26
ASA
NL
pleet gemonteerd en in operationele toestand gele-
verd. Wij adviseren u van deze service gebruik te
maken om een snelle en veilige montage te garan-
deren.
De volgende montagemogelijkheden zijn mogelijk:
•Wandmontage
• Montage aan het plafond
• Montage aan een kolom
Montage van de ASA aan een betonnen wand -
Afbeelding [1]
In overeenstemming met de boorplaat van de bijge-
voegde boorsjabloon moeten zes deuvelgaten in de
betonnen muur worden geboord.
Als montagedeuvels voor ongescheurd beton heb-
ben B25 - B55 resp. C20/25 tot C50/60 Fischer
Combi trekstangen FBN II 16/15 K, 16/25, 16/50 hun
waarde bewezen.
Montage van de ASA aan een betonnen plafond -
Afbeelding [2]
De plafondmontage kan via een tussenconsole vol-
gens afbeelding
[2]
uitgevoerd worden. De bevesti-
gingselementen dienen wat betreft de constructie
in overeenstemming met de vereiste statica te wor-
den gedimensioneerd en vervaardigd.
Montage van de ASA aan een muur van baksteen
of holle bouwsteen - Afbeelding [3]
De bevestigingselementen dienen wat betreft de
constructie in overeenstemming met de vereiste
statica te worden gedimensioneerd en vervaardigd.
Wij bevelen het gebruik van doorlopende M16-
draadeinden aan.
Kolommontage van de ASA - Afbeelding [4]
De montage aan een kolom of drager vindt plaats
zoals weergegeven in afbeelding
[4]
.
Inkorten van de ophanging van de ASA
De lengte van de ophanging bedraagt bij levering
1,6 m. Indien nodig kan de aluminium buis
[5-1]
op
de gewenste lengte worden ingekort.
Na het inkorten worden de leidingstelsels naar
achteren doorgetrokken.
Let op:
De leidingstelsels
mogen niet worden aangespannen maar dienen in
het kabelkanaal nog speling te hebben, zodat ze bij
het bewegen van de afzuigarm niet worden bescha-
digd.
Kabelkanaal (alleen ASA CT/SRM)
Het bijgevoegde kabelkanaal dient aan de wand of
zuil tussen de console van de ASA en de locatie van
het afzuigapparaat te worden bevestigd. De alumi-
nium buis
[6-2]
moet in de daarvoor bestemde
klemmen
[6-1]
in het kabelkanaal worden ingeclipt
en met de bijbehorende slangstukken
[6-3]
op de
ASA en het afzuigapparaat worden aangesloten.
Zonodig kunnen ook het kabelkanaal en de alumi-
nium buis worden ingekort. De persluchtleidingen
en de elektriciteitskabel
[6-4]
worden eveneens in
het kabelkanaal gelegd.
7 Aansluiting en inbedrijfstelling
7.1 Aansluiting van de persluchtleiding
Voor werking volgens de voorschriften zijn vereist:
– luchtdruk: 4 - 8 bar continudruk
– luchtcapaciteit: min. 400 l/min per aangesloten
Festool perslucht-schuurgereedschap.
Sluit de grijze persluchtleiding van de ASA na
aansluiting op de toevoereenheid via de con-
trastekker aan op de persluchtinstallatie ter
plaatse.
7.2 Aansluiting van de besturingsleiding
CT-mobiele stofafzuigers bouwserie CT 22, CT 33,
CT 44, CT 55
Monteer de montageset (module-EAA CT22/33/
44/55: 495756) voor de besturingsleiding aan de
CT-mobiele stofzuiger (zie montagevoorschrift).
CT-mobiele stofzuiger bouwserie CT 26, CT 36, CT
48
Monteer de montageset (module-EAA CT26/36:
496143) aan de CT-mobiele stofzuiger (bij CTM
36/48 LE en CTL 36/48 LE reeds gemonteerd).
Steek de besturingsleiding in de contactdoos
van de stofafzuiger.
SRM-mobiele stofafzuiger en producten van der-
den
Aansluiting van de besturingsleiding is niet moge-
lijk. Beschikt het afzuigapparaat over een stopcon-
tact met inschakelautomaat, dan moet de voe-
dingskabel van de EAA in dit stopcontact gestoken
worden om de inschakelautomaat van het afzui-
gapparaat te kunnen gebruiken. Hierbij dient u
echter de maximale belastbaarheid van het stop-
contact in acht te nemen. Verder kunnen niet alle
functies van de EAA benut worden. Daarom raden
wij dringend aan een Festool mobiele stofzuiger te
gebruiken.
ASA TURBO
Alleen uit te voeren door een elektrotechnicus:
Klem de besturingskabel aan de ingang van het
besturingssignaal van de stationaire afzuigin-
richting.