Naim DAC-V1 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
DAC-V1 Snelstartgids Nederlands
1. Inleiding
De DAC-V1 is een digitaal-naar-analoog converter en voorversterker met zes ingangen, die is
bedoeld om geluid van S/PDIF digitale bronnen of rechtstreeks via de USB-interface van een
computer te verwerken. Wanneer de DAC-V1 via USB op een computer is aangesloten, werkt
hij als een extern geluidsuitvoerapparaat en kan hij door allerlei verschillende audioapplicaties
worden gebruikt.
De DAC-V1 heeft stereo DIN en RCA phono analoge uitgangen, een hoofdtelefoonuitgang
van 6,3 mm op het voorpaneel, en een volumeregeling. De DAC-V1 kan worden bediend
en ingesteld met de bedieningselementen op het voorpaneel en de meegeleverde
afstandsbediening.
2. Installeren en aansluiten
Belangrijk: als de DAC-V1 wordt gebruikt met een computer waarop het Windows-
besturingssysteem draait, dan moet u het stuurprogramma voor de DAC-V1 installeren en
configureren via de geluidsregeling van Windows voordat u de DAC-V1 via USB aansluit.
Download het bestand, dubbelklik op het pictogram van het DAC-V1-stuurprogramma en volg de
installatie-instructies zorgvuldig. U kunt het stuurprogramma downloaden via: www.naimaudio.
com/hifi-products/pdt-type/DAC-V1
Plaats de DAC-V1 op een geschikt, stabiel oppervlak. Zorg dat het apparaat goed is
geventileerd.
Controleer dat de netvoeding zoals gespecificeerd op het achterpaneel van de DAC-V1
geschikt is voor uw regio. Sluit de DAC-V1 met de meegeleverde kabel op de netvoeding aan,
maar schakel het apparaat pas in nadat alle andere aansluitingen zijn gemaakt en, indien van
toepassing, het Windows-stuurprogramma voor de DAC-V1 is geïnstalleerd op de via USB
aangesloten computer.
Zoek de schakelaar Signal Ground en selecteer de optie chassis, tenzij de DAC-V1 is
aangesloten op een hifisysteem met een andere geaarde broncomponent (alle cd-spelers
van Naim, bijvoorbeeld) of er via de luidsprekers brom te horen is wanneer de DAC-V1 is
ingeschakeld.
Sluit een van de analoge uitgangen van de DAC-V1 zo nodig aan op een eindversterker- of
voorversterkeringang. Als de voor- of eindversterker DIN-aansluitingen heeft, moeten in plaats
van RCA phono-aansluitingen bij voorkeur DIN-aansluitingen worden gebruikt. De DIN- en
RCA phono-aansluitingen mogen nooit gelijktijdig zijn aangesloten en mogen nooit gelijktijdig
worden gebruikt.
Volledige informatie over het installeren en bedienen van de DAC-V1 vindt u in de referentiehandleiding
op: www.naimaudio.com/support/manuals. Het Windows-stuurprogramma voor de DAC-V1 is te vinden
op: www.naimaudio.com/hifi-products/pdt-type/DAC-V1
netvoedingsingang
en zekering
aan/uit-
schakelaar
analoge uitgang
(RCA)
analoge uitgang
(DIN)
ingang 1
(BNC)
USB-
ingang
ingang 2 en
4 (coaxiaal)
ingang 3 en
5 (optisch)
signal
ground
Opmerking: de DAC-
V1 kan alleen goed
werken met USB 2.x- of
3.x-interfaceaansluitingen.
Opmerking: als de DAC-V1
moet worden aangesloten op
een voorversterker verderop in
het systeem, dan moet een vast
uitgangsvolume voor de DAC-
V1 worden ingesteld door de
optie Vaste Uitgang te kiezen in
het instelmenu Voorversterker
Uit (zie hoofdstuk 4). Als met
de DAC-V1 een hoofdtelefoon
wordt gebruikt wanneer Vaste
Uitgang is geselecteerd, wordt
de volumeregeling hersteld
zolang de hoofdtelefoon is
aangesloten.
Opmerking: het
stuurprogramma voor de DAC-
V1 is alleen compatibel met
Windows Vista en hoger.
Opmerking: de DAC-V1 kan
alleen goed werken met Mac
OS X versie 10.7.x en hoger.
DAC-V1 Snelstartgids Nederlands
Volledige informatie over het installeren en bedienen van de DAC-V1 vindt u in de referentiehandleiding
op: www.naimaudio.com/support/manuals. Het Windows-stuurprogramma voor de DAC-V1 is te vinden
op: www.naimaudio.com/hifi-products/pdt-type/DAC-V1
Als de DAC-V1 wordt gebruikt om op een computer opgeslagen audiobestanden af te spelen,
moet de computer met gebruik van een type A-B USB-kabel via een van zijn USB-aansluitingen
op de DAC-V1 worden aangesloten. Voor de beste geluidsprestatie moet de computer
rechtstreeks via USB op de DAC-V1 zijn aangesloten, niet via een hub. De gebruikte USB-kabel
mag niet langer zijn dan 3 meter.
Als er S/PDIF digitale geluidsbronnen met de DAC-V1 worden gebruikt, moeten deze op een
van de ingangen van de DAC-V1 worden aangesloten. De DAC-V1 biedt verschillende digitale
aansluitingsmogelijkheden, maar de BNC-aansluiting biedt waarschijnlijk de hoogst mogelijke
geluidskwaliteit.
3. Inschakelen en aan de slag
Belangrijk: als op de via USB aangesloten computer een Windows-besturingssysteem draait, dient u eerst
het stuurprogramma voor de DAC-V1 te installeren, pas dan mag u de DAC-V1 inschakelen.
Wanneer u alle aansluitingen hebt gemaakt, schakelt u de DAC-V1 in met de aan/uit-schakelaar
op het achterpaneel van het apparaat. De DAC-V1 opent een welkomstscherm en selecteert
standaard zijn USB-ingang.
U kunt ingangen van de DAC-V1 selecteren via de ingangstoetsen op het voorpaneel of de USB- of
cijfertoetsen op de afstandsbediening. De toetsen 5 en 6 op de afstandsbediening kunnen
ook worden gebruikt om door de beschikbare ingangen te bladeren. Op het display van de DAC-V1
wordt aangegeven welke ingang is geselecteerd.
Als de USB-ingang van de DAC-V1 moet worden gebruikt, moet u op de via USB aangesloten
computer de geluidsinstellingen of het voorkeurenvenster openen en de DAC-V1 als het
geluidsuitvoerapparaat selecteren. Wanneer de DAC-V1 is geselecteerd, kan de audioapplicatie
worden gestart. Afhankelijk van de functionaliteit van de audioapplicatie, kunnen de
volumetoetsen en de toets op de afstandsbediening van de DAC-V1 worden gebruikt om het
volume van de audioapplicatie te regelen en het afspelen te starten of onderbreken. Selecteer
de optie PC Volume in het instelmenu USB Volume van de DAC-V1 (zie hoofdstuk 4).
Als de S/PDIF-ingangen van de DAC-V1 moeten worden gebruikt, kiest u gewoon de gewenste
ingang en speelt u het programmamateriaal van de digitale geluidsbron af.
U kunt het volume van de DAC-V1 regelen via de volumeregeling op het voorpaneel of de
toetsen vol+ en vol- op de afstandsbediening. Op het display van de DAC-V1 wordt het
geselecteerde volumeniveau weergegeven.
4. Instelmodus
Via de instelmodus van de DAC-V1 krijgt u toegang tot
uiteenlopende instelparameters. Druk op de afstandsbediening
op de toets setup om over te schakelen naar de instelmodus.
Gebruik op de afstandsbediening de toetsen 5 6 3 4 om
door de instelmenu’s te bladeren. Gebruik de toets om opties
te selecteren. U sluit de instelmodus af door de toets setup in te
drukken.
