Festool RENOFIX RG 150 E Handleiding

Type
Handleiding
47
NL
Saneringsfrees RG 150 E – oorspronkelijke ge-
bruiksaanwijzing
1 Symbolen
Dubbele isolering
Waarschuwing voor algemeen gevaar
Waarschuwing voor schok
Gebruik schutbril!
Draag gehoorbescherming!
Gebruik beschermende handschoenen!
Handleiding / aanwijzingen lezen
Niet in huisafval
Aanwijzing, tip
2 Technische gegevens
Nominale spanning 220 – 240 V ~
Netfrequentie 50 / 60 Hz
Vermogen 1600 W
Toerental onder belasting 1000 2200 min
–1
gereedschap 150 mm
Gewicht 5,9 kg
Beschermingsklasse II /
3 Voorgeschreven gebruik
De frees is bestemd voor het afschuren van pleis-
terwerk, verfl agen en tegel- en behanglijmresten,
voor het schuren van betonvlakken, het verwijde-
ren van uitsteeksels bij bekistingen en voor het
egaliseren van dekvloeren in de bouw.
De frees mag alleen in de droogbouw en met een
krachtige afzuiginstallatie gebruikt worden.
Voor gebruik dat niet volgens de voorschriften
plaatsvindt, is de gebruiker zelf verantwoordelijk.
4 Bedieningselementen
[1-1] Afzuigaansluiting
[1-2] Handgrepen
[1-3] Schakelaar
[1-4] Vergrendelknop
[1-5] Afzuigkap / grondplaat
[1-6] Ventilatie-openingen
[1-7] Instelwiel voor voorinstelling van het
toerental
[1-8] Borgschroef van de afzuigkap
[1-9] Vergrendelknop
[1-10] Ophangoog voor kabelophanging
[1-11] Instelhendel voor de afnamediepte
In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschre-
ven toebehoren wordt niet altijd standaard mee-
geleverd.
De vermelde afbeeldingen staan in het begin van
de gebruiksaanwijzing.
5 Veiligheidsadviezen
5.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschriften
en instructies. Wanneer de waarschuwingen
en instructies niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig
letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften
voor toekomstig gebruik.
Het in de waarschuwingen gebruikte begrip
„elektrisch gereedschap” heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik op het
stroomnet (met netsnoer) en op elektrische ge-
reedschappen voor gebruik met een accu (zonder
netsnoer).
5.2 Veiligheidsvoorschriften met betrekking
tot de mogelijke toepassingen
Algemene veiligheidsadviezen voor schuren,
vlakslijpen of borstelschuren:
a) Dit elektromechanische gereedschap is be-
stemd voor het gebruik als een vlakschuur-
machine of freesmachine met freeskop. Lees
zorgvuldig de betreffende veiligheidsadvie-
zen, aanwijzingen, instructieafbeeldingen en
specifi caties. Het niet in acht nemen van alle
hieronder vermelde instructies kan elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
b) Met dit gereedschap wordt het polijsten, snij-
den of doorslijpen niet aangeraden. Aanwen-
ding van dit apparaat voor andere doeleinden
dan waar het voor bestemd is is gevaarlijk en
kan letsel veroorzaken.
c) Gebruik geen hulpstukken die niet uitsluitend
door de fabrikant voor dit apparaat ontworpen
en aanbevolen zijn. Dat sommige produkten
48
combineerbaar zijn met uw apparaat is nog
geen garantie dat ze veilig kunnen worden ge-
bruikt.
d) Het nominale toerental dat op de hulpstuk-
ken is aangegeven moet ten minste gelijk zijn
aan het maximale toerental van het apparaat.
Hulpstukken die bestemd zijn voor een toe-
rental dat hoger is dan het nominale toerental
kunnen barsten of in stukken breken.
e) De buitendiameter en dikte van de hulpstuk-
ken moeten binnen het bereik zijn van de no-
minale omvang van uw apparaat. Hulpstukken
met een onjuiste omvang kunnen niet naar be-
horen worden bediend of beveiligd.
f) De afmetingen van de bevestigingsopeningen
van de schijven, fl enzen, steunschijven of an-
dere accessoires moeten overeenkomen met
de afmetingen van de spil van de machine.
Hulpstukken waarbij deze afmetingen niet
kloppen zullen in het gebruik niet uitgebalan-
ceerd zijn en overmatig vibreren waardoor u de
controle over het apparaat kunt verliezen.
g) Gebruik geen beschadigde hulpstukken.
Controleer voor het gebruik eerst de hulp-
stukken – let bij schuurschijven op afgeschil-
ferde stukjes of barstjes, bij steunschijven
op scheurtjes of overmatige slijtage en bij
schuurborstels op loszittend of gespleten
ijzerdraad. Controleer als een hulpstuk op de
grond is gevallen of het niet is beschadigd en
vervang het indien noodzakelijk. Zorg na het
controleren en bevestigen van de hulpstukken
dat u en eventuele omstanders zich niet op op
dezelfde hoogte bevinden als het draaiende
gereedschap en laat vervolgens het apparaat
gedurende een minuut onbelast testdraaien
op het maximale toerental. In het algemeen
zullen hulpstukken die beschadigd zijn al tij-
dens deze test barsten of in stukken breken.
h) Gebruik een beschermende uitrusting voor
uw persoonlijke veiligheid. Gebruik, afhanke-
lijk van de wijze waarop het apparaat wordt
aangewend, een veiligheidshelm met vizier of
een veiligheidsbril. Maak zo veel mogelijk ge-
bruik van een stofmasker, oorbeschermers,
werkhandschoenen en een werkschort dat
bestand is tegen slijpstof en materiaalkor-
rels. De oogbeschermers moeten in staat zijn
allerlei soorten rondvliegend materiaal tegen
te houden dat bij de verschillende werkzaam-
heden vrijkomt. Een stofmasker of een adem-
halingstoestel dient alle deeltjes die tijdens het
werk vrijkomen uit de luchtstroom te fi ltreren.
Let op, langdurige blootstelling aan geluid van
hoge intensiteit kan gehoorbeschadiging tot
gevolg hebben.
i) Zorg er voor dat omstanders op veilige af-
stand van de werkplek staan. Ieder die uw
werkomgeving betreedt dient eveneens een
beschermende uitrusting te dragen. Ook op
geruime afstand van de werkplek loopt men
risico letsel op te lopen door rondvliegend ma-
teriaal of afgebroken stukken gereedschap.
j) De slijpmachine kan tijdens het gebruik op
een verborgen elektrische leiding stuiten of
onverhoeds het eigen aansluitsnoer raken.
Houd om elektrische schokken te vermijden
de machine tijdens het werk altijd vast aan de
geïsoleerde handvatten. De metalen behuizing
kan na aanraking met een elektrische kabel
onder stroom komen te staan, wat bij aanra-
king letsel tot gevolg kan hebben.
k) Houdt het aansluitsnoer buiten het bereik van
het draaiende gedeelte van het apparaat. De
kans bestaat dat indien u de macht over het ap-
paraat verliest, het aanvoersnoer wordt door-
gesneden en dat uw hand(en) er in verstrikt
raken en naar het roterende gedeelte worden
toegetrokken.
l) Leg het apparaat nooit neer eer het volledig
tot stilstand is gekomen. Het draaiende ge-
deelte kan ergens aan vast blijven haken en u
kunt zo de controle over het apparaat verliezen.
m
) Houd het apparaat nooit naar u zelf toege-
keerd als het nog in bedrijf is. Het draaiende
gedeelte kan in uw kleren verstrikt raken en
zo naar uw lichaam toegetrokken worden.
n) Reinig de luchtingsgaten van machine regel-
matig. De ventilator zuigt slijpstof in de behui-
zing van de elektromotor – een te langdurige
opeenhoping van metalen stofdeeltjes kan lei-
den tot kortsluiting of elektrische schokken.
o) Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van
licht ontvlambare stoffen. Dergelijke stoffen
kunnen door de vonken die vrijkomen tot ont-
branding komen.
p) Gebruik geen hulpstukken die gekoeld moe-
ten worden met behulp van vloeistoffen. Het
gebruik van water of andere vloeibare koe-
lingsstoffen kan letsel of zelfs de dood door
een elektrische schok tot gevolg hebben.
Nadere veiligheidsinstructies die betrekking
hebben op alle werkfuncties
Terugslag en soortgelijke risico’s
Het plotseling ingeklemd of geblokkeerd raken
49
matig een terugslag en maakt het apparaat
oncontroleerbaar.
Aanvullende veiligheidsadviezen met betrekking
tot het schuren en doorslijpen
Waarschuwingen die specifi ek zijn gericht op
schuren en doorslijpen
a) Gebruik uitsluitend draaischijven die door
de fabrikant zijn aanbevolen en bij elk type
draaischijf de daarbij behorende, voor dit doel
speciaal ontworpen, beschermkap. Schijven
die niet specifi ek voor deze machine ontwor-
pen zijn kunnen niet afdoende worden afge-
schermd en zijn daarom gevaarlijk.
b) De beschermkap dient op een veilige manier
aan het apparaat te worden bevestigd en in de
juiste – veiligste – positie te worden ingesteld
zodat een zo klein mogelijk gedeelte van de
draaischijf aan de gebruikerszijde onbedekt
blijft. De beschermkap biedt bescherming te-
gen rondvliegende brokstukjes en voorkomt
dat de gebruiker met de schijf in aanraking
komt.
c) De schijven dienen slechts te worden gebruikt
voor de werkzaamheden waarvoor ze zijn ont-
worpen. Gebruik de vlakke zijkant van een
doorslijpschijf bijvoorbeeld nooit om mee te
schuren. Doorslijpschijven zijn ontworpen voor
radiale belasting (met kan uitsluitend slijpen
met behulp van de rand van de schijf). Indien
doorslijpschijven worden blootgesteld aan zij-
waardse krachten kunnen ze uitelkaar sprin-
gen.
d) Gebruik altijd onbeschadigde fl enzen met de
juiste vorm en afmetingen voor de door u ge-
kozen schijf. Geschikte fl enzen verstevigen de
schijf en verlagen zo de kans dat deze barst.
Doorslijpfl enzen kunnen verschillen van fl en-
zen die bestemd zijn voor schuurschijven.
e) Gebruik geen gebruikte schijven die oor-
spronkelijk bestemd waren voor grote ma-
chines. Schijven die eigenlijk bestemd zijn
voor groot elektromechanisch gereedschap
zijn ongeschikt voor het hogere toerental van
kleinere machines en kunnen barsten als ze
aan dergelijke apparaten worden bevestigd.
Aanvullende veiligheidsinstructies met betrek-
king tot staalborstelschuurwerk
Specifi eke waarschuwingen betreffende werk-
zaamheden met staalborstels
a) Wees u bewust van het feit dat zelfs onder
normale werkomstandigheden voortdurend
metaaldraden van de borstels afvliegen. Stel
van de draaiende schijf, steunschijf, staalborstel
of een ander roterend hulpstuk van de machine
heeft een krachtige terugslag tot gevolg. De ma-
chine wordt oncontroleerbaar en maakt een hef-
tige beweging in een richting die tegengesteld is
aan de richting van de schijf op het punt waar deze
geblokkeerd raakte.
Een voorbeeld: indien de schijf ingeklemd of ge-
blokkeerd raakt in het werkstuk kan dit de ma-
chine naar boven slaan of zelfs de lucht inwerpen.
In dat geval kan de machine, afhankelijk van de
oorspronkelijke draairichting van de schijf, ach-
terwaards naar de gebruiker toe of juist van hem
af geslingerd worden. Een schijf kan in zulke ge-
vallen ook in stukken breken.
Terugslag is het gevolg van oneigenlijk gebruik
van de machine en/of slechte werkomstandig-
heden of -technieken en is te vermijden door de
hieronder vermelde veiligheidsmaatregelen in
acht te nemen.
a) Houd het apparaat stevig vast en neem een
juiste houding aan zodat uw lichaam en ar-
men in staat zijn een mogelijke terugslag op
te vangen. Maak, indien het apparaat hiermee
is uitgerust, altijd gebruik van de extra hand-
greep die speciaal bestemd is voor het zoveel
mogelijk in bedwang houden van het apparaat
bij terugslag of tijdens het reactieve torsie-
moment dat telkens optreedt als het wordt
aangezet. De gebruiker is wel degelijk in staat
het torsiemoment of een terugslag onder con-
trole te houden indien de juiste veiligheidspro-
cedures worden opgevolgd.
b) Kom nooit met uw hand in de buurt van het
draaiende gedeelte van de machine. Bij te-
rugslag kan uw hand door de schijf worden
afgehakt.
c) Ga niet op een plaats staan waar de machine
na een mogelijke terugslag terecht kan ko-
men. Bij terugslag wordt de machine in een
richting geworpen die tegengesteld is aan de
richting van de draaischijf op het punt waar
deze vastloopt.
d) Schenk extra aandacht aan de bewerking van
hoeken, scherpe randen e.d. Probeer stui-
teren en vastlopen van de machine te voor-
komen. Hoeken, scherpe randen en het niet
goed vasthouden van de machine zodat deze
stuitert kunnen een terugslag veroorzaken en
er voor zorgen dat de machine oncontroleer-
baar wordt.
e) Bevestig geen kettingzaagblad, houtbewer-
kingsschijf of getand cirkelzaagblad aan de
machine. Dit soort schijven veroorzaakt regel-
50
de borstels niet bloot aan overmatige belas-
ting. Wees voorzichtig, rondvliegende metaal-
draden kunnen gemakkelijk door kleding en/
of de huid heendringen.
b) Voorkom in specifieke gevallen, wanneer
voor schuurwerk met metaalborstels een
beschermkap vereist is, dat draaiende bor-
stels of borstelschijven met de beschermkap
in contact komen. Tijdens het werk kunnen
borstelschijven of borstels als gevolg van de
belasting en de middelpuntvliedende kracht
een grotere omvang krijgen.
Overige veiligheidsinstructies
- De machine mag niet in vochtige, natte ruimten
worden gebruikt, buiten bij regen, mist, sneeu-
wen en in ruimte met explosiegevaar.
- Controleer voordat u het werktuig gaat gebrui-
ken de beweegbare toevoerkabel en de vork.
Laat de gebreken door een vakbekwame ser-
vice herstellen.
- Gebruik buiten de gebouwen uitsluitend goed-
gekeurde verlengkabels en kabelverbindingen.
- Zet de machine in het materiaal al draaiende.
- Draag de machine niet hangend aan de kabel.
- Werk niet op een ladder.
- Draag onder het werk beschermhandschoenen
en stevige schoenen.
- Gebruik tijdens het werken een schutbril en
oorbeschermers.
- Het bij het werken ontstane slijpstof is scha-
delijk voor de gezondheid. Gebruik tijdens het
werken de afzuiger en respirator.
- Asbesthoudend materiaal mag alleen door ter
zake kundige personen worden bewerkt. Neem
de veiligheidsvoorschriften in acht die in uw
land van toepassing zijn.
- Leid de beweegbare toevoerkabel altijd vanuit
het gereedschap naar achteren.
- Gebruik slechts de door fabrikant aanbevolen
freesringen.
- Steek de vork van de beweegbare toevoerkabel
slechts dan in het stopcontact als de freesma-
chine uitgeschakeld is.
- Controleer nogmaals of in het te bewerken ma-
teriaal geen elektrische, water- of gasleidingen
lopen – er zou een ongeluk kunnen plaatsvin-
den.
- Frees nooit door metalen voorwerpen, spijkers
of schroeven.
