Juno JBD177D6 Handleiding

Type
Handleiding
JBD177D6
Gebruik‐
saanwijzing
NL
Stoomoven
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het product 6
Bedieningspaneel 7
Voor het eerste gebruik 9
Dagelijks gebruik 9
Klokfuncties 12
Automatische programma's 14
Gebruik van de accessoires 16
Extra functies 18
Aanwijzingen en tips 20
Onderhoud en reiniging 40
Probleemoplossing 43
Energiezuinigheid 44
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie
of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige
en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van
dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken,
deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
Gebruik uitsluitend de vleesthermometer die aanbevolen is
voor dit apparaat.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag
het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
3
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel
moet worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik
uit.
Wees voorzichtig met het openen van de
deur van het apparaat als het apparaat
aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een geopende
deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email
te voorkomen:
4
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem van
het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar bent
met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van het
apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen permanente
vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een
deur), zorg er dan voor dat de deur nooit
gesloten is als het apparaat in werking
is. Warmte en vocht kunnen achter een
gesloten meubelpaneel ophopen en
schade aan het apparaat, de behuizing
of de vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
Bereiding met stoom
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brandwonden en schade
aan het apparaat.
Vrijgekomen stoom kan brandwonden
veroorzaken:
De deur van het apparaat niet
openen tijdens de bereiding met
stoom.
De deur van het apparaat voorzichtig
openen na de bereiding met stoom.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brand en schade aan
het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem contact
op met de erkende servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijderd. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt
eerst de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen in dit
apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor
gebruik in huishoudelijke apparaten.
Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
5
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
9
5
4
6
7
8
3
5
4
3
2
1
21
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Waterreservoir
4
Lampje
5
Verwarmingselement
6
Ventilator
7
Stoomgenerator met afdekkap
8
Verwijderbare inschuifrail
9
Roosterhoogtes
Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
6
Voor braden en roosteren of als pan om vet
op te vangen
Vleesthermometer
Voor het vaststellen van het gaarpunt van
het gerecht
Spons
Voor het absorberen van restwater uit de
stomer.
BEDIENINGSPANEEL
Elektronische tijdschakelklok
21 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tip-
toets
Functie Beschrijving
1
- WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen
3
OPTIES Om een ovenfunctie of een automatisch program-
ma in te stellen.
4
MIJN FAVORIETE
PROGRAMMA
Het opslaan van uw favoriete programma's. Ge-
bruik deze functie om uw favoriete programma
rechtstreeks te openen, ook als het apparaat is uit-
geschakeld.
7
Tip-
toets
Functie Beschrijving
5
TEMPERATUUR /
SNEL OPWARMEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur van
de vleesthermometer instellen en controleren (indien
aanwezig). Als u de knop drie seconden ingedrukt
houdt, wordt de functie Snel opwarmen in- en uit-
geschakeld. Rechtstreekse toegang tot de tempe-
ratuurinstelling van de eerste ovenfunctie wanneer
het apparaat is uitgeschakeld.
6
OMHOOG, OM-
LAAG
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
7
OK De selectie of instelling bevestigen.
8
OVENVERLICH-
TING
Het lampje in- of uitschakelen.
9
KLOK De klokfuncties instellen.
10
KOOKWEKKER De Kookwekker instellen.
Display
A B C
DEFG
A. Ovenfunctiesymbool
B. Display van temperatuur/tijd
C. Weergave Klok/restwarmte/kookwekker
D. Restwarmte-indicatie
E. Indicatielampjes voor de klokfuncties
F. Opwarmindicatie/Indicatielampje
snelverhitting
G. Nummer van een ovenfunctie/het
programma
Andere indicaties op het display:
Sym-
bool
Naam Beschrijving
Functies
U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch programma
U kunt een automatisch programma kiezen.
Mijn favoriete programma
Het programma Favoriet is in werking.
8
Sym-
bool
Naam Beschrijving
/
kg / g
Een automatisch programma met gewicht-
invoer is in werking.
/
u / min
Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel opwarmen
De functie werkt.
Huishoudelijk
De actuele temperatuur wordt aangegeven.
Huishoudelijk
U kunt deze temperatuur wijzigen.
Vleesthermometer
De vleesthermometer bevindt zich in de
aansluiting voor de vleesthermometer.
Binnenverlichting
U hebt het licht uitgeschakeld.
Kookwekker
De kookwekker staat aan.
Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display branden. De
balkjes geven aan dat de temperatuur in het
apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen de
balkjes van het display.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen van
de dagtijd het hoofdstuk
"Klokfuncties".
Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit het apparaat.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud
en reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires voor
het eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Het apparaat gebruiken
U kunt het apparaat gebruiken in:
de handmatige modus
automatische programma's
9
Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Stomen Voor groenten, vis, aardappelen, rijst, pasta of speciale bij-
gerechten.
Combi Plus Sto-
men
Voor gerechten met hoog vochtgehalte en voor het stomen
van vis, custard en terrines.
Combi Stomen Voor het bakken van brood, het braden van grote stukken
vlees of het opwarmen van gekoelde en bevroren maaltij-
den.
ECO Stomen Als u deze functie tijdens het koken gebruikt, kunt u het
energieverbruik optimaliseren. Voor meer informatie over
de aanbevolen instellingen raadpleegt u de kooktabellen
met de equivalente ovenfunctie.
Multi Hetelucht
(Vochtig)
Om gebakken voedsel in bakblikken op één rekniveau te
bakken. Om tijdens de bereiding energie te besparen. De-
ze functie moet worden gebruikt in overeenstemming met
de kooktabellen om de gewenste kookresultaten te berei-
ken. Voor meer informatie over de aanbevolen instellingen
raadpleegt u de kooktabellen.
Multi Hetelucht Om op drie ovenniveaus te bakken of om voedsel te dro-
gen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor Bo-
ven-/onderwarmte.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief brui-
neren en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 -
40°C lager in dan voor boven-/onderwarmte.
Lage Tempera-
tuur Garen
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Boven-/Onder-
warmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Bevroren Ge-
rechten
Om kant-en-klaar-gerechten zoals patat, aardappelpartjes
of loempia's krokant te maken.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te brui-
nen.
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelheden
en voor het maken van toast.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
10
Ovenfunctie Applicatie
Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel te
ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af
van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem
en het inmaken van voedsel.
ECO Braden Als u deze functie tijdens het koken gebruikt, kunt u het
energieverbruik optimaliseren. Voor meer informatie over
de aanbevolen instellingen raadpleegt u de kooktabellen
met de equivalente ovenfunctie (Circulatiegrill).
