Xerox SmartSend Administration Guide

Type
Administration Guide
Instructiekaart voor de beheerder
Opmerking: PROBEER NIET SMARTsend te installeren op basis van alleen de instructies in dit document.
De verwijzingen in dit document hebben betrekking op de SMARTsend Handleiding voor installatie en beheer, waarin
gedetailleerde informatie en instructies worden gegeven die essentieel zijn voor een goede installatie. Raadpleeg
Hoofdstuk 2, Voorbereiding op installatie in de SMARTsend Handleiding voor installatie en beheer, voor informatie en
zaken waarmee rekening moet worden gehouden voordat u de applicatie SMARTsend installeert en in gebruik neemt.
Neem hiervoor voldoende tijd alvorens tot installatie over te gaan.
Configuratievereisten voor SMARTsend
De computerconfiguratie vormt de basis voor een succesvolle installatie van SMARTsend. Volg alle richtlijnen en
vereisten in dit gedeelte om te zorgen dat de computer goed is geconfigureerd voor ondersteuning van SMARTsend.
Installeer SMARTsend voor de beste prestaties op een specifieke computer met een processor van minimaal
1,0 GHz, ten minste 750 MB vrije schijfruimte, 512 MB RAM (1 GB of meer wordt aangeraden), en een enkele
netwerkadapter (meervoudige adapters worden niet ondersteund). De computer mag geen domeincontroller zijn.
SMARTsend kan op de volgende platforms worden geïnstalleerd: Windows 2000 Server of Advanced Server
(SP4 of later), Windows Server 2003 waarop alle essentiële software-updates voor het besturingssysteem zijn
geïnstalleerd of een Windows XP Professional-computer (SP2 of later).
SMARTsend kan ook op alle ondersteunde besturingssystemen samen met VMware of Microsoft Virtual PC/Virtual
Server worden geïnstalleerd.
TCP/IP moet zijn ingeschakeld en moet werken.
Controleer of de poorten voor elk vereiste ondersteunde protocol niet worden geblokkeerd via filters bij een switch,
router of firewall. Zie TCP/IP-poortconfiguratie op pagina 2-29.
Als DNS wordt gebruikt, moet voor juiste configuratie hiervan worden gezorgd. Als de opties voor het doorsturen
van PaperWare-formulieren worden gebruikt (Professionele editie), moet DNS ook op alle SMARTsend- en
FlowPort-computers worden geconfigureerd die doorgestuurde formulieren zullen ontvangen. Zie DNS-configuratie
van de SMARTsend-computer verifiëren op pagina 2-8 en PaperWare-instellingen voor doorsturen formulieren
configureren op pagina 4-40.
Bestands- en printerdeling moet op een netwerkadapter worden ingeschakeld en poort 139 moet beschikbaar zijn.
Zie Bestands- en printerdeling inschakelen op pagina 2-9.
Internet Information Services (IIS) 5.0, of hoger, moet zijn geïnstalleerd en geconfigureerd met de Common Files,
Internet Information Services Manager, en World Wide Web Service. Indien FTP wordt gebruikt voor archivering,
moet bovendien de component FTP-server zijn ingeschakeld. Zie IIS/FTP installeren en configureren op pagina 2-10.
Houd er rekening mee dat IIS onderdeel uitmaakt van het Windows-besturingssysteem, en dat de onderdelen ervan
via de Windows-opties voor Software kunnen worden geïnstalleerd.
Opmerking: De prestaties van SMARTsend kunnen verslechteren wanneer deze op een gedeelde
bestands-/afdrukserver wordt uitgevoerd, of wanneer VMware of Microsoft Virtual PC/Virtual Server
worden gebruikt. Het verslechteren van de prestaties is waarschijnlijk nadeliger wanneer de
toepassingen van de Professionele OCR van SMARTsend worden gebruikt.
Opmerking: Het SMARTsend-installatieprogramma installeert .NET Framework als deze software
op de computer ontbreekt. IIS moet echter voor .NET Framework op een Windows 2000 Server/
Advanced Server of op een Windows XP Professional-computer worden geïnstalleerd. Als .NET
Framework en IIS momenteel op de computer zijn geïnstalleerd en u weet niet zeker of IIS als eerste
is geïnstalleerd, moet u deze onderdelen verwijderen en opnieuw in de juiste volgorde installeren.
Controleer of de Standaardwebsite en de FTP-server onder IIS werken voordat u SMARTsend gaat gebruiken.
Controleer of de Windows-verificatiemethoden goed in IIS zijn geconfigureerd voordat u SMARTsend
installeert. Geïntegreerde Windows-verificatie is altijd vereist, en Basisverificatie is ook nodig wanneer er
Windows 95/98/Me-clients en niet-Microsoft-browsers met SMARTsend worden gebruikt.
Zie Configuratie
van Windows-verificatiemethoden op pagina 2-11.
ASP.NET moet zijn ingeschakeld (uitsluitend Windows Server 2003). Zie ASP.NET inschakelen op pagina 2-12.
Als SMARTsend op een Windows XP Professional-computer wordt geïnstalleerd, moet eenvoudige bestandsdeling
worden uitgeschakeld. Bezoek de website van Microsoft, www.microsoft.com
, voor instructies aangaande de
configuratie van eenvoudige bestandsdeling.
De beheerder-, gebruiker- en apparaataccounts van SMARTsend moeten zijn geconfigureerd. Zie Beheerders-,
gebruikers- en apparaataccounts maken op pagina 2-13.
Indien beveiligde invoer van toegangscodes vereist is, moet een beveiligingscertificaat geïnstalleerd zijn (optioneel).
Zie Een beveiligingscertificaat verkrijgen en installeren op pagina 2-16.
Er is aanvullende configuratie vereist om de SMARTsend-computer als een beveiligde website te beheren. Zie
Beveiligde configuratie van websites op pagina 9-3.
Er is aanvullende configuratie op de SMARTsend-computer vereist wanneer Domino.doc, SharePoint Portal Server
2001, Novell NetWare, externe printers, DocuShare en andere optionele bestemmingen worden gebruikt. Zie
Aanvullende vereisten voor bestemmingen op pagina 2-19.
Configuratievereisten voor clients en browsers
Controleer en test de volgende vereisten voor clients en browsers voordat u SMARTsend installeert en in gebruik neemt:
Microsoft Internet Explorer versie 5.5 of hoger. (Voor optimale resultaten wordt Internet Explorer aanbevolen.)
Netscape versie 7.0 of hoger.
Mozilla versie 1.7 of hoger.
Mozilla FireFox versie 1.0.6 of hoger.
Indien SMARTsend op een intranet wordt gebruikt, moet de browser zodanig zijn geconfigureerd dat de SMARTsend-
computer in de uitzonderingenlijst van de proxyserver wordt opgenomen. Zie Proxyserverinstellingen wijzigen.
Popup-blokkeringen dienen te zijn uitgeschakeld of opnieuw geconfigureerd te worden zodat SMARTsend hierbij
wordt overgeslagen of uitgesloten. Door de software voor popup-blokkering kunnen sommige SMARTsend-
schermen niet worden weergegeven.
Bij gebruik van een meertalige versie van SMARTsend, moet de taal van de browser worden ingesteld op de
gewenste taal. Zie Taalinstellingen op pagina 2-27.
Voor het weergeven en afdrukken van PaperWare-voorbladen (voorziening in de Professionele editie) en de
SMARTsend-documentatie is Acrobat Reader versie 4.0 of hoger vereist.
Configuratie van scanapparatuur
De volgende multifunctionele Xerox-apparaten kunnen worden gebruikt met SMARTsend:
Document Centre 265/255/240 (systeemsoftwareversies 18.6 of groter), 440/432/425/420 ST, 430/426 ST, 490/480/
470/460 ST of 555/545/535 ST
WorkCentre Pro 65/75/90, 35/45/55, 32/40, 123/128, 165/175, C2128/C2636/C3545, 232/238/245/255/265/275
Xerox 4110 Copier/Printer—onderhevig aan de volgende beperkingen:
Het zoeken naar apparaten wordt ondersteund. Het IP-adres of de hostnaam moet handmatig worden ingevoerd.
Privé-sjablonen worden niet ondersteund, omdat dit apparaat geen netwerkverificatie ondersteund.
Het automatisch vernieuwen van sjablonen wordt niet ondersteund. Gebruikers moeten de toets Vernieuwen op
de gebruikersinterface van het apparaat selecteren om de sjabloonlijst bij te werken.
Voor alle multifunctionele Xerox-apparaten die met SMARTsend gebruikt gaan worden, gelden de volgende
configuratievereisten:
TCP/IP moet ingeschakeld en correct geconfigureerd zijn.
De optie Netwerkscannen dient ingeschakeld en goed geconfigureerd te zijn.
SMARTsend maakt automatisch verschillende Windows-accounts die voor apparaatconfiguratie nodig zijn. Het
biedt ook opties om de apparaataccounts handmatig te maken en te beheren. Zie Beheerders-, gebruikers- en
apparaataccounts maken op pagina 2-13 en Apparaataccounts beheren op pagina 4-15 voor aanvullende informatie.
Als verificatie voor privé-werkstromen/Scannen naar Mijn e-mail vereist is, moet verificatie ingeschakeld en
geconfigureerd zijn voor verificatie van gebruikers in hetzelfde domein of vertrouwde domein, zoals de
SMARTsend-computer. Raadpleeg de documentatie die bij uw Xerox-apparaat is geleverd voor verdere instructies
over het inschakelen en configureren van verificatie.
Tijdens de apparaatconfiguratie overschrijft SMARTsend de scaninstellingen voor de standaardopslagplaats en
sjablonengroep van een multifunctioneel Xerox-apparaat. Als uw huidige applicaties de standaardopslagplaats
gebruiken, configureert u de applicaties en het apparaat opnieuw met een alternatieve opslagplaats voor deze
applicaties voordat u het apparaat configureert voor het gebruik van SMARTsend. Zie Migratie scanapparaat en
applicatie op pagina 2-3 voor aanvullende informatie.
Een enkel multifunctioneel Xerox-apparaat kan niet zowel CentreWare Netwerkscanservices als SMARTsend
gebruiken. Als bestaande sjablonen van CentreWare Netwerkscanservices in SMARTsend gebruikt moeten worden,
dienen de gewenste sjablonen te worden geïmporteerd met de functie Sjabloon importeren in SMARTsend. Zie
Sjabloon importeren op pagina 8-3.
Vereisten voor apparaten waarop internetfax en e-mail zijn ingeschakeld
De volgende apparaten waarop de internetfax en e-mail zijn ingeschakeld, kunnen met de Professionele editie van
SMARTsend worden gebruikt:
Apparaten waarop e-mail is ingeschakeld, zoals:
Xerox WorkCentre M20i
Xerox WorkCentre M118i
Xerox WorkCentre M24
Dezelfde specifieke POP3-emailaccount die voor de internetfax-inbox op de binnenkomende mailserver (POP3) is
gemaakt, kan voor het ontvangen van e-mail via deze apparaten worden gebruikt.
Zie Internetfaxinstellingen voor
PaperWare configureren op pagina 4-23 voor aanvullende informatie.
Alle internetfaxapparaten met ondersteuning voor RFC 2301-bestandsindelingsprofielen S, F, of C, inclusief:
Xerox WorkCentre Pro 685/785
Xerox WorkCentre Pro 416Si
De volgende configuratievereisten zijn op alle internetfaxapparaten van toepassing:
TCP/IP moet ingeschakeld en correct geconfigureerd zijn.
Een DNS-hostnaam, statisch IP-adres of DHCP moet zijn geconfigureerd (vereisten variëren per fabrikant).
Simple Mode Internetfax moet beschikbaar zijn (Extended Mode wordt niet ondersteund in SMARTsend).
Er moet een specifieke e-mailaccount voor het postvak IN zijn opgezet, die door de SMARTsend-computer van de
internetfax wordt gebruikt.
Raadpleeg voor specifieke netwerkconfiguratievereisten de documentatie die bij het Internetfaxapparaat is geleverd.
Opmerking: Vanwege de architectuur van de e-mailtoepassing op deze apparaten, kunnen er
enkele beperkingen voor de scanbestandsindelingen aan het scannen via deze apparaten zijn
gekoppeld. Raadpleeg
Beperkingen voor apparaten waarop e-mail is ingeschakeld op pagina 2-32
voor aanvullende informatie.
Installatieinformatie
Informatie voor SMARTsend-beheerders
(Wordt gebruikt om SMARTsend-gebruikers een contactpunt te geven voor site-beheer en ondersteuning.
Deze
informatie verschijnt op bevestigingspagina's en in andere meldingen.)
Telefoon: _______________________________________________________
Naam:__________________________________________________________
E-mailadres: _____________________________________________________
De volledige DNS-naam of het IP-adres van de mailserver (SMTP-server)
(Wordt gebruikt voor scannen naar e-mail, scanopdrachtbevestigingen, berichtgeving van gebeurtenissen i.v.m.
beheer en ook configuratieberichten.)
DNS-naam of IP-adres: ____________________________________________
E-mailaccountadres voor "Antwoorden aan" van de applicatie
(Deze informatie voor "Antwoorden aan" verschijnt in het veld Antwoorden aan of in e-mailbevestigingsberichten
en
foutmeldingen. Zie SMTP-serverconfiguratie op pagina 4-24 en Algemene instellingen op pagina 4-35 voor
meer informatie.)
Adres voor "Antwoorden aan": ______________________________________
De volledige DNS-naam of het IP-adres van de LDAP-server
(Gebruikt voor de zoekfuncties van het geïntegreerde adresboek met e-mailadressen.)
DNS-naam of IP-adres: ____________________________________________
De toegangscode voor de MSDE-database
(Deze toegangscode moet worden ingevoerd voor configuratie van de MSDE-database, die door SMARTsend wordt
gemaakt. Deze wordt uitsluitend door SMARTsend gebruikt. Beheerders en gebruikers hoeven deze toegangscode
uitsluitend tijdens de eerste installatie in te voeren.)
Toegangscode: ___________________________________________________
Pad van de applicatie, indien dit verschilt van de standaard (pad kan na de installatie niet meer worden gewijzigd)
Pad:____________________________________________________________
Namen en toegangscodes van SMARTsend-apparaataccounts—Optioneel
(SMARTsend maakt apparaataccounts voor elk protocol automatisch aan. Als u er echter voor kiest om deze accounts
handmatig aan te maken en te beheren, moet u deze gegevens in de hieronder verstrekte ruimte vastleggen.
Zie
Beheerders-, gebruikers- en apparaataccounts maken op pagina 2-13.)
FTP-accountnaam/-toegangscode: ___________________________________
SMB-accountnaam/-toegangscode: __________________________________
HTTP-accountnaam/-toegangscode: __________________________________
HTTPS-accountnaam/-toegangscode: _________________________________
Softwareinstallatie en siteconfiguratie
Aanvullende instructies kunt u vinden in hoofdstuk 3 en 4 van de SMARTsend Handleiding voor installatie en beheer.
Copyright © 2001–2006 by Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. XEROX
®
, de gestileerde X
®
, CentreWare
®
, Document Centre
®
, WorkCentre
®
Pro,
DocuShare
®
, FlowPort
®
, PaperWare, SMARTsend, en FreeFlow zijn handelsmerken van of worden gebruikt onder licentie door Xerox Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen. DataGlyph
®
is een handelsmerk van Palo Alto Research Center, Inc. Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated.
IBM, Lotus, Domino en Domino.Doc zijn gedeponeerde handelsmerken van IBM Corporation. NetWare is een handelsmerk van Novell, Inc. Flash is een handelsmerk van
Macromedia, Inc. Microsoft, Microsoft Windows, Microsoft Word, Microsoft Excel, Microsoft PowerPoint, Microsoft Internet Explorer, Microsoft Office, Exchange 2000,
SharePoint en Internet Information Services (IIS) zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Netscape Navigator is een gedeponeerd handelsmerk van
Netscape Communications Corporation. WordPerfect is een gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation. WorkSite is een handelsmerk van Interwoven, Inc.
Hummingbird DM is een handelsmerk van Hummingbird, Ltd. Documentum is een gedeponeerd handelsmerk van EMC Corporation. LiveLink is een gedeponeerd
handelsmerk van Open Text Corporation. Xerox PDF Reader wordt aangedreven door Foxit Software Company
http://www.foxitsoftware.com. 24.09.05
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Xerox SmartSend Administration Guide

Type
Administration Guide