23
f) Functie "EPA": Instellen van de maximale servo-uitslag
Met deze functie kan precies worden vastgelegd hoe groot de maximaal toe-
laatbare uitslag voor de stuur-, gas- of hulpservo aan ieder kant mag zijn (EPA
= "End Point Adjustment").
Deze functie wordt gewoonlijk gebruikt om het mechaniek van een servo bij
volle uitsturing te beschermen tegen mechanische aanslagen tegen een hin-
dernis.
U kunt daarvoor een waarde van 0% - 120% instellen. Hoe kleiner de waarde,
hoe kleiner de servobeweging aan de betrokken zijde.
Probeer om de mechanische aansturing door een servo zodanig in te stellen
dat EPA-instelwaarden van 100 - 120% kunnen worden gebruikt.
Welke draairichting van de servo (of instelling voor een rijregelaar) u begrenst,
is natuurlijk afhankelijk van het model.
Stel voor de sturing de maximaal mogelijke stuuruitslag in, zonder dat daarbij de stuurservo aanslaat en begint te
zoemen. Als voor de latere werking een kleinere stuuruitslag nodig is (voor snel of langzaam rijden), dan kan deze
met de zgn. "Dual-Rate"-functie worden ingesteld.
Als u voor de rijfunctie een elektronische rijregelaar gebruikt, kunt u ook een maximale aanstuurwaarde vastleggen.
Om echter het hoogst mogelijke motortoerental te kunnen gebruiken, mag in beide richtingen de waarde van 100%
niet worden onderschreden.
Stel voor het vooruitrijden een lagere waarde in (bijv. 70%), om een modelauto voor een beginner langzamer te
maken. Laat de remfunctie (of het achteruitrijden) op 100% staan; zo hebt u bij een rijregelaar met remfunctie de
maximale remkracht ter beschikking.
Voordat u in de EPA-functie de uitslagen voor de stuurservo begrenst, moet u controleren of bij de Dual
Rate-instelling nog de fabrieksinstelling van 100% is opgeslagen.
Ga als volgt te werk:
• Druk kort op de draaiknop (14); de functie MODEL wordt grijs gemarkeerd.
• Draai de draaiknop (14) naar links of rechts, totdat de functie EPA grijs is
gemarkeerd, zie afbeelding rechts.
• Druk kort op de draaiknop (14), het kanaalnummer 1 knippert onderaan het
scherm.
Bij kanaal 1 knippert aanvullend "ST" (= "Steering" = sturing).
Bij kanaal 2 knippert aanvullend "TH" (= "Throttle" = gas).
Bij kanaal 3 - 6 knippert aanvullend "AUX" (= "Auxiliary" = hulpkanalen).
• Beweeg het bedieningsorgaan van het betreffende kanaal naar links of
rechts, om de linker of rechter eindstand in te stellen. Er verschijnt telkens
een overeenkomstige aanduiding op het scherm:
Linker eindstand = "L.F.U." (= "Left, Front, Up" = links, voor, boven)
Rechter eindstand = "R.B.D." (= "Right, Back, Down" = rechts, achter, onder)
• Druk kort op de draaiknop (14); de instelwaarde voor de servo-uitslag (bijv. 100%) knippert rechtsonder op het
scherm.