37
NL
3
Meetmethode
/ 4 Algemeen
• De belangrijkste en gevoeligste component van de thermometer is
de sensor . Om nauwkeurige temperatuurbepalingen te ga-
randeren moet die altijd schoon en intact zijn.
• De sensor is waterdicht en kan daarom worden gereinigd door
hem rechtstreeks in alcohol te dompelen of door hem schoon te
maken m.b.v. een met alcohol geïmpregneerd wattenschijfje.
• Voor het desinfecteren van de sensor zijn in de handel ver-
krijgbare alcoholische desinfecteermiddelen geschikt. Let op de
aanwijzingen van de betreffende fabrikant.
• Het huis en het display van de thermometer zijn niet water-
dicht. Dompel die niet in vloeistoffen.
• Reinig ze met een droge, schone doek. Gebruik geen agressieve
reinigingsmiddelen.
• U kunt het beste de thermometer opbergen in de originele
verpakking die u bij de aankoop hebt gekregen en die op een
schone en droge plaats bewaren. Bescherm hem tegen directe
instraling van het zonlicht.
• De bewaartemperatuur moet tussen de -20,0
0
C en +50,0
0
C liggen.
• Het apparaat is in de fabriek gekalibreerd. Bij een juist gebruik is
nakalibreren niet noodzakelijk.
Ontdoet u zich van uw afgedankte elektrische apparaat op een milieu-
vriendelijke manier. Verpakkingen kunnen opnieuw worden gebruikt
of in de grondstofkringloop gebracht, metalen onderdelen horen thuis
bij de verzamelplaats voor
de recycling van oud ijzer, kunststoffen,
elektrische en elektronische
componenten dienen als elektrisch afval te
worden verwijderd.
Haal de batterij eruit vóór u het apparaat als afval verwijdert. Gooi
oude batterijen niet bij het huisvuil, maar doe ze bij het speciale
huisvuil of breng ze naar een batterijverzamelplaats van de lever-
ancier.
Wendt u zich betreffende het afvalbeheer tot uw gemeente of
handelaar.
4.1
Onderhouden
en bewaren
4.2
Verwijderen
als afval
3
6
6
6
Wanneer de temperatuurbepaling klaar is, hoort u een signaaltoon
en de lichaamstemperatuur wordt in het display aangegeven.
Daarna gaat het apparaat automatisch naar de modus tijd en
omgevingstemperatuur.
Wanneer de gemeten temperatuur buiten het toegestane bereik
ligt, wordt de aanduiding “Lo” “Hi” gegeven.
6.
7.
8.
3