Samsung SL-M4530 ProXpress Handleiding

Categorie
Laser- / led-printers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

BASIS
Gebruikershandleiding
BASIS
Gebruikershandleiding
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie,
normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
GEAVANCEERD
Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en
het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
2
BASIS
1. Inleiding
Belangrijkste voordelen 5
Functies per model 8
Nuttig om te weten 10
Informatie over de gebruikershandleiding 11
Veiligheidsinformatie 12
Apparaatoverzicht 18
Overzicht van het bedieningspaneel 21
Het apparaat inschakelen 23
Lokaal installeren van het stuurprogramma
24
Het stuurprogramma opnieuw installeren 27
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
Menuoverzicht 29
De standaardinstellingen van het apparaat
37
Afdrukmateriaal en lade 39
Eenvoudige afdruktaken 53
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 59
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
65
Beschikbare verbruiksartikelen 66
Beschikbare accessoires 67
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 68
De tonercassette bewaren 69
Toner herverdelen 71
De tonercassette vervangen 73
De beeldeenheid vervangen 75
Accessoires installeren 77
De gebruiksduur van de
verbruiksartikelen controleren 80
Instellen van de waarschuwing
toner/beeldeenheid bijna op 81
Het apparaat reinigen 82
Tips voor het verplaatsen en opbergen
van het apparaat 87
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen 89
3
BASIS
Papierstoringen verhelpen 90
Informatie over de status-LED 102
Informatie over displaymeldingen 104
5. Bijlage
Specificaties 114
Informatie over wettelijke voorschriften 124
Copyright 135
1. Inleiding
In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
Belangrijkste voordelen 5
Functies per model 8
Nuttig om te weten 10
Informatie over de gebruikershandleiding 11
Veiligheidsinformatie 12
Apparaatoverzicht 18
Overzicht van het bedieningspaneel 21
Het apparaat inschakelen 23
Lokaal installeren van het stuurprogramma 24
Het stuurprogramma opnieuw installeren 27
Belangrijkste voordelen
Milieuvriendelijk
Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier
kunt sparen (zie "Eco-afdruk" op pagina 56).
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen
(zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231).
Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier afdrukken
(dubbelzijdig afdrukken) (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken"
op pagina 231).
Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik
aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
We raden aan kringlooppapier te gebruiken om energie te besparen.
Snel afdrukken met hoge resolutie
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi effectieve output
(600 x 600 x 2 bit).
Snel on-demand afdrukken.
Voor enkelzijdig afdrukken, tot 45 ppm (A4) of tot 47 ppm (Letter).
Gemak
U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of met uw computer
door gebruik te maken van de apps voor Samsung Cloud Print
(zie"Samsung Cloud Print" op pagina 198).
U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of met uw computer
door gebruik te maken van de apps voor Google Cloud Print™ (zie
"Google Cloud Print™" op pagina 200).
Met Easy Capture Manager kunt u gemakkelijk bewerken en afdrukken
wat u met de toets Print Screen op het toetsenbord hebt vastgelegd (zie
"Easy Capture Manager" op pagina 252).
Samsung Easy Printer Manager en Afdrukstatus zijn programma's die
de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en
waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 259 of
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263).
Met Samsung AnyWeb Print kunt u een schermopname of
afdrukvoorbeeld maken van een scherm in Windows Internet Explorer,
en deze bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan
in het gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op
pagina 253).
Met Slim bijwerken kunt u op de nieuwste software controleren en de
nieuwste versie tijdens de installatie van het printerstuurprogramma
installeren. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.
Belangrijkste voordelen
Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung
(www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads) terecht voor hulp, ondersteuning,
printerstuurprogramma’s, handleidingen en andere informatie.
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van
toepassingen.
Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties
van de afdrukmedia" op pagina 116).
Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten aanpassen met
woorden zoals "CONFIDENTIAL" (zie "Geavanceerde afdrukfuncties
gebruiken" op pagina 231).
Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw
document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen
papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231).
U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie
"Systeemvereisten" op pagina 120).
Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
Ondersteund verschillende instellingsmethoden
voor draadloze netwerken.
WPS (Wi-Fi Protected Setup™) gebruiken
- U kunt gemakkelijk verbinding maken met een draadloos netwerk
door de WPS-functie op het apparaat en op een toegangspunt
(draadloze router) te gebruiken.
Een USB-kabel of netwerkkabel gebruiken
- U kunt verbinding maken met een netwerk en verschillende
instellingen voor het draadloze netwerk configureren met een USB-
kabel of netwerkkabel.
Wi-Fi Direct gebruiken
- U kunt eenvoudig vanaf uw mobiele apparaat afdrukken met Wi-Fi
Direct.
Zie "Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk" op
pagina 165.
Belangrijkste voordelen
XOA-toepassingen ondersteunen
Het apparaat ondersteunt aangepaste XOA-toepassingen.
Neem voor de aangepaste XOA-toepassingen contact om met de
provider van de aangepaste XOA-toepassing.
Functies per model
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land.
Besturingssysteem
(: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
Software
U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren
wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer
plaatst.
Selecteer voor Windows het printerstuurprogramma en de
software in het scherm Selecteer de te installeren software en
hulpprogramma's.
(: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
Besturingssysteem M453x series
Windows
Mac
Linux
Unix
Software M453x series
SPL-printerstuurprogramma
PCL-printerstuurprogramma
PS-printerstuurprogramma
a
a. Download de software van de website van Samsung en installeer deze: (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
Controleer of het besturingssysteem van uw computer de software ondersteunt
voordat u met de installatie begint.
XPS-printerstuurprogramma
a
Samsung Easy Printer
Manager
Apparaatinstellin
gen
Samsung-printerstatus
Hulpprogramma Direct afdrukken
a
Samsung AnyWeb Print
a
SyncThru™ Web Service
SyncThru Admin Web Service
Easy Eco Driver
Easy Capture Manager
Functies per model
Verschillende functies
(: ondersteund, : Optioneel, leeg: niet ondersteund)
functies M453x series
Hi-Speed USB 2.0
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000
Base TX bedraad LAN
Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos
LAN
a
Wireless/NFC-kit
Eco-afdruk
Dubbelzijdig afdrukken
USB-geheugeninterface
Geheugenmodule (2 GB)
Optionele lade (lade 2, lade 3, lade 4, lade
5)
Massaopslagapparaat (harde schijf)
Korte standaard
AirPrint
Samsung Cloud Print
Google Cloud Print™
a. Draadloze netwerkinterfacekaarten (LAN-kaarten) zijn niet in alle landen
verkrijgbaar. In sommige landen kan alleen 802.11 b/g worden gebruikt. Neem
contact op met uw plaatselijke Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat
kocht.
Nuttig om te weten
Het apparaat drukt niet af.
Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst
(zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 54).
Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw
(zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op
pagina 24).
Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows
(zie "Uw apparaat instellen als standaardprinter" op pagina
231).
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen
kopen?
Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw
detailhandelaar.
Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio
voor productinformatie.
De status-LED knippert of blijft branden.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze
handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de
status-LED" op pagina 102).
Er is papier vastgelopen.
Open de klep en sluit deze weer (zie "Voorkant" op pagina
19).
Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen
papier in deze handleiding en los het probleem op (zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 90).
De afdrukken zijn vaag.
Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de
tonercassette (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
Probeer een andere instelling voor de resolutie (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 73).
Waar kan ik het stuurprogramma van de
printer downloaden?
U kunt op de website van Samsung (www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht
voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s,
handleidingen en bestelinformatie.
11
1. Inleiding
Informatie over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en
biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die
doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat.
Gooi deze handleiding niet weg, maar bewaar deze ter referentie.
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen
ondervindt bij gebruik van het apparaat.
De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden
uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het
door u gekochte apparaat.
De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken
van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-
/stuurprogrammaversie.
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk
gebaseerd op Windows 7.
1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn
verwisselbaar:
Document is synoniem met origineel.
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
2
Algemene pictogrammen
Pictogra
m
Tekst Omschrijving
Opgepast
Biedt gebruikers informatie om het apparaat te
beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Waarsch
uwing
Gebruikt om gebruikers te waarschuwen voor de
mogelijkheid op persoonlijk letsel.
Opmerkin
g
Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde
uitleg over een functie of voorziening van het
apparaat.
12
1. Inleiding
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen
aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees
deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar
dit document goed nadat u het hebt gelezen.
3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in
dit hoofdstuk
4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Waarsch
uwing
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of
de dood kunnen veroorzaken.
Opgepas
t
Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of
eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het
stopcontact niet geaard is.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware
voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort).
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit, maakt het
vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren.
Schakel onmiddellijk de stroomschakelaar uit en koppel het
apparaat los.
De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval
van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op.
Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar
voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer
te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
13
1. Inleiding
Opgepast
5
Bedieningswijze
Opgepast
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het
apparaat niet gebruikt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
U kunt brandwonden oplopen.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd
lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in
van een gekwalificeerd technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies hebt
uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de
hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er
moeilijk ingaat.
U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een
elektricien om het stopcontact te vervangen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of
de kabel naar de computer bijten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of uw
huisdier verwonden.
Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade.
U kunt letsel oplopen.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen
papier verwijdert.
Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen
veroorzaken.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde
van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt.
Zij kunnen brandwonden oplopen.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om
vastgelopen papier te verwijderen.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie
14
1. Inleiding
6
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Opgepast
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen
in.
Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand
ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken.
Het gebruik van sturingen of instellingen of het uitvoeren van
procedures die afwijken van deze hier vermeld kan resulteren
in gevaarlijke blootstelling aan straling.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer.
Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het
stopcontact.
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op
een plek waar water lekt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats de machine in een omgeving die voldoet aan de
gestelde specificaties voor werkingstemperatuur en
vochtigheid.
Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat
beschadigen.
Zie "Algemene specificaties" op pagina 114.
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het
apparaat verplaatst. De onderstaande informatie bevat slechts
aanbevelingen gebaseerd op het apparaatgewicht. Wanneer
u vanwege uw medische conditie niet kunt tillen, til het
apparaat dan niet op. Voor veilig tillen moet u anderen vragen
om u te helpen en het apparaat altijd met het juiste aantal
personen optillen.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade
veroorzaken.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één
persoon worden opgetild.
een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door vier of
meer personen worden opgetild.
Veiligheidsinformatie
15
1. Inleiding
7
Onderhoud/controle
Opgepast
Kies een locatie met een vlakke ondergrond en voldoende
ventilatie voor het apparaat. Houd ook rekening met een
ruimte die nodig is voor het deksel en de laden.
De ruimte moet goed geventileerd zijn en het apparaat mag
niet worden blootgesteld aan direct zonlicht, hitte en vocht.
Wanneer u het apparaat langdurig gebruikt of een groot aantal
pagina's in een niet-geventileerde ruimte afdrukt, kan de lucht
vervuild raken en schadelijk worden voor uw gezondheid.
Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte of open
regelmatig een raam om schonen lucht binnen te laten.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin oppervlak.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade
veroorzaken.
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWG
a
of, indien
nodig, een grotere telefoondraad.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw
apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat
langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110V, moet het
snoer minstens 16 AWG dik zijn.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht
geventileerde ruimte, zoals een kast.
Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd, kan er
brand ontstaan.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of
verlengsnoer aan.
Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische schok of
brand veroorzaken.
Het apparaat moet aangesloten worden op een
spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren,
neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij.
a. AWG: American Wire Gauge
Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u
de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw
apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en
spuit geen water in het apparaat.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
16
1. Inleiding
8
Gebruik van verbruiksartikelen
Opgepast
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant
schoonmaakt.
U kunt letsel oplopen.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
Kinderen kunnen letsel oplopen.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer
in elkaar steken.
Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een
professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet
worden.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het
apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en
te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker
stof- en watervrij.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die
vastgeschroefd zijn.
Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een
gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door niet-
gekwalificeerde technici kan brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een
medewerker van de technische dienst van Samsung.
Haal de tonercassette niet uit elkaar.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of
fixeereenheid.
Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Veiligheidsinformatie
17
1. Inleiding
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals
toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede
verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden
gebracht.
Volg de onderstaande instructies voor verbruiksartikelen die
tonerstof bevatten (tonercartridge, cassette voor gebruikte
toner, beeldeenheid, enzovoort).
Volg de instructies voor verwijdering wanneer u de
verbruiksartikelen weggooit. Raadpleeg de plaatselijke
verkoper voor verwijderingsinstructies.
De verbruiksartikelen mogen niet gewassen worden.
Gebruik de cassette voor gebruikte toner niet opnieuw
nadat u deze hebt geleegd.
Als u de bovenstaande instructies niet opvolgt, kan dit
resulterende defecten in het apparaat of verontreiniging van
het milieu. De garantie dekt geen kosten die zijn veroorzaakt
door nalatigheid van de gebruiker.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen
warm water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik
altijd koud water.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
18
1. Inleiding
Apparaatoverzicht
9
Onderdelen
Het werkelijke onderdeel kan verschillen van de onderstaande illustratie. Sommige onderdelen kunnen afhankelijk van de omstandigheden afwijken.
Apparaat Beknopte installatiehandleiding Netsnoer
Software-cd
a
a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen.
Beeldeenheid
Div. accessoires
b
b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
Apparaatoverzicht
19
1. Inleiding
10
Voorkant
Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
9
8
7
6
4
2
5
1
12
13
10
11
14
15
16
3
1 Bedieningspaneel
2
Voorkant geheugenmodule (DIMM)
a
a. Optionele functie.
3Voorklep
4
Laag onderstel
a
5 Indicator papierniveau
6
Optionele lade
a
7 Lade 1
8 Klep van multifunctionele lade
9 USB-geheugenpoort
10 Knop voorklep
11 Uitvoerlade
12
Gebied voor wireless/NFC-kit
a
13 Papiergeleiders voor multifunctionele lade
14 Extensie voor multifunctionele lade
15
Beeldeenheid
b
b. Verwijder de tonercassette om toegang de krijgen tot de beeldeenheid.
16 Tonercassette
Apparaatoverzicht
20
1. Inleiding
11
Achterkant
Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
EDI
OUTPUT
5v
3
4
5
2
6
7
1
1
Wireless/NFC-kit
a
poortklepje
a. Optionele functie
2Achterklep
3 Aansluiting netsnoer
4 Stroomschakelaar
5USB-poort
6 EDI-poort voor kaartlezer
7 Netwerkpoort
21
1. Inleiding
Overzicht van het bedieningspaneel
12
M453xND series
Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
1
7
3
4
5
11
10
9
8
6
2
1 Weergavescherm
Toont de huidige status en geeft meldingen weer
tijdens het gebruik.
2 Testblad
Als u erop drukt, wordt een testpagina afgedrukt.
3 Eco
Overschakelen naar de eco-modus voor het
besparen van toner en papier (zie "Eco-afdruk"
op pagina 56).
4
Numeriek
toetsenblok
U kunt cijfers en tekens invoeren met behulp van
het toetsenblok (zie "Letters en cijfers op het
toetsenblok" op pagina 228).
5
Status-
LED
De functie geeft de status van uw printer weer
(zie "Informatie over de status-LED" op pagina
102).
6 Pijl
Door beschikbare waarden bladeren door naar
vorige of volgende opties te gaan.
7 OK Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
8 Knop
Hiermee opent u de menumodus en bladert u
door de beschikbare menu's (zie "Toegang tot
het menu" op pagina 29).
9 Terug
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende
menu.
10
Aan/uit/
ontwaken
Met deze knop kunt u de stroom in- en
uitschakelen. Of het apparaat weer inschakelen
vanuit de energiebesparingsmodus.
11
Stoppen/
Wissen
Stopt de huidige bewerking.
Overzicht van het bedieningspaneel
22
1. Inleiding
13
M453xNX series
Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar
afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8).
Gebruik voor bediening via het aanraakscherm alleen uw vinger. Scherpe
voorwerpen kunnen het scherm beschadigen.
1
2
3
4
1 Aanraakscherm
Hiermee wordt de huidige status
weergegeven en hebt u toegang tot
verschillende beschikbare menu's.
2
Stoppen/
Wissen
Stopt de huidige bewerking.
3
Aan/uit/
ontwaken
Met deze knop kunt u de stroom in- en
uitschakelen. Of het apparaat weer
inschakelen vanuit de
energiebesparingsmodus.
4 LED
De functie geeft de status van uw printer weer
(zie "Informatie over de status-LED" op
pagina 102).
23
1. Inleiding
Het apparaat inschakelen
1
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar
aan.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
2
De stroom wordt automatisch ingeschakeld.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de knop (Aan/uit/
ontwaken) ingedrukt.
2
1
24
1. Inleiding
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden,
slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie
van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van
een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152).
Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u
"Installatie voor Mac" op pagina 141, "Installatie voor Linux" op
pagina 143 of "Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren"
op pagina 159.
Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen
afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
Lokaal installeren van het stuurprogramma
25
1. Inleiding
14
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-
rom-station en klik op OK.
Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
4
Selecteer USB in het scherm Type printerverbinding. Klik daarna
op Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
U kunt de softwaretoepassingen selecteren in het venster Selecteer de
te installeren software en hulpprogramma's.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van
Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet Als
dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig
downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads.
U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken, hebt
u een Microsoft-account nodig.
1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
2 Klik op Store(Store).
3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
4 Klik op Installeer.
Lokaal installeren van het stuurprogramma
26
1. Inleiding
Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4-
stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaublad scherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde software-
cd.
1
Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld en verbonden met
internet.
2
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
3
Sluit de computer en het apparaat aan met een USB-kabel.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
27
1. Inleiding
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
15
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma's > Samsung Printers > Samsung
printersoftware verwijderen.
Voor Windows 8:
1 Selecteer vanuit de balk Charms de optie Zoeken >
Apps(App).
2 Zoek naar en klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Programma's en onderdelen.
4 Klik met de rechtermuisknop op het stuurprogramma dat u
wilt deïnstalleren en kies Installatie ongedaan maken.
5 Volg de instructies in het venster.
3
Volg de instructies in het installatievenster.
4
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 24).
Vanaf het Startscherm van Windows 8
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Klik op de tegel Samsung printersoftware verwijderen in het
Startscherm.
3
Volg de instructies in het venster.
Als u geen tegel voor Samsung-printersoftware kunt vinden,
deïnstalleert u vanuit de bureaubladmodus.
Als u de hulpmiddelen voor printermanagement van Samsung wilt
deïnstalleren vanuit het Startscherm, klikt u met de rechtermuisknop
op het programma dat u wilt Installatie ongedaan maken >
Installatie ongedaan maken en volgt u de instructie in het venster.
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
Menuoverzicht 29
De standaardinstellingen van het apparaat 37
Afdrukmateriaal en lade 39
Eenvoudige afdruktaken 53
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 59
29
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat.
1
M453xND series
Toegang tot het menu
Een aangevinkte () verschijnt naast het geselecteerde menu.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 205).
1
Druk op de knop Menu( ) op het bedieningspaneel.
2
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
3
Herhaal stap 2 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
4
Druk op OK om de selectie op te slaan.
5
Druk op (Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de gereedmodus.
Menuoverzicht
30
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Informatie
(Zie "Informatie" op pagina 207.)
Lay-out
(Zie "Lay-out" op pagina 208.)
Papier
(Zie "Papier" op pagina 209.)
Grafisch
(Zie "Grafisch" op pagina 210.)
Configuratie
Demopagina
Netwerkconfiguratie
Info verbruiksartikelen
Gebruiksteller
Account
a
Menuoverzicht
PCL-tek.
PS-lettertype
a. Deze functie is alleen beschikbaar als Job Accounting is ingeschakeld in het programma SyncThru™ Web Admin Service.
Afdrukstand
Staand
Liggend
Marge
Algemene marge
Multifunctionele lade
Lade[x]
b
Emulatiemarge
Dubbelzijdig
Uit
Lange zijde
Korte zijde
b. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
Exemplaren
Lade[x]
b
Papierformaat
Papiertype
Multifunctionele lade
Papierformaat
Papiertype
Papierinvoer
Auto
Lade[x]
b
Multifunctionele lade
Lade bevestigen
Lade[x]
b
Multifunctionele lade
Resolutie
Standaard
Hoge resolutie
Tekst wissen
Uit
Minimum
Gemiddeld
Maximum
Randverbetering
Uit
Normaal
Maximum
Auto CR
Menuoverzicht
31
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Systeeminstellingen
(Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.)
Emulatie
(Zie "Emulatie" op pagina 215.)
Afbeeldingsbeheer
(Zie "Afbeeldingsbeheer" op pagina 216.)
Datum & Tijd
Datumnotatie
Klokmodus
MSD in wachtrij plaatsen
a
Taal
Standaardpapier
Energiebesparing
Ontw.gebeurt.
Time-out taak
Time-out voor wachtrij
Hoogtecorrectie
Relatieve luchtvochtigheid
Taak opnieuw inplannen
Aut. doorgaan
Automatische ladekeuze
Papier vervangen
Ladebeveiliging
Lade-modus
Blanco pagina's overslaan
a. De optie is beschikbaar wanneer het optionele massaopslagapparaat (harde schijf) is geïnstalleerd
Onderhoud
Gebr.duur art.
Ramschijf
b
Waarschuwing: papier
bijna op
Tonerbesparing
Stille modus
Eco-instel.
Autom. uitsch.
Best.beleid
b. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Type emulatie
Instellingen
Aangepaste kleur
Standaard
Afdrukdichtheid
Menuoverzicht
32
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Netwerk
(Zie "Netwerk" op pagina 217.)
Directe USB
(Zie "USB" op pagina 222.)
Taakbeheer
a
(Zie "Taakbeheer (Taakstatus)" op pagina
223.)
a. Deze optie is beschikbaar als het optionele geheugen is geïnstalleerd of de ramschijf is gecontroleerd.
Beheerinstellingen
(Zie "Beheerinstellingen" op pagina
219.)
TCP/IP (IPv4)
DHCP
BOOTP
Stat.
TCP/IP (IPv6)
IPv6-protocol
DHCPv6 config
Ethernet
Ethernetpoort
Ethernet-snel.
802.1x
Wi-Fi
b
Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi-instellingen
WPS
Wi-Fi Direct
Wi-Fi-signaal
Wi-Fi-instellingen
wissen.
b. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd.
Protocolbeheer
NFC
Netwerkconfiguratie
Instell. wissen
Via USB afdrukken
Bestandsbeheer
Ruimte tonen
Actieve taak
Beveiligde taak
Opgeslagen taak
Afdrukken
Verwijderen
Stempel
Stempel activeren
Item
Tekstgrootte
Opaciteit
Positie
Beheerderswachtwoord wijzigen
Firmware-upgrade
Inst. import.
Inst. export.
Afb. overs.
c
Automatisch Afbeelding
overschrijven
Handmatig
Overschrijfmethode
Aantal keren overschrijven
Veilig afdruk.
Beheer van verbruiksartikelen
Toner bijna op
Waarschuwing beeldeenheid
bijna leeg
c. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Menuoverzicht
33
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
2
M453xNX series
Introductie van het Startscherm
U kunt menu's eenvoudig instellen met behulp van het aanraakscherm.
Het startscherm wordt weergegeven op het aanraakscherm op het
bedieningspaneel.
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu's uitgegrijsd
worden weergegeven.
De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie
"Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 205).
Pictogra
m
Naam Omschrijving
Informatie Drukt verschillende apparaatgegevens en
rapporten af.
Eco Geeft de Eco-instellingen weer.
Directe USB Hiermee gaat u naar het USB-menu als een
USB-opslagapparaat op de USB-poort van uw
printer is aangesloten.
Instelling Hiermee bladert u door de huidige
apparaatinstellingen of verandert u deze.
Taakstatus Toont de actieve, voltooide of wachtende
taken.
Teller Geeft het totaal aantal afgedrukte pagina's
weer.
Help Bekijk informatie over Help en het oplossen
van problemen.
Tonerstatus U kunt de tonerstatus zien.
Knop U kunt de LCD-helderheid en taal instellen en
u kunt de startmenu's bewerken.
Menuoverzicht
34
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Informatie
(Zie "Informatie" op
pagina 207.)
Eco
(Zie "Eco" op pagina 221.)
USB
(Zie "USB" op pagina 222.)
Instelling
(Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.)
Configuratie
Demopagina
Helplijst
Netwerkconfiguratie
Biedt informatie
Taakrapporten
Lettertypelijst
Eco - aan
Uit
Aan
Instellingen
Standaardmodus
Uit
Aan
Aan-verplicht
a
Functieconfiguratie
Standaard
Aangepast
a. Als u de eco-modus met een wachtwoord instelt op de SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco Settings) of de Samsung Easy Printer
Manager (Apparaatinstellingen > Eco), verschijnt het bericht Aan-verplicht. U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen.
Afdrukken vanaf
(Opties)
Exempl.
Auto aanpassen
Dubbelzijdig
Papierinvoer
Bestandsbeheer
(Opties)
Verwijd.
Formatteren
Ruimte tonen
Systeem
Datum & Tijd
Datumnotatie
Klokmodus
MSD in wachtrij plaatsen
Taal
Onderhoud
Info verbruiksartikelen
Waarschuwing: papier
bijna op
Tonerbesparing
Beeldmgr.
Stand.formaat
Lege pagina’s overslaan
Energ.besparing
Ontwaakgebeurteni
s
Auto Power Off
Hoogtecorrectie
Vochtigheid
Taak opnieuw
inplannen
Stille modus
Time-out taak
Archiveringsbeleid
Time-out rij
Inst. import.
Inst. export.
Menuoverzicht
35
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Instelling
(Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.)
Beheerinstellingen
a
Toegangscontrole
gebruikers
Verificatie
Stempel
Stempel activeren
Item
Tekstgrootte
Opaciteit
Positie
Beheerderswachtwoord
wijzigen
Firmware upgraden
Afb. overschr.
b
Automatisch
Afbeelding
overschrijven
Handmatig Afbeelding
overschrijven
Methode overschrijven
Tijden overschrijven
a. U moet een wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu. Het standaardwachtwoord is sec00000.
b. Deze optie is beschikbaar als het optionele Massaopslagapparaat (harde schijf) geïnstalleerd is.
Toepassing
Toepassingsbeheer
Nieuwe toepassing installeren
Veilig afdruk.
Beheer van verbruiksartikelen
Toner bijna op
Beeldeenheid is bijna leeg.
Netwerk
TCP/IP (IPv4)
TCP/IP (IPv6)
Ethernet
802.1x
Wi-Fi
c
Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi-instellingen
WPS
Wi-Fi Direct
Wi-Fi-signaal
WiFi-inst. wissen
c. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd.
Protocolbeheer
NFC
Netwerkconfiguratie
Inst. wissen
Lay-out
Afdrukstand
Marge
Dubbelzijdig
Papier
Exempl.
Multif. lade
Lade[x]
d
Papierinvoer
Bevestiging lade
Gedrag van lade
Automatisch doorgaan
Automatische ladekeuze
Papiervervanging
Ladebeveilig.
Lade-modus
d. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
Grafisch
Resolutie
Tekst wissen
Randverbetering
Auto CR
Emulatie
Type emulatie
Instelling
Menuoverzicht
36
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Taakstatus
(Zie "Taakbeheer (Taakstatus)"
op pagina 223.)
Teller
(Zie "Teller" op pagina 224.)
Help
(Zie "Help" op pagina 225.)
Huidige taak
Beveiligde taak
Opgeslagen taak
Taak voltooid
Totaal afgedrukt Basisstroom taken
Informatie
Eco
Directe USB
Instelling
Problemen oplossen
Papierstoring in MF-lade
Papierstoring in lade 1
Papierstoring in lade 2
Papierstoring in lade 3
Papierstoring in lade 4
Papierstoring in lade 5
Papierstoring in het apparaat
Papierstoring in het
uitvoergebied
Papierst. in duplex.
QR-code
37
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
De standaardinstellingen van het apparaat
U kunt de instellingen van het apparaat instellen met het programma
Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
Voor gebruikers van Windows en Mac:
Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen
van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het
tabblad Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web
Service gebruiken" op pagina 255).
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven.
Om de standaardinstellingen van het apparaat aan te passen, volgt u de
volgende stappen:
1
Selecteer Menu() > OK > Systeeminstellingen > OK op het
bedieningspaneel.
OF
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) >
Systeem > Volg. op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie.
Taal: Pas de taal aan die wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
Datum & Tijd: U kunt de datum en tijd instellen. Ze worden
afgedrukt in rapporten. Als ze echter verkeerd zijn, moet u ze
wijzigen naar de juiste tijd.
Voer de juiste tijd en datum in, met behulp van de pijltoetsen of het
numeriek toetsenblok (zie "Informatie over het pop-uptoetsenbord" op
pagina 228).
Maand = 01 t/m 12
Dag = 01 t/m 31
Jaar = vier cijfers vereist
Uur = 01 t/m 12
Minuut = 00 t/m 59
Klokmodus: U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt
weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
De standaardinstellingen van het apparaat
38
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Energ.besparing: Gebruik deze functie om energie te besparen
als u het apparaat niet gebruikt.
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of begint met afdrukken, zal het
apparaat uit de energiespaarstand ontwaken.
Als u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop,
wordt het apparaat wakker uit sluimerstand. Selecteer
(Instelling) > Systeem > Volg. > Ontwaakgebeurtenis > Aan op
het aanraakscherm.
Hoogtecorrectie: De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de
atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven
zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. Ga na op welke
hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in (zie
"Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 227).
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op het model met aanraakscherm op (Terug) om de
selectie op te slaan.
4
Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram
( ) om terug te keren naar de stand-bymodus.
39
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Afdrukmateriaal en lade
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
3
Afdrukmedia selecteren
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op gewoon papier,
enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmedia
die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen.
Richtlijnen om afdrukmedia te selecteren
Afdrukmedia die niet aan de richtlijnen uit de gebruikershandleiding
voldoen kunnen de volgende problemen veroorzaken:
slechte afdrukkwaliteit
vastlopen van het papier
versnelde slijtage van het apparaat.
De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling en vezel-
en vochtgehalte, hebben een grote invloed op de prestaties van het
apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmedia
rekening met het volgende:
Het type, formaat en gewicht van het afdrukmateriaal voor uw apparaat
worden beschreven in de specificaties van afdrukmateriaal (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
Gewenst resultaat: de afdrukmedia die u kiest moeten geschikt zijn voor
het doel.
Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en
leveren scherpere en levendigere afbeeldingen op.
Gladheid van het oppervlak: de gladheid van de afdrukmedia bepaalt
hoe scherp de afdrukken er uitzien op papier.
Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmedia aan alle richtlijnen van
deze gebruikershandleiding voldoen en toch geen bevredigende
resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van eigenschappen van
de vellen, een onjuiste bediening, een ongewenst temperatuur- en
vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover
men geen controle heeft.
Voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia koopt, controleert u of
het papier voldoet aan de vereisten in deze handleiding.
Afdrukmateriaal en lade
40
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze
specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie
vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of
serviceovereenkomst van Samsung.
Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken.
Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 116).
Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van
vreemde materialen in de printer kan oververhitting veroorzaken en in
zeldzame gevallen brand.
Hoeveel papier u in de lade kunt plaatsen is afhankelijk van het gebruikte
afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
4
Lade overzicht
Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
1 Papierlengtegeleider
2 Papierbreedtegeleider
Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk
scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier
vastloopt.
2
2
1
Afdrukmateriaal en lade
41
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
5
Papier in de lade plaatsen
Lade 1/ optionele lade
Plaats de afdrukmaterialen die u voor de meeste afdruktaken gebruikt in de
standaardlade. De standaardpapierlade kan tot 550 vellen normaal papier
bevatten (75 g/m
2
, 20 lb bond).
U kunt een optionele lade kopen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
67).
Het gebruik van fotopapier of gecoat papier kan problemen
veroorzaken die herstellingen vereisen. Dergelijke herstellingen
worden niet gedekt door de garantie- of serviceovereenkomsten.
1
Til de lade een beetje op en trek deze eruit.
2
Druk de papierbreedtegeleider in en trek deze tot aan het einde van
de lade.
Afdrukmateriaal en lade
42
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
3
Druk de papierlengtegeleider in en trek deze tot aan het einde van
de lade.
4
Buig de papierstapel en waaier het papier uit om de pagina’s van
elkaar te scheiden voor u het papier in de lade plaatst.
5
Plaats het papier in de lade.
Afdrukmateriaal en lade
43
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
6
Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het
gewenste formaat zoals aangegeven op de bodem van de
papierlade.
Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, omdat het papier daardoor kan buigen.
Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen.
Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor
kan het papier vastlopen of kreukelen.
Afdrukmateriaal en lade
44
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Plaats niet te veel papier in de lade. Anders kan het papier
vastlopen. Zorg dat het papier niet boven de maximummarkering
aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt.
1 Vol
2 Leeg
7
Plaats de lade terug in het apparaat.
Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document
wilt afdrukken.
Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 51.
Als u problemen ervaart met het laden van papier, controleert u of het
papier voldoet aan de mediaspecificaties (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 116). Plaats vervolgens één vel per keer in de
multifunctionele lade (zie "Afdrukken op speciale afdrukmedia" op
pagina 46).
Multifunctionele lade
De multifunctionele lade kan speciale types en formaten van afdrukmedia
bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen.
Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade
Plaats slechts één soort, formaat en gewicht van afdrukmateriaal
tegelijk in de multifunctionele lade.
Voeg geen papier toe als er nog papier in de multifunctionele lade ligt.
Dit kan papierstoringen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten
afdrukmateriaal.
Afdrukmedia moeten met de voorzijde naar boven en de bovenkant
eerst in het midden van de multifunctionele lade worden geplaatst.
1
2
Afdrukmateriaal en lade
45
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Plaats alleen afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Zo
voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten vlak voor u ze in
de multifunctionele lade plaatst.
1
Open de multifunctionele lade en trek, indien nodig, het verlengstuk
eruit.
2
Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van
elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst.
3
Plaats het papier in de lade.
4
Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en
stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet te veel druk uit.
Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of
het papier scheeftrekt.
1
2 3
Afdrukmateriaal en lade
46
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
5
Stel het papiertype en -formaat voor de multifunctionele lade in om
een document af te drukken.
Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 51.
6
Afdrukken op speciale afdrukmedia
De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia voor
elke lade.
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het programma
Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
Voor gebruikers van Windows en Mac:
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
U kunt deze ook instellen via Menu( )> Papier > een lade selecteren >
Papierformaat of de knop Papiertype op het bedieningspaneel. Voor het
model met een aanraakscherm kunt u instellen via (Instelling) >
Papier > Volg. > een lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op
het aanraakscherm.
Vervolgens kunt u het papiertype instellen via het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken > het tabblad Papier > de optie
Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Als u bijvoorbeeld op etiketten wilt afdrukken, selecteert u Etiketten als
Type papier.
Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om
telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 116).
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van
de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op
pagina 19).
Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116 voor papiergewicht
per vel.
Afdrukmateriaal en lade
47
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
(: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen voor
afdrukken. Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat
in de lade moet worden geplaatst. Deze instelling verschijnt nu in de
vervolgkeuzelijst zodat u ze kunt selecteren. Op die manier krijgt u de
beste afdrukkwaliteit. Zo niet, wordt de gewenste afdrukkwaliteit
mogelijk niet bereikt
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit.
Types Lade 1
Optionele
laden
Multifunctionele
lade
Normaal papier ●●
Dik papier ●●
Dikker
Dun papier ●●
Katoen ●●
Kleur ●●
Voorbedrukt ●●
Kringlooppapie
r
●●
Envelop ●●
Etiketten ●●
Kaarten ●●
Bankpost ●●
Archiefpapier ●●
Birefhoofd ●●
Geperforeerd ●●
Afdrukmateriaal en lade
48
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken.
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
- Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m
2
, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
- Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm opkrullende
rand, zonder lucht.
- Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde
enveloppen.
- Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in
werking te kunnen.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters,
gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere
synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien
dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat, ongeveer 170 °C. De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan
15 mm van de rand van de envelop.
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
Afdrukmateriaal en lade
49
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Etiketten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend
etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende
factoren:
- Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van het
apparaat van circa 170 °C (338 °F).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen
de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan
ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
- Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13
mm omkrullen.
- Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
vertonen of loskomen van het rugvel.
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt.
Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het
afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen
hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende
achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen,
gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Afdrukmateriaal en lade
50
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van
de zijkanten van de afdrukmedia.
Voorbedrukt papier
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan
liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u
het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft.
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet
smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1
seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170
?) van het apparaat.
De inkt op het voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de
printerrollen niet beschadigen.
Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op
het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van
het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt.
Afdrukmateriaal en lade
51
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
7
Papierformaat en -type instellen
Nadat u papier in de papierlade hebt geplaatst, stelt u het papierformaat en
de papiersoort in.
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het programma
Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
Voor gebruikers van Windows en Mac:
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
U kunt deze ook instellen via Menu( ) > Papier > een lade selecteren >
Papierformaat of de knop Papiertype op het bedieningspaneel. Voor het
model met een aanraakscherm kunt u instellen via (Instelling) > Papier
> Volg. > een lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op het
aanraakscherm.
Vervolgens kunt u het papiertype instellen via het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken > het tabblad Papier > de optie
Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
1
Kies de Menu( ) > Papier > de knop Papierformaat of
Papiertype op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer voor het model met een aanraakscherm (Instelling) >
Papier > Volg. > en selecteer een lade > Papierformaat of
Papiertype op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste lade en de gewenste optie.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie en
ga naar stap 4.
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
4
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
Als u papier met speciale afmetingen wilt gebruiken, zoals
factuurpapier, selecteert u het tabblad Papier > Grootte > Bewerken...
en stelt u Aang. papierform. inst. in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken in (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Afdrukmateriaal en lade
52
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
8
De uitvoersteun gebruiken
Het oppervlak van de uitvoerlade kan warm worden wanneer u veel
pagina's tegelijk afdrukt. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en
houd kinderen uit de buurt.
De afgedrukte pagina's worden op de uitvoersteun gestapeld en de
uitvoersteun helpt bij het rechtleggen van de afgedrukte pagina's. Vouw de
uitvoersteun uit.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
53
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Eenvoudige afdruktaken
Raadpleeg de Handleiding Geavanceerd (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231) voor speciale afdrukfuncties.
9
Afdrukken
Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u
Handleiding Geavanceerd (zie "Afdrukken vanaf een Mac" op pagina
244, "Afdrukken in Linux" op pagina 246 of "Afdrukken in Unix" op
pagina 248).
Het volgende venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor
Notepad in Windows 7.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
3
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
4
De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het
afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken.
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om
gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties. (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
5
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de
afdruktaak te starten.
Eenvoudige afdruktaken
54
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
10
Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te
worden, annuleert u op de volgende manier:
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat ( ) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door op (Stoppen/Wissen)
op het bedieningspaneel te drukken.
11
Voorkeursinstellingen openen
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in deze
gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet
omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen verschijnt er
mogelijk een waarschuwingsteken, of . Een uitroepteken ( )
wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren maar dat dit niet
wordt aanbevolen. Het teken wil zeggen dat u deze optie niet kunt
selecteren vanwege de instellingen of omgeving van het apparaat.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Kies Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt
weergegeven.
3
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
4
Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
De schermafbeelding kan variëren afhankelijk van het model.
Eenvoudige afdruktaken
55
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
U kunt voordat u gaat afdrukken eco-functies toepassen om papier
en toner te besparen (zie "Easy Eco Driver" op pagina 254).
U kunt de huidige status van het apparaat controleren door op de
knop Printerstatus te drukken (zie "Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 263).
Voorkeursinstellingen gebruiken
Met de optie Favorieten die op elk tabblad maar niet op het tabblad
Favorieten en Samsung wordt weergegeven, kunt u de huidige
voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik.
Volg de volgende stappen om een Favorieten onderdeel te bewaren:
1
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
2
Vul de naam van het onderdeel in in het vak in Favorieten.
3
Klik op Opslaan.
4
Vul de naam en beschrijving in en selecteer daarna het gewenste
symbool.
5
Klik op OK. Als u Favorieten opslaat, worden alle huidige
driverinstellingen bewaard.
Om een opgeslagen instelling te gebruiken moet u ze selecteren in de
Favorieten tab. Het apparaat is nu ingesteld om af te drukken volgens
de instellingen die u geselecteerd hebt. Om de opgeslagen instellingen
te wissen moet u ze selecteren in de Favorieten tab en klikken op
Wissen.
12
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.
Eenvoudige afdruktaken
56
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
13
Eco-afdruk
Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart
natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken.
U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via
Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer
Manager.
Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via
Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus
activeren) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op
pagina 261).
Instellen van Eco-modus op het
bedieningspaneel.
1
Selecteer Menu() > Systeeminstellingen > Eco-instel. op het
bedieningspaneel.
OF
Selecteer op het model met aanraakscherm (Eco) >
Instellingen > Volg. op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie en
ga naar stap 4.
Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus
uitgeschakeld.
Als u de ecomodus met een wachtwoord instelt vanaf de SyncThru™
Web Service (Settings tab > Machine Settings > System > Eco
Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen >
Eco), verschijnt de On force boodschap. U moet het wachtwoord
invoeren om de eco-modus te wijzigen.
Eenvoudige afdruktaken
57
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Sjabloon selecteren: Volg de instellingen van Syncthru™ Web
Service of Samsung Easy Printer Manager. Voordat u dit item
selecteert, moet u de ecofunctie instellen in SyncThru™ Web
Service ( tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco
Settings) of Samsung Easy Printer Manager
(Apparaatinstellingen > Eco).
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
4
Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram
( ) om terug te keren naar de stand-bymodus.
Eco-modus in het stuurprogramma instellen
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om
gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties.(zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Open het tabblad Eco om de Eco-modus in te stellen. Als u de eco-
afbeelding ziet ( ), betekent dit dat de eco-modus momenteel is
ingeschakeld.
Eco-opties
Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het
bedieningspaneel van de printer.
Geen: Schakelt Eco-modus uit.
Afdrukken in ecomodus: Schakelt eco-modus in. Activeer de
verschillende Eco-onderdelen die u wilt gebruiken.
Wachtwoord: Als de beheerder heeft ingesteld dat de Eco-modus
moet worden gebruikt, moet u een wachtwoord opgeven om de status
te wijzigen.
De knop Wachtwoord: U kunt instellen vanaf de SyncThru™ Web
Service (Settings tab > Machine Settings > System > Eco Settings)
of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco), de
wachtwoordknop is geactiveerd. Om de afdrukinstellingen te wijzigen,
klikt u op deze knop, voert u het wachtwoord in of neemt u contact op
met de beheerder.
Eenvoudige afdruktaken
58
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Resultaatsimulator
De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxide-
emissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier,
naargelang de door u gekozen instellingen.
De resultaten worden berekend op basis van een totaal aantal van
honderd pagina's zonder blanco pagina, als de Eco-modus is
uitgeschakeld.
Zie voor de berekeningscoëfficiënt met betrekking tot CO2, energie en
papier het IEA, de index van het Japanse ministerie van Binnenlandse
Zaken en Communicatie en www.remanufacturing.org.uk. Elk model
gebruikt een ander kengetal.
Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit apparaat het
gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken.
De weergegeven hoeveelheid is slechts een schatting omdat de
werkelijke hoeveelheid kan verschillen naargelang het gebruikte
besturingssysteem, computerkracht, programma's, aansluitmethode,
mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
59
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
14
Over een USB-geheugenapparaat
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende
geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van
documenten, presentaties, gedownloade muziek en video’s, hoge-
resolutieafbeeldingen en alle andere bestanden die u wilt opslaan of
verplaatsen.
Uw apparaat ondersteunt USB-geheugenapparaten met FAT16/FAT32 en
sectoren van 512 bytes.
Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw
leverancier.
Gebruik alleen USB-geheugenapparaten met een USB-connector van het
type A.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat over een connector met
een metalen afscherming beschikt.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat compatibel is, anders
wordt het mogelijk niet herkend.
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw
apparaat.
Verwijder het USB-geheugenapparaat niet als het in gebruik is.
Schade veroorzaakt door onjuist gebruik valt niet onder de garantie.
Als uw USB-geheugenapparaat bepaalde functies heeft, zoals
beveiligings- en wachtwoordinstellingen, kan uw apparaat het
mogelijk niet automatisch detecteren. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding van het USB-geheugenapparaat voor meer
informatie over deze functies.
A B
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
60
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
15
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken.
Bestandstypen die door de optie Rechtstreeks afdrukken worden
ondersteund:
PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
Als u PRN-bestanden afdrukt die op een ander apparaat zijn gemaakt,
zal de afdruk verschillen.
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
JPEG: JPEG Baseline
PDF: PDF 1.7 of ouder
Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu() > Directe USB > Via USB afdrukken op het
bedieningspaneel.
OF
Selecteer (USB) > Afdrukken vanaf > Volgende op het
aanraakscherm.
3
Selecteer de gewenste map of het gewenste bestand.
4
Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken of geef een
getal op.
5
Raak Afdrukk. aan op het aanraakscherm.
6
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
61
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
16
Een back-up maken van uw gegevens
Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist
worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het
opslaan. Met een back-up beveiligt u de systeeminstellingen door ze als
back-upbestanden op een USB-geheugenapparaat op te slaan.
Back-up van gegevens maken
1
Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu() > Beheerinstellingen > Inst. Export op het
bedieningspaneel.
OF
Selecteer (Instelling > ) Systeem > Volg. > Inst. export. op
het aanraakscherm.
3
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
4
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
Gegevens terugzetten
1
Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu() > Beheerinstellingen > Inst. Import op het
bedieningspaneel.
OF
Selecteer (Instelling) > Systeem > Volg. > Inst. import. op het
aanraakscherm.
3
Selecteer Gegevens instellen.
4
Selecteer het bestand dat u wilt herstellen.
5
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
6
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
62
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
17
USB-geheugen beheren
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor
een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te
formatteren.
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt
verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze
niet meer nodig hebt.
Een afbeeldingsbestand verwijderen
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu() > Directe USB >Bestandsbeheer > Verwijd.
op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer (USB) > Bestandsbeheer > Volgende > selecteer de
gewenste map of het gewenste bestand > (Opties) >
Verwijd. op het aanraakscherm.
3
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
4
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
USB-geheugenapparaat formatteren
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu() > Directe USB >Formatteren op het
bedieningspaneel.
OF
Selecteer (Directe USB) > Bestandsbeheer > Volg. > selecteer
de gewenste map of het gewenste bestand > (Opties) >
Formatteren op het aanraakscherm.
3
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
4
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
63
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
De USB-geheugenstatus weergeven
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het
scannen en opslaan van documenten.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu() > Directe USB >Ruimte controleren op het
bedieningspaneel.
OF
Selecteer (Directe USB) > Ruimte tonen > Volg. op het
aanraakscherm.
3
Op het scherm wordt de beschikbare geheugenruimte
weergegeven.
4
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
3. Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van
uw apparaat kunt aankopen.
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 65
Beschikbare verbruiksartikelen 66
Beschikbare accessoires 67
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 68
De tonercassette bewaren 69
Toner herverdelen 71
De tonercassette vervangen 73
De beeldeenheid vervangen 75
Accessoires installeren 77
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 80
Instellen van de waarschuwing toner/beeldeenheid bijna op
81
Het apparaat reinigen 82
Tips voor het verplaatsen en opbergen van het
apparaat 87
65
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en
onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer
of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de
klantenservice.
66
3. Onderhoud
Beschikbare verbruiksartikelen
Als benodigdheden aan het einde van hun levensduur zijn, kunt u de volgende verbruiksartikelen bestellen voor uw apparaat:
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere
verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen
verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-
originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan
die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
Type Gemiddeld aantal afdrukken Benaming van onderdeel
Tonercartridge
a
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 7.000 standaard pagina's MLT-D304S
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 20.000 standaard pagina's MLT-D304L
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 40.000 standaard pagina's MLT-D304E
Beeldeenheid
b
b. Op basis van 3 gemiddelde enkelzijdige pagina's in papierformaat Letter/A4 per taak (en bovengenoemd dekkingspatroon). Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de
omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Ong. 100.000 pagina's MLT-R304
67
3. Onderhoud
Beschikbare accessoires
U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te vergroten.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8).
Optie Functie Benaming van onderdeel
Geheugenmodule Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit. SL-MEM001: 2 GB
Optionele lade
Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra
papierlade plaatsen.
SL-SCF4500
Massaopslagapparaat (harde
schijf)
a
a. Alleen M453xND series.
Hiermee kunt u de capaciteit van het apparaat uitbreiden en afdrukken op
diverse manieren.
SL-HDK4001
Korte standaard
Hiermee kunt u het apparaat eenvoudig verplaatsen met behulp van deze
standaard op wielen.
SL-DSK001S
Wireless/NFC-kit Deze kit stelt u in staat om uw apparaat als een Wireless- of NFC-apparaat te
gebruiken.
SL-NWE001X
68
3. Onderhoud
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
U dient de onderhoudsgevoelige onderdelen regelmatig te vervangen om de machine in goede conditie te houden, en problemen met de afdrukkwaliteit
en aanvoerstoringen als gevolg van versleten onderdelen te voorkomen. Onderhoudsgevoelige onderdelen zijn voornamelijk rollen, riemen en
rubbermatten. De vervangingsperiode en betreffende onderdelen kunnen per model verschillen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een
erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Neem contact op met de oorspronkelijke
leverancier van de machine voor aankoop van onderhoudsonderdelen. Het Samsung Printer Status-programma geeft de vervangingsperiode voor
onderhoudsgevoelige onderdelen aan. Of wanneer uw machine een displayscherm heeft, wordt daarin een bericht weergegeven. De vervangingsperiode
kan afhangen van het gebruikte besturingssysteem, rekenprestaties, toepassingssoftware, verbindingsmethode, papiertype, papierformaat en complexiteit
van de taak.
69
3. Onderhoud
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te
volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de
langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter
in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de
tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het
moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking
ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik
neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk
verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande
procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te
bewaren.
Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven
als bij de installatie.
Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
- In een omgeving met een temperatuur hoger dan 30 °C.
- In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
- In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
- In direct zon- of kunstlicht.
- Op stoffige plaatsen.
- In een auto gedurende een lange periode.
- In een omgeving met corrosieve dampen.
- In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan.
Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit
kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
2
Gebruik tonercassette
Samsung Electronics raadt het gebruik van andere tonercassettes dan van
Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde
tonercassettes of tonercassettes van witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat
die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette,
gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan
Samsung.
De tonercassette bewaren
70
3. Onderhoud
3
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan
variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u
afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette
waarschijnlijk vaker worden vervangen.
71
3. Onderhoud
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
knippert de Status-LED rood. Er verschijnt mogelijk een bericht op het scherm dat aangeeft dat de toner bijna op is.
Het programmavenster Samsung Printing Status van de computer verschijnt en vertelt u welke cassette bijna leeg is (zie "Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 263).
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen
of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
Toner herverdelen
72
3. Onderhoud
2
1
1
2
73
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna bereikt:
De status-LED en het bericht in verband met de toner op het display geven aan dat de tonercassette vervangen moet worden.
Het Samsung Printing Status programmavenster van de computer verschijnt en vertelt u welke cartridge bijna leeg is (zie "Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 263).
Controleer de productcode aan de bovenkant van de tonercassette voordat u deze bestelt of plaatst in uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen"
op pagina 66).
Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
De tonercassette vervangen
74
3. Onderhoud
4
Tonercassette
2
1
2
1
32
2
1
75
3. Onderhoud
De beeldeenheid vervangen
5
Beeldeenheid
2
1
2
1
2
De beeldeenheid vervangen
76
3. Onderhoud
1
2
77
3. Onderhoud
Accessoires installeren
6
Voorzorgsmaatregelen
Koppel het netsnoer los.
Verwijder nooit het toegangspaneel tot het moederbord als de stroom is
ingeschakeld.
Koppel steeds het netsnoer los als u interne of externe accessoires
installeert of verwijdert om het risico op een elektrische schok te
voorkomen.
Ontlaad statische elektriciteit.
Het moederbord en de interne accessoires (geheugenmodule) zijn
gevoelig voor statische elektriciteit. Voordat u interne accessoires
installeert of verwijdert, moet u de statische elektriciteit van uw lichaam
ontladen door een metalen voorwerp aan te raken, zoals de metalen
achterplaat van een willekeurig apparaat dat op een geaarde
stroombron is aangesloten. Als u voor het beëindigen van de installatie
rondwandelt, herhaalt u deze procedure om nogmaals eventuele
statische elektriciteit te ontladen.
Let op bij de installatie van accessoires: het vervangen van de batterij
in het apparaat valt onder de service. Vervang ze niet zelf. Er bestaat
een explosierisico als de batterij wordt vervangen door een verkeerd
type. Uw dienstverlener dient de oude batterij uit uw apparaat te
verwijderen en deze volgens de in uw land van toepassing zijnde
wetgeving af te voeren.
7
Apparaatopties instellen
Dit apparaat detecteert en stelt automatisch de optionele apparaten in die
u installeert, zoals een optionele lade, geheugen, enz. Als u de optionele
apparaten die u installeerde niet kunt gebruiken in deze driver, kunt u de
optionele apparaten instellen inApparaatopties.
1
Klik op het menu Start van Windows.
In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens
Zoeken > Instellingen.
2
In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
Zoek voor Windows 8 naar Apparaten en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4
In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eigenschappen van printer in het snelmenu.
Accessoires installeren
78
3. Onderhoud
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ? staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
5
Selecteer Apparaatopties.
Het venster Eigenschappen kan variëren afhankelijk van het
stuurprogramma of besturingssysteem dat u gebruikt.
6
Selecteer de juiste optie.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
Ladeopties: Selecteer de optionele lade die u heeft
geïnstalleerd. U kunt de lade selecteren.
Opslagopties: Selecteer het optionele geheugen dat u heeft
geïnstalleerd. Als deze mogelijkheid aangevinkt is, kunt u de
Afdrukmodus selecteren.
Printerconfiguratie: Selecteer de printertaal voor de
afdrukopdracht.
Beheerderinstellingen: U kunt de Printerstatus en EMF-
spooling selecteren.
Taakaccountbeheer: Hiermee kunt u de gebruiker koppelen
aan de accountidentificatie-informatie bij elk document dat u
afdrukt.
- Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak
starten.
- Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak
starten.
Als u het wachtwoord voor taakaccountbeheer wilt coderen, vinkt u
Wachtwoordcodering taakaccountbeheer aan.
Aang. papierform. inst.: U kunt een aangepast papierformaat
opgeven.
7
Klik op OK totdat u het venster Eigenschappen of Eigenschappen
van printer verlaat.
Accessoires installeren
79
3. Onderhoud
8
Een geheugenmodule (DIMM) upgraden
Uw apparaat beschikt over een "dual in-line"-geheugenmodule (DIMM). Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te installeren. We raden u aan
om alleen DIMM's van Samsung te gebruiken. Uw garantie is niet geldig als blijkt dat het probleem met uw apparaat wordt veroorzaakt door DIMM's van
derden.
Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67).
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
80
3. Onderhoud
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of
gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen.
1
Selecteer Menu() > Systeeminstellingen > Onderhoud > Gebr.duur art. op het bedieningsscherm.
OF
Voor het model met een aanraakscherm:
Selecteer (Instelling) > Systeem > Volg. > Onderhoud > Info verbruiksartikelen
OF
Selecteer (Informatie) > Biedt informatie op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie.
3
Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram ( ) om terug te keren naar de stand-bymodus.
81
3. Onderhoud
Instellen van de waarschuwing toner/beeldeenheid bijna op
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen
of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
U kunt de instellingen van het apparaat instellen met het programma Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
Voor gebruikers van Windows en Mac:
Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde
modus inschakelen) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings
> Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
1
Selecteer Menu() > Beheerinstellingen > Beheer van verbruiksartikelen > Toner bijna op of Waarschuwing Beeldeenheid bijna leeg op
het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Systeem > Volg. > Onderhoud > Toner bijna op of Waarschuwing beeldeenheid
bijna leeg op het aanraakscherm.
2
Selecteer de optie die u wenst en druk op OK om de selectie op te slaan.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie.
3
Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram ( ) om terug te keren naar de stand-bymodus.
82
3. Onderhoud
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen.
Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water
bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
9
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen
water op of in het apparaat terechtkomt.
10
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
Het apparaat reinigen
83
3. Onderhoud
Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant
van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner.
Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat
beschadigen.
Het apparaat reinigen
84
3. Onderhoud
1
2
2
1
Het apparaat reinigen
85
3. Onderhoud
1
2
1
2
Het apparaat reinigen
86
3. Onderhoud
11
Reinigen van de opneemrol
1
2
1
2
87
3. Onderhoud
Tips voor het verplaatsen en opbergen van het apparaat
Beschadigingen door vallen of stoten of klappen vallen niet onder de garantie, vanwege de opzettelijke of onopzettelijke acties van de gebruiker.
U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er
schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
4. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
Tips om papierstoringen te voorkomen 89
Papierstoringen verhelpen 90
Informatie over de status-LED 102
Informatie over displaymeldingen 104
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem
optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, controleert u eerst het
bericht op het displayscherm om de fout op te lossen.
Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem vindt, raadpleegt u het
hoofdstuk Problemen oplossen in de Handleiding Geavanceerd (zie "Problemen
oplossen" op pagina 272).
Als u de oplossing niet kunt vinden in deze Gebruikershandleiding of het probleem blijft
aanhouden, neem dan contact op met een servicecentrum.
89
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te
voorkomen:
Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 40).
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
90
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
1
In lade 1
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
Papierstoringen verhelpen
91
4. Problemen oplossen
2
In optionele lade
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 9).
Papierstoringen verhelpen
92
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
93
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
94
4. Problemen oplossen
3
In de multifunctionele lade
21
Papierstoringen verhelpen
95
4. Problemen oplossen
4
Binnenin het apparaat
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten
afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
Papierstoringen verhelpen
96
4. Problemen oplossen
2
1
1
2
Papierstoringen verhelpen
97
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
98
4. Problemen oplossen
5
In het uitvoergebied
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten
afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
Papierstoringen verhelpen
99
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
100
4. Problemen oplossen
6
Rond de duplexeenheid
Papierstoringen verhelpen
101
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
102
4. Problemen oplossen
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 21).
Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 104).
U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
LED Status Omschrijving
() Status
Uit Het apparaat is offline.
Blauw
Knippert Als het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens.
Aan Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Rood
Knippert
Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op
het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassette
a
. van de tonercassette is bijna bereikt.
Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door
de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
Aan
De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te
vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
De klep is geopend. Sluit de klep.
De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade.
Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie over
displaymeldingen" op pagina 104).
Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 90).
Informatie over de status-LED
103
4. Problemen oplossen
( )aan/uit
Blauw
Aan Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
Uit Het apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld.
a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden
gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van het afdrukgebied, de tijd tussen
afdruktaken, afbeeldingen, media en het formaat van het afdrukmateriaal.
LED Status Omschrijving
104
4. Problemen oplossen
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de
status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande
tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het
probleem.
U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster
Afdrukstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina
263).
Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit
en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen.
Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het
bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de
klantenservice.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige
meldingen mogelijk niet op het display.
[foutnummer] geeft het foutnummer aan.
[ladenummer] geeft het ladenummer aan.
[kleur] geeft de kleur van de toner aan.
7
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen
papier
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Papierst. in duplex. Het papier is vastgelopen
bij het dubbelzijdig
afdrukken. Dit geldt
alleen voor apparaten die
over deze functie
beschikken.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"Rond de
duplexeenheid" op
pagina 100).
Pap.stor. aan
onderkant
duplexeenh.
Papierstoring in
het uitvoergebied
Papierstoring in
het uitvoergebied
Er is papier vastgelopen
bij de uitgang.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In het uitvoergebied"
op pagina 98).
Papierstoring in
machine
Papierstoring
binnenin het
apparaat
Er is papier vastgelopen
in het apparaat.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"Binnenin het apparaat"
op pagina 95).
Papierstoring in lade
1
Er is papier vastgelopen
in de lade.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In lade 1" op pagina
90).
Informatie over displaymeldingen
105
4. Problemen oplossen
Papierstoring in
lade 2
Papierstoring in
lade 3
Papierstoring in
lade 4
Papierstoring in
lade 5
Er is papier vastgelopen
in de optionele lade.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In optionele lade" op
pagina 91).
Papierstoring in MF-
lade
Er is papier vastgelopen
in de multifunctionele
lade.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In de multifunctionele
lade" op pagina 94).
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Informatie over displaymeldingen
106
4. Problemen oplossen
8
Meldingen over de tonercassette
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Plaats nieuwe
cas.
Levensduur
beëindigd.
Vervangen door
nieuwe
tonercassette
De aangeduide
tonercassette heeft
haar geschatte
levensduur bereikt
b
.
Vervang de tonercassette
door een tonercassette van
Samsung die speciaal is
ontworpen voor uw apparaat
a
(zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 73).
Beeldeenh.
vervangen
Einde van
gebruiksduur.
Plaats nieuwe
beeldeenheid
De aangegeven
beeldeenheid is aan
het einde van de
geschatte
levensduur
b
.
Installeer een originele
beeldeenheid van Samsung
(zie "De beeldeenheid
vervangen" op pagina 75).
Fout:
[foutnummer]
Probleem met
beeldeenheid:
[foutnummer].
Beeldeenheid
opnieuw
installeren
De beeldeenheid is
niet geïnstalleerd.
Installeer de beeldeenheid.
Als de beeldeenheid al is
geïnstalleerd, installeert u
deze opnieuw. Neem contact
op met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
Fout:
[foutnummer]
Storing
beeldeenheid:
[foutnummer].
Neem contact op
met de
servicedienst
Er is een probleem
met de
beeldeenheid.
Schakel het apparaat uit en
weer in. Neem contact op met
de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Bereid nieuwe
toner voor
Bereid nieuwe
tonercassette
voor
De tonercassette
heeft de geschatte
levensduur
b
bijna
bereikt.
Houd een nieuwe cassette
gereed om de oude cassette
te vervangen. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk
verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner
herverdelen" op pagina 71).
Breid
beeldeenheid
voor
Bereid nieuwe
beeldeenheid
voor
De geschatte
levensduur van de
toner is bijna
bereikt.
Bereid een nieuwe
beeldeenheid voor ter
vervanging van de oude (zie
"De beeldeenheid
vervangen" op pagina 75).
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
107
4. Problemen oplossen
Schud
tonercassette
Schud en
installeer de
tonercassette.
Vervang
tonercassette als
het probleem zich
blijft voordoen
De tonercassette
bevat nog een
kleine hoeveelheid
toner.
U kunt de afdrukkwaliteit
tijdelijk verhogen door de
toner te herverdelen (zie
"Toner herverdelen" op
pagina 71).
Fout:
[foutnummer]
Probl.
[foutnummer] met
het
tonercassettesyst
eem. Instal.
tonercas.
Opnieuw
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Plaats een tonercassette.
Indien geïnstalleerd, probeer
de tonercassette opnieuw te
installeren. Neem contact op
met de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Er is geen
tonercassette
geplaatst
Geen
tonercassette
geïnstalleerd.
Installeer een
tonercassette
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Installeer de tonercassette
opnieuw.
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Beeldeenheid is
niet geplaatst
Er is geen
beeldeenheid
geplaatst. Plaats
een beeldeenheid
De beeldeenheid is
niet geïnstalleerd.
Plaats de beeldeenheid twee
of drie keer opnieuw. Neem
contact op met de
klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Fout:
[foutnummer]
Tonercassettestori
ng: [foutnummer].
Bel voor
onderhoud
Er is een probleem
in de tonercassette.
Schakel het apparaat uit en
weer in. Neem contact op met
de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Toner niet
compatibel
Tonercassette is
niet compatibel.
Controleer
gebruikershandle
iding
De tonercassette
die u hebt geplaatst,
is niet geschikt voor
uw apparaat.
Installeer een originele
beeldeenheid van Samsung
die speciaal is ontworpen
voor uw apparaat (zie
"Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina
66).
Beeldeenheid is
niet compatibel
Beeldeenheid is
niet
compatibel.Raad
pleeg de
handleiding.
De beeldeenheid
die u hebt
geïnstalleerd, is niet
geschikt voor uw
apparaat.
Installeer een originele
beeldeenheid van Samsung
die speciaal is ontworpen
voor uw apparaat (zie
"Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina
66).
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
108
4. Problemen oplossen
Plaats nieuwe
cas.
Plaats nieuwe
tonercassette
De aangegeven
tonercassette is
bijna aan het einde
van de geschatte
levensduur
b
.
Als u van een optimale
afdrukkwaliteit wilt blijven
genieten, dient u de
tonercassette te vervangen
wanneer dit bericht verschijnt.
Als u de cassette verder blijft
gebruiken kunnen er
problemen optreden met de
afdrukkwaliteit (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 73).
Als het apparaat stopt met
afdrukken, vervangt u de
tonercassette (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 73).
Beeldeenh.
vervangen
Plaats een nieuwe
beeldeenheid
De aangegeven
beeldeenheid is
bijna aan het einde
van de geschatte
levensduur
b
.
Als u van een optimale
afdrukkwaliteit wilt blijven
genieten, dient u de
beeldeenheid te vervangen
wanneer dit bericht verschijnt.
Als u een beeldeenheid
verder blijft gebruiken,
kunnen er problemen
optreden met de
afdrukkwaliteit (zie "De
beeldeenheid vervangen" op
pagina 75).
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Afsluittape
verwijderen
Onvoldoende
toner toegevoerd.
Verwijder de
afdichttape van
de tonercassette
of schud deze
heen en weer.
Neem contact op
met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen.
De afdichtingstape
van de
tonercassette is niet
verwijderd.
Verwijder de afdichtingstape
van de tonercassette (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 73).
a. Als de tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met
afdrukken. In dit geval kunt u kiezen om te stoppen of door te gaan met printen vanaf de
SyncThru™Web Service. (Settings > Machine Settings > System > Setup > Supplies
Management > Toner Cartridge Stop) of Samsung Easy Printer Manager
(Apparaatinstellingen > Systeem > Beheer van verbruiksartikelen > Tonercassette
stoppen). Door deze optie uit te schakelen en door te gaan met afdrukken kan het
systeem van het apparaat beschadigd raken.
b. De geschatte levensduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte
levensduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld
kunnen worden gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19752. Het aantal pagina’s
kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken
en het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
109
4. Problemen oplossen
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gerecyclede cassettes) af. Samsung kan de kwaliteit
van niet-originele Samsung-tonercassettes immers niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung worden niet gedekt
door de garantie van het apparaat.
9
Meldingen over de papierlade
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Uitvoerbak is vol
Papier in
uitvoerlade is vol.
Verwijder
afgedrukt papier
De uitvoerlade is vol. Zodra het papier uit de
uitvoerlade is verwijderd,
gaat de printer door met
afdrukken. Neem contact
op met de klantendienst
als het probleem zich blijft
voordoen.
Alle papierladen
leeg
Papier is op in alle
laden. Plaats
papier
Alle lades zijn leeg. Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 41).
Verkeerd papier in
MF-lade
De MP-lade is leeg.
Vul papier bij.
Er is geen papier in
de multifunctionele
lade.
Plaats papier in de
multifunctionele lade (zie
"Multifunctionele lade" op
pagina 44).
Fout papier
[ladenummer]
[ladenummer]
Verkeerd papier
Het papierformaat dat
u hebt opgegeven in
de
printereigenschappen
komt niet overeen
met het papier dat u
hebt geplaatst.
U kunt de optie Doorgaan
of Annuleren selecteren.
Als u Annuleren
selecteert, wordt de
afdruktaak afgebroken.
Plaats het correcte papier
in de lade. Als u
Doorgaan selecteert, gaat
het apparaat door met
afdrukken.
[ladenummer] is
geopend
Cassette
[ladenummer] is
uitgetrokken.
Plaats deze correct
De lade is niet goed
gesloten
Sluit de lade goed tot ze
vastklikt. Neem contact op
met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
110
4. Problemen oplossen
10
Meldingen over het netwerk
Fout:
[foutnummer]
Probleem met
invoersysteem:
[foutnummer].
Controleer de
aansluiting van
[ladenummer]
Er is een probleem in
de lade.
Controleer de aansluiting
van lade. Neem contact op
met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
Fout:
[foutnummer]
Storing
invoersysteem:
[foutnummer].
Open en sluit
[ladenummer]
Er is een probleem in
de lade.
Open en sluit de lade. Als
het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met de
onderhoudsdienst
Papier bijna op in
[ladenummer]
[ladenummer] is
bijna leeg. Vul
papier bij.
Papier in lade raakt
op.
Plaats papier in de lade.
Papier in
[ladenummer] is op
[ladenummer] is
leeg. Vul papier bij.
De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade.
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
IP-conflict
Er is een confl.
tussen dit IP-adr.
en dat van een
ander syst.
Control. dit probl
Het IP-adres wordt
elders gebruikt.
Controleer het IP-adres of
vraag een nieuw IP-adres
aan.
802,1x netwerkfout
802.1x verificatie
mislukt. Neem
contact op met de
systeembeheerder
Verificatie mislukt. Controleer het
netwerkverificatieprotocol.
Neem contact op met uw
netwerkbeheerder als dit
probleem zich blijft
voordoen.
Informatie over displaymeldingen
111
4. Problemen oplossen
11
Div. meldingen
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Voorklep staat open.
Sluit klep
Achterklep staat
open. Sluit klep.
De klep is niet goed
gesloten.
Sluit de klep goed. Deze
moet vastklikken.
Fout: [foutnummer]
Probleem met
motorsysteem:
[foutnummer]. Bel
de serviceafdeling
als het probleem
zich blijft voordoen
Er is een probleem in
het motorsysteem.
Trek de stekker van het
netsnoer uit het
stopcontact en steek
hem er weer in. Neem
contact op met de
serviceafdeling als het
probleem zich blijft
voordoen.
Fout: [foutnummer]
Probleem
[foutnummer] met
fuser. Zet het
apparaat uit en weer
aan. Neem contact
op met klantend. als
probl. zich blijft
voordoen.
Er is een probleem met
de fixeereenheid
(fuser).
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout: [foutnummer]
Storing motor:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
aan. Neem contact
op met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
Er is een probleem in
het motorsysteem.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout: [foutnummer]
Storing MSOK-
systeem:
[foutnummer]. Neem
contact op met de
klantenservice
Er is een probleem in
het HDD-systeem.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout: [foutnummer]
Fout HDD-systeem:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
aan. Neem contact
op met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
Er is een probleem in
het HDD-systeem.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Informatie over displaymeldingen
112
4. Problemen oplossen
Fout: [foutnummer]
Storing LSU:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
aan. Neem contact
op met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
Er is een probleem met
de LSU.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout: [foutnummer]
Storing ventilatie:
[foutnummer]. Zet
uit en weer aan.
Neem contact op
met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
Er is een probleem met
het ventilatorsysteem.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout: [foutnummer]
Sensorfout:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
weer aan. Neem
contact op met de
servicedienst als het
probleem zich blijft
voordoen
Er is een probleem in
de sensor.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Fout: [foutnummer]
Fout met lamp:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
weer aan. Neem
contact op met de
servicedienst als het
probleem zich blijft
voordoen
Er is een probleem met
de lamp.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Niet juiste
kam.temp.
De temperatuur van
de ruimte is niet
geschikt voor dit
ingestelde gebruik.
Pas de temperatuur
van de ruimte aan
Het apparaat staat
opgesteld in een
vertrek met een
ongeschikte
kamertemperatuur.
Verplaats de machine
naar een kamer met
gepaste
kamertemperatuur (see
"Specificaties" op
pagina 114).
Vervang fuser
Plaats een nieuwe
fixeereenheid
De fixeereenheid is
versleten.
Vervang de
fixeereenheid door een
nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
5. Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
Specificaties 114
Informatie over wettelijke voorschriften 124
Copyright 135
114
5. Bijlage
Specificaties
1
Algemene specificaties
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde
informatie.
Items Omschrijving
Afmetingen
a
Breedte x Lengte x Hoogte M453xND series : 433 x 459,5 x 390,7 mm (17 x 18,1 x 15,4 inch)
M453xNX series : 433 x 459,5 x 408,8 mm (17 x 18,1 x 16,1 inch)
Gewicht
a
Apparaat inclusief
verbruiksartikelen
M453xND series : 23,1 kg (50,9 lbs)
M453xNX series : 23,3 kg (51,4 lbs)
Geluidsniveau
b
c
Stand-bymodus minder dan 30 dB(A)
Afdrukmodus minder dan 54 dB(A)
Temperatuur Gebruik 10 tot 30°C
Opslag (in verpakking) -20 tot 40°C
Vochtigheid Gebruik 20 tot 80% RV
Opslag (in verpakking) 10 tot 90% RV
Nominaal
vermogen
d
Modellen op 110 volt AC 110 - 127 V
Modellen op 220 volt AC 220 - 240 V
Specificaties
115
5. Bijlage
Stroomverbruik
e
Gemiddeld vermogen minder dan 850 W
Stand-bymodus minder dan 16 W
Energiebesparende modus minder dan 1,3 W
Uitgeschakelde toestand
f
minder dan 0,45 W
a. De afmetingen en het gewicht zijn gebaseerd op een apparaat zonder accessoires.
b. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
c. Alleen voor China Als het geluid van de apparatuur luider is dan 63 dB (A), moet de apparatuur in een aparte ruimte worden geplaatst.
d. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat.
e. Het stroomverbruik is afhankelijk van de status van de machine, de instellingen, de omgevingsvoorwaarden en de meetapparatuur en -methode die het land gebruikt.
f. Stroomverbruik kan alleen volledig worden voorkomen wanneer de voedingskabel niet is aangesloten.
Items Omschrijving
Specificaties
116
5. Bijlage
2
Specificaties van de afdrukmedia
Type Formaat
Afmetingen
gewicht van afdrukmedia
a
/Capaciteit
b
Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade
Normaal
papier
Letter 216 x 279 mm
70 tot 90 g/m
2
550 vellen van 75 g/m
2
70 tot 90 g/m
2
100 vellen van 75 g/m
2
Legal 216 x 356 mm
US Folio 216 x 330 mm
A4 210 x 297 mm
Oficio 216 x 343 mm
JIS B5 182 x 257 mm
ISO B5 176 x 250 mm
Executive 184 x 267 mm
A5 148 x 210 mm
Statement 140 x 216 mm
A6 105 x 148 mm Niet beschikbaar in de optionele lade.
Indexkaart 76 x 127 mm Niet beschikbaar in lade1/optionele lade.
Ansichtkaart 4 x 6 102 x 152 mm Niet beschikbaar in de optionele lade.
Ansichtkaart 100 x
148
100 x 148 mm Niet beschikbaar in de optionele lade.
Specificaties
117
5. Bijlage
Envelop
c
Envelop-Monarch 98 x 191 mm
75 tot 90 g/m
2
50 vellen van 75 g/m
2
75 tot 90 g/m
2
10 vellen van 75 g/m
2
Envelop nr. 9
d
98 x 225 mm
Envelop Nr. 10 105 x 241 mm
Envelop DL 110 x 220 mm
Envelop C5 162 x 229 mm
75 tot 90 g/m
2
50 vellen van 75 g/m
2
Envelop C6 114 x 162 mm
Dik papier
e
f
Zie Normaal papier Zie Normaal papier
91 tot 120 g/m
2
91 to 120 g/m
2
Dikker papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade1/optionele lade.
164 tot 220 g/m
2
Dun papier Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
60 tot 69 g/m
2
550 vellen
60 tot 69 g/m
2
•100 vellen
Etiketten
g
h
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, A6, Statement
Zie Normaal papier
120 tot 150 g/m
2
50 vellen
120 tot 150 g/m
2
10 vellen
Kartonpapier
e
Zie Normaal papier Zie Normaal papier
121 tot 163 g/m
2
(32 tot 19,50kg bond)
50 vellen
121 tot 163 g/m
2
(32 tot 19,50kg
bond)
10 vellen
Type Formaat
Afmetingen
gewicht van afdrukmedia
a
/Capaciteit
b
Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade
Specificaties
118
5. Bijlage
Kringlooppapi
er
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
60 tot 90 g/m
2
(16 tot 24 lb bond) 60 tot 90 g/m
2
(16 tot 24 lb bond)
Voorbedrukt Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
(20 tot 24 lb bond) 75 tot 90 g/m
2
(20 tot 24 lb bond)
Bankpost Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
105 tot 120 g/m
2
(28 tot 14,51 kg bond) 105 tot 120 g/m
2
(28 tot 14,51 kg
bond)
Gekleurd
papier,
katoenpapier,
geperforeerd
papier
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
75 tot 90 g/m
2
(20 tot 24 lb bond)
Briefhoofd
h
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
75 tot 90 g/m
2
(20 tot 24 lb bond)
Type Formaat
Afmetingen
gewicht van afdrukmedia
a
/Capaciteit
b
Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade
Specificaties
119
5. Bijlage
Archiefpapier
f
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5, ISO
B5, Executive, A5,
Statement,
ansichtkaart 4 x 6,
ansichtkaart 100 x
148
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
(20 tot 24 lb bond) 75 tot 90 g/m
2
(20 tot 24 lb bond)
Minimaal formaat (aangepast) 76,2 x 127 mm
60 tot 163 g/m
2
Maximaal formaat (aangepast) 216 x 356 mm
a. Als het gewicht van het afdrukmateriaal groter is dan 105 g/m
2
, plaats u de vellen één voor één in de lade.
b. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
c. Monarch-envelop en C6-envelop worden niet ondersteund voor optionele lade.
d. Envelop nr. 9 wordt niet ondersteund voor optionele lade(lade3, lade4, lade5).
e. Indexkaart wordt alleen ondersteund door de multifunctionele lade.
f. A6, ansichtkaart 4 x 6 en ansichtkaart 100 x 148 worden niet ondersteund door de optionele lade.
g. Gladheid: 100 tot 250 (sheffield)
h. A6 wordt alleen ondersteund door de multifunctionele lade/lade 1.
Type Formaat
Afmetingen
gewicht van afdrukmedia
a
/Capaciteit
b
Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade
Specificaties
120
5. Bijlage
3
Systeemvereisten
Microsoft
®
Windows
®
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
Processor RAM Vrije schijfruimte
Windows
®
XP Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB) 1,5 GB
Windows Server
®
2003 Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB
Windows Server
®
2008 Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB) 10 GB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
IV 3 GHz
512 MB (1 GB) 15 GB
Windows
®
7 Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB) 16 GB
Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
DVD-R/W-station
Windows Server
®
2008 R2 Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller)
512 MB (2 GB) 10 GB
Windows
®
8
Windows
®
8.1
Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
2 GB 20 GB
Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
DVD-R/W-station
Windows Server
®
2012
Windows Server
®
2012 R2
Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller)
512 MB (2 GB) 32 GB
Specificaties
121
5. Bijlage
Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
Mac
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
Processor RAM Vrije schijfruimte
Mac OS X 10.5
Intel
®
processoren
867 MHz of sneller Power PC G4/G5
512 MB (1 GB) 1 GB
Mac OS X 10.6
Intel
®
processoren
1 GB (2 GB) 1 GB
Mac OS X 10.7 - 10.9
Intel
®
processoren
2 GB 4 GB
Specificaties
122
5. Bijlage
Linux
Unix
Items Vereisten
Besturingssysteem
RedHat
®
Enterprise Linux WS 5, 6
Fedora12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20
OpenSuSE
®
11.2, 11.3, 11.4, 12.1, 12.2, 12.3
Ubuntu 10.04, 10.10, 11.04, 11.10, 12.04, 12.10, 13.04, 13.10, 14.04
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11
Debian 6, 7
Mint 13, 14, 15, 16
Processor Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2)
RAM 512 MB (1 GB)
Vrije schijfruimte 1 GB (2 GB)
Items Vereisten
Besturingssysteem
Sun Solaris 9, 10, 11 (x86, SPARC)
HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium)
IBM AIX 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 6.1 7.1 (PowerPC)
Vrije schijfruimte Tot 100 MB
Specificaties
123
5. Bijlage
4
Netwerkomgeving
Alleen voor draadloze en netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 8).
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de
netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
Items Specificaties
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base-TX bedraad LAN
Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos LAN en Near Field Communication (NFC)
a
a.Optioneel apparaat.
Netwerkbesturingssysteem
Windows
®
XP, Windows Server
®
2003, Windows Vista
®
, Windows
®
7, Windows
®
8,Windows Server
®
2008 R2
Diverse Linux-besturingssystemen
Mac OS X 10.5-10.9
UNIX OS
Netwerkprotocollen TCP/IPv4
DHCP, BOOTP
DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP
Standard TCP/IP Printing (RAW), LPR, IPP, WSD, AirPrint, Google Cloud Print, ThinPrint
SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec
TCP/IPv6 (DHCP, DNS, Standard TCP/IP Printing, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec)
Draadloze netwerkbeveiliging Verificatie: Open Syst., Ged. Sleutel, WPA Zakelijk/Privé, WPA2 Zakelijk/Privé
Codering: WEP64, WEP128, TKIP, AES
124
5. Bijlage
Informatie over wettelijke voorschriften
Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is
gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
5
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in
overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1,
subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders
gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de
vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het
lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden
personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
Waarschuwing
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap
van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel ze onzichtbaar is, kan de
gereflecteerde laserstraal uw ogen beschadigen.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire
veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken
en letsels te beperken.
Informatie over wettelijke voorschriften
125
5. Bijlage
6
Veiligheid in verband met ozon
7
Energiebesparingsmodus
8
Recycleren
9
Alleen voor China
Website: http://www.samsung.com/cn/support/location/
supportServiceLocation.do?page=SERVICE.LOCATION
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is
zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met
goede ventilatie.
Deze printer is uitgerust met een geavanceerde
energiebesparende technologie die het stroomverbruik
vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt,
wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn
gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u
op http://www.energystar.gov
Voor modellen met ENERGY STAR-certificering staat het etiket
van ENERGY STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat
gecertificeerd is met ENERGY STAR.
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of verwijder ze
op een milieuvriendelijke wijze.
;SUHVV01'01;
Informatie over wettelijke voorschriften
126
5. Bijlage
10
Correcte verwijdering van dit product
(afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur)
(Van toepassing in landen met afzonderlijke
verzamelsystemen)
(Alleen voor de Verenigde Staten)
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te
brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website:
www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799
11
Proposition 65 van de Staat Californië,
Waarschuwing (Alleen voor V.S.)
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de
documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische
accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van
hun levensduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden
weggegooid. Gelieve deze items te scheiden van andere soorten
afval en ze op een verantwoorde wijze te recyclen met het oog op
een duurzaam hergebruik van materialen en ter voorkoming van
eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van
een ongecontroleerde afvalverwijdering.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel
waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze
wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers dienen contact op te nemen met hun
leverancier en dienen de voorwaarden en bepalingen van de
verkoopovereenkomst te controleren. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
Informatie over wettelijke voorschriften
127
5. Bijlage
12
Radiofrequentiestraling
FCC-normen (VS)
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van
dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken
en moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie
die een ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten
van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en
straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet volgens
de richtlijnen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor
radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd
dat bij een bepaalde installatie geen interferentie optreedt. Als dit apparaat
schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt
controleren door het apparaat in en uit te schakelen, raden wij de gebruiker
aan de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen:
Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring
dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
raadpleeg uw verdeler of een ervaren radio-/televisiemonteur.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de normen
voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming aan de gebruiker om
het apparaat te gebruiken vervalt.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor
stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de standaard
voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel
"Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques
applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la
norme sur le matériel brouilleur : “Appareils Numériques”, ICES-003
édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
Informatie over wettelijke voorschriften
128
5. Bijlage
13
Verenigde Staten van Amerika
Federale Communicatiecommissie (FCC)
Intentional emitter overeenkomstig FCC Deel 15
Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4 GHz/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze
apparaten aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er
draadloze apparaten aanwezig zijn.
Eventuele draadloze apparaten in uw systeem zijn enkel gekwalificeerd
voor gebruik in de Verenigde Staten van Amerika als er een FCC ID-
nummer op het systeemlabel staat.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt
aangegeven dat de afstand tussen een draadloos apparaat en het lichaam
minstens 20 cm moet bedragen, bij gebruik van het apparaat nabij het
lichaam (uitstekende delen niet meegerekend). Dit apparaat moet op meer
dan 20 cm van het lichaam worden gehouden wanneer de draadloze
apparatuur is ingeschakeld. Het afgegeven vermogen van het draadloze
apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn
ingebouwd, ligt ruimschoots onder de RF-blootstellingsgrenzen die de FCC
heeft bepaald.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden
opgesteld of bediend.
Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie
accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het
apparaat kan veroorzaken.
Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden
hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden.
Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat, vervalt
de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op met de
fabrikant.
FCC-bepaling voor het gebruik in draadloze
LAN’s:
Tijdens de installatie en het gebruik van een combinatie van deze
zender en antenne kan dicht bij de geïnstalleerde antenne de RF-
blootstellingsgrens van 1 mW/cm
2
worden overschreden. Daarom
moet de gebruiker altijd minstens 20 cm afstand houden van de
antenne. Dit apparaat kan niet worden geïnstalleerd met een andere
zender en verzendantenne.
Informatie over wettelijke voorschriften
129
5. Bijlage
14
Alleen voor Rusland/Kazachstan/Wit-Rusland
15
Alleen voor Duitsland
16
Alleen voor Turkije
17
Alleen voor Thailand
Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan de technische vereisten
van NTC.
18
De stekker van het netsnoer vervangen (alleen
voor het VK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker
(BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de
zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat
u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de
zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent,
mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap hebt op
gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd
Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige
(vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van
13 ampère. U moet een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder
nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Informatie over wettelijke voorschriften
130
5. Bijlage
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet
meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok te krijgen als u
hem in het stopcontact steekt.
Belangrijke waarschuwing:
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet
overeenstemmen met die van de stekker.
Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd is met de
letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of
zwart is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of
de kleur zwart.
In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn
aangebracht.
19
Verklaring van overeenstemming (Europese
landen)
Goedkeuringen en certificeringen
1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EC van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften
der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen
bepaalde spanningsgrenzen.
1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad inzake de harmonisatie
van de wetgevingen in de lidstaten betreffende elektromagnetische
compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van
hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung
Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante
richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden
aangesloten.
De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering:
Groen/geel: aarding
Blauw: neutraal
Bruin: fase
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [SL-M453x
series] in overeenstemming is met de essentiële vereisten en
andere relevante bepalingen van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com. Daar
klikt u op Ondersteuning > Downloadcenter en geeft u de
printernaam (MFP) in om EuDoC te doorzoeken.
Informatie over wettelijke voorschriften
131
5. Bijlage
EC-certificering
Certificering voor Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie (FAX)
Dit product van Samsung is gecertificeerd door Samsung zelf voor enkele-
terminalverbindingen in heel Europa met het openbare telefoonnet (PSTN),
in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen voor
gebruik met de nationale openbare telefoonnetten en compatibele PBX-en
van de Europese landen:
Indien er problemen optreden, moet u in eerste instantie contact opnemen
met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op TBR21. Het European Telecommunication
Standards Institute (ETSI) heeft voor gebruik en toepassing in
overeenstemming met deze norm een adviesdocument gepubliceerd (EG
201 121), waarin opmerkingen en extra voorwaarden staan voor
netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals. Het product is getest op, en
voldoet aan, alle relevante adviezen in dit document.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor
producten uitgerust met door de EU
goedgekeurde radioapparaten)
Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw
printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze apparaten
aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er draadloze
apparaten aanwezig zijn.
Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze
apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder
de RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie in de R&TTE-
richtlijn heeft vastgelegd.
Krachtens de goedkeuring van draadloze apparaten
gekwalificeerde Europese lidstaten:
EU-landen
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn
mogen in de Europese Unie of daarmee verbonden regio's
alleen worden gebruikt als een EG-conformiteitsmerkteken op
het systeemlabel staat.
Informatie over wettelijke voorschriften
132
5. Bijlage
Europese landen met gebruiksbeperkingen:
EU
EEA/EFTA-landen
Geen beperkingen op dit ogenblik.
20
Mededelingen aangaande normen
Draadloze geleiding
Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4 GHz/5 GHz-band. De volgende sectie geeft een algemeen overzicht
van beschouwingen die betrekking hebben op het gebruik van een
draadloos apparaat.
Bijkomende beperkingen, waarschuwingen en overwegingen voor
specifieke landen zijn opgenomen in de specifieke landensecties (of
landengroepensecties). De draadloze apparaten in uw systeem zijn
uitsluitend gekwalificeerd voor gebruik in de landen die geïdentificeerd
kunnen worden aan de hand van de markering "Radio gekeurd" op het
systeemclassificatielabel. Als het land waar u het draadloos apparaat wilt
gebruiken niet in de lijst is opgenomen, neemt u contact op met het
plaatselijke instantie voor radiogoedkeuring voor meer informatie over de
vereisten. Draadloze apparaten zijn streng gereguleerd en mogen niet
worden gebruikt.
Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze
apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder
de tot dusver bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadlozen
apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder energie
afgeven dan conform de veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake
radiofrequentie is toegestaan, is de producent ervan overtuigd dat deze
apparaten veilig zijn in het gebruik. Ongeacht het vermogensniveau moet
menselijk contact tijdens de normale werking zoveel mogelijk worden
vermeden.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt
aangegeven dat de afstand tussen het draadloze apparaat en het lichaam,
voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (zonder
uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet op
meer dan 20 cm van het lichaam worden gehouden, wanneer de draadloze
apparatuur is ingeschakeld en bezig is met zenden.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden
opgesteld of bediend.
Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze
apparaten. Hieronder zijn voorbeelden van gebruikelijke beperkingen
opgenomen.
Informatie over wettelijke voorschriften
133
5. Bijlage
Draadloze RF-communicatie kan interferentie veroorzaken met
apparatuur aan boord van burgerluchtvaarttoestellen. De huidige
luchtvaartreglementeringen eisen dat draadloze toestellen aan
boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld tijdens de vlucht.
IEEE 802.11- (beter bekend als draadloos Ethernet) en Bluetooth-
communicatieapparaten zijn voorbeelden van draadloze
communicatieapparaten.
In omgevingen waar het risico op interferentie met andere
apparaten of diensten schadelijk is of als dusdanig wordt
beschouwd, kan gebruik van een draadloos apparaat beperkt of
verboden worden. Luchthavens, ziekenhuizen en ruimtes gevuld
met zuurstof en ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden van
omgevingen waar het gebruik van draadloze apparaten beperkt of
verboden kan zijn. Als u zich in een omgeving bevindt waarvan u
niet zeker weet of het gebruik van draadloze apparaten
gesanctioneerd is, vraagt u de plaatselijke autoriteiten om
toelating voor u het draadloze apparaat inschakelt of in gebruik
neemt.
Elk land voorziet verschillende beperkingen voor het gebruik van
draadloze apparaten. Aangezien uw systeem uitgerust is met een
draadloos apparaat, moet u, als u van het ene land naar het
andere reist, voorafgaand aan uw vertrek bij de plaatselijke
radiogoedkeuringsinstanties informeren of er beperkingen gelden
voor het gebruik van draadloze apparaten in het land van
bestemming.
Als uw systeem uitgerust is met een ingebouwd draadloos
apparaat, mag u het draadloos apparaat niet gebruiken tenzij alle
kleppen en schermen op hun plaats zitten en het systeem
compleet is.
Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden
hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden.
Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat,
vervalt de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op
met de fabrikant.
Gebruik alleen stuurprogramma’s die goedgekeurd zijn voor het
land waar het apparaat gebruikt zal worden. Raadpleeg de
systeemherstelkit van de fabrikant of neem contact op met de
technische dienst van de fabrikant voor meer informatie.
Informatie over wettelijke voorschriften
134
5. Bijlage
21
Alleen voor China
135
5. Bijlage
Copyright
© 2014 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze
gebruikershandleiding.
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation.
Google, Picasa, Google Docs, Android en Gmail zijn geregistreerde handelsmerken or handelsmerken van Google Inc.
Google Cloud Print is een handelsmerk van Google Inc.
iPad, iPhone, iPod touch, Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. AirPrint en het AirPrint-logo
zijn handelsmerken van Apple Inc.
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
Copyright
136
5. Bijlage
REV 1.01
QR-code
De software geleverd bij dit product bevat open-sourcesoftware. U kunt de complete broncode ter
beschikking krijgen voor een periode van drie jaar na de laatste verzending van dit product door een e-
mail te sturen naar: oss.request@samsung.com. Het is ook mogelijk om de complete broncode te krijgen
op een fysiek medium, zoals een cd-rom; hiervoor wordt een klein bedrag in rekening gebracht.
Met de volgende URL https://opensource.samsung.com/opensource/M453x_Series/seq/0 wordt u
omgeleid naar een downloadpagina van de beschikbare broncode en de informatie over de open-
sourcelicentie met betrekking tot dit product. Dit aanbod is geldig voor iedereen die deze informatie
ontvangt.
GEAVANCEERD
Gebruikershandleiding
GEAVANCEERD
Gebruikershandleiding
Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde
instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende
besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar.
BASIS
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en
het oplossen van problemen in Windows.
138
GEAVANCEERD
1. Installatie van de software
Installatie voor Mac 141
Opnieuw installeren voor Mac 142
Installatie voor Linux 143
Opnieuw installeren voor Linux 144
2. Een via een netwerk aangesloten
apparaat gebruiken
Nuttige netwerkprogramma’s 146
Instelling bekabeld netwerk 148
Installeren van een stuurprogramma
over het netwerk 152
IPv6-configuratie 162
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
165
De NFC-functie gebruiken (optioneel) 184
Ondersteunde mobiele apps 194
AirPrint 196
Samsung Cloud Print 198
Google Cloud Print™ 200
3. Menu´s met nuttige instellingen
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 206
Informatie 207
Lay-out 208
Papier 209
Grafisch 210
Systeeminstellingen/Instelling 211
Emulatie 215
Afbeeldingsbeheer 216
Netwerk 217
Beheerinstellingen 219
Eco 221
USB 222
Taakbeheer (Taakstatus) 223
Teller 224
Help 225
4. Speciale functies
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 227
Verschillende tekens invoeren 228
139
GEAVANCEERD
Afdrukfuncties 230
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
242
Afdrukken vanaf een Mac 244
Afdrukken in Linux 246
Afdrukken in Unix 248
5. Nuttige beheerprogramma's
Managementhulpmiddelen gebruiken 251
Easy Capture Manager 252
Samsung AnyWeb Print 253
Easy Eco Driver 254
SyncThru™ Web Service gebruiken 255
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
259
Samsung-printerstatus gebruiken 263
Samsung Printer Experience gebruiken 266
6. Problemen oplossen
Problemen met papierinvoer 273
Problemen met de voeding en het netsnoer
274
Afdrukproblemen 275
Problemen met de afdrukkwaliteit 280
Problemen met het besturingssysteem 288
1. Installatie van de
software
Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een
opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel
rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u
de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma voor een
netwerkapparaat (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152).
Installatie voor Mac 141
Opnieuw installeren voor Mac 142
Installatie voor Linux 143
Opnieuw installeren voor Linux 144
Als u gebruik maakt van het besturingsysteem Windows, kijkt u in de basishandleiding
voor installatie van het stuurprogramma (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 24).
Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
141
1. Installatie van de software
Installatie voor Mac
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Mac-
computer.
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de vindfunctie.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
Klik op Doorgaan.
6
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
7
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
9
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software).
10
Selecteer Met USB aangesloten printer in het scherm Type
printerverbinding en klik op Doorgaan.
11
Klik op de knop Printer toevoegen om uw printer te selecteren en
deze aan je lijst met printers toe te voegen.
12
Klik op Doorgaan.
13
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Sluiten.
142
1. Installatie van de software
Opnieuw installeren voor Mac
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie
van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw.
1
Open de map Programma's > Samsung > Printer Software
Uninstaller.
2
Klik op Doorgaan om de printersoftware te deïnstalleren.
3
Selecteer het programma dat u wilt verwijderen en klik op Installatie
ongedaan maken.
4
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
5
Klik na het deïnstalleren op Sluiten.
Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via
Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.
143
1. Installatie van de software
Installatie voor Linux
Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor
Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
1
Het Unified Linux-stuurprogramma installeren
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware
te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met
uw systeembeheerder.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem.
3
Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het
pakket hebt gekopieerd.
4
Pak het pakket uit.
5
Ga naar de map uld.
6
Voer de opdracht './install.sh' uit (als u niet bent aangemeld als root,
voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./install.sh')
7
Ga verder met de installatie.
8
Start het hulpprogramma voor afdrukken nadat de installatie is
voltooid (ga naar System > Administration > Printing of voer de
opdracht 'system-config-printer' uit in het terminalprogramma).
9
Klik op de knop Add.
10
Selecteer uw printer.
11
Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te
voegen.
144
1. Installatie van de software
Opnieuw installeren voor Linux
Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van
het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw.
1
Open het Terminalprogramma.
2
Ga naar de map uld van het uitgepakte Unified Linux Driver-
pakket.
3
Voer de opdracht './uninstall.sh' uit (als u niet bent aangemeld als
root, voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./uninstall.sh')
4
Ga door met het verwijderen van het stuurprogramma.
2.
Een via een netwerk aangesloten
apparaat gebruiken
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en
hoe u de software instelt.
Nuttige netwerkprogramma’s 146
Instelling bekabeld netwerk 148
Installeren van een stuurprogramma over het
netwerk 152
IPv6-configuratie 162
Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 165
De NFC-functie gebruiken (optioneel) 184
Ondersteunde mobiele apps 194
AirPrint 196
Samsung Cloud Print 198
Google Cloud Print™ 200
146
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Nuttige netwerkprogramma’s
Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving
de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de
netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren.
Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IP-
adres instellen.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
1
SyncThru™ Web Service
Met de in het netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u het
volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen.
Apparaatinstellingen aanpassen.
E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt, wordt de
apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er een foutmelding
is) automatisch naar het e-mailadres van een bepaalde persoon
gestuurd.
De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat instellen, zodat
u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
2
SyncThru™ Web Admin Service
Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor netwerkbeheerders. Met
SyncThru™ Web Admin Service kunt u netwerkapparatuur op een
efficiënte manier beheren en op afstand controleren. U kunt bovendien
problemen oplossen vanaf iedere plek waar u via het internet toegang hebt
tot het bedrijfsnetwerk.
Download dit programma op de Samsung website (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads).
Nuttige netwerkprogramma’s
147
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
3
SetIP instelling bekabeld netwerk
Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren en
handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)" op pagina
148.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)" op pagina 149.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op pagina 151.
Wanneer het apparaat de netwerkpoort niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
148
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Instelling bekabeld netwerk
4
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen
van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van
een netwerk.
Druk op (Instelling) op het aanraakscherm en kies Netwerk >
Netwerkconfiguratie.
Het apparaat heeft een displayscherm: Druk op de knop Menu()
op het bedieningspaneel en selecteer Netwerk >
Netwerkconfiguratie.
Het apparaat heeft een aanraakscherm: Druk op (Instelling) op
het aanraakscherm en kies Netwerk > Netwerkconfiguratie.
In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IP-adres van
uw apparaat vinden.
Voorbeeld:
MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78
IP-adres: 169.254.192.192
5
Het IP-adres instellen
Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via
het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch
toegewezen via een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol
Server) die zich in het netwerk bevindt.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Windows)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via Configuratiescherm > Beveiligingscentrum >
Windows Firewall.
Instelling bekabeld netwerk
149
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
De onderstaande instructies kunnen afwijken voor uw model.
1
Download de software van de website van Samsung. Pak de
software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads).
2
Volg de instructies in het installatievenster.
3
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel.
4
Schakel het apparaat in.
5
In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma's >
Samsung Printers > SetIP > SetIP.
6
Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om
het TCP/IP-configuratievenster te openen.
7
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
8
Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat
afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren > Beveiliging (of
Beveiliging en privacy) > Firewall.
De volgende instructies kunnen verschillen per model.
Instelling bekabeld netwerk
150
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
1
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Mac-
computer.
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de Finder.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
Klik op Doorgaan.
6
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
7
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
9
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software ).
10
Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle
toepassingen worden afgesloten. Klik op Doorgaan.
11
Selecteer Op het netwerk aangesloten printer (bedraad of
draadloos) in het scherm Type printerverbinding en klik op IP-
adres instellen.
12
Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om
het TCP/IP-configuratievenster te openen.
13
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
14
Klik op Apply en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat
afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
Instelling bekabeld netwerk
151
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Linux)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via System Preferences or Administrator.
De volgende instructies kunnen verschillen per model of
besturingssysteem.
1
Download het programma SetIP vanaf de website van Samsung en
pak het programma uit
2
Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html in de map cdroot/
Linux/noarch/at_opt/share/utils.
3
Klik hier om het venster TCP/IP Configuration te openen.
4
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
5
Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het
apparaat afgedrukt.
152
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren
wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer
plaatst. Voor Windows selecteert u het printerstuurprogramma en de
software in het venster Selecteer de te installeren software en
hulpprogramma's.
6
Windows
De firewallsoftware blokkeert mogelijk de netwerkcommunicatie.
Schakel de firewall op de computer uit, voordat u het apparaat met het
netwerk verbindt.
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld
zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148).
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-
rom-station en klik op OK.
Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
Installeren van een stuurprogramma over het
153
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
4
Selecteer Netwerk in het scherm Type printerverbinding. Klik
daarna op Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van
Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet Als
dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig
downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads.
U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken, hebt
u een Microsoft-account nodig.
a Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
b Klik op Store(Store).
c Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
d Klik op Installeer.
Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4-
stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde software-
cd.
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld
zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148).
2
Ga naar Charms(charms), selecteer Instellingen > Pc-
instellingen wijzigen > Apparaten.
3
Klik op Een apparaat toevoegen.
De gedetecteerde apparaten worden op het scherm weergegeven.
4
Klik op de modelnaam of de hostnaam die u wilt gebruiken.
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarop de hostnaam van het
huidige apparaat wordt weergegeven (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148).
5
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
De modus installatie op de achtergrond
De modus installatie op de achtergrond is een installatiemethode die geen
tussenkomst van de gebruiker vereist. Zodra u met de installatie start,
worden het stuurprogramma van het apparaat en de software automatisch
op uw computer geïnstalleerd. U kunt de installatie op de achtergrond ook
starten door /s of /S in het opdrachtvenster te typen.
Installeren van een stuurprogramma over het
154
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Opdrachtregelparameters
De volgende tabel geeft opdrachten weer die kunnen worden gebruikt in het
opdrachtvenster.
De volgende opdrachtregels zijn effectief en worden gehanteerd
wanneer de opdracht gebruikt wordt met /s of /S. /h, /H of /? zijn
uitzonderlijke opdrachten die alleen gebruikt kunnen worden.
Opdrachtregel Definitie Omschrijving
/s of /S Start installatie op de
achtergrond.
Hiermee worden
apparaatstuurprogramma's
geïnstalleerd zonder UI's
op te roepen en zonder
tussenkomst van de
gebruiker.
Installeren van een stuurprogramma over het
155
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
/p"<poortnaam>"
of /
P"<poortnaam>"
Specificeert de
printerpoort.
Er wordt een
netwerkpoort
gemaakt aan de
hand van de
standaard TCP/
IP-poortmonitor.
Voor een lokale
poort moet deze
poort op het
systeem bestaan
voor deze door
een opdracht
wordt
gespecificeerd.
De printerpoortnaam kan
worden opgegeven als IP-
adres, hostnaam, lokale
USB-poortnaam,
IEEE1284-poortnaam of
netwerkpad.
Voorbeeld:
/p"xxx.xxx.xxx.xxx"
waarin "xxx.xxx.xxx.xxx"
staat voor het IP-adres
van de netwerkprinter. /
p"USB001", /P"LPT1:", /
p"hostnaam"
/p'\\computer_name
\shared_printer' of
'\\xxx.xxx.xxx.xxx\share
d_printer', waarbij
'\\computer_name\shar
ed_printer' of
'\\xxx.xxx.xxx.xxx\share
d_printer' het
netwerkpad naar de
printer vormt door twee
slashes, de
computernaam of het
lokale IP-adres van de
pc die de printer deelt op
te geven, en de
gedeelde naam van de
printer.
Opdrachtregel Definitie Omschrijving
/a"<dest_path>" of
/A"<dest_path>"
Specificeert het doelpad
voor de installatie.
Het doelpad moet
een volledig
gekwalificeerd
pad zijn.
Aangezien
apparaatstuurprogramma's
geïnstalleerd moeten
worden op een voor het
besturingssysteem
specifiek pad, is deze
opdracht alleen van
toepassing op
toepassingssoftware.
/n"<Printernaam>"
of /
N"<Printernaam>"
Specificeert de
printernaam. De
printerinstantie zal
worden gemaakt conform
de opgegeven
printernaam.
Met deze parameter kunt u
naar wens printerinstanties
toevoegen.
Opdrachtregel Definitie Omschrijving
Installeren van een stuurprogramma over het
156
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
/nd of /ND Geeft de opdracht het
geïnstalleerde
stuurprogramma niet in te
stellen als standaard
apparaatstuurprogramma
.
Het geeft aan dat het
geïnstalleerde
apparaatstuurprogramma
niet het standaard
apparaatstuurprogramma
op uw systeem zal zijn als
er meer dan een
printerstuurprogramma is
geïnstalleerd. Als er geen
apparaatstuurprogramma
op uw systeem is
geïnstalleerd, is deze optie
niet van toepassing omdat
het Windows-
besturingssysteem het
geïnstalleerde
printerstuurprogramma als
standaardstuurprogramma
zal instellen.
Opdrachtregel Definitie Omschrijving
/x of /X Maakt gebruik van
bestaande
apparaatstuurprogramma
bestanden om de
printerinstantie te maken
als deze al is
geïnstalleerd.
Deze opdracht biedt een
mogelijkheid om een
printerinstantie te
installeren die
gebruikmaakt van
geïnstalleerde
printerstuurprogrammabes
tanden zonder een
bijkomend
stuurprogramma te
installeren.
/
up"<printernaam>"
of /
UP"<printernaam>
"
Verwijdert alleen de
opgegeven
printerinstantie en niet de
stuurprogrammabestand
en.
Deze opdracht biedt een
mogelijkheid om alleen de
opgegeven printerinstantie
van uw systeem te
verwijderen zonder effect
op andere
printerstuurprogramma's.
Hiermee zullen de
printerstuurprogramma's
niet van uw systeem
worden verwijderd.
/d of /D Verwijdert alle
apparaatstuurprogramma
's en toepassingen van
uw systeem.
Deze opdracht verwijdert
alle geïnstalleerde
apparaatstuurprogramma's
en toepassingssoftware
van uw systeem.
Opdrachtregel Definitie Omschrijving
Installeren van een stuurprogramma over het
157
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
7
Mac
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Mac-
computer.
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de Finder.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
Klik op Doorgaan.
6
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
7
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
/v"<share name>"
of /V"<share
name>"
Deelt het geïnstalleerde
apparaat en voegt andere
platformstuurprogramma'
s toe voor Point & Print.
Alle ondersteunde
apparaatstuurprogramma's
van het Windows-
besturingssysteem worden
geïnstalleerd en gedeeld
met de opgegeven <share
name> voor Point & Print.
/o of /O Opent de map Printers
en faxapparaten na
installatie.
Deze opdracht opent de
map Printers en
faxapparaten na installatie
op de achtergrond.
/h, /H of /? Toont het gebruik van de opdrachtregel.
Opdrachtregel Definitie Omschrijving
Installeren van een stuurprogramma over het
158
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
9
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software ).
10
Selecteer Op het netwerk aangesloten printer (bedraad of
draadloos) in het scherm Type printerverbinding en klik op
Doorgaan.
11
Klik op de knop Printer toevoegen om uw printer te selecteren en
deze aan je lijst met printers toe te voegen.
12
Klik op IP en selecteer HP Jetdirect - Socket in Protocol.
13
Typ het IP-adres van uw apparaat in het invoerveld Adres.
14
Typ de wachtrijnaam in het invoerveld Wachtrij. Als u de
wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen, probeert u
eerst de standaardwachtrij.
15
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
Printersoftware selecteren en uw apparaatnaam in Druk af via.
16
Klik op Voeg toe.
17
Klik op Doorgaan.
18
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Sluiten.
8
Linux
Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor
Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn
ingesteld.
2
Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem.
3
Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het
pakket hebt gekopieerd.
4
Pak het pakket uit.
5
Ga naar de map uld.
6
Voer de opdracht "./install.sh" uit (als u niet bent aangemeld als
root, voert u de opdracht uit met "sudo" als "sudo ./install.sh").
7
Ga verder met de installatie.
8
Start het hulpprogramma voor Printing nadat de installatie is
voltooid (ga naar System > Administration > Printing of voer de
opdracht "system-config-printer" uit in het terminalprogramma).
Installeren van een stuurprogramma over het
159
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
9
Klik op de knop Add.
10
Selecteer AppSocket/HP JetDirect en voer het IP-adres van het
apparaat in.
11
Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te
voegen.
Een netwerkprinter toevoegen
1
Dubbelklik op Unified Driver Configurator.
2
Klik op Add Printer.
3
Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op Next.
4
Selecteer Network printer en klik op de knop Search.
5
Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in de lijst
weergegeven.
6
Selecteer uw apparaat en klik op Next.
7
Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next.
8
Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish.
9
UNIX
Controleer of uw printer het besturingssysteem UNIX ondersteunt,
voordat u het UNIX-stuurprogramma installeert (zie
"Besturingssysteem" op pagina 8).
De commando's zijn gemarkeerd met "". Wanneer u de commando's
invoert, moet u geen "" typen.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Besturingssysteem"
op pagina 8).
Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst het UNIX-
printerstuurprogrammapakket installeren en vervolgens de printer instellen.
U kunt het UNIX-printerstuurprogrammapakket downloaden van de website
van Samsung (http://www.samsung.com > zoek uw product >
Ondersteuning of Downloads).
Het UNIX-printerstuurprogrammapakket
installeren
De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het
bovengenoemde UNIX-besturingssysteem.
Installeren van een stuurprogramma over het
160
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
1
Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van
Samsung en pak het uit op uw computer.
2
Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft.
su -"
3
Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIX-computer.
Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-besturingssysteem voor meer
informatie.
4
Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit.
Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende commando's:
gzip -d < voor de pakketnaam in | tar xf -"
5
de uitgepakte map.
6
Voer het installatiescript uit.
./install –i
install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om het
UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/deïnstalleren.
Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de uitvoering van het
installatiescript te machtigen.
7
Voer de opdracht ./install –c uit om de resultaten van de installatie
te controleren.
8
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee wordt het
venster van de wizard Add Printer Wizard geopend. Stel in dit
venster de printer op de volgende manier in:
In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, zijn zojuist
toegevoegde printers mogelijk niet ingeschakeld en/of kunnen geen
taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee opdrachten
uitvoeren in de root-terminal:
accept <printer_name>"
enable <printer_name>"
De installatie van het
printerstuurprogrammapakket ongedaan maken
Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de geïnstalleerde printer
uit het systeem te verwijderen.
a Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de terminal.
Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend.
De geïnstalleerde printers verschijnen in de vervolgkeuzelijst.
b Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
c Klik op Delete om de printer uit het systeem te verwijderen.
Installeren van een stuurprogramma over het
161
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
d Voer de opdracht ./install –d uit om de installatie van het volledige
pakket ongedaan te maken.
e Voer de opdracht ./install –c uit om de resultaten van het
verwijderen te controleren.
Gebruik de opdracht ./install –i om de binaire gegevens opnieuw te
installeren.
De printer instellen
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te voegen
aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster van de wizard Printer
toevoegen geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in:
1
Typ de naam van de printer.
2
Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen.
3
Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het veld
Type. Dit is optioneel.
4
Geef in het veld Description een beschrijving van de printer op. Dit
is optioneel.
5
Geef in het veld Location een beschrijving van de printer op.
6
Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak
Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen
Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren.
7
Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de
overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een
usb type beschikbaar.
8
Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen.
9
Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af te
drukken.
10
Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in omgekeerde
volgorde af te drukken.
11
Schakel de optie Make Default in om deze printer in te stellen als
standaardprinter.
12
Klik op OK om de printer toe te voegen.
162
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
IPv6-configuratie
IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies.
Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken
vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer.
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen (adres
begint met FE80).
Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter
geconfigureerd IPv6-adres.
Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6-
adres.
Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6-
adres.
Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om het IPv6-
adres te gebruiken.
10
Via het bedieningspaneel
IPv6 activeren
Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie
"Menuoverzicht" op pagina 29).
1
Selecteer Menu() > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6-protocol
op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer (Instelling) > Netwerk > Volg. > TCP/IP (IPv6) >
IPv6-protocol op het aanraakscherm.
2
Selecteer Aan met de pijlen op het aanraakscherm.
3
Zet het apparaat uit en weer aan.
Als u het printerstuurprogramma installeert, moet u niet zowel IPv4 als
IPv6 configureren. We raden aan om IPv4 of IPv6 te configureren.
IPv6-configuratie
163
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
DHCPv6 adresconfiguratie
Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u een van de
volgende opties instellen voor standaard dynamische host-configuratie.
1
Selecteer Menu() > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > DHCPv6 config
op het bedieningspaneel.
Selecteer (Instelling) > Netwerk > Volg. > TCP/IP (IPv6) >
DHCPv6 config. op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie met de pijlen en raak (Terug) aan
om de selectie op te slaan.
Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom vraagt.
Altijd gebruiken: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de router er
niet om vraagt.
Nooit gebruiken: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een router
erom vraagt.
11
Via de SyncThru™ Web Service
IPv6 activeren
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het
IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld
en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Geef de standaard-ID en het
standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven. We
raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
3
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
plaatst u de muisaanwijzer op Settings bovenaan in de menublak
en klikt u op Network Settings.
4
Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website.
5
Schakel het selectievakje IPv6 Protocol in om IPv6 te activeren.
6
Klik op de knop Apply.
7
Zet het apparaat uit en weer aan.
IPv6-configuratie
164
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
U kunt ook DHCPv6 instellen.
Ga als volgt te werk om het IPv6-adres handmatig in te stellen:
Schakel het selectievakje Manual Address in. Vervolgens wordt het
tekstvak Address/Prefix geactiveerd. Voer de rest van het adres in
(bijv. 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot
F).
IPv6-adresconfiguratie
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-adressering
als URL ondersteunt.
2
Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address,
Stateless Address, Stateful Address, Manual Address) uit het
netwerkconfiguratierapport (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148).
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen
(adres begint met FE80).
Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter
geconfigureerd IPv6-adres.
Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd
IPv6-adres.
Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd
IPv6-adres.
3
Voer de IPv6-adressen in (bijv. http://[FE80::215:99FF:FE66:7701]).
De adressen moeten tussen vierkante haakjes ("[ ]")worden geplaatst.
165
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Als u op het apparaat een draadloos netwerk wilt gebruiken,
controleert u de optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper
om de optie te bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
67). Wanneer u een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt,
installeert u de kit door de stappen te volgen in de meegeleverde
gids van de Wireless-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren
van de Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat
in om de functie te kunnen gebruiken.
Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt.
Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet
beschikbaar (zie "Functies per model" op pagina 8).
12
Naam van draadloos netwerk en
netwerkwachtwoord
Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau. Als u voor het
eerst een toegangspunt installeert, worden een netwerknaam (SSID), het
type beveiliging en een netwerkwachtwoord voor het netwerk gegenereerd.
Vraag uw netwerkbeheerder om deze informatie voordat u verder gaat met
de installatie van het apparaat.
13
Methoden voor het instellen van een draadloos
netwerk
U kunt de instellingen van uw draadloze netwerk configureren vanaf het
apparaat of de computer. Kies de instellingsmethode uit de onderstaande
tabel.
Sommige installatiemethoden voor het draadloze netwerk zijn
mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of land.
Raadpleeg het probleemoplossingshoofdstuk (zie "Problemen met
draadloze netwerken oplossen" op pagina 180), wanneer er zich
problemen voordoen tijdens de instelling van het draadloze netwerk
of de installatie van het stuurprogramma.
Het wordt ten strengste aangeraden dat u het wachtwoord instelt op
Access Points (Toegangspunten). Als u het wachtwoord niet instelt
op Acces Points (Toegangspunten) kunnen onbekende apparaten,
waaronder pc's, smartphones en printers, mogelijk illegaal toegang
krijgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding Acces Points
(Toegangspunten) voor de wachtwoordinstellingen.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
166
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
14
Instellen via het scherm/aanraakscherm
Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk
kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze gegevens
zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd
geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent
met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Verbinding maken met een netwerk
Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een
apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te
kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het
netwerk" op pagina 152).
1
Selecteer Menu() > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen op
het bedieningspaneel.
OF
Druk op het model met aanraakscherm op (Instelling) >
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen.
2
Selecteer de gewenste installatiemethode.
Lijst doorz. (aangeraden): Het apparaat geeft een lijst met
beschikbare netwerken. Nadat een netwerk is geselecteerd,
vraagt de printer naar de bijbehorende beveiligingscode.
Aangepast: In deze modus kunnen gebruikers hun eigen SSID
handmatig invoeren of wijzigen, of de details van de
beveiligingsoptie kiezen.
Type verbinding Beschrijving & Gebruiksaanwijzing
Met toegangspunt Zie "Instellen via het scherm/
aanraakscherm" op pagina 166.
Zie "Instellen via USB-kabel
(aanbevolen)" op pagina 170 als u
Windows gebruikt.
Zie "Instellen via USB-kabel
(aanbevolen)" op pagina 173 als u
Mac gebruikt.
Zie "Een netwerkkabel gebruiken" op
pagina 175.
Zonder
toegangspunt
Wi-Fi Direct
gebruiken
Zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen
instellen" op pagina 178.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
167
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Opnieuw verbinding maken met het netwerk
Als de draadloze netwerkverbinding verbroken wordt, wordt automatisch
opnieuw geprobeerd een verbinding tot stand te brengen met het
toegangspunt (of de draadloze router) met behulp van de eerder gebruikte
instellingen voor de draadloze verbinding en het adres.
In de volgende gevallen wordt automatisch een nieuwe verbinding met
het draadloze netwerk tot stand gebracht:
Het apparaat wordt uit- en weer aangezet.
Het toegangspunt (of de draadloze router) wordt uit- en weer
ingeschakeld.
Annuleren van het maken van een verbinding
Als u het verbinden met een draadloos netwerk wilt annuleren terwijl dit
proces wordt uitgevoerd, drukt u op de knop (Stoppen/Wissen) op het
bedieningspaneel en laat u deze weer los. Wacht 2 minuten voordat u
opnieuw verbinding met het draadloze netwerk probeert te maken.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
168
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
15
Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) gebruiken
Als uw printer en een toegangspunt (of draadloze router) Wi-Fi Protected
Setup™ (WPS) ondersteunen, kunt u de instellingen voor de beveiligde
draadloze netwerkverbinding eenvoudig configureren.
Als u het draadloze netwerk wilt gebruiken in de
infrastructuurmodus, koppelt u de netwerkkabel los van het
apparaat. Of u de knop WPS (PBC) gebruikt of het PIN-nummer
invoert om verbinding te maken met het toegangspunt, hangt af van
het toegangspunt (of de draadloze router) die u gebruikt. Raadpleeg
de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de draadloze
router) dat u gebruikt voor meer informatie.
Wanneer u de WPS-knop gebruikt om het draadloos netwerk in te
stellen, kunnen de beveiligingsinstellingen wijzigen. Vergrendel de
WPS-optie in de beveiligingsinstellingen van het huidige draadloze
netwerk om dit te voorkomen. De naam van de optie kan verschillen
afhankelijk van het toegangspunt (of draadloze router) dat/die u
gebruikt.
Wat u nodig hebt
Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) Wi-Fi Protected
Setup™ (WPS) ondersteunt.
Controleer of uw apparaat Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt.
Netwerkcomputer (alleen in de PIN-modus)
Uw type kiezen
Met WPS kunt u op twee manieren een verbinding met een draadloos
netwerk tot stand brengen voor uw apparaat.
Met de PBC (Push Button Configuration)-methode kunt u uw
apparaat verbinding laten maken met een draadloos netwerk door WPS
op uw apparaat in te schakelen en op de WPS-knop (of PBC-knop) op
een toegangspunt (of draadloze router) met ondersteuning voor WPS
te drukken.
Bij de PIN (Personal Identification Number)-methode kunt u uw
apparaat verbinding laten maken met een draadloos netwerk door de
meegeleverde PIN-gegevens in te voeren op een toegangspunt dat (of
draadloze router die) WPS ondersteunt.
De fabrieksinstelling voor uw apparaat is de modus PBC. Deze wordt
aanbevolen voor een gewone draadloze netwerkomgeving.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
169
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Aansluiten in PBC-modus
1
Kies Menu() > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het
bedieningspaneel.
OF
Druk op het model met aanraakscherm op (Instelling) >
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > WPS.
2
Druk op Aansluiten via PBC.
3
Raak OK aan wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Informatievenster wordt weergegeven waarin een verwerkingstijd
voor verbinden wordt aangegeven van 2 minuten.
4
Raak de knop WPS (PBC) op het toegangspunt (of de draadloze
router) aan.
De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCD-
display weergegeven:
a Verbinden: Het apparaat is bezig verbinding te maken met het
toegangspunt (of de draadloze router).
b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze
netwerk, blijft de WPS-LED branden.
c AP-SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos
netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het
display.
5
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de
instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
Verbinding maken in PIN-modus
1
Kies Menu() > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het
bedieningspaneel.
OF
Druk op het model met aanraakscherm op (Instelling) >
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > WPS.
2
Druk op Aansluiten via PIN.
3
Raak OK aan wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
4
De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display.
U moet binnen twee minuten de achtcijferige PIN-code invoeren op
de computer die is aangesloten op het toegangspunt (of de
draadloze router).
De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCD-
display weergegeven:
a Verbinden: het apparaat maakt een verbinding met het
draadloos netwerk.
b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze
netwerk, blijft de WPS-LED branden.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
170
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
c AP-SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos
netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het
display.
5
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de
instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
16
Instellen met Windows
Snelkoppeling naar programma Samsung Easy Wireless Setup
zonder CD: Als u het printerstuurprogramma eenmaal hebt
geïnstalleerd, hebt u zonder cd toegang tot het programma Samsung
Easy Wireless Setup (zie "Managementhulpmiddelen gebruiken" op
pagina 251).
Instellen via USB-kabel (aanbevolen)
Wat u nodig hebt
Toegangspunt
Netwerkcomputer
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
•USB-kabel
Opzetten van de netwerkinfrastructuur
1
Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten.
2
Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
171
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
3
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-
rom-station en klik op OK.
Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
4
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
5
Selecteer Draadloos in het scherm Type printerverbinding. Klik
daarna op Volgende.
6
Selecteer in het scherm Stelt u uw printer voor de eerste keer in?
de optie Ja, ik wil het draadloze netwerk voor mijn printer
instellen. Klik daarna op Volgende.
Als uw printer al is verbonden met het netwerk, selecteert u Nee,
mijn printer is al verbonden met mijn netwerk.
7
Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken
en klik op Volgende.
Als u de netwerknaam van uw keuze niet kunt vinden of als u de
draadloze configuratie handmatig wilt instellen, klikt u op
Geavanceerde instelling.
Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het
toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig).
Werkingsmodus: Selecteer Infrastructuur.
Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de
afdrukserver wordt geverifieerd op basis van een vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt
(de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig
wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de
bijbehorende clients.
Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64, WEP128, TKIP,
AES).
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
172
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Netwerkwachtwoord: Voer de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord in.
Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord.
WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex.
Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster
voor het draadloos netwerk.
Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in.
8
Als het venster van de netwerkverbinding verschijnt, verwijdert u de
netwerkkabel. Klik daarna op Volgende. De verbinding met de
netwerkkabel kan storing veroorzaken bij het zoeken naar draadloze
apparaten.
9
Als uw printer Wi-Fi Direct ondersteunt en deze functie is
uitgeschakeld, verschijnt het overeenkomstige scherm.
Als u Wi-Fi Direct wilt inschakelen, selecteert u het selectievakje en
klikt u op Volgende. Wilt u dit niet, klik dan op Volgende.
Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen (zie
"Wi-Fi Direct installeren" op pagina 178).
Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de modelnaam en
is maximaal 22 tekens lang.
Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64 tekens
lang.
10
Als het instellen van het draadloze netwerk is voltooid, verwijder dan
de USB-kabel tussen de computer en de printer. Klik op Volgende.
11
Volg de instructies in het installatievenster.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
173
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
17
Instellen met Mac
Wat u nodig hebt
Toegangspunt
Netwerkcomputer
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
USB-kabel
Instellen via USB-kabel (aanbevolen)
1
Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en aan
staat.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Mac-
computer.
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de vindfunctie.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
Klik op Doorgaan.
6
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
7
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
9
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software).
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
174
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
10
Selecteer Configuratie van draadloos netwerk in het scherm
Type printerverbinding en klik op Doorgaan.
11
Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken
en klik op Volgende.
Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op
Geavanceerde instelling.
Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het
toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig).
Werkingsmodus: Selecteer Infrastruct..
Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de
afdrukserver wordt geverifieerd op basis van de vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt
(de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig
wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de
bijbehorende clients.
Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64, WEP128, TKIP,
AES)
Netwerkwachtwoord: Voer de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord in.
Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord.
WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex:.
Als de beveiliging van het toegangspunt is ingeschakeld, verschijnt het
beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk.
Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
175
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
12
Als uw printer Wi-Fi Direct ondersteunt en deze functie is
uitgeschakeld, verschijnt het overeenkomstige scherm.
Als u Wi-Fi Direct wilt inschakelen, selecteert u het selectievakje en
klikt u op Volgende. Wilt u dit niet, klik dan op Volgende.
•Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen
(zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 178).
Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de
modelnaam en is maximaal 22 tekens lang.
Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64
tekens lang.
13
Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u
de USB-kabel tussen de computer en de printer los.
14
Het instellen van het draadloze netwerk is voltooid. Nadat de
installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten.
18
Een netwerkkabel gebruiken
Wanneer apparaten de netwerkpoort niet ondersteunen, kunt u deze
functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
Uw apparaat is netwerkcompatibel. Om uw apparaat netwerkcompatibel te
maken, moet u enkele configuratieprocedures doorlopen.
Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u
een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing
te kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over
het netwerk" op pagina 152).
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die uw
draadloos netwerk heeft ingesteld voor informatie over uw
netwerkconfiguratie.
Wat u nodig hebt
Toegangspunt
Netwerkcomputer
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
176
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
Netwerkkabel
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt bepalen welke netwerkinstellingen voor uw apparaat worden
gebruikt door een netwerkconfiguratierapport af te drukken.
zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148.
IP-adres instellen via het programma SetIP
(Windows)
Dit programma wordt gebruikt om het IP-adres van uw apparaat handmatig
in te stellen met behulp van het MAC-adres, om te communiceren met het
apparaat. Het MAC-adres is een hardwareserienummer van de
netwerkinterface dat u terugvindt in het netwerkconfiguratierapport
terugvindt.
zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148.
Het draadloze netwerk van het apparaat
configureren
Voordat u begint, moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloze
netwerk en de netwerksleutel (als deze is gecodeerd) weten. Deze
gegevens zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router)
werd geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd
bent met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Om parameters van het draadloos netwerk te configureren, kunt u
SyncThru™ Web Service gebruiken.
SyncThru™ Web Service gebruiken
Controleer de status van de kabelverbinding voor u begint met de
configuratie van de parameters voor het draadloze netwerk.
1
Controleer of de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als dat
niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het apparaat
aansluiten.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
177
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
3
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen
te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
Klik op Wi-Fi > Wizard.
7
Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst.
8
Klik op Next.
Als het venster met beveiligingsinstellingen voor draadloze
netwerken verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord
(netwerkwachtwoord) in en klikt u op Next.
9
Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van
het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als het goed is,
communiceert uw apparaat nu draadloos met het netwerk.
19
Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
Als uw apparaat een LCD-display heeft, kunt u Wi-Fi ook in-/
uitschakelen via het menu Network op het bedieningspaneel van het
apparaat.
1
Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten. Als
dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het
apparaat aansluiten.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen
te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
178
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
Klik op Wi-Fi.
7
U kunt het Wi-Fi-netwerk in- en uitschakelen.
20
Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen
Wi-Fi Direct is een gemakkelijk te installeren, peer-to-
peerverbindingsmethode tussen de gecertificeerde Wi-Fi Direct-printer en
een mobiel apparaat, dat voorziet in een veilige verbinding en betere
doorvoer dan de ad-hocmodus.
Met Wi-Fi Direct kunt u uw printer aansluiten op een Wi-Fi Direct-netwerk,
terwijl deze ook verbonden is met een toegangspunt. U kunt ook
tegelijkertijd gebruik maken van een bekabeld netwerk en een Wi-Fi Direct-
netwerk, zodat meerdere gebruikers documenten kunnen openen en
afdrukken via Wi-Fi Direct en het bekabelde netwerk.
U kunt uw mobiele apparaat niet verbinden met het internet via Wi-
Fi Direct op uw printer.
De lijst met ondersteunde protocollen kan verschillen per model. Wi-
Fi Direct-netwerken ondersteunen niet IPv6-, netwerkfilterings-,
IPSec-, WINS- en SLP-diensten.
Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden
aangesloten.
Wi-Fi Direct installeren
U kunt de Wi-Fi Direct-optie inschakelen volgens een van de volgende
methoden.
Via een computer die verbonden is met een USB-kabel
(aanbevolen)
Wanneer de installatie van het stuurprogramma voltooid is, kan de
Samsung Easy Printer Manager worden gebruikt om de Wi-Fi Direct-
instellingen te wijzigen.
Samsung Easy Printer Manager is alleen beschikbaar voor gebruikers
van Windows en Mac.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
179
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's >
Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager >
Apparaatinstellingen > Netwerk.
Wi-Fi Direct Aan/Uit: Kies Aan om in te schakelen.
Apparaatnaam: Voer de naam van de printer in om uw printer te
kunnen zoeken op een draadloos netwerk. De standaardnaam van uw
apparaat is de modelnaam.
IP-adres: Voer het IP-adres van de printer in. Dit IP-adres wordt
gebruikt op uw lokale netwerk en niet voor het bekabelde of draadloze
netwerk. Wij raden u aan om het standaard lokale IP-adres te gebruiken
(het standaard lokaal IP-adres van de printer voor Wi-Fi Direct is
192.168.3.1)
Groepsgebruiker: Schakel deze optie in om de printer toe te wijzen
aan de Wi-Fi Direct-groepsgebruiker. De Groepsgebruiker
functioneert op dezelfde manier als het draadloze toegangspunt. Wij
raden u aan deze optie in te schakelen.
Netwerkwachtwoord: Wanneer uw printer een Groepsgebruiker is,
heeft u een Netwerkwachtwoord nodig om andere mobiele apparaten
te verbinden met uw printer. U kunt het netwerkwachtwoord zelf
instellen, of u kunt het netwerkwachtwoord dat standaard gegenereerd
wordt, laten onthouden.
Vanaf het apparaat
1
Selecteer Menu() > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi Direct op het
bedieningspaneel.
OF
Druk op het model met aanraakscherm op (Instelling) >
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > Wi-Fi direct.
2
Schakel Wi-Fi Direct in en stel andere opties in.
Vanaf een computer met netwerkverbinding
Wanneer uw printer een netwerkkabel of een draadloos toegangspunt
gebruikt, kunt u Wi-Fi Direct inschakelen en configureren via SyncThru™
Web Service.
1
Ga naar SyncThru™ Web Service en kies Settings > Network
Settings > Wi-Fi > Wi-Fi Direct™.
2
Schakel Wi-Fi Direct™ in en stel andere opties in.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
180
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Het mobiele apparaat instellen
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het mobiele apparaat na het
instellen van Wi-Fi Direct op uw printer om Wi-Fi Direct in te stellen op
het mobiele apparaat.
Na het inschakelen van Wi-Fi Direct moet u de toepassing voor mobiel
afdrukken downloaden (bijvoorbeeld: Samsung Mobile printer) om af te
kunnen drukken vanaf uw smartphone.
Wanneer u de printer heeft gevonden waar u verbinding mee wilt
leggen vanaf uw mobiele apparaat, selecteert u de printer en gaat
het LED-lampje op de printer branden. Wanneer u op de WPS-knop
van de printer drukt, wordt er verbinding gemaakt met uw mobiele
apparaat.
Wanneer uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct niet ondersteunt, moet u
de netwerksleutel van een printer invoeren in plaats van op de WPS-
knop te drukken.
21
Problemen met draadloze netwerken oplossen
Problemen tijdens het instellen of de installatie
van het stuurprogramma
Printers niet gevonden
Mogelijk staat uw printer niet aan. Zet de computer en printer aan.
De USB-kabel tussen de computer en het apparaat is niet aangesloten.
Verbind de printer met uw computer door middel van de USB-kabel.
De printer ondersteunt geen draadloze netwerken. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de printer op de software-cd die bij het
apparaat is geleverd en zorg dat u beschikt over een draadloze
netwerkprinter.
Verbindingsprobleem - SSID niet gevonden
De printer kan de door u geselecteerde of ingevoerde netwerknaam
(SSID) niet vinden. Controleer de netwerknaam (SSID) op uw
toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te maken.
Uw toegangspunt is uitgeschakeld. Zet het toegangspunt aan.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
181
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging
De beveiliging is niet op de juiste manier geconfigureerd. Controleer de
beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd.
Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout
Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat. Controleer de
USB-kabel en de stroomtoevoer van de printer.
Verbindingsprobleem - Verbonden bedraad netwerk
De printer is verbonden met een netwerkkabel. Koppel de netwerkkabel
los van uw apparaat.
Verbindingsprobleem - Het IP-adres toewijzen
Schakel het toegangspunt (of de draadloze router) en het apparaat uit
en weer in.
Fout bij verbinding met pc
Het geconfigureerde netwerkadres kan geen verbinding maken tussen
uw computer en het apparaat.
- Voor een DHCP-netwerkomgeving
Het apparaat ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de
toewijzingsmethode voor het IP-adres is ingesteld op DHCP.
Als u in DHCP-modus niet kunt afdrukken, wordt het probleem
waarschijnlijk veroorzaakt door het automatisch gewijzigde IP-adres.
Vergelijk het IP-adres van het product met dat van de printerpoort.
Hoe kunt u vergelijken:
1 Druk het netwerkinformatierapport van uw printer af en controleer
het IP-adres (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op
pagina 148).
2 Controleer het IP-adres van de printerpoort op uw computer.
a Klik op het menu Start van Windows.
In Windows 8: selecteer in Charms(charms)
achtereenvolgens Zoeken > Instellingen.
b Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm
> Hardware > Apparaten en printers.
In Windows 7/ Windows 8: selecteer achtereenvolgens
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
c Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
d In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7/Windows 8 of Windows Server 2008 R2: selecteer
in de contextmenu's de optie Eigenschappen van printer.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
e Klik op het tabblad Poort.
f Klik op de knop Poort configureren...
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
182
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
g Controleer of de Printernaam of het IP-adres: hetzelfde is als op
de netwerkconfiguratiepagina.
3 Wijzig het IP-adres van de printerpoort als het niet overeen komt met
het adres op het netwerkinformatierapport.
Als u de installatie-cd wilt gebruiken om het IP-adres van de poort te
wijzigen, maakt u verbinding met een netwerkprinter. vervolgens
opnieuw verbinding te maken met het IP-adres.
- Voor een statische netwerkomgeving
De printer gebruikt het statische adres als de toewijzingsmethode
voor het IP-adres op de computer is ingesteld op Statisch.
Voorbeeld:
Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn:
IP-adres: 169.254.133.42
Subnetmasker: 255.255.0.0
Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat:
IP-adres: 169.254.133.43
Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de
computer.)
Gateway: 169.254.133.1
Andere problemen
Als zich tijdens het gebruik van de printer in een netwerk problemen
voordoen, controleert u de volgende punten:
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de
draadloze router) voor specifieke informatie.
Mogelijk is uw computer, het toegangspunt (of de draadloze router) of
de printer niet ingeschakeld.
Controleer de draadloze ontvangst van het signaal rond het apparaat.
Als de router ver van de printer staat of als er een obstakel in de weg
staat, kan dat de ontvangst van het signaal bemoeilijken.
Schakel het toegangspunt (of de draadloze router), de printer en de
computer uit en weer aan. Soms kan dat helpen om de communicatie
met het netwerk te herstellen.
Controleer of firewallsoftware (V3 of Norton) de communicatie
blokkeert.
Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten
maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software
mogelijk de communicatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de
firewall-software voor informatie over het uitschakelen van de firewall.
Probeer vervolgens nogmaals of de printer kan worden gevonden.
Controleer of het IP-adres van het apparaat juist is toegewezen. U kunt
het IP-adres controleren door het netwerkconfiguratierapport af te
drukken.
Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) met een
wachtwoord beveiligd is. Als er een wachtwoord is ingesteld, neemt u
contact op met de beheerder van het toegangspunt (of de draadloze
router).
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
183
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Controleer het IP-adres van de printer. Installeer het
printerstuurprogramma opnieuw en wijzig de instellingen om een
verbinding te maken met het apparaat op het netwerk. Bij DHCP is het
mogelijk dat het toegewezen IP-adres verandert als het apparaat lange
tijd niet wordt gebruikt of als het toegangspunt opnieuw is ingesteld.
Registreer het MAC-adres van het product als u de DHCP-server
configureert op het toegangspunt (of de draadloze router). Dan kunt u
altijd het ingestelde IP-adres gebruiken dat is ingesteld met behulp van
het MAC-adres. U kunt het MAC-adres van uw apparaat vinden door
een netwerkconfiguratierapport af te drukken (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148).
Controleer de draadloze omgeving. Mogelijk kunt u geen verbinding
maken met het netwerk in de infrastructuuromgeving waar u
gebruikersgegevens moet invoeren voordat u een verbinding hebt
gemaakt met een toegangspunt (of draadloze router).
Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere
draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet
ondersteund.
Het apparaat moet zich binnen het bereik van het draadloos netwerk
bevinden.
De printer mag niet in de buurt staan van obstakels die het draadloze
signaal kunnen blokkeren.
Verwijder grote metalen voorwerpen die zich tussen het toegangspunt
(of de draadloze router) en het apparaat bevinden.
Controleer of er geen palen, muren of steunpilaren van metaal of beton
tussen de printer en het draadloze toegangspunt (of de draadloze
router) staan.
De printer mag niet in de buurt staan van andere elektronische
apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren.
Er zijn veel apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren,
waaronder magnetrons en bepaalde Bluetooth-apparaten.
Telkens als de configuratie van uw toegangspunt (of draadloze router)
verandert, moet u het draadloze netwerk van het product opnieuw
instellen.
Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden aangesloten.
184
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
Als u op het apparaat de NFC-functie wilt gebruiken, controleert u de
optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper om de functie te
bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67). Wanneer u
een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt, installeert u de kit
door de stappen te volgen in de meegeleverde gids van de Wireless/
NFC-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren van de Wireless-kit
(draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat in om de functie te kunnen
gebruiken.
Met de NFC-printer (Near Field Communication) kunt u direct vanaf uw
mobiele apparaat afdrukken door uw mobiele apparaat boven de NFC-tag
op uw Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) te houden. U hoeft geen
printerstuurprogramma te installeren of verbinding te maken met een
toegangspunt. U moet alleen een mobiel apparaat hebben dat NFC
ondersteunt. Om deze functie te gebruiken, moeten mobiele apps worden
geïnstalleerd op uw mobiele apparaat. Standaard is NFC ingeschakeld op
uw apparaat.
Afhankelijk van het materiaal van de behuizing van het mobiele
apparaat werkt NFC-herkenning mogelijk niet goed.
De overdrachtssnelheid is afhankelijk van het mobiele apparaat dat
u gebruikt.
Deze functie is alleen beschikbaar voor het model met een NFC-tag
(zie "Apparaatoverzicht" op pagina 18).
Het gebruik van een andere behuizing of batterij dan meegeleverd
met het mobiele apparaat of van een metalen behuizing of
afdekplaatje kan het NFC-signaal blokkeren.
Als er nog steeds geen communicatie tussen de NFC-apparaten
mogelijk is,
- verwijdert u de hoes of afdekking van het mobiele apparaat en
probeert u het opnieuw.
- Plaats de batterij van het mobiele apparaat terug en probeer het
opnieuw.
22
Vereisten
Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android OS 4.0
of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd.
Alleen in Android OS 4.1 of hoger wordt de Wi-Fi Direct-functie op uw
mobiele apparaat automatisch ingeschakeld wanneer u de NFC-functie
inschakelt. Als u de NFC-functie wilt gebruiken, kunt u uw mobiele
apparaat het beste bijwerken naar Android 4.1 OS of hoger.
Printer waarop de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld (zie "Wi-Fi Direct
installeren" op pagina 178).
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
185
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
23
Verwante apps
Er zijn een aantal apps die kunnen worden gebruikt in combinatie met de
NFC-functie. De apps kunnen worden gedownload uit de Google Play
Store.
Samsung Mobile Print: Hiermee kunnen gebruikers foto's,
documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet
afdrukken, scannen (alleen als de printer scannen ondersteunt) en
faxen (alleen als de printer faxen ondersteunt) (zie "De app Samsung
Mobile Print gebruiken" op pagina 191).
Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig
een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om
gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De
app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 185).
Samsung Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies
voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele
apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op
pagina 187).
24
De app Samsung Mobile Print Pro gebruiken
U kunt de app gebruiken om een verificatie/registratie te verkrijgen van de
Samsung Mobile Print Pro-app.
Verificatie van het mobiele apparaat
1
Open de app Samsung Mobile Print Pro.
Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
2
Voer de id en het Password in.
Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als u
zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
186
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
3
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( ) op
uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
Registratie met het mobiele apparaat
1
Open de app Samsung Mobile Print Pro.
Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
2
Druk op het pictogram in het Samsung Mobile Print Pro-
scherm.
3
Selecteer On in het menu Phone login set as default.
4
De id van het mobiele apparaat wordt weergegeven in het Samsung
Mobile Print Pro-scherm.
Druk op Registration.
5
Voer de id, het Wachtwoord, het Domein en de Toegangscode in
en klik op OK.
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
187
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
De Passcode is vereist wanneer de beheerder kiest voor de methode
met Two-Factor Authentication. U moet een wachtwoordcode
invoeren ter verificatie. Het wachtwoord en de wachtwoordcode
moeten van elkaar verschillen. U kunt Two-Factor Authentication
selecteren via SyncThru™ Web Service > Security > User Access
Control > Authentication > Authentication Method > Options >
Login Method > Two-Factor Authentication.
6
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( ) op
uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
7
Er wordt op het aanraakscherm van de printer een bericht
weergegeven dat de registratie is voltooid.
25
De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken
Als u meer dan één printer hebt en u op alle printers dezelfde instellingen
wilt gebruiken, kunt u dat eenvoudig regelen met de app Samsung Mobile
Print Manager. Raak met uw mobiele telefoon de NFC-tag van uw printer
aan om de instellingen te kopiëren. Tik op de printer waar u de instellingen
aan wilt overdragen.
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
188
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Exporteren (instellingen naar uw mobiele
apparaat kopiëren)
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
178).
2
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
3
Druk op Exporteren.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op
OK.
Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om aan te melden. Als het
uw eerste keer is dat u aanmeld op de printer, typt u onderstaand
standaard ID en wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( ) op
uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk
niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de
locatie van de NFC-tag op uw mobiele apparaat voordat u deze
functie gebruikt.
Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld.
6
Selecteer de gewenste instellingen en druk op OK.
7
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
189
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Importeren (instellingen toepassen op het
apparaat)
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
178).
2
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
3
Druk op Importeren.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op
OK.
Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om aan te melden. Als het
uw eerste keer is dat u aanmeld op de printer, typt u onderstaand
standaard ID en wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
5
Selecteer de instellingen die u wilt kopiëren.
6
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
7
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( ) op
uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk
niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de
locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze
functie gebruikt.
Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld.
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
190
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Instellingen voor draadloos
U kunt de instellingen voor draadloos van uw telefoon naar uw printer
kopiëren door uw mobiele apparaat tegen de NFC-tag van uw printer te
houden.
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moeten de Wi-Fi-instellingen op
uw mobiele apparaat zijn ingesteld.
1
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
2
Op het mobiele apparaat wordt het Samsung Mobile Print Pro-
scherm weergegeven.
Druk op Wi-Fi Setup.
3
Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op
OK.
Indien nodig typt u het ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als
u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u aan om het wachtwoord
om veiligheidsredenen te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
4
Als het toegangspunt (of de draadloze router) is verbonden,
verschijnt er een venster met een bevestiging. Klik dan op OK. Als
er geen verbinding is met het toegangspunt (of de draadloze router),
selecteert u het gewenste toegangspunt (of de draadloze router) en
klikt u op OK. Klik daarna nogmaals op OK.
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
191
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( ) op
uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
6
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
26
De app Samsung Mobile Print gebruiken
Samsung Mobile Print is een gratis toepassing waarmee gebruikers
foto's, documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet
kunnen afdrukken, scannen (alleen bij multifunctionele printers) en faxen
(alleen bij multifunctionele printers).
Afdrukken
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer.
2
Open de app Samsung Mobile Print.
Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de
app. Probeer het vervolgens opnieuw.
3
Selecteer afdrukmodus.
4
Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken.
Wijzig de afdrukoptie indien nodig door op het pictogram te
drukken.
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
192
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( ) op
uw printer.
Wacht een aantal seconden terwijl het mobiele apparaat een taak
naar de printer verstuurt.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
6
Het apparaat start met afdrukken.
27
Registreren van Google Cloud-printer
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
178).
2
Open de app Samsung Mobile Print.
Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de
app. Probeer het vervolgens opnieuw.
3
Selecteer het statuspictogram van het apparaat.
4
Selecteer Google Cloud Print > Registreer Google Cloud Printer.
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
193
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( ) op
uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
6
Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service ™Google Cloud Print.
194
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Ondersteunde mobiele apps
28
Beschikbare apps
Samsung Mobile Print: Samsung Mobile Print is een gratis
toepassing waarmee gebruikers foto's, documenten en webpagina's
direct vanaf hun smartphone of tablet kunnen afdrukken, scannen
(alleen bij multifunctionele printers) en faxen (alleen bij multifunctionele
printers). Samsung Mobile Print is niet alleen compatibel met uw
Android- en iOS-smartphones maar ook met uw iPod Touch en tablet-
pc. Het verbindt uw mobiele apparaat met een printer van Samsung die
met het netwerk is verbonden of met een draadloze printer via een Wi-
Fi-toegangspunt. U hoeft geen nieuw stuurprogramma te installeren of
netwerkinstellingen te configureren: u hoeft alleen de toepassing
Samsung Mobile Print te installeren en deze detecteert automatisch
compatibele Samsung-printers. Behalve het afdrukken van foto's,
webpagina's en PDF's kunt u met deze toepassing ook scannen. Als u
een multifunctioneel apparaat van Samsung hebt, kunt u elk gewenst
document scannen naar een document met de indeling JPG, PDF of
PNG en deze snel en eenvoudig op uw mobiele apparaat weergeven
(zie "De app Samsung Mobile Print gebruiken" op pagina 191).
Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig
een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om
gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De
app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 185).
Samusng Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies
voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele
apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op
pagina 187, "Instellingen voor draadloos" op pagina 190).
29
Apps downloaden
Voor het downloaden van apps gaat u naar de toepassingenwinkel (Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt u naar Samsung
Mobile Print/Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print
Manager. U kunt ook naar iTunes op uw computer gaan voor Apple-
apparaten.
Samsung Mobile Print
- Android: Zoek naar Samsung Mobile Print in de Play Store en
download de app.
- iOS: Zoek naar Samsung Mobile Print in de App Store en
download de app.
Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager
- Android: Zoek naar Samsung Mobile Print Pro of Samusng
Mobile Print Manager in de Play Store en download de app.
Ondersteunde mobiele apps
195
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
30
Ondersteund mobiel besturingssysteem
Samsung Mobile Print
- Android OS 2.3 of hoger
- iOS 5.0 of hoger
Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager
- Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android 4.0
of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd
196
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
AirPrint
Alleen machines met AirPrint-certificering kunnen worden gebruikt met
de functie AirPrint. Controleer op de doos waarin uw machine geleverd
is of de machine gecertificeerd is voor AirPrint.
31
AirPrint instellen
Bonjour(mDNS)- enIPP-protocollen zijn vereist om de AirPrint-functie te
kunnen gebruiken op uw apparaat. U kunt de AirPrint-functie inschakelen
volgens een van de volgende methoden.
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Settings > Network Settings.
6
Klik op Raw TCP/IP, LPR, IPP of mDNS .
U kunt het IPP- of mDNS-protocol inschakelen.
32
Afdrukken via AirPrint
De iPad-handleiding geeft bijvoorbeeld de volgende instructies:
1
Open de e-mail, foto, internetpagina of het document dat u wilt
afdrukken.
2
Raak het bewerkingpictogram aan ( ).
3
Selecteer de naam van uw printerstuurprogramma en het
optiemenu om de gegevens in te stellen.
4
Raak de knop Afdrukken aan. Druk het af.
Met AirPrint kunt u rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf uw
iPhone, iPad en iPod touch met de nieuwste versie van iOS.
AirPrint
197
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Afdruktaak annuleren: Klik op pictogram van het afdrukcentrum
( ) in het multi-taskinggebied om de afdruktaak te annuleren of het
overzicht van de afdruktaak te bekijken. U kunt in het afdrukcentrum op
annuleren klikken.
198
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Samsung Cloud Print
Samsung Cloud Print is een gratis cloudservice waarmee u kunt afdrukken
of scannen met uw Samsung-printer of MFP vanaf uw smartphone of tablet.
Nadat u de Samsung Cloud Print-app heeft geïnstalleerd, kunt u registreren
bij de Samsung Cloud Print-service met alleen uw mobiele nummer ter
verifiëring. Er is geen andere login vereist, maar u kunt de app wel koppelen
aan uw Samsung-account als u dat wenst.
Als u op de knop ( ) in de Samsung Cloud Print-app drukt, kunnen
uw mobiele apparaat en printer gekoppeld worden via NFC, een QR-
code of het handmatig invoeren van een MAC-adres. Zodra ze
gekoppeld zijn, kunt u vanaf iedere locatie afdrukken en scannen.
33
Uw printer registreren in de Samsung
Cloudserver.
Registreren via de webbrowser
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
1
Open de webbrowser.
2
Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk
vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar.
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
5
Zodra het venster SyncThru™ Webservice opent, klikt u op
Instellingen > Netwerkinstellingen > Samsung Cloud Print.
6
Het Samsung Cloud Print-protocol inschakelen.
7
Uw printer is nu geregistereerd in de Samsung Cloud Print-service.
Samsung Cloud Print
199
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
34
Afdrukken met Samsung Cloud Print
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
Een printer registreren vanaf een toepassing op
een mobiel apparaat
De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de
Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon.
1
Open de Samsung Cloud Print-app.
Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt
geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te
downloaden.
2
Druk op de knop ( ) in de Samsung Cloud Print-app.
3
Uw mobiele apparaat en printer of MFP kunnen gekoppeld worden
via NFC, een QR-code of het handmatig invoeren van een MAC-
adres.
Afdrukken via een toepassing of mobiel
apparaat.
De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de
Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon.
1
Open de Samsung Cloud Print-app.
Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt
geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te
downloaden.
2
Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken.
3
Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in.
4
Tik op Taak verzenden.
200
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Google Cloud Print™
Met Google Cloud Print™ kunt u gegevens afdrukken via uw smartphone,
tablet of een ander apparaat dat met internet is verbonden. U hoeft alleen
uw Google-account bij de printer te registreren om de service Google Cloud
Print™ te kunnen gebruiken. U kunt uw document afdrukken of mailen
vanuit Chrome OS, de Chrome-browser of een Gmail™/ Google Docs™-
toepassing op uw mobiele apparaat. U hoeft het printerstuurprogramma
dus niet op uw mobiele apparaat te installeren. Raadpleeg de Google-
website (http://www.google.com/cloudprint/learn/ of http://
support.google.com/cloudprint) voor meer informatie over Google Cloud
Print™.
35
Uw Google-account registreren op de printer
Registreren via de app Samsung Mobile Print
Als u deze functie wilt gebruiken, moet de Samsung Mobile Print-app
zijn geïnstalleerd op uw telefoon.
1
Open de app Samsung Mobile Print op uw mobiele apparaat.
2
Selecteer de apparaatinstellingen.
3
Selecteer Google Cloud Print.
4
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
Als de netwerkomgeving van de printer gebruikmaakt van een
proxyserver, moet u het IP-adres en het poortnummer van de proxy
configureren bij Proxy Setting. Neem contact op met uw
netwerkprovider of -beheerder voor meer informatie.
5
Klik op Register.
6
U moet worden geverifieerd als beheerder. Geef de standaard-ID en
het standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven.
ID: admin
Password: sec00000
7
Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
Registreren via de Chrome-browser
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
U moet van tevoren een Google-account maken.
1
Open de Chrome-browser.
2
Ga naar www.google.com.
Google Cloud Print™
201
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
3
Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres.
4
Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk
vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar.
5
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
6
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u om
veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u
het IP-adres en het poortnummer van de proxy te configureren bij
Settings > Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting.
Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer
informatie.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
8
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
9
Klik op Register.
De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging.
Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het
bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe.
10
Klik op Finish printer registration.
11
Klik op Manage your printers.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print™.
36
Uw Google-account registreren op de printer
Registreren via de app Samsung Mobile Print
Als u deze functie wilt gebruiken, moet de Samsung Mobile Print-app
zijn geïnstalleerd op uw telefoon.
Google Cloud Print™
202
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
1
Open de app Samsung Mobile Print op uw mobiele apparaat.
2
Selecteer de apparaatinstellingen.
3
Selecteer Google Cloud Print.
4
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u
het IP-adres en het poortnummer van de proxy configureren bij Proxy
Setting. Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor
meer informatie.
5
Klik op Register.
Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer.
6
Klik op Finish.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
Registreren via de Chrome-browser
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
U moet van tevoren een Google-account maken.
1
Open de Chrome-browser.
2
Ga naar www.google.com.
3
Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres.
4
Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk
vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar.
5
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
6
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u
het IP-adres en het poortnummer van de proxy te configureren bij
Settings > Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting.
Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer
informatie.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
Google Cloud Print™
203
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
8
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
9
Klik op Register.
De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging.
Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het
bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe.
10
Klik op Finish printer registration.
11
Klik op Manage your printers.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print™.
37
Afdrukken met Google Cloud Print™
Het afdrukproces is afhankelijk van de toepassing of het apparaat dat u
gebruikt. U kunt de lijst bekijken met toepassingen die de service Google
Cloud Print™ ondersteunen.
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
Afdrukken via een toepassing of mobiel
apparaat.
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van Google
Docs™ op een mobiele telefoon met Android.
1
Installeer de toepassing Cloud Print op uw mobiele apparaat.
Als u die toepassing nog niet hebt, kunt u deze in de Android Market of
App Store downloaden.
2
Open de toepassing Google Docs™ vanaf uw mobiele apparaat.
3
Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken.
4
Tik op de knop Verzenden ( ).
5
Tik op de knop Cloud Print ( ).
6
Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in.
7
Tik op Click here to Print.
Google Cloud Print™
204
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Afdrukken via de Chrome-browser
De onderstaande stappen zijn een voorbeeld van hoe u de Chrome-
browser kunt gebruiken.
1
Start Chrome.
2
Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken.
3
Klik op het moersleutelpictogram ( ) in de rechterbovenhoek van
de browser.
4
Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad met
afdrukopties.
5
Selecteer Afdrukken via Google Cloud Print.
6
Klik op de knop Afdrukken.
3.
Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde
apparaatinstellingen instelt.
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 206
Informatie 207
Lay-out 208
Papier 209
Grafisch 210
Systeeminstellingen/Instelling 211
Emulatie 215
Afbeeldingsbeheer 216
Netwerk 217
Beheerinstellingen 219
Eco 221
USB 222
Taakbeheer (Taakstatus) 223
Teller 224
•Help 225
206
3. Menu´s met nuttige instellingen
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke
functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van
dit hoofdstuk
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat. Druk
op Menu( ) of raak het aanraakscherm aan om toegang te krijgen tot deze menu’s.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder Menu( ) of aanraakscherm (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 21).
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
207
3. Menu´s met nuttige instellingen
Informatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Informatie op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Informatie) > op het
aanraakscherm.
Item Omschrijving
Menuoverzicht
Helplijst
Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de huidige
instellingen van dit apparaat af.
Configuratie
Drukt een overzicht van de globale instellingen van
het apparaat af.
Als in dit configuratierapport een QR-code
staat, kunt u deze code scannen met uw
smartphone of tablet om informatie over de
printer te zien. U kunt de QR-code ook
gebruiken om de printer te registreren in
Samsung Cloud Print™ (zie "Samsung Cloud
Print" op pagina 198).
Netwerkconfigurati
e
Hiermee drukt u een overzicht af van de huidige
netwerkconfiguratie van het apparaat.
Demopagina
Druk de demopagina af om te controleren of uw
apparaat goed werkt.
Biedt informatie
Een pagina met gegevens over verbruiksartikelen
afdrukken.
Gebruiksteller
Drukt een gebruikspagina af. De pagina met
gebruiksinformatie bevat het totaal aantal afgedrukte
pagina’s.
Account
Hiermee drukt u voor elke gebruiker een rapport af
met aantal afdrukken. Deze optie is alleen
beschikbaar als de invoegtoepassing Job Accounting
is ingeschakeld via SyncThru™ Web Admin Service.
PCL-tek. De lijst met PCL-lettertypen afdrukken.
PS-lettertype De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
Item Omschrijving
208
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lay-out
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Lay-out op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Lay-out
op het aanraakscherm.
Item Beschrijving
Afdrukstand
Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt
op een pagina.
Staand
Liggend
Marge
Algemene marge: Hiermee wordt de marge voor
elke zijde van het papier ingesteld.
Multifunctionele lade: Stelt de papiermarge in de
multifunctionele lade in.
<Lade X>: Stelt de papiermarges in de laden in.
Emulatiemarge: Stelt de papiermarge voor de
emulatie-afdrukpagina in.
Dubbelzijdig
Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest
u de bindrand.
Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit.
Lange zijde
Korte zijde
Item Beschrijving
209
3. Menu´s met nuttige instellingen
Papier
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Papier op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Papier op
het aanraakscherm.
Item Omschrijving
Exemplaren Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
Multifunctionele lade/
Lade[x]
a
Papierformaat: Selecteert het standaard
papierformaat.
Papiertype: Selecteert het type papier dat
zich momenteel in de lade bevindt.
Papierinvoer
Bepaalt welke papierlade standaard wordt
gebruikt.
Auto: Hiermee wordt automatisch de
lade geselecteerd met papier van
dezelfde afmetingen als het origineel.
Lade bevestigen
Bevestiging lade
Activeert de melding ter bevestiging van de lade.
Als u een lade opent en sluit, wordt een venster
geopend met de vraag om het papierformaat en
-type van de zojuist geopende lade in te stellen.
a. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
Item Omschrijving
210
3. Menu´s met nuttige instellingen
Grafisch
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Grafisch op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Grafisch
op het aanraakscherm.
Item Omschrijving
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi
- dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper
de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Tekst wissen
Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal
document.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan
het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of
DOS-gebruikers.
Randverbetering Gebruikers kunnen de scherpte van tekst en
afbeeldingen aanpassen om de leesbaarheid te
verbeteren.
211
3. Menu´s met nuttige instellingen
Systeeminstellingen/Instelling
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Systeeminstellingen op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met een aanraakscherm (Instelling) >
Systeem of Gedrag van lade op het aanraakscherm.
Item Beschrijving
Datum & Tijd Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Datumnotatie Hiermee stelt u de datumnotatie in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in,
12-uur of 24-uur.
MSD in wachtrij
plaatsen
Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden
afdruktaken die van het netwerk naar het
massaopslagapparaat (harde schijf) van het
apparaat zijn verzonden, in de wachtrij geplaatst.
Taal
Stelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel
in.
Standaardpapier
Stand.formaat
Hiermee kunt u het standaard papierformaat
selecteren.
Energiebesparing
Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt
naar de energiebesparende modus.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik
automatisch verlaagd.
Ontw.gebeurt.
Als deze optie Aan is, voert u de volgende
handelingen uit om het apparaat uit de
energiespaarstand te laten ontwaken:
Papier in een lade plaatsen.
De voorklep openen of sluiten.
Een lade verwijderen of een lade in de printer
plaatsen.
Time-out taak
Als er gedurende een bepaalde periode geen
gegevens worden ontvangen, wordt een taak
afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat
moet wachten voordat de taak wordt afgesloten.
Time-out voor
wachtrij
U kunt de tijd instellen om de tijdelijk gestopte
afdruktaak te laten wachten.
Hoogtecorrectie
Afdrukkwaliteit optimaliseren op basis van de
hoogte boven zeeniveau ("Aanpassing aan
luchtdruk of hoogte" op pagina 227).
Vochtigheid Hiermee optimaliseert u de afdrukkwaliteit aan de
hand van de relatieve luchtvochtigheid in de
omgeving.
Item Beschrijving
Systeeminstellingen/Instelling
212
3. Menu´s met nuttige instellingen
Taak opnieuw
inplannen
Wanneer een taak wordt gepauzeerd vanwege
verkeerd papier of de fout Papier is op, schakelt de
functie Taak opnieuw inplannen de gepauzeerde
taak naar de volgende taak als de volgende taak kan
worden afgedrukt zonder papierfouten.
Aut. doorgaan
Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken
als waargenomen wordt dat het gebruikte papier
niet overeenkomt met de instellingen.
0 Sec: Met deze optie kunt u toch doorgaan met
afdrukken als het geselecteerde papierformaat
niet overeenkomt met het papier in de lade.
30 Sec: Als er een papierstoring optreedt, wordt
er een foutbericht getoond. De printer zal
ongeveer 30 seconden wachten, het bericht
automatisch wissen en doorgaan met afdrukken.
Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste
papiersoort invoert.
Item Beschrijving
Automatische
ladekeuze
Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan
met afdrukken als wordt vastgesteld dat het
gebruikte papier niet overeenkomt met de
instellingen. Als bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn
gevuld met hetzelfde papierformaat, drukt het
apparaat automatisch af vanuit lade 2 als het papier
op is in lade 1.
Deze optie wordt niet weergegeven als u
Automatisch hebt geselecteerd bij
Invoerlade in het printerstuurprogramma.
Papier vervangen
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het
printerstuurprogramma automatisch vervangen om
inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te
voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade
hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal
het apparaat afdrukken op A4-papier en
omgekeerd.
Ladebeveiliging
Hiermee kunt u instellen of u de functie
Automatische ladekeuze voor een bepaalde lade
wilt gebruiken. Als u deze functie bijvoorbeeld
inschakelt voor lade 1, wordt lade 1 bij de
ladewisseling uitgesloten.
Item Beschrijving
Systeeminstellingen/Instelling
213
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lade-modus Dynamic: Als u een lade opent en sluit wanneer
het type of formaat papier niet overeenkomt,
worden de papierinstellingen (formaat en type)
automatisch gewijzigd in de voor de taak vereiste
instellingen. (Als u de lade opent en sluit in de
modus Dynamic, gaat het apparaat ervan uit dat
het papier in de lade is vervangen met papier van
het juiste type en formaat vereist voor de taak.)
Statisch: De lade-instellingen wijzigen niet als u
de lade opent en sluit.
Blanco pagina's
overslaan
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
Item Beschrijving
Onderhoud
Gebr.duur art./Info verbruiksartikelen: Via dit
menu-item kunt u zien hoeveel afdrukken er zijn
gemaakt en hoeveel toner er nog in de cassette
zit.
Ramschijf: Schakelt de Ramschijf in of uit voor
het beheren van afdruktaken.
Waarschuwing: papier bijna op: Hiermee kunt
u het alarm instellen voor als het papier bijna op
is.
Tonerbesparing: Als u deze modus activeert,
gaat uw tonercassette langer mee en zijn de
kosten per pagina lager dan wanneer u in de
normale modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten
koste van de afdrukkwaliteit.
Beeldmgr.: In dit menu kunt u het contrast
aanpassen.
Afb. overs.
U kunt het apparaat instellen om de opgeslagen
gegevens in het geheugen te overschrijven. Het
apparaat overschrijft de gegevens met andere
patronen waardoor de oorspronkelijke gegevens
niet meer kunnen worden teruggehaald.
Tonerbesparing Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette
langer mee en zijn de kosten per pagina lager dan
wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat
echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit.
Item Beschrijving
Systeeminstellingen/Instelling
214
3. Menu´s met nuttige instellingen
Stille modus Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het
afdrukken verminderd worden. Dit kan wel de
afdruksnelheid en -kwaliteit verminderen.
Eco-instel.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken (zie "Eco-
afdruk" op pagina 56).
Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus
in- of uitgeschakeld wordt.
Gedwongen: Schakelt de Eco-modus in. Als
een gebruiker de Eco-modus wil
uitschakelen, moet deze het wachtwoord
invoeren.
Sjabloon selecteren: Kiest het ingetelde eco-
sjabloon via de SyncThru™ Web Service.
Item Beschrijving
Autom. uitsch. Schakelt het apparaat automatisch uit als het een
bepaalde tijd in de sluimerstand staat. Deze
tijdsduur is ingesteld in Autom. uitsch. > Aan >
Time-out.
Om het apparaat weer aan te zetten, dient
u op de knop (Aan/uit/ontwaken) op
het bedieningspaneel te drukken (zorg
ervoor dat de stroom is ingeschakeld).
Als u het printerstuurprogramma of
Samsung Easy Printer Manager uitvoert,
wordt de tijdsduur automatisch verlengd.
Als het apparaat aan het netwerk is
verbonden of een afdruktaak uitvoert,
werkt de functie Autom. uitsch. niet.
Archiveringsbeleid
Als een bestandsnaam die u invoert al aanwezig is
in het geheugen, kunt u de naam wijzigen of het
bestand overschrijven.
Item Beschrijving
215
3. Menu´s met nuttige instellingen
Emulatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Emulatie op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Emulatie
op het aanraakscherm.
Item Beschrijving
Type emulatie
De apparaattaal definieert hoe de computer met het
apparaat communiceert.
Instellingen
Stelt de gedetailleerde instellingen voor het
geselecteerde emulatietype in.
216
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afbeeldingsbeheer
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Afbeeldingsbeheer op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Systeem
> Onderhoud > Beeldmgr. op het aanraakscherm.
Item Beschrijving
Aangepaste kleur
In dit menu kunt u het contrast kleur per kleur
aanpassen.
Standaard: Hiermee worden de kleuren
automatisch geoptimaliseerd.
Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u handmatig de
kleurdichtheid van de afdruk aanpassen. Wijzig de
afdrukdichtheid.
Er wordt aanbevolen om de instelling Standaard te
gebruiken voor de beste kleurkwaliteit.
217
3. Menu´s met nuttige instellingen
Netwerk
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Netwerk op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Netwerk
op het aanraakscherm.
U kunt deze functie ook gebruiken via de SyncThru™ Web Service.
Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ het IP-adres
van uw apparaat. Als de SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt
u op Settings > Network Settings (zie "SyncThru™ Web Service
gebruiken" op pagina 255).
Optie Omschrijving
TCP/IP (IPv4)
Selecteer het passende protocol en de
configuratieparameters voor gebruik in de
netwerkomgeving (zie "Het IP-adres instellen" op
pagina 148).
Er moeten heel wat parameters ingesteld
worden. Als u niet zeker bent, laat u ze
ongemoeid of raadpleegt u de
netwerkbeheerder.
TCP/IP (IPv6)
Selecteer deze optie om gebruik te maken van een
IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6-configuratie" op
pagina 162).
Ethernet
Configureer de ethernetpoort en de
overdrachtsnelheid van het netwerk.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
802.1x
U kunt de gebruikersverificatie voor
netwerkcommunicatie instellen. Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor details.
Netwerk
218
3. Menu´s met nuttige instellingen
Wi-Fi
Selecteer deze optie om gebruik te maken van het
draadloze netwerk (zie "Installatie van draadloos
netwerk (optioneel)" op pagina 165).
Protocolbeheer
U kunt de protocollen activeren of uitschakelen.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
Netwerkconfigurat
ie
Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding
en -configuratie van uw apparaat (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina
148).
Instell. wissen
Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Optie Omschrijving
219
3. Menu´s met nuttige instellingen
Beheerinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s
mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op
pagina 29).
U moet een wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu.
Het standaardwachtwoord is sec00000.
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op Menu() > Beheerinstellingen op het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) >
Beheerinstellingen op het aanraakscherm.
Item Omschrijving
User Access
Control
U kunt de gebruikerstoegang tot een machine beheren.
Verificatie: Selecteer de verificatiemodus.
U kunt deze functie ook gebruiken in
SyncThru™ Web Service. Open de
webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ
het IP-adres van uw apparaat. Als SyncThru™
Web Service wordt geopend, klikt u op het
tabblad Security > User Access Control.
Stempel
U kunt de stempelfunctie inschakelen.
Stempel activeren: U kunt de stempelfunctie
activeren.
Item: U kunt de items selecteren die moeten worden
afgedrukt op de afdruk, zoals tijd, datum, enz.
Tekstgrootte: U kunt de tekstgrootte selecteren,
zoals klein, normaal, groot.
Opaciteit: Hiermee kunt u de transparantie van de
stempel selecteren.
Positie: Hiermee stelt u de positie van de stempel
in.
Beheerderswacht
woord wijzigen
Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de
Beheerinstellingen van het apparaat.
Firmware
upgraden
Als u de nieuwste firmware wilt bijwerken, stelt u deze
optie in op 'Aan' en downloadt u het firmwarebestand.
Toepassing
U kunt toepassingen installeren of verwijderen.
Toepassingsbeheer: U kunt geïnstalleerde
toepassingen verwijderen of inschakelen/
uitschakelen.
Nieuwe toepassing installeren: U kunt een nieuwe
toepassing installeren via een USB.
Veilig afdruk.
U kunt de aanmeldmethode van beveiligd afdrukken
instellen
Item Omschrijving
Beheerinstellingen
220
3. Menu´s met nuttige instellingen
Beheer van
verbruiksartikele
n
Toner bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de
gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te
vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in- en
uitschakelen.
Waarschuwing beeldeenheid bijna leeg: Hiermee
kunt u het alarm instellen voor als de beeldeenheid
bijna leeg is.
Inst. import.
Importeert de op een USB-geheugenstick opgeslagen
gegevens naar het apparaat (zie "Back-up van
gegevens maken" op pagina 61).
Inst. export.
Exporteert de op het apparaat opgeslagen gegevens
naar een USB-geheugenstick (zie "Gegevens
terugzetten" op pagina 61).
Item Omschrijving
221
3. Menu´s met nuttige instellingen
Eco
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Selecteer op het model met aanraakscherm (Eco) > op het
aanraakscherm.
Item Omschrijving
Eco - aan/Eco - uit
Geef de huidige ecomodus weer en wijzig de optie aan/
uit.
Instellingen
Hiermee kunt u eco-gerelateerde instellingen
configureren en standaardinstellingen wijzigen.
Standaardmodus: Hiermee kunt u de
standaardmodus in- of uitschakelen.
Functieconfiguratie: Selecteer de
Standaardmodus of de Aangepast modus. Indien u
de modus Aangepast kiest kunt u de instellingen
instellen die van toepassing zijn voor de Eco-modus.
222
3. Menu´s met nuttige instellingen
USB
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Selecteer op het model met aanraakscherm (USB) > op het
aanraakscherm.
Item Omschrijving
Afdrukken vanaf Selecteer een bestand om af te drukken.
Bestandsbeheer
Selecteer een bestand om te verwijderen. U kunt het
USB-apparaat formatteren.
Ruimte tonen Hiermee wordt de resterende ruimte weergegeven.
223
3. Menu´s met nuttige instellingen
Taakbeheer (Taakstatus)
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Selecteer op het model met aanraakscherm ( Taakstatus) > op
het aanraakscherm.
Item Omschrijving
Huidige taak
Toont de lijst van taken die worden uitgevoerd en die in
de wachtrij staan.
Beveiligde taak Geeft de beveiligde afdruktaken weer op de schijf.
Opgeslagen taak Geeft de opgeslagen afdruktaken weer op de schijf.
Taak voltooid
a
a. Deze optie is alleen beschikbaar op het aanraakscherm.
Toont de lijst van voltooide taken.
224
3. Menu´s met nuttige instellingen
Teller
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Selecteer op het model met aanraakscherm (Teller) > op het
aanraakscherm.
Item Omschrijving
Totaal afgedrukt Toont het totaal aantal afgedrukte pagina’s.
225
3. Menu´s met nuttige instellingen
Help
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Selecteer op het model met aanraakscherm (Help) > op het
aanraakscherm.
Item Omschrijving
Basisstroom
taken
Toont de basismethode om uw afdruktaak te starten.
Problemen
oplossen
Toont de informatie om problemen op te lossen.
QR-code U kunt de QR-code op het scherm scannen met uw
smartphone of tablet om informatie over de printer te
zien. U kunt de QR-code ook gebruiken om de printer
in Samsung Cloud Print™ te registreren (zie "Samsung
Cloud Print" op pagina 198)
4. Speciale functies
In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard.
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 227
Verschillende tekens invoeren 228
Afdrukfuncties 230
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken 242
Afdrukken vanaf een Mac 244
Afdrukken in Linux 246
Afdrukken in Unix 248
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
227
4. Speciale functies
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De
volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de
beste afdrukkwaliteit.
U kunt de hoogte instellen waarop uw apparaat is geplaatst. De
afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk die afhankelijk
is van de hoogte boven het zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt.
Het is daarom belangrijk om de juiste hoogte in te stellen.
Normaal: 0-1.000 m
Hoog 1: 1.000-2.000 m
Hoog 2: 2.000-3.000 m
Hoog 3: 3.000-4.000 m
Hoog 4: 4.000-5.000 m
U kunt de hoogte instellen met het programma Samsung Easy Printer
Manager of SyncThru™ Web Service
Voor gebruikers van Windows en Mac:
Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen
van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad
Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service
gebruiken" op pagina 255).
U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminst. of de optie
Systeem op het display van het apparaat (zie "Systeeminstellingen/
Instelling" op pagina 211).
228
4. Speciale functies
Verschillende tekens invoeren
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren.
1
Letters en cijfers op het toetsenblok
Alleen M453xND series.
Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw
apparaat andere speciale tekensets bevatten.
Enkele van de volgende sleutelwaarden verschijnen mogelijk niet
afhankelijk van de taak die u uitvoert.
2
Informatie over het pop-uptoetsenbord
Alleen M453xNX series.
Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met een
aanraakscherm.
Enkele van de volgende toetsen verschijnen mogelijk niet afhankelijk
van de taak die u uitvoert.
U kunt alfabetische tekens, cijfers, diakritische tekens of speciale symbolen
invoeren met behulp van het pop-uptoetsenbord op het weergavescherm.
Dit toetsenbord is net zo vormgegeven als een normaal toetsenbord, voor
meer gebruiksgemak voor de gebruik.
Toets Toegewezen cijfers, letters of tekens
1 @ / . ’ 1
2 A B C a b c 2
3 D E F d e f 3
4G H I g h i 4
5J K L j k l 5
6 M N O m n o 6
7P Q R S p q r s 7
8T U V t u v 8
9 W X Y Z w x y z 9
0& + - , 0
* * % ^ _ ~ ! # $ ( ) [ ]
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
# # = | ? " : { } < > ;
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
Toets Toegewezen cijfers, letters of tekens
Verschillende tekens invoeren
229
4. Speciale functies
Raak het invoergebied aan waar u alfabetische tekens, cijfers, diakritische
tekens of speciale symbolen moet invoeren en het toetsenbord wordt op het
scherm weergegeven.
nr. Toets Omschrijving
1
Hiermee verplaatst u de cursor tussen tekens in het
invoergebied.
2
Hiermee wisselt u tussen hoofd- en kleine letters.
3
Hiermee keert u terug naar het hogere menu.
4
Hiermee verwijdert u tekens uit het invoergebied.
3
2
1
7
6
5
4
9 8
5
Verwijdert alle tekens in het invoergebied.
6
Hiermee schakelt u tussen alfanumerieke tekens en cijfers
of speciale symbolen.
7
Hiermee slaat u het ingevoerde resultaat op en sluit u het
invoergebied.
8
Hiermee schakelt u tussen diakritische tekens.
9
Hiermee voert u een spatie in tussen tekens. U kunt ook een
pauze invoegen.
nr. Toets Omschrijving
230
4. Speciale functies
Afdrukfuncties
Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 53).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie
"Functies per model" op pagina 8).
3
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
Klik op het menu Start van Windows.
In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens
Zoeken > Instellingen.
2
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
In Windows 7/8 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten
en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4
In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7/8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de contextmenu’s.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
5
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
6
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
Afdrukfuncties
231
4. Speciale functies
4
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
Klik op het menu Start van Windows.
In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens
Zoeken > Instellingen.
2
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
In Windows 7/8 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten
en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3
Selecteer uw apparaat.
4
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7 of Windows
Server 2008 R2 het teken staat, kunt u andere
printerstuurprogramma’s selecteren die met de geselecteerde printer
verbonden zijn.
5
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een
XPS-bestandsindeling.
Zie "Functies per model" op pagina 8.
Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op
Windows Vista OS of een recentere versie.
Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt
afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.
Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma beschikbaar is via
de website van Samsung, http://www.samsung.com > zoek uw
product > Ondersteuning of Downloads.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
Afdrukfuncties
232
4. Speciale functies
1
Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster
Afdrukken aan.
2
Klik op Afdrukken.
3
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
Afdrukfuncties
233
4. Speciale functies
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing
om de afdrukinstellingen te wijzigen. De printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
Selecteer het menu Help, of klik op de knop uit het venster, of druk op F1 op uw toetsenbord, en klik op de optie waar u meer over wilt weten (zie
"Help gebruiken" op pagina 55).
Item Omschrijving
Meerdere pagina’s per vel U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de
pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken
om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts
op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Afdrukfuncties
234
4. Speciale functies
Boekje afdrukken
a
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het
afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Grootte-optie onder het tabblad
Papier om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer
alleen beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat).
Item Omschrijving
8
9
Afdrukfuncties
235
4. Speciale functies
Tweezijdig afdrukken
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het
document opgeven.
U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af.
Hierna verschijnt er een bericht op uw computer.
De functie
Blanco pagina's overslaan
werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld.
U wordt afgeraden dubbelzijdig af te drukken op speciale afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Dit kan een papierstoring veroorzaken
of het apparaat beschadigen.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties
niet van toepassing op uw apparaat.
Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven
op het bedieningspaneel van de printer.
Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig afdrukken.
Item Omschrijving
Afdrukfuncties
236
4. Speciale functies
Papieropties Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren
waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
Watermerk
Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters
"DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s af te drukken.
Koptekst: U kunt de geselecteerde tekst toevoegen aan de linker-, midden- of rechterbovenzijde.
Voettekst: U kunt de geselecteerde tekst toevoegen aan de linker-, midden- of rechteronderzijde.
Watermerk
(Een watermerk maken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
b Op het tabblad Geavanceerd selecteert u Bewerken... in de keuzelijst Watermerk.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt maximaal 256 tekens invoeren.
Als u het selectievakje Alleen eerste pagina inschakelt wordt het watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt.
d Watermerkopties selecteren.
U kunt de naam, stijl, kleur, grootte en grijswaarde van het lettertype selecteren in het gedeelte Tekenstijl, en de hoek van het
watermerk instellen in het gedeelte Uitlijning en hoek van watermerk.
e Klik op Toevoegen om het nieuwe watermerk aan de lijst Huidige watermerken toe te voegen.
f Wanneer u klaar bent met bewerken klikt u op OK of Afdrukken tot u het menu Afdrukken verlaat.
Item Omschrijving
Afdrukfuncties
237
4. Speciale functies
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de
opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Overlay
a
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-printerstuurprogramma (zie "Software" op pagina 8).
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling
en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren
en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde
informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het
apparaat te plaatsen. U drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak
geen overlay met een watermerk.
De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Item Omschrijving
Afdrukfuncties
238
4. Speciale functies
Overlay
a
(Een nieuwe
paginaoverlay maken)
a Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of
afbeelding precies op de plaats staat waar ze als overlay moet worden afgedrukt.
b Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
c Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Maken in de vervolgkeuzelijst Overlay.
d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de
map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op Opslaan.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
g Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
Overlay
a
(Een paginaoverlay
gebruiken)
a Maak of open het document dat u wilt afdrukken.
b Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
c Klik op het tabblad Geavanceerd.
d Selecteer Overlay afdrukken van de vervolgkeuzelijst Overlay.
e Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijsten Overlaybes. 1 of Overlaybes. 2, selecteer dan Laden van
de Overzicht overlays Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster
Laden.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden
afgedrukt. Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
f Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt
telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een
overlay op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document
afgedrukt.
g Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
Item Omschrijving
Afdrukfuncties
239
4. Speciale functies
Overlay
a
(Een paginaoverlay
verwijderen)
a Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
d Klik op Wissen.
e Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u
verwijderen.
Item Omschrijving
Afdrukfuncties
240
4. Speciale functies
Afdrukmodus
Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of optionele massaopslagapparaat (harde schijf) hebt geïnstalleerd (zie
"Verschillende functies" op pagina 9).
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat.
U kunt deze functie inschakelen door de optie Opslagopties in te schakelen (zie "Apparaatopties instellen" op pagina 77).
Als u het massaopslagapparaat (harde schijf) niet op het apparaat installeert, biedt de functie Ramschijf slechts 3 opties: Normaal,
Proefafdruk en Vertrouwelijk.
de standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het afdrukbestand op te slaan in het geheugen.
Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar afdrukken om te controleren en
daarna de andere exemplaren afdrukken.
Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren om af te
drukken.
Opslaan: Selecteer deze instelling om een document op het massaopslagapparaat (harde schijf) op te slaan zonder het af te drukken.
Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt opgeslagen en afgedrukt.
Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling selecteert, wordt het document op het
massaopslagapparaat (harde schijf) in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van daaruit afgedrukt. Op die manier wordt de belasting van
de computer lager.
Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken.
Taaknaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel.
Gebruikersnaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel. Automatisch wordt de
gebruikersnaam weergegeven waarmee u zich bij Windows aanmeldt.
Voer het wachtwoord in: Als de Eigenschap van het geselecteerde document beveiligd is, moet u het wachtwoord voor het document
invoeren. Deze optie wordt gebruikt om een opgeslagen bestand te laden via het bedieningspaneel.
Wachtwoord bevestigen: Voer het wachtwoord ter bevestiging opnieuw in.
Item Omschrijving
Afdrukfuncties
241
4. Speciale functies
Taakaccountbeheer
Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging.
Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak starten.
Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten.
Klik op het vraagteken in de rechterbovenhoek van het venster en klik vervolgens de optie waarover u meer wilt
weten.
Beheerders kunnen Taakaccountbeheer inschakelen en machtigingen instellen op het bedieningspaneel of via
SyncThru™ Web Admin Service.
a. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt.
Item Omschrijving
242
4. Speciale functies
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
Hulpprogramma Direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar
afhankelijk van model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd
aan het apparaat (zie "Software" op pagina 8).
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen.
6
Wat is het Hulpprogramma direct afdrukken?
Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden
rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze
bestanden hoeft te openen.
Dit programma installeren:
Download de software van de website van Samsung. Pak de software
vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
Optioneel geheugen of een massaopslagapparaat (harde schijf)
moet geïnstalleerd zijn op uw apparaat om met dit programma (zie
"Verschillende functies" op pagina 9) bestanden af te drukken.
U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een
afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking
uit en probeer opnieuw af te drukken.
U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord
worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer
opnieuw af te drukken.
Of een PDF-bestand kan worden afgedrukt met het Hulpprogramma
Direct afdrukken hangt af van de manier waarop het PDF-bestand is
gemaakt.
Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF
versie 1.7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om
te kunnen afdrukken.
7
Afdrukken
Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het
Hulpprogramma Direct afdrukken.
1
Selecteer in het menu Start Programma's of Alle programma's >
Samsung Printers > Hulpprogramma Direct afdrukken >
Hulpprogramma Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend.
2
Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en
klik op Bladeren.
3
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen.
Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden
selecteren.
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
243
4. Speciale functies
4
Pas de printerinstellingen naar wens aan.
5
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
8
Via het contextmenu
1
Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt
afdrukken en kies Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het
PDF-bestand is hierin al toegevoegd.
2
Kies het te gebruiken apparaat.
3
De apparaatinstellingen aanpassen.
4
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
244
4. Speciale functies
Afdrukken vanaf een Mac
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
9
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Mac, moet u in elke toepassing die u gebruikt de
instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Mac:
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en
zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4
Open het menu Bestand en klik op Afdrukken.
5
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
6
Klik op Afdrukken.
10
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Afdrukken in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.
11
Meerdere pagina's per vel afdrukken
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1
Open een toepassing en selecteer Afdrukken uit het menu
Bestand.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer in
de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op
één vel papier wilt afdrukken.
3
Kies de andere te gebruiken opties.
4
Klik op Afdrukken.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Afdrukken vanaf een Mac
245
4. Speciale functies
12
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 9).
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de
pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn:
Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden
wordt gebruikt.
Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
1
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van uw Mac-toepassing.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
3
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
4
Kies de andere te gebruiken opties.
5
Als u op Afdrukken klikt, drukt de printer op beide zijden van het
papier af.
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie
op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van
het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
13
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
246
4. Speciale functies
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
14
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw
printer afdrukken.
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu File en klik op Page Setup (Print Setup in een
aantal toepassingen).
3
Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw
apparaat is geselecteerd. Klik op Apply.
4
Open het menu File en klik op Print.
5
Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken.
6
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
7
Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad.
8
Klik op Print.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. U kunt eventueel oneven-
even pagina's afdrukken via het lp- of lpr-afdruksysteem of andere
toepassingen.
15
Bestanden afdrukken
U kunt tekst, afbeeldingen en PDF-bestanden afdrukken op dit apparaat
door de standaard-CUPS-methode rechtstreeks vanaf de opdrachtregel uit
te voeren. U werkt dan met het CUPS lp- of lpr-programma. U kunt deze
bestanden afdrukken met de onderstaande opdrachtnotatie.
lp -d <printernaam> -o <optie> <bestandsnaam>"
Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer
informatie.
Afdrukken in Linux
247
4. Speciale functies
16
Printereigenschappen configureren
U kunt de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype wijzigen
met het hulpprogramma voor afdrukken van het besturingssysteem.
1
Start het hulpprogramma voor afdrukken (ga naar System >
Administration > Printing of voer de opdracht 'system-config-
printer' uit in het terminalprogramma).
2
Dubbelklik op uw printer.
3
Wijzig de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype.
4
Klik op de knop Apply.
248
4. Speciale functies
Afdrukken in Unix
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 9).
17
Doorgaan met de afdruktaak
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst of PS-bestand om
af te drukken.
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIX-
printerstuurprogramma geopend waarin de gebruiker verschillende
afdrukopties kan instellen.
2
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
3
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection.
4
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw
printerstuurprogramma biedt.
5
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
18
Printerinstellingen wijzigen
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor
OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Het tabblad General
Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit de
keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet worden.
De standaardinstelling is Auto Selection.
Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
Afdrukken in Unix
249
4. Speciale functies
Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om papier
te besparen.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het
lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het
afdrukken van even en oneven pagina's.
Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina's afgedrukt op één
vel papier.
Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Single-
line hairline, Double-line hairline).
Het tabblad Image
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een
afbeelding op uw document wijzigen.
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in.
Het tabblad Margins
Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De
marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges
instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen.
Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde
papierformaat.
Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of
centimeters.
Het tabblad Printer-Specific Settings
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor de
printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
5. Nuttige
beheerprogramma's
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt
benutten.
Managementhulpmiddelen gebruiken 251
Easy Capture Manager 252
Samsung AnyWeb Print 253
Easy Eco Driver 254
SyncThru™ Web Service gebruiken 255
Samsung Easy Printer Manager gebruiken 259
Samsung-printerstatus gebruiken 263
Samsung Printer Experience gebruiken 266
251
5. Nuttige beheerprogramma's
Managementhulpmiddelen gebruiken
Samsung biedt verschillende managementhulpmiddelen voor Samsung-
printers.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma’s.
Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en
selecteert u Zoeken > Apps(App).
3
Zoek naar Samsung-printer.
4
Onder Samsung-printer ziet u geïnstalleerde
managementhulpmiddelen.
5
Klik op de managementhulpmiddelen die u wilt gebruiken.
Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, kunt u bepaalde
managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het
Startscherm door op de bijbehorende tegel te klikken.
Als u Windows 8 gebruikt, kunt u nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd, bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks
openen vanuit het Startscherm door op de bijbehorende tegel te
klikken.
252
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Capture Manager
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op
pagina 8).
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
Druk op het toetsenbord op de toets Print screen om tegelijkertijd een schermafbeelding te maken en Easy Capture Manager te starten. U kunt nu
gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken.
253
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung AnyWeb Print
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op
pagina 8).
Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 8).
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel
eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma.
Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http://www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads).
254
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Eco Driver
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
Met Easy Eco Driver kunt u eco-functies toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt.
De functie Easy Eco Driver biedt u ook de mogelijkheid tot simpele bewerkingen zoals het verwijderen van afbeeldingen en tekst, en nog meer. U kunt
instellingen die u vaak gebruikt, opslaan als voorinstelling.
Gebruiken:
1 Open een document dat u wilt afdrukken.
2 Open het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
3 Selecteer op het tabblad Favorieten de optie Eco Printing Preview.
4 Klik op OK > Afdrukken in het venster. Er verschijnt een voorbeeldvenster.
5 Selecteer de opties die u wilt toepassen op het document.
U kunt een voorbeeld van de toegepaste functies bekijken.
6 Klik op Afdrukken.
Als u Easy Eco Driver bij iedere afdruktaak wilt gebruiken, selecteert u het selectievakje Easy Eco Driver starten voor afdrukken van taak op het tabblad
Basis van het venster met afdrukvoorkeuren.
255
5. Nuttige beheerprogramma's
SyncThru™ Web Service gebruiken
•Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of
hoger vereist.
De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het
model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Alleen voor draadloos model (zie "Software" op pagina 8).
1
SyncThru™ Web Service weergeven
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich
aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd
gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot
het tabblad Settings en het tabblad Security.
1
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
ID: admin
Password: sec00000
2
SyncThru™ Web Service-overzicht
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu's mogelijk niet
verschijnen.
SyncThru™ Web Service gebruiken
256
5. Nuttige beheerprogramma's
Het tabblad Information
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven.
U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende
hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een
foutenrapport.
Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn
gegenereerd en hun ernst.
Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er
nog in de cassette zit.
Usage Counters: Toont de gebruiksteller van het aantal vellen per type
afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig.
Current Settings: Toont informatie over het apparaat en het netwerk.
Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde
rapporten, e-mailadressen en lettertyperapporten.
Het tabblad Settings
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen.
U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde
opties in.
Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen.
Het tabblad Security
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het
netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en
schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit.
Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec, IPv4/IPv6
filtering, 802.1x en verificatieservers in.
User Access Control: Hiermee worden gebruikers ingedeeld in
verschillende groepen op basis van de rol van de afzonderlijke
gebruikers. De machtigings-, verificatie- en accountinstellingen van
elke gebruiker worden bepaald door de rol die aan de groep is
toegewezen.
System Log: U kunt logboeken van gebeurtenissen die in het apparaat
zij gebeurd bijhouden. De beheerder kan de gebruiksinformatie van het
apparaat met behulp van systeemlogbestanden registreren en
beheren. De systeemlogbestanden worden op de harde schijf (HHD)
van het apparaat opgeslagen. Wanneer de harde schijf vol is, worden
de oude gegevens gewist. Gebruik de exportfunctie om belangrijke
auditgegevens te exporteren en op te slaan.
SyncThru™ Web Service gebruiken
257
5. Nuttige beheerprogramma's
Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te
upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen.
U kunt ook een verbinding maken met de website van Samsung of
stuurprogramma’s downloaden door het menu Link te selecteren.
Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat.
Application Management: U kunt toepassingen/licenties toevoegen of
verwijderen. Als u een toepassing toevoegt, moet u de licentie activeren
van de geïnstalleerde toepassing. Sommige toepassingen hebben
mogelijk geen licentie. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het
apparaat.
Back-up/terugzetten: U kunt een back-up maken van de configuraties
van het apparaat en de configuratie terugzetten wanneer er een
probleem is met het apparaat. De opgeslagen (back-up) bestanden
kunnen ook gebruikt worden voor de configuratie van andere
apparaten.
Wi-Fi-interface: U kunt het Wi-Fi-menu in- of uitschakelen.
Contact Information: Geeft de contactgegevens weer.
Link: Toont koppelingen naar nuttige websites waar u informatie kunt
downloaden of lezen.
3
E-mailmelding instellen
U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie
in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen
en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette
leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door
een apparaatbeheerder.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad
Settings.
SyncThru™ Web Service gebruiken
258
5. Nuttige beheerprogramma's
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt geconfigureerd,
gaat u naar Settings > Network Settings > Outgoing Mail
Server(SMTP) om de netwerkomgeving te configureren voor u e-
mailmelding instelt.
4
Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail Notification te
gebruiken.
5
Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te
stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met
meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen.
6
Klik op Apply.
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden
kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de
netwerkbeheerder.
4
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie e-
mailmelding.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer op het tabblad SecuritySystem Security > System
Administrator
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de
beheerder in.
5
Klik op Apply.
259
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie
"Software" op pagina 8).
Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een
Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op
pagina 8).
•Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-
printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces
waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor
gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is
eenvoudig: klik gewoon op een knop.
5
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Voor Windows:
Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers >
Samsung Easy Printer Manager.
Mac-gebruikers,
Open de map Toepassingen’s > de map Samsung > Samsung Easy
Printer Manager.
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende
kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven:
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
260
5. Nuttige beheerprogramma's
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
1
Printerlijst De printerlijst geeft printers weer die geïnstalleerd zijn
op uw computer en netwerkprinters die zijn toegevoegd
met netwerkverkenning (alleen in Windows).
2
Printerinformat
ie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de
naam van het printermodel, het IP-adres (of
poortnummer) en de printerstatus.
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
Knop Problemen oplossen: Deze knop
verandert in Probleemoplossingsgids als er
een fout optreedt. U kunt direct naar het
desbetreffende deel in de
gebruikershandleiding gaan.
3
Programma-
informatie
Bevat koppelingen voor overschakeling naar
geavanceerde instellingen (wisselen van
gebruikersinterface), vernieuwen,
voorkeursinstellingen, hulp en informatie over het
programma.
Met de knop kunt u de interface wijzigen in
de interface voor gevorderde gebruikers (zie
"Overzicht interface instellingen voor
gevorderde gebruikers" op pagina 261).
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
261
5. Nuttige beheerprogramma's
Selecteer het menu Help of klik op de knop in het venster, en klik op
de optie waar u meer over wilt weten.
6
Overzicht interface instellingen voor gevorderde
gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van
het netwerk en de printers.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat.
Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie,
netwerk en afdrukinformatie instellen.
4
Snelkoppeling
en
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke
functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar
toepassingen in de geavanceerde instellingen.
Als u op het apparaat verbinding maakt met een
netwerk, wordt het venster SyncThru™ Web
Service weergegeven.
5
Inhoud Toont informatie over de geselecteerde printer, het
niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt
naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
6
Benodigdhede
n bestellen
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om
verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online
reservetonercassette(s) bestellen.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
262
5. Nuttige beheerprogramma's
Waarschuwingsinstellingen (alleen voor
Windows)
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over
fouten en storingen.
Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot wanneer
waarschuwingen ontvangen worden.
E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het ontvangen
van waarschuwingen via e-mail.
Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met
betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de
toner.
Taakaccountbeheer
Levert een overzicht van informatie over de verdeling van afdruktaken per
specifieke gebruiker. Deze verdeling kan aangemaakt en toegepast worden
op apparaten via taakaccountancysoftware zoals SyncThru™- of de
CounThru™-administratiesoftware.
263
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung-printerstatus gebruiken
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer
controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw
apparaat (zie "Specificaties" op pagina 114).
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
7
Overzicht Samsung-printerstatus
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout
controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt
automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de
knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
Samsung-printerstatus gebruiken
264
5. Nuttige beheerprogramma's
Picto
gram
Betekent Omschrijving
Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn
geen fouten of waarschuwingen.
Waarschuwing Het apparaat is in een toestand waarin er in de
toekomst een fout kan optreden. Dit is
bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag is,
wat kan leiden tot de toner-leegstatus.
Fout Er is minstens één fout in het apparaat.
1
Gebruikershand
leiding
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
Samsung-printerstatus gebruiken
265
5. Nuttige beheerprogramma's
2
Biedt informatie U kunt het percentage resterende toner in de
cassette(s) weergeven. Het apparaat en het aantal
tonercassette(s) in het bovenstaande venster
kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte
printer. Niet alle apparaten beschikken over deze
functie.
3
Optie
U kunt instellingen voor waarschuwingen
gerelateerd aan afdruktaken opgeven.
4
Benod.
bestellen
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
5
Afdrukken
annuleren
of
Sluiten
Afdrukken annuleren : Als er een afdruktaak in
de afdrukwachtrij of printer staat, annuleert u alle
printtaken van de gebruiker die in de
afdrukwachtrij of printer staan.
Sluiten : Afhankelijk van de status van het
apparaat of de ondersteunde functies kan de
knop Sluiten mogelijk verschijnen om het
statusscherm te sluiten.
266
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung Printer Experience gebruiken
Samsung Printer Experience is een Samsung-toepassing die beheer en
instellingen van Samsung-apparaten in één locatie combineert. U kunt
apparaatinstellingen instellen, verbruiksartikelen bestellen, handleidingen
voor probleemoplossing bestellen, de website van Samsung bezoeken en
informatie over aangesloten systemen controleren. Deze toepassing wordt
automatisch gedownload vanaf de Windows Store(Store) als het apparaat
is aangesloten op een computer met een internetverbinding.
Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows 8.
8
Alles over Samsung Printer Experience
De toepassing openen,
Vanaf het Startscherm selecteert u de tegel Samsung Printer Experience
().
De interface van Samsung Printer Experience biedt verschillende nuttige
functies, zoals beschreven in de volgende tabel:
De schermafbeelding kan verschillen afhankelijk van het model dat u
gebruikt.
1
Printerinformat
ie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt informatie over de machine
controleren, zoals de status, de locatie, het IP-adres
en het resterende tonerniveau.
Samsung Printer Experience gebruiken
267
5. Nuttige beheerprogramma's
9
Printers toevoegen/verwijderen
Als u geen printers hebt toegevoegd aan de Samsung Printer Experience
of als u een printer wilt toevoegen/verwijderen, volgt u de onderstaande
instructies.
U kunt alleen op het netwerk aangesloten printers verwijderen/
toevoegen.
Een printer toevoegen
1
Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen.
U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer
Experience klikken en Instellingen selecteren.
2
Selecteer Printer toevoegen
2 Gebruikershan
dleiding
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. U moet
verbinding hebben met internet om deze functie te
gebruiken.
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
3
Bestellen
Verbruiksartike
len
Klik op deze knop om nieuwe tonercassettes online
te bestellen. U moet verbinding hebben met internet
om deze functie te gebruiken.
4
Ga naar
Samsung
Koppelingen naar de Samsung-printerwebsite. U
moet verbinding hebben met internet om deze functie
te gebruiken.
5
nter
Instellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals
papier, indeling, emulatie, netwerk en
afdrukinformatie instellen via SyncThru™ Web
Service. Uw apparaat moet verbinding hebben met
een netwerk. Deze knop is uitgeschakeld wanneer
uw apparaat is aangesloten via een USB-kabel.
6
Apparatenlijst
en Laatst
gescande
afbeelding
In de scannerlijst worden apparaten weergegeven
die Samsung Printer Experience ondersteunen.
Onder het apparaat ziet u de laatst gescande
afbeeldingen. Uw apparaat moet verbinding hebben
met een netwerk om van hieraf te scannen. Dit
gedeelte is voor gebruikers met multifunctionele
printers.
Samsung Printer Experience gebruiken
268
5. Nuttige beheerprogramma's
3
Selecteer de printer die u wilt toevoegen.
U kunt de toegevoegde printer zien.
Als u de markering ziet, kunt u ook op de markering klikken om
printers toe te voegen.
Een printer verwijderen
1
Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen.
U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer
Experience klikken en Instellingen selecteren.
2
Selecteer Printer verwijderen.
3
Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
4
Klik op Ja.
U kunt zien dat de geselecteerde printer niet meer op het scherm
wordt weergegeven.
10
Afdrukken vanuit Windows 8
In dit gedeelte worden veelvoorkomende afdruktaken vanuit het
Startscherm uitgelegd.
Eenvoudige afdruktaken
1
Open het af te drukken document.
2
Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten.
3
Selecteer uw printer in de lijst
4
Selecteer de printerinstellingen, zoals het aantal exemplaren en de
afdrukstand.
Samsung Printer Experience gebruiken
269
5. Nuttige beheerprogramma's
5
Klik op Afdrukken om de afdruktaak te starten.
Een afdruktaak annuleren
U kunt als volgt een afdruktaak annuleren in een afdrukwachtrij of
afdrukspooler:
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat ( ) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige afdruktaak ook annuleren door te drukken op de knop
(Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel.
Meer instellingen openen
Het scherm kan afwijken afhankelijk van het model of de opties.
U kunt meer afdrukparameters instellen.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten.
3
Selecteer uw printer in de lijst
4
Klik op Meer instellingen.
Samsung Printer Experience gebruiken
270
5. Nuttige beheerprogramma's
Het tabblad Basis
Basis
Met deze optie kunt u de basisinstellingen voor afdrukken kiezen, zoals het
aantal exemplaren, de afdrukstand en het documenttype.
Eco-instellingen
Met deze optie kunt u meerdere pagina's per kant afdrukken om materiaal
te besparen.
Het tabblad Geavanceerd
Papierinstellingen
Met deze optie kunt u de basisspecificaties voor het verwerken van papier
instellen.
Lay-outinstellingen
Met deze optie kunt u de verschillende manieren instellen om uw document
vorm te geven.
Samsung Printer Experience gebruiken
271
5. Nuttige beheerprogramma's
Het tabblad Beveiliging
Sommige functies zijn niet beschikbaar afhankelijk van het model of de
opties. Als dit tabblad onzichtbaar of uitgeschakeld is, betekent dit dat
deze functies niet worden ondersteund.
Taakaccountbeheer
Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging.
Vertrouwelijk afdrukken
Deze optie wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke
documenten. U moet een wachtwoord invoeren om het document te
kunnen afdrukken.
De deelfunctie gebruiken
Met Samsung Printer Experience kunt u via de deelfunctie afdrukken
vanuit andere toepassingen die op de computer zijn geïnstalleerd.
Deze functie is alleen beschikbaar voor het afdrukken van bestanden
met de indelingen jpeg, bmp, tiff, gif en png.
1
Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken vanuit een andere
toepassing.
2
In Charms(charms) selecteert u Delen > Samsung Printer
Experience.
3
Selecteer de printerinstellingen, zoals het aantal exemplaren en de
afdrukstand.
4
Klik op Afdrukken om de afdruktaak te starten.
6. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
Problemen met papierinvoer 273
Problemen met de voeding en het netsnoer 274
Afdrukproblemen 275
Problemen met de afdrukkwaliteit 280
Problemen met het besturingssysteem 288
Voor fouten die optreden tijdens het installeren en instellen van de draadloze software,
raadpleegt u de sectie met probleemoplossingen in het hoofdstuk over het instellen van
het draadloze netwerk (zie "Problemen met draadloze netwerken oplossen" op pagina
180).
273
6. Problemen oplossen
Problemen met papierinvoer
Toestand Voorgestelde oplossing
Het papier loopt vast tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier.
Papier kleeft aan elkaar. Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade.
Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met een aantal vellen
tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort
en hetzelfde formaat en gewicht.
Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Het papier blijft vastlopen. Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de lade voor handmatige invoer als u
op speciaal materiaal afdrukt.
U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
Enveloppen trekken scheef of worden
niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net
raken).
274
6. Problemen oplossen
Problemen met de voeding en het netsnoer
Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
Toestand Voorgestelde oplossing
Het apparaat krijgt geen stroom,
of de verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet goed
aangesloten.
1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Als het apparaat een knop (Aan/uit/ontwaken) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop.
2 Controleer de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat.
3 Verwijder de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat en plaats de kabel opnieuw.
2
1
275
6. Problemen oplossen
Afdrukproblemen
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt niet
af.
Het apparaat krijgt geen stroom.
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop (Aan/
uit/ontwaken) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop.
Het apparaat is niet als standaardprinter
geselecteerd.
Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
De klep is niet gesloten. Sluit de klep.
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 90).
De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 41).
Er is geen tonercassette geplaatst. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Zorg dat het beschermingsmateriaal is verwijderd van de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is niet goed aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan (zie "Achterkant" op
pagina 20).
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is mogelijk defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt
en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw
apparaat te gebruiken.
De poortinstelling is niet juist. Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak
naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft,
controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten.
Afdrukproblemen
276
6. Problemen oplossen
Het apparaat drukt niet
af.
Het apparaat is mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn.
Mogelijk is het printerstuurprogramma niet
goed geïnstalleerd.
Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma
opnieuw.
Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het document is zo groot dat er niet voldoende
ruimte op de harde schijf van de computer is
om toegang te krijgen tot de afdruktaak.
Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document opnieuw af.
De uitvoerlade is vol. Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met
afdrukken.
Het apparaat haalt
papier uit de verkeerde
invoer.
De papieroptie die in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk
onjuist.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier
in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 54). Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 55).
Een afdruktaak wordt
uiterst langzaam
afgedrukt.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
277
6. Problemen oplossen
De helft van de pagina is
blanco.
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld. Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 55).
Het ingestelde papierformaat stemt niet
overeen met het formaat van het papier in de
lade.
Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma
overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat
is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is
geselecteerd in het programma dat u gebruikt (zie "Voorkeursinstellingen openen"
op pagina 54).
Het apparaat drukt wel
af, maar de tekst is niet
correct, vervormd of
niet volledig.
De kabel van het apparaat zit los of is defect. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document
af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat
indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder
wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe
printerkabel.
Het verkeerde printerstuurprogramma is
geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt
geselecteerd.
De softwaretoepassing werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Het besturingssysteem werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en
weer in.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
278
6. Problemen oplossen
Er worden blanco
pagina’s afgedrukt.
De tonercassette is leeg of beschadigd. Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette.
Zie "Toner herverdelen" op pagina 71.
Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73.
Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s. Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Mogelijk is een onderdeel van het apparaat
defect (bijvoorbeeld de controller of het
moederbord).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het apparaat drukt het
PDF-bestand niet juist
af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of
illustraties ontbreken.
Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en
de Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een
afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
De afdrukkwaliteit van
foto’s is niet goed. De
afbeeldingen zijn niet
duidelijk.
De resolutie van de foto is zeer laag. Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in het
programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd.
Er komt voor het
afdrukken ter hoogte
van de uitvoerlade
stoom uit het apparaat.
Het gebruik van geperforeerd papier kan damp
veroorzaken tijdens het afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
279
6. Problemen oplossen
Het apparaat drukt geen
aangepaste
papierformaten zoals
rekeningpapier af.
Het papierformaat en de
papierformaatinstelling komen niet overeen.
Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 54).
Het afgedrukte papier
krult op.
De instelling voor de papiersoort klopt niet. Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het
type in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
280
6. Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel
om het probleem te verhelpen.
Toestand Voorgestelde oplossing
Lichte of vage afdrukken Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of is de tonerbespaarstand ingeschakeld. Wijzig de
afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma.
Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de
binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 82). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
De bovenste helft van het
papier is lichter bedrukt dan
de rest van het papier.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Problemen met de afdrukkwaliteit
281
6. Problemen oplossen
Tonervlekken Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice (zie
"Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Onregelmatigheden Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een
ander merk.
Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten.
Probeer een ander soort of merk papier.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
Witte vlekken Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan
zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen"
op pagina 82).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
Toestand Voorgestelde oplossing
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
Problemen met de afdrukkwaliteit
282
6. Problemen oplossen
Verticale strepen Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat. Verwijder de
tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 82). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Zwarte of gekleurde
achtergrond
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
Gebruik papier met een lager gewicht.
Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV)
kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Herverdeel de toner grondig (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
Tonervegen Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Toestand Voorgestelde oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit
283
6. Problemen oplossen
Verticaal terugkerende
afwijkingen
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude
tonercassette door een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina
bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Schaduwvlekken Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.
Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open
op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt afgedrukt op een
gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
Of selecteer Dik papier in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 54).
Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie
in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina
54). Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
Als u een nieuwe tonercassette gebruikt, moet u de toner eerst herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
Toestand Voorgestelde oplossing
A
Problemen met de afdrukkwaliteit
284
6. Problemen oplossen
Er blijven tonerdeeltjes
hangen rond vetgedrukte
tekens of donkere foto’s.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
Misvormde tekst Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier.
Papier schuin Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.
Toestand Voorgestelde oplossing
A
aBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
Cc
A
aBbC
c
Problemen met de afdrukkwaliteit
285
6. Problemen oplossen
Gekruld of gegolfd Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is.
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Vouwen of kreuken Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Achterkant van afdrukken is
vuil
Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Toestand Voorgestelde oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit
286
6. Problemen oplossen
Volledig gekleurde of zwarte
pagina’s
Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 73).
Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Losse toner Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Controleer de papiersoort, de dikte en de kwaliteit van het papier.
Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Openingen in tekens Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:
Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
Toestand Voorgestelde oplossing
A
A
Problemen met de afdrukkwaliteit
287
6. Problemen oplossen
Horizontale strepen Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 73).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker
van de klantenservice.
Krullen Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik
op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Op enkele vellen verschijnt
herhaaldelijk een onbekende
afbeelding.
Losse toner
Vage afdruk of vervuiling
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit
beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte (zie "Aanpassing aan luchtdruk of
hoogte" op pagina 227).
Toestand Voorgestelde oplossing
288
6. Problemen oplossen
Problemen met het besturingssysteem
1
Algemene Windows-problemen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows.
Toestand Voorgestelde oplossing
Tijdens de installatie verschijnt het
bericht "Bestand in gebruik".
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op.
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht "Algemene
beschermingsfout", "OE-
uitzondering", "Spool 32" of
"Ongeldige bewerking" verschijnt.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
De berichten "Kan niet afdrukken" of
"Er is een time-outfout in de printer
opgetreden" verschijnen.
Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is met
afdrukken. Als het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid, controleert
u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden.
Samsung Printer Experience wordt
niet weergegeven wanneer u klikt op
Meer instellingen.
Samsung Printer Experience is niet geïnstalleerd. Download de app uit de Windows Store(Store) en installeer
deze.
Apparaatgegevens worden niet
weergegeven wanneer u op het
apparaat in Apparaten en printers
klikt.
Selecteer het selectievakje Eigenschappen van printer. Klik op de tab Poorten.
(Configuratiescherm > Apparaten en printers > Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en
selecteer Eigenschappen van printer)
Als de poort is ingesteld op Bestand of LPT, verwijdert u de selectiemarkering en selecteert u TCP/IP, USB of WSD.
Problemen met het besturingssysteem
289
6. Problemen oplossen
2
Veelvoorkomende Mac-problemen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Mac OS.
Toestand Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt het PDF-bestand
niet juist af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of illustraties
ontbreken.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als
afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Bepaalde letters worden niet normaal
weergegeven tijdens het afdrukken
van het voorblad.
Mac OS kan bij het afdrukken van het voorblad het gebruikte lettertype niet maken . Normale letters en cijfers worden
normaal weergegeven op het voorblad.
Als u op een Mac-computer een
document afdrukt met Acrobat
Reader 6.0 of hoger, worden de
kleuren niet op de juiste wijze
afgedrukt.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat
Reader.
Problemen met het besturingssysteem
290
6. Problemen oplossen
3
Algemene Linux-problemen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten.
Toestand Voorgestelde oplossing
Als u meer dan één exemplaar
afdrukt, wordt het tweede exemplaar
niet afgedrukt.
Dit probleem doet zich voor in Ubuntu 12.04 vanwege een probleem in het standaard CUPS-filter 'pdftops'. Werk het
pakket 'cups-filters' bij naar versie 1.0.18 om het probleem te verhelpen ('pdftops' is onderdeel van het pakket 'cups-
filters').
De sorteeroptie kan niet worden
uitgeschakeld in het dialoogvenster
voor afdrukken.
Voor sommige distributies treedt een probleem op bij de verwerking van de sorteeroptie in het dialoogvenster voor
afdrukken van GNOME. U kunt dit probleem oplossen door de standaardwaarde voor de sorteeroptie in te stellen op
False met het systeemhulpprogramma voor afdrukken (voer 'system-config-printer' uit met het terminalprogramma).
Er wordt altijd dubbelzijdig afgedrukt. Dit probleem met dubbelzijdig afdrukken doet zich voor in het in Ubuntu 9.10 CUPS-pakket. Werk de CUPS-versie
bij naar 1.4.1-5ubuntu2.2.
De printer kan niet worden
toegevoegd via het hulpprogramma
voor afdrukken van het systeem.
Dit probleem treedt op in Debian 7 vanwege een fout in het pakket 'system-config-printer' van Debian 7 (http://
bugs.debian.org/cgi-bin/bugreport.cgi?bug=662813 in het systeem voor het bijhouden van fouten in Debian).
Gebruik een andere methode om de printer toe te voegen (bijvoorbeeld via CUPS WebUI)
Wanneer u tekstbestanden opent, zijn
de instellingen voor papierformaat en
afdrukstand uitgeschakeld in het
dialoogvenster voor afdrukken.
Dit probleem treedt op in Fedora 19 en heeft betrekking op de teksteditor 'leafpad' in Fedora 19. Gebruik een andere
teksteditor, bijvoorbeeld 'gedit'.
Problemen met het besturingssysteem
291
6. Problemen oplossen
4
Veelvoorkomende PostScript-problemen
De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het PostScript-bestand kan
niet worden afgedrukt
Mogelijk is het PostScript-stuurprogramma
niet correct geïnstalleerd.
Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software"
op pagina 140).
Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt afdrukken in PS.
Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft
voordoen.
Het rapport Fout
limietcontrole wordt
afgedrukt
De afdruktaak is te complex. Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit.
Er wordt een PostScript-
foutenpagina afgedrukt
De afdruktaak is mogelijk geen PostScript-
taak.
Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of de
softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of PostScript-
headerbestand naar het apparaat wordt gestuurd.
De optionele lade is niet
geselecteerd in het
stuurprogramma
Het printerstuurprogramma is niet
geconfigureerd om de optionele lade te
herkennen.
Open de eigenschappen van het stuurprogramma, selecteer het tabblad
Apparaatopties en stel de ladeoptie in (zie "Apparaatopties instellen" op
pagina 77).
Als u op een Mac-computer
een document afdrukt met
Acrobat Reader 6.0 of hoger,
worden de kleuren niet op de
juiste wijze afgedrukt.
Mogelijk komt de resolutie-instelling in het
printerstuurprogramma niet overeen met de
resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma
overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader.
292
Contact SAMSUNG worldwide
Contact SAMSUNG worldwide
If you have any comments or questions regarding Samsung products,
contact the Samsung customer care center.
Country/Region Customer Care Center WebSite
ALGERIA
021 36 11 00 www.samsung.com/
n_africa/support
ARGENTINE
0800-333-3733 www.samsung.com/
ar/support
ARMENIA
0-800-05-555 www.samsung.com/
support
AUSTRALIA
1300 362 603 www.samsung.com/
au/support
AUSTRIA
0800 - SAMSUNG (0800 -
7267864)
www.samsung.com/
at/support
AZERBAIJAN
0-88-555-55-55 www.samsung.com/
support
BAHRAIN
8000-GSAM (8000-4726) www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
BELARUS
810-800-500-55-500 www.samsung.com/
support
BANGLADESH
09612300300 www.samsung.com/
in/support
BELGIUM
02-201-24-18 www.samsung.com/
be/support (Dutch)
www.samsung.com/
be_fr/support
(French)
BOLIVIA
800-10-7260
[HHP] 4828210
www.samsung.com/
cl/support
BOSNIA
051 331 999 www.samsung.com/
support
BOTSWANA
8007260000 www.samsung.com/
support
BRAZIL
0800-124-421 (Demais
cidades e regiões)
4004-0000 (Capitais e grandes
centros)
www.samsung.com/
br/support
BULGARIA
800 111 31, Безплатна
телефонна линия
www.samsung.com/
bg/support
BURUNDI
200 www.samsung.com/
support
CAMEROON
7095- 0077 www.samsung.com/
africa_fr/support
Country/Region Customer Care Center WebSite
Contact SAMSUNG worldwide
293
Contact SAMSUNG worldwide
CANADA
1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
ca/support(English)
www.samsung.com/
ca_fr/support
(French)
CHILE
800-SAMSUNG (726-7864)
[HHP] 02-24828200
www.samsung.com/
cl/support
CHINA
400-810-5858 www.samsung.com/
cn/support
COLOMBIA
Bogotá 600 12 72Gratis desde
cualquier parte del país 01
8000 112 112 ó desde su
celular #SAM(726)
www.samsung.com/
co/support
COSTA RICA
0-800-507-7267
00-800-1-SAMSUNG (726-
7864)
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
CROATIA
072 726 786 www.samsung.com/
hr/support
Cote D’ Ivoire
8000 0077 www.samsung.com/
africa_fr/support
Country/Region Customer Care Center WebSite
CYPRUS
8009 4000 only from landline,
toll free
www.samsung.com/
gr/support
CZECH
800-SAMSUNG (800-726786) www.samsung.com/
cz/support
DENMARK
70 70 19 70 www.samsung.com/
dk/support
DOMINICA
1-800-751-2676 www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
DRC
499999 www.samsung.com/
support
ECUADOR
1-800-10-72670
1-800-SAMSUNG (72-6786)
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/
support(English)
EGYPT
08000-726786
16580
www.samsung.com/
eg/support
Country/Region Customer Care Center WebSite
Contact SAMSUNG worldwide
294
Contact SAMSUNG worldwide
EIRE
0818 717100 www.samsung.com/
ie/support
EL SALVADOR
800-6225 www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
ESTONIA
800-7267 www.samsung.com/
ee/support
FINLAND
030-6227 515 www.samsung.com/
fi/support
FRANCE
01 48 63 00 00 www.samsung.com/
fr/support
GERMANY
0180 6 SAMSUNG bzw.
0180 6 7267864*
[HHP] 0180 6 M SAMSUNG
bzw.
0180 6 67267864* (*0,20 €/
Anruf aus dem dt. Festnetz,
aus dem Mobilfunk max. 0,60
€/Anruf)
www.samsung.com/
de/support
GEORGIA
0-800-555-555 www.samsung.com/
support
Country/Region Customer Care Center WebSite
GHANA
0800-10077
0302-200077
www.samsung.com/
africa_en/support
GREECE
80111-SAMSUNG (80111 726
7864) only from land line(+30)
210 6897691 from mobile and
land line
www.samsung.com/
gr/support
GUATEMALA
1-800-299-0013
1-800-299-0033
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
HONDURAS
800-2791-9267
800-2791-9111
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
HONG KONG
(852) 3698 4698 www.samsung.com/
hk/support (Chinese)
www.samsung.com/
hk_en/support
(English)
Country/Region Customer Care Center WebSite
Contact SAMSUNG worldwide
295
Contact SAMSUNG worldwide
HUNGARY
0680SAMSUNG (0680-726-
786)0680PREMIUM (0680-
773-648)
www.samsung.com/
hu/support
INDIA
1800 3000 8282 - Toll
Free1800 266 8282 - Toll Free
www.samsung.com/
in/support
INDONESIA
021-56997777
08001128888
www.samsung.com/
id/support
IRAN
021-8255 www.samsung.com/
iran/support
ITALIA
800-SAMSUNG
(800.7267864)[HHP]
800.Msamsung
(800.67267864)
www.samsung.com/
it/support
JAMAICA
1-800-234-7267
1-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
JAPAN
0120-363-905 www.samsung.com/
jp/support
JORDAN
0800-22273
06 5777444
www.samsung.com/
levant/support
(English)
KAZAKHSTAN
8-10-800-500-55-500
(GSM:7799, VIP care 7700)
www.samsung.com/
support
Country/Region Customer Care Center WebSite
KENYA
0800 545 545 www.samsung.com/
support
KUWAIT
183-CALL (183-2255) www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
KYRGYZSTAN
8-10-800-500-55-500 www.samsung.com/
kz_ru/support
LATVIA
8000-7267 www.samsung.com/
lv/support
LITHUANIA
8-800-77777 www.samsung.com/
lt/support
LUXEMBURG
261 03 710 www.samsung.com/
support
MACAU
0800 333 www.samsung.com/
support
MACEDONIA 023 207 777
MALAYSIA
1800-88-9999
603-77137477 (Overseas
contact)
www.samsung.com/
my/support
MEXICO
01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
mx/support
Country/Region Customer Care Center WebSite
Contact SAMSUNG worldwide
296
Contact SAMSUNG worldwide
MOLDOVA
0-800-614-40 www.samsung.com/
support
MONGOLIA
7-495-363-17-00 www.samsung.com/
support
MONTENEGRO
020 405 888 www.samsung.com/
support
MOROCCO
080 100 2255 www.samsung.com/
n_africa/support
MOZAMBIQUE
847267864 / 827267864 www.samsung.com/
support
MYANMAR
01-2399888 www.samsung.com/
support
NAMIBIA
08 197 267 864 www.samsung.com/
support
NIGERIA
0800-726-7864 www.samsung.com/
africa_en/support
NETHERLANDS
0900-SAMSUNG (0900-
7267864) (€ 0,10/Min)
www.samsung.com/
nl/support
NEW ZEALAND
0800 726 786 www.samsung.com/
nz/support
Country/Region Customer Care Center WebSite
NICARAGUA
001-800-5077267 www.samsung.com/
latin/
support(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
NORWAY
815 56480 www.samsung.com/
no/support
OMAN
800-SAMSUNG (800 - 726
7864)
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
PAKISTAN
0800-Samsung (72678) www.samsung.com/
pk/support
PANAMA
800-7267
800-0101
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
Country/Region Customer Care Center WebSite
Contact SAMSUNG worldwide
297
Contact SAMSUNG worldwide
PARAGUAY
009-800-542-0001 www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
PERU
0-800-777-08 www.samsung.com/
pe/support
PHILIPPINES
1-800-10-7267864 [PLDT]1-
800-8-7267864 [Globe landline
and Mobile]02-4222111 [Other
landline]
www.samsung.com/
ph/support
POLAND
0 801-172-678* lub +48 22
607-93-33 *[HHP] 0 801-672-
678* lub +48 22 607-93-33**
(koszt połączenia według taryfy
operatora)
www.samsung.com/
pl/support
PORTUGAL
808 20 7267 www.samsung.com/
pt/support
PUERTO RICO
1-800-682-3180 www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
Country/Region Customer Care Center WebSite
QATAR
800-CALL (800-2255) www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
RWANDA
9999 www.samsung.com/
support
ROMANIA
08008 726 78 64 (08008
SAMSUNG )Apel GRATUIT
www.samsung.com/
ro/support
RUSSIA
8-800-555-55-55 www.samsung.com/
ru/support
SAUDI ARABIA
920021230 www.samsung.com/
sa/support
www.samsung.com/
sa_en/support
(English)/
SENEGAL
800-00-0077 www.samsung.com/
africa_fr/support
SERBIA
011 321 6899 www.samsung.com/
rs/support
SINGAPORE
1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
sg/support
Country/Region Customer Care Center WebSite
Contact SAMSUNG worldwide
298
Contact SAMSUNG worldwide
SLOVENIA
080 697 267090 726 786 www.samsung.com/
rs/si
SLOVAKIA
0800 - SAMSUNG(0800-726
786)
www.samsung.com/
sk/support
SOUTH AFRICA
0860 SAMSUNG (726 7864) www.samsung.com/
support
SPAIN
0034902172678[HHP]
0034902167267
www.samsung.com/
es/support
SRI LANKA
009411754054000941159000
00
www.samsung.com/
support
SUDAN
1969 www.samsung.com/
support
SWEDEN
0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com/
se/support
SWITZERLAND
0800 726 78 64 (0800-
SAMSUNG)
www.samsung.com/
ch/support (German)
www.samsung.com/
ch_fr/support
(French)
SYRIA
18252273 www.samsung.com/
levant/support
(English)
Country/Region Customer Care Center WebSite
TADJIKISTAN
8-10-800-500-55-500 www.samsung.com/
support
TAIWAN
0800-329999 www.samsung.com/
tw/support
TANZANIA
0800 755 755 www.samsung.com/
support
THAILAND
0-2689-3232,1800-29-3232 www.samsung.com/
th/support
TRINIDAD &
TOBAGO
1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
TURKEY
444 77 11 www.samsung.com/
tr/support
TUNISIA
80-1000-12 www.samsung.com/
n_africa/support
U.A.E
800-SAMSUNG (800 -726
7864)
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
Country/Region Customer Care Center WebSite
Contact SAMSUNG worldwide
299
Contact SAMSUNG worldwide
UK
0330 SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/
uk/support
U.S.A
-Consummer
Electonics
1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
us/support
U.S.A (Mobile
Phones)
1-800-SAMSUNG (72-6786)
[HHP] 1-888-987-HELP(4357)
www.samsung.com/
us/support
UGANDA
0800 300 300 www.samsung.com/
support
UKRAINE
0-800-502-000 www.samsung.com/
ua/support
(Ukrainian)
www.samsung.com/
ua_ru/support
(Russian)
URUGUAY
000- 405-437-33 www.samsung.com/
latin/
support(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/
support(English)
UZBEKISTAN
8-10-800-500-55-500 www.samsung.com/
support
Country/Region Customer Care Center WebSite
VENEZUELA
0-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
ve/support
VIETNAM
1800 588 889 www.samsung.com/
vn/support
ZAMBIA
0211 350370 www.samsung.com/
support
Country/Region Customer Care Center WebSite
300
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het
product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt
gebruikt en verband houdt met afdrukken.
802.11
802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie
(WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE
802).
802.11b/g/n
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2.4
GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps,
802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/n-
apparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons, draadloze
telefoons en Bluetooth-apparaten.
Toegangspunt
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat
dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in een draadloos netwerk
(WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLAN-
radiosignalen.
AppleTalk
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc
ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite was
opgenomen in de oorspronkelijke Mac (1984) en wordt nu door Apple
ingezet voor TCP/IP-netwerken.
Bitdiepte
Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de
kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een
hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren.
Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te
groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom
of zwart-wit genoemd.
BMP
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische
subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als
een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.
Verklarende woordenlijst
301
Verklarende woordenlijst
BOOTP
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een
netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt
doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde
besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere client een IP-
adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met
een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een
geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere
exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is
ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige
kopieën worden gemaakt.
Configuratiescherm
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte waarop
de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze
bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.
Dekkingsgraad
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken
te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-
papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel
ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en
daarmee het tonergebruik hoger.
CSV
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling.
CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende
toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en
is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op niet-
Microsoftplatformen.
DADF
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een
scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd en
omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen.
Standaard
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de
verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd.
Verklarende woordenlijst
302
Verklarende woordenlijst
DHCP
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/
servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters
naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te kunnen
uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de
toewijzing van IP-adressen aan clienthosts.
DIMM
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met
geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals
afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee
apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen via
het netwerk.
DNS
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie
opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet.
Matrixprinter
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt
over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt
voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine.
DPI
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt
voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot
een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter
bestandsformaat.
Duplex
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het
apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer
met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier
tijdens één printcyclus.
Verklarende woordenlijst
303
Verklarende woordenlijst
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per
maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer
een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De
levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de
garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000 pagina’s per
maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina’s tot
2 400 per dag.
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor
foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse
1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die soms
worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord
en gecorrigeerd.
Emulatie
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten
worden behaald als met een ander.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander
systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie
is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in tegenstelling tot
simulatie; dit houdt verband met een abstract model van het systeem dat
wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat.
Ethernet
Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor
LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd voor de
fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/
gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal
gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de jaren ’90 van afgelopen
eeuw de meest gebruikte LAN-technologie.
EtherTalk
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor
computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Mac
(1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.
FDI
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is
geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een
muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze
apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd
met uw apparaat.
FTP
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt
protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat
het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).
Verklarende woordenlijst
304
Verklarende woordenlijst
Fixeereenheid
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal
fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol
die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de
fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner
aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het
uit een laserprinter komt.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken
en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt omdat het computers of
netwerken zijn die toegang bieden tot andere computers of netwerken.
Grijswaarden
Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven
worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende
grijstinten weergegeven.
Halftoon
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te
variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl
lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan.
Massaopslagapparaat (harde schijf)
Een massaopslagapparaat (harde schijf), doorgaans een harde of vaste
schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde
gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch oppervlak.
IEEE
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een
internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van
elektrische technologie.
IEEE 1284
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute
of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar
een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan
worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen,
netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar
telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier
bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De
term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de
interne website.
Verklarende woordenlijst
305
Verklarende woordenlijst
IP-adres
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten
gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een
netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van
een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier aan
dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken.
IPP
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel
afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie,
enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers
worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en
codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing
is dan eerdere oplossingen.
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet
Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de
besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide
verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPX-
protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX
was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) en is een
bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de
prestaties die van TCP/IP in een LAN).
ISO
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een
internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit
vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO
produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
ITU-T
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie
die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale
radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten
standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie
van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee
internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITU-
T duidt op telecommunicatie.
Verklarende woordenlijst
306
Verklarende woordenlijst
ITU-T No. 1 chart
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het
verzenden van faxdocumenten.
JBIG
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie
van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die
ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder
voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte
standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt
voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor
het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een
apparaat aangeeft.
MAC-adres
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een
netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48
bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens
per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres
wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC)
geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan
routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat
verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld
een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner.
MH
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van
de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om
een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is
een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat
geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te
comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte
bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum
worden teruggebracht.
Verklarende woordenlijst
307
Verklarende woordenlijst
MMR
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt
aanbevolen door ITU-T T.6.
Modem
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te
coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie
te decoderen.
MR
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen
door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De
volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt
vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden.
NetWare
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc.
Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking
om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de
netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack.
Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
OPC
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele
afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een
laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de drum
op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum moet dan ook
regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het contact met de
ontwikkelborstel van de cassette, het reinigingsmechanisme en het papier.
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat
wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te
verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is
ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization).
OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp
waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in
hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van
boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk,
gegevenskoppeling en fysiek.
Verklarende woordenlijst
308
Verklarende woordenlijst
PABX
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch
telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
PCL
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die
ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een
norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste
inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor thermische
printers, matrix- en laserprinters.
PDF
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkelde
bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten
in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling.
PostScript
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die
voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. - die
in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren.
Printerstuurprogramma
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en
gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
Afdrukmedia
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in
een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PPM
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de snelheid
van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één
minuut kan afdrukken.
PRN-bestand
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan
communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/
uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd.
Protocol
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het
gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
Verklarende woordenlijst
309
Verklarende woordenlijst
PS
Zie PostScript.
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor
gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om
verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp
van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor
het beheer van de netwerktoegang.
Resolutie
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe
hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk
wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en
diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt
tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen
onderling.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer
over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd
protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden
aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een client-
serverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server.
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk
(WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken
dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn
hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.
Subnetmasker
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om
te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het
hostadres.
Verklarende woordenlijst
310
Verklarende woordenlijst
TCP/IP
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set
communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het
internet en de meeste commerciële netwerken draaien.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de
taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan
worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte
verzending wordt afgedrukt.
TIFF
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor
bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de
afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFF-
afbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken
definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en
platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die
met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt.
Tonercassette
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en
die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en
kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en
afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een combinatie
van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels
in het papier gaat hechten.
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele
scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een
scan worden gestart vanuit het programma; Dit is een API voor het
vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft
Windows en Apple Mac.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde
netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en andere Microsoft-
producten. De notatie van een UNC-pad is:
\\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
Verklarende woordenlijst
311
Verklarende woordenlijst
URL
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van
documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het
adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel
geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich
bevindt.
USB
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc.
ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te
verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een
enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te
verbinden.
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder
oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken
werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door
papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in
postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te
voorkomen.
WEP
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als
een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze via
radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het andere
kunnen worden verzonden.
WIA
WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur
die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan
kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een
WIA-compatibele scanner.
WPA
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de
beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd
voor een betere beveiliging van WEP.
Verklarende woordenlijst
312
Verklarende woordenlijst
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus
voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een
gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt
(WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een
unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee
geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen
van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS
ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk
configureren zonder computer.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een
paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar
documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd
apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op een
nieuw afdrukpad.
313
Index
Index
A
aanraakscherm
toetsenbord 228
accessoires
bestellen 67
installeren
77
afdrukfunctie 230
afdrukken
afdrukken naar een bestand 231
de standaardafdrukinstellingen
wijzigen
230
dubbelzijdig afdrukken
Mac
245
een document afdrukken
Windows
53
het hulpprogramma Direct
afdrukken gebruiken
242
instellen als standaardapparaat
231
Linux
246
Mac
244
meerdere paginas afdrukken op
één vel papier
Mac
244
mobiel besturingssysteem
195
mobileprint
194
speciale afdrukfuncties
233
UNIX
248
afdrukken via google cloud 200
afdrukken via samsung cloud print 198
afdrukmateriaal
envelop 47
etiketten
49
het papierformaat instellen
51
het papiertype instellen
51
kartonpapier
50
speciale media
46
voorbedrukt papier
50
afdrukmedia
richtlijnen 39
uitvoersteun gebruiken
116
AirPrint 196
algemene pictogrammen 11
AnyWeb Print 253
apparaatopties 77
apparaatoverzicht
achterkant 20
voorkant
19
B
bedieningspaneel 21
aanraakscherm
33
beheren
toepassing 257
C
conventie 11
D
draadloos
WPS
verbinding verbreken
169
draadloos netwerk
netwerkkabel 175
E
ecoafdruk 56
een document afdrukken
Linux 246
Mac
244
UNIX
248
Index
314
Index
F
foutmelding 104
functies 5
eigenschappen van afdrukmateriaal
116
functies van het apparaat
205
G
gebruiken
managementhulpmiddelen 251
geheugen
geheugen uitbreiden 79
general settings 211
H
handmatige invoermultifunctionele lade
speciale afdrukmedia gebruiken 46
help gebruiken 55, 245
het programma SetIP 148, 176
hulpprogramma Direct afdrukken 242
I
informatie over de statusLED 102
informatie over wettelijke
voorschriften
124
instellingen voor favorieten voor
afdrukken
55
K
knoppen
eco 21
schermafdruk
21
L
lade
breedte en lengte instellen 40
de grootte van de lade aanpassen
40
een optionele lade bestellen
67
papier in de multifunctionele
lade plaatsen
44
papierformaat en type instellen
51
layout 208
Linux
afdrukken 246
algemene Linuxproblemen
290
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
apparaat
144
installatie van het stuurprogramma
voor het verbonden netwerk
158
printereigenschappen
247
SetIP gebruiken
151
stuurprogramma van een met
een USBkabel verbonden apparaat
installeren
143
systeemvereisten
122
M
Mac
afdrukken 244
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
apparaat
142
installatie van het stuurprogramma
voor het verbonden netwerk
157
SetIP gebruiken
149
stuurprogramma van een met
een USBkabel verbonden
apparaat installeren
141
systeemvereisten
121
veelvoorkomende Macproblemen
289
meerdere pagina's op één vel afdrukken nup
Mac 244
menu
Index
315
Index
Beheerinstellingen 219
counter
224
direct USB
222
eco
221
emulatie
215
info
207
taakstatus
223
teller
224
menuoverzicht 29, 207
Multifunctionele lade
gebruikstips 44
plaatsen
44
N
netwerk
algemene instelling 217
het programma SetIP
148, 149, 151, 176
installatie van draadloos netwerk
165
installatieomgeving
123
instelling bekabeld netwerk
148
introductie van netwerkprogrammas
146
IPv6configuratie
162
stuurprogrammainstallatie
Linux
158
Mac
157
UNIX
159
Windows
152
numeriek toetsenblok 21
O
onderdelen voor onderhoud 68
optionele lade 67
bestellen
67
overlay afdrukken
afdrukken 238
maken
238
verwijderen
239
P
papier 209
papierstoring
papier verwijderen 90
tips om papierstoringen te voorkomen
89
plaatsen
papier in de multifunctionele lade
plaatsen
44
plaatsen in lade 1
41
speciale media
46
plaatsing van het apparaat
aanpassing aan de hoogte 227
PostScriptstuurprogramma
problemen oplossen 291
Printerstatus
algemene informatie 263
printervoorkeursinstellingen
Linux 247
probleem
problemen met het
besturingssysteem
288
problemen
afdrukproblemen 275
problemen met betrekking
tot netvoeding
274
problemen met de afdrukkwaliteit
280
problemen met papierinvoer
273
R
reinigen
binnenkant 82
buitenkant
82
opneemrol
86
Index
316
Index
S
samsung printer experience 266
Samsungprinterstatus 263
service contact numbers 292
Speciale functies 226
specificaties 114
afdrukmedia
116
standaardinstellingen
instellingen voor lade 51
status 21, 22
stuurprogrammainstallatie
Unix 159
SyncThru Web Service 255
algemene informatie
255
toepassing beheren
257
T
tekens invoeren 228
tonercassette
behandelingsinstructies 69
de cassette vervangen
73
geschatte levensduur
70
nietoriginele Samsung en bijgevulde
cassettes
69
opslaan
69
toner herverdelen
71
U
uitvoersteun gebruiken 52
UNIX
afdrukken 248
installatie van het stuurprogramma
voor het verbonden netwerk
159
Unix
systeemvereisten 122
USBflashgeheugen
beheren 62
gegevensbackup
61
USBgeheugenapparaat
afdrukken 60
USBkabel
besturingsbestand opnieuw
installeren
142, 144
stuurprogrammainstallatie
24, 27, 141, 143
uw apparaat reinigen 82
V
veiligheid
info 12
symbolen
12
verbruiksartikelen
beschikbare verbruiksartikelen 66
bestellen
66
de gebruiksduur van de
verbruiksartikelen controleren
80
geschatte levensduur van
tonercassette
70
tonercassette vervangen
73
verklarende woordenlijst 300
W
watermerk
bewerken 237
maken
236
verwijderen
237
werken met
toetsenbord 228
Windows
installatie van het stuurprogramma
voor het verbonden netwerk
152
SetIP gebruiken
148, 176
stuurprogramma van een met
Index
317
Index
een USBkabel verbonden
apparaat installeren
24, 27
systeemvereisten
120
veelvoorkomende problemen
onder Windows
288

Documenttranscriptie

Gebruikershandleiding BASIS BASIS Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows. GEAVANCEERD Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. BASIS 1. Inleiding 3. Onderhoud Belangrijkste voordelen 5 Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 65 Functies per model 8 Beschikbare verbruiksartikelen 66 Nuttig om te weten 10 Beschikbare accessoires 67 Informatie over de gebruikershandleiding 11 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 68 Veiligheidsinformatie 12 De tonercassette bewaren 69 Apparaatoverzicht 18 Toner herverdelen 71 Overzicht van het bedieningspaneel 21 De tonercassette vervangen 73 Het apparaat inschakelen 23 De beeldeenheid vervangen 75 Lokaal installeren van het stuurprogramma 24 Accessoires installeren 77 Het stuurprogramma opnieuw installeren 27 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 80 Instellen van de waarschuwing 2. Menuoverzicht en basisinstellingen toner/beeldeenheid bijna op 81 Het apparaat reinigen 82 Menuoverzicht 29 Tips voor het verplaatsen en opbergen De standaardinstellingen van het apparaat 37 van het apparaat Afdrukmateriaal en lade 39 Eenvoudige afdruktaken 53 Een USB-geheugenapparaat gebruiken 59 87 4. Problemen oplossen Tips om papierstoringen te voorkomen 89 2 BASIS Papierstoringen verhelpen 90 Informatie over de status-LED 102 Informatie over displaymeldingen 104 5. Bijlage Specificaties 114 Informatie over wettelijke voorschriften 124 Copyright 135 3 1. Inleiding In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken. • Belangrijkste voordelen 5 • Functies per model 8 • Nuttig om te weten 10 • Informatie over de gebruikershandleiding 11 • Veiligheidsinformatie 12 • Apparaatoverzicht 18 • Overzicht van het bedieningspaneel 21 • Het apparaat inschakelen 23 • Lokaal installeren van het stuurprogramma 24 • Het stuurprogramma opnieuw installeren 27 Belangrijkste voordelen Milieuvriendelijk Gemak • Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier kunt sparen (zie "Eco-afdruk" op pagina 56). • U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of met uw computer door gebruik te maken van de apps voor Samsung Cloud Print (zie"Samsung Cloud Print" op pagina 198). • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231). • Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231). • Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. • We raden aan kringlooppapier te gebruiken om energie te besparen. Snel afdrukken met hoge resolutie • U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi effectieve output (600 x 600 x 2 bit). • Snel on-demand afdrukken. Voor enkelzijdig afdrukken, tot 45 ppm (A4) of tot 47 ppm (Letter). • U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of met uw computer door gebruik te maken van de apps voor Google Cloud Print™ (zie "Google Cloud Print™" op pagina 200). • Met Easy Capture Manager kunt u gemakkelijk bewerken en afdrukken wat u met de toets Print Screen op het toetsenbord hebt vastgelegd (zie "Easy Capture Manager" op pagina 252). • Samsung Easy Printer Manager en Afdrukstatus zijn programma's die de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie "Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 259 of "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263). • Met Samsung AnyWeb Print kunt u een schermopname of afdrukvoorbeeld maken van een scherm in Windows Internet Explorer, en deze bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op pagina 253). • Met Slim bijwerken kunt u op de nieuwste software controleren en de nieuwste versie tijdens de installatie van het printerstuurprogramma installeren. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows. Belangrijkste voordelen • Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung (www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht voor hulp, ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en andere informatie. Ondersteund verschillende instellingsmethoden voor draadloze netwerken. Grote functionaliteit en brede ondersteuning van toepassingen. • WPS (Wi-Fi Protected Setup™) gebruiken - U kunt gemakkelijk verbinding maken met een draadloos netwerk door de WPS-functie op het apparaat en op een toegangspunt (draadloze router) te gebruiken. • Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). • Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten aanpassen met woorden zoals "CONFIDENTIAL" (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231). • Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231). • U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie "Systeemvereisten" op pagina 120). • Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface. • Een USB-kabel of netwerkkabel gebruiken - U kunt verbinding maken met een netwerk en verschillende instellingen voor het draadloze netwerk configureren met een USBkabel of netwerkkabel. • Wi-Fi Direct gebruiken - U kunt eenvoudig vanaf uw mobiele apparaat afdrukken met Wi-Fi Direct. Zie "Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk" op pagina 165. Belangrijkste voordelen XOA-toepassingen ondersteunen Het apparaat ondersteunt aangepaste XOA-toepassingen. • Neem voor de aangepaste XOA-toepassingen contact om met de provider van de aangepaste XOA-toepassing. Functies per model Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land. Software M453x series SPL-printerstuurprogramma Besturingssysteem Besturingssysteem M453x series Windows ● Mac ● Linux ● Unix ● PCL-printerstuurprogramma ● PS-printerstuurprogrammaa ● XPS-printerstuurprogrammaa ● Samsung Easy Printer Manager ● Apparaatinstellin gen Samsung-printerstatus ● Hulpprogramma Direct afdrukkena ● Samsung AnyWeb Printa ● SyncThru™ Web Service ● SyncThru Admin Web Service ● Easy Eco Driver ● Easy Capture Manager ● (●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund) Software U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer plaatst. Selecteer voor Windows het printerstuurprogramma en de software in het scherm Selecteer de te installeren software en hulpprogramma's. a. Download de software van de website van Samsung en installeer deze: (http:// www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). Controleer of het besturingssysteem van uw computer de software ondersteunt voordat u met de installatie begint. (●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund) Functies per model Verschillende functies functies M453x series Hi-Speed USB 2.0 ● Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base TX bedraad LAN ● Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos ○ LANa Wireless/NFC-kit ○ Eco-afdruk ● Dubbelzijdig afdrukken ● USB-geheugeninterface ● Geheugenmodule (2 GB) ○ Optionele lade (lade 2, lade 3, lade 4, lade 5) ○ Massaopslagapparaat (harde schijf) ○ Korte standaard ○ AirPrint ● Samsung Cloud Print ● Google Cloud Print™ ● a. Draadloze netwerkinterfacekaarten (LAN-kaarten) zijn niet in alle landen verkrijgbaar. In sommige landen kan alleen 802.11 b/g worden gebruikt. Neem contact op met uw plaatselijke Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat kocht. (●: ondersteund, ○: Optioneel, leeg: niet ondersteund) Nuttig om te weten Het apparaat drukt niet af. Er is papier vastgelopen. • Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 54). • Open de klep en sluit deze weer (zie "Voorkant" op pagina 19). • Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 24). • Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen papier in deze handleiding en los het probleem op (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 90). • Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows (zie "Uw apparaat instellen als standaardprinter" op pagina 231). De afdrukken zijn vaag. Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen kopen? • Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw detailhandelaar. • Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de tonercassette (zie "Toner herverdelen" op pagina 71). • Probeer een andere instelling voor de resolutie (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). • Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio voor productinformatie. De status-LED knippert of blijft branden. • Schakel het apparaat uit en weer in. • Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 102). Waar kan ik het stuurprogramma van de printer downloaden? • U kunt op de website van Samsung (www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie. Informatie over de gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. • Gooi deze handleiding niet weg, maar bewaar deze ter referentie. • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. • Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. • De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst. • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het door u gekochte apparaat. • • De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware/stuurprogrammaversie. De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7. 1 Afspraken Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn verwisselbaar: • Document is synoniem met origineel. • Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal. • Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer. 2 Algemene pictogrammen Pictogra m Tekst Omschrijving Biedt gebruikers informatie om het apparaat te Opgepast beschermen tegen mogelijke mechanische schade of defecten. Waarsch uwing Gebruikt om gebruikers te waarschuwen voor de mogelijkheid op persoonlijk letsel. Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde Opmerkin uitleg over een functie of voorziening van het g apparaat. 1. Inleiding 11 Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen. 4 Bedrijfsomgeving Waarschuwing 3 Belangrijke veiligheidssymbolen Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het stopcontact niet geaard is. Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in dit hoofdstuk Waarsch uwing Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken. Opgepas t Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of eigendomsschade kunnen veroorzaken. NIET proberen. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort). Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. • Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit, maakt het vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los. • De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op. Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. 1. Inleiding 12 Veiligheidsinformatie 5 Opgepast Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het apparaat niet gebruikt. Bedieningswijze Opgepast Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgelet, het papieruitvoergebied is heet. Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. U kunt brandwonden oplopen. Dit kan het apparaat beschadigen. Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus. Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade. U kunt letsel oplopen. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus. Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen papier verwijdert. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen veroorzaken. Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat. Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt. U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te vervangen. Zij kunnen brandwonden oplopen. Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of uw huisdier verwonden. Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. Dit kan het apparaat beschadigen. Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade. Dit kan het apparaat beschadigen. 1. Inleiding 13 Veiligheidsinformatie Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in. Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken. Het gebruik van sturingen of instellingen of het uitvoeren van procedures die afwijken van deze hier vermeld kan resulteren in gevaarlijke blootstelling aan straling. Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer. Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact. 6 Installatie/verplaatsen Waarschuwing Plaats de machine in een omgeving die voldoet aan de gestelde specificaties voor werkingstemperatuur en vochtigheid. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen. Zie "Algemene specificaties" op pagina 114. Opgepast Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. De onderstaande informatie bevat slechts aanbevelingen gebaseerd op het apparaatgewicht. Wanneer u vanwege uw medische conditie niet kunt tillen, til het apparaat dan niet op. Voor veilig tillen moet u anderen vragen om u te helpen en het apparaat altijd met het juiste aantal personen optillen. Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade veroorzaken. Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op een plek waar water lekt. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op: Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. • Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één persoon worden opgetild. • een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee personen worden opgetild. • een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door vier of meer personen worden opgetild. 1. Inleiding 14 Veiligheidsinformatie Kies een locatie met een vlakke ondergrond en voldoende ventilatie voor het apparaat. Houd ook rekening met een ruimte die nodig is voor het deksel en de laden. Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een kast. Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd, kan er brand ontstaan. De ruimte moet goed geventileerd zijn en het apparaat mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht, hitte en vocht. Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Wanneer u het apparaat langdurig gebruikt of een groot aantal pagina's in een niet-geventileerde ruimte afdrukt, kan de lucht vervuild raken en schadelijk worden voor uw gezondheid. Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte of open regelmatig een raam om schonen lucht binnen te laten. Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische schok of brand veroorzaken. Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label. Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin oppervlak. Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren, neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij. Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade veroorzaken. a. AWG: American Wire Gauge Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of, indien nodig, een grotere telefoondraad. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken. 7 Onderhoud/controle Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgepast Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water in het apparaat. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. 1. Inleiding 15 Veiligheidsinformatie Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant schoonmaakt. • Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die vastgeschroefd zijn. • Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door nietgekwalificeerde technici kan brand of elektrische schokken veroorzaken. U kunt letsel oplopen. Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen. Kinderen kunnen letsel oplopen. U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer in elkaar steken. Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet worden. Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen. Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen. Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker stof- en watervrij. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. • Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een medewerker van de technische dienst van Samsung. 8 Gebruik van verbruiksartikelen Opgepast Haal de tonercassette niet uit elkaar. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of fixeereenheid. Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken. Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. 1. Inleiding 16 Veiligheidsinformatie Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals toner, kan het apparaat beschadigen. Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden gebracht. Volg de onderstaande instructies voor verbruiksartikelen die tonerstof bevatten (tonercartridge, cassette voor gebruikte toner, beeldeenheid, enzovoort). • Volg de instructies voor verwijdering wanneer u de verbruiksartikelen weggooit. Raadpleeg de plaatselijke verkoper voor verwijderingsinstructies. • De verbruiksartikelen mogen niet gewassen worden. • Gebruik de cassette voor gebruikte toner niet opnieuw nadat u deze hebt geleegd. Als u de bovenstaande instructies niet opvolgt, kan dit resulterende defecten in het apparaat of verontreiniging van het milieu. De garantie dekt geen kosten die zijn veroorzaakt door nalatigheid van de gebruiker. Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen warm water gebruiken. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik altijd koud water. Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het verwijderen van vastgelopen papier. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. 1. Inleiding 17 Apparaatoverzicht 9 Onderdelen Het werkelijke onderdeel kan verschillen van de onderstaande illustratie. Sommige onderdelen kunnen afhankelijk van de omstandigheden afwijken. Apparaat Beknopte installatiehandleiding Netsnoer Software-cda Beeldeenheid Div. accessoiresb a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen. b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model. 1. Inleiding 18 Apparaatoverzicht 10 Voorkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). 12 11 10 9 8 7 6 5 4 16 1 2 3 13 14 15 1 Bedieningspaneel 2 Voorkant geheugenmodule (DIMM) a 3 Voorklep 4 Laag onderstela 5 Indicator papierniveau 6 Optionele ladea 7 Lade 1 8 Klep van multifunctionele lade 9 USB-geheugenpoort 10 Knop voorklep 11 Uitvoerlade 12 Gebied voor wireless/NFC-kita 13 Papiergeleiders voor multifunctionele lade 14 Extensie voor multifunctionele lade 15 Beeldeenheidb 16 Tonercassette a. Optionele functie. b. Verwijder de tonercassette om toegang de krijgen tot de beeldeenheid. 1. Inleiding 19 Apparaatoverzicht 11 Achterkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). 1 Wireless/NFC-kita poortklepje 2 Achterklep 3 Aansluiting netsnoer 4 Stroomschakelaar 5 USB-poort 6 EDI-poort voor kaartlezer 7 Netwerkpoort a. Optionele functie 7 EDI 6 5 1 OUTPUT 5v 2 4 3 1. Inleiding 20 Overzicht van het bedieningspaneel 12 M453xND series • Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). 1 2 3 6 1 Weergavescherm 2 Testblad 3 Eco 4 Numeriek toetsenblok 8 9 10 11 5 Als u erop drukt, wordt een testpagina afgedrukt. Overschakelen naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier (zie "Eco-afdruk" op pagina 56). U kunt cijfers en tekens invoeren met behulp van het toetsenblok (zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 228). 5 StatusLED De functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 102). 6 Pijl Door beschikbare waarden bladeren door naar vorige of volgende opties te gaan. 7 OK Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm. 8 Knop Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu's (zie "Toegang tot het menu" op pagina 29). 9 Terug Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu. 10 Aan/uit/ ontwaken Met deze knop kunt u de stroom in- en uitschakelen. Of het apparaat weer inschakelen vanuit de energiebesparingsmodus. 11 Stoppen/ Wissen 7 4 Toont de huidige status en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. Stopt de huidige bewerking. 1. Inleiding 21 Overzicht van het bedieningspaneel 13 M453xNX series • Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen. 1 Aanraakscherm 2 Stoppen/ Wissen • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). • Gebruik voor bediening via het aanraakscherm alleen uw vinger. Scherpe voorwerpen kunnen het scherm beschadigen. 3 4 Hiermee wordt de huidige status weergegeven en hebt u toegang tot verschillende beschikbare menu's. Stopt de huidige bewerking. Aan/uit/ ontwaken Met deze knop kunt u de stroom in- en uitschakelen. Of het apparaat weer inschakelen vanuit de energiebesparingsmodus. LED De functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 102). 1 2 3 4 1. Inleiding 22 Het apparaat inschakelen 1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar aan. 2 1 De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). 2 De stroom wordt automatisch ingeschakeld. Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de knop (Aan/uit/ ontwaken) ingedrukt. 1. Inleiding 23 Lokaal installeren van het stuurprogramma Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152). • Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u "Installatie voor Mac" op pagina 141, "Installatie voor Linux" op pagina 143 of "Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren" op pagina 159. • Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface. • Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter. 1. Inleiding 24 Lokaal installeren van het stuurprogramma 14 Windows 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 3 Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het installatievenster. Klik daarna op Volgende. 4 Selecteer USB in het scherm Type printerverbinding. Klik daarna op Volgende. 5 Volg de instructies in het installatievenster. U kunt de softwaretoepassingen selecteren in het venster Selecteer de te installeren software en hulpprogramma's. Vanaf het Startscherm van Windows 8 Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle programma's > Toebehoren > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK. • Voor Windows 8: Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door de letter van uw cd-romstation, en klik op OK. Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en selecteert u Run Setup.exe. • Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet Als dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads. • U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken, hebt u een Microsoft-account nodig. 1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken. 2 Klik op Store(Store). 3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience. 4 Klik op Installeer. 1. Inleiding 25 Lokaal installeren van het stuurprogramma • Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde softwarecd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaublad scherm, kunt u het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads. • Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde softwarecd. 1 Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld en verbonden met internet. 2 3 Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld. Sluit de computer en het apparaat aan met een USB-kabel. Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows Update. 1. Inleiding 26 Het stuurprogramma opnieuw installeren Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren. 4 Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 24). 15 Windows 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers > Samsung printersoftware verwijderen. • Voor Windows 8: 1 Selecteer vanuit de balk Charms de optie Zoeken > Apps(App). 2 Zoek naar en klik op Configuratiescherm. Vanaf het Startscherm van Windows 8 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Klik op de tegel Samsung printersoftware verwijderen in het Startscherm. 3 Volg de instructies in het venster. 3 Klik op Programma's en onderdelen. 4 Klik met de rechtermuisknop op het stuurprogramma dat u wilt deïnstalleren en kies Installatie ongedaan maken. 5 Volg de instructies in het venster. 3 Volg de instructies in het installatievenster. • Als u geen tegel voor Samsung-printersoftware kunt vinden, deïnstalleert u vanuit de bureaubladmodus. • Als u de hulpmiddelen voor printermanagement van Samsung wilt deïnstalleren vanuit het Startscherm, klikt u met de rechtermuisknop op het programma dat u wilt Installatie ongedaan maken > Installatie ongedaan maken en volgt u de instructie in het venster. 1. Inleiding 27 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen. • Menuoverzicht 29 • De standaardinstellingen van het apparaat 37 • Afdrukmateriaal en lade 39 • Eenvoudige afdruktaken 53 • Een USB-geheugenapparaat gebruiken 59 Menuoverzicht Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat. 1 M453xND series Toegang tot het menu • Een aangevinkte (√) verschijnt naast het geselecteerde menu. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. • Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben. • De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 205). 1 2 3 4 5 Druk op de knop Menu( ) op het bedieningspaneel. Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK. Herhaal stap 2 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft. Druk op OK om de selectie op te slaan. Druk op (Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de gereedmodus. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 29 Menuoverzicht Informatie (Zie "Informatie" op pagina 207.) Configuratie Lay-out (Zie "Lay-out" op pagina 208.) Afdrukstand Demopagina Staand Netwerkconfiguratie Liggend Info verbruiksartikelen Marge Papier (Zie "Papier" op pagina 209.) Exemplaren Lade[x]b Papierformaat Papiertype Grafisch (Zie "Grafisch" op pagina 210.) Resolutie Standaard Hoge resolutie Tekst wissen Uit Gebruiksteller Algemene marge Accounta Multifunctionele lade Papierformaat Minimum Menuoverzicht Lade[x]b Papiertype Gemiddeld PCL-tek. Emulatiemarge PS-lettertype Dubbelzijdig Multifunctionele lade Papierinvoer Maximum Auto Randverbetering Uit Lade[x]b Lange zijde Multifunctionele lade Korte zijde Lade bevestigen Lade[x]b Uit Normaal Maximum Auto CR Multifunctionele lade a. Deze functie is alleen beschikbaar als Job Accounting is ingeschakeld in het programma SyncThru™ Web Admin Service. b. [ladenummer] geeft het ladenummer aan. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 30 Menuoverzicht Systeeminstellingen (Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.) Datum & Tijd Onderhoud Datumnotatie Gebr.duur art. Klokmodus Ramschijfb MSD in wachtrij plaatsena Waarschuwing: papier bijna op Taal Standaardpapier Tonerbesparing Energiebesparing Stille modus Ontw.gebeurt. Eco-instel. Time-out taak Autom. uitsch. Time-out voor wachtrij Best.beleid Emulatie (Zie "Emulatie" op pagina 215.) Type emulatie Instellingen Afbeeldingsbeheer (Zie "Afbeeldingsbeheer" op pagina 216.) Aangepaste kleur Standaard Afdrukdichtheid Hoogtecorrectie Relatieve luchtvochtigheid Taak opnieuw inplannen Aut. doorgaan Automatische ladekeuze Papier vervangen Ladebeveiliging Lade-modus Blanco pagina's overslaan a. De optie is beschikbaar wanneer het optionele massaopslagapparaat (harde schijf) is geïnstalleerd b. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 31 Menuoverzicht Netwerk (Zie "Netwerk" op pagina 217.) TCP/IP (IPv4) DHCP BOOTP Stat. TCP/IP (IPv6) IPv6-protocol DHCPv6 config Ethernet Ethernetpoort Ethernet-snel. 802.1x Wi-Fib Wi-Fi AAN/UIT Wi-Fi-instellingen WPS Wi-Fi Direct Wi-Fi-signaal Wi-Fi-instellingen wissen. Protocolbeheer NFC Netwerkconfiguratie Instell. wissen Directe USB (Zie "USB" op pagina 222.) Via USB afdrukken Bestandsbeheer Ruimte tonen Taakbeheera (Zie "Taakbeheer (Taakstatus)" op pagina 223.) Actieve taak Beveiligde taak Opgeslagen taak Afdrukken Verwijderen Beheerinstellingen (Zie "Beheerinstellingen" op pagina 219.) Stempel Stempel activeren Item Tekstgrootte Opaciteit Positie Beheerderswachtwoord wijzigen Firmware-upgrade Inst. import. Inst. export. Afb. overs.c Automatisch Afbeelding overschrijven Handmatig Overschrijfmethode Aantal keren overschrijven Veilig afdruk. Beheer van verbruiksartikelen Toner bijna op Waarschuwing beeldeenheid bijna leeg a. Deze optie is beschikbaar als het optionele geheugen is geïnstalleerd of de ramschijf is gecontroleerd. b. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd. c. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 32 Menuoverzicht 2 M453xNX series Pictogra m Naam Omschrijving Informatie Drukt verschillende apparaatgegevens en rapporten af. Eco Geeft de Eco-instellingen weer. Directe USB Hiermee gaat u naar het USB-menu als een USB-opslagapparaat op de USB-poort van uw printer is aangesloten. • Afhankelijk van het model kunnen sommige menu's uitgegrijsd worden weergegeven. Instelling Hiermee bladert u door de huidige apparaatinstellingen of verandert u deze. • De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 205). Taakstatus Toont de actieve, voltooide of wachtende taken. Teller Geeft het totaal aantal afgedrukte pagina's weer. Help Bekijk informatie over Help en het oplossen van problemen. Tonerstatus U kunt de tonerstatus zien. Knop U kunt de LCD-helderheid en taal instellen en u kunt de startmenu's bewerken. Introductie van het Startscherm U kunt menu's eenvoudig instellen met behulp van het aanraakscherm. • Het startscherm wordt weergegeven op het aanraakscherm op het bedieningspaneel. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 33 Menuoverzicht Informatie (Zie "Informatie" op pagina 207.) Eco (Zie "Eco" op pagina 221.) Configuratie Eco - aan Demopagina Uit Helplijst Aan Netwerkconfiguratie Biedt informatie Instellingen Standaardmodus Taakrapporten Uit Lettertypelijst Aan Aan-verplichta Functieconfiguratie Standaard Aangepast USB (Zie "USB" op pagina 222.) Afdrukken vanaf Instelling (Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.) Systeem Energ.besparing Datum & Tijd Exempl. Datumnotatie Ontwaakgebeurteni s Auto aanpassen Klokmodus Auto Power Off Dubbelzijdig MSD in wachtrij plaatsen Hoogtecorrectie Papierinvoer Taal Vochtigheid Onderhoud Taak opnieuw inplannen (Opties) Bestandsbeheer (Opties) Verwijd. Formatteren Ruimte tonen Info verbruiksartikelen Waarschuwing: papier bijna op Stille modus Time-out taak Tonerbesparing Archiveringsbeleid Beeldmgr. Time-out rij Stand.formaat Inst. import. Lege pagina’s overslaan Inst. export. a. Als u de eco-modus met een wachtwoord instelt op de SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco Settings) of de Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco), verschijnt het bericht Aan-verplicht. U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 34 Menuoverzicht Instelling (Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.) Beheerinstellingena Toegangscontrole gebruikers Verificatie Stempel Stempel activeren Item Tekstgrootte Opaciteit Positie Beheerderswachtwoord wijzigen Firmware upgraden Afb. overschr.b Automatisch Afbeelding overschrijven Handmatig Afbeelding overschrijven Methode overschrijven Tijden overschrijven Toepassing Toepassingsbeheer Nieuwe toepassing installeren Veilig afdruk. Beheer van verbruiksartikelen Toner bijna op Beeldeenheid is bijna leeg. Netwerk TCP/IP (IPv4) TCP/IP (IPv6) Ethernet 802.1x Protocolbeheer NFC Netwerkconfiguratie Inst. wissen Wi-Fic Wi-Fi AAN/UIT Wi-Fi-instellingen WPS Wi-Fi Direct Wi-Fi-signaal WiFi-inst. wissen Lay-out Afdrukstand Marge Dubbelzijdig Papier Exempl. Multif. lade Lade[x]d Papierinvoer Bevestiging lade Gedrag van lade Automatisch doorgaan Automatische ladekeuze Papiervervanging Ladebeveilig. Lade-modus Grafisch Resolutie Tekst wissen Randverbetering Auto CR Emulatie Type emulatie Instelling a. U moet een wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu. Het standaardwachtwoord is sec00000. b. Deze optie is beschikbaar als het optionele Massaopslagapparaat (harde schijf) geïnstalleerd is. c. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd. d. [ladenummer] geeft het ladenummer aan. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 35 Menuoverzicht Taakstatus (Zie "Taakbeheer (Taakstatus)" op pagina 223.) Huidige taak Teller (Zie "Teller" op pagina 224.) Totaal afgedrukt Help (Zie "Help" op pagina 225.) Basisstroom taken Beveiligde taak Informatie Opgeslagen taak Eco Taak voltooid Directe USB Instelling Problemen oplossen Papierstoring in MF-lade Papierstoring in lade 1 Papierstoring in lade 2 Papierstoring in lade 3 Papierstoring in lade 4 Papierstoring in lade 5 Papierstoring in het apparaat Papierstoring in het uitvoergebied Papierst. in duplex. QR-code 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 36 De standaardinstellingen van het apparaat U kunt de instellingen van het apparaat instellen met het programma Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service 1 Selecteer Menu( bedieningspaneel. ) > OK > Systeeminstellingen > OK op het OF Voor gebruikers van Windows en Mac: Selecteer op het model met aanraakscherm Systeem > Volg. op het aanraakscherm. • Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261). • Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255). Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Om de standaardinstellingen van het apparaat aan te passen, volgt u de volgende stappen: 2 (Instelling) > Selecteer de gewenste optie. • Taal: Pas de taal aan die wordt weergegeven op het bedieningspaneel. • Datum & Tijd: U kunt de datum en tijd instellen. Ze worden afgedrukt in rapporten. Als ze echter verkeerd zijn, moet u ze wijzigen naar de juiste tijd. Voer de juiste tijd en datum in, met behulp van de pijltoetsen of het numeriek toetsenblok (zie "Informatie over het pop-uptoetsenbord" op pagina 228). • Maand = 01 t/m 12 • Dag = 01 t/m 31 • Jaar = vier cijfers vereist • Uur = 01 t/m 12 • Minuut = 00 t/m 59 • Klokmodus: U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 37 De standaardinstellingen van het apparaat • Energ.besparing: Gebruik deze functie om energie te besparen als u het apparaat niet gebruikt. • Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of begint met afdrukken, zal het apparaat uit de energiespaarstand ontwaken. • Als u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop, wordt het apparaat wakker uit sluimerstand. Selecteer (Instelling) > Systeem > Volg. > Ontwaakgebeurtenis > Aan op het aanraakscherm. • 3 Hoogtecorrectie: De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in (zie "Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 227). Druk op OK om de selectie op te slaan. Druk op het model met aanraakscherm op (Terug) om de selectie op te slaan. 4 Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram ( ) om terug te keren naar de stand-bymodus. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 38 Afdrukmateriaal en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. 3 Afdrukmedia selecteren De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling en vezelen vochtgehalte, hebben een grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmedia rekening met het volgende: • Het type, formaat en gewicht van het afdrukmateriaal voor uw apparaat worden beschreven in de specificaties van afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). • Gewenst resultaat: de afdrukmedia die u kiest moeten geschikt zijn voor het doel. Richtlijnen om afdrukmedia te selecteren • Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren scherpere en levendigere afbeeldingen op. Afdrukmedia die niet aan de richtlijnen uit de gebruikershandleiding voldoen kunnen de volgende problemen veroorzaken: • Gladheid van het oppervlak: de gladheid van de afdrukmedia bepaalt hoe scherp de afdrukken er uitzien op papier. U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op gewoon papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmedia die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen. • slechte afdrukkwaliteit • vastlopen van het papier • versnelde slijtage van het apparaat. • Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmedia aan alle richtlijnen van deze gebruikershandleiding voldoen en toch geen bevredigende resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van eigenschappen van de vellen, een onjuiste bediening, een ongewenst temperatuur- en vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover men geen controle heeft. • Voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia koopt, controleert u of het papier voldoet aan de vereisten in deze handleiding. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 39 Afdrukmateriaal en lade 4 • Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst van Samsung. • Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan uw apparaat beschadigen. Lade overzicht Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen. 1 2 • Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken. • Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). • Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan uw apparaat beschadigen. 2 Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van vreemde materialen in de printer kan oververhitting veroorzaken en in zeldzame gevallen brand. Hoeveel papier u in de lade kunt plaatsen is afhankelijk van het gebruikte afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). 1 Papierlengtegeleider 2 Papierbreedtegeleider Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier vastloopt. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 40 Afdrukmateriaal en lade 5 Papier in de lade plaatsen 1 Til de lade een beetje op en trek deze eruit. 2 Druk de papierbreedtegeleider in en trek deze tot aan het einde van de lade. Lade 1/ optionele lade Plaats de afdrukmaterialen die u voor de meeste afdruktaken gebruikt in de standaardlade. De standaardpapierlade kan tot 550 vellen normaal papier bevatten (75 g/m2, 20 lb bond). U kunt een optionele lade kopen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67). Het gebruik van fotopapier of gecoat papier kan problemen veroorzaken die herstellingen vereisen. Dergelijke herstellingen worden niet gedekt door de garantie- of serviceovereenkomsten. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 41 Afdrukmateriaal en lade 3 Druk de papierlengtegeleider in en trek deze tot aan het einde van de lade. 4 Buig de papierstapel en waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u het papier in de lade plaatst. 5 Plaats het papier in de lade. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 42 Afdrukmateriaal en lade 6 Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het gewenste formaat zoals aangegeven op de bodem van de papierlade. • Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier, omdat het papier daardoor kan buigen. • Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen. • Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor kan het papier vastlopen of kreukelen. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 43 Afdrukmateriaal en lade • Plaats niet te veel papier in de lade. Anders kan het papier vastlopen. Zorg dat het papier niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt. 7 Plaats de lade terug in het apparaat. Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document wilt afdrukken. • Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 51. Als u problemen ervaart met het laden van papier, controleert u of het papier voldoet aan de mediaspecificaties (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). Plaats vervolgens één vel per keer in de multifunctionele lade (zie "Afdrukken op speciale afdrukmedia" op pagina 46). Multifunctionele lade • De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt. De multifunctionele lade kan speciale types en formaten van afdrukmedia bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade • Plaats slechts één soort, formaat en gewicht van afdrukmateriaal tegelijk in de multifunctionele lade. • Voeg geen papier toe als er nog papier in de multifunctionele lade ligt. Dit kan papierstoringen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmateriaal. • Afdrukmedia moeten met de voorzijde naar boven en de bovenkant eerst in het midden van de multifunctionele lade worden geplaatst. 1 2 1 Vol 2 Leeg 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 44 Afdrukmateriaal en lade • Plaats alleen afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Zo voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). • Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten vlak voor u ze in de multifunctionele lade plaatst. 1 3 Plaats het papier in de lade. 4 Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt. Open de multifunctionele lade en trek, indien nodig, het verlengstuk eruit. 2 3 1 2 Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 45 Afdrukmateriaal en lade 5 Stel het papiertype en -formaat voor de multifunctionele lade in om een document af te drukken. U kunt deze ook instellen via Menu( )> Papier > een lade selecteren > Papierformaat of de knop Papiertype op het bedieningspaneel. Voor het • model met een aanraakscherm kunt u instellen via Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 51. Papier > Volg. > een lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op het aanraakscherm. 6 Afdrukken op speciale afdrukmedia De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia voor elke lade. De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor verkeerd papier wordt gegeven. U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het programma Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service • (Instelling) > Voor gebruikers van Windows en Mac: - Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261). - Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255). Vervolgens kunt u het papiertype instellen via het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken > het tabblad Papier > de optie Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Als u bijvoorbeeld op etiketten wilt afdrukken, selecteert u Etiketten als Type papier. • Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116 voor papiergewicht per vel. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 46 Afdrukmateriaal en lade Types Lade 1 Optionele laden Multifunctionele lade Normaal papier ● ● ● Dik papier ● ● ● ● Dikker Dun papier ● ● ● Katoen ● ● ● Kleur ● ● ● Voorbedrukt ● ● ● Kringlooppapie r ● ● ● Envelop ● ● ● Etiketten ● ● ● Kaarten ● ● ● Bankpost ● ● ● Archiefpapier ● ● ● Birefhoofd ● ● ● Geperforeerd ● ● ● De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat in de lade moet worden geplaatst. Deze instelling verschijnt nu in de vervolgkeuzelijst zodat u ze kunt selecteren. Op die manier krijgt u de beste afdrukkwaliteit. Zo niet, wordt de gewenste afdrukkwaliteit mogelijk niet bereikt Enveloppen Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit. (●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund) 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 47 Afdrukmateriaal en lade Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken. • • Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen. • Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit. • Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek. 1 Aanvaardbaar 2 Onaanvaardbaar Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren: - Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m2, anders kunnen de enveloppen vastlopen. - Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm opkrullende rand, zonder lucht. - Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde enveloppen. - Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in werking te kunnen. • Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen. • Gebruik geen afgestempelde enveloppen. • Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van het apparaat, ongeveer 170 °C. De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen. • Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop. • Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 48 Afdrukmateriaal en lade Etiketten Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. • - Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel. • Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken. • Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd. • Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen, gekreukt of anderszins beschadigd zijn. Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende factoren: - Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van het apparaat van circa 170 °C (338 °F). - Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen tot gevolg hebben. - Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13 mm omkrullen. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 49 Afdrukmateriaal en lade Kartonpapier/papier van een aangepast formaat Voorbedrukt papier Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft. • Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van de afdrukmedia. • Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1 seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170 ?) van het apparaat. • De inkt op het voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet beschadigen. • Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 50 Afdrukmateriaal en lade Vervolgens kunt u het papiertype instellen via het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken > het tabblad Papier > de optie Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). 7 Papierformaat en -type instellen Nadat u papier in de papierlade hebt geplaatst, stelt u het papierformaat en de papiersoort in. 1 De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor verkeerd papier wordt gegeven. OF Selecteer voor het model met een aanraakscherm U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het programma Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service • Voor gebruikers van Windows en Mac: - Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261). - Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255). U kunt deze ook instellen via Menu( ) > Papier > een lade selecteren > Papierformaat of de knop Papiertype op het bedieningspaneel. Voor het model met een aanraakscherm kunt u instellen via (Instelling) > Papier Kies de Menu( ) > Papier > de knop Papierformaat of Papiertype op het bedieningspaneel. (Instelling) > Papier > Volg. > en selecteer een lade > Papierformaat of Papiertype op het aanraakscherm. 2 Selecteer de gewenste lade en de gewenste optie. Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie en ga naar stap 4. 3 4 Druk op OK om de selectie op te slaan. Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( terug te keren naar de stand-bymodus. ) om Als u papier met speciale afmetingen wilt gebruiken, zoals factuurpapier, selecteert u het tabblad Papier > Grootte > Bewerken... en stelt u Aang. papierform. inst. in Voorkeursinstellingen voor afdrukken in (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). > Volg. > een lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op het aanraakscherm. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 51 Afdrukmateriaal en lade 8 De uitvoersteun gebruiken De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). Het oppervlak van de uitvoerlade kan warm worden wanneer u veel pagina's tegelijk afdrukt. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en houd kinderen uit de buurt. De afgedrukte pagina's worden op de uitvoersteun gestapeld en de uitvoersteun helpt bij het rechtleggen van de afgedrukte pagina's. Vouw de uitvoersteun uit. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 52 Eenvoudige afdruktaken Raadpleeg de Handleiding Geavanceerd (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231) voor speciale afdrukfuncties. 3 Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. 4 De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken. 9 Afdrukken Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u Handleiding Geavanceerd (zie "Afdrukken vanaf een Mac" op pagina 244, "Afdrukken in Linux" op pagina 246 of "Afdrukken in Unix" op pagina 248). Het volgende venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor Notepad in Windows 7. 1 2 Open het document dat u wilt afdrukken. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties. (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). 5 Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te starten. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 53 Eenvoudige afdruktaken 10 Een afdruktaak annuleren Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te worden, annuleert u op de volgende manier: • U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( • ) in de taakbalk van Windows. U kunt de huidige taak ook annuleren door op (Stoppen/Wissen) 1 2 Open het document dat u wilt afdrukken. 3 4 Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt weergegeven. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. De schermafbeelding kan variëren afhankelijk van het model. op het bedieningspaneel te drukken. 11 Voorkeursinstellingen openen • Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in deze gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. • Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken, of . Een uitroepteken ( ) wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren maar dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken wil zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de instellingen of omgeving van het apparaat. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 54 Eenvoudige afdruktaken • U kunt voordat u gaat afdrukken eco-functies toepassen om papier en toner te besparen (zie "Easy Eco Driver" op pagina 254). • U kunt de huidige status van het apparaat controleren door op de knop Printerstatus te drukken (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263). Voorkeursinstellingen gebruiken 3 4 Klik op Opslaan. 5 Klik op OK. Als u Favorieten opslaat, worden alle huidige driverinstellingen bewaard. Vul de naam en beschrijving in en selecteer daarna het gewenste symbool. Om een opgeslagen instelling te gebruiken moet u ze selecteren in de Favorieten tab. Het apparaat is nu ingesteld om af te drukken volgens de instellingen die u geselecteerd hebt. Om de opgeslagen instellingen te wissen moet u ze selecteren in de Favorieten tab en klikken op Wissen. Met de optie Favorieten die op elk tabblad maar niet op het tabblad Favorieten en Samsung wordt weergegeven, kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Volg de volgende stappen om een Favorieten onderdeel te bewaren: 12 1 2 Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in. Help gebruiken Vul de naam van het onderdeel in in het vak in Favorieten. Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 55 Eenvoudige afdruktaken 13 Eco-afdruk Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken. Instellen van Eco-modus op het bedieningspaneel. 1 Selecteer Menu( bedieningspaneel. ) > Systeeminstellingen > Eco-instel. op het OF U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager. • Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus activeren) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261). Selecteer op het model met aanraakscherm (Eco) > Instellingen > Volg. op het aanraakscherm. 2 Selecteer de gewenste optie en druk op OK. Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie en ga naar stap 4. • Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus uitgeschakeld. Als u de ecomodus met een wachtwoord instelt vanaf de SyncThru™ Web Service (Settings tab > Machine Settings > System > Eco Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco), verschijnt de On force boodschap. U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 56 Eenvoudige afdruktaken • 3 4 Sjabloon selecteren: Volg de instellingen van Syncthru™ Web Service of Samsung Easy Printer Manager. Voordat u dit item selecteert, moet u de ecofunctie instellen in SyncThru™ Web Service ( tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco). Eco-opties • Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het bedieningspaneel van de printer. • Geen: Schakelt Eco-modus uit. • Afdrukken in ecomodus: Schakelt eco-modus in. Activeer de verschillende Eco-onderdelen die u wilt gebruiken. • Wachtwoord: Als de beheerder heeft ingesteld dat de Eco-modus moet worden gebruikt, moet u een wachtwoord opgeven om de status te wijzigen. Druk op OK om de selectie op te slaan. Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram ( ) om terug te keren naar de stand-bymodus. Eco-modus in het stuurprogramma instellen Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties.(zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). De knop Wachtwoord: U kunt instellen vanaf de SyncThru™ Web Service (Settings tab > Machine Settings > System > Eco Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco), de wachtwoordknop is geactiveerd. Om de afdrukinstellingen te wijzigen, klikt u op deze knop, voert u het wachtwoord in of neemt u contact op met de beheerder. Open het tabblad Eco om de Eco-modus in te stellen. Als u de ecoafbeelding ziet ( ), betekent dit dat de eco-modus momenteel is ingeschakeld. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 57 Eenvoudige afdruktaken Resultaatsimulator De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxideemissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier, naargelang de door u gekozen instellingen. • De resultaten worden berekend op basis van een totaal aantal van honderd pagina's zonder blanco pagina, als de Eco-modus is uitgeschakeld. • Zie voor de berekeningscoëfficiënt met betrekking tot CO2, energie en papier het IEA, de index van het Japanse ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie en www.remanufacturing.org.uk. Elk model gebruikt een ander kengetal. • Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit apparaat het gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken. • De weergegeven hoeveelheid is slechts een schatting omdat de werkelijke hoeveelheid kan verschillen naargelang het gebruikte besturingssysteem, computerkracht, programma's, aansluitmethode, mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 58 Een USB-geheugenapparaat gebruiken 14 Over een USB-geheugenapparaat Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van documenten, presentaties, gedownloade muziek en video’s, hogeresolutieafbeeldingen en alle andere bestanden die u wilt opslaan of verplaatsen. Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat compatibel is, anders wordt het mogelijk niet herkend. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. Uw apparaat ondersteunt USB-geheugenapparaten met FAT16/FAT32 en sectoren van 512 bytes. Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw leverancier. Gebruik alleen USB-geheugenapparaten met een USB-connector van het type A. A B • Verwijder het USB-geheugenapparaat niet als het in gebruik is. Schade veroorzaakt door onjuist gebruik valt niet onder de garantie. Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat over een connector met een metalen afscherming beschikt. • Als uw USB-geheugenapparaat bepaalde functies heeft, zoals beveiligings- en wachtwoordinstellingen, kan uw apparaat het mogelijk niet automatisch detecteren. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het USB-geheugenapparaat voor meer informatie over deze functies. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 59 Een USB-geheugenapparaat gebruiken 15 Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat rechtstreeks afdrukken. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. 2 Selecteer Menu( bedieningspaneel. ) > Directe USB > Via USB afdrukken op het OF Bestandstypen die door de optie Rechtstreeks afdrukken worden ondersteund: • PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde stuurprogramma zijn compatibel. Als u PRN-bestanden afdrukt die op een ander apparaat zijn gemaakt, zal de afdruk verschillen. • TIFF: TIFF 6.0 Baseline • JPEG: JPEG Baseline • PDF: PDF 1.7 of ouder Selecteer (USB) > Afdrukken vanaf > Volgende op het aanraakscherm. 3 4 Selecteer de gewenste map of het gewenste bestand. 5 6 Raak Afdrukk. aan op het aanraakscherm. Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken of geef een getal op. Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( terug te keren naar de stand-bymodus. ) om Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat: 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 60 Een USB-geheugenapparaat gebruiken Gegevens terugzetten 16 Een back-up maken van uw gegevens Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het opslaan. Met een back-up beveiligt u de systeeminstellingen door ze als back-upbestanden op een USB-geheugenapparaat op te slaan. 1 Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. 2 Selecteer Menu( bedieningspaneel. ) > Beheerinstellingen > Inst. Import op het OF Back-up van gegevens maken Selecteer (Instelling) > Systeem > Volg. > Inst. import. op het aanraakscherm. 1 Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. 2 Selecteer Menu( bedieningspaneel. Selecteer Gegevens instellen. OF 3 4 5 Selecteer (Instelling > ) Systeem > Volg. > Inst. export. op het aanraakscherm. 6 Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( terug te keren naar de stand-bymodus. ) > Beheerinstellingen > Inst. Export op het 3 Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 4 Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( terug te keren naar de stand-bymodus. Selecteer het bestand dat u wilt herstellen. Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven. ) om ) om 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 61 Een USB-geheugenapparaat gebruiken 17 USB-geheugen beheren U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te formatteren. 3 Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 4 Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( terug te keren naar de stand-bymodus. ) om USB-geheugenapparaat formatteren Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze niet meer nodig hebt. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. 2 Selecteer Menu( bedieningspaneel. OF Een afbeeldingsbestand verwijderen 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. 2 Selecteer Menu( ) > Directe USB >Bestandsbeheer > Verwijd. op het bedieningspaneel. OF Selecteer (USB) > Bestandsbeheer > Volgende > selecteer de gewenste map of het gewenste bestand > (Opties) > Verwijd. op het aanraakscherm. ) > Directe USB >Formatteren op het Selecteer (Directe USB) > Bestandsbeheer > Volg. > selecteer de gewenste map of het gewenste bestand > (Opties) > Formatteren op het aanraakscherm. 3 Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 4 Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( terug te keren naar de stand-bymodus. ) om 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 62 Een USB-geheugenapparaat gebruiken De USB-geheugenstatus weergeven U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het scannen en opslaan van documenten. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. 2 Selecteer Menu( bedieningspaneel. ) > Directe USB >Ruimte controleren op het OF Selecteer (Directe USB) > Ruimte tonen > Volg. op het aanraakscherm. 3 Op het scherm wordt de beschikbare geheugenruimte weergegeven. 4 Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( terug te keren naar de stand-bymodus. ) om 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 63 3. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen. • Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen • • • • • • • • • • • 65 Beschikbare verbruiksartikelen 66 Beschikbare accessoires 67 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 68 De tonercassette bewaren 69 Toner herverdelen 71 De tonercassette vervangen 73 De beeldeenheid vervangen 75 Accessoires installeren 77 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 80 Instellen van de waarschuwing toner/beeldeenheid bijna op 81 Het apparaat reinigen 82 • Tips voor het verplaatsen en opbergen van het apparaat 87 Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen. Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de klantenservice. 3. Onderhoud 65 Beschikbare verbruiksartikelen Als benodigdheden aan het einde van hun levensduur zijn, kunt u de volgende verbruiksartikelen bestellen voor uw apparaat: Type Tonercartridgea Beeldeenheidb Gemiddeld aantal afdrukken Benaming van onderdeel Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 7.000 standaard pagina's MLT-D304S Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 20.000 standaard pagina's MLT-D304L Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 40.000 standaard pagina's MLT-D304E Ong. 100.000 pagina's MLT-R304 a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en het type en formaat van het afdrukmateriaal. b. Op basis van 3 gemiddelde enkelzijdige pagina's in papierformaat Letter/A4 per taak (en bovengenoemd dekkingspatroon). Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en het type en formaat van het afdrukmateriaal. De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus. Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen. Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietoriginele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat. 3. Onderhoud 66 Beschikbare accessoires U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te vergroten. Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). Optie Functie Benaming van onderdeel Geheugenmodule Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit. SL-MEM001: 2 GB Optionele lade Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra papierlade plaatsen. SL-SCF4500 Hiermee kunt u de capaciteit van het apparaat uitbreiden en afdrukken op diverse manieren. SL-HDK4001 Hiermee kunt u het apparaat eenvoudig verplaatsen met behulp van deze standaard op wielen. SL-DSK001S Deze kit stelt u in staat om uw apparaat als een Wireless- of NFC-apparaat te gebruiken. SL-NWE001X Massaopslagapparaat (harde schijf)a Korte standaard Wireless/NFC-kit a. Alleen M453xND series. 3. Onderhoud 67 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud U dient de onderhoudsgevoelige onderdelen regelmatig te vervangen om de machine in goede conditie te houden, en problemen met de afdrukkwaliteit en aanvoerstoringen als gevolg van versleten onderdelen te voorkomen. Onderhoudsgevoelige onderdelen zijn voornamelijk rollen, riemen en rubbermatten. De vervangingsperiode en betreffende onderdelen kunnen per model verschillen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Neem contact op met de oorspronkelijke leverancier van de machine voor aankoop van onderhoudsonderdelen. Het Samsung Printer Status-programma geeft de vervangingsperiode voor onderhoudsgevoelige onderdelen aan. Of wanneer uw machine een displayscherm heeft, wordt daarin een bericht weergegeven. De vervangingsperiode kan afhangen van het gebruikte besturingssysteem, rekenprestaties, toepassingssoftware, verbindingsmethode, papiertype, papierformaat en complexiteit van de taak. 3. Onderhoud 68 De tonercassette bewaren Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren. Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te bewaren. - Op stoffige plaatsen. - In een auto gedurende een lange periode. - In een omgeving met corrosieve dampen. - In een omgeving met zilte lucht. 1 Behandelingsinstructies • Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan. • Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken. • Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit kan interne schade en een tonerlek veroorzaken. 2 • Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking. • Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven als bij de installatie. • Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden: - In een omgeving met een temperatuur hoger dan 30 °C. - In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of van meer dan 80%. - In een omgeving met extreme temperatuur- of vochtigheidsschommelingen. - In direct zon- of kunstlicht. Gebruik tonercassette Samsung Electronics raadt het gebruik van andere tonercassettes dan van Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde tonercassettes of tonercassettes van witte producten. De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette, gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan Samsung. 3. Onderhoud 69 De tonercassette bewaren 3 Geschatte gebruiksduur van tonercassette De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette waarschijnlijk vaker worden vervangen. 3. Onderhoud 70 Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: • Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten. • knippert de Status-LED rood. Er verschijnt mogelijk een bericht op het scherm dat aangeeft dat de toner bijna op is. • Het programmavenster Samsung Printing Status van de computer verschijnt en vertelt u welke cassette bijna leeg is (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263). In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld. De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). • Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier. • Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt. • Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette. • Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. 3. Onderhoud 71 Toner herverdelen 1 2 2 1 3. Onderhoud 72 De tonercassette vervangen De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna bereikt: • De status-LED en het bericht in verband met de toner op het display geven aan dat de tonercassette vervangen moet worden. • Het Samsung Printing Status programmavenster van de computer verschijnt en vertelt u welke cartridge bijna leeg is (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263). Controleer de productcode aan de bovenkant van de tonercassette voordat u deze bestelt of plaatst in uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 66). • Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin. • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). • Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier. • Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt. • Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette. • Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. 3. Onderhoud 73 De tonercassette vervangen 4 Tonercassette 1 2 1 2 2 3 1 3. Onderhoud 74 De beeldeenheid vervangen 5 Beeldeenheid 1 2 2 2 1 1 3. Onderhoud 75 De beeldeenheid vervangen 2 1 3. Onderhoud 76 Accessoires installeren 6 7 Voorzorgsmaatregelen • Koppel het netsnoer los. Verwijder nooit het toegangspaneel tot het moederbord als de stroom is ingeschakeld. Koppel steeds het netsnoer los als u interne of externe accessoires installeert of verwijdert om het risico op een elektrische schok te voorkomen. • Apparaatopties instellen Dit apparaat detecteert en stelt automatisch de optionele apparaten in die u installeert, zoals een optionele lade, geheugen, enz. Als u de optionele apparaten die u installeerde niet kunt gebruiken in deze driver, kunt u de optionele apparaten instellen inApparaatopties. 1 Ontlaad statische elektriciteit. Het moederbord en de interne accessoires (geheugenmodule) zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Voordat u interne accessoires installeert of verwijdert, moet u de statische elektriciteit van uw lichaam ontladen door een metalen voorwerp aan te raken, zoals de metalen achterplaat van een willekeurig apparaat dat op een geaarde stroombron is aangesloten. Als u voor het beëindigen van de installatie rondwandelt, herhaalt u deze procedure om nogmaals eventuele statische elektriciteit te ontladen. Let op bij de installatie van accessoires: het vervangen van de batterij in het apparaat valt onder de service. Vervang ze niet zelf. Er bestaat een explosierisico als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type. Uw dienstverlener dient de oude batterij uit uw apparaat te verwijderen en deze volgens de in uw land van toepassing zijnde wetgeving af te voeren. Klik op het menu Start van Windows. • 2 3 4 In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens Zoeken > Instellingen. In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. • In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. • Zoek voor Windows 8 naar Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen. In Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Eigenschappen van printer in het snelmenu. 3. Onderhoud 77 Accessoires installeren • Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ? staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 5 - Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak starten. - Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten. Selecteer Apparaatopties. Het venster Eigenschappen kan variëren afhankelijk van het stuurprogramma of besturingssysteem dat u gebruikt. 6 Taakaccountbeheer: Hiermee kunt u de gebruiker koppelen aan de accountidentificatie-informatie bij elk document dat u afdrukt. Als u het wachtwoord voor taakaccountbeheer wilt coderen, vinkt u Wachtwoordcodering taakaccountbeheer aan. Selecteer de juiste optie. • Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. 7 • Ladeopties: Selecteer de optionele lade die u heeft geïnstalleerd. U kunt de lade selecteren. • Opslagopties: Selecteer het optionele geheugen dat u heeft geïnstalleerd. Als deze mogelijkheid aangevinkt is, kunt u de Afdrukmodus selecteren. • Printerconfiguratie: Selecteer de printertaal voor de afdrukopdracht. • Beheerderinstellingen: U kunt de Printerstatus en EMFspooling selecteren. Aang. papierform. inst.: U kunt een aangepast papierformaat opgeven. Klik op OK totdat u het venster Eigenschappen of Eigenschappen van printer verlaat. 3. Onderhoud 78 Accessoires installeren 8 Een geheugenmodule (DIMM) upgraden Uw apparaat beschikt over een "dual in-line"-geheugenmodule (DIMM). Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te installeren. We raden u aan om alleen DIMM's van Samsung te gebruiken. Uw garantie is niet geldig als blijkt dat het probleem met uw apparaat wordt veroorzaakt door DIMM's van derden. Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67). 1 1 2 2 1 2 1 1 2 2 3. Onderhoud 79 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen. 1 Selecteer Menu( ) > Systeeminstellingen > Onderhoud > Gebr.duur art. op het bedieningsscherm. OF Voor het model met een aanraakscherm: Selecteer (Instelling) > Systeem > Volg. > Onderhoud > Info verbruiksartikelen OF Selecteer 2 (Informatie) > Biedt informatie op het aanraakscherm. Selecteer de gewenste optie en druk op OK. Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie. 3 Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram ( ) om terug te keren naar de stand-bymodus. 3. Onderhoud 80 Instellen van de waarschuwing toner/beeldeenheid bijna op Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet. U kunt de instellingen van het apparaat instellen met het programma Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service Voor gebruikers van Windows en Mac: • Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > modus inschakelen) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261). (Geavanceerde • Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255). 1 Selecteer Menu( ) > Beheerinstellingen > Beheer van verbruiksartikelen > Toner bijna op of Waarschuwing Beeldeenheid bijna leeg op het bedieningspaneel. Selecteer op het model met aanraakscherm bijna leeg op het aanraakscherm. 2 (Instelling) > Systeem > Volg. > Onderhoud > Toner bijna op of Waarschuwing beeldeenheid Selecteer de optie die u wenst en druk op OK om de selectie op te slaan. Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie. 3 Druk op de knop (Stoppen/Wissen) of het home-pictogram ( ) om terug te keren naar de stand-bymodus. 3. Onderhoud 81 Het apparaat reinigen Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen. • Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen. • Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn. 9 De buitenkant reinigen Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen water op of in het apparaat terechtkomt. 10 De binnenkant reinigen Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen. 3. Onderhoud 82 Het apparaat reinigen Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen. 3. Onderhoud 83 Het apparaat reinigen 1 1 2 2 3. Onderhoud 84 Het apparaat reinigen 2 2 1 1 3. Onderhoud 85 Het apparaat reinigen 11 Reinigen van de opneemrol 1 2 2 1 3. Onderhoud 86 Tips voor het verplaatsen en opbergen van het apparaat Beschadigingen door vallen of stoten of klappen vallen niet onder de garantie, vanwege de opzettelijke of onopzettelijke acties van de gebruiker. • U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren. • Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden. 3. Onderhoud 87 4. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Tips om papierstoringen te voorkomen 89 • Papierstoringen verhelpen 90 • Informatie over de status-LED 102 • Informatie over displaymeldingen 104 • In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, controleert u eerst het bericht op het displayscherm om de fout op te lossen. • Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem vindt, raadpleegt u het hoofdstuk Problemen oplossen in de Handleiding Geavanceerd (zie "Problemen oplossen" op pagina 272). • Als u de oplossing niet kunt vinden in deze Gebruikershandleiding of het probleem blijft aanhouden, neem dan contact op met een servicecentrum. Tips om papierstoringen te voorkomen U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te voorkomen: • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 40). • Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken. • Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst. • Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier. • Plaats geen verschillende soorten papier in een lade. • Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116). 4. Problemen oplossen 89 Papierstoringen verhelpen Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. 1 In lade 1 De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). 4. Problemen oplossen 90 Papierstoringen verhelpen 2 In optionele lade • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). • Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 9). 4. Problemen oplossen 91 Papierstoringen verhelpen Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: 4. Problemen oplossen 92 Papierstoringen verhelpen Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: 4. Problemen oplossen 93 Papierstoringen verhelpen 3 In de multifunctionele lade 1 2 4. Problemen oplossen 94 Papierstoringen verhelpen 4 Binnenin het apparaat Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19). 4. Problemen oplossen 95 Papierstoringen verhelpen 1 2 2 1 4. Problemen oplossen 96 Papierstoringen verhelpen Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: 4. Problemen oplossen 97 Papierstoringen verhelpen 5 In het uitvoergebied Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 4. Problemen oplossen 98 Papierstoringen verhelpen Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: 4. Problemen oplossen 99 Papierstoringen verhelpen 6 Rond de duplexeenheid 4. Problemen oplossen 100 Papierstoringen verhelpen Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: 4. Problemen oplossen 101 Informatie over de status-LED De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan. • Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 21). • Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 104). • U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263). • Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen. LED Status Uit Omschrijving Het apparaat is offline. Knippert Als het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens. Aan • Het apparaat is online en klaar voor gebruik. Blauw • Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken. Knippert ( ) Status Rood • De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassettea. van de tonercassette is bijna bereikt. Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71). • De tonercassette heeft de geschatte levensduur a bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • De klep is geopend. Sluit de klep. Aan • De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade. • Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 104). • Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 90). 4. Problemen oplossen 102 Informatie over de status-LED LED ( )aan/uit Status Omschrijving Aan Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus. Uit Het apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld. Blauw a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van het afdrukgebied, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen, media en het formaat van het afdrukmateriaal. 4. Problemen oplossen 103 Informatie over displaymeldingen Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem. 7 Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier • U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Afdrukstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263). Papierst. in duplex. • Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen. • Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de klantenservice. • Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige meldingen mogelijk niet op het display. • [foutnummer] geeft het foutnummer aan. • [ladenummer] geeft het ladenummer aan. • [kleur] geeft de kleur van de toner aan. Melding Voorgestelde oplossing Betekenis Pap.stor. aan onderkant duplexeenh. Het papier is vastgelopen bij het dubbelzijdig afdrukken. Dit geldt alleen voor apparaten die over deze functie beschikken. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Rond de duplexeenheid" op pagina 100). • Papierstoring in het uitvoergebied Er is papier vastgelopen bij de uitgang. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In het uitvoergebied" op pagina 98). Er is papier vastgelopen in het apparaat. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Binnenin het apparaat" op pagina 95). Er is papier vastgelopen in de lade. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In lade 1" op pagina 90). • Papierstoring in het uitvoergebied • Papierstoring in machine • Papierstoring binnenin het apparaat Papierstoring in lade 1 4. Problemen oplossen 104 Informatie over displaymeldingen Melding • Papierstoring in lade 2 Betekenis Voorgestelde oplossing Er is papier vastgelopen in de optionele lade. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In optionele lade" op pagina 91). Er is papier vastgelopen in de multifunctionele lade. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In de multifunctionele lade" op pagina 94). • Papierstoring in lade 3 • Papierstoring in lade 4 • Papierstoring in lade 5 Papierstoring in MFlade 4. Problemen oplossen 105 Informatie over displaymeldingen 8 Meldingen over de tonercassette Melding Betekenis Voorgestelde oplossing Er is een probleem met de beeldeenheid. Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. • Bereid nieuwe toner voor De tonercassette heeft de geschatte • Bereid nieuwe tonercassette voor levensduurb bijna bereikt. Houd een nieuwe cassette gereed om de oude cassette te vervangen. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71). • Breid beeldeenheid voor De geschatte levensduur van de toner is bijna bereikt. • Fout: [foutnummer] Melding • Plaats nieuwe cas. • Levensduur beëindigd. Vervangen door nieuwe tonercassette • Beeldeenh. vervangen • Einde van gebruiksduur. Plaats nieuwe beeldeenheid • Fout: [foutnummer] • Probleem met beeldeenheid: [foutnummer]. Beeldeenheid opnieuw installeren Betekenis De aangeduide tonercassette heeft haar geschatte Voorgestelde oplossing Vervang de tonercassette door een tonercassette van Samsung die speciaal is levensduur bereiktb. ontworpen voor uw apparaata (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). De aangegeven beeldeenheid is aan het einde van de geschatte Installeer een originele beeldeenheid van Samsung (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 75). levensduurb. De beeldeenheid is niet geïnstalleerd. Installeer de beeldeenheid. Als de beeldeenheid al is geïnstalleerd, installeert u deze opnieuw. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. • Storing beeldeenheid: [foutnummer]. Neem contact op met de servicedienst • Bereid nieuwe beeldeenheid voor Bereid een nieuwe beeldeenheid voor ter vervanging van de oude (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 75). 4. Problemen oplossen 106 Informatie over displaymeldingen Melding • Schud tonercassette • Schud en installeer de tonercassette. Vervang tonercassette als het probleem zich blijft voordoen • Fout: [foutnummer] • Probl. [foutnummer] met het tonercassettesyst eem. Instal. tonercas. Opnieuw • Er is geen tonercassette geplaatst • Geen tonercassette geïnstalleerd. Installeer een tonercassette Betekenis De tonercassette bevat nog een kleine hoeveelheid toner. Voorgestelde oplossing U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71). Melding • Beeldeenheid is niet geplaatst Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette. Indien geïnstalleerd, probeer de tonercassette opnieuw te installeren. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. Installeer de tonercassette opnieuw. Voorgestelde oplossing De beeldeenheid is niet geïnstalleerd. Plaats de beeldeenheid twee of drie keer opnieuw. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. Er is een probleem in de tonercassette. Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet geschikt voor uw apparaat. Installeer een originele beeldeenheid van Samsung die speciaal is ontworpen voor uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 66). De beeldeenheid die u hebt geïnstalleerd, is niet geschikt voor uw apparaat. Installeer een originele beeldeenheid van Samsung die speciaal is ontworpen voor uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 66). • Er is geen beeldeenheid geplaatst. Plaats een beeldeenheid • Fout: [foutnummer] Er is geen tonercassette geplaatst. Betekenis • Tonercassettestori ng: [foutnummer]. Bel voor onderhoud • Toner niet compatibel • Tonercassette is niet compatibel. Controleer gebruikershandle iding • Beeldeenheid is niet compatibel • Beeldeenheid is niet compatibel.Raad pleeg de handleiding. 4. Problemen oplossen 107 Informatie over displaymeldingen Melding • Plaats nieuwe cas. • Plaats nieuwe tonercassette Betekenis Voorgestelde oplossing De aangegeven tonercassette is bijna aan het einde van de geschatte Als u van een optimale afdrukkwaliteit wilt blijven genieten, dient u de tonercassette te vervangen wanneer dit bericht verschijnt. Als u de cassette verder blijft gebruiken kunnen er problemen optreden met de afdrukkwaliteit (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). levensduurb. Als het apparaat stopt met afdrukken, vervangt u de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • Beeldeenh. vervangen • Plaats een nieuwe beeldeenheid De aangegeven beeldeenheid is bijna aan het einde van de geschatte levensduurb. Als u van een optimale afdrukkwaliteit wilt blijven genieten, dient u de beeldeenheid te vervangen wanneer dit bericht verschijnt. Als u een beeldeenheid verder blijft gebruiken, kunnen er problemen optreden met de afdrukkwaliteit (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 75). Melding • Afsluittape verwijderen • Onvoldoende toner toegevoerd. Verwijder de afdichttape van de tonercassette of schud deze heen en weer. Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen. Betekenis Voorgestelde oplossing De afdichtingstape van de tonercassette is niet verwijderd. Verwijder de afdichtingstape van de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). a. Als de tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken. In dit geval kunt u kiezen om te stoppen of door te gaan met printen vanaf de SyncThru™Web Service. (Settings > Machine Settings > System > Setup > Supplies Management > Toner Cartridge Stop) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Systeem > Beheer van verbruiksartikelen > Tonercassette stoppen). Door deze optie uit te schakelen en door te gaan met afdrukken kan het systeem van het apparaat beschadigd raken. b. De geschatte levensduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte levensduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. 4. Problemen oplossen 108 Informatie over displaymeldingen Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gerecyclede cassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes immers niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung worden niet gedekt door de garantie van het apparaat. Melding • Verkeerd papier in MF-lade Meldingen over de papierlade Melding • Uitvoerbak is vol Betekenis Voorgestelde oplossing De uitvoerlade is vol. Zodra het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat de printer door met afdrukken. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. • Papier in uitvoerlade is vol. Verwijder afgedrukt papier • Alle papierladen leeg • Papier is op in alle laden. Plaats papier Alle lades zijn leeg. Voorgestelde oplossing Er is geen papier in de multifunctionele lade. Plaats papier in de multifunctionele lade (zie "Multifunctionele lade" op pagina 44). • [ladenummer] Verkeerd papier Het papierformaat dat u hebt opgegeven in de printereigenschappen komt niet overeen met het papier dat u hebt geplaatst. U kunt de optie Doorgaan of Annuleren selecteren. Als u Annuleren selecteert, wordt de afdruktaak afgebroken. Plaats het correcte papier in de lade. Als u Doorgaan selecteert, gaat het apparaat door met afdrukken. • [ladenummer] is geopend De lade is niet goed gesloten Sluit de lade goed tot ze vastklikt. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. • De MP-lade is leeg. Vul papier bij. • Fout papier [ladenummer] 9 Betekenis • Cassette [ladenummer] is uitgetrokken. Plaats deze correct Plaats papier in de lade (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 41). 4. Problemen oplossen 109 Informatie over displaymeldingen 10 Melding • Fout: [foutnummer] Betekenis Voorgestelde oplossing Er is een probleem in de lade. Controleer de aansluiting van lade. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. • Probleem met invoersysteem: [foutnummer]. Controleer de aansluiting van [ladenummer] • Fout: [foutnummer] Er is een probleem in de lade. • Storing invoersysteem: [foutnummer]. Open en sluit [ladenummer] • Papier bijna op in [ladenummer] Papier in lade raakt op. Open en sluit de lade. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met de onderhoudsdienst Plaats papier in de lade. Meldingen over het netwerk Melding • IP-conflict Betekenis Voorgestelde oplossing Het IP-adres wordt elders gebruikt. Controleer het IP-adres of vraag een nieuw IP-adres aan. • 802,1x netwerkfout Verificatie mislukt. Controleer het netwerkverificatieprotocol. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als dit probleem zich blijft voordoen. • Er is een confl. tussen dit IP-adr. en dat van een ander syst. Control. dit probl • 802.1x verificatie mislukt. Neem contact op met de systeembeheerder • [ladenummer] is bijna leeg. Vul papier bij. • Papier in De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade. [ladenummer] is op • [ladenummer] is leeg. Vul papier bij. 4. Problemen oplossen 110 Informatie over displaymeldingen 11 Melding Div. meldingen • Fout: [foutnummer] Melding • Voorklep staat open. Sluit klep Betekenis Voorgestelde oplossing De klep is niet goed gesloten. Sluit de klep goed. Deze moet vastklikken. Er is een probleem in het motorsysteem. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en steek hem er weer in. Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen. • Achterklep staat open. Sluit klep. • Fout: [foutnummer] • Probleem met motorsysteem: [foutnummer]. Bel de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen • Fout: [foutnummer] • Probleem [foutnummer] met fuser. Zet het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met klantend. als probl. zich blijft voordoen. Er is een probleem met de fixeereenheid (fuser). Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. • Storing motor: [foutnummer]. Zet het apparaat uit en aan. Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen • Fout: [foutnummer] • Storing MSOKsysteem: [foutnummer]. Neem contact op met de klantenservice • Fout: [foutnummer] • Fout HDD-systeem: [foutnummer]. Zet het apparaat uit en aan. Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen Voorgestelde oplossing Betekenis Er is een probleem in het motorsysteem. Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. Er is een probleem in het HDD-systeem. Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. Er is een probleem in het HDD-systeem. Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. 4. Problemen oplossen 111 Informatie over displaymeldingen Melding Betekenis • Fout: [foutnummer] Er is een probleem met de LSU. Er is een probleem met het ventilatorsysteem. • Storing LSU: [foutnummer]. Zet het apparaat uit en aan. Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen • Fout: [foutnummer] • Storing ventilatie: [foutnummer]. Zet uit en weer aan. Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen • Fout: [foutnummer] • Sensorfout: [foutnummer]. Zet het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met de servicedienst als het probleem zich blijft voordoen Voorgestelde oplossing Betekenis Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. • Fout: [foutnummer] Er is een probleem met de lamp. Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. • Niet juiste kam.temp. Het apparaat staat opgesteld in een vertrek met een ongeschikte kamertemperatuur. Verplaats de machine naar een kamer met gepaste kamertemperatuur (see "Specificaties" op pagina 114). De fixeereenheid is versleten. Vervang de fixeereenheid door een nieuwe. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. • Fout met lamp: [foutnummer]. Zet het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met de servicedienst als het probleem zich blijft voordoen • De temperatuur van de ruimte is niet geschikt voor dit ingestelde gebruik. Pas de temperatuur van de ruimte aan • Vervang fuser Er is een probleem in de sensor. Voorgestelde oplossing Melding Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. • Plaats een nieuwe fixeereenheid 4. Problemen oplossen 112 5. Bijlage In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving. • Specificaties 114 • Informatie over wettelijke voorschriften 124 • Copyright 135 Specificaties 1 Algemene specificaties De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde informatie. Items Afmetingena Breedte x Lengte x Hoogte Omschrijving M453xND series : 433 x 459,5 x 390,7 mm (17 x 18,1 x 15,4 inch) M453xNX series : 433 x 459,5 x 408,8 mm (17 x 18,1 x 16,1 inch) Gewichta Geluidsniveaub c Temperatuur Vochtigheid Nominaal Apparaat inclusief verbruiksartikelen M453xND series : 23,1 kg (50,9 lbs) Stand-bymodus minder dan 30 dB(A) Afdrukmodus minder dan 54 dB(A) Gebruik 10 tot 30°C Opslag (in verpakking) -20 tot 40°C Gebruik 20 tot 80% RV Opslag (in verpakking) 10 tot 90% RV Modellen op 110 volt AC 110 - 127 V Modellen op 220 volt AC 220 - 240 V M453xNX series : 23,3 kg (51,4 lbs) d vermogen 5. Bijlage 114 Specificaties Items Stroomverbruike Omschrijving Gemiddeld vermogen minder dan 850 W Stand-bymodus minder dan 16 W Energiebesparende modus minder dan 1,3 W Uitgeschakelde toestandf minder dan 0,45 W a. De afmetingen en het gewicht zijn gebaseerd op een apparaat zonder accessoires. b. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken. c. Alleen voor China Als het geluid van de apparatuur luider is dan 63 dB (A), moet de apparatuur in een aparte ruimte worden geplaatst. d. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat. e. Het stroomverbruik is afhankelijk van de status van de machine, de instellingen, de omgevingsvoorwaarden en de meetapparatuur en -methode die het land gebruikt. f. Stroomverbruik kan alleen volledig worden voorkomen wanneer de voedingskabel niet is aangesloten. 5. Bijlage 115 Specificaties 2 Specificaties van de afdrukmedia Type Formaat gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb Afmetingen Lade 1/Optionele lade Normaal papier Multifunctionele lade Letter 216 x 279 mm 70 tot 90 g/m2 70 tot 90 g/m2 Legal 216 x 356 mm • 550 vellen van 75 g/m2 • 100 vellen van 75 g/m2 US Folio 216 x 330 mm A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm A5 148 x 210 mm Statement 140 x 216 mm A6 105 x 148 mm Niet beschikbaar in de optionele lade. Indexkaart 76 x 127 mm Niet beschikbaar in lade1/optionele lade. Ansichtkaart 4 x 6 102 x 152 mm Niet beschikbaar in de optionele lade. Ansichtkaart 100 x 148 100 x 148 mm Niet beschikbaar in de optionele lade. 5. Bijlage 116 Specificaties Type Formaat gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb Afmetingen Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade Envelop-Monarch 98 x 191 mm 75 tot 90 g/m2 75 tot 90 g/m2 Envelop nr. 9d 98 x 225 mm • 50 vellen van 75 g/m2 • 10 vellen van 75 g/m2 Envelop Nr. 10 105 x 241 mm Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm 75 tot 90 g/m2 Envelop C6 114 x 162 mm • 50 vellen van 75 g/m2 Dik papier e f Zie Normaal papier Zie Normaal papier 91 tot 120 g/m2 Dikker papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade1/optionele lade. 164 tot 220 g/m2 Dun papier Letter, Legal, Oficio, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier 60 tot 69 g/m2 60 tot 69 g/m2 • 550 vellen • 100 vellen Letter, Legal, Oficio, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, A6, Statement Zie Normaal papier 120 tot 150 g/m2 120 tot 150 g/m2 • 50 vellen • 10 vellen Zie Normaal papier Zie Normaal papier 121 tot 163 g/m2 (32 tot 19,50kg bond) 121 tot 163 g/m2 (32 tot 19,50kg bond) Envelop c Etiketteng h Kartonpapier e • 50 vellen 91 to 120 g/m2 • 10 vellen 5. Bijlage 117 Specificaties Type Formaat gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb Afmetingen Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade Kringlooppapi Letter, Legal, Oficio, er US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier 60 tot 90 g/m2 (16 tot 24 lb bond) 60 tot 90 g/m2 (16 tot 24 lb bond) Voorbedrukt Letter, Legal, Oficio, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier 75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond) 75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond) Bankpost Letter, Legal, Oficio, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier 105 tot 120 g/m2 (28 tot 14,51 kg bond) 105 tot 120 g/m2 (28 tot 14,51 kg bond) Gekleurd papier, katoenpapier, geperforeerd papier Letter, Legal, Oficio, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier 75 tot 90 g/m2 75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond) Briefhoofdh Letter, Legal, Oficio, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier 75 tot 90 g/m2 75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond) 5. Bijlage 118 Specificaties Type Formaat gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb Afmetingen Lade 1/Optionele lade Archiefpapierf Letter, Legal, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement, ansichtkaart 4 x 6, ansichtkaart 100 x 148 Zie Normaal papier 75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond) Minimaal formaat (aangepast) 76,2 x 127 mm 60 tot 163 g/m2 Maximaal formaat (aangepast) 216 x 356 mm Multifunctionele lade 75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond) a. Als het gewicht van het afdrukmateriaal groter is dan 105 g/m2, plaats u de vellen één voor één in de lade. b. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden. c. Monarch-envelop en C6-envelop worden niet ondersteund voor optionele lade. d. Envelop nr. 9 wordt niet ondersteund voor optionele lade(lade3, lade4, lade5). e. Indexkaart wordt alleen ondersteund door de multifunctionele lade. f. A6, ansichtkaart 4 x 6 en ansichtkaart 100 x 148 worden niet ondersteund door de optionele lade. g. Gladheid: 100 tot 250 (sheffield) h. A6 wordt alleen ondersteund door de multifunctionele lade/lade 1. 5. Bijlage 119 Specificaties 3 Systeemvereisten Microsoft® Windows® Vereisten (aanbevolen) Besturingssysteem Processor RAM Vrije schijfruimte Windows® XP Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (256 MB) 1,5 GB Windows Server® 2003 Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB Windows Server® 2008 Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz) 512 MB (2 GB) 10 GB Windows Vista® Intel® Pentium® IV 3 GHz 512 MB (1 GB) 15 GB Windows® 7 Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger 1 GB (2 GB) 16 GB • Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen). • DVD-R/W-station Windows Server® 2008 R2 Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) 512 MB (2 GB) Windows® 8 Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger Windows® 8.1 • Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen). 2 GB 10 GB 20 GB • DVD-R/W-station Windows Server® 2012 Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) 512 MB (2 GB) 32 GB Windows Server® 2012 R2 5. Bijlage 120 Specificaties • Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen. • Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben. • Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat. Mac Vereisten (aanbevolen) Besturingssysteem Processor Mac OS X 10.5 • Intel® processoren RAM Vrije schijfruimte 512 MB (1 GB) 1 GB • 867 MHz of sneller Power PC G4/G5 Mac OS X 10.6 • Intel® processoren 1 GB (2 GB) 1 GB Mac OS X 10.7 - 10.9 • Intel® processoren 2 GB 4 GB 5. Bijlage 121 Specificaties Linux Items Vereisten RedHat® Enterprise Linux WS 5, 6 Fedora12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 OpenSuSE® 11.2, 11.3, 11.4, 12.1, 12.2, 12.3 Besturingssysteem Ubuntu 10.04, 10.10, 11.04, 11.10, 12.04, 12.10, 13.04, 13.10, 14.04 SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 Debian 6, 7 Mint 13, 14, 15, 16 Processor Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2) RAM 512 MB (1 GB) Vrije schijfruimte 1 GB (2 GB) Unix Items Vereisten Sun Solaris 9, 10, 11 (x86, SPARC) Besturingssysteem HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium) IBM AIX 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 6.1 7.1 (PowerPC) Vrije schijfruimte Tot 100 MB 5. Bijlage 122 Specificaties 4 Netwerkomgeving Alleen voor draadloze en netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 8). U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund. Items Netwerkinterface Specificaties • Ethernet 10/100/1000 Base-TX bedraad LAN • Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos LAN en Near Field Communication (NFC)a Netwerkbesturingssysteem • Windows® XP, Windows Server® 2003, Windows Vista®, Windows® 7, Windows® 8,Windows Server® 2008 R2 • Diverse Linux-besturingssystemen • Mac OS X 10.5-10.9 • UNIX OS Netwerkprotocollen • TCP/IPv4 • DHCP, BOOTP • DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP • Standard TCP/IP Printing (RAW), LPR, IPP, WSD, AirPrint, Google Cloud Print, ThinPrint • SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec • TCP/IPv6 (DHCP, DNS, Standard TCP/IP Printing, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec) Draadloze netwerkbeveiliging • Verificatie: Open Syst., Ged. Sleutel, WPA Zakelijk/Privé, WPA2 Zakelijk/Privé • Codering: WEP64, WEP128, TKIP, AES a. Optioneel apparaat. 5. Bijlage 123 Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken en letsels te beperken. 5 Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007. Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I. Waarschuwing De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel ze onzichtbaar is, kan de gereflecteerde laserstraal uw ogen beschadigen. 5. Bijlage 124 Informatie over wettelijke voorschriften 6 8 Veiligheid in verband met ozon Recycleren De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met goede ventilatie. Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of verwijder ze op een milieuvriendelijke wijze. 7 9 Energiebesparingsmodus Alleen voor China Deze printer is uitgerust met een geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken. Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov Voor modellen met ENERGY STAR-certificering staat het etiket van ENERGY STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat gecertificeerd is met ENERGY STAR. ;SUHVV01'01; Website: http://www.samsung.com/cn/support/location/ supportServiceLocation.do?page=SERVICE.LOCATION 5. Bijlage 125 Informatie over wettelijke voorschriften 10 Correcte verwijdering van dit product (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) (Van toepassing in landen met afzonderlijke verzamelsystemen) (Alleen voor de Verenigde Staten) Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website: www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799 11 Proposition 65 van de Staat Californië, Waarschuwing (Alleen voor V.S.) Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van hun levensduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. Gelieve deze items te scheiden van andere soorten afval en ze op een verantwoorde wijze te recyclen met het oog op een duurzaam hergebruik van materialen en ter voorkoming van eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van een ongecontroleerde afvalverwijdering. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers dienen contact op te nemen met hun leverancier en dienen de voorwaarden en bepalingen van de verkoopovereenkomst te controleren. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. 5. Bijlage 126 Informatie over wettelijke voorschriften • 12 raadpleeg uw verdeler of een ervaren radio-/televisiemonteur. Radiofrequentiestraling FCC-normen (VS) Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: • dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken • en moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet volgens de richtlijnen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat bij een bepaalde installatie geen interferentie optreedt. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, raden wij de gebruiker aan de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen: • Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op. • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop de ontvanger is aangesloten. Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming aan de gebruiker om het apparaat te gebruiken vervalt. Canadese regelgeving inzake radio-interferentie Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de standaard voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada. Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur : “Appareils Numériques”, ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada. 5. Bijlage 127 Informatie over wettelijke voorschriften 13 Verenigde Staten van Amerika Federale Communicatiecommissie (FCC) Intentional emitter overeenkomstig FCC Deel 15 Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er draadloze apparaten aanwezig zijn. Eventuele draadloze apparaten in uw systeem zijn enkel gekwalificeerd voor gebruik in de Verenigde Staten van Amerika als er een FCC IDnummer op het systeemlabel staat. De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt aangegeven dat de afstand tussen een draadloos apparaat en het lichaam minstens 20 cm moet bedragen, bij gebruik van het apparaat nabij het lichaam (uitstekende delen niet meegerekend). Dit apparaat moet op meer dan 20 cm van het lichaam worden gehouden wanneer de draadloze apparatuur is ingeschakeld. Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de RF-blootstellingsgrenzen die de FCC heeft bepaald. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken. Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden. Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat, vervalt de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op met de fabrikant. FCC-bepaling voor het gebruik in draadloze LAN’s: Tijdens de installatie en het gebruik van een combinatie van deze zender en antenne kan dicht bij de geïnstalleerde antenne de RFblootstellingsgrens van 1 mW/cm2 worden overschreden. Daarom moet de gebruiker altijd minstens 20 cm afstand houden van de antenne. Dit apparaat kan niet worden geïnstalleerd met een andere zender en verzendantenne. Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden opgesteld of bediend. 5. Bijlage 128 Informatie over wettelijke voorschriften 14 17 Alleen voor Rusland/Kazachstan/Wit-Rusland Alleen voor Thailand Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan de technische vereisten van NTC. 18 De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK) Belangrijk 15 Alleen voor Duitsland 16 Alleen voor Turkije Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap hebt op gezet. Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht. Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van 13 ampère. U moet een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer. 5. Bijlage 129 Informatie over wettelijke voorschriften 19 Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok te krijgen als u hem in het stopcontact steekt. Verklaring van overeenstemming (Europese landen) Goedkeuringen en certificeringen Belangrijke waarschuwing: Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten. De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering: • Groen/geel: aarding • Blauw: neutraal • Bruin: fase Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker. Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen is gekleurd. Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of zwart is gekleurd. Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of de kleur zwart. In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn aangebracht. Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [SL-M453x series] in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG. De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com. Daar klikt u op Ondersteuning > Downloadcenter en geeft u de printernaam (MFP) in om EuDoC te doorzoeken. 1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EC van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen. 1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad inzake de harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende elektromagnetische compatibiliteit. 9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad inzake radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd. 5. Bijlage 130 Informatie over wettelijke voorschriften EC-certificering Certificering voor Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie (FAX) Dit product van Samsung is gecertificeerd door Samsung zelf voor enkeleterminalverbindingen in heel Europa met het openbare telefoonnet (PSTN), in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen voor gebruik met de nationale openbare telefoonnetten en compatibele PBX-en van de Europese landen: Indien er problemen optreden, moet u in eerste instantie contact opnemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd. Het product is getest op TBR21. Het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) heeft voor gebruik en toepassing in overeenstemming met deze norm een adviesdocument gepubliceerd (EG 201 121), waarin opmerkingen en extra voorwaarden staan voor netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals. Het product is getest op, en voldoet aan, alle relevante adviezen in dit document. Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten) Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er draadloze apparaten aanwezig zijn. Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn mogen in de Europese Unie of daarmee verbonden regio's alleen worden gebruikt als een EG-conformiteitsmerkteken op het systeemlabel staat. Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie in de R&TTErichtlijn heeft vastgelegd. Krachtens de goedkeuring van draadloze apparaten gekwalificeerde Europese lidstaten: EU-landen 5. Bijlage 131 Informatie over wettelijke voorschriften Europese landen met gebruiksbeperkingen: EU EEA/EFTA-landen Geen beperkingen op dit ogenblik. 20 Mededelingen aangaande normen Draadloze geleiding Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band. De volgende sectie geeft een algemeen overzicht van beschouwingen die betrekking hebben op het gebruik van een draadloos apparaat. Bijkomende beperkingen, waarschuwingen en overwegingen voor specifieke landen zijn opgenomen in de specifieke landensecties (of landengroepensecties). De draadloze apparaten in uw systeem zijn uitsluitend gekwalificeerd voor gebruik in de landen die geïdentificeerd kunnen worden aan de hand van de markering "Radio gekeurd" op het systeemclassificatielabel. Als het land waar u het draadloos apparaat wilt gebruiken niet in de lijst is opgenomen, neemt u contact op met het plaatselijke instantie voor radiogoedkeuring voor meer informatie over de vereisten. Draadloze apparaten zijn streng gereguleerd en mogen niet worden gebruikt. Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de tot dusver bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadlozen apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder energie afgeven dan conform de veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake radiofrequentie is toegestaan, is de producent ervan overtuigd dat deze apparaten veilig zijn in het gebruik. Ongeacht het vermogensniveau moet menselijk contact tijdens de normale werking zoveel mogelijk worden vermeden. De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt aangegeven dat de afstand tussen het draadloze apparaat en het lichaam, voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (zonder uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet op meer dan 20 cm van het lichaam worden gehouden, wanneer de draadloze apparatuur is ingeschakeld en bezig is met zenden. Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden opgesteld of bediend. Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze apparaten. Hieronder zijn voorbeelden van gebruikelijke beperkingen opgenomen. 5. Bijlage 132 Informatie over wettelijke voorschriften Draadloze RF-communicatie kan interferentie veroorzaken met apparatuur aan boord van burgerluchtvaarttoestellen. De huidige luchtvaartreglementeringen eisen dat draadloze toestellen aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld tijdens de vlucht. IEEE 802.11- (beter bekend als draadloos Ethernet) en Bluetoothcommunicatieapparaten zijn voorbeelden van draadloze communicatieapparaten. In omgevingen waar het risico op interferentie met andere apparaten of diensten schadelijk is of als dusdanig wordt beschouwd, kan gebruik van een draadloos apparaat beperkt of verboden worden. Luchthavens, ziekenhuizen en ruimtes gevuld met zuurstof en ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden van omgevingen waar het gebruik van draadloze apparaten beperkt of verboden kan zijn. Als u zich in een omgeving bevindt waarvan u niet zeker weet of het gebruik van draadloze apparaten gesanctioneerd is, vraagt u de plaatselijke autoriteiten om toelating voor u het draadloze apparaat inschakelt of in gebruik neemt. Als uw systeem uitgerust is met een ingebouwd draadloos apparaat, mag u het draadloos apparaat niet gebruiken tenzij alle kleppen en schermen op hun plaats zitten en het systeem compleet is. Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden. Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat, vervalt de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op met de fabrikant. Gebruik alleen stuurprogramma’s die goedgekeurd zijn voor het land waar het apparaat gebruikt zal worden. Raadpleeg de systeemherstelkit van de fabrikant of neem contact op met de technische dienst van de fabrikant voor meer informatie. Elk land voorziet verschillende beperkingen voor het gebruik van draadloze apparaten. Aangezien uw systeem uitgerust is met een draadloos apparaat, moet u, als u van het ene land naar het andere reist, voorafgaand aan uw vertrek bij de plaatselijke radiogoedkeuringsinstanties informeren of er beperkingen gelden voor het gebruik van draadloze apparaten in het land van bestemming. 5. Bijlage 133 Informatie over wettelijke voorschriften 21 Alleen voor China 5. Bijlage 134 Copyright © 2014 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd. • Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation. • Google, Picasa, Google Docs, Android en Gmail zijn geregistreerde handelsmerken or handelsmerken van Google Inc. • Google Cloud Print is een handelsmerk van Google Inc. • iPad, iPhone, iPod touch, Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van Apple Inc. • Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties. 5. Bijlage 135 Copyright De software geleverd bij dit product bevat open-sourcesoftware. U kunt de complete broncode ter beschikking krijgen voor een periode van drie jaar na de laatste verzending van dit product door een email te sturen naar: [email protected]. Het is ook mogelijk om de complete broncode te krijgen op een fysiek medium, zoals een cd-rom; hiervoor wordt een klein bedrag in rekening gebracht. Met de volgende URL https://opensource.samsung.com/opensource/M453x_Series/seq/0 wordt u omgeleid naar een downloadpagina van de beschikbare broncode en de informatie over de opensourcelicentie met betrekking tot dit product. Dit aanbod is geldig voor iedereen die deze informatie ontvangt. QR-code REV 1.01 5. Bijlage 136 Gebruikershandleiding GEAVANCEERD GEAVANCEERD Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. BASIS Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows. GEAVANCEERD 1. Installatie van de software 3. Menu´s met nuttige instellingen Installatie voor Mac 141 Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 206 Opnieuw installeren voor Mac 142 Informatie 207 Installatie voor Linux 143 Lay-out 208 Opnieuw installeren voor Linux 144 Papier 209 Grafisch 210 Systeeminstellingen/Instelling 211 Emulatie 215 Afbeeldingsbeheer 216 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Nuttige netwerkprogramma’s 146 Netwerk 217 Instelling bekabeld netwerk 148 Beheerinstellingen 219 Eco 221 Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 152 USB 222 IPv6-configuratie 162 Taakbeheer (Taakstatus) 223 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 165 Teller 224 De NFC-functie gebruiken (optioneel) 184 Help 225 Ondersteunde mobiele apps 194 AirPrint 196 Samsung Cloud Print 198 Google Cloud Print™ 200 4. Speciale functies Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 227 Verschillende tekens invoeren 228 138 GEAVANCEERD Afdrukfuncties 230 Problemen met het besturingssysteem 288 Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken 242 Afdrukken vanaf een Mac 244 Afdrukken in Linux 246 Afdrukken in Unix 248 5. Nuttige beheerprogramma's Managementhulpmiddelen gebruiken 251 Easy Capture Manager 252 Samsung AnyWeb Print 253 Easy Eco Driver 254 SyncThru™ Web Service gebruiken 255 Samsung Easy Printer Manager gebruiken 259 Samsung-printerstatus gebruiken 263 Samsung Printer Experience gebruiken 266 6. Problemen oplossen Problemen met papierinvoer 273 Problemen met de voeding en het netsnoer 274 Afdrukproblemen 275 Problemen met de afdrukkwaliteit 280 139 1. Installatie van de software Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152). • Installatie voor Mac 141 • Opnieuw installeren voor Mac 142 • Installatie voor Linux 143 • Opnieuw installeren voor Linux 144 • Als u gebruik maakt van het besturingsysteem Windows, kijkt u in de basishandleiding voor installatie van het stuurprogramma (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 24). • Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter. Installatie voor Mac 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 3 Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer. • Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt weergegeven in de vindfunctie. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Klik op Doorgaan. 8 Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren. 9 10 Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software). 11 Klik op de knop Printer toevoegen om uw printer te selecteren en deze aan je lijst met printers toe te voegen. 12 13 Klik op Doorgaan. Selecteer Met USB aangesloten printer in het scherm Type printerverbinding en klik op Doorgaan. Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Sluiten. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. 1. Installatie van de software 141 Opnieuw installeren voor Mac Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Open de map Programma's > Samsung > Printer Software Uninstaller. 2 3 Klik op Doorgaan om de printersoftware te deïnstalleren. 4 5 Voer het wachtwoord in en klik op OK. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen en klik op Installatie ongedaan maken. Klik na het deïnstalleren op Sluiten. Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen. 1. Installatie van de software 142 Installatie voor Linux Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). 1 Het Unified Linux-stuurprogramma installeren U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 3 Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem. 4 5 6 Pak het pakket uit. 7 Ga verder met de installatie. 8 9 10 11 Start het hulpprogramma voor afdrukken nadat de installatie is voltooid (ga naar System > Administration > Printing of voer de opdracht 'system-config-printer' uit in het terminalprogramma). Klik op de knop Add. Selecteer uw printer. Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te voegen. Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het pakket hebt gekopieerd. Ga naar de map uld. Voer de opdracht './install.sh' uit (als u niet bent aangemeld als root, voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./install.sh') 1. Installatie van de software 143 Opnieuw installeren voor Linux Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 2 Open het Terminalprogramma. 3 Voer de opdracht './uninstall.sh' uit (als u niet bent aangemeld als root, voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./uninstall.sh') 4 Ga door met het verwijderen van het stuurprogramma. Ga naar de map uld van het uitgepakte Unified Linux Driverpakket. 1. Installatie van de software 144 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt. • Nuttige netwerkprogramma’s 146 • Instelling bekabeld netwerk 148 • Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 152 • IPv6-configuratie 162 • Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 165 • De NFC-functie gebruiken (optioneel) 184 • Ondersteunde mobiele apps 194 • AirPrint 196 • Samsung Cloud Print 198 • Google Cloud Print™ 200 Nuttige netwerkprogramma’s Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren. • Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IPadres instellen. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). 2 SyncThru™ Web Admin Service Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor netwerkbeheerders. Met SyncThru™ Web Admin Service kunt u netwerkapparatuur op een efficiënte manier beheren en op afstand controleren. U kunt bovendien problemen oplossen vanaf iedere plek waar u via het internet toegang hebt tot het bedrijfsnetwerk. • Download dit programma op de Samsung website (http:// www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). 1 SyncThru™ Web Service Met de in het netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u het volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255). • Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen. • Apparaatinstellingen aanpassen. • E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt, wordt de apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er een foutmelding is) automatisch naar het e-mailadres van een bepaalde persoon gestuurd. • De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat instellen, zodat u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 146 Nuttige netwerkprogramma’s 3 SetIP instelling bekabeld netwerk Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren en handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)" op pagina 148. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)" op pagina 149. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op pagina 151. • Wanneer het apparaat de netwerkpoort niet ondersteunt, kunt u deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20). • TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 147 Instelling bekabeld netwerk In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IP-adres van uw apparaat vinden. 4 Een netwerkconfiguratierapport afdrukken Voorbeeld: U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van een netwerk. • MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78 • IP-adres: 169.254.192.192 5 Het IP-adres instellen • Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20). • TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund. Druk op Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch toegewezen via een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk bevindt. (Instelling) op het aanraakscherm en kies Netwerk > Netwerkconfiguratie. • • Het apparaat heeft een displayscherm: Druk op de knop Menu( op het bedieningspaneel en selecteer Netwerk > Netwerkconfiguratie. ) Het apparaat heeft een aanraakscherm: Druk op (Instelling) op het aanraakscherm en kies Netwerk > Netwerkconfiguratie. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows) Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via Configuratiescherm > Beveiligingscentrum > Windows Firewall. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 148 Instelling bekabeld netwerk De onderstaande instructies kunnen afwijken voor uw model. 1 2 3 4 5 6 7 Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http:// www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). Volg de instructies in het installatievenster. Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. 8 Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn. Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac) Schakel het apparaat in. In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma's > Samsung Printers > SetIP > SetIP. Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren > Beveiliging (of Beveiliging en privacy) > Firewall. Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. De volgende instructies kunnen verschillen per model. Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 149 Instelling bekabeld netwerk 1 2 3 Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel. Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software ). 11 Selecteer Op het netwerk aangesloten printer (bedraad of draadloos) in het scherm Type printerverbinding en klik op IPadres instellen. 12 Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. 13 Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer. • 4 9 10 Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt weergegeven in de Finder. Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Doorgaan. Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Klik op Doorgaan. 8 Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. 14 Klik op Apply en vervolgens op OK. Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn. Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 150 Instelling bekabeld netwerk IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux) 5 Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat afgedrukt. Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via System Preferences or Administrator. De volgende instructies kunnen verschillen per model of besturingssysteem. 1 Download het programma SetIP vanaf de website van Samsung en pak het programma uit 2 Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html in de map cdroot/ Linux/noarch/at_opt/share/utils. 3 4 Klik hier om het venster TCP/IP Configuration te openen. Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 151 Installeren van een stuurprogramma over het netwerk • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). • Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20). 1 Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148). 2 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. • U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer plaatst. Voor Windows selecteert u het printerstuurprogramma en de software in het venster Selecteer de te installeren software en hulpprogramma's. Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle programma's > Toebehoren > Uitvoeren. 6 Windows Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK. • De firewallsoftware blokkeert mogelijk de netwerkcommunicatie. Schakel de firewall op de computer uit, voordat u het apparaat met het netwerk verbindt. Voor Windows 8: Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door de letter van uw cd-romstation, en klik op OK. Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en selecteert u Run Setup.exe. 3 Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het installatievenster. Klik daarna op Volgende. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 152 Installeren van een stuurprogramma over het 4 Selecteer Netwerk in het scherm Type printerverbinding. Klik daarna op Volgende. 5 Volg de instructies in het installatievenster. 1 Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148). 2 Ga naar Charms(charms), selecteer Instellingen > Pcinstellingen wijzigen > Apparaten. 3 Klik op Een apparaat toevoegen. Vanaf het Startscherm van Windows 8 • Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet Als dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads. • U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken, hebt u een Microsoft-account nodig. a Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken. b Klik op Store(Store). c Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience. d Klik op Installeer. • Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde softwarecd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads. • Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde softwarecd. De gedetecteerde apparaten worden op het scherm weergegeven. 4 Klik op de modelnaam of de hostnaam die u wilt gebruiken. U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat, waarop de hostnaam van het huidige apparaat wordt weergegeven (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). 5 Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows Update. De modus installatie op de achtergrond De modus installatie op de achtergrond is een installatiemethode die geen tussenkomst van de gebruiker vereist. Zodra u met de installatie start, worden het stuurprogramma van het apparaat en de software automatisch op uw computer geïnstalleerd. U kunt de installatie op de achtergrond ook starten door /s of /S in het opdrachtvenster te typen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 153 Installeren van een stuurprogramma over het Opdrachtregelparameters De volgende tabel geeft opdrachten weer die kunnen worden gebruikt in het opdrachtvenster. De volgende opdrachtregels zijn effectief en worden gehanteerd wanneer de opdracht gebruikt wordt met /s of /S. /h, /H of /? zijn uitzonderlijke opdrachten die alleen gebruikt kunnen worden. Opdrachtregel /s of /S Definitie Start installatie op de achtergrond. Omschrijving Hiermee worden apparaatstuurprogramma's geïnstalleerd zonder UI's op te roepen en zonder tussenkomst van de gebruiker. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 154 Installeren van een stuurprogramma over het Opdrachtregel /p"<poortnaam>" of / P"<poortnaam>" Definitie Specificeert de printerpoort. Er wordt een netwerkpoort gemaakt aan de hand van de standaard TCP/ IP-poortmonitor. Voor een lokale poort moet deze poort op het systeem bestaan voor deze door een opdracht wordt gespecificeerd. Omschrijving Opdrachtregel De printerpoortnaam kan worden opgegeven als IPadres, hostnaam, lokale USB-poortnaam, IEEE1284-poortnaam of netwerkpad. /a"<dest_path>" of /A"<dest_path>" • /p'\\computer_name \shared_printer' of '\\xxx.xxx.xxx.xxx\share d_printer', waarbij '\\computer_name\shar ed_printer' of '\\xxx.xxx.xxx.xxx\share d_printer' het netwerkpad naar de printer vormt door twee slashes, de computernaam of het lokale IP-adres van de pc die de printer deelt op te geven, en de gedeelde naam van de printer. Specificeert het doelpad voor de installatie. Het doelpad moet een volledig gekwalificeerd pad zijn. Voorbeeld: • /p"xxx.xxx.xxx.xxx" waarin "xxx.xxx.xxx.xxx" staat voor het IP-adres van de netwerkprinter. / p"USB001", /P"LPT1:", / p"hostnaam" Definitie /n"<Printernaam>" of / N"<Printernaam>" Specificeert de printernaam. De printerinstantie zal worden gemaakt conform de opgegeven printernaam. Omschrijving Aangezien apparaatstuurprogramma's geïnstalleerd moeten worden op een voor het besturingssysteem specifiek pad, is deze opdracht alleen van toepassing op toepassingssoftware. Met deze parameter kunt u naar wens printerinstanties toevoegen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 155 Installeren van een stuurprogramma over het Opdrachtregel /nd of /ND Definitie Omschrijving Geeft de opdracht het geïnstalleerde stuurprogramma niet in te stellen als standaard apparaatstuurprogramma . Het geeft aan dat het geïnstalleerde apparaatstuurprogramma niet het standaard apparaatstuurprogramma op uw systeem zal zijn als er meer dan een printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Als er geen apparaatstuurprogramma op uw systeem is geïnstalleerd, is deze optie niet van toepassing omdat het Windowsbesturingssysteem het geïnstalleerde printerstuurprogramma als standaardstuurprogramma zal instellen. Opdrachtregel Definitie Omschrijving /x of /X Maakt gebruik van bestaande apparaatstuurprogramma bestanden om de printerinstantie te maken als deze al is geïnstalleerd. Deze opdracht biedt een mogelijkheid om een printerinstantie te installeren die gebruikmaakt van geïnstalleerde printerstuurprogrammabes tanden zonder een bijkomend stuurprogramma te installeren. / up"<printernaam>" of / UP"<printernaam> " Verwijdert alleen de opgegeven printerinstantie en niet de stuurprogrammabestand en. Deze opdracht biedt een mogelijkheid om alleen de opgegeven printerinstantie van uw systeem te verwijderen zonder effect op andere printerstuurprogramma's. Hiermee zullen de printerstuurprogramma's niet van uw systeem worden verwijderd. /d of /D Verwijdert alle apparaatstuurprogramma 's en toepassingen van uw systeem. Deze opdracht verwijdert alle geïnstalleerde apparaatstuurprogramma's en toepassingssoftware van uw systeem. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 156 Installeren van een stuurprogramma over het 7 Opdrachtregel Definitie Omschrijving /v"<share name>" of /V"<share name>" Deelt het geïnstalleerde apparaat en voegt andere platformstuurprogramma' s toe voor Point & Print. Alle ondersteunde apparaatstuurprogramma's van het Windowsbesturingssysteem worden geïnstalleerd en gedeeld met de opgegeven <share name> voor Point & Print. /o of /O Opent de map Printers en faxapparaten na installatie. /h, /H of /? Toont het gebruik van de opdrachtregel. Mac 1 Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is. 2 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 3 Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer. Deze opdracht opent de map Printers en faxapparaten na installatie op de achtergrond. • Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt weergegeven in de Finder. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Klik op Doorgaan. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 157 Installeren van een stuurprogramma over het 8 Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren. 9 10 Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software ). 11 Klik op de knop Printer toevoegen om uw printer te selecteren en deze aan je lijst met printers toe te voegen. 12 13 14 Klik op IP en selecteer HP Jetdirect - Socket in Protocol. 15 16 17 18 Selecteer Op het netwerk aangesloten printer (bedraad of draadloos) in het scherm Type printerverbinding en klik op Doorgaan. 8 Linux Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). 1 Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn ingesteld. 2 3 Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem. 4 5 6 Pak het pakket uit. 7 8 Ga verder met de installatie. Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het pakket hebt gekopieerd. Typ het IP-adres van uw apparaat in het invoerveld Adres. Typ de wachtrijnaam in het invoerveld Wachtrij. Als u de wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen, probeert u eerst de standaardwachtrij. Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u Printersoftware selecteren en uw apparaatnaam in Druk af via. Klik op Voeg toe. Klik op Doorgaan. Ga naar de map uld. Voer de opdracht "./install.sh" uit (als u niet bent aangemeld als root, voert u de opdracht uit met "sudo" als "sudo ./install.sh"). Start het hulpprogramma voor Printing nadat de installatie is voltooid (ga naar System > Administration > Printing of voer de opdracht "system-config-printer" uit in het terminalprogramma). Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Sluiten. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 158 Installeren van een stuurprogramma over het 9 10 Klik op de knop Add. 11 Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te voegen. Selecteer AppSocket/HP JetDirect en voer het IP-adres van het apparaat in. Een netwerkprinter toevoegen 1 2 3 4 5 Dubbelklik op Unified Driver Configurator. 6 7 8 Selecteer uw apparaat en klik op Next. 9 UNIX • Controleer of uw printer het besturingssysteem UNIX ondersteunt, voordat u het UNIX-stuurprogramma installeert (zie "Besturingssysteem" op pagina 8). • De commando's zijn gemarkeerd met "". Wanneer u de commando's invoert, moet u geen "" typen. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Besturingssysteem" op pagina 8). Klik op Add Printer. Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op Next. Selecteer Network printer en klik op de knop Search. Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in de lijst weergegeven. Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst het UNIXprinterstuurprogrammapakket installeren en vervolgens de printer instellen. U kunt het UNIX-printerstuurprogrammapakket downloaden van de website van Samsung (http://www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next. Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish. De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het bovengenoemde UNIX-besturingssysteem. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 159 Installeren van een stuurprogramma over het 1 Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van Samsung en pak het uit op uw computer. 2 Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft. “su -" 3 Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIX-computer. Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-besturingssysteem voor meer informatie. 4 “gzip -d < voor de pakketnaam in | tar xf -" In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, zijn zojuist toegevoegde printers mogelijk niet ingeschakeld en/of kunnen geen taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee opdrachten uitvoeren in de root-terminal: “accept <printer_name>" “enable <printer_name>" De installatie van het printerstuurprogrammapakket ongedaan maken de uitgepakte map. Voer het installatiescript uit. “./install –i” install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om het UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/deïnstalleren. Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de uitvoering van het installatiescript te machtigen. 7 Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee wordt het venster van de wizard Add Printer Wizard geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in: Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit. Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende commando's: 5 6 8 Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de geïnstalleerde printer uit het systeem te verwijderen. a Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de terminal. Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend. De geïnstalleerde printers verschijnen in de vervolgkeuzelijst. b Selecteer de printer die u wilt verwijderen. c Klik op Delete om de printer uit het systeem te verwijderen. Voer de opdracht ./install –c uit om de resultaten van de installatie te controleren. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 160 Installeren van een stuurprogramma over het d Voer de opdracht ./install –d uit om de installatie van het volledige pakket ongedaan te maken. e Voer de opdracht ./install –c uit om de resultaten van het verwijderen te controleren. 6 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren. 7 Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een usb type beschikbaar. 8 9 Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen. Gebruik de opdracht ./install –i om de binaire gegevens opnieuw te installeren. De printer instellen Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te voegen aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster van de wizard Printer toevoegen geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in: 1 2 3 Typ de naam van de printer. 4 Geef in het veld Description een beschrijving van de printer op. Dit is optioneel. 5 Geef in het veld Location een beschrijving van de printer op. Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af te drukken. 10 Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in omgekeerde volgorde af te drukken. 11 Schakel de optie Make Default in om deze printer in te stellen als standaardprinter. 12 Klik op OK om de printer toe te voegen. Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen. Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het veld Type. Dit is optioneel. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 161 IPv6-configuratie 10 IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies. Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer. • Via het bedieningspaneel IPv6 activeren Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen (adres begint met FE80). • Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter geconfigureerd IPv6-adres. • Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6adres. • Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6adres. Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). 1 Selecteer Menu( ) > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6-protocol op het bedieningspaneel. OF Selecteer (Instelling) > Netwerk > Volg. > TCP/IP (IPv6) > IPv6-protocol op het aanraakscherm. Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om het IPv6adres te gebruiken. 2 3 Selecteer Aan met de pijlen op het aanraakscherm. Zet het apparaat uit en weer aan. Als u het printerstuurprogramma installeert, moet u niet zowel IPv4 als IPv6 configureren. We raden aan om IPv4 of IPv6 te configureren. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 162 IPv6-configuratie DHCPv6 adresconfiguratie 11 Via de SyncThru™ Web Service Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u een van de volgende opties instellen voor standaard dynamische host-configuratie. 1 Selecteer Menu( ) > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > DHCPv6 config op het bedieningspaneel. IPv6 activeren 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar. 2 Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, moet u zich aanmelden als beheerder. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. Selecteer (Instelling) > Netwerk > Volg. > TCP/IP (IPv6) > DHCPv6 config. op het aanraakscherm. 2 Selecteer de gewenste optie met de pijlen en raak om de selectie op te slaan. (Terug) aan • Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom vraagt. • Altijd gebruiken: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de router er niet om vraagt. • Nooit gebruiken: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een router erom vraagt. • ID: admin • Password: sec00000 3 Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, plaatst u de muisaanwijzer op Settings bovenaan in de menublak en klikt u op Network Settings. 4 5 6 7 Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website. Schakel het selectievakje IPv6 Protocol in om IPv6 te activeren. Klik op de knop Apply. Zet het apparaat uit en weer aan. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 163 IPv6-configuratie • U kunt ook DHCPv6 instellen. • Ga als volgt te werk om het IPv6-adres handmatig in te stellen: Schakel het selectievakje Manual Address in. Vervolgens wordt het tekstvak Address/Prefix geactiveerd. Voer de rest van het adres in (bijv. 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot F). 3 Voer de IPv6-adressen in (bijv. http://[FE80::215:99FF:FE66:7701]). De adressen moeten tussen vierkante haakjes ("[ ]")worden geplaatst. IPv6-adresconfiguratie 1 Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-adressering als URL ondersteunt. 2 Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address, Stateless Address, Stateful Address, Manual Address) uit het netwerkconfiguratierapport (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). • Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen (adres begint met FE80). • Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter geconfigureerd IPv6-adres. • Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6-adres. • Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6-adres. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 164 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 13 • Als u op het apparaat een draadloos netwerk wilt gebruiken, controleert u de optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper om de optie te bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67). Wanneer u een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt, installeert u de kit door de stappen te volgen in de meegeleverde gids van de Wireless-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren van de Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat in om de functie te kunnen gebruiken. • Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt. Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet beschikbaar (zie "Functies per model" op pagina 8). 12 Naam van draadloos netwerk en netwerkwachtwoord Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau. Als u voor het eerst een toegangspunt installeert, worden een netwerknaam (SSID), het type beveiliging en een netwerkwachtwoord voor het netwerk gegenereerd. Vraag uw netwerkbeheerder om deze informatie voordat u verder gaat met de installatie van het apparaat. Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk U kunt de instellingen van uw draadloze netwerk configureren vanaf het apparaat of de computer. Kies de instellingsmethode uit de onderstaande tabel. • Sommige installatiemethoden voor het draadloze netwerk zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of land. • Raadpleeg het probleemoplossingshoofdstuk (zie "Problemen met draadloze netwerken oplossen" op pagina 180), wanneer er zich problemen voordoen tijdens de instelling van het draadloze netwerk of de installatie van het stuurprogramma. • Het wordt ten strengste aangeraden dat u het wachtwoord instelt op Access Points (Toegangspunten). Als u het wachtwoord niet instelt op Acces Points (Toegangspunten) kunnen onbekende apparaten, waaronder pc's, smartphones en printers, mogelijk illegaal toegang krijgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding Acces Points (Toegangspunten) voor de wachtwoordinstellingen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 165 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) Type verbinding Met toegangspunt Beschrijving & Gebruiksaanwijzing Verbinding maken met een netwerk • Zie "Instellen via het scherm/ aanraakscherm" op pagina 166. Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152). • Zie "Instellen via USB-kabel (aanbevolen)" op pagina 170 als u Windows gebruikt. • Zie "Instellen via USB-kabel (aanbevolen)" op pagina 173 als u Mac gebruikt. 1 • Zie "Een netwerkkabel gebruiken" op pagina 175. Zonder toegangspunt Wi-Fi Direct gebruiken OF Zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina 178. 14 Instellen via het scherm/aanraakscherm Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze gegevens zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent met de draadloze omgeving waarin u werkt. Selecteer Menu( ) > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen op het bedieningspaneel. Druk op het model met aanraakscherm op (Instelling) > Netwerk > Volg. > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen. 2 Selecteer de gewenste installatiemethode. • Lijst doorz. (aangeraden): Het apparaat geeft een lijst met beschikbare netwerken. Nadat een netwerk is geselecteerd, vraagt de printer naar de bijbehorende beveiligingscode. • Aangepast: In deze modus kunnen gebruikers hun eigen SSID handmatig invoeren of wijzigen, of de details van de beveiligingsoptie kiezen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 166 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) Opnieuw verbinding maken met het netwerk Als de draadloze netwerkverbinding verbroken wordt, wordt automatisch opnieuw geprobeerd een verbinding tot stand te brengen met het toegangspunt (of de draadloze router) met behulp van de eerder gebruikte instellingen voor de draadloze verbinding en het adres. In de volgende gevallen wordt automatisch een nieuwe verbinding met het draadloze netwerk tot stand gebracht: • Het apparaat wordt uit- en weer aangezet. • Het toegangspunt (of de draadloze router) wordt uit- en weer ingeschakeld. Annuleren van het maken van een verbinding Als u het verbinden met een draadloos netwerk wilt annuleren terwijl dit proces wordt uitgevoerd, drukt u op de knop (Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel en laat u deze weer los. Wacht 2 minuten voordat u opnieuw verbinding met het draadloze netwerk probeert te maken. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 167 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) • 15 Netwerkcomputer (alleen in de PIN-modus) Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) gebruiken Als uw printer en een toegangspunt (of draadloze router) Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunen, kunt u de instellingen voor de beveiligde draadloze netwerkverbinding eenvoudig configureren. • Als u het draadloze netwerk wilt gebruiken in de infrastructuurmodus, koppelt u de netwerkkabel los van het apparaat. Of u de knop WPS (PBC) gebruikt of het PIN-nummer invoert om verbinding te maken met het toegangspunt, hangt af van het toegangspunt (of de draadloze router) die u gebruikt. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de draadloze router) dat u gebruikt voor meer informatie. • Wanneer u de WPS-knop gebruikt om het draadloos netwerk in te stellen, kunnen de beveiligingsinstellingen wijzigen. Vergrendel de WPS-optie in de beveiligingsinstellingen van het huidige draadloze netwerk om dit te voorkomen. De naam van de optie kan verschillen afhankelijk van het toegangspunt (of draadloze router) dat/die u gebruikt. Uw type kiezen Met WPS kunt u op twee manieren een verbinding met een draadloos netwerk tot stand brengen voor uw apparaat. • Met de PBC (Push Button Configuration)-methode kunt u uw apparaat verbinding laten maken met een draadloos netwerk door WPS op uw apparaat in te schakelen en op de WPS-knop (of PBC-knop) op een toegangspunt (of draadloze router) met ondersteuning voor WPS te drukken. • Bij de PIN (Personal Identification Number)-methode kunt u uw apparaat verbinding laten maken met een draadloos netwerk door de meegeleverde PIN-gegevens in te voeren op een toegangspunt dat (of draadloze router die) WPS ondersteunt. De fabrieksinstelling voor uw apparaat is de modus PBC. Deze wordt aanbevolen voor een gewone draadloze netwerkomgeving. Wat u nodig hebt • Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt. • Controleer of uw apparaat Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 168 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) Aansluiten in PBC-modus 1 5 Kies Menu( ) > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het bedieningspaneel. Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen. Verbinding maken in PIN-modus OF Druk op het model met aanraakscherm op Netwerk > Volg. > Wi-Fi > WPS. 2 3 (Instelling) > Druk op het model met aanraakscherm op Netwerk > Volg. > Wi-Fi > WPS. Raak OK aan wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Raak de knop WPS (PBC) op het toegangspunt (of de draadloze router) aan. De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCDdisplay weergegeven: a Verbinden: Het apparaat is bezig verbinding te maken met het toegangspunt (of de draadloze router). b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze netwerk, blijft de WPS-LED branden. c AP-SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het display. Kies Menu( ) > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het bedieningspaneel. OF Druk op Aansluiten via PBC. Informatievenster wordt weergegeven waarin een verwerkingstijd voor verbinden wordt aangegeven van 2 minuten. 4 1 2 3 4 (Instelling) > Druk op Aansluiten via PIN. Raak OK aan wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven. De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display. U moet binnen twee minuten de achtcijferige PIN-code invoeren op de computer die is aangesloten op het toegangspunt (of de draadloze router). De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCDdisplay weergegeven: a Verbinden: het apparaat maakt een verbinding met het draadloos netwerk. b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze netwerk, blijft de WPS-LED branden. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 169 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) c AP-SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het display. 5 Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen. 16 Instellen met Windows • Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze netwerken • USB-kabel Opzetten van de netwerkinfrastructuur 1 2 Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan. Snelkoppeling naar programma Samsung Easy Wireless Setup zonder CD: Als u het printerstuurprogramma eenmaal hebt geïnstalleerd, hebt u zonder cd toegang tot het programma Samsung Easy Wireless Setup (zie "Managementhulpmiddelen gebruiken" op pagina 251). Instellen via USB-kabel (aanbevolen) Wat u nodig hebt • Toegangspunt • Netwerkcomputer • Software-cd die bij het apparaat is geleverd 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 170 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 6 Selecteer in het scherm Stelt u uw printer voor de eerste keer in? de optie Ja, ik wil het draadloze netwerk voor mijn printer instellen. Klik daarna op Volgende. Als uw printer al is verbonden met het netwerk, selecteert u Nee, mijn printer is al verbonden met mijn netwerk. 7 Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle programma's > Toebehoren > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK. • Voor Windows 8: Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door de letter van uw cd-romstation, en klik op OK. Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en selecteert u Run Setup.exe. 4 Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het installatievenster. Klik daarna op Volgende. 5 Selecteer Draadloos in het scherm Type printerverbinding. Klik daarna op Volgende. Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten. Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken en klik op Volgende. Als u de netwerknaam van uw keuze niet kunt vinden of als u de draadloze configuratie handmatig wilt instellen, klikt u op Geavanceerde instelling. • Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig). • Werkingsmodus: Selecteer Infrastructuur. • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is. Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk. WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de afdrukserver wordt geverifieerd op basis van een vooraf gedeelde WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt (de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de bijbehorende clients. • Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64, WEP128, TKIP, AES). 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 171 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) • Netwerkwachtwoord: Voer de sleutelwaarde van het netwerkwachtwoord in. 9 • Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het netwerkwachtwoord. Als uw printer Wi-Fi Direct ondersteunt en deze functie is uitgeschakeld, verschijnt het overeenkomstige scherm. Als u Wi-Fi Direct wilt inschakelen, selecteert u het selectievakje en klikt u op Volgende. Wilt u dit niet, klik dan op Volgende. • WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de juiste WEP-sleutelindex. Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk. Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in. 8 Als het venster van de netwerkverbinding verschijnt, verwijdert u de netwerkkabel. Klik daarna op Volgende. De verbinding met de netwerkkabel kan storing veroorzaken bij het zoeken naar draadloze apparaten. • Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 178). • Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de modelnaam en is maximaal 22 tekens lang. • Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64 tekens lang. 10 Als het instellen van het draadloze netwerk is voltooid, verwijder dan de USB-kabel tussen de computer en de printer. Klik op Volgende. 11 Volg de instructies in het installatievenster. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 172 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 17 Instellen met Mac 3 Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer. • Wat u nodig hebt • Toegangspunt • Netwerkcomputer • Software-cd die bij het apparaat is geleverd • Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze netwerken • USB-kabel Instellen via USB-kabel (aanbevolen) 1 2 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Klik op Doorgaan. 8 Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en aan staat. Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt weergegeven in de vindfunctie. 9 Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software). 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 173 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 10 Selecteer Configuratie van draadloos netwerk in het scherm Type printerverbinding en klik op Doorgaan. • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is. Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk. WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de afdrukserver wordt geverifieerd op basis van de vooraf gedeelde WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt (de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de bijbehorende clients. • Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64, WEP128, TKIP, AES) • Netwerkwachtwoord: Voer de sleutelwaarde van het netwerkwachtwoord in. • Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het netwerkwachtwoord. 11 Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten. Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken en klik op Volgende. Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op Geavanceerde instelling. • WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de juiste WEP-sleutelindex:. Als de beveiliging van het toegangspunt is ingeschakeld, verschijnt het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk. Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in. • Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig). • Werkingsmodus: Selecteer Infrastruct.. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 174 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 12 Als uw printer Wi-Fi Direct ondersteunt en deze functie is uitgeschakeld, verschijnt het overeenkomstige scherm. Als u Wi-Fi Direct wilt inschakelen, selecteert u het selectievakje en klikt u op Volgende. Wilt u dit niet, klik dan op Volgende. 14 Het instellen van het draadloze netwerk is voltooid. Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten. 18 Een netwerkkabel gebruiken Wanneer apparaten de netwerkpoort niet ondersteunen, kunt u deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20). Uw apparaat is netwerkcompatibel. Om uw apparaat netwerkcompatibel te maken, moet u enkele configuratieprocedures doorlopen. • Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152). • Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 178). • Neem contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die uw draadloos netwerk heeft ingesteld voor informatie over uw netwerkconfiguratie. • Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de modelnaam en is maximaal 22 tekens lang. • Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64 tekens lang. Wat u nodig hebt 13 Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u de USB-kabel tussen de computer en de printer los. • Toegangspunt • Netwerkcomputer 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 175 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) • Software-cd die bij het apparaat is geleverd • Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze netwerken • Netwerkkabel Een netwerkconfiguratierapport afdrukken U kunt bepalen welke netwerkinstellingen voor uw apparaat worden gebruikt door een netwerkconfiguratierapport af te drukken. Het draadloze netwerk van het apparaat configureren Voordat u begint, moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloze netwerk en de netwerksleutel (als deze is gecodeerd) weten. Deze gegevens zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent met de draadloze omgeving waarin u werkt. Om parameters van het draadloos netwerk te configureren, kunt u SyncThru™ Web Service gebruiken. zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148. SyncThru™ Web Service gebruiken IP-adres instellen via het programma SetIP (Windows) Dit programma wordt gebruikt om het IP-adres van uw apparaat handmatig in te stellen met behulp van het MAC-adres, om te communiceren met het apparaat. Het MAC-adres is een hardwareserienummer van de netwerkinterface dat u terugvindt in het netwerkconfiguratierapport terugvindt. zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148. Controleer de status van de kabelverbinding voor u begint met de configuratie van de parameters voor het draadloze netwerk. 1 Controleer of de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het apparaat aansluiten. 2 Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in. Voorbeeld: 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 176 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 3 Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 4 Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. • ID: admin • Password: sec00000 5 Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Network Settings. 6 7 8 Klik op Wi-Fi > Wizard. 9 Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst. 19 Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen Als uw apparaat een LCD-display heeft, kunt u Wi-Fi ook in-/ uitschakelen via het menu Network op het bedieningspaneel van het apparaat. 1 Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten. Als dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het apparaat aansluiten. 2 Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in. Voorbeeld: Klik op Next. Als het venster met beveiligingsinstellingen voor draadloze netwerken verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord (netwerkwachtwoord) in en klikt u op Next. 3 Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply. 4 Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als het goed is, communiceert uw apparaat nu draadloos met het netwerk. • ID: admin • Password: sec00000 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 177 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) 5 Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Network Settings. 6 7 Klik op Wi-Fi. U kunt het Wi-Fi-netwerk in- en uitschakelen. • U kunt uw mobiele apparaat niet verbinden met het internet via WiFi Direct op uw printer. • De lijst met ondersteunde protocollen kan verschillen per model. WiFi Direct-netwerken ondersteunen niet IPv6-, netwerkfilterings-, IPSec-, WINS- en SLP-diensten. • Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden aangesloten. 20 Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen Wi-Fi Direct is een gemakkelijk te installeren, peer-topeerverbindingsmethode tussen de gecertificeerde Wi-Fi Direct-printer en een mobiel apparaat, dat voorziet in een veilige verbinding en betere doorvoer dan de ad-hocmodus. Met Wi-Fi Direct kunt u uw printer aansluiten op een Wi-Fi Direct-netwerk, terwijl deze ook verbonden is met een toegangspunt. U kunt ook tegelijkertijd gebruik maken van een bekabeld netwerk en een Wi-Fi Directnetwerk, zodat meerdere gebruikers documenten kunnen openen en afdrukken via Wi-Fi Direct en het bekabelde netwerk. Wi-Fi Direct installeren U kunt de Wi-Fi Direct-optie inschakelen volgens een van de volgende methoden. Via een computer die verbonden is met een USB-kabel (aanbevolen) Wanneer de installatie van het stuurprogramma voltooid is, kan de Samsung Easy Printer Manager worden gebruikt om de Wi-Fi Directinstellingen te wijzigen. Samsung Easy Printer Manager is alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows en Mac. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 178 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's > Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Apparaatinstellingen > Netwerk. • Wi-Fi Direct Aan/Uit: Kies Aan om in te schakelen. • Apparaatnaam: Voer de naam van de printer in om uw printer te kunnen zoeken op een draadloos netwerk. De standaardnaam van uw apparaat is de modelnaam. • • • IP-adres: Voer het IP-adres van de printer in. Dit IP-adres wordt gebruikt op uw lokale netwerk en niet voor het bekabelde of draadloze netwerk. Wij raden u aan om het standaard lokale IP-adres te gebruiken (het standaard lokaal IP-adres van de printer voor Wi-Fi Direct is 192.168.3.1) Groepsgebruiker: Schakel deze optie in om de printer toe te wijzen aan de Wi-Fi Direct-groepsgebruiker. De Groepsgebruiker functioneert op dezelfde manier als het draadloze toegangspunt. Wij raden u aan deze optie in te schakelen. Netwerkwachtwoord: Wanneer uw printer een Groepsgebruiker is, heeft u een Netwerkwachtwoord nodig om andere mobiele apparaten te verbinden met uw printer. U kunt het netwerkwachtwoord zelf instellen, of u kunt het netwerkwachtwoord dat standaard gegenereerd wordt, laten onthouden. Vanaf het apparaat 1 Selecteer Menu( bedieningspaneel. ) > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi Direct op het OF Druk op het model met aanraakscherm op Netwerk > Volg. > Wi-Fi > Wi-Fi direct. 2 (Instelling) > Schakel Wi-Fi Direct in en stel andere opties in. Vanaf een computer met netwerkverbinding Wanneer uw printer een netwerkkabel of een draadloos toegangspunt gebruikt, kunt u Wi-Fi Direct inschakelen en configureren via SyncThru™ Web Service. 1 Ga naar SyncThru™ Web Service en kies Settings > Network Settings > Wi-Fi > Wi-Fi Direct™. 2 Schakel Wi-Fi Direct™ in en stel andere opties in. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 179 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) Het mobiele apparaat instellen 21 Problemen met draadloze netwerken oplossen • • Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het mobiele apparaat na het instellen van Wi-Fi Direct op uw printer om Wi-Fi Direct in te stellen op het mobiele apparaat. Na het inschakelen van Wi-Fi Direct moet u de toepassing voor mobiel afdrukken downloaden (bijvoorbeeld: Samsung Mobile printer) om af te kunnen drukken vanaf uw smartphone. • Wanneer u de printer heeft gevonden waar u verbinding mee wilt leggen vanaf uw mobiele apparaat, selecteert u de printer en gaat het LED-lampje op de printer branden. Wanneer u op de WPS-knop van de printer drukt, wordt er verbinding gemaakt met uw mobiele apparaat. Problemen tijdens het instellen of de installatie van het stuurprogramma Printers niet gevonden • Mogelijk staat uw printer niet aan. Zet de computer en printer aan. • De USB-kabel tussen de computer en het apparaat is niet aangesloten. Verbind de printer met uw computer door middel van de USB-kabel. • De printer ondersteunt geen draadloze netwerken. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer op de software-cd die bij het apparaat is geleverd en zorg dat u beschikt over een draadloze netwerkprinter. • Wanneer uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct niet ondersteunt, moet u de netwerksleutel van een printer invoeren in plaats van op de WPSknop te drukken. Verbindingsprobleem - SSID niet gevonden • De printer kan de door u geselecteerde of ingevoerde netwerknaam (SSID) niet vinden. Controleer de netwerknaam (SSID) op uw toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te maken. • Uw toegangspunt is uitgeschakeld. Zet het toegangspunt aan. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 180 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging • De beveiliging is niet op de juiste manier geconfigureerd. Controleer de beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd. Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout • Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat. Controleer de USB-kabel en de stroomtoevoer van de printer. Verbindingsprobleem - Verbonden bedraad netwerk • De printer is verbonden met een netwerkkabel. Koppel de netwerkkabel los van uw apparaat. Als u in DHCP-modus niet kunt afdrukken, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door het automatisch gewijzigde IP-adres. Vergelijk het IP-adres van het product met dat van de printerpoort. Hoe kunt u vergelijken: 1 Druk het netwerkinformatierapport van uw printer af en controleer het IP-adres (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). 2 Controleer het IP-adres van de printerpoort op uw computer. a Klik op het menu Start van Windows. • In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens Zoeken > Instellingen. b Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. Verbindingsprobleem - Het IP-adres toewijzen • Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. Schakel het toegangspunt (of de draadloze router) en het apparaat uit en weer in. Fout bij verbinding met pc • Het geconfigureerde netwerkadres kan geen verbinding maken tussen uw computer en het apparaat. - c d Voor een DHCP-netwerkomgeving Het apparaat ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de toewijzingsmethode voor het IP-adres is ingesteld op DHCP. e f • In Windows 7/ Windows 8: selecteer achtereenvolgens Configuratiescherm > Apparaten en printers. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen. In Windows 7/Windows 8 of Windows Server 2008 R2: selecteer in de contextmenu's de optie Eigenschappen van printer. Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. Klik op het tabblad Poort. Klik op de knop Poort configureren... 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 181 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) g Controleer of de Printernaam of het IP-adres: hetzelfde is als op de netwerkconfiguratiepagina. 3 Wijzig het IP-adres van de printerpoort als het niet overeen komt met het adres op het netwerkinformatierapport. Als u de installatie-cd wilt gebruiken om het IP-adres van de poort te wijzigen, maakt u verbinding met een netwerkprinter. vervolgens opnieuw verbinding te maken met het IP-adres. - Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de draadloze router) voor specifieke informatie. • Mogelijk is uw computer, het toegangspunt (of de draadloze router) of de printer niet ingeschakeld. • Controleer de draadloze ontvangst van het signaal rond het apparaat. Als de router ver van de printer staat of als er een obstakel in de weg staat, kan dat de ontvangst van het signaal bemoeilijken. • Schakel het toegangspunt (of de draadloze router), de printer en de computer uit en weer aan. Soms kan dat helpen om de communicatie met het netwerk te herstellen. • Controleer of firewallsoftware (V3 of Norton) de communicatie blokkeert. Voor een statische netwerkomgeving De printer gebruikt het statische adres als de toewijzingsmethode voor het IP-adres op de computer is ingesteld op Statisch. Voorbeeld: Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn: ▪ IP-adres: 169.254.133.42 ▪ Subnetmasker: 255.255.0.0 Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software mogelijk de communicatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de firewall-software voor informatie over het uitschakelen van de firewall. Probeer vervolgens nogmaals of de printer kan worden gevonden. Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat: ▪ IP-adres: 169.254.133.43 ▪ Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer.) ▪ Gateway: 169.254.133.1 Andere problemen Als zich tijdens het gebruik van de printer in een netwerk problemen voordoen, controleert u de volgende punten: • Controleer of het IP-adres van het apparaat juist is toegewezen. U kunt het IP-adres controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken. • Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) met een wachtwoord beveiligd is. Als er een wachtwoord is ingesteld, neemt u contact op met de beheerder van het toegangspunt (of de draadloze router). 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 182 Installatie van draadloos netwerk (optioneel) • Controleer het IP-adres van de printer. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw en wijzig de instellingen om een verbinding te maken met het apparaat op het netwerk. Bij DHCP is het mogelijk dat het toegewezen IP-adres verandert als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt of als het toegangspunt opnieuw is ingesteld. Registreer het MAC-adres van het product als u de DHCP-server configureert op het toegangspunt (of de draadloze router). Dan kunt u altijd het ingestelde IP-adres gebruiken dat is ingesteld met behulp van het MAC-adres. U kunt het MAC-adres van uw apparaat vinden door een netwerkconfiguratierapport af te drukken (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). • Controleer de draadloze omgeving. Mogelijk kunt u geen verbinding maken met het netwerk in de infrastructuuromgeving waar u gebruikersgegevens moet invoeren voordat u een verbinding hebt gemaakt met een toegangspunt (of draadloze router). • Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet ondersteund. • Het apparaat moet zich binnen het bereik van het draadloos netwerk bevinden. • De printer mag niet in de buurt staan van obstakels die het draadloze signaal kunnen blokkeren. • De printer mag niet in de buurt staan van andere elektronische apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren. Er zijn veel apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren, waaronder magnetrons en bepaalde Bluetooth-apparaten. • Telkens als de configuratie van uw toegangspunt (of draadloze router) verandert, moet u het draadloze netwerk van het product opnieuw instellen. • Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden aangesloten. Verwijder grote metalen voorwerpen die zich tussen het toegangspunt (of de draadloze router) en het apparaat bevinden. Controleer of er geen palen, muren of steunpilaren van metaal of beton tussen de printer en het draadloze toegangspunt (of de draadloze router) staan. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 183 De NFC-functie gebruiken (optioneel) • Het gebruik van een andere behuizing of batterij dan meegeleverd met het mobiele apparaat of van een metalen behuizing of afdekplaatje kan het NFC-signaal blokkeren. Als u op het apparaat de NFC-functie wilt gebruiken, controleert u de optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper om de functie te bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67). Wanneer u een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt, installeert u de kit door de stappen te volgen in de meegeleverde gids van de Wireless/ NFC-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren van de Wireless-kit (draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat in om de functie te kunnen gebruiken. Met de NFC-printer (Near Field Communication) kunt u direct vanaf uw mobiele apparaat afdrukken door uw mobiele apparaat boven de NFC-tag op uw Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) te houden. U hoeft geen printerstuurprogramma te installeren of verbinding te maken met een toegangspunt. U moet alleen een mobiel apparaat hebben dat NFC ondersteunt. Om deze functie te gebruiken, moeten mobiele apps worden geïnstalleerd op uw mobiele apparaat. Standaard is NFC ingeschakeld op uw apparaat. • Als er nog steeds geen communicatie tussen de NFC-apparaten mogelijk is, - verwijdert u de hoes of afdekking van het mobiele apparaat en probeert u het opnieuw. - Plaats de batterij van het mobiele apparaat terug en probeer het opnieuw. 22 Vereisten • Alleen in Android OS 4.1 of hoger wordt de Wi-Fi Direct-functie op uw mobiele apparaat automatisch ingeschakeld wanneer u de NFC-functie inschakelt. Als u de NFC-functie wilt gebruiken, kunt u uw mobiele apparaat het beste bijwerken naar Android 4.1 OS of hoger. • Afhankelijk van het materiaal van de behuizing van het mobiele apparaat werkt NFC-herkenning mogelijk niet goed. • De overdrachtssnelheid is afhankelijk van het mobiele apparaat dat u gebruikt. • Deze functie is alleen beschikbaar voor het model met een NFC-tag (zie "Apparaatoverzicht" op pagina 18). Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android OS 4.0 of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd. • Printer waarop de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 178). 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 184 De NFC-functie gebruiken (optioneel) 23 24 Verwante apps De app Samsung Mobile Print Pro gebruiken Er zijn een aantal apps die kunnen worden gebruikt in combinatie met de NFC-functie. De apps kunnen worden gedownload uit de Google Play Store. U kunt de app gebruiken om een verificatie/registratie te verkrijgen van de Samsung Mobile Print Pro-app. • Verificatie van het mobiele apparaat Samsung Mobile Print: Hiermee kunnen gebruikers foto's, documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet afdrukken, scannen (alleen als de printer scannen ondersteunt) en faxen (alleen als de printer faxen ondersteunt) (zie "De app Samsung Mobile Print gebruiken" op pagina 191). • Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 185). • Samsung Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op pagina 187). 1 Open de app Samsung Mobile Print Pro. Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app. Probeer het vervolgens opnieuw. 2 Voer de id en het Password in. Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand standaard-ID en -wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen. • ID: admin • Password: sec00000 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 185 De NFC-functie gebruiken (optioneel) 3 Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( uw printer. Registratie met het mobiele apparaat ) op Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding heeft gemaakt met de printer. 1 Open de app Samsung Mobile Print Pro. Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app. Probeer het vervolgens opnieuw. 2 Druk op het pictogram scherm. in het Samsung Mobile Print Pro- 3 4 Selecteer On in het menu Phone login set as default. De id van het mobiele apparaat wordt weergegeven in het Samsung Mobile Print Pro-scherm. Druk op Registration. Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie gebruikt. 5 Voer de id, het Wachtwoord, het Domein en de Toegangscode in en klik op OK. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 186 De NFC-functie gebruiken (optioneel) De Passcode is vereist wanneer de beheerder kiest voor de methode met Two-Factor Authentication. U moet een wachtwoordcode invoeren ter verificatie. Het wachtwoord en de wachtwoordcode moeten van elkaar verschillen. U kunt Two-Factor Authentication selecteren via SyncThru™ Web Service > Security > User Access Control > Authentication > Authentication Method > Options > Login Method > Two-Factor Authentication. 6 Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( uw printer. Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie gebruikt. 7 Er wordt op het aanraakscherm van de printer een bericht weergegeven dat de registratie is voltooid. 25 ) op Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding heeft gemaakt met de printer. De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken Als u meer dan één printer hebt en u op alle printers dezelfde instellingen wilt gebruiken, kunt u dat eenvoudig regelen met de app Samsung Mobile Print Manager. Raak met uw mobiele telefoon de NFC-tag van uw printer aan om de instellingen te kopiëren. Tik op de printer waar u de instellingen aan wilt overdragen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 187 De NFC-functie gebruiken (optioneel) Exporteren (instellingen naar uw mobiele apparaat kopiëren) 1 Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina 178). 2 Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele apparaat. 5 Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( uw printer. ) op Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding heeft gemaakt met de printer. Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app. Probeer het vervolgens opnieuw. 3 4 Druk op Exporteren. • Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van de NFC-tag op uw mobiele apparaat voordat u deze functie gebruikt. Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op OK. Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om aan te melden. Als het uw eerste keer is dat u aanmeld op de printer, typt u onderstaand standaard ID en wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen. • ID: admin • Password: sec00000 • Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld. 6 7 Selecteer de gewenste instellingen en druk op OK. Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 188 De NFC-functie gebruiken (optioneel) Importeren (instellingen toepassen op het apparaat) 1 2 Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina 178). Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele apparaat. 5 6 7 Selecteer de instellingen die u wilt kopiëren. Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat. Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( uw printer. ) op Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding heeft gemaakt met de printer. Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app. Probeer het vervolgens opnieuw. 3 4 Druk op Importeren. Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op OK. Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om aan te melden. Als het uw eerste keer is dat u aanmeld op de printer, typt u onderstaand standaard ID en wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen. • ID: admin • Password: sec00000 • Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie gebruikt. • Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 189 De NFC-functie gebruiken (optioneel) Instellingen voor draadloos 3 U kunt de instellingen voor draadloos van uw telefoon naar uw printer kopiëren door uw mobiele apparaat tegen de NFC-tag van uw printer te houden. Indien nodig typt u het ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand standaard-ID en -wachtwoord. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. Voordat u deze functie kunt gebruiken, moeten de Wi-Fi-instellingen op uw mobiele apparaat zijn ingesteld. 1 Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele apparaat. Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app. Probeer het vervolgens opnieuw. 2 Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op OK. 4 • ID: admin • Password: sec00000 Als het toegangspunt (of de draadloze router) is verbonden, verschijnt er een venster met een bevestiging. Klik dan op OK. Als er geen verbinding is met het toegangspunt (of de draadloze router), selecteert u het gewenste toegangspunt (of de draadloze router) en klikt u op OK. Klik daarna nogmaals op OK. Op het mobiele apparaat wordt het Samsung Mobile Print Proscherm weergegeven. Druk op Wi-Fi Setup. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 190 De NFC-functie gebruiken (optioneel) 5 Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( uw printer. 26 ) op Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding heeft gemaakt met de printer. De app Samsung Mobile Print gebruiken Samsung Mobile Print is een gratis toepassing waarmee gebruikers foto's, documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet kunnen afdrukken, scannen (alleen bij multifunctionele printers) en faxen (alleen bij multifunctionele printers). Afdrukken 1 Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op uw printer. 2 Open de app Samsung Mobile Print. Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app. Probeer het vervolgens opnieuw. Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie gebruikt. 6 Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat. 3 4 Selecteer afdrukmodus. Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken. Wijzig de afdrukoptie indien nodig door op het pictogram drukken. te 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 191 De NFC-functie gebruiken (optioneel) 5 Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( uw printer. 27 ) op Wacht een aantal seconden terwijl het mobiele apparaat een taak naar de printer verstuurt. Registreren van Google Cloud-printer 1 Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina 178). 2 Open de app Samsung Mobile Print. Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app. Probeer het vervolgens opnieuw. Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie gebruikt. 6 3 4 Selecteer het statuspictogram van het apparaat. Selecteer Google Cloud Print > Registreer Google Cloud Printer. Het apparaat start met afdrukken. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 192 De NFC-functie gebruiken (optioneel) 5 Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag ( uw printer. ) op Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding heeft gemaakt met de printer. Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie gebruikt. 6 Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer. Uw printer is nu geregistreerd bij de service ™Google Cloud Print. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 193 Ondersteunde mobiele apps 28 29 Beschikbare apps • Samsung Mobile Print: Samsung Mobile Print is een gratis toepassing waarmee gebruikers foto's, documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet kunnen afdrukken, scannen (alleen bij multifunctionele printers) en faxen (alleen bij multifunctionele printers). Samsung Mobile Print is niet alleen compatibel met uw Android- en iOS-smartphones maar ook met uw iPod Touch en tabletpc. Het verbindt uw mobiele apparaat met een printer van Samsung die met het netwerk is verbonden of met een draadloze printer via een WiFi-toegangspunt. U hoeft geen nieuw stuurprogramma te installeren of netwerkinstellingen te configureren: u hoeft alleen de toepassing Samsung Mobile Print te installeren en deze detecteert automatisch compatibele Samsung-printers. Behalve het afdrukken van foto's, webpagina's en PDF's kunt u met deze toepassing ook scannen. Als u een multifunctioneel apparaat van Samsung hebt, kunt u elk gewenst document scannen naar een document met de indeling JPG, PDF of PNG en deze snel en eenvoudig op uw mobiele apparaat weergeven (zie "De app Samsung Mobile Print gebruiken" op pagina 191). • Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 185). • Samusng Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op pagina 187, "Instellingen voor draadloos" op pagina 190). Apps downloaden Voor het downloaden van apps gaat u naar de toepassingenwinkel (Play Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt u naar Samsung Mobile Print/Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager. U kunt ook naar iTunes op uw computer gaan voor Appleapparaten. • • Samsung Mobile Print - Android: Zoek naar Samsung Mobile Print in de Play Store en download de app. - iOS: Zoek naar Samsung Mobile Print in de App Store en download de app. Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager - Android: Zoek naar Samsung Mobile Print Pro of Samusng Mobile Print Manager in de Play Store en download de app. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 194 Ondersteunde mobiele apps 30 Ondersteund mobiel besturingssysteem • • Samsung Mobile Print - Android OS 2.3 of hoger - iOS 5.0 of hoger Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager - Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android 4.0 of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 195 AirPrint 4 Alleen machines met AirPrint-certificering kunnen worden gebruikt met de functie AirPrint. Controleer op de doos waarin uw machine geleverd is of de machine gecertificeerd is voor AirPrint. Met AirPrint kunt u rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf uw iPhone, iPad en iPod touch met de nieuwste versie van iOS. Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. • ID: admin • Password: sec00000 5 Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Settings > Network Settings. 6 Klik op Raw TCP/IP, LPR, IPP of mDNS . 31 AirPrint instellen Bonjour(mDNS)- enIPP-protocollen zijn vereist om de AirPrint-functie te kunnen gebruiken op uw apparaat. U kunt de AirPrint-functie inschakelen volgens een van de volgende methoden. 1 2 Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden. Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in. U kunt het IPP- of mDNS-protocol inschakelen. 32 Afdrukken via AirPrint De iPad-handleiding geeft bijvoorbeeld de volgende instructies: 1 Open de e-mail, foto, internetpagina of het document dat u wilt afdrukken. 2 3 Raak het bewerkingpictogram aan ( 4 Raak de knop Afdrukken aan. Druk het af. Voorbeeld: 3 Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. ). Selecteer de naam van uw printerstuurprogramma en het optiemenu om de gegevens in te stellen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 196 AirPrint Afdruktaak annuleren: Klik op pictogram van het afdrukcentrum ( ) in het multi-taskinggebied om de afdruktaak te annuleren of het overzicht van de afdruktaak te bekijken. U kunt in het afdrukcentrum op annuleren klikken. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 197 Samsung Cloud Print Samsung Cloud Print is een gratis cloudservice waarmee u kunt afdrukken of scannen met uw Samsung-printer of MFP vanaf uw smartphone of tablet. Nadat u de Samsung Cloud Print-app heeft geïnstalleerd, kunt u registreren bij de Samsung Cloud Print-service met alleen uw mobiele nummer ter verifiëring. Er is geen andere login vereist, maar u kunt de app wel koppelen aan uw Samsung-account als u dat wenst. Als u op de knop ( ) in de Samsung Cloud Print-app drukt, kunnen 1 2 Open de webbrowser. 3 Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 4 Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande standaard-ID en het standaard-Password. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. uw mobiele apparaat en printer gekoppeld worden via NFC, een QRcode of het handmatig invoeren van een MAC-adres. Zodra ze gekoppeld zijn, kunt u vanaf iedere locatie afdrukken en scannen. Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar. • ID: admin • Password: sec00000 33 Uw printer registreren in de Samsung Cloudserver. Registreren via de webbrowser 5 Zodra het venster SyncThru™ Webservice opent, klikt u op Instellingen > Netwerkinstellingen > Samsung Cloud Print. 6 7 Het Samsung Cloud Print-protocol inschakelen. Uw printer is nu geregistereerd in de Samsung Cloud Print-service. • Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een (draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 198 Samsung Cloud Print 34 Afdrukken met Samsung Cloud Print Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een (draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet. Afdrukken via een toepassing of mobiel apparaat. De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon. 1 Een printer registreren vanaf een toepassing op een mobiel apparaat Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te downloaden. De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon. 1 Open de Samsung Cloud Print-app. Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te downloaden. 2 3 Druk op de knop ( Open de Samsung Cloud Print-app. 2 3 4 Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken. Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in. Tik op Taak verzenden. ) in de Samsung Cloud Print-app. Uw mobiele apparaat en printer of MFP kunnen gekoppeld worden via NFC, een QR-code of het handmatig invoeren van een MACadres. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 199 Google Cloud Print™ Met Google Cloud Print™ kunt u gegevens afdrukken via uw smartphone, tablet of een ander apparaat dat met internet is verbonden. U hoeft alleen uw Google-account bij de printer te registreren om de service Google Cloud Print™ te kunnen gebruiken. U kunt uw document afdrukken of mailen vanuit Chrome OS, de Chrome-browser of een Gmail™/ Google Docs™toepassing op uw mobiele apparaat. U hoeft het printerstuurprogramma dus niet op uw mobiele apparaat te installeren. Raadpleeg de Googlewebsite (http://www.google.com/cloudprint/learn/ of http:// support.google.com/cloudprint) voor meer informatie over Google Cloud Print™. Als de netwerkomgeving van de printer gebruikmaakt van een proxyserver, moet u het IP-adres en het poortnummer van de proxy configureren bij Proxy Setting. Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer informatie. 5 6 Klik op Register. U moet worden geverifieerd als beheerder. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven. • ID: admin • Password: sec00000 35 Uw Google-account registreren op de printer 7 Registreren via de app Samsung Mobile Print Als u deze functie wilt gebruiken, moet de Samsung Mobile Print-app zijn geïnstalleerd op uw telefoon. 1 2 3 4 Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer. Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™. Registreren via de Chrome-browser • Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een (draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet. Open de app Samsung Mobile Print op uw mobiele apparaat. • U moet van tevoren een Google-account maken. Selecteer de apparaatinstellingen. Selecteer Google Cloud Print. Voer de naam en beschrijving van uw printer in. 1 2 Open de Chrome-browser. Ga naar www.google.com. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 200 Google Cloud Print™ 3 4 Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres. 5 Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 6 Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande standaard-ID en het standaard-Password. We raden u om veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen. 9 De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging. Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar. • ID: admin • Password: sec00000 Klik op Register. Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe. 10 11 Klik op Finish printer registration. Klik op Manage your printers. Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™. In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor Google Cloud Print™. 36 Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u het IP-adres en het poortnummer van de proxy te configureren bij Settings > Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting. Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer informatie. 7 Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print. 8 Voer de naam en beschrijving van uw printer in. Uw Google-account registreren op de printer Registreren via de app Samsung Mobile Print Als u deze functie wilt gebruiken, moet de Samsung Mobile Print-app zijn geïnstalleerd op uw telefoon. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 201 Google Cloud Print™ 1 2 3 4 Open de app Samsung Mobile Print op uw mobiele apparaat. Selecteer de apparaatinstellingen. Selecteer Google Cloud Print. Voer de naam en beschrijving van uw printer in. Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u het IP-adres en het poortnummer van de proxy configureren bij Proxy Setting. Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer informatie. 5 1 2 3 4 Open de Chrome-browser. 5 Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 6 Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande standaard-ID en het standaard-Password. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. Klik op Register. Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer. 6 Klik op Finish. Ga naar www.google.com. Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres. Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar. • ID: admin • Password: sec00000 Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™. Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u het IP-adres en het poortnummer van de proxy te configureren bij Settings > Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting. Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer informatie. Registreren via de Chrome-browser • Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een (draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet. • U moet van tevoren een Google-account maken. 7 Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 202 Google Cloud Print™ 8 9 Voer de naam en beschrijving van uw printer in. Klik op Register. De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging. Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe. 10 11 Afdrukken via een toepassing of mobiel apparaat. De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van Google Docs™ op een mobiele telefoon met Android. 1 Installeer de toepassing Cloud Print op uw mobiele apparaat. Als u die toepassing nog niet hebt, kunt u deze in de Android Market of App Store downloaden. Klik op Finish printer registration. Klik op Manage your printers. Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™. In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor Google Cloud Print™. 37 Afdrukken met Google Cloud Print™ Het afdrukproces is afhankelijk van de toepassing of het apparaat dat u gebruikt. U kunt de lijst bekijken met toepassingen die de service Google Cloud Print™ ondersteunen. 2 3 4 5 6 7 Open de toepassing Google Docs™ vanaf uw mobiele apparaat. Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken. Tik op de knop Verzenden ( ). Tik op de knop Cloud Print ( ). Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in. Tik op Click here to Print. Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een (draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 203 Google Cloud Print™ Afdrukken via de Chrome-browser De onderstaande stappen zijn een voorbeeld van hoe u de Chromebrowser kunt gebruiken. 1 2 3 Start Chrome. 4 Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad met afdrukopties. 5 6 Selecteer Afdrukken via Google Cloud Print. Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken. Klik op het moersleutelpictogram ( de browser. ) in de rechterbovenhoek van Klik op de knop Afdrukken. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 204 3. Menu´s met nuttige instellingen In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt. • Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 206 • Informatie 207 • Lay-out 208 • Papier 209 • Grafisch 210 • Systeeminstellingen/Instelling 211 • Emulatie 215 • Afbeeldingsbeheer 216 • Netwerk 217 • Beheerinstellingen 219 • Eco 221 • USB 222 • Taakbeheer (Taakstatus) 223 • Teller 224 • Help 225 Voordat u een hoofdstuk gaat lezen In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van dit hoofdstuk • Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat. Druk op Menu( ) of raak het aanraakscherm aan om toegang te krijgen tot deze menu’s. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. • Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder Menu( • Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben. ) of aanraakscherm (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 21). 3. Menu´s met nuttige instellingen 206 Informatie Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Item Netwerkconfigurati e Hiermee drukt u een overzicht af van de huidige netwerkconfiguratie van het apparaat. Demopagina Druk de demopagina af om te controleren of uw apparaat goed werkt. Biedt informatie Een pagina met gegevens over verbruiksartikelen afdrukken. Gebruiksteller Drukt een gebruikspagina af. De pagina met gebruiksinformatie bevat het totaal aantal afgedrukte pagina’s. Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de huidige instellingen van dit apparaat af. Account Hiermee drukt u voor elke gebruiker een rapport af met aantal afdrukken. Deze optie is alleen beschikbaar als de invoegtoepassing Job Accounting is ingeschakeld via SyncThru™ Web Admin Service. Drukt een overzicht van de globale instellingen van het apparaat af. PCL-tek. De lijst met PCL-lettertypen afdrukken. PS-lettertype De lijst met PS-lettertypen afdrukken. Om de menuopties te wijzigen: • Druk op Menu( • Selecteer op het model met aanraakscherm ) > Informatie op het bedieningspaneel. (Informatie) > op het aanraakscherm. Item • Menuoverzicht • Helplijst Configuratie Omschrijving Omschrijving Als in dit configuratierapport een QR-code staat, kunt u deze code scannen met uw smartphone of tablet om informatie over de printer te zien. U kunt de QR-code ook gebruiken om de printer te registreren in Samsung Cloud Print™ (zie "Samsung Cloud Print" op pagina 198). 3. Menu´s met nuttige instellingen 207 Lay-out Item Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). • Algemene marge: Hiermee wordt de marge voor elke zijde van het papier ingesteld. Marge Om de menuopties te wijzigen: Beschrijving • Multifunctionele lade: Stelt de papiermarge in de multifunctionele lade in. • <Lade X>: Stelt de papiermarges in de laden in. • Druk op Menu( • Selecteer op het model met aanraakscherm • Emulatiemarge: Stelt de papiermarge voor de emulatie-afdrukpagina in. ) > Lay-out op het bedieningspaneel. (Instelling) > Lay-out Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest u de bindrand. op het aanraakscherm. • Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit. Item Beschrijving • Lange zijde Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt op een pagina. • Staand Dubbelzijdig • Korte zijde Afdrukstand • Liggend 3. Menu´s met nuttige instellingen 208 Papier Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: Item • Lade bevestigen • Bevestiging lade Omschrijving Activeert de melding ter bevestiging van de lade. Als u een lade opent en sluit, wordt een venster geopend met de vraag om het papierformaat en -type van de zojuist geopende lade in te stellen. a. [ladenummer] geeft het ladenummer aan. • Druk op Menu( ) > Papier op het bedieningspaneel. • Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Papier op het aanraakscherm. Item Omschrijving Exemplaren Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren. Multifunctionele lade/ • Papierformaat: Selecteert het standaard papierformaat. Lade[x]a • Papiertype: Selecteert het type papier dat zich momenteel in de lade bevindt. Bepaalt welke papierlade standaard wordt gebruikt. Papierinvoer Auto: Hiermee wordt automatisch de lade geselecteerd met papier van dezelfde afmetingen als het origineel. 3. Menu´s met nuttige instellingen 209 Grafisch Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op Menu( ) > Grafisch op het bedieningspaneel. • Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Grafisch op het aanraakscherm. Item Omschrijving Resolutie Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi - dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Tekst wissen Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal document. Auto CR Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of DOS-gebruikers. Randverbetering Gebruikers kunnen de scherpte van tekst en afbeeldingen aanpassen om de leesbaarheid te verbeteren. 3. Menu´s met nuttige instellingen 210 Systeeminstellingen/Instelling Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Item Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt naar de energiebesparende modus. Energiebesparing Om de menuopties te wijzigen: • Druk op Menu( • Selecteer op het model met een aanraakscherm ) > Systeeminstellingen op het bedieningspaneel. Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verlaagd. Als deze optie Aan is, voert u de volgende handelingen uit om het apparaat uit de energiespaarstand te laten ontwaken: (Instelling) > Systeem of Gedrag van lade op het aanraakscherm. Beschrijving Ontw.gebeurt. • Papier in een lade plaatsen. • De voorklep openen of sluiten. Item Beschrijving • Een lade verwijderen of een lade in de printer plaatsen. Datum & Tijd Hiermee stelt u de datum en tijd in. Datumnotatie Hiermee stelt u de datumnotatie in. Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in, 12-uur of 24-uur. Time-out taak Klokmodus Als er gedurende een bepaalde periode geen gegevens worden ontvangen, wordt een taak afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat moet wachten voordat de taak wordt afgesloten. Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden afdruktaken die van het netwerk naar het massaopslagapparaat (harde schijf) van het apparaat zijn verzonden, in de wachtrij geplaatst. Time-out voor wachtrij U kunt de tijd instellen om de tijdelijk gestopte afdruktaak te laten wachten. Hoogtecorrectie Afdrukkwaliteit optimaliseren op basis van de hoogte boven zeeniveau ("Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 227). MSD in wachtrij plaatsen Taal Stelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel in. Vochtigheid • Standaardpapier • Stand.formaat Hiermee kunt u het standaard papierformaat selecteren. Hiermee optimaliseert u de afdrukkwaliteit aan de hand van de relatieve luchtvochtigheid in de omgeving. 3. Menu´s met nuttige instellingen 211 Systeeminstellingen/Instelling Item Taak opnieuw inplannen Beschrijving Item Wanneer een taak wordt gepauzeerd vanwege verkeerd papier of de fout Papier is op, schakelt de functie Taak opnieuw inplannen de gepauzeerde taak naar de volgende taak als de volgende taak kan worden afgedrukt zonder papierfouten. Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken als waargenomen wordt dat het gebruikte papier niet overeenkomt met de instellingen. Automatische ladekeuze • 30 Sec: Als er een papierstoring optreedt, wordt er een foutbericht getoond. De printer zal ongeveer 30 seconden wachten, het bericht automatisch wissen en doorgaan met afdrukken. • Uit: Als het type of formaat papier niet overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste papiersoort invoert. Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan met afdrukken als wordt vastgesteld dat het gebruikte papier niet overeenkomt met de instellingen. Als bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn gevuld met hetzelfde papierformaat, drukt het apparaat automatisch af vanuit lade 2 als het papier op is in lade 1. Deze optie wordt niet weergegeven als u Automatisch hebt geselecteerd bij Invoerlade in het printerstuurprogramma. • 0 Sec: Met deze optie kunt u toch doorgaan met afdrukken als het geselecteerde papierformaat niet overeenkomt met het papier in de lade. Aut. doorgaan Beschrijving Papier vervangen Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het printerstuurprogramma automatisch vervangen om inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal het apparaat afdrukken op A4-papier en omgekeerd. Ladebeveiliging Hiermee kunt u instellen of u de functie Automatische ladekeuze voor een bepaalde lade wilt gebruiken. Als u deze functie bijvoorbeeld inschakelt voor lade 1, wordt lade 1 bij de ladewisseling uitgesloten. 3. Menu´s met nuttige instellingen 212 Systeeminstellingen/Instelling Item Lade-modus Beschrijving Beschrijving • Gebr.duur art./Info verbruiksartikelen: Via dit menu-item kunt u zien hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel toner er nog in de cassette zit. • Dynamic: Als u een lade opent en sluit wanneer het type of formaat papier niet overeenkomt, worden de papierinstellingen (formaat en type) automatisch gewijzigd in de voor de taak vereiste instellingen. (Als u de lade opent en sluit in de modus Dynamic, gaat het apparaat ervan uit dat het papier in de lade is vervangen met papier van het juiste type en formaat vereist voor de taak.) • Statisch: De lade-instellingen wijzigen niet als u de lade opent en sluit. Blanco pagina's overslaan Item • Ramschijf: Schakelt de Ramschijf in of uit voor het beheren van afdruktaken. Onderhoud • Waarschuwing: papier bijna op: Hiermee kunt u het alarm instellen voor als het papier bijna op is. • Tonerbesparing: Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette langer mee en zijn de kosten per pagina lager dan wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit. De printer detecteert de afdrukgegevens van de computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden afgedrukt of overgeslagen. • Beeldmgr.: In dit menu kunt u het contrast aanpassen. Afb. overs. Tonerbesparing U kunt het apparaat instellen om de opgeslagen gegevens in het geheugen te overschrijven. Het apparaat overschrijft de gegevens met andere patronen waardoor de oorspronkelijke gegevens niet meer kunnen worden teruggehaald. Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette langer mee en zijn de kosten per pagina lager dan wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit. 3. Menu´s met nuttige instellingen 213 Systeeminstellingen/Instelling Item Stille modus Beschrijving Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het afdrukken verminderd worden. Dit kan wel de afdruksnelheid en -kwaliteit verminderen. Item Autom. uitsch. Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en milieuvriendelijke afdrukken maken (zie "Ecoafdruk" op pagina 56). Schakelt het apparaat automatisch uit als het een bepaalde tijd in de sluimerstand staat. Deze tijdsduur is ingesteld in Autom. uitsch. > Aan > Time-out. • Om het apparaat weer aan te zetten, dient • Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus in- of uitgeschakeld wordt. Eco-instel. Beschrijving u op de knop (Aan/uit/ontwaken) op het bedieningspaneel te drukken (zorg ervoor dat de stroom is ingeschakeld). • Als u het printerstuurprogramma of Samsung Easy Printer Manager uitvoert, wordt de tijdsduur automatisch verlengd. Gedwongen: Schakelt de Eco-modus in. Als een gebruiker de Eco-modus wil uitschakelen, moet deze het wachtwoord invoeren. • Als het apparaat aan het netwerk is verbonden of een afdruktaak uitvoert, werkt de functie Autom. uitsch. niet. • Sjabloon selecteren: Kiest het ingetelde ecosjabloon via de SyncThru™ Web Service. Archiveringsbeleid Als een bestandsnaam die u invoert al aanwezig is in het geheugen, kunt u de naam wijzigen of het bestand overschrijven. 3. Menu´s met nuttige instellingen 214 Emulatie Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op Menu( ) > Emulatie op het bedieningspaneel. • Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Emulatie op het aanraakscherm. Item Beschrijving Type emulatie De apparaattaal definieert hoe de computer met het apparaat communiceert. Instellingen Stelt de gedetailleerde instellingen voor het geselecteerde emulatietype in. 3. Menu´s met nuttige instellingen 215 Afbeeldingsbeheer Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op Menu( ) > Afbeeldingsbeheer op het bedieningspaneel. • Selecteer op het model met aanraakscherm (Instelling) > Systeem > Onderhoud > Beeldmgr. op het aanraakscherm. Item Beschrijving In dit menu kunt u het contrast kleur per kleur aanpassen. • Standaard: Hiermee worden de kleuren automatisch geoptimaliseerd. Aangepaste kleur • Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u handmatig de kleurdichtheid van de afdruk aanpassen. Wijzig de afdrukdichtheid. Er wordt aanbevolen om de instelling Standaard te gebruiken voor de beste kleurkwaliteit. 3. Menu´s met nuttige instellingen 216 Netwerk Optie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Selecteer het passende protocol en de configuratieparameters voor gebruik in de netwerkomgeving (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op Menu( ) > Netwerk op het bedieningspaneel. • Selecteer op het model met aanraakscherm TCP/IP (IPv4) Er moeten heel wat parameters ingesteld worden. Als u niet zeker bent, laat u ze ongemoeid of raadpleegt u de netwerkbeheerder. (Instelling) > Netwerk op het aanraakscherm. U kunt deze functie ook gebruiken via de SyncThru™ Web Service. Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ het IP-adres van uw apparaat. Als de SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Settings > Network Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255). Omschrijving TCP/IP (IPv6) Selecteer deze optie om gebruik te maken van een IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6-configuratie" op pagina 162). Configureer de ethernetpoort en de overdrachtsnelheid van het netwerk. Ethernet Zet het apparaat uit en aan nadat u deze instelling hebt gewijzigd. 802.1x U kunt de gebruikersverificatie voor netwerkcommunicatie instellen. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor details. 3. Menu´s met nuttige instellingen 217 Netwerk Optie Wi-Fi Omschrijving Selecteer deze optie om gebruik te maken van het draadloze netwerk (zie "Installatie van draadloos netwerk (optioneel)" op pagina 165). U kunt de protocollen activeren of uitschakelen. Protocolbeheer Netwerkconfigurat ie Zet het apparaat uit en aan nadat u deze instelling hebt gewijzigd. Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding en -configuratie van uw apparaat (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148). Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug. Instell. wissen Schakel het apparaat uit en weer in. 3. Menu´s met nuttige instellingen 218 Beheerinstellingen • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Item Omschrijving U kunt de stempelfunctie inschakelen. • Stempel activeren: U kunt de stempelfunctie activeren. • U moet een wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu. Het standaardwachtwoord is sec00000. • Item: U kunt de items selecteren die moeten worden afgedrukt op de afdruk, zoals tijd, datum, enz. Stempel Om de menuopties te wijzigen: • Tekstgrootte: U kunt de tekstgrootte selecteren, zoals klein, normaal, groot. • Druk op Menu( • Opaciteit: Hiermee kunt u de transparantie van de stempel selecteren. • Selecteer op het model met aanraakscherm ) > Beheerinstellingen op het bedieningspaneel. • Positie: Hiermee stelt u de positie van de stempel in. (Instelling) > Beheerinstellingen op het aanraakscherm. Item User Access Control Omschrijving U kunt de gebruikerstoegang tot een machine beheren. Beheerderswacht Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de woord wijzigen Beheerinstellingen van het apparaat. Firmware upgraden • Verificatie: Selecteer de verificatiemodus. U kunt deze functie ook gebruiken in SyncThru™ Web Service. Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ het IP-adres van uw apparaat. Als SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op het tabblad Security > User Access Control. Als u de nieuwste firmware wilt bijwerken, stelt u deze optie in op 'Aan' en downloadt u het firmwarebestand. U kunt toepassingen installeren of verwijderen. Toepassing • Toepassingsbeheer: U kunt geïnstalleerde toepassingen verwijderen of inschakelen/ uitschakelen. • Nieuwe toepassing installeren: U kunt een nieuwe toepassing installeren via een USB. Veilig afdruk. U kunt de aanmeldmethode van beveiligd afdrukken instellen 3. Menu´s met nuttige instellingen 219 Beheerinstellingen Item Omschrijving Beheer van verbruiksartikele n • Toner bijna op: Als er geen toner meer in de tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in- en uitschakelen. • Waarschuwing beeldeenheid bijna leeg: Hiermee kunt u het alarm instellen voor als de beeldeenheid bijna leeg is. Inst. import. Importeert de op een USB-geheugenstick opgeslagen gegevens naar het apparaat (zie "Back-up van gegevens maken" op pagina 61). Inst. export. Exporteert de op het apparaat opgeslagen gegevens naar een USB-geheugenstick (zie "Gegevens terugzetten" op pagina 61). 3. Menu´s met nuttige instellingen 220 Eco Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Selecteer op het model met aanraakscherm aanraakscherm. (Eco) > op het Item Omschrijving Eco - aan/Eco - uit Geef de huidige ecomodus weer en wijzig de optie aan/ uit. Hiermee kunt u eco-gerelateerde instellingen configureren en standaardinstellingen wijzigen. Instellingen • Standaardmodus: Hiermee kunt u de standaardmodus in- of uitschakelen. • Functieconfiguratie: Selecteer de Standaardmodus of de Aangepast modus. Indien u de modus Aangepast kiest kunt u de instellingen instellen die van toepassing zijn voor de Eco-modus. 3. Menu´s met nuttige instellingen 221 USB Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Selecteer op het model met aanraakscherm aanraakscherm. Item (USB) > op het Omschrijving Afdrukken vanaf Selecteer een bestand om af te drukken. Bestandsbeheer Selecteer een bestand om te verwijderen. U kunt het USB-apparaat formatteren. Ruimte tonen Hiermee wordt de resterende ruimte weergegeven. 3. Menu´s met nuttige instellingen 222 Taakbeheer (Taakstatus) Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Selecteer op het model met aanraakscherm het aanraakscherm. Item ( Taakstatus) > op Omschrijving Huidige taak Toont de lijst van taken die worden uitgevoerd en die in de wachtrij staan. Beveiligde taak Geeft de beveiligde afdruktaken weer op de schijf. Opgeslagen taak Geeft de opgeslagen afdruktaken weer op de schijf. Taak voltooida Toont de lijst van voltooide taken. a. Deze optie is alleen beschikbaar op het aanraakscherm. 3. Menu´s met nuttige instellingen 223 Teller Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Selecteer op het model met aanraakscherm aanraakscherm. Item Totaal afgedrukt (Teller) > op het Omschrijving Toont het totaal aantal afgedrukte pagina’s. 3. Menu´s met nuttige instellingen 224 Help Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Om de menuopties te wijzigen: • Selecteer op het model met aanraakscherm aanraakscherm. Item (Help) > op het Omschrijving Basisstroom taken Toont de basismethode om uw afdruktaak te starten. Problemen oplossen Toont de informatie om problemen op te lossen. QR-code U kunt de QR-code op het scherm scannen met uw smartphone of tablet om informatie over de printer te zien. U kunt de QR-code ook gebruiken om de printer in Samsung Cloud Print™ te registreren (zie "Samsung Cloud Print" op pagina 198) 3. Menu´s met nuttige instellingen 225 4. Speciale functies In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard. • Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 227 • Verschillende tekens invoeren 228 • Afdrukfuncties 230 • Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken 242 • Afdrukken vanaf een Mac 244 • Afdrukken in Linux 246 • Afdrukken in Unix 248 De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7. Aanpassing aan luchtdruk of hoogte De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit. U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminst. of de optie Systeem op het display van het apparaat (zie "Systeeminstellingen/ Instelling" op pagina 211). U kunt de hoogte instellen waarop uw apparaat is geplaatst. De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk die afhankelijk is van de hoogte boven het zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. Het is daarom belangrijk om de juiste hoogte in te stellen. • Normaal: 0-1.000 m • Hoog 1: 1.000-2.000 m • Hoog 2: 2.000-3.000 m • Hoog 3: 3.000-4.000 m • Hoog 4: 4.000-5.000 m U kunt de hoogte instellen met het programma Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service Voor gebruikers van Windows en Mac: • Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261). • Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255). 4. Speciale functies 227 Verschillende tekens invoeren U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Toets 1 Letters en cijfers op het toetsenblok Toegewezen cijfers, letters of tekens 0 &+-,0 * *%^_~!#$()[] (Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw netwerkidentificatiegegevens) • Alleen M453xND series. # • Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw apparaat andere speciale tekensets bevatten. #=|?":{}<>; (Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw netwerkidentificatiegegevens) • Enkele van de volgende sleutelwaarden verschijnen mogelijk niet afhankelijk van de taak die u uitvoert. 2 Informatie over het pop-uptoetsenbord Toets Toegewezen cijfers, letters of tekens 1 @/.’1 2 ABCabc2 3 DEFdef3 4 GHIghi4 5 JKLjkl5 6 MNOmno6 7 PQRSpqrs7 8 TUVtuv8 9 WXYZwxyz9 • Alleen M453xNX series. • Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met een aanraakscherm. • Enkele van de volgende toetsen verschijnen mogelijk niet afhankelijk van de taak die u uitvoert. U kunt alfabetische tekens, cijfers, diakritische tekens of speciale symbolen invoeren met behulp van het pop-uptoetsenbord op het weergavescherm. Dit toetsenbord is net zo vormgegeven als een normaal toetsenbord, voor meer gebruiksgemak voor de gebruik. 4. Speciale functies 228 Verschillende tekens invoeren Raak het invoergebied aan waar u alfabetische tekens, cijfers, diakritische tekens of speciale symbolen moet invoeren en het toetsenbord wordt op het scherm weergegeven. nr. 5 4 3 5 2 6 1 7 9 nr. 1 2 3 4 Toets Toets Omschrijving Verwijdert alle tekens in het invoergebied. 6 Hiermee schakelt u tussen alfanumerieke tekens en cijfers of speciale symbolen. 7 Hiermee slaat u het ingevoerde resultaat op en sluit u het invoergebied. 8 9 Hiermee schakelt u tussen diakritische tekens. Hiermee voert u een spatie in tussen tekens. U kunt ook een pauze invoegen. 8 Omschrijving Hiermee verplaatst u de cursor tussen tekens in het invoergebied. Hiermee wisselt u tussen hoofd- en kleine letters. Hiermee keert u terug naar het hogere menu. Hiermee verwijdert u tekens uit het invoergebied. 4. Speciale functies 229 Afdrukfuncties • Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 53). 4 In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. In Windows 7/8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de contextmenu’s. • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Functies per model" op pagina 8). Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 3 De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1 Klik op het menu Start van Windows. • 2 3 In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens Zoeken > Instellingen. Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. • Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7/8 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. 5 6 Wijzig de instellingen op elk tabblad. Klik op OK. In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. 4. Speciale functies 230 Afdrukfuncties 4 5 Uw apparaat instellen als standaardprinter 1 Klik op het menu Start van Windows. • 2 3 4 Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens Zoeken > Instellingen. XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een XPS-bestandsindeling. • Zie "Functies per model" op pagina 8. Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. • Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een recentere versie. • Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft. • In Windows 7/8 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. Selecteer uw apparaat. Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als standaard instellen. • Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma beschikbaar is via de website van Samsung, http://www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads. Afdrukken naar een bestand (PRN) Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s selecteren die met de geselecteerde printer verbonden zijn. 4. Speciale functies 231 Afdrukfuncties 1 Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster Afdrukken aan. 2 3 Klik op Afdrukken. Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK. Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam. Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte programma. 4. Speciale functies 232 Afdrukfuncties Speciale afdrukfuncties verklaard U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. De printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. • Selecteer het menu Help, of klik op de knop "Help gebruiken" op pagina 55). Item uit het venster, of druk op F1 op uw toetsenbord, en klik op de optie waar u meer over wilt weten (zie Omschrijving Meerdere pagina’s per vel U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken. Poster afdrukken U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken. 4. Speciale functies 233 Afdrukfuncties Item Omschrijving Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken. Boekje afdrukkena • Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. 8 9 • De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Grootte-optie onder het tabblad Papier om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn. • Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat). 4. Speciale functies 234 Afdrukfuncties Item Omschrijving U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. • U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. • Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer. • De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld. • U wordt afgeraden dubbelzijdig af te drukken op speciale afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Dit kan een papierstoring veroorzaken of het apparaat beschadigen. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Tweezijdig afdrukken • Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven op het bedieningspaneel van de printer. • Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit. • Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt. • Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt. • Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig afdrukken. 4. Speciale functies 235 Afdrukfuncties Item Papieropties Watermerk Omschrijving Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt. Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s af te drukken. • Koptekst: U kunt de geselecteerde tekst toevoegen aan de linker-, midden- of rechterbovenzijde. • Voettekst: U kunt de geselecteerde tekst toevoegen aan de linker-, midden- of rechteronderzijde. Watermerk (Een watermerk maken) a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). b Op het tabblad Geavanceerd selecteert u Bewerken... in de keuzelijst Watermerk. c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt maximaal 256 tekens invoeren. Als u het selectievakje Alleen eerste pagina inschakelt wordt het watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt. d Watermerkopties selecteren. U kunt de naam, stijl, kleur, grootte en grijswaarde van het lettertype selecteren in het gedeelte Tekenstijl, en de hoek van het watermerk instellen in het gedeelte Uitlijning en hoek van watermerk. e Klik op Toevoegen om het nieuwe watermerk aan de lijst Huidige watermerken toe te voegen. f Wanneer u klaar bent met bewerken klikt u op OK of Afdrukken tot u het menu Afdrukken verlaat. 4. Speciale functies 236 Afdrukfuncties Item Watermerk (Een watermerk bewerken) Watermerk (Een watermerk verwijderen) Omschrijving a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk. c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties. d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan. e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. a b c d Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-printerstuurprogramma (zie "Software" op pagina 8). Overlaya Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af. Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding. • Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk. • De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken. 4. Speciale functies 237 Afdrukfuncties Item Overlaya (Een nieuwe paginaoverlay maken) Omschrijving a Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies op de plaats staat waar ze als overlay moet worden afgedrukt. b Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan. c Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Maken in de vervolgkeuzelijst Overlay. d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover. e Klik op Opslaan. f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja. g Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer. a b c d e Overlaya (Een paginaoverlay gebruiken) Maak of open het document dat u wilt afdrukken. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik op het tabblad Geavanceerd. Selecteer Overlay afdrukken van de vervolgkeuzelijst Overlay. Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijsten Overlaybes. 1 of Overlaybes. 2, selecteer dan Laden van de Overzicht overlays Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken. Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Laden. Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays. f Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt. g Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt. 4. Speciale functies 238 Afdrukfuncties Item Overlaya (Een paginaoverlay verwijderen) Omschrijving a b c d e f Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd. Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen. Klik op Wissen. Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u verwijderen. 4. Speciale functies 239 Afdrukfuncties Item Omschrijving • Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of optionele massaopslagapparaat (harde schijf) hebt geïnstalleerd (zie "Verschillende functies" op pagina 9). • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. • U kunt deze functie inschakelen door de optie Opslagopties in te schakelen (zie "Apparaatopties instellen" op pagina 77). • Als u het massaopslagapparaat (harde schijf) niet op het apparaat installeert, biedt de functie Ramschijf slechts 3 opties: Normaal, Proefafdruk en Vertrouwelijk. de standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het afdrukbestand op te slaan in het geheugen. • Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen. • Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar afdrukken om te controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken. • Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren om af te drukken. • Opslaan: Selecteer deze instelling om een document op het massaopslagapparaat (harde schijf) op te slaan zonder het af te drukken. • Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt opgeslagen en afgedrukt. • Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling selecteert, wordt het document op het massaopslagapparaat (harde schijf) in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van daaruit afgedrukt. Op die manier wordt de belasting van de computer lager. • Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken. Afdrukmodus • Taaknaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel. • Gebruikersnaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel. Automatisch wordt de gebruikersnaam weergegeven waarmee u zich bij Windows aanmeldt. • Voer het wachtwoord in: Als de Eigenschap van het geselecteerde document beveiligd is, moet u het wachtwoord voor het document invoeren. Deze optie wordt gebruikt om een opgeslagen bestand te laden via het bedieningspaneel. • Wachtwoord bevestigen: Voer het wachtwoord ter bevestiging opnieuw in. 4. Speciale functies 240 Afdrukfuncties Item Omschrijving Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging. • Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak starten. • Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten. Taakaccountbeheer • Klik op het vraagteken weten. in de rechterbovenhoek van het venster en klik vervolgens de optie waarover u meer wilt • Beheerders kunnen Taakaccountbeheer inschakelen en machtigingen instellen op het bedieningspaneel of via SyncThru™ Web Admin Service. a. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt. 4. Speciale functies 241 Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken • U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer opnieuw af te drukken. • Hulpprogramma Direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op pagina 8). • Of een PDF-bestand kan worden afgedrukt met het Hulpprogramma Direct afdrukken hangt af van de manier waarop het PDF-bestand is gemaakt. • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windowsbesturingssystemen. • Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF versie 1.7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om te kunnen afdrukken. 6 Wat is het Hulpprogramma direct afdrukken? 7 Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze bestanden hoeft te openen. Dit programma installeren: Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http:// www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). • Optioneel geheugen of een massaopslagapparaat (harde schijf) moet geïnstalleerd zijn op uw apparaat om met dit programma (zie "Verschillende functies" op pagina 9) bestanden af te drukken. • U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking uit en probeer opnieuw af te drukken. Afdrukken Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het Hulpprogramma Direct afdrukken. 1 Selecteer in het menu Start Programma's of Alle programma's > Samsung Printers > Hulpprogramma Direct afdrukken > Hulpprogramma Direct afdrukken. Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. 2 Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en klik op Bladeren. 3 Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen. Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden selecteren. 4. Speciale functies 242 Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken 4 5 Pas de printerinstellingen naar wens aan. Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de printer verzonden. 8 Via het contextmenu 1 Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt afdrukken en kies Direct afdrukken. Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het PDF-bestand is hierin al toegevoegd. 2 3 4 Kies het te gebruiken apparaat. De apparaatinstellingen aanpassen. Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de printer verzonden. 4. Speciale functies 243 Afdrukken vanaf een Mac 10 Printerinstellingen wijzigen Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. 9 Een document afdrukken Als u afdrukt met een Mac, moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Mac: Open een toepassing en selecteer Afdrukken in het menu Bestand. De printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster. 11 Meerdere pagina's per vel afdrukken 1 2 Open het af te drukken document. 3 Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK. 4 5 Open het menu Bestand en klik op Afdrukken. 6 Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling (Documentinstellingen in enkele toepassingen). Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken. Klik op Afdrukken. U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken. 1 Open een toepassing en selecteer Afdrukken uit het menu Bestand. 2 Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op één vel papier wilt afdrukken. 3 4 Kies de andere te gebruiken opties. Klik op Afdrukken. Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af. 4. Speciale functies 244 Afdrukken vanaf een Mac 12 Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt. Dubbelzijdig afdrukken Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie "Verschillende functies" op pagina 9). 13 Help gebruiken Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn: • Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden wordt gebruikt. • Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders. 1 2 3 4 5 Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma beschikt. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van uw Mac-toepassing. Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig. Kies de andere te gebruiken opties. Als u op Afdrukken klikt, drukt de printer op beide zijden van het papier af. 4. Speciale functies 245 Afdrukken in Linux 8 Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. Klik op Print. Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. U kunt eventueel oneveneven pagina's afdrukken via het lp- of lpr-afdruksysteem of andere toepassingen. 14 Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken. 1 2 Open het af te drukken document. Open het menu File en klik op Page Setup (Print Setup in een aantal toepassingen). 15 Bestanden afdrukken U kunt tekst, afbeeldingen en PDF-bestanden afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode rechtstreeks vanaf de opdrachtregel uit te voeren. U werkt dan met het CUPS lp- of lpr-programma. U kunt deze bestanden afdrukken met de onderstaande opdrachtnotatie. lp -d <printernaam> -o <optie> <bestandsnaam>" 3 Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op Apply. 4 5 6 Open het menu File en klik op Print. 7 Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad. Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer informatie. Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken. Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken. 4. Speciale functies 246 Afdrukken in Linux 16 Printereigenschappen configureren U kunt de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype wijzigen met het hulpprogramma voor afdrukken van het besturingssysteem. 1 Start het hulpprogramma voor afdrukken (ga naar System > Administration > Printing of voer de opdracht 'system-configprinter' uit in het terminalprogramma). 2 3 4 Dubbelklik op uw printer. Wijzig de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype. Klik op de knop Apply. 4. Speciale functies 247 Afdrukken in Unix Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie "Verschillende functies" op pagina 9). Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw printerstuurprogramma biedt. 5 Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak. 17 Doorgaan met de afdruktaak 18 Printerinstellingen wijzigen Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst of PS-bestand om af te drukken. 1 Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit. U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken. Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties. De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel. printui document1 Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIXprinterstuurprogramma geopend waarin de gebruiker verschillende afdrukopties kan instellen. 2 3 4 Selecteer een printer die reeds is toegevoegd. Het tabblad General • Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat instellen op A4, Letter of andere papierformaten. • Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit de keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick. • Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet worden. De standaardinstelling is Auto Selection. • Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie wordt afgedrukt op een pagina. Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection. Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt. 4. Speciale functies 248 Afdrukken in Unix • Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om papier te besparen. Het tabblad Margins • Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen. Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde papierformaat. • Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of centimeters. Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's. • Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina's afgedrukt op één vel papier. • Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Singleline hairline, Double-line hairline). Het tabblad Image Het tabblad Printer-Specific Settings Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor de printer en afhankelijk van het PPD-bestand. Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een afbeelding op uw document wijzigen. Het tabblad Text Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in. 4. Speciale functies 249 5. Nuttige beheerprogramma's Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten. • Managementhulpmiddelen gebruiken 251 • Easy Capture Manager 252 • Samsung AnyWeb Print 253 • Easy Eco Driver 254 • SyncThru™ Web Service gebruiken 255 • Samsung Easy Printer Manager gebruiken 259 • Samsung-printerstatus gebruiken 263 • Samsung Printer Experience gebruiken 266 Managementhulpmiddelen gebruiken Samsung biedt verschillende managementhulpmiddelen voor Samsungprinters. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma’s. • Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App). 3 4 Zoek naar Samsung-printer. 5 Klik op de managementhulpmiddelen die u wilt gebruiken. Onder Samsung-printer ziet u geïnstalleerde managementhulpmiddelen. • Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, kunt u bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het Startscherm door op de bijbehorende tegel te klikken. • Als u Windows 8 gebruikt, kunt u nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het Startscherm door op de bijbehorende tegel te klikken. 5. Nuttige beheerprogramma's 251 Easy Capture Manager • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op pagina 8). • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8). Druk op het toetsenbord op de toets Print screen om tegelijkertijd een schermafbeelding te maken en Easy Capture Manager te starten. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken. 5. Nuttige beheerprogramma's 252 Samsung AnyWeb Print • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op pagina 8). • Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 8). Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma. Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http://www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). 5. Nuttige beheerprogramma's 253 Easy Eco Driver Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8). Met Easy Eco Driver kunt u eco-functies toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt. De functie Easy Eco Driver biedt u ook de mogelijkheid tot simpele bewerkingen zoals het verwijderen van afbeeldingen en tekst, en nog meer. U kunt instellingen die u vaak gebruikt, opslaan als voorinstelling. Gebruiken: 1 Open een document dat u wilt afdrukken. 2 Open het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). 3 Selecteer op het tabblad Favorieten de optie Eco Printing Preview. 4 Klik op OK > Afdrukken in het venster. Er verschijnt een voorbeeldvenster. 5 Selecteer de opties die u wilt toepassen op het document. U kunt een voorbeeld van de toegepaste functies bekijken. 6 Klik op Afdrukken. Als u Easy Eco Driver bij iedere afdruktaak wilt gebruiken, selecteert u het selectievakje Easy Eco Driver starten voor afdrukken van taak op het tabblad Basis van het venster met afdrukvoorkeuren. 5. Nuttige beheerprogramma's 254 SyncThru™ Web Service gebruiken • Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of hoger vereist. • De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. • Alleen voor draadloos model (zie "Software" op pagina 8). 1 1 Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 2 Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen. • ID: admin • Password: sec00000 SyncThru™ Web Service weergeven 2 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. SyncThru™ Web Service-overzicht Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar. 2 De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend. Aanmelden bij SyncThru™ Web Service Afhankelijk van uw model zullen sommige menu's mogelijk niet verschijnen. Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot het tabblad Settings en het tabblad Security. 5. Nuttige beheerprogramma's 255 SyncThru™ Web Service gebruiken Het tabblad Information Het tabblad Security Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven. U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een foutenrapport. Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven. • • Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn gegenereerd en hun ernst. Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er nog in de cassette zit. • Usage Counters: Toont de gebruiksteller van het aantal vellen per type afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig. • Current Settings: Toont informatie over het apparaat en het netwerk. • Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde rapporten, e-mailadressen en lettertyperapporten. Het tabblad Settings Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven. • Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde opties in. • Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving. Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen. • System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit. • Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec, IPv4/IPv6 filtering, 802.1x en verificatieservers in. • User Access Control: Hiermee worden gebruikers ingedeeld in verschillende groepen op basis van de rol van de afzonderlijke gebruikers. De machtigings-, verificatie- en accountinstellingen van elke gebruiker worden bepaald door de rol die aan de groep is toegewezen. • System Log: U kunt logboeken van gebeurtenissen die in het apparaat zij gebeurd bijhouden. De beheerder kan de gebruiksinformatie van het apparaat met behulp van systeemlogbestanden registreren en beheren. De systeemlogbestanden worden op de harde schijf (HHD) van het apparaat opgeslagen. Wanneer de harde schijf vol is, worden de oude gegevens gewist. Gebruik de exportfunctie om belangrijke auditgegevens te exporteren en op te slaan. 5. Nuttige beheerprogramma's 256 SyncThru™ Web Service gebruiken Het tabblad Maintenance 3 E-mailmelding instellen Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen. U kunt ook een verbinding maken met de website van Samsung of stuurprogramma’s downloaden door het menu Link te selecteren. • Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat. • Application Management: U kunt toepassingen/licenties toevoegen of verwijderen. Als u een toepassing toevoegt, moet u de licentie activeren van de geïnstalleerde toepassing. Sommige toepassingen hebben mogelijk geen licentie. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het apparaat. • Back-up/terugzetten: U kunt een back-up maken van de configuraties van het apparaat en de configuratie terugzetten wanneer er een probleem is met het apparaat. De opgeslagen (back-up) bestanden kunnen ook gebruikt worden voor de configuratie van andere apparaten. • Wi-Fi-interface: U kunt het Wi-Fi-menu in- of uitschakelen. • Contact Information: Geeft de contactgegevens weer. • Link: Toont koppelingen naar nuttige websites waar u informatie kunt downloaden of lezen. U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door een apparaatbeheerder. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar. 2 3 De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend. Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad Settings. 5. Nuttige beheerprogramma's 257 SyncThru™ Web Service gebruiken 4 Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt geconfigureerd, gaat u naar Settings > Network Settings > Outgoing Mail Server(SMTP) om de netwerkomgeving te configureren voor u emailmelding instelt. 4 Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail Notification te gebruiken. 5 Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te stellen. Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen. 6 Informatie over de systeembeheerder instellen Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie emailmelding. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. 1 Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar. Klik op Apply. Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de netwerkbeheerder. Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. 2 3 De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend. Selecteer op het tabblad SecuritySystem Security > System Administrator 4 Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de beheerder in. 5 Klik op Apply. 5. Nuttige beheerprogramma's 258 Samsung Easy Printer Manager gebruiken 5 • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op pagina 8). • Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 8). • Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal Internet Explorer 6.0 of hoger vereist. Informatie over Samsung Easy Printer Manager Openen van het programma: Voor Windows: Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager. Mac-gebruikers, Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn. Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsungprinter. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is eenvoudig: klik gewoon op een knop. Open de map Toepassingen’s > de map Samsung > Samsung Easy Printer Manager. De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven: 5. Nuttige beheerprogramma's 259 Samsung Easy Printer Manager gebruiken De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. Printerlijst 1 De printerlijst geeft printers weer die geïnstalleerd zijn op uw computer en netwerkprinters die zijn toegevoegd met netwerkverkenning (alleen in Windows). Printerinformat In dit kader staat algemene informatie over uw ie apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het printermodel, het IP-adres (of poortnummer) en de printerstatus. U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. 2 Knop Problemen oplossen: Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het desbetreffende deel in de gebruikershandleiding gaan. Programmainformatie Bevat koppelingen voor overschakeling naar geavanceerde instellingen (wisselen van gebruikersinterface), vernieuwen, voorkeursinstellingen, hulp en informatie over het programma. 3 Met de knop kunt u de interface wijzigen in de interface voor gevorderde gebruikers (zie "Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers" op pagina 261). 5. Nuttige beheerprogramma's 260 Samsung Easy Printer Manager gebruiken 6 Snelkoppeling en Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar toepassingen in de geavanceerde instellingen. 4 Als u op het apparaat verbinding maakt met een netwerk, wordt het venster SyncThru™ Web Service weergegeven. Inhoud Toont informatie over de geselecteerde printer, het niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Benodigdhede n bestellen Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. 5 6 Selecteer het menu Help of klik op de knop de optie waar u meer over wilt weten. Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van het netwerk en de printers. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Apparaatinstellingen U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen. in het venster, en klik op 5. Nuttige beheerprogramma's 261 Samsung Easy Printer Manager gebruiken Waarschuwingsinstellingen (alleen voor Windows) Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over fouten en storingen. • Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot wanneer waarschuwingen ontvangen worden. • E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het ontvangen van waarschuwingen via e-mail. • Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de toner. Taakaccountbeheer Levert een overzicht van informatie over de verdeling van afdruktaken per specifieke gebruiker. Deze verdeling kan aangemaakt en toegepast worden op apparaten via taakaccountancysoftware zoals SyncThru™- of de CounThru™-administratiesoftware. 5. Nuttige beheerprogramma's 262 Samsung-printerstatus gebruiken Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat (zie "Specificaties" op pagina 114). • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windowsbesturingssystemen (zie "Software" op pagina 8). 7 Overzicht Samsung-printerstatus Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert. U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de knop Printerstatus. Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk: 5. Nuttige beheerprogramma's 263 Samsung-printerstatus gebruiken Picto gram Betekent Omschrijving Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn geen fouten of waarschuwingen. Waarschuwing Het apparaat is in een toestand waarin er in de toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag is, wat kan leiden tot de toner-leegstatus. Fout Er is minstens één fout in het apparaat. Gebruikershand leiding 1 U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. 5. Nuttige beheerprogramma's 264 Samsung-printerstatus gebruiken Biedt informatie U kunt het percentage resterende toner in de cassette(s) weergeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Optie U kunt instellingen voor waarschuwingen gerelateerd aan afdruktaken opgeven. Benod. bestellen U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. Afdrukken annuleren • Afdrukken annuleren : Als er een afdruktaak in de afdrukwachtrij of printer staat, annuleert u alle printtaken van de gebruiker die in de afdrukwachtrij of printer staan. 2 3 4 of 5 Sluiten • Sluiten : Afhankelijk van de status van het apparaat of de ondersteunde functies kan de knop Sluiten mogelijk verschijnen om het statusscherm te sluiten. 5. Nuttige beheerprogramma's 265 Samsung Printer Experience gebruiken Samsung Printer Experience is een Samsung-toepassing die beheer en instellingen van Samsung-apparaten in één locatie combineert. U kunt apparaatinstellingen instellen, verbruiksartikelen bestellen, handleidingen voor probleemoplossing bestellen, de website van Samsung bezoeken en informatie over aangesloten systemen controleren. Deze toepassing wordt automatisch gedownload vanaf de Windows Store(Store) als het apparaat is aangesloten op een computer met een internetverbinding. De schermafbeelding kan verschillen afhankelijk van het model dat u gebruikt. Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows 8. 8 Alles over Samsung Printer Experience De toepassing openen, Vanaf het Startscherm selecteert u de tegel Samsung Printer Experience ( ). De interface van Samsung Printer Experience biedt verschillende nuttige functies, zoals beschreven in de volgende tabel: 1 Printerinformat ie In dit kader staat algemene informatie over uw apparaat. U kunt informatie over de machine controleren, zoals de status, de locatie, het IP-adres en het resterende tonerniveau. 5. Nuttige beheerprogramma's 266 Samsung Printer Experience gebruiken 2 Gebruikershan dleiding U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. U moet verbinding hebben met internet om deze functie te gebruiken. 6 Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. Apparatenlijst en Laatst gescande afbeelding In de scannerlijst worden apparaten weergegeven die Samsung Printer Experience ondersteunen. Onder het apparaat ziet u de laatst gescande afbeeldingen. Uw apparaat moet verbinding hebben met een netwerk om van hieraf te scannen. Dit gedeelte is voor gebruikers met multifunctionele printers. 9 Printers toevoegen/verwijderen 3 4 Bestellen Verbruiksartike len Klik op deze knop om nieuwe tonercassettes online te bestellen. U moet verbinding hebben met internet om deze functie te gebruiken. Ga naar Samsung Koppelingen naar de Samsung-printerwebsite. U moet verbinding hebben met internet om deze functie te gebruiken. nter Instellingen 5 U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen via SyncThru™ Web Service. Uw apparaat moet verbinding hebben met een netwerk. Deze knop is uitgeschakeld wanneer uw apparaat is aangesloten via een USB-kabel. Als u geen printers hebt toegevoegd aan de Samsung Printer Experience of als u een printer wilt toevoegen/verwijderen, volgt u de onderstaande instructies. U kunt alleen op het netwerk aangesloten printers verwijderen/ toevoegen. Een printer toevoegen 1 Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen. U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer Experience klikken en Instellingen selecteren. 2 Selecteer Printer toevoegen 5. Nuttige beheerprogramma's 267 Samsung Printer Experience gebruiken 3 Selecteer de printer die u wilt toevoegen. 10 Afdrukken vanuit Windows 8 U kunt de toegevoegde printer zien. Als u de markering ziet, kunt u ook op de markering printers toe te voegen. klikken om In dit gedeelte worden veelvoorkomende afdruktaken vanuit het Startscherm uitgelegd. Eenvoudige afdruktaken Een printer verwijderen 1 Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen. U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer Experience klikken en Instellingen selecteren. 2 3 4 Selecteer Printer verwijderen. 1 2 3 4 Open het af te drukken document. Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten. Selecteer uw printer in de lijst Selecteer de printerinstellingen, zoals het aantal exemplaren en de afdrukstand. Selecteer de printer die u wilt verwijderen. Klik op Ja. U kunt zien dat de geselecteerde printer niet meer op het scherm wordt weergegeven. 5. Nuttige beheerprogramma's 268 Samsung Printer Experience gebruiken 5 Klik op Afdrukken om de afdruktaak te starten. Een afdruktaak annuleren U kunt als volgt een afdruktaak annuleren in een afdrukwachtrij of afdrukspooler: • U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( • ) in de taakbalk van Windows. U kunt de huidige afdruktaak ook annuleren door te drukken op de knop (Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel. Meer instellingen openen Het scherm kan afwijken afhankelijk van het model of de opties. U kunt meer afdrukparameters instellen. 1 2 3 4 Open het document dat u wilt afdrukken. Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten. Selecteer uw printer in de lijst Klik op Meer instellingen. 5. Nuttige beheerprogramma's 269 Samsung Printer Experience gebruiken Het tabblad Basis Het tabblad Geavanceerd Basis Papierinstellingen Met deze optie kunt u de basisinstellingen voor afdrukken kiezen, zoals het aantal exemplaren, de afdrukstand en het documenttype. Met deze optie kunt u de basisspecificaties voor het verwerken van papier instellen. Eco-instellingen Lay-outinstellingen Met deze optie kunt u meerdere pagina's per kant afdrukken om materiaal te besparen. Met deze optie kunt u de verschillende manieren instellen om uw document vorm te geven. 5. Nuttige beheerprogramma's 270 Samsung Printer Experience gebruiken Het tabblad Beveiliging Sommige functies zijn niet beschikbaar afhankelijk van het model of de opties. Als dit tabblad onzichtbaar of uitgeschakeld is, betekent dit dat deze functies niet worden ondersteund. Deze optie wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren om het document te kunnen afdrukken. De deelfunctie gebruiken Met Samsung Printer Experience kunt u via de deelfunctie afdrukken vanuit andere toepassingen die op de computer zijn geïnstalleerd. Deze functie is alleen beschikbaar voor het afdrukken van bestanden met de indelingen jpeg, bmp, tiff, gif en png. Taakaccountbeheer 1 Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken vanuit een andere toepassing. 2 In Charms(charms) selecteert u Delen > Samsung Printer Experience. 3 Selecteer de printerinstellingen, zoals het aantal exemplaren en de afdrukstand. 4 Klik op Afdrukken om de afdruktaak te starten. Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging. Vertrouwelijk afdrukken 5. Nuttige beheerprogramma's 271 6. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Problemen met papierinvoer 273 • Problemen met de voeding en het netsnoer 274 • Afdrukproblemen 275 • Problemen met de afdrukkwaliteit 280 • Problemen met het besturingssysteem 288 Voor fouten die optreden tijdens het installeren en instellen van de draadloze software, raadpleegt u de sectie met probleemoplossingen in het hoofdstuk over het instellen van het draadloze netwerk (zie "Problemen met draadloze netwerken oplossen" op pagina 180). Problemen met papierinvoer Toestand Voorgestelde oplossing Het papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier. Papier kleeft aan elkaar. • Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade. • Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. • Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit. • In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven. Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht. Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. • Verwijder vastgelopen papier in het apparaat. • Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade. • Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. • Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. Het papier blijft vastlopen. • Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de lade voor handmatige invoer als u op speciaal materiaal afdrukt. • U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. • Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten. Enveloppen trekken scheef of worden niet goed ingevoerd. Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net raken). 6. Problemen oplossen 273 Problemen met de voeding en het netsnoer Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. Toestand Het apparaat krijgt geen stroom, of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Voorgestelde oplossing 1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop (Aan/uit/ontwaken) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop. 2 1 2 Controleer de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat. 3 Verwijder de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat en plaats de kabel opnieuw. 6. Problemen oplossen 274 Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Het apparaat krijgt geen stroom. Voorgestelde oplossing Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop (Aan/ uit/ontwaken) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De klep is niet gesloten. Sluit de klep. • Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 90). • De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 41). • Er is geen tonercassette geplaatst. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • Zorg dat het beschermingsmateriaal is verwijderd van de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt. De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan (zie "Achterkant" op pagina 20). De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is mogelijk defect. Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw apparaat te gebruiken. De poortinstelling is niet juist. Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft, controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten. 6. Problemen oplossen 275 Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd. Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn. Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma opnieuw. Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Het document is zo groot dat er niet voldoende ruimte op de harde schijf van de computer is om toegang te krijgen tot de afdruktaak. Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document opnieuw af. De uitvoerlade is vol. Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met afdrukken. Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer. De papieroptie die in Voorkeursinstellingen voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk onjuist. In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 55). Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt. Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit. 6. Problemen oplossen 276 Afdrukproblemen Toestand De helft van de pagina is blanco. Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet volledig. Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld. Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 55). Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met het formaat van het papier in de lade. Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is geselecteerd in het programma dat u gebruikt (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). De kabel van het apparaat zit los of is defect. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe printerkabel. Het verkeerde printerstuurprogramma is geselecteerd. Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt geselecteerd. De softwaretoepassing werkt niet naar behoren. Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing. Het besturingssysteem werkt niet naar behoren. Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en weer in. 6. Problemen oplossen 277 Afdrukproblemen Toestand Er worden blanco pagina’s afgedrukt. Mogelijke oorzaak De tonercassette is leeg of beschadigd. Voorgestelde oplossing Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette. • Zie "Toner herverdelen" op pagina 71. • Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73. Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s. Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat. Mogelijk is een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord). Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en de Acrobat-producten. Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. De afdrukkwaliteit van foto’s is niet goed. De afbeeldingen zijn niet duidelijk. De resolutie van de foto is zeer laag. Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in het programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd. Er komt voor het afdrukken ter hoogte van de uitvoerlade stoom uit het apparaat. Het gebruik van geperforeerd papier kan damp veroorzaken tijdens het afdrukken. Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag. 6. Problemen oplossen 278 Afdrukproblemen Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt geen aangepaste papierformaten zoals rekeningpapier af. Het papierformaat en de papierformaatinstelling komen niet overeen. Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Het afgedrukte papier krult op. De instelling voor de papiersoort klopt niet. Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). 6. Problemen oplossen 279 Problemen met de afdrukkwaliteit Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Lichte of vage afdrukken Voorgestelde oplossing • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of is de tonerbespaarstand ingeschakeld. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma. • Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. De bovenste helft van het papier is lichter bedrukt dan de rest van het papier. De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). 6. Problemen oplossen 280 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Tonervlekken Voorgestelde oplossing • Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c Onregelmatigheden • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen: • Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af. A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C • Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk. • Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. Witte vlekken Er verschijnen witte vlekken op de pagina: • Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. 6. Problemen oplossen 281 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticale strepen Voorgestelde oplossing Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont: • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). Als de pagina witte verticale strepen vertoont: • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. Zwarte of gekleurde achtergrond Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond): • Gebruik papier met een lager gewicht. • Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond. • Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • Herverdeel de toner grondig (zie "Toner herverdelen" op pagina 71). Tonervegen • Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. • Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). 6. Problemen oplossen 282 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticaal terugkerende afwijkingen Voorgestelde oplossing Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude tonercassette door een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen. • De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Schaduwvlekken A Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen. • Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt. • Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken. Of selecteer Dik papier in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). • Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben. • Als u een nieuwe tonercassette gebruikt, moet u de toner eerst herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71). 6. Problemen oplossen 283 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Er blijven tonerdeeltjes hangen rond vetgedrukte tekens of donkere foto’s. Voorgestelde oplossing De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). • Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben. Misvormde tekst • Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier. Papier schuin • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. A aBb A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C c Cc • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. • Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier. 6. Problemen oplossen 284 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Gekruld of gegolfd Voorgestelde oplossing • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Vouwen of kreuken • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Achterkant van afdrukken is vuil • Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). 6. Problemen oplossen 285 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Volledig gekleurde of zwarte pagina’s A Losse toner Voorgestelde oplossing • Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). • Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. • Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82). • Controleer de papiersoort, de dikte en de kwaliteit van het papier. • Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Openingen in tekens Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn: • Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om. A • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. 6. Problemen oplossen 286 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Horizontale strepen Voorgestelde oplossing Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73). Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Krullen Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende: • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. • Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). • Op enkele vellen verschijnt herhaaldelijk een onbekende afbeelding. Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte (zie "Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 227). • Losse toner • Vage afdruk of vervuiling 6. Problemen oplossen 287 Problemen met het besturingssysteem 1 Algemene Windows-problemen Toestand Voorgestelde oplossing Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene beschermingsfout", "OEuitzondering", "Spool 32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt. Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken. De berichten "Kan niet afdrukken" of "Er is een time-outfout in de printer opgetreden" verschijnen. Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is met afdrukken. Als het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid, controleert u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden. Samsung Printer Experience wordt niet weergegeven wanneer u klikt op Meer instellingen. Samsung Printer Experience is niet geïnstalleerd. Download de app uit de Windows Store(Store) en installeer deze. Apparaatgegevens worden niet weergegeven wanneer u op het apparaat in Apparaten en printers klikt. Selecteer het selectievakje Eigenschappen van printer. Klik op de tab Poorten. (Configuratiescherm > Apparaten en printers > Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteer Eigenschappen van printer) Als de poort is ingesteld op Bestand of LPT, verwijdert u de selectiemarkering en selecteert u TCP/IP, USB of WSD. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows. 6. Problemen oplossen 288 Problemen met het besturingssysteem 2 Veelvoorkomende Mac-problemen Toestand Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Voorgestelde oplossing Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag. Bepaalde letters worden niet normaal weergegeven tijdens het afdrukken van het voorblad. Mac OS kan bij het afdrukken van het voorblad het gebruikte lettertype niet maken . Normale letters en cijfers worden normaal weergegeven op het voorblad. Als u op een Mac-computer een document afdrukt met Acrobat Reader 6.0 of hoger, worden de kleuren niet op de juiste wijze afgedrukt. Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Mac OS. 6. Problemen oplossen 289 Problemen met het besturingssysteem 3 Algemene Linux-problemen Toestand Voorgestelde oplossing Als u meer dan één exemplaar afdrukt, wordt het tweede exemplaar niet afgedrukt. Dit probleem doet zich voor in Ubuntu 12.04 vanwege een probleem in het standaard CUPS-filter 'pdftops'. Werk het pakket 'cups-filters' bij naar versie 1.0.18 om het probleem te verhelpen ('pdftops' is onderdeel van het pakket 'cupsfilters'). De sorteeroptie kan niet worden uitgeschakeld in het dialoogvenster voor afdrukken. Voor sommige distributies treedt een probleem op bij de verwerking van de sorteeroptie in het dialoogvenster voor afdrukken van GNOME. U kunt dit probleem oplossen door de standaardwaarde voor de sorteeroptie in te stellen op False met het systeemhulpprogramma voor afdrukken (voer 'system-config-printer' uit met het terminalprogramma). Er wordt altijd dubbelzijdig afgedrukt. Dit probleem met dubbelzijdig afdrukken doet zich voor in het in Ubuntu 9.10 CUPS-pakket. Werk de CUPS-versie bij naar 1.4.1-5ubuntu2.2. De printer kan niet worden toegevoegd via het hulpprogramma voor afdrukken van het systeem. Dit probleem treedt op in Debian 7 vanwege een fout in het pakket 'system-config-printer' van Debian 7 (http:// bugs.debian.org/cgi-bin/bugreport.cgi?bug=662813 in het systeem voor het bijhouden van fouten in Debian). Gebruik een andere methode om de printer toe te voegen (bijvoorbeeld via CUPS WebUI) Wanneer u tekstbestanden opent, zijn de instellingen voor papierformaat en afdrukstand uitgeschakeld in het dialoogvenster voor afdrukken. Dit probleem treedt op in Fedora 19 en heeft betrekking op de teksteditor 'leafpad' in Fedora 19. Gebruik een andere teksteditor, bijvoorbeeld 'gedit'. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten. 6. Problemen oplossen 290 Problemen met het besturingssysteem 4 Veelvoorkomende PostScript-problemen De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt. Probleem Het PostScript-bestand kan niet worden afgedrukt Mogelijke oorzaak Mogelijk is het PostScript-stuurprogramma niet correct geïnstalleerd. Oplossing • Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software" op pagina 140). • Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt afdrukken in PS. • Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen. Het rapport Fout limietcontrole wordt afgedrukt De afdruktaak is te complex. Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit. Er wordt een PostScriptfoutenpagina afgedrukt De afdruktaak is mogelijk geen PostScripttaak. Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of de softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of PostScriptheaderbestand naar het apparaat wordt gestuurd. De optionele lade is niet geselecteerd in het stuurprogramma Het printerstuurprogramma is niet geconfigureerd om de optionele lade te herkennen. Open de eigenschappen van het stuurprogramma, selecteer het tabblad Apparaatopties en stel de ladeoptie in (zie "Apparaatopties instellen" op pagina 77). Als u op een Mac-computer een document afdrukt met Acrobat Reader 6.0 of hoger, worden de kleuren niet op de juiste wijze afgedrukt. Mogelijk komt de resolutie-instelling in het printerstuurprogramma niet overeen met de resolutie-instelling in Acrobat Reader. Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader. 6. Problemen oplossen 291 Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region BANGLADESH Country/Region ALGERIA ARGENTINE ARMENIA AUSTRALIA AUSTRIA AZERBAIJAN Customer Care Center www.samsung.com/ n_africa/support 0800-333-3733 www.samsung.com/ ar/support 0-800-05-555 www.samsung.com/ support BOLIVIA www.samsung.com/ au/support BOSNIA 0800 - SAMSUNG (0800 7267864) www.samsung.com/ at/support BOTSWANA 0-88-555-55-55 www.samsung.com/ support 8000-GSAM (8000-4726) www.samsung.com/ ae/support (English) BAHRAIN BELARUS www.samsung.com/ ae_ar/support (Arabic) 810-800-500-55-500 www.samsung.com/ in/support 02-201-24-18 www.samsung.com/ be/support (Dutch) www.samsung.com/ support BELGIUM BRAZIL BULGARIA BURUNDI CAMEROON WebSite 09612300300 WebSite 021 36 11 00 1300 362 603 Customer Care Center www.samsung.com/ be_fr/support (French) 800-10-7260 www.samsung.com/ cl/support [HHP] 4828210 051 331 999 www.samsung.com/ support 8007260000 www.samsung.com/ support 0800-124-421 (Demais cidades e regiões) www.samsung.com/ br/support 4004-0000 (Capitais e grandes centros) 800 111 31, Безплатна телефонна линия www.samsung.com/ bg/support 200 www.samsung.com/ support 7095- 0077 www.samsung.com/ africa_fr/support Contact SAMSUNG worldwide 292 Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center 1-800-SAMSUNG (726-7864) CANADA CHILE CHINA COLOMBIA 800-SAMSUNG (726-7864) [HHP] 02-24828200 WebSite Country/Region www.samsung.com/ ca/support(English) CYPRUS www.samsung.com/ ca_fr/support (French) CZECH www.samsung.com/ cl/support 400-810-5858 www.samsung.com/ cn/support Bogotá 600 12 72Gratis desde cualquier parte del país 01 8000 112 112 ó desde su celular #SAM(726) www.samsung.com/ co/support DENMARK COSTA RICA CROATIA Cote D’ Ivoire 00-800-1-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/ latin/support (Spanish) www.samsung.com/ latin_en/support (English) 072 726 786 8000 0077 www.samsung.com/ africa_fr/support www.samsung.com/ gr/support 800-SAMSUNG (800-726786) www.samsung.com/ cz/support 70 70 19 70 www.samsung.com/ dk/support 1-800-751-2676 www.samsung.com/ latin/support (Spanish) www.samsung.com/ latin_en/support (English) 499999 www.samsung.com/ support 1-800-10-72670 www.samsung.com/ latin/support (Spanish) 1-800-SAMSUNG (72-6786) ECUADOR www.samsung.com/ hr/support EGYPT WebSite 8009 4000 only from landline, toll free DOMINICA DRC 0-800-507-7267 Customer Care Center www.samsung.com/ latin_en/ support(English) 08000-726786 16580 www.samsung.com/ eg/support Contact SAMSUNG worldwide 293 Contact SAMSUNG worldwide Country/Region EIRE Customer Care Center 0818 717100 800-6225 EL SALVADOR ESTONIA FINLAND FRANCE www.samsung.com/ ie/support www.samsung.com/ latin/support (Spanish) 800-7267 www.samsung.com/ ee/support 030-6227 515 www.samsung.com/ fi/support 01 48 63 00 00 www.samsung.com/ fr/support 0180 6 7267864* www.samsung.com/ de/support GHANA GREECE 0-800-555-555 Customer Care Center 0800-10077 80111-SAMSUNG (80111 726 7864) only from land line(+30) 210 6897691 from mobile and land line www.samsung.com/ gr/support 1-800-299-0013 www.samsung.com/ latin/support (Spanish) GUATEMALA www.samsung.com/ latin_en/support (English) 800-2791-9267 800-2791-9111 HONDURAS www.samsung.com/ latin/support (Spanish) www.samsung.com/ latin_en/support (English) (852) 3698 4698 HONG KONG WebSite www.samsung.com/ africa_en/support 0302-200077 1-800-299-0033 [HHP] 0180 6 M SAMSUNG bzw. 0180 6 67267864* (*0,20 €/ Anruf aus dem dt. Festnetz, aus dem Mobilfunk max. 0,60 €/Anruf) GEORGIA Country/Region www.samsung.com/ latin_en/support (English) 0180 6 SAMSUNG bzw. GERMANY WebSite www.samsung.com/ hk/support (Chinese) www.samsung.com/ hk_en/support (English) www.samsung.com/ support Contact SAMSUNG worldwide 294 Contact SAMSUNG worldwide Country/Region HUNGARY INDIA INDONESIA IRAN ITALIA JAMAICA JAPAN Customer Care Center 0680SAMSUNG (0680-726786)0680PREMIUM (0680773-648) www.samsung.com/ hu/support 1800 3000 8282 - Toll Free1800 266 8282 - Toll Free www.samsung.com/ in/support 021-56997777 www.samsung.com/ id/support 08001128888 KAZAKHSTAN Country/Region KENYA www.samsung.com/ iran/support KYRGYZSTAN 800-SAMSUNG (800.7267864)[HHP] 800.Msamsung (800.67267864) www.samsung.com/ it/support LATVIA 1-800-234-7267 www.samsung.com/ latin_en/support (English) 1-800-SAMSUNG (726-7864) 0120-363-905 LITHUANIA www.samsung.com/ jp/support 06 5777444 www.samsung.com/ levant/support (English) 8-10-800-500-55-500 (GSM:7799, VIP care 7700) www.samsung.com/ support Customer Care Center LUXEMBURG MACAU MACEDONIA www.samsung.com/ support 183-CALL (183-2255) www.samsung.com/ ae/support (English) www.samsung.com/ ae_ar/support (Arabic) 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com/ kz_ru/support 8000-7267 www.samsung.com/ lv/support 8-800-77777 www.samsung.com/ lt/support 261 03 710 www.samsung.com/ support 0800 333 www.samsung.com/ support 023 207 777 1800-88-9999 MALAYSIA MEXICO WebSite 0800 545 545 KUWAIT 021-8255 0800-22273 JORDAN WebSite 603-77137477 (Overseas contact) www.samsung.com/ my/support 01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/ mx/support Contact SAMSUNG worldwide 295 Contact SAMSUNG worldwide Country/Region MOLDOVA MONGOLIA MONTENEGRO MOROCCO MOZAMBIQUE MYANMAR NAMIBIA NIGERIA NETHERLANDS NEW ZEALAND Customer Care Center WebSite 0-800-614-40 www.samsung.com/ support 7-495-363-17-00 www.samsung.com/ support 020 405 888 www.samsung.com/ support 080 100 2255 www.samsung.com/ n_africa/support 847267864 / 827267864 www.samsung.com/ support 01-2399888 www.samsung.com/ support 08 197 267 864 www.samsung.com/ support 0800-726-7864 www.samsung.com/ africa_en/support 0900-SAMSUNG (09007267864) (€ 0,10/Min) www.samsung.com/ nl/support 0800 726 786 www.samsung.com/ nz/support Country/Region Customer Care Center 001-800-5077267 www.samsung.com/ latin/ support(Spanish) NICARAGUA NORWAY www.samsung.com/ latin_en/support (English) 815 56480 www.samsung.com/ no/support 800-SAMSUNG (800 - 726 7864) www.samsung.com/ ae/support (English) OMAN PAKISTAN www.samsung.com/ ae_ar/support (Arabic) 0800-Samsung (72678) www.samsung.com/ pk/support 800-7267 www.samsung.com/ latin/support (Spanish) 800-0101 PANAMA WebSite www.samsung.com/ latin_en/support (English) Contact SAMSUNG worldwide 296 Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center 009-800-542-0001 PARAGUAY PERU WebSite www.samsung.com/ latin/support (Spanish) 0-800-777-08 www.samsung.com/ pe/support PHILIPPINES www.samsung.com/ ph/support www.samsung.com/ pl/support POLAND 0 801-172-678* lub +48 22 607-93-33 *[HHP] 0 801-672678* lub +48 22 607-93-33** (koszt połączenia według taryfy operatora) 808 20 7267 www.samsung.com/ pt/support 1-800-682-3180 www.samsung.com/ latin/support (Spanish) PUERTO RICO Customer Care Center 800-CALL (800-2255) QATAR www.samsung.com/ latin_en/support (English) 1-800-10-7267864 [PLDT]1800-8-7267864 [Globe landline and Mobile]02-4222111 [Other landline] PORTUGAL Country/Region RWANDA ROMANIA RUSSIA www.samsung.com/ latin_en/support (English) SERBIA SINGAPORE www.samsung.com/ ae/support (English) www.samsung.com/ ae_ar/support (Arabic) 9999 www.samsung.com/ support 08008 726 78 64 (08008 SAMSUNG )Apel GRATUIT www.samsung.com/ ro/support 8-800-555-55-55 www.samsung.com/ ru/support 920021230 www.samsung.com/ sa/support SAUDI ARABIA SENEGAL WebSite www.samsung.com/ sa_en/support (English)/ 800-00-0077 www.samsung.com/ africa_fr/support 011 321 6899 www.samsung.com/ rs/support 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/ sg/support Contact SAMSUNG worldwide 297 Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center WebSite Country/Region 080 697 267090 726 786 www.samsung.com/ rs/si TADJIKISTAN 0800 - SAMSUNG(0800-726 786) www.samsung.com/ sk/support TAIWAN 0860 SAMSUNG (726 7864) www.samsung.com/ support TANZANIA SPAIN 0034902172678[HHP] 0034902167267 www.samsung.com/ es/support THAILAND SRI LANKA 009411754054000941159000 00 www.samsung.com/ support 1969 www.samsung.com/ support SLOVENIA SLOVAKIA SOUTH AFRICA SUDAN SWEDEN www.samsung.com/ se/support 0800 726 78 64 (0800SAMSUNG) www.samsung.com/ ch/support (German) TURKEY www.samsung.com/ ch_fr/support (French) TUNISIA 18252273 SYRIA www.samsung.com/ levant/support (English) U.A.E WebSite 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com/ support 0800-329999 www.samsung.com/ tw/support 0800 755 755 www.samsung.com/ support 0-2689-3232,1800-29-3232 www.samsung.com/ th/support 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/ latin/support (Spanish) TRINIDAD & TOBAGO 0771 726 7864 (SAMSUNG) SWITZERLAND Customer Care Center www.samsung.com/ latin_en/support (English) 444 77 11 www.samsung.com/ tr/support 80-1000-12 www.samsung.com/ n_africa/support 800-SAMSUNG (800 -726 7864) www.samsung.com/ ae/support (English) www.samsung.com/ ae_ar/support (Arabic) Contact SAMSUNG worldwide 298 Contact SAMSUNG worldwide Country/Region UK U.S.A Customer Care Center WebSite 0330 SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/ uk/support VENEZUELA 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/ us/support VIETNAM -Consummer Electonics U.S.A (Mobile Phones) UGANDA ZAMBIA 1-800-SAMSUNG (72-6786) [HHP] 1-888-987-HELP(4357) www.samsung.com/ us/support 0800 300 300 www.samsung.com/ support 0-800-502-000 www.samsung.com/ ua/support (Ukrainian) UKRAINE Customer Care Center WebSite 0-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/ ve/support 1800 588 889 www.samsung.com/ vn/support 0211 350370 www.samsung.com/ support www.samsung.com/ ua_ru/support (Russian) 000- 405-437-33 URUGUAY UZBEKISTAN Country/Region www.samsung.com/ latin/ support(Spanish) www.samsung.com/ latin_en/ support(English) 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com/ support Contact SAMSUNG worldwide 299 Verklarende woordenlijst AppleTalk De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Mac (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken. 802.11 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802). 802.11b/g/n 802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2.4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps, 802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/napparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons, draadloze telefoons en Bluetooth-apparaten. Toegangspunt Bitdiepte Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd. BMP Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform. Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLANradiosignalen. Verklarende woordenlijst 300 Verklarende woordenlijst BOOTP Dekkingsgraad Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere client een IPadres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen. Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger. Sorteren Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op nietMicrosoftplatformen. Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige kopieën worden gemaakt. CSV DADF Configuratiescherm Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat. De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen. Standaard De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd. Verklarende woordenlijst 301 Verklarende woordenlijst DHCP Matrixprinter Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/ servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te kunnen uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts. Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine. DIMM DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter bestandsformaat. De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens. DPI Duplex DLNA DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen via het netwerk. Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus. DNS DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet. Verklarende woordenlijst 302 Verklarende woordenlijst Afdrukvolume Ethernet Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000 pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina’s tot 2 400 per dag. Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/ gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de jaren ’90 van afgelopen eeuw de meest gebruikte LAN-technologie. EtherTalk ECM Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd. Emulatie Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat. Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Mac (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken. FDI Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat. FTP Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet). Verklarende woordenlijst 303 Verklarende woordenlijst Fixeereenheid Massaopslagapparaat (harde schijf) Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een laserprinter komt. Een massaopslagapparaat (harde schijf), doorgaans een harde of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch oppervlak. IEEE Gateway Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van elektrische technologie. Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt omdat het computers of netwerken zijn die toegang bieden tot andere computers of netwerken. IEEE 1284 Grijswaarden Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven. Halftoon Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan. De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer). Intranet Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de interne website. Verklarende woordenlijst 304 Verklarende woordenlijst IP-adres IPX/SPX Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard. IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPXprotocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de prestaties die van TCP/IP in een LAN). IPM IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier aan dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken. ISO IPP IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen. De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen. ITU-T De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITUT duidt op telecommunicatie. Verklarende woordenlijst 305 Verklarende woordenlijst ITU-T No. 1 chart MAC-adres Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het verzenden van faxdocumenten. Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC) geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken. JBIG JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen. JPEG JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet. LDAP LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP. LED Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een apparaat aangeeft. MFP Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner. MH MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht. Verklarende woordenlijst 306 Verklarende woordenlijst MMR OPC MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.6. Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig. Modem Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de drum op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum moet dan ook regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het contact met de ontwikkelborstel van de cassette, het reinigingsmechanisme en het papier. Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie te decoderen. MR MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden. NetWare Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX. Originelen Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid. OSI OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek. Verklarende woordenlijst 307 Verklarende woordenlijst PABX Printerstuurprogramma PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming. Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer. PCL Afdrukmedia Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor thermische printers, matrix- en laserprinters. Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt. PPM PDF Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één minuut kan afdrukken. PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling. PRN-bestand PostScript Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/ uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd. PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. - die in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren. Protocol Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. Verklarende woordenlijst 308 Verklarende woordenlijst PS SMB Zie PostScript. SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling. PSTN Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd. RADIUS RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor het beheer van de netwerktoegang. Resolutie De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie. SMTP SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een clientserverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server. SSID SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn. Subnetmasker Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het hostadres. Verklarende woordenlijst 309 Verklarende woordenlijst TCP/IP Tonercassette TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien. Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een combinatie van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels in het papier gaat hechten. TCR Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt. TIFF TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFFafbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt. TWAIN Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; Dit is een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Mac. UNC-pad UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en andere Microsoftproducten. De notatie van een UNC-pad is: \\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map> Verklarende woordenlijst 310 Verklarende woordenlijst URL WEP URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt. WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze via radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het andere kunnen worden verzonden. USB WIA USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te verbinden. WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een WIA-compatibele scanner. WPA Watermerk Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te voorkomen. WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP. Verklarende woordenlijst 311 Verklarende woordenlijst WPA-PSK WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid. WPS WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer. XPS XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op een nieuw afdrukpad. Verklarende woordenlijst 312 Index A aanraakscherm toetsenbord 228 accessoires bestellen 67 installeren 77 afdrukfunctie 230 afdrukken afdrukken naar een bestand 231 de standaardafdrukinstellingen wijzigen dubbelzijdig afdrukken Mac een document afdrukken Windows 230 245 53 mobileprint 194 speciale afdrukfuncties 233 UNIX 248 afdrukken via google cloud 200 afdrukken via samsung cloud print 198 toepassing 49 conventie het papierformaat instellen 51 het papiertype instellen 51 D kartonpapier 50 draadloos speciale media 46 voorbedrukt papier 50 afdrukmedia richtlijnen WPS verbinding verbreken 257 11 169 draadloos netwerk 39 netwerkkabel 175 116 231 algemene pictogrammen Linux 246 AnyWeb Print 253 Mac 244 apparaatopties 77 196 11 apparaatoverzicht 195 beheren etiketten instellen als standaardapparaat mobiel besturingssysteem 33 C AirPrint 244 aanraakscherm 47 242 één vel papier Mac 21 envelop afdrukken gebruiken meerdere paginas afdrukken op bedieningspaneel afdrukmateriaal uitvoersteun gebruiken het hulpprogramma Direct B achterkant 20 voorkant 19 E ecoafdruk 56 een document afdrukken Linux 246 Mac 244 UNIX 248 Index 313 Index F voorschriften foutmelding 104 functies 5 eigenschappen van afdrukmateriaal 116 205 functies van het apparaat instellingen voor favorieten voor afdrukken geheugen 79 general settings 211 H eco 21 schermafdruk 21 L speciale afdrukmedia gebruiken informatie over de statusLED informatie over wettelijke M afdrukken 244 40 een optionele lade bestellen 67 voor een via een USBkabel verbonden 142 apparaat installatie van het stuurprogramma lade plaatsen 44 papierformaat en type instellen 51 208 afdrukken 246 algemene Linuxproblemen 290 besturingsbestand opnieuw installeren 102 122 systeemvereisten de grootte van de lade aanpassen Linux I 151 besturingsbestand opnieuw installeren 148, 176 242 SetIP gebruiken 40 layout hulpprogramma Direct afdrukken 247 breedte en lengte instellen 55, 245 help gebruiken het programma SetIP 46 printereigenschappen Mac papier in de multifunctionele handmatige invoermultifunctionele lade 158 een USBkabel verbonden apparaat 143 installeren lade geheugen uitbreiden voor het verbonden netwerk stuurprogramma van een met knoppen gebruiken 251 55 K G managementhulpmiddelen 124 voor een via een USBkabel verbonden 144 apparaat installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 157 SetIP gebruiken 149 stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 141 systeemvereisten 121 veelvoorkomende Macproblemen 289 meerdere pagina's op één vel afdrukken nup Mac 244 menu Index 314 Index Mac UNIX Windows 219 counter 224 direct USB 222 eco 221 emulatie 215 info 207 taakstatus 223 onderdelen voor onderhoud 68 teller 224 optionele lade 67 Linux bestellen 67 probleem menuoverzicht numeriek toetsenblok 238 plaatsen 44 maken 238 verwijderen 239 217 het programma SetIP 148, 149, 151, 176 papier problemen afdrukproblemen papierstoring papier verwijderen 90 installatieomgeving 123 tips om papierstoringen te voorkomen 89 instelling bekabeld netwerk 148 158 288 besturingssysteem 209 165 162 247 275 problemen met betrekking installatie van draadloos netwerk introductie van netwerkprogrammas 146 263 printervoorkeursinstellingen P netwerk 291 problemen met het afdrukken stuurprogrammainstallatie Linux problemen oplossen algemene informatie 44 IPv6configuratie PostScriptstuurprogramma overlay afdrukken N 227 Printerstatus gebruikstips algemene instelling aanpassing aan de hoogte 21 O 29, 207 Multifunctionele lade 157 159 152 plaatsing van het apparaat Beheerinstellingen plaatsen tot netvoeding 274 problemen met de afdrukkwaliteit 280 problemen met papierinvoer 273 R reinigen papier in de multifunctionele lade binnenkant 82 plaatsen 44 buitenkant 82 plaatsen in lade 1 41 opneemrol 86 speciale media 46 Index 315 Index S opslaan 69 info 12 toner herverdelen 71 symbolen 12 samsung printer experience 266 Samsungprinterstatus 263 service contact numbers 292 Speciale functies 226 specificaties 114 afdrukken 116 installatie van het stuurprogramma afdrukmedia uitvoersteun gebruiken status voor het verbonden netwerk 51 Unix SyncThru Web Service systeemvereisten 159 122 beheren 62 255 gegevensbackup 61 toepassing beheren 257 USBgeheugenapparaat afdrukken 60 USBkabel T 228 installeren tonercassette 142, 144 stuurprogrammainstallatie 24, 27, 141, 143 behandelingsinstructies 69 de cassette vervangen 73 geschatte levensduur 70 nietoriginele Samsung en bijgevulde 69 cassettes uw apparaat reinigen 66 80 tonercassette 70 tonercassette vervangen 73 verklarende woordenlijst 300 W watermerk bewerken 237 maken 236 verwijderen 237 werken met besturingsbestand opnieuw tekens invoeren bestellen geschatte levensduur van 159 255 66 verbruiksartikelen controleren 248 USBflashgeheugen algemene informatie beschikbare verbruiksartikelen de gebruiksduur van de Unix 21, 22 stuurprogrammainstallatie 52 UNIX standaardinstellingen instellingen voor lade verbruiksartikelen U 82 toetsenbord 228 Windows installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk V SetIP gebruiken veiligheid stuurprogramma van een met 152 148, 176 Index 316 Index een USBkabel verbonden apparaat installeren systeemvereisten 24, 27 120 veelvoorkomende problemen onder Windows 288 Index 317
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317

Samsung SL-M4530 ProXpress Handleiding

Categorie
Laser- / led-printers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor