LHAG001

Ransomes LHAG001 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Ransomes LHAG001 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
JACOBSEN
¨
Greens King V Plus
Series: WA - Engine type: Kubota D662-E
Product codes: LHAG001
JACOBSEN
AVVERTENZA: Questa macchina può causare gravi infortuni
se viene utilizzata in modo errato. Prima di accingersi ad
approntare, usare, mettere a punto o eseguire la
manutenzione di questa macchina, coloro che la utilizzano
ed i responsabili della manutenzione devono essere
addestrati all’impiego della macchina, devono essere informati
dei pericoli, e devono leggere l’intero manuale.
GB
Part No. 24207G (rev.0)(RJ 100 012000)
F NL D I
WARNHINWEIS: Wenn diese Maschine nicht ordnungsgemäß
verwendet wird, können ernsthafte Verletzungen verursacht
werden. Personen, die diese Maschine verwenden und
warten, müssen in ihrer richtigen Verwendung ausgebildet
sein, auf die Gefahren aufmerksam gemacht worden sein
und die Anleitung ganz gelesen haben, bevor sie versuchen,
die Maschine aufzustellen, zu bedienen, einzustellen oder
zu warten.
WAARSCHUWING: Bij verkeerd gebruik kan deze machine
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Degenen die de ma-
chine gebruiken en onderhouden moeten worden getraind
in het juiste gebruik ervan, worden gewaarschuwd voor de
gevaren ervan en behoren de volledige handleiding
aandachtig te lezen alvorens de machine bedrijfs-klaar te
maken, te bedienen, af te stellen en/of te onderhouden.
AVERTISSEMENT : Risque de blessures graves en cas
d’utilisation incorrecte de la machine. Les opérateurs et le
personnel d’entretien doivent être formés et conscients des
dangers encourus. Ils doivent lire avec attention le manuel
avant d’essayer de monter, d’utiliser, de régler ou maintenir
la machine.
WARNING: If incorrectly used this machine can cause se-
vere injury. Those who use and maintain this machine should
be trained in its proper use, warned of its dangers and should
read the entire manual before attempting to set up, operate,
adjust or service the machine.
Safety and Operation Manual
Manuel de Securite & de Fonctionnement
Veiligheids & Bedienings handleiding
Sicherheits und Bedienungs anleitung
Manuale d’istruzioni per I’uso e la Sicurezza
NL-1
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
1 INHOUDSOPGAVE
1 Inhoudsopgave Pagina
2 Veiligheid
2.1 Operationele veiligheid ............................................... 2
2.2 Belangrijke veiligheidsoverwegingen .......................... 3
3 Decalplaatjes
3.1 Decalplaatjes ...............................................................4
4 Bedienings- en besturingsinrichting
4.1 Icons ............................................................................5
4.2 Instrumentenpaneel.....................................................7
4.3 Stuurkolom ..................................................................7
4.4 Pedalen .......................................................................8
4.5 Achteruitdraaischakelaar.............................................8
5 Operationele werking
5.1 Dagelijkse inspectie.....................................................9
5.2 Operationeel back-up systeem ................................... 9
5.3 Bedieningsprocedures ................................................10
5.4 Starten ........................................................................11
5.5 Stoppen/Parkeren.......................................................11
5.6 Rijden/Transport ......................................................... 12
5.7 Tweewiel- en driewielaandrijving ...............................12
5.8 Bediening op hellingen ...............................................12
5.9 Maaien........................................................................13
5.10 Slepen/Trailervervoer.................................................13
5.11 Dagelijks onderhoud...................................................14
6 EG Certificatie
6.1 Conformiteitscertificaten ............................................15
7 Garantie
7.1 Garantie/Verkoop & Service ......................................16
Alle gegevens in deze publicatie zijn gebaseerd op informatie die beschikbaar was ten tijde van de goedkeuring
tot het drukken ervan. Textron Turf Care & Specialty Products behoudt zich het recht voor om zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder het oplopen van enige verplichting op ieder willekeurig tijdstip wijzigingen
aan te brengen.
NL-2
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
2 VEILIGHEID
2.1 OPERATIONELE VEILIGHEID
1. Veiligheid hangt af van de alertheid, zorg en
voorzichtigheid van degenen die de machine
bedienen of onderhouden. Minderjarigen mag
nooit worden toegestaan om enig deel van de
apparatuur te bedienen.
2. Het behoort tot uw verantwoordelijkheid om deze
handleiding te lezen, evenals alle publicaties die
met deze machine zijn geassocieerd (onderdelen-
& onderhoudshandleiding, motorhandleiding en
instructies betreffende accessoires en
aanzetstukken). Als de bediener geen Nederlands
kan lezen, behoort het tot de verantwoordelijkheid
van de eigenaar om de in deze handleiding
opgenomen informatie uit te leggen.
3. Leer uzelf het juiste gebruik van de machine,
alsmede de positie en bedoeling van alle
bedienings- en besturingsregelingen voordat u
ermee gaat werken. Onbekendheid kan tot
ongelukken leiden.
4. Niemand mag worden toegestaan om de machine
te bedienen of onderhouden zonder eerst
geschikte training en instructies te hebben
ontvangen. Hetzelfde verbod geldt voor personen
onder de invloed van alcohol of drugs.
5. Draag alle noodzakelijke beschermende kleding
en persoonlijke veiligheidsuitrusting ter
bescherming van uw hoofd, ogen, oren, handen en
voeten. Bedien de machine uitsluitend bij daglicht
of goed kunstlicht.
6. Inspecteer het gebied waar de machine zal
worden gebruikt. Verzamel alle rommel die u kunt
vinden alvorens te gaan werken. Let goed op
obstakels boven uw hoofd (lage boomtakken,
elektrische kabels enz.), alsmede op
ondergrondse (sproeiers, leidingen, boomwortels
enz.). Ga een nieuw gebied voorzichtig binnen.
Blijf u bewust van verborgen gevaren.
7. Grasknipsels mogen nooit in de richting van
omstanders worden uitgeworpen. Houd iedereen
op veilige afstand zolang de machine in bedrijf is.
De eigenaar/bediener is verantwoordelijk voor
lichamelijk letsel dat zelf of door omstanders wordt
opgelopen en schade die aan eigendom wordt
toegebracht in gevallen waar zulks door de
eigenaar/bediener kan worden vermeden.
8. Bedien nooit een machine die niet in perfecte
bedrijfsstaat verkeert, geen decalplaatjes heeft of
waarvan de beschermkappen, keerschotten en/of
andere beveiligingsinrichtingen niet of onvoldoende
stevig zijn bevestigd.
9. Geen enkele schakelaar mag ooit worden
onderbroken of geshunt.
10. Koolmonoxide in de uitlaatgassen kan bij inademing
dodelijk zijn. Bedien de motor nooit zonder
afdoende ventilatie.
11. Brandstof is in hoge mate ontvlambaar en dient met
zorg te worden gehanteerd.
12. Houd de motor schoon. Laat hem vóór het stallen
afkoelen en verwijder altijd de contactsleutel.
13. Ontkoppel alle aandrijvingen en trek de parkeerrem
aan voordat de motor wordt gestart. Dit mag
uitsluitend gebeuren met de bediener op de
bestuurdersplaats en nooit wanneer deze zich naast
de machine bevindt.
14. Machine en uitrusting moeten voldoen aan de
laatste eisen van landelijke, provinciale en
plaatselijke overheden ten aanzien van het rijden of
transport over de openbare weg.
15. Gebruik nooit uw handen om olielekken op te
sporen. Hydraulische vloeistof onder druk kan de
huid penetreren en ernstig letsel veroorzaken.
16. Op hellingen dient de machine op en neer (verticaal)
te worden gereden, nooit in de dwarsrichting
(horizontaal).
17. Om kantelen of verlies van controle te voorkomen,
mag niet plotseling worden gestart of gestopt.
Verminder de snelheid bij het nemen van scherpe
bochten. Wees voorzichtig wanneer op een helling
van richting wordt veranderd.
18. Gebruik altijd de veiligheidsgordel bij het bedienen
van tractors die zijn voorzien van een ROPS
(rolbeugelsysteem). Gebruik nooit een
veiligheidsgordel bij het bedienen van tractors
zonder ROPS.
19. Houd armen, benen en lichaam binnen het
zitgedeelte wanneer het voertuig
in beweging is.
Deze machine behoort te worden bediend en service te worden verleend zoals gespecificeerd in deze
handleiding en is bestemd voor het professionele onderhoud van kwaliteitsgazons. De machine mag
niet worden gebruikt op ruw terrein of voor het maaien van lang gras.
APPARATUUR DIE VERKEERD OF DOOR ONGETRAIND PERSONEEL WORDT BEDIEND, KAN
GEVAARLIJK ZIJN.
Maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle bedieningen. Onervaren bedieners behoren
te worden geïnstrueerd door iemand die vertrouwd is met de machine alvorens toestemming te krijgen er zelf
gebruik van te maken.
WAARSCHUWING
NL-3
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
2 VEILIGHEID
2.2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN
Dit veiligheidssymbool wordt gebruikt om u te attenderen op potentiële gevaren.
GEVAAR - duidt op dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ZAL resulteren in dood of
ernstig letsel.
WAARSCHUWING - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN
resulteren in dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in
licht of matig letsel en beschadiging van eigendom. Het symbool kan ook worden gebruikt om de aandacht te
vestigen op onveilige praktijken.
Ten behoeve van visuele duidelijkheid, kunnen in sommige illustraties in deze handleiding afschermingen,
platen en andere veiligheidsinrichtingen open worden afgebeeld of zelfs ontbreken. Onder geen enkele
omstandigheid mag deze apparatuur echter worden bediend zonder dat dergelijke onderdelen niet naar
behoren zijn aangebracht.
Door alle instructies in deze handleiding op te volgen verlengt u de levensduur van uw machine en handhaaft u
maximale efficiency. Bijstellingen en onderhoud behoren altijd door een bevoegde monteur te worden
uitgevoerd. Indien aanvullende informatie of service wordt gewenst, neem dan contact op met een erkende
Textron Turf Care & Specialty Products Dealer. Onze dealers worden op de hoogte gehouden van de nieuwste
onderhoudsmethoden ten behoeve van deze machines en kunnen een snelle en efficiënte service verlenen.
1. Voordat de bestuurdersplaats wegens enige reden wordt verlaten,
dient het volgende te worden gedaan:
a. Zet de tractiepedaal in de vrijstand.
b. Schakel alle aandrijfmechanismen uit.
c. Laat alle aanzetstukken op de grond neer.
d. Trek de parkeerrem aan.
e. Zet de motor stil en verwijder de contactsleutel.
2. Houd handen, voeten en kleding op veilige afstand van bewegende
delen. Wacht tot iedere beweging is gestopt alvorens te beginnen met het
schoonmaken, bijstellen of onderhouden van de machine.
3. Zorg dat het werkgebied vrij blijft van omstanders en huisdieren.
4. Er mogen nooit passagiers worden meegenomen, tenzij daarvoor een
speciale zitplaats beschikbaar is.
5. Maaiapparatuur mag nooit worden bediend zonder dat het
afvoerkeerschot stevig op zijn plaats zit.
WAARSCHUWING
Het operationele back-up systeem van deze tractor voorkomt
het starten ervan tenzij de rempedaal is ingedrukt, de
maaierschakelaar in de UIT-stand en de tractiepedaal in de
vrijstand staat. Het systeem zet de motor stil als de bediener de
bestuurdersplaats verlaat zonder de parkeerrem aan te trekken
of de maaierschakelaar in de UIT-stand te zetten.
De tractor mag NOOIT worden bediend tenzij het operationele
back-up systeem goed functioneert.
WAARSCHUWING
NL-4
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
3 DECALPLAATJES
3.1 DECALPLAATJES
A903491 Lees de bedieningshandleiding.
A903489 Blijf op veilige afstand van de
machine.
A903492 Kom niet nabij hete oppervlakken.
A903488 Beschermkappen mogen niet worden
geopend of verwijderd zolang de
motor loopt.
A903494 Voorzichtig! Draaiende messen.
A903493 Voorkom waar mogelijk dat vloeistof
onder druk ontsnapt. Raadpleeg de
technische handleiding voor
serviceprocedures.
A903490 Beschermkappen mogen niet worden
verwijderd zolang de motor loopt.
A911410 Explosiegevaar als de accuklemmen
worden kortgesloten.
A911416 Maximaal toegestane werkhelling.
A903491 A903489 A903492 A903488
A903494 A903493 A903490 A911410
A911416
NL-5
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
4.1 ICONS
Probeer nooit met de tractor te rijden voordat u de veiligheids- en bedieningshandleiding
heeft gelezen en precies weet hoe de bedienings- en besturingsinrichting werkt.
Maak uzelf vertrouwd met bovenafgebeelde icons en hun betekenis. Leer uzelf de positie en
bedoeling van alle bedieningen en meters voordat u de tractor daadwerkelijk in gebruik
neemt.
WAARSCHUWING
NL-6
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
A Hydraulisch oliepeilschakelaar
B Lichtschakelaar
C Kooischakelaar
E Tractiehefboom
F Gashendel
G Parkeerrem
H Stroomverbreker
I Gloeibougieschakelaar
J Ontstekingsschakelaar
K Spanningsmeter
L Motoroliedruklampje
M Hydraulisch oliepeillampje
N Temperatuurmeter
O Urenteller
P Kipregeling
Q Claxon
R Hefpedaal
S Maaipedaal
T Tractiepedaal
U Brandstofmeter
V Vooruit/achteruit schakelaar
W Achteruitdraaischakelaar (messenkooi)
NL-7
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
4.2 INSTRUMENTENPANEEL
A. Hydraulisch oliepeilschakelaar
De claxon wordt geactiveerd bij een laag
oliepeil. Druk de voorkant van de
schakelaar in om de claxon te testen.
Druk de achterkant van de schakelaar in
om de claxon te deactiveren.
B. Lichtschakelaar
Druk de voorkant van de schakelaar in
om de koplampen te ontsteken.
C. Kooischakelaar
Optrekken en naar voren duwen om het
kooicircuit in te schakelen. Terugtrekken
om uit te schakelen. De kooien beginnen
te draaien nadat de maaipedaal wordt
ingedrukt.
E. Tractiehefboom
Regelt de rijsnelheid.Twee standen:
Stand 1: maaien.
Stand 2: transport.
F. Gashendel
Regelt het motortoerental. Naar voren
drukken van de hendel zorgt voor hoger
toerental en terugtrekken vermindert het
toerental.
G. Parkeerrem
Terugtrekken om in te schakelen en naar
voren duwen om uit te schakelen. Het
laatste moet langzaam worden gedaan.
De parkeerrem moet zijn aangetrokken
om de motor te kunnen starten.
H. Stroomverbreker
Als de meters of het ontstekingssysteem
niet goed werken, controleer dan de
stroomverbreker en druk daarna de kap
ervan in om hem te heractiveren.
I. Gloeibougieschakelaar
Wordt gebruikt om de gloeibougies in
werking te stellen.
J. Ontstekingsschakelaar
Wordt gebruikt om de motor te starten.
Verwijder de contactsleutel wanneer de
tractor buiten gebruik is.
4.3 STUURKOLOM
K. Spanningsmeter
Geeft het accuvermogen aan. Tijdens
normale werking mag de meter zich nooit
in het rode gedeelte bevinden.
L. Motoroliedruklampje
Het controlelampje gaat branden zodra de
motoroliedruk daalt. Stel de oorzaak vast
en verhelp het probleem alvorens het werk
voort te zetten.
M. Hydraulisch oliepeillampje
Het controlelampje gaat branden als het
oliepeil onder een veilig niveau daalt.
N. Temperatuurmeter
Geeft de motorkoelmiddeltemperatuur
aan. De normale bedrijfstemperatuur dient
85-91
0
C te zijn.
O. Urenteller
Wordt gebruikt om perioden tussen
onderhoudsbeurten of
maaiwerkzaamheden te timen. De teller
functioneert uitsluitend wanneer de
contactsleutel in de AAN-stand staat.
P. Kipregeling
Optrekken om de kipregeling te
ontgrendelen en het stuurwiel bij te stellen
tot de gewenste positie.
Q. Claxon
Wordt geactiveerd zodra het hydraulisch
oliepeil onder een veilig niveau daalt.
NL-8
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
4.4 PEDALEN
R. Hefpedaal
Wordt gebruikt om de aanzetstukken
omhoog te brengen. Keert na indrukking
om de maaieenheden te heffen terug
naar de vrijstand zodra de functie is
voltooid. (Pedaal niet ingedrukt houden).
S. Maaipedaal
Wordt gebruikt om de aanzetstukken
neer te laten. Druk de pedaal in om de
maaieenheden neer te laten en de kooien
in te schakelen. Deze starten
automatisch wanneer de kooischakelaar
in de AAN-stand wordt gezet. De pedaal
keert naar de vrijstand terug zodra de
functie is voltooid. (Pedaal niet ingedrukt
houden).
T. Tractiepedaal
Wordt gebruikt om de richting en snelheid
van de machine te regelen. Druk op de
voorkant van de pedaal (T 1 ) om vooruit
en op de achterkant ervan (T 2 ) om
achteruit te rijden. De pedaal keert bij
loslaten naar de vrijstand terug.
U. Brandstofmeter
Geeft het brandstofpeil in de tank aan.
4.5 ACHTERUITDRAAISCHAKELAAR
V. Vooruit/achteruit schakelaar
Wordt gebruikt om de draairichting van
sommige aanzetstukken te selecteren en
tevens om de kooien achteruit te draaien
of vrij te maken.
W. Achteruitdraaischakelaar (messenkooi)
Onderhoudsfunctie: uitsluitend bestemd
voor het aanscherpen van kooimessen en
ondermes.
N.B. De schakelaar moet voor normale werking
in de ‘voorwaartse draairichting’ staan.
NL-9
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.1 DAGELIJKSE INSPECTIE
1. Voer een visuele inspectie van de volledige
machine uit. Let daarbij op tekenen van
slijtage, loszittende bevestigingen en
ontbrekende of beschadigde onderdelen.
Controleer op brandstof- en olielekken om er
zeker van te zijn dat de aansluitingen stevig
vastzitten en de slangen en leidingen in goede
conditie verkeren.
2. Controleer de brandstoftoevoer, het peil van
het radiateurkoelmiddel, de carterolie en de
luchtfilterindicator. Alle vloeistoffen moeten het
vol-streepje bereiken wanneer de motor koud
is.
3. Zorg ervoor dat alle maaieenheden tot
dezelfde maaihoogte zijn afgesteld.
4. Controleer of de banden de juiste spanning
hebben.
5. Test het operationele back-up systeem.
N.B. Voor meer gedetailleerde
onderhoudsinformatie, bijstellingen en
onderhouds- en smeerschema’s wordt u
verwezen naar de onderdelen en
onderhouds-handleiding.
5.2 OPERATIONEEL BACK-UP SYSTEEM
1. Het operationele back-up systeem voorkomt
het starten van de motor tenzij de parkeerrem
is aangetrokken, de tractiepedaal in de
vrijstand en de kooischakelaar in de UIT-
stand staat. Het systeem stopt de motor ook
indien de bediener de bestuurdersplaats
verlaat terwijl de kooischakelaar in de AAN-
stand staat, de maai- of hefpedalen NIET IN
DE VRIJSTAND staan of de parkeerrem NIET
IS AANGETROKKEN.
2. Voer alle onderstaande tests uit om te
verzekeren dat het operationele back-up
systeem goed werkt. Stop hiermee en laat het
systeem inspecteren en eventueel repareren
ingeval een van de tests negatief is.
de motor start niet in test 1;
Test
Bediener
gezeten
Parkeerrem
Maai/hef-
pedaal in
vrijstand
Kooi-
schakelaar
Motor
start
Ja Nee
Aange-
trokken
Niet-
aange-
trokken
Ja Nee Aan Uit Ja Nee
1 üü üü üü üü üü
2 üü üü üü üü üü
3 üü üü üü üü üü
4 üü üü üü üü üü
5 üü YY üü üü üü YY
6 üü YY üü üü üü YY
YY Haal uw gewicht van de zitting. De motor stopt.
de motor start tijdens tests 2, 3 of 4;
de motor blijft lopen tijdens tests 5 of 6.
3. Raadpleeg bij iedere test onderstaande tabel
en volg de horizontale controlemarkeringen.
Tussen twee tests moet de motor worden
stilgezet.
Test 1: Vertegenwoordigt normale startprocedure.
De bediener is gezeten, met zijn voeten los van de
pedalen, de parkeerrem is aangetrokken, en de
kooischakelaar staat in de UIT-stand. De motor
behoort te starten.
Test 2: De motor behoort niet te starten als de
kooischakelaar in de AAN-stand staat.
Test 3: De motor behoort niet te starten als de
parkeerrem NIET is aangetrokken.
Test 4: De motor behoort niet te starten als de
maai- of hefpedaal is ingedrukt.
Test 5: Start de motor op de normale manier, zet
dan de kooischakelaar in de AAN-stand en verhef u
van de zitting.YY
Test 6: Start the motor op de normale manier,
ontspan dan de parkeerrem en verhef u van de
zitting.YY
De dagelijkse inspectie mag uitsluitend
worden uitgevoerd wanneer de motor is
stilgezet en alle vloeistoffen zijn afgekoeld.
Laat de maaieenheden op de grond neer, trek
de parkeerrem aan, schakel de motor uit en
verwijder de contactsleutel.
WAARSCHUWING
Bedien de machine nooit terwijl het
operationele back-up systeem is
uitgeschakeld of niet goed functioneert.
Geen enkele schakelaar mag worden
onderbroken of geshunt.
WAARSCHUWING
NL-10
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
6. Wees voorzichtig tijdens het maaien in de
nabijheid van grindoppervlakken (rijwegen,
parkeerplaatsen, karrensporen enz.). Door
aanzetstukken weggeworpen stenen
kunnen ernstig letsel toebrengen aan
omstanders en/of de machine
beschadigen.
7. Zet de kooischakelaar altijd in de UIT-
stand om de messen te stoppen wanneer
er niet wordt gemaaid.
8. Schakel de aandrijfmotors uit en breng de
kooien omhoog tijdens het oversteken van
paden of wegen en let goed op het
langskomend verkeer.
9. De machine moet onmiddellijk worden
gestopt en op beschadiging worden
geïnspecteerd na het raken van een
obstakel of wanneer sprake is van
abnormale trilling. Iedere noodzakelijk
reparatie moet worden uitgevoerd voordat
het werk wordt hervat.
10. Op hellingen dient de snelheid te worden
verminderd en extra voorzichtigheid in
acht te worden genomen: lees sectie 5.8.
Dit geldt met name voor scherpe dalingen.
11. Kijk goed naar alle kanten (ook onder de
machine) voordat u achteruitrijdt om er
zeker van te zijn dat de weg vrij is. Neem
u in acht tijdens het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen of andere
objecten die het uitzicht kunnen
belemmeren.
12. Gebruik nooit uw handen om
maaieenheden te reinigen. Grasknipsel
dient met een borstel van de messen te
worden verwijderd. Deze zijn namelijk
bijzonder scherp en kunnen ernstige
verwondingen veroorzaken.
5 OPERATIONELE WERKING
5.3 BEDIENINGSPROCEDURES
1. Onder geen enkele omstandigheid mag
de machine worden gestart zonder dat de
bediener op de bestuurdersplaats zit.
2. De tractor of de aanzetstukken mogen
niet worden bediend wanneer sprake is
van losse, beschadigde of ontbrekende
onderdelen. Waar mogelijk dient het gras
droog te worden gemaaid.
3. Maai eerst een proefgebied om
vertrouwd te raken met de werking van
de tractor en de bedienings- en
besturingsinrichting.
De kooien mogen nooit worden bediend tenzij ze
gras maaien, aangezien er anders tussen de
kooimessen en het ondermes warmte wordt
ontwikkeld die de snijrand beschadigt.
4. Bekijk het werkgebied aandachtig om de
beste en veiligste bedieningsprocedure te
kunnen bepalen. Hiertoe behoren de
hoogte van het gras, het type terrein en
de conditie van het oppervlak. Iedere
conditie vereist zijn eigen specifieke
afstellingen of voorzorgsmaatregelen.
5. Knipsels mogen nooit in de richting van
omstanders worden uitgeworpen, noch
dient iemand zich in de buurt van de
machine te bevinden zolang deze
operationeel is. De eigenaar/bediener is
verantwoordelijk voor lichamelijk letsel
van omstanders en/of schade aan hun
eigendommen.
Teneinde lichamelijk letsel te helpen
voorkomen dienen behalve een
veiligheidsbril altijd leren werkschoenen of
laarzen, een helm en
oorbescherming te worden gedragen.
WAARSCHUWING
Ruim alle rommel op die u voorafgaande
aan het maaien kunt vinden. Ga een nieuw
gebied voorzichtig binnen.Werk altijd met
snelheden die u in staat stellen om
volledige controle over de machine te
behouden.
WAARSCHUWING
Om lichamelijk letsel te voorkomen
dienen, alvorens te beginnen met het
schoonmaken, bijstellen of repareren van
deze machine, altijd eerst alle
aandrijvingen te worden uitgeschakeld en
de aanzetstukken op de grond te worden
neergelaten. Verder moet de motor worden
stilgezet en de contactsleutel verwijderd.
WAARSCHUWING
NL-11
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.4 STARTEN
BELANGRIJK: Gebruik geen
starthulpvloeistoffen.
Dergelijke vloeistoffen zijn in het
luchtinlaatsysteem namelijk potentieel explosief of
kunnen een toestand creëren waarin de motor ‘op
hol slaat’ en ernstig wordt beschadigd.
1. Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep
geheel openstaat, de
achteruitdraaischakelaar in de UIT-stand
staat en de sleepklep (zie sectie 5.10) is
gesloten.
2. Ga op de bestuurdersplaats zitten, en
overtuig u ervan dat de kooischakelaar
(C) in de UIT-stand staat, de parkeerrem
is aangetrokken en alle pedalen in de
vrijstand staan. Houd uw voeten van de
pedalen.
3. Zet de gashendel (F) tussen 1/8 en 1/2
regelstand en draai de contactsleutel (J)
naar de AAN-stand.
Druk de gloeibougieschakelaar (I)
ongeveer 3-5 seconden in laat hem dan
weer los. Hoe lager de temperatuur, des
te langer duurt het om de bougies in
werking te stellen. De schakelaar mag
niet langer dan 5 seconden worden
ingedrukt. Deze stap is overbodig
wanneer een warme motor wordt gestart.
4. Draai de contactsleutel (J) naar de AAN-
stand en laat hem los zodra de motor
aanslaat. Houd de sleutel per keer niet
langer dan 15 seconden in de AAN-stand.
5. Zorg dat de motor goed gesmeerd is en
laat hem eerst warmlopen voordat met
een hoog toerental wordt gewerkt .
5.5 STOPPEN / PARKEREN
Stoppen
Haal uw voet van de tractiepedaal. De tractor remt
automatisch wanneer de tractiepedaal naar de
vrijstand terugkeert.
Parkeren van de tractor onder normale
omstandigheden
1. Schakel de kooischakelaar (C) uit, breng
de aanzetstukken omhoog en verlaat het
werkgebied.
2. Kies een vlak en horizontaal gebied om
te parkeren.
a. Laat de tractiepedaal los om de tractor
geheel tot stilstand te brengen.
b. Schakel alle aandrijvingen uit, laat de
aanzetstukken op de grond neer, zet de
gashendel terug naar ‘langzaam’ en laat
de motor ongeveer een minuut onbelast
draaien.
3. Trek de parkeerrem aan, zet de motor stil
en verwijder altijd de contactsleutel. Als
zich een noodgeval voordoet en de tractor
op het werkgebied moet worden
geparkeerd, volg dan de richtlijnen van de
betreffende terreinopzichter.Als de tractor
op een helling wordt geparkeerd, moeten
de wielen worden geklampt.
NL-12
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.6 RIJDEN / TRANSPORT
Alle in deze handleiding opgenomen
veiligheidsaanwijzingen moeten worden gelezen en
opgevolgd wanneer de tractor wordt gereden of
getransporteerd. Zie sectie 5.3 voor algemene
bedieningsvoorschriften. Bij achteruitrijden moet
vooral goed achter de machine worden gekeken of
de weg vrij is.
Belangrijk: Als deze tractor op de openbare weg
wordt gereden, moet worden voldaan aan lokale
wetten en voorschriften. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten om op de hoogte te zijn van
deze verordeningen alsmede de eisen t.a.v. de
machine.
1. Schakel alle aandrijvingen uit en breng de
aanzetstukken omhoog in de transportstand
wanneer naar en van het werkgebied wordt
gereden.
2. Zet de parkeerrem los, zet de gashendel in de
“snelle” stand en beweeg de tractiehefboom
naar “2”. Druk de tractiepedaal langzaam in.
3. Gebruik voor transport altijd stand “2”. Waar
sprake is van driewielaandrijving en extra
vermogen is vereist, dient de kooischakelaar
(C) kort te worden geactiveerd en de
tractiehefboom in stand “1” te worden gezet om
de driewielaandrijving in werking te stellen.
5.7 TWEEWIEL- EN DRIEWIELAANDRIJVING
De tractor is ontworpen om naar de
driewielaandrijvingsstand over te gaan wanneer de
kooischakelaar (C) in de AAN-stand wordt gezet,
de tractiehefboom (F) in stand “1” staat en de
tractiepedaal (T) wordt ingedrukt ten behoeve van
voorwaartse beweging.
De driewielaandrijvingsfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de tractiepedaal (T) wordt
ingedrukt voor “achteruit”, de tractiehefboom (F) in
stand “2” of de kooischakelaar (C) in de UIT-stand
wordt gezet.
5.8 BEDIENING OP HELLINGEN
De tractor is ontworpen om onder normale
maaiomstandigheden goede tractie en stabiliteit te
demonstreren. Tijdens het werken op hellingen,
met name ruw terrein, of wanneer het gras nat is,
dient grote voorzichtigheid in acht te worden
genomen. Nat gras vermindert de tractie en de
besturingscontrole.
1. Maai altijd met ‘vol gas’, maar reduceer de
rijsnelheid om de juiste maaifrequentie te
handhaven.
2. Als de tractor de neiging heeft om de glijden
of als de banden het gras beginnen te
‘markeren’, manoeuvreer de tractor dan naar
een minder steile positie totdat de tractie is
hersteld of de bandensporen verdwijnen.
3. Als het glijden of markeren (als onder punt 1)
voortduurt, dan is de helling te steil om veilig
te bewerken. Ga in zo’n geval niet verder,
maar verlaat dit gedeelte langzaam en
voorzichtig.
4. Tijdens het afdalen langs een steile helling
dienen de aanzetstukken altijd op de grond te
worden neergelaten om de kans op kantelen
te verminderen.
Juiste bandenspanning is van essentieel belang
voor maximale tractie.
Om kantelen of verlies van controle te
voorkomen dient bij het nemen van
bochten met verminderde snelheid te
worden gereden.
VOORZICHTIG
Bedien deze tractor niet op hellingen
steiler dan 15
0
.
VOORZICHTIG
Om de kans op kantelen te minimaliseren,
wordt de veiligste methode tijdens het
werken op hellingen en terrasvormig
terrein vertegenwoordigd door op en neer
rijden (verticaal) en niet in de
dwarsrichting (horizontaal). Vermijd
onnodig draaien, rijd met lage snelheid en
blijf goed letten op verborgen gevaren.
WAARSCHUWING
NL-13
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.9 MAAIEN
Maaien
1. Start de motor en laat de maaieenheden op de
grond neer. De hefcilinder moet volledig zijn
uitgeschoven om de maaieenheden op de
voorgeschreven wijze te laten zweven.
N.B. Om beschadiging van kooi en ondermes te
voorkomen mogen de messen nooit worden bediend
anders dan voor het maaien van gras.
2. Zet de kooischakelaar in de AAN-stand en
ontspan de parkeerrem.
3. Beweeg de gashendel naar de “SNELLE” stand
en druk de tractiepedaal daarna langzaam in tot
de gewenste maaisnelheid is bereikt.
a. Voor een volmaakt evenwichtig maaipatroon
dienen de banen elkaar zo’n 5 cm te
overlappen.
b. Bij het oversteken van paden of wegen moet
worden gestopt om de maaieenheden in de
transportstand te zetten. Let goed op
langskomend verkeer.
4. Voor verwijdering of installering van de
grasvangers moeten de maaieenheden op de
grond worden neergelaten.Trek daarna de
parkeerrem aan en zet de motor stil. Kantel de
grasvangerconstructie zodanig dat de voorrand
vrij blijft van het maaiergestel en schuif de
grasvanger vervolgens van of op zijn frame.
5.10 SLEPEN / TRAILERVERVOER
Als de tractor een probleem vertoont waarvoor hij
uit bedrijf moet worden genomen en het
werkgebied moet verlaten, dient het vervoer op
een trailer te gebeuren. Als er geen trailer
beschikbaar is, kan de tractor met lage snelheid
over korte afstanden worden gesleept.
N.B. De snelheid tijdens het slepen mag niet hoger
zijn dan 3,2 km/uur. Slepen over langere afstanden
wordt afgeraden.
Tijdens het op- en afladen van de tractor dient
grote voorzichtigheid te worden betracht. Zet de
tractor goed vast op de trailer om te voorkomen
dat hij tijdens het vervoer verrolt of verschuift.
Voorafgaande aan het slepen dient de sleepklep te
worden geopend. Dit stelt u in staat om de tractor
te verplaatsen zonder de motor te starten en
voorkomt mogelijke beschadiging van hydraulische
onderdelen.
Teneinde ernstig lichamelijk letsel te
voorkomen moeten handen, voeten en
kleding altijd op veilige afstand van de
maaieenheden blijven wanneer de messen
draaien.
Gebruik NOOIT uw handen om de
maaieenheden schoon te maken.
Grasknipsel dient met een borstel van de
messen te worden geveegd, aangezien deze
scherp zijn en verwondingen kunnen
veroorzaken.
Om de maaieenheden vrij te maken van
verstoppingen moet de kooischakelaar
in de UIT-stand worden gezet. Trek daarna
de parkeerrem aan, zet de motor stil, haal de
contactsleutel eruit en verwijder het
obstakel.
WAARSCHUWING
De sleepklep (Z) bevindt zich op de aandrijfpomp
onder de motorkap. Om de klep te openen dient u
een pen in het gaatje in de klep te steken en de klep
maximaal een volle slag linksom te draaien.
Na het slepen moet de klep volledig worden
gesloten en de afdekkap worden teruggeplaatst.
NL-14
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
c. De tank mag nooit worden overvuld of
geheel leeg raken. Mors geen brandstof.
Waar dit wel gebeurt, dient het gemorste
onmiddellijk zorgvuldig te worden
opgenomen.
d. Brandstofhouders mogen nooit worden
gehanteerd nabij een open vlam of enig
apparaat dat vonken kan afgeven
waardoor de brandstof of dampen ervan
kunnen ontsteken.
5. Bewaar brandstof overeenkomstig
plaatselijke voorschriften en de
aanbevelingen van uw
brandstofleverancier.
6. Inspecteer hydraulische slangen en
leidingen dagelijks. Let op of u natte
slangen of olieplekken ziet en vervang
versleten of beschadigde slangen of
leidingen voordat de machine weer in
gebruik wordt genomen.
7. Controleer de motor- en hydrauliekolie aan
het begin van iedere werkdag,
voordat de motor wordt gestart. Ingeval
van een laag oliepeil moet de
brandstofdop worden verwijderd en de
vereiste hoeveelheid olie worden
bijgevuld. Nooit overvullen.
5 OPERATIONELE WERKING
5.11 DAGELIJKS ONDERHOUD
Belangrijk: Voor meer gedetailleerde
onderhoudsinformatie, bijstellingen en onderhouds-
en smeerschema’s, wordt u verwezen naar de
onderdelen- en onderhoudshandleiding.
1. Parkeer de tractor op een effen,
horizontaal oppervlak. Laat de
aanzetstukken geheel neer op de grond,
trek de parkeerrem aan, zet de motor stil
en verwijder de contactsleutel.
2. Vet en smeer alle punten waar dit nodig
is. Om brand te voorkomen dienen de
maaieenheden en de tractor na ieder
gebruik te worden gewassen.
a. Gebruik geen hogedrukspuit.
b. Spuit geen water rechtstreeks op het
instrumentenpaneel of elektrische
componenten.
c. Spuit geen water in de koelluchtinlaat
of de motorluchtinlaat.
N.B. Een warme op lopende motor mag niet
worden gewassen. Gebruik perslucht om de motor
en radiateurvinnen te reinigen.
3. Vul de brandstoftank van de tractor aan
het eind van iedere werkdag tot 25 mm
onder de vulhals.
Gebruik schone, verse #2 dieselolie met
een minimum cetaangetal van 45.
4. Hanteer brandstof met zorg gezien de
grote brandbaarheid ervan. Gebruik een
goedgekeurde brandstofhouder waarvan
de schenktuit in de vulhals past. Gebruik
geen blikken of trechters om de
brandstof over te gieten.
a. Zolang de motor loopt of nog warm is,
mag de brandstofdop nooit van de tank
worden verwijderd of brandstof worden
bijgevuld.
b. TIjdens het hanteren van brandstof
mag niet worden gerookt. De tank mag
nooit in een overdekte ruimte worden
gevuld of afgetapt.
Om ernstig lichamelijk letsel als gevolg
van hete hogedrukolie te voorkomen
mogen nooit de handen worden gebruikt
om te controleren of sprake is van
olielekken. Papier of karton is hiervoor het
aangewezen middel.
Onder druk ontsnappende hydraulische
vloeistof kan voldoende krachtig zijn
om de huid te penetreren. Waar dit
gebeurt moet de olie binnen enkele uren
chirurgisch worden verwijderd door een
dokter die vertrouwd is met deze vorm
van verwonding, aangezien gangreen hier
anders het gevolg van kan zijn.
WAARSCHUWING
NL-15
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
6 EG CERTIFICATIE
EG Conformiteitsverklaring
Wij, ondergetekenden,
Ransomes Jacobsen Limited
Ransomes Way
Ipswich, Engeland IP3 9QG
Bevestigen dat grasmaaimachine
Merk: JACOBSEN
Type: GREENS KING V PLUS
Serie: WA
Voldoet aan EG Richtlijnen en Amendmenten:
98/37/EEG, 89/336/EEG
Norm:
EN836
S. Chicken
Head of Engineering
LAWAAIPRODUCTIE
CONFORMITEITSCERTIFICAAT
Wij, ondergetekenden,
Ransomes Jacobsen Limited
Ransomes Way, Ipswich, Engeland IP3 9QG
Bevestigen dat grasmaaimachine
Categorie: CILINDERMAAIER MET MEERIJDENDE
BESTUURDER
Merk: JACOBSEN
Type: GREENS KING V PLUS SERIE: WA
Motor:-
Fabrikant: KUBOTA
Type: KUBOTA D662-E
Draaisnelheid tijdens test: 3200 r.p.m.
Voldoet aan de specificatie van Richtlijn EEG 79/113 84/538
87/252 88/180 88/181
GEGARANDEERD Geluidsvermogenniveau:99.6 dB(A) LWA
Geluidsdrukniveau: 83.0 dB(A) LpA
Type maai-inrichting: 3 cilinders, 7 of 11 messen
Maaibreedte: 157,4cm
Draaisnelheid van maai-inrichting: 2100 r.p.m.
Test voltooid bij:
AV Technology
Birdhall Lane, Cheadle Heath, Stockport, SK3 0XU
18.12.95
Rapport nr. L374
S. Chicken
Head of Engineering
6.1 CONFORMITEITSCERTIFICATEN
NL-16
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
GARANTIE
Wij GARANDEREN dat, indien zich binnen TWAALF MAANDEN of maximaal duizend
bedrijfsuren vanaf de koopdatum, enige fabrieks- of materiaalfout voordoet, wij het
defecte onderdeel naar eigen goeddunken zullen repareren of vervangen zonder
hiervoor arbeids- of materiaalkosten in rekening te brengen, vooropgesteld dat de
claim onder deze garantie wordt ingediend via een erkendE Ransomes-dealer en dat
het defecte onderdeel, in gevallen waar we hierom verzoeken, aan ons of de dealer
wordt geretourneerd. Deze garantie is in aanvulling op iedere voorwaarde of
garantie onder de wet en sluit zulks niet uit, behalve dat wij geen aansprakelijkheid
accepteren ten aanzien van tweedehands goederen, of ten aanzien van defecten die
naar onze mening op enige wijze of in enige mate zijn toe te schrijven aan misbruik,
gebrek aan redelijke zorg of normale slijtage, dan wel aan de bevestiging van
onderdelen, vervangingen of extra componenten die niet door ons voor het doel zijn
geleverd of goedgekeurd. Gebruik van niet-aanbevolen olie of smeermiddel maakt
de garantie ongeldig.
Beschadiging als gevolg van vervoer of normale slijtage valt niet onder de garantie.
VERKOOP & SERVICE
Er bestaat een net van erkende verkoop- en servicedealers, waarvan de
bijzonderheden van uw leverancier verkrijgbaar zijn.
Wanneer de machine service of onderdelen nodig heeft, hetzij binnen of na de
garantieperiode, dan dient contact te worden opgenomen met uw leverancier of een
erkende dealer. Noem altijd het geregistreerde nummer van de machine.
Indien tijdens de aflevering enige beschadiging wordt geconstateerd, meld de
details ervan dan onmiddellijk aan de leverancier van de machine.
BELANGRIJKE NUMMERS. Het wordt geadviseerd om alle belangrijke nummers hier
te noteren:
Startschakelaar:- ...............
Dieseltank :- ...............
Tevens wordt aangeraden om de machine- en motornummers vast te leggen. Het
machineserienummer vindt u op het registratieplaatje en het motorserienummer
onder het uitlaatspruitstuk boven de startmotor.
Machinenummer :- ...............
Motornummer :- ...............
7 GARANTIE
BOB-CAT BUNTON CUSHMAN JACOBSEN RANSOMES RYAN
Equipment from Textron Turf Care and Specialty
Products is built to exacting standards ensured by
ISO 9001 registration at all our manufacturing locations.
A worldwide dealer network and factory-trained
technicians backed by Textron Parts Xpress provide
reliable, high-quality product support.
Ransomes Jacobsen Limited
Ransomes Way, Ipswich, England, IP3 9QG
English Company Registration No. 1070731
www.textronturf.com
World Class Quality, Performance and Support
GB
F
NL
D
I
Les machines Textron Turf Care and Specialty
Products sont fabriquées, dans toutes nos usines,
selon les normes de l’accréditation ISO 9001.
Textron Parts Xpress offre à sa clientèle un réseau
international de concessionnaires et de techniciens
formés pour l’Après-vente.
Qualité Totale Mondiale, Performance et Soutien
Machines van Textron Turf Care & Specialty Products worden
gebouwd volgens de hoogste normen, zoals verzekerd door
de ISO 9001 registratie die op al onze productielocaties van
toepassing is. Een wereldwijd dealernet en technici met een
fabriekopleiding voorzien, mede dankzij de back-up van
Textron Parts Xpress, in een betrouwbare
productondersteuning van hoge kwaliteit.
Kwaliteit, prestatie en ondersteuning van wereldklasse
Geräte der Firma Textron Turf Care and Speciality Products
werden nach höchst anspruchsvollen Maßstäben gefertigt. Alle
Herstellerwerke sind nach ISO 9001 zertifiziert.
Ein weltweites Händlernetz und vor Ort ausgebildete Techniker
gewährleisten in Zusammenarbeit mit Textron Parts Xpress
zuverlässige, hochqualitative Produktunterstützung.
Qualität, Leistung und Support von Weltklasse
Le apparecchiature prodotte dalla Textron Turf Care and
Specialty Products sono realizzate secondo standard rigorosi
previsti dalla registrazione alle norme ISO 9001 presso tutti i
nostri stabilimenti. La rete internazionale di rivenditori e
tecnici altamente qualificati gode del supporto esclusivo del
servizio Textron Part Xpress, unico per affidabilità e qualità
dei prodotti.
Qualità, prestazioni e assistenza di livello internazionale
1/94