Waarschuwing! Pas bij het openen van de deur,
tijdens of aan het einde van de bereiding, altijd op
voor de hete luchtstroom die uit de oven komt. Wanneer
de damp op de deur van de oven slaat, verandert hij in
condens. Om de vorming van condens te beperken moet
u de oven gedurende ongeveer 10 minuten voordat u met
de bereiding begint voorverwarmen. Wij adviseren u de
condens na afloop van de bereiding af te vegen.
Voor de bereiding van gebak
• De beste temperatuur voor het bereide van gebak is
tussen de 150 °C en 200 °C.
• Warm de oven ongeveer 10 minuten voor het bakken
voor.
• Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de
baktijd is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één
niveau ertussen leeg te laten.
Voor de bereiding van vlees en vis
• Bereid geen vlees dat minder weegt dan 1 kg. Het be-
reiden van te kleine hoeveelheden maakt het vlees
droog.
• Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch
sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen
op 200 °C-250 °C.
• Voor wit vlees, gevogelte en vis, stelt u de temperatuur
in op 150°C-175°C.
• Gebruik een lekbak voor erg vet voedsel om te oven te
behoeden voor blijvende vetvlekken.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u
het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt.
• Om te veel rook tijdens het braden in de oven te ver-
mijden, kunt u een beetje water in de lekbak gieten.
• Om teveel stoom in de oven tijdens het braden te ver-
mijden, kunt u iets meer toevoegen als de originele
hoeveelheid opdroogt.
Hints en tips bij het gebruik van de grill
• De meeste gerechten kunnen het beste op het rooster
in de grillpan worden geplaatst. Hierdoor wordt een
maximale luchtcirculatie gerealiseerd en bevindt het
voedsel zich niet in maar boven het vet en de vlees-
sappen.
• Stem het niveau van het rooster en de grillpan af op de
dikte van het voedsel.
• Plaats het voedsel dicht bij het element als u het snel
wilt bereiden en iets verder weg voor een behoedzamer
bereiding.
• Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het
niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis licht in met
een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten
tijdens de bereiding mals blijven.
• Overige ingrediënten, zoals tomaten en champignons,
kunnen tijdens het grillen van vlees onder de grill wor-
den geplaatst.
• Bij het roosteren van brood raden we aan de bovenste
plaat te gebruiken met het rooster in de 'hoge' positie.
• Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoogste
stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of toast gaat
maken. Pas indien nodig de warmte-instelling en de
stand van het rooster tijdens het bereiden aan.
• Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding
worden omgedraaid.
• Bij gebruik van de middengrill, dient u ervoor te zorgen
dat het voedsel in het midden op het grillrooster is
geplaatst, direct onder het grillelement.
Boven- en onderwarmte
Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool
en zet de thermostaat op de gewenste temperatuur.
Op deze manier komt de warmte zowel van de bovenkant
als de onderkant en wordt het gerecht gelijkmatig bereid.
: De warmte komt alleen van de onderkant. Deze func-
tie kan gebruikt worden om de bereiding van een gerecht
te voltooien of om de onderkant van een gerecht te ver-
warmen. Stel de hoogte van het rooster met de daarvoor
bedoelde geleiders naar beneden af.
Grill
Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool
(dubbele grill) en zet de thermostaat op de gewenste
temperatuur. Door de keuzeknop op de stand van de dub-
bele grill te zetten verkrijgt u de maximale warmte voor
het grillen van uw gerechten.
Bereiding met de pizzafunctie
Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool
en zet de thermostaat op de gewenste temperatuur. De
bereiding met de pizzafunctie wordt verkregen dankzij de
werking van het onderste verwarmingselement, de grill en
de warme lucht die verspreid wordt door de ventilator.
Deze functie is met name geschikt voor het bakken van
pizza's en brood. Om het gerecht beter gaar te laten wor-
11