SyncThru™ Web Service
202
8. Beheerprogramma's
- MAC-filtering: U kunt MAC-filtering in-/uitschakelen en filterregels
beheren. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het apparaat (zie
"Netwerkfilterinstellingen" op pagina 370).
- 802.1x: U kunt de 802.1x beveiliging in-/uitschakelen en ook de
filterregels beheren. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het
apparaat (zie "802.1x" op pagina 358).
• External Authentication Server: Stelt verificatie in voor de servers.
• 802.1x: U kunt de poortgebaseerde 802.1x-verificatie inschakelen. Als
deze verificatie is ingeschakeld, heeft het apparaat geen toegang tot
het beschermde gedeelte van het netwerk tot het apparaat daartoe
gemachtigd wordt. Gebruik deze functie om uw netwerk te beveiligen.
Deze functie is ook beschikbaar vanaf het apparaat (zie "802.1x" op
pagina 358).
• User Access Control: U kunt gebruikers de toegang tot het apparaat
of toepassingen beperken. U kunt gebruikers ook specifieke
machtigingen geven voor toegang tot bepaalde functies van het
apparaat. U kunt bijvoorbeeld gebruiker A een machtiging geven om
alleen de afdrukfunctie te gebruiken. In dat geval kan gebruiker A niet
scannen, kopiëren of faxen met het apparaat.
- Verificatie (toegangsbeheer activeren): U kunt de
verificatiemethode voor gebruikersverificatie kiezen. Selecteer een
modus en klik op de knop Options. Deze functie is ook beschikbaar
vanaf het apparaat (zie "Verificatie" op pagina 346).
- Authorization (machtigingen verlenen): U kunt machtigingen aan
gebruikers verlenen om uitsluitend bepaalde functies van het
apparaat te gebruiken.
- Bevoegdheidsbeheer: U kunt verschillende rechten aan
verschillende gebruikers verlenen. U kunt bijvoorbeeld gebruiker A
machtigen om alle apparaatfuncties te gebruiken terwijl u aan
gebruiker B uitsluitend machtiging verleent om af te drukken.
- Accounting: U kunt accounts beheren.
- User profile: U kunt gebruikersgegevens op de harde schijf van het
apparaat opslaan. U kunt deze functie gebruiken om de gebruikers
te beheren die dit apparaat gebruiken. U kunt gebruikers ook in
groepen onder brengen en ze als groep beheren. U kunt maximaal
1000 items toevoegen. Gebruikers aangemeld met gebruikers-id en
wachtwoord wordt toegestaan om hun wachtwoord te wijzigen. Hen
wordt toegestaan om hun eigen profielinformatie te bekijken. Met
betrekking tot de rol staat men de gebruikers toe om hun rol maar
niet hun machtigingen te zien.
• System Log: U kunt logboeken van gebeurtenissen die in het apparaat
zij gebeurd bijhouden. De beheerder kan de gebruiksinformatie van het
apparaat met behulp van systeemlogbestanden registreren en
beheren. De systeemlogbestanden worden op de harde schijf (HHD)
van het apparaat opgeslagen. Wanneer de harde schijf vol is, worden
de oude gegevens gewist. Gebruik de exportfunctie om belangrijke
auditgegevens te exporteren en op te slaan.
- Configuratie van logboek: U kunt het bijhouden van logbestanden
in- of uitschakelen. U kunt ook een back-up maken van
logboekbestanden per periode en ze naar een opslagserver
verzenden.
- Logboekviewer: U kunt logbestanden bekijken, verwijderen en
zoeken.