NL
- 45 -
6.3 Afstellen van de freesdiepte (fi g. 14 - 18)
•
Machine op het werkstuk plaatsen.
•
Vleugelschroef (16) en spangreep (9) los-
draaien.
•
Machine langzaam omlaag bewegen tot de
frees het werkstuk raakt.
•
Spangreep (9) vastdraaien.
•
Fijnafstelling (15) op 0 zetten zoals getoond
in fig. 15.
•
Revolvereindaanslag (14) instellen zodat de
diepteaanslag (19) zich boven de laagste af-
gestelde eindaanslag (25) bevindt.
•
Diepteaanslag (19) verlagen tot hij de ein-
daanslag (25) raakt. Daarna haalt u de vleu-
gelschroef (16) aan.
•
Wijzer (17) naar het nulpunt van de schaal
(18) brengen.
•
Vleugelschroef (16) losdraaien. Diepteaans-
lag (19) omhoogschuiven tot de wijzer (17)
naar de gewenste freesdiepte op de schaal
(18) wijst. Daarna de vleugelschroef terug
aanhalen.
•
Toets de afstelling aan de hand van een pro-
effreesbeurt op een afvalstuk.
•
U kunt dan de freesdiepte nauwkeurig afstel-
len. Draai daarvoor de fijnafstelling (15) naar
de gewenste maat.
Draaien van de fi jnafstelling (15) tegen de richting
van de wijzers van de klok in: verhogen van de
freesdiepte
Draaien van de fi jnafstelling (15) met de wijzers
van de klok mee: verlagen van de freesdiepte
Draaien van de fi jnafstelling (15) met één deel-
streep komt overeen met een verandering van
de freesdiepte met 0,1 mm, een hele slag komt
overeen met 1 mm.
6.4 Frezen
•
Vergewis u er zich van dat geen vreemde
voorwerpen op het werkstuk vast zitten om
te voorkomen dat schade aan de frees wordt
berokkend.
•
Sluit de netstekker aan op een gepast stop-
contact.
•
Pak het gereedschap aan zijn beide handgre-
pen (7) vast.
•
Zet de bovenfrees op het werkstuk.
•
Stel de freesdiepte in zoals beschreven in
punt 6.3.
•
Kies het toerental conform punt 6.2 en scha-
kel het gereedschap in (zie punt 6.1).
•
Toets de afstellingen van het gereedschap
aan de hand van een afvalstuk.
•
Wacht tot het gereedschap zijn vol toerental
heeft bereikt. Verlaag pas dan de frees op zijn
werkhoogte en blokkeer het gereedschap
d.m.v. de spangreep (9).
Freesrichting: de frees draait met de wijzers van
de klok mee: het frezen dient steeds tegen de
omlooprichting te gebeuren om ongelukken te
voorkomen (fi g. 19).
Aanzet: Het is heel belangrijk het werkstuk met
de juiste aanzetsnelheid te bewerken. Het is
aan te raden enkele proeff reesbeurten met een
afvalstuk van hetzelfde type uit te voeren voordat
u het eigenlijke werkstuk bewerkt. Op die manier
kan u de optimale werksnelheid heel eenvoudig
bepalen.
Te geringe aanzetsnelheid:
De frees zou te sterk verhit kunnen raken. Indien
brandbaar materiaal zoals hout b.v. wordt bewerkt
zou het werkstuk vlam kunnen vatten.
Te hoge aanzetsnelheid:
aan de frees zou schade kunnen worden berok-
kend. Freeskwaliteit: ruw en oneff en.
Laat de frees helemaal tot stilstand komen
voordat u het werkstuk verwijdert of de bo-
venfrees neerlegt.
6.5 Trapsgewijs frezen
Naargelang de hardheid van het te bewerken
materiaal en de freesdiepte dient u in meerdere
stappen te werk gaan.
•
Justeer de eindaanslagen conform punt 5.7.
•
Moet in meerdere stappen worden gefreesd
draai dan de eindaanslagrevolver (14) na het
instellen van de freesdiepte conform punt 6.3.
zodat de diepteaanslag (19) zich boven de
hoogste eindaanslag (25) bevindt.
•
Frees dan met deze instelling. Aan het einde
van de eerste freesbeurt eindaanslagrevolver
(14) instellen zodat de diepteaanslag (19)
zich boven de middelste eindaanslag (25)
bevindt. Voer ook met deze instelling een
freesbeurt uit.
•
Dan de laagste eindaanslag (25) afstellen en
de laatste freesbeurt uitvoeren.
Anl_TE_RO_1255_E_SPK2.indb 45Anl_TE_RO_1255_E_SPK2.indb 45 27.11.15 09:5227.11.15 09:52