Zanussi ZCM6601W Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
NL
Gebruiksaanwijzing 2
EN
User manual 18
FR
Notice d'utilisation 32
DE
Benutzerinformation 48
Fornuis
Cooker
Cuisinière
Herd
ZCM6601
BE
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Voor het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Kookplaat - Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
Oven - Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Kookplaat - Handige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ 7
Oven - Handige aanwijzigen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ 8
Bereidingstabel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Kookplaat - Onderhoud en reinging _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Oven - Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 14
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Afvoer _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees voor uw eigen veiligheid en een correcte werking
van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig
door, alvorens het apparaat te installeren en te gebrui-
ken. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs
wanneer u het verplaatst of verkoopt. Gebruikers moe-
ten volledig op de hoogte zijn van de bediening en vei-
ligheidsfuncties van het apparaat.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die veroor-
zaakt is door onjuiste installatie en gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
• Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door personen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, mits zij onder toe-
zicht staan of instructies hebben ontvangen over het
veilige gebruik van het apparaat, en de gevaren van
het apparaat begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
• Houd kinderen uit de buurt van het apparaat. Er be-
staat gevaar voor letsel of andere blijvende invaliditeit.
• Als het apparaat een inschakelvergrendeling of toets-
envergrendeling heeft, gebruik deze dan. Hiermee
wordt voorkomen dat kinderen en kleine huisdieren
het apparaat per ongeluk gebruiken.
Algemene veiligheid
• Verander de specificaties van dit product niet en wij-
zig het niet. Er bestaat een gevaar voor letsel en scha-
de aan het apparaat.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en fo-
lie van het apparaat voordat u het in gebruik neemt.
• Schakel de kookzones na ieder gebruik uit.
Gebruik
• Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishou-
delijke kookhandelingen.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of aanrecht.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd
achter. Schakel het apparaat bij brand uit. Doof het
vuur met een pannendeksel , gebruik nooit water.
• Gevaar voor brandwonden! Leg geen metalen voor-
werpen, zoals bestek of deksels op de kookplaat; de-
ze kunnen zeer heet worden.
• Het oppervlak van de kookplaat kan beschadigd ra-
ken als er voorwerpen of pannen op vallen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde
bodem kunnen krassen veroorzaken op de kookplaat
als u ze over het oppervlak schuift.
• Als er een scheur in het oppervlak zit, trek dan de stek-
ker uit het stopcontact om elektrische schokken te
voorkomen.
• Laat pannen niet droogkoken om schade aan de pan
en de kookplaat te voorkomen.
• Gebruik de kookzones niet met lege pannen of zon-
der pannen erop.
• Verkleuring van het email heeft geen invloed op de
werking van het apparaat. De garantie komt hierdoor
niet te vervallen.
• Oefen geen kracht uit op de deur van het apparaat.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens ge-
bruik. Er kunnen brandwonden ontstaan. Gebruik
ovenwanten wanneer u de accessoires en pannen in
de oven zet of deze uit de oven haalt.
• Ga altijd achteruit als u de deur van het apparaat
opent tijdens de bereiding (met name bij Bereiden
met stoom). Hierdoor kan stoom of hitte ontsnappen.
2
• Om schade of verkleuring van het email voorkomen:
– zet geen voorwerpen rechtstreeks op de bodem
van het apparaat en dek de bodem niet af met alu-
miniumfolie.
– schenk geen heet water rechtstreeks in het apparaat
– laat vochtige gerechten en voedsel niet in het ap-
paraat staan als u klaar bent met de bereiding
• Gebruik dit apparaat niet als het in contact is met wa-
ter. Bedien het apparaat niet met natte handen.
• Laat geen vochtige gerechten en voedsel in de oven
staan nadat u klaar bent met de bereiding, omdat het
vocht het email kan beschadigen of in de inbouwmeu-
bels kan dringen.
• Plaats geen brandbare vloeistoffen, licht ontvlambare
materialen of voorwerpen die kunnen smelten (bijv.
plastic folie, plastic, aluminium) op of in de buurt
van het apparaat.
• In de lade onder de oven mogen alleen accessoires
worden bewaard die hittebestendig zijn. Bewaar hier
geen brandbare materialen in.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopening van de oven, in
het midden achter de kookplaat altijd vrij blijft, zodat
de ovenruimte geventileerd wordt.
Let op! Glazen deksels kunnen barsten als ze
worden verhit. Zet alle branders uit alvorens de
deksel dicht te doen.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stop-
contact voordat u onderhoudswerkzaamheden ver-
richt. Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld.
• Houd het apparaat altijd schoon. Vet- of voedselres-
ten in de oven kunnen brand veroorzaken.
• Door het apparaat regelmatig te reinigen voorkomt u
dat het oppervlakmateriaal achteruitgaat.
• Reinig het apparaat alleen met water en zeep. Scher-
pe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponsjes en
vlekkenverwijderaars kunnen schade aan het appa-
raat veroorzaken.
• Reinig het apparaat niet met stoom- of hogedrukreini-
gers.
• Reinig de glazen ovendeur niet met schuurmiddelen
of metalen schrapers. Het hittebestendige oppervlak
van de binnenruit kan hierdoor breken en verbrijzelen.
• Zorg ervoor dat de glaspanelen afgekoeld zijn voor-
dat u deze reinigt. Het glas kan anders barsten.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit
het apparaat. De deur is zwaar!
• Als de glaspanelen van de deur beschadigd zijn, wor-
den ze zwak en kunnen ze breken. In dat geval moe-
ten ze vervangen worden. Neem voor meer instruc-
ties contact op met de Klantenservice.
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u
een ovenspray gebruikt. Spuit nooit iets op het vetfil-
ter (indien aanwezig), de verwarmingselementen en
de thermostaatsensor.
• Tijdens pyrolitische reiniging (indien aanwezig) kan
hardnekkig vuil de kleur van het oppervlak beschadi-
gen.
• Reinig katalytisch email niet (indien aanwezig).
• Wees voorzichtig bij het verwisselen van de oven-
lamp. Gevaar voor elektrische schokken!
Installatie
• Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd, aange-
sloten of gerepareerd door een erkende servicemon-
teur.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die
van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt ge-
bruikt, moeten volledig in acht genomen worden (vei-
ligheidsvoorschriften, correcte recycling overeenkom-
stig de voorschriften, veiligheidsvoorschriften met be-
trekking tot elektrische installaties en/of gas, enz.)!
• Als u zich niet aan de installatie-instructies houdt,
dan vervalt de garantie bij het ontstaan van schade.
• Controleer of het apparaat niet beschadigd is tijdens
het transport. Sluit een beschadigd apparaat niet aan.
Neem indien nodig contact op met de leverancier.
• Installeer het apparaat niet in de buurt van licht ont-
vlambaar materiaal (b.v. gordijnen, theedoeken enz.)
• Verwijder al het verpakkingmateriaal voordat u het ap-
paraat in gebruik neemt.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig wanneer u
het verplaatst. Gebruik altijd beschermende hand-
schoenen. Trek nooit aan het apparaat bij de hand-
greep of bij de kookplaat.
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten
en meubels in acht!
• Belangrijk! Zet het fornuis niet op een extra sokkel of
ander verhogend meubel. Hierdoor ontstaat het risi-
co dat het apparaat kantelt!
3
Elektrische aansluiting
•
Het apparaat moet geaard worden.
• Controleer of de elektrische informatie op het typepla-
tje overeenkomt met de netvoeding in uw woning.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stop-
contact.
• Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitingen en
verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of wijzig het netsnoer niet zelf. Neem con-
tact op het de Klantenservice.
• Er moet een voorziening in de elektrische installatie
aanwezig zijn die het mogelijk maakt om het apparaat
los te koppelen van alle polen van de netvoeding,
met een contactopening van minstens 3 mm.
• Zorg ervoor dat het netsnoer en de stekker niet plat-
gedrukt of beschadigd worden door de achterkant
van het apparaat.
• Zorg ervoor dat de hoofdstekker na installatie toegan-
kelijk is.
• Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppe-
len van de netvoeding. Trek altijd aan de stekker.
• U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoor-
zieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroef-
zekeringen moeten uit de houder worden verwijderd),
aardlekstrips en contacten.
• Informatie over het voltage staat op het typeplaatje.
Gasaansluiting
• Zorg ervoor dat de ventilatie rond het apparaat in or-
de is. Een kapotte luchttoevoer kan zuurstofgebrek
veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de gastoevoer overeenkomt met het
type gas op het typeplaatje; raadpleeg het hoofdstuk
"Productbeschrijving".
• Dit apparaat is niet aangesloten op een afzuigappa-
raat voor verbrandingsproducten. Het moet geïnstal-
leerd en aangesloten worden in overeenstemming
met de geldende installatievoorschriften. Er moet spe-
ciale aandacht worden besteed aan de relevante ver-
eisten met betrekking tot ventilatie.
• Het gebruik van een gasfornuis veroorzaakt warmte
en vocht in de ruimte waarin het geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat de keuken goed geventileerd is:
houd natuurlijke ventilatiegaten open of installeer
een mechanisch ventilatieapparaat (mechanische af-
zuigkap).
• Er is meer ventilatie nodig als u het apparaat langdu-
rig en intensief gebruikt (bijvoorbeeld door een raam
open te zetten of door de stand van de afzuigkap te
verhogen).
Service
• Dit apparaat mag alleen worden gerepareerd door
een erkend servicemonteur. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen. Neem contact op met de klanten-
service.
4
Beschrijving van het product
Algemeen overzicht
1
12
2
4 5 6
8
7
9
10
11
32
1
2
3
4
1 Bedieningspaneel
2 Ontstekingsknop
3 Bedieningsknoppen van de kookplaat
4 Functieknop van de oven
5 Temperatuurknop van de oven
6 Stroomindicatie
7 Temperatuurindicator
8 Grill
9 Ovenlampje
10 Ventilator
11 Typeplaatje
12 Inschuifrails
Indeling kookplaat
21
4 3
1 Semi-snelle brander
2 Semi-snelle brander
3 Sudderbrander
4 Snelle brander
Accessoires
• Braadpan
Om te bakken en te braden of om vet op te vangen.
• Ovenrek
Voor servies, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes
• Bewaarlade (indien aanwezig)
Onder de ovenruimte zit een bewaarlade.
Waarschuwing! De lade kan heet worden als de
oven in werking is.
Voor het eerste gebruik
Verwijder al het verpakkingsmateriaal binnenin en
aan de buitenkant van de oven, voordat u de oven
in gebruik neemt. Verwijder het typeplaatje niet.
Let op! Pak, om de deur te openen, altijd de
handgreep in het midden vast.
Eerste reiniging
• Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik
5
Let op! Gebruik geen schuurmiddelen! De
oppervlakken zouden beschadigd kunnen worden.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Voorverwarmen
Stel en de maximumtemperatuur in en laat de oven
45 minuten leeg werken om resten van de ovenruimte af
te branden. De accessoires kunnen heter worden dan bij
normaal gebruik. Tijdens deze periode kunt u een be-
paalde geur ruiken. Dit is normaal. Zorg ervoor dat de
kamer goed geventileerd is.
Kookplaat - Dagelijks gebruik
Aansteken van de brander
Waarschuwing! Wees zeer voorzichtig als u open
vuur in de keuken gebruikt. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor verkeerd gebruik van de vlam
Steek altijd de brander aan voordat u de pan erop
zet.
De brander aansteken:
1.
Houd de ontstekingsknop
ingedrukt.
2. Draai de bedieningsknop naar links op de maxima-
le stand .
3. Laat de onstekingsknop los maar houd de bedie-
ningsknop nog ongeveer 5 seconden vast op deze
stand; hierdoor wordt het thermokoppel warm. Als
u dit niet doet, gaat het gas uit.
4. Pas de vlam aan als deze goed brandt.
Als de brander na enkele pogingen nog steeds
niet aan is, controleer dan of de kroon en de dop
op de juiste manier geplaatst zijn.
1
2
3
4
1 Dop van de brander
2 Kroon van de brander
3 Ontstekingsbougie
4 Thermokoppel
Waarschuwing! Als de brander na 15 seconden
nog niet brandt, laat de bedieningsknop dan los,
draai hem in de uit-stand en probeer de brander
nogmaals aan te steken nadat u minimaal 1 minuut
heeft gewacht.
Belangrijk! U kunt de brander ook aansteken zonder de
ontstekingsknop (b.v. als er geen elektriciteit in de
keuken is). Hiervoor houdt u een vlam bij de brander,
drukt u de betreffende bedieningsknop in en draait u
deze naar links op de maximale stand.
Als de brander per ongeluk uitgaat, draai de bedie-
ningsknop dan op de uit-stand en probeer de bran-
der nogmaals aan te steken na minimaal 1 minuut.
De ontstekingsknop kan automatisch starten als u
de netvoeding inschakelt, na installatie of na een
stroomuitval. Dit is normaal.
De brander uitzetten
Om de vlam uit te zetten draait u de knop op het sym-
bool
.
Waarschuwing! Draai de vlam altijd laag of
schakel deze uit voordat u de pannen van de
brander haalt.
6
Oven - Dagelijks gebruik
Oven in- en uitschakelen
1. Draai de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in
gebruik is.
Het temperatuurdisplay is aan zolang de oventem-
peratuur toeneemt.
3. Voor het uitschakelen van de oven de schakelaar
Ovenfuncties en de temperatuurknop in de stand
Uit draaien.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
UIT-stand Het apparaat staat UIT.
Boven- en onder-
warmte
Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingsele-
ment. Voor bakken en braden op één ovenniveau.
Hetelucht
Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde berei-
dingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er sma-
ken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Kleine grill
Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveelheden op het midden van
de rooster. Voor het maken van toast
Grote grill
Het gehele grillelement wordt ingeschakeld. Voor het grillen van plat voedsel
in grotere hoeveelheden. Voor het maken van toast.
Pizza
Het onderste element zorgt ervoor dat de warmte rechtstreeks naar de bodem
van pizza's, quiches of taarten wordt gevoerd, terwijl de ventilator ervoor
zorgt dat er lucht wordt gecirculeerd om de bovenkant van de pizza of taartvul-
lingen te bereiden.
Onderste verwar-
mingselement
Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken van taarten
met een knapperige bodem.
Kookplaat - Handige aanwijzingen en tips
Waarschuwing! Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Waarschuwing! Het reinigen van het apparaat met
een stoom- of hogedrukreiniger is om
veiligheidsredenen niet toegestaan.
Waarschuwing! Gebruik geen schuurmiddelen,
staalwollen sponsjes of zuren, omdat deze schade
kunnen veroorzaken aan het apparaat.
• Maak de emaillen onderdelen, doppen en kronen
schoon met een warm sopje.
• Was roestvrijstalen onderdelen met water en droog
ze af met een zachte doek.
• De pannensteunen mogen niet in de afwasmachine
worden gewassen; ze moeten met de hand worden af-
gewassen.
7
• Zorg ervoor dat u de pannensteunen op de juiste ma-
nier terugplaatst nadat u ze schoongemaakt heeft.
• Om de branders goed te laten werken, moet u ervoor
zorgen dat de armen van de pannensteunen in het
midden van de brander staan.
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de
pansteunen, dit om schade te voorkomen aan het op-
pervlak van de kookplaat.
Droog het apparaat na reiniging af met een zachte doek.
Oven in- en uitschakelen
1. Draai de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
Het temperatuurdisplay is aan zolang de oventem-
peratuur toeneemt.
3. Voor het uitschakelen van de oven de schakelaar
Ovenfuncties en de temperatuurknop in de stand
Uit draaien.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Uitstand Het apparaat staat uit.
Ovenlampje Brandt ook als er geen functie is ingeschakeld.
Conventioneel (Bo-
ven- en onderwarmte)
Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingsele-
ment. Voor het bakken en braden op één inschuifniveau.
Onderwarmte
Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken van taarten
met een knapperige bodem.
Grill klein
Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveelheden op het midden van het
rooster. Voor het maken van toast.
Grill groot
Het verwarmingselement van de grote grill is ingeschakeld. Voor het grillen van
plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast.
Pizza
Voor het bakken op één niveau van gerechten met een meer intensieve bruine-
ring en een krokante korst. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager
in dan bij Conventioneel (Boven- en onderwarmte).
Lucht circulatie
Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde berei-
dingstemperatuur nodig is, op meer dan één inschuifniveau, zonder dat er sma-
ken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Ontdooien
Voor het ontdooien van bevroren voedsel. De temperatuurknop moet in de uit-
stand staan.
8
Display
2
3
7
8
1
56 4
1 Functie-indicatielampjes
2 Tijdindicatie
3 Functie-indicatielampjes
4 Toets '+'
5 Keuzetoets
6 Toets '-'
De klokfuncties instellen
1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het ge-
wenste functielampje knippert.
2.
Om de tijd in te stellen voor de kookwekker
, be-
reidingsduur
of einde bereiding gebruikt u
de " + " of " - " toets.
Het controlelampje voor de betreffende functie gaat
branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functie-
lampje en klinkt er gedurende 2 minuten een ge-
luidssignaal.
Bij de functies Bereidingsduur
en Einde
schakelt de oven zichzelf automatisch uit.
3. Druk op een willekeurige toets om het signaal te
stoppen.
Oven - Handige aanwijzigen en tips
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de dag Toont de tijd. Met deze functie kunt u de tijd instellen, veranderen of opvragen.
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd.
Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal.
Deze functie is niet van invloed op de werking van de oven.
Duur Om in te stellen hoelang de oven gebruikt moet worden.
Einde Hier stelt u de tijd in waarna u wilt dat de oven uitschakelt.
Bereidingsduur en Einde kunnen gelijktij-
dig worden gebruikt, wanneer de oven op een la-
ter tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. Stel
in dit geval eerst de Bereidingsduur
in en daarna Ein-
de
.
De klokfuncties uitschakelen
1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het ge-
wenste functielampje knippert.
2. Houd de " - " toets ingedrukt.
Na enkele seconden gaat de klokfunctie uit.
9
Bereidingstabel
Waarschuwing! Sluit altijd de deur van de oven
tijdens de bereiding, ook bij grillen.
Plaats geen bakplaten, potten, etc. op de bodem
van de oven om beschadiging van het email te
voorkomen.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren
van accessoires om beschadiging van het email te
voorkomen.
• De oven heeft vier inschuifniveaus. Tel de inschuifni-
veaus vanaf de onderkant van de oven.
• U kunt verschillende gerechten op twee niveaus tege-
lijk bereiden. Plaats de bakplaten op niveau 1 en 3.
• De oven is voorzien van een speciaal systeem dat
voor luchtcirculatie zorgt en de stoom continu recy-
cleert. Met dit systeem kunt u gerechten in een stoom-
omgeving bereiden en het voedsel zacht van binnen
en knapperig van buiten houden. Hierdoor worden
de bereidingstijd en het energieverbruik tot een mini-
mum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de glazen deuren con-
denseren. Dit is normaal. Ga altijd achteruit als u de
ovendeur opent tijdens de bereiding. Om condensvor-
ming te voorkomen kunt u de oven het beste 10 mi-
nuten voor de bereiding inschakelen.
• Neem vocht af na elk gebruik van het apparaat.
Taarten bakken
• De beste temperatuur voor het bereiden van gebak is
tussen de 150 °C en 200 °C.
• Verwarm de oven ongeveer 10 minuten voor.
• Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de
ingestelde baktijd is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijk gebruikt, houd dan één
niveau vrij tussen de platen.
Vlees en vis bereiden
• Bereid geen vlees met een gewicht van minder dan 1
kg. Het bereiden van te kleine hoeveelheden maakt
het vlees droog.
• Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch
sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen
op 200 °C-250 °C.
• Voor wit vlees, gevogelte en vis dient u de tempera-
tuur tussen de 150°C-175°C in te stellen.
• Gebruik een lekbak voor zeer vet voedsel, om te voor-
komen dat er vlekken op de oven komen die mogelijk
permanent zijn.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u
het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet wegloopt.
• Giet een beetje water in de lekbak om te veel rookvor-
ming in de oven te voorkomen tijdens roosteren. Om
rookcondensatie te voorkomen dient u telkens een
beetje water toe te voegen als dit opgedroogd is.
Bereidingstijden
Bereidingstijden zijn afhankelijk van het soort voedsel,
de structuur en het volume.
Houd de werking van de oven in de gaten tijdens de eer-
ste keren dat u het apparaat gebruikt. Op die manier ont-
dekt u de beste instellingen (warmte-instelling, berei-
dingstijd etc.) voor uw ovenschalen, recepten en hoe-
veelheden wanneer u dit apparaat gebruikt.
Zie voor de juiste ovenfunctie de lijst met oven-
functies in het hoofdstuk "Dagelijks gebruik".
Gewicht (g)
Gerecht Boven- en onder-
warmte
Hetelucht Bereidings-
tijd
minuten
AANTEKENIN-
GEN
Ni-
veau
temp.
°
C
Niveau
temp.
°
C
Schuimtaart 2 170 2 160 45 ~ 60 In cakevorm op
het rooster
10
Gewicht (g)
Gerecht Boven- en onder-
warmte
Hetelucht Bereidings-
tijd
minuten
AANTEKENIN-
GEN
Ni-
veau
temp.
°
C
Niveau
temp.
°
C
Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en 3) 160 20 ~ 30 In cakevorm op
het rooster
Karnemelk kwark-
taart
1 160 2 150 60 ~ 80 In cakevorm op
het rooster
Appeltaart 1 180 2 (1 en 3) 170 40 ~ 60 In cakevorm op
het rooster
Strudel 2 175 2 150 60 ~ 80 In cakeblik op
het rooster
Confituurtaart 2 175 2 (1 en 3) 160 30 ~ 40 In cakevorm op
het rooster
Fruitcake 1 175 1 160 45 ~ 60 In cakevorm
Biscuitgebak 1 175 2 160 30 ~ 40 In cakevorm op
het rooster
Kerstcake 1 170 1 160 40 ~ 60 In cakevorm op
het rooster
Pruimentaart 1 170 1 160 50 ~ 60 In cakevorm op
het rooster
Kleine cakes 2 170 2 (1 en 3) 160 25 ~ 35 Op de bakplaat
Koekjes 3 190 3 170 15 ~ 25 Op de bakplaat
Schuimpjes 2 100 2 100 90 ~ 120 Op de bakplaat
Broodjes 2 190 2 180 12 ~ 20 Op de bakplaat
Vruchtentaartje:
Soesjes
2 200 2 (1 en 3) 190 15 ~ 25 Op de bakplaat
1000 Wit brood 1 190 2 180 40 ~ 60 In 2 stukken op
de bakplaat
500 Roggebrood 1 190 1 180 30 ~ 45 In broodvorm op
het rooster
500 Broodjes 2 200 2 175 20 ~ 35 6 - 8 broodjes
op een bakplaat
250 Pizza 1 200 2 (1 en 3) 190 15 ~ 30 Op de bakplaat
of op het rooster
Pastataart 2 200 2 (1 en 3) 175 40 ~ 50 In bakvorm op
het rooster
Groententaart 2 200 2 (1 en 3) 175 45 ~ 60 In bakvorm op
het rooster
11
Gewicht (g)
Gerecht Boven- en onder-
warmte
Hetelucht Bereidings-
tijd
minuten
AANTEKENIN-
GEN
Ni-
veau
temp.
°
C
Niveau
temp.
°
C
Quiches 1 200 2 (1 en 3) 180 35 ~ 45 In bakvorm op
het rooster
Lasagne 2 180 2 160 45 ~ 65 In bakvorm op
het rooster
Cannelloni 2 200 2 175 40 ~ 55 In bakvorm op
het rooster
1000 Rundvlees 2 190 2 175 50 ~ 70 Op rooster en lek-
bak
1200 Varkensvlees 2 180 2 175 100 ~ 130 Op rooster en lek-
bak
1000 Kalfsvlees 2 190 2 175 90 ~ 120 Op rooster en lek-
bak
1500 Engelse rosbief
rood
2 210 2 200 50 ~ 60 Op rooster en lek-
bak
1500 Engelse rosbief
medium
2 210 2 200 60 ~ 70 Op rooster en lek-
bak
1500 Engelse rosbief
doorbakken
2 210 2 200 70 ~ 80 Op rooster en lek-
bak
2000 Varkensschouder 2 180 2 170 120 ~ 150 Met zwoerd in
lekbak
1200 Varkensschenkel 2 180 2 160 100 ~ 120 In 2 stukken op
lekbak
1200 Lamsvlees 2 190 2 175 110 ~ 130 Lamsbout in lek-
bak
1000 Kip 2 190 2 175 60 ~ 80 Volledig in lek-
bak
4000 Kalkoen 2 180 2 160 210 ~ 240 Volledig in lek-
bak
1500 Eend 2 175 2 160 120 ~ 150 Volledig in lek-
bak
3000 Gans 2 175 2 160 150 ~ 200 Volledig in lek-
bak
1200 Konijn 2 190 2 175 60 ~ 80 In stukken gesne-
den
12
Gewicht (g)
Gerecht Boven- en onder-
warmte
Hetelucht Bereidings-
tijd
minuten
AANTEKENIN-
GEN
Ni-
veau
temp.
°
C
Niveau
temp.
°
C
1500 Haas 2 190 2 175 150 ~ 200 In stukken gesne-
den
800 Fazant 2 190 2 175 90 ~ 120 Hele
1200 Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3) 175 30 ~ 40 3-4 vissen
1500 Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3) 175 25 ~ 35 4-6 filets
Grillen
Verwarm de lege oven 10 minuten voor.
Hoeveelheid Grillen
Bereidingstijd (minuten)
GERECHT Stuks gr
niveau
Temp. (°C) 1e kant 2e kant
Tournedos 4 800 3 250 12-15 12-14
Biefstuk 4 600 3 250 10-12 6-8
Worstjes 8 / 3 250 12-15 10-12
Varkenskotelet 4 600 3 250 12-16 12-14
Kip (in 2 helften) 2 1000 3 250 30-35 25-30
Spiesen 4 / 3 250 10-15 10-12
Kippenborst 4 400 3 250 12-15 12-14
Hamburger 6 600 3 250 20-30
Visfilet 4 400 3 250 12-14 10-12
Geroosterde sandwich-
es
4-6 / 3 250 5-7 /
Geroosterd brood 4-6 / 3 250 2-4 2-3
Kookplaat - Onderhoud en reinging
Pizza
Verwarm de lege oven 10 minuten voor.
GERECHT
Pizzafunctie
Bereidingstijd (minuten) AANTEKENINGEN
Niveau temp.°C
Pizza , groot 1 200 15~25 Op vlakke bakplaat
13
GERECHT
Pizzafunctie
Bereidingstijd (minuten) AANTEKENINGEN
Niveau temp.°C
Pizza, klein 1 200 10~20
Op vlakke bakplaat of
op ovenrooster
Broodjes 1 200 15~25 Op vlakke bakplaat
Oven - Onderhoud en reiniging
• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een
zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor de metalen oppervlakken een univer-
seel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Ver-
ontreinigingen laten zich dan het makkelijkst verwij-
deren en kunnen dan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreini-
ger.
• Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon
met een zachte doek en een warm sopje en een reini-
gingsmiddel en laat ze drogen.
• Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden
schoon gemaakt met een agressieve reinigingsmid-
del, voorwerpen met scherpe randen of afwasauto-
maat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag onherstelbaar
worden beschadigd!
De ovendeur reinigen
Voordat u de ovendeur reinigt, dient u uit de oven te halen.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de glaspanelen
afgekoeld zijn voordat u de glazen deur
schoonmaakt. Het glas kan anders barsten.
Waarschuwing! Als de glaspanelen van de deur
beschadigd zijn of krassen hebben, wordt het glas
zwak en kan het breken. Als dit het geval is, moet u de
glaspanelen vervangen. Neem voor meer instructies
contact op het uw plaatselijke Klantenservice.
1
Open de deur volle-
dig en houd de twee deur-
scharnieren vast.
2
Til de hendels op de
twee scharnieren omhoog
en draai ze.
3
Sluit de ovendeur in
de eerste openingsstand
(halfopen). Trek hem
daarna naar voren en haal
hem uit zijn zitting. Leg
de deur op een stabiele
ondergrond, op een zach-
te doek
Reinig het glaspaneel met een sopje. Droog het paneel
voorzichtig af.
Als u de deur heeft schoongemaakt, plaatst u deze terug
in de oven. Volg hiervoor de stappen in omgekeerde
volgorde uit.
14
Apparaten van roestvrij staal of aluminium:
Reinig de ovendeur alleen met een natte spons.
Droog hem af met een zachte doek.
Gebruik geen staalwol, zuren of bijtende materialen, om-
dat deze het ovenoppervlak kunnen beschadigen. Reinig
het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig.
Ovenlampje
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schokken!
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel de oven uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast of scha-
kel de stroomonderbreker uit.
Leg een doek op de bodem van de oven om het
ovenlampje en het afdekglaasje te beschermen.
Het ovenlampje vervangen/afdekglaasje schoonmaken
1. Draai het afdekglaasje naar links en verwijder het.
2. Reinig het glazen kapje
3. Vervang het ovenlampje door een geschikt 300°C
hittebestendig ovenlampje.
4. Plaats het afdekglaasje terug.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als de brander
wordt aangestoken
Er is geen elektrische voeding Controleer of het apparaat goed is
aangesloten en de elektrische voe-
ding is ingeschakeld.
Er is geen vonk als de brander
wordt aangestoken.
Er is geen elektrische voeding. Onderzoek de huisinstallatie (zeke-
ringenkast).
Er is geen vonk als de brander
wordt aangestoken.
De branderdeksel en kroon zitten
niet goed op hun plaats.
Controleer of de branderdeksel en
kroon goed op hun plaats zitten.
De vlam gaat meteen na de ontste-
king uit.
Het thermokoppel is niet voldoende
opgewarmd.
Houd, na het ontsteken van de
vlam, de knop circa 5 seconden in-
gedrukt.
De gasring brandt onregelmatig. De branderkroon is verstopt met
etensresten.
Controleer of de hoofdsproeier niet
verstopt is en of de branderkroon
schoon is.
Het apparaat werkt helemaal niet. De zekering in de zekeringkast is
doorgeslagen.
Controleer de zekering. Als de zeke-
ring meer dan een keer doorslaat,
raadpleeg dan een bevoegde elektri-
cien.
De oven wordt niet warm. De oven is niet ingeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet
ingesteld.
Controleer de kookstanden.
Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens slaan neer op de
gerechten en in de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de oven
gestaan.
Laat gerechten na het bereiden niet
langer dan 15-20 minuten in de
oven staan.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan
contact op met uw verkoper of met de serviceafdeling.
Waarschuwing! De reparatie aan het apparaat
mag uitsluitend worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd en deskundig persoon.
15
Belangrijk! Bij foutieve bediening van het apparaat
wordt het bezoek van de technicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht,
zelfs tijdens de garantieperiode.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan
contact op met uw verkoper of met de serviceafdeling.
Deze gegevens zijn nodig om u snel en juist te helpen.
Deze gegevens staan op het typeplaatje (zie
"Productbeschrijving")
• Modelbeschrijving ............
• Productnummer (PNC) ............
• Serienummer (S.N.) ............
Aanwijzingen voor apparaten met metalen voorkant:
Als u de deur opent gedurende of direct na het bak-
ken of braden, kan het glas beslaan.
Montage
Belangrijk! Lees eerst het hoofdstuk Veiligheid
aandachtig door.
Technische gegevens
Apparaat klasse 2, subklasse 1 en klasse 1.
Afmeting
Hoogte 850 mm
Breedte 600 mm
Afmeting
Diepte 600 mm
Ovencapaciteit 56 l
Gascategorie II2E+3+
Gastoevoer G20/G25
20/25 mbar
Gasbranders
BRANDER
NORMAAL
VERMOGEN
VERMIN-
DERD VER-
MOGEN
NORMAAL VERMOGEN
AARDGAS
G20 (2H) - 20 mbar
LPG
(Butaan/Propaan) G30/31-30 mbar
kW kW
inj. 1/100
mm
m³/h
inj. 1/100
mm
g/h
G30 G31
Sudder-
brander
1,0 0,33 70 0,095 50 72 71
Semi-snelle
brander
2,0 0,45 96 0,190 71 145 143
Snelle bran-
der
3,0 (aardgas)
2,8 (LPG)
0,75 119 0,286 86 204 200
Gasaansluiting
Kies voor vaste leidingen of gebruik een flexibele pijp
van roestvrij staal die voldoet aan de geldende voor-
schriften. Als u flexibele metalen pijpen gebruikt, let er
dan op dat deze niet in aanraking komen met beweegba-
re onderdelen en niet platgedrukt worden.
Flexibele aansluiting met niet-metalen leidingen
Als het mogelijk is om de aansluiting over het gehele
bereik makkelijk te controleren, kunt u een flexibele pijp
gebruiken. De flexibele pijp moet stevig worden beves-
tigd met klemmen.
16
Installatie: gebruik de rubberen pijphouder. Maak altijd
de pakking dicht. Ga daarna verder met de gasaanslui-
ting. De flexibele pijp is geschikt als deze aan de volgen-
de voorwaarden voldoet:
– de pijp kan niet warmer worden dan de kamertempe-
ratuur, hoger dan 30°C;
– is niet langer dan 1500 mm;
– vertoont geen regelkleppen;
– is niet onderhevig aan tractie of torsie;
– komt niet in contact met snijranden of hoeken;
– kan makkelijk geïnspecteerd worden om de conditie
te controleren.
Controle van de staat van de flexibele pijp bestaat uit
het volgende:
– de pijp vertoont geen barsten, sneden, markeringen
of verbrandingen bij de uiteinden en over de gehele
lengte;
– het materiaal is niet hard geworden, maar heeft de
juiste elasticiteit;
– de bevestigingsklemmen zijn niet verroest;
– de houdbaarheidstermijn is niet verstreken.
Als één of meer van deze defecten zichtbaar is, repareer
de pijp dan niet, maar vervang hem.
Belangrijk! Als de installatie voltooid is, dient u te
controleren of de afdichting van elke pijpfitting goed is.
Gebruik een zeepoplossing, geen vlam!
Waarschuwing! Zet het apparaat niet op een
voetstuk
Waterpas zetten
Gebruik de pootjes aan de onderkant van het apparaat
om het op gelijke hoogte te brengen met andere meubels
Elektrische installatie
Waarschuwing! De elektrische installatie mag
uitsluitend worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd en deskundig persoon.
De fabrikant is niet aansprakelijk als u de veilig-
heidsmaatregelen in het hoofdstuk "Veiligheid"
niet opvolgt.
Dit apparaat wordt alleen geleverd met een netsnoer.
MANUFACTURER:
C.so Lino Zanussi, 26-33080 Porcia (PN), Italy.
Afvoer
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en
geschikt voor hergebruik. Kunststofonderdelen worden
aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS,
etc. Gooi het verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor
bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
Waarschuwing! Om ervoor te zorgen dat het
apparaat geen gevaar oplevert, moet het onklaar
gemaakt worden voordat u het weggooit.
Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder de
voedingskabel van het apparaat.
17

Documenttranscriptie

NL EN FR DE Gebruiksaanwijzing User manual Notice d'utilisation Benutzerinformation Fornuis Cooker Cuisinière Herd ZCM6601 BE 2 18 32 48 Inhoud Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Voor het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Kookplaat - Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Oven - Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Kookplaat - Handige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ Oven - Handige aanwijzigen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ 2 5 5 6 7 7 8 Bereidingstabel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Kookplaat - Onderhoud en reinging _ _ _ _ _ _ _ _ Oven - Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Afvoer _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10 10 14 15 16 17 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie Lees voor uw eigen veiligheid en een correcte werking van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren en te gebruiken. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u het verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van het apparaat. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die veroorzaakt is door onjuiste installatie en gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen • Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, mits zij onder toezicht staan of instructies hebben ontvangen over het veilige gebruik van het apparaat, en de gevaren van het apparaat begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Er bestaat een gevaar voor verstikking. • Houd kinderen uit de buurt van het apparaat. Er bestaat gevaar voor letsel of andere blijvende invaliditeit. • Als het apparaat een inschakelvergrendeling of toetsenvergrendeling heeft, gebruik deze dan. Hiermee wordt voorkomen dat kinderen en kleine huisdieren het apparaat per ongeluk gebruiken. Algemene veiligheid • Verander de specificaties van dit product niet en wijzig het niet. Er bestaat een gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. • Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het in gebruik neemt. • Schakel de kookzones na ieder gebruik uit. 2 Gebruik • Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijke kookhandelingen. • Gebruik het apparaat niet als werkblad of aanrecht. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. Schakel het apparaat bij brand uit. Doof het vuur met een pannendeksel , gebruik nooit water. • Gevaar voor brandwonden! Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels op de kookplaat; deze kunnen zeer heet worden. • Het oppervlak van de kookplaat kan beschadigd raken als er voorwerpen of pannen op vallen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodem kunnen krassen veroorzaken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift. • Als er een scheur in het oppervlak zit, trek dan de stekker uit het stopcontact om elektrische schokken te voorkomen. • Laat pannen niet droogkoken om schade aan de pan en de kookplaat te voorkomen. • Gebruik de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Verkleuring van het email heeft geen invloed op de werking van het apparaat. De garantie komt hierdoor niet te vervallen. • Oefen geen kracht uit op de deur van het apparaat. • De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er kunnen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenwanten wanneer u de accessoires en pannen in de oven zet of deze uit de oven haalt. • Ga altijd achteruit als u de deur van het apparaat opent tijdens de bereiding (met name bij Bereiden met stoom). Hierdoor kan stoom of hitte ontsnappen. • Om schade of verkleuring van het email voorkomen: – zet geen voorwerpen rechtstreeks op de bodem van het apparaat en dek de bodem niet af met aluminiumfolie. – schenk geen heet water rechtstreeks in het apparaat – laat vochtige gerechten en voedsel niet in het apparaat staan als u klaar bent met de bereiding • Gebruik dit apparaat niet als het in contact is met water. Bedien het apparaat niet met natte handen. • Laat geen vochtige gerechten en voedsel in de oven staan nadat u klaar bent met de bereiding, omdat het vocht het email kan beschadigen of in de inbouwmeubels kan dringen. • Plaats geen brandbare vloeistoffen, licht ontvlambare materialen of voorwerpen die kunnen smelten (bijv. plastic folie, plastic, aluminium) op of in de buurt van het apparaat. • In de lade onder de oven mogen alleen accessoires worden bewaard die hittebestendig zijn. Bewaar hier geen brandbare materialen in. • Zorg ervoor dat de ventilatieopening van de oven, in het midden achter de kookplaat altijd vrij blijft, zodat de ovenruimte geventileerd wordt. Let op! Glazen deksels kunnen barsten als ze worden verhit. Zet alle branders uit alvorens de deksel dicht te doen. Onderhoud en reiniging • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht. Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. • Houd het apparaat altijd schoon. Vet- of voedselresten in de oven kunnen brand veroorzaken. • Door het apparaat regelmatig te reinigen voorkomt u dat het oppervlakmateriaal achteruitgaat. • Reinig het apparaat alleen met water en zeep. Scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponsjes en vlekkenverwijderaars kunnen schade aan het apparaat veroorzaken. • Reinig het apparaat niet met stoom- of hogedrukreinigers. • Reinig de glazen ovendeur niet met schuurmiddelen of metalen schrapers. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en verbrijzelen. • Zorg ervoor dat de glaspanelen afgekoeld zijn voordat u deze reinigt. Het glas kan anders barsten. • Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar! • Als de glaspanelen van de deur beschadigd zijn, worden ze zwak en kunnen ze breken. In dat geval moeten ze vervangen worden. Neem voor meer instructies contact op met de Klantenservice. • Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt. Spuit nooit iets op het vetfilter (indien aanwezig), de verwarmingselementen en de thermostaatsensor. • Tijdens pyrolitische reiniging (indien aanwezig) kan hardnekkig vuil de kleur van het oppervlak beschadigen. • Reinig katalytisch email niet (indien aanwezig). • Wees voorzichtig bij het verwisselen van de ovenlamp. Gevaar voor elektrische schokken! Installatie • Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd, aangesloten of gerepareerd door een erkende servicemonteur. • De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt, moeten volledig in acht genomen worden (veiligheidsvoorschriften, correcte recycling overeenkomstig de voorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektrische installaties en/of gas, enz.)! • Als u zich niet aan de installatie-instructies houdt, dan vervalt de garantie bij het ontstaan van schade. • Controleer of het apparaat niet beschadigd is tijdens het transport. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier. • Installeer het apparaat niet in de buurt van licht ontvlambaar materiaal (b.v. gordijnen, theedoeken enz.) • Verwijder al het verpakkingmateriaal voordat u het apparaat in gebruik neemt. • Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig wanneer u het verplaatst. Gebruik altijd beschermende handschoenen. Trek nooit aan het apparaat bij de handgreep of bij de kookplaat. • Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en meubels in acht! • Belangrijk! Zet het fornuis niet op een extra sokkel of ander verhogend meubel. Hierdoor ontstaat het risico dat het apparaat kantelt! 3 Elektrische aansluiting • Het apparaat moet geaard worden. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplatje overeenkomt met de netvoeding in uw woning. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stopcontact. • Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan. • Vervang of wijzig het netsnoer niet zelf. Neem contact op het de Klantenservice. • Er moet een voorziening in de elektrische installatie aