5
De NDS installeren en aansluiten
2.8 USB-audio-interface
Op het voorpaneel van de NDS zit een USB-interface waarop
een USB-geheugenapparaat met audiobestanden kan
worden aangesloten. De USB-interface mag nergens anders
voor worden gebruikt.
De meeste UMS (Universal Mass Storage) USB-apparaten zijn
compatibel met de NDS USB-audio-ingang. Voorbeelden
van dergelijke apparaten zijn draagbare digitale
muziekspelers, smartphones, tablet pc’s, USB-geheugensticks
en geheugenkaartlezers.
2.9 Netwerkaansluitingen
De NDS kan bedraad of draadloos verbinding met een TCP/
IP-netwerk maken. Via een netwerkverbinding kan de NDS
niet alleen datastreams van internetradiozenders afspelen,
maar ook audiobestanden die op UPnP™-servers, zoals
de Naim UnitiServe en HDX, en correct geconfigureerde
computers en netwerkapparaten zijn opgeslagen.
2.9.1 Bedrade netwerkverbinding
Op het achterpaneel van de NDS zit een standaard
ethernetaansluiting. Bij een bedrade netwerkverbinding
moet u deze aansluiting verbinden met een vrije
ethernetaansluiting op uw netwerkrouter.
NB: er kan hardware voor ethernet via het lichtnet
worden gebruikt, een eenvoudige en handige methode
voor bedrade thuisnetwerken. Afhankelijk van de
specifieke lichtnetbedrading in een thuisomgeving, kan
de aanwezigheid van netwerkgegevens op het lichtnet
echter een nadelige invloed hebben op de algehele
geluidskwaliteit. Als u merkt dat de geluidskwaliteit op
onacceptabele wijze nadelig wordt beïnvloed, moet
u speciale netwerkkabels aanleggen of een draadloos
netwerk gebruiken.
2.9.2 Draadloze netwerkverbinding
Als de NDS draadloos verbinding met een thuisnetwerk
maakt, moet de meegeleverde Wifi-antenne op de
draadloze antenne-aansluiting op het achterpaneel
worden aangesloten. De NDS moet ook voor draadloze
communicatie geconfigureerd worden, pas dan kan het
apparaat verbinding met het thuisnetwerk maken. Zie
hoofdstuk 4.5.1.
2.9.3 Netwerkinstellingen
Wanneer de NDS nieuw uit de verpakking in gebruik wordt
genomen, is er geen TCP/IP-netwerkconfiguratie vereist; het
apparaat kan dan automatisch verbinding met een netwerk
maken (standaard wordt DHCP gebruikt). Als de NDS echter
al eerder werd gebruikt, dan kan de netwerkconfiguratie
gewijzigd zijn en is het mogelijk dat het apparaat niet
automatisch verbinding met een netwerk kan maken. In
dat geval dient u in het menu Netwerkinstellingen de optie
DHCP te selecteren (zie hoofdstuk 4.5 van deze handleiding)
en de NDS opnieuw op te starten. Als het probleem
aanhoudt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
leverancier of installateur, of Naim rechtstreeks benaderen.
NB: voordat u problemen met het netwerk meldt, is het
echter raadzaam om de fabrieksinstellingen te resetten.
Selecteer in het instelmenu Fabrieksinstellingen de optie
Herstel Alle Instellingen. Zie hoofdstuk 4.10.
NB: als de NDS zonder een werkende bedrade
netwerkverbinding wordt ingeschakeld, kan het apparaat
alleen draadloos verbinding met een thuisnetwerk maken.
Als u een ethernetverbinding (bedraad) wilt gebruiken,
moet u de NDS uitschakelen, het netwerk aansluiten en
het apparaat weer inschakelen.
NB: internetradio kan alleen werken als de NDS op een
breedbandinternetservice is aangesloten.
2.10 Systeemautomatisering
De afstandsbediening van de NDS kan met behulp
van Sys automatiseren worden gekoppeld aan de
afstandsbediening van bepaalde Naim voorversterkers,
cd-spelers en de Naim DAC. Met systeemautomatisering
kunt u via de NDS bijvoorbeeld ingangen van een
voorversterker selecteren, of met de bedieningsfuncties
van n-Stream een cd-speler bedienen. Als u
systeemautomatisering wilt gebruiken, sluit u een van de
uitgangen Remote Out van de NDS aan op de ingang
Remote In van een voorversterker, cd-speler of DAC.
Gebruik hiervoor een kabel met een 3,5 mm stekker aan
het ene uiteinde en een 3,5 mm stekker of phono-stekker
aan het andere uiteinde.
Wanneer beide Remote Out-uitgangen van de NDS
worden gebruikt, bijvoorbeeld één aangesloten op
een voorversterker en de andere op een cd-speler,
kan het systeem via slechts één gebruikersinterface
(afstandsbediening of de iPhone-app ‘n-stream’) bediend
worden.
NB: voor systeemautomatisering kan een stereo en mono
3,5 mm stekker naar 3,5 mm stekker worden gebruikt. Als
een kabel met een stereo 3,5 mm stekker naar phono-
stekker wordt gebruikt, moet de phono-stekker voor het
linkerkanaal worden gebruikt.
NB: NDS systeemautomatisering is standaard
uitgeschakeld. Zie hoofdstuk 4.9 voor een volledige
omschrijving van de configuratie en het gebruik van deze
functie.
2.11 Aansluitingen voor externe
bediening en upgrades
De NDX en ND5 XS zijn voorzien van een 3,5 mm aansluiting
Remote In op het achterpaneel. Remote In kan worden
gebruikt om de unit via een bedrade aansluiting of een
IR-repeater met een RC5-afstandsbediening te bedienen.
Op het achterpaneel van de NDX en de ND5 XS zit een
mini-USB ingang. Via deze ingang zijn firmware-upgrades
en diagnostische tests mogelijk. Voor meer informatie kunt u
contact opnemen met uw leverancier.
NB: de mini-USB ingang op het achterpaneel is niet bedoeld
voor het aansluiten van USB-opslaghardware en kan niet
worden gebruikt voor het afspelen van audio.