Chicco TRIO I-MOVE TOPTRIO I-MOVE de handleiding

Categorie
Kinderwagens
Type
de handleiding
34
NL
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
BELANGRIJK:LEESDEZEGEBRUIKSAAN-
WIJZING AANDACHTIG DOOR, OM
GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE VOOR-
KOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE
RAADPLEGING.
DE VEILIGHEID VAN JE KIND KAN IN
HETGEDRANGKOMENALSJEDEZEIN-
STRUCTIESNIETOPVOLGT.
LETOP:VERWIJDERVOORHETGEBRUIK
EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE
ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN
ENGOOIZEWEGOFHOUDZEINIEDER
GEVALBUITENHETBEREIKVANKINDE-
REN.
WAARSCHUWINGEN
•LETOP:DEVEILIGHEIDVANHETKIND
HANGTOOKVANJOUAF!
•LETOP:kinderenmoetenaltijdmetde
veiligheidsgordelswordenvastgemaakt
enmogennooitzondertoezichtworden
gelaten.
•LETOP:houdhetkindbijdeafstelwerk-
zaamhedenuitdebuurtvandebewe-
gendedelenvandewandelwagen.
•Dezewandelwagenheeftperiodiekeen
onderhoudnodig,datdoordegebruiker
moetwordenverricht.
•Overbelasting,nietgoedsluitenenhet
gebruik van niet goedgekeurde acces-
soires, kandewandelwagen beschadi-
genofkapotmaken.
•LETOP:hetkangevaarlijkzijnhetkind
zondertoezichttelaten.
•LET OP: controleer voor de montage
ofhetproductenzijnonderdelenniet
beschadigdzijntijdenshettransport.In
dat geval mag het artikelniet worden
gebruiktendienthetbuitenhetbereik
vankinderentewordengehouden.
•Dewandelwagenmagwordengebruikt
voorkinderenvanafdegeboortetot36
maanden,entoteengewichtvanmaxi-
maal15kg.
•Voorgebruikbijkinderenvanafdege-
boorte tot de leeftijd van ongeveer 6
maanden,moetderugleuningvolledig
platgelegdworden.
•LETOP:voorhetgebruikdienjejeervan
teverzekerendatallevergrendelmecha-
nismencorrectzijngebruikt.Verzekerje
erinhetbijzondervandatdewandel-
wagenopdeopenstandisvergrendeld.
•Laadnietmeerdan2kggewichtinde
boodschappenmand.
•Vervoernietmeerdanéénkindtegelijk
inhetzitje.
• LETOP:hetkanonveiligzijnomandere
reserveonderdelentegebruikendandie,
diedoordefabrikantofdeleverancier
geleverdofgoedgekeurdzijn.
• LETOP:hetkanonveiligzijnomandere
accessoires, zoals bijvoorbeeld auto-
stoeltjes, tassenhaken, regenhoezen,
enz. te gebruikendandie, die doorde
fabrikantof de leveranciergeleverdof
goedgekeurdzijn.
•LETOP:iederetasofiedergewichtdat
aandehandgrepenisgehangen,kande
stabiliteit van de wandelwagen in het
gedrangbrengen.
•LET OP: het gebruik van het tussen-
beenstukendeveiligheidsgordelsisno-
digomdeveiligheidvanhetkindtega-
randeren.Gebruikdeveiligheidsgordels
altijdsamenmethettussenbeenstuk.
•Verzekerjeervandatdegebruikersvan
de wandelwagen goed weten hoe hij
werkt.
• LET OP: verzeker je er bij het openen
ensluitenvandewandelwagenvandat
hetkindzichopveiligeafstandbevindt:
sluitofopendewandelwagennietter-
wijlhetkinderinzit.Verzekerjeerbijde
regelhandelingenvandatdebewegen-
de delen van de wandelwagen niet in
aanrakingkomenmethetlichaamvan
hetkind.
•Gebruikderemiederekeerdatjestopt.
•LETOP:laatdewandelwagennooitmet
hetkinderinopeenhellingstaan,ookal
staathijopderem.
•Zorg ervoor dat andere kinderen niet
zondertoezichtindebuurtvandewan-
delwagenspelenoferopklimmen.
• Omgevaarvoorwurgingtevoorkomen,
magjehetkindgeenvoorwerpenmet
35
touwengevenofdezebinnenhetbe-
reikvanhetkindlatenliggen.
• LET OP: gebruik de wandelwagen niet
optrappenofroltrappen:jezoudecon-
trole er ineens over kunnen verliezen.
Kijkgoeduitalsjeeentredeofdestoep
op-ofafgaat.
•Alsjedewandelwagengedurendelange
tijdindezonlaatstaan,wachtdantot
hijafgekoeldisvoordatjehetkinderin
zet.Doorlangindezontestaan,kun-
nendematerialenenstoffenvankleur
veranderen.
•Gebruikhetartikelnietalseronderde-
lenstukofgescheurdzijn,ofontbreken.
•LET OP: controleer voor het gebruik
of de bevestigingsmechanismen van
dekinderwagenofvanhetzitjevande
wandelwagengoedzijnvastgemaakt.
•LETOP:alsdewandelwagennietwordt
gebruikt,dienthijbuitenhetbereikvan
kinderentewordengehouden.
•LET OP: de wandelwagen mag niet
wordengebruikt,terwijljerentof(rol)
schaatst.
•Voorkomdatdewandelwageninaanra-
kingkomtmetzoutwater,omroestte
voorkomen.
•Gebruik de wandelwagen niet op het
strand.
•LET OP: dit product mag uitsluitend
dooreenvolwassenewordengebruikt.
REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS
Ditartikelheeftgeregeldonderhoudnodig. Reinigings-enon-
derhoudswerkzaamheden mogen alleen door een volwassene
wordenverricht.
REINIGEN
Destofvandewandelwagenkanverwijderdworden(raadpleeg
het hoofdstuk Afneembaarheid”). Zie de wasetikettenomde
stoffengedeeltestereinigen.Vervolgenswordendewassymbo-
lenmethunbetekenisweergegeven:
Metkoudwatermetdehandwassen
Nietbleken
Nietindedroogtrommeldrogen
 Nietstrijken
Nietchemischlatenreinigen
Reinigdekunststofdelenregelmatigmeteenvochtigedoek.Na
eventueleaanrakingmetwatermoetendemetalendelenafge-
droogdwordenomroestvormingtevoorkomen.
ONDERHOUD
Smeer de bewegendedelen indien nodig in metdroge silico-
nenolie.Controleerperiodiekdeslijtagestaatvandewielenen
houdzevrijvanstofenzand.Verzekerjeervandatdekunststof
delendieoverdemetalenbuizenlopenvrijzijnvanstof,vuilen
zandomwrijvingtevoorkomen,watdegoedewerkingvande
wandelwagenkanschaden.Bergdewandelwagenopeendroge
plaatsop.
OPENEN
LETOP:leterbijdezehandelingopdathetkindeneventuele
anderekinderenzichopeenveiligeafstandbevinden.Verzekerje
ertijdensdezefasevandatdebewegendedelenvandewandel-
wagennietinaanrakingkomenmethetlichaamvanhetkind.
1.Tildehandgreepoptothijopdevergrendeldestandstaat(g.
1).
2.Tilhetframeoptotdestandinguur2bereiktwordt.
3.GebruikopeningstoetsAvolgensdevolgendeaanwijzingen:
verplaatsdetoets(2)naarlinks(1)envervolgensomhoog,zoals
inguur3wordtgetoond.
4.Beweegdeachterpootnaarbuitentotdevergrendeldestand
wordtbereikt(guur4).
LETOP:verzekerjeerinhetbijzondervandatdewandelwagen
opdegeopendestandisvergrendeld.
5.Trekaandetrekkersopdehandgreep(g.5A)enzetdehand-
greepopdeinguur5Bgetoondestand.
DE WIELEN MONTEREN EN DEMONTEREN
6.Steekdewielpenindeopeningindestangvandeachterpoot,
zoalsinguur6wordtgetoond.Herhaaldehandelingbijbeide
wielen.
7.Deachterwielenkunnenverwijderdworden.Drukopdeknop
inhetmiddenvanhetwielenhaalhetvandepen(zieg.7).
HET ZITJE MONTEREN
8.Omhetzitjeophetframevandewandelwagenvasttema-
ken,pakjehetzitjemetbeidehandenaandezijkantenvasten
maakjedebasiservanophetframevast(guur8Aen8B).Doe
ditzodanigdatdeuitsparinginhetzitje(A)uitgelijndismetde
pijltjesophetframe(B)(guur8C).Zethetzitjeophetframe
tothethelemaalvastzit.
VEILIGHEIDSGORDELS
Dewandelwagen is uitgerustmeteenveiligheidssysteem met
vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouderriemen,
eenbuikgordeleneentussenbeenstukmetgesp.
LETOP:omhemvoorkinderenvanafdegeboortetotongeveer
6 maanden te gebruiken, moeten de schoudergordels worden
gebruikt.
9.Steekdeveiligheidsgespenindespecialeopeningenindestof
(g.9)encontroleerofdeschouderriempjeszichopdeideale
hoogtevoorjekindbevinden:zoniet,dansteljedehoogteervan
andersaf.
10. Laat de driehoek van de schoudergordel (A) samenvallen
metdie op het bevestigingssysteemvande buikgordel (B)(Fi-
guur10A).Doezevervolgensindegesp(C).Kiesdegeschikte
spanningvandegordelsdoorzelangsdeplasticringentelaten
lopen.Omdeveiligheidsgordelslostemaken,drukjeopdeknop
inhetmidden(D).
VoormeerveiligheidisdewandelwagenuitgerustmetD-ringen
omvolgensdevoorschriftenBS6684eenextraveiligheidsgordel
vasttekunnenmaken.Deringenbevindenzichrechtsenlinks
aandebinnenkantvanhetzitjevandewandelwagen(g.10B).
LETOP:omdeveiligheidvanjekindtegaranderen,moetende
veiligheidsgordelsaltijdwordengebruikt.
REM
Derembevindtzichopdehandgreepvandewandelwagen.
11.Omdewandelwagentedoenremmen,draaijedehendelte-
gendeklokinopdevergrendeldestand,diedoorderodeverklik-
kerwordtaangegeven.Opdiemanierisderemgoedgeactiveerd
(guur11).
12.Omderemvandewandelwagenopteheffen,drukjeopde
knopinhetmiddenvandehendel(guur12).Eengroeneverklik-
kergeeftaandathijgoedontgrendeldis.
LETOP:gebruikaltijdderemalsjestopt.Laatdewandelwagen
36
nooitmethetkinderinopeenhellingstaan,ookalzijnderem-
mengeactiveerd.
GEBRUIKSCONFIGURATIES
13.Dewandelwagenkanzowelmethetgezichtnaardeouders,
alsmethetgezichtnaardestraatwordengebruikt.
Deovergangvandeenestandnaardeanderekanwordenver-
richtdoor:
-hetzitjetedraaien(afbeelding13Agezichtnaardestraat,af-
beelding13Bgezichtnaardeouders),
-dehandgreepomtedraaien(afbeelding13Cgezichtnaarde
straat,afbeelding13Dgezichtnaardeouders).
HET ZITJE DRAAIEN
LETOP:omdestabiliteitvanhetproducttijdensdehieronder
beschrevenhandelingennietin gevaartebrengen,moetjeop
eenhorizontaalvlakgaanstaanenelkgewichtverwijderen,dat
eventueelaandehandgreephangt.
Omdewandelwagenvanafdestand“gezichtnaardestraat”op
destand“gezichtnaardeouders”tezetten,ofomgekeerd,volg
jedevolgendeaanwijzingen,nadewandelwagenopderemte
hebbengezet:
14.Trekdetrekkersopdehandgreeptegelijkomhoogenzetde
handgreeprechtop,zoalsinguur14wordtgetoond.
15.Trapmetdevoetopdeontgrendelpedaalvoorhetdraaien,
zoalsinguur15wordtgetoond.
16.Hetzitjekannuinelkerichtingwordengedraaid(guur16A).
Kiesdestandwaaropjedewandelwagenwiltgebruiken(gezicht
naardeoudersofgezichtnaardestraat)entrekdehandgreep
naarjetoe(guur16B).
DE HANDGREEP OMDRAAIEN
De gebruiksstand kan ook worden gewijzigd door alleen de
handgreepomtedraaien.
LETOP:verwijderelkgewichtdateventueelaandehandgreep
hangt.
Nadewandelwagenopderemtehebbengezet,volgjedevol-
gendeaanwijzingen:
17.Trekdetrekkersopdehandgreepomhoogenbrengdehand-
greep naar de andere kant, tot de vergrendelde stand (guur
17).
LETOP:opdezestandmoetdewandelwagenmetgeblokkeerde
zwenkwielenwordengebruikt(ziedeparagraaf“zwenkwielen”)
LETOP:opdezestandkanhetgebruikvandewandelwagenmin-
dergemakkelijkzijn.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
18.Doordeknop(A)opderugleuningvandewandelwagenom-
hoogtehalen,kandeschuinestandervanwordenafgesteldtot
degewenstestandwordtbereikt(g.18).Doordeknoploste
laten,wordtderugleuningopdedichtstbijzijndestandvergren-
deld.Omde rugleuning omhoog te zetten,hoef je hem maar
omhoogtebegeleiden.
LETOP:methetgewichtvanhetkindkunnendezehandelingen
moeilijkerzijn.
BEENSTEUN-VOETENSTEEN
Dewandelwagenisuitgerustmeteenhandigeverstelbarebeen-
steun/voetensteun.
19.Debeensteun/voetensteunwordtafgesteldmetbehulpvan
detweeknoppenaandezijkantvandebeensteun,zoalsinguur
19 wordt getoond. Stel de beensteun/voetensteun op de ge-
wenstehoogteaf.Omdebeensteun/voetensteunweeromhoog
tezetten,hoefjenietopdeknoppentedrukken.
STOOTBEUGEL
20.Omdestootbeugeltemonteren,steekjedezijdelingsepen-
nenindegeleidersenduwjezetotzenietverderkunnen(g.
20).
21.Draaidestootbeugelrechtopenduwhemomlaagtotjede
bevestigingsklikhoort(g.21).
22.Omdestootbeugelteverwijderen,drukjeopdeknopdiein
g.22Awordtgetoondenhaaljehemomhoog.Plaatsdestoot-
beugelvervolgensinhorizontalepositie.
Dezestandkanwordengebruiktomhet kindgemakkelijkerin
hetzitjetezetten.
Omdestootbeugelhelemaalteverwijderen,trekjeeraantothij
uitdegeleidersophetzitjekomt(g.22B).
LETOP:Maakhetkindaltijdmetdeveiligheidsgordelsvast.De
stootbeugelisGEENveiligheidsysteemvoorhetkind.
LETOP:gebruikdestootbeugelnooitomdewandelwagenop
tetillen.
HANDGREEP
Dehandgreepisinhoogteverstelbaar.
23.Deblokkeerdeverstelhendelsaandezijkantenvandehand-
greep,zoalsinguur23wordtgetoond,enzetdehandgreepop
degewenstestand.Zetdeverstelhendelsweervast.
ZWENKWIELEN
Dewandelwagenisuitgerustmetzwenkende/vastevoorwielen.
Aangeraden wordt de vaste wielen op bijzonder onregelmatig
terreintegebruiken.Dewielenopdezwenkstandwordendaar-
entegenaangeradenvooreenbeteremanoeuvreerbaarheidvan
dewandelwagenopnormalewegen.
24.Omdevoorwielenzwenkendtemaken,drukjedeknopaan
devoorkantmetdevoetomlaag,zoalsinguur24wordtge-
toond.Omdevoorwielenopdevastestandtezetten,drukje
deknopopnieuwmetdevoetin.Hetwielwordtonafhankelijk
vandestandwaarophet zich bevindtopde rechtestandver-
grendeld.
LET OP: beide wielen moeten altijd tegelijkertijd wordenver-
grendeldofontgrendeld.
LETOP:wanneerdewandelwagenmetdezwenkwielenaande
achterkantwordtgebruikt,moetendewielenvergrendeldzijn.
HET ZITJE VERWIJDEREN
LETOP:leterbijdezehandelingopdathetkindeneventuele
anderekinderenzichopeenveiligeafstandbevinden.Verzekerje
ertijdensdezefasevandatdebewegendedelenvandewandel-
wagennietinaanrakingkomenmethetlichaamvanhetkind.
25.Om het zitje te verwijderen, zet jede rugleuning rechtop.
Trekaandeverstelknopvanderugleuningendruktegelijkertijd
opdedriehoekigeoranjeknopaandeonderkantvanderugleu-
ning(g.25A).Duwderugleuningnaar hetzitjetotdeeerste
reekskoppelingen loskomt. Nu plooit het zitje helemaal naar
devoorkantvandewandelwagen(g.25B).Trekaandeoranje
handgreeponderhetzitjeomhethelemaalvanhetframeteha-
len(Fig.25C).
DE WANDELWAGEN INKLAPPEN
LETOP:leterbijdezehandelingopdathetkindeneventuele
anderekinderenzichopeenveiligeafstandbevinden.Verzekerje
ertijdensdezefasevandatdebewegendedelenvandewandel-
wagennietinaanrakingkomenmethetlichaamvanhetkind.
Zetdewandelwagenopdestandmethetgezichtnaardestraat,
zoalsinguur13Awordtgetoond.
26.Nadekaptehebbeningeklaptdoordeboogjesaandezij-
kantentehebbensamengevouwen,zoalsinguur26wordtge-
toond,volgjedehandelingendiebijpunt25Aen25Bbeschre-
venworden.
27.Maakdehandgreepkleinerdoorhemnaarbinnenteschuiven
(1).Nadetrekkersopdehandgreepomhoogtehebbengetrok-
ken,draaijedehandgreep(2)opdestand,dieinguur27wordt
getoond.
Sluithetframemetdeopenings-/sluitingshendel,zoalsinguur
3wordtgetoond.
28.Haaldehandgreepomhoogen brengdevoorwielenende
achterwielennaar elkaar toetotdevergrendeldestand wordt
bereikt(g.28).
Letop:omdewandelwagenzokleinmogelijktemaken,raden
weaandehandgreepinderichtingvandevoorwielentesluiten.
29.Omhetframenogkleinertemaken,kanhetzitjenuvanhet
framewordengenomen,dooropdeoranjeknoponderdezitting
teduwen(g.25C),zoalsinguur29wordtgetoond.
GEBRUIK VAN AUTOSTOELTJE EN DRAAGMAND
Op het frame van de wandelwagenCHICCO I-MOVE kunnen
37
deI-MOVEdraagmandenhetI-MOVEautostoeltjewordenbe-
vestigd,zonderextrainrichtingentemoetengebruiken.Omde
draagmandofhetautostoeltjevastoflostemaken,raadpleegje
dehiervoorbestemdeinstructies.
LETOP: alleen het autostoeltje ende draagmandCHICCO I-
MOVEkunnenopdewandelwagenI-MOVEwordenbevestigd.
Alvorens de wandelwagen in combinatie met draagmand of
autostoeltjetegebruiken,dientaltijdtewordengecontroleerd
ofhetbevestigingssysteemgoedvergrendeldis.GEBRUIKUIT-
SLUITENDACCESSOIRESDIEZIJNUITGERUSTMETHETSPECI-
ALEI-MOVEBEVESTIGINGSMECHANISME.
DE BEKLEDING VERWIJDEREN
30.Maakdestofonderdezittingmetbehulpvandevelcroinhet
middenlos,zoalsinguur30wordtgetoond.
31.Maakdestofaandeachterkantvanhetzitjemetbehulpvan
detweevelcro’slos,dieinguur31wordengetoond.
32.Opendehoesaandeachterkantvanderugleuningmetde
velcro(A)onderdedriehoekigeknopenderitssluiting(B),zoals
inguur32wordtgetoond.
33.Verwijderdestofvanafdezijkantenvanhetzitjevandekuip
(g.33).
34. Open de ritssluiting onder de voetensteun (g. 34A en
34B).
35.Verwijderdestofvandewandelwagendoorhemvanderug-
leuningtenemen(g.35).
ACCESSOIRES
LETOP:hetkanzijndatdevervolgensbeschrevenaccessoiresbij
enkeleuitvoeringenvanhetproductnietaanwezigzijn.
LETOP:leesdeinstructiesbetreffendedeaccessoiresdieaanwe-
zigzijnbijdedoorjougekochteuitvoeringaandachtigdoor.
OMVORMBARE KAP
Dewandelwagenkanuitgerustzijnmeteenomvormbarekap.
36.Hetzitjeisuitgerustmettweekoppelingenopdezijkanten
vanderugleuning,waarmeedekapkanwordenbevestigd.Om
dekaptebevestigen/verwijderen,plaatsjehetbevestigingssy-
steemindekoppelingen,zoalsinguur36wordtgetoond.
37.Sluitderitssluitingaandeachterkantvanhetzitje(g.37).
LETOP:dekapdientaanbeidekantenvandewandelwagente
wordenbevestigd.Controleerofhijgoedisvastgemaakt.
38.Omdekapteopenen,duwjehetboogjeaandevoorkant
vooruitenverzekerjedebevestigingviadetweezijscharnieren,
zoalswordtgetoondinguur38.
39.Omdekapineenzomersezonnekapteveranderen,openje
deondersteritssluitingaandekap(g.39A)enzetjedekapop
degewenstestand(g.39B).
40.Alsderugleuninghelemaalisneergelaten,kanderitssluiting
aandeachterkantgeopendworden,zodateennieuwstukstof
vrijkomtendekapruimerenbeschermenderwordt(g.40Aen
40B).
COMFORT KIT
DewandelwagenkanuitgerustzijnmeteenComfortKit.
41.DeComfortKitbevat2bedekkingenvoordeschouderriemen
A,eenbedekkingvoorhettussenbeenstukBeneenkussentjeC
(guur41).
42.Steekde schouderriemen in de beschermstukken,zoals in
guur 42 wordt getoond. De schouderriempjes kunnen op de
lengtevanhetkindwordenafgesteld.
43.Steekhettussenbeenstukdoordespecialeopening,zoalsin
guur43wordtgetoond
LETOP:omdeveiligheidvanjekindtegaranderen,moetende
veiligheidsgordelsaltijdwordengebruikt.
VOLEDIGE REGENBEKLEDING
Dewandelwagenkanwordenuitgerustmetregenbekleding.
44. Bevestig de regenbekledingdoor hem met het elastische
deel(guur44A)aandekapvasttemakenenhemmetdevel-
cro’saandeuiteindenaandevoorstestangvasttezetten,zoals
inguur44Bwordtgetoond.Laatderegenbekledingnahetge-
bruikaandeluchtdrogen(alshijnatzouzijngeworden),voordat
jehemopvouwtenopbergt.
LETOP:letbijzondergoedoptijdenshetgebruikvanderegen-
bekleding.
LET OP: de regenbekleding mag niet zonder kap of zonnekap
opdewandelwagenwordengebruikt,omdathetkindhierdoor
kanstikken.Alsderegenbekledingopdewandelwagenisaange-
bracht,magjehem,omgevaarvooroververhittingtevoorko-
men,nooitmethetkinderinindezonzetten.
VOETENZAK/VOETENBEKLEDING
Dewandelwagenkan meteenvoetenzak uitgerust zijn,die in
eenvoetenbekledingveranderdkanworden.
45.Omdevoetenzakaantebrengennadestootbeugelteheb-
benverwijderd,legjehemophetzitje.Haaldestootbeugeldoor
deopeningenindevoetenzakenmaakhemaanhetzitjevast
(g.45).
Devoetenzakkanmetbehulpvanderitssluitingaandeachter-
kantgescheidenwordenineenmatrasjeenvoetenbekleding,die
afzonderlijkgebruiktkunnenworden.Destandaardgebruikswij-
zenvoordevoetenzakzijndezelfdeindienhijgebruiktwordtop
dewandelwagen.
BOODSCHAPPENMAND
De wandelwagen kan uitgerust zijn met een boodschappen-
mand.
46.Omdeboodschappenmandopdewandelwagentemonte-
ren,maakjedevelcro’saandedrieuiteindenvandemandvast
aande drie lussen van de wandelwagen (guur 46A en 46B).
Maakde2bandenaandebovenkantvast,zoalsinguur46Aen
46Cwordtgetoond,nadatjezeronddestangwikkelt.
LETOP:laadnietmeerdan2kgindemand.Deinhoudmoetuit
demandwordengehaald,voordatjedewandelwagensluit.
TAS
De wandelwagen kan uitgerust worden met een handige tas,
metbijhorendverzorgingskussen.
47.Vooreeneenvoudigergebruikzijneraandebuiten-enbin-
nenkantvandetasverschillendevakjes,waarjevoorwerpenin
kanopbergen(g.47).
LETOP:laadnietmeerdan2kgindetas.
LETOP:alshetbovenbeschrevengewichtwordtoverschreden,
kanditdestabiliteitvandewandelwageninhetgedrangbren-
genenkanhijkantelen.
Belangrijke opmerking: de afbeeldingen en instructies in dit
boekje hebben betrekking op een bepaalde uitvoering van de
wandelwagen.Sommigeonderdelenenfunctiesdiehierworden
beschreven,kunnen afhankelijkvandedoor jou gekochte uit-
voeringanderszijn.
VOOR MEER INFORMATIE
ArtsanaBelgiumN.V.
Klantenservice
Temselaan5
1853STROMBEEK-BEVER-België
TelefooninItalië:800-188898
www.chicco.com

Documenttranscriptie

NL • LET OP: voor het gebruik dien je je ervan te verzekeren dat alle vergrendelmechanismen correct zijn gebruikt. Verzeker je er in het bijzonder van dat de wandelwagen op de open stand is vergrendeld. BELANGRIJKE MEDEDELINGEN BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING. DE VEILIGHEID VAN JE KIND KAN IN HET GEDRANG KOMEN ALS JE DEZE INSTRUCTIES NIET OPVOLGT. LET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. • Laad niet meer dan 2 kg gewicht in de boodschappenmand. • Vervoer niet meer dan één kind tegelijk in het zitje. • LET OP: het kan onveilig zijn om andere reserveonderdelen te gebruiken dan die, die door de fabrikant of de leverancier geleverd of goedgekeurd zijn. • LET OP: het kan onveilig zijn om andere accessoires, zoals bijvoorbeeld autostoeltjes, tassenhaken, regenhoezen, enz. te gebruiken dan die, die door de fabrikant of de leverancier geleverd of goedgekeurd zijn. • LET OP: iedere tas of ieder gewicht dat aan de handgrepen is gehangen, kan de stabiliteit van de wandelwagen in het gedrang brengen. • LET OP: het gebruik van het tussenbeenstuk en de veiligheidsgordels is nodig om de veiligheid van het kind te garanderen. Gebruik de veiligheidsgordels altijd samen met het tussenbeenstuk. • Verzeker je ervan dat de gebruikers van de wandelwagen goed weten hoe hij werkt. • LET OP: verzeker je er bij het openen en sluiten van de wandelwagen van dat het kind zich op veilige afstand bevindt: sluit of open de wandelwagen niet terwijl het kind erin zit. Verzeker je er bij de regelhandelingen van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. • Gebruik de rem iedere keer dat je stopt. • LET OP: laat de wandelwagen nooit met het kind erin op een helling staan, ook al staat hij op de rem. • Zorg ervoor dat andere kinderen niet zonder toezicht in de buurt van de wandelwagen spelen of erop klimmen. • Om gevaar voor wurging te voorkomen, mag je het kind geen voorwerpen met WAARSCHUWINGEN • LET OP: DE VEILIGHEID VAN HET KIND HANGT OOK VAN JOU AF! • LET OP: kinderen moeten altijd met de veiligheidsgordels worden vastgemaakt en mogen nooit zonder toezicht worden gelaten. • LET OP: houd het kind bij de afstelwerkzaamheden uit de buurt van de bewegende delen van de wandelwagen. • Deze wandelwagen heeft periodiek een onderhoud nodig, dat door de gebruiker moet worden verricht. • Overbelasting, niet goed sluiten en het gebruik van niet goedgekeurde accessoires, kan de wandelwagen beschadigen of kapotmaken. • LET OP: het kan gevaarlijk zijn het kind zonder toezicht te laten. • LET OP: controleer voor de montage of het product en zijn onderdelen niet beschadigd zijn tijdens het transport. In dat geval mag het artikel niet worden gebruikt en dient het buiten het bereik van kinderen te worden gehouden. • De wandelwagen mag worden gebruikt voor kinderen vanaf de geboorte tot 36 maanden, en tot een gewicht van maximaal 15 kg. • Voor gebruik bij kinderen vanaf de geboorte tot de leeftijd van ongeveer 6 maanden, moet de rugleuning volledig platgelegd worden. 34 touwen geven of deze binnen het bereik van het kind laten liggen. • LET OP: gebruik de wandelwagen niet op trappen of roltrappen: je zou de controle er ineens over kunnen verliezen. Kijk goed uit als je een trede of de stoep op- of afgaat. • Als je de wandelwagen gedurende lange tijd in de zon laat staan, wacht dan tot hij afgekoeld is voordat je het kind erin zet. Door lang in de zon te staan, kunnen de materialen en stoffen van kleur veranderen. • Gebruik het artikel niet als er onderdelen stuk of gescheurd zijn, of ontbreken. • LET OP: controleer voor het gebruik of de bevestigingsmechanismen van de kinderwagen of van het zitje van de wandelwagen goed zijn vastgemaakt. • LET OP: als de wandelwagen niet wordt gebruikt, dient hij buiten het bereik van kinderen te worden gehouden. • LET OP: de wandelwagen mag niet worden gebruikt, terwijl je rent of (rol) schaatst. • Voorkom dat de wandelwagen in aanraking komt met zout water, om roest te voorkomen. • Gebruik de wandelwagen niet op het strand. • LET OP: dit product mag uitsluitend door een volwassene worden gebruikt. nenolie. Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd ze vrij van stof en zand. Verzeker je ervan dat de kunststof delen die over de metalen buizen lopen vrij zijn van stof, vuil en zand om wrijving te voorkomen, wat de goede werking van de wandelwagen kan schaden. Berg de wandelwagen op een droge plaats op. OPENEN LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker je er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. 1. Til de handgreep op tot hij op de vergrendelde stand staat (fig. 1). 2. Til het frame op tot de stand in figuur 2 bereikt wordt. 3. Gebruik openingstoets A volgens de volgende aanwijzingen: verplaats de toets (2) naar links (1) en vervolgens omhoog, zoals in figuur 3 wordt getoond. 4. Beweeg de achterpoot naar buiten tot de vergrendelde stand wordt bereikt (figuur 4). LET OP: verzeker je er in het bijzonder van dat de wandelwagen op de geopende stand is vergrendeld. 5. Trek aan de trekkers op de handgreep (fig. 5A) en zet de handgreep op de in figuur 5B getoonde stand. DE WIELEN MONTEREN EN DEMONTEREN 6. Steek de wielpen in de opening in de stang van de achterpoot, zoals in figuur 6 wordt getoond. Herhaal de handeling bij beide wielen. 7. De achterwielen kunnen verwijderd worden. Druk op de knop in het midden van het wiel en haal het van de pen (zie fig. 7). HET ZITJE MONTEREN 8. Om het zitje op het frame van de wandelwagen vast te maken, pak je het zitje met beide handen aan de zijkanten vast en maak je de basis ervan op het frame vast (figuur 8A en 8B). Doe dit zodanig dat de uitsparing in het zitje(A) uitgelijnd is met de pijltjes op het frame (B) (figuur 8C). Zet het zitje op het frame tot het helemaal vastzit. VEILIGHEIDSGORDELS De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem met vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouderriemen, een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp. LET OP: om hem voor kinderen vanaf de geboorte tot ongeveer 6 maanden te gebruiken, moeten de schoudergordels worden gebruikt. 9. Steek de veiligheidsgespen in de speciale openingen in de stof (fig. 9) en controleer of de schouderriempjes zich op de ideale hoogte voor je kind bevinden: zo niet, dan stel je de hoogte ervan anders af. 10. Laat de driehoek van de schoudergordel (A) samenvallen met die op het bevestigingssysteem van de buikgordel (B)(Figuur 10A). Doe ze vervolgens in de gesp (C). Kies de geschikte spanning van de gordels door ze langs de plastic ringen te laten lopen. Om de veiligheidsgordels los te maken, druk je op de knop in het midden (D). Voor meer veiligheid is de wandelwagen uitgerust met D-ringen om volgens de voorschriften BS 6684 een extra veiligheidsgordel vast te kunnen maken. De ringen bevinden zich rechts en links aan de binnenkant van het zitje van de wandelwagen (fig. 10B). LET OP: om de veiligheid van je kind te garanderen, moeten de veiligheidsgordels altijd worden gebruikt. REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS Dit artikel heeft geregeld onderhoud nodig. Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door een volwassene worden verricht. REINIGEN De stof van de wandelwagen kan verwijderd worden (raadpleeg het hoofdstuk “Afneembaarheid”). Zie de wasetiketten om de stoffen gedeeltes te reinigen. Vervolgens worden de wassymbolen met hun betekenis weergegeven: Met koud water met de hand wassen Niet bleken Niet in de droogtrommel drogen Niet strijken Niet chemisch laten reinigen REM De rem bevindt zich op de handgreep van de wandelwagen. 11. Om de wandelwagen te doen remmen, draai je de hendel tegen de klok in op de vergrendelde stand, die door de rode verklikker wordt aangegeven. Op die manier is de rem goed geactiveerd (figuur 11). 12. Om de rem van de wandelwagen op te heffen, druk je op de knop in het midden van de hendel (figuur 12). Een groene verklikker geeft aan dat hij goed ontgrendeld is. LET OP: gebruik altijd de rem als je stopt. Laat de wandelwagen Reinig de kunststof delen regelmatig met een vochtige doek. Na eventuele aanraking met water moeten de metalen delen afgedroogd worden om roestvorming te voorkomen. ONDERHOUD Smeer de bewegende delen indien nodig in met droge silico- 35 Deze stand kan worden gebruikt om het kind gemakkelijker in het zitje te zetten. Om de stootbeugel helemaal te verwijderen, trek je eraan tot hij uit de geleiders op het zitje komt (fig. 22B). LET OP: Maak het kind altijd met de veiligheidsgordels vast. De stootbeugel is GEEN veiligheidsysteem voor het kind. LET OP: gebruik de stootbeugel nooit om de wandelwagen op te tillen. nooit met het kind erin op een helling staan, ook al zijn de remmen geactiveerd. GEBRUIKSCONFIGURATIES 13. De wandelwagen kan zowel met het gezicht naar de ouders, als met het gezicht naar de straat worden gebruikt. De overgang van de ene stand naar de andere kan worden verricht door: - het zitje te draaien (afbeelding 13A gezicht naar de straat, afbeelding 13B gezicht naar de ouders), - de handgreep om te draaien (afbeelding 13C gezicht naar de straat, afbeelding 13D gezicht naar de ouders). HANDGREEP De handgreep is in hoogte verstelbaar. 23. Deblokkeer de verstelhendels aan de zijkanten van de handgreep, zoals in figuur 23 wordt getoond, en zet de handgreep op de gewenste stand. Zet de verstelhendels weer vast. HET ZITJE DRAAIEN LET OP: om de stabiliteit van het product tijdens de hieronder beschreven handelingen niet in gevaar te brengen, moet je op een horizontaal vlak gaan staan en elk gewicht verwijderen, dat eventueel aan de handgreep hangt. ZWENKWIELEN De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voorwielen. Aangeraden wordt de vaste wielen op bijzonder onregelmatig terrein te gebruiken. De wielen op de zwenkstand worden daarentegen aangeraden voor een betere manoeuvreerbaarheid van de wandelwagen op normale wegen. 24. Om de voorwielen zwenkend te maken, druk je de knop aan de voorkant met de voet omlaag, zoals in figuur 24 wordt getoond. Om de voorwielen op de vaste stand te zetten, druk je de knop opnieuw met de voet in. Het wiel wordt onafhankelijk van de stand waarop het zich bevindt op de rechte stand vergrendeld. LET OP: beide wielen moeten altijd tegelijkertijd worden vergrendeld of ontgrendeld. LET OP: wanneer de wandelwagen met de zwenkwielen aan de achterkant wordt gebruikt, moeten de wielen vergrendeld zijn. Om de wandelwagen vanaf de stand “gezicht naar de straat” op de stand “gezicht naar de ouders” te zetten, of omgekeerd, volg je de volgende aanwijzingen, na de wandelwagen op de rem te hebben gezet: 14. Trek de trekkers op de handgreep tegelijk omhoog en zet de handgreep rechtop, zoals in figuur 14 wordt getoond. 15. Trap met de voet op de ontgrendelpedaal voor het draaien, zoals in figuur 15 wordt getoond. 16. Het zitje kan nu in elke richting worden gedraaid (figuur 16A). Kies de stand waarop je de wandelwagen wilt gebruiken (gezicht naar de ouders of gezicht naar de straat) en trek de handgreep naar je toe (figuur 16B). HET ZITJE VERWIJDEREN LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker je er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. 25. Om het zitje te verwijderen, zet je de rugleuning rechtop. Trek aan de verstelknop van de rugleuning en druk tegelijkertijd op de driehoekige oranje knop aan de onderkant van de rugleuning (fig. 25A). Duw de rugleuning naar het zitje tot de eerste reeks koppelingen loskomt. Nu plooit het zitje helemaal naar de voorkant van de wandelwagen (fig. 25B). Trek aan de oranje handgreep onder het zitje om het helemaal van het frame te halen (Fig. 25C). DE HANDGREEP OMDRAAIEN De gebruiksstand kan ook worden gewijzigd door alleen de handgreep om te draaien. LET OP: verwijder elk gewicht dat eventueel aan de handgreep hangt. Na de wandelwagen op de rem te hebben gezet, volg je de volgende aanwijzingen: 17. Trek de trekkers op de handgreep omhoog en breng de handgreep naar de andere kant, tot de vergrendelde stand (figuur 17). LET OP: op deze stand moet de wandelwagen met geblokkeerde zwenkwielen worden gebruikt (zie de paragraaf “zwenkwielen”) LET OP: op deze stand kan het gebruik van de wandelwagen minder gemakkelijk zijn. DE WANDELWAGEN INKLAPPEN LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker je er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. Zet de wandelwagen op de stand met het gezicht naar de straat, zoals in figuur 13A wordt getoond. 26. Na de kap te hebben ingeklapt door de boogjes aan de zijkanten te hebben samengevouwen, zoals in figuur 26 wordt getoond, volg je de handelingen die bij punt 25A en 25B beschreven worden. 27. Maak de handgreep kleiner door hem naar binnen te schuiven (1). Na de trekkers op de handgreep omhoog te hebben getrokken, draai je de handgreep (2) op de stand, die in figuur 27 wordt getoond. Sluit het frame met de openings-/sluitingshendel, zoals in figuur 3 wordt getoond. 28. Haal de handgreep omhoog en breng de voorwielen en de achterwielen naar elkaar toe tot de vergrendelde stand wordt bereikt (fig. 28). Let op: om de wandelwagen zo klein mogelijk te maken, raden we aan de handgreep in de richting van de voorwielen te sluiten. 29. Om het frame nog kleiner te maken, kan het zitje nu van het frame worden genomen, door op de oranje knop onder de zitting te duwen (fig. 25C), zoals in figuur 29 wordt getoond. DE RUGLEUNING AFSTELLEN 18. Door de knop (A) op de rugleuning van de wandelwagen omhoog te halen, kan de schuine stand ervan worden afgesteld tot de gewenste stand wordt bereikt (fig. 18). Door de knop los te laten, wordt de rugleuning op de dichtstbijzijnde stand vergrendeld. Om de rugleuning omhoog te zetten, hoef je hem maar omhoog te begeleiden. LET OP: met het gewicht van het kind kunnen deze handelingen moeilijker zijn. BEENSTEUN-VOETENSTEEN De wandelwagen is uitgerust met een handige verstelbare beensteun/voetensteun. 19. De beensteun/voetensteun wordt afgesteld met behulp van de twee knoppen aan de zijkant van de beensteun, zoals in figuur 19 wordt getoond. Stel de beensteun/voetensteun op de gewenste hoogte af. Om de beensteun/voetensteun weer omhoog te zetten, hoef je niet op de knoppen te drukken. STOOTBEUGEL 20. Om de stootbeugel te monteren, steek je de zijdelingse pennen in de geleiders en duw je ze tot ze niet verder kunnen (fig. 20). 21. Draai de stootbeugel rechtop en duw hem omlaag tot je de bevestigingsklik hoort (fig. 21). 22. Om de stootbeugel te verwijderen, druk je op de knop die in fig. 22A wordt getoond en haal je hem omhoog. Plaats de stootbeugel vervolgens in horizontale positie. GEBRUIK VAN AUTOSTOELTJE EN DRAAGMAND Op het frame van de wandelwagen CHICCO I-MOVE kunnen 36 je hem opvouwt en opbergt. LET OP: let bijzonder goed op tijdens het gebruik van de regenbekleding. LET OP: de regenbekleding mag niet zonder kap of zonnekap op de wandelwagen worden gebruikt, omdat het kind hierdoor kan stikken. Als de regenbekleding op de wandelwagen is aangebracht, mag je hem, om gevaar voor oververhitting te voorkomen, nooit met het kind erin in de zon zetten. de I-MOVE draagmand en het I-MOVE autostoeltje worden bevestigd, zonder extra inrichtingen te moeten gebruiken. Om de draagmand of het autostoeltje vast of los te maken, raadpleeg je de hiervoor bestemde instructies. LET OP: alleen het autostoeltje en de draagmand CHICCO IMOVE kunnen op de wandelwagen I-MOVE worden bevestigd. Alvorens de wandelwagen in combinatie met draagmand of autostoeltje te gebruiken, dient altijd te worden gecontroleerd of het bevestigingssysteem goed vergrendeld is. GEBRUIK UITSLUITEND ACCESSOIRES DIE ZIJN UITGERUST MET HET SPECIALE I-MOVE BEVESTIGINGSMECHANISME. VOETENZAK/VOETENBEKLEDING De wandelwagen kan met een voetenzak uitgerust zijn, die in een voetenbekleding veranderd kan worden. 45. Om de voetenzak aan te brengen na de stootbeugel te hebben verwijderd, leg je hem op het zitje. Haal de stootbeugel door de openingen in de voetenzak en maak hem aan het zitje vast (fig. 45). De voetenzak kan met behulp van de ritssluiting aan de achterkant gescheiden worden in een matrasje en voetenbekleding, die afzonderlijk gebruikt kunnen worden. De standaard gebruikswijzen voor de voetenzak zijn dezelfde indien hij gebruikt wordt op de wandelwagen. DE BEKLEDING VERWIJDEREN 30. Maak de stof onder de zitting met behulp van de velcro in het midden los, zoals in figuur 30 wordt getoond. 31. Maak de stof aan de achterkant van het zitje met behulp van de twee velcro’s los, die in figuur 31 worden getoond. 32. Open de hoes aan de achterkant van de rugleuning met de velcro (A) onder de driehoekige knop en de ritssluiting (B), zoals in figuur 32 wordt getoond. 33. Verwijder de stof vanaf de zijkanten van het zitje van de kuip (fig. 33). 34. Open de ritssluiting onder de voetensteun (fig. 34A en 34B). 35. Verwijder de stof van de wandelwagen door hem van de rugleuning te nemen (fig. 35). BOODSCHAPPENMAND De wandelwagen kan uitgerust zijn met een boodschappenmand. 46. Om de boodschappenmand op de wandelwagen te monteren, maak je de velcro’s aan de drie uiteinden van de mand vast aan de drie lussen van de wandelwagen (figuur 46A en 46B). Maak de 2 banden aan de bovenkant vast, zoals in figuur 46A en 46C wordt getoond, nadat je ze rond de stang wikkelt. LET OP: laad niet meer dan 2 kg in de mand. De inhoud moet uit de mand worden gehaald, voordat je de wandelwagen sluit. ACCESSOIRES LET OP: het kan zijn dat de vervolgens beschreven accessoires bij enkele uitvoeringen van het product niet aanwezig zijn. LET OP: lees de instructies betreffende de accessoires die aanwezig zijn bij de door jou gekochte uitvoering aandachtig door. OMVORMBARE KAP De wandelwagen kan uitgerust zijn met een omvormbare kap. 36. Het zitje is uitgerust met twee koppelingen op de zijkanten van de rugleuning, waarmee de kap kan worden bevestigd. Om de kap te bevestigen/verwijderen, plaats je het bevestigingssysteem in de koppelingen, zoals in figuur 36 wordt getoond. 37. Sluit de ritssluiting aan de achterkant van het zitje (fig. 37). LET OP: de kap dient aan beide kanten van de wandelwagen te worden bevestigd. Controleer of hij goed is vastgemaakt. 38. Om de kap te openen, duw je het boogje aan de voorkant vooruit en verzeker je de bevestiging via de twee zijscharnieren, zoals wordt getoond in figuur 38. 39. Om de kap in een zomerse zonnekap te veranderen, open je de onderste ritssluiting aan de kap (fig. 39A) en zet je de kap op de gewenste stand (fig. 39B). 40. Als de rugleuning helemaal is neergelaten, kan de ritssluiting aan de achterkant geopend worden, zodat een nieuw stuk stof vrijkomt en de kap ruimer en beschermender wordt (fig. 40A en 40B). TAS De wandelwagen kan uitgerust worden met een handige tas, met bijhorend verzorgingskussen. 47. Voor een eenvoudiger gebruik zijn er aan de buiten- en binnenkant van de tas verschillende vakjes, waar je voorwerpen in kan opbergen (fig. 47). LET OP: laad niet meer dan 2 kg in de tas. LET OP: als het bovenbeschreven gewicht wordt overschreden, kan dit de stabiliteit van de wandelwagen in het gedrang brengen en kan hij kantelen. Belangrijke opmerking: de afbeeldingen en instructies in dit boekje hebben betrekking op een bepaalde uitvoering van de wandelwagen. Sommige onderdelen en functies die hier worden beschreven, kunnen afhankelijk van de door jou gekochte uitvoering anders zijn. COMFORT KIT De wandelwagen kan uitgerust zijn met een Comfort Kit. 41. De Comfort Kit bevat 2 bedekkingen voor de schouderriemen A, een bedekking voor het tussenbeenstuk B en een kussentje C (figuur 41). 42. Steek de schouderriemen in de beschermstukken, zoals in figuur 42 wordt getoond. De schouderriempjes kunnen op de lengte van het kind worden afgesteld. 43. Steek het tussenbeenstuk door de speciale opening, zoals in figuur 43 wordt getoond LET OP: om de veiligheid van je kind te garanderen, moeten de veiligheidsgordels altijd worden gebruikt. VOLEDIGE REGENBEKLEDING De wandelwagen kan worden uitgerust met regenbekleding. VOOR MEER INFORMATIE Artsana Belgium N.V. Klantenservice Temselaan 5 1853 STROMBEEK-BEVER - België Telefoon in Italië: 800-188 898 www.chicco.com 44. Bevestig de regenbekleding door hem met het elastische deel (figuur 44A) aan de kap vast te maken en hem met de velcro’s aan de uiteinden aan de voorste stang vast te zetten, zoals in figuur 44B wordt getoond. Laat de regenbekleding na het gebruik aan de lucht drogen (als hij nat zou zijn geworden), voordat 37
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Chicco TRIO I-MOVE TOPTRIO I-MOVE de handleiding

Categorie
Kinderwagens
Type
de handleiding