Stoomreiniging Om de binnenkant van de oven met stoom te reinigen.
De verlichting kan tijdens
sommige ovenfuncties
automatisch uitschakelen als de
temperatuur onder de 60°C
komt.
De ovenfunctie instellen
1. Schakel het apparaat in met
of .
Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het nummer
van de ovenfunctie weer.
2. Raak of aan om een ovenfunctie
in te stellen.
3. Raak aan. Anders start het apparaat
na vijf seconden automatisch.
Als u het apparaat activeert en
geen ovenfunctie of programma
instelt, wordt het apparaat na 20
seconden automatisch
uitgeschakeld.
Temperatuur wijzigen
Raak of om de temperatuur in
stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er drie
keer een geluidssignaal en gaat de
verwarmingsindicatie uit.
Temperatuur opvragen
U kunt de temperatuur in het apparaat
controleren wanneer de functie of het
programma in werking is.
1. Tik op .
Het temperatuur-/tijddisplay geeft de
temperatuur in het apparaat aan.
2. Raak aan om terug te keren naar de
ingestelde temperatuur. Het display
geeft dit na vijf seconden automatisch
weer.
Functie Snel opwarmen
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
De functie Snel opwarmen is niet bij elke
ovenfunctie beschikbaar. Als de Fouttoon is
ingeschakeld in het Instelmenu zal als deze
functie niet beschikbaar is voor de
ingestelde functie, er een geluidssignaal
klinken. Raadpleeg "Het instelmenu
gebruiken".
De functie Snel opwarmen verlaagt de
opwarmtijd.
Om deze functie te activeren, tik op
en
houd meer dan drie seconden ingedrukt.
11
Als u de functie Snel opwarmen activeert,
gaan de balkjes op het display één voor
één knipperen en gaat branden om
aan te geven dat de functie werkt.
Bereiding met stoom
De klep van het waterreservoir bevindt zich
in het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING! Doe geen
water rechtstreeks in de stomer!
Gebruik alleen water als
vloeistof. Gebruik geen gefilterd
(gedemineraliseerd) of
gedistilleerd water.
1.
Druk op het deksel van het
waterreservoir om het reservoir te
openen.
2.
Vul de waterlade met 800 ml water.
De watervoorraad is voldoende voor ca.
50 minuten.
3.
Plaats het waterreservoir terug op zijn
oorspronkelijke plaats.
4. Schakel het apparaat in.
5. Stel de functie Stoom (zie de tabel
"Ovenfuncties") en de temperatuur in.
6. Raak
aan om de functie voor de
DUUR of het EINDE in te stellen
(zie "Het EINDE instellen" of "De DUUR
instellen").
De eerste stoom ontstaat na ca. 2 minuten.
Wanneer het apparaat zo ongeveer de
ingestelde temperatuur heeft bereikt, hoort
u een geluidssignaal. Aan het einde van de
kooktijd klinkt er opnieuw een
geluidssignaal.
7. Raak aan om het geluidssignaal en
het apparaat uit te schakelen.
Als de stomer leeg is, klinkt er
een geluidssignaal.
Neem nadat het apparaat is afgekoeld, het
resterende water van de stomer op met een
spons. Reinig de stomer indien nodig met
wat azijn. Laat het apparaat volledig
uitdrogen met de deur geopend.
KLOKFUNCTIES
Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD De tijd van de dag controleren of wijzigen. U kunt de dagtijd
alleen wijzigen als het apparaat aanstaat.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
TIJDUITSTEL Combineren van de functie TIJDSDUUR en EINDE.
QUICK START Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking
van de tiptoets met de benodigde instellingen gestart.
KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen
invloed op de werking van de oven. U kunt de KOOKWEK-
KER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat
uit staat.
00:00
TIMER MET OP-
TELFUNCTIE
Om de optelfunctie in te stellen; toont hoe lang het apparaat
in werking is. Deze functie heeft geen invloed op de werking
van het apparaat. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld
wanneer de oven begint met opwarmen. De OPTELTIMER
is niet geactiveerd als TIJDSDUUR en EINDE zijn ingesteld.
12
Dagtijd instellen en wijzigen
Wacht bij eerste aansluiting op de stroom
totdat het display en 12:00 weergeeft.
"12" knippert.
1. Raak of aan om het uur in te
stellen.
2. Raak of aan.
3. Raak of aan om de minuten in te
stellen.
4. Raak of aan.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Raak om de tijd van de dag te wijzigen
keer op keer aan totdat begint te
knipperen.
De DUUR instellen
1.
Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display gaat knipperen.
3. Raak
of aan om de minuten van
de TIJDSDUUR in te stellen.
4. Raak aan. Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
5. Gebruik of om de uren van de
TIJDSDUUR in te stellen.
6. Tik op
. Anders start de TIJDSDUUR
na vijf seconden automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen en de tijd in
het display. Het apparaat wordt
uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
Het EINDE instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display gaat knipperen.
3. Gebruik of om het EINDE in te
stellen en of om te bevestigen. U
stelt eerst de minuten en dan de uren
in.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen
en de tijd in
het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
4. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
5.
Schakel het apparaat uit.
De functie TIJDVERTRAGING
instellen
1.
Stel een ovenfunctie en de temperatuur
in.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display gaat knipperen.
3. Raak of aan om de minuten van
de DUUR in te stellen.
4. Tik op
.
5.
Gebruik of om de uren van de
DUUR in te stellen.
6. Raak aan en het apparaat schakelt
naar de instelling van de EINDE-functie.
Op het display knippert
.
7. Gebruik of om het EINDE in te
stellen en
of om te bevestigen. U
stelt eerst de minuten en dan de uren
in.
Het apparaat gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde
BEREIDINGSDUUR en stop aan op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen en de tijd in
het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
8. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
9. Schakel het apparaat uit.
13
Wanneer de
tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het display
het statische symbool van de
ovenfunctie weer, met een
punt en
. De punt geeft aan
welke klokfunctie zich op het
display voor de klok-/
restwarmte bevindt.
SET+GO instellen
U kunt de functie SET+GO alleen gebruiken
als de DUUR is ingesteld.
1.
Selecteer een ovenfunctie (of een
programma) en de temperatuur.
2.
Stel de TIJDSDUUR in.
3.
Raak
herhaaldelijk aan totdat in
het display knippert.
4.
Raak
aan om de functie SET+GO in
te stellen.
Het display geeft
en met een indicatie
weer. Deze indicatie wordt weergegeven
wanneer de klokfunctie wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve AAN/
UIT) om de functie SET+GO te starten.
De KOOKWEKKER instellen
1. Tik op .
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik om tussen de opties te
kiezen. U moet eerst seconden en dan
minuten en uren instellen.
3. Gebruik of om de
KOOKWEKKER in te stellen en bevestig
met .
4. Raak aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen "00:00" en
in het display.
5.
Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
TIMER MET OPTELFUNCTIE
1.
Om de Optelfunctie te resetten, tik
herhaaldelijk op tot in het display
knippert.
2. Raak
aan totdat op het display
"00:00" staat en de timer met
optelfunctie weer opnieuw begint te
tellen.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Er zijn 25 automatische programma's.
Gebruik een automatisch programma of
een recept als u geen kennis over of
ervaring in het bereiden van een gerecht
hebt. Het display toont de
standaardkooktijd voor alle automatische
programma's.
Automatische programma's
Programmanummer Programmanaam
1 GROENTEN, TRADITIONEEL
2 AARDAPPELGRATIN
3 VOLKORENBROOD
14
Programmanummer Programmanaam
4 GOOIT
5 VIS
6 GEPOCHEERDE VIS (FOREL)
7 PRUIMENKRAKELING
8 KALFSSCHENKEL
9 RIJST
10 LASAGNE
11 DEEG LATEN RIJZEN
12 GEBRADEN VLEES
13 GEROOSTERD VARKENSVLEES
14 GEROOSTERD KALFSVLEES
15 GEROOSTERD LAMSVLEES
16 GEROOSTERD WILD
17 HELE KIP
18 PIZZA
19 QUICHE LORRAINE
20 CITROENCAKE
21 KWARKTAART
22 CANNELLONI
23 KANT-EN-KLARE TAART
24 AFBAKPIZZA
25 KANT-EN-KLARE AARDAPPELGERECHTEN
Automatische programma's
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
Het display geeft , een symbool en
nummer van het automatische programma
weer.
3. Raak of aan om het
automatische programma te kiezen.
4. Tik op of wacht vijf seconden tot het
apparaat automatisch start.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. Het symbool
knippert.
6. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
15
Automatische programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op
.
3. Raak
of aan om het
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: de kooktijd,
duursymbool, , een standaard gewicht,
een maateenheid (kg, g).
4.
Raak aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5.
U kunt het standaardgewicht wijzigen
met of . Tik op .
6.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal.
knippert.
7.
Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
Automatische programma's met
vleesthermometer
(geselecteerde modellen)
De kerntemperatuur van het gerecht is
standaard en kan in programma's met de
vleesthermometer niet worden veranderd.
Het programma eindigt wanneer het
apparaat de ingestelde kerntemperatuur
heeft bereikt.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik herhaaldelijk op tot het display
weergeeft.
3. Gebruik van de vleesthermometer.
Raadpleeg "Vleesthermometer".
4. Raak of aan om het programma
voor de vleesthermometer in te stellen.
Op het display verschijnt de kooktijd, en
.
5. Raak
aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. knippert.
6.
Raak een tiptoets aan, of open de deur
om het geluidssignaal te stoppen.
7.
Schakel het apparaat uit.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Vleesthermometer
Er worden twee temperaturen ingesteld: de
oventemperatuur en de kerntemperatuur.
De vleesthermometer meet de
kerntemperatuur van het vlees. Wanneer
het vlees de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, wordt het apparaat uitgeschakeld.
LET OP! Gebruik alleen de
meegeleverde vleesthermometer
of originele vervangende
onderdelen.
De vleesthermometer moet
gedurende de bereiding in het
vlees blijven en de stekker moet
in het stopcontact blijven.
1. Schakel het apparaat in.
2. Steek de punt van de vleesthermometer
(met
op de hendel) in het midden
van het vlees.
16
3. Steek de stekker van de
vleesthermometer in de aansluiting op
de voorkant van het apparaat.
Het display geeft knipperend en de
standaardinstelling voor de
kerntemperatuur weer. De temperatuur
staat op 60 °C tijdens het eerste gebruik,
en op de laatste ingestelde waarde tijdens
elk volgende gebruik.
Waneer u de
kerntemperatuursensor in het
stopcontact van het apparaat
steekt, annuleert u de
instellingen voor de klokfuncties.
4. Raak of aan om de
kerntemperatuur in te stellen.
5. Raak
aan. Anders worden de
instellingen na 5 seconden automatisch
opgeslagen.
U kunt de kerntemperatuur
alleen instellen wanneer het
symbool
knippert. Als op
het display voor de
kerntemperatuur wordt
weergegeven, gebruikt u
en of om een nieuwe
waarde in te stellen.
6. Stel de ovenfunctie en -temperatuur in.
Het display geeft de huidige
kerntemperatuur en het opwarmsymbool
weer.
Terwijl het apparaat de geschatte duur
berekent, toont het display de opteltijd. Na
de eerste berekening toont het display de
geschatte duur van de bereidingstijd.
Het apparaat blijft de kookduur berekenen.
Het display wordt met tussenpozen
bijgewerkt met de nieuwe duur.
Wanneer u kookt met de
vleesthermometer, kunt u de
temperatuur in het display
wijzigen. Nadat u de
kerntemperatuursensor in de
aansluiting hebt geplaatst en
een ovenfunctie en -temperatuur
hebt ingesteld, geeft het display
de huidige kerntemperatuur
weer.
Raak herhaaldelijk aan om
drie andere temperaturen te
bekijken:
de ingestelde
kerntemperatuur
de huidige
oventemperatuur
de huidige
kerntemperatuur
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, hoort u een
geluidssignaal gedurende twee minuten en
knippert de waarde van de
kerntemperatuur en . Het apparaat wordt
uitgeschakeld.
7. Raak een sensorveld aan om het
geluidssignaal uit te schakelen.
8. Haal de stekker van de
kerntemperatuursensor uit het
stopcontact en haal het vlees uit de
oven.
WAARSCHUWING! Wees
voorzichtig bij het verwijderen
van de kerntemperatuursensor.
De sensor is heet. Er bestaat
gevaar voor brandwonden.
De accessoires plaatsen
LET OP! Gebruik de bakplaat of
braadpan niet met de functie
Stomen.
Bakrooster:
17
Plaats het rooster tussen de geleidestangen
van de roostersteun en zorg ervoor dat de
pootjes omlaag staan.
Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrails.
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de
geleidestangen van de roostersteun en het
rooster op de roostersteun er boven en
zorg er hierbij voor dat de pootjes naar
beneden wijzen.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid. Deze
inkepingen zorgen er ook voor
dat ze niet omkantelen. De hoge
rand rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
EXTRA FUNCTIES
Gebruik van de functie Mijn
favoriet programma
Gebruik deze functie voor het opslaan van
uw favoriete temperatuur- en tijdinstellingen
van een ovenfunctie of programma.
1. Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2. Raak
gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een
geluidssignaal.
3. Schakel het apparaat uit.
Voor het inschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
Wanneer de functie in
werking is, kunt u de tijd en
temperatuur veranderen.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. Het apparaat beëindigt
het programma Favoriet.
Gebruik van het Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het apparaat
per ongeluk in werking wordt gesteld.
1. Om de functie te activeren, deactiveer
het apparaat met
. Stel geen
ovenfunctie in.
2. Houd en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
SAFE verschijnt op het display.
Om het Kinderslot te deactiveren, herhaal
stap 2.
18
Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als het
apparaat in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat een
ovenfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld.
1. Om de functie te activeren, schakel het
apparaat in.
2. Schakel een ovenfunctie of instelling in.
3. Houd
en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
Loc verschijnt op het display.
Om de Functievergrendeling te deactiveren,
herhaal stap 3.
U kunt het apparaat
uitschakelen als de
toetsblokkering aan is. Als u het
apparaat uit zet, wordt de
toetsblokkering uitgeschakeld.
Gebruik van het instelmenu
Het instelmenu laat u toe om functies in het
hoofdmenu te activeren en deactiveren. Het
display toont SET en het nummer van de
instelling.
Beschrijving In te stellen waarde
1 QUICK START AAN/UIT
2 RESTWARMTE-INDICATIE AAN/UIT
3
TOETSVOLUME
1)
KLIKKEN / PIEPEN / UIT
4 FOUTTOON AAN/UIT
5 ONDERHOUDSMENU -
6 INSTELLINGEN RESETTEN JA / NEE
1)
Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld.
1. Als het apparaat aanstaat, raak dan
nogmaals aan en houdt deze 3
seconden ingedrukt.
Het display geeft "SET1" weer en "1"
knippert.
2. Raak of aan om de instelling te
bevestigen.
3. Tik op .
4. Raak of aan om de waarde van
de instelling te wijzigen.
5. Tik op .
Raak om het Instellingenmenu te verlaten
aan of houd vast.
Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het apparaat
na een tijdje automatisch uitgeschakeld als
een ovenfunctie werkt en u geen
instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 230 5.5
Na een automatische uitschakeling, raakt u
een tiptoets aan om het apparaat weer in
werking te stellen.
De automatische uitschakeling
werkt niet met de functies:
vleesthermometer, licht,
langzaam garen, duur, einde,
tijduitstel.
Helderheid van het display
Er zijn twee standen voor de helderheid van
het display:
19
Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid van
het display tussen 22:00 en 06:00 lager.
Helderheid overdag:
als het apparaat aan staat.
als u tijdens helderheid 's nachts een
tiptoets aanraakt (behalve AAN/UIT),
keert het display gedurende 10
seconden terug naar helderheid voor
overdag.
als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld.
Wanneer de kookwekker eindigt,
keert het display terug naar
helderheid voor 's nachts.
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van het apparaat koel te
houden. Na het uitschakelen van het
apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat
het apparaat is afgekoeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als
richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en
de kwaliteit en de hoeveelheid
van de gebruikte ingrediënten.
Binnenzijde van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het
volgende aan de binnenkant van de
deur:
de nummers van de inzetniveaus.
informatie over de ovenfuncties,
aanbevolen niveaus en temperaturen
voor karakteristieke gerechten.
Koken met stoom
Gebruik alleen hitte- en
corrosiebestendig kookgerei of
chroomstalen schalen (alleen sommige
modellen).
U vindt de correcte inzetniveaus in de
onderstaande tabel. Telt de inzetniveaus
van onder naar boven.
Als u langer dan 30 minuten kookt, of als
u grote hoeveelheden voedsel kookt,
voegt u zo nodig water toe.
Plaats het voedsel in de juiste schalen en
zet de schalen op de roosters. Zorg voor
ruimte tussen de roosters zodat de lucht
rond de schalen kan circuleren.
Na elk gebruik verwijdert u het water uit
de waterschuiflade, de
aansluitingsslangen en de stomer. Zie
het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
De tabellen geven de gegevens voor
typische gerechten.
Start de procedure met een koud
apparaat tenzij de gegevens in de
tabellen anders zijn.
Gebruik een recept dat bijna hetzelfde is
als u de instellingen voor uw recept niet
kunt vinden.
Bij het koken van rijst gebruikt u een
verhouding van 1.5 : 1 – 2 : 1 water tot
rijst water rijst absorbeert water.
Tabel Water stomen
Tijd (min) Water in de waterlade (ml)
15 - 20 300
30 - 40 600
50 - 60 800
20
Stomen/ECO stomen
WAARSCHUWING! Open de
deur van het apparaat niet
wanneer de functie is
ingeschakeld. Gevaar voor
brandwonden.
Deze functie is geschikt voor alle soorten
voedsel - vers en ingevroren. Met deze
functie kunt u groente, vlees, vis,
deegwaren, rijst, maïs, griesmeel en eieren
bereiden, opwarmen, ontdooien, pocheren
of blancheren.
U kunt een volledig menu in een keer
bereiden. Om elk gerecht goed te bereiden
gebruikt u kooktijden die bijna hetzelfde zijn.
Voeg de grootste hoeveelheid water toe
voor één van de gerechten in de bereiding.
Doe de gerechten in het juiste kookgerei en
plaats het op de ovenroosters. Zorg voor
ruimte tussen de gerechten zodat de stoom
rond de gerechten kan circuleren.
Sterilisatie
Met deze functie kunt u houders (bijv.
babyflessen) steriliseren.
Plaats de schone houders in het midden
van het rooster op de 1ste roosterstand.
Zorg dat de opening omlaag is gericht.
Vul de lade met de maximale
hoeveelheid water en stel een tijdsduur
in van 40 min.
Groente
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog-
te
Water
in de
water-
lade
(ml)
Artisjokken 96 50 - 60 2 800
Aubergines 96 15 - 25 2 450
Bloemkool,
heel
96 35 - 45 2 600
Bloemkool,
roosjes
96 25 - 30 2 500
Broccoli, heel 96 30 - 40 2 550
Broccoli,
roosjes
96 20 - 25 2 400
Plakjes cham-
pignons
96 15 - 20 2 400
Erwten 96 20 - 25 2 450
Venkel 96 35 - 45 2 600
Wortelen 96 35 - 45 2 600
Koolrabi,
strengen
96 30 - 40 2 550
Paprika, reep-
jes
96 20 - 25 2 400
21
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog-
te
Water
in de
water-
lade
(ml)
Uien, ringen 96 25 - 35 2 500
Sperziebonen 96 35 - 45 2 550
Veldsla, pluk-
jes
96 20 - 25 2 450
Spruitjes 96 30 - 40 2 550
Rode bietjes 96 70 - 90 2 800 +
400
Schorseneren 96 35 - 45 2 600
Selderij, blok-
jes
96 25 - 35 2 500
Asperges,
groen
96 25 - 35 2 500
Asperges, wit 96 35 - 45 2 600
Spinazie 96 15 2 350
Gepelde to-
maten
96 15 2 350
Witte bonen 96 30 - 40 2 500
Savooiekool 96 20 - 25 2 400
Courgette,
plakjes
96 15 - 20 2 350
Bijgerechten
Gerecht
Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Water in de
waterlade
(ml)
Deegballen 96 30 - 40 2 600
Aardappel-
balletjes
96 35 - 45 2 600
Ongepelde
tomaten,
medium
96 45 - 55 2 750
22
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Water in de
waterlade
(ml)
Rijst (verhou-
ding water/
rijst 1,5:1)
96 35 - 40 2 600
Gekookte
aardappelen,
in vieren
96 35 - 40 2 600
Broodballe-
tjes
96 35 - 45 2 600
Tagliatelle,
vers
96 20 - 25 2 450
Polenta
(vloeistofver-
houding 3:1)
96 45 - 50 2 750
Vis
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Water in de
waterlade
(ml)
Forel circa
250 g
85 30 - 40 2 550
Garnalen,
vers
85 20 - 25 2 450
Garnalen,
bevroren
85 30 - 40 2 550
Zalmfilets 85 25 - 35 2 500
Zalmforel cir-
ca 1000g
85 40 - 45 2 600
Mosselen 96 20 - 30 2 500
Platvisfilet 80 15 2 350
Vlees
Gerecht
Temperatuur (°C) Tijd
(min)
Roosterhoog-
te
Water in de
waterlade
(ml)
Gekookte ham
1000 g
96 55 - 65 2 800 + 150
23
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd
(min)
Roosterhoog-
te
Water in de
waterlade
(ml)
Kippenborst, ge-
pocheerd
90 25 - 35 2 500
Kip, gepocheerd,
1000 - 1200 g
96 60 - 70 2 800 + 150
Kalf/varkensvlees
zonder bot, 800 -
1000 g
90 80 - 90 2 800 + 300
Casselerrib (ge-
rookte varkens-
rug), gepocheerd
90 90 - 110 2 800 + 300
Tafelspitz (ge-
kookt rundvlees)
96 110 -
120
2 800 + 700
Chipolataworstjes 80 15 - 20 2 400
Eieren
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog-
te
Water in de
waterlade
(ml)
Eieren, hard
gekookt
96 18 - 21 2 500
Eieren, medi-
um gekookt
96 13 - 16 2 450
Eieren, zacht
gekookt
96 11 - 12 2 400
Circulatiegrill en Stomen achter
elkaar
Als u functies combineert kunt u vlees,
groente en bijgerechten na elkaar bereiden.
Alle gerechten zijn klaar om tegelijkertijd te
worden geserveerd.
Gebruik de functie Turbogrill om het
voedsel te braden.
Doe de voorbereide groente en
bijgerechten in het kookgerei dat
geschikt is voor de oven en plaats het
vervolgens in de oven met het vlees.
Laat de oven afkoelen tot een
temperatuur van ongeveer 80 °C. Open
de ovendeur op de eerste stand
gedurende 15 minuten om het apparaat
sneller te laten afkoelen.
Start de functie Stomen. Kook alles
samen tot het klaar is.
Maximale waterhoeveelheid is
800 ml.
24
Gerecht Turbogrill (eerste stap: vlees berei-
den)
Stoom vol vermogen (tweede stap:
groente toevoegen)
Tempe-
ratuur
(°C)
Tijd
(min)
Rooster-
hoogte
Tempe-
ratuur
(°C)
Tijd
(min)
Rooster-
hoogte
Rosbief 1
kg
Spruitjes,
polenta
180 60 - 70 vlees: 1 96 40 - 50 vlees: 1
groenten:
3
Geroo-
sterd var-
kensvlees
1 kg
Aardap-
pelen,
groenten,
jus
180 60 - 70 vlees: 1 96 30 - 40 vlees: 1
groenten:
3
Geroo-
sterd
kalfsvlees
1 kg,
Rijst,
groenten
180 50 - 60 vlees: 1 96 30 - 40 vlees: 1
groenten:
3
Combi Plus Stomen
Voeg ca. 300 ml water toe.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pudding/flan in af-
zonderlijke porties
1)
90 35 - 40 2
Gebakken eieren
1)
90 30 - 40 2
Terrines
1)
90 40 - 50 2
Dunne fillets 85 15 - 25 2
Dikke fillets 90 25 - 35 2
Kleine vis tot 350 g 90 25 - 35 2
Hele vis tot 1.000 g 90 35 - 45 2
1)
Ga gedurende een half uur door met de deur gesloten.
25
Opnieuw Verwarmen
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Deegballen 85 25 - 35 2
Pastaschotel 85 20 - 25 2
Rijst 85 20 - 25 2
Bordgerechten 85 20 - 25 2
Combi Stomen
Voeg ca. 300 ml water toe.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Geroosterd varkens-
vlees 1.000 g
160 - 180 90 - 100 2
Biefstuk 1000 g 180 - 200 60 - 90 2
Geroosterd kalfs-
vlees 1.000 g
180 80 - 90 2
Gehaktbrood, onge-
gaard, 500 g
180 30 - 40 2
Gerookte varkensrug
600 - 1.000 g (2 uur
weken)
160 - 180 60 - 70 2
Kip 1000 g 180 - 200 50 - 60 2
Eend 1.500 - 2.000
g
180 70 - 90 2
Gans 3.000 g 170 130 - 170 1
Aardappelgratin 160 - 170 50 - 60 2
Pastaschotel 190 40 - 50 2
Lasagne 180 45 - 55 2
Gemengde broodjes
500 - 1.000 g
180 - 190 45 - 50 2
Broodjes 40 - 60 g 180 - 210 30 - 40 2
Afbakbroodjes 200 20 - 30 2
Afbakbaguettes 40 -
50 g
200 20 - 30 2
Afbakbaguettes 40 -
50 g, bevroren
200 25 - 35 2
26
Bakken
Het kan gebeuren dat uw oven anders
bakt of braadt dan het apparaat dat u
vroeger had. Pas de instellingen
(temperatuur, kooktijden) en de rekstand
die u gewoon was aan volgens de
waarden in de tabellen.
De fabrikant raadt u aan de eerste keer
een lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor een speciaal recept, kijkt u
bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog is,
wordt het gebak in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De verschillen
verminderen tijdens het bakproces.
Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de baktijd
uitschakelen en profiteren van de
restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens het
bakken vervormen. Wanneer de bakplaten
afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenma-
chines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlen-
gen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat.
27
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt niet gaar bin-
nen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger in.
Bakken op één niveau:
Bakken in een bakblik
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Tulband / brio-
che
Multi hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Moskovisch ge-
bak / vruchten-
cake
Multi hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Fatless sponge
cake / Vetvrije
cake, zacht
Multi hetelucht 140 - 150 35 - 50 2
Fatless sponge
cake / Vetvrije
cake, zacht
Boven-/onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem
van zandtaart-
deeg
Multi hetelucht
170 - 180
1)
10 - 25 2
Taartbodem -
zacht cakedeeg
Multi hetelucht 150 - 170 20 - 25 2
Apple pie / Ap-
peltaart (2 vor-
men Ø 20 cm,
diagonaal ge-
plaatst)
Multi hetelucht 160 60 - 90 2
Apple pie / Ap-
peltaart (2 vor-
men Ø 20 cm,
diagonaal ge-
plaatst)
Boven-/onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart Boven-/onder-
warmte
170 - 190 60 - 90 1
1)
Oven voorverwarmen.
28
Gebak op bakplaat
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Vlechtbrood /
broodkrans
Boven-/onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 3
Kerststol Boven-/onder-
warmte
160 - 180
1)
50 - 70 2
Brood (rogge-
brood):
1. Eerste deel
van het
bakproces.
2. Tweede
deel van
het bakpro-
ces.
Boven-/onder-
warmte
1. 230
1)
2. 160 - 180
1. 20
2. 30 - 60
1
Roomsoezen /
Eclairs
Boven-/onder-
warmte
190 - 210
1)
20 - 35 3
Biscuitrol Boven-/onder-
warmte
180 - 200
1)
10 - 20 3
Kruimeltaart
(droog)
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Boter-/Suiker-
koek
Boven-/onder-
warmte
190 - 210
1)
20 - 30 3
Vruchtentaart
(bereid met
gistdeeg/roer-
deeg)
2)
Multi hetelucht 150 35 - 55 3
Vruchtentaart
(bereid met
gistdeeg/roer-
deeg)
2)
Boven-/onder-
warmte
170 35 - 55 3
Vruchtentaart
met kruimel-
deeg
Multi hetelucht 160 - 170 40 - 80 3
29
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Gistcake met
delicate garne-
ring (bijvoor-
beeld kwark,
room, pudding-
vulling)
Boven-/onder-
warmte
160 - 180
1)
40 - 80 3
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Zandkoekjes Multi hetelucht 150 - 160 10 - 20 3
Short bread /
Zandtaartdeeg /
Gebakreepjes
Multi hetelucht 140 20 - 35 3
Short bread /
Zandtaartdeeg /
Gebakreepjes
Boven-/onder-
warmte
160
1)
20 - 30 3
Koekjes ge-
maakt van roer-
deeg
Multi hetelucht 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak /
schuimgebak
Multi hetelucht 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes Multi hetelucht 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes ge-
maakt van gist-
deeg
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Klein blader-
deeggebak
Multi hetelucht
170 - 180
1)
20 - 30 3
Broodjes Multi hetelucht
160
1)
10 - 25 3
Broodjes Boven-/onder-
warmte
190 - 210
1)
10 - 25 3
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/
bakplaat)
Multi hetelucht
150
1)
20 - 35 3
30
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/
bakplaat)
Boven-/onder-
warmte
170
1)
20 - 30 3
1)
Oven voorverwarmen.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Pastaschotel Boven-/onder-
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven-/onder-
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1)
Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Stokbroden be-
dekt met ge-
smolten kaas
Multi hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Zoete oven-
schotels
Boven-/onder-
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven-/onder-
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groen-
te
Multi hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
Multi Hetelucht (Vochtig)
Gerecht
Soort gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 2
Lasagne 180 - 200 45 - 60 2
Aardappelgratin 190 - 210 55 - 80 2
Zoet gerecht 180 - 200 45 - 60 2
Tulband of brioche 160 - 170 50 - 70 1
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kruimeltaart (droog) 160 - 170 20 - 40 3
31
Gerecht
Soort gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 20 - 40 2
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
2 standen 3 standen
Roomsoezen/
tompoezen
160 - 180
1)
25 - 45 1 / 4 -
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 4 -
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes/small cakes/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
2 standen 3 standen
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 4 1 / 3 / 5
Short bread /
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
140 25 - 45 1 / 4 1 / 3 / 5
Koekjes ge-
maakt van roer-
deeg
160 - 170 25 - 40 1 / 4 -
Eiwitgebak,
schuimgebak
80 - 100 130 - 170 1 / 4 -
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 4 -
Koekjes ge-
maakt van gist-
deeg
160 - 170 30 - 60 1 / 4 -
Klein blader-
deeggebak
170 - 180
1)
30 - 50 1 / 4 -
Broodjes 180 20 - 30 1 / 4 -
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/
bakplaat)
150
1)
23 - 40 1 / 4 -
1)
Oven voorverwarmen.
32
Lage temperatuur garen
Gebruik deze functie voor het bereiden van
zachte, magere stukken vlees en vis met
kerntemperaturen lager dan 65 °C Deze
functie is niet geschikt voor suddervlees of
een vet varkensbraadstuk. U kunt de
vleesthermometer gebruiken om te
garanderen dat het vlees de correcte
kerntemperatuur heeft (zie de tabel voor de
vleesthermometer).
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C en
150°C. De standaard is 90°C. Nadat de
temperatuur is ingesteld, blijft de oven
werken bij 80°C. Gebruik deze functie niet
voor gevogelte.
Altijd zonder deksel garen als u
gebruik maakt van de functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
gedurende 1 - 2 minuten aan elke kant.
2. Plaats het vlees in een diepe braadpan
in de oven op het bakrooster.
3. Steek de vleesthermometer in het vlees.
4. Selecteer de functie Lage temperatuur
garen en stel de juiste
eindkerntemperatuur in.
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Biefstuk 1000 - 1.500 g 120 120 - 150 1
Runderbiefstuk 1000 - 1.500 g 120 90 - 150 3
Geroosterd
kalfsvlees
1000 - 1.500 g 120 120 - 150 1
Steaks 200 - 300 g 120 20 - 40 3
Pizza Hetelucht
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
200 - 230
1)2)
15 - 20 2
Pizza (met uiteenlo-
pende garnering)
180 - 200 20 - 30 2
Taarten 180 - 200 40 - 55 1
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1
Quiche Lorraine 170 - 190 45 - 55 1
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 1
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1
Appeltaart, gedekt 150 - 170 50 - 60 1
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1
Ongedesemd brood
230
1)
10 - 20 2
Bladerdeegtaart
160 - 180
1)
45 - 55 2
33
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Flammekuchen (piz-
za-achtig gerecht uit
de Elzas)
230
1)
12 - 20 2
Piroggen (Russische
variant op calzone)
180 - 200
1)
15 - 25 2
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
Braden
Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de
fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan met
deksel. Op die manier blijft het vlees
sappiger.
Alle soorten vlees die een korst moeten
krijgen, kunt u in de braadschaal zonder
deksel braden.
Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in het apparaat te bereiden.
Giet een beetje vloeistof in de braadpan
om het aanbranden van vleessap of vet
te voorkomen.
Indien nodig het braadstuk (na 1/2 - 2/3
van de gaartijd) keren.
Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap. Hiermee
bereikt u een beter braadresultaat.
U kunt het apparaat ongeveer 10
minuten voor het einde van de
bereidingstijd uitschakelen om de
restwarmte te gebruiken.
Roostertabel
Rundvlees
Gerecht Gewicht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stoofvlees 1 – 1,5 kg Boven-/
onder-
warmte
230 120 - 150 1
Rosbief of os-
sehaas: rood
per cm dik-
te
Circulatie-
grill
190 - 200
1)
5 - 6 1
Rosbief of os-
sehaas: medi-
um
per cm dik-
te
Circulatie-
grill
180 - 190
1)
6 - 8 1
Rosbief of os-
sehaas: gaar
per cm dik-
te
Circulatie-
grill
170 - 180
1)
8 - 10 1
1)
Oven voorverwarmen.
34
Varkensvlees
Gerecht Gewicht
(kg)
Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk /
nekstuk / ham-
lap
1 - 1.5 Circulatie-
grill
160 - 180 90 - 120 1
Kotelet / ribbe-
tje
1 - 1.5 Circulatie-
grill
170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 0.75 - 1 Circulatie-
grill
160 - 170 50 - 60 1
Varkensschen-
kel (voorge-
kookt)
0.75 - 1 Circulatie-
grill
150 - 170 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Gewicht
(kg)
Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd
kalfsvlees
1 Circulatiegrill 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschen-
kel
1.5 - 2 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 150 1
Lamsvlees
Gerecht
Gewicht
(kg)
Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout /
geroosterd
lamsvlees
1 - 1.5 Circulatiegrill 150 - 170 100 - 120 1
Lamsrug,
medium
1 - 1.5 Circulatiegrill 160 - 180 40 - 60 1
Wild
Gerecht
Gewicht
(kg)
Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hazenrug /
hazenbout
tot 1 Boven-/
onderwarm-
te
230
1)
30 - 40 1
Rug 1.5 - 2 Boven-/
onderwarm-
te
210 - 220 35 - 40 1
35
Gerecht Gewicht
(kg)
Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Reebout,
hertenbout
1.5 - 2 Boven-/
onderwarm-
te
180 - 200 60 - 90 1
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Gewicht
(kg)
Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken ge-
vogelte
0,2 - 0,25
elk
Circulatiegrill 200 - 220 30 - 50 1
Halve kip 0,4 - 0,5 elk Circulatiegrill 190 - 210 35 - 50 1
Kip, haantje 1 - 1.5 Circulatiegrill 190 - 210 50 - 70 1
Eend 1.5 - 2 Circulatiegrill 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3.5 - 5 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2.5 - 3.5 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 - 6 Circulatiegrill 140 - 160 150 - 240 1
Vis (gestoomd)
Gerecht Gewicht
(kg)
Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hele vis 1 - 1.5 Boven-/
onderwarm-
te
210 - 220 40 - 60 1
Grill
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen zoals
aanbevolen in grilltabel.
Altijd de pan voor het opvangen van vet
op de eerste rekstand plaatsen.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
LET OP! Tijdens het grillen moet
de ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
1e kant 2e kant
Rosbief 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet 230 20 - 30 20 - 30 3
36
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
1e kant 2e kant
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 25 3
Hele vis, 500 -
1000 g
210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 / 4
Grill intens
Gerecht Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Burgers / Burgers 8 - 10 6 - 8 4
Varkensfilet 10 - 12 6 - 10 4
Worstjes 10 - 12 6 - 8 4
Runderfilet / kalfs-
biefstukken
7 - 10 6 - 8 4
Toast / Geroosterd
brood
1 - 3 1 - 3 5
Brood met iets erop 6 - 8 - 4
Bevroren gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 2
American pizza, be-
vroren
190 - 210 20 - 25 2
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 2
Pizza snacks, bevro-
ren
180 - 200 15 - 30 2
Patat, dun 200 - 220 20 - 30 3
Patat, dik 200 - 220 25 - 35 3
Aardappelpartjes/-
kroketjes
220 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannello-
ni, vers
170 - 190 35 - 45 2
37
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel, bevro-
ren
160 - 180 40 - 60 2
Oven gegratineerde
kaas
170 - 190 20 - 30 3
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 2
Bevroren kant-en-klaarmaaltijden
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Pizza, bevroren Boven-/onder-
warmte
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
Patat
1)
(300 -
600 g)
Boven-/onder-
warmte of Cir-
culatiegrill
200 - 220 volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
Baguettes Boven-/onder-
warmte
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
Vruchtentaarten Boven-/onder-
warmte
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
1)
Patat tijdens bakken 2 tot 3 keer omkeren.
Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau vanaf
de bodem.
Bedek het bord niet met een kom of
ander bord, aangezien het ontdooien
hierdoor langer kan duren.
Ge-
recht
Gewicht
(kg)
Ontdooi-
tijd (min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in
een groot bord leggen. Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Vlees 0.5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
38
Ge-
recht
Gewicht
(kg)
Ontdooi-
tijd (min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Aard-
beien
0.3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slag-
room.
Gebak 1.4 60 60 -
Inmaken - Onderwarmte
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes-
sen / frambozen / rij-
pe kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
39
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augurken 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
Drogen - Multi hetelucht
Gebruik hiervoor een met
boterhampapier of bakpapier belegde
plaat.
Stop de oven voor een beter resultaat
halverwege de droogtijd, open de deur
en laat het één nacht afkoelen om het
drogen te voltooien.
Groenten
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Bonen 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
Groente in het
zuur
60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3 1 / 4
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3 1 / 4
Fruit
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Peren 60 - 70 6 - 9 3 1 / 4
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
40
Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat
na elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken. Het gevaar is groter voor
de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en
laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een
afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Verwijderen van de geleiders
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld
voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor
brandwonden.
Om het apparaat te reinigen, verwijder de
inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven toe
uit de voorste ophanging trekken.
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de geleiders in de omgekeerde
volgorde.
Stoomreiniging
U kunt de Einde-functie
gebruiken om de start van de
reinigingsprocedure uit te
stellen. Zie "Het EINDE
instellen".
Verwijder het restant aan vuil handmatig.
1. Doe ongeveer 250 ml water met 3
eetlepels azijn in de stoomgenerator.
2. toonr. De Stoomreinigingsfunctie
instellen. Raadpleeg "Ovenfuncties".
Het display toont de duur en de
standaardtemperatuur.
3. Raak
aan om het reinigen te starten.
Er weerklinkt een geluidssignaal wanneer
de stoomreiniging is voltooid. Raak een
tiptoets aan om het signaal te stoppen.
4.
Veeg het apparaat schoon met een
zachte doek. Water met de spons uit de
stomer verwijderen en droog wrijven.
Laat de deur ongeveer 1 uur open staan
om het apparaat volledig te laten drogen.
Stoomgeneratiesysteem
LET OP! Droog de
stoomgenerator na elk gebruik.
Water met de spons
verwijderen.
Verwijder eventuele kalkaanslag
met water en azijn.
LET OP! Door gebruik te maken
van chemische
ontkalkingsmiddelen kan het
emaille van de oven
beschadigen. Volg de
aanwijzingen van de fabrikanten
op.
1.
Om de waterlade en de stoomgenerator
te reinigen, doe een mengsel van water
en azijn (ca. 250 ml) door de waterlade
en in de stoomgenerator. Wacht
ongeveer 10 minuten.
2. Verwijder het azijnwater met de spons.
3. Doe leidingwater (100 - 200 ml) in de
waterlade om de stomer schoon te
spoelen.
41
4. Water met de spons uit de stomer
verwijderen en droog wrijven.
5. Laat de deur open staan zodat het
apparaat volledig kan drogen.
De deur verwijderen en
installeren
U kunt de ovendeur en het interne glazen
paneel verwijderen om het schoon te
maken. Het aantal glasplaten verschilt per
model.
WAARSCHUWING! Wees
voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De
deur is zwaar.
1.
Open de deur helemaal.
2.
Duw de klemhendels (A) volledig op de
twee scharnieren.
A
A
3. Sluit de ovendeur in de eerste
openingsstand (in een hoek van
ongeveer 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met beide
handen vast en trek deze onder een
opwaartse hoek weg van het apparaat.
5. Plaats de ovendeur met de buitenkant
omlaag op een zachte en egale
ondergrond. Dit voorkomt krassen.
6. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
7. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
8. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog
uit de geleiding.
9.
Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Als u de glasplaten en de ovendeur heeft
schoongemaakt, plaatst u ze terug. Voer
bovenstaande stappen uit in de
omgekeerde volgorde. Plaats de kleinste
glasplaat eerst, daarna de grotere
glasplaten.
Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt
schade aan het afdekglas en de
ovenruimte.
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrocutie! Maak de
zekering los voordat u de lamp
vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
42
2. Verwijder de metalen ring en reinig de
glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Monteer de metalen ring op de
glasafdekking.
5. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een elektriciteitsnet of is
niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het elektrici-
teitsnet (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen juist zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake-
ling is actief.
Raadpleeg "Automatisch uit-
schakelen".
De oven wordt niet warm. Het kinderbeveiliging is geac-
tiveerd.
Raadpleeg "Gebruik van het
kinderbeveiliging".
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Het display toont de tijd niet
als het apparaat uit staat.
Het display is uitgeschakeld.
Raak en tegelijkertijd
aan om het display opnieuw
te activeren.
De vleesthermometer werkt
niet.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver mo-
gelijk in het stopcontact.
43
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in
de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Op het display verschijnt
"C2".
U wilt de ontdooifunctie star-
ten, maar u hebt de vlees-
thermometer niet uit de aan-
sluiting gehaald.
Haal de stekker van de vlees-
thermometer uit de aanslui-
ting.
Het display toont een foutco-
de die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de ze-
keringkast en schakel de-
ze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen,
neem dan contact op met uw verkoper of
de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder het
typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier Juno
Modelidentificatie JBD177D6
Energie-efficiëntie Index 92.9
Energie-efficiëntieklasse A
44
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand boven
+ onderwarmte
0.93 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete-
lucht
0.79 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 70 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 38.5 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Range-ovens,
ovens, stoomovens en grills - Methoden
voor prestatiemeting.
Energie besparen
Dit apparaat bevat functies die u
helpen energie te besparen
tijdens het dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is
gesloten als het apparaat werkt en houd de
deur tijdens de bereiding zo veel mogelijk
gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer energie
te besparen.
Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen
voordat u er voedsel in plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan
30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van de
bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of Einde)
in werking is en de bereidingstijd langer is
dan 30 minuten, de verwarmingselementen
automatisch 10% eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te houden.
Het display toont de restwarmteaanduiding
of -temperatuur.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Deactiveer de verlichting tijdens de
bereiding en activeer ze enkel indien nodig.
Het display deactiveren
Indien nodig kunt u het display volledig
uitschakelen. Raak en tegelijkertijd
aan totdat het display uit gaat. Deze stap
schakelt het apparaat ook in.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen. Help
om het milieu en de volksgezondheid te
beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
45
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
46
*
47
867316629-B-392016
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Juno JBD177D6 Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren