AEG BS7304021M Handleiding

Type
Handleiding
BS7304001
BS7304021
BS7304071
NL Gebruiksaanwijzing
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
5. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
7. KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
10. EXTRA FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
11. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
12. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
13. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Van binnen wordt het apparaat heet als het in werk-
ing is. Raak de verwarmingselementen in het appa-
raat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om
accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
NEDERLANDS 3
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te ple-
gen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur
schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken
op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen bre-
ken.
Gebruik uitsluitend de vleesthermometer die aanbe-
volen is voor dit apparaat.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omge-
keerde volgorde.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie-
technicus mag het apparaat in-
stalleren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de hand-
greep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïn-
stalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de-
zelfde hoogte.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon-
teur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektro-
monteur om een beschadigde hoofd-
kabel te vervangen.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
4
www.aeg.com
De schokbescherming van delen on-
der stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden beves-
tigd dat het niet zonder gereedschap
kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet af-
gesloten kan worden. Het isolatieap-
paraat moet een contactopening heb-
ben met een minimale breedte van 3
mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een ex-
plosie.
Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na ge-
bruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het ap-
paraat aan staat. Er kan hete lucht ont-
snappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
Open de deur van het apparaat voor-
zichtig. Als u alcoholische toevoegin-
gen gebruikt, kan er alcohol-lucht-
mengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het
apparaat.
- leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
- Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
- Haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met ko-
ken.
- Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Bereiding met stoom
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden en
schade aan het apparaat.
De deur van het apparaat niet openen
tijdens de bereiding met stoom. Er
kan stoom vrijkomen.
NEDERLANDS 5
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem con-
tact op met de service-afdeling.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Resterend vet of voedsel in het appa-
raat kan brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray ge-
bruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch emaille (in-
dien van toepassing) met een schoon-
maakmiddel.
2.4 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke appara-
ten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok-
ken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
21
11
5
4
6
7
9
10
5
4
3
2
1
8
3
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Waterreservoir
4
Opening voor kerntemperatuursen-
sor
5
Verwarmingselement
6
Lampje
7
Ventilator
8
Verwarmingselement achterwand
9
Stoomgenerator met afdekkap
10
Rekframe, verwijderbaar
11
Rekstanden
6
www.aeg.com
3.1 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, cake bakblikken en
braadvormen.
Bakplaat
Voor cake en koekjes.
Grill- / Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen.
Stoomset
Eén bewaardoos zonder gaatjes en één
met gaatjes.
Via de stoomset wordt het condenswater
van het voedsel tijdens het stoomgaren
afgevoerd. Gebruik het voor voedsel dat
niet in water hoort te staan tijdens de
bereiding (bv. groenten, stukken vis, kip-
penborst). De set is ongeschikt voor
voedsel dat in water moet weken (bv.
rijst, polenta, pasta).
Spons
Voor het absorberen van restwater uit de
stomer.
Vleesthermometer
Voor het vaststellen van het gaarpunt
van het gerecht.
NEDERLANDS 7
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het ap-
paraat.
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
4.2 Dagtijd instellen en
wijzigen
Na de eerste aansluiting op het elektrici-
teitsnet, blijven alle symbolen op het dis-
play enkele seconden branden. In de
volgende seconden toont het display de
softwareversie.
Als de weergave van de softwareversie
uit gaat, verschijnt h en 12:00 op het
scherm.
De dagtijd instellen:
1.
Raak of aan om het uur in te
stellen.
2.
Raak of aan.
3.
Raak of aan om de minuten
in te stellen.
4.
Raak of aan.
Het display Temperatuur/Tijd geeft de
nieuwe tijd weer.
De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het
apparaat uit staat. Raak
aan. knip-
pert op het display. Als u de nieuwe
dagtijd wilt instellen, volgt u de boven-
staande procedure.
5. BEDIENINGSPANEEL
5.1 Elektronische tijdschakelklok
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat
te bedienen.
Tiptoets -functie Omschrijving
1
- WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het
apparaat.
2
AAN/UIT Het apparaat in- en uitschakelen
8
www.aeg.com
Tiptoets -functie Omschrijving
3
OPTIES Voor het instellen van een ovenfunctie,
een automatisch programma of een rei-
nigingsfunctie (alleen geselecteerde
modellen). Rechtstreekse toegang tot
de ovenfunctie wanneer het apparaat is
uitgeschakeld.
4
FAVORIET Het opslaan van uw favoriete program-
ma's. Gebruik deze functie om uw fa-
voriete programma rechtstreeks te
openen, ook als het apparaat is uitge-
schakeld.
5
TEMPERATUUR /
SNEL OPWARMEN
De temperatuur in de oven of de tem-
peratuur van de vleesthermometer in-
stellen en controleren (indien aanwe-
zig). Als u de knop drie seconden inge-
drukt houdt, wordt de functie Snel op-
warmen in- en uitgeschakeld. Recht-
streekse toegang tot de temperatuurin-
stelling van de eerste ovenfunctie wan-
neer het apparaat is uitgeschakeld.
6
OMHOOG, OM-
LAAG
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
7
OK De selectie of instelling bevestigen.
Omlaag gaan in het menu.
8
OVENVERLICH-
TING
Het in- of uitschakelen van de oven-
lamp.
9
KLOK De klokfuncties instellen.
10
KOOKWEKKER De Kookwekker instellen.
5.2 Display
ABC
DEFG
A)
Ovenfunctiesymbool
B)
Temperatuur/tijd
C)
Display van de klok/restwarmte (ook
de kookwekker en dagtijd)
D)
Restwarmte-indicatie
E)
Indicatie voor de klokfuncties (zie de
tabel "Klokfuncties")
F)
Voorverwarmindicatie
G)
Nummer van de ovenfunctie/het pro-
gramma
NEDERLANDS 9
5.3 Overige aanduidingen op de display
Symbo-
len
Naam Beschrijving
Functies U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch pro-
gramma
U kunt een ovenprogramma kiezen.
Mijn favoriete pro-
gramma
Het programma Favoriet is in werking.
/
kg/gr Een ovenprogramma met een gewichtin-
voer is in werking.
/
u / min Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel
opwarmen
De functie werkt.
Temperatuur U kunt de temperatuur bekijken of wijzigen.
Vleesthermometer De vleesthermometer bevindt zich in de
aansluiting voor de vleesthermometer.
Ovenlampje Het lampje is uit.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
5.4 Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan
de balkjes op het display
branden.
De balkjes geven aan dat de tempera-
tuur in het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen
de balkjes van het display.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
U kunt het apparaat gebruiken in:
•de handmatige modus - u stelt de
verwarmingsfunctie, de temperatuur
en de kooktijd handmatig in.
automatische programma's - voor
het bereiden van een gerecht als u
geen kennis of ervaring met koken
hebt.
6.1 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
1 Stomen Voor groenten, vis, aardappelen, rijst, pasta of
speciale bijgerechten.
2 Half stoom +
hete lucht
Voor gerechten met hoog vochtgehalte en voor
het stomen van vis, custard en terrines.
10
www.aeg.com
Ovenfunctie Applicatie
3 Kwart stoom +
hete lucht
Voor het bakken van brood, het braden van grote
stukken vlees of het opwarmen van gekoelde en
bevroren maaltijden.
4 ECO Stomen Dankzij ECO-functies kunt u het energieverbruik
tijdens het koken optimaliseren. Het is daarom
nodig om de kooktijd eerst in te stellen. Voor
meer informatie over de aanbevolen instellingen
raadpleegt u de kooktabellen met de equivalente
normale ovenfunctie.
5 Multi hetelucht
(vochtig)
Voor het energiebesparend bakken en garen van
overwegend droge gebaksoorten, maar ook van
ovenschotels in vormen op 1 rekniveau.
6 Multi hetelucht Voor het bakken op maximaal 3 ovenniveaus te-
gelijkertijd en het drogen van voedsel. Stel de
temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven +
onderwarmte.
7 Pizza hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met in-
tensief bruineren en een krokantere korst. Stel de
temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven +
onderwarmte.
8 Lage tempera-
tuur garen
Voor het bereiden van zeer mager en mals gebra-
den voedsel.
9 Conventionele
functie (Boven
+ Onderwarm-
te)
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
10 Bevroren ge-
rechten
Voor kant-en-klaar gerechten zoals patat, aardap-
pelkroketten, loempia's.
