6.10.2.2 Posities instellen via bedieningspaneel V810
Invoer van het codenummer in het monteursmenu
–
Hoofdschakelaar in de stand ‘0’ zetten.
–
Alle stekkers dienen te zijn aangesloten op de regeling van de
naaimachinemotor.
–
Toets “ P” indrukken en ingedrukt houden.
–
Hoofdschakelaar in de stand ‘1’ zetten. Op de display verschijnt
“C-0000”
–
Toets “ P” loslaten.
–
Codenr. 1907 intoetsen. Met de “+”en“-” toetsen kan de waarde
van het knipperend cijfer worden gewijzigd. Met de toets “>>”kan
naar het volgende cijfer worden gestapt.
–
Toets “ E” intoetsen. De eerste parameter in het monteursmenu
F-100 wordt weergegeven.
Referentiepositie instellen
–
Na invoer van het codenummer toets “E” indrukken.
De eerste parameter in het monteursmenu F-100 wordt
weergegeven.
–
Metdetoetsen“+”, “-”en“>>” de parameter F-170 instellen.
–
Toets “ E” indrukken. Op de display verschijnt “Sr1”
–
Toets “ >>” indrukken. Op de display verschijnt “PoS0 ( )”
–
Handwiel in normale draairichting draaien totdat het symbool “()”
op de display verdwijnt, dan verder draaien totdat de
referentiepositie (naaldpunt, b ij omlaag gaan van de naald, ter
hoogte van de bovenzijde van de steekplaat) bereikt wordt.
–
Toets “ E” indrukken. De referentiepositie wordt opgeslagen. Op de
display verschijnt
“F- 171”
–
Wanneer de referentiepositie niet is opgeslagen, verschijnt de
volgende foutmelding op de display: “inF E3”. Het handwiel
verder draaien, toets “E” indrukken en de voorafgaand beschreven
procedure herhalen.
Posities 1 en 2 instellen
–
De referentiepositie is ingesteld (zie boven).
–
Parameter F-171 intoetsen.
–
Toets “ E
” indrukken. Op de display verschijnt “Sr2”
–
Toets “ >>” indrukken. Op de display verschijnt “1 xxx”=
Parameterwaarde van pos. 1
–
Indien vereist, parameterwaarde * corrigeren. Gebruik hiertoe de
toetsen “+”en“-” of verdraai het handwiel.
–
Toets “ E” indrukken. Op de display verschijnt “2 xxx”=
Parameterwaarde van pos. 2
–
Indien vereist, parameterwaarde * corrigeren. Gebruik hiertoe de
toetsen “+”en“-” of verdraai het handwiel.
–
Toets “ E” indrukken. Op de display verschijnt “1A xxx ”=
Parameterwaarde van pos. 1A
–
Indien vereist, parameterwaarde * corrigeren. Gebruik hiertoe de
toetsen “+”en“-” of verdraai het handwiel.
–
Toets “ E” indrukken. Op de display verschijnt “2A xxx ”=
Parameterwaarde van pos. 2A
–
Indien vereist, parameterwaarde * corrigeren. Gebruik hiertoe de
toetsen “+”en“-” of verdraai het handwiel.
–
Toets “ P” tweemaal indrukken. De instellingen worden afgesloten
en de programmeermodus wordt verlaten.
–
Posities controleren, zie paragraaf 6.10.4.
*LETOP!De parameterwaarden voor de posities 1, 2, 1A en 2A zijn te
vinden op het parameterblad (meegeleverd).
25