Documenttranscriptie

N A I M D AC – N eder la nd s 1 Ken n ismaki ng met de D A C De digitaal-naar-analoog converter (DAC) van Naim is een bijzonder veelzijdig product en wij raden u daarom met klem aan deze handleiding te lezen. Lees ook het boekje met wettelijk verplichte en algemene informatie dat bij het product geleverd werd; dit bevat belangrijke veiligheidswaarschuwingen over netvoeding. Er zijn verschillende opties om de voedingseenheid van de DAC op te waarderen. Vraag uw plaatselijke leverancier of distributeur om advies over het opwaarderen van de voedingseenheid. Alle verwijzingen naar voorversterkers van Naim in deze handleiding zijn tevens van toepassing op het voorversterkergedeelte van geïntegreerde Naim-versterkers. LED ‘high definition’ 1. 1 Het v oorp ane e l v an de D AC USB-aansluiting 1. 2 Basisprinc ipe s v an de D AC De Naim DAC is een digitaal-naar-analoog converter met tien ingangen, die stereogeluid met een resolutie van 8 bits tot 32 bits en een bemonsteringsfrequentie van 32 kHz tot 768 kHz kan verwerken. Het analoge stereosignaal wordt via DIN- of RCA phono-aansluitingen uitgevoerd. Acht van de digitale ingangen van de DAC zijn optische of coaxiale S/PDIF-aansluitingen op het achterpaneel. U selecteert deze ingangen door op het voorpaneel op de betreffende ingangskeuzetoets te drukken. Twee verdere digitale ingangen zijn USB-aansluitingen; één op het voorpaneel en één op het achterpaneel. De USB-aansluitingen kunnen worden gebruikt om USB-sticks met audiobestanden of Apple iPod- of iPhone-modellen aan te sluiten. De USB-aansluitingen worden automatisch geselecteerd wanneer er een USB-apparaat is aangesloten. ingangskeuze en bediening koppelen/loskoppelen LED ‘gegevenssynchronisatie’ Wanneer er een USB-apparaat is aangesloten, kunnen compatibele bestanden die daarop zijn opgeslagen via de DAC worden afgespeeld. De toets dock op het voorpaneel van de DAC licht op en de ingangskeuzetoetsen werken respectievelijk als terug, volgende, stoppen en afspelen. De DAC schakelt weer over naar de S/PDIF-ingang wanneer u het USB-apparaat loskoppelt of op de toets dock drukt. De laatst gebruikte S/ PDIF-ingang wordt dan geselecteerd. U kunt de DAC bedienen via de toetsen op het voorpaneel of met een afstandsbediening van Naim in voorversterkermodus. Voor het afspelen en de volumeregeling kunt u ook een afstandsbediening van Apple gebruiken. DA C S p eci f i ca t i on Compatibel met iPod 5e generatie, iPod Touch, iPhone. De aanduidingen ‘Made for iPod’ en ‘Made for iPhone’ betekenen dat een elektronisch accessoire is ontworpen om specifiek te worden aangesloten op een iPod of iPhone en dat de ontwikkelaar verklaart dat dit accessoire voldoet aan de prestatienormen van Apple. Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit apparaat of de mate waarin het voldoet aan veiligheidsnormen en wettelijk voorgeschreven normen. iPod en iPhone zijn handelsmerken van Apple Inc. die in de VS en andere landen zijn geregistreerd. 21 Ingangen: 4 optisch, 4 coaxiaal, 2 USB Uitgangen: DIN of RCA phono Frequentierespons: 10 Hz tot 20 kHz +0,1 dB/-0,5 dB Max. uitgangsspanning: 2,2 VRMS Vervorming en ruis: <0,002% Samplefrequentie: USB: 32 kHz tot 768kHz, 32 bit S/PDIF: 32 kHz tot 192 kHz, 32 bit Apple iPod/iPhone: max. 48 kHz Digitale indelingen: S/PDIF, WAV PSU upgrade: XPS, CD555PS Netvoeding: 100-120V, 220-240V, 50/60Hz Afmetingen: 70 mm x 432 mm x 301 mm (H x B x D) Stroomverbruik: <30 VA Gewicht: 5,6 kg Afwerking: Zwart geanodiseerd  N A I M D AC – N eder la nd s 2 D e DAC in s ta l l eren en a a nsl ui te n De DAC moet worden geïnstalleerd op een standaard die speciaal hiervoor is bedoeld. Plaats de DAC niet direct bovenop een ander apparaat. Controleer voordat u het apparaat inschakelt dat het volume van het audiosysteem laag staat. De aan/uitschakelaar van de DAC bevindt zich op het achterpaneel. Sluit de DAC met het meegeleverde stroomsnoer of een Naim Power-Line op de netvoeding aan. Gebruik kwalitatief hoogwaardige verbindingskabels om andere apparaten op de in- en uitgangen aan te sluiten. Hi-Line kabels van Naim leveren de beste resultaten. 