44
Inhoud
1. Veiligheidsvoorschriften ......................................................................... 44
2. De installatieplaats kiezen ..................................................................... 44
3. Installatieschema ................................................................................... 45
4. Het binnenapparaat installeren .............................................................. 45
5. Koelleidingwerk ...................................................................................... 47
6. Installatie van Draineerbuizen ............................................................... 48
7. Elektrische aansluitingen ....................................................................... 49
8. Het rooster installeren ............................................................................ 52
9. Proefdraaien .......................................................................................... 54
• Lees “Veiligheidsvoorschriften” voordat u de airconditioner installeert.
• Zorg dat u de waarschuwingen in acht neemt, omdat deze belangrijke infor-
matie over de veiligheid bevatten.
• De symbolen hebben de volgende betekenis:
Waarschuwing:
Kan leiden tot de dood, ernstig letsel, enzovoort.
Voorzichtig:
Kan in een bepaalde omgeving bij onjuist gebruik leiden tot ernstig letsel.
• Bewaar deze handleiding na het lezen, samen met de bedieningshandleiding,
op een handige plaats bij de klant.
: Geeft een onderdeel aan dat geaard moet worden.
Waarschuwing:
Lees de stickers die op het apparaat zitten zorgvuldig.
Waarschuwing:
• De installatie moet door een vakman worden uitgevoerd.
Onvolledige installatie kan leiden tot letsel als gevolg van brand, een elektri-
sche schok, het vallen van de unit of waterlekkage. Raadpleeg de dealer bij
wie u de unit hebt aangeschaft of een gespecialiseerde installateur.
• Installeer de unit degelijk op een plaats die berekend is op het gewicht van de
unit.
Als de unit op een te zwakke plaats wordt bevestigd, kan hij vallen en letsel
veroorzaken.
• Gebruik de aangegeven kabels om de binnen- en buitenunits met elkaar te
verbinden. Sluit de draden stevig aan op de aansluitpunten van het klem-
bord, zodat de spanning op de draden niet wordt overgebracht op deze on-
derdelen.
Onvolledige verbinding of aansluiting kan brand veroorzaken.
• Gebruik geen tussenkabel of verlengsnoer bij het aanleggen van de elektrici-
teit. Sluit niet meer dan één apparaat aan per stopcontact.
Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok als gevolg van een ondeug-
delijk contact, ondeugdelijke isolatie, overschrijding van de toegestane be-
lasting, enzovoort.
• Controleer of er geen koelgas lekt nadat de unit is geïnstalleerd.
• Voer de installatie veilig uit aan de hand van de installatiehandleiding.
Onvolledige installatie kan leiden tot lichamelijk letsel als gevolg van brand,
elektrische schokken, het vallen van de unit of waterlekkage.
• Voer de elektrische installatie uit volgens de aanwijzingen in de installatie-
handleiding en gebruik een aparte stroomkring.
Als het vermogen van de stroomkring niet toereikend is of de elektrische
installatie niet volledig is afgewerkt, kan dit leiden tot brand of een elektri-
sche schok.
• Bevestig de beschermkap van de schakeldoos stevig aan de binnenunit. Be-
vestig het onderhoudspaneel stevig aan de buitenunit.
Als de beschermkap van de schakeldoos aan de binnenunit en/of het
onderhoudspaneel aan de buitenunit niet goed zijn bevestigd, kan dit leiden
tot brand, veroorzaakt door stof, water enzovoort.
• Zorg dat u bij de installatie de meegeleverde of aangegeven onderdelen ge-
bruikt.
Het gebruik van ondeugdelijke onderdelen kan leiden tot letsel of waterlekkage
als gevolg van brand, een elektrische schok, het vallen van de unit, enzo-
voort.
• Ventileer de kamer als er koelstof lekt wanneer de unit in werking is.
Als de koelstof met vuur in contact komt, komen er giftige gassen vrij.
Voorzichtig:
• Aard de unit.
Verbind de aarddraad niet met een gasleiding, waterleidingafsluiter of een
aarddraad voor een telefoonaansluiting. Ondeugdelijke aarding kan leiden
tot een elektrische schok.
• Installeer de unit niet in een ruimte waar een brandbaar gas lekt.
Als er gas lekt en dit zich in de ruimte rond de unit ophoopt, kan dit tot een
explosie leiden.
• Installeer een aardlekschakelaar als de unit wordt geïnstalleerd in een voch-
tige ruimte.
Als er geen aardlekschakelaar is geïnstalleerd, kan dit leiden tot een elektri-
sche schok.
• Voer de werkzaamheden aan het afvoer- en leidingstelsel zorgvuldig uit vol-
gens de installatiehandleiding.
Als er een defect optreedt in het afvoer- en leidingstelsel, kan dit leiden tot
waterlekkage uit de unit en waterschade aan meubilair en dergelijke.
• Draai een optrompmoer aan met een momentsleutel zoals aangegeven in deze
handleiding.
Wanneer u een optrompmoer te stevig aandraait, kan deze na verloop van tijd
breken en koelstoflekkage veroorzaken.
2. De installatieplaats kiezen
2.1. Binnenunit
• Waar de luchtstroom niet wordt geblokkeerd.
• Waar koele lucht over de gehele ruimte wordt verspreid.
• Waar de unit niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• Op ten minste 1 meter afstand van uw televisie en radio. De unit kan storen op het
beeld of geluid van uw televisie of radio.
• Zo ver mogelijk verwijderd van tl-buizen of gloeilampen, zodat de infrarode af-
standsbediening normaal kan worden gebruikt.
• Waar u het luchtfilter gemakkelijk kan verwijderen en vervangen.
Waarschuwing:
Installeer de binnenunit aan een plafond dat berekend is op het gewicht van de
unit.
2.2. De draadloze afstandsbediening installeren
(Voor SLZ-KA25/KA35/KA50VAL)
• Installatieplaats
• Waar u deze gemakkelijk kunt bedienen en goed kunt zien.
• Buiten het bereik van kinderen.
• Installatie
Kies een plaats ongeveer 1,2 meter boven de grond. Controleer of signalen van de
afstandsbediening vanaf die plaats worden opgevangen door de binnenunit (enkele
of dubbele pieptonen voor ontvangst). Bevestig vervolgens de houder voor de af-
standsbediening aan een pilaar of muur en plaats de draadloze afstandsbediening.
In ruimten met tl-licht is het mogelijk dat de signalen van de draadloze afstands-
bediening niet worden opgevangen.
1. Veiligheidsvoorschriften
Opmerking:
De term “Snoerafstandsbediening” in deze bedieningshandleiding is alleen van toepassing op de PAR-21MAA. Raadpleeg de installatiehandleiding of de
begininstellingenhandleiding die in de PAR-30MAA-verpakking zijn meegeleverd voor meer informatie over de PAR-30MAA.