- Personen jonger dan 16 jaar mogen met de
freesmachine niet werken.
5.3 Emissiewaarden
De volgens EN 60 745 bepaalde waarden bedra-
gen gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau L
PA
= 89 dB (A)
Geluidsvermogenniveau L
WA
= 100 dB (A)
Onzekerheid K = 3 dB
LET OP
Geluid dat bij het werk optreedt
Beschadiging van het gehoor
Draag gehoorbescherming!
Trillingsemissiewaarde a
h
(vectorsom van drie
richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens
EN 60 745:
Frezen met freeskop
a
h
= 4,0 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
Schuren met schuurschijf
a
h
= 2,6 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te maken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepas-
singen, met ander inzetgereedschap of bij on-
voldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en stil-
standtijden van de machine in acht!
6 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen wanneer de machine
met een ontoelaatbare spanning of frequentie
wordt gebruikt.
- De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje overeen te stemmen.
- In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van 120
V/60 Hz worden ingezet.
6.1 In- en uitschakelen
De vergrendelknop [1-4] naar voren drukken,
waardoor de schakelaarhendel [1-3] ontgrendeld
wordt.
51
Om de machine in werking te stellen moet tege-
lijkertijd de schakelaarhendel [1-3] worden be-
diend. Wanneer de hendel wordt losgelaten, komt
de machine tot stilstand.
Continubedrijf
De vergrendelknop [1-4] naar voren drukken,
waardoor de schakelaarhendel [1-3] ontgrendeld
wordt.
Tegelijk de schakelaarhendel [1-3] bedienen en
de vergrendelknop [1-4] tot aan de aanslag naar
voren drukken.
Het continubedrijf wordt onderbroken als de
schakelaarhendel opnieuw bediend en losgela-
ten wordt [1-3].
6.2 Motorelektronica
Aanloopstroombegrenzer
De elektronisch gestuurde zachte aanloop zorgt
voor een start zonder terugslag van de frees.
Dankzij een beperkte aanloopstroom van de frees
volstaat een zekering van 10 A.
Elektronische voorinstelling van het toerental
Met het voorkeuzewiel [1-7] worden – ook bij een
lopende machine – de gewenste toerentallen in-
gesteld:
Niveau 1: 1000 min
–1
Niveau 4: 1700 min
–1
Niveau 2: 1300 min
–1
Niveau 5: 2000 min
–1
Niveau 3: 1500 min
–1
Niveau 6: 2200 min
–1
Het vereiste toerental is afhankelijk van het te
frezen materiaal. Wij raden aan dit door een prak-
tische test te controleren (zie toepassingstabel).
Stel bij een hoge belasting van de machine het
voorkeuzewiel [1-7] in op de hoogste stand (ni-
veau 6).
Laat de frees, wanneer u langere tijd met lage
toerentallen hebt gewerkt, nog 3 minuten met
een maximaal toerental onbelast lopen, zodat de
motor kan afkoelen.
Constante elektronica
Het vooraf ingestelde motortoerental wordt door
de elektronica op een constant niveau gehouden.
Hierdoor wordt een constante werksnelheid en
een gelijkmatige materiaalafname gegarandeerd.
Elektronische overbelastingsbeveiliging
Bij extreme overbelasting van de machine wordt
de motor door de elektronica tegen beschadiging
beschermd. Voor het opnieuw aanzetten moet de
machine als eerst worden uitgezet en dan op-
nieuw aangezet.
Thermische overbelastingsbeveiliging
Ter bescherming tegen oververhitting bij een ex-
treme continue belasting wordt de motor bij het
bereiken van een kritische temperatuur door de
veiligheidselektronica in de koelmodus omge-
schakeld. De frees kan niet belast worden en loopt
met gereduceerd toerental. Na een afkoelingstijd
van ca. 3 5 minuten kan de machine weer vol-
ledig worden belast. Bij warme freesmachines
reageert de warmtebescherming eerder.
7 Gebruik
7.1 Keuze van de gereedschapkop
Gerelateerd aan het gebruik en het toepassings-
gebied staan er verschillende frees- en schuur-
koppen ter beschikking. Voor een optimaal ar-
beidsresultaat moet een geschikte freeskop
gebruikt worden – zie de tabel op pagina 57. De
gegevens over de voorinstelling van het toeren-
tal in de toepassingstabel betreffen aanbevolen
waarden en dienen door een praktische test ge-
toetst te worden.
7.2 Wisseling van gereedschapkop
ATTENTIE
Draag bij contact met de gereedschapkop vei-
ligheidshandschoenen.
Het hoogst toelaatbare toerental van het ge-
bruikte gereedschap dient tenminste overeen
te komen met het maximale toerental van de
machine.
De gereedschapkop mag niet trillen of uit ba-
lans lopen, anders moet hij worden vervangen.
Alleen originele Festool gereedschapkoppen
gebruiken.
7.3 Gereedschapkop inzetten
Een geschikte gereedschapkop voor het ge-
bruik en het toepassingsgebied (zie toepas-
singstabel) kiezen.
De frees op een vlakke, stevige ondergrond
plaatsen (bijv. een werktafel).
De stift [2-1] door de opening in de dopsleutel
[2-2] steken en de spanmoer afschroeven [2-
3].
De gereedschapkop [2-4] op de spil plaatsen
[2-5]. Hierbij dient te worden gelet op de positie
van de veer [2-6], deze mag niet wegschieten.
De vergrendelknop van de spil indrukken [1-9].
De vergrendelknop mag alleen bij uitgescha-
kelde frees en stilstand van de spil ingedrukt
worden.
De spil draaien tot de vergrendelknop inklikt.
De spanmoer [2-3] en de dopsleutel [2-2] naar
behoren aantrekken.
52
ATTENTIE
De gereedschapkop met de hand draaien om
een correcte loop van de gereedschapkop te
controleren.
Let erop dat alle schroeven goed aangetrokken
worden.
Zorg ervoor dat er geen gereedschapsleutel
achterblijft.
7.4 Gereedschapkop afnemen
ATTENTIE
De gereedschapkop kan in het werkproces heel
heet worden.
De gereedschapkop vóór het verwisselen laten
afkoelen.
De vergrendelknop van de spil indrukken [1-9].
De vergrendelknop mag alleen bij uitgescha-
kelde frees en stilstand van de spil ingedrukt
worden.
De spil draaien tot de vergrendelknop inklikt.
De spanmoer met de dopsleutel afschroeven.
De poelietrekker [3-1] plaatsen en de gereed-
schapkop lostrekken door de handschroef met
de klok mee te draaien. Zodra de gereedschap-
kop los is, kan hij worden weggenomen.
7.5 Afnamediepte instellen
De borgschroef van de afzuigkap [1-8] losdraaien.
Door aan de instelhendel voor de afnamediepte
[1-11] te draaien, kan de freesdiepte, resp. de
mate van materiaalafname ingesteld worden, en
wel tussen 0 10 mm.
Draaien naar links = grotere freesdiepte
Draaien naar rechts = kleinere freesdiepte
De instelling van de freesdiepte hangt af van het
te bewerken materiaal en het gebruikte gereed-
schap.
7.6 Wisselen van gereedschap
Freeswielen verwisselen
Een verminderde afnamekwaliteit wordt door slij-
tage van het gereedschap veroorzaakt. De frees-
koppen zijn van wisselwielen voorzien; daarom
kunnen deze met behulp van een wielwisselset
opnieuw gebruikt worden.
De afgenomen freeskop op een vlakke, stevige
ondergrond plaatsen.
De schroefbout [4-1] met de buissteeksleutel
losdraaien en uitnemen.
De binnenring afnemen [4-2].
De halstap [4-3] uittrekken.
De freeswielen [4-4], moffen [4-6] en sluitrin-
gen [4-5] vervangen door nieuwe exemplaren
uit de wisselset.
De 5 freeswielen [4-4] en de sluitring [4-5]
op de mof [4-6] plaatsen. Deze 7 componen-
ten dienen zo in de freeskop teruggeplaatst
te worden, dat de sluitring het dichtst bij de
buitenrand van de freeskop ligt – afb. [4c].
De halstap [4-3] door openingen in de freeskop
terug in de moffen [4-6] steken.
De halstap [4-3] borgen door de binnenring te
plaatsen [4-2].
De schroefbout [4-1] inschroeven en met de
buissteeksleutel met een aanhaalmoment van
7 Nm aantrekken.
Let bij freeswielen met „vlakvorm“ op de juiste
richting van de wielen – afb. [4c].
ATTENTIE
Alvorens de gereedschapkop te plaatsen dient
gecontroleerd te worden op een juiste loop van
de freeswielen door ze met de hand te draaien.
Schuurschijven verwisselen
Een verminderde afnamekwaliteit wordt door slij-
tage van het gereedschap veroorzaakt. De schuur-
koppen kunnen na wisseling van de schuurschijf
weer gebruikt worden.
De afgenomen freeskop [5-3] op een schone
en vlakke ondergrond plaatsen.
De schroeven [5-1] losdraaien en verwijderen.
De spanvlakken van de schuurkop schoonma-
ken.
De schuurschijf [5-2] door een nieuwe vervan-
gen en weer met schroeven [5-1] borgen.
Met een aanhaalmoment van 5 Nm aantrekken.
Onderste borstel verwisselen
Bij overmatige slijtage van de onderste borstel [6-
3] neemt de beschermfunctie ervan af. Daarom
dient deze vervangen te worden.
De schroeven [6-1] demonteren en de gelei-
ders [6-2] afnemen.
De onderste borstel [6-3] met veren [6-4] uit-
nemen.
De veren [6-4] op de bouten [6-5] van de nieu-
we onderste borstel plaatsen en de borstel in-
brengen. Hierbij dient erop te worden gelet dat
de veren op de afzuigkapbouten [6-6] vallen.
53
De geleiders [6-2] plaatsen en met schroeven
[6-1] borgen.
Het mechanisme op een juiste werking con-
troleren.
Voorste borstel verwisselen
Bij overmatige slijtage van de voorste borstel [7-1]
neemt de beschermfunctie ervan af. Daarom dient
deze vervangen te worden.
De schroeven [7-2] en de beschermingsplaat
[7-3] losdraaien.
De voorste borstel [7-1] door een nieuwe ver-
vangen, de metalen plaat aanbrengen en met
schroeven [7-2] borgen.
7.7 Stofafzuiging
Het stof dat bij het werk ontstaat, kan gevaarlijk
voor de gezondheid, brandbaar of explosief zijn.
De machine moet op een passende afzuiginstal-
latie (stofafzuiger) aangesloten worden. De stofaf-
zuiger dient geschikt te zijn voor het te bewerken
materiaal. Voor het afzuigen van stof dat bijzonder
schadelijk voor de gezondheid, kankerverwek-
kend en droog is, dient een speciale stofafzuiger
van de Festool-serie te worden gebruikt.
De afzuigaansluiting [1-1] is geschikt voor een
afzuigslang met
36mm.
Om een optimale afzuiging en de levensduur van
het frees- en schuurgereedschap te garanderen
dienen de afzuigkanalen regelmatig gereinigd te
worden.
7.8 Balancer
De frees is middels een ophangoog [1-10] voor
het gebruik van een kabelophanging (balancer)
uitgerust.
Dankzij deze ontlasting is het mogelijk eenvoudi-
ger te werken, bijv. aan gevels en wanden.
7.9 Vloergeleiding BG-RG 150
Door het gebruik van de vloergeleiding kan de
machine rechtop over de vloer geleid worden. Het
geïntegreerde gewicht zorgt voor een optimale
druk. De rollen vereenvoudigen het transport van
de totale machine tussen de verschillende plaat-
sen waar hij wordt gebruikt.
8 Werkadviezen
De machine in ingeschakelde toestand op het op-
pervlak van het werkstuk plaatsen en in de leng-
te- en dwarsrichting parallel resp. cirkelvormig
bewegen.
Het afnamevermogen wordt in de eerste plaats
door passend gereedschap en de instelling van
de afnamediepte bepaald.
Een overmatige aandrukkracht leidt niet tot een
hogere afname, maar tot een grotere slijtage van
de machine en het freesgereedschap.
Bij het werken dient erop te worden gelet dat de
afzuigslang niet geknikt of beschadigd wordt.
Een verstoorde afzuiging leidt tot een sterkere
stofbelasting en een hogere slijtage van het frees-
gereedschap.
ATTENTIE
Tijdens het werk dient te worden gecontroleerd
of de freeswielen vrij op hun assen blijven
draaien. Wanneer dit niet het geval is, moeten
ze van de gereedschapkop losgemaakt worden.
9 Onderhoud en service
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de ma-
chine altijd de stekker uit het stopcontact.
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den waarvoor het vereist is de motorbehui-
zing te openen, mogen alleen door een ge-
autoriseerde onderhoudswerkplaats worden
uitgevoerd.
- Verpakte elektrisch gereedschap is mogelijk in
een droog, zonder verwarming opslagplaats te
bewaren met een voorwaarde, dat de tempera-
tuur niet onder –5°C heeft gedaald. Uitverpakte
elektrisch gereedschap mogen bewaren wor-
den in een droog opslagplaats waarin tempera-
tuur niet onder +5°C heeft gedaald en waarin
geen plotseling veranderingen van tempera-
tuur voorkomen.
- Om het doorstromen van de lucht te garan-
deren moeten de koelinggaten op de motor
steeds schoon en vrij zijn.
- Machine is van specifi eke zelf loskoppelbare
kooltjes voorzien. Bij het verslijten ervan wordt
de stroomtoevoer automatisch onderbroken en
de machine stopt.
- In het geval dat de hoogte van de afzuigfl ens
moeilijk in te stellen is moet de fl ens worden
afgehaald en schoongemaakt.
Klantenservice en reparatie alleen door
producent of servicewerkplaatsen: Dich-
tstbijzijnde adressen op:
www.festool.net/service
54
EKAT
1
2
3
5
4
Alleen originele Festool-reserveonderdelen
gebruiken! Bestelnr. op:
www.festool.net/service
10
Speciale gevaaromschrijving voor
het milieu
Geef elektrisch gereedschap niet met het huis-
vuil mee! Voer het apparaat, de accessoires en de
verpakking op milieuvriendelijke wijze af! Neem
daarbij de geldende nationale voorschriften in
acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake
gebruikte elektrische en elektronische apparaten
en de vertaling hiervan in de nationale wetgeving
dienen oude elektroapparaten gescheiden te wor-
den ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te
worden afgevoerd.
Informatie voor REACh:
www.festool.com/reach
11 EG-conformiteitsverklaring
Saneringsfrees Serienr.
RG 150 E 768916, 768884
Jaar van de CE-markering: 2013
Wij verklaren dat dit produkt voldoet aan de vol-
gende normen of normatieve dokumenten:
2006/42/EG, 2004/108/EG (tot 19.04.2016),
2014/30/EU (vanaf 20.04.2016), 2011/65/EU,
EN 60745-1:2009, EN 60745-2-3:2011+ A2:2013,
EN 55014-1:2006+ A1:2009+ A2:2011, EN 55014-
2:1997+ Corrigendum 1997+ A1:2001+A2:2008, EN
61000-3-2:2006+ A1:2009+ A2:2009, EN 61000-
3-3:2013.
Festool GmbH
Wertstr. 20, D-73240 Wendlingen
Dr. Johannes Steimel
Hoofd onderzoek, ontwikkeling en technische do-
cumentatie 2015-03-02
12 Keuze van de gereedschapkop
Gereed-
schapkop
Uitrusting Toepassing Instelwiel
Hardmetalen freeswie-
len, „puntvorm“, set 35
st. SZ-RG 150
Afname van krabpleister, tegellijmres-
ten en kunstharspleister
4 – 6
Hardmetalen freeswie-
len, „vlakvorm“, set 35 st.
FZ-RG 150
Afname van zachte pleister, vers beton,
betonresten en beschermlagen
4 – 6
Diamantschijf DIA-HARD
150
Afname van hard materiaal, bijv. be-
ton met een hogere vastheid dan C10,
harde dekvloeren
6
Diamantschijf DIA-ABRA-
SIV 150
Afname van zacht materiaal met
hoge slijtagefactor, bijv. vers beton,
tegellijm, krabpleister, zandsteen
6
Diamantschijf DIA UNI
150
Universele toepassing, bijv. verf (op be-
ton, pleister, hout), lijm, krabpleister
5 – 6
Hardmetalen schijf HW-
150/SC
Voor elastische lagen, beschermlagen,
latex- en olieverf, gips, gasbeton
2 – 3

Documenttranscriptie

NL Saneringsfrees RG 150 E – oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 1 Symbolen Dubbele isolering Waarschuwing voor algemeen gevaar Waarschuwing voor schok Gebruik schutbril! Gebruik beschermende handschoenen! Handleiding / aanwijzingen lezen Niet in huisafval  Aanwijzing, tip 2 Technische gegevens 3 220 – 240 V ~ 50 / 60 Hz 1600 W 1000 – 2200 min–1 150 mm 5,9 kg II / Voorgeschreven gebruik De frees is bestemd voor het afschuren van pleisterwerk, verflagen en tegel- en behanglijmresten, voor het schuren van betonvlakken, het verwijderen van uitsteeksels bij bekistingen en voor het egaliseren van dekvloeren in de bouw. De frees mag alleen in de droogbouw en met een krachtige afzuiginstallatie gebruikt worden. Voor gebruik dat niet volgens de voorschriften plaatsvindt, is de gebruiker zelf verantwoordelijk. 4 [1-1] [1-2] [1-3] Bedieningselementen Afzuigaansluiting Handgrepen Schakelaar Vergrendelknop Afzuigkap / grondplaat Ventilatie-openingen Instelwiel voor voorinstelling van het toerental [1-8] Borgschroef van de afzuigkap [1-9] Vergrendelknop [1-10] Ophangoog voor kabelophanging [1-11] Instelhendel voor de afnamediepte In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschreven toebehoren wordt niet altijd standaard meegeleverd. De vermelde afbeeldingen staan in het begin van de gebruiksaanwijzing. 5 Draag gehoorbescherming! Nominale spanning Netfrequentie Vermogen Toerental onder belasting gereedschap Gewicht Beschermingsklasse [1-4] [1-5] [1-6] [1-7] Veiligheidsadviezen 5.1 Algemene veiligheidsvoorschriften LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschriften en instructies. Wanneer de waarschuwingen en instructies niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig gebruik. Het in de waarschuwingen gebruikte begrip „elektrisch gereedschap” heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische gereedschappen voor gebruik met een accu (zonder netsnoer). 5.2 Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de mogelijke toepassingen Algemene veiligheidsadviezen voor schuren, vlakslijpen of borstelschuren: a) Dit elektromechanische gereedschap is bestemd voor het gebruik als een vlakschuurmachine of freesmachine met freeskop. Lees zorgvuldig de betreffende veiligheidsadviezen, aanwijzingen, instructieafbeeldingen en specificaties. Het niet in acht nemen van alle hieronder vermelde instructies kan elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. b) Met dit gereedschap wordt het polijsten, snijden of doorslijpen niet aangeraden. Aanwending van dit apparaat voor andere doeleinden dan waar het voor bestemd is is gevaarlijk en kan letsel veroorzaken. c) Gebruik geen hulpstukken die niet uitsluitend door de fabrikant voor dit apparaat ontworpen en aanbevolen zijn. Dat sommige produkten 47 d) e) f) g) h) 48 combineerbaar zijn met uw apparaat is nog geen garantie dat ze veilig kunnen worden gebruikt. Het nominale toerental dat op de hulpstukken is aangegeven moet ten minste gelijk zijn aan het maximale toerental van het apparaat. Hulpstukken die bestemd zijn voor een toerental dat hoger is dan het nominale toerental kunnen barsten of in stukken breken. De buitendiameter en dikte van de hulpstukken moeten binnen het bereik zijn van de nominale omvang van uw apparaat. Hulpstukken met een onjuiste omvang kunnen niet naar behoren worden bediend of beveiligd. De afmetingen van de bevestigingsopeningen van de schijven, flenzen, steunschijven of andere accessoires moeten overeenkomen met de afmetingen van de spil van de machine. Hulpstukken waarbij deze afmetingen niet kloppen zullen in het gebruik niet uitgebalanceerd zijn en overmatig vibreren waardoor u de controle over het apparaat kunt verliezen. Gebruik geen beschadigde hulpstukken. Controleer voor het gebruik eerst de hulpstukken – let bij schuurschijven op afgeschilferde stukjes of barstjes, bij steunschijven op scheurtjes of overmatige slijtage en bij schuurborstels op loszittend of gespleten ijzerdraad. Controleer als een hulpstuk op de grond is gevallen of het niet is beschadigd en vervang het indien noodzakelijk. Zorg na het controleren en bevestigen van de hulpstukken dat u en eventuele omstanders zich niet op op dezelfde hoogte bevinden als het draaiende gereedschap en laat vervolgens het apparaat gedurende een minuut onbelast testdraaien op het maximale toerental. In het algemeen zullen hulpstukken die beschadigd zijn al tijdens deze test barsten of in stukken breken. Gebruik een beschermende uitrusting voor uw persoonlijke veiligheid. Gebruik, afhankelijk van de wijze waarop het apparaat wordt aangewend, een veiligheidshelm met vizier of een veiligheidsbril. Maak zo veel mogelijk gebruik van een stofmasker, oorbeschermers, werkhandschoenen en een werkschort dat bestand is tegen slijpstof en materiaalkorrels. De oogbeschermers moeten in staat zijn allerlei soorten rondvliegend materiaal tegen te houden dat bij de verschillende werkzaamheden vrijkomt. Een stofmasker of een ademhalingstoestel dient alle deeltjes die tijdens het werk vrijkomen uit de luchtstroom te filtreren. Let op, langdurige blootstelling aan geluid van hoge intensiteit kan gehoorbeschadiging tot gevolg hebben. i) Zorg er voor dat omstanders op veilige afstand van de werkplek staan. Ieder die uw werkomgeving betreedt dient eveneens een beschermende uitrusting te dragen. Ook op geruime afstand van de werkplek loopt men risico letsel op te lopen door rondvliegend materiaal of afgebroken stukken gereedschap. j) De slijpmachine kan tijdens het gebruik op een verborgen elektrische leiding stuiten of onverhoeds het eigen aansluitsnoer raken. Houd om elektrische schokken te vermijden de machine tijdens het werk altijd vast aan de geïsoleerde handvatten. De metalen behuizing kan na aanraking met een elektrische kabel onder stroom komen te staan, wat bij aanraking letsel tot gevolg kan hebben. k) Houdt het aansluitsnoer buiten het bereik van het draaiende gedeelte van het apparaat. De kans bestaat dat indien u de macht over het apparaat verliest, het aanvoersnoer wordt doorgesneden en dat uw hand(en) er in verstrikt raken en naar het roterende gedeelte worden toegetrokken. l) Leg het apparaat nooit neer eer het volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende gedeelte kan ergens aan vast blijven haken en u kunt zo de controle over het apparaat verliezen. m) Houd het apparaat nooit naar u zelf toegekeerd als het nog in bedrijf is. Het draaiende gedeelte kan in uw kleren verstrikt raken en zo naar uw lichaam toegetrokken worden. n) Reinig de luchtingsgaten van machine regelmatig. De ventilator zuigt slijpstof in de behuizing van de elektromotor – een te langdurige opeenhoping van metalen stofdeeltjes kan leiden tot kortsluiting of elektrische schokken. o) Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van licht ontvlambare stoffen. Dergelijke stoffen kunnen door de vonken die vrijkomen tot ontbranding komen. p) Gebruik geen hulpstukken die gekoeld moeten worden met behulp van vloeistoffen. Het gebruik van water of andere vloeibare koelingsstoffen kan letsel of zelfs de dood door een elektrische schok tot gevolg hebben. Nadere veiligheidsinstructies die betrekking hebben op alle werkfuncties Terugslag en soortgelijke risico’s Het plotseling ingeklemd of geblokkeerd raken van de draaiende schijf, steunschijf, staalborstel of een ander roterend hulpstuk van de machine heeft een krachtige terugslag tot gevolg. De machine wordt oncontroleerbaar en maakt een heftige beweging in een richting die tegengesteld is aan de richting van de schijf op het punt waar deze geblokkeerd raakte. Een voorbeeld: indien de schijf ingeklemd of geblokkeerd raakt in het werkstuk kan dit de machine naar boven slaan of zelfs de lucht inwerpen. In dat geval kan de machine, afhankelijk van de oorspronkelijke draairichting van de schijf, achterwaards naar de gebruiker toe of juist van hem af geslingerd worden. Een schijf kan in zulke gevallen ook in stukken breken. Terugslag is het gevolg van oneigenlijk gebruik van de machine en/of slechte werkomstandigheden of -technieken en is te vermijden door de hieronder vermelde veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. a) Houd het apparaat stevig vast en neem een juiste houding aan zodat uw lichaam en armen in staat zijn een mogelijke terugslag op te vangen. Maak, indien het apparaat hiermee is uitgerust, altijd gebruik van de extra handgreep die speciaal bestemd is voor het zoveel mogelijk in bedwang houden van het apparaat bij terugslag of tijdens het reactieve torsiemoment dat telkens optreedt als het wordt aangezet. De gebruiker is wel degelijk in staat het torsiemoment of een terugslag onder controle te houden indien de juiste veiligheidsprocedures worden opgevolgd. b) Kom nooit met uw hand in de buurt van het draaiende gedeelte van de machine. Bij terugslag kan uw hand door de schijf worden afgehakt. c) Ga niet op een plaats staan waar de machine na een mogelijke terugslag terecht kan komen. Bij terugslag wordt de machine in een richting geworpen die tegengesteld is aan de richting van de draaischijf op het punt waar deze vastloopt. d) Schenk extra aandacht aan de bewerking van hoeken, scherpe randen e.d. Probeer stuiteren en vastlopen van de machine te voorkomen. Hoeken, scherpe randen en het niet goed vasthouden van de machine zodat deze stuitert kunnen een terugslag veroorzaken en er voor zorgen dat de machine oncontroleerbaar wordt. e) Bevestig geen kettingzaagblad, houtbewerkingsschijf of getand cirkelzaagblad aan de machine. Dit soort schijven veroorzaakt regel- matig een terugslag en maakt het apparaat oncontroleerbaar. Aanvullende veiligheidsadviezen met betrekking tot het schuren en doorslijpen Waarschuwingen die specifiek zijn gericht op schuren en doorslijpen a) Gebruik uitsluitend draaischijven die door de fabrikant zijn aanbevolen en bij elk type draaischijf de daarbij behorende, voor dit doel speciaal ontworpen, beschermkap. Schijven die niet specifiek voor deze machine ontworpen zijn kunnen niet afdoende worden afgeschermd en zijn daarom gevaarlijk. b) De beschermkap dient op een veilige manier aan het apparaat te worden bevestigd en in de juiste – veiligste – positie te worden ingesteld zodat een zo klein mogelijk gedeelte van de draaischijf aan de gebruikerszijde onbedekt blijft. De beschermkap biedt bescherming tegen rondvliegende brokstukjes en voorkomt dat de gebruiker met de schijf in aanraking komt. c) De schijven dienen slechts te worden gebruikt voor de werkzaamheden waarvoor ze zijn ontworpen. Gebruik de vlakke zijkant van een doorslijpschijf bijvoorbeeld nooit om mee te schuren. Doorslijpschijven zijn ontworpen voor radiale belasting (met kan uitsluitend slijpen met behulp van de rand van de schijf). Indien doorslijpschijven worden blootgesteld aan zijwaardse krachten kunnen ze uitelkaar springen. d) Gebruik altijd onbeschadigde flenzen met de juiste vorm en afmetingen voor de door u gekozen schijf. Geschikte flenzen verstevigen de schijf en verlagen zo de kans dat deze barst. Doorslijpflenzen kunnen verschillen van flenzen die bestemd zijn voor schuurschijven. e) Gebruik geen gebruikte schijven die oorspronkelijk bestemd waren voor grote machines. Schijven die eigenlijk bestemd zijn voor groot elektromechanisch gereedschap zijn ongeschikt voor het hogere toerental van kleinere machines en kunnen barsten als ze aan dergelijke apparaten worden bevestigd. Aanvullende veiligheidsinstructies met betrekking tot staalborstelschuurwerk Specifieke waarschuwingen betreffende werkzaamheden met staalborstels a) Wees u bewust van het feit dat zelfs onder normale werkomstandigheden voortdurend metaaldraden van de borstels afvliegen. Stel 49 de borstels niet bloot aan overmatige belasting. Wees voorzichtig, rondvliegende metaaldraden kunnen gemakkelijk door kleding en/ of de huid heendringen. b) Voorkom in specifieke gevallen, wanneer voor schuurwerk met metaalborstels een beschermkap vereist is, dat draaiende borstels of borstelschijven met de beschermkap in contact komen. Tijdens het werk kunnen borstelschijven of borstels als gevolg van de belasting en de middelpuntvliedende kracht een grotere omvang krijgen. Overige veiligheidsinstructies - De machine mag niet in vochtige, natte ruimten worden gebruikt, buiten bij regen, mist, sneeuwen en in ruimte met explosiegevaar. - Controleer voordat u het werktuig gaat gebruiken de beweegbare toevoerkabel en de vork. Laat de gebreken door een vakbekwame service herstellen. - Gebruik buiten de gebouwen uitsluitend goedgekeurde verlengkabels en kabelverbindingen. - Zet de machine in het materiaal al draaiende. - Draag de machine niet hangend aan de kabel. - Werk niet op een ladder. - Draag onder het werk beschermhandschoenen en stevige schoenen. - Gebruik tijdens het werken een schutbril en oorbeschermers. - Het bij het werken ontstane slijpstof is schadelijk voor de gezondheid. Gebruik tijdens het werken de afzuiger en respirator. - Asbesthoudend materiaal mag alleen door ter zake kundige personen worden bewerkt. Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in uw land van toepassing zijn. - Leid de beweegbare toevoerkabel altijd vanuit het gereedschap naar achteren. - Gebruik slechts de door fabrikant aanbevolen freesringen. - Steek de vork van de beweegbare toevoerkabel slechts dan in het stopcontact als de freesmachine uitgeschakeld is. - Controleer nogmaals of in het te bewerken materiaal geen elektrische, water- of gasleidingen lopen – er zou een ongeluk kunnen plaatsvinden. - Frees nooit door metalen voorwerpen, spijkers of schroeven. 50 - Personen jonger dan 16 jaar mogen met de freesmachine niet werken. 5.3 Emissiewaarden De volgens EN 60 745 bepaalde waarden bedragen gewoonlijk: Geluidsdrukniveau LPA = 89 dB (A) Geluidsvermogenniveau LWA = 100 dB (A) Onzekerheid K = 3 dB LET OP Geluid dat bij het werk optreedt Beschadiging van het gehoor  Draag gehoorbescherming! Trillingsemissiewaarde ah (vectorsom van drie richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens EN 60 745: Frezen met freeskop ah = 4,0 m/s2 K = 1,5 m/s2 Schuren met schuurschijf ah = 2,6 m/s2 K = 1,5 m/s2 De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid) – zijn geschikt om machines te vergelijken, – om tijdens het gebruik een voorlopige inschatting van de trillings- en geluidsbelasting te maken – en gelden voor de belangrijkste toepassingen van het persluchtgereedschap. Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepassingen, met ander inzetgereedschap of bij onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en stilstandtijden van de machine in acht! 6 Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen wanneer de machine met een ontoelaatbare spanning of frequentie wordt gebruikt. - De netspanning en de frequentie van de stroombron dienen met de gegevens op het typeplaatje overeen te stemmen. - In Noord-Amerika mogen alleen Festoolmachines met een spanningsopgave van 120 V/60 Hz worden ingezet. 6.1 In- en uitschakelen De vergrendelknop [1-4] naar voren drukken, waardoor de schakelaarhendel [1-3] ontgrendeld wordt. Om de machine in werking te stellen moet tegelijkertijd de schakelaarhendel [1-3] worden bediend. Wanneer de hendel wordt losgelaten, komt de machine tot stilstand. Continubedrijf De vergrendelknop [1-4] naar voren drukken, waardoor de schakelaarhendel [1-3] ontgrendeld wordt. Tegelijk de schakelaarhendel [1-3] bedienen en de vergrendelknop [1-4] tot aan de aanslag naar voren drukken. Het continubedrijf wordt onderbroken als de schakelaarhendel opnieuw bediend en losgelaten wordt [1-3]. 6.2 Motorelektronica Aanloopstroombegrenzer De elektronisch gestuurde zachte aanloop zorgt voor een start zonder terugslag van de frees. Dankzij een beperkte aanloopstroom van de frees volstaat een zekering van 10 A. Elektronische voorinstelling van het toerental Met het voorkeuzewiel [1-7] worden – ook bij een lopende machine – de gewenste toerentallen ingesteld: Niveau 1: 1000 min–1 Niveau 4: 1700 min–1 Niveau 2: 1300 min–1 Niveau 5: 2000 min–1 –1 Niveau 3: 1500 min Niveau 6: 2200 min–1 Het vereiste toerental is afhankelijk van het te frezen materiaal. Wij raden aan dit door een praktische test te controleren (zie toepassingstabel). Stel bij een hoge belasting van de machine het voorkeuzewiel [1-7] in op de hoogste stand (niveau 6). Laat de frees, wanneer u langere tijd met lage toerentallen hebt gewerkt, nog 3 minuten met een maximaal toerental onbelast lopen, zodat de motor kan afkoelen. Constante elektronica Het vooraf ingestelde motortoerental wordt door de elektronica op een constant niveau gehouden. Hierdoor wordt een constante werksnelheid en een gelijkmatige materiaalafname gegarandeerd. Elektronische overbelastingsbeveiliging Bij extreme overbelasting van de machine wordt de motor door de elektronica tegen beschadiging beschermd. Voor het opnieuw aanzetten moet de machine als eerst worden uitgezet en dan opnieuw aangezet. Thermische overbelastingsbeveiliging Ter bescherming tegen oververhitting bij een extreme continue belasting wordt de motor bij het bereiken van een kritische temperatuur door de veiligheidselektronica in de koelmodus omgeschakeld. De frees kan niet belast worden en loopt met gereduceerd toerental. Na een afkoelingstijd van ca. 3 – 5 minuten kan de machine weer volledig worden belast. Bij warme freesmachines reageert de warmtebescherming eerder. 7 Gebruik 7.1 Keuze van de gereedschapkop Gerelateerd aan het gebruik en het toepassingsgebied staan er verschillende frees- en schuurkoppen ter beschikking. Voor een optimaal arbeidsresultaat moet een geschikte freeskop gebruikt worden – zie de tabel op pagina 57. De gegevens over de voorinstelling van het toerental in de toepassingstabel betreffen aanbevolen waarden en dienen door een praktische test getoetst te worden. 7.2 Wisseling van gereedschapkop ATTENTIE Draag bij contact met de gereedschapkop veiligheidshandschoenen. Het hoogst toelaatbare toerental van het gebruikte gereedschap dient tenminste overeen te komen met het maximale toerental van de machine. De gereedschapkop mag niet trillen of uit balans lopen, anders moet hij worden vervangen. Alleen originele Festool gereedschapkoppen gebruiken. 7.3 Gereedschapkop inzetten  Een geschikte gereedschapkop voor het gebruik en het toepassingsgebied (zie toepassingstabel) kiezen.  De frees op een vlakke, stevige ondergrond plaatsen (bijv. een werktafel).  De stift [2-1] door de opening in de dopsleutel [2-2] steken en de spanmoer afschroeven [23].  De gereedschapkop [2-4] op de spil plaatsen [2-5]. Hierbij dient te worden gelet op de positie van de veer [2-6], deze mag niet wegschieten.  De vergrendelknop van de spil indrukken [1-9]. De vergrendelknop mag alleen bij uitgeschakelde frees en stilstand van de spil ingedrukt worden.  De spil draaien tot de vergrendelknop inklikt.  De spanmoer [2-3] en de dopsleutel [2-2] naar behoren aantrekken. 51 ATTENTIE De gereedschapkop met de hand draaien om een correcte loop van de gereedschapkop te controleren. Let erop dat alle schroeven goed aangetrokken worden. Zorg ervoor dat er geen gereedschapsleutel achterblijft. 7.4 Gereedschapkop afnemen ATTENTIE De gereedschapkop kan in het werkproces heel heet worden. De gereedschapkop vóór het verwisselen laten afkoelen.  De vergrendelknop van de spil indrukken [1-9]. De vergrendelknop mag alleen bij uitgeschakelde frees en stilstand van de spil ingedrukt worden.  De spil draaien tot de vergrendelknop inklikt.  De spanmoer met de dopsleutel afschroeven.  De poelietrekker [3-1] plaatsen en de gereedschapkop lostrekken door de handschroef met de klok mee te draaien. Zodra de gereedschapkop los is, kan hij worden weggenomen. 7.5 Afnamediepte instellen De borgschroef van de afzuigkap [1-8] losdraaien. Door aan de instelhendel voor de afnamediepte [1-11] te draaien, kan de freesdiepte, resp. de mate van materiaalafname ingesteld worden, en wel tussen 0 – 10 mm. Draaien naar links = grotere freesdiepte Draaien naar rechts = kleinere freesdiepte De instelling van de freesdiepte hangt af van het te bewerken materiaal en het gebruikte gereedschap. 7.6 Wisselen van gereedschap Freeswielen verwisselen Een verminderde afnamekwaliteit wordt door slijtage van het gereedschap veroorzaakt. De freeskoppen zijn van wisselwielen voorzien; daarom kunnen deze met behulp van een wielwisselset opnieuw gebruikt worden.  De afgenomen freeskop op een vlakke, stevige ondergrond plaatsen.  De schroefbout [4-1] met de buissteeksleutel 52 losdraaien en uitnemen.  De binnenring afnemen [4-2].  De halstap [4-3] uittrekken.  De freeswielen [4-4], moffen [4-6] en sluitringen [4-5] vervangen door nieuwe exemplaren uit de wisselset.  De 5 freeswielen [4-4] en de sluitring [4-5] op de mof [4-6] plaatsen. Deze 7 componenten dienen zo in de freeskop teruggeplaatst te worden, dat de sluitring het dichtst bij de buitenrand van de freeskop ligt – afb. [4c].  De halstap [4-3] door openingen in de freeskop terug in de moffen [4-6] steken.  De halstap [4-3] borgen door de binnenring te plaatsen [4-2].  De schroefbout [4-1] inschroeven en met de buissteeksleutel met een aanhaalmoment van 7 Nm aantrekken.  Let bij freeswielen met „vlakvorm“ op de juiste richting van de wielen – afb. [4c]. ATTENTIE Alvorens de gereedschapkop te plaatsen dient gecontroleerd te worden op een juiste loop van de freeswielen door ze met de hand te draaien. Schuurschijven verwisselen Een verminderde afnamekwaliteit wordt door slijtage van het gereedschap veroorzaakt. De schuurkoppen kunnen na wisseling van de schuurschijf weer gebruikt worden.  De afgenomen freeskop [5-3] op een schone en vlakke ondergrond plaatsen.  De schroeven [5-1] losdraaien en verwijderen.  De spanvlakken van de schuurkop schoonmaken.  De schuurschijf [5-2] door een nieuwe vervangen en weer met schroeven [5-1] borgen.  Met een aanhaalmoment van 5 Nm aantrekken. Onderste borstel verwisselen Bij overmatige slijtage van de onderste borstel [63] neemt de beschermfunctie ervan af. Daarom dient deze vervangen te worden.  De schroeven [6-1] demonteren en de geleiders [6-2] afnemen.  De onderste borstel [6-3] met veren [6-4] uitnemen.  De veren [6-4] op de bouten [6-5] van de nieuwe onderste borstel plaatsen en de borstel inbrengen. Hierbij dient erop te worden gelet dat de veren op de afzuigkapbouten [6-6] vallen.  De geleiders [6-2] plaatsen en met schroeven [6-1] borgen.  Het mechanisme op een juiste werking controleren. Voorste borstel verwisselen Bij overmatige slijtage van de voorste borstel [7-1] neemt de beschermfunctie ervan af. Daarom dient deze vervangen te worden.  De schroeven [7-2] en de beschermingsplaat [7-3] losdraaien.  De voorste borstel [7-1] door een nieuwe vervangen, de metalen plaat aanbrengen en met schroeven [7-2] borgen. 7.7 Stofafzuiging Het stof dat bij het werk ontstaat, kan gevaarlijk voor de gezondheid, brandbaar of explosief zijn. De machine moet op een passende afzuiginstallatie (stofafzuiger) aangesloten worden. De stofafzuiger dient geschikt te zijn voor het te bewerken materiaal. Voor het afzuigen van stof dat bijzonder schadelijk voor de gezondheid, kankerverwekkend en droog is, dient een speciale stofafzuiger van de Festool-serie te worden gebruikt. De afzuigaansluiting [1-1] is geschikt voor een afzuigslang met 36mm. Om een optimale afzuiging en de levensduur van het frees- en schuurgereedschap te garanderen dienen de afzuigkanalen regelmatig gereinigd te worden. 7.8 Balancer De frees is middels een ophangoog [1-10] voor het gebruik van een kabelophanging (balancer) uitgerust. Dankzij deze ontlasting is het mogelijk eenvoudiger te werken, bijv. aan gevels en wanden. 7.9 Vloergeleiding BG-RG 150 Door het gebruik van de vloergeleiding kan de machine rechtop over de vloer geleid worden. Het geïntegreerde gewicht zorgt voor een optimale druk. De rollen vereenvoudigen het transport van de totale machine tussen de verschillende plaatsen waar hij wordt gebruikt. 8 Werkadviezen De machine in ingeschakelde toestand op het oppervlak van het werkstuk plaatsen en in de lengte- en dwarsrichting parallel resp. cirkelvormig bewegen. Het afnamevermogen wordt in de eerste plaats door passend gereedschap en de instelling van de afnamediepte bepaald. Een overmatige aandrukkracht leidt niet tot een hogere afname, maar tot een grotere slijtage van de machine en het freesgereedschap. Bij het werken dient erop te worden gelet dat de afzuigslang niet geknikt of beschadigd wordt. Een verstoorde afzuiging leidt tot een sterkere stofbelasting en een hogere slijtage van het freesgereedschap. ATTENTIE Tijdens het werk dient te worden gecontroleerd of de freeswielen vrij op hun assen blijven draaien. Wanneer dit niet het geval is, moeten ze van de gereedschapkop losgemaakt worden. 9 Onderhoud en service WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken  Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine altijd de stekker uit het stopcontact.  Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden waarvoor het vereist is de motorbehuizing te openen, mogen alleen door een geautoriseerde onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd. - Verpakte elektrisch gereedschap is mogelijk in een droog, zonder verwarming opslagplaats te bewaren met een voorwaarde, dat de temperatuur niet onder –5°C heeft gedaald. Uitverpakte elektrisch gereedschap mogen bewaren worden in een droog opslagplaats waarin temperatuur niet onder +5°C heeft gedaald en waarin geen plotseling veranderingen van temperatuur voorkomen. - Om het doorstromen van de lucht te garanderen moeten de koelinggaten op de motor steeds schoon en vrij zijn. - Machine is van specifieke zelf loskoppelbare kooltjes voorzien. Bij het verslijten ervan wordt de stroomtoevoer automatisch onderbroken en de machine stopt. - In het geval dat de hoogte van de afzuigflens moeilijk in te stellen is moet de flens worden afgehaald en schoongemaakt. Klantenservice en reparatie alleen door producent of servicewerkplaatsen: Dichtstbijzijnde adressen op: www.festool.net/service 53 EKAT 4 2 1 10 3 5 Alleen originele Festool-reserveonderdelen gebruiken! Bestelnr. op: www.festool.net/service Speciale gevaaromschrijving voor het milieu Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Voer het apparaat, de accessoires en de verpakking op milieuvriendelijke wijze af! Neem daarbij de geldende nationale voorschriften in acht. Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de vertaling hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektroapparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. Informatie voor REACh: www.festool.com/reach 12 11 EG-conformiteitsverklaring Saneringsfrees Serienr. RG 150 E 768916, 768884 Jaar van de CE-markering: 2013 Wij verklaren dat dit produkt voldoet aan de volgende normen of normatieve dokumenten: 2006/42/EG, 2004/108/EG (tot 19.04.2016), 2014/30/EU (vanaf 20.04.2016), 2011/65/EU, EN 60745-1:2009, EN 60745-2-3:2011+ A2:2013, EN 55014-1:2006+ A1:2009+ A2:2011, EN 550142:1997+ Corrigendum 1997+ A1:2001+A2:2008, EN 61000-3-2:2006+ A1:2009+ A2:2009, EN 610003-3:2013. Festool GmbH Wertstr. 20, D-73240 Wendlingen Dr. Johannes Steimel Hoofd onderzoek, ontwikkeling en technische documentatie 2015-03-02 Keuze van de gereedschapkop Gereedschapkop Uitrusting Toepassing Hardmetalen freeswielen, „puntvorm“, set 35 st. SZ-RG 150 Afname van krabpleister, tegellijmresten en kunstharspleister 4–6 Afname van zachte pleister, vers beton, Hardmetalen freeswielen, „vlakvorm“, set 35 st. betonresten en beschermlagen FZ-RG 150 4–6 Diamantschijf DIA-HARD 150 Afname van hard materiaal, bijv. beton met een hogere vastheid dan C10, harde dekvloeren Diamantschijf DIA-ABRA- Afname van zacht materiaal met SIV 150 hoge slijtagefactor, bijv. vers beton, tegellijm, krabpleister, zandsteen 54 Instelwiel 6 6 Diamantschijf DIA UNI 150 Universele toepassing, bijv. verf (op beton, pleister, hout), lijm, krabpleister 5–6 Hardmetalen schijf HW150/SC Voor elastische lagen, beschermlagen, latex- en olieverf, gips, gasbeton 2–3
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122

Festool RENOFIX RG 150 E Handleiding

Type
Handleiding