Chamberlain Pro9000 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

D
F
GB
DK
E
GR
I
N
NL
P
S
SF
TM
BAUART-
GEPRÜFT
Anleitungen Garagentoröffner Modell PRO9000
Instructions Modèle PRO9000 de ouvre-porte de garage
Instructions Garage Door Operator Model PRO9000
Instruktioner Model PRO9000 Garageportsåbner
Instrucciones Abridor de la puerta de garage, Modelo PRO9000
O‰ËÁ›Â˜ – M˯·ÓÈÛÌfi˜ AÓÔ›ÁÌ·ÙÔ˜ °Î·Ú·˙fiÔÚÙ·˜,
MÔÓÙ¤ÏÔ PRO9000
Istruzioni Apriporta per garage Modello PRO9000
Instruksjoner Garasjeportåpner, Modell PRO9000
Instrukties Model PRO9000 Garagedeuropener
Instruções Operador automático de porta – Modelo PRO9000
Instruktioner Garageportöppnare Modell PRO9000
Ohjeet Autotallin oven avaaja, Malli PRO9000
De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende
rand van de deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15 kg).
Als de sluitkracht op een waarde wordt afgesteld die
hoger is dan 150N, dan moet het Protector System
geïnstalleerd worden. Gebruik de krachtafstelling niet
om eventueel klemmen van de garagedeur te
compenseren.
Een te grote kracht belemmert de goede
werking van het Veiligheidssysteem en kan schade aan de
garagedeur veroorzaken.
Bevestig de waarschuwingssticker naast de verlichte
bedieningsknop ter herinnering aan de
veiligheidsvoorschriften.
Stel alle bestaande sloten van de garagedeur buiten
werking om schade aan de deur te voorkomen.
Installeer de verlichte bedieningsknop (en eventuele extra
bedieningsknoppen)
op een plaats vanwaar de
garagedeur zichtbaar is en buiten bereik van kinderen.
Laat kinderen niet aan de bedieningsknop(pen) of
afstandsbediening(en) komen
. Verkeerd gebruik van de
opener kan ernstig lichamelijk letstel tot gevolg hebben.
Stel de opener uitsluitend in werking als de garagedeur
volledig in het zicht is, vrij van obstakels en als de
opener goed is afgesteld. Niemand mag de garage in- of
uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen
niet in de buurt van de deur spelen.
Gebruik de noodontkoppeling uitsluitend om de slede los te
koppelen en, zo mogelijk, alleen als de deur gesloten is.
Gebruik de rode handgreep nooit om de deur open of
dicht te trekken.
Schakel de electriciteit naar de garagedeur-opener uit
voordat u reparaties uitvoert of beschermingen
verwijdert.
LEES EERST DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Deze waarschuwingstekens betekenen
Opgepast!
en staan voor voorschriften betreffende persoonlijke veiligheid of
materiële schade. Lees deze voorschriften aandachtig.
Deze garagedeuropener is ontworpen en getest om veilig te functioneren mits hij geïnstalleerd en bediend wordt met strikte
inachtneming van onderstaande veiligheidsvoorschriften.
Het niet opvolgen van onderstaande instructies kan ernstig lichamelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Opgepast! Als uw garage geen aparte toegangsdeur heeft, dient u een Model 1702E Ontkoppelingsslot te installeren. Hiermee kunt u, in
geval van stroomstoringen, de garagedeur van buitenaf met de hand bedienen.
Z
org dat de garagedeur goed uitgebalanceerd is.
Klemmende deuren moeten gerepareerd worden.
Garagedeuren, deurveren, kabels, katrollen, steunen en de
bijbehorende ijzerwaren staan onder enorme kracht en
kunnen ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Probeer niet
deze onderdelen zelf los te maken, te verplaatsen of bij
te stellen.
Laat dit door een garagedeurspecialist doen.
Draag geen ringen, horloge of losse kleding
tijdens de
installatie of het onderhoud van de garagedeuropener.
Verwijder alle aan de garagedeur bevestigde touwen
voordat u de garagedeuropener installeert,
om ernstig
lichamelijk letsel door
verstrikt raken te voorkomen.
Installatie en bedrading moeten overeenkomen met de
plaatselijk geldende bouw- en elektriciteitsvoorschriften.
Sluit het netsnoer uitsluitend aan op een naar behoren
geaard stopcontact.
Lichtgewicht deuren van fiberglas, aluminium of staal
moeten flink verstevigd worden om schade te
voorkomen.
(Zie pagina 4.) De beste oplossing is uw
garagedeurfabrikant te vragen om een speciale
deurverstevigingsset voor de installatie van een deuropener.
De test van het veiligheidssysteem is zeer belangrijk.
Bij
contact met een 50mm hoog obstakel op de grond MOET
de beweging van uw deur van richting veranderen. Het niet
goed afstellen van de opener kan ernstig lichamelijk letsel
door een sluitende garagedeur tot gevolg hebben.
Herhaal
de test eens in de maand en stel de opener zonodig bij.
Dit apparaat mag niet in een vochtige of natte ruimte
geïnstalleerd worden.
De deur mag tijdens bedrijf niet over een openbaar pad
uitsteken.
INHOUD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN: pagina 1
DEURTYPEN: pagina 1 – afbeelding
BENODIGD GEREEDSCHAP: afbeelding
BIJGELEVERDE IJZERWAREN:
pagina 1 – afbeelding
VOORDAT U BEGINT: pagina 2
VOLTOOIDE INSTALLATIE:
pagina 2 – afbeelding
HET MONTEREN:
pagina 2 – afbeeldingen –
HET INSTALLEREN:
pagina's 2-4 – afbeeldingen –
HET PROGRAMMEREN VAN DE CODE:
pagina 4 – afbeelding
HET AFSTELLEN:
pagina's 4-5 – afbeeldingen –
HET INSTALLEREN VAN HET
BEVEILIGINGSYSTEEM: (optioneel):
pagina 5 – afbeelding
HET BEDIENEN
VAN DE DEUROPENER: pagina 5
HET ONDERHOUD
VAN DE DEUROPENER: pagina 6
CONTROLE
VAN DE DEUROPENER: pagina 6
PROBLEMEN OPLOSSEN: pagina's 6-7
SPECIALE FEATURES VAN DE PRO9000:
pagina 7 – afbeelding
ACCESSOIRES: pagina 8 – afbeelding
TECHNISCHE GEGEVENS: pagina 8
RESERVEONDERDELEN:
afbeeldingen –
1
5
4
18
8
7
17
19 21
22
24
23
26
25
2
3
1-NL
A. Kanteldeur met alleen een horizontale geleiderail.
B. Kanteldeur met verticale en horizontale geleiderail:
Speciale deurarm (F, The Chamberlain Arm™) vereist.
Raadpleeg uw leverancier.
C. Sektionale deur:
Zie B – koppel de deurarm.
D. Dubbele deuren: Speciale deurarm vereist.
Raadpleeg uw leverancier.
E. Overhead-deur: Speciale deurarm
(F, The Chamberlain Arm™) vereist. Raadpleeg uw leverancier.
17
DEURTYPEN
1
BIJGELEVERDE IJZERWAREN
3
IJzerwaren voor montage:
(1) Zeskantbouten (4)
(2) Moeren (4)
(3) Koppeling
IJzerwaren voor installatie:
(4) Slotbouten (2)
(5) Houtschroeven (4)
(6) Schroeven (2)
(7) Sluitpennen (3)
(8) Zeskantbouten (4)
(9) Koord
(10) Handgreep
(11) Geïsoleerde krammetjes
(12) Muurankers (2)
(13) Veerringen (6)
(14) Moeren (6)
(15) Klemringen (3)
(16) 8mm Muurankers (4)
(17) Plaatschroeven (2)
VOLTOOIDE INSTALLATIE –
Naarmate u vordert met de in deze handleiding beschreven
montage-, installatie- en afstellingsprocedures is het misschien
nuttig om deze afbeelding van een voltooide installatie bij de
hand te hebben.
N.B. Als u een gesplitste rail heeft, volgt u de aanwijzingen op het
railpakket.
BEVESTIG DE RAIL AAN DE OPENER –
N.B.: Om te helpen bij het monteren en installeren, zet u de
schuimverpakking (1) rond de opener terug. Verwijder dit
wanneer u de opener in stap 12 ophangt.
Leg de railstukken (2) op een vlakke ondergrond op één lijn met de
opener (3). Schuif de koppeling (4) over het tandwiel van de rail (5).
Schuif de rail door de openersteun (6) tot de koppeling stevig over het
tandwiel van de opener (7) past. Zet de twee schroefgaten in de rail
over de gaten in de openersteun. Steek twee zeskantschroeven (8) en
borgmoeren (9) door de gaten. Draai stevig vast.
INSTALLEER DE SLEDE –
Schuif de slede (1) over en langs de onderkant van de rail totdat deze
stevig met een klik op zijn plaats zit.
Zorg ervoor dat u hem in de
juiste richting installeert: de ontkoppelingsarm van de slede moet
horizontaal zijn (vergrendelde stand) met de pijl weg van de
opener wijzend.
BEVESTIG DE RAILSTEUNEN –
Zet de railsteunen (1) op één lijn met het uiteinde van de
railconstructie. Steek twee zeskantschroeven (2) en borgmoeren (3)
door de gaten. Draai stevig vast.
HIERMEE IS DE MONTAGE VAN UW DEUROPENER VOLTOOID.
7
6
5
(1) Railsteunen
(2) Slede
(3) Rail
(4) Hangijzer
(5) Snoer
(6) Opener
(7) Lamplens
(8) Noodontkoppeling:
koord & handgreep
(9) Gebogen gedeelte deurarm
(10) Recht gedeelte deurarm
(11) Deursteun en plaat
(12) Loskoppelingshendel slede
VOORDAT U BEGINT:
1. Inspecteer de muur of het plafond boven de garagedeur. De
kopsteun
moet
stevig op de constructie bevestigd worden.
2. Heeft u een afgewerkt plafond in uw garage? Zo ja, dan zijn
misschien een steunbeugel en extra ijzerwaren nodig (niet
bijgeleverd).
3. Afhankelijk van uw deurconstructie, is misschien een speciale
deurarm vereist. Raadpleeg uw leverancier.
4. Als u behalve de garagedeur geen aparte toegangsdeur tot de
garage heeft, is een Model 1702E ontkoppelingsslot vereist.
4
HET MONTEREN
5 7
2-NL
Draag, als u boven uw hoofd werkt, een veiligheidsbril om uw
ogen te beschermen.
Stel alle bestaande sloten buiten werking om schade aan de
garagedeur te voorkomen.
Verwijder alle aan de garagedeur bevestigde touwen voordat u de
garagedeuropener installeert, om ernstig lichamelijk letsel door
verstrikt raken te voorkomen.
De installatie van dit produkt moet overeenkomen met de normen
ZH1/494, VDE 0700 Part 238 en VDE 0700 Part 1.
Wij raden aan de deuropener minstens 2,1m boven de vloer te
installeren of hoger, als de ruimte dit toelaat.
PLAATS DE KOPSTEUN –
De kopsteun moet stevig aan de garageconstructie bevestigd
worden. Versterk de muur of het plafond zonodig met een 40mm
dikke plank. Het niet opvolgen van de instructies kan ondeugdelijke
werking van het veiligheidssysteem tot gevolg hebben.
U kunt de kopsteun op de muur (1) boven de deur of aan het plafond
(3) bevestigen. Volg de instructies die het beste aan uw specifieke
vereisten voldoen.
Teken, terwijl de deur gesloten is, de verticale middellijn (2) van de
garagedeur af. Trek deze lijn door tot op de muur boven de deur.
Open de deur tot in de hoogste stand. Trek een horizontale snijlijn op
de muur op 75mm boven het hoogste punt van de deur zodat de
bovenkant van de deur voldoende doorgangsruimte heeft.
INSTALLEER DE KOPSTEUN –
A. Bevestiging op de muur: Centreer de steun (2) op de verticale
lijn (1) met de onderkant van de steun op de horizontale lijn (6)
(met de pijl naar het plafond gericht).
Teken één van de twee paar bevestigingsgaten af (4 of 5).
Gebruik niet de voor bevestiging aan het plafond bestemde
gaten.
Boor voorboorgaten van 4,5 mm en maak de beugel met
houtschroeven (3) vast.
B. Bevestiging aan het plafond: Trek de verticale lijn (1) door tot op
het plafond. Centreer de steun (2) op het verticale merkteken, niet
meer dan 150mm van de muur. Let op dat de pijl naar de muur wijst.
Teken de alleen voor bevestiging aan het plafond bestemde gaten (4)
af. Boor voorboorgaten van 4,5 mm en maak de beugel met
houtschroeven (3) vast. Voor het monteren aan een betonnen plafond
de meegeleverde betonankers gebruiken (7).
BEVESTIG RAIL AAN KOPSTEUN –
Leg de opener op de garagevloer onder de kopsteun. Leg er
verpakkingsmateriaal op om de ommanteling niet te beschadigen.
N.B.
Om te zorgen dat de rail bij een roldeur tegen de veren aankomt,
kan het nodig zijn de opener op een tijdelijke ondersteuning te
plaatsen.
De opener moet of op een ondersteuning vastgemaakt worden, of
stevig door een andere persoon op zijn plaats gehouden worden.
Til de rail op totdat de railsteunen en de kopsteun bij elkaar komen.
Bevestig aan elkaar met een sluitpin (1). Plaats een klemring (2) om
vast te maken.
BRENG DE OPENER OP ZIJN PLAATS –
N.B.
Een 25mm dikke lat (1) is handig om de ideale afstand tussen de
deur en de T-rail te bepalen (tenzij er niet genoeg bovenruimte is).
Breng de opener omhoog en laat hem op een trapleer rusten. Open
de garagedeur. Plaats een 25mm dikke lat (1) plat op de bovenkant
van de deur vlakbij de middellijn, zoals afgebeeld. Laat de rail op de
plak rusten.
Als de opengaande deur tegen de slede aanstoot, trek dan aan de
ontkoppelingshandgreep om het binnen en buitengedeelte los te
koppelen. De slede kan in ontkoppelde toestand gelaten worden totdat
de verbinding tussen de deurarm en de slede tot stand gebracht is.
11
10
9
8
HET INSTALLEREN —
8 17
HANG DE OPENER OP –
De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd
worden. Bevestig de hangsteunen zoals getoond naar de
voorkant van de opener. Verwijder de schuimverpakking.
Controleer dat de rail boven de deur gecentreerd is.
Er zijn drie representieve installaties afgebeeld. De uwe kan
echter nog anders zijn. De hangijzers (2) moeten onder een hoek
bevestigd worden (Afbeelding A) om voor een stevige bevestiging te
zorgen. Bevestig bij afgewerkte plafonds (Afbeelding B) een stevige
metalen steun (niet bijgeleverd) (5) op de garageconstructie voordat u
de opener installeert. Voor het monteren aan een betonnen plafond
(Afbeelding C) de meegeleverde betonankers gebruiken (6).
Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de
draagconstructie (of plafond).
Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk
hangijzer één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt
met de bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van
de gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie
(of plafond). Bevestig de platte uiteinden van de beugels met
houtschroeven (3) aan de steunen.
Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met
bouten, veerringen en moeren (4). Controleer of de rail precies
midden boven de deur zit. VERWIJDER de 25mm dikke lat. Doe de
deur met de hand open en dicht. Als de deur tegen de rail stoot, moet
u de kopsteun hoger bevestigen.
BEVESTIG HET NOODONT-
KOPPELINGSKOORD MET HANDGREEP –
Trek het ene eind van het koord (1) door het gat boven in de rode
handgreep zodat het woord "NOTICE" in de juiste stand staat, zie
afbeelding (3). Zet het vast met een overhandse knoop (2). De knoop
moet minstens 25mm van het uiteinde van het koord zitten zodat hij er
niet uit kan glijden.
Trek het andere eind van het koord door het gat in de
ontkoppelingsarm van de slede (4). Pas de lengte van het koord zo
aan dat de handgreep 1,8m boven de vloer hangt. Zet het vast met
een overhandse knoop.
N.B. Als u een stuk van het koord moet afknippen, smelt het
afgeknipte eind dan met een lucifer of een aansteker om rafelen
te voorkomen.
SLUIT DE ELECTRICITEIT AAN
OM INSTALLATIEPROBLEMEN TE VOORKOMEN MAG U DE
GARAGEDEUROPENER PAS LATEN FUNCTIONEREN ALS DE
INSTRUCTIES HIERTOE OPDRACHT GEVEN.
Sluit de opener aan op een goed GEAARD net (en volgens de
plaatselijk geldende normen).
Sluit de deuropener alleen aan op een stopcontact dat bediend
wordt door een tweepolige schakelaar.
INSTALLEER DE VERLICHTE BEDIENINGSKNOP –
Installeer de bedieningsknop(pen) op een plaats vanwaar de
garagedeur zichtbaar is, verwijderd van de deur en de elementen
van de deurconstructie en buiten bereik van kinderen.
Verkeerd gebruik van de opener kan ernstig lichamelijk letsel
door een bewegende garagedeur tot gevolg hebben. Laat
kinderen niet aan de verlichte bedieningsknop of de
afstandsbediening komen.
Bevestig de waarschuwingssticker op de muur naast de verlichte
bedieningsknop ter herinnering aan de veiligheidsvoorschriften.
Er zitten 2 schroefcontacten (1) op de achterkant van de verlichte
bedieningsknop (2). Strip ongeveer 6mm van de isolatie van de
beldraad (4) af. Scheid de aders voldoende om de wit/rode draad
aan schroefcontact 1 te bevestigen en de witte draad aan
schroefcontact 2.
14
13
12
3-NL
INSTALLEER DE VERLICHTE BEDIENINGSKNOP –
(VERVOLG)
Schroef de verlichte bedieningsknop op een binnenmuur van de
garage met de bijgeleverde plaatschroeven (3). Boor 4mm gaten en
gebruik muurankers (6) als u hem op gipsplaat bevestigt. Een goede
plaats is naast de aparte toegangsdeur en buiten bereik van
kinderen.
Leid de draad langs de muur omhoog en over het plafond naar de
garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde krammetjes (5) om de draad
vast te maken.
Haal de draad door de opening aan de onderkant van de kap van de
aandrijfas (7) en vervolgens door het gat in de bovenkant van de
stroomkop (8). Verwijder de deur van de bedieningskast (9) op het
zijpaneel om toegang te krijgen tot de schroefcontacten van de
ontvanger (10).
Verbind de draad als volgt aan de schroeven: wit/rood aan 1 en wit
aan 2. Zorg ervoor dat de antennedraad (11) helemaal langs het
plafond is uitgestrekt, tenminste 60 cm van de bestaande bedrading
vandaan.
14
INSTALLEER DE LAMPEN EN DE LENS –
Installeer een lamp van maximaal 40 watt in elke fitting (1). Als de
elektriciteit ingeschakeld wordt gaat de lampen aan en blijft
4-1/2 minuut branden. Na 4-1/2 minuut gaat de lamp uit.
Vervang doorgebrande lampen met lampen die geschikt zijn voor ruw
gebruik.
Steek de onderste lenstabs (2) in de onderste sleuven (3) op het
chassis en duw in de richting van het chassis om de bovenste
lenstabs (4) in de bovenste sleuven te klikken (5). Laat de lens
voorzichtig op zijn plaats vallen. Om te verwijderen, tilt u de lens op en
duwt hem zachtjes enigszins naar buiten en naar beneden en trekt
hem vervolgens omhoog om de lampen vrij te maken.
Wees voorzichtig dat u de onderste lenstabs niet afbreekt.
BEVESTIG DEURSTEUN- EN PLAAT –
Als u een overhead-deur heeft of een deur met twee geleiderails (die
binnen de gevel draait), heeft u een ombouwkit voor de deurarm
nodig. Volg de bij de vervangende deurarm bijgesloten
installatievoorschriften. Wees voorzichtig bij het verwijderen en
monteren van de ombouwkit. Houd uw vingers uit de buurt van de
schuivende delen.
N.B.: Er is horizontale en verticale versterking nodig voor lichtgewicht
garagedeuren.
Procedure voor het installeren bij sektionale deuren en kantel
deuren uit èèn stuk:
De deurbeugel (1) heeft linker en rechter bevestigingsgaten. Ze tde
beugel en plaat (2) in elkaar en installeer deze als er voor uw
installatie bevestigingsgaten boven en onder nodig zijn.
1. Centreer de steun (met of zonder plaat, zoals nodig is) zoals
getoond bovenaan de binnenkant van de deur. Markeer de gaten.
2. A. Houten deuren
Boor 8mm gaten en schroef de deursteun vast met moeren,
veerringen, en slotbouten (3).
B. Deuren van bladmetaal
Bevestig met plaatschroeven (4).
C. Deur uit één stuk optioneel
Bevestig met plaatschroeven (4).
16
15
BEDIENING VAN DE VERLICHTE BEDIENINGSKNOP
Druk op de knop om de deur te openen of te sluiten. Druk nogmaals
op de knop om de beweging van de deur tijdens het sluiten om te
keren of om de deur tijdens het openen te stoppen.
KOPPEL DE DEURARM AAN DE SLEDE –
Installatie bij gelede deuren: Merk de configuratie van de deurarm in
Afbeelding B op.
Installatie bij deuren uit één stuk: Procedure Afbeelding A
Zet het rechte (1) en gebogen stuk van de deurarm (2) zo aan elkaar
dat u de grootst mogelijke lengte krijgt met IJzerwaren (3, 4 en 5).
Bevestig, terwijl de deur gesloten is, het rechte stuk van de deurarm
aan de deursteun met behulp van een sluitpin (6). Blokkeer de pin met
een klemring (7).
Stel de eindstanden af voordat u de deurarm aan de slede
koppelt. De stelschroeven voor de eindstanden zitten op het
zijpaneel.
Het afstellen van de geopende deur: Het verkleinen van de
eindstand omhoog. Draai de stelschroef voor de eindstand omhoog
5-1/2 slag naar links.
Druk op de verlichte bedieningsknop. De slede gaat nu naar de
volledig geopende stand (8).
Zet de deur met de hand in de open stand (parallel aan de vloer) en til
de deurarm (9) op tot de slede. De arm moet de slede precies achter
het koppelgat voor de deurarm raken (10), zoals afgebeeld op de
tekening met de doorlopende lijnen. Vergroot zonodig de eindstand.
Een volle slag komt overeen met 5cm slaglengte.
Het afstellen van de gesloten deur: Het verkleinen van de
eindstand omlaag. Draai de stelschroef voor de einstand omlaag
5 volle slagen naar rechts.
Druk op de verlichte bedieningsknop. De slede gaat nu naar de
volledig gesloten stand (11).
Sluit de deur met de hand en til de deurarm (12) omhoog naar de
slede. De arm moet de slede vlak voor het koppelgat voor de
deurarm raken (13), zoals afgebeeld op de tekening met de
stippellijnen. Verklein zonodig de eindstand omlaag. Een volle slag
komt overeen met 5cm slaglengte.
Koppel de deurarm aan de slede: Bevestig, terwijl de deur gesloten
is, het gebogen gedeelte van de deurarm aan de slede met behulp
van de overblijvende sluitpin. Blokkeer de pin met de klemring.
Opgelet! Til de deur zonodig enigszins op om de verbinding tot
stand te kunnen brengen.
Laat de opener een volledige bewegingscyclus uitvoeren. Als de deur
in volledig geopende stand enigszins naar achteren hangt, verklein
dan de eindstand omhoog tot de deur parallel met de vloer staat.
17
4-NL
PROGRAMMEER UW OPENER EN AFSTANDSBEDIENING –
Stel de opener alleen in werking wanneer de deur volledig in het
zicht is, vrij van obstakels en goed afgesteld. Niemand mag de
garage in- of uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen
niet aan de bedieningsknop(pen) of afstandsbediening(en)
komen. Laat kinderen niet in de buurt van de deur spelen.
De afstandsbediening en de ontvanger van uw garagedeuropener zijn
op dezelfde code afgesteld. Als u extra afstandsbedieningen koopt,
moet de garagedeuropener geprogrammeerd worden met de nieuwe
afstandsbedieningscode.
Stel de ontvanger in op dezelfde code als de afstandsbediening
1. Laat de knop op de afstandsbediening los (1) in en houd deze
ingedrukt.
2. Druk kort op de “Smart”-knop (2) in de bedieningskast op het
openerpaneel. Het licht van de opener knippert één keer.
3. De knop op de afstandsbediening loslaten.
De opener funktioneert nu als op de knop van de afstandsbediening
gedrukt wordt.
Als u de drukknop van de afstandsbediening loslaat voordat het
lampje op de opener knippert, accepteert de opener de code niet.
Zo wist u alle afstandsbedieningscodes
• Druk op de "Intelligente" knop op het paneel van de opener en houd
deze ingedrukt tot het indicatorlampje uitgaat (ongeveer
6 seconden).
Alle
door de opener geregistreerde codes
worden gewist.
• Herhaal Stappen 1 – 3 voor alle in gebruik zijnde afstands-
bedieningen om ze opnieuw te programmeren.
18
STEL DE EINDSTANDEN AF –
Er bevinden zich eindstanden op het zijpaneel naast de
bedieningskast.
Laat de opener een complete bewegingscyclus uitvoeren. De
eindstanden hoeven niet bijgesteld te worden als de deur volledig
opent en sluit en niet ongewild weer open gaat als hij de volledig
gesloten stand bereikt heeft.
Hieronder worden de situaties genoemd die bijstellen van de
eindstanden vereisen. Laat de opener na elke bijstelling een
complete bewegingscyclus uitvoeren.
Opgelet!
Door de herhaalde inwerkingstelling van de opener tijdens
het afstellen van de eindstanden kan de motor warmlopen en
blokkeren. Laat de motor, als de opener 5 keer achter elkaar gewerkt
heeft, 15 minuuten afkoelen.
Lees onderstaande instructies aandachtig door voordat u overgaat tot
het Bijstellen van de kracht. Gebruik een schroevedraaier om de
eindstanden bij te stellen.
Als de deur niet volledig opengaat, maar wel minstens 1,5m:
Vergroot de opgaande slag. Draai de stelschroef eindstand
Omhoog (1) naar rechts. Eén slag van de schroef komt overeen met
5cm slaglengte.
Als de deur niet minstens 1,5m omhoog gaat: stel de opgaande
kracht (open) af. Raadpleeg Afstellen van de kracht.
Als de deur niet helemaal dicht gaat: Vergroot de
omlaagbeweging. Draai de afstelschroef van de
omlaagbegrenzer (2) tegen de klok in. Een slag is gelijk aan 5 cm
beweging. Als de deur nog steeds niet helemaal dicht gaat, maakt u
de deurarm langer. Als hij daarna nog niet helemaal dicht gaat, plaatst
u de kopsteun lager.
Als de deur vanuit de volledig gesloten stand vanzelf weer
omhoog gaat: verkort dan de neergaande slag. Draai de stelschroef
eindstand Omlaag (2) naar rechts. Eén slag van de schroef komt
overeen met 5cm slaglengte.
Als de deur tijdens het sluiten vanzelf weer omhoog gaat zonder
dat zijn beweging belemmerd wordt: controleer dan of de deur
klemt. Trek aan de noodontkoppelingshandgreep. Doe de deur met
de hand open en dicht. Als de deur klemt, laat er dan een specialist
naar kijken. Als de deur niet klemt en ook niet slecht uitgebalanceerd
is, stel dan de neergaande (sluit) kracht bij.
19
HET AFSTELLEN —
19 21
AFSTELLEN VAN DE KRACHT –
De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van
de deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15 kg). Als de sluitkracht
op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 150N, dan moet
het Protector System geïnstalleerd worden.
Gebruik het bijstellen van de kracht niet om het klemmen van de
garagedeur te compenseren. Excessieve kracht beïnvloedt de
deugdelijke werking van het veiligheidssysteem en kan schade
aan de deur veroorzaken.
Krachtafstelregelaars (1 en 2) bevinden zich in de bedieningskast op
het openerpaneel.
Als de kracht te zwak is afgesteld, kan de beweging van de deur
onderbroken worden door ongewild weer omhooggaan tijdens de
neergaande beweging of door ongewenst stoppen tijdens de
opgaande beweging. Weersomstandigheden kunnen van invloed zijn
op de beweging van de deur, daarom kan het nodig zijn de kracht af
en toe bij te stellen.
De kracht kan maximaal over een gebied van 260 graden worden
bijgesteld, dat is ongeveer 3/4 van een hele slag. Forceer de
stelschroeven niet voorbij dat punt. Draai de stelschroeven voor het
afstellen van de kracht met een schroevedraaier.
Test de neergaande (sluit) kracht: grijp de deurhandgreep of de
onderkant van de deur als deze halverwege de neergaande (sluit)
slag is. De deur moet nu vanzelf weer omhoog gaan.
(Omkering
halverwege het naar beneden gaan garandeert niet dat omkering op
een obstructie van 50 mm zal plaatsvinden.)
Als het moeite kost de
deur tegen te houden, of als hij niet weer omhoog gaat, verminder dan
de
neergaande (sluit) kracht
door de stelschroef (2) naar links te
draaien. Stel met kleine beetjes bij totdat de deur normaal omkeert.
Laat de opener na elke bijstelling een complete bewegingscyclus
uitvoeren.
Als de deur niet minstens 1,5m opent: vergroot de
opgaande
(openings) kracht
door de stelschroef (1) naar rechts te draaien. Stel
met kleine beetjes bij totdat de deur helemaal open gaat. Stel zonodig
de eindstand Omhoog bij. Laat de opener na elke bijstelling een
volledige bewegingscyclus uitvoeren.
Als de deur tijdens de neergaande (sluit) cyclus weer omhoog
gaat: vergroot de
neergaande (sluit) kracht
door de stelschroef (2)
naar rechts te draaien. Stel met kleine beetjes bij totdat de deur de
sluitingscyclus voltooit. Laat de opener, na elke bijstelling een
volledige bewegingscyclus uitvoeren.
Vermeerder de kracht niet voorbij de minimum voor het sluiten van de
deur benodigde hoeveelheid.
20
5-NL
TEST HET VEILIGHEIDSSYSTEEM –
Het is belangrijk het veiligheidssysteem te testen. De garagedeur
moet bij contact met een 50mm hoog obstakel op de vloer vanzelf
weer omhoog gaan. Het niet goed afstellen van de opener kan
ernstig lichamelijk letsel door een sluitende garagedeur tot
gevolg hebben. Herhaal de test eens in de maand en stel de
opener zonodig bij.
Werkwijze: Leg een 50mm hoog obstakel (1) op de vloer onder de
garagedeur. Stel de deur in werking in Neergaande richting. De deur
moet bij contact met het obstakel weer omhoog gaan. Als de deur bij
contact met het obstakel stopt, gaat hij niet ver genoeg omlaag.
Verleng de eindstand omlaag door de stelschroef eindstand omlaag
1/4 slag naar links te draaien. Herhaal de test.
Als de deur bij contact met het 50mm hoge obstakel weer omhoog
gaat, verwijdert u het obstakel en laat de opener een complete
bewegingscyclus uitvoeren. De deur mag niet vanzelf weer omhoog
gaan vanuit de gesloten stand. Als dit wel het geval is, stel dan de
Eindstanden en Kracht bij en test het veiligheidssysteem opnieuw.
21
DE BEDIENING VAN UW OPENER
Uw opener kan met elk van onderstaande apparaten bediend worden:
De verlichte bedieningsknop. Houd de bedieningsknop ingedrukt
totdat de deur in beweging komt.
De sleutelschakelaar buiten of het sleutelloos
bedieningssysteem (als u één van deze accessoires heeft
geïnstalleerd).
De afstandsbediening. Houd de knop ingedrukt totdat de deur in
beweging komt.
Het met de hand openen van de deur:
De deur moet zo mogelijk helemaal gesloten zijn. Door slappe of
gebroken veren zou de deur te snel kunnen sluiten, hetgeen
materiële schade of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
De deur kan met de hand worden geopend door de
ontkoppelingshandgreep recht naar beneden te trekken (zodat de
sledeontkoppelingsarm in een verticale stand klikt). Om de deur weer
aan te sluiten, trekt u de ontkoppelingshandgreep met een hoek van
45
˚
naar de opener toe zodat de sledeontkoppelingsarm horizontaal
is. Zie afbeelding 13.
Gebruik de noodontkoppelingshandgreep nooit om de deur open
of dicht te trekken.
Als de opener bediend wordt met de bedieningsknop of de
afstandsbediening:
1. Als de deur open is, gaat hij dicht. Als de deur gesloten is, gaat hij open.
2. Een sluitende deur gaat weer open.
3. Een opengaande deur stopt (om een doorgang open te laten voor
huisdieren of om frisse lucht binnen te laten).
4. Als de deur in gedeeltelijk open stand gestopt was, gaat hij verder
dicht.
5. Als de deur tijdens het sluiten op een obstakel stuit, gaat hij weer open.
6. Als de deur tijdens het openen op een obstakel stuit, stopt hij.
7. Het optionele Beveiligingssysteem werkt met een onzichtbare
lichtstraal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt
dat een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een
opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt TEN ZEERSTE
AANBEVOLEN voor huiseigenaren met kleine kinderen.
Laat de opener als deze 5 keer achter elkaar gewerkt heeft 15
minuuten afkoelen.
Het licht van de opener gaat aan: 1. als de stroom naar de opener
ingeschakeld wordt; 2. als de stroom onderbroken wordt;
3. als de opener in werking gesteld wordt.
Na 4-1/2 minuut gaat het licht automatisch uit. De sterkte van de lamp
mag maximaal 40 watt bedragen.
INSTALLATIE VAN HET BEVEILIGINGSSYSTEEM –
(ZIE BIJ ACCESSOIRES)
De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van
de deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15 kg). Als de sluitkracht
op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 150N, dan moet
het Protector System geïnstalleerd worden.
Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het
Beveiligingssysteem geïnstalleerd worden. De installatie-instructies
vindt u in de verpakking van dit apparaat.
Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen
het beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur.
Het systeem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een
obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer
opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit.
Dit apparaat
wordt ten zeerste aanbevolen voor huiseigenaren met kleine kinderen.
22
HET ONDERHOUD VAN DE DEUROPENER
Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met een
minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd te
worden.
Het afstellen van de kracht en de eindstanden: Deze moeten
tijdens de installatie van de opener goed afgesteld en gecontroleerd
worden. Hiervoor is alleen een schroevedraaier nodig.
Weersomstandigheden kunnen lichte veranderingen in de werking van
de deur teweegbrengen waardoor bijstelling nodig is, vooral in het
eerste jaar dat de opener in gebruik is.
Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden
op pagina’s 4-5. Volg deze instructies zorgvuldig op en herhaal de
veiligheidstest na elke bijstelling.
Afstandsbediening: De draagbare afstandsbediening kan met de
bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra
afstandsbedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor
de andere auto’s die de garage gebruiken. Zie het gedeelte
Accessoires. De ontvanger moet geprogrammeerd worden om met
elke nieuwe afstandbediening te werken.
Batterij van de afstandsbediening: De lithiumbatterijen horen tot 5
jaar lang energie te produceren. Als het licht zwak wordt of niet
aangaat, moet de batterij vervangen worden. Als het zendbereik van
de afstandsbediening kleiner wordt, controleer dan het
batterijcontrolelampje.
Zo vervangt u de batterij: Om de batterijen te vervangen, gebruikt u
de klepbeugel of het blad van een schroevendraaier om de kast zoals
getoond. Leg in de batterijen met de pluspool naar
boven
. Om de
deksel terug te zetten, klikt u deze aan beide kanten vast. Gooi de
oude batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte batterijen naar
een speciaal inzamelingspunt.
6-NL
CONTROLE VAN DE DEUROPENER
Maandelijks onderhoud:
Herhaal de veiligheidstest.
Corrigeer zonodig de afstellingen.
Bedien de deur met de hand.
Als hij niet goed uitgebalanceerd is of
klemt, laat er dan een garagedeurspecialist naar kijken.
Controleer of de deur volledig opent en sluit.
Corrigeer zonodig de
afstellingen van de kracht en/of eindstanden.
Jaarlijks onderhoud:
Smeer de deurrollers, lagers en scharnieren.
De geleiderails van de
deur niet invetten. De deur hoeft niet extra gesmeerd te worden.
PROBLEMEN OPLOSSEN
1. Opener werkt niet, noch met de verlichte bedieningsknop, noch
met de afstandsbediening:
• Staat er stroom op de opener? Sluit een lamp aan op het
stopcontact. Als hij niet aangaat, controleer dan de zekeringskast of
de stroomonderbreker. (Bij sommige stopcontacten wordt de
stroomtoevoer door een muurschakelaar geregeld.)
• Heeft u alle deursloten buiten werking gesteld? Bekijk de
waarschuwingen met betrekking tot de installatieaanwijzingen op
pagina 1 opnieuw.
• Heeft er zich ijs of sneeuw onder de deur opgehoopt? Of misschien
is de deur vastgevroren. Verwijder eventuele belemmeringen.
• De veer van de garagedeur kan gebroken zijn. Laat deze vervangen.
• Herhaalde inwerkingstelling kan de beveiliging tegen overbelasting
van de motor in werking gesteld hebben. Wacht 15 minuuten en
probeer het opnieuw.
2. Opener werkt op de afstandsbediening maar niet op de
verlichte bedieningsknop:
• Is de bedieningsknop op de muur verlicht? Zo niet, maak de beldraad
los van de contacten op de opener. Maak kortsluiting tussen de rode
en witte contacten door beide contacten tegelijkertijd met een stukje
draad aan te raken. Als de opener werkt, controleer dan of er een
bedradingsfout is gemaakt bij de verlichte bedieningsknop of een
kortsluiting bij de krammetjes.
• Is de bedrading goed aangesloten? Zie pagina 4.
3. Deur werkt op de verlichte bedieningsknop maar niet op de
afstandsbediening:
• Controleer het batterijcontrolelampje. Vervang zonodig de batterij.
• Als u twee afstandsbedieningen heeft en er werkt er maar één, neem
dan de procedures voor het programmeren van de ontvanger op
pagina 5 opnieuw door. Alle afstandsbedieningen moeten op
dezelfde code zijn ingesteld.
• Knippert de bedieningsknop op de muur? De ontvanger op de
opener moet de code van de afstandsbediening opnieuw registreren.
Volg de instructies op pagina 5.
4. Afstandsbediening heeft maar een kort bereik:
• Is de batterij geïnstalleerd? Controleer het batterijcontrolelampje. Als
het licht zwak brandt, moet de batterij vervangen worden.
• Bewaar de afstandsbediening op een andere plaats in de auto.
• Het transmissiebereik is minder bij metalen garagedeuren, deuren
met een metalen isolatielaag of bij metalen wanden.
• Controleer of de antenne volledig over het plafond is uitgerold.
5. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de
opener knippert niet:
• Wordt de deur ergens door belemmerd? Trek aan de
noodontkoppelingshandgreep. Bedien de deur met de hand. Als de
deur klemt of slecht uitgebalanceerd is, haal er dan een
garagedeurspecialist bij.
• Verwijder eventueel sneeuw of ijs van de garagevloer onder de deur.
• Neem de afstelling van de kracht opnieuw door.
• Als de deur vanuit de volledig gesloten stand vanzelf weer opengaat,
verminder dan de eindstanden.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
Het is normaal dat de kracht en de eindstanden af en toe
bijgesteld moeten worden. De werking van de deur kan met name
door weersomstandigheden beïnvloed worden.
PROBLEMEN OPLOSSEN (VERVOLG)
6. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de
opener knippert 5 seconden na het omkeren:
Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire
geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, corrigeer dan de uitlijning.
7. De opener maakt een storend lawaai dat in de woning te
horen is:
Als het geluid van de opener een probleem veroorzaakt doordat deze
zich vlakbij de woning bevindt, kunt u een Trillingisolatieset 41A3263
installeren. Deze set is speciaal ontworpen om het "klankbord effect"
te verhelpen en is eenvoudig te installeren.
8. De garagedeur gaat vanzelf open en dicht:
• Heeft u buren met een garagedeuropener die op dezelfde
frequentiecode werkt? Verander uw code.
• Controleer of de knop op de afstandsbediening niet in ingedrukte
stand klem zit.
9. De deur stopt maar gaat niet helemaal dicht:
Neem de instructies voor het afstellen van de eindstanden nogmaals
door.
Herhaal de veiligheidstest na elke bijstelling van de lengte van de
deurarm, van de sluitkracht of van de eindstand omlaag.
10. De deur gaat open maar niet dicht:
• Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire
geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, moet de uitlijning
gecorrigeerd worden.
• Als het lichtje op de opener niet knippert en de installatie is nieuw,
controleer dan de neergaande kracht.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
11. Het licht van de opener gaat niet aan:
Vervang de lamp (maximaal 40 Watt). Vervang doorgebrande lampen
met lampen die geschikt zijn voor
ruw gebruik.
12. Het licht van de opener blijft branden:
De aarding van het stopcontact op het plafond of de muur kan defect
zijn. De opener moet geaard zijn.
13. De opener forceert of heeft maximale kracht nodig om de deur
in werking te stellen:
Het kan zijn dat de deur uit balans is of dat de veren gebroken zijn.
Sluit de deur en gebruik de noodontkoppelingshandgreep om de slede
los te koppelen. Open en sluit de deur met de hand. Een goed
uitgebalanceerde deur moet op elk willekeurig punt van de slag
kunnen blijven staan, terwijl hij uitsluitend door zijn veren in evenwicht
wordt gehouden. Is dit niet het geval, laat de deur dan bijstellen door
een garagedeurspecialist. Vermeerder de kracht niet om de opener
te bedienen.
14. De motor van de opener bromt even en doet dan niets meer:
• De veren van de garagedeur zijn gebroken. ZIE HIERBOVEN.
• Als het probleem zich de eerste keer dat u de opener in werking stelt
voordoet, zit de deur op slot. Stel het deurslot buiten werking.
15. Opener werkt niet wegens stroomstoring:
• Trek de noodontkoppelingshandgreep recht naar beneden om de
slede los te koppelen. De deur kan met de hand worden geopend en
gesloten. Wanneer de stroom weer aan gaat, trekt u de
noodontkoppelingshandgreep met een hoek van 45
˚
naar de opener
toe zodat de sledeontkoppelingsarm horizontaal is. De volgende keer
dat de opener in werking gesteld wordt, wordt de slede weer
vastgekoppeld.
• Met het Ontkoppelingsslot 1702E kunt u de slede van buiten de
garage loskoppelen in geval van stroomstoring.
7-NL
A. Aansluiting van een deur in een deur
Verwijder de deksel. Zoek het hulpcontactblok op. Verwijder de
brug tussen contactdraden 1 en 2 (niet afgebeeld). Vervang deze
met magnetische contactschakelaardraden zoals afgebeeld.
B. Aansluiting knipperlicht
Het knipperlicht kan overal worden gemonteerd. Sluit de draden
van het licht aan contacten 3 en 4 van het contactblok aan.
C. Coaxiale antenne-adapter
Een coaxiale antenne-aansluiting kan worden gebruikt als het
zendbereik te kort is. Snijd de bestaande antenne af. Gebruik
standaard coaxiaalkabel en connector. Stroop het uiteinde van de
isolatie tot afstand “X” af.
433 MHz: X = 250mm 27 MHz: X = 2,44m
Zet de antenne terug.
N.B.! Alleen bij 27 Mhz apparaten moet een gaatje in de
ommanteling worden geboord om toegang te krijgen tot de
aansluitbus van de coaxiaal antenne.
SPECIALE FEATURES VAN DE PRO9000
23
114A1910L-NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Max. trekkracht..................1000N
WATT ................................600
Motor
Type...................................Blijvend gescheiden condensator
Snelheid.............................1500 tr/min
Voeding .............................230-240 Volt wisselstroom 50 Hz
Aandrijfmechanisme
Reductie ............................1.27:1
Aandrijving.........................Schroef 2 leiworm. Aluminium rail.
Slaglengte..........................Afstelbaar tot 2,23m
Loopsnelheid .....................152mm per seconde
Lamp..................................gaat aan als de deur in beweging komt,
gaat uit 4-1/2 min. na stilstand.
Koppeling aan deur ...........Verstelbare deurarm. Loskoppeling slede
d.m.v. trekkoord.
Veiligheidsvoorzieningen
Handbediend .....................Door een druk op de knop wordt de
neergaande beweging automatisch
omgekeerd. Door een druk op de knop
wordt de opgaande beweging automatisch
gestopt.
Elektronisch.......................Aparte stelschroeven voor op- en
neergaande kracht.
Elektrisch...........................Beveiliging tegen overbelasting van de
motor en laagspanningsbedrading van de
bedieningsknop.
Afstelling eindstanden .......met een schroevedraaier op het zijpaneel.
Startcircuit..........................Laagspanningscircuit met drukknop.
Afmetingen
Totale lengte......................3,1m
Benodigde bovenruimte.....6cm
Hangend gewicht...............14,5 kg
Geheugenregisters van de ontvanger
Computercode...................12
Codeschakelaar.................1
Toetsenbord ......................1
8-NL
RESERVEONDERDELEN
2625
ACCESSOIRES
9000-27 9000-433
(1) Modellen 750E 4330E Enkelvoudige afstandsbediening
(2) Model 751E Enkelvoudige afstandsbediening
met codeschakelaars
(3) Modellen 752E 4332E 2-kanaals afstandsbediening
(met 1 codeschakelaar)
(4) Model 4333E 3-kanaals afstandsbediening
(5) Model 754E 4-kanaals afstandsbediening
(met 1 codeschakelaar)
(6) Model 4335E Mini-afstandbediening met
3 functies
(7) Modellen 727E 747E Draadloos invoertoetsenbord
zonder sleutel
(8) Model 58LM...............................Multifunctioneel bedieningspaneel
(9) Model 75LM...............................Verlichte deurbedieningsknop
(10) Model 760E...............................Sleutelschakelaar buiten
(11) Model 1702E.............................Ontkoppelingsslot
(12) Model 770E...............................Het Beveiligingssysteem
(13) Model 1703E.............................Deuram -
The Chamberlain Arm™
(14) Model FLA230...........................Knipperlicht-set
(15) Model 16200LM ........................Deur-in-deurschakelaar
(16) Model MDL100LM.....................Mechanisch deurslot
(17) Model EQL01............................Snelontkoppeling deurkruk
(18) Model 100027 ...........................Sleutelschakellar, 1 functie
(inbouw montage - 100010)
Model 100041 ...........................Sleutelschakellar, 2 functie
(inbouw montage - 100034)
BEDRADINGSINSTRUCTIES VOOR ACCESSOIRES
24
Verlichte drukknop
Naar openercontacten:
Rood-1 en Wit-2
Sleutelschakelaar buiten:
Naar openercontacten:
Rood-1 en Wit-2
Beveiligingssysteem:
Naar openercontacten:
Wit-2 en Zwart 3
Bedieningspaneel:
Naar openercontacten:
Rood-1 en Wit-2
Verklaring van overeenstemming
De automatische garagedeuropenermodellen...................................................... Pro9000
zijn in overeenstemming met de
toepasselijke paragrafen van de normen ........................................EN55014, EN61000-3,
ETS 300 683, en
EN60335-1
krachtens de voorwaarden en alle amendementen
van de EU-richtlijnen .................................................1999/5/EC, 73/23/EEC, 89/336/EEC
Verklaring van opname
De automatische garagedeuropenermodellen Pro9000, wanneer volgens alle
aanwijzingen van de fabrikant geïnstalleerd en onderhouden in combinatie met een
garagedeur, die ook volgens alle aanwijzingen van de fabrikant is geïnstalleerd en
onderhouden, voldoen aan de voorwaarden van EU-richtlijn 89/392/EEG en alle
amendementen.
Ik, ondergetekende, verklaar hierbij dat de hierboven gespecificeerde
uitrusting en alle in de handleiding vermelde toebehoren
voldoet aan de bovenstaande richtlijnen en normen.
Chamberlain GmbH
D-66793 Saarwellingen
May 2000
Colin B. Willmott
Hoofdingenieur
Abbildungen Garagentoröffner Modell PRO9000
Figures Modèle PRO9000 de ouvre-porte de garage
Illustrations Garage Door Operator Model PRO9000
Illustration Model PRO9000 Garageportsåbner
Ilustraciones Abridor de la puerta de garage,
Modelo PRO9000
™¯‹Ì·Ù· M˯·ÓÈÛÌfi˜ AÓÔ›ÁÌ·ÙÔ˜ °Î·Ú·˙fiÔÚÙ·˜,
MÔÓÙ¤ÏÔ PRO9000
Illustrazioni Apriporta per garage Modello PRO9000
Illustrasjon Garasjeportåpner, Modell PRO9000
Afbeeldingen Model PRO9000 Garagedeuropener
Figuras Operador automático de porta,
Modelo PRO9000
Bild. Garageportöppnare Modell PRO9000
Kuvat Autotallin oven avaaja, Malli PRO9000
GB
GR
DK
E
I
N
SF
P
S
NL
B
D
A
CH
F
CH
B

Documenttranscriptie

TM D Anleitungen – Garagentoröffner Modell PRO9000 F Instructions – Modèle PRO9000 de ouvre-porte de garage GB Instructions – Garage Door Operator Model PRO9000 DK Instruktioner – Model PRO9000 Garageportsåbner E Instrucciones – Abridor de la puerta de garage, Modelo PRO9000 GR O‰ËÁ›Â˜ – M˯·ÓÈÛÌfi˜ AÓÔ›ÁÌ·ÙÔ˜ °Î·Ú·˙fiÔÚÙ·˜, MÔÓÙ¤ÏÔ PRO9000 I Istruzioni – Apriporta per garage Modello PRO9000 N Instruksjoner – Garasjeportåpner, Modell PRO9000 NL Instrukties – Model PRO9000 Garagedeuropener P Instruções – Operador automático de porta – Modelo PRO9000 S Instruktioner – Garageportöppnare Modell PRO9000 SF Ohjeet BAUARTGEPRÜFT – Autotallin oven avaaja, Malli PRO9000 LEES EERST DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Deze waarschuwingstekens betekenen Opgepast! en staan voor voorschriften betreffende persoonlijke veiligheid of materiële schade. Lees deze voorschriften aandachtig. Deze garagedeuropener is ontworpen en getest om veilig te functioneren mits hij geïnstalleerd en bediend wordt met strikte inachtneming van onderstaande veiligheidsvoorschriften. Het niet opvolgen van onderstaande instructies kan ernstig lichamelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. Opgepast! Als uw garage geen aparte toegangsdeur heeft, dient u een Model 1702E Ontkoppelingsslot te installeren. Hiermee kunt u, in geval van stroomstoringen, de garagedeur van buitenaf met de hand bedienen. Draag geen ringen, horloge of losse kleding tijdens de installatie of het onderhoud van de garagedeuropener. Verwijder alle aan de garagedeur bevestigde touwen voordat u de garagedeuropener installeert, om ernstig lichamelijk letsel door verstrikt raken te voorkomen. Installatie en bedrading moeten overeenkomen met de plaatselijk geldende bouw- en elektriciteitsvoorschriften. Sluit het netsnoer uitsluitend aan op een naar behoren geaard stopcontact. Lichtgewicht deuren van fiberglas, aluminium of staal moeten flink verstevigd worden om schade te voorkomen. (Zie pagina 4.) De beste oplossing is uw garagedeurfabrikant te vragen om een speciale deurverstevigingsset voor de installatie van een deuropener. De test van het veiligheidssysteem is zeer belangrijk. Bij contact met een 50mm hoog obstakel op de grond MOET de beweging van uw deur van richting veranderen. Het niet goed afstellen van de opener kan ernstig lichamelijk letsel door een sluitende garagedeur tot gevolg hebben. Herhaal de test eens in de maand en stel de opener zonodig bij. Dit apparaat mag niet in een vochtige of natte ruimte geïnstalleerd worden. De deur mag tijdens bedrijf niet over een openbaar pad uitsteken. INHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN: pagina 1 DEURTYPEN: pagina 1 – afbeelding 1 BENODIGD GEREEDSCHAP: afbeelding 2 BIJGELEVERDE IJZERWAREN: pagina 1 – afbeelding 3 VOORDAT U BEGINT: pagina 2 VOLTOOIDE INSTALLATIE: pagina 2 – afbeelding 4 HET MONTEREN: pagina 2 – afbeeldingen 5 – 7 DEURTYPEN De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van de deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15 kg). Als de sluitkracht op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 150N, dan moet het Protector System geïnstalleerd worden. Gebruik de krachtafstelling niet om eventueel klemmen van de garagedeur te compenseren. Een te grote kracht belemmert de goede werking van het Veiligheidssysteem en kan schade aan de garagedeur veroorzaken. Bevestig de waarschuwingssticker naast de verlichte bedieningsknop ter herinnering aan de veiligheidsvoorschriften. Stel alle bestaande sloten van de garagedeur buiten werking om schade aan de deur te voorkomen. Installeer de verlichte bedieningsknop (en eventuele extra bedieningsknoppen) op een plaats vanwaar de garagedeur zichtbaar is en buiten bereik van kinderen. Laat kinderen niet aan de bedieningsknop(pen) of afstandsbediening(en) komen. Verkeerd gebruik van de opener kan ernstig lichamelijk letstel tot gevolg hebben. Stel de opener uitsluitend in werking als de garagedeur volledig in het zicht is, vrij van obstakels en als de opener goed is afgesteld. Niemand mag de garage in- of uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen niet in de buurt van de deur spelen. Gebruik de noodontkoppeling uitsluitend om de slede los te koppelen en, zo mogelijk, alleen als de deur gesloten is. Gebruik de rode handgreep nooit om de deur open of dicht te trekken. Schakel de electriciteit naar de garagedeur-opener uit voordat u reparaties uitvoert of beschermingen verwijdert. HET INSTALLEREN: pagina's 2-4 – afbeeldingen 8 – 17 HET PROGRAMMEREN VAN DE CODE: pagina 4 – afbeelding 18 HET AFSTELLEN: pagina's 4-5 – afbeeldingen 19 – 21 HET INSTALLEREN VAN HET BEVEILIGINGSYSTEEM: (optioneel): pagina 5 – afbeelding 22 HET BEDIENEN VAN DE DEUROPENER: pagina 5 1 A. Kanteldeur met alleen een horizontale geleiderail. B. Kanteldeur met verticale en horizontale geleiderail: Speciale deurarm (F, The Chamberlain Arm™) vereist. Raadpleeg uw leverancier. C. Sektionale deur: Zie 17 B – koppel de deurarm. D. Dubbele deuren: Speciale deurarm vereist. Raadpleeg uw leverancier. E. Overhead-deur: Speciale deurarm (F, The Chamberlain Arm™) vereist. Raadpleeg uw leverancier. HET ONDERHOUD VAN DE DEUROPENER: pagina 6 CONTROLE VAN DE DEUROPENER: pagina 6 PROBLEMEN OPLOSSEN: pagina's 6-7 SPECIALE FEATURES VAN DE PRO9000: pagina 7 – afbeelding 23 ACCESSOIRES: pagina 8 – afbeelding 24 TECHNISCHE GEGEVENS: pagina 8 RESERVEONDERDELEN: afbeeldingen 25 – 26 BIJGELEVERDE IJZERWAREN IJzerwaren voor montage: (1) Zeskantbouten (4) (2) Moeren (4) (3) Koppeling IJzerwaren voor installatie: (4) Slotbouten (2) (5) Houtschroeven (4) (6) Schroeven (2) (7) Sluitpennen (3) 3 (8) Zeskantbouten (4) (9) Koord (10) Handgreep (11) Geïsoleerde krammetjes (12) Muurankers (2) (13) Veerringen (6) (14) Moeren (6) (15) Klemringen (3) (16) 8mm Muurankers (4) (17) Plaatschroeven (2) 1-NL Zorg dat de garagedeur goed uitgebalanceerd is. Klemmende deuren moeten gerepareerd worden. Garagedeuren, deurveren, kabels, katrollen, steunen en de bijbehorende ijzerwaren staan onder enorme kracht en kunnen ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Probeer niet deze onderdelen zelf los te maken, te verplaatsen of bij te stellen. Laat dit door een garagedeurspecialist doen. HET INSTALLEREN 8 VOORDAT U BEGINT: — 17 1. Inspecteer de muur of het plafond boven de garagedeur. De kopsteun moet stevig op de constructie bevestigd worden. 3. Afhankelijk van uw deurconstructie, is misschien een speciale deurarm vereist. Raadpleeg uw leverancier. 4. Als u behalve de garagedeur geen aparte toegangsdeur tot de garage heeft, is een Model 1702E ontkoppelingsslot vereist. VOLTOOIDE INSTALLATIE – 4 Naarmate u vordert met de in deze handleiding beschreven montage-, installatie- en afstellingsprocedures is het misschien nuttig om deze afbeelding van een voltooide installatie bij de hand te hebben. (1) Railsteunen (2) Slede (8) Noodontkoppeling: koord & handgreep (3) Rail (9) Gebogen gedeelte deurarm (4) Hangijzer (10) Recht gedeelte deurarm (5) Snoer (11) Deursteun en plaat (6) Opener (12) Loskoppelingshendel slede (7) Lamplens HET MONTEREN 5 — 7 N.B. Als u een gesplitste rail heeft, volgt u de aanwijzingen op het railpakket. BEVESTIG DE RAIL AAN DE OPENER – 5 N.B.: Om te helpen bij het monteren en installeren, zet u de schuimverpakking (1) rond de opener terug. Verwijder dit wanneer u de opener in stap 12 ophangt. Leg de railstukken (2) op een vlakke ondergrond op één lijn met de opener (3). Schuif de koppeling (4) over het tandwiel van de rail (5). Schuif de rail door de openersteun (6) tot de koppeling stevig over het tandwiel van de opener (7) past. Zet de twee schroefgaten in de rail over de gaten in de openersteun. Steek twee zeskantschroeven (8) en borgmoeren (9) door de gaten. Draai stevig vast. INSTALLEER DE SLEDE – 6 Schuif de slede (1) over en langs de onderkant van de rail totdat deze stevig met een klik op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat u hem in de juiste richting installeert: de ontkoppelingsarm van de slede moet horizontaal zijn (vergrendelde stand) met de pijl weg van de opener wijzend. BEVESTIG DE RAILSTEUNEN – 7 Zet de railsteunen (1) op één lijn met het uiteinde van de railconstructie. Steek twee zeskantschroeven (2) en borgmoeren (3) door de gaten. Draai stevig vast. HIERMEE IS DE MONTAGE VAN UW DEUROPENER VOLTOOID. Draag, als u boven uw hoofd werkt, een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen. Stel alle bestaande sloten buiten werking om schade aan de garagedeur te voorkomen. Verwijder alle aan de garagedeur bevestigde touwen voordat u de garagedeuropener installeert, om ernstig lichamelijk letsel door verstrikt raken te voorkomen. De installatie van dit produkt moet overeenkomen met de normen ZH1/494, VDE 0700 Part 238 en VDE 0700 Part 1. Wij raden aan de deuropener minstens 2,1m boven de vloer te installeren of hoger, als de ruimte dit toelaat. PLAATS DE KOPSTEUN – 8 De kopsteun moet stevig aan de garageconstructie bevestigd worden. Versterk de muur of het plafond zonodig met een 40mm dikke plank. Het niet opvolgen van de instructies kan ondeugdelijke werking van het veiligheidssysteem tot gevolg hebben. U kunt de kopsteun op de muur (1) boven de deur of aan het plafond (3) bevestigen. Volg de instructies die het beste aan uw specifieke vereisten voldoen. Teken, terwijl de deur gesloten is, de verticale middellijn (2) van de garagedeur af. Trek deze lijn door tot op de muur boven de deur. Open de deur tot in de hoogste stand. Trek een horizontale snijlijn op de muur op 75mm boven het hoogste punt van de deur zodat de bovenkant van de deur voldoende doorgangsruimte heeft. INSTALLEER DE KOPSTEUN – 9 A. Bevestiging op de muur: Centreer de steun (2) op de verticale lijn (1) met de onderkant van de steun op de horizontale lijn (6) (met de pijl naar het plafond gericht). Teken één van de twee paar bevestigingsgaten af (4 of 5). Gebruik niet de voor bevestiging aan het plafond bestemde gaten. Boor voorboorgaten van 4,5 mm en maak de beugel met houtschroeven (3) vast. B. Bevestiging aan het plafond: Trek de verticale lijn (1) door tot op het plafond. Centreer de steun (2) op het verticale merkteken, niet meer dan 150mm van de muur. Let op dat de pijl naar de muur wijst. Teken de alleen voor bevestiging aan het plafond bestemde gaten (4) af. Boor voorboorgaten van 4,5 mm en maak de beugel met houtschroeven (3) vast. Voor het monteren aan een betonnen plafond de meegeleverde betonankers gebruiken (7). BEVESTIG RAIL AAN KOPSTEUN – 10 Leg de opener op de garagevloer onder de kopsteun. Leg er verpakkingsmateriaal op om de ommanteling niet te beschadigen. N.B. Om te zorgen dat de rail bij een roldeur tegen de veren aankomt, kan het nodig zijn de opener op een tijdelijke ondersteuning te plaatsen. De opener moet of op een ondersteuning vastgemaakt worden, of stevig door een andere persoon op zijn plaats gehouden worden. Til de rail op totdat de railsteunen en de kopsteun bij elkaar komen. Bevestig aan elkaar met een sluitpin (1). Plaats een klemring (2) om vast te maken. BRENG DE OPENER OP ZIJN PLAATS – 11 N.B. Een 25mm dikke lat (1) is handig om de ideale afstand tussen de deur en de T-rail te bepalen (tenzij er niet genoeg bovenruimte is). Breng de opener omhoog en laat hem op een trapleer rusten. Open de garagedeur. Plaats een 25mm dikke lat (1) plat op de bovenkant van de deur vlakbij de middellijn, zoals afgebeeld. Laat de rail op de plak rusten. Als de opengaande deur tegen de slede aanstoot, trek dan aan de ontkoppelingshandgreep om het binnen en buitengedeelte los te koppelen. De slede kan in ontkoppelde toestand gelaten worden totdat de verbinding tussen de deurarm en de slede tot stand gebracht is. 2-NL 2. Heeft u een afgewerkt plafond in uw garage? Zo ja, dan zijn misschien een steunbeugel en extra ijzerwaren nodig (niet bijgeleverd). HANG DE OPENER OP – 12 De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd worden. Bevestig de hangsteunen zoals getoond naar de voorkant van de opener. Verwijder de schuimverpakking. Controleer dat de rail boven de deur gecentreerd is. Er zijn drie representieve installaties afgebeeld. De uwe kan echter nog anders zijn. De hangijzers (2) moeten onder een hoek bevestigd worden (Afbeelding A) om voor een stevige bevestiging te zorgen. Bevestig bij afgewerkte plafonds (Afbeelding B) een stevige metalen steun (niet bijgeleverd) (5) op de garageconstructie voordat u de opener installeert. Voor het monteren aan een betonnen plafond (Afbeelding C) de meegeleverde betonankers gebruiken (6). Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de draagconstructie (of plafond). Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk hangijzer één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt met de bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van de gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie (of plafond). Bevestig de platte uiteinden van de beugels met houtschroeven (3) aan de steunen. Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met bouten, veerringen en moeren (4). Controleer of de rail precies midden boven de deur zit. VERWIJDER de 25mm dikke lat. Doe de deur met de hand open en dicht. Als de deur tegen de rail stoot, moet u de kopsteun hoger bevestigen. INSTALLEER DE VERLICHTE BEDIENINGSKNOP – (VERVOLG) 14 Schroef de verlichte bedieningsknop op een binnenmuur van de garage met de bijgeleverde plaatschroeven (3). Boor 4mm gaten en gebruik muurankers (6) als u hem op gipsplaat bevestigt. Een goede plaats is naast de aparte toegangsdeur en buiten bereik van kinderen. Leid de draad langs de muur omhoog en over het plafond naar de garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde krammetjes (5) om de draad vast te maken. Haal de draad door de opening aan de onderkant van de kap van de aandrijfas (7) en vervolgens door het gat in de bovenkant van de stroomkop (8). Verwijder de deur van de bedieningskast (9) op het zijpaneel om toegang te krijgen tot de schroefcontacten van de ontvanger (10). Verbind de draad als volgt aan de schroeven: wit/rood aan 1 en wit aan 2. Zorg ervoor dat de antennedraad (11) helemaal langs het plafond is uitgestrekt, tenminste 60 cm van de bestaande bedrading vandaan. BEDIENING VAN DE VERLICHTE BEDIENINGSKNOP Druk op de knop om de deur te openen of te sluiten. Druk nogmaals op de knop om de beweging van de deur tijdens het sluiten om te keren of om de deur tijdens het openen te stoppen. BEVESTIG HET NOODONTKOPPELINGSKOORD MET HANDGREEP – 13 Trek het andere eind van het koord door het gat in de ontkoppelingsarm van de slede (4). Pas de lengte van het koord zo aan dat de handgreep 1,8m boven de vloer hangt. Zet het vast met een overhandse knoop. N.B. Als u een stuk van het koord moet afknippen, smelt het afgeknipte eind dan met een lucifer of een aansteker om rafelen te voorkomen. SLUIT DE ELECTRICITEIT AAN OM INSTALLATIEPROBLEMEN TE VOORKOMEN MAG U DE GARAGEDEUROPENER PAS LATEN FUNCTIONEREN ALS DE INSTRUCTIES HIERTOE OPDRACHT GEVEN. Sluit de opener aan op een goed GEAARD net (en volgens de plaatselijk geldende normen). Sluit de deuropener alleen aan op een stopcontact dat bediend wordt door een tweepolige schakelaar. INSTALLEER DE VERLICHTE BEDIENINGSKNOP – 14 Installeer de bedieningsknop(pen) op een plaats vanwaar de garagedeur zichtbaar is, verwijderd van de deur en de elementen van de deurconstructie en buiten bereik van kinderen. Verkeerd gebruik van de opener kan ernstig lichamelijk letsel door een bewegende garagedeur tot gevolg hebben. Laat kinderen niet aan de verlichte bedieningsknop of de afstandsbediening komen. Bevestig de waarschuwingssticker op de muur naast de verlichte bedieningsknop ter herinnering aan de veiligheidsvoorschriften. Er zitten 2 schroefcontacten (1) op de achterkant van de verlichte bedieningsknop (2). Strip ongeveer 6mm van de isolatie van de beldraad (4) af. Scheid de aders voldoende om de wit/rode draad aan schroefcontact 1 te bevestigen en de witte draad aan schroefcontact 2. INSTALLEER DE LAMPEN EN DE LENS – 15 Installeer een lamp van maximaal 40 watt in elke fitting (1). Als de elektriciteit ingeschakeld wordt gaat de lampen aan en blijft 4-1/2 minuut branden. Na 4-1/2 minuut gaat de lamp uit. Vervang doorgebrande lampen met lampen die geschikt zijn voor ruw gebruik. Steek de onderste lenstabs (2) in de onderste sleuven (3) op het chassis en duw in de richting van het chassis om de bovenste lenstabs (4) in de bovenste sleuven te klikken (5). Laat de lens voorzichtig op zijn plaats vallen. Om te verwijderen, tilt u de lens op en duwt hem zachtjes enigszins naar buiten en naar beneden en trekt hem vervolgens omhoog om de lampen vrij te maken. Wees voorzichtig dat u de onderste lenstabs niet afbreekt. BEVESTIG DEURSTEUN- EN PLAAT – 16 Als u een overhead-deur heeft of een deur met twee geleiderails (die binnen de gevel draait), heeft u een ombouwkit voor de deurarm nodig. Volg de bij de vervangende deurarm bijgesloten installatievoorschriften. Wees voorzichtig bij het verwijderen en monteren van de ombouwkit. Houd uw vingers uit de buurt van de schuivende delen. N.B.: Er is horizontale en verticale versterking nodig voor lichtgewicht garagedeuren. Procedure voor het installeren bij sektionale deuren en kantel deuren uit èèn stuk: De deurbeugel (1) heeft linker en rechter bevestigingsgaten. Ze tde beugel en plaat (2) in elkaar en installeer deze als er voor uw installatie bevestigingsgaten boven en onder nodig zijn. 1. Centreer de steun (met of zonder plaat, zoals nodig is) zoals getoond bovenaan de binnenkant van de deur. Markeer de gaten. 2. A. Houten deuren Boor 8mm gaten en schroef de deursteun vast met moeren, veerringen, en slotbouten (3). B. Deuren van bladmetaal Bevestig met plaatschroeven (4). C. Deur uit één stuk optioneel Bevestig met plaatschroeven (4). 3-NL Trek het ene eind van het koord (1) door het gat boven in de rode handgreep zodat het woord "NOTICE" in de juiste stand staat, zie afbeelding (3). Zet het vast met een overhandse knoop (2). De knoop moet minstens 25mm van het uiteinde van het koord zitten zodat hij er niet uit kan glijden. KOPPEL DE DEURARM AAN DE SLEDE – 17 HET AFSTELLEN 19 — 21 Installatie bij gelede deuren: Merk de configuratie van de deurarm in Afbeelding B op. Installatie bij deuren uit één stuk: Procedure Afbeelding A STEL DE EINDSTANDEN AF – Zet het rechte (1) en gebogen stuk van de deurarm (2) zo aan elkaar dat u de grootst mogelijke lengte krijgt met IJzerwaren (3, 4 en 5). Bevestig, terwijl de deur gesloten is, het rechte stuk van de deurarm aan de deursteun met behulp van een sluitpin (6). Blokkeer de pin met een klemring (7). Stel de eindstanden af voordat u de deurarm aan de slede koppelt. De stelschroeven voor de eindstanden zitten op het zijpaneel. Het afstellen van de geopende deur: Het verkleinen van de eindstand omhoog. Draai de stelschroef voor de eindstand omhoog 5-1/2 slag naar links. Druk op de verlichte bedieningsknop. De slede gaat nu naar de volledig geopende stand (8). Zet de deur met de hand in de open stand (parallel aan de vloer) en til de deurarm (9) op tot de slede. De arm moet de slede precies achter het koppelgat voor de deurarm raken (10), zoals afgebeeld op de tekening met de doorlopende lijnen. Vergroot zonodig de eindstand. Een volle slag komt overeen met 5cm slaglengte. 19 Er bevinden zich eindstanden op het zijpaneel naast de bedieningskast. Laat de opener een complete bewegingscyclus uitvoeren. De eindstanden hoeven niet bijgesteld te worden als de deur volledig opent en sluit en niet ongewild weer open gaat als hij de volledig gesloten stand bereikt heeft. Hieronder worden de situaties genoemd die bijstellen van de eindstanden vereisen. Laat de opener na elke bijstelling een complete bewegingscyclus uitvoeren. Opgelet! Door de herhaalde inwerkingstelling van de opener tijdens het afstellen van de eindstanden kan de motor warmlopen en blokkeren. Laat de motor, als de opener 5 keer achter elkaar gewerkt heeft, 15 minuuten afkoelen. Lees onderstaande instructies aandachtig door voordat u overgaat tot het Bijstellen van de kracht. Gebruik een schroevedraaier om de eindstanden bij te stellen. Het afstellen van de gesloten deur: Het verkleinen van de eindstand omlaag. Draai de stelschroef voor de einstand omlaag 5 volle slagen naar rechts. Als de deur niet volledig opengaat, maar wel minstens 1,5m: Vergroot de opgaande slag. Draai de stelschroef eindstand Omhoog (1) naar rechts. Eén slag van de schroef komt overeen met 5cm slaglengte. Druk op de verlichte bedieningsknop. De slede gaat nu naar de volledig gesloten stand (11). Als de deur niet minstens 1,5m omhoog gaat: stel de opgaande kracht (open) af. Raadpleeg Afstellen van de kracht. Sluit de deur met de hand en til de deurarm (12) omhoog naar de slede. De arm moet de slede vlak voor het koppelgat voor de deurarm raken (13), zoals afgebeeld op de tekening met de stippellijnen. Verklein zonodig de eindstand omlaag. Een volle slag komt overeen met 5cm slaglengte. Als de deur niet helemaal dicht gaat: Vergroot de omlaagbeweging. Draai de afstelschroef van de omlaagbegrenzer (2) tegen de klok in. Een slag is gelijk aan 5 cm beweging. Als de deur nog steeds niet helemaal dicht gaat, maakt u de deurarm langer. Als hij daarna nog niet helemaal dicht gaat, plaatst u de kopsteun lager. Koppel de deurarm aan de slede: Bevestig, terwijl de deur gesloten is, het gebogen gedeelte van de deurarm aan de slede met behulp van de overblijvende sluitpin. Blokkeer de pin met de klemring. Opgelet! Til de deur zonodig enigszins op om de verbinding tot stand te kunnen brengen. Laat de opener een volledige bewegingscyclus uitvoeren. Als de deur in volledig geopende stand enigszins naar achteren hangt, verklein dan de eindstand omhoog tot de deur parallel met de vloer staat. Als de deur vanuit de volledig gesloten stand vanzelf weer omhoog gaat: verkort dan de neergaande slag. Draai de stelschroef eindstand Omlaag (2) naar rechts. Eén slag van de schroef komt overeen met 5cm slaglengte. Als de deur tijdens het sluiten vanzelf weer omhoog gaat zonder dat zijn beweging belemmerd wordt: controleer dan of de deur klemt. Trek aan de noodontkoppelingshandgreep. Doe de deur met de hand open en dicht. Als de deur klemt, laat er dan een specialist naar kijken. Als de deur niet klemt en ook niet slecht uitgebalanceerd is, stel dan de neergaande (sluit) kracht bij. PROGRAMMEER UW OPENER EN AFSTANDSBEDIENING – 18 De afstandsbediening en de ontvanger van uw garagedeuropener zijn op dezelfde code afgesteld. Als u extra afstandsbedieningen koopt, moet de garagedeuropener geprogrammeerd worden met de nieuwe afstandsbedieningscode. Stel de ontvanger in op dezelfde code als de afstandsbediening 1. Laat de knop op de afstandsbediening los (1) in en houd deze ingedrukt. 2. Druk kort op de “Smart”-knop (2) in de bedieningskast op het openerpaneel. Het licht van de opener knippert één keer. 3. De knop op de afstandsbediening loslaten. De opener funktioneert nu als op de knop van de afstandsbediening gedrukt wordt. Als u de drukknop van de afstandsbediening loslaat voordat het lampje op de opener knippert, accepteert de opener de code niet. Zo wist u alle afstandsbedieningscodes • Druk op de "Intelligente" knop op het paneel van de opener en houd deze ingedrukt tot het indicatorlampje uitgaat (ongeveer 6 seconden). Alle door de opener geregistreerde codes worden gewist. • Herhaal Stappen 1 – 3 voor alle in gebruik zijnde afstandsbedieningen om ze opnieuw te programmeren. 4-NL Stel de opener alleen in werking wanneer de deur volledig in het zicht is, vrij van obstakels en goed afgesteld. Niemand mag de garage in- of uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen niet aan de bedieningsknop(pen) of afstandsbediening(en) komen. Laat kinderen niet in de buurt van de deur spelen. AFSTELLEN VAN DE KRACHT – 20 De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van de deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15 kg). Als de sluitkracht op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 150N, dan moet het Protector System geïnstalleerd worden. Gebruik het bijstellen van de kracht niet om het klemmen van de garagedeur te compenseren. Excessieve kracht beïnvloedt de deugdelijke werking van het veiligheidssysteem en kan schade aan de deur veroorzaken. INSTALLATIE VAN HET BEVEILIGINGSSYSTEEM – 22 (ZIE BIJ ACCESSOIRES) De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van de deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15 kg). Als de sluitkracht op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 150N, dan moet het Protector System geïnstalleerd worden. Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het Beveiligingssysteem geïnstalleerd worden. De installatie-instructies vindt u in de verpakking van dit apparaat. Krachtafstelregelaars (1 en 2) bevinden zich in de bedieningskast op het openerpaneel. Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen het beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur. Als de kracht te zwak is afgesteld, kan de beweging van de deur onderbroken worden door ongewild weer omhooggaan tijdens de neergaande beweging of door ongewenst stoppen tijdens de opgaande beweging. Weersomstandigheden kunnen van invloed zijn op de beweging van de deur, daarom kan het nodig zijn de kracht af en toe bij te stellen. Het systeem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt ten zeerste aanbevolen voor huiseigenaren met kleine kinderen. De kracht kan maximaal over een gebied van 260 graden worden bijgesteld, dat is ongeveer 3/4 van een hele slag. Forceer de stelschroeven niet voorbij dat punt. Draai de stelschroeven voor het afstellen van de kracht met een schroevedraaier. Test de neergaande (sluit) kracht: grijp de deurhandgreep of de onderkant van de deur als deze halverwege de neergaande (sluit) slag is. De deur moet nu vanzelf weer omhoog gaan. (Omkering halverwege het naar beneden gaan garandeert niet dat omkering op een obstructie van 50 mm zal plaatsvinden.) Als het moeite kost de deur tegen te houden, of als hij niet weer omhoog gaat, verminder dan de neergaande (sluit) kracht door de stelschroef (2) naar links te draaien. Stel met kleine beetjes bij totdat de deur normaal omkeert. Laat de opener na elke bijstelling een complete bewegingscyclus uitvoeren. Als de deur niet minstens 1,5m opent: vergroot de opgaande (openings) kracht door de stelschroef (1) naar rechts te draaien. Stel met kleine beetjes bij totdat de deur helemaal open gaat. Stel zonodig de eindstand Omhoog bij. Laat de opener na elke bijstelling een volledige bewegingscyclus uitvoeren. Als de deur tijdens de neergaande (sluit) cyclus weer omhoog gaat: vergroot de neergaande (sluit) kracht door de stelschroef (2) naar rechts te draaien. Stel met kleine beetjes bij totdat de deur de sluitingscyclus voltooit. Laat de opener, na elke bijstelling een volledige bewegingscyclus uitvoeren. Vermeerder de kracht niet voorbij de minimum voor het sluiten van de deur benodigde hoeveelheid. DE BEDIENING VAN UW OPENER Uw opener kan met elk van onderstaande apparaten bediend worden: • De verlichte bedieningsknop. Houd de bedieningsknop ingedrukt totdat de deur in beweging komt. • De sleutelschakelaar buiten of het sleutelloos bedieningssysteem (als u één van deze accessoires heeft geïnstalleerd). • De afstandsbediening. Houd de knop ingedrukt totdat de deur in beweging komt. Het met de hand openen van de deur: De deur moet zo mogelijk helemaal gesloten zijn. Door slappe of gebroken veren zou de deur te snel kunnen sluiten, hetgeen materiële schade of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. De deur kan met de hand worden geopend door de ontkoppelingshandgreep recht naar beneden te trekken (zodat de sledeontkoppelingsarm in een verticale stand klikt). Om de deur weer aan te sluiten, trekt u de ontkoppelingshandgreep met een hoek van 45˚ naar de opener toe zodat de sledeontkoppelingsarm horizontaal is. Zie afbeelding 13. Gebruik de noodontkoppelingshandgreep nooit om de deur open of dicht te trekken. Als de opener bediend wordt met de bedieningsknop of de afstandsbediening: 1. Als de deur open is, gaat hij dicht. Als de deur gesloten is, gaat hij open. TEST HET VEILIGHEIDSSYSTEEM – 21 Het is belangrijk het veiligheidssysteem te testen. De garagedeur moet bij contact met een 50mm hoog obstakel op de vloer vanzelf weer omhoog gaan. Het niet goed afstellen van de opener kan ernstig lichamelijk letsel door een sluitende garagedeur tot gevolg hebben. Herhaal de test eens in de maand en stel de opener zonodig bij. Werkwijze: Leg een 50mm hoog obstakel (1) op de vloer onder de garagedeur. Stel de deur in werking in Neergaande richting. De deur moet bij contact met het obstakel weer omhoog gaan. Als de deur bij contact met het obstakel stopt, gaat hij niet ver genoeg omlaag. Verleng de eindstand omlaag door de stelschroef eindstand omlaag 1/4 slag naar links te draaien. Herhaal de test. Als de deur bij contact met het 50mm hoge obstakel weer omhoog gaat, verwijdert u het obstakel en laat de opener een complete bewegingscyclus uitvoeren. De deur mag niet vanzelf weer omhoog gaan vanuit de gesloten stand. Als dit wel het geval is, stel dan de Eindstanden en Kracht bij en test het veiligheidssysteem opnieuw. 3. Een opengaande deur stopt (om een doorgang open te laten voor huisdieren of om frisse lucht binnen te laten). 4. Als de deur in gedeeltelijk open stand gestopt was, gaat hij verder dicht. 5. Als de deur tijdens het sluiten op een obstakel stuit, gaat hij weer open. 6. Als de deur tijdens het openen op een obstakel stuit, stopt hij. 7. Het optionele Beveiligingssysteem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt TEN ZEERSTE AANBEVOLEN voor huiseigenaren met kleine kinderen. Laat de opener als deze 5 keer achter elkaar gewerkt heeft 15 minuuten afkoelen. Het licht van de opener gaat aan: 1. als de stroom naar de opener ingeschakeld wordt; 2. als de stroom onderbroken wordt; 3. als de opener in werking gesteld wordt. Na 4-1/2 minuut gaat het licht automatisch uit. De sterkte van de lamp mag maximaal 40 watt bedragen. 5-NL 2. Een sluitende deur gaat weer open. HET ONDERHOUD VAN DE DEUROPENER PROBLEMEN OPLOSSEN Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met een minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd te worden. 1. Opener werkt niet, noch met de verlichte bedieningsknop, noch met de afstandsbediening: Het afstellen van de kracht en de eindstanden: Deze moeten tijdens de installatie van de opener goed afgesteld en gecontroleerd worden. Hiervoor is alleen een schroevedraaier nodig. Weersomstandigheden kunnen lichte veranderingen in de werking van de deur teweegbrengen waardoor bijstelling nodig is, vooral in het eerste jaar dat de opener in gebruik is. Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden op pagina’s 4-5. Volg deze instructies zorgvuldig op en herhaal de veiligheidstest na elke bijstelling. Afstandsbediening: De draagbare afstandsbediening kan met de bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra afstandsbedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor de andere auto’s die de garage gebruiken. Zie het gedeelte Accessoires. De ontvanger moet geprogrammeerd worden om met elke nieuwe afstandbediening te werken. Batterij van de afstandsbediening: De lithiumbatterijen horen tot 5 jaar lang energie te produceren. Als het licht zwak wordt of niet aangaat, moet de batterij vervangen worden. Als het zendbereik van de afstandsbediening kleiner wordt, controleer dan het batterijcontrolelampje. Zo vervangt u de batterij: Om de batterijen te vervangen, gebruikt u de klepbeugel of het blad van een schroevendraaier om de kast zoals getoond. Leg in de batterijen met de pluspool naar boven. Om de deksel terug te zetten, klikt u deze aan beide kanten vast. Gooi de oude batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte batterijen naar een speciaal inzamelingspunt. • Staat er stroom op de opener? Sluit een lamp aan op het stopcontact. Als hij niet aangaat, controleer dan de zekeringskast of de stroomonderbreker. (Bij sommige stopcontacten wordt de stroomtoevoer door een muurschakelaar geregeld.) • Heeft u alle deursloten buiten werking gesteld? Bekijk de waarschuwingen met betrekking tot de installatieaanwijzingen op pagina 1 opnieuw. • Heeft er zich ijs of sneeuw onder de deur opgehoopt? Of misschien is de deur vastgevroren. Verwijder eventuele belemmeringen. • De veer van de garagedeur kan gebroken zijn. Laat deze vervangen. • Herhaalde inwerkingstelling kan de beveiliging tegen overbelasting van de motor in werking gesteld hebben. Wacht 15 minuuten en probeer het opnieuw. 2. Opener werkt op de afstandsbediening maar niet op de verlichte bedieningsknop: • Is de bedieningsknop op de muur verlicht? Zo niet, maak de beldraad los van de contacten op de opener. Maak kortsluiting tussen de rode en witte contacten door beide contacten tegelijkertijd met een stukje draad aan te raken. Als de opener werkt, controleer dan of er een bedradingsfout is gemaakt bij de verlichte bedieningsknop of een kortsluiting bij de krammetjes. • Is de bedrading goed aangesloten? Zie pagina 4. 3. Deur werkt op de verlichte bedieningsknop maar niet op de afstandsbediening: • Controleer het batterijcontrolelampje. Vervang zonodig de batterij. • Als u twee afstandsbedieningen heeft en er werkt er maar één, neem dan de procedures voor het programmeren van de ontvanger op pagina 5 opnieuw door. Alle afstandsbedieningen moeten op dezelfde code zijn ingesteld. CONTROLE VAN DE DEUROPENER Maandelijks onderhoud: • Knippert de bedieningsknop op de muur? De ontvanger op de opener moet de code van de afstandsbediening opnieuw registreren. Volg de instructies op pagina 5. • Herhaal de veiligheidstest. Corrigeer zonodig de afstellingen. • Controleer of de deur volledig opent en sluit. Corrigeer zonodig de afstellingen van de kracht en/of eindstanden. Jaarlijks onderhoud: Smeer de deurrollers, lagers en scharnieren. De geleiderails van de deur niet invetten. De deur hoeft niet extra gesmeerd te worden. 4. Afstandsbediening heeft maar een kort bereik: • Is de batterij geïnstalleerd? Controleer het batterijcontrolelampje. Als het licht zwak brandt, moet de batterij vervangen worden. • Bewaar de afstandsbediening op een andere plaats in de auto. • Het transmissiebereik is minder bij metalen garagedeuren, deuren met een metalen isolatielaag of bij metalen wanden. • Controleer of de antenne volledig over het plafond is uitgerold. 5. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de opener knippert niet: • Wordt de deur ergens door belemmerd? Trek aan de noodontkoppelingshandgreep. Bedien de deur met de hand. Als de deur klemt of slecht uitgebalanceerd is, haal er dan een garagedeurspecialist bij. • Verwijder eventueel sneeuw of ijs van de garagevloer onder de deur. • Neem de afstelling van de kracht opnieuw door. • Als de deur vanuit de volledig gesloten stand vanzelf weer opengaat, verminder dan de eindstanden. Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest. Het is normaal dat de kracht en de eindstanden af en toe bijgesteld moeten worden. De werking van de deur kan met name door weersomstandigheden beïnvloed worden. 6-NL • Bedien de deur met de hand. Als hij niet goed uitgebalanceerd is of klemt, laat er dan een garagedeurspecialist naar kijken. PROBLEMEN OPLOSSEN (VERVOLG) 14. De motor van de opener bromt even en doet dan niets meer: 6. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de opener knippert 5 seconden na het omkeren: • De veren van de garagedeur zijn gebroken. ZIE HIERBOVEN. Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, corrigeer dan de uitlijning. 7. De opener maakt een storend lawaai dat in de woning te horen is: Als het geluid van de opener een probleem veroorzaakt doordat deze zich vlakbij de woning bevindt, kunt u een Trillingisolatieset 41A3263 installeren. Deze set is speciaal ontworpen om het "klankbord effect" te verhelpen en is eenvoudig te installeren. 8. De garagedeur gaat vanzelf open en dicht: • Als het probleem zich de eerste keer dat u de opener in werking stelt voordoet, zit de deur op slot. Stel het deurslot buiten werking. 15. Opener werkt niet wegens stroomstoring: • Trek de noodontkoppelingshandgreep recht naar beneden om de slede los te koppelen. De deur kan met de hand worden geopend en gesloten. Wanneer de stroom weer aan gaat, trekt u de noodontkoppelingshandgreep met een hoek van 45˚ naar de opener toe zodat de sledeontkoppelingsarm horizontaal is. De volgende keer dat de opener in werking gesteld wordt, wordt de slede weer vastgekoppeld. • Met het Ontkoppelingsslot 1702E kunt u de slede van buiten de garage loskoppelen in geval van stroomstoring. • Heeft u buren met een garagedeuropener die op dezelfde frequentiecode werkt? Verander uw code. • Controleer of de knop op de afstandsbediening niet in ingedrukte stand klem zit. 9. De deur stopt maar gaat niet helemaal dicht: Neem de instructies voor het afstellen van de eindstanden nogmaals door. Herhaal de veiligheidstest na elke bijstelling van de lengte van de deurarm, van de sluitkracht of van de eindstand omlaag. 10. De deur gaat open maar niet dicht: • Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, moet de uitlijning gecorrigeerd worden. • Als het lichtje op de opener niet knippert en de installatie is nieuw, controleer dan de neergaande kracht. Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest. 11. Het licht van de opener gaat niet aan: 12. Het licht van de opener blijft branden: De aarding van het stopcontact op het plafond of de muur kan defect zijn. De opener moet geaard zijn. 13. De opener forceert of heeft maximale kracht nodig om de deur in werking te stellen: Het kan zijn dat de deur uit balans is of dat de veren gebroken zijn. Sluit de deur en gebruik de noodontkoppelingshandgreep om de slede los te koppelen. Open en sluit de deur met de hand. Een goed uitgebalanceerde deur moet op elk willekeurig punt van de slag kunnen blijven staan, terwijl hij uitsluitend door zijn veren in evenwicht wordt gehouden. Is dit niet het geval, laat de deur dan bijstellen door een garagedeurspecialist. Vermeerder de kracht niet om de opener te bedienen. 23 A. Aansluiting van een deur in een deur Verwijder de deksel. Zoek het hulpcontactblok op. Verwijder de brug tussen contactdraden 1 en 2 (niet afgebeeld). Vervang deze met magnetische contactschakelaardraden zoals afgebeeld. B. Aansluiting knipperlicht Het knipperlicht kan overal worden gemonteerd. Sluit de draden van het licht aan contacten 3 en 4 van het contactblok aan. C. Coaxiale antenne-adapter Een coaxiale antenne-aansluiting kan worden gebruikt als het zendbereik te kort is. Snijd de bestaande antenne af. Gebruik standaard coaxiaalkabel en connector. Stroop het uiteinde van de isolatie tot afstand “X” af. 433 MHz: X = 250mm 27 MHz: X = 2,44m Zet de antenne terug. N.B.! Alleen bij 27 Mhz apparaten moet een gaatje in de ommanteling worden geboord om toegang te krijgen tot de aansluitbus van de coaxiaal antenne. 7-NL SPECIALE FEATURES VAN DE PRO9000 Vervang de lamp (maximaal 40 Watt). Vervang doorgebrande lampen met lampen die geschikt zijn voor ruw gebruik. 24 9000-27 9000-433 (1) Modellen 750E 4330E (2) Model 751E RESERVEONDERDELEN Enkelvoudige afstandsbediening Enkelvoudige afstandsbediening met codeschakelaars (3) Modellen 752E 4332E 2-kanaals afstandsbediening (met 1 codeschakelaar) (4) Model 4333E 3-kanaals afstandsbediening (5) Model 754E 4-kanaals afstandsbediening (met 1 codeschakelaar) (6) Model 4335E Mini-afstandbediening met 3 functies (7) Modellen 727E 747E Draadloos invoertoetsenbord zonder sleutel (8) Model 58LM...............................Multifunctioneel bedieningspaneel (9) Model 75LM...............................Verlichte deurbedieningsknop (10) Model 760E ...............................Sleutelschakelaar buiten (11) Model 1702E .............................Ontkoppelingsslot (12) Model 770E ...............................Het Beveiligingssysteem (13) Model 1703E .............................Deuram The Chamberlain Arm™ (14) Model FLA230...........................Knipperlicht-set (15) Model 16200LM ........................Deur-in-deurschakelaar (16) Model MDL100LM.....................Mechanisch deurslot (17) Model EQL01 ............................Snelontkoppeling deurkruk (18) Model 100027 ...........................Sleutelschakellar, 1 functie (inbouw montage - 100010) Model 100041 ...........................Sleutelschakellar, 2 functie (inbouw montage - 100034) BEDRADINGSINSTRUCTIES VOOR ACCESSOIRES Verlichte drukknop Naar openercontacten: Rood-1 en Wit-2 Sleutelschakelaar buiten: Naar openercontacten: Rood-1 en Wit-2 Beveiligingssysteem: Naar openercontacten: Wit-2 en Zwart 3 25 – 26 TECHNISCHE GEGEVENS Max. trekkracht ..................1000N WATT ................................600 Motor Type...................................Blijvend gescheiden condensator Snelheid.............................1500 tr/min Voeding .............................230-240 Volt wisselstroom 50 Hz Aandrijfmechanisme Reductie ............................1.27:1 Aandrijving .........................Schroef 2 leiworm. Aluminium rail. Slaglengte..........................Afstelbaar tot 2,23m Loopsnelheid .....................152mm per seconde Lamp..................................gaat aan als de deur in beweging komt, gaat uit 4-1/2 min. na stilstand. Koppeling aan deur ...........Verstelbare deurarm. Loskoppeling slede d.m.v. trekkoord. Veiligheidsvoorzieningen Handbediend .....................Door een druk op de knop wordt de neergaande beweging automatisch omgekeerd. Door een druk op de knop wordt de opgaande beweging automatisch gestopt. Elektronisch .......................Aparte stelschroeven voor op- en neergaande kracht. Elektrisch ...........................Beveiliging tegen overbelasting van de motor en laagspanningsbedrading van de bedieningsknop. Afstelling eindstanden .......met een schroevedraaier op het zijpaneel. Startcircuit..........................Laagspanningscircuit met drukknop. Afmetingen Totale lengte ......................3,1m Benodigde bovenruimte.....6cm Hangend gewicht ...............14,5 kg Geheugenregisters van de ontvanger Computercode ...................12 Codeschakelaar.................1 Toetsenbord ......................1 Bedieningspaneel: Naar openercontacten: Rood-1 en Wit-2 Verklaring van overeenstemming De automatische garagedeuropenermodellen ...................................................... Pro9000 zijn in overeenstemming met de toepasselijke paragrafen van de normen ........................................EN55014, EN61000-3, ETS 300 683, en EN60335-1 krachtens de voorwaarden en alle amendementen van de EU-richtlijnen .................................................1999/5/EC, 73/23/EEC, 89/336/EEC Verklaring van opname De automatische garagedeuropenermodellen Pro9000, wanneer volgens alle aanwijzingen van de fabrikant geïnstalleerd en onderhouden in combinatie met een garagedeur, die ook volgens alle aanwijzingen van de fabrikant is geïnstalleerd en onderhouden, voldoen aan de voorwaarden van EU-richtlijn 89/392/EEG en alle amendementen. Ik, ondergetekende, verklaar hierbij dat de hierboven gespecificeerde uitrusting en alle in de handleiding vermelde toebehoren voldoet aan de bovenstaande richtlijnen en normen. Chamberlain GmbH D-66793 Saarwellingen May 2000 114A1910L-NL Colin B. Willmott Hoofdingenieur 8-NL ACCESSOIRES CH A D Abbildungen – Garagentoröffner Modell PRO9000 CH B F Figures – Modèle PRO9000 de ouvre-porte de garage GB Illustrations – Garage Door Operator Model PRO9000 DK Illustration – Model PRO9000 Garageportsåbner E ™¯‹Ì·Ù· – M˯·ÓÈÛÌfi˜ AÓÔ›ÁÌ·ÙÔ˜ °Î·Ú·˙fiÔÚÙ·˜, MÔÓÙ¤ÏÔ PRO9000 I Illustrazioni – Apriporta per garage Modello PRO9000 N Illustrasjon – Garasjeportåpner, Modell PRO9000 GR B Ilustraciones – Abridor de la puerta de garage, Modelo PRO9000 NL Afbeeldingen – Model PRO9000 Garagedeuropener P Figuras – Operador automático de porta, Modelo PRO9000 S Bild. – Garageportöppnare Modell PRO9000 Kuvat – Autotallin oven avaaja, Malli PRO9000 SF
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120

Chamberlain Pro9000 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor