevens op de CD-R/RW disc kunnen dan immers worden beschadigd. •Deze printer kan geen beelden tonen noch afdrukken die op een CD-R/RW werden opgeslagen met andere apparatuur dan deze printer. •Tijdens het afdrukken mag de printer niet worden verplaatst noch afgezet; de print cartridge of het papier kunnen hierdoor geklemd raken. Indien dit toch gebeurt, zet dan de printer af en weer aan, en hervat het afdrukken vanaf het begin. •Tijdens het afdrukken wordt het printpapier stapsgewijs deels uit de papieruitvoergleuf geworpen. Trek nooit hard aan het papier voor de PRINT indicator dooft en het printpapier automatisch wordt uitgevoerd. •Bij gebruik van zelfklevend papier van Small-formaat, mag u niet meer dan 10 uitgevoerde vellen laten opstapelen. •Een voorbeeld kan pas na 5 tot 60 seconden op het scherm verschijnen, afhankelijk van beeldtype en -formaat. •De miniatuurlijst kan pas na enige tijd verschijnen, afhankelijk van het type digitale camera. •Bij een beeldbreedte of -hoogte van minder dan 480 punten verschijnt het beeld verkleind. Het beeld kan worden afgedrukt maar de afdrukkwaliteit is lager wegens het kleine beeldformaat. Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden tegelijkertijd afdrukken Alle beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc kunnen ineens worden afgedrukt. U kunt ook beelden vooringesteld met uw digitale camera (DPOF) ineens afdrukken. Wat is “DPOF”? “DPOF” (Digital Print Order Format) is een formaat waarmee de nodige informatie kan worden opgenomen om beelden opgenomen met een digitale camera automatisch af te drukken in een drukkerij of met een huisprinter. De printer kan automatisch het aantal beelden afdrukken dat voor DPOF afdruk werd vooringesteld. Meer details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de digitale camera. Opmerking Sommige digitale cameratypes zijn niet compatibel met DPOF of de printer is niet compatibel met bepaalde functies van digitale camera’s. 3 4 2 1 2 3 CANCEL toets 4 CANCEL toets 5 5 1 Plaats een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc met opgenomen beelden in de “Memory Stick” of PC card-gleuf (pagina 15-16) of op de CD-R/RW disc-lade (pagina 17). 2 Druk op POWER om de printer aan te zetten. De POWER indicator licht groen op. De beelden op het scherm tonen U kunt af te drukken beelden op het scherm tonen en controleren. Sluit de printer aan op de televisie en zet de televisie aan. Zet vervolgens de ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”. 32 NL 3 Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of CD-RW indicator te laten oplichten. Wanneer u uw printer aansluit op een televisie, verschijnen de miniaturen van de “Memory Stick” of PC card-beelden op het scherm. Wanneer u CD-RW disc kiest Betreffende INPUT SELECT U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd. 4 Verricht één van de volgende handelingen: • Druk op AUTO PRINT tot de ALL indicator oplicht om alle beelden af te drukken. • Druk op AUTO PRINT tot de DPOF indicator oplicht om alle vooringestelde beelden af te drukken. De handeling annuleren Druk op CANCEL. Wanneer u de printer aansluit op een televisie Wanneer u All kiest, verschijnen alle beelden in de miniatuurlijst met een oranje zone eronder. Wanneer u DPOF kiest, verschijnen de vooringestelde beelden met een oranje zone onder het beeld. Wordt vervolgd 33 NL Basicprintfuncties De mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Kies de gewenste map om de miniaturen van de beelden erin te tonen. Of kies het gewenste beeld van de beeldenlijst om op het scherm te bekijken. Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden tegelijkertijd afdrukken 5 Druk op PRINT. Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de afstandsbediening. Het afdrukken begint. Indien u All kiest, worden alle beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc één voor één afgedrukt in de volgorde van hun beeldnummers. Wanneer u PDOF kiest, worden de voorinstelbeelden afgedrukt op het ingestelde aantal exemplaren en in de ingestelde volgorde. Printer Tegelijk indrukken. Stoppen met afdrukken Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende afdruk. 6 Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer het printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt gevoerd. Zie pagina 31 voor meer informatie tijdens of na het afdrukken. Terugkeren naar de gebruikelijke printstand Druk op CANCEL om de ALL en DPOF indicatoren uit te schakelen. 34 NL Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur U kunt een beeld vastleggen van video-apparatuur die is aangesloten op VIDEO IN van de printer en dat op volle grootte afdrukken (standaardafdruk). Standaardafdruk zonder rand Basicprintfuncties 2 1 4 PICTURE toets 1 5 2 PICTURE toets 4 5 1 Zet de printer en de televisie aan en zet de ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”. De POWER indicator van de printer licht groen op. 2 Druk op INPUT SELECT om de VIDEO indicator te laten oplichten. Betreffende INPUT SELECT U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd. 3 Start de weergave met de video-apparatuur. De weergavebeelden verschijnen op het scherm (ingangsbeeld). Meer details over de weergave met de video-apparatuur vindt u in de gebruiksaanwijzing van de apparatuur. Opmerking Kies geen beeld met de video-apparatuur in de pauzestand omdat de beeldkwaliteit dan lager is. Leg een beeld vast tijdens de weergave. Wordt vervolgd 35 NL Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur 4 Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer het beeld dat u wilt afdrukken op het scherm verschijnt. Het geselecteerde beeld wordt opgeslagen in het geheugen van de printer en een voorbeeld van het geselecteerde beeld (geheugenbeeld) verschijnt in het midden van het scherm. Een andere pagina vastleggen Druk op PICTURE om de weergavebeelden op het scherm te tonen. Herhaal stap 3 en 4 om een ander beeld te selecteren. Het geheugenbeeld wordt opgeslagen in het printergeheugen tot u een ander beeld kiest. 5 Druk op PRINT terwijl het geheugenbeeld wordt getoond. Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de afstandsbediening. Het afdrukken begint. Tijdens het afdrukken licht de PRINT indicator op. De afdrukprogressiebalk en de approximatieve afdruktijd verschijnen op het scherm. Stoppen met afdrukken Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende afdruk. 6 Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer het printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt gevoerd. Het geheugenbeeld wordt op het scherm getoond. Druk op PICTURE om de weergavebeelden te tonen. Opmerkingen •Sla het beeld op op een card of disc alvorens het te regelen of er effecten aan toe te voegen. •Wanneer u VIDEO INPUT in het MENU scherm op Motion zet, wordt de beeldscherpte geregeld gedurende enkele seconden na het vastleggen. 36 NL Beelden bewaren Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc Alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens bewaren U kunt alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens bewaren in een nieuwe map op een CD-R/RW disc. Plaats een ongeformatteerde CD-R/RW disc in de DC-R/RW disclade. 2 Plaats een “Memory Stick” of PC card met de beelden die u op een CD-R/RW disc wil bewaren in de printer. 3 Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK” of PC CARD indicator te laten oplichten. De miniaturen van de beelden op de “Memory Stick” of PC card verschijnen op het scherm. 4 Druk op SAVE ALL. Het bevestigingsdialoogvenster voor het bewaren van beelden verschijnt. SAVE ALL knop 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het bevestigingsdialoogvenster voor het initialiseren van de disc verschijnt. Wordt vervolgd 37 NL Beelden bewaren 1 Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De CD-R/RW disc wordt geïnitialiseerd en alle beelden op de “Memory Stick” of PC card worden bewaard op de CD-R/RW disc. 7 Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het bewaren is voltooid, verschijnt. Tip U kunt de beelden die op een CD-R/RW disc zijn bewaard bekijken op uw computer (pagina 56). Bepaalde beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc U kunt bepaalde beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren in een bepaalde map op een CD-R/RW disc. Om een CD-R/RW disc met uw printer te kunnen gebruiken, moet de disc zijn geïnitialiseerd. Zie “Een CD-R/RW disc klaarmaken voor het bewaren van beelden (initialiseren)” op pagina 51. 1 Plaats een CD-R/RW disc voor gegevensopslag op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 Plaats een “Memory Stick” of PC card met de beelden die u op een CD-R/RW disc wil bewaren in de printer. 3 Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK” of PC CARD indicator te laten oplichten. De miniaturen van de beelden op de “Memory Stick” of PC card verschijnen op het scherm. U kunt een beeld kiezen en op PICTURE drukken om een voorbeeld op het scherm te bekijken. 38 NL 4 Kies een beeld dat u wilt bewaren. x Wanneer miniaturen worden getoond Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/ v) om het beeld te kiezen dat u wilt bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY. U kunt verschillende beelden selecteren. Beelden bewaren x Wanneer een voorbeeld verschijnt Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/ v) om het voorbeeld te tonen dat u wilt bewaren en druk op ENTER/ PRINT QTY. Tips •Door op PICTURE te drukken, kunt u omschakelen tussen miniaturen en voorbeeld. •Er wordt slechts één beeld bewaard, ook al is het afdrukaantal van het gekozen beeld groter dan één. •Druk op PRINT om een beeld af te drukken. 5 Druk op SAVE. Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/ b) om “CD-R/RW” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/ PRINT QTY. Het dialoogvenster voor het aanmaken van een nieuwe map op de CD-R/RW disc verschijnt. U kunt ook een map kiezen uit de bestaande mappen. Wordt vervolgd 39 NL Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc Tip Wanneer u een “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, kunt u de beelden kopiëren van de ene kaart naar de andere. U kunt niet hetzelfde kaarttype kiezen (van “Memory Stick” naar “Memory Stick” of van PC card naar PC card). Opmerkingen •Wanneer er geen map op de CD-R/RW disc staat, verschijnt het dialoogvenster voor het aanmaken van een nieuwe map niet. Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. •Wanneer er geen CD-R/RW disc is ingebracht, verschijnt er een foutbericht. Plaats een CD-RW disc voor het bewaren van beelden. 7 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en een nieuwe map aan te maken of “No” om een beeld te bewaren in een bestaande map. •Wanneer u “Yes” kiest, wordt een nieuwe map aangemaakt achter de bestaande mappen. Het geselecteerde beeld wordt bewaard in de nieuwe map. •Wanneer u “No” kiest, verschijnen de bestaande mappen op het scherm. Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de doelmap te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het beeld wordt bewaard in de geselecteerde map. Opmerking Indien er op de CD-R/RW disc onvoldoende vrije ruimte beschikbaar is om het beeld te bewaren, verschijnt er een bericht dat u vraagt om de disc te vervangen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc te vervangen of “No” om het bewaren te annuleren. Wanneer u “Yes” kiest, plaats dan een CD-R/ RW disc met voldoende vrije ruimte en kies “Yes” wanneer het bevestigingsbericht verschijnt. 8 Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het bewaren is voltooid, verschijnt. Tip U kunt de beelden die op een CD-R/RW disc zijn bewaard bekijken op uw computer (pagina 56). 40 NL Betreffende mappen en bestandsnamen bij het bewaren van beelden op een CD-R/RW disc Betreffende mappen (albums) Mappen worden benoemd en bewaard op een CD-R/RW disc als “ALBUM001”, “ALBUM002”, “ALBUM003” enzovoort, in de volgorde waarin ze werden aangemaakt. Mappen worden met hun oorspronkelijke naam op een CD-R/RW disc bewaard, ook al hernoemt u die met uw printer. De mapnaamgegevens die u met deze printer wijzigt, worden opgeslagen in een bestand genaamd “dirname.txt” in elke “ALBUM###” (###: cijfers) map. • Wanneer u op SAVE ALL drukt, wordt een nieuwe map aangemaakt op een CD-R/RW disc en worden alle beelden op de “Memory Stick” of PC card in de originele mapstructuren bewaard in de nieuwe map. • Wanneer u beelden kiest en op SAVE drukt, verschilt het opslagformaat afhankelijk van het bestandsformaat van de gekozen beelden: – DCF bestanden*: bewaard in de “ALBUM###\DCIM\100MSDCF” map. Elk bestand wordt genummerd in volgorde vanaf het volgende nummer tot het laatste bestandsnummer van de bestaande bestanden op de CD-R/RW disc. Indien de map al 999 of meer bestanden bevat, wordt er een nieuwe map “ALBUM###\DCIM\101MSDCF” aangemaakt en worden de bestanden opgeslagen in die map. – Ander formaat dan DCF: alleen bestanden worden bewaard in de “ALBUM###\DPPSV” map. Wanneer er al een bestand met eenzelfde bestandsnaam bestaat, wordt het toegevoegd met een suffix (serienummer (1), (2) enzovoort) en opgeslagen in de map. * Bestanden compatibel met het DCF (Design rule for Camera File) formaat, opgeslagen in de “DCIM\100####\####0001.jpg” (#: willekeurige alfanumerieke set) mapstructuur op de “Memory Stick” of PC card. Wanneer u beelden bewaart op een “Memory Stick” of PC card, wordt er geen “ALBUM###” map aangemaakt. Dezelfde opslagregels zijn van toepassing, behalve voor de map “ALBUM”. 41 NL Beelden bewaren Betreffende bestandsnamen Beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick” of PC card Alle beelden op een CD-R/RW map ineens bewaren U kunt alle beelden in een map van een CD-R/RW disc ineens bewaren op een “Memory Stick” of PC card. 1 Plaats een “Memory Stick” of PC card voor het bewaren van CD-R/RW disc-gegevens in de printer. 2 Plaats een CD-R/RW disc met de beelden die u wilt bewaren op een kaart in de printer. 3 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. De mapflappen op de CD-R/RW disc verschijnen. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/ b/V/v) om de map te kiezen dat u wilt bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden in de geselecteerde map verschijnen als miniaturen. 5 Druk op SAVE ALL. Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Memory Stick” of “PC Card” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY. Alle beelden in de gekozen CD-R/RW disc-map worden bewaard en toegevoegd aan de beeldenlijst van de “Memory Stick” of PC card. 42 NL 7 Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het bewaren is voltooid, verschijnt. Opmerkingen Gekozen beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick” of PC card U kunt geselecteerde beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick” of PC card. 1 Plaats een “Memory Stick” of PC card voor het bewaren van CD-R/RW disc-gegevens in de printer. 2 Plaats een CD-R/RW disc met de beelden die u wilt bewaren op een kaart in de printer. 3 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. De mapflappen op de CD-R/RW disc verschijnen. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die u wilt bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden in de geselecteerde map verschijnen als miniaturen. U kunt een beeld kiezen en op PICTURE drukken om een voorbeeld op het scherm te bekijken. Wordt vervolgd 43 NL Beelden bewaren •Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd. •Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card. •Alle bestanden in de map, met inbegrip van beeldbestanden en andere bestanden, worden bewaard. Beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick” of PC card 5 Kies een beeld dat u wilt bewaren. x Wanneer miniaturen worden getoond Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het beeld te kiezen dat u wilt bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY. U kunt verschillende beelden selecteren. x Wanneer een voorbeeld verschijnt Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/ v) om het voorbeeld te tonen dat u wilt bewaren en druk op ENTER/ PRINT QTY. Tips •Door op PICTURE te drukken, kunt u omschakelen tussen miniaturen en voorbeeld. •Er wordt slechts één beeld bewaard, ook al is het afdrukaantal van het gekozen beeld groter dan één. •Druk op PRINT om een beeld af te drukken. 6 Druk op SAVE. Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt. 7 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Memory Stick” of “PC Card” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY. De gekozen beelden worden bewaard en toegevoegd aan de beeldenlijst van de “Memory Stick” of PC card. 8 Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het bewaren is voltooid, verschijnt. Opmerkingen •Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd. •Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card. •Wanneer een bestandsnaam wordt gewijzigd met uw computer of tekens of cijfers bevat die de printer niet ondersteunt, kan het bestand mogelijk niet worden getoond of bewaard. 44 NL Een videogeheugenbeeld opslaan op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc Het vastgelegde en afgedrukte beeld van video-apparatuur wordt opgeslagen in het printergeheugen. Wanneer u een ander beeld vastlegt, wordt het vorige overschreven en gewist. Een geheugenbeeld kan worden opgeslagen op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc voor het bewaren van het videogeheugenbeeld in de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de VIDEO indicator te laten oplichten. 3 Start de weergave met de video-apparatuur en druk op ENTER/ PRINT QTY wanneer het beeld dat u wilt afdrukken op het scherm verschijnt. Het geselecteerde beeld wordt opgeslagen in het geheugen van de printer en een voorbeeld van het geselecteerde beeld (geheugenbeeld) verschijnt in het midden van het scherm. 4 Druk op SAVE. Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt. Wordt vervolgd 45 NL Beelden bewaren 1 Een videogeheugenbeeld opslaan op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc 5 Kies de bestemming (“Memory Stick”, “PC card” of “CD-R/RW”) met de pijltjestoetsen (B/b) en druk vervolgens op ENTER/ PRINT QTY. •Wanneer u “Memory Stick” of “PC card” kiest, wordt geheugenbeeld bewaard en toegevoegd aan de beeldenlijst van de kaart. De weergavebeelden verschijnen opnieuw. •Wanneer u de CD-R/RW disc kiest, verschijnt het dialoogvenster om de bestemmingsmap te kiezen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de doelmap te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden worden bewaard in de geselecteerde map. Opmerkingen •Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd. •Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card. •Indien de videobron is beveiligd tegen kopiëren, verschijnt een foutbericht en kan het beeld niet worden bewaard. Sommige TV-programma’s, beelden of publicaties kunnen auteursrechtelijk zijn beveiligd, ook al verschijnt er geen bericht. Merk op dat ongeoorloofd kopiëren of wijzigen van afbeeldingen van anderen of auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk kan betekenen op de rechten van de houders (pagina 3). 46 NL Gebruik van een CD-R/RW disc Betreffende CD-R/RW discs Geschikte CD-R/RW disc-types De volgende discs kunnen met de printer worden gebruikt: Gebruik van een CD Mavica disc met de printer U kunt beelden tonen en afdrukken die met behulp van uw CD Mavica digital camera werden opgenomen op een 8cm CD-R/RW disc. Deze beelden kunnen ook worden gekopieerd naar een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc Opmerkingen •Behalve beeldbestanden kunnen er geen andere bestanden op een CD Mavica 8cm CD-R/RW disc worden getoond of afgedrukt. Voor details, zie “Betreffende pictogrammen van Cybershot of CD Mavica beelden in de beeldenlijst” op pagina 31. •Wij raden u aan CD-R/RW discs van Sony te gebruiken. •U kunt het beste een CD-RW disc gebruiken die de 4x snelheid ondersteunt. •Gebruik in de handel verkrijgbare, ongeformatteerde CD-R/RW discs. •CD-R/RW discs van het “High Speed” type kunnen niet worden gebruikt. •U kunt geen disc gebruiken waarop geen gegevens staan, waarop geen gegevens konden worden geschreven of die niet klaar is om te worden uitgelezen. •Gebruik uitsluitend ronde CD’s. Discs met een andere vorm (stervormig, hartvormig, enz.) kunnen de printer beschadigen. •Op een CD Mavica 8cm CD-R/RW disc kunnen geen bestanden worden geschreven of gewist en mappen aangemaakt of benoemd, en kan de disc evenmin worden geïnitialiseerd. •Double Density CD-R/RW discs zijn niet geschikt. 47 NL Gebruik van een CD-R/RW disc • CD-RW discs met het volgende logo: Een CD-RW (CD-Rewritable) disc, die vergelijkbaar is met een CD-ROM disc, is een opslagmedium waarop u gegevens, met inbegrip van beeldbestanden, herhaaldelijk kunt schrijven of wissen. • CD-R discs met het volgende logo: Een CD-R (CD-Recordable) disc is ook een opslagmedium waarop gegevens kunnen worden geschreven of gewist. De disc-capaciteit neemt echter niet toe door bestanden te wissen. Betreffende CD-R/RW discs Behandeling van discs Om gegevensverlies te vermijden, dient u rekening te houden met het volgende. • Kleef geen papier of labels op de disc en zorg er ook voor dat het oppervlak niet wordt gekrast. • Raak de weergavekant van de disc niet aan (de kant waarop niets gedrukt staat). • Leg een disc niet op een plaats waar ze bloot staat aan overmatig stof, directe zonnestraling, warmte of vochtigheid. • Mors geen vloeistof op een disc. • Bewaar ze in het doosje wanneer u ze niet gebruikt. Opmerkingen bij het reinigen van CD-R/RW discs • Vingerafdrukken en stof op een disc kunnen uitleesfouten veroorzaken. • Voor normaal reinigen houdt u de disc vast aan de rand en wrijft u met een zachte doek van binnen naar buiten toe. • Wanneer de disc heel vuil is, bevochtigt u een zachte doek met water, waarna u die uitwringt en de disc er van binnen naar buiten toe mee schoonwrijft. Wrijf overtollig vocht af met een droge zachte doek. • Gebruik geen solventen zoals benzine, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen noch antistatische spray omdat deze de disc kunnen beschadigen. 48 NL Procedure bij gebruik van een CD-R/RW disc Om een CD-R/RW disc in de printer te gebruiken, dienen de volgende handelingen te worden verricht: :CD-R Start :CD-RW [ ] Nieuwe disc [ong. 20 sec.] Alle/bepaalde berichten bewaren Initialisering :benodigde tijd in min. (minuten) of sec. (seconden) Mappen bewerken Verbruikt 8MB. Op de disc kan herhaaldelijk worden bewaard. [ong. 15 sec.] Zichtbaar met de printer U kunt berichten opslaan. Een nieuwe map aanmaken [ong. 21 min.] Gebruik van een CD-R/RW disc Alle/bepaalde berichten bewaren Beelden worden opgeslagen Definalisering Finalisering Recupereert de ruimte benut voor finalisering, behalve 300 KB. Gebruikt schijfruimte. [ong. 3 min.] [Ong. 7 min.] Formattering Alle ruimte wordt gerecupereerd. Zichtbaar met de computer U kunt een disc bekijken met een CD-ROM drive. Initialisering Door initialisering kunnen beelden op een CD-R/RW disc worden opgeslagen met de printer (pagina 51). Finalisering Door finalisering kunnen beelden op een CD-R/RW disc die door de printer zijn opgenomen, worden bekeken en uitgelezen met de CD-ROM drive van uw computer (pagina 56) Wordt vervolgd 49 NL Procedure bij gebruik van een CD-R/RW disc Definalisering U kan de finalisering van een CD-RW disc annuleren. Bij definalisering komt de schijfruimte die was ingenomen door het finaliseren weer vrij (pagina 58). Formattering Een disc kan worden geformatterd om alle beelden erop te wissen of om een CD-RW disc te gebruiken die met een ander apparaat dan de printer is geformatteerd. Door het formatteren worden alle gegevens op de disc gewist. Wanneer u een disc formatteert, wordt ze automatisch geïnitialiseerd (pagina 59). Een disc lezen/schrijven met de printer • Gegevens kunnen alleen worden geschreven op een CD-R/RW disc die met de printer werd geïnitialiseerd. • Gegevens op een CD-R/RW disc kunnen worden uitgelezen indien ze werden geschreven met de printer, CD Mavica of conform ISO9660 Level 2*. (*De printer is niet multi-sessiecompatibel. De printer kan de disc mogelijk niet lezen, afhankelijk van de bestandsnaam of de directorystructuur.) Opmerkingen •Bij een CD-R/RW disc die is aangemaakt met Windows XP CD-R/RW schrijfsoftware, kunnen alleen de eerst geschreven gegevens (gegevens die in de eerste sessie werden geschreven) met de printer worden bekeken. •De printer werkt met het UDF1.5 formaat om gegevens op een CD-R/RW disc te schrijven. Wanneer u uw computer of andere apparatuur gebruikt om gegevens op een CD-R/RW disc van UDF1.5 formaat te schrijven, kan echter niet worden gegarandeerd dat de printer de gegevens kan lezen. Wanneer u de printergegevens op een CD-R/RW disc bewerkt met andere apparatuur, kunnen we niet garanderen dat de printer gegevens op de disc kan schrijven of lezen. 50 NL Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te bewaren (initialisering) Om een CD-R/RW disc in de printer te gebruiken, moet de disc worden geïnitialiseerd. 1 2 Plaats een ongeformatteerde CD-R/RW disc in de DC-R/RW disc-lade. Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. Het bevestigingsdialoogvenster voor het initialiseren van de disc verschijnt. 3 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen om de disc te initialiseren of “No” om het initialiseren te annuleren en druk op ENTER/PRINT QTY. Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-R/RW disc geïnitialiseerd. Gebruik van een CD-R/RW disc Een CD-R/RW disc kan ook als volgt worden geïnitialiseerd: • Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-R/RW disc zichtbaar zijn. Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Initializing CD-R/RW”. • Druk op MENU om het mapmenu te laten verschijnen terwijl de mapflappen op een CD-R/RW disc worden getoond. Kies “FORMAT” en vervolgens “Initializing CD-R/RW”. Opmerkingen •Het initialiseren van een CD-RW en CD-R neemt respectievelijk 20 en 15 seconden in beslag. Stel de printer tijdens het initialiseren niet bloot aan trillingen noch schokken. •Alleen een blanco CD-R/RW kan worden geïnitialiseerd. •Een disc die werd geformatteerd met uw computer of andere apparatuur kan niet worden geïnitialiseerd. Een CD-RW kan opnieuw worden geformatteerd en gebruikt met de printer. 51 NL Mappen op een CD-R/RW disc schikken Op een CD-R/RW disc kunnen mappen worden toegevoegd, verwijderd of hernoemd. Opmerking Wanneer de schijfruimte beperkt is, kan geen map worden toegevoegd, gewist of hernoemd. Een nieuwe map aanmaken 1 Plaats een CD-R/RW disc waarop u een nieuwe map wilt aanmaken op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen. Opmerking Stel de printer niet bloot aan schokken noch trillingen wanneer de printer de CD-R/RW disc uitleest of beschrijft. De printer kan dan immers niet goed functioneren of geen beelden bewaren. Bovendien kunnen de disc zelf of beelden die al op de disc zijn opgeslagen, worden beschadigd. 3 Druk op MENU. Het Folder menu verschijnt. 52 NL Folder menu 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “NEW” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Er verschijnt een bevestigingsbericht voor het aanmaken van een nieuwe map. Opmerking Een disc kan maximum 99 mappen bevatten. Er kunnen niet meer dan 99 mappen worden aangemaakt. 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Er wordt een nieuwe map aangemaakt en achteraan toegevoegd aan de bestaande mappen. Elke map op een CD-R/RW wordt standaard “ALBUM###” (###: cijfers) genoemd. Een map kan worden hernoemd met maximum 16 alfanumerieke tekens. 1 Plaats een CD-R/RW disc met een map die u wilt hernoemen op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen. 3 Druk op MENU. Het Folder menu verschijnt. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “RENAME” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die u wilt hernoemen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het maphernoemscherm verschijnt. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om een teken te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De gekozen tekens worden in de invoerbox geplaatst. Wordt vervolgd 53 NL Gebruik van een CD-R/RW disc Een map hernoemen Mappen op een CD-R/RW disc schikken Hoofdletters invoeren Kies “CAPS” en druk op ENTER/PRINT QTY om de hoofdlettertabel te laten verschijnen. Kies het gewenste teken en druk op ENTER/PRINT QTY. Kies nogmaals “CAPS” om een kleine letter in te voeren. Tekeninvoerbox Tekentabel Een ingevoerd teken corrigeren Kies “B” of “b” op het scherm en druk op ENTER/PRINT QTY om de cursor in het invoervak achter het teken te brengen dat u wilt wissen. Kies dan “BS” en druk op ENTER/PRINT QTY. Het teken voor de cursor wordt gewist. 7 Nadat u alle tekens van de mapnaam hebt ingevoerd, drukt u op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om “ENTER” te selecteren, en vervolgens op ENTER/PRINT QTY. Het mapnaamscherm wordt gesloten. De mapflappen verschijnen. De gewijzigde mapnaam verschijnt onder het mappictogram. 8 Druk op CANCEL om de mapnaaminvoerstand te verlaten. Opmerking Wanneer u de CD-R/RW disc in de CD-ROM drive van uw computer plaatst, verschijnt de mapnaam als “ALBUM###” (###: cijfers). De mapnaamgegevens die u met deze printer wijzigt, worden opgeslagen in een bestand genaamd “dirname.txt” in elke “ALBUM###” (###: cijfers) map. 54 NL Een map wissen 1 Plaats een CD-R/RW disc met een map die u wilt wissen op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen. 3 Druk op MENU. Het Folder menu verschijnt. Gebruik van een CD-R/RW disc 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/ b) om “DELETE” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het mapkeuzescherm verschijnt. 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die u wilt wissen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het bevestigingsbericht verschijnt. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de map te wissen of “No” om het wissen te annuleren. Wanneer u “Yes” kiest, wordt de geselecteerde map van de CD-R/RW disc gewist. 7 Druk op CANCEL om de mapwisstand te verlaten. 55 NL Beelden op een CD-R/RW disc bekijken met uw computer Systeemvereisten van de computer U kunt de CD-ROM drive van uw computer gebruiken om beelden te bekijken die met de printer zijn bewaard op een CD-R/RW disc. Om beelden te bekijken, moet uw computer voldoen aan de volgende systeemvereisten: Aanbevolen Windows-systeem: BS: CD-ROM drive: Microsoft Windows 98/Windows Me/ Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/Windows XP Professional voorgeïnstalleerd. MultiRead compatibel Aanbevolen Macintosh-systeem: BS: CD-ROM drive: Mac OS 8.5.1/8.6/9.0/9.1/9.2 voorgeïnstalleerd. MultiRead compatibel Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te bekijken op de computer (finalisering) Om een CD-R/RW disc met printerbeelden te bekijken via de CD-ROM drive van uw computer, moet de disc met de printer worden gefinaliseerd. Een CDR/RW disc die niet is gefinaliseerd, kan niet worden herkend door de CDROM drive van uw computer. 1 Plaats een CD-R/RW disc die u wilt finaliseren op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen. 3 Druk op MENU. Het Folder menu verschijnt. 56 NL 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “FORMAT” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het FORMAT submenu verschijnt. 5 Het bevestigingsbericht verschijnt. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc te finaliseren of “No” om het finaliseren te annuleren. Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-R/RW disc gefinaliseerd. Een CD-R/RW disc kan ook als volgt worden gefinaliseerd: Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-R/RW disc zichtbaar zijn. Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Finalizing CD-R/RW.” Opmerkingen •Het finaliseren van een CD-R/RW disc neemt ongeveer 7 minuten in beslag. (De benodigde tijd hangt af van het aantal bestanden op een disc.) Stel de printer tijdens het finaliseren niet bloot aan trillingen noch schokken. •Een CD-R/RW disc kan worden verwijderd zonder finaliseren. Ze kan dan achteraf worden gefinaliseerd. •Na het finaliseren van een CD-R/RW disc kan geen opname worden toegevoegd noch een map worden gewist of hernoemd. Tip Bij een CD-RW disc kan de gefinaliseerde disc worden gedefinaliseerd, zodat u opnames kunt toevoegen en mappen wissen of hernoemen. 57 NL Gebruik van een CD-R/RW disc Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “CD-R/RW finaliseren” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY. Beelden op een CD-R/RW disc bekijken met uw computer Finalisering annuleren (definalisering) De finalisering van een CD-RW disc kan worden geannuleerd. Bij het definaliseren komt de schijfruimte die voor het finaliseren werd gebruikt, weer vrij. 1 Plaats een gefinaliseerde CD-RW disc die u wilt definaliseren op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. De mapflappen op de CD-RW verschijnen. 3 Druk op MENU. Het Folder menu verschijnt. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “FORMAT” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het FORMAT submenu verschijnt. 5 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Unfinalizing CD-RW” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY. Het bevestigingsbericht verschijnt. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc te definaliseren of “No” om het definaliseren te annuleren. Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-RW disc gedefinaliseerd. Een CD-RW disc kan ook als volgt worden gedefinaliseerd: Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-RW disc zichtbaar zijn. Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Unfinalizing CD-RW”. Opmerkingen •Het definaliseren van een CD-RW disc neemt ongeveer 3 minuten in beslag. Stel de printer tijdens het finaliseren niet bloot aan trillingen noch schokken. •Bij een CD-RW disc kan de gefinaliseerde disc worden gedefinaliseerd, zodat u opnames kunt toevoegen en mappen wissen of hernoemen. Om de disc te bekijken op de CD-ROM drive van uw computer, moet ze opnieuw worden gefinaliseerd. •Een CD-R disc kan niet worden gedefinaliseerd. 58 NL Een CD-RW disc formatteren Om alle bewaarde beelden te wissen of om een CD-RW disc te gebruiken die met een ander apparaat is geformatteerd op de printer, kan een disc worden geformatteerd. Wanneer u een disc formatteert, wordt ze automatisch geïnitialiseerd. Opmerking Bij het formatteren worden alle gegevens, met inbegrip van beeld- en niet-beeldbestanden op de disc gewist. Controleer de inhoud van de disc alvorens ze te formatteren. 1 Plaats een CD-RW disc die u wilt formatteren op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 3 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. Druk op MENU. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “FORMAT” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het FORMAT submenu verschijnt. 5 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Formatting CD-RW” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY. Het bevestigingsbericht verschijnt. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc te formatteren of “No” om het formatteren te annuleren. Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-RW disc geformatteerd en vervolgens geïnitialiseerd. Een CD-RW disc kan ook als volgt worden geformatteerd: Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-RW disc zichtbaar zijn. Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Formatting CD-RW”. Opmerkingen •Het formatteren van een CD-RW disc neemt ongeveer 21 minuten in beslag. Stel de printer tijdens het formatteren niet bloot aan trillingen noch schokken. •Een CD-R disc kan niet worden geformatteerd. •U kunt geen CD-RW disc gebruiken die met andere apparatuur is geformatteerd. Om de disc met de printer te kunnen gebruiken, moet ze met de printer zijn geformatteerd. •Een CD-RW kan maximaal 300 keer worden geformatteerd. 59 NL Gebruik van een CD-R/RW disc Het Folder menu verschijnt. De toegangssnelheid van een CD-R/RW disc instellen De schrijf- en leessnelheid van de CD-R/RW disc drive kan worden ingesteld. Gebruik bij voorkeur de oorspronkelijke snelheidsinstellingen die hieronder vermeld staan. Verlaag de snelheid tot de waarde tussen haakjes alleen bij onstabiele werking: • CD-R schrijfsnelheid: • CD-RW schrijfsnelheid: • Leessnelheid: X8 X4 X24 (X4) (X2) (X8) 1 Plaats een CD-R/RW disc op de CD-R/RW disc-lade van de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten. 3 Druk op MENU. Het Folder menu verschijnt. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “SET” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het SET submenu verschijnt. 5 Druk op de pijltjestoets (V/v) om het item te kiezen dat u wilt wijzigen, druk op de pijltjestoets (B/b) om de toegangssnelheid te regelen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY. Wanneer u de volgende keer het toestel aanschakelt, verschijnt de melding dat de instelling effectief is. 6 7 Druk op ENTER/PRINT QTY. Zet de printer af en weer aan. De gewijzigde toegangssnelheidsinstelling wordt effectief. 60 NL Geavanceerde printfuncties Effecten toevoegen aan een beeld Wat u met het EFFECT menu zoal kunt doen Met het EFFECT menu kunt u beelden op een “Memory Stick,” PC card of CDR/RW disc bewerken, instellen of voorzien van speciale filters. Het EFFECT menu tonen 1 Kies het te bewerken beeld in de miniatuurlijst of druk op PICTURE om een voorbeeld te laten zien. 2 Druk op EFFECT. De EFFECT menubalk verschijnt. Opmerking U hebt geen toegang tot het EFFECT menu terwijl videobeelden worden ingevoerd met de VIDEO ingangsindicator aan of de CD-R/RW mappen op het scherm. Geavanceerde printfuncties EFFECT toets Cursor EFFECT menubalk Cursor Submenu b Wordt vervolgd 61 NL Effecten toevoegen aan een beeld 3 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de cursor naar het gewenste menu item op de menubalk te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY om het submenu te laten verschijnen. Submenu Functies +/– Vergroot of verkleint een beeld. (Pagina 63) EDIT Verplaatst, roteert of draait een beeld. (Pagina 64) ADJUST Regelt helderheid, tint, kleurdiepte en scherpte van een beeld. (Pagina 65) FILTER Voegt een speciaal filter toe aan een beeld om monochroom-, sepia- of geschilderde beelden af te drukken. (Pagina 66) RESET Verwijdert montage-, afstellings- of filterbewerkingen en herstelt het beeld in de oorspronkelijke staat. Opmerkingen •Nadat u op PRINT hebt gedrukt kan het verwerken van een gemonteerd beeld wat meer tijd in beslag nemen. •Verwijder de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc niet in de EFFECT mode. Indien u dat toch doet, wordt de EFFECT stand verlaten en worden alle bewerkingen ongedaan gemaakt. Een handeling annuleren Druk op CANCEL om terug te keren naar het scherm van de vorige procedure. Een ander submenu tonen Druk op V tot het huidige submenu verdwijnt. Een beeld afdrukken Druk op PRINT. Het beeld dat momenteel wordt getoond, wordt afgedrukt. Het EFFECT menu verlaten Kies “EXIT” in het EFFECT hoofdmenu of EFFECT in het EFFECT hoofd- en submenu. Wanneer het opslagdialoogvenster verschijnt, kiest u “Yes” om het beeld op te slaan of “No” om het te annuleren. 62 NL Een beeld met de geselecteerde effecten bewaren Zie pagina 37 tot 46 voor gedetailleerde opslagprocedures. 1 Druk op SAVE. Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt. Qua bestemming is er keuze uit een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Hetzelfde dialoogvak verschijnt wanneer u de procedure onderbreekt.) 2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de bestemming te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. • Wanneer u de “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, wordt het beeld toegevoegd aan de miniaturen. • Wanneer u de CD-R/RW disc kiest als bestemming, verschijnt het dialoogvenster om de bestemming (map) te kiezen. Kies de map en bewaar het beeld. Opmerkingen Beeldgrootte en -positie wijzigen Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b) om “+” te kiezen om een beeld te vergroten of “-” om een beeld te verkleinen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY. Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY wordt het beeld vergroot of verkleind: •–: tot 60% •+: tot 200% Opmerking De beeldkwaliteit van een vergroot beeld kan lager zijn afhankelijk van de grootte. 63 NL Geavanceerde printfuncties •Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card. •Tijdens het bewaren van een beeld mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd. Effecten toevoegen aan een beeld De beeldpositie wijzigen. Met het EDIT submenu kan een beeld worden verplaatst, geroteerd of gedraaid. 1 Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b) om “EDIT” te selecteren. Het EDIT submenu verschijnt. 2 Druk op V/v om de cursor naar het gewenste item in het EDIT submenu te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. b 64 NL Item Procedures Move Verplaats het beeld met de pijltjestoets (B/b/ V/v) en druk op ENTER/PRINT QTY. Het beeld wordt verplaatst in de geselecteerde richting. Rotate 90° Clockwise Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90° rechtsom. Rotate 90° Counterclockwise Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90° linksom. Mirror Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY draait het beeld horizontaal. Het beeld instellen Via het ADJUST submenu kunt u de helderheid, kleurdiepte, tint of scherpte van beelden regelen. 1 Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b) om “ADJUST” te selecteren op de menubalk en druk op ENTER/ PRINT QTY. Het ADJUST submenu verschijnt. 2 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het gewenste instelpunt te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. De regelschuiver verschijnt. 3 Regelschuiver Regel het niveau als volgt: Item Regelingen Brightness Druk op V om het beeld lichter of v om het donkerder te maken. Color deepness Druk op V om de kleuren voller of v om ze lichter te maken. 4 Tint Druk op V om het beeld blauwer of v om het roder te maken. Sharpness Druk op V om de randen scherper of v om ze zachter te maken. Druk op ENTER/PRINT QTY. De instelling wordt uitgevoerd. Opmerking De kwaliteit van een beeld op het scherm kan verschillen van die van de afdruk. 65 NL Geavanceerde printfuncties b Effecten toevoegen aan een beeld Een speciaal filter toevoegen aan een beeld Met het FILTER submenu kunt u een speciaal effect toevoegen om een beeld af te drukken in monochroom of met schilder- of sepia-effect. 1 Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b) om “FILTER” te selecteren. Het FILTER submenu verschijnt. 2 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het gewenste filter te brengen. Item Filter Sepia Laat het beeld ogen als een oude, vergeelde foto. Monochrome Laat het beeld zwart/wit ogen. Paint 3 Laat het beeld ogen als een schilderij. Druk op ENTER/PRINT QTY. Het filter wordt actief. Opmerking Het beeld op het scherm kan verschillen van het afgedrukte beeld. 66 NL Diverse afdrukken maken (Creative Print) Wat u met het Creative Print menu zoal kunt doen Met het Creative Print menu kunt u diverse afdrukken maken van beelden op een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc. Druk op Creative Print om het CREATIVE PRINT menu te laten verschijnen. Opmerking U hebt geen toegang tot het Creative Print menu terwijl videobeelden worden ingevoerd met de VIDEO input indicator aan. CREATIVE PRINT toets Geavanceerde printfuncties Druk op de pijltjestoets (B/b/V/v) om het gewenste submenu te kiezen. Submenu Functies Calendar Voegt een kalender van bepaalde maand(en) toe aan een beeld of beelden om een originele kalender te maken. (Pagina 69) Card Voegt een bepaalde wens en uw boodschap toe aan een beeld om een originele wenskaart te maken. (Pagina 72) Sticker Om een 9-delige beeldsticker te maken. (Pagina 75) Split Images Om een 4- of 9-delige beeldafdruk te maken. (Pagina 77) Wordt vervolgd 67 NL Diverse afdrukken maken (Creative Print) Handelingen onderbreken en hervatten Druk op CANCEL. Het scherm keert terug naar de vorige procedure; herhaal de procedure. Indien moeilijk naar de vorige procedure kan worden teruggekeerd, verschijnt het dialoogvenster om terug te keren naar het Creative Print hoofdmenu. U moet dan opnieuw beginnen. De printerinstellingen halverwege wijzigen U kunt op MENU drukken en de printerinstelling voor “Finish”, “Beep”, “Video input” en “Clock Setting” halverwege wijzigen. De andere items kunnen niet worden gewijzigd in de Creative Print menustand en de instellingen van vóór de werkingsstand zijn effectief. Het Creative Print menu verlaten Kies Exit in het Creative Print hoofdmenu of CREATIVE PRINT in het Creative Print hoofd- en submenu. Wanneer het dialoogvenster voor het bewaren van beelden verschijnt, gaat u tewerk zoals hieronder beschreven. Een beeld met de geselecteerde effecten bewaren Zie pagina 37 tot 46 voor gedetailleerde opslagprocedures. 1 Druk op SAVE in het Creative Print voorbeeldscherm. Het dialoogvenster voor het kiezen van de poort verschijnt. Qua bestemming is er keuze uit een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Hetzelfde dialoogvak verschijnt wanneer u de procedure onderbreekt.) 2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de bestemming te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY/PRINT QTY. • Wanneer u de “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, wordt het beeld toegevoegd aan de miniaturen. • Wanneer u de CD-R/RW disc kiest als bestemming, verschijnt het dialoogvenster om de bestemming te kiezen. Kies de map en bewaar het beeld. Opmerkingen •Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card. •Tijdens het bewaren van een beeld mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd. 68 NL Een kalender maken U kunt een bepaalde kalender toevoegen aan een beeld of beelden om een originele kalender te maken. 1 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/ V/v) om de cursor naar “Calendar” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. De kalendersjablonen verschijnen. Geavanceerde printfuncties 2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/ V/v) om de cursor naar het gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon. 3 Druk op ENTER/PRINT QTY. Het kalenderinstelvenster verschijnt. Wordt vervolgd 69 NL Diverse afdrukken maken (Creative Print) 4 Stel de kalender in: 1 Stel eerst de maand en het jaar in: Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Start month” te kiezen en druk vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar het jaar te brengen. Druk op de pijltjestoets (V/v) om het cijfer in te stellen. Stel de maand in op dezelfde manier. Druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY. 2 Stel de eerste dag van de week in (uiterst links op de kalender). Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Start date” te kiezen en druk vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar “Sunday” of “Monday” te brengen. Druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY. Bij sommige sjablonen kan “Start date” niet worden ingesteld. 3 Stel de dagkleur in. Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Color of Day” te kiezen en druk vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar “Sunday in red” of “Sunday in red/Saturday in blue” te brengen. Druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY. 5 Plaats de “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer en druk op ENTER/ PRINT QTY. De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/ V/v) om de cursor naar het gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt. 70 NL 7 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het gewenste instelpunt te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Herhaal deze stap om diverse regelingen uit te voeren. + Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY wordt het beeld vergroot. – Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY wordt het beeld verkleind. Move Verplaats het beeld met de pijltjestoets (B/b/V/v) en druk op ENTER/PRINT QTY. Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90° rechtsom. Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90° linksom. 8 Wanneer u een sjabloon met meervoudige beelden kiest, herhaal dan stap 6 tot 8 om de overige beelden te kiezen en aan te passen. Na afloop verschijnt een voorbeeld van de gemaakte afdruk. De volgende knoppen in het venster zijn beschikbaar: COPIES Druk op ENTER/PRINT QTY om het afdrukaantal in te stellen. Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY komt er telkens een exemplaar bij. TOP MENU Om terug te keren naar het Creative Print top menu. EXIT Om het Creative Print menu te verlaten. Wordt vervolgd 71 NL Geavanceerde printfuncties Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar “NEXT” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Diverse afdrukken maken (Creative Print) 9 Druk op PRINT om het Creative Print beeld af te drukken. Het afdrukken begint. Stoppen met afdrukken Druk op CANCEL. Bij het afdrukken van verscheidene exemplaren wordt de volgende afdruk geannuleerd. 10 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar “Exit” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het Creative Print menu wordt gesloten. Een kaart maken U kunt een groet en een bericht toevoegen aan beelden en een originele briefkaart maken zoals rechts afgebeeld. 1 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/ V/v) om de cursor naar “Card” te brengen en druk op ENTER/ PRINT QTY. De Card-sjablonen verschijnen. 2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/ V/v) om de cursor naar het gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon. 72 NL 3 Druk op ENTER/PRINT QTY. Het venster voor het kiezen van een wens verschijnt. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar de gewenste wens te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het venster voor het kiezen van een wenskleur verschijnt. 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar de gewenste kleur te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. 6 Plaats de “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer en druk op ENTER/PRINT QTY. De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen. 7 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt. 8 Regel het beeld. Zie stap 7 op pagina 71 voor het instellen. 9 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar “NEXT” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Herhaal stap 7 tot 9 tot u de resterende beelden hebt gekozen en geregeld, waarna het tekeninvoervenster verschijnt. 73 NL Geavanceerde printfuncties Een voorbeeld van uw selecties tot de vorige stap verschijnt. De wens verschijnt in de gekozen kleur. Diverse afdrukken maken (Creative Print) 10 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het gewenste teken te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY om een teken op de eerste lijn in te voeren. De gekozen tekens worden in de invoerbox geplaatst. Sla deze stap over om tekens in te voeren. Tekeninvoerbox Tekentabel Hoofdletters invoeren Kies “CAPS” en druk op ENTER/PRINT QTY om de hoofdlettertabel te laten verschijnen. Kies het gewenste teken en druk op ENTER/PRINT QTY. Kies nogmaals “CAPS” om een kleine letter in te voeren. Fontkleur kiezen De tekens worden ingevoerd in de kleur die naast “COLOR” staat. Kies “COLOR” om een andere kleur in te stellen en druk op ENTER/PRINT QTY zodat het kleurkeuzescherm verschijnt. Kies de gewenste kleur en druk op ENTER/ PRINT QTY om terug te keren naar het tekeninvoerscherm. Kies kleur en font voor de tekens. Een ingevoerd teken corrigeren Kies “B” of “b” op het scherm en druk op ENTER/PRINT QTY om de cursor in het invoervak achter het teken te brengen dat u wilt wissen. Kies dan “BS” en druk op ENTER/PRINT QTY. Het teken voor de cursor wordt gewist. Opmerking Op eenzelfde lijn kunnen geen verschillende kleuren of fonts worden gebruikt. 74 NL 11 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar “NEXT” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Herhaal stap 10 en 11 om de resterende regels in te voeren. Na afloop verschijnt een voorbeeld van de gemaakte afdruk. Via dit venster kan het afdrukaantal of andere zaken worden ingesteld (pagina 71), 12 Verricht stap 9 en 10 van “Een kalender maken” op pagina 72. Een sticker maken Opmerkingen •Stickers kunnen alleen worden gemaakt met printpapier van Small-formaat. Zorg ervoor dat er Small-papier in de printer zit alvorens stickers te maken. •Kies Split Image om een sticker zonder rand te maken. 1 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/ V/v) om de cursor naar “Sticker” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. De stickersjablonen verschijnen. 2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon. Wordt vervolgd 75 NL Geavanceerde printfuncties U kunt een kader toevoegen aan elk 9-delig beeld om een 9-delige sticker te maken. Diverse afdrukken maken (Creative Print) 3 Druk op ENTER/PRINT QTY. Het scherm voor het kiezen van een frame verschijnt. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het gewenste kader te brengen. 5 Plaats de “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer en druk op ENTER/PRINT QTY. De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen. 6 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt. 7 Regel het beeld. Zie pagina 71 om beelden in te stellen. Nadat u een sjabloon voor verscheidene beelden hebt gekozen, volgt u stap 4 tot 7 om de overige beelden te selecteren en in te stellen. 8 76 NL Verricht stap 8 tot 10 van “Een kalender maken”. Een deelbeeld maken U kunt een afdruk maken met 4, 9, 13 of 16 deelbeelden. 1 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar “Split Images” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. De deelbeeldsjablonen verschijnen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon. 3 Plaats de “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer en druk op ENTER/PRINT QTY. De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen. 4 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt. 5 Regel het beeld. Zie pagina 71 om het beeld in te stellen. Volg stap 2, 4 en 5 om de overige beelden te selecteren en in te stellen. 6 Verricht stap 8 tot 10 van “Een kalender maken”. 77 NL Geavanceerde printfuncties 2 De printer instellen (MENU) Wat u met het MENU zoal kunt doen Met het MENU kunt u printerinstellingen wijzigen, beelden wissen, een diavoorstelling doen of een indexafdruk maken. Druk op MENU om het MENU scherm te laten verschijnen: MENU toets MENU toets Cursor MENU balk Cursor Submenu b Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de cursor naar het gewenste submenu te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. 78 NL Submenu Functies SET Om de afdrukvoorkeuren, waaronder Auto Fine Print 2, afwerking en klokinstelling, te wijzigen. (Pagina 79) DELETE/FORMAT Om geselecteerde beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW te wissen. Formatteert ook de “Memory Stick” en CD-RW disc. (Pagina 82) SLIDESHOW Om een diavoorstelling te doen met de beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Pagina 82) INDEX PRINT Om een indexafdruk te maken van alle beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Pagina 86) Een ander submenu tonen Druk op V tot het huidige submenu verdwijnt. Het MENU verlaten Druk op de pijltjestoets (B/b/V/v) om “EXIT” in het MENU scherm te kiezen of druk op MENU. Het scherm dat werd weergegeven vóór het MENU scherm keert terug. Afdrukvoorkeuren wijzigen (SET) Via het SET submenu kunnen afdrukvoorkeuren zoals Auto Fine Print 2, date print, finish en borderless worden gewijzigd. Ook klok en geluid kunnen worden ingesteld. 1 Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b) om “SET” te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY. Geavanceerde printfuncties De cursor gaat naar het SET submenu. Opmerking Items die niet kunnen worden gewijzigd, zijn grijs en kunnen niet worden geselecteerd. De handeling halverwege in het MENU subscherm onderbreken Druk op CANCEL terwijl het submenu wordt getoond. De instellingen worden teruggesteld en het MENU scherm verschijnt opnieuw. 2 Druk op de pijltjestoets (V/v) om de gewenste instelling te kiezen en druk op de pijltjestoets (B/b) om de instelling te wijzigen. De standaardinstellingen zijn aangegeven met *. Wordt vervolgd 79 NL De printer instellen (MENU) Items Instellingen Inhoud Auto Fine Print 2 ON* Beeld wordt automatisch geregeld voor een betere afdrukkwaliteit, vooral handig voor donkere beelden of beelden met weinig contrast. Opmerkingen • Het beeld op het scherm is niet gecorrigeerd. • Auto Fine Print 2 werkt niet bij het afdrukken vanaf een computer. Finish Border less print OFF Beelden worden afgedrukt zonder correcties. Glossy* Van beelden wordt een glansafdruk gemaakt. Texture Beelden worden zacht afgedrukt met een gelijkmatige en ongelijkmatige afwerking. ON* Beelden wordten afgedrukt zonder rand. Opmerkingen • Met printpapier van Small-formaat kunnen geen randloze afdrukken worden gemaakt. • Bij het afdrukken van een 4:3 beeld wordt de boven- en onderkant van het beeld afgesneden en wordt een 3:2 beeld afgedrukt. Date Print OFF Beelden wordten afgedrukt met rand. (4:3 en 3:2 beelden worden niet bovenaan en onderaan afgesneden.) ON Beelden worden afgedrukt samen met de datum waarop ze werden opgenomen met een digitale camera. Opmerkingen • De datum kan alleen worden afgedrukt wanneer de beelddatumgegevens zijn opgenomen in het DCF (Design rule for Camera File system) formaat. • Wanneer u een effect toevoegt aan een beeld, wordt de gemonteerde datum afgedrukt. Beep 80 NL OFF* Beelden worden afgedrukt zonder datum. ON* De waarschuwings- en werkingspieptoon weerklinkt. OFF De waarschuwings- of werkingspieptoon weerklinkt niet. Items Instellingen Video input Motion* Still Inhoud Kies deze optie om een weergavebeeld van een camcorder vast te leggen. Wanneer het geheugenbeeld wazig is, wordt het gedurende enkele seconden na het vastleggen automatisch gecorrigeerd door de printer. Kies deze optie bij het vastleggen van een stilstaand beeld van een camcorder om de afdrukkwaliteit te verbeteren. 3 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om “EXIT” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De instellingen blijven geldig tot ze worden gewijzigd, ook al zet u het toestel af. Het vorige scherm verschijnt. 81 NL Geavanceerde printfuncties Clock Setting U kunt de interne klok instellen om de datum te vermelden bij het beeld dat op de “Memory Stick”, PC card of CD-R/ RW disc is opgeslagen. 1 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Clock Setting” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De printer schakelt over naar de klokinstelstand. De cursor verschijnt op de maand (NTSC) of de dag (PAL). 2 Druk op de pijltjestoets (V/v) om de maand of de dag in te stellen. Druk op V om het cijfer te vergroten. Druk op v om het cijfer te verkleinen. 3 Druk op b of ENTER/PRINT QTY. De cursor gaat naar de dag (NTSC) of de maand (PAL). 4 Herhaal stap 2 en 3 om alle items in te stellen: maand of dag, jaar, uur en minuut. Druk op B om het vorige item in te stellen. De tijd wordt aangegeven in het 24-urensysteem. 5 Om de klokinstelstand te verlaten, drukt u op ENTER/ PRINT QTY of V om de cursor naar de menubalk te brengen. Wanneer u in stap 3 hieronder op ENTER/PRINT QTY drukt, begint de klok te lopen. Beelden wissen U kunt de beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc wissen. U kunt ook een “Memory Stick” of CD-RW disc formatteren (pagina 59). Opmerkingen •Tijdens het wissen of formatteren mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd. •Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen beelden worden gewist en kan de “Memory Stick” evenmin worden geformatteerd. •Wanneer u “DELETE/FORMAT” kiest, kunt u geen beelden wissen die zijn beveiligd of vooringesteld door DPOF. •Een gewist beeld kan niet worden hersteld. Controleer het beeld goed alvorens het te wissen. •Bij het formatteren van een “Memory Stick” of CD-RW disc worden alle bestanden gewist, met inbegrip van de beeldbestanden. •U kunt geen beeld wissen in de Creative Print of EFFECT stand. •Een PC card en CD-R disc kunnen niet worden geformatteerd. •Een beeldbestand op een gefinaliseerde CD-R/RW disc kan niet worden gewist. Bij een CD-RW disc kan een beeldbestand worden gewist nadat de disc is gedefinaliseerd. •Een beeld kan mogelijk niet worden gewist wanneer de vrije schijfruimte beperkt is. Wanneer een beeld niet kan worden gewist, kan een CD-R/RW disc worden gefinaliseerd en een CD-RW disc geformatteerd. •De opslagcapaciteit van een CD-R/RW disc neemt niet toe doordat u beelden erop wist. Gekozen beeld(en) wissen U kunt beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc kiezen en wissen. 1 Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of CD-RW indicator te laten oplichten. Wanneer u CD-RW kiest De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen. 82 NL 3 Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b) om “DELETE/FORMAT” te selecteren en druk op ENTER/ PRINT QTY. Het DELETE/FORMAT submenu verschijnt. 4 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar “Deleting Image” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het prullenmandpictogram naar het beeld te brengen dat u wilt wissen en druk op ENTER/PRINT QTY. 6 Druk op ENTER/PRINT QTY. Een bevestigingsdialoogvenster verschijnt. 7 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. Het gekozen beeld wordt gewist. Herhaal stap 4 tot 6 om andere beelden te wissen. Een “Memory Stick” formatteren U kunt een “Memory Stick” formatteren. Kies “Formatting Memory Stick” in stap 4 en druk op ENTER/PRINT QTY. Wanneer het bevestigingsdialoogvenster verschijnt, drukt u op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en daarna op ENTER/PRINT QTY. De “Memory Stick” wordt geformatteerd en alle beeldbestanden en andere bestanden worden ineens gewist. 83 NL Geavanceerde printfuncties De miniatuurlijst verschijnt. Wanneer u een voorbeeld bekijkt in stap 1, is er een prullenmandpictogram aan dat beeld gehecht. Diavoorstelling U kunt een diavoorstelling doen van de beelden die zijn opgeslagen op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. 1 Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of CD-RW indicator te laten oplichten. Wanneer u CD-RW kiest De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen. 3 Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b) om “SLIDESHOW” te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY. Het SLIDESHOW submenu verschijnt. 4 Druk in de Switch Time-lijn op de pijltjestoets (B/b) om “Quick” te kiezen en beelden snel te wisselen of "Slow" om traag te wisselen. 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar “Execute” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden op de “Memory Stick”, PC card of map op de CD-R/RW disc verschijnen achtereenvolgens met willekeurige patronen in de gekozen schakeltijd als een diavoorstelling. 84 NL De diavoorstelling stoppen Druk op CANCEL. Opmerkingen •Sommige beelden verschijnen trager dan andere. •U kunt geen diavoorstelling bekijken in de Creative Print of EFFECT stand. •U kunt geen diavoorstelling starten vanuit het CD-R/RW mapscherm. Kies de map en toon de beeldenlijst. Of kies een beeld om vooraf te bekijken. •De volgende beelden kunnen niet als diavoorstelling worden getoond: – Beelden die niet verschijnen als miniaturen omdat ze zijn beschadigd of omwille van een andere reden. – (motion file) – (text file) – (clip motion file) Geavanceerde printfuncties 85 NL Een indexafdruk maken Er kan een lijst van beelden op een “Memory Stick”, PC card of in een map op een CD-R/RW disc worden afgedrukt. 1 Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer. 2 Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of indicator te laten oplichten. Wanneer u CD-RW kiest De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen. 3 Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b) om “INDEX PRINT” te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY. Het INDEX PRINT submenu verschijnt. 4 Druk op de pijltjestoets (B/b) om het deelpatroon (“8 x 6” of “10 x 8”) te kiezen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY. • Wanneer u “8 x 6” kiest, worden 8 beelden horizontaal en 6 beelden verticaal afgedrukt op een blad printpapier. • Wanneer u “10 x 8” kiest, worden er 10 beelden horizontaal en 6 beelden verticaal afgedrukt. Wanneer printpapier van klein formaat is ingebracht, kunt u kiezen uit “4 x 4” of “6 x 5”. 86 NL 5 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v ) om de cursor naar “Execute” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY. De index van de beelden op een “Memory Stick”, PC card of in een map van een CD-R/RW disc worden afgedrukt met het gekozen patroon. Elk beeld wordt afgedrukt met het betreffende beeldnummer. Wanneer “Date Print” op “ON” staat, wordt de opnamedatum (jaar, maand en dag) ook afgedrukt. Opmerkingen •U kunt een indexafdruk maken in de Creative Print of EFFECT stand. •U kunt geen indexafdruk maken vanuit het CD-R/RW mapscherm. Kies de map en toon de beeldenlijst. Of kies een beeld om vooraf te bekijken. •Van de volgende beelden kan geen indexafdruk worden gemaakt: – Beelden die niet verschijnen als miniaturen omdat ze zijn beschadigd of omwille van een andere reden. (motion file) – (text file) – (clip motion file) Geavanceerde printfuncties – 87 NL Printen vanaf uw computer De printer gebruiken met Windows Met de meegeleverde software kunt u met de Digital Photo Printer DPP-SV88 een beeld afdrukken vanaf de harde schijf van uw computer. U kunt ook beelden die zijn opgeslagen op een “Memory Stick” of PC card in de printer via het scherm van uw computer bekijken, kopiëren of overdragen. Om beelden af te drukken vanaf de computer hebt u een in de handel verkrijgbaar printprogramma nodig. Systeemvereisten Om de meegeleverde software te gebruiken, dient u over een computer te beschikken die aan de volgende systeemvereisten voldoet: OS: Microsoft Windows 98/Windows 98SE/Windows Me/ Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/Windows XP Professional voorgeïnstalleerd. Opmerking Wij kunnen geen correcte werking garanderen met een computer waarvan Windows 3.1 of Windows 95 is bijgewerkt tot Windows 98 of Windows 98 tot Windows Me. CPU: RAM: Harde schijfruimte: Poort: Drive: MMX Pentium 200 MHz en hoger is aanbevolen. 32 MB of meer (64 MB of meer is aanbevolen.) 50 MB of meer (afhankelijk van het aantal af te drukken exemplaren.) USB-poort standaard geïnstalleerd. CD-ROM drive (voor software installatie) Opmerkingen • Wij kunnen geen correcte printerwerking garanderen bij gebruik van een hub of wanneer twee of meer USB-toestellen op uw computer zijn aangesloten. • Wanneer twee of meer DPP-SV88/SV77/SV55 printers op uw computer zijn aangesloten, werkt de printer niet. • De printer kan niet worden bediend vanaf een ander USB-toestel. • De vensters en dialoogvensters in deze gebruiksaanwijzing kunnen lichtjes verschillen van deze die op het scherm verschijnen. 88 NL De software installeren Installeer de printer driver en Memory Stick/PC card reader software van op de meegeleverde CD-ROM op de harde schijf van uw computer. Met Windows 98/98SE/Me De USB driver installeren 1 2 Zet uw computer en de printer aan. Start Windows en sluit uw computer en de printer aan. Wanneer de computer de printer detecteert, verschijnt het dialoogvenster “Nieuwe Hardware Toevoegen Wizard”. Voor aansluiting, zie “Aansluiting op een computer (optioneel)” op pagina 20. Opmerking Sluit alle programma’s alvorens u het installatieprogramma draait. Klik op “Next”. Printen vanaf uw computer 3 Het dialoogvenster voor het kiezen van de zoekmethode verschijnt. 4 Kruis “Search for the best driver for your device (Recommended)” (Beste driver voor uw device zoeken (Aanbevolen)) en klik op “Next” (Volgende). Het dialoogvenster waarin de plaats van de driver kan worden aangegeven verschijnt. Wordt vervolgd 89 NL Gebruik van de printer met Windows computers 5 Steek de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROM drive en kruis “CD-ROM drive” aan. Klik dan op “Next”. De installatie start. Wanneer de installatie is voltooid, verschijnt het dialoogvenster “Finish Setup” (Instelling beëindigen). Opmerking Tijdens de installatie kan u worden gevraagd om de Windows OS CD-ROM in te brengen. 6 Klik op “Finish” (Voltooien). De Sony DPP-SV88 USB driver wordt geïnstalleerd. Opmerking Nadat u op “Finish” hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de computer opnieuw te starten. De installatie controleren 1 Klik op “Start”, breng de aanwijzer naar “Settings” (Instellingen) en klik op “Control 2 3 90 NL Panel” (Configuratiescherm). Het venster “Control Panel” verschijnt. Dubbelklik op “System” (Systeem). Het venster “System Properties” (Systeemeigenschappen) verschijnt. Klik op het tabblad “Device Manager” (Apparaatbeheer). Als “Sony DPP-SV88 USB Digital Photo Printer” vermeld staat onder “Universal serial bus controller”, is de installatie geslaagd. Printer driver en reader software installeren 1 Steek de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROM drive en klik op “Start” en vervolgens op “Run” (Uitvoeren). Het “Run” dialoogvenster verschijnt. 2 Voer “D:\Setup.exe” in (wanneer uw CD-ROM drive de D: drive is) en klik vervolgens op “OK”. Indien uw CD-ROM drive niet de D: drive is, voer dan de betreffende drive letter in. U kunt ook de locatie kiezen door op de “Browse” (Bladeren) knop te klikken. Het installatieprogramma start automatisch en het taalkeuzedialoogvenster verschijnt. 3 Kies de taal voor de toepassing en klik vervolgens op “OK”. Het “Welcome” (Welkom) dialoogvenster verschijnt. 4 Klik op “Next”. 5 Printen vanaf uw computer Het dialoogvenster “Choose Destination Location” verschijnt. De bestanden worden standaard opgeslagen in de map “C:\Program Files\Sony\DPPSV88”. Indien u het programma in een andere map wilt installeren, voer dan de betreffende map in of kies ze door op de “Browse” (Bladeren) knop te klikken. Klik op “Next”. “Add Printer Wizard” start. 6 Klik op “Next”. Het dialoogvenster om de printeraansluiting te kiezen verschijnt. Wordt vervolgd 91 NL Gebruik van de printer met Windows computers 7 Kruis “Local printer” aan en klik op “Next”. Het dialoogvenster om merk en model van printer te kiezen verschijnt. 8 Klik op “Have Disk”. Het “Install From Disk” dialoogvenster verschijnt. 9 Klik op “Browse”. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 10 Kies CD-ROM in de het Drives dialoogvenster. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 11 Kies uw taalmap in het Folders dialoogvenster en vervolgens de map “WIN98”. 12 Controleer of “DPPSUSB.inf” is geselecteerd in het File dialoogvenster en klik vervolgens op “OK”. Het dialoogvenster om de modelnaam te kiezen verschijnt. 13 Kies “Sony DPP-SV88” en klik op “Next”. Het kopiëren van bestanden begint. Het dialoogvenster voor het kiezen van de poort verschijnt. Opmerking Tijdens de installatie kan u worden gevraagd om de Windows OS CD-ROM in te brengen. 92 NL 14 Kies “Sony DPPUSB1: Sony Digital Photo Printer” in de ljist en klik op “Next”. Het dialoogvenster om de printernaam te kiezen verschijnt. De fabrieksinstelling is “Sony DPP-SV88”. Voer eventueel een andere naam in in het tekstvak. 15 Klik op “Finish”. Het “Setup Complete” dialoogvenster verschijnt. 16 Klik op “Finish”. Opmerking • Na het installeren is de “Sony DPP-SV88” niet ingesteld als standaard printer. Stel de printer in die u voor elke toepassing gebruikt. • Nadat u op “Finish” hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de computer opnieuw te starten. Met Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/ Windows XP Professional Om uw DPP-SV88 te gebruiken met een computer waarop Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/Windows XP Professional is geïnstalleerd, moet u de volgende procedures volgen om de USB driver en de printer driver op uw computer te installeren. 1 Start Windows en meld u aan met de gebruikersnaam die geregistreerd is onder administrator (bijvoorbeeld “Administrator,” “Computer administrator” of “Power User). Wordt vervolgd 93 NL Printen vanaf uw computer Printer driver en reader software zijn geïnstalleerd. Het leesmij bestand verschijnt. “Sony DPP-SV88” wordt toegevoegd aan het “Printers” venster. Gebruik van de printer met Windows computers 2 Zet de printer aan en verbind printer en computer via de USBpoorten. Opmerking Zet de printer aan alvorens hem aan te sluiten. 3 Wacht tot de USB driver automatisch is geïnstalleerd en het volgende dialoogvenster is verdwenen. Opmerking Indien het dialoogvenster “Add New Hardware Wizard” (Nieuwe Hardware Toevoegen Wizard) verschijnt in plaats van het bovenstaande venster, moet u de instructies op het scherm volgen om de “USB Printing Support” te installeren. Wanneer er een dialoogvenster verschijnt waarin u wordt gevraagd de driver files te zoeken, moet u alle opties deselecteren en op “Next” klikken. 4 Plaats de meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive van uw computer. 5 Dubbelklik op “Setup.exe” in de meegeleverde CD-ROM. Het venster om de drivertaal te kiezen verschijnt. 6 Kies de taal en klik op “OK”. Het “Welcome” dialoogvenster verschijnt. 7 Klik op “Next”. Het dialoogvenster om de doelmap te kiezen verschijnt. De bestanden worden standaard opgeslagen in de map “C:\Program Files\Sony\DPPSV88”. Indien u ze in een andere map wilt installeren, geef die dan op door op de “Bladeren” knop te klikken. 8 Klik op “Next”. Het “Setup Complete” dialoogvenster verschijnt. Opmerking Bij het installeren van de software onder Windows XP Home Edition/Professional kan er een foutbericht verschijnen met de melding dat de software de Windows Logo test niet heeft doorstaan. Klik dan op "Toch doorgaan" om naar de volgende stap te gaan. 94 NL 9 Klik op “Finish”. Het leesmij bestand verschijnt. “Sony DPP-SV88” wordt toegevoegd aan het “Printers” venster. Opmerkingen • Indien u de printer driver niet kunt installeren met het meegeleverde programma, zie “About the Printer Driver for Windows 2000 Professional” in het Readme-bestand op de meegeleverde CD-ROM (“Readme\English\readme.txt) . • Wanneer u uw printer aansluit op een andere USB poort dan tijdens de installatie, kan er een foutbericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de directory voor het bestand DPPSUSB.sys in te voeren. Typ in dat geval de directory van de map waar de Reader Software is geïnstalleerd (meestal “C:\Program File\Sony\DPPSV88\Program”) en volg de instructies op het scherm om de bestanden opnieuw te installeren. • Nadat u op “Finish” (Voltooien) hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de computer opnieuw te starten. De software deïnstalleren Wanneer u de software niet langer nodig hebt, moet u die verwijderen van de harde schijf van uw computer. Deïnstalleer de software als volgt: De “Sony DPP-SV88” deïnstalleren Panel” (Configuratiescherm). 3 Dubbelklik op “Software” in het “Control Panel” venster. 4 Kies “Sony DPP-SV88” op het tabblad installeren en verwijderen en klik op “Add/Remove Programs” (Toevoegen/Verwijderen). Het bevestigingsdialoogvenster verschijnt. 5 Klik op “Yes” (Ja). De relevante bestanden worden van de harde schijf gewist. De printer driver deïnstalleren 1 Koppel de USB kabel los van printer en computer. 2 Klik op “Start”, breng de aanwijzer naar “Settings” en klik op “Printers”. 3 Klik met de rechtermuisknop op “Sony DPP-SV88” in het “Printers” venster en kies “Delete” (Verwijderen) in het snelmenu. Het bevestigingsdialoogvenster verschijnt. 4 Klik op “Yes”. De relevante bestanden worden van de harde schijf gewist. Wordt vervolgd 95 NL Printen vanaf uw computer 1 Koppel de USB kabel los van printer en computer. 2 Klik op “Start”, breng de aanwijzer naar “Settings” en klik op “Control Gebruik van de printer met Windows computers Opmerking bij de installatie van DPP-SV88 software voor klanten die gebruik maken van een Sony DPP-SV55/SV77 digital photo printer Wanneer u de Sony DPP-SV55/SV77 printer driver of reader software al hebt geïnstalleerd op uw computer met Windows 98/98SE/Me besturingssysteem, kan uw computer de DPP-SV88 die is aangesloten op de USB-poort niet herkennen als nieuwe hardware. Om de DPP-SV55/SV77 USB driver te veranderen in de DPP-SV88 USB driver gaat u tewerk zoals hieronder beschreven staat. Draai vervolgens “Setup.exe” op de CD-ROM die bij de DPP-SV88 wordt geleverd om de software te installeren. Wanneer de USB driver is gewijzigd, kunt u zowel de DPP-SV55/SV77 als de DPP-SV88 aansluiten en gebruiken. De DPP-SV55/SV77 verschijnt als DPPSV88 op uw computer maar dat is geen probleem. 96 NL 1 Start Windows, zet de printer aan en sluit hem via de USBpoort aan op de computer. 2 Klik op “Start” in de taakbalk van Windows, breng de aanwijzer naar “Instellingen” en klik op “Configuratiescherm”. 3 Dubbelklik op “Systeem” om het dialoogvenster “Systeemeigenschappen” te openen. 4 Open het tabblad “Apparaatbeheer” en kies “Sony DPP-SV55 USB Photo Printer”/“Sony DPP-SV77 USB Photo Printer” onder “Universal serial bus controller” en klik vervolgens op “Eigenschappen”. 5 6 7 Open het tabblad “Drivers” en klik vervolgens op “Drivers bijwerken”. Klik op “Volgende”. Klik op “Display a list of all the drivers in a specific location, so you can select the driver you want” en klik dan op “Next” (Volgende). 8 Klik op “Have Disk”. 9 Plaats de “Sony DPP-SV88” CD-ROM in uw CD-ROM drive. 10 Klik op “Browse” (Bladeren), kies de CD-ROM drive waarin u de “Sony DPP-SV88” CD-ROM hebt geplaatst en klik vervolgens op “OK”. 11 Klik op “OK”. 12 Klik op “Next” (Volgende) tot “Finish” (Voltooien) verschijnt. 13 Klik op “Finish” (Voltooien). Wordt vervolgd 97 NL Printen vanaf uw computer • Wanneer het dialoogvenster met de vraag om de computer te herstarten verschijnt, herstart u de computer en voert u “Setup.exe” op de CD-ROM uit. • Wanneer het dialoogvenster voor het herstarten niet verschijnt, gaat u tewerk zoals hieronder beschreven. 1 Klik op “Sluiten”. 2 Controleer of de omschrijving is veranderd in “Sony DPP-SV88 USB Digital Photo Printer” en klik op “OK”. 3 Voer “Setup.exe” op de meegeleverde CD-ROM uit. Gebruik van de printer met Windows computers Reader software gebruiken U kunt de inhoud van een “Memory Stick” of PC card in de printer bekijken als een drive op uw computermonitor. 1 Dubbelklik op “Sony DPP-SV88” via “Deze computer” of “Windows Verkenner”. 2 Klik op het “Memory Stick” of PC card pictogram. De beelden op de ingebrachte “Memory Stick” of PC card verschijnen. U kunt beelden op een “Memory Stick” of PC card net als Windows bestanden kopiëren, overdragen en bewaren. Opmerking De reader software beschouwt de DPP-SV88 niet als compleet verwijderbare media. Hou bij het werken met de software rekening met de volgende beperkingen: • Alvorens een beeld op een “Memory Stick” of PC card in de printer te bewerken, moet u het eerst opslaan op de harde schijf van uw computer. Wanneer u dubbelklikt en het bestand in de printer opent met de bijbehorende toepassing en vervolgens ermee bewerkt, kunt u het bewerkte beeld niet opslaan op de “Memory Stick” of “PC card” met behulp van de bewaarfunctie van de toepassing. • U kunt een bestand in de printer niet bekijken noch openen met het commando “Openen” van een andere toepassing dan de reader software. • U kunt een exe-bestand op een “Memory Stick” of PC card niet draaien. • U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken om de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer. 98 NL Printen vanuit een toepassingsprogramma Met het “Print “commando van een toepassingsprogramma kunt u beelden op de harde schijf van uw computer afdrukken met behulp van de DPP-SV88 Digitale fotoprinter. Opmerkingen • In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de instellingen en handelingen met een typische toepassing als voorbeeld. Afdrukinstellingen en bewerkingen kunnen verschillen volgens de toepassing. Meer details vindt u in de handleiding van de toepassing. • Voor een betrouwbare afdruk raden wij u aan een toepassingsprogramma te gebruiken waarmee u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken. Indien dat niet het geval is, zet dan het beeldformaat op 1664 (dots) x 2466 (dots) en de resolutie op 403 dpi. 1 Start de toepassing waarmee u wilt printen en kies het beeld om af te drukken. 2 Klik op “Afdrukken instellen” in het “Bestand” menu van de toepassing. Het “Afdrukken instellen” dialoogvenster verschijnt. Kies de printer. Kies “Sony DPP-SV88” als printer. Kies het printpapierformaat. Kies de afdrukrichting. Het dialoogvenster verschilt volgens de toepassing. 1 Zet “Printer” op “Sony DPP-SV88.” Wordt vervolgd 99 NL Printen vanaf uw computer 3 Gebruik van de printer met Windows computers 2 Stel “Paper Size” in. Kies Voor het maken van Post Card (no margin) een afdruk van Post Card-formaat zonder rand Post Card een afdruk van Post Card-formaat met rand Small een afdruk van Small-formaat 3 Stel “Orientation” in. Kies “Portrait” voor een staande afdruk (portrait). Kies “Landscape” voor een liggende afdruk (wide). Printereigenschappen instellen Klik op “Properties” (Eigenschappen) om het dialoogvenster “Properties” te laten verschijnen. ❒ Graphics tabblad Bij het afdrukken van een beeld kan de resolutie worden geregeld. Dithering, intensiteit en kleur kunnen niet worden geregeld. ❒ Device Options tabblad Qua afwerking is er keuze uit “Glossy” en “Texture”. 4 Klik op “OK” om het dialoogvenster “Afdrukken instellen” te sluiten. 5 Klik op "Print" (Afdrukken) in het "File" (Bestand) menu van de toepassing. Het "Print" dialoogvenster verschijnt. 100 NL 6 Print range (Afdrukbereik) Geef de begin- en eindpagina op. Kies “All” (Alle) om alle pagina’s af te drukken. Copies (Exemplaren) Voer het gewenste aantal exemplaren in om af te drukken. Stel afdrukbereik en exemplaren in en klik op “OK”. De printer begint af te drukken. Klik op "Cancel" (Annuleren) om het afdrukken te stoppen. Het afdrukken vanaf de computer onderbreken Met een afdrukdialoogvenster op het scherm. Klik op “Stoppen” of “Annuleren”. De afdruktaak wordt geannuleerd en het dialoogvenster gesloten. Met gegevens in de wachtrij 1 Klik op “Start” in de taakbalk van Windows, breng de aanwijzer naar Printen vanaf uw computer “Instellingen” en klik op “Printers”. Het venster “Printers” verschijnt. 2 Dubbelklik op het “Sony DPP-SV88” pictogram. Het “Sony DPP-SV88” venster verschijnt. De documenten in de afdrukwachtrij verschijnen in het venster. 3 Klik op het document waarvan u het afdrukken wilt stoppen. 4 Klik op “Stoppen” of “Annuleren” in het “Document” menu. Het document wordt uit de lijst verwijderd en de afdruktaak wordt geannuleerd. Meer details vindt u in de Windows documentatie. Opmerking Indien het afdrukken al is gestart met printpapier in het toestel, mag de afdruktaak niet meer worden geannuleerd. Hierdoor zou het papier klem kunnen raken. Wacht tot de afdruktaak is voltooid. 101 NL De printer gebruiken met Macintosh computers Met de meegeleverde software kunt u met de Digital Photo Printer DPP-SV88 een beeld afdrukken vanaf de harde schijf van uw Macintosh. Om beelden af te drukken vanaf de computer hebt u een in de handel verkrijgbaar printprogramma nodig. Systeemvereisten Om de meegeleverde software te gebruiken, dient u over een Macintosh computer te beschikken die aan de volgende systeemvereisten voldoet. OS: Poort: RAM: Harde schijfruimte: Drive: Mac OS 8.5.1/8.6/9.0/9.1/9.2 voorgeïnstalleerd. USB-poort standaard geïnstalleerd. 32 MB of meer (64 MB of meer is aanbevolen.) 50 MB of meer (afhankelijk van het aantal af te drukken exemplaren.) CD-ROM drive (voor software installatie) Opmerkingen • Wij kunnen geen correcte printerwerking garanderen bij gebruik van een hub of wanneer twee of meer USB-toestellen op uw computer zijn aangesloten. • Wanneer twee of meer DPP-SV88/SV77/SV55 printers op uw computer zijn aangesloten, werkt de printer niet. • De printer kan niet worden bediend vanaf een ander USB-toestel. • De vensters en dialoogvensters in deze gebruiksaanwijzing kunnen lichtjes verschillen van deze die op het scherm verschijnen. De printer driver installeren Installeer de Sony DPP-SV88 Printer Driver Software for Mac OS 8.5.1/8.6/ 9.0/9.1/9.2 Version 1.0 (“printer driver” in deze handleiding) op uw Macintosh. 1 Sluit uw Macintosh en de printer aan. Voor aansluiting, zie “Aansluiting op een computer (optioneel)” op pagina 20. 2 102 NL Zet de printer aan en start uw Macintosh. Opmerking Sluit alle programma’s alvorens u het installatieprogramma draait. 3 Plaats de meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive. 4 Kies de softwaretaal door te dubbelklikken op de betreffende map in de CD-ROM. De gekozen taalmap opent. 5 6 Dubbelklik op “Setup Program”. Klik op “Install”. De printer driver deïnstalleren Wanneer u de software niet meer nodig hebt, verwijdert u die als volgt: Klik in stap 6 op “Uninstall”. Wordt vervolgd 103 NL Printen vanaf uw computer De installatie start. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Gebruik van de printer met Macintosh computers Printen vanuit een toepassingsprogramma Via een toepassingsprogramma kunt u beelden op de harde schijf van uw computer afdrukken met behulp van de DPP-SV88 Digitale fotoprinter. Opmerkingen • In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de instellingen en handelingen met een typische toepassing als voorbeeld. Afdrukinstellingen en bewerkingen kunnen verschillen volgens de toepassing. Meer details vindt u in de handleiding van de toepassing. • Voor een betrouwbare afdruk raden wij u aan een toepassingsprogramma te gebruiken waarmee u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken. Indien dat niet het geval is, zet dan het beeldformaat op 1664 (dots) x 2466 (dots) en de resolutie op 403 dpi. 1 Start de toepassing waarmee u wilt printen en kies het beeld om af te drukken. 2 Kies “Chooser” uit het Apple menu, klik op “Sony DPP-SV88” in de “Chooser” en sluit de “Chooser”. 3 Klik op “Afdrukken instellen” in het “Bestand” menu van de toepassing. Het “Afdrukken instellen” dialoogvenster verschijnt. 4 Stel het afdrukken in. Paper/Margin Voor een randloze afdruk van Post Card-formaat klikt u op “Post Card Size” en het pictogram zonder marge . Voor een afdruk met rand van Post Card-formaat klikt u . Klik op op “Post Card Size” en het margepictogram “Small Size” om een afdruk van Small-formaat te maken. Orientation Klik op het landscape pictogram om een liggende afdruk te maken . Klik op het portrait pictogram om een staande afdruk te maken . Overcoat Kies het overcoat type (“Glossy”/”Texture”). Enlarge/Reduce Vergroot of verklein de afdruk. 104 NL 5 Klik op “OK” om het dialoogvenster te sluiten en kies “Print” in het “File” menu. Het “Print”(Afdrukken) dialoogvenster verschijnt. 6 Print range Geef de begin- en eindpagina op. Kies “Alle” om alle pagina’s af te drukken. Copies Voer het gewenste aantal exemplaren in om af te drukken. Preview Toont een afdrukvoorbeeld. Stel afdrukbereik en exemplaren in en klik op “Print”(Afdrukken). De printer begint af te drukken. Klik op “Cancel”(Annuleren) om het afdrukken te stoppen. Printen vanaf uw computer 105 NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Laat de printer uitsluitend werken op 220 tot 240 V AC, 50/60 Hz. • Voorkom dat er zware voorwerpen op het netsnoer staan of vallen, of dat het netsnoer op een andere manier wordt beschadigd. Gebruik deze printer nooit met een beschadigd netsnoer. • Indien er een voorwerp of vloeistof in de behuizing terechtkomt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de printer laten nakijken door een deskundige alvorens hem weer in gebruik te nemen. • Demonteer nooit de printer. • Voor het verwijderen van het netsnoer uit het stopcontact, dient u aan de stekker te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer de printer gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt. • Behandel de printer omzichtig. • Om elektrocutiegevaar te beperken moet u altijd de stekker uit het stopcontact trekken alvorens de printer te reinigen en na te kijken. 106 NL Installatie • Plaats de printer niet op een plek waar hij is blootgesteld aan: – trillingen – hoge vochtigheid – overmatig stof – directe zonnestraling – extreem hoge of lage temperaturen • Gebruik geen elektrische apparatuur in de buurt van de printer. Elektromagnetische velden verstoren de werking van de printer. • De printer is ontworpen om horizontaal te functioneren. Probeer de printer nooit te laten werken in een schuine positie. • Plaats geen zware voorwerpen op de printer. • Laat voldoende ruimte rond de printer zodat de ventilatieopeningen niet zijn afgesloten. Wanneer die zijn afgesloten, kan de temperatuur in het toestel te hoog oplopen. Condensvorming Als de printer direct van een koude in een warme ruimte wordt gebracht of in een extreem warme of vochtige ruimte is geplaatst, kan er vocht in condenseren. De printer zal dan wellicht niet naar behoren functioneren en kan zelfs defect raken als u hem blijft gebruiken. Als er condensvorming optreedt, zet dan de printer af en gebruik hem niet gedurende minstens een uur. Transport Kopieerbeperkingen Wanneer u de printer transporteert, haal dan de print cartridge, de papierlade, de “Memory Stick” of PC card uit de printer en berg printer en randapparatuur op in de originele doos met de beschermende verpakking. Indien u niet meer over de originele doos en verpakking beschikt, dient u ander beschermend materiaal te gebruiken om te voorkomen dat het toestel tijdens het transport wordt beschadigd. Bij het kopiëren van documenten met de printer, dient u in het bijzonder rekening te houden met het volgende: Reiniging Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningselementen met een zachte droge doek of een zachte doek die lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen oplosmiddelen zoals alcohol of benzine, aangezien die de afwerking kunnen aantasten. • Het kopiëren van bankbiljetten, munten of effecten is bij wet verboden. • Het kopiëren van blanco certificaten, bewijzen, paspoorten, aandelen of ongebruikte postzegels is eveneens bij wet verboden. • Televisieprogramma’s, films, videocassettes, foto’s en ander materiaal kan auteursrechtelijk zijn beschermd. Het ongeoorloofd afdrukken van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de wet op de auteursrechten. Aanvullende informatie 107 NL Betreffende de “Memory Stick” en PC card De printer is compatibel met opslagmedia van het type “Memory Stick” en PC card (PCMCIA ATA compatibele flash memory cards type II met een voedingsspanning van 5V of 3,3/5V). Met behulp van een in de handel verkrijgbare PC card adapter kunt u ook Smart Media en andere compacte flash card types gebruiken. Betreffende de “Memory Stick” “Memory Stick” is een uitneembaar opslagmedium voor digitale fototoestellen, camcorders of PC’s. Beelden hierop kunnen makkelijk worden getoond, opgeslagen en gewist. Er zijn twee types “Memory Stick”: gewone “Memory Sticks” en “MagicGate Memory Sticks”. Een “MagicGate Memory Stick” is voorzien van MagicGate copyrightbeveiligingstechnologie die werkt met versleuteling. Uw printer is geschikt voor beide types “Memory Stick”. Doordat de printer evenwel niet compatibel is met de MagicGatenormen, zijn gegevens opgenomen met de printer niet onderhevig aan de MagicGate copyright-beveiliging. “Memory Stick” beelden beveiligen Met de schrijfbeveiligingsschakelaar op de “Memory Stick” kunt u voorkomen dat belangrijke beeldgegevens per ongeluk worden gewist. Schuif de schakelaar in de schrijfbeveiligings- of schrijfstand: xSchrijfstand Schuif de schakelaar naar links in de schrijfstand. Gegevens op de “Memory Stick” kunnen nu worden gelezen, geschreven en gewist. De “Memory Stick” kan ook worden geformatteerd. Om beelden op te slaan op de “Memory Stick”, moet de schakelaar in de schrijfstand worden gebracht. xSchrijfbeveiligingsstand Schuif de schakelaar naar rechts in de schrijfbeveiligingsstand. Er kunnen nu geen gegevens op de “Memory Stick” worden geschreven noch gewist. Wij raden u aan de schakelaar altijd in de schrijfbeveiligingsstand te zetten wanneer u alleen maar beelden op een “Memory Stick” bekijkt. Connector SchrijfSchrijfstand beveiligingsstand LOCK Plaats het label hier 108 NL LOCK Opmerkingen bij het gebruik – directe zonnestraling – hoge vochtigheid – corrosieve stoffen – overmatig stof – elektrostatisch of elektronische ruis – magnetische velden • Raak de connector van een “Memory Stick” niet aan en breng hem evenmin in contact met een metalen voorwerp. 109 NL Aanvullende informatie • PC cards met een voedingsspanning van 3V zijn niet geschikt. • Steek geen andere PC cards in de printergleuf. De printer kan hierdoor worden beschadigd. • “Memory Sticks” en PC cards niet laten vallen, verbuigen noch blootstellen aan schokken. • “Memory Sticks” en PC cards niet demonteren noch modificeren. • Mors geen vloeistoffen op de “Memory Stick” of PC card en gebruik ze ook niet op plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad. Zoniet kunnen gegevens onleesbaar worden. • “Memory Sticks” of PC cards niet gebruiken of bewaren op een plaats waar ze blootstaan aan: – extreem hoge temperaturen zoals het interieur van een auto, in de volle zon of in de buurt van een verwarmingstoestel • Breng uitsluitend meegeleverde labels aan op een “Memory Stick”. Gebruik geen andere labels. • Bewaar een “Memory Stick” of PC card in het originele doosje om belangrijke gegevens te beschermen. • Haal een “Memory Stick” of PC card niet uit de gleuf en schakel ook de printer niet uit wanneer de printer een “Memory Stick” of PC card leest. Indien u dat toch doet, kunnen gegevens onleesbaar worden. • Maak bij een compact flash card of Smart Media gebruik van een in de handel verkrijgbare PC card adapter die compatibel is met de kaart. Plaats de kaart in de adapter en steek die vervolgens in de printer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de PC card adapter voor het installeren van kaart en adapter. • Vermijd het inbrengen of verwijderen van een compact flash card of Smart Media in of uit de PC card adapter terwijl die in de printer zit. Hierdoor kunnen gegevens onleesbaar of gewist worden. Verhelpen van storingen Mocht u problemen met de werking of de bediening van de printer hebben, doorloop dan eerst de onderstaande lijst met controlepunten. Als het probleem daarmee niet is opgelost, raadpleeg dan uw Sony dealer. Raadpleeg ook de handleiding van de computer wanneer u vanaf uw computer print. De printer werkt niet nadat hij is aangeschakeld. m Steek de stekker in een stopcontact. Er verschijnt geen beeld op de televisie. m Zet de ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”. m Druk op INPUT SELECT om de juiste indicator te laten oplichten. m Bij het afdrukken vanaf een “Memory Stick,” PC card of CD-R/ RW disc moeten deze goed in de printer zitten. Controleer of de beelden opgenomen met een digitale camera of andere apparatuur worden opgenomen. m Bij het opnemen vanaf een videorecorder, moeten printer en video-apparatuur goed zijn verbonden. Zet vervolgens de printer en aangesloten apparatuur, met inbegrip van televisie en videoapparatuur, aan. Start de weergave met de video-apparatuur. Het geheugenbeeld is onscherp. m In MENU is “Still” gekozen onder “Video input”. Kies “Motion” om bewegende beelden af te drukken. 110 NL Bij het afspelen van videobeelden zijn deze gestoord of is de achtergrond blauw. m Bij het invoeren van gestoorde videosignalen verschijnen de beelden automatisch met een blauwe achtergrond, wat niet op een defect aan de printer wijst. Voer minder gestoorde videosignalen in. Geen afdruk. m Plaats de juiste set print cartridge en printpapier. m Controleer of er papier in de papierlade zit. m De printkop kan oververhit zijn. Laat de printer staan tot de kop is afgekoeld en de printer weer afdrukt. m Verwijder eventueel geklemd papier. Een beeld in de miniaturenlijst wordt niet goed weergegeven of afgedrukt. m Indien het beeld verschijnt maar niet wordt afgedrukt, is het printbestand beschadigd. m Indien de rechts afgebeelde aanduiding in de miniatuurlijst staat, is het beeld een JPEG bestand dat is aangemaakt met uw computer of zijn de miniatuurgegevens van het beeld beschadigd. Kies de aanduiding en druk op PICTURE. Als er een voorbeeld verschijnt, kunt u het beeld afdrukken. Indien dezelfde aanduiding opnieuw verschijnt als voorbeeld, is het bestandsformaat niet compatibel met de DPP-SV88 of is het beeld zelf beschadigd. m Een beeld dat is beschadigd of waarmee een probleem is, verschijnt niet in de lijst. Er verschijnt een bestandsfoutbericht. Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen op de "Memory Stick" of PC card, verschijnt het bericht "no file". m Indien een beeld niet compatibel is met DCF (Design rule for Camera File system), kan het mogelijk niet met de printer worden afgedrukt, ook al verschijnt het op de PC monitor. m De printer kan maximum 999 beeldbestanden verwerken en tonen. Indien een “Memory Stick”, PC card of een map op een CD-R/RW disc meer dan 999 beelden bevat, kunnen de overige beelden worden getoond en verwerkt met de computer. m Bij sommige digitale camera’s verschijnen voorbeeldbeelden samen met de primaire beelden in de miniatuurlijst. De afdrukkwaliteit van voorbeeldbeelden is niet zo goed als die van primaire beelden. Merk op dat bij het wissen van voorbeeldbeelden de gegevens voor de primaire beelden kunnen worden beschadigd. m Sommige PC card adaptortypes die niet compatibel zijn met PCMCIA ATA kunnen niet met de printer worden gebruikt. Er weerklinkt een pieptoon. m Ga na of u op de juiste manier tewerk gaat. De CD-R/RW disc kan niet worden verwijderd. m Zet de printer af. Steek vervolgens een dun, puntig voorwerp (met een diameter van ongeveer 1,2 mm) in de manuele uitwerpopening van de CD-R/RW disc-lade op de printer. Manuele uitwerpopening De print cartridge kan niet worden verwijderd. m Zet de printer af en weer aan. Probeer de cartridge te verwijderen nadat het motorgeluid is gestopt. De of indicator brandt of er verschijnt een foutbericht. m Volg de instructies op het scherm. 111 NL Aanvullende informatie m De breedte/hoogte-verhouding van een opgenomen beeld verschilt volgens het type digitale camera zodat het beeld eventueel niet op de volledig bedrukbare oppervlakte wordt afgedrukt. m Bij sommige digitale camera’s kan een beeld verticaal worden uitgerekt wanneer het met de digitale camera werd geroteerd of bewerkt. Dat ligt niet aan de printer maar komt doordat het beeld met de digitale camera werd bewerkt. Verhelpen van storingen Indien papier vastloopt Indien het printpapier vastloopt, licht de papierfoutindicator op en verschijnt er een foutbericht. Het afdrukken stopt. Zet de printer af en aan en haal het geklemde papier uit de papieruitvoer of verwijder de papierlade om het vastgelopen papier te verwijderen. Haal de papierlade uit om het geklemde papier te verwijderen. Trek het geklemde papier langzaam uit. Opmerking Raadpleeg uw Sony dealer als u het geklemde papier niet kunt verwijderen. 112 NL Technische gegevens Printsysteem Sublimation dye transfer printing (Geel/ Magenta/Cyaan 3 beurten) Resolutie 403 (H) x 403 (V) dpi Beeldverwerking 256 niveaus (8 bits voor Yellow/ Magenta/Cyan), ong. 16.770.000 kleuren Afdrukformaat 152,4 (H) x 101,6 (V) mm (maximum, Post Card-formaat zonder rand) (6 x 4 inch) Afdruktijd Ong. 90 seconden per blad (Post Cardformaat) Ong. 60 seconden per blad (Small-formaat) (exclusief tijd voor gegevensverwerking en -overdracht van de personal computer, “Memory Stick” of PC card) Ingangs-/uitgangsaansluitingen Gleuf “Memory Stick” gleuf (1) PC card gleuf (PCMCIA II) (1) CD-R/RW disc drive (1) JPEG: 4:4:4, 4:2:2, 4:2:0 (baseline JPEG) BMP: 24 bit full color, Windows formaat (Merk op dat sommige versies van de bestandsformaten niet compatibel kunnen zijn.) Maximum aantal te verwerken bestanden 999 bestanden per “Memory Stick”/PC card/map op een CD-R/RW disc Print cartridge/Printpapier Zie “Printset klaarmaken” op pagina 22. Voeding 220 - 240 V AC, 50/60 Hz, 0,62A Stroomverbruik (standby mode) Ongeveer 1 W Werkingstemperatuur 5 °C tot 35 °C Afmetingen Ong. 280 x 84 x 267 mm (b/h/d, zonder uitstekende onderdelen) (363 mm diep wanneer de papierlade is geïnstalleerd) Gewicht Ong. 3,0 kg (zonder papierlade van 0,1 kg) Meegeleverd toebehoren Zie “Printer uitpakken” op pagina 8. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. aserdiode-eigenschappen Materiaal: GaAIAs Golflengte: 780 - 787 nm Emissieduur: 57,8 nsec Laseruitgangsvermogen: 60mW 113 NL Aanvullende informatie USB connector (1) VIDEO OUT (uitgang) connector (phono x 1)/VIDEO IN (ingang) connector (phono x 1) 1 Vp-p, 75 ohm (ongebalanceerd), negatieve sync S VIDEO OUT (uitgang) connector (4pins mini-DIN x 1)/S VIDEO IN (ingang) connector (4-pins mini-DIN x 1) 1 Vp-p, 75 ohm (ongebalanceerd), negatieve sync C: 0,286 Vp-p (color burst), 75 ohm (ongebalanceerd) Compatibele beeldbestandsformaten Index Symbolen C F 8cm CD-R/RW disc 18 Cartridgefoutindicator 23 Cartridgevakdeksel 23 CD adapter 18 CD Mavica 18, 31, 47 CD-R disc 47 CD-RW disc 47 Afdrukken 27 Beelden bewaren op een kaart 42 Beschrijven/uitlezen van een disc 50 Disctypes 47 Formattering 59 Inbrengen/verwijderen van een disc 17 Kaartbeelden bewaren 37 Map aanmaken 52 Map-/bestandsnamen 41 Opmerkingen bij de behandeling 48 Pictogrammen 31 Procedure 49 Reiniging 48 Toegangssnelheidsregeling 60 Creative Print menu 67 Filter 66 Finalisering 49, 56 Finish 80 Formattering 50 CD-R/RW disc 59 Memory Stick 83 Frame 76 A Aansluitingen Computer 20 Netsnoer 15 TV 13 Video-apparatuur 14 Achterpaneel 9 Afdrukken Bepaalde beelden op een card of disc 27 Alle of DPOF beelden 32 Van een Macintosh computer 104 Van een Windows computer 99 Videobeelden 35 Afdrukzijde 25 Afstandsbediening 11, 21 Album 28 ALL 33 Auto Fine Print 2 80 AUTO PRINT 33 B Batterijen vervangen 21 Bedieningspaneel 10 Beeldpositie wijzigen 64 Beeldregeling 65 Beeld roteren 64 Beperkingen bij duplicatie 107 Bewaren Beelden op een PC card 37 Beelden op een CD-R/ RW disc 42 Videobeelden 45 114 NL D Datum afdrukken 80 Deelbeelden 77 Definalisering 50, 58 Diavoorstelling 84 DPOF 32, 33 E EFFECT menu 61 G, H Geheugenbeeld 36 I, J Inbrengen CD-R/RW disc 17 Memory Stick 15 Papierlade 26 PC Card 16 Print cartridge 23 Printpapier 25 Indexafdrukken 86 Ingangsbeeld 35 Initialisering 49, 51 INPUT SELECT 20, 27, 35 K Kaart 72 Kalender 69 Klok instellen 81 L Lezen/schrijven 50, 60 M Map 28 Map aanmaken 52 Map-/bestandsnamen 41 Map herbenoemen 53 Mapmenu 52 Meegeleverd toebehoren 8 Memory Stick Beelden bewaren op een CD-R/RW disc 37 Beelden op een CD-R/ RW disc bewaren 42 Gegevens beveiligen 108 Inbrengen/verwijderen 15 Opmerking bij het gebruik 109 Types 108 MENU 78 Miniatuurlijst 12, 31 N Netsnoer 15 O Overzicht 6 P, Q R Randloze afdruk 80 Reader software 98 Reiniging 107 S SAVE 39, 44, 45 SAVE ALL 37, 42 Scherm 12 Software installeren Macintosh 102 Windows 89 Software verwijderen 95, 103 Specificaties 113 Spiegel 64 Standaardafdruk 27 Sticker 75 Systeemvereisten Macintosh 102 Windows 88 S VIDEO IN aansluiting 14 S VIDEO OUT aansluiting 13 V Verhelpen van storingen 110 VIDEO 35, 45 VIDEO IN aansluiting 14 Video-ingangsinstelling 81 VIDEO OUT aansluiting 13 Voorbeeld 12, 29 Voorpaneel 9 W, X, Y Wissen Beelden 82 Mappen 55 Z Zoomen 63 Aanvullende informatie Papierlade 11, 25 Papierfoutindicator 26, 112 Papierverstopping 112 PC card Beelden op een CD-R/ RW disc bewaren 42 Beelden bewaren op een CD-R/RW disc 37 Inbrengen/verwijderen 16 Opmerking bij het gebruik 109 PC mode 20 Pictogrammen 31 PICTURE 29 Pieptoon 80 Print cartridge 23 Printervoorkeuren wijzigen 79 Printpapier 25 Printset 22 T Toegangssnelheid 60 Transport 107 U Uitwerpknop 23 USB aansluiting 20 115 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344

Sony DPP-SV88 de handleiding

Type
de handleiding