Renkforce 1582597 de handleiding

Type
de handleiding
Bedienungsanleitung
1-Kanal Multifunktions-Codeschloss
Best.-Nr. 1582597
Seite 2 - 43
Operating Instructions
1-channel multifunctional code lock
Item No. 1582597 Page 44 - 81
Notice d’emploi
Serrure à code multifonction 1 canal
N° de commande 1582597 Page 82 - 123
Gebruiksaanwijzing
1-kanaals multifunctioneel codeslot
Bestelnr. 1582597 Pagina 124 - 165
Inhoudsopgave
Pagina
1. Inleiding ...........................................................................................................................126
2. Verklaring van de symbolen ............................................................................................126
3. Doelmatig gebruik ...........................................................................................................127
4. Omvang van de levering .................................................................................................127
5. Eigenschappen en functies .............................................................................................128
6. Veiligheidsinstructies .......................................................................................................129
7. Bedieningselementen ......................................................................................................130
8. Montage en aansluiting ...................................................................................................131
a) Montage ...................................................................................................................131
b) Aansluiting ................................................................................................................132
c) Schakelschema voor het aansluiten .........................................................................133
d) Model van de deuropener ........................................................................................133
e) Deuropener-knop met vertraging en waarschuwingssignaal ...................................134
9. Geluidssignalen en led-indicatoren .................................................................................134
a) rode led (2) ...............................................................................................................134
b) Gele led (3) ...............................................................................................................135
c) Groene led (4) ..........................................................................................................135
d) Invoer annuleren ......................................................................................................135
e) Achtergrondverlichting ..............................................................................................136
f) Geluidssignaal voor het relais bij activering .............................................................136
g) Functiesignalen van het codeslot .............................................................................136
h) Lichtsignalen de functie-led ......................................................................................136
10. Programmering ................................................................................................................137
a) Programmeermodus starten .....................................................................................137
b) Instellen van de constructie van de aangesloten deuropener ..................................137
124
c) Omschakelen van de gebruiksmodus ......................................................................138
d) Programmeren van een nieuw mastercode .............................................................140
e) Gebruikerscode programmeren ...............................................................................141
f) Gebruikerscode wissen ............................................................................................142
g) Gastencode programmeren .....................................................................................143
h) Gastencode wissen ..................................................................................................144
i) Geprogrammeerde gebruikersgegevens terugzetten ...............................................145
j) Conguratievandefunctievanhetrelais ................................................................146
k) Reactie van het codeslot bij foutieve invoer .............................................................148
l) “Auto entry”-invoermodus (automatische codeherkenning) .....................................149
m) Superusercode programmeren ................................................................................151
n) Superusercode wissen .............................................................................................152
o) Deuropener-knop programmeren .............................................................................152
p) Geluidssignaal voor het relais bij activering instellen ...............................................153
q) Functiesignalen van het codeslot instellen ...............................................................154
r) Programmering van de lichtsignalen van de functie-led ...........................................155
11. Bediening ........................................................................................................................156
a) Deur openen en sluiten in de handmatige invoermodus ..........................................156
b) Deur openen en sluiten met behulp van de auto-entry invoermodus .......................157
c) Relais met de superusercode bedienen (openen of sluiten) ....................................157
d) Open houden met superusercode ............................................................................157
e) Toegangsblokkering met superusercode activeren ..................................................158
f) Deuropener met gastencode openen .......................................................................159
12. De “DAP”-jumper ............................................................................................................. 159
13. Programmeervoorbeelden ...............................................................................................160
14. Reiniging en onderhoud ..................................................................................................164
15. Afvoer ..............................................................................................................................164
16. Technische gegevens ...................................................................................................... 165
125
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese normen.
Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker deze
gebruiksaanwijzing in acht te nemen!
Deze gebruiksaanwijzing behoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen
in over de ingebruikname en het gebruik. Houd hier rekening mee als u dit product
doorgeeft aan derden. Bewaar deze gebruiksaanwijzing daarom voor later gebruik!
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
2. Verklaring van de symbolen
Het symbool met een bliksemschicht in een driehoek wordt gebruikt als er gevaar voor
uw gezondheid bestaat bijv. door elektrische schokken.
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke tips in deze
gebruiksaanwijzing die beslist opgevolgd moeten worden.
Het pijl-symbool ziet u waar bijzondere tips en aanwijzingen over de bediening worden
gegeven.
Het product mag alleen in droge, gesloten ruimtes binnenshuis worden geplaatst en
gebruikt. Het product mag niet vochtig of nat worden, er bestaat levensgevaar door
een elektrische schok!
126
3. Doelmatig gebruik
Dit codeslot dient voor het beveiligen van deuren (bijv. een kantoor). Er kunnen maximaal 100
gebruikers met verschillende codes (normale gebruikerscodes) en 10 tijdelijke gastencodes
worden opgeslagen.
Een toegangsblokkering kan met behulp van een superusercode geactiveerd/gedeactiveerd
worden. Hiermee kunt u onbeperkte toegang voor geautoriseerde gebruikers regelen (bijv.
tijdens vergaderingen/meetings of ‘s nachts) of voorkomt onbevoegde toegang.
Door een relaisuitgang (1x omschakelcontact, max. 12 V/DC, 3 A) kan een deuropener maar
ook andere apparaten worden aangestuurd (bijv. een alarminstallatie).
Het codeslot mag alleen worden gebruikt op een spanning van 12 V/DC.
Gebruik het codeslot uitsluitend in droge ruimtes binnenshuis, het mag niet vochtig of nat
worden.
Het product is alleen bedoeld voor gebruik in gesloten ruimtes dus gebruik buitenshuis is niet
toegestaan. Contact met vocht, bijv. in badkamers e.d. dient absoluut te worden vermeden.
In verband met veiligheid en normering zijn aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product
niet toegestaan. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan de hiervoor
beschreven doeleinden, kan het product worden beschadigd. Bovendien kan bij verkeerd
gebruik een gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand,
elektrische schok, enz. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar deze goed. Geef
het product alleen samen met de gebruiksaanwijzing door aan derden.
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren.
Alle rechten voorbehouden.
4. Omvang van de levering
Codeslot
Kunststof behuizing voor de montage op de muur
1 x diode
2 x behuizingschroef
2 x bevestigingsschroef
2 x plug
Gebruiksaanwijzing
127
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de meest recente gebruiksaanwijzing via de link www.conrad.
com/downloads of scan de afgebeelde QR-Code. Volg de instructies op
de website.
5. Eigenschappen en functies
Omschakelbaar tussen 2 gebruiksmodi: Gebruiksmodus “Multi-user”: 1x mastercode, 100
gebruikerscodes, 10x gastencodes, 1x superusercode, gebruiksmodus “single user”: 1 x
mastercode, 1x gebruikerscode, 1x superusercode
10x gastencodes met programmeerbare duur (1 tot 99 uur)
Relais met 1x contact, max. 12 V/DC, 3 A, voor het bedienen van een deuropener of andere
apparaten (bijv. alarminstallaties)
Aansluiting voor externe deuropener-knop (N.O.-knop, sluitcontact)
3 led’s voor controle van de werking (rood = toegangsblokkering, geel = stand-by/
programmeermodus, groen = relais geactiveerd)
Blauwe toetsverlichting (door op een toets te drukken wordt de helderheid van de
toetsverlichting automatisch gedurende 10 seconden verhoogd)
Compatibel met fail-safe of fail-secure elektronische deursloten
Superusercode voor de bediening van verschillende functies van het codeslot met uitgebreide
rechten
Congureerbarereactievanhetcodeslotbijfoutieveinvoer
Stand-by knipperen en geluidssignalen uitschakelbaar
Drie instellingsopties voor de geluiden van de deuropener
Twee instelopties na foutieve invoer (geen reactie, tijdelijke blokkering van de invoer)
Openings-/vasthoudtijd van het sluitcontact instelbaar van 1 tot 999 seconden
Snelinvoer naar keuze vanaf de tweede of derde positie van een code in de omschakelmodus
(“Toggle”)
Auto entry-invoermodus en handmatige invoer
Vier verschillende waarschuwingsopties voor het openen met een externe deuropener-knop
Sabotageschakelaar ter bescherming tegen onbevoegde manipulatie van het slot
128
6. Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de
veiligheidsinstructies. Indien u de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen
voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgt, kunnen
wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade
aan personen of voorwerpen. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de
aansprakelijkheid/garantie.
Het product is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren.
Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Dit zou voor kinderen
gevaarlijk speelgoed kunnen worden.
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke
schokken, hoge vochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en
oplosmiddelen.
Als het product niet langer veilig gebruikt kan worden, stel het dan buiten bedrijf
en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilig gebruik kan niet
langer worden gegarandeerd als het product:
- zichtbaar is beschadigd,
- niet meer naar behoren werkt,
- tijdens een langere periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of
- onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde belastingen.
Behandel het product met zorg. Schokken, stoten of zelfs vallen vanaf een
geringe hoogte kunnen het product beschadigen.
Neem ook de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen van alle andere
apparaten in acht die met het product zijn verbonden.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of
het aansluiten van het product.
Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door een vakman
of in een daartoe bevoegde werkplaats.
Als u nog vragen heeft die niet door deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord,
neem dan contact op met onze technische dienst of andere technisch specialisten.
129
Het relais-omschakelcontact beschikt over een contactbelastbaarheid van
max. 12 V/DC, 3 A. Hij mag nooit met hogere of andere spanningen (zoals bijv.
netspanning) of hogere stromen worden gebruikt. Er bestaat eventueel gevaar
voor een elektrische schok!
Het product mag uitsluitend in droge, afgesloten binnenruimtes geïnstalleerd en
gebruikt worden.
Het is niet toegestaan om dit apparaat in ruimten met een grote hoeveelheden
stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen te gebruiken. Er bestaat
gevaar op brand en explosie!
7. Bedieningselementen
1
2
3
4
5
1 Bevestigingsschroeven voor de frontplaat
2 Rode led (toegangsblokkering geactiveerd)
3 Gele led (functie-led)
4 Groene led (relais is geactiveerd)
5 Keypad
130
6
11
78910
6 Jumper voor het activeren van de
programmeermodus als men de mastercode
is vergeten (DAP = “Direct Access to
Programming” = rechtstreekse toegang tot de
programmering)
7 Schroefklem voor deuropener-knop “EG IN”
8 Aansluitingen relais “DOOR LOCK”
9 Schroefklemmen voor de aansluiting van de
bedrijfsspanning “12V DC”
10 Schroefklemmen “Tamper N.C.”
11 Sabotageschakelaar
8. Montage en aansluiting
a) Montage
Geen enkele aansluitkabel mag geknikt of ingeklemd worden. Storingen, kortsluiting
evenals een defect apparaat kunnen het gevolg zijn. Het aansluiten is alleen in
spanningsloze toestand toegestaan.
Haal eerst de frontplaat met het keypad uit de kunststof behuizing. Draai hiervoor eerst de
beide bevestigingsschroeven (1) uit de kunststof behuizing en de frontplaat.
Monteer de kunststof behuizing aan de wand. Voor de kabeldoorvoer kan een rond kunststof
deel in de achterkant worden losgemaakt.
Gebruik voor het vastschroeven de meegeleverde bevestigingsschroeven en indien
nodig de meegeleverde pluggen. Zorg er tijdens het boren en vastschroeven op
verschillende oppervlakken voor dat u geen kabels of leidingen beschadigt.
131
b) Aansluiting
Sluit de kabels aan op de passende schroefklemmen. Een schakelvoorbeeld vindt u in de
paragraaf “c) Schakelschema voor het aansluiten”.
De beide schroefklemmen “Tamper N.C.” (10) [1 - 2] zijn bestemd voor het aansluiten van
alarmsystemen ter waarschuwing bij onbevoegde toegang en verandering. Als de behuizing
wordt geopend geeft de sabotageschakelaar (9) een alarmcircuit vrij. Sluit deze indien nodig
aan op een geschikt alarmsysteem.
De beide schroefklemmen “12V DC” (9) [3 - 4] zijn bestemd voor de aansluiting van de
bedrijfsspanning. Er moet een gelijkspanning van 12 V gebruikt worden. De gelijkspanning
moet op de montageplaats ter beschikking staan (bijv. deurbeltransformator of
netspanningsadapter enz.). Bij gelijkspanning (DC) dient er bij het aansluiten op de juiste
polariteit (plus/+ en min/-) te worden gelet.
Sluit hier bijv. nooit een netspanning aan! Levensgevaarlijk door een elektrische
schok!
De schroefklem [5] is bij dit product ongebruikt.
De beide schroefklemmen (+) (-) “DOOR LOCK” (8) [6 - 7] zijn direct verbonden met het
relaiscontact voor de deuropener. Het relais heeft een contactbelastbaarheid van max.
12 V/DC, 3 A.
Sluit hier bijv. nooit een netspanning aan! Levensgevaarlijk door een elektrische
schok!
Aan de schroefklem “EG IN” (7) kan de knop van de deuropener worden aangesloten, die
bijvoorbeeld binnen in de ruimte naast de deur wordt aangebracht. Indien nodig, kunt u hier
ook meerdere knoppen van andere deuropeners in een parallelle schakeling aansluiten. Bij
het drukken van de knop wordt het relais voor dezelfde tijdsduur geactiveerd, die ook door de
invoer van een gebruikerscode wordt geactiveerd. Als u deze functie niet nodig hebt, sluit u
aan de schroefklem “EG IN” (7) niets aan.
132
c) Schakelschema voor het aansluiten
TAMPER
N.C.
EG
IN
( + ) ( – )
12V DC
( + ) ( – )
DOOR LOCK
CATHODE
1N4004
N.O.
1 2 3 4 5 6 7 8
D
A
B
B
N.O.
C
A Stroombron (bijv. netspanningsadapter
12 V/DC)
B Deuropener-knop (als meer dan 1 knop nodig
is, kunnen deze parallel worden geschakeld)
(in het schakelvoorbeeld is de aansluiting
voor het tweede knop met een gestippelde lijn
weergegeven)
C Deuropener
D Beveiligingsdiode (met het codeslot
meegeleverd)
Om te voorkomen dat ESD (elektrostatische ontladingen) interferenties die de functie van het
codeslot beïnvloeden, dient u altijd een aarde aan te sluiten.
De meegeleverde diode dient zo dicht mogelijk met de sluitcontacten te worden verbonden
om te voorkomen dat een door wederkerige inductie in de sluiterspoel gegenereerde stroom
het codeslot kan beschadigen.
Controleer of de jumper “DAP” in de stand “OFF” staat.
Plaats de frontplaat op de plastic behuizing als de aansluiting is afgesloten. Let erop dat de
kabels niet bekneld raken of losraken van de schroefklemmen.
Gebruik evt. kabelbinders voor het bevestigen en rangschikken van de kabels.
Fixeer de frontplaat met de beide bevestigingsschroeven (1) op de behuizing.
Schakel de bedrijfsspanning in. De kleurige achtergrondverlichting van de knoppen moet nu
branden. Bovendien knippert de gele led langzaam (stand-by).
d) Model van de deuropener
Het codeslot kan met fail-secure of fail-safe deuropeners worden gebruikt. De bedrijfsmodus
van het relais moet conform de constructie van de aangesloten deuropener worden
geprogrammeerd.
Afhankelijk van model van de deuropener moet of de gebruiksmodus “Fail-secure” of “Fail-safe”
van het codeslot worden gebruikt.
- “Fail-Secure”-deuropener: Deze geeft de vergrendeling alleen dan vrij wanneer er
bedrijfsspanning op staat (gebruikelijke constructie).
133
- “Fail-Safe”-deuropener: Deze geeft de vergrendeling vrij wanneer de voedingsspanning
ontbreekt (ongebruikelijke constructie, wordt bijvoorbeeld gebruikt voor nooduitgangen,
omdat bij stroomuitval de deur dan geopend kan worden).
De gebruiksmodi voor dit codeslot kunnen worden geprogrammeerd (vergelijk in
hoofdstuk “10. Programmering”). De basisinstelling af fabriek is “Fail-secure”. Lees in
de paragraaf “b) Instellen van de constructie van de aangesloten deuropener” hoe de
deuropener afhankelijk van de constructie geprogrammeerd moet worden.
Bepaal de bouwwijze van de gebruikte deuropener voordat u de bedrijfsmodus van
het relais programmeert. Zorg ervoor dat bij de gebruikte fail-secure deuropener het
codeslot niet wordt geprogrammeerd op de fail-safe gebruiksmodus. Een verkeerde
programmering kan tot beschadigingen van de deuropener of het codeslot zelf leiden.
Een fail-secure deuropener heeft kortstondig een relatieve hoge spanning nodig voor
het openen en is zodoende niet geschikt voor langdurige belastingen.
e) Deuropener-knop met vertraging en waarschuwingssignaal
Als u een deuropener-knop samen met het codeslot inbouwt, kan het eventueel nodig zijn
de bediening van de deuropener onder bepaalde omstandigheden aan te passen, bijv. in
scholen of ziekenhuizen. Het gedrag van de deuropener-knop kan met of zonder vertraging en
waarschuwingssignalen in 5 modi worden ingesteld. Zie daarvoor paragraaf “o) Deuropener-
knop programmeren” (in hoofdstuk “10. Programmering”).
9. Geluidssignalen en led-indicatoren
De drie led’s aan de voorkant rood (2), geel (3) en groen (4) hebben de volgende functies:
a) rode led (2)
Brandt, wanneer de tot toegangsblokkering ofwel door foutieve invoer of handmatig met behulp
van de superusercode werd geactiveerd. In deze gebruiksmodus kan met de gebruikerscode
het relais in de codeslot niet worden geactiveerd. Pas wanneer de superusercode voor het
opheffen van de toegangsblokkering opnieuw wordt ingevoerd en de led uitgaat, is het codeslot
weer gereed voor gebruik.
134
b) Gele led (3)
Deze dient samen met de interne piëzo-zoemer als bevestigings- resp. functie-led. Als tijdens
een invoer zonder beëindigen van de gehele procedure door de * -knop (sterretje) of de #-knop
(hekje) gedurende 10 seconden geen andere knop wordt gedrukt, klinkt vijf keer een akoestisch
geluid en knippert de gele led net zo vaak. Alle eerder gedane invoer worden teruggezet. U
moet de invoer dan herhalen. De maximale tijd voor de invoer van een code mag niet langer
dan 30 seconden zijn.
Status Piëzo-zoemer Led
Programmeermodus - Brandt voortdurend
Drukken van een knop
(bevestigd)
1x pieptoon 1x knipperen
Ingevoerde code ok 2x pieptoon 2x knipperen
Ingevoerde code niet ok 5x pieptoon 5x knipperen
DAP-jumper op “ON” Continue pieptonen Continu knipperen
Stand-by - Alle 2 seconden 1x
knipperen
Relais geactiveerd 1x langer geluidssignaal (1
seconde)
-
De geluiden van de piëzo-zoemer kunnen worden geactiveerd of gedeactiveerd
(geheugenpositie 83). Het geluidssignaal van de op “EG IN” (7) aangesloten
deuropener wordt hierdoor niet beïnvloed. Hij wordt afzonderlijk geprogrammeerd
(geheugenpositie 81).
c) Groene led (4)
Het relais werd door de invoer van een juiste code geactiveerd. De activeringsduur is afhankelijk
van de door u uitgevoerde programmering (1 tot 999 seconden resp. omschakel-/toggle-
gebruik).
d) Invoer annuleren
Om een invoer, bijv. bij een invoerfout of bij een spontane wijziging van de invoersequentie, af
te breken, drukt u op de * -knop (sterretje) of de #-knop (hekje). Er klinkt vijf keer een akoestisch
signaal en de gele led (3) knippert net zo vaak. Alle eerder gedane invoer worden teruggezet. U
kunt de invoer vervolgens herhalen.
135
e) Achtergrondverlichting
Het keypad van de deuropener is in de stand-by modus normaal gesproken gedimd. Door ca.
10 seconden lang op een knop te drukken, wordt deze helderder en toont zo de resterende
invoertijd voor een code na iedere laatste druk op een knop. Als hij weer in de gedimde toestand
terugkeert, knippert de gele led drie keer zo snel.
f) Geluidssignaal voor het relais bij activering
Bij activering van het relais wordt normaliter een geluidssignaal afgeven. Dit is uitschakelbaar en
qua wijze instelbaar. In de basisinstelling af fabriek is het geluidssignaal bij het openen van het
relais reeds ingesteld. Om de instelling van dit geluidssignaal te veranderen, leest u alstublieft
de paragraaf “p) Geluidssignaal voor het relais bij activering instellen”.
g) Functiesignalen van het codeslot
Het codeslot geeft bediening, invoer en uitgevoerde programmeringsinstructies door middel van
geluidssignalen aan. Deze signalisering kan worden ingesteld. In de basisinstelling af fabriek
zijn de geluidssignalen bij het drukken van knoppen en voor het bevestigen van een uitgevoerde
functie ingesteld. Om de instelling van deze geluidssignalen te veranderen, leest u de paragraaf
“q) Functiesignalen van het codeslot instellen” (in hoofdstuk “10. Programmering”).
Als de programmeermodus met de mastercode wordt gestart, worden de
geluidssignalen voor de duur van de programmering ingeschakeld, ook als ze
uitgeschakeld zijn (om een feedback voor het drukken van de knoppen te geven).
Bij invoer van een gebruikerscode in beide invoermodi (automatisch en handmatig)
klinkt bij het openen (gele en groene led branden gelijktijdig eventjes) een akoestisch
signaal, ook als de functiesignalen zijn uitgeschakeld.
h) Lichtsignalen de functie-led
De gele functie-led knippert in stand-by. Het knipperen kan worden uitgeschakeld. In de
basisinstelling af fabriek is dit lichtsignaal in stand-by (de gele led knippert) ingesteld. Alle
andere lichtsignalen, bijv. de groene led bij het openen, blijven wel werken. Hoe dit kan worden
geprogrammeerd, kunt u in paragraaf “r) Programmering van de lichtsignalen van de functie-led”
lezen (in hoofdstuk “10. Programmering”).
136
10. Programmering
Schakel de voeding van het codeslot tijdens het programmeren niet uit! Dit kan
geheugenfouten tot gevolg hebben.
a) Programmeermodus starten
U kunt de programmering op de plaats van installatie resp. voor de montage al in een werkplaats
uitvoeren om de gehele installatietijd ter plaatse te verminderen.
Om de programmeermodus te starten, typt u de cijfers van de mastercode in en drukt u voor het
afsluiten van de invoer op de * -knop (sterretje). De mastercode af fabriek in de basisinstelling
luidt “0000”.
Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze
natuurlijk worden gebruikt!
Vanwege de veiligheid raden wij u ten zeerste aan, de mastercode te wijzigen, zie
hiervoor paragraaf “d) Programmeren van een nieuwe mastercode”. Na de wijziging
van de mastercode moet u natuurlijk de nieuwe mastercode invoeren om de
programmeermodus te starten.
Na de start van de programmeermodus brandt de gele led continu. U kunt vervolgens de hierna
beschreven programmeringen uitvoeren. Begin de invoer voor de programmering altijd met de
geheugenpositie.
Tussen elke druk op een knop mag maximaal een pauze van 10 seconden liggen,
anders wordt de invoer niet geaccepteerd en de reeds ingevoerde tekens worden
gewist. Er wordt een optische en akoestische foutmelding weergegeven: De gele led
knippert 5x en er zijn 5 geluidssignalen te horen.
b) Instellen van de constructie van de aangesloten deuropener
Het codeslot kan met fail-secure of fail-safe deuropeners worden gebruikt. Deze moet
overeenkomstig de constructie van de aangesloten deuropener worden geprogrammeerd.
Bepaal het type van de gebruikte deuropener voordat u de constructie van het
codeslot programmeren. Zorg ervoor dat een fail-secure deuropener niet op de
fail-safe constructie wordt geprogrammeerd. Een verkeerde programmering kan
tot beschadigingen van de deuropener of het codeslot zelf leiden. Een fail-secure
deuropener heeft kortstondig een relatieve hoge spanning nodig voor het openen en
is zodoende niet geschikt voor langdurige belastingen.
137
66 + [componentcode] + # = fail-secure of fail-safe
Om de component in te stellen, drukt u op de knoppen in het links op de afbeelding weergegeven
volgorde. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
6 6
0
of
1
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “66” in.
Voer de code voor u de component van de aan te sluiten deuropener in.
“0” wordt gebruikt voor het fail-secure type.
“1” wordt gebruikt voor het fail-safe type.
Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het
einde van de programmering van het type van de aangesloten deuropener
weer.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, hoort u vijf signalen en knippert de
gele led even zo vaak.
c) Omschakelen van de gebruiksmodus
Het codeslot kan in twee gebruiksmodi worden gebruikt. De gebruiksmodus “single-user” (8900
+ #) en de gebruiksmodus “multi-user” (8901 + #) worden elk door het invoeren van een van de
beide tussen haakjes geplaatste codes ingeschakeld.
Bij het omschakelen tussen de twee modi worden alle gebruikerscodes gewist en
het codeslot wordt naar de standaardinstellingen teruggezet. De mastercode blijft
echter behouden; deze wordt niet teruggezet. Zorg er bij het omschakelen van de
“multi-user”-modus naar de “single-user”-modus daarom in elk geval ervoor dat de
mastercode uit 4 cijfers bestaat! Mastercode en gebruikerscode moeten vier cijfers
hebben. Codes met meer dan vier cijfers zijn ongeldig. Wijzig een eventueel reeds
bestaande mastercode, die meer dan vier cijfers heeft, in een viercijferige. Het
resetten bij het omschakelen wordt niet uitgevoerd, als de mastercode niet vier cijfers
heeft.
Gebruiksmodus “single-user”:
In deze gebruiksmodus kan slechts één 4-cijferige gebruikerscode geprogrammeerd worden
(0000 tot 9999). Iedereen die deze gebruikerscode kent, kan bijv. een deuropener activeren, die
aan het codeslot is gekoppeld.
138
Het terugzetten tijdens het omschakelen van de gebruiksmodus duurt ongeveer 2 à 3 seconden.
Voer gedurende deze tijd zolang niets in, totdat twee geluidssignalen ter bevestiging van het
terugzetten te horen zijn. De gele led knippert eventjes zeer snel.
De “auto entry”-invoermodus (zie paragraaf “l) “Auto entry”-invoermodus (automatische code-
herkenning)” wordt in deze gebruiksmodus automatisch ingeschakeld. Hierbij wordt het relais
direct na het invoeren van de juiste 4-cijferige gebruikerscode geactiveerd. Het is niet nodig
om na de gebruikerscode op de #-knop te drukken. Indien gewenst kunt u dit echter ook
veranderen door de automatische code-herkenning uitschakelen. Daarna dient de invoer van
de gebruikerscode met de #-knop te worden bevestigd.
Om naar de gebruiksmodus “single-user” te gaan, drukt u op de knoppen in de links in de
afbeelding weergegeven volgorde. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
0 0 0 0
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de voorgeprogrammeerde
basisinstelling “0000” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led
brandt continu om de programmeermodus weer te geven.
8 9 0 0
#
Voer de omschakelcode “8900” in.
Sluit de invoer af met de #-knop. De omschakeling vindt plaats, de
gebruiksmodus “single-user” is ingesteld. Een dubbel akoestisch signaal
geeft het einde van de programmering aan.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, hoort u vijf signalen en knippert de
gele led even zo vaak.
Gebruiksmodus “Multi-user”:
In deze modus is het mogelijk om maximaal 100 verschillende gebruikerscodes te
programmeren, die mogen bestaan uit 4 tot 8 cijfers (bijv. 1234, 123456, 98765432, etc.).
Verder kan de toegang ook voor geldige openingscodes door een tijdelijke toegangsblokkering
met behulp van de superusercode worden geblokkeerd. Daardoor kan de toegang vergrendeld
of vrijgegeven worden.
Omdat codes afzonderlijk gewist en daarna opnieuw geprogrammeerd kunnen worden, is deze
modus ideaal voor gebruik in bijvoorbeeld een kantoor, waarbij allerlei verschillende mensen
toegang dienen te krijgen.
Na de invoer van een 4- tot 8-cijferige code moet deze met de # -knop (hekje) worden bevestigd
(als de “Auto entry”-invoermodus is uitgeschakeld, standaardinstelling).
Bij de juiste gebruikerscode wordt het relais vervolgens geactiveerd.
Belangrijk! De codelengte van de mastercode en de gebruikerscode kan verschillen (bijv.
8-cijferige mastercode en 5-cijferige gebruikerscode).
139
Wanneer echter de “Auto entry”-invoermodus (zie paragraaf “l) “Auto entry”-invoermodus
(automatische code-herkenning))” is geactiveerd, moet de codelengte van de mastercode en
gebruikerscode even lang zijn (elk 4- tot 8-cijferig). Na het invoeren van de code is in dit geval
de bevestiging met de # -knop (hekje) niet nodig.
Om naar de gebruiksmodus “multi-user” te gaan, drukt u op de knoppen in de links in de
afbeelding weergegeven volgorde. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
0 0 0 0
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de voorgeprogrammeerde
basisinstelling “0000” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een
dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt
continu om de programmeermodus weer te geven.
8 9 0 1
#
Voer de omschakelcode “8901” in.
Sluit de invoer af met de #-knop. De omschakeling vindt plaats, de
gebruiksmodus “multi-user” is geprogrammeerd. Een akoestisch signaal
met aansluitend snel knipperen, gevolgd door een dubbel geluidssignaal
geeft het einde van de programmering aan.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, hoort u vijf signalen en knippert de
gele led even zo vaak.
d) Programmeren van een nieuw mastercode
De programmering van de mastercode gebeurt op de geheugenpositie 0. De codelengte in de
gebruiksmodus “multi-user” kan 4 tot 8 cijfers lang zijn. De codelengte in de gebruiksmodus
“single-user” moet 4 cijfers lang zijn. Gebruikerscodes moeten met dezelfde tekenlengte als de
huidig ingestelde mastercode worden aangelegd, als het keypad is ingestelde op de auto-entry
modus.
Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze
natuurlijk worden gebruikt!
140
0 + [nieuwe mastercode] + #
Om te programmeren, drukt u op de knopen in de links op de afbeelding weergegeven volgorde.
Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
0 0 0 0
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de basisinstelling af fabriek
“0000” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. De gele led brandt
continu om de programmeermodus weer te geven.
0
3 2 8 9
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “0” in. Programmeer de
nieuwe mastercode “3289”. Bevestig de invoer met de #-knop.
*
Beëindig de programmering met de *-knop. De gele led knippert weer.
Als u de bestaande mastercode vergeten heeft, kunt u het codeslot zonder het
invoeren van de mastercode alleen door het omsteken van de “DAP”-jumper
rechtstreeks in de programmeermodus instellen. Lees hiervoor het hoofdstuk “12. De
“DAP”-jumper”. Programmeer dan, zoals boven beschreven, een nieuwe mastercode.
De oude mastercode wordt gewist.
e) Gebruikerscode programmeren
Gebruikerscodes zijn bedoeld voor het bedienen van het relais voor een deuropener. Er kunnen
maximaal 100 codes voor verschillende gebruikers met dit codeslot worden gebruikt. Hiervoor
zijn de gebruiker-ID's bestemd, die van 00 tot 99 kunnen worden toegekend. Geheugenpositie 1
slaat de gebruikerscodes op. Programmeer gebruikerscodes zoals beschreven in de volgende
paragraaf.
1 + [gebruiker-ID 0 tot 99] + [gebruikercode] + # = gebruikercode voor het openen
Druk op de knoppen in de in links in de afbeelding weergegeven volgorde, om een
gebruikerscode te programmeren. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
3
2
8
9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de geactiveerde programmeermodus weer te geven.
141
1
0
1
8 3 2 2 1
#
of
1
0 2
8 3 2 2 2
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “1” in.
Programmeer een gebruiker-ID (in het voorbeeld wordt de
geprogrammeerde gebruiker-ID “01” gebruikt).
Voer de gebruikerscode in (in het eerste voorbeeld wordt de gebruikerscode
“83221” gebruikt, in het tweede “83222”).
Sluit de invoer af met de #-knop. De gebruikerscode is geprogrammeerd.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering van
de gebruikerscode weer.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, bijv. de invoer van een driecijferig
gebruiker-ID, hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo
vaak.
Herhaal de invoer op dezelfde manier voor andere gebruikerscodes tot de
gebruiker-ID 99.
Houd er rekening mee dat elke nieuwe invoer met een reeds toegekende
gebruiker-ID de bijbehorende gebruikerscode met de laatst ingevoerde
gebruikercode overschrijft. Een voorafgaand wissen van gebruikerscodes
is niet nodig.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
Het coeslotis na het programmeerproces in de handmatige invoermodus.
f) Gebruikerscode wissen
Als het codeslot is ingesteld op de gebruiksmodus “multi-user” en u bijvoorbeeld de toegang
voor een van uw medewerkers wilt blokkeren, kunt u een of meerdere gebruikerscodes wissen.
1 + [gebruiker-ID 0 tot 99] + #
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
1
0 8
#
Voer het geheugenpositie “1” en de gebruiker-ID van bijvoorbeeld “08” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
De gebruikerscode van de gebruiker-ID “08” wordt gewist.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
142
g) Gastencode programmeren
Gastencodes zijn toegangscodes, om gasten of ambachtslui tijdelijk toegang tot afgesloten
gebieden mogelijk te maken. Gastencodes kunnen voor eenmalig gebruik of met een tijdelijke
beperking van de geldigheidsduur worden toegekend.
Gastencodes moeten dezelfde lengte hebben als de actuele mastercode, als het codeslot is
ingesteldop auto-entry modus. Gasten-ID’s worden van 0 tot 9 geadresseerd. Let op de andere
beperkingen voor de codelengte, zie paragraaf “l) “Auto entry”-invoermodus (automatische
code-herkenning)”.
Gastencodes worden niet opgeslagen in het vaste geheugen. Na een onderbreking
van de stroomvoorziening worden deze automatisch gewist en moeten indien nodig
opnieuw worden geprogrammeerd.
47 + [gasten-ID 0 tot 9] + [tijdlimiet voor het gebruik in uren] + # = gastencode
Voor het programmeren van gastencodes gaat u als volgt te werk:
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
4 7
0
0 0
1 2 3 4
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “47” in.
Programmeer een gasten-ID (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
gasten-ID “0” gebruikt). Gasten-ID's kunnen alleen een cijfer hebben.
Voer de gebruiksvoorwaarden voor de gastencode in. “00” staat het
gebruik van de code als eenmalige toegangscode toe. “00” betekent, dat
er geen tijdlimiet bestaat. Zodra hij een keer goed wordt ingevoerd, wordt
hij ongeldig en kan niet meer worden herkend door het codeslot.
Dans cet exemple, le délai d’utilisation du code invité est de 99 heures.
Sluit de invoer af met de #-knop. De unieke gastencode is geprogrammeerd.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering van
de gastencode weer.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, bijv. de invoer van een driecijferig
gasten-ID, hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo
vaak.
143
Waarschuwing! Als eenmalige gastencodes worden gebruikt en het codeslot
gelijktijdig op wisselwerking is ingesteld, kan een gastencode weliswaar het relais
activeren, echter niet weer sluiten of openen. Als hij reeds open was, is slechts een
eenmalig sluiten mogelijk. U moet in een dergelijk geval twee eenmalige gastencodes
toewijzen: een gastencode voor het openen en een gastencode voor het sluiten of
omgekeerd. Bij het gebruik van gastencodes met tijdlimiet is het openen en sluiten in
deomschakelmodusbinnendezetijdlimietprobleemloosmogelijk.Naaoopvande
tijdlimiet blijft het relais in de laatste schakeltoestand (open of gesloten).
4
7
2
0 5
1 2 3 4
of
1
1
0
4 3 2 1
#
Voer het nummer van de geheugenpositie “47” in.
Programmeer een gasten-ID (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
gasten-ID “2” gebruikt).
Voer de gebruiksvoorwaarden voor de gastencode in. Gasten-ID 2 in
het eerste voorbeeld maakt het gebruik van de code “1234” als tijdelijk
beperkte toegangscode gedurende 5 uur mogelijk.
Gasten-ID 1 maakt het gebruik van de code “4321” als tijdelijk beperkte
toegangscode gedurende 10 uur mogelijk. Die in het tweede voorbeeld
gebruikte gastencode is “4321”.
Naaoopvandeingesteldetijdsduurwordtdegastencodeweerongeldig
en wordt niet meer door het codeslot herkend.
Sluit de invoer af met de #-knop. De unieke gastencode is geprogrammeerd.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering van
de gastencode weer.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, bijv. de invoer van een driecijferig
gasten-ID, hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo
vaak.
Herhaal de invoer op dezelfde manier voor andere gastencodes tot voor gasten-ID 9.
Houd er rekening mee dat elke nieuwe invoer met een reeds toegekende gasten-ID de
bijbehorende gastencode door de laatst ingevoerde gastencode overschrijft. Een voorafgaand
wissen van gastencode is niet nodig.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
h) Gastencode wissen
Voor het wissen van een niet meer benodigde gastencode gaat u als volgt te werk:
144
47 + [gasten-ID] # = wissen van de gastencode
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
4 7
2
#
Geef de geheugenpositie “47” aan.
Voer de gastencode-ID 2 van de te wissen gastencode in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
De gastencode van deze gasten-ID wordt gewist.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
i) Geprogrammeerde gebruikersgegevens terugzetten
Indien informatie over geprogrammeerde gegevens van het codeslot (vergeten of geen
documenten meer, een nieuwe bezitter of een nieuw pand) verloren gaan, kunnen alle
gecongureerdegebruikersgegevenswordenteruggezet.Bijhetterugzettengaatualsvolgtte
werk. Druk op de knoppen in de in links in de afbeelding weergegeven volgorde, om een functie
te programmeren. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 9 0 1
#
8
9
0
0
#
Voer de wiscode “8901” of “8900” in. Bevestig de invoer met de #-knop.
Alle opgeslagen gegevens (gebruikerspecieke codes en andere
geprogrammeerde gegevens) behalve de mastercode en functiecodes
worden gewist. De gele led oscilleert kortstondig met hoge frequentie, om
het wissen weer te geven. Een dubbel akoestisch signaal is te horen en de
led knippert twee keer, de gegevens zijn gewist en het codeslot schakelt
na invoer van “8901” naar de gebruiksmodus “multi-user”, of bij invoer van
“8900” naar de gebruiksmodus “single-user”. Het codeslot bevindt zich na
een wisprocedure altijd in de handmatige invoermodus.
145
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
U kunt na een geslaagde wisprocedure echter ook meteen nieuwe
gebruikersgegevens (codes enz.) invoeren zonder de programmeermodus
te verlaten. Na uitgevoerde nieuwe programmering kunt u dan de
programmeermodus zoals gewoonlijk door het drukken van de * -knop
beëindigen.
j) Conguratie van de functie van het relais
40 + [openingsperiode - 1 tot 999 seconden] + # = tijdschakelmodus
Het relais kan op verschillende manieren werken. Met de volgende instelling in de
tijdschakelmodus wordt het relais gedurende een bepaalde tijd geactiveerd, als de juiste
gebruikerscodeisingevoerd.Naaoopvandezetijdschakelthetrelaisautomatischafenhet
codeslot bevindt zich weer in de stand-by modus. Activerings-/openingstijden kunnen van 1 tot
999 seconden worden ingesteld.
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
4 0
3
#
Voer de geheugenpositie “40” in.
Voer de activeringstijd in seconden in. In het voorbeeld wordt een periode
van 3 seconden geprogrammeerd.
Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het
einde van de programmering aan.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de
gele led knippert even zo vaak.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
41 + # = omschakelmodus (“Toggle”)
Met deze instelling wordt het relais geactiveerd, als de juiste gebruikerscode is ingevoerd
en schakelt niet automatisch over naar gedeactiveerd. Om het relais weer te deactiveren en
in de stand-by modus te zetten, moet de juiste gebruikerscode voor de tweede keer worden
ingevoerd. Elke verdere invoer en schakelt heen en weer tussen de schakeltoestanden.
146
4 1
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “41” in.
Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het
einde van de programmering aan.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de
gele led knippert even zo vaak.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
42 + # = omschakelmodus (“Toggle”) met verkorte openingscode (2 cijfers)
Met deze instelling wordt het relais geactiveerd als de eerste 2 cijfers van de juiste
gebruikerscodes door het codeslot zijn herkend en schakelt niet automatisch vanzelf uit.
Om het relais weer te deactiveren en in de stand-by modus te schakelen, moet de complete
cijfervolgorde van de juiste gebruikerscode worden ingevoerd. Elke verdere invoer van de
eerste 2 cijfers of de complete reeks cijfers van de gebruikerscode schakelt heen en weer
tussen de schakeltoestanden.
De verkorte openingscode werkt als twee gebruikerscodes met verschillende functies
voor gebruikers met afwijkende autorisatie. Het verkorte deel van de code staat alleen
de initialisatie toe, de complete code het stoppen van het proces. Personeel in één
object kan bijvoorbeeld een deur openen of een alarmsysteem activeren, maar alleen
de overkoepelende gebruiker, bijv. een manager, kan dan de activering van het relais
door het invoeren van de complete gebruikerscode opheffen.
De gebruiker van de superusercode kan echter in start/stop altijd ingrijpen om het
relais te activeren resp. het te deactiveren. Zie daarvoor de paragraaf c)“Relais met
de superusercode bedienen (openen of sluiten)” in het hoofdstuk “11. Bediening”.
Ga om te programmeren als volgt te werk:
3
2
8
9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
4 2
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “42” in.
Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het
einde van de programmering aan.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de
gele led knippert even zo vaak.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
147
43 + # = omschakelmodus (“Toggle”) met verkorte openingscode (3 cijfers)
Met deze instelling wordt het relais geactiveerd als de eerste 3 cijfers van de juiste
gebruikerscodes door het codeslot zijn herkend en schakelt niet automatisch vanzelf uit.
Om het relais weer te deactiveren en in de stand-by modus te schakelen, moet de complete
cijfervolgorde van de juiste gebruikerscode worden ingevoerd. Elke verdere invoer van de
eerste 3 cijfers of de complete reeks cijfers van de gebruikerscode schakelt heen en weer
tussen de schakeltoestanden.
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
4
3
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “43” in.
Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het
einde van de programmering aan.
Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de
gele led knippert even zo vaak.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
k) Reactie van het codeslot bij foutieve invoer
70 + 00 + # = geen blokkering van de knoppen
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
7 0
0
0
#
Vul de geheugenpositie “70” en de deactiveringscode van de blokkering
voor de knoppen “00” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Na het terugstellen van de blokkeringsfunctie van de knoppen vindt geen
blokkering van de knoppen plaats als reactie van het codeslot op een
foutieve invoer.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv.
rustige kantooromgevingen e.d.
148
70 + 1 + # = blokkering van de knoppen gedurende 30 seconden
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
7 0
1
#
Vul de geheugenpositie “70” en de activeringscode van de blokkering voor
de knoppen “1” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Nadat 10 keer een verkeerde invoer heeft plaatsgevonden, worden de
knoppen gedurende 30 seconden geblokkeerd.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv.
rustige kantooromgevingen e.d.
70 + 5 tot 10 + # = blokkering van de knoppen gedurende 15 minuten
3
2
8
9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
7 0
5
,
6
,
7
,
8
,
9
1 0
#
Voer de geheugenpositie “70” en het aantal keren foutieve invoer, waarna
de blokkering van de knoppen plaats moet vinden, als activeringscode in.
Het instelbare aantal in cijfers ligt tussen “5 tot 10”.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Bij het bereiken van de ingestelde keren foutieve invoer vindt een
blokkering van de knoppen voor de duur van 15 minuten plaats.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv.
rustige kantooromgevingen e.d.
l) “Auto entry”-invoermodus (automatische codeherkenning)
De handmatige invoermodus is de af fabriek ingestelde basisinstelling. Na de invoer van een
gebruikerscode of gastencode is de bevestiging met de #-knop (hekje) nodig. De codelengte
van de mastercode en gebruikerscode hoeft niet even lang te zijn. U kunt binnen de
lengtelimiet van 4 tot 8 cijfers willekeurig combineren en uitkiezen. Een 8-cijferige mastercode
149
kan bijvoorbeeld samen met gebruikerscodes met vijf cijfers, vier cijfers of zeven cijfers
worden gebruikt. Omgekeerd is dit eveneens mogelijk, een vijf cijfers tellende mastercode
kan samen met een acht cijfers, vier- of vijf cijfers tellende gebruikerscode worden gebruikt.
In de auto entry-invoermodus is na de invoer van een gebruikerscode of gastencode
de bevestiging met de #-knop (hekje) NIET nodig. De lengte van de mastercode en
gebruikerscode moet echter even lang zijn. Het is niet toegestaan om bijv. een 4 cijfers tellende
mastercode en 6 cijfers tellende gebruikerscode te gebruiken. De gemeenschappelijke
codelengte kan binnen de limiet van 4 tot 8 cijfers willekeurig worden gekozen. Een 8 cijfers
tellende mastercode kan bijvoorbeeld alleen samen met een 8 cijfers tellende gebruikerscode
worden gebruikt. Heeft de mastercode slechts vier cijfers, kunnen de gebruikerscodes ook
slechts vier cijfers bevatten.
Denk er dus aan dat bij het verstrekken van een zeer korte mastercode niet alleen het
beveiligingsniveau van de mastercode (grotere lengte betere beveiliging) maar ook
het aantal beschikbare gebruikerscodecombinaties afneemt.
82 + 1 + # = “Auto-entry“-invoermodus activeren
3
2
8
9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 2
1
#
Voer de geheugenpositie “82” en “1” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen van de invoermodus
aan en de gele led knippert twee keer.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
Het codeslot bevindt zich nu in de auto-entry invoermodus.
82 + 0 + # = “Auto-entry”-invoermodus deactiveren
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
150
8 2
0
#
Voer de geheugenpositie “82” en “0” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen van de invoermodus
aan en de gele led knippert twee keer.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
Het codeslot gebruikt de handmatige invoer.
m) Superusercode programmeren
De superusercode is een multifunctionele code voor het bedienen van het relais en fungeert
bovendien als bediening van bepaalde functies van het relais. De programmering van de
superusercode gebeurt op geheugenpositie 45. De codelengte kan 4 tot 8 cijfers tellen. De
superusercode moet hetzelfde aantal tekens hebben als de huidig ingestelde mastercode, als
het keypad in de auto-entry invoermodus wordt gebruikt.
De superusercode en de functie van de deuropenerknop worden door geen enkele
veiligheidsmaatregel van het codeslot, bijv. blokkering van de toegang e.d., beperkt.
U kunt het relais uit veiligheidsoverwegingen op elk moment activeren.
45 + [superusercode] # = superusercode programmeren
Druk op de knoppen in de in links in de afbeelding weergegeven volgorde, om de superusercode
te programmeren. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant.
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de basisinstelling af fabriek
“3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. De gele led brandt
continu om de programmeermodus weer te geven.
4 5
2
5
8
0
#
Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “45” in. Programmeer de
nieuwe superusercode “2580”. Bevestig de invoer met de #-knop.
*
Beëindig de programmering met de * knop. De gele led knippert weer.
151
n) Superusercode wissen
Voor het wissen van de superusercode gaat u als volgt te werk.
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
4 5
#
Geef de geheugenpositie “45” aan.
Bevestig de invoer met de #-knop.
De superusercode wordt gewist.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
o) Deuropener-knop programmeren
De aard van de instelmodi worden hierna samen met diens programmering beschreven.
85 + [vertraging van de opening optie 0 tot 4] + # = gedrag van de knoppen bepalen
Voor het instellen van het circuit van de deuropener-knop gaat u als volgt te werk:
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 5
0
#
of
Voer de geheugenpositie “85” in. De code “0” voor de deuropener-knop is af
fabriek de basisinstelling. Bij deze instelling activeert een kort drukken van
de knop het relais zonder vertraging en zonder akoestische waarschuwing.
Bevestig de invoer met de #-knop.
8 5
1
#
of
Voer de geheugenpositie “85” in. Bij de instelling van code “1” activeert
een kort drukken van de knop het relais pas met 5 seconden vertraging.
Gedurende deze tijd hoort u akoestische waarschuwingen, die stoppen bij
het openen.
Bevestig de invoer met de #-knop.
152
8 5
2
#
of
Voer de geheugenpositie “85” in. Bij de instelling van code “2” activeert
een kort drukken van de knop het relais pas met 10 seconden vertraging.
Gedurende deze tijd hoort u akoestische waarschuwingen, die stoppen bij
het openen.
Bevestig de invoer met de #-knop.
8 5
3
#
of
Voer de geheugenpositie “85” in.
Bij de instelling van code “3” activeert een drukken en ingedrukt houden
van de knop gedurende 5 seconden na het begin van het drukken het
relais. Gedurende de periode van het ingedrukt houden van de knop hoort
u akoestische signalen die bij het loslaten en open worden beëindigd.
Bevestig de invoer met de #-knop.
8
5
4
#
Voer de geheugenpositie “85” in.
Bij de instelling van code “4” activeert een drukken en ingedrukt houden
van de knop gedurende 10 seconden na het begin van het drukken het
relais. Gedurende de periode van het ingedrukt houden van de knop hoort
u akoestische signalen die bij het loslaten en open worden beëindigd.
Bevestig de invoer met de #-knop.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
p) Geluidssignaal voor het relais bij activering instellen
Deze programmering heeft geen invloed op de instellingen voor de functie geluidssignalen bij
bediening van het codeslot (zie paragraaf “q) Functiesignalen van het codeslot instellen”).
81 + [De-/activeringscodes 0 1 2] + # = relaisgeluid de-/activeren
3
2
8
9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 1
0
#
of
Voer de geheugenpositie “81” en de deactiveringscode van het
geluidssignaal “0” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Bij relais-activering door middel van invoer van de code en ook bij het
drukken van een deuropener-knop, die aan de schroefklem “EG IN” (7) is
aangesloten, wordt geen geluidssignaal gegenereerd.
153
8
1
1
#
of
Voer de geheugenpositie “81” en de activeringscode van het geluidssignaal
“1” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Bij relais-activering door de invoer van een code en ook door het
drukken van een deuropener-knop, die aan de schroefklem “EG IN” (7)
is aangesloten, worden twee korte, opeenvolgende geluidssignalen
gegenereerd.
8 1
2
#
Voer de geheugenpositie “81” en de activeringscode van het geluidssignaal
“2” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Bij relais-activering door de invoer van een code en ook door het
drukken van een deuropener-knop, die aan de schroefklem “EG IN” (7) is
aangesloten, wordt een langer geluidssignaal van 1 seconde gegenereerd.
Dit is nuttig om een gast het openen van de deur te signaleren (wanneer de
deuropener geen eigen geluid maakt).
q) Functiesignalen van het codeslot instellen
Deze programmering heeft geen invloed op de geluidssignalen van het relais. Om de instelling
van deze geluidssignalen te veranderen, leest u alstublieft de paragraaf “p) Geluidssignalen
voor het relais bij activering instellen”.
83 + 0 + # = geluidssignalen deactiveren
3
2
8
9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 3
0
#
Voer de geheugenpositie “83” en de deactiveringscode “0” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het uitschakelen van de
geluidssignalen aan. De gele led knippert tweemaal.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv.
rustige kantooromgevingen e.d.
154
Als de programmeermodus met de mastercode wordt gestart, worden de
geluidssignalen voor de duur van de programmering ingeschakeld (om een reactie
voor het drukken van de knoppen te geven).
Bij invoer van een gebruikerscode in beide invoermodi (automatisch en handmatig)
klinkt bij het openen (gele en groene led branden tegelijk kort) een akoestisch signaal,
ook als de geluidssignalen zijn uitgeschakeld.
83 + 1 + # = geluidssignalen activeren
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 3
1
#
Voer de geheugenpositie “83” en de activeringscode “1” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het inschakelen van de geluidssignalen
weer. De gele led knippert tweemaal.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
De geluidssignalen van het codeslot zijn geactiveerd, bijv. als een knop
wordt gedrukt.
r) Programmering van de lichtsignalen van de functie-led
84 + 0 + # = lichtsignalen (gele status-led) deactiveren
3
2
8
9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 4
0
#
Voer de geheugenpositie “84” en de deactiveringscode “0” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het uitschakelen van de stand-by
knippersignalen aan. De gele led knippert tweemaal.
155
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
De gele lichtsignalen in stand-by zijn gedeactiveerd.
Deze instelling is zinvol als gebruikers de knippersignalen als storend
waarnemen.
84 + 1 + # = lichtsignalen (gele status-led) activeren
3 2 8 9
*
Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de
huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde
instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel
akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu
om de programmeermodus weer te geven.
8 4
1
#
Voer de geheugenpositie “84” en de activeringscode “1” in.
Bevestig de invoer met de #-knop.
Een dubbel akoestisch signaal geeft het inschakelen van de stand-by
knippersignalen aan. De gele led knippert tweemaal.
*
Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer.
De gele lichtsignalen in stand-by zijn weer geactiveerd.
11. Bediening
a) Deur openen en sluiten in de handmatige invoermodus
8 3 2 2 1
#
Voer de gebruikerscode in (in het voorbeeld wordt de gebruikerscode
“83221” gebruikt) en sluit de invoer af door het drukken van de # -knop. De
rode en groene led gaan kort aan terwijl een continu akoestisch signaal ter
bevestiging van het openen te horen is. Het relais opent het aangesloten
apparaat, bijv. deuropener. Het sluit automatisch afhankelijk van de
ingestelde tijdsduur. In de omschakelmodus moet u de desbetreffende
code (gebruikerscode, superusercode of gastencode met tijdslimiet)
opnieuw invoeren, om weer te sluiten.
156
b) Deur openen en sluiten met behulp van de auto-entry
invoermodus
8 3 2 2 1
Voer de gebruikerscode in (in het voorbeeld wordt de gebruikerscode
“83221” gebruikt). Het afsluiten van de invoer door het drukken van de
# -knop is niet nodig. Dit wordt automatisch uitgevoerd door het codeslot.
Houd er rekening mee dat gebruikerscode en mastercode in de auto-
invoermodus altijd hetzelfde aantal cijfers moeten hebben.
c) Relais met de superusercode bedienen (openen of sluiten)
U kunt de superusercode als een gewone openingscode voor het openen van de deur gebruiken.
2 5
8 0
#
1
Voer de superusercode in (in het voorbeeld wordt de superusercode “2580”
gebruikt), en druk op de #-knop. De gele led knippert sneller. Sluit de invoer
met de functiecode 1 door het drukken van de knop “1” af.
De rode en groene led gaan aan terwijl een lang akoestisch signaal ter
bevestiging van het openen te horen is. Het relais opent het aangesloten
apparaat, bijv. deuropener. De groene led brandt zolang het relais is
geactiveerd.
In de “omschakelmodus” (toggle) blijft het aangesloten apparaat open.
Herhaal dezelfde invoer om het relais dan weer te sluiten.
Indenormalemodusschakelthetrelaisnaaoopvandeingesteldetijd
weer terug in de uitgangspositie.
d) Open houden met superusercode
Het relais opent normaal gesproken bij invoer van een openingscode (gebruikers- of
gastencode). Onder bepaalde omstandigheden kan het noodzakelijk worden, het relais
te activeren en eventueel open te houden, om personen toegang te verlenen zonder een
openingscode te verstrekken. Met behulp van de superusercode kan het betreden en verlaten
van het beveiligde gebied worden gecontroleerd.
Het gebruik van deze functie van superusercode wordt alleen aanbevolen voor fail-
safe sloten. Het is niet raadzaam deze functie voor fail-secure sloten te gebruiken.
Laatstgenoemden kunnen beschadigd raken, omdat ze te lang geactiveerd zouden
kunnen blijven en voor een zeer hoog stroomverbruik zorgen.
157
Activeer de functie zoals hierna beschreven:
2 5
8 0
#
7
Voer de superusercode in (in het voorbeeld wordt de superusercode “2580”
gebruikt), en druk op de #-knop. De gele led knippert sneller. Sluit de invoer
af door op de knop “7” te drukken.
Het relais opent de deur. De groene led brandt zolang het relais geopend
is.
Voor het sluiten voert u dezelfde sequentie met superusercode opnieuw in.
De groene led gaat uit en de deur is gesloten.
Terwijl de functie voor het open houden geactiveerd is (deur open), zijn alle
openingscodes (de gebruikerscodes en de superusercode zelf) tijdelijk opgeheven.
e) Toegangsblokkering met superusercode activeren
Het relais opent normaal gesproken bij invoer van een openingscode (gebruikerscode,
gastencode, tijdelijke code). Onder bepaalde omstandigheden kan het noodzakelijk worden,
het relais tijdelijk tegen gebruik te beveiligen, om personen toegang te ontzeggen, zonder de
openingscodes te wissen. Met behulp van de superusercode kan het betreden en verlaten van
het beveiligde gebied op bepaalde tijden, bijv. na kantooruren, geblokkeerd worden.
Het gebruik van deze functie van de superusercode heeft alleen betrekking op het
relais van de deuropener. De deuropener-knop (aangesloten op “EG IN” (7)) werkt
voor het openen verder net als de superusercode, die het bedienen van het relais voor
de eigenaar van deze code mogelijk maakt.
Activeer de toegangsblokkering met de superusercode, zoals hierna beschreven:
2 5
8 0
#
9
Voer de superusercode in voor openen (in het voorbeeld wordt de
superusercode “2580” gebruikt), druk op de #-knop en sluit de invoer af
door op de knop “9” te drukken.
Het relais is voor normale gebruikers met geldige code tijdens de activering
van de toegangsblokkering geblokkeerd. De rode led brandt gedurende de
toegangsblokkering.
Voer de superusercode in voor het ongedaan maken van de
toegangsblokkering, druk op de #-knopen sluit de invoer af door het
drukken van de knop “9”. De toegangsblokkering wordt teniet gedaan. De
rode led dooft.
De superusercode werkt zelfs nog steeds voor openen om de eigenaar van deze
code toegang tot het vergrendelde bereik te geven, ook tijdens een geactiveerde
toegangsblokkering.
158
f) Deuropener met gastencode openen
Eenmalige gastencode
1 2 3 4
#
De gast voert de gastencode in (in het voorbeeld wordt de gastencode
“1234” gebruikt) en drukt op de # -knop voor het afsluiten van de invoer.
De groene led brandt tijdens het openen. De code is uniek en wordt na het
openen automatisch gewist.
Gastencode met 5 uur geldigheid
4 3 2 1
#
De gast voert de gastencode in (in het voorbeeld wordt de gasten code
“4321” gebruikt) en hij drukt op de # -knop voor het afsluiten van de invoer.
De groene led brandt tijdens het openen. De code is vanaf invoer voor de
komende 5 uur geldig en kan meerdere keren opnieuw worden gebruikt
voorhetopenenvandedeur.Hijwordtnaaoopvandegeldigheidsperiode
automatisch gewist.
Gastencode met 10 uur geldigheid
4 3 2 1
#
De gast voert de gastencode in (in het voorbeeld wordt de gastencode
“4321” gebruikt) en drukt op de # -knop voor het afsluiten van de invoer.
De groene led brandt tijdens het openen. De code is vanaf invoer voor de
komende 10 uur geldig. Daarna wordt hij automatisch gewist.
12. De “DAP”-jumper
De jumper “DAP” (6), die zich op de printplaat bevindt, is bedoeld voor de activering van de
programmeermodus, als u de mastercode heeft vergeten of bent kwijtgeraakt.
Ga als volgt te werk:
Koppel uw codeslot los van de voeding.
Draai de twee schroeven van het frontpaneel van het codeslot los en haal het
er voorzichtig eraf.
DAP
ON OFF
159
Trek de jumper “DAP” van de positie “OFF” en plaats de jumper “DAP” op de positie “ON”.
Verbind het codeslot weer met de voeding. De gele led knippert nu snel en tegelijkertijd
klinkt er een geluidssignaal.
Zet de jumper terug in de stand “OFF”. De gele led brandt nu continu. Het codeslot staat
nu in de programmeermodus.
Plaats het frontpaneel weer terug op de kunststof behuizing (zorg ervoor dat er geen kabels
bekneld raken) en schroef het frontpaneel vast.
Als u de programmeermodus met de jumper “DAP” start, verandert dit bestaande
instellingen niet.
Stel een nieuwe mastercode in, zie paragraaf “d) Programmeren van een nieuwe
mastercode” in hoofdstuk 10. Programmering.
13. Programmeervoorbeelden
De volgende voorbeeld-programmeringen dienen als gebruikerscenario's voor demonstratie
van typische instellingen, vormen echter geen bindend advies voor het programmeren.
Slahetbestealleinformatieoveruwconguratieendetoegekendecodesopineen
tabel/database. Dit helpt niet alleen, een nauwkeurig overzicht over alle personen te
krijgen, die toegangsbevoegd zijn, maar zodoende kan ook de toegang weer worden
geblokkeerd, als een bepaalde persoon bijv. geen toegang meer hoeft te hebben.
Voorbeeld 1: Gebruiksmodus “single-user”
0 0 0 0
*
Programmeermodus met de mastercode openen (basisinstelling af
fabriek “0000”), de gele LED brandt continu.
Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd
is, moet deze natuurlijk worden gebruikt!
8 9 0 0
#
8900 # gebruiksmodus “single-user” gebruiken (bij levering reeds
ingesteld)
Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “multi-user” was
geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande instellingen
(behalve de mastercode) gewist!
160
0
3 2 8 9
#
Mastercode op “3289” programmeren
1
8 3 2 1
#
Gebruikerscode op “8321” programmeren
4 5
2 5 8 0
#
Superusercode voor het relais op “2580” programmeren
4 0
3
#
Relaisuitgang wordt bij de juiste gebruikerscode gedurende 3
seconden geactiveerd
7 0
1 0
#
Codeslot wordt na 10 keer een verkeerde invoer van een code
gedurende 15 minuten geblokkeerd
*
Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele led
langzaam (stand-by)
Voorbeeld 2: Gebruiksmodus “multi-user” met 15 minuten invoerblokkering bij een
foutieve invoer
0 0 0 0
*
Programmeermodus met de mastercode openen (basisinstelling
af fabriek “0000”), de gele LED brandt continu.
Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode
geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt!
8
9
0
1
#
8901 # gebruiksmodus “multi-user” gebruiken
Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “single-user”
was geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande
instellingen (behalve de mastercode) gewist!
0
3 2 8 9
#
Mastercode op “3289” programmeren
1
0 1
8 3 2 1
#
Gebruikerscode “01” op “8321” programmeren
1
0 2
1 1 2 2 3
#
Gebruikerscode “02” op “11223” programmeren
1
0 3
3 3 2 2 1
#
Gebruikerscode “03” op “33221” programmeren
1
0 4
8 5 5 5
#
Gebruikerscode “04” op “8555” programmeren
4 5
2 5 8 0
#
Superusercode voor het relais op “2580” programmeren
4 0
5
#
Relaisuitgang wordt bij de juiste gebruikerscode gedurende 5
seconden geactiveerd
7 0
1 0
#
Codeslot wordt na 10 keer een verkeerde invoer van een code
gedurende 15 minuten geblokkeerd
8 1
1
#
Geluidssignaal voor de deuropener activeert met twee korte
geluidssignalen
8
3
0
#
geen geluidssignalen bij bediening
161
*
Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele led
langzaam (stand-by)
Voorbeeld 3: Gebruiksmodus “multi-user” met automatische codeherkenning
Als u de gebruiksmodus “multi-user” gebruikt, is het normaal gesproken af fabriek ingesteld dat
na de invoer van de code voor het openen (gebruikerscode of gastencode) altijd de # -knop
(hekje) moet worden ingedrukt.
U kunt dit drukken vermijden, door voor alle codes een uniforme codelengte te gebruiken, d.w.z.
u gebruikt bijv. ononderbroken codes met 5 cijfers als mastercode en voor gebruikers en gasten.
Vervolgens activeert u de “auto entry”-invoermodus (automatische codeherkenning).
Is de “auto entry”-invoermodus ingeschakeld, controleert het codeslot elke invoer van cijfercodes
direct. Wanneer het codeslot de juiste code heeft herkend, wordt direct de desbetreffende
functie geactiveerd (bij openingscode het relais activeren). Een bevestiging van een code met
de # -knop (hekje) is niet meer nodig.
0 0 0 0
*
Programmeermodus met de mastercode openen
(basisinstelling af fabriek “0000”), de gele LED brandt continu.
Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode
geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt!
8
9
0
1
#
8901 # gebruiksmodus “multi-user” gebruiken
Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “single-user”
was geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande
instellingen (behalve de mastercode) gewist!
0
3 2 8 9 3
#
Mastercode op “32893” programmeren
1
0 1
8 3 2 1 9
#
Gebruikerscode “01” op “83219” programmeren
1
0 2
1 1 2 2 3
#
Gebruikerscode “02” op “11223” programmeren
1
0 3
3 3 2 2 1
#
Gebruikerscode “03” op “33221” programmeren
1
0 4
8 5 5 5 5
#
Gebruikerscode “04” op “85555” programmeren
4 5
2 5 8 0
#
Superusercode voor het relais op “2580” programmeren
7 0
1 0
#
Codeslot wordt na 10 keer een verkeerde invoer van een code
gedurende 15 minuten geblokkeerd
162
8
2
1
#
“Auto entry”-invoer activeren
Waarschuwing - zoals aan het begin beschreven moeten alle
codes even lang zijn, bijvoorbeeld 5 cijfers)
*
Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele
led langzaam (stand-by)
Voorbeeld 4: Gebruiksmodus “multi-user” met snelle invoer en automatische
codeherkenning
0 0 0 0
*
Programmeermodus met de mastercode openen
(basisinstelling af fabriek “0000”), de gele LED brandt continu.
Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode
geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt!
8 9 0 1
#
8901 # gebruiksmodus “multi-user” gebruiken
Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “single-user”
was geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande
instellingen (behalve de mastercode) gewist!
0
3 2 8 9 3
#
Mastercode op “32893” programmeren
1
0 1
8 3 2 1 9
#
Gebruikerscode “01” op “83219” programmeren
1
0 2
1 1 2 2 3
#
Gebruikerscode “02” op “11223” programmeren
1
0
3
3
3
2
2
1
#
Gebruikerscode “03” op “33221” programmeren
1
0
4
8
5
5
5
5
#
Gebruikerscode “04” op “85555” programmeren
4
5
2
5
8
0
#
Superusercode voor het relais op “2580” programmeren
8
2
1
#
Auto entry-invoermodus activeren
4
2
#
Relaisuitgang wordt bij de invoer van de eerste 2 cijfers van een
openingscode geactiveerd en bij de invoer van de complete
codelengte gedeactiveerd (omschakelmodus (“Toggle”))
*
Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele
led langzaam (stand-by)
Als openingscode zal nu bij het activeren van de relais reeds bijvoorbeeld “83”
geaccepteerd worden. De code hoeft niet meer in volle lengte te worden ingevoerd.
De invoer met het hekje is niet nodig. Bij het deactiveren van het relais moet echte de
complete gebruikerscode “83219” worden ingevoerd!
163
14. Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval agressieve reinigingsmiddelen, reinigingsalcohol of andere
chemische producten omdat de behuizing beschadigd of de werking zelfs belemmerd
kan worden. Agressieve schoonmaakmiddelen kunnen ook tot verkleuringen leiden of
de opschriften op de knoppen beschadigen.
Dit apparaat is voor u onderhoudsvrij. Voor een incidentele reiniging van het product gebruik
een droge, pluisvrije doek. Het keypad en spleten rondom de knoppen kunnen met een
langharige, zachte kwast worden ontdaan van stof.
15. Afvoer
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil. Voer het
product aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke bepalingen
af.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu.
164
16. Technische gegevens
Stroomvoorziening ..........................12 V/DC (11 - 15 V/DC)
Opgenomen stroom
........................16 mA tot max. ca. 50 mA (typisch)
Belastbaarheid van het
relaiscontact
...................................max. 12 V/DC, 3 A
Montageplaats
................................ Binnenshuis
Gebruiks-/opslagcondities
.............. -20 tot +70 ºC,
5 – 95 % relatieve luchtvochtigheid (niet condenserend)
Afmetingen (b x h x d)
.................... 72 x 117 x 42 mm (buitenafmetingen van de kunststof
behuizing voor de montage op de muur)
Gewicht
...........................................140 g
165

Documenttranscriptie

Bedienungsanleitung 1-Kanal Multifunktions-Codeschloss Best.-Nr. 1582597 Seite 2 - 43 Operating Instructions 1-channel multifunctional code lock Item No. 1582597 Page 44 - 81 Notice d’emploi Serrure à code multifonction 1 canal N° de commande 1582597 Page 82 - 123 Gebruiksaanwijzing 1-kanaals multifunctioneel codeslot Bestelnr. 1582597 Pagina 124 - 165 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding............................................................................................................................126 2. Verklaring van de symbolen.............................................................................................126 3. Doelmatig gebruik............................................................................................................127 4. Omvang van de levering..................................................................................................127 5. Eigenschappen en functies..............................................................................................128 6. Veiligheidsinstructies........................................................................................................129 7. Bedieningselementen.......................................................................................................130 8. Montage en aansluiting....................................................................................................131 a) Montage....................................................................................................................131 b) Aansluiting.................................................................................................................132 c) Schakelschema voor het aansluiten..........................................................................133 d) Model van de deuropener.........................................................................................133 e) Deuropener-knop met vertraging en waarschuwingssignaal....................................134 9. Geluidssignalen en led-indicatoren..................................................................................134 a) rode led (2)................................................................................................................134 b) Gele led (3)................................................................................................................135 c) Groene led (4)...........................................................................................................135 d) Invoer annuleren.......................................................................................................135 e) Achtergrondverlichting...............................................................................................136 f) Geluidssignaal voor het relais bij activering..............................................................136 g) Functiesignalen van het codeslot..............................................................................136 h) Lichtsignalen de functie-led.......................................................................................136 10. Programmering.................................................................................................................137 a) Programmeermodus starten......................................................................................137 b) Instellen van de constructie van de aangesloten deuropener...................................137 124 c) Omschakelen van de gebruiksmodus.......................................................................138 d) Programmeren van een nieuw mastercode..............................................................140 e) Gebruikerscode programmeren................................................................................141 f) Gebruikerscode wissen.............................................................................................142 g) Gastencode programmeren......................................................................................143 h) Gastencode wissen...................................................................................................144 i) Geprogrammeerde gebruikersgegevens terugzetten................................................145 j) Configuratie van de functie van het relais.................................................................146 k) Reactie van het codeslot bij foutieve invoer..............................................................148 l) “Auto entry”-invoermodus (automatische codeherkenning)......................................149 m) Superusercode programmeren.................................................................................151 n) Superusercode wissen..............................................................................................152 o) Deuropener-knop programmeren..............................................................................152 p) Geluidssignaal voor het relais bij activering instellen................................................153 q) Functiesignalen van het codeslot instellen................................................................154 r) Programmering van de lichtsignalen van de functie-led............................................155 11. Bediening.........................................................................................................................156 a) Deur openen en sluiten in de handmatige invoermodus...........................................156 b) Deur openen en sluiten met behulp van de auto-entry invoermodus........................157 c) Relais met de superusercode bedienen (openen of sluiten).....................................157 d) Open houden met superusercode.............................................................................157 e) Toegangsblokkering met superusercode activeren...................................................158 f) Deuropener met gastencode openen........................................................................159 12. De “DAP”-jumper..............................................................................................................159 13. Programmeervoorbeelden................................................................................................160 14. Reiniging en onderhoud...................................................................................................164 15. Afvoer...............................................................................................................................164 16. Technische gegevens.......................................................................................................165 125 1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese normen. Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker deze gebruiksaanwijzing in acht te nemen! Deze gebruiksaanwijzing behoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in over de ingebruikname en het gebruik. Houd hier rekening mee als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze gebruiksaanwijzing daarom voor later gebruik! Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 2. Verklaring van de symbolen Het symbool met een bliksemschicht in een driehoek wordt gebruikt als er gevaar voor uw gezondheid bestaat bijv. door elektrische schokken. Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke tips in deze gebruiksaanwijzing die beslist opgevolgd moeten worden. Het pijl-symbool ziet u waar bijzondere tips en aanwijzingen over de bediening worden gegeven. Het product mag alleen in droge, gesloten ruimtes binnenshuis worden geplaatst en gebruikt. Het product mag niet vochtig of nat worden, er bestaat levensgevaar door een elektrische schok! 126 3. Doelmatig gebruik Dit codeslot dient voor het beveiligen van deuren (bijv. een kantoor). Er kunnen maximaal 100 gebruikers met verschillende codes (normale gebruikerscodes) en 10 tijdelijke gastencodes worden opgeslagen. Een toegangsblokkering kan met behulp van een superusercode geactiveerd/gedeactiveerd worden. Hiermee kunt u onbeperkte toegang voor geautoriseerde gebruikers regelen (bijv. tijdens vergaderingen/meetings of ‘s nachts) of voorkomt onbevoegde toegang. Door een relaisuitgang (1x omschakelcontact, max. 12 V/DC, 3 A) kan een deuropener maar ook andere apparaten worden aangestuurd (bijv. een alarminstallatie). Het codeslot mag alleen worden gebruikt op een spanning van 12 V/DC. Gebruik het codeslot uitsluitend in droge ruimtes binnenshuis, het mag niet vochtig of nat worden. Het product is alleen bedoeld voor gebruik in gesloten ruimtes dus gebruik buitenshuis is niet toegestaan. Contact met vocht, bijv. in badkamers e.d. dient absoluut te worden vermeden. In verband met veiligheid en normering zijn aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product niet toegestaan. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan de hiervoor beschreven doeleinden, kan het product worden beschadigd. Bovendien kan bij verkeerd gebruik een gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok, enz. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar deze goed. Geef het product alleen samen met de gebruiksaanwijzing door aan derden. Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden. 4. Omvang van de levering • Codeslot • Kunststof behuizing voor de montage op de muur • 1 x diode • 2 x behuizingschroef • 2 x bevestigingsschroef • 2 x plug • Gebruiksaanwijzing 127 Actuele gebruiksaanwijzingen Download de meest recente gebruiksaanwijzing via de link www.conrad. com/downloads of scan de afgebeelde QR-Code. Volg de instructies op de website. 5. Eigenschappen en functies • Omschakelbaar tussen 2 gebruiksmodi: Gebruiksmodus “Multi-user”: 1x mastercode, 100 gebruikerscodes, 10x gastencodes, 1x superusercode, gebruiksmodus “single user”: 1 x mastercode, 1x gebruikerscode, 1x superusercode • 10x gastencodes met programmeerbare duur (1 tot 99 uur) • Relais met 1x contact, max. 12 V/DC, 3 A, voor het bedienen van een deuropener of andere apparaten (bijv. alarminstallaties) • Aansluiting voor externe deuropener-knop (N.O.-knop, sluitcontact) • 3 led’s voor controle van de werking (rood = toegangsblokkering, geel = stand-by/ programmeermodus, groen = relais geactiveerd) • Blauwe toetsverlichting (door op een toets te drukken wordt de helderheid van de toetsverlichting automatisch gedurende 10 seconden verhoogd) • Compatibel met fail-safe of fail-secure elektronische deursloten • Superusercode voor de bediening van verschillende functies van het codeslot met uitgebreide rechten • Configureerbare reactie van het codeslot bij foutieve invoer • Stand-by knipperen en geluidssignalen uitschakelbaar • Drie instellingsopties voor de geluiden van de deuropener • Twee instelopties na foutieve invoer (geen reactie, tijdelijke blokkering van de invoer) • Openings-/vasthoudtijd van het sluitcontact instelbaar van 1 tot 999 seconden • Snelinvoer naar keuze vanaf de tweede of derde positie van een code in de omschakelmodus (“Toggle”) • Auto entry-invoermodus en handmatige invoer • Vier verschillende waarschuwingsopties voor het openen met een externe deuropener-knop • Sabotageschakelaar ter bescherming tegen onbevoegde manipulatie van het slot 128 6. Veiligheidsinstructies Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien u de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgt, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan personen of voorwerpen. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de aansprakelijkheid/garantie. • Het product is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren. • Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Dit zou voor kinderen gevaarlijk speelgoed kunnen worden. • Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge vochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen. • Als het product niet langer veilig gebruikt kan worden, stel het dan buiten bedrijf en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilig gebruik kan niet langer worden gegarandeerd als het product: -- zichtbaar is beschadigd, -- niet meer naar behoren werkt, -- tijdens een langere periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of -- onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde belastingen. • Behandel het product met zorg. Schokken, stoten of zelfs vallen vanaf een geringe hoogte kunnen het product beschadigen. • Neem ook de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in acht die met het product zijn verbonden. • Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het product. • Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door een vakman of in een daartoe bevoegde werkplaats. • Als u nog vragen heeft die niet door deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord, neem dan contact op met onze technische dienst of andere technisch specialisten. 129 • Het relais-omschakelcontact beschikt over een contactbelastbaarheid van max. 12 V/DC, 3 A. Hij mag nooit met hogere of andere spanningen (zoals bijv. netspanning) of hogere stromen worden gebruikt. Er bestaat eventueel gevaar voor een elektrische schok! • Het product mag uitsluitend in droge, afgesloten binnenruimtes geïnstalleerd en gebruikt worden. • Het is niet toegestaan om dit apparaat in ruimten met een grote hoeveelheden stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen te gebruiken. Er bestaat gevaar op brand en explosie! 7. Bedieningselementen 2 3 4 5 1 130 1 Bevestigingsschroeven voor de frontplaat 2 Rode led (toegangsblokkering geactiveerd) 3 Gele led (functie-led) 4 Groene led (relais is geactiveerd) 5 Keypad 6 6 Jumper voor het activeren van de programmeermodus als men de mastercode is vergeten (DAP = “Direct Access to Programming” = rechtstreekse toegang tot de programmering) 7 Schroefklem voor deuropener-knop “EG IN” 8 Aansluitingen relais “DOOR LOCK” 9 Schroefklemmen voor de aansluiting van de bedrijfsspanning “12V DC” 10 Schroefklemmen “Tamper N.C.” 11 Sabotageschakelaar 11 10 9 8 7 8. Montage en aansluiting a) Montage Geen enkele aansluitkabel mag geknikt of ingeklemd worden. Storingen, kortsluiting evenals een defect apparaat kunnen het gevolg zijn. Het aansluiten is alleen in spanningsloze toestand toegestaan. • Haal eerst de frontplaat met het keypad uit de kunststof behuizing. Draai hiervoor eerst de beide bevestigingsschroeven (1) uit de kunststof behuizing en de frontplaat. • Monteer de kunststof behuizing aan de wand. Voor de kabeldoorvoer kan een rond kunststof deel in de achterkant worden losgemaakt. Gebruik voor het vastschroeven de meegeleverde bevestigingsschroeven en indien nodig de meegeleverde pluggen. Zorg er tijdens het boren en vastschroeven op verschillende oppervlakken voor dat u geen kabels of leidingen beschadigt. 131 b) Aansluiting Sluit de kabels aan op de passende schroefklemmen. Een schakelvoorbeeld vindt u in de paragraaf “c) Schakelschema voor het aansluiten”. • De beide schroefklemmen “Tamper N.C.” (10) [1 - 2] zijn bestemd voor het aansluiten van alarmsystemen ter waarschuwing bij onbevoegde toegang en verandering. Als de behuizing wordt geopend geeft de sabotageschakelaar (9) een alarmcircuit vrij. Sluit deze indien nodig aan op een geschikt alarmsysteem. • De beide schroefklemmen “12V DC” (9) [3 - 4] zijn bestemd voor de aansluiting van de bedrijfsspanning. Er moet een gelijkspanning van 12 V gebruikt worden. De gelijkspanning moet op de montageplaats ter beschikking staan (bijv. deurbeltransformator of netspanningsadapter enz.). Bij gelijkspanning (DC) dient er bij het aansluiten op de juiste polariteit (plus/+ en min/-) te worden gelet. Sluit hier bijv. nooit een netspanning aan! Levensgevaarlijk door een elektrische schok! • De schroefklem [5] is bij dit product ongebruikt. • De beide schroefklemmen (+) (-) “DOOR LOCK” (8) [6 - 7] zijn direct verbonden met het relaiscontact voor de deuropener. Het relais heeft een contactbelastbaarheid van max. 12 V/DC, 3 A. Sluit hier bijv. nooit een netspanning aan! Levensgevaarlijk door een elektrische schok! • Aan de schroefklem “EG IN” (7) kan de knop van de deuropener worden aangesloten, die bijvoorbeeld binnen in de ruimte naast de deur wordt aangebracht. Indien nodig, kunt u hier ook meerdere knoppen van andere deuropeners in een parallelle schakeling aansluiten. Bij het drukken van de knop wordt het relais voor dezelfde tijdsduur geactiveerd, die ook door de invoer van een gebruikerscode wordt geactiveerd. Als u deze functie niet nodig hebt, sluit u aan de schroefklem “EG IN” (7) niets aan. 132 c) Schakelschema voor het aansluiten 1 2 3 4 TAMPER ( + ) ( – ) 12V DC N.C. A B 5 6 7 8 (+) (–) EG IN DOOR LOCK Stroombron (bijv. netspanningsadapter 12 V/DC) B Deuropener-knop (als meer dan 1 knop nodig is, kunnen deze parallel worden geschakeld) (in het schakelvoorbeeld is de aansluiting voor het tweede knop met een gestippelde lijn weergegeven) C Deuropener D Beveiligingsdiode (met het codeslot meegeleverd) C N.O. 1N4004 CATHODE B A N.O. D • Om te voorkomen dat ESD (elektrostatische ontladingen) interferenties die de functie van het codeslot beïnvloeden, dient u altijd een aarde aan te sluiten. • De meegeleverde diode dient zo dicht mogelijk met de sluitcontacten te worden verbonden om te voorkomen dat een door wederkerige inductie in de sluiterspoel gegenereerde stroom het codeslot kan beschadigen. • Controleer of de jumper “DAP” in de stand “OFF” staat. • Plaats de frontplaat op de plastic behuizing als de aansluiting is afgesloten. Let erop dat de kabels niet bekneld raken of losraken van de schroefklemmen. • Gebruik evt. kabelbinders voor het bevestigen en rangschikken van de kabels. • Fixeer de frontplaat met de beide bevestigingsschroeven (1) op de behuizing. • Schakel de bedrijfsspanning in. De kleurige achtergrondverlichting van de knoppen moet nu branden. Bovendien knippert de gele led langzaam (stand-by). d) Model van de deuropener Het codeslot kan met fail-secure of fail-safe deuropeners worden gebruikt. De bedrijfsmodus van het relais moet conform de constructie van de aangesloten deuropener worden geprogrammeerd. Afhankelijk van model van de deuropener moet of de gebruiksmodus “Fail-secure” of “Fail-safe” van het codeslot worden gebruikt. -- “Fail-Secure”-deuropener: Deze geeft de vergrendeling alleen dan vrij wanneer er bedrijfsspanning op staat (gebruikelijke constructie). 133 -- “Fail-Safe”-deuropener: Deze geeft de vergrendeling vrij wanneer de voedingsspanning ontbreekt (ongebruikelijke constructie, wordt bijvoorbeeld gebruikt voor nooduitgangen, omdat bij stroomuitval de deur dan geopend kan worden). De gebruiksmodi voor dit codeslot kunnen worden geprogrammeerd (vergelijk in hoofdstuk “10. Programmering”). De basisinstelling af fabriek is “Fail-secure”. Lees in de paragraaf “b) Instellen van de constructie van de aangesloten deuropener” hoe de deuropener afhankelijk van de constructie geprogrammeerd moet worden. Bepaal de bouwwijze van de gebruikte deuropener voordat u de bedrijfsmodus van het relais programmeert. Zorg ervoor dat bij de gebruikte fail-secure deuropener het codeslot niet wordt geprogrammeerd op de fail-safe gebruiksmodus. Een verkeerde programmering kan tot beschadigingen van de deuropener of het codeslot zelf leiden. Een fail-secure deuropener heeft kortstondig een relatieve hoge spanning nodig voor het openen en is zodoende niet geschikt voor langdurige belastingen. e) Deuropener-knop met vertraging en waarschuwingssignaal Als u een deuropener-knop samen met het codeslot inbouwt, kan het eventueel nodig zijn de bediening van de deuropener onder bepaalde omstandigheden aan te passen, bijv. in scholen of ziekenhuizen. Het gedrag van de deuropener-knop kan met of zonder vertraging en waarschuwingssignalen in 5 modi worden ingesteld. Zie daarvoor paragraaf “o) Deuropenerknop programmeren” (in hoofdstuk “10. Programmering”). 9. Geluidssignalen en led-indicatoren De drie led’s aan de voorkant rood (2), geel (3) en groen (4) hebben de volgende functies: a) rode led (2) Brandt, wanneer de tot toegangsblokkering ofwel door foutieve invoer of handmatig met behulp van de superusercode werd geactiveerd. In deze gebruiksmodus kan met de gebruikerscode het relais in de codeslot niet worden geactiveerd. Pas wanneer de superusercode voor het opheffen van de toegangsblokkering opnieuw wordt ingevoerd en de led uitgaat, is het codeslot weer gereed voor gebruik. 134 b) Gele led (3) Deze dient samen met de interne piëzo-zoemer als bevestigings- resp. functie-led. Als tijdens een invoer zonder beëindigen van de gehele procedure door de * -knop (sterretje) of de #-knop (hekje) gedurende 10 seconden geen andere knop wordt gedrukt, klinkt vijf keer een akoestisch geluid en knippert de gele led net zo vaak. Alle eerder gedane invoer worden teruggezet. U moet de invoer dan herhalen. De maximale tijd voor de invoer van een code mag niet langer dan 30 seconden zijn. Status Piëzo-zoemer Led Programmeermodus - Brandt voortdurend Drukken van een knop (bevestigd) 1x pieptoon 1x knipperen Ingevoerde code ok 2x pieptoon 2x knipperen Ingevoerde code niet ok 5x pieptoon 5x knipperen DAP-jumper op “ON” Continue pieptonen Continu knipperen Stand-by - Alle 2 seconden 1x knipperen Relais geactiveerd 1x langer geluidssignaal (1 seconde) - De geluiden van de piëzo-zoemer kunnen worden geactiveerd of gedeactiveerd (geheugenpositie 83). Het geluidssignaal van de op “EG IN” (7) aangesloten deuropener wordt hierdoor niet beïnvloed. Hij wordt afzonderlijk geprogrammeerd (geheugenpositie 81). c) Groene led (4) Het relais werd door de invoer van een juiste code geactiveerd. De activeringsduur is afhankelijk van de door u uitgevoerde programmering (1 tot 999 seconden resp. omschakel-/togglegebruik). d) Invoer annuleren Om een invoer, bijv. bij een invoerfout of bij een spontane wijziging van de invoersequentie, af te breken, drukt u op de * -knop (sterretje) of de #-knop (hekje). Er klinkt vijf keer een akoestisch signaal en de gele led (3) knippert net zo vaak. Alle eerder gedane invoer worden teruggezet. U kunt de invoer vervolgens herhalen. 135 e) Achtergrondverlichting Het keypad van de deuropener is in de stand-by modus normaal gesproken gedimd. Door ca. 10 seconden lang op een knop te drukken, wordt deze helderder en toont zo de resterende invoertijd voor een code na iedere laatste druk op een knop. Als hij weer in de gedimde toestand terugkeert, knippert de gele led drie keer zo snel. f) Geluidssignaal voor het relais bij activering Bij activering van het relais wordt normaliter een geluidssignaal afgeven. Dit is uitschakelbaar en qua wijze instelbaar. In de basisinstelling af fabriek is het geluidssignaal bij het openen van het relais reeds ingesteld. Om de instelling van dit geluidssignaal te veranderen, leest u alstublieft de paragraaf “p) Geluidssignaal voor het relais bij activering instellen”. g) Functiesignalen van het codeslot Het codeslot geeft bediening, invoer en uitgevoerde programmeringsinstructies door middel van geluidssignalen aan. Deze signalisering kan worden ingesteld. In de basisinstelling af fabriek zijn de geluidssignalen bij het drukken van knoppen en voor het bevestigen van een uitgevoerde functie ingesteld. Om de instelling van deze geluidssignalen te veranderen, leest u de paragraaf “q) Functiesignalen van het codeslot instellen” (in hoofdstuk “10. Programmering”). Als de programmeermodus met de mastercode wordt gestart, worden de geluidssignalen voor de duur van de programmering ingeschakeld, ook als ze uitgeschakeld zijn (om een feedback voor het drukken van de knoppen te geven). Bij invoer van een gebruikerscode in beide invoermodi (automatisch en handmatig) klinkt bij het openen (gele en groene led branden gelijktijdig eventjes) een akoestisch signaal, ook als de functiesignalen zijn uitgeschakeld. h) Lichtsignalen de functie-led De gele functie-led knippert in stand-by. Het knipperen kan worden uitgeschakeld. In de basisinstelling af fabriek is dit lichtsignaal in stand-by (de gele led knippert) ingesteld. Alle andere lichtsignalen, bijv. de groene led bij het openen, blijven wel werken. Hoe dit kan worden geprogrammeerd, kunt u in paragraaf “r) Programmering van de lichtsignalen van de functie-led” lezen (in hoofdstuk “10. Programmering”). 136 10. Programmering Schakel de voeding van het codeslot tijdens het programmeren niet uit! Dit kan geheugenfouten tot gevolg hebben. a) Programmeermodus starten U kunt de programmering op de plaats van installatie resp. voor de montage al in een werkplaats uitvoeren om de gehele installatietijd ter plaatse te verminderen. Om de programmeermodus te starten, typt u de cijfers van de mastercode in en drukt u voor het afsluiten van de invoer op de * -knop (sterretje). De mastercode af fabriek in de basisinstelling luidt “0000”. Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt! Vanwege de veiligheid raden wij u ten zeerste aan, de mastercode te wijzigen, zie hiervoor paragraaf “d) Programmeren van een nieuwe mastercode”. Na de wijziging van de mastercode moet u natuurlijk de nieuwe mastercode invoeren om de programmeermodus te starten. Na de start van de programmeermodus brandt de gele led continu. U kunt vervolgens de hierna beschreven programmeringen uitvoeren. Begin de invoer voor de programmering altijd met de geheugenpositie. Tussen elke druk op een knop mag maximaal een pauze van 10 seconden liggen, anders wordt de invoer niet geaccepteerd en de reeds ingevoerde tekens worden gewist. Er wordt een optische en akoestische foutmelding weergegeven: De gele led knippert 5x en er zijn 5 geluidssignalen te horen. b) Instellen van de constructie van de aangesloten deuropener Het codeslot kan met fail-secure of fail-safe deuropeners worden gebruikt. Deze moet overeenkomstig de constructie van de aangesloten deuropener worden geprogrammeerd. Bepaal het type van de gebruikte deuropener voordat u de constructie van het codeslot programmeren. Zorg ervoor dat een fail-secure deuropener niet op de fail-safe constructie wordt geprogrammeerd. Een verkeerde programmering kan tot beschadigingen van de deuropener of het codeslot zelf leiden. Een fail-secure deuropener heeft kortstondig een relatieve hoge spanning nodig voor het openen en is zodoende niet geschikt voor langdurige belastingen. 137 66 + [componentcode] + # = fail-secure of fail-safe Om de component in te stellen, drukt u op de knoppen in het links op de afbeelding weergegeven volgorde. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant. 3 2 6 6 0 of 1 # 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “66” in. Voer de code voor u de component van de aan te sluiten deuropener in. “0” wordt gebruikt voor het fail-secure type. “1” wordt gebruikt voor het fail-safe type. Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering van het type van de aangesloten deuropener weer. Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, hoort u vijf signalen en knippert de gele led even zo vaak. c) Omschakelen van de gebruiksmodus Het codeslot kan in twee gebruiksmodi worden gebruikt. De gebruiksmodus “single-user” (8900 + #) en de gebruiksmodus “multi-user” (8901 + #) worden elk door het invoeren van een van de beide tussen haakjes geplaatste codes ingeschakeld. Bij het omschakelen tussen de twee modi worden alle gebruikerscodes gewist en het codeslot wordt naar de standaardinstellingen teruggezet. De mastercode blijft echter behouden; deze wordt niet teruggezet. Zorg er bij het omschakelen van de “multi-user”-modus naar de “single-user”-modus daarom in elk geval ervoor dat de mastercode uit 4 cijfers bestaat! Mastercode en gebruikerscode moeten vier cijfers hebben. Codes met meer dan vier cijfers zijn ongeldig. Wijzig een eventueel reeds bestaande mastercode, die meer dan vier cijfers heeft, in een viercijferige. Het resetten bij het omschakelen wordt niet uitgevoerd, als de mastercode niet vier cijfers heeft. Gebruiksmodus “single-user”: In deze gebruiksmodus kan slechts één 4-cijferige gebruikerscode geprogrammeerd worden (0000 tot 9999). Iedereen die deze gebruikerscode kent, kan bijv. een deuropener activeren, die aan het codeslot is gekoppeld. 138 Het terugzetten tijdens het omschakelen van de gebruiksmodus duurt ongeveer 2 à 3 seconden. Voer gedurende deze tijd zolang niets in, totdat twee geluidssignalen ter bevestiging van het terugzetten te horen zijn. De gele led knippert eventjes zeer snel. De “auto entry”-invoermodus (zie paragraaf “l) “Auto entry”-invoermodus (automatische codeherkenning)” wordt in deze gebruiksmodus automatisch ingeschakeld. Hierbij wordt het relais direct na het invoeren van de juiste 4-cijferige gebruikerscode geactiveerd. Het is niet nodig om na de gebruikerscode op de #-knop te drukken. Indien gewenst kunt u dit echter ook veranderen door de automatische code-herkenning uitschakelen. Daarna dient de invoer van de gebruikerscode met de #-knop te worden bevestigd. Om naar de gebruiksmodus “single-user” te gaan, drukt u op de knoppen in de links in de afbeelding weergegeven volgorde. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant. 0 0 0 0 9 0 0 * 8 # Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de voorgeprogrammeerde basisinstelling “0000” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de omschakelcode “8900” in. Sluit de invoer af met de #-knop. De omschakeling vindt plaats, de gebruiksmodus “single-user” is ingesteld. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering aan. Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, hoort u vijf signalen en knippert de gele led even zo vaak. Gebruiksmodus “Multi-user”: In deze modus is het mogelijk om maximaal 100 verschillende gebruikerscodes te programmeren, die mogen bestaan uit 4 tot 8 cijfers (bijv. 1234, 123456, 98765432, etc.). Verder kan de toegang ook voor geldige openingscodes door een tijdelijke toegangsblokkering met behulp van de superusercode worden geblokkeerd. Daardoor kan de toegang vergrendeld of vrijgegeven worden. Omdat codes afzonderlijk gewist en daarna opnieuw geprogrammeerd kunnen worden, is deze modus ideaal voor gebruik in bijvoorbeeld een kantoor, waarbij allerlei verschillende mensen toegang dienen te krijgen. Na de invoer van een 4- tot 8-cijferige code moet deze met de # -knop (hekje) worden bevestigd (als de “Auto entry”-invoermodus is uitgeschakeld, standaardinstelling). Bij de juiste gebruikerscode wordt het relais vervolgens geactiveerd. Belangrijk! De codelengte van de mastercode en de gebruikerscode kan verschillen (bijv. 8-cijferige mastercode en 5-cijferige gebruikerscode). 139 Wanneer echter de “Auto entry”-invoermodus (zie paragraaf “l) “Auto entry”-invoermodus (automatische code-herkenning))” is geactiveerd, moet de codelengte van de mastercode en gebruikerscode even lang zijn (elk 4- tot 8-cijferig). Na het invoeren van de code is in dit geval de bevestiging met de # -knop (hekje) niet nodig. Om naar de gebruiksmodus “multi-user” te gaan, drukt u op de knoppen in de links in de afbeelding weergegeven volgorde. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant. 0 0 0 0 9 0 1 * 8 # Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de voorgeprogrammeerde basisinstelling “0000” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de omschakelcode “8901” in. Sluit de invoer af met de #-knop. De omschakeling vindt plaats, de gebruiksmodus “multi-user” is geprogrammeerd. Een akoestisch signaal met aansluitend snel knipperen, gevolgd door een dubbel geluidssignaal geeft het einde van de programmering aan. Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, hoort u vijf signalen en knippert de gele led even zo vaak. d) Programmeren van een nieuw mastercode De programmering van de mastercode gebeurt op de geheugenpositie 0. De codelengte in de gebruiksmodus “multi-user” kan 4 tot 8 cijfers lang zijn. De codelengte in de gebruiksmodus “single-user” moet 4 cijfers lang zijn. Gebruikerscodes moeten met dezelfde tekenlengte als de huidig ingestelde mastercode worden aangelegd, als het keypad is ingestelde op de auto-entry modus. Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt! 140 0 + [nieuwe mastercode] + # Om te programmeren, drukt u op de knopen in de links op de afbeelding weergegeven volgorde. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant. 0 0 0 0 * 0 3 2 8 9 # Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de basisinstelling af fabriek “0000” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “0” in. Programmeer de nieuwe mastercode “3289”. Bevestig de invoer met de #-knop. Beëindig de programmering met de *-knop. De gele led knippert weer. * Als u de bestaande mastercode vergeten heeft, kunt u het codeslot zonder het invoeren van de mastercode alleen door het omsteken van de “DAP”-jumper rechtstreeks in de programmeermodus instellen. Lees hiervoor het hoofdstuk “12. De “DAP”-jumper”. Programmeer dan, zoals boven beschreven, een nieuwe mastercode. De oude mastercode wordt gewist. e) Gebruikerscode programmeren Gebruikerscodes zijn bedoeld voor het bedienen van het relais voor een deuropener. Er kunnen maximaal 100 codes voor verschillende gebruikers met dit codeslot worden gebruikt. Hiervoor zijn de gebruiker-ID's bestemd, die van 00 tot 99 kunnen worden toegekend. Geheugenpositie 1 slaat de gebruikerscodes op. Programmeer gebruikerscodes zoals beschreven in de volgende paragraaf. 1 + [gebruiker-ID 0 tot 99] + [gebruikercode] + # = gebruikercode voor het openen Druk op de knoppen in de in links in de afbeelding weergegeven volgorde, om een gebruikerscode te programmeren. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant. 3 2 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de geactiveerde programmeermodus weer te geven. 141 Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “1” in. 1 0 1 8 3 Programmeer een gebruiker-ID (in het geprogrammeerde gebruiker-ID “01” gebruikt). 2 2 1 # voorbeeld wordt de Voer de gebruikerscode in (in het eerste voorbeeld wordt de gebruikerscode “83221” gebruikt, in het tweede “83222”). Sluit de invoer af met de #-knop. De gebruikerscode is geprogrammeerd. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering van de gebruikerscode weer. of 1 0 2 8 3 2 2 2 # Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, bijv. de invoer van een driecijferig gebruiker-ID, hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo vaak. Herhaal de invoer op dezelfde manier voor andere gebruikerscodes tot de gebruiker-ID 99. Houd er rekening mee dat elke nieuwe invoer met een reeds toegekende gebruiker-ID de bijbehorende gebruikerscode met de laatst ingevoerde gebruikercode overschrijft. Een voorafgaand wissen van gebruikerscodes is niet nodig. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. * Het coeslotis na het programmeerproces in de handmatige invoermodus. f) Gebruikerscode wissen Als het codeslot is ingesteld op de gebruiksmodus “multi-user” en u bijvoorbeeld de toegang voor een van uw medewerkers wilt blokkeren, kunt u een of meerdere gebruikerscodes wissen. 1 + [gebruiker-ID 0 tot 99] + # 3 2 8 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer het geheugenpositie “1” en de gebruiker-ID van bijvoorbeeld “08” in. 1 0 9 8 * 142 # Bevestig de invoer met de #-knop. De gebruikerscode van de gebruiker-ID “08” wordt gewist. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. g) Gastencode programmeren Gastencodes zijn toegangscodes, om gasten of ambachtslui tijdelijk toegang tot afgesloten gebieden mogelijk te maken. Gastencodes kunnen voor eenmalig gebruik of met een tijdelijke beperking van de geldigheidsduur worden toegekend. Gastencodes moeten dezelfde lengte hebben als de actuele mastercode, als het codeslot is ingesteldop auto-entry modus. Gasten-ID’s worden van 0 tot 9 geadresseerd. Let op de andere beperkingen voor de codelengte, zie paragraaf “l) “Auto entry”-invoermodus (automatische code-herkenning)”. Gastencodes worden niet opgeslagen in het vaste geheugen. Na een onderbreking van de stroomvoorziening worden deze automatisch gewist en moeten indien nodig opnieuw worden geprogrammeerd. 47 + [gasten-ID 0 tot 9] + [tijdlimiet voor het gebruik in uren] + # = gastencode Voor het programmeren van gastencodes gaat u als volgt te werk: 3 2 4 7 8 9 Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “47” in. Programmeer een gasten-ID (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde gasten-ID “0” gebruikt). Gasten-ID's kunnen alleen een cijfer hebben. 0 0 0 1 2 # * 3 4 Voer de gebruiksvoorwaarden voor de gastencode in. “00” staat het gebruik van de code als eenmalige toegangscode toe. “00” betekent, dat er geen tijdlimiet bestaat. Zodra hij een keer goed wordt ingevoerd, wordt hij ongeldig en kan niet meer worden herkend door het codeslot. Dans cet exemple, le délai d’utilisation du code invité est de 99 heures. Sluit de invoer af met de #-knop. De unieke gastencode is geprogrammeerd. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering van de gastencode weer. Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, bijv. de invoer van een driecijferig gasten-ID, hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo vaak. 143 Waarschuwing! Als eenmalige gastencodes worden gebruikt en het codeslot gelijktijdig op wisselwerking is ingesteld, kan een gastencode weliswaar het relais activeren, echter niet weer sluiten of openen. Als hij reeds open was, is slechts een eenmalig sluiten mogelijk. U moet in een dergelijk geval twee eenmalige gastencodes toewijzen: een gastencode voor het openen en een gastencode voor het sluiten of omgekeerd. Bij het gebruik van gastencodes met tijdlimiet is het openen en sluiten in de omschakelmodus binnen deze tijdlimiet probleemloos mogelijk. Na afloop van de tijdlimiet blijft het relais in de laatste schakeltoestand (open of gesloten). 4 Voer het nummer van de geheugenpositie “47” in. 7 Programmeer een gasten-ID (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde gasten-ID “2” gebruikt). 2 0 5 1 2 3 4 Voer de gebruiksvoorwaarden voor de gastencode in. Gasten-ID 2 in het eerste voorbeeld maakt het gebruik van de code “1234” als tijdelijk beperkte toegangscode gedurende 5 uur mogelijk. Gasten-ID 1 maakt het gebruik van de code “4321” als tijdelijk beperkte toegangscode gedurende 10 uur mogelijk. Die in het tweede voorbeeld gebruikte gastencode is “4321”. of 1 1 0 4 3 # 2 1 Na afloop van de ingestelde tijdsduur wordt de gastencode weer ongeldig en wordt niet meer door het codeslot herkend. Sluit de invoer af met de #-knop. De unieke gastencode is geprogrammeerd. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering van de gastencode weer. Bij niet succesvolle of verkeerde invoer, bijv. de invoer van een driecijferig gasten-ID, hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo vaak. Herhaal de invoer op dezelfde manier voor andere gastencodes tot voor gasten-ID 9. Houd er rekening mee dat elke nieuwe invoer met een reeds toegekende gasten-ID de bijbehorende gastencode door de laatst ingevoerde gastencode overschrijft. Een voorafgaand wissen van gastencode is niet nodig. * Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. h) Gastencode wissen Voor het wissen van een niet meer benodigde gastencode gaat u als volgt te werk: 144 47 + [gasten-ID] # = wissen van de gastencode 3 2 4 7 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Geef de geheugenpositie “47” aan. Voer de gastencode-ID 2 van de te wissen gastencode in. 2 Bevestig de invoer met de #-knop. # De gastencode van deze gasten-ID wordt gewist. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. * i) Geprogrammeerde gebruikersgegevens terugzetten Indien informatie over geprogrammeerde gegevens van het codeslot (vergeten of geen documenten meer, een nieuwe bezitter of een nieuw pand) verloren gaan, kunnen alle geconfigureerde gebruikersgegevens worden teruggezet. Bij het terugzetten gaat u als volgt te werk. Druk op de knoppen in de in links in de afbeelding weergegeven volgorde, om een functie te programmeren. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant. 3 2 8 9 * 8 9 0 1 # 8 9 0 0 # Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de wiscode “8901” of “8900” in. Bevestig de invoer met de #-knop. Alle opgeslagen gegevens (gebruikerspecifieke codes en andere geprogrammeerde gegevens) behalve de mastercode en functiecodes worden gewist. De gele led oscilleert kortstondig met hoge frequentie, om het wissen weer te geven. Een dubbel akoestisch signaal is te horen en de led knippert twee keer, de gegevens zijn gewist en het codeslot schakelt na invoer van “8901” naar de gebruiksmodus “multi-user”, of bij invoer van “8900” naar de gebruiksmodus “single-user”. Het codeslot bevindt zich na een wisprocedure altijd in de handmatige invoermodus. 145 Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. * U kunt na een geslaagde wisprocedure echter ook meteen nieuwe gebruikersgegevens (codes enz.) invoeren zonder de programmeermodus te verlaten. Na uitgevoerde nieuwe programmering kunt u dan de programmeermodus zoals gewoonlijk door het drukken van de * -knop beëindigen. j) Configuratie van de functie van het relais 40 + [openingsperiode - 1 tot 999 seconden] + # = tijdschakelmodus Het relais kan op verschillende manieren werken. Met de volgende instelling in de tijdschakelmodus wordt het relais gedurende een bepaalde tijd geactiveerd, als de juiste gebruikerscode is ingevoerd. Na afloop van deze tijd schakelt het relais automatisch af en het codeslot bevindt zich weer in de stand-by modus. Activerings-/openingstijden kunnen van 1 tot 999 seconden worden ingesteld. 3 2 4 0 3 # 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “40” in. Voer de activeringstijd in seconden in. In het voorbeeld wordt een periode van 3 seconden geprogrammeerd. Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering aan. Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo vaak. * Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. 41 + # = omschakelmodus (“Toggle”) Met deze instelling wordt het relais geactiveerd, als de juiste gebruikerscode is ingevoerd en schakelt niet automatisch over naar gedeactiveerd. Om het relais weer te deactiveren en in de stand-by modus te zetten, moet de juiste gebruikerscode voor de tweede keer worden ingevoerd. Elke verdere invoer en schakelt heen en weer tussen de schakeltoestanden. 146 4 Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “41” in. 1 Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering aan. # Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo vaak. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. * 42 + # = omschakelmodus (“Toggle”) met verkorte openingscode (2 cijfers) Met deze instelling wordt het relais geactiveerd als de eerste 2 cijfers van de juiste gebruikerscodes door het codeslot zijn herkend en schakelt niet automatisch vanzelf uit. Om het relais weer te deactiveren en in de stand-by modus te schakelen, moet de complete cijfervolgorde van de juiste gebruikerscode worden ingevoerd. Elke verdere invoer van de eerste 2 cijfers of de complete reeks cijfers van de gebruikerscode schakelt heen en weer tussen de schakeltoestanden. De verkorte openingscode werkt als twee gebruikerscodes met verschillende functies voor gebruikers met afwijkende autorisatie. Het verkorte deel van de code staat alleen de initialisatie toe, de complete code het stoppen van het proces. Personeel in één object kan bijvoorbeeld een deur openen of een alarmsysteem activeren, maar alleen de overkoepelende gebruiker, bijv. een manager, kan dan de activering van het relais door het invoeren van de complete gebruikerscode opheffen. De gebruiker van de superusercode kan echter in start/stop altijd ingrijpen om het relais te activeren resp. het te deactiveren. Zie daarvoor de paragraaf c)“Relais met de superusercode bedienen (openen of sluiten)” in het hoofdstuk “11. Bediening”. Ga om te programmeren als volgt te werk: 3 2 4 2 # 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “42” in. Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering aan. Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo vaak. * Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. 147 43 + # = omschakelmodus (“Toggle”) met verkorte openingscode (3 cijfers) Met deze instelling wordt het relais geactiveerd als de eerste 3 cijfers van de juiste gebruikerscodes door het codeslot zijn herkend en schakelt niet automatisch vanzelf uit. Om het relais weer te deactiveren en in de stand-by modus te schakelen, moet de complete cijfervolgorde van de juiste gebruikerscode worden ingevoerd. Elke verdere invoer van de eerste 3 cijfers of de complete reeks cijfers van de gebruikerscode schakelt heen en weer tussen de schakeltoestanden. 3 2 4 3 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “43” in. Sluit de invoer af met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het einde van de programmering aan. # Bij niet succesvolle of verkeerde invoer hoort u vijf geluidssignalen en de gele led knippert even zo vaak. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. * k) Reactie van het codeslot bij foutieve invoer 70 + 00 + # = geen blokkering van de knoppen 3 2 7 0 0 0 # * 148 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Vul de geheugenpositie “70” en de deactiveringscode van de blokkering voor de knoppen “00” in. Bevestig de invoer met de #-knop. Na het terugstellen van de blokkeringsfunctie van de knoppen vindt geen blokkering van de knoppen plaats als reactie van het codeslot op een foutieve invoer. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv. rustige kantooromgevingen e.d. 70 + 1 + # = blokkering van de knoppen gedurende 30 seconden 3 2 7 0 8 9 Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. * Vul de geheugenpositie “70” en de activeringscode van de blokkering voor de knoppen “1” in. 1 Bevestig de invoer met de #-knop. Nadat 10 keer een verkeerde invoer heeft plaatsgevonden, worden de knoppen gedurende 30 seconden geblokkeerd. # Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv. rustige kantooromgevingen e.d. * 70 + 5 tot 10 + # = blokkering van de knoppen gedurende 15 minuten 3 2 7 0 5 , 8 6 9 , 7 9 1 # * 0 Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. * , 8 Voer de geheugenpositie “70” en het aantal keren foutieve invoer, waarna de blokkering van de knoppen plaats moet vinden, als activeringscode in. , Het instelbare aantal in cijfers ligt tussen “5 tot 10”. Bevestig de invoer met de #-knop. Bij het bereiken van de ingestelde keren foutieve invoer vindt een blokkering van de knoppen voor de duur van 15 minuten plaats. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv. rustige kantooromgevingen e.d. l) “Auto entry”-invoermodus (automatische codeherkenning) • De handmatige invoermodus is de af fabriek ingestelde basisinstelling. Na de invoer van een gebruikerscode of gastencode is de bevestiging met de #-knop (hekje) nodig. De codelengte van de mastercode en gebruikerscode hoeft niet even lang te zijn. U kunt binnen de lengtelimiet van 4 tot 8 cijfers willekeurig combineren en uitkiezen. Een 8-cijferige mastercode 149 kan bijvoorbeeld samen met gebruikerscodes met vijf cijfers, vier cijfers of zeven cijfers worden gebruikt. Omgekeerd is dit eveneens mogelijk, een vijf cijfers tellende mastercode kan samen met een acht cijfers, vier- of vijf cijfers tellende gebruikerscode worden gebruikt. • In de auto entry-invoermodus is na de invoer van een gebruikerscode of gastencode de bevestiging met de #-knop (hekje) NIET nodig. De lengte van de mastercode en gebruikerscode moet echter even lang zijn. Het is niet toegestaan om bijv. een 4 cijfers tellende mastercode en 6 cijfers tellende gebruikerscode te gebruiken. De gemeenschappelijke codelengte kan binnen de limiet van 4 tot 8 cijfers willekeurig worden gekozen. Een 8 cijfers tellende mastercode kan bijvoorbeeld alleen samen met een 8 cijfers tellende gebruikerscode worden gebruikt. Heeft de mastercode slechts vier cijfers, kunnen de gebruikerscodes ook slechts vier cijfers bevatten. Denk er dus aan dat bij het verstrekken van een zeer korte mastercode niet alleen het beveiligingsniveau van de mastercode (grotere lengte betere beveiliging) maar ook het aantal beschikbare gebruikerscodecombinaties afneemt. 82 + 1 + # = “Auto-entry“-invoermodus activeren 3 2 8 2 1 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “82” en “1” in. Bevestig de invoer met de #-knop. # Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen van de invoermodus aan en de gele led knippert twee keer. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. * Het codeslot bevindt zich nu in de auto-entry invoermodus. 82 + 0 + # = “Auto-entry”-invoermodus deactiveren 3 2 150 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. 8 Voer de geheugenpositie “82” en “0” in. 2 Bevestig de invoer met de #-knop. 0 Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen van de invoermodus aan en de gele led knippert twee keer. # Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. Het codeslot gebruikt de handmatige invoer. * m) Superusercode programmeren De superusercode is een multifunctionele code voor het bedienen van het relais en fungeert bovendien als bediening van bepaalde functies van het relais. De programmering van de superusercode gebeurt op geheugenpositie 45. De codelengte kan 4 tot 8 cijfers tellen. De superusercode moet hetzelfde aantal tekens hebben als de huidig ingestelde mastercode, als het keypad in de auto-entry invoermodus wordt gebruikt. De superusercode en de functie van de deuropenerknop worden door geen enkele veiligheidsmaatregel van het codeslot, bijv. blokkering van de toegang e.d., beperkt. U kunt het relais uit veiligheidsoverwegingen op elk moment activeren. 45 + [superusercode] # = superusercode programmeren Druk op de knoppen in de in links in de afbeelding weergegeven volgorde, om de superusercode te programmeren. Raadpleeg hiertoe de uitleg aan de rechterkant. 3 2 8 9 * 4 5 2 5 8 0 Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de basisinstelling af fabriek “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer eerst het nummer van de geheugenpositie “45” in. Programmeer de nieuwe superusercode “2580”. Bevestig de invoer met de #-knop. # * Beëindig de programmering met de * knop. De gele led knippert weer. 151 n) Superusercode wissen Voor het wissen van de superusercode gaat u als volgt te werk. 3 2 4 5 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Geef de geheugenpositie “45” aan. # Bevestig de invoer met de #-knop. * Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De superusercode wordt gewist. o) Deuropener-knop programmeren De aard van de instelmodi worden hierna samen met diens programmering beschreven. 85 + [vertraging van de opening optie 0 tot 4] + # = gedrag van de knoppen bepalen Voor het instellen van het circuit van de deuropener-knop gaat u als volgt te werk: 3 2 8 5 0 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “85” in. De code “0” voor de deuropener-knop is af fabriek de basisinstelling. Bij deze instelling activeert een kort drukken van de knop het relais zonder vertraging en zonder akoestische waarschuwing. Bevestig de invoer met de #-knop. # of 8 5 1 # of 152 Voer de geheugenpositie “85” in. Bij de instelling van code “1” activeert een kort drukken van de knop het relais pas met 5 seconden vertraging. Gedurende deze tijd hoort u akoestische waarschuwingen, die stoppen bij het openen. Bevestig de invoer met de #-knop. 8 Voer de geheugenpositie “85” in. Bij de instelling van code “2” activeert een kort drukken van de knop het relais pas met 10 seconden vertraging. Gedurende deze tijd hoort u akoestische waarschuwingen, die stoppen bij het openen. 5 2 # Bevestig de invoer met de #-knop. of 8 Voer de geheugenpositie “85” in. 5 Bij de instelling van code “3” activeert een drukken en ingedrukt houden van de knop gedurende 5 seconden na het begin van het drukken het relais. Gedurende de periode van het ingedrukt houden van de knop hoort u akoestische signalen die bij het loslaten en open worden beëindigd. 3 # of 8 Bevestig de invoer met de #-knop. Voer de geheugenpositie “85” in. 5 Bij de instelling van code “4” activeert een drukken en ingedrukt houden van de knop gedurende 10 seconden na het begin van het drukken het relais. Gedurende de periode van het ingedrukt houden van de knop hoort u akoestische signalen die bij het loslaten en open worden beëindigd. 4 # Bevestig de invoer met de #-knop. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. * p) Geluidssignaal voor het relais bij activering instellen Deze programmering heeft geen invloed op de instellingen voor de functie geluidssignalen bij bediening van het codeslot (zie paragraaf “q) Functiesignalen van het codeslot instellen”). 81 + [De-/activeringscodes 0 1 2] + # = relaisgeluid de-/activeren 3 2 8 1 0 of # 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “81” en de deactiveringscode van het geluidssignaal “0” in. Bevestig de invoer met de #-knop. Bij relais-activering door middel van invoer van de code en ook bij het drukken van een deuropener-knop, die aan de schroefklem “EG IN” (7) is aangesloten, wordt geen geluidssignaal gegenereerd. 153 8 Voer de geheugenpositie “81” en de activeringscode van het geluidssignaal “1” in. 1 1 Bevestig de invoer met de #-knop. Bij relais-activering door de invoer van een code en ook door het drukken van een deuropener-knop, die aan de schroefklem “EG IN” (7) is aangesloten, worden twee korte, opeenvolgende geluidssignalen gegenereerd. # of 8 2 Voer de geheugenpositie “81” en de activeringscode van het geluidssignaal “2” in. 1 # Bevestig de invoer met de #-knop. Bij relais-activering door de invoer van een code en ook door het drukken van een deuropener-knop, die aan de schroefklem “EG IN” (7) is aangesloten, wordt een langer geluidssignaal van 1 seconde gegenereerd. Dit is nuttig om een gast het openen van de deur te signaleren (wanneer de deuropener geen eigen geluid maakt). q) Functiesignalen van het codeslot instellen Deze programmering heeft geen invloed op de geluidssignalen van het relais. Om de instelling van deze geluidssignalen te veranderen, leest u alstublieft de paragraaf “p) Geluidssignalen voor het relais bij activering instellen”. 83 + 0 + # = geluidssignalen deactiveren 3 2 8 3 0 # * 154 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “83” en de deactiveringscode “0” in. Bevestig de invoer met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het uitschakelen van de geluidssignalen aan. De gele led knippert tweemaal. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. Deze instelling is zinvol in bijv. rustige kantooromgevingen e.d. Als de programmeermodus met de mastercode wordt gestart, worden de geluidssignalen voor de duur van de programmering ingeschakeld (om een reactie voor het drukken van de knoppen te geven). Bij invoer van een gebruikerscode in beide invoermodi (automatisch en handmatig) klinkt bij het openen (gele en groene led branden tegelijk kort) een akoestisch signaal, ook als de geluidssignalen zijn uitgeschakeld. 83 + 1 + # = geluidssignalen activeren 3 2 8 3 1 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “83” en de activeringscode “1” in. Bevestig de invoer met de #-knop. # Een dubbel akoestisch signaal geeft het inschakelen van de geluidssignalen weer. De gele led knippert tweemaal. Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De geluidssignalen van het codeslot zijn geactiveerd, bijv. als een knop wordt gedrukt. * r) Programmering van de lichtsignalen van de functie-led 84 + 0 + # = lichtsignalen (gele status-led) deactiveren 3 2 8 4 0 # 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “84” en de deactiveringscode “0” in. Bevestig de invoer met de #-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het uitschakelen van de stand-by knippersignalen aan. De gele led knippert tweemaal. 155 Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De gele lichtsignalen in stand-by zijn gedeactiveerd. * Deze instelling is zinvol als gebruikers de knippersignalen als storend waarnemen. 84 + 1 + # = lichtsignalen (gele status-led) activeren 3 2 8 4 8 9 * Ga met de mastercode naar de programmeermodus. Voer hiervoor de huidige mastercode in (in het voorbeeld wordt de geprogrammeerde instelling “3289” gebruikt). Bevestig de invoer met de *-knop. Een dubbel akoestisch signaal geeft het omschakelen aan. De gele led brandt continu om de programmeermodus weer te geven. Voer de geheugenpositie “84” en de activeringscode “1” in. Bevestig de invoer met de #-knop. 1 Een dubbel akoestisch signaal geeft het inschakelen van de stand-by knippersignalen aan. De gele led knippert tweemaal. # Beëindig de programmeermodus met de *-knop. De gele led knippert weer. De gele lichtsignalen in stand-by zijn weer geactiveerd. * 11. Bediening a) Deur openen en sluiten in de handmatige invoermodus 8 3 # 156 2 2 1 Voer de gebruikerscode in (in het voorbeeld wordt de gebruikerscode “83221” gebruikt) en sluit de invoer af door het drukken van de # -knop. De rode en groene led gaan kort aan terwijl een continu akoestisch signaal ter bevestiging van het openen te horen is. Het relais opent het aangesloten apparaat, bijv. deuropener. Het sluit automatisch afhankelijk van de ingestelde tijdsduur. In de omschakelmodus moet u de desbetreffende code (gebruikerscode, superusercode of gastencode met tijdslimiet) opnieuw invoeren, om weer te sluiten. b) Deur openen en sluiten met behulp van de auto-entry invoermodus 8 3 2 2 1 Voer de gebruikerscode in (in het voorbeeld wordt de gebruikerscode “83221” gebruikt). Het afsluiten van de invoer door het drukken van de # -knop is niet nodig. Dit wordt automatisch uitgevoerd door het codeslot. Houd er rekening mee dat gebruikerscode en mastercode in de autoinvoermodus altijd hetzelfde aantal cijfers moeten hebben. c) Relais met de superusercode bedienen (openen of sluiten) U kunt de superusercode als een gewone openingscode voor het openen van de deur gebruiken. 2 # 1 5 8 0 Voer de superusercode in (in het voorbeeld wordt de superusercode “2580” gebruikt), en druk op de #-knop. De gele led knippert sneller. Sluit de invoer met de functiecode 1 door het drukken van de knop “1” af. De rode en groene led gaan aan terwijl een lang akoestisch signaal ter bevestiging van het openen te horen is. Het relais opent het aangesloten apparaat, bijv. deuropener. De groene led brandt zolang het relais is geactiveerd. In de “omschakelmodus” (toggle) blijft het aangesloten apparaat open. Herhaal dezelfde invoer om het relais dan weer te sluiten. In de normale modus schakelt het relais na afloop van de ingestelde tijd weer terug in de uitgangspositie. d) Open houden met superusercode Het relais opent normaal gesproken bij invoer van een openingscode (gebruikers- of gastencode). Onder bepaalde omstandigheden kan het noodzakelijk worden, het relais te activeren en eventueel open te houden, om personen toegang te verlenen zonder een openingscode te verstrekken. Met behulp van de superusercode kan het betreden en verlaten van het beveiligde gebied worden gecontroleerd. Het gebruik van deze functie van superusercode wordt alleen aanbevolen voor failsafe sloten. Het is niet raadzaam deze functie voor fail-secure sloten te gebruiken. Laatstgenoemden kunnen beschadigd raken, omdat ze te lang geactiveerd zouden kunnen blijven en voor een zeer hoog stroomverbruik zorgen. 157 Activeer de functie zoals hierna beschreven: 2 5 8 0 # Voer de superusercode in (in het voorbeeld wordt de superusercode “2580” gebruikt), en druk op de #-knop. De gele led knippert sneller. Sluit de invoer af door op de knop “7” te drukken. Het relais opent de deur. De groene led brandt zolang het relais geopend is. 7 Voor het sluiten voert u dezelfde sequentie met superusercode opnieuw in. De groene led gaat uit en de deur is gesloten. Terwijl de functie voor het open houden geactiveerd is (deur open), zijn alle openingscodes (de gebruikerscodes en de superusercode zelf) tijdelijk opgeheven. e) Toegangsblokkering met superusercode activeren Het relais opent normaal gesproken bij invoer van een openingscode (gebruikerscode, gastencode, tijdelijke code). Onder bepaalde omstandigheden kan het noodzakelijk worden, het relais tijdelijk tegen gebruik te beveiligen, om personen toegang te ontzeggen, zonder de openingscodes te wissen. Met behulp van de superusercode kan het betreden en verlaten van het beveiligde gebied op bepaalde tijden, bijv. na kantooruren, geblokkeerd worden. Het gebruik van deze functie van de superusercode heeft alleen betrekking op het relais van de deuropener. De deuropener-knop (aangesloten op “EG IN” (7)) werkt voor het openen verder net als de superusercode, die het bedienen van het relais voor de eigenaar van deze code mogelijk maakt. Activeer de toegangsblokkering met de superusercode, zoals hierna beschreven: 2 5 # 9 8 0 Voer de superusercode in voor openen (in het voorbeeld wordt de superusercode “2580” gebruikt), druk op de #-knop en sluit de invoer af door op de knop “9” te drukken. Het relais is voor normale gebruikers met geldige code tijdens de activering van de toegangsblokkering geblokkeerd. De rode led brandt gedurende de toegangsblokkering. Voer de superusercode in voor het ongedaan maken van de toegangsblokkering, druk op de #-knopen sluit de invoer af door het drukken van de knop “9”. De toegangsblokkering wordt teniet gedaan. De rode led dooft. De superusercode werkt zelfs nog steeds voor openen om de eigenaar van deze code toegang tot het vergrendelde bereik te geven, ook tijdens een geactiveerde toegangsblokkering. 158 f) Deuropener met gastencode openen Eenmalige gastencode 1 2 3 4 # De gast voert de gastencode in (in het voorbeeld wordt de gastencode “1234” gebruikt) en drukt op de # -knop voor het afsluiten van de invoer. De groene led brandt tijdens het openen. De code is uniek en wordt na het openen automatisch gewist. Gastencode met 5 uur geldigheid 4 3 2 1 # De gast voert de gastencode in (in het voorbeeld wordt de gasten code “4321” gebruikt) en hij drukt op de # -knop voor het afsluiten van de invoer. De groene led brandt tijdens het openen. De code is vanaf invoer voor de komende 5 uur geldig en kan meerdere keren opnieuw worden gebruikt voor het openen van de deur. Hij wordt na afloop van de geldigheidsperiode automatisch gewist. Gastencode met 10 uur geldigheid 4 # 3 2 1 De gast voert de gastencode in (in het voorbeeld wordt de gastencode “4321” gebruikt) en drukt op de # -knop voor het afsluiten van de invoer. De groene led brandt tijdens het openen. De code is vanaf invoer voor de komende 10 uur geldig. Daarna wordt hij automatisch gewist. 12. De “DAP”-jumper De jumper “DAP” (6), die zich op de printplaat bevindt, is bedoeld voor de activering van de programmeermodus, als u de mastercode heeft vergeten of bent kwijtgeraakt. Ga als volgt te werk: • Koppel uw codeslot los van de voeding. • Draai de twee schroeven van het frontpaneel van het codeslot los en haal het er voorzichtig eraf. ON OFF DAP 159 • Trek de jumper “DAP” van de positie “OFF” en plaats de jumper “DAP” op de positie “ON”. • Verbind het codeslot weer met de voeding. De gele led knippert nu snel en tegelijkertijd klinkt er een geluidssignaal. • Zet de jumper terug in de stand “OFF”. De gele led brandt nu continu. Het codeslot staat nu in de programmeermodus. Plaats het frontpaneel weer terug op de kunststof behuizing (zorg ervoor dat er geen kabels bekneld raken) en schroef het frontpaneel vast. Als u de programmeermodus met de jumper “DAP” start, verandert dit bestaande instellingen niet. Stel een nieuwe mastercode in, zie paragraaf “d) Programmeren van een nieuwe mastercode” in hoofdstuk 10. Programmering. 13. Programmeervoorbeelden De volgende voorbeeld-programmeringen dienen als gebruikerscenario's voor demonstratie van typische instellingen, vormen echter geen bindend advies voor het programmeren. Sla het beste alle informatie over uw configuratie en de toegekende codes op in een tabel/database. Dit helpt niet alleen, een nauwkeurig overzicht over alle personen te krijgen, die toegangsbevoegd zijn, maar zodoende kan ook de toegang weer worden geblokkeerd, als een bepaalde persoon bijv. geen toegang meer hoeft te hebben. Voorbeeld 1: Gebruiksmodus “single-user” 0 0 0 0 * Programmeermodus met de mastercode openen (basisinstelling af fabriek “0000”), de gele LED brandt continu. Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt! 8 9 0 0 # 8900 # gebruiksmodus “single-user” gebruiken (bij levering reeds ingesteld) Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “multi-user” was geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande instellingen (behalve de mastercode) gewist! 160 0 3 2 8 9 # 1 8 3 2 1 # 5 8 4 5 2 4 0 3 7 0 1 0 Mastercode op “3289” programmeren Gebruikerscode op “8321” programmeren Superusercode voor het relais op “2580” programmeren # Relaisuitgang wordt bij de juiste gebruikerscode gedurende 3 seconden geactiveerd # 0 Codeslot wordt na 10 keer een verkeerde invoer van een code gedurende 15 minuten geblokkeerd # Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele led langzaam (stand-by) * Voorbeeld 2: Gebruiksmodus “multi-user” met 15 minuten invoerblokkering bij een foutieve invoer 0 0 0 0 Programmeermodus met de mastercode openen (basisinstelling af fabriek “0000”), de gele LED brandt continu. * Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt! 8 9 0 1 8901 # gebruiksmodus “multi-user” gebruiken # Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “single-user” was geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande instellingen (behalve de mastercode) gewist! 8 3 2 1 0 1 8 3 2 1 1 0 2 1 1 2 2 3 # Gebruikerscode “02” op “11223” programmeren 1 0 3 3 3 2 2 1 # Gebruikerscode “03” op “33221” programmeren 1 0 4 8 5 5 5 4 5 2 4 0 5 5 7 0 1 8 1 1 # 8 3 0 # 9 Mastercode op “3289” programmeren 0 8 0 # Gebruikerscode “01” op “8321” programmeren # # Gebruikerscode “04” op “8555” programmeren Superusercode voor het relais op “2580” programmeren Relaisuitgang wordt bij de juiste gebruikerscode gedurende 5 seconden geactiveerd # 0 # # Codeslot wordt na 10 keer een verkeerde invoer van een code gedurende 15 minuten geblokkeerd Geluidssignaal voor de deuropener activeert met twee korte geluidssignalen geen geluidssignalen bij bediening 161 Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele led langzaam (stand-by) * Voorbeeld 3: Gebruiksmodus “multi-user” met automatische codeherkenning Als u de gebruiksmodus “multi-user” gebruikt, is het normaal gesproken af fabriek ingesteld dat na de invoer van de code voor het openen (gebruikerscode of gastencode) altijd de # -knop (hekje) moet worden ingedrukt. U kunt dit drukken vermijden, door voor alle codes een uniforme codelengte te gebruiken, d.w.z. u gebruikt bijv. ononderbroken codes met 5 cijfers als mastercode en voor gebruikers en gasten. Vervolgens activeert u de “auto entry”-invoermodus (automatische codeherkenning). Is de “auto entry”-invoermodus ingeschakeld, controleert het codeslot elke invoer van cijfercodes direct. Wanneer het codeslot de juiste code heeft herkend, wordt direct de desbetreffende functie geactiveerd (bij openingscode het relais activeren). Een bevestiging van een code met de # -knop (hekje) is niet meer nodig. 0 0 0 0 Programmeermodus met de mastercode openen (basisinstelling af fabriek “0000”), de gele LED brandt continu. * Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt! 8 9 0 1 8901 # gebruiksmodus “multi-user” gebruiken # Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “single-user” was geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande instellingen (behalve de mastercode) gewist! 3 2 1 0 1 8 3 2 1 9 # Gebruikerscode “01” op “83219” programmeren 1 0 2 1 1 2 2 3 # Gebruikerscode “02” op “11223” programmeren 1 0 3 3 3 2 2 1 # Gebruikerscode “03” op “33221” programmeren 0 4 5 5 5 # Gebruikerscode “04” op “85555” programmeren 1 8 8 4 5 2 5 7 0 1 0 162 9 5 8 # 3 Mastercode op “32893” programmeren 0 0 # # Superusercode voor het relais op “2580” programmeren Codeslot wordt na 10 keer een verkeerde invoer van een code gedurende 15 minuten geblokkeerd 8 2 1 “Auto entry”-invoer activeren # Waarschuwing - zoals aan het begin beschreven moeten alle codes even lang zijn, bijvoorbeeld 5 cijfers) Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele led langzaam (stand-by) * Voorbeeld 4: Gebruiksmodus “multi-user” met snelle invoer en automatische codeherkenning 0 0 0 0 Programmeermodus met de mastercode openen (basisinstelling af fabriek “0000”), de gele LED brandt continu. * Waarschuwing - als er reeds een andere mastercode geprogrammeerd is, moet deze natuurlijk worden gebruikt! 8 9 0 1 8901 # gebruiksmodus “multi-user” gebruiken # Waarschuwing - als eerder de gebruiksmodus “single-user” was geactiveerd, worden daardoor alle codes en voorafgaande instellingen (behalve de mastercode) gewist! 3 2 1 0 1 8 3 2 1 9 # Gebruikerscode “01” op “83219” programmeren 1 0 2 1 1 2 2 3 # Gebruikerscode “02” op “11223” programmeren 1 0 3 3 3 2 2 1 # Gebruikerscode “03” op “33221” programmeren 1 0 4 8 5 5 5 5 # Gebruikerscode “04” op “85555” programmeren 4 5 2 8 2 1 4 2 # * 8 5 # 9 8 3 Mastercode op “32893” programmeren 0 0 # # Superusercode voor het relais op “2580” programmeren Auto entry-invoermodus activeren Relaisuitgang wordt bij de invoer van de eerste 2 cijfers van een openingscode geactiveerd en bij de invoer van de complete codelengte gedeactiveerd (omschakelmodus (“Toggle”)) Programmeermodus beëindigen, vervolgens knippert de gele led langzaam (stand-by) Als openingscode zal nu bij het activeren van de relais reeds bijvoorbeeld “83” geaccepteerd worden. De code hoeft niet meer in volle lengte te worden ingevoerd. De invoer met het hekje is niet nodig. Bij het deactiveren van het relais moet echte de complete gebruikerscode “83219” worden ingevoerd! 163 14. Reiniging en onderhoud Gebruik in geen geval agressieve reinigingsmiddelen, reinigingsalcohol of andere chemische producten omdat de behuizing beschadigd of de werking zelfs belemmerd kan worden. Agressieve schoonmaakmiddelen kunnen ook tot verkleuringen leiden of de opschriften op de knoppen beschadigen. • Dit apparaat is voor u onderhoudsvrij. Voor een incidentele reiniging van het product gebruik een droge, pluisvrije doek. Het keypad en spleten rondom de knoppen kunnen met een langharige, zachte kwast worden ontdaan van stof. 15. Afvoer Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil. Voer het product aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke bepalingen af. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu. 164 16. Technische gegevens Stroomvoorziening...........................12 V/DC (11 - 15 V/DC) Opgenomen stroom.........................16 mA tot max. ca. 50 mA (typisch) Belastbaarheid van het relaiscontact....................................max. 12 V/DC, 3 A Montageplaats.................................Binnenshuis Gebruiks-/opslagcondities...............-20 tot +70 ºC, 5 – 95 % relatieve luchtvochtigheid (niet condenserend) Afmetingen (b x h x d).....................72 x 117 x 42 mm (buitenafmetingen van de kunststof behuizing voor de montage op de muur) Gewicht............................................140 g 165
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168

Renkforce 1582597 de handleiding

Type
de handleiding