62
Installatiehandleiding
NL
Optie 90 - Type externe sensor defi niëren, alleen “A”-modellen
Hiermee kan het type externe-sensorinvoer
worden gedefi nieerd. Druk op + tot Optie 90 in
het uitleesvenster verschijnt en gebruik V en Λ
om de gewenste instelling te kiezen.
Instelling 0 Geen externe sensor gemonteerd
Instelling 1 Externe kamer- of leidingsensor gemonteerd, interne
sensor uitgeschakeld (Fabrieksinstelling)
Instelling 2 Externe begrenzingssensor gemonteerd, zie Optie 93 om
instelwaarde te defi niëren
Instelling 3 Geconfi gureerd als digitale invoer voor raam-, cardlezer-
of teleschakelaar, zie Optie 94 om NC of NO te defi niëren.
Optie 93 - Instelwaarde begrenzingssensor beperken, alleen “A”-
modellen (Optie 90 ingesteld op 2)
Hiermee kan de begrenzingssensor van de
thermostaat worden ingesteld. Een veel
voorkomende toepassing is bij vloerverwarming.
Druk op + tot Optie 93 in het uitleesvenster verschijnt en gebruik V en Λ
om de gewenste instelling te kiezen. Als de door de begrenzingssensor
waargenomen temperatuur hoger is dan de ingestelde grenswaarde,
wordt het uitgangssignaal uitgeschakeld tot de temperatuur 2°C is
gezakt. In het uitleesvenster knippert “F10”.
Instelling Elke waarde tussen 20 - 50°C (Fabrieksinstelling is 27°C)
Optie 94 - Type digitale invoerschakelaar confi gureren, alleen
“A”-modellen (Optie 90 ingesteld op 3)
Hiermee kan het schakelaartype voor de digitale
invoer worden geconfi gureerd. Druk op + tot Optie
94 in het uitleesvenster verschijnt en gebruik V en
Λ om de gewenste instelling te kiezen.
Instelling 0 Contacten NC (normaal gesloten), open de
circuitcontacten om de thermostaat in de
thermostaatfunctie te dwingen, sluit de contacten om
naar normaal bedrijf terug te keren.
Instelling 1 Contacten NO (normaal open), sluit de contacten om de
thermostaat in de thermostaatfunctie te dwingen, open
de circuitcontacten om naar normaal bedrijf terug te
keren (Fabrieksinstelling).