35
NEDERLANDS
NL
• Gebruik de machine niet wanneer u onder
invloed bent van alcohol, drugs of
geneesmiddelen. Gebruik de machine ook niet
wanneer u moe bent of zich niet lekker voelt.
2.2 VOORBEREIDING
• Draag stevige schoenen en een lange broek
wanneer u de machine gebruikt. Gebruik de
machine niet op blote voeten of met sandalen.
• Draag geschikte kleding wanneer u de machine
gebruikt. Draag geen loshangende kleding,
sieraden, een sjaal, een das enzovoort. Deze
kunnen in de draaiende onderdelen vast komen
te zitten. Steek lang haar op.
• Controleer zorgvuldig het gebied dat u wilt
maaien/sneeuwvrij wilt maken. Verwijder alle
losse stenen, takjes, stukken ijzerdraad of
andere vreemde voorwerpen die door de
machine kunnen worden uitgeworpen.
• Waarschuwing - benzine is uiterst brandbaar.
a. Bewaar benzine altijd in een verpakking die
daarvoor speciaal is bedoeld.
b. U mag de machine alleen buiten met benzine
(bij)vullen. Rook nooit wanneer u de machine
met benzine (bij)vult.
c. Vul de machine met benzine voordat u de
motor start. Verwijder nooit de vuldop en vul de
machine nooit met benzine wanneer de motor
loopt of nog warm is.
d. Start nooit de motor wanneer u benzine hebt
gemorst, maar verwijder de machine van de
plaats waar u benzine hebt gemorst en probeer
te voorkomen dat er vonken ontstaan totdat de
benzine is verdampt.
e. Vergeet niet na het vullen de dop op de
benzinetank en het vat te schroeven.
• Vervang defecte dempers.
• Controleer voor gebruik altijd of de messen en
de bevestigingsonderdelen niet zijn versleten of
beschadigd. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen als een set, zodat de juiste balans
behouden blijft.
• De accu (op elektrisch gestarte machines) geeft
explosieve gassen af. Houd de machine uit de
buurt van vonken, vuur en sigaretten. Zorg dat
er bij het opladen voldoende ventilatie is.
• De accu bevat giftige stoffen. Beschadig de
accubehuizing niet. Zorg wanneer de behuizing
is beschadigd dat u niet in aanraking komt met
de inhoud van de accu.
• Gooi oude, defecte accu's niet bij het afval.
Vraag bij uw gemeente na hoe u de accu op de
juiste manier moet weggooien.
• Zorg dat de accu geen kortsluiting maakt.
Hierbij kunnen vonken ontstaan, waardoor
brand kan worden veroorzaakt.
2.3 RIJDEN
• Start de motor volgens de instructies in de
handleiding. Houd uw voeten uit de buurt van
de messen.
• Laat de motor niet lopen in besloten ruimten
waar gevaarlijke koolmonoxidegassen zich
kunnen verzamelen.
• Gebruik de machine alleen overdag of bij goede
verlichting.
• Gebruik altijd gehoorbescherming.
• Rijd voorzichtig wanneer u obstakels nadert die
uw zicht beperken.
• Houd kinderen altijd uit de buurt van het
werkgebied van de machine. Zorg dat een
andere volwassene op de kinderen let.
• Rijd voorzichtig achteruit. Kijk voordat en
terwijl u achteruit rijdt, achter u om te
controleren of er geen obstakels aanwezig zijn.
Kijk uit met kleine kinderen.
• Zet de messen en de verbinding los voordat u de
motor start.
• Houd uw handen of voeten nooit bij of onder
draaiende onderdelen. Kijk uit voor de messen.
Ga nooit recht voor de uitvoeropening staan.
• Gebruik de machine niet op een nat gazon.
• Rijd voorzichtig op hellingen. Start of stop niet
plotseling wanneer u een helling op- of afrijdt.
• Laat het koppelingspedaal langzaam los. Rijd
altijd met het koppelingspedaal omlaag en laat het
pedaal niet los wanneer u een helling af rijdt.
• Rijd nooit dwars op de helling. Rijd van boven
naar beneden, en van beneden naar boven.
• Gebruik een lage versnelling wanneer u de
aandrijving inschakelt, met name in lang gras.
Neem gas terug op hellingen en wanneer u
scherpe bochten maakt, om te voorkomen dat
de machine kantelt of u de controle over de
machine verliest.
• Let goed op gaten in de grond en andere
verborgen gevaren.
• Rijd niet te dicht bij greppels of hoge randen.
De machine kan omvallen wanneer een wiel
over de rand komt of wanneer de rand afbreekt.
• Ga zorgvuldig te werk wanneer u iets sleept of
zware apparatuur gebruikt.
a. Gebruik alleen een goedgekeurde
sleepinrichting.
b. Houd de lading beperkt, zodat u deze goed
onder controle kunt houden.
c. Maak geen plotselinge bochten. Rijd
voorzichtig achteruit.
d. Gebruik wielgewichten of een gewicht op de
voorzijde wanneer dit in de handleiding wordt
aanbevolen.