Het eerste instelmenu biedt vier opties:
Settings (Instellingen): geeft toegang tot zes menu’s. Hierin kunt u ingangen een nieuwe naam
geven, uitgangsopties voor de voorversterker selecteren, een hoofdtelefoon instellen, het USB-
volume regelen, het display instellen en een toetsenbord identificeren.
BitPerfect: bedoeld om BitPerfect testbestanden te gebruiken die zijn opgeslagen op de via USB
aangesloten computer. Zo kunt u controleren dat de audioapplicatie en USB-aansluiting een
optimale geluidskwaliteit bieden. Een volledige omschrijving van de BitPerfect testprocedure en
testbestanden is te vinden in de referentiehandleiding van de DAC-V1.
USB-status: toont gegevens en informatie over de USB-ingangaansluiting van de DAC-V1.
Firmware: toont gegevens over de firmware van de DAC-V1 en opties voor het herstellen van de
fabrieksinstellingen en firmware-updates.
4 Settings
BitPerfect
USB Status
Firmware
Opmerking: als de DAC-
V1 reeds eerder is gebruikt,
schakelt het apparaat
standaard over naar de laatst
gekozen ingang.
Opmerking: de standaard
audioapplicaties voor
computers waarop Windows
of OS X draait, zijn doorgaans
Windows Media Player en
iTunes. Er kunnen echter
allerlei andere applicaties
worden gebruikt, die mogelijk
betere functionaliteit en een
hogere geluidskwaliteit bieden.
Opmerking: via het instelmenu
Toetsenbordidentificatie kun-
nen via USB aangesloten com-
puters waarop OS X draait de
bedieningseigenschappen van
de DAC-V1 identificeren.
De DAC-V1 werkt tot op zekere
hoogte als een multimediatoet-
senbord dat opdrachten voor
volume, afspelen, onderbreken,
volgende en vorige naar de
computer kan sturen. Wanneer
een computer waarop OS X
draait voor de eerste keer op
een DAC-V1 wordt aangesloten,
vraagt deze waarschijnlijk om
specifieke toetsaanslagen om
de indeling van het toetsenbord
te identificeren. De benodigde
toetsaanslagen kunnen via het
toetsenbordinstelmenu van de
DAC-V1 worden verzonden.

Documenttranscriptie

DAC-V1 Snelstartgids Nederlands 1. In le id in g De DAC-V1 is een digitaal-naar-analoog converter en voorversterker met zes ingangen, die is bedoeld om geluid van S/PDIF digitale bronnen of rechtstreeks via de USB-interface van een computer te verwerken. Wanneer de DAC-V1 via USB op een computer is aangesloten, werkt hij als een extern geluidsuitvoerapparaat en kan hij door allerlei verschillende audioapplicaties worden gebruikt. De DAC-V1 heeft stereo DIN en RCA phono analoge uitgangen, een hoofdtelefoonuitgang van 6,3 mm op het voorpaneel, en een volumeregeling. De DAC-V1 kan worden bediend en ingesteld met de bedieningselementen op het voorpaneel en de meegeleverde afstandsbediening. 2 . Ins t alle re n en aansluiten Belangrijk: als de DAC-V1 wordt gebruikt met een computer waarop het Windowsbesturingssysteem draait, dan moet u het stuurprogramma voor de DAC-V1 installeren en configureren via de geluidsregeling van Windows voordat u de DAC-V1 via USB aansluit. Download het bestand, dubbelklik op het pictogram van het DAC-V1-stuurprogramma en volg de installatie-instructies zorgvuldig. U kunt het stuurprogramma downloaden via: www.naimaudio. com/hifi-products/pdt-type/DAC-V1 USBingang netvoedingsingang en zekering ingang 1 (BNC) Opmerking: de DAC-V1 kan alleen goed werken met Mac OS X versie 10.7.x en hoger. analoge uitgang (DIN) ingang 2 en 4 (coaxiaal) aan/uitschakelaar Opmerking: het stuurprogramma voor de DACV1 is alleen compatibel met Windows Vista en hoger. ingang 3 en 5 (optisch) signal ground analoge uitgang (RCA) •  laats de DAC-V1 op een geschikt, stabiel oppervlak. Zorg dat het apparaat goed is P geventileerd. • Controleer dat de netvoeding zoals gespecificeerd op het achterpaneel van de DAC-V1 geschikt is voor uw regio. Sluit de DAC-V1 met de meegeleverde kabel op de netvoeding aan, maar schakel het apparaat pas in nadat alle andere aansluitingen zijn gemaakt en, indien van toepassing, het Windows-stuurprogramma voor de DAC-V1 is geïnstalleerd op de via USB aangesloten computer. • Zoek de schakelaar Signal Ground en selecteer de optie chassis, tenzij de DAC-V1 is aangesloten op een hifisysteem met een andere geaarde broncomponent (alle cd-spelers van Naim, bijvoorbeeld) of er via de luidsprekers brom te horen is wanneer de DAC-V1 is ingeschakeld. • Sluit een van de analoge uitgangen van de DAC-V1 zo nodig aan op een eindversterker- of voorversterkeringang. Als de voor- of eindversterker DIN-aansluitingen heeft, moeten in plaats van RCA phono-aansluitingen bij voorkeur DIN-aansluitingen worden gebruikt. De DIN- en RCA phono-aansluitingen mogen nooit gelijktijdig zijn aangesloten en mogen nooit gelijktijdig worden gebruikt. Opmerking: de DACV1 kan alleen goed werken met USB 2.x- of 3.x-interfaceaansluitingen. Opmerking: als de DAC-V1 moet worden aangesloten op een voorversterker verderop in het systeem, dan moet een vast uitgangsvolume voor de DACV1 worden ingesteld door de optie Vaste Uitgang te kiezen in het instelmenu Voorversterker Uit (zie hoofdstuk 4). Als met de DAC-V1 een hoofdtelefoon wordt gebruikt wanneer Vaste Uitgang is geselecteerd, wordt de volumeregeling hersteld zolang de hoofdtelefoon is aangesloten. Volledige informatie over het installeren en bedienen van de DAC-V1 vindt u in de referentiehandleiding op: www.naimaudio.com/support/manuals. Het Windows-stuurprogramma voor de DAC-V1 is te vinden op: www.naimaudio.com/hifi-products/pdt-type/DAC-V1 DAC-V1 Snelstartgids Nederlands • Als de DAC-V1 wordt gebruikt om op een computer opgeslagen audiobestanden af te spelen, moet de computer met gebruik van een type A-B USB-kabel via een van zijn USB-aansluitingen op de DAC-V1 worden aangesloten. Voor de beste geluidsprestatie moet de computer rechtstreeks via USB op de DAC-V1 zijn aangesloten, niet via een hub. De gebruikte USB-kabel mag niet langer zijn dan 3 meter. • Als er S/PDIF digitale geluidsbronnen met de DAC-V1 worden gebruikt, moeten deze op een van de ingangen van de DAC-V1 worden aangesloten. De DAC-V1 biedt verschillende digitale aansluitingsmogelijkheden, maar de BNC-aansluiting biedt waarschijnlijk de hoogst mogelijke geluidskwaliteit. 3. In sc h akelen en aan de slag Belangrijk: als op de via USB aangesloten computer een Windows-besturingssysteem draait, dient u eerst het stuurprogramma voor de DAC-V1 te installeren, pas dan mag u de DAC-V1 inschakelen. • Wanneer u alle aansluitingen hebt gemaakt, schakelt u de DAC-V1 in met de aan/uit-schakelaar op het achterpaneel van het apparaat. De DAC-V1 opent een welkomstscherm en selecteert standaard zijn USB-ingang. • U kunt ingangen van de DAC-V1 selecteren via de ingangstoetsen op het voorpaneel of de USB- of cijfertoetsen op de afstandsbediening. De toetsen 5 en 6 op de afstandsbediening kunnen ook worden gebruikt om door de beschikbare ingangen te bladeren. Op het display van de DAC-V1 wordt aangegeven welke ingang is geselecteerd. • Als de USB-ingang van de DAC-V1 moet worden gebruikt, moet u op de via USB aangesloten computer de geluidsinstellingen of het voorkeurenvenster openen en de DAC-V1 als het geluidsuitvoerapparaat selecteren. Wanneer de DAC-V1 is geselecteerd, kan de audioapplicatie worden gestart. Afhankelijk van de functionaliteit van de audioapplicatie, kunnen de volumetoetsen en de toets op de afstandsbediening van de DAC-V1 worden gebruikt om het volume van de audioapplicatie te regelen en het afspelen te starten of onderbreken. Selecteer de optie PC Volume in het instelmenu USB Volume van de DAC-V1 (zie hoofdstuk 4). • Als de S/PDIF-ingangen van de DAC-V1 moeten worden gebruikt, kiest u gewoon de gewenste ingang en speelt u het programmamateriaal van de digitale geluidsbron af. • U kunt het volume van de DAC-V1 regelen via de volumeregeling op het voorpaneel of de toetsen vol+ en vol- op de afstandsbediening. Op het display van de DAC-V1 wordt het geselecteerde volumeniveau weergegeven. 4 . Ins telm odus • • Via de instelmodus van de DAC-V1 krijgt u toegang tot uiteenlopende instelparameters. Druk op de afstandsbediening op de toets setup om over te schakelen naar de instelmodus. Gebruik op de afstandsbediening de toetsen 5 6 3 4 om door de instelmenu’s te bladeren. Gebruik de toets om opties te selecteren. U sluit de instelmodus af door de toets setup in te drukken. 4 Settings BitPerfect USB Status Firmware Het eerste instelmenu biedt vier opties: Settings (Instellingen): geeft toegang tot zes menu’s. Hierin kunt u ingangen een nieuwe naam geven, uitgangsopties voor de voorversterker selecteren, een hoofdtelefoon instellen, het USBvolume regelen, het display instellen en een toetsenbord identificeren. B  itPerfect: bedoeld om BitPerfect testbestanden te gebruiken die zijn opgeslagen op de via USB aangesloten computer. Zo kunt u controleren dat de audioapplicatie en USB-aansluiting een optimale geluidskwaliteit bieden. Een volledige omschrijving van de BitPerfect testprocedure en testbestanden is te vinden in de referentiehandleiding van de DAC-V1. USB-status: toont gegevens en informatie over de USB-ingangaansluiting van de DAC-V1. F  irmware: toont gegevens over de firmware van de DAC-V1 en opties voor het herstellen van de fabrieksinstellingen en firmware-updates. Opmerking: als de DACV1 reeds eerder is gebruikt, schakelt het apparaat standaard over naar de laatst gekozen ingang. Opmerking: de standaard audioapplicaties voor computers waarop Windows of OS X draait, zijn doorgaans Windows Media Player en iTunes. Er kunnen echter allerlei andere applicaties worden gebruikt, die mogelijk betere functionaliteit en een hogere geluidskwaliteit bieden. Opmerking: via het instelmenu Toetsenbordidentificatie kunnen via USB aangesloten computers waarop OS X draait de bedieningseigenschappen van de DAC-V1 identificeren. De DAC-V1 werkt tot op zekere hoogte als een multimediatoetsenbord dat opdrachten voor volume, afspelen, onderbreken, volgende en vorige naar de computer kan sturen. Wanneer een computer waarop OS X draait voor de eerste keer op een DAC-V1 wordt aangesloten, vraagt deze waarschijnlijk om specifieke toetsaanslagen om de indeling van het toetsenbord te identificeren. De benodigde toetsaanslagen kunnen via het toetsenbordinstelmenu van de DAC-V1 worden verzonden. Volledige informatie over het installeren en bedienen van de DAC-V1 vindt u in de referentiehandleiding op: www.naimaudio.com/support/manuals. Het Windows-stuurprogramma voor de DAC-V1 is te vinden op: www.naimaudio.com/hifi-products/pdt-type/DAC-V1
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Naim DAC-V1 Snelstartgids

Type
Snelstartgids