2. 1 Het achte rpane e l v an de D AC BNC coaxiale S/PDIFingang 1 en 2 aansluiting voor afstandsbediening (voor gebruik met een externe IR-ontvanger) aan/uitschakelaar netvoedingsingang en zekering USBaansluiting optische S/ ingang voor opgewaar- uitgang voor deerde voedingseenheid afstands- PDIF-ingang 1 t/m 4 (stekker aangebracht) bediening 2. 2 S /P D IF-ingange n De acht S/PDIF-ingangen op het achterpaneel bieden opties voor verschillende aansluitingen en formaten. Deze worden in de onderstaande tabel beschreven: Ingang S/PDIF 1 S/PDIF 2 S/PDIF 3 S/PDIF 4 Optische aansluiting TOSLINK TOSLINK TOSLINK TOSLINK Coaxiale aansluiting BNC (75Ω) BNC (75Ω) RCA phono RCA phono Voor iedere ingang mag slechts één aansluitingsformaat (optisch of coaxiaal) tegelijk worden gebruikt. Beide formaten kunnen echter wel gelijktijdig zijn aangesloten; de DAC selecteert automatisch de aansluiting die compatibele gegevens ontvangt. Als beide aansluitingen gegevens ontvangen, kunt u tussen de twee aansluitingen schakelen door de betreffende ingangstoets in te drukken. Opmerking: als zowel de coaxiale als de optische aansluiting compatibele gegevens ontvangt, krijgt het eerst waargenomen gegevenssignaal voorrang. 2. 3 US B-ingan ge n Op de USB-aansluitingen op het voor- en achterpaneel kunnen USB-sticks of Apple iPod- of iPhone-modellen worden aangesloten. iPod- en iPhone-modellen moeten met een standaard Apple USB-kabel worden aangesloten. Wanneer USB-hardware is aangesloten, schakelt de DAC automatisch over naar de USB-ingang waarop het apparaat is aangesloten. RCA phono coaxiale S/ PDIF-ingang 3 en 4 RCA phonoDINuitgang uitgang signal ground uitgangskeuzeschakelaar Opmerking: als op beide USB-ingangen een apparaat is aangesloten, krijgt de ingang op het voorpaneel prioriteit. De DAC is compatibel met alle audiobestandsindelingen die op het Apple-apparaat kunnen worden afgespeeld, maar een bestandsindeling zonder gegevensverlies biedt de beste geluidskwaliteit. 2 . 4 A n a l og e u i t g a n g en De DAC is voorzien van analoge DIN- en RCA phonouitgangen. De DIN-optie biedt de beste audioprestaties. Zet de uitgangskeuzeschakelaar op het achterpaneel in de gewenste stand. Voor de beste audioprestaties sluit u slechts één audio-uitgang aan. Als de analoge uitgang van de DAC moet worden aangesloten op een voorversterker van Naim, dient u de ingang Aux 1 te gebruiken als deze ingang vrij is. Zie hoofdstuk 3.1. 2 . 5 I n - en u i t g a n g v oor d e a f s t a n d s b ed i en i n g De DAC kan signalen van de afstandsbediening uitzenden en ontvangen om de volgende functies te activeren: • Automatische ingangskeuze op de voorversterker • Gebruik van een externe IR-sensor De in- en uitgang voor de afstandsbediening van de DAC vereisen een ministekker (3,5 mm). De ingang voor de afstandsbediening van een Naim-voorversterker vereist een ministekker of een RCA phono-stekker. Uw Naimleverancier kan u de benodigde kabels leveren. 22  N A I M D AC – N eder la nd s 2. 6 D e schake laar ‘ Signal G ro und’ Op het achterpaneel van de DAC zit een Signal Groundschakelaar met twee standen: chassis en floating. Selecteer chassis, tenzij de DAC is geïnstalleerd in een hifisysteem met een andere geaarde broncomponent of er via de luidsprekers brom te horen is. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw leverancier of distributeur, of de klantendienst van Naim rechtstreeks benaderen. Opmerking: alle cd- en dvd-spelers van Naim zijn geaard, dus de schakelaar Signal Ground moet op de stand Floating worden gezet als een cd-speler van Naim op het systeem is aangesloten. Het geeft niet als de schakelaar Signal Ground in de verkeerde stand staat; dit veroorzaakt geen schade, maar kan wel afbreuk doen aan de geluidskwaliteit. 2. 7 O pgewaarde e rde v o e dingse e n h ei d U kunt de DAC opwaarderen met een XPS of CD555 PS externe voedingseenheid. Als u een externe voedingseen- heid aansluit, moet u de stekker uit de Burndy-aansluiting op het achterpaneel van de DAC verwijderen en de voedingseenheid met een geschikte Burndy-kabel van Naim op die aansluiting aansluiten. De interne voedingseenheid van de DAC is altijd nodig, ook wanneer een externe voedingseenheid wordt gebruikt; deze moet derhalve altijd op de netvoeding aangesloten en ingeschakeld zijn. Schakel alle externe systeemcomponenten uit voordat u een externe voedingseenheid aansluit. Opmerking: als de stekker van de interne voedingseenheid van de DAC of de externe voedingseenheid incorrect is aangesloten, knipperen de LED’s ‘hd’ en ‘sync’. 2 . 8 E en i P od en i P h on e l a d en De DAC laadt een iPod of iPhone die op het apparaat is aangesloten. Als een iPod of iPhone tijdens het luisteren wordt opgeladen, kan dit echter afbreuk doen aan de geluidskwaliteit. U kunt het laden wanneer de iPod of iPhone is aangesloten in- of uitschakelen door de toets dock 1 seconde lang ingedrukt te houden. 3 Gebr u ik v a n d e D A C Wanneer de netvoeding, in- en uitgangen en afstandsbediening van de DAC zijn aangesloten, kunt u het apparaat via de aan/uit-schakelaar op het achterpaneel inschakelen. De uitvoer blijft korte tijd gedempt terwijl het elektronische systeem stabiliseert. 3. 1 A fstandsbe die ning Wanneer de afstandsbediening voor de DAC en voorversterker is aangesloten en u een S/PDIF-ingang van de DAC selecteert of USB-hardware aansluit, wordt automatisch ook een ingang op de voorversterker geselecteerd. Aux 1 is de standaardingang, maar u kunt dit als volgt wijzigen: • Zorg dat de voorversterker is ingeschakeld en in de normale gebruiksmodus staat en houd op het voorpaneel van de DAC de toetsen 1 en 2 gelijktijdig ingedrukt totdat ze oplichten. • Druk op de DAC op de toets 1 of 2 om de voorversterkeringangen op volgorde te selecteren. De betreffende toets licht op om aan te geven welke ingang is geselecteerd. • Wanneer de gewenste ingang is geselecteerd, houdt u op de DAC de toetsen 1 en 2 gelijktijdig ingedrukt om de keuze op te slaan; de DAC schakelt dan weer over naar normale werking. 3.2 LED’s op het voorpaneel van de DAC Twee LED’s op het voorpaneel van de DAC geven de status aan. De LED sync licht op om aan te geven dat de interne klok van de DAC gesynchroniseerd is met de inkomende gegevensstroom. De DAC blijft ook werken als synchronisatie uitvalt, maar dit kan afbreuk doen aan de geluidskwaliteit. Synchronisatieverlies wordt doorgaans veroorzaakt door een incompatibele klok in de broncomponent. De LED hd 23 licht op om aan te geven dat de inkomende gegevensstroom ‘high definition’ is. High definition wordt gedefinieerd als een gegevensstroom met een samplefrequentie hoger dan 48 kHz. 3 . 3 I n g a n g e n v a n d e D A C s e l e c t e ren en g eb r u i k en Als er geen USB-apparaat is aangesloten, worden de S/ PDIF-ingangen geselecteerd met behulp van de ingangskeuzetoetsen op het voorpaneel. U kunt ook de toetsen 7, 8, 9 en 0 van de afstandsbediening gebruiken om respectievelijk ingang 1, 2, 3 en 4 te selecteren (afstandsbediening in voorversterkermodus). Opmerking: de toetsen 7, 8, 9 en 0 van de afstandsbediening worden gebruikt omdat de toetsen 1, 2, 3 en 4 reeds worden gebruikt om ingangen op de voorversterker te selecteren. De USB-ingangen van de DAC worden automatisch geselecteerd wanneer USB-hardware is aangesloten. De indicator dock op het voorpaneel van de DAC licht dan op. De USB-ingang op het voorpaneel heeft prioriteit over de USB-ingang op het achterpaneel. Druk op het voorpaneel op de toets dock of koppel de USB-hardware los om weer over te schakelen naar de S/PDIF-ingang. Wanneer er USB-hardware is aangesloten, identificeert de DAC de compatibele bestanden en begint het systeem de bestanden automatisch op volgorde af te spelen, te beginnen met de bestanden in de map van het hoogste niveau. De ingangskeuzetoetsen op het voorpaneel van de DAC werken als de toetsen vorige, volgende, stoppen en afspelen.