11 Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of ge-
vogelte met botten op 1 niveau. Ook om te grati-
neren en te bruinen.
12 Grill intens Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveel-
heden. Pour faire griller du pain.
13 Grill Om vlak voedsel te grillen en te toasten.
14 Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
15 Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien.
16 Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige
bodem en om voedsel in te maken.
NEDERLANDS 11
Ovenfunctie Applicatie
17 ECO Braden Dankzij ECO-functies kunt u het energieverbruik
tijdens het koken optimaliseren. Het is daarom
nodig om de kooktijd eerst in te stellen. Voor
meer informatie over de aanbevolen instellingen
raadpleegt u de kooktabellen met de equivalente
normale ovenfunctie.
18 Stoomreiniging Om de binnenkant van de oven met stoom te rei-
nigen.
6.2 De ovenfunctie instellen
1.
Schakel het apparaat in met of
. Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het
nummer van de ovenfunctie weer.
2.
Raak of aan om een oven-
functie in te stellen.
3.
Raak aan. Anders start het appa-
raat na vijf seconden automatisch.
Als u het apparaat activeert en
geen ovenfunctie of programma
instelt, wordt het apparaat na 20
seconden automatisch uitge-
schakeld.
6.3 Temperatuur wijzigen
Raak / aan om de temperatuur in
stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er
drie keer een geluidssignaal en gaat de
verwarmingsindicatie uit.
6.4 Temperatuur opvragen
U kunt de temperatuur in het apparaat
controleren wanneer de functie of het
programma in werking is.
1.
Raak aan. Het temperatuur-/tijd-
display geeft de temperatuur in het
apparaat aan. Als u de oventempe-
ratuur wilt wijzigen, raakt u
nog
een keer aan en gebruikt u
of
.
2.
Raak aan om terug te keren naar
de ingestelde temperatuur. Het dis-
play geeft dit na vijf seconden auto-
matisch weer.
6.5 Functie Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verlaagt de
opwarmtijd.
De functie Snel opwarmen activeren:
Raak
gedurende langer dan drie se-
conden aan.
Als u de functie Snel opwarmen acti-
veert, gaan de balkjes op het display
één voor één knipperen en gaat
branden om aan te geven dat de functie
werkt.
Extra informatie:
Leg geen voedsel in de oven wanneer
de functie Snel opwarmen is ingescha-
keld.
De functie Snel opwarmen is niet bij
elke ovenfunctie beschikbaar. Er is een
geluidssignaal te horen als de functie
Snel opwarmen niet voor de ingestel-
de functie beschikbaar is.
6.6 Bereiding met stoom
De klep van de waterschuiflade bevindt
zich in het bedieningspaneel.
1.
Druk op de klep om de waterschui-
flade te openen.
2.
Vul de waterschuiflade met 800 ml
water.
De watervoorraad is toereikend voor
ca. 50 minuten.
Plaats geen water direct in de
stoomgenerator!
Gebruik alleen water als vloei-
stof. Gebruik geen gefilterd (ge-
demineraliseerd) of gedistilleerd
water.
3.
Schakel het apparaat in.
4.
Stel de functie Stoom (zie de tabel
"Ovenfuncties") en de temperatuur
in.
12
www.aeg.com
5.
Raak aan om de functie voor de
DUUR of het EINDE in te stellen (zie
"Het EINDE instellen" of "De DUUR
instellen"). De eerste stoom ontstaat
na ca. 2 minuten. Wanneer het ap-
paraat zo ongeveer de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, hoort u
een geluidssignaal. Aan het einde
van de kooktijd klinkt er opnieuw
een geluidssignaal.
6.
Raak aan om het geluidssignaal
en het apparaat uit te schakelen.
Als de stomer leeg is, klinkt er
een geluidssignaal.
Neem nadat het apparaat is afgekoeld,
het resterende water van de stoomgene-
rator op met een spons. Reinig de
stoomgenerator zo nodig met azijn. Laat
het apparaat volledig uitdrogen met de
deur geopend.
6.7 Energie besparen
Het apparaat beschikt over
functies waarmee u tijdens het
dagelijks koken energie kunt
besparen:
Restwarmte:
Wanneer de verwarmings-
functie of een programma in
werking is, worden de ver-
warmingselementen 10%
eerder uitgeschakeld (de
lamp en ventilator blijven
werken). Deze functie werkt
alleen als de kooktijd langer
dan 30 minuten is. Anders
moet u de klokfuncties
(duur, eindtijd, tijdvertra-
ging) gebruiken. Deze toe-
passing werkt niet met de
grillfuncties.
Wanneer het apparaat uit is,
kunt u de warmte gebruiken
om het eten warm te hou-
den. Het display voor de
klok/restwarmte geeft de
resterende temperatuur
weer. De balkjes geven de
afnemende temperatuur
aan.
Koken met de lamp uit - raak
aan om de lamp tijdens het
koken uit te schakelen.
Het display uitschakelen - als
dit nodig is, kunt u het appa-
raat volledig uitschakelen.
Raak
en tegelijkertijd
aan totdat het display uit gaat.
Met deze procedure wordt het
apparaat ook ingeschakeld.
Eco-functies - raadpleeg
"Ovenfuncties".
7. KLOKFUNCTIES
SYMBOOL FUNCTIE BESCHRIJVING
DAGTIJD De tijd van de dag controleren. Voor het wijzi-
gen van de dagtijd raadpleegt u 'De tijd in-
stellen en wijzigen'.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitge-
schakeld. U kunt de functies Duur en Einde
gelijktijdig gebruiken (tijdvertraging) als het
apparaat op een later tijdstip automatisch
wordt in- en uitgeschakeld.
SET+GO Het apparaat wordt op een later tijdstip met
één aanraking van de tiptoets met de beno-
digde instellingen gestart.
NEDERLANDS 13
7.1 Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om
bij te houden hoe lang het apparaat in
werking is. Gaat onmiddellijk aan wan-
neer het apparaat met opwarmen be-
gint.
De timer met optelfunctie resetten:
Raak
aan. Raak aan totdat op het
display "00:00" staat en de timer met
optelfunctie weer opnieuw begint te tel-
len.
U kunt de timer met optelfunctie
niet gebruiken als Duur of Einde
is ingesteld.
7.2 De DUUR instellen
1.
Activeer het apparaat en stel een
ovenfunctie en de temperatuur in.
2.
Druk herhaaldelijk op totdat
op het display wordt weergegeven.
knippert op het display.
3.
Raak of aan om de minuten
van de DUUR in te stellen.
4.
Raak aan om te bevestigen.
5.
Gebruik of om de uren van
de DUUR in te stellen.
Als u tijdens het instellen van de
DUUR
of aanraakt, scha-
kelt het apparaat over naar de in-
stelling van de functie EINDE.
6.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
en tijdinstelling knippert in het
display. Het apparaat wordt uitge-
schakeld.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7.
Schakel het apparaat uit.
7.3 Het EINDE instellen
1.
Activeer het apparaat en stel een
ovenfunctie en de temperatuur in.
2.
Druk herhaaldelijk op totdat
op het display wordt weergegeven.
knippert op het display.
3.
Gebruik of om het EINDE
(eerst minuten en dan uren) in te
stellen en raak
of aan om te
bevestigen.
4.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
Le symbole
et le réglage du
temps clignotent sur l'affichage. Het
apparaat wordt uitgeschakeld.
5.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
6.
Schakel het apparaat uit.
7.4 Controleer resultaat
(alleen geselecteerde
modellen)
Als u de functie EINDE of DUUR instelt,
weerklinkt er twee minuten voor het ein-
de van de kooktijd een geluidssignaal en
gaat de lamp aan. Het apparaat gaat
over op de instelling van de functie EIN-
DE of DUUR. Tijdens deze twee minuten
kunt u de kookresultaten controleren en
zo nodig de EIND- of DUUR-tijd instel-
len.
7.5 SET+GO instellen
1.
Stel een ovenfunctie (of programma)
en temperatuur in (zie "De oven-
functie instellen" en "De tempera-
tuur wijzigen").
2.
Stel de DUUR in (zie "De duur instel-
len").
3.
Raak herhaaldelijk aan totdat
in het display knippert.
4.
Raak aan om de functie SET
+GO in te stellen.
Het display geeft
en met een
indicatie weer. Deze indicatie wordt
weergegeven wanneer de klokfunc-
tie wordt geactiveerd.
5.
Raak een sensorveld aan (behalve
AAN/UIT) om de functie SET+GO te
starten.
U kunt de functie SET+GO alleen
gebruiken als de DUUR is inge-
steld.
14
www.aeg.com
7.6 De KOOKWEKKER
instellen
Gebruik de kookwekker om de tijd af te
tellen (maximaal 2 uur 30 minuten). Deze
functie heeft geen invloed op de werk-
ing van de oven. U kunt de KOOKWEK-
KER op elk gewenst moment instellen,
ook als het apparaat uit staat.
1.
Raak . aan en "00" knippert
op het display.
2.
Gebruik of om de KOOK-
WEKKER in te stellen. U moet eerst
seconden en dan minuten en uren
instellen.
3.
Raak aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden au-
tomatisch.
4.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal en knipperen
"00:00" en
in het display.
5.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7.7 De tijdvertragingsfunctie
instellen
De functies DUUR en EINDE kun-
nen tegelijkertijd worden gebruikt, wan-
neer de oven op een later tijdstip auto-
matisch wordt in- en uitgeschakeld. In
dit geval wordt de DUUR
eerst inge-
steld, en dan EINDE
(zie "De DUUR
instellen" en "Het EINDE instellen").
Wanneer de tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het display het stati-
sche symbool van de ovenfunctie
weer, met een punt en . De punt
geeft aan welke klokfunctie zich op het
display voor de klok-/restwarmte be-
vindt.
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Het apparaat is voorzien van 25
automatische programma's en
recepten. Gebruik een automa-
tisch programma of een recept
als u geen kennis over of erva-
ring in het bereiden van een ge-
recht hebt. U vindt de recepten
voor de automatische program-
ma's in het "Receptenboek".
Er zijn drie soorten automatische
programma's:
Receptenautomaat
Automatische programma's met ge-
wichtinvoer
Automatische programma's met vlees-
thermometer
8.1 RECEPTEN
Het display toont de rekstand en
de standaardkooktijden voor alle
automatische recepten.
8.2 Automatische programma's
Programmanummer Programmanaam
1 GROENTEN, TRADITIONEEL
2 AARDAPPELGRATIN
3 VOLKORENBROOD
4 BROODJES
NEDERLANDS 15
Programmanummer Programmanaam
5 VISFILET
6 GEPOCHEERDE VIS (FOREL)
7 PRUIMENKRAKELING
8 KALFSSCHENKEL
9 RIJST
10 LASAGNE
11 DEEG LATEN RIJZEN
12 GEBRADEN VLEES
13 GEROOSTERD VARKENSVLEES
14 GEROOSTERD KALFSVLEES
15 GEROOSTERD LAMSVLEES
16 GEROOSTERD WILD
17 HELE KIP
18 PIZZA
19 QUICHE LORRAINE
20 CITROENCAKE
21 KWARKTAART
22 CANNELLONI
23 KANT-EN-KLARE TAART
24 AFBAKPIZZA
25 KANT-EN-KLARE AARDAPPELGERECHTEN
Op onze website vindt u de re-
cepten voor de automatische
programma's van dit apparaat.
Om het juiste Receptenboek te
vinden, controleer het product-
nummer op het classificatiepla-
tje op de voorzijde van het frame
van de binnenkant van het appa-
raat.
8.3 Receptenautomaat
Receptenautomaat instellen:
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Raak aan. Het display geeft ,
een symbool en nummer van het au-
tomatische programma weer.
3.
Raak of aan om de recepten-
automaat te kiezen.
4.
Raak aan. Anders start de recep-
tenautomaat na vijf seconden auto-
matisch.
5.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6.
Raak een tiptoets aan, of open de
deur van het apparaat om het ge-
luidssignaal te stoppen.
8.4 Automatische
programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Raak aan.
16
www.aeg.com
3.
Raak of aan om het gewicht-
programma in te stellen (zie "Recep-
tenboek").
Op het display verschijnt: kooktijd,
duursymbool,
, een standaard
gewicht, een maateenheid (kg, gr).
4.
Raak aan. Anders worden de in-
stellingen na vijf seconden automa-
tisch opgeslagen.
5.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Het symbool van de gewichtseen-
heid knippert in het display. Gedu-
rende deze tijd kunt u de standaard
gewichtswaarde wijzigen met
of
. Raak aan.
6.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7.
Raak een tiptoets aan, of open de
deur om het geluidssignaal te stop-
pen.
8.5 Automatische
programma's met
vleesthermometer
De kerntemperatuur van het gerecht is
standaard en kan in programma's met
de vleesthermometer niet worden veran-
derd. Het programma eindigt wanneer
het apparaat de ingestelde kerntempe-
ratuur heeft bereikt.
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Raak herhaaldelijk aan totdat het
display
weergeeft.
3.
Installeer de vleesthermometer (zie
"De vleesthermometer").
4.
Raak of aan om het pro-
gramma's van de vleesthermometer
in te stellen.
Wanneer er een programma met
kerntemperatuursensor wordt inge-
steld, geeft het display de kooktijd
en
en weer.
5.
Raak aan. Anders worden de in-
stellingen na vijf seconden automa-
tisch opgeslagen.
6.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
9.1 Vleesthermometer
De vleesthermometer meet de kerntem-
peratuur van het vlees. Wanneer het
vlees de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, wordt het apparaat uitgescha-
keld.
Er kunnen twee temperaturen worden
ingesteld:
De oventemperatuur: zie de tabel
voor braden in het receptenboek.
De kerntemperatuur: zie de tabel voor
de vleesthermometer in het recepten-
boek.
Gebruik alleen de meegeleverde
vleesthermometer of de correcte
vervangingsonderdelen.
1.
Schakel het apparaat in.
NEDERLANDS 17
2.
Steek de punt van de vleesthermo-
meter (met
op de hendel) in het
midden van het vlees.
3.
Steek de stekker van de vleesther-
mometer in de aansluiting op de
voorkant van het apparaat.
Het display geeft
en de stan-
daardinstelling voor de kerntempe-
ratuur weer. De temperatuur be-
draagt 60° C bij het eerste gebruik,
en de laatst ingestelde waarde bij
elk volgend gebruik.
4.
Raak of aan om de kerntem-
peratuur in te stellen.
5.
Raak aan. Anders worden de in-
stellingen na 5 seconden automa-
tisch opgeslagen.
Handige informatie:
U kunt de kerntemperatuur alleen in-
stellen wanneer
knippert. Als
op het display verschijnt, maar
niet knippert voordat u de kerntem-
peratuur instelt, raakt u
en
of aan om een nieuwe waarde in
te stellen.
6.
Selecteer de ovenfunctie en, indien
nodig, de oventemperatuur.
Op het display verschijnt de huidige
kerntemperatuur en temperatuur-
balk. De temperatuurbalk geeft de
verhouding tussen de ingestelde
oventemperatuur en de huidige
oventemperatuur weer.
Handige informatie:
De vleesthermometer moet gedu-
rende het kookproces in het vlees
blijven en de stekker moet in het
stopcontact blijven.
Terwijl het apparaat de geschatte
duur berekent, wordt de waarde van
de timer met optelfunctie op het
display Timer/restwarmte weergege-
ven. Wanneer de eerste berekening
is voltooid, klinkt een geluidssignaal
en geeft het display van de klok/
restwarmte —:— en dan de bena-
derde duur van de bereiding weer.
Het apparaat blijft de duur tijdens
het koken berekenen. Het display
wordt regelmatig bijgewerkt met de
nieuwe duur.
7.
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, knip-
pert de kerntemperatuur en
. Er
klinkt gedurende twee minuten een
geluidssignaal. Raak een tiptoets
aan om het geluidssignaal uit te
schakelen.
8.
Haal de stekker van de vleesthermo-
meter uit het stopcontact en haal
het vlees uit de oven.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwij-
deren van de vleesthermometer.
Deze is erg warm. Gevaar voor
brandwonden.
9.
Schakel het apparaat uit.
Wanneer u de vleesthermometer
in de aansluiting plaatst, annu-
leert u de instellingen voor de
klokfuncties.
Wanneer u kookt met de vleesthermo-
meter, kunt u de temperatuur in het dis-
play Temperatuur/tijd wijzigen. Nadat u
de vleesthermometer in de aansluiting
hebt geplaatst en een ovenfunctie en -
temperatuur hebt ingesteld, geeft het
display de huidige kerntemperatuur
weer.
Raak
telkens opnieuw aan om drie
andere temperaturen te zien:
De kerntemperatuur instellen
De huidige oventemperatuur
De huidige kerntemperatuur
De ingestelde kerntemperatuur veran-
dert in de huidige kerntemperatuur en
de huidige oventemperatuur verandert
in de ingestelde oventemperatuur.
18
www.aeg.com
9.2 Ovenaccessoires plaatsen
De braadpan en het bakrooster hebben
zijranden. Deze randen en de vorm van
de geleidestangen vormen een speciaal
accessoire om te zorgen dat het kookge-
rei niet verschuift.
Het rooster en de diepe pan samen
plaatsen
Plaats het bakrooster op de braadpan.
Plaats de diepe pan tussen de geleides-
tangen van een van de ovenniveaus.
10. EXTRA FUNCTIES
10.1 Functie Favoriet
Gebruik deze functie voor het opslaan
van uw favoriete temperatuur- en tijdin-
stellingen van een ovenfunctie of pro-
gramma.
1.
Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2.
Raak gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een geluids-
signaal.
3.
Schakel het apparaat uit.
Gebruik van de functie Favoriet:
Voor het inschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat beëin-
digt het programma Favoriet.
Wanneer de functie in werking is,
kunt u de tijd en temperatuur
veranderen.
10.2 Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het appa-
raat per ongeluk in werking wordt ge-
steld.
Inschakelen/uitschakelen van het
kinderslot:
1.
Schakel het apparaat uit met .
Stel geen ovenfunctie in.
NEDERLANDS 19
2.
Houd en gedurende ten min-
ste 2 seconden samen ingedrukt. Er
klinkt een geluidssignaal.
SAFE gaat in het display aan of uit.
10.3 Toetsblokkering
U kunt de functie alleen inschakelen als
het apparaat in werking is. Toetsblokke-
ring voorkomt dat een ovenfunctie per
ongeluk wordt ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen van de
toetsblokkering:
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Schakel een ovenfunctie of instelling
in.
3.
Houd en gedurende ten min-
ste 2 seconden samen ingedrukt. Er
klinkt een geluidssignaal.
Loc gaat in het display aan of uit.
U kunt het apparaat uitschakelen als de
toetsblokkering aan is. Als u het appa-
raat uit zet, wordt de toetsblokkering uit-
geschakeld.
10.4 Instelmenu
Het menu met instellingen laat u functies
aan het hoofdmenu toevoegen of eruit
verwijderen (bijvoorbeeld: u stelt de
restwarmte-indicatie in of uit). Het instel-
lingenmenu heeft zes instellingen (van
SET1 tot SET6).
Instellingen
Indicatie van het instel-
menu
Omschrijving In te stellen waarde
SET1 QUICK START ON / OFF
SET2 RESTWARMTE-INDICA-
TIE
ON / OFF
SET3
1)
TOETSVOLUME CLICK / BEEP / OFF
SET4 FOUTTOON ON / OFF
SET5 ONDERHOUDSMENU ON / OFF
SET6 INSTELLINGEN RESET-
TEN
YES / NO
1)
Het geluid van de tiptoets aan/uit kan niet worden uitgeschakeld.
U kunt het instellingenmenu al-
leen instellen wanneer het appa-
raat is uitgeschakeld.
Het instellingenmenu inschakelen:
1.
Schakel het apparaat zo nodig uit
.
2.
Raak gedurende drie seconden
aan.
Het display geeft "SET1" weer en
"1" knippert.
3.
Raak / aan om de instelling
te bevestigen.
4.
Raak aan.
5.
Raak / aan om de waarde
van de instelling te wijzigen.
6.
Raak aan.
10.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het appa-
raat na een tijdje automatisch uitgescha-
keld:
Als een ovenfunctie in werking is.
Als u de oventemperatuur niet veran-
dert.
Temperatuur Uitschakeltijd instellen
30 °C - 115 °C 12.5 uur
120 °C - 195 °C 8.5 uur
20
www.aeg.com
Temperatuur Uitschakeltijd instellen
200 °C - 230 °C 5,5 uur
Na de automatische uitschakeling raakt
u een tiptoets aan om het apparaat weer
in werking te stellen.
De automatische uitschakeling
werkt met alle ovenfuncties, be-
halve de binnenverlichting, lage
temperatuur garen, vleesthermo-
meter, duur, eindtijd en tijdsver-
traging.
10.6 Helderheid van het
display
Er zijn twee standen voor de
helderheid van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het ap-
paraat uit staat, is de helderheid van
het display tussen 22:00 en 06:00 la-
ger.
Helderheid overdag:
Als het apparaat aan staat.
Als u tijdens helderheid 's nachts
een tiptoets aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display gedu-
rende 10 seconden terug naar hel-
derheid voor overdag.
Als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld. Wan-
neer de kookwekker eindigt, keert
het display terug naar helderheid
voor 's nachts.
10.7 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat kan de ventilatie doorgaan
totdat het apparaat is afgekoeld.
11. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
11.1 Binnenzijde van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het
volgende aan de binnenkant van de
deur:
De nummers van de ovenniveaus
Informatie over de verwarmingsfunc-
ties, aanbevolen rekstanden en tem-
peraturen voor karakteristieke gerech-
ten
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richt-
lijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit
en de hoeveelheid van de ge-
bruikte ingrediënten.
11.2 Koken met stoom
Kookgerei voor stoomgaren
Gebruik alleen hitte- en corrosiebe-
stendig kookgerei of chroomstalen
schalen (alleen sommige modellen).
Rekstanden
U vindt de correcte inzetniveaus in de
onderstaande tabel. Telt de inzetni-
veaus van onder naar boven.
Algemene opmerkingen
Als u langer dan 30 minuten kookt, of
als u grote hoeveelheden voedsel
kookt, voegt u zo nodig water toe.
Plaats het voedsel in de juiste schalen
en zet de schalen op de roosters. Zorg
voor ruimte tussen de roosters zodat
de lucht rond de schalen kan circule-
ren.
Na elk gebruik verwijdert u het water
uit de waterschuiflade, de aanslui-
tingsslangen en de stomer. Zie het
hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
NEDERLANDS 21
Aanwijzing in de tabellen voor
stoomgaren
De tabellen geven de gegevens voor
typische gerechten.
De temperatuur en de tijd dienen uit-
sluitend als leidraad en zijn afhankelijk
van het type, de afmetingen en de
hoeveelheid voedsel en het kookge-
rei.
Gebruik een recept dat bijna hetzelfde
is als u de instellingen voor uw recept
niet kunt vinden.
Start de procedure met een koud ap-
paraat tenzij de gegevens in de tabel-
len anders zijn.
Gebruik als u rijst kookt een verhou-
ding van 1,5:1 – 2:1 water op rijst want
rijst absorbeert water.
11.3 Watertabel stomen
Water in de waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
400 15 - 25
600 25 - 40
800 40 - 50
1)
De tijden zijn uitsluitend richtlijnen.
11.4 Stomen/ECO stomen
WAARSCHUWING!
Open de deur van het apparaat
niet wanneer de functie is inge-
schakeld. Er bestaat gevaar voor
brandwonden.
Deze functie is geschikt voor alle soorten
voedsel - vers en ingevroren. Met deze
functie kunt u groente, vlees, vis, deeg-
waren, rijst, maïs, griesmeel en eieren
bereiden, opwarmen, ontdooien, poche-
ren of blancheren.
Menu’s bereiden: U kunt een volledig
menu in een keer bereiden. Om elk ge-
recht goed te bereiden gebruikt u kook-
tijden die bijna hetzelfde zijn. Voeg de
grootste hoeveelheid water toe voor één
van de gerechten in de bereiding. Doe
de gerechten in het juiste kookgerei en
plaats het op de ovenroosters. Zorg voor
ruimte tussen de gerechten zodat de
stoom rond de gerechten kan circuleren.
Sterilisatie
Met deze functie kunt u houders (bijv.
babyflessen) steriliseren.
Plaats de schone houders in het mid-
den van het rooster op de 1ste roos-
terstand. Zorg dat de opening omlaag
is gericht.
Vul de lade met de maximale hoeveel-
heid water en stel een tijdsduur in van
40 min.
Groente
Gerecht Rekstand
Temperatuur
(ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Artichoken 2 96 800 50 - 60
Aubergines 2 96 450 15 - 25
Bloemkool,
heel
2 96 600 35 - 45
Bloemkool,
roosjes
2 96 500 25 - 30
Broccoli, heel 2 96 550 30 - 40
Broccoli, roos-
jes
2 96 400 20 - 25
22
www.aeg.com
Gerecht Rekstand
Temperatuur
(ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Plakjes cham-
pignons
2 96 400 15 - 20
Erwten 2 96 450 20 - 25
Venkel 2 96 600 35 - 45
Wortelen 2 96 600 35 - 45
Koolrabi,
strengen
2 96 550 30 - 40
Paprika, reep-
jes
2 96 400 20 - 25
Uien, ringen 2 96 500 25 - 35
Sperziebonen 2 96 550 35 - 45
Veldsla, pluk-
jes
2 96 450 20 - 25
Spruitjes 2 96 550 30 - 40
Rode bietjes 2 96 800 + 400 70 - 90
Schorseneren 2 96 600 35 - 45
Selderij, blok-
jes
2 96 500 25 - 35
Asperges,
groen
2 96 500 25 - 35
Asperges, wit 2 96 600 35 - 45
Spinazie 2 96 350 15
Gepelde to-
maten
2 96 350 15
Witte bonen 2 96 500 30 - 40
Savooiekool 2 96 400 20 - 25
Courgette,
plakjes
2 96 350 15 - 20
1)
De tijden zijn uitsluitend richtlijnen.
Bijgerechten
Gerecht Rekstand Temperatuur (ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Deegballen 2 96 600 30 - 40
Aardappelbal-
letjes
2 96 600 35 - 45
Ongepelde
tomaten, me-
dium
2 96 750 45 - 55
NEDERLANDS 23
Gerecht Rekstand Temperatuur (ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Rijst (verhou-
ding water/
rijst 1,5:1)
2 96 600 35 - 40
Gekookte
aardappelen,
in vieren
2 96 600 35 - 40
Broodballe-
tjes
2 96 600 35 - 45
Tagliatelle,
vers
2 96 450 20 - 25
Polenta (vloei-
stofverhou-
ding 3:1)
2 96 750 45 - 50
1)
De tijden zijn uitsluitend richtlijnen.
Vis
Gerecht Rekstand Temperatuur (ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Forel circa 250
g
2 85 550 30 - 40
Garnalen, vers 2 85 450 20 - 25
Garnalen, in-
gevroren
2 85 550 30 - 40
Zalmfilets 2 85 500 25 - 35
Zalmforel cir-
ca 1000g
2 85 600 40 - 45
Mosselen 2 96 500 20 - 30
Platvisfilet 2 80 350 15
1)
De tijden zijn uitsluitend richtlijnen.
Vlees
Gerecht Rekstand
Temperatuur
(ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Gekookte ham
1000 g
2 96 800 + 150 55 - 65
Kippenborst, ge-
pocheerd
2 90 500 25 - 35
Kip, gepocheerd,
1000 - 1200 g
2 96 800 + 150 60 - 70
24
www.aeg.com
Gerecht Rekstand
Temperatuur
(ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Kalf/varkensvlees
zonder bot, 800 -
1000 g
2 90 800 + 300 80 - 90
Casselerrib (ge-
rookte fricandeau)
gepocheerd
2 90 800 + 300 90 - 110
Tafelspitz (gekookt
rundvlees)
2 96 800 + 700 110 - 120
Chipolataworstjes 2 80 400 15 - 20
1)
De tijden zijn uitsluitend richtlijnen.
Eieren
Gerecht Rekstand
Temperatuur
(ºC)
Water in de
waterlade (ml)
Tijd
1)
(min.)
Eieren, hard-
gekookt
2 96 500 18 - 21
Eieren, me-
diumgekookt
2 96 450 13 - 16
Eieren, zacht-
gekookt
2 96 400 11 - 12
1)
De tijden zijn uitsluitend richtlijnen.
11.5 Circulatiegrill en Stomen
achterelkaar
Als u functies combineert kunt u vlees,
groente en bijgerechten na elkaar berei-
den. Alle gerechten zijn klaar om tegelij-
kertijd te worden geserveerd.
Gebruik de functie circulatiegrill om
het voedsel te braden.
Doe de voorbereide groente en bijge-
rechten in het kookgerei dat geschikt
is voor de oven en plaats het vervol-
gens in de oven met het vlees.
Laat de oventemperatuur dalen naar
ongeveer 80 °C . Om de temperatuur
sneller te laten afkoelen, opent u de
ovendeur op de eerste stand gedu-
rende ongeveer 15 minuten.
Start de functie Stomen en laat alle
gerechten samen garen tot het klaar
is.
De maximale waterhoeveelheid is 800
ml.
Gerecht Circulatiegrill
(eerste stap: vlees
bereiden)
Stomen
(tweede stap: groente
toevoegen)
Tem-
pera-
tuur
(°C)
Tijd
(min.
)
Rek-
stand
Tem-
pera-
tuur
(°C)
Tijd
(min.)
Rek-
stand
Biefstuk 1 kg
Spruitjes, polenta
180
60 –
70
vlees:
1
96
40 –
50
vlees: 1
groente:
3
NEDERLANDS 25
Gerecht Circulatiegrill
(eerste stap: vlees
bereiden)
Stomen
(tweede stap: groente
toevoegen)
Tem-
pera-
tuur
(°C)
Tijd
(min.
)
Rek-
stand
Tem-
pera-
tuur
(°C)
Tijd
(min.)
Rek-
stand
Geroosterd varkensvlees
1 kg
Aardappelen, groenten,
jus
180
60 –
70
vlees:
1
96
30 –
40
vlees: 1
groente:
3
Geroosterd kalfsvlees 1
kg,
Rijst, groenten
180
50 –
60
vlees:
1
96
30 –
40
vlees: 1
groente:
3
11.6 Combi Plus stomen
Soort gerecht
Combi Plus stomen (Waterhoeveelheid: onge-
veer 300 ml)
Rekstand Temperatuur (°C)
Tijd
(min.)
Pudding/flan in afzonderlij-
ke porties
1)
2 90 40 - 45
Gebakken eieren
1)
2 90 35 - 45
Terrine
1)
2 90 40 - 50
Dunne visfilet 2 85 15 - 25
Dikke visfilet 2 90 25 - 35
Kleine vis tot 350 g 2 90 25 - 35
Hele vis tot 1000 g 2 90 35 - 45
1)
ga gedurende een half uur verder met de deur gesloten.
Opnieuw verwarmen
Soort gerecht
Combi Plus stomen (Waterhoeveelheid: onge-
veer 300 ml)
Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min.)
Deegballen 2 85 25 - 35
Pasta 2 85 20 - 25
Rijst 2 85 20 - 25
Bordgerechten 2 85 20 - 25
26
www.aeg.com
11.7 Combi stomen
Soort gerecht
Combi stomen
1)
Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min.)
Geroosterd varkensvlees
1000 g
2 160 - 180 90 - 100
Biefstuk 1000 g 2 180 - 200 60 - 90
Geroosterd kalfsvlees 1000
g
2 180 80 - 90
Gehaktbrood, ongekookt,
500 g
2 180 30 - 40
Gerookte varkensrug 600 -
1000 g (2 uur weken)
2 160 - 180 60 - 70
Kip 1000 g 2 180 - 200 50 - 60
Eend 1500 - 2000 g 2 180 70 - 90
Gans 3000 g 1 170 130 - 170
Aardappelgratin 2 160 - 170 50 - 60
Pastaschotel 2 190 40 - 50
Lasagne 2 180 45 - 55
Gemengde broodjes 500 -
1000 g
2 180 - 190 50 - 60
Broodjes 40 - 60 g 2 180 - 210 30 - 40
Afbakbroodjes 2 200 10 - 20
Afbakbaguettes 40 - 50 g 2 200 20 - 30
Afbakbaguettes 40 - 50 g,
bevroren
2 200 25 - 35
1)
De hoeveelheid toe te voegen water hangt af van de duur van de kooktijd.
11.8 Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het ap-
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (tempera-
tuur, gaartijden) en de rekstanden aan
de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte
Wanneer u bevroren gerechten ge-
bruikt, kunnen de bakplaten in de
oven tijdens het bakken vervormen.
Wanneer de bakplaten afkoelen, ver-
dwijnt de vervorming.
Aanwijzingen bij de baktabellen
De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te stel-
len.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op meerde-
re niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de temperatuur-
instelling niet. De verschillen vermin-
deren tijdens het bakproces.
NEDERLANDS 27
11.9 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca-
ke is niet voldoende ge-
bruind.
De rekstand is incorrect.
Plaats de cake op een la-
gere rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is
te hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. U
kunt de baktijd niet
verlagen door een ho-
gere temperatuur in te
stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is
te laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger
in.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt
u een kortere baktijd.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
De oventemperatuur is
te hoog en de baktijd te
kort.
De baktemperatuur la-
ger instellen en de bak-
tijd verlengen.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is
te laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
11.10 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Tulband /
brioche
Multi hete-
lucht
1 150 - 160 50 - 70
Moskovisch
gebak/vruch-
tencake
Multi hete-
lucht
1 140 - 160 70 - 90
28
www.aeg.com
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Fatless spon-
ge cake / Ca-
ke, zacht zon-
der vet
Multi hete-
lucht
2 140 - 150 35 - 50
Fatless spon-
ge cake / Ca-
ke, zacht zon-
der vet
Boven + On-
derwarmte
2 160 35 - 50
Taartbodem
van zandtaart-
deeg
Multi hete-
lucht
2
170 - 180
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
Multi hete-
lucht
2 150 - 170 20 - 25
Apple pie /
Appeltaart (2
vormen Ø 20
cm, diagonaal
geplaatst)
Multi hete-
lucht
2 160 60 - 90
Apple pie /
Appeltaart (2
vormen Ø 20
cm, diagonaal
geplaatst)
Boven + On-
derwarmte
1 180 70 - 90
Kwarktaart Boven + On-
derwarmte
1 170 - 190 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Vlechtbrood/
broodkrans
Boven + On-
derwarmte
3 170 - 190 30 - 40
Kerststol Boven + On-
derwarmte
2
160 - 180
1)
50 - 70
Brood (rog-
gebrood):
1.
Eerste
deel van
het bak-
proces.
2.
Tweede
deel van
het bak-
proces.
Boven + On-
derwarmte
1
1.
230
1)
2.
160 - 180
1.
20
2.
30 - 60
NEDERLANDS 29
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Roomsoezen/
tompoezen
Boven + On-
derwarmte
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnen-
brood (opge-
rolde cake
met jam)
Boven + On-
derwarmte
3
180 - 200
1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 20 - 40
Amandelca-
ke/suikertaart
Boven + On-
derwarmte
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart
(gemaakt van
gistdeeg/
roerdeeg)
2)
Multi hete-
lucht
3 150 35 - 55
Vruchtentaart
(gemaakt van
gistdeeg/
roerdeeg)
2)
Boven + On-
derwarmte
3 170 35 - 55
Vruchtentaart
met kruimel-
deeg
Multi hete-
lucht
3 160 - 170 40 - 80
Gistcake met
delicate gar-
nering (bij-
voorbeeld
kwark, room,
puddingvul-
ling)
Boven + On-
derwarmte
3
160 - 180
1)
40 - 80
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan
Koekjes
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Zandkoekjes
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 10 - 20
Short bread /
Zandtaart-
deeg/ Geba-
kreepjes
Multi hete-
lucht
3 140 20 - 35
30
www.aeg.com
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Short bread /
Zandtaart-
deeg/ Geba-
kreepjes
Boven + On-
derwarmte
3
160
1)
20 - 30
Roerdeeg-
koekjes
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
Multi hete-
lucht
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes
Multi hete-
lucht
3 100 - 120 30 - 50
Klein gerezen
gebak
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 20 - 40
Klein blader-
deeggebak
Multi hete-
lucht
3
170 - 180
1)
20 - 30
Broodjes
Multi hete-
lucht
3
160
1)
10 - 25
Broodjes
Boven + On-
derwarmte
3
190 - 210
1)
10 - 25
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/bak-
plaat)
Multi hete-
lucht
3
150
1)
20 - 35
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/bak-
plaat)
Boven + On-
derwarmte
3
170
1)
20 - 30
1)
Oven voorverwarmen.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie
Roosterhoog-
te
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Pastaschotel
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 45 - 60
Lasagne
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 25 - 40
Groentegra-
tin
1)
Circulatiegrill
of Multi hete-
lucht
1 160 - 170 15 - 30
Stokbroden
bedekt met
gesmolten
kaas
Circulatiegrill
of Multi hete-
lucht
1 160 - 170 15 - 30
NEDERLANDS 31
Schotel Ovenfunctie
Roosterhoog-
te
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Zoete oven-
schotels
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 40 - 60
Visschotels
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 30 - 60
Gevulde
groente
Circulatiegrill
of Multi hete-
lucht
1 160 - 170 30 - 60
1)
Oven voorverwarmen.
Multi hetelucht (vochtig)
Soort gerecht Rooster-
hoogte
Temperatuur (°C) Tijd (min.)
Pastaschotel 2 180 - 200 45 - 60
Lasagne 2 180 - 200 45 - 60
Aardappelgratin 2 190 - 210 55 - 80
Zoet gerecht 2 180 - 200 45 - 60
Tulband of brioche 1 160 - 170 50 - 70
Vlechtbrood/broodkrans 2 170 - 190 40 - 50
Kruimeltaart (droog) 3 160 - 170 20 - 40
Koekjes gemaakt van gist-
deeg
2 160 - 170 20 - 40
11.11 Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwar-
mingssoort
Multi hetelucht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Plaathoogte
2 rekposities 3 rekposities
Roomsoezen/
tompoezen
1 / 4 -
160 - 180
1)
25 - 45
Kruimeltaart 1 / 4 - 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes / small cakes / cakejes / gebak / broodjes
Verwar-
mingssoort
Multi hetelucht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Plaathoogte
2 rekposities 3 rekposities
Zandkoekjes 1 / 4 1 / 3 / 5 150 - 160 20 - 40
32
www.aeg.com
Verwar-
mingssoort
Multi hetelucht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Plaathoogte
2 rekposities 3 rekposities
Short bread /
Zandtaart-
deeg/ Geba-
kreepjes
1 / 4 1 / 3 / 5 140 25 - 50
Roerdeeg-
koekjes
1 / 4 - 160 - 170 25 - 40
Koekjes ge-
maakt met ei-
witten /
schuimgebak
1 / 4 - 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 1 / 4 - 100 - 120 40 - 80
Klein gerezen
gebak
1 / 4 - 160 - 170 30 - 60
Klein blader-
deeggebak
1 / 4 -
170 - 180
1)
30 - 50
Broodjes 1 / 4 - 180 30 - 55
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/bak-
plaat)
1 / 4 -
150
1)
25 - 40
1)
Oven voorverwarmen.
11.12 Lage temperatuur garen
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis
met kerntemperaturen lager dan 65 °C.
Lage temperatuur garen is niet geschikt
voor suddervlees of een vet varkens-
braadstuk. U kunt de vleesthermometer
gebruiken om te garanderen dat het
vlees de correcte kerntemperatuur heeft
(zie de tabel voor de vleesthermometer).
In de eerste 10 minuten kunt u een oven-
temperatuur instellen tussen 80°C en
150°C. De standaard is 90°C. Nadat de
temperatuur is ingesteld, blijft de oven
werken bij 80°C. Gebruik de automati-
sche lage temperatuur garen niet voor
gevogelte.
Bereid de gerechten als u deze
functie gebruikt altijd zonder
deksel.
1.
Braad het vlees aan in een pan op
de kookplaat op een zeer hoge
stand gedurende 1-2 minuten aan
elke kant.
2.
Plaats het vlees in een diepe braad-
pan in de oven op het bakrooster.
3.
Steek de vleesthermometer in het
vlees.
4.
Selecteer de functie Lage tempera-
tuur garen en stel de juiste eindkern-
temperatuur in.
Gerecht Gewicht (g) Rekstand
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Biefstuk 1000 - 1500 1 120 120 - 150
Runderbief-
stuk
1000 - 1500 3 120 90 - 150
NEDERLANDS 33
Gerecht Gewicht (g) Rekstand
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Geroosterd
kalfsvlees
1000 - 1500 1 120 120 - 150
Steaks 200 - 300 3 120 20 - 40
11.13 Pizza hetelucht
Verwarmings-
soort
Roosterhoogte Temperatuur (°C) Tijd (min)
Pizza (dunne
korst)
2
200 - 230
1)2)
15 - 20
Pizza (met veel
garnering)
2 180 - 200 20 - 30
Taarten 1 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 1 170 - 190 45 - 55
Appeltaart, be-
dekt
1 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd
brood
2
230
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2
160 - 180
1)
45 - 55
Flammekuchen
(pizza-achtig ge-
recht uit de Elzas)
2
230
1)
12 - 20
Piroggen (Russi-
sche variant op
calzone)
2
180 - 200
1)
15 - 25
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
11.14 Braden
Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fa-
brikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien aan-
wezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korst moe-
ten krijgen, kunt u in de braadschaal
zonder deksel braden.
Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in de oven te bereiden.
Giet een beetje vloeistof in de braad-
pan om het aanbranden van vleessap
of vet te voorkomen.
Indien nodig het braadstuk (na 1/2 -
2/3 van de gaartijd) keren.
Besprenkel grote braadstukken en ge-
vogelte diverse keren tijdens het bra-
34
www.aeg.com
den met het eigen vleessap. Hiermee
bereikt u een beter braadresultaat.
U kunt het apparaat ongeveer 10 mi-
nuten voor het einde van de berei-
dingstijd uitschakelen om de rest-
warmte te gebruiken.
11.15 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaat-
hoogte
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Stoofvlees 1 - 1,5 kg
Boven +
Onder-
warmte
1 230 120 - 150
Biefstuk of os-
sehaas: rood
per cm
dikte
Circulatie-
grill
1
190 - 200
1)
5 - 6
Biefstuk of os-
sehaas: medi-
um
per cm
dikte
Circulatie-
grill
1
180 - 190
1)
6 - 8
Biefstuk of os-
sehaas: gaar
per cm
dikte
Circulatie-
grill
1
170 - 180
1)
8 - 10
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensrug
Soort vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaat-
hoogte
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Schouder-
stuk / nek-
stuk / hamlap
1 - 1,5 kg
Circulatie-
grill
1 160 - 180 90 - 120
Kotelet / rib-
betje
1 - 1,5 kg
Circulatie-
grill
1 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood
750 g - 1
kg
Circulatie-
grill
1 160 - 170 50 - 60
Varkens-
schenkel
(voorgekookt)
750 g - 1
kg
Circulatie-
grill
1 150 - 170 90 - 120
Kalfsvlees
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Geroosterd
kalfsvlees
1 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 90 - 120
Kalfsschen-
kel
1,5 - 2 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 120 - 150
NEDERLANDS 35
Lamsvlees
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Lamsbout /
geroosterd
lamsvlees
1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
1 150 - 170 100 - 120
Lamsrug 1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 40 - 60
Wild
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Hazerug tot 1 kg Boven +
Onder-
warmte
1
230
1)
30 - 40
Reerug,
hertenrug
1,5 - 2 kg Boven +
Onder-
warmte
1 210 - 220 35 - 40
Reebout,
hertenbout
1,5 - 2 kg Boven +
Onder-
warmte
1 180 - 200 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Stukken
gevogelte
200 – 250 g
p.p.
Circulatie-
grill
1 200 - 220 30 - 50
Halve kip 400 – 500 g
p.p.
Circulatie-
grill
1 190 - 210 35 - 50
Kip, haan-
tje
1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
1 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5 - 2 kg Circulatie-
grill
1 180 - 200 80 - 100
Gans 3,5 - 5 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 120 - 180
Kalkoen 2,5 - 3,5 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 120 - 150
Kalkoen 4 - 6 kg Circulatie-
grill
1 140 - 160 150 - 240
36
www.aeg.com
Vis (gestoomd)
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Hele vis 1 - 1,5 kg Boven +
Onder-
warmte
1 210 - 220 40 - 60
11.16 Grill
Grill altijd met de maximale tempera-
tuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen, zoals
aangeraden in de grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te van-
gen op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5 minu-
ten voorverwarmen.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de oven-
deur altijd gesloten zijn.
Grill
Gerecht Plaathoogte Huishoudelijk
Tijd (min.)
1e kant 2e kant
Biefstuk 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet 3 230 20 - 30 20 - 30
Varkensrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 3 210 - 230 25 - 35 20 - 25
Hele vis, 500 -
1000 g
3 / 4 210 - 230 15 - 30 15 - 30
Grill intens
Gerecht Plaathoogte
Tijd (min.)
1e kant 2e kant
Burgers / Burgers 4 8 - 10 6 - 8
Varkenshaas 4 10 - 12 6 - 10
Worstjes 4 10 - 12 6 - 8
Runderfilet / kalfs-
biefstukken
4 7 - 10 6 - 8
Toast / Geroo-
sterd brood
1)
5 1 - 3 1 - 3
Brood met iets er-
op
4 6 - 8 -
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 37
11.17 Kant-en-klaar gerecht
Multi hetelucht
Kant-en-klaar ge-
recht
Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min.)
Pizza, bevroren 2 200 - 220 15 - 25
American pizza,
bevroren
2 190 - 210 20 - 25
Pizza, gekoeld 2 210 - 230 13 - 25
Pizza snacks, be-
vroren
2 180 - 200 15 - 30
Patat, dun 3 200 - 220 20 - 30
Patat, dik 3 200 - 220 25 - 35
Aardappel partjes 3 220 - 230 20 - 35
Rösties 3 210 - 230 20 - 30
Lasagne/Cannel-
loni, vers
2 170 - 190 35 - 45
Pastaschotel, be-
vroren
2 160 - 180 40 - 60
Oven gegrati-
neerde kaas
3 170 - 190 20 - 30
Kippenvleugels 2 190 - 210 20 - 30
Diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht Ovenfuncties Rekstand
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Pizza, bevro-
ren
Boven + on-
derwarmte
3
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Patat
1)
(300 -
600 g)
Boven + on-
derwarmte of
Circulatiegrill
3 200 - 220
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Baguettes
Boven + on-
derwarmte
3
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Vruchtentaar-
ten
Boven + on-
derwarmte
3
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
1)
Patat frites tijdens bakken 2 tot 3 keer omkeren
11.18 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Bedek het bord niet met een kom of an-
der bord, aangezien het ontdooien hier-
door langer kan duren.
Gebruik het eerste ovenrek vanaf de on-
derkant.
38
www.aeg.com
Schotel
Ontdooitijd
(min.)
Verdere ont-
dooitijd (min.)
Opmerking
Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30
Leg de kip op een om-
gekeerde onderschotel
in een groot bord. Hal-
verwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 -
Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 -
Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt.
Taart, 1400 g 60 60 -
11.19 Inmaken
Let op:
Gebruik alleen weckpotten van dezelf-
de afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bo-
dem van deze functie.
Zet niet meer dan zes weckpotten van
één liter op de bakplaat.
Vul de glazen potten gelijkmatig en
sluit ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet ra-
ken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste weck-
potten begint te borrelen (na ca. 35 -
60 minuten bij 1 liter-glazen), schakelt
u de oven uit of verlaagt u de tempe-
ratuur tot 100 °C (zie tabel).
Bessen
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Aardbeien / bos-
bessen / frambo-
zen / rijpe kruis-
bessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Peren / kweepe-
ren / pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
NEDERLANDS 39
Groenten
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde pic-
kles
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erw-
ten / asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
11.20 Drogen - Multi
hetelucht
Gebruik bakpapier om de ovenroosters
mee af te dekken.
Voor de beste resultaten schakelt u het
apparaat halverwege de bereidingstijd
uit. Open de deur en laat het apparaat
afkoelen. Hierna kunt u het droogproces
afronden.
Groenten
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
1 niveau 2 niveaus
Bonen 3 1 / 4 60 - 70 6- 8
Paprika's 3 1 / 4 60 - 70 5 - 6
Groente in
het zuur
3 1 / 4 60 - 70 5 - 6
Paddenstoe-
len
3 1 / 4 50 - 60 6 - 8
Kruiden 3 1 / 4 40 - 50 2 - 3
Fruit
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 3 1 / 4 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 3 1 / 4 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 3 1 / 4 60 - 70 6 - 8
Peren 3 1 / 4 60 - 70 6 - 9
11.21 Tabel kerntemperatuursensor
Rundvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Rib- / Filletsteak: rood 45 - 50
40
www.aeg.com
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Rib- / Filletsteak: medium 60 - 65
Rib- / Filletsteak: gaar 70 - 75
Varkensvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Schouderkarbonade / ham / varkens-
rug
80 - 82
Tussenribstuk, Kasselerrib 75 - 80
Gehaktbrood 75 - 80
Kalfsvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Geroosterd kalfsvlees 75 - 80
Kalfsschenkel 85 - 90
Schapenvlees / lamsvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Schapenbout 80 - 85
Schapenrug 80 - 85
Geroosterd lamsvlees / Lamsbraad-
stuk
70 - 75
Wild
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Hazerug 70 - 75
Hazenpoot, hazenbout 70 - 75
Gehele haas 70 - 75
Reerug, hertenrug 70 - 75
Ree- /hertenrug 70 - 75
Vis
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Zalm 65 - 70
Forellen 65 - 70
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
NEDERLANDS 41
Opmerkingen over schoonmaken:
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat
na elk gebruik. Vuil laat zich dan het
makkelijkst verwijderen en kan niet
aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een schoon-
maakmiddel.
Accessoire met antiaanbaklaag mo-
gen niet worden schoongemaakt met
een agressief reinigingsmiddel, voor-
werpen met scherpe randen of een af-
wasautomaat. Dit kan de antiaanbak-
laag beschadigen.
12.1 Stoomreiniging
1.
Verwijder het restant aan vuil hand-
matig.
2.
Doe ongeveer 250 ml water met 3
eetlepels azijn in de stoomgenera-
tor.
3.
Stoomreinigingsfunctie instellen.
Raadpleeg "Ovenfuncties".
4.
Het display toont de duur en de
standaardtemperatuur. Raak OK aan
om het reinigen te starten.
5.
Er weerklinkt een geluidssignaal
wanneer de stoomreiniging is vol-
tooid. Raak een tiptoets aan om het
signaal te stoppen.
6.
Maak het apparaat schoon met een
zachte doek. Water met de spons uit
de stomer verwijderen en droog
wrijven.
Laat de deur ongeveer 1 uur open
staan om het apparaat volledig te
laten drogen.
U kunt de Einde-functie gebrui-
ken om de start van de reini-
gingsprocedure uit te stellen. Zie
"Het EINDE instellen".
12.2 Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om
de zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de
inschuifrails
2
3
1
1.
Geleiders voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging trek-
ken.
2.
De geleiders bij de voorste ophan-
ging iets naar binnen zwenken.
3.
Geleiders uit de achterste ophan-
ging trekken.
De inschuifrails installeren
Installeer de inschuifrails in omgekeerde
volgorde.
12.3 Stomer
LET OP!
Droog de stomer na elk ge-
bruik. Water met de spons ver-
wijderen.
Verwijder eventuele kalkaanslag
met water en azijn.
LET OP!
Door gebruik te maken van che-
mische ontkalkingsmiddelen kan
het email van de oven beschadi-
gen. Volg de aanwijzingen van
de fabrikanten op.
De waterlade en de stomer reinigen:
1.
Doe het mengsel van water en azijn
(ca. 250 ml) in de stoomgenerator
via de waterlade. Wacht ongeveer
10 minuten.
42
www.aeg.com
2.
Verwijder het azijnwater met de
spons.
3.
Doe leidingwater (100 - 200 ml) in de
waterlade om de stoomgenerator
schoon te spoelen.
4.
Water met de spons uit de stoomge-
nerator verwijderen en droog wrij-
ven.
5.
Laat de deur open staan zodat het
apparaat volledig kan drogen.
12.4 Lamp
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische
schokken.
De lamp en het afdekglas kun-
nen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel het apparaat uit.
Verwijder de zekeringen in de zekerin-
genkast, of schakel de stroomonder-
breker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van
de binnenkant van het apparaat.
Dit voorkomt schade aan het af-
dekglas en de ovenruimte.
Gebruik altijd hetzelfde lampty-
pe.
De lamp vervangen van het
ovenplafond:
1.
Draai het afdekglas van de lamp
naar rechts en verwijder het.
2.
Verwijder de metalen ring en reinig
de glasafdekking.
3.
Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4.
Monteer de metalen ring op de
glasafdekking.
5.
Plaats het afdekglas terug.
Vervangen van de lamp links in de
ovenruimte:
1.
De linker inschuifrails verwijderen.
2.
Gebruik een schroevendraaier met
een aanhaalmoment van 20 om de
afdekking te verwijderen.
3.
Verwijder en reinig het metalen fra-
me en de afdichting.
4.
Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
5.
Installeer het metalen frame en de
pakking. Draai de schroeven aan.
6.
De linkerinschuifrails installeren.
12.5 De ovendeur reinigen
De deur en de glaspanelen verwijderen
U kunt de ovendeur en de interne glazen
panelen verwijderen om schoon te ma-
ken. Het aantal glasplaten verschilt per
model.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwij-
deren van de deur uit het appa-
raat. De deur is zwaar.
NEDERLANDS 43
A
A
1.
Open de deur helemaal.
2.
Duw de klemhendels (A) volledig op
de twee scharnieren.
3.
Sluit de ovendeur in de eerste ope-
ningsstand (in een hoek van onge-
veer 70°).
4.
Pak de deur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze on-
der een opwaartse hoek weg van het
apparaat.
5.
Plaats de ovendeur met de buiten-
kant omlaag op een zachte en egale
ondergrond. Dit voorkomt krassen.
2
B
1
6.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vast-
pakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
7.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
8.
Houd de glasplaten aan de boven-
kant vast en trek deze een voor een
omhoog uit de geleiding.
9.
Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
De deur en de glaspanelen
installeren
Als u de glaspanelen en de ovendeur
heeft schoongemaakt, plaatst u ze terug.
Voer bovenstaande stappen uit in de
omgekeerde volgorde. Plaats de kleinste
glasplaat eerst, daarna de grotere glas-
platen.
13. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat wordt niet
warm.
Het apparaat is uitge-
schakeld.
Schakel het apparaat in.
Het apparaat wordt niet
warm.
De klok is niet ingesteld. Stel de klok in. Zie 'Dag-
tijd instellen en wijzigen'.
Het apparaat wordt niet
warm.
De benodigde kookstan-
den zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de in-
stellingen juist zijn.
44
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat wordt niet
warm.
De automatische veilig-
heidsuitschakeling is ac-
tief.
Zie 'Automatische uit-
schakeling'.
Het apparaat wordt niet
warm.
De zekering is uitgescha-
keld.
Controleer of de zeke-
ring de oorzaak van de
storing is. Als de zekerin-
gen keer op keer door-
slaan, neemt u contact
op met een erkende in-
stallateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Het display toont een
foutcode die niet in deze
lijst voorkomt.
Er is een elektrische fout. Schakel het apparaat
uit via de huiszekering
of de veiligheidsscha-
kelaar in de zekering-
kast en schakel hem
dan weer in.
Neem contact op met
het servicecentrum als
de foutcode opnieuw
op het display wordt
weergegeven.
Het lampje brandt niet. U heeft een ECO-functie
of Multi hetelucht (voch-
tig) geselecteerd. Bij de-
ze functies kan de ver-
lichting niet worden ge-
activeerd.
De verlichting kan niet
worden geactiveerd om-
dat deze functies ener-
gie helpen besparen.
Als u niet zelf het probleem kunt verhel-
pen, neem dan contact op met uw ver-
koper of de klantenservice.
De contactgegevens van het servicecen-
trum staan op het typeplaatje. Het type-
plaatje bevindt zich aan de voorkant van
de binnenkant van het apparaat.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
NEDERLANDS 45
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
46
www.aeg.com
NEDERLANDS 47
www.aeg.com/shop
892956201-C-032013
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG BS7304021M Handleiding

Type
Handleiding