AKP 232/01 PRODUCTINFORMATIEBLAD
5019 310 56662
1. Bedieningspaneel
2. Koelventilator (niet zichtbaar)
3. Verwarmingselement bovenwarmte
4. Grillelement (kan naar beneden gezet worden)
5. Ovenlampje achter
6. Circulair verwarmingselement (niet zichtbaar)
7. Ventilator
8. Onderste verwarmingselement (niet zichtbaar)
9. Koude ovendeur
ACCESSOIRES
BEDIENINGSPANEEL
1. Functieknop
2. Programmeerknop bereidingstijd
3. Thermostaatknop
4. Rood lampje thermostaat
Verzonken knoppen:
• Om de knop te gebruiken drukt u op het midden ervan.
• De knop komt naar voren.
• Draai de knop op de gewenste stand.
Aan het einde van de bereiding zet u de knop op de stand 0 en drukt u hem in het midden in om hem naar de
oorspronkelijke stand terug te brengen.
Eerste
Laatste
steunhoogte
steunhoogte
Aluminium bakplaat voor zoet
gebak:
Rooster:
Opvangbak:
DE OVEN GEBRUIKEN
• Draai de functieknop op de gewenste functie.
Het ovenlampje gaat branden.
• Draai de thermostaatknop naar rechts op de gewenste temperatuur. Het rode thermostaatlampje gaat
branden en gaat uit als de geselecteerde temperatuur bereikt is.
Na afloop van de bereidingstijd:
• Draai de knoppen op stand “0”.
PROGRAMMEERKNOP BEREIDINGSTIJD
Met deze programmeerknop kunt u een bereidingstijd van 1 tot 120 minuten instellen.
Om de tijdsduur in te stellen, nadat u de bereidingsfunctie hebt gekozen, draait u de knop
helemaal linksom, waarna u de knop terug draait naar de gewenste bereidingstijd. Als de
ingestelde bereidingstijd om is, gaat de oven uit en blijft de programmeerknop op “0” staan.
Om de oven met de hand te bedienen, d.w.z. zonder een bereidingstijd in te stellen, moet u
controleren of de keuzeknop op het symbool staat.
Let op: Als de keuzeknop op “0” staat, gaat de oven niet aan.
Om de oven aan te zetten moet u de keuzeknop op het symbool zetten, of de
bereidingstijd instellen.
Tabel ovenfuncties
Functie Beschrijving functie
0OVEN UIT
-
OVENLAMPJE
• Inschakeling van het ovenlampje.
CONVENTIONEEL
• Voor het braden van vlees, vis en gevogelte op dezelfde steunhoogte.
• Verwarm de oven voor op de gewenste bereidingstemperatuur en plaats het
gerecht in de oven wanneer het rode lampje van de thermostaat uitgaat.
• Aanbevolen wordt de tweede of derde steunhoogte te gebruiken.
HETELUCHT
• Voor bereiding op maximaal twee verschillende steunhoogtes.
• Aanbevolen wordt om tijdens de bereiding de gerechten onderling van plaats te
verwisselen om een gelijkmatiger bakresultaat te bereiken.
• Het is niet nodig om de oven voor te verwarmen (behalve voor pizza's en
focaccia's).
GRILL
• Voor het grillen van karbonades, spiezen, worstjes, het gratineren van groente en
voor het roosteren van brood.
• Verwarm de oven 3 - 5 minuten voor.
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de opvangbak op de eerste
steunhoogte om rookvorming en vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Aanbevolen wordt het vlees tijdens de bereiding regelmatig om te draaien.
TURBOGRILL
• Voor het grillen van grote stukken vlees (rosbief, braadstuk, rollades).
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de opvangbak op de eerste
steunhoogte om rookvorming en vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Het is raadzaam het vlees tijdens de bereiding regelmatig om te draaien.
ONTDOOIEN
• Voor het ontdooien van voedingsmiddelen bij kamertemperatuur.
• Laat het voedingsmiddel in zijn verpakking zitten om uitdrogen te voorkomen.
HETELUCHT
• Voor het bereiden van gerechten die dezelfde bereidingstijd hebben, zonder
voorverwarming op één of meerdere steunhoogtes (bijv: vis, groenten, taart),
zonder dat er geuren van het ene naar het andere gerecht overgebracht worden.
TURBOHETELUCHT
• Voor het bereiden op één steunhoogte (bijv: fruit, taarten, timbaaltjes, groente,
pizza, gevogelte).
VERWARMINGSELEMENT
ONDERWARMTE
• Voor het afmaken van de bereiding van vruchten- of kwarktaarten of voor het
indikken van sauzen.
• Gebruik deze functie de laatste 10/15 minuten van de bereidingstijd.