Marantec Control 144 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Control 144N/145N
Besturing voor industriële-sectionaaldeuren
Handboek voor de inbedrijfstelling en boek met schakelschema’s
FULL-SERVICE
OPERATOR SYSTEMS
FOR GARAGE DOORS
OPERATOR SYSTEMS
FOR SECTIONAL DOORS
OPERATOR SYSTEMS
FOR SLIDING GATES
OPERATOR SYSTEMS
FOR HINGED GATES
OPERATOR SYSTEMS
FOR ROLLER SHUTTERS
PARK BARRIER
SYSTEMS
ELECTRONIC
CONTROL UNITS
PRODUCT SERVICE
ACCESSORIES
NL
Nederlands / Blz. 2
1. Inhoudsopgave
Nederlands / Blz. 3
NL
Hoofdstuk Blz.
1. Inhoudsopgave ........................................................................................3
2. Verklaring van de symbolen ..................................................................4
3. Afbeeldingen van de besturing Control 144N/145N ............................6
4. Belangrijke veiligheidsinstructies...........................................................8
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N.......................10
5.1 Verbinding besturing — aandrijving .............................................................10
5.1.1 Dynamic 121 - 128 / Dynamic 300 - 301...........................................11
5.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108 .....................................................................11
5.2 Inbedrijfstelling ............................................................................................12
5.3 Instelling van het referentiepunt...................................................................14
5.3.1 Dynamic 121 - 128 en Dynamic 300 - 301 ........................................14
5.3.2 Dynamic 3-101 - 3-118 .....................................................................16
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden...........................17
6.1 Overzicht van de weergavefuncties .............................................................17
6.2 Basisfuncties van de aandrijving ...................................................................21
6.3 Uitgebreide programmeerfuncties................................................................34
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen .......................50
7.1 Radiografische besturing..............................................................................50
7.2 Externe bedieningselementen ......................................................................51
7.2.1 Aansluiting van externe bedieningselementen met systeemstekker ....51
7.2.2 Aansluiting van externe bedieningselementen zonder systeemstekker52
7.3 Aansluiting fotocel.......................................................................................55
7.4 Aansluiting van uitbreidingseenheden voor besturingsingangen...................57
7.5 Aansluiting van de uitbreidingen voor besturingsuitgangen .........................59
7.5.1 Eindpositiemelding (relais) (Art. nr. 153 044)......................................60
7.5.2 Aansluiting signaallampen voor sluitfunctie
(Control 220, Art. nr. 152 814)..........................................................61
7.5.3 Aansluiting van signaallampen voor functie verkeersregeling
(Art.nr. 8 050 158).............................................................................62
7.5.4 Verlichting (Relais met bijzondere functie)..........................................63
8. Bijlage ....................................................................................................64
8.1.1 Aansluitschema van de besturing Control 144N
(met Dynamic aandrijving) .................................................................64
8.1.2 Aansluitschema van de besturing Control 145N
(met Dynamic aandrijving) .................................................................66
8.2 Foutmeldingen.............................................................................................68
8.3 Testhandleiding............................................................................................70
8.4 Technische gegevens....................................................................................74
Nederlands / Blz. 4
2. Verklaring van de symbolen
Voorzichtig! Gevaar voor lichamelijk letsel!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die absoluut
nageleefd moeten worden om letsel aan personen te vermijden!
Opgelet! Gevaar voor materiële schade!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die absoluut
nageleefd moeten worden om materiële schade te vermijden!
Functiecontrole:
Na aansluiting en programmering van de meeste
bedieningsonderdelen kan de besturing op zijn functie
getest worden. Dit is zinvol om een fout onmiddellijk te
herkennen en om bij het zoeken naar fouten tijd uit te sparen.
Opmerking / tip
2. Verklaring van de symbolen
Nederlands / Blz. 5
NL
In bedrijf, netspanning
Na impuls
Storing
Eindpositie OPEN
Eindpositie DICHT
Krachtbegrenzing
Stop
Extern bedieningselement
Elektronische antenne
Externe fotocel
Zender
(Opto-sensor, fotocel)
Ontvanger
(Opto-sensor, fotocel)
Veiligheidscontactlijst
Toerentalsensor
Voor de besturing
Slappekabelschakelaar
Verbindingsleiding
Loopdeurkontact
Automatisch sluiten
Verlichting
Symbolen van besturing, aandrijving etc.:
Nederlands / Blz. 6
3. Afbeeldingen van de besturing Control 144N/145N
Afb. 3: Bedieningspaneel van de besturing
Afb. 1: Overzichtsschets van de deuromgeving
D
C
A
B
F
E
Afb. 2: Folietoetsenbord en sleutelschakelaar
Overzichtsschets van de
deuromgeving:
A Besturing met folietoetsen
B Aansluitingen in de besturing
C Aandrijvingsaansluiting
D Referentie-schakelaar
E Wandcontactdoos CEE-norm 16 A
aan de bouwkant
F Aansluiting aan het deurblad
Sleutelschakelaar:
0 rood uit
I blauw aan
Controlelampjes:
1. Fotocel
2. Eindpositie OPEN
3. Sluittijden
4. Eindpositie DICHT
5. Referentiepunt
6. Storing
7. Bij impuls
8. Bedrijfspanning
15. Foutmelding
Bedieningselementen:
10. Drukknop PROGRAMMERING
11. Drukknop OPEN
12. Drukknop DICHT
13. Drukknop STOP
3
1
15
2
12
11
13
0
I
P
5
2 3 1
O
8
O
1
O
2
O
3
O
11
O
10
O
7
O
6
O
5
O
4
O
12
3. Afbeeldingen van de besturing Control 144N/145N
Nederlands / Blz. 7
NL
Opsteekaansluitingen:
25. X30 Ruststroomcircuit
26. X20a elektronische antenne
27. X10 externe
bedieningselementen
28. X20 fotocel
29. X40 toerentalsensor
30. X31 Veiligheidscontactlijst
OPEN/DICHT
31. X5 dekseltoetsenbord
32. X8b signaallampenrelais
33. X8a eindpositierelais
34. X8c verkeersregeling
35. X8d relais met bijzondere functie
38. X5E schakelaaraansluit-print
Aansluitklemmen:
39. X2c externe
bedieningselementen
Programmeerschakelaar:
36. S20 Fotocelfunctie
37. S20a Fotocelfunctie
Afb.4: Aansluitingen van de besturing
P
X32
X10
X20
X20a
X30
X40
F4
6,3A
F3
6,3A
F2
6,3A
F1
125mA
3
4UVVW
L1
L2 L2 L3 N N
5
12132021 1415 1617
X3
X2
C
D
ON
OFF
O
38
O
32
O
34
O
30
O
36
O
37
O
33
O
32
O
35
O
31
O
39
O
25
O
29
O
27
O
28
O
26
Nederlands / Blz. 8
4. Belangrijke veiligheidsinstructies
Alleen gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel mag deze besturing aansluiten
en in bedrijf stellen! Gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel in deze
beschrijving zijn personen die door scholing voldoende opgeleid zijn of
gecontroleerd worden en hierdoor in staat zijn gevaren te herkennen die door
elektriciteit veroorzaakt kunnen worden. Bovendien moeten ze beschikken over
de kwalificaties die overeenkomen met hun activiteit, in het bijzonder
• Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften,
• Opleiding in gebruik en verzorging van de juiste veiligheidsuitrusting,
• Opleiding in eerste hulp.
Voorzichtig!
Voor bekabelings werkzaamheden moet de besturing
spanningsloos zijn.
• Houdt rekening met de plaatselijke veiligheidsbepalingen!
• Leg de net- en besturingsleidingen absoluut gescheiden!
De stuurspanning is 24V DC.
Voorzichtig!
Voor de inbedrijfstelling van de besturing moet men er zeker van
zijn dat zich niets of niemand in het gevarenbereik van de deur
bevindt, omdat bij enkele instellingen de deur bewogen wordt!
• Alle aanwezige Nood-Stop commandogevers moeten voor inbedrijfstelling
gecontroleerd worden.
• De aandrijving mag alleen bij gesloten deur gemonteerd worden!
• De eigenaar van de deurinstallatie of diens plaatsvervanger moet na de
inbedrijfstelling van de installatie in de bediening opgeleid worden!
• Er mogen geen kabels in de bovenkant van de besturing ingebracht worden.
• Om technische redenen gaat de deur na de inschakeling van de besturing,
na bediening van de commandogevers naar de eindpositie 'deur open'.
4. Belangrijke veiligheidsinstructies
Nederlands / Blz. 9
NL
Voorzichtig!
Opgelet bij installatie conform IP-bescherming IP 65:
Na inbedrijfstelling dient men de netaansluiting te vervangen
voor een vast bekabelde aansluiting!
Deze moet voorzien zijn van een meervoudige hoofdschakelaar!
Voorzichtig!
Bij het negeren van de waarschuwingsinstructies kan lichamelijk
letsel en materiële schade optreden.
Nederlands / Blz. 10
5.1 Verbinding besturing — aandrijving
• Steek de aansluitingen in de besturing volgens afb. 5 of 7.
Aansluitingen in de besturing:
50. Aarde
51. Toevoerleiding aandrijving
52. Toerentalsensor
Legende schakelschema’s:
ST1 Besturing
A1 Aandrijving
Aansluitklemmen:
X3 Klemmenstrook besturing
X3a Klemmenstrook motor
Systeemstekkeraansluiting:
X40 Toerentalsensor
X41 Toerentalsensor
Afb. 5: Aansluitingen in de besturing Control 144N Afb. 7: Aansluitingen in de besturing Control 145N
Afb. 6: Aansluitschema met besturing Control 144N Afb. 8: Aansluitschema met besturing Control 145N
51 50 52
51 50 52
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N
Nederlands / Blz. 11
Afb. 10: Aansluitingen in de deuraandrijving
Afb. 9: Aansluitingen in de deuraandrijving
5.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108
• Sluit de aandrijving aan volgens afb. 10.
NL
5.1.1 Dynamic 121 - 128 / Dynamic 300 - 301
• Sluit de aandrijving aan volgens afb. 9.
56
55
54
Aansluitingen in de deuraandrijving:
54. Aarde
55. Motor aansluitklem
56. Toerentalsensor
Aansluitingen in de deuraandrijving:
54. Aarde
55. Motor aansluitklem
56. Toerentalsensor
O
56
O
55
O
54
Nederlands / Blz. 12
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N
5.2 Inbedrijfstelling
Opgelet!
Let er bij de volgende instellingen absoluut op dat de deur nooit
volledig open of volledig toe gaat. Stop de deur minstens 50 cm
voor het bereiken van de mechanische eindposities door
bediening van de toets STOP.
Opmerking:
Bij Control 144N:
Let op! het draaiveld is rechts draaiend!
Verbind de netstekker van de besturing met een wandcontactdoos conform
CEE-norm 16A aan de bouwkant.
Let erop dat aan het stopcontact de spanning aanwezig is die op het
typeplaatje van de besturing aangegeven is en dat de IP-bescherming
overeenkomt met het plaatselijke voorschrift.
Bij vaste aansluiting van de besturing hebt u een meerpolige hoofdschakelaar
nodig.
Functiecontrole
Netaansluiting en aandrijvingsbekabeling:
Opmerking:
De besturing Control 144N/145N is met een ruststroomcircuit
uitgerust. Het ruststroomcircuit is aanwezig op de systeemstekker-
bussen X10, X30 en X31.
Indien er geen uitbreidingen worden aangesloten, moet er een
kortsluitstekker worden geplaatst.
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N
Nederlands / Blz. 13
NL
Laat de deur met de hand half open.
Schakel de netspanning in.
- het controlelampje WERKSPANNING moet branden.
-> indien niet, zie testhandleiding punt 'geen spanning'
Bedien de schakelaar DEUR OPEN.
- De deur moet open gaan.
-> Deur beweegt niet: zie testhandleiding punt 'geen reactie na impuls'
Functiecontrole
Veiligheidskring:
Doe elk veiligheidselement afzonderlijk reageren.
- De deur mag zich nu niet meer elektrisch laten bewegen.
-> indien dit wel het geval is, moet u de elektrische aansluiting van het
veiligheidselement controleren.
Schakel de netspanning uit.
5.3.1 Dynamic 121 - 128 en Dynamic 300 - 301
Dynamic 121 - 128:
Breng de deur met de hand in eindpositie DICHT.
Dynamic 300 - 301:
Geleidingsrail in eindpositie DICHT .
Open het deksel op de aandrijving.
Ontgrendel de spindelschakelaar door de rode ontkoppelingshendel (19)
naar voor te leggen en de binnenste meenemerschijf (20) van de rotor in
de richting van de spindel drukken (zie afb. 11).
Draai het kartelwiel (21) zolang met de richting van de wijzers van de klok
mee, tot de schakelslede (22) zich ca. 5 mm voor de linker afgeschuinde kraag
van de spindelschakelaar bevindt (zie afb. 11).
Afb. 11: Instelling van het referentiepunt (eindpositie DICHT)
Nederlands / Blz. 14
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N
5.3 Instelling van het referentiepunt
ca. 5 mm
1
2
9
0
Opmerking:
De besturing laat zich alleen bij een geldig referentiepunt pro-
grammeren. Hiervoor dient men, voordat er geprogrammeerd kan
worden, de aandrijving eerst een maal OPEN en DICHT te sturen.
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N
Nederlands / Blz. 15
NL
Vergrendel de meenemerschijf opnieuw en bevestig door de
ontkoppelingshendel duidelijk hoorbaar te laten inklikken.
De deur moet nu met de hand volledig geopend worden (Dynamic 121 128).
Verdraai nu met het kleinere kartelwiel (23) de instelspindel tot de
referentiepuntschakelaar (24) door de spindelschakelaar (22) bediend
wordt (zie afb. 12).
Draai nu het kleinere kartelwiel (23) nog 2 omwentelingen (Dynamic 121 -
128) resp. 5 omwentelingen (Dynamic 300 - 301) tegen de wijzers van de
klok.
Monteer vervolgens het deksel opnieuw.
Breng de aandrijving elektrisch in de vooringestelde eindpositie DICHT.
Afb. 12: Instelling van het referentiepunt (Eindpositie OPEN)
4 2
3
5.3.2 Dynamic 3-101 - 3-118
Zet de deur met de hand in de mechanische eindpositie DEUR-OPEN.
Open het behuizingsdeksel op de aandrijving.
Draai het inbusboutje (stifttap J) van de schakelnok los (B).
Stel de schakelnok (B) zo in dat de referentiepuntschakelaar (G) zoals in
afb. 13 (positie H) bediend wordt (ca. 2 mm van het schakelpunt).
Zet de schakelnok (B) vast met het imbusboutje.
Monteer vervolgens het behuizingsdeksel.
Schakel de netspanning in en bedien de toets DEUR-DICHT (12).
De deur gaat nu naar de standaard vooringestelde eindpositie DEUR DICHT.
Afb. 13: Instelling van het referentiepunt
Nederlands / Blz. 16
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 144N/145N
Nederlands / Blz. 17
6.1 Overzicht van de weergavefuncties
Verklaring van de symbolen:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert snel
NL
Weergavefuncties
Na de inschakeling van de netspanning
voert de besturing een zelftest uit
(gedurende ca. 2 seconden branden alle
controlelampjes).
Zie ook Deursituaties, pagina 19.
Continubediening van
bedieningsonderdelen
Als het controlelampje STORING (6)
brandt, wordt na korte bediening van de
toets (10) de besturing in de modus
Foutmelding geschakeld (weergave 7
knippert onregelmatig).
Zie ook Foutmeldingen, pagina 20.
Tijdens de normale werking worden op het display de volgende
deurtoestanden weergegeven:
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 18
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Foutmeldingen
Als het controlelampje STORING (6)
knippert, wordt na korte bediening
van de toets (10) het bijhorende
foutnummer weergegeven (de LED's
knipperen onregelmatig - voorbeeld.:
Fout 7).
Foutengeheugen
Het foutengeheugen toont de laatste 5
foutmeldingen van de besturing.
Druk kort op de toets .
Alle LED's gaan na elkaar van 1-8 aan.
De besturing toont de actuele fout.
Druk op de toets (12) om oudere
fouten te tonen.
Druk op de toets (11) om de actuele
fout te tonen.
Druk op de toets om de weergave
van het foutgeheugen te beëindigen.
Alle LED's doven in de volgorde 8 - 1.
Opmerking:
Het foutnummer wordt door optelling van de onregelmatig
knipperende weergegeven LED's bepaald.
Zie ook 8.2 foutnummers.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 19
NL
Weergave van de deursituaties:
Deur in eindpositie OPEN
Deur in tussenpositie OPEN
Signaallamp brandt
Signaallamp knippert
Deur in eindpositie DICHT
Deur in tussenpositie DICHT
Deur passeert het referentiepunt
Continubediening van een commandogever
Storing, actuele foutmelding
Radiografische besturing wordt bediend
Netspanningsindicatie
Nederlands / Blz. 20
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Statusweergaven:
IMPULS signaal bediend
Schakelaar OPEN signaal
SKS OPEN signaal
Schakelaar DICHT signaal
SKS DICHT signaal
FOTOCEL signaal
Ruststroomkring onderbroken
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 21
NL
6.2 Basisfuncties van de aandrijving
Programmeerafloop:
Bedien de toets gedurende ca. 2
seconden en laat deze dan los.
De besturing gaat van bedrijfsstand naar
programmeerstand van de basisfuncties.
LED 2 knippert en alle andere branden.
Druk op de toets of om de
actuele instelling van het menu te laten
weergeven.
Door nogmaals op de toetsen of
te drukken kunnen in het programmeer-
menu wijzigingen aangebracht worden.
Met toets worden de actuele
waarden opgeslagen. De besturing
gaat hierna naar het volgende
programmeermenu.
Als toets bediend wordt zonder dat
er een verandering met de toetsen
of is gemaakt, wordt het
programmeermenu overgeslagen,
de instellingen blijven ongewijzigd.
Na het laatste programmeermenu is de
programmering van de basisfuncties van
de aandrijving klaar, herkenbaar aan het
uitgaan van alle LED's in de volgorde
van 8 - 1.
Nederlands / Blz. 22
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Algemeen over de programmering van de besturing
Weergave van het referentiepunt
De aandrijving bevindt zich boven het referentiepunt:
LED 5 knippert.
De aandrijving bevindt zich onder het referentiepunt:
LED 5 brandt.
Opmerking:
De besturing kan alleen bij een geldig referentiepunt
geprogrammeerd worden. Doe daartoe voor de
programmering de deur eenmaal elektrisch open en dicht.
Aanwijzingen over de programmering:
Als de besturing zich in programmeermodus bevindt
en geen van de drie programmeertoetsen ( ,, )
wordt binnen de 120 seconden bediend, wordt de
programmering afgebroken en de besturing springt terug
naar de bedrijfstoestand.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 23
NL
Breng met de toetsen of de deur
in de gewenste deurpositie.
LED 7 brandt.
Aanduiding van de fijninstelling
Druk kort op de toets of , om de
positie van de deur fijn af te stellen.
LED 7 knippert tijdens de duur van het
impulssignaal.
Posities instellen
Opmerking:
De besturing werkt zonder
zelfhoudend contact!
Nederlands / Blz. 24
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
1. Programmering van de 'Eindpositie open'
Bedien de toets gedurende ca. 2
seconden en laat dan los.
LED 2 knippert en alle andere branden.
Druk op de toets of om de
eindpositie in te stellen.
Bewaar de eindpositie door bediening
van de toets .
De besturing gaat automatisch naar
de programmeerstand van de
'tussenpositie OPEN'.
Opmerking:
Laat de deur, voordat er
geprogrammeerd kan
worden, eenmaal elektrisch
OPEN en DICHT lopen om
het referentiepunt vast te
stellen.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 25
NL
2. Programmering van de
'tussenpositie open'
De LED's 2 en 3 knipperen en alle andere
branden:
Druk op toets of om de
tussenpositie in te stellen.
Bewaar de tussenpositie door de toets
te bedienen.
De besturing gaat automatisch naar
de programmering van de
'tussenpositie DICHT'.
Nederlands / Blz. 26
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
3. Programmering van de
'tussenpositie DICHT'.
De LED's 3 en 4 knipperen en alle andere
branden:
Druk op toets of om de
tussenpositie in te stellen.
Bewaar de tussenpositie door de toets
te bedienen.
De besturing wisselt naar de
programmering van de
'eindpositie DICHT'.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 27
NL
4. Programmering van de 'eindpositie DICHT'
LED 4 knippert en alle andere branden:
Druk op toets of om de
eindpositie in te stellen.
Bewaar de eindpositie door de toets
te bedienen.
De besturing gaat automatisch
naar de programmering van de
'krachtbegrenzing OPEN'.
Nederlands / Blz. 28
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
5. Programmering 'Krachtbegrenzing open'
LED's 2 en 6 knipperen en alle andere
branden:
Druk op toets of om de actuele
instelling van het menu te laten
weergeven.
Stel de krachtbegrenzing in trappen van
1 (gevoeligste waarde) tot en met 16 in
door de toetsen of te bedienen.
Bewaar de ingestelde waarde door toets
te bedienen.
De besturing gaat automatisch
naar de programmering van de
'krachtbegrenzing DICHT'.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
...
Stap 16
LED 1 knippert
LED 1 brandt
LED 1 brandt,
LED 2 knippert
LES's 1 tot 8 branden
Opgelet!
De werking van de krachtbegrenzingen moet regelmatig
getest worden.
Opmerking:
Stel de krachtbegrenzingen zo gevoelig
mogelijk in.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 29
NL
6. Programmering 'Krachtbegrenzing dicht'
LED's 4 en 6 knipperen en alle andere
branden:
Druk op toets of om de actuele
instelling van het menu te laten
weergeven.
Stel de krachtbegrenzing in trappen van
1 (gevoeligste waarde) tot 16 in door de
toetsen of te bedienen.
Bewaar de krachtbegrenzing door toets
te bedienen.
De besturing gaat automatisch naar de
programmering van de 'radiografische
afstandbediening'.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
...
Stap 16
LED 1 knippert
LED 1 brandt
LED 1 brandt,
LED 2 knippert
LES's 1 tot 8 branden
Opmerking:
Stel de krachtbegrenzingen zo gevoelig
mogelijk in.
Nederlands / Blz. 30
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
7. Programmering radiografische afstandbediening
Tabel: Functietoewijzing van de geheugenplaatsen
Opmerking:
U kunt tot 5 verschillende radiografische coderingen
opstaan.
Weergave
Tussen Centrale Master-
Verkeersregeling
besturing functie
1
Impuls Impuls Impuls Uitrit
2
Impuls HALF OPEN Impuls HALF OPEN Impuls HALF OPEN Inrit
3
Impuls HALF DICHT
4
OPEN
5
DICHT
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 31
NL
LED 7 knippert en alle andere branden.
Druk op toets of om de eerste
geheugenplaats te kiezen.
De LED's 7 en 1 knipperen, alle andere
branden.
Door meermaals op de toets te
drukken, kunt u de gewenste
geheugenplaats kiezen.
LED 7 en de weergave van de gekozen
geheugenplaats knipperen.
Radiografische besturing programmeren
(voorbeeld geheugenplaats 1):
Druk op toets .
LED 7 knippert, LED 1 knippert
onregelmatig, alle andere branden.
Bedien de overeenkomstige toets van
de handzender, tot LED 7 snel knippert.
De besturing heeft de code van de
handzender geleerd.
Druk op toets om de codering van de
radiografische besturing op te slaan.
De LED van de gekozen geheugenplaats
gaat uit. De besturing wisselt naar het
programmeermenu naar de volgende
geheugenplaats.
LED's 7 en 2 knipperen.
...
Nederlands / Blz. 32
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmering wissen:
(Voorbeeld geheugenplaats 1):
Druk op toets .
LED 7 knippert, LED 1 is uit, alle andere
knipperen
Druk op de toets om de codering van
de gekozen geheugenplaats te wissen.
De besturing gaat naar het
programmeermenu voor de volgende
geheugenplaats.
LED's 7 en 2 knipperen.
...
Programmering radiografische
besturing beëindigen:
Druk op de toets na weergave van
het programmeermenu voor de vijfde
geheugenplaats om de programmering
van de radiografische besturingen af te
sluiten.
De besturing gaat automatisch
naar de programmering
'RESET standaardinstelling'.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 33
NL
8. Programmering 'RESET naar fabrieksinstellingen'
Weergave 8 knippert en alle andere
branden:
Druk op de toets of om de functie
reset te selecteren.
LED 1 knippert snel, de functie 'Geen
reset' is geselecteerd.
Alle geprogrammeerde waarden blijven
behouden.
LED 1 brandt, de functie 'Reset' is
geselecteerd.
Alle geprogrammeerde waarden worden
met de fabrieksinstelling overschreven.
Druk op de toets om de reset-functie
te bevestigen.
Alle LED's gaan uit in de volgorde 8 - 1.
De programmering is beëindigd.
Bij geselecteerde reset begint de
besturing met een herstart, herkenbaar
aan het branden van alle weergaven
gedurende 2 seconden.
De besturing bevindt zich in de
bedrijfstoestand (bij stroomuitval blijven
alle instellingen behouden).
Nederlands / Blz. 34
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmeerverloop
Bedien toets langer dan 10 seconden.
De LED doet hierbij een countdown,
waarbij na elkaar alle LED's van 8 tot 1
aan gaan.
Als alle 8 LEDs continu branden, laat u
toets los.
U bevindt zich nu op het eerste niveau
van de uitgebreide aandrijffuncties,
LED 3 knippert snel, alle andere LED's
branden.
Door toets nogmaals te bedienen,
gaat u onmiddellijk naar het
respectievelijke volgende niveau van
de uitgebreide aandrijffuncties.
De LED van het gekozen niveau
knippert snel, alle andere LED's
branden.
6.3 Uitgebreide programmeerfuncties
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 35
NL
Met de toetsen of gaat u in het
eerste menu van het gekozen niveau.
LED 1 knippert langzaam, alle andere
LED's branden.
Na opnieuw de toetsen of te
bedienen, wordt de actuele instelling
van het gekozen menu weergegeven.
Met de toetsen of kunnen in het
gekozen programmeermenu wijzigingen
aangebracht worden en met toets
opgeslagen worden.
(Als toets bediend wordt zonder
dat een verandering met de toetsen
of gedaan werd, blijft de instelling
onveranderd, de besturing toont
opnieuw het gekozen menu).
De besturing toont het laatste gekozen
menu.
De LED van het geselecteerde menu
knippert, alle andere LED's branden.
Met toets wordt het volgende menu
van het actuele niveau geselecteerd.
De LED van het geselecteerde menu
knippert, alle andere LED's branden.
Nederlands / Blz. 36
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Na het laatste programmeermenu van
het geselecteerde niveau gaat de
besturing naar het geselecteerde
programmeerniveau.
De weergave van het geselecteerde
niveau knippert snel, alle andere
weergaven branden.
Met toets wordt het volgende
programmeerniveau geselecteerd.
Na het laatste programmeerniveau is
de programmering van de uitgebreide
aandrijffuncties afgesloten, herkenbaar
aan het uit gaan van alle LED's in de
volgorde 8 - 1.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 37
NL
Nederlands / Blz. 38
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Verklaring van de uitgebreide aandrijffuncties:
Programmeerniveau
Niveau 3
Automatisch sluiten
Niveau 4
Parameter
Niveau 6
Keren
Niveau 8
Bedrijfsoorten
Functies
- Openingstijd van de deur
- Voorwaarschuwingstijd
- Startwaarschuwing
- Voortijdig sluiten na doorrijden van de fotocel
- Signaallampen
- Looptijdbegrenzing
- Offset geleerde krachtbegrenzing
- Aanspreekgevoeligheid krachtbegrenzing
- Krachtbegrenzing OPEN
- Krachtbegrenzing DICHT
- Fotocel OPEN
- Fotocel DICHT
- Veiligheidscontactlijst OPEN
- Veiligheidscontactlijst DICHT
- Zelfhoudend contact OPEN
- Zelfhoudend contact DICHT
- Impulscommandos
- Richtingcommandos
(Drukschakelaar OPEN resp. DICHT)
- Bijzondere functie-modus
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 39
NL
Verklaring
De tijd waarin de deur openstaat, voor ze automatisch weer sluit.
De tijd waarin de signaallamp knippert, voor de deur automatisch
weer sluit.
De tijd waarin de signaallamp knippert, voor de deur zich in beweging
zet.
De deur sluit ofwel na de ingestelde openingstijd van de deur of
voortijdig na het doorrijden van de fotocel.
Voor de bedrijfsoort signaallamp kan tussen knipperen en continulicht
gekozen worden
De tijd na welke de aandrijving uitschakelt, zonder dat een eindpositie
bereikt wordt.
De geleerde krachtbegrenzing is in stappen van 1 - 16 instelbaar.
De aanspreekgevoeligheid van de krachtbegrenzing is in stappen van
1 - 16 instelbaar.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
De aandrijving gaat na de start tot in de programmeerde positie.
De aandrijving gaat na de start tot in de programmeerde positie.
Activering van de impulstoets bij lopende aandrijving.
Activering van de richtingtoets bij lopende aandrijving.
Tussenposities, centrale besturing, Master-toets, wegregeling.
Fabrieksinstellingen
Sluiten gedeactiveerd
Sluiten gedeactiveerd
0 seconden
Neen
Knipperen
55 seconden
Stap 4
Stap 13
Stopt
Stopt
Niet voorhanden
Lang keren
Niet voorhanden
Kort keren
aan
aan
uit
aan
Tussenposities
Nederlands / Blz. 40
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
>10 sek.
Korte programmeerhandleiding van de uitgebreide
aandrijvingsfuncties:
Niveau 3:
Automatisch
sluiten
Zie tabel:
Pagina 44 / 45
loslaten!
Menu 2: Voorwaarschuwingstijd
Menu 1: Openingstijd van de deur
Menu 3: Startwaarschuwing
Menu 4: Voortijdig sluiten na passeren van de fotocel
Menu 5: Signaallampen
sec.
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 41
NL
Niveau 4:
Parameter
Zie tabel:
Pagina 46 / 47
Menu 2: Offset geleerde krachtbegrenzing
Menu 1: Looptijdbegrenzing
Menu 3: Aanspreekgevoeligheid krachtbegrenzing
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert snel
Nederlands / Blz. 42
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Korte programmeerhandleiding van de uitgebreide aandrijffuncties:
Niveau 6:
Keren
Zie tabel:
Pagina 48
Menu 2: Krachtbegrenzing DICHT
Menu 1: Krachtbegrenzing OPEN
Menu 3: Fotocel OPEN
Menu 4: Fotocel DICHT
Menu 5: Veiligheidscontactlijst OPEN
Menu 6: Veiligheidscontactlijst DICHT
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 43
NL
Niveau 8:
Bedrijfsoorten
Zie tabel:
Pagina 49
Menu 2: zelfhoudend contact DICHT
Menu 1: zelfhoudend contact OPEN
Menu 3: Impulscommandos
Menu 4: Richtingcommandos
Menu 5: Bijzondere functie-modus
Nederlands / Blz. 44
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 3: Automatisch sluiten
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert snel
Menu 1: Openingstijd van de deur
Menu 4: Voortijdig sluiten na passeren van de fotocel
Menu 3: Startwaarschuwing
Menu 5: Signaallampen
Menu 2: Voorwaarschuwingstijd
TOETS P
TOETS
1234567
Sluiten 5 10 15 20 25 30
gedeactiv. seconden seconden seconden seconden seconden seconden
Sluiten 2 5 10 15 20 25
gedeactiv. seconden seconden seconden seconden seconden seconden
0123456
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
NEEN JA
branden knipperen
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 45
NL
Fabrieksinstellingen
Niet mogelijk
Opmerking:
Bij de inbedrijfstelling van het automatisch sluiten moet een
fotocel aangesloten zijn.
Anders is automatisch sluiten niet mogelijk.
8 9 10 11 12 13 14 15 16
35 40 50 80 100 120 150 180 255
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
30 35 40 45 50 55 60 65 70
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
7
seconden
TOETS
Nederlands / Blz. 46
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 4: Parameter
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert snel
Menu 1: Looptijdbegrenzing
Menu 3: Aanspreekgevoeligheid krachtbegrenzing
Menu 2: Offset geleerde krachtbegrenzing
TOETS P
TOETS
1234567
30 40 50 55 65 80 100
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
1234567
1234567
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 47
NL
Fabrieksinstellingen
Niet mogelijk
TOETS
8 9 10 11 12 13 14 15 16
120 140 160 180 190 200 210 220 240
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
8 9 10 11 12 13 14 15 16
8 9 10 11 12 13 14 15 16
Nederlands / Blz. 48
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 6: omkeerbewegingen
Menu 1: Krachtbegrenzing voor richting OPEN
Menu 4: Fotocel voor richting DICHT
Menu 5: Sluitkantbeveiliging voor richting OPEN
Menu 3: Fotocel voor richting OPEN
Menu 6: Sluitkantbeveiliging voor richting DICHT
TOETS P
TOETS
TOETS
1234567
STOP KORT LANG NIET
keren keren voorhanden
STOP KORT LANG NIET
keren keren voorhanden
STOP KORT LANG NIET
keren keren voorhanden
STOP KORT LANG NIET
keren keren voorhanden
STOP KORT LANG NIET
keren keren voorhanden
STOP KORT LANG NIET
keren keren voorhanden
Menu 2: Krachtbegrenzing voor richting DICHT
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 49
NL
Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 8: Bedrijfsoorten
Menu 1 Zelfhoudend contact voor richting OPEN
Menu 4 OPEN / [STOP] / DICHT - Commandogever: Stoppen van een lopende aandrijving
Menu 5 Bijzondere functie-modus
Menu 3 Impuls – Commandogever actief bij lopende aandrijving
Menu 2 Zelfhoudend contact voor richting DICHT
Fabriekslevering
Niet mogelijk
TOETS
TOETS
TOETS P
1234567
UIT AAN
UIT AAN
NEEN JA
NEEN JA
Tussen- Centrale Master- Weg-
posities besturing functie regeling
Nederlands / Blz. 50
7.1 Radiografische besturing
Aansluiting van de elektronische antenne
Sluit de elektronische antenne aan op systeembus X20a (26) in de besturing.
De code van de handzender in de besturing programmeren.
Zie ook 6.2, stap 7. Programmering van de afstandbediening, pagina 30.
Bij een stroomuitval blijft de codering behouden.
Functiecontrole:
Bedien de handzender vanop een afstand van ca. 15 m.
- De deur moet zich nu in beweging zetten
-> indien niet, zie testhandleiding 'radiografische afstandsbediening'.
Opmerking:
Let er bij de montage op dat de antenne zinvol uitgericht
wordt om een optimale ontvangst te garanderen (hou er rekening
mee dat metalen delen een afschermende werking hebben!).
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
7.2.1 Aansluiting van externe bedieningselementen met
systeemstekker
Voorbeelden voor externe bedieningselementen met systeemstekkers:
Drukschakelaar van de Command-serie
Codetoetsenbord Command 201
Sleutelschakelaar Command 311 e. 411
Aansluiting van de bedieningselementen:
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 51
NL
Opmerking:
Bij aansluiting van meerdere sleutelschakelaars resp.
codetoetsenborden hebt u de verdeelstekker voor stekkersysteem
(voor serieschakeling), art.nr. 151 228 nodig.
Aanwijzingen voor de aansluiting van meerdere bedieningsonderdelen vindt
u in het bijgevoegde aansluitschema van de betreffende bedieningselementen.
Opgelet!
Voor de aansluiting van externe bedieningselementen moet
de kortsluitstekker uit bus X10 (27) van de besturing
verwijderd worden.
7.2 Externe bedieningselementen
Externe bedieningselementen kunnen verschillende functies bedienen:
STOP: De aandrijving kan niet meer bewogen worden, een lopende deur
wordt gestopt.
IMPULS: De deur wordt geopend (uitzondering: als de deur zich in eindpositie
OPEN bevindt, wordt ze gesloten).
OPEN: De deur wordt geopend. Indien automatischsluiten is geactiveerd
wordt de ingestelde tijd opnieuw gezet.
DICHT: De deur wordt gesloten. Indien automatisch sluiten is geactiveerd
wordt de ingesteldetijd verkort.
Nederlands / Blz. 52
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Sluit nu de externe
bedieningselementen met
de systeemstekker aan op
systeembus X10
Functiecontrole:
Bedien het externe bedieningselement.
-> De gewenste functie moet
uitgevoerd worden.
7.2.2 Aansluiting van externe bedieningselementen zonder
systeemstekker
Voorbeelden voor externe bedieningsonderdelen zonder systeemstekker:
Trekschakelaar Command 701
Drukknopschakelaar Command 601 e. 602
Codetoetsenbord Command 202
Aansluiting van de bedieningsonderdelen
Sluit de bedieningselementen aan op de aansluitklem X2c (39) aan.
Afb. 14: Aansluitschema
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 53
NL
Aansluitschema: De bedieningselementen S2 en S4 stoppen een lopende
aandrijving niet:
Op de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)
Contactsoort: STOP-functie (verbreekcontact)
Schakeling: Meerdere contacten kunnen in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21
Contactsoort: maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 16 en 15
Contactsoort: maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 16 en 17
Contactsoort: maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
Afb. 15: Aansluitschema Afb. 16: Aansluitschema
Nederlands / Blz. 54
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Aansluitschema: De bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende
aandrijving.
Op de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)
Contactsoort: STOP-functie (verbreekcontact)
Schakeling: Meerdere contacten kunnen in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21
Contactsoort: maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 14 en 15
Contactsoort: maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 14 en 17
Contactsoort: maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
Afb. 17: Aansluitschema Afb. 18: Aansluitschema
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 55
NL
Functiecontrole:
Bedien de externe commandogever
-> De gewenste functie moet uitgevoerd worden.
7.3 Aansluiting fotocel
Functie:
De fotocel bewaakt de dagmaat van de deur. Als zich bij het sluiten een
hindernis tussen fotocel bevindt, wordt de deur weer opnieuw volledig geopend.
Bij ingeschakeld automatisch sluiten wordt de openingstijd van de deur door het
activeren van de fotocel langer.
Opgelet!
Bij gesloten deur worden fotocellen uitgeschakeld.
Om de fotocel af te stellen, de deur volledig of gedeeltelijk
openen.
Aansluiting van de fotocellen: Special 613, art.nr. 153 550
Special 614, art.nr. 152 675
Special 615, art.nr. 152 703
Zet de programmeerschakelaar S20 (36) die zich op de besturingsprint bevindt
in stand OFF.
Sluit de fotocel aan bus X20 (28) in de besturing aan.
De bekabeling van de fotocel gebeurt zoals in afb. 19 afgebeeld.
Details vindt u in de handleiding van de fotocel.
Afb. 19: Aansluitschema
Aansluitschema: fotocelset:
Nederlands / Blz. 56
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Aansluiting van een tweede fotocel
Zet ook de andere programmeerschakelaar S20a (37) die zich op de besturings-
print bevindt in stand OFF.
De tweede fotocel wordt aan de antennesysteembus X20a (26) aangesloten.
Als zich reeds een antenne-eenheid op deze bus bevindt, moet men een adapter
(aftakking voor stekkersysteem, drievoudig, art.nr. 562 856) en een systeemkabel
(art. nr. 562 759) volgens het bovenstaande aansluitschema aangesloten worden.
Functiecontrole:
Breng de deur in de richting DEUR DICHT.
Onderbreek de lichtstraal van de fotocel
- De deur moet stoppen en vervolgens opnieuw volledig openen.
-> Als dit niet gebeurt, moet u de stand van de codeerschakelaar S20/S20a
controleren.
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 57
NL
7.4 Aansluiting van uitbreidingseenheden voor
besturingsingangen
Opmerking:
Eventueel moet u de besturingsbehuizing met een kleine
systeembehuizing met printhouder (Art. nr. 153 220) aanvullen.
Opgelet!
De plattekabelstekker altijd zo opsteken dat de kabel naar de
buitenkant wijst.
Verbind de uitbreidingseenheden en de besturing met de bijgevoegde
plattekabel.
Opsteekaansluitingen in de besturing:
X5E Schakelaaraansluit-print (38)
Schakelaaraansluit-print (Art.nr. 153 126)
Functie:
De schakelaaraansluit-print maakt het in werking zetten van speciale functies
mogelijk. Hiervoor kunnen verschillende knoppen en schakelaars aangesloten
worden.
Opmerking / tip:
De programmering van de gewenste speciale functie-modus gebe-
urt in niveau 8, menu 5.
Nederlands / Blz. 58
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Detailschakelschema
Schakelaar
Aansluitprint
Legende:
Opsteekaansluitingen:
X5f Schakelaaraansluit-print
X5e stekkeraansluiting in besturing
Afb. 20: Aansluitschema
Tabel: Functie-toewijzing van de ingangen
Klem Tussen- Centrale Master- Weg-
posities bediening functie verkeersregeling
X5A
Impuls tussenpositie
Centraal OPEN Master OPEN Impuls inrit
OPEN S 41 S 2a S 2a S 31
X5B
Impuls tussenpositie
Centraal DICHT Master DICHT Master DICHT
DICHT S 41a S 4a S 4a S 4a
X5C
Impuls Impuls Impuls Impuls uitrit
OPEN/[STOP]/DICHT OPEN/[STOP]/DICHT OPEN/[STOP]/DICHT OPEN/[STOP]/DICHT
S 1S 1S 1S 30
X5D
Automatischsluiten IN/UIT
S 32
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 59
NL
7.5 Aansluiting van de uitbreidingen voor
besturingsuitgangen
Opmerking:
Eventueel moet u de besturingsbehuizing met een kleine
systeembehuizing met printhouder (Art. nr. 153 220) aanvullen.
Opgelet!
De plattekabelstekker altijd zo opsteken dat de kabel naar de
buitenkant wijst.
Verbind de uitbreidingseenheden en de besturing met de bijgevoegde
plattekabel.
Opsteekaansluitingen in de besturing:
X8a Eindpositierelais (33)
X8b Signaallampenrelais (32)
X8c Verkeersregelingsrelais (34)
X8d Relais voor bijzondere functies (35)
Nederlands / Blz. 60
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Detailschakelschema
Eindpositiemeldingen
(Relais):
Legende:
D1 Controlelampje DEUR DICHT
D2 Controlelampje DEUR OPEN
H1 Signaallamp DEUR DICHT
H2 Signaallamp DEUR OPEN
K1 Relais DEUR DICHT
K2 Relais DEUR OPEN
Opsteekaansluitingen:
X4 Relaisprintaansturing
Afb. 21: Aansluitschema
7.5.1 Eindpositiemelding (relais) (Art. nr. 153 044)
Functie:
Bij bereiken van de posities OPEN / DICHT schakelt het overeenkomstige relais.
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 61
NL
7.5.2 Aansluiting signaallampen voor sluitfunctie
(Control 220, Art. nr. 152 814)
Functie:
De signaallampen knipperen bij elektrische beweging van de aandrijving.
Bij automatisch sluiten knipperen de signaallampen inclusief de ingestelde
voorwaarschuwingstijd.
Opmerking / tip:
De programmering van het automatisch sluiten gebeurt in
niveau 3, menu 1 en 2.
Na afloop van de voorwaarschuwingstijd sluit de deur automatisch na het
verstrijken van de geprogrammeerde tijd.
Detailschakelschema
Signaallampenrelais:
Legende:
D40 Controlelampje SIGNAALLAMPEN
F 5 Netzekering (max. 4A)
H41 Signaallamp UITRIT (oranje)
H43 Signaallamp INRIT (oranje)
K40 Relais SIGNAALLAMPEN
Opsteekaansluitingen:
X4a Relaisaansturing
X4b Relaisaansturing
Afb. 22: Aansluitschema
Nederlands / Blz. 62
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
7.5.3 Aansluiting van signaallampen voor functie
verkeersregeling
(Art.nr. 8 050 158)
Functie:
De wegregeling regelt met behulp van rood-groen-lichten het in- en uitgaand
verkeer.
Programmering van het automatisch sluiten
Detailschakelschema
Verkeersregeling:
Legende:
D1 Controlelampje UITRIT
D2 Controlelampje INRIT
D40 Controlelampje SIGNAALLAMPEN
F 5 Netzekering (max. 4A)
H41 Signaallamp UITRIT (rood)
H42 Signaallamp UITRIT (groen)
H43 Signaallamp INRIT (rood)
H44 Signaallamp INRIT (groen)
K1 Relais UITRIT
K2 Relais INRIT
K40 Relais SIGNAALLAMPEN
Opsteekaansluitingen:
X4 Relaisaansturing
X4a Relaisaansturing
X4b Relaisaansturing
Afb. 23: Aansluitschema
Opmerking / tip:
De programmering van de tijden wordt in niveau 3,
menu 1 en 2 gedaan.
7. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 63
NL
7.5.4 Verlichting (Relais met bijzondere functie)
Functie:
Bij het starten van de aandrijving wordt het relais kort ingeschakeld. (wisimpuls)
Aansluiting van de relaisuitgangsprint (Art.nr. 153 044)
Detailschakelschema
Verlichting
(Relais voor
bijzondere functies):
Legende:
K Lichtautomaat (aan de bouwkant)
K1 Relais AANDRIJVING LOOPT
(WISIMPULS)
K2 Relais AANDRIJVING LOOPT
(WISIMPULS)
Opsteekaansluitingen:
X4 Relaisprint aansluiting
Afb. 24: Aansluitschema
8.1.1 Aansluitschema van de besturing Control 144N
(met Dynamic aandrijving)
Nederlands / Blz. 64
8. Bijlage
Opgelet!
Plaatselijke veiligheidsbepalingen respecteren! Net- en besturingsleidingen absoluut
gescheiden Houden! Stuurspanning 24 V DC.
Afb. 25: Aansluitschema
8. Bijlage
Nederlands / Blz. 65
NL
Opgelet Laagspanning!
Externe spanning aan de klemmen X2c, X5 tot X41 leidt tot beschadiging van de
elektronica!
Legende:
Controlelampjes:
H1 VOEDINGSSPANNING
H2 DEUR OPEN
H3 VEILIGHEIDSCONTACTLIJST-TESTEN
H4 DEUR DICHT
K1 Draairichtingsrelais OPEN
K2 Draairichtingsrelais DICHT
M1 Motor met thermische bescherming
R1 Kortsluitbeveiliging
S Hoofdschakelaar
S0 Schakelaar STOP
S0H Schakelaar STOP
S0K Sleutelschakelaar
S1 Schakelaar IMPULS
S2 Schakelaar OPEN
S2A Schakelaar OPEN
S2P Testschakelaar OPEN
S3P Schakelaar PROGRAMMEREN
S4 Schakelaar DICHT
S4P Testschakelaar DICHT
S4Z Schakelaar DICHT
S10 * Schakelaar NOODHANDBEDIENING
S10a * Schakelaar ONDERHOUDSONTKOPPELING
S20 Programmeerschakelaar FOTOCEL
S20a Programmeerschakelaar 2. FOTOCEL
S21 Toerentalsensor
S22 Referentiepuntsensor
T1 Transformator
X0 + Netaansluitdoos
X1 Nettoevoerleiding met stekker
Zekeringen:
F1 Zekeringen (max. 125 mA)
F2-F4 Hoofdzekeringen (max. 6,3 A)
Aansluitklemmen:
X2 Netvoedingskabel
X2c Commandogevers
X3 Voedingskabel aandrijving
X3a Motor
Opsteekaansluitingen:
X5a Folietoetsenbord
X5b Sleutelschakelaar
X5e Schakelaaraansluiting print
X8a Eindpositierelais
X8b Signaallampenrelais
X8c Verkeersregelingrelais
X8d Relais met speciale functie
X10 Externe bedieningsonderdelen
X20 Fotocel
X20a Elektronische antenne
X30 Ruststroomcircuit
X31 Veiligheidscontactlijst
OPEN/DICHT
X40 Toerentalsensor
X41 Toerentalsensor
Aansluitschema’s toebehoren (detail):
Inp5a Schakelaaraansluiting
z. pagina 61.
Rel8a Relais EINDPOSITIES
z. pagina 64.
Rel8b Relais SIGNAALLAMPEN
z. pagina 65.
SKS1 Veiligheidscontactlijst
z. pagina 52.
V20 Fotocel
z. pagina 60.
W20 Elektronische antenne
XS10
Externe bedieningsonderdelen
z. pagina 56.
+ aan de bouwkant
indien voorhanden
* alleen Dynamic 121 - 128
Nederlands / Blz. 66
8. Bijlage
8.1.2 Aansluitschema van de besturing Control 145N
(met Dynamic aandrijving)
Opgelet!
Plaatselijke veiligheidsbepalingen respecteren! Net- en besturingsleidingen absoluut
gescheiden Houden! Stuurspanning 24 V DC.
Afb. 26: Schakelschema
8. Bijlage
Nederlands / Blz. 67
NL
Opgelet Laagspanning!
Externe spanning aan de klemmen X2c, X5 tot X41 leidt tot beschadiging van de
elektronica!
Legende:
Controlelampjes:
H1 VOEDINGSSPANNING
H2 DEUR OPEN
H3 VEILIGHEIDSCONTACTLIJST-TESTEN
H4 DEUR DICHT
C1 Motorcondensator
K1 Draaibeveiliging OPEN
K2 Draaibeveiliging TOE
M1 Motor met thermische bescherming
R1 Kortsluitbeveiliging
S Hoofdschakelaar
S0 Schakelaar STOP
S0H Schakelaar STOP
S0K Sleutelschakelaar
S1 Schakelaar IMPULS
S Schakelaar OPEN
S2A Schakelaar OPEN
S2P Testschakelaar OPEN
S3P Schakelaar PROGRAMMEREN
S4 Schakelaar DICHT
S4P Testschakelaar DICHT
S4Z Schakelaar DICHT
S10 * Schakelaar NOODHANDBEDIENING
S10a * Schakelaar ONDERHOUDSONTKOPPELING
S20 Programmeerschakelaar FOTOCEL
S20a Programmeerschakelaar 2. FOTOCEL
S21 Toerentalsensor
S22 Referentiepuntsensor
T1 Transformator
X0 + Netaansluitdoos
X1 Nettoevoerleiding met stekker
Zekeringen:
F1 Zekeringen (max. 6,3 A)
Aansluitklemmen:
X2 Netvoedingskabel
X2c Commandogevers
X3 Voedingskabel aandrijving
X3a Motor
Opsteekaansluitingen:
X5a Folietoetsenbord
X5b Sleutelschakelaar
X5e Schakelaaraansluiting print
X8a Eindpositierelais
X8b Signaallampenrelais
X8c Verkeersregeling
X8d Relais met speciale functie
X10 Externe bedieningsonderdelen
X20 Fotocel
X20a Elektronische antenne
X30 Ruststroomcircuit
X31 Veiligheidscontactlijst
OPEN/DICHT
X40 Toerentalsensor
X41 Toerentalsensor
Aansluitschema’s toebehoren (detail):
Inp5a Schakelaaraansluiting
z. pagina 61.
Rel8a Relais EINDPOSITIES
z. pagina 64.
Rel8b Relais SIGNAALLAMPEN
z. pagina 65.
SKS1 Veiligheidcontactlijst
z. pagina 52.
V20 Fotocel
z. pagina 60.
W20 Elektronische antenne
XS10 Externe
bedieningsonderdelen
z. pagina 56.
+ aan de bouwkant
indien voorhanden
* alleen Dynamic 121 - 128
8.2 Foutmeldingen
Fout 7:
Programmering
afgebroken
Fout 8:
Referentiepunt niet OK
Fout 9:
Toerentalregistratie defect
Fout 10:
Krachtbegrenzing is
aangesproken
Fout 11:
Looptijdbegrenzing is
aangesproken
Fout 12:
Testen SKS richting
OPEN niet OK
Fout 13:
Testen SKS richting
TOE niet OK
Fout 14:
Eindposities niet OK
Fout 15:
Testen fotocel
niet OK
Fout 27:
Aanspreekgevoeligheid
krachtbegrenzing
Fout 28:
Offset aangeleerde
krachtbegrenzing
Fout 36:
Ruststroomkring
onderbroken
Nederlands / Blz. 68
8. Bijlage
8. Bijlage
Nederlands / Blz. 69
NL
8.3 Testhandleiding
Nederlands / Blz. 70
8. Bijlage
Oorzaak van de fout
Spanning ontbreekt.
Noodhandketting niet in
ruststand.
Aandrijving ontkoppeld.
Thermische bescherming in
de motor is aangesproken.
Besturing is afgesloten
(rode markering).
Ruststroomkring
(bedieningsonderdelen)
onderbroken.
Ruststroomkring (deurblad)
onderbroken.
Elektronische antenne niet
ingestoken.
Foute handzendercodering
geprogrammeerd.
Batterij leeg.
Foutmelding
Controlelampje
WERKSPANNING
brandt niet.
Controlelampje
STORING knippert
Foutnummer 36.
Controlelampje
IMPULS knippert
niet bij impuls door
handzender.
Fout
Geen spanning.
Geen reactie na impuls.
Radiografische
besturing.
8. Bijlage
Nederlands / Blz. 71
NL
Verhelpen van fouten
Spanning controleren.
De hoofdzekeringen in de elektrische verdeling, de zekering in de besturing en de
net-insteekverbinding testen.
Noodhandketting in ruststand brengen (zie inbouwhandleiding van de aandrijving).
Onderhoudsontkoppeling resp. snelontkoppeling laten inklikken.
Motor laten afkoelen.
Besturing openmaken (blauwe markering).
Kortsluitstekker of stekker van bedieningsonderdeel in steekcontact X10 steken.
Stopdrukknop aan de klemmen 12 e. 13 aansluiten.
Kabel-, loopdeur- en valbeveiligingsschakelaar testen.
Antenne aansluiten (z. p. 50).
Codering opnieuw programmeren (z. p. 30).
Nieuwe batterij (9V, IEC 6F22 of 12V, A23) plaatsen.
* als de sluitkantbeveiliging aangesloten is
Nederlands / Blz. 72
8. Bijlage
Fout
Krachtbegrenzing
Deur kan alleen
geopend worden.
Deur kan alleen in
dodemansbedrijf
gesloten worden.*
Aandrijving start maar
kort op.
Geen functie.
geen programmering
van de deurposities
mogelijk
Foutmelding
Controlelampje
STORING knippert
Foutnummer 10.
Controlelampje
STORING knippert
Foutnummer 15.
Controlelampje
REFERENTIEPUNT brandt
niet bij het passeren
van het referentiepunt.
Controlelampje
STORING knippert
Foutnummer 13.
Rood controlelampje
op opto-sensor-print
brandt niet.
Controlelampje
STORING knippert
Foutnummer 9.
Controlelampjes
1 - 7 knipperen.
-
Oorzaak van de fout
Deur is te zwaarlopend.
Programmeerschakelaar S20 /
S20a op OFF, maar geen
fotocel aangesloten.
Referentiepuntschakelaar fout
ingesteld.
Opto-sensor niet aangesloten.
Spiraalsnoer defect.
Opto-sensoren niet in profiel
of defect.
Deurafsluitprofiel is vervormd.
Toerentalsensor defect.
Fout in de besturingseenheid.
Het referentiepunt is niet
herkent
8. Bijlage
Nederlands / Blz. 73
NL
Verhelpen van fouten
Deurinstallatie onderhouden (smeren o.a.).
Programmeerschakelaar S20 / S20a omschakelen of fotocel aansluiten.
Referentiepunt instellen (z.p. 14).
Opto-sensor aansluiten.
Spiraalsnoer en aansluitingen controleren.
Montage van de opto-sensoren testen resp. vervangen.
Deurafsluitprofiel richten resp. vervangen.
Aandrijving laten testen.
Besturingseenheid laten testen.
Laat de deur of het schuifhek eenmaal elektrisch OPEN en DICHT lopen.
Controleer of led 5 oplicht bij het passeren van het referentiepunt.
Nederlands / Blz. 74
8. Bijlage
8.4 Technische gegevens
Nominale spanning:
Control 144N: 300V-3 fase / 230V-3 fase
Control 145N: 230V - 1-fase
Nominale frequentie:
50 Hz
Vermogensopname:
Control 144N: 0,55 kW
Control 145N: 0,37 kW
Stuurspanning:
24V DC
IP-bescherming:
IP 65
Beveiligingsklasse:
I
Afmetingen:
195 x 271 x 123mm
Gewicht:
2,9 kg
Temperatuurbereik:
-20 tot + 60° C
Notities
Nederlands / Blz. 75
NL
NEDERLANDS Door de auteurswet beschermd.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere
wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Technische wijzigingen voorbehouden.
EN 55011
EN 50081
EN 50082
ETS 300220
Version: 01.2004
#71 725
1 - NL 360226 - M - 0.5 - 0104
www.marantec.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Marantec Control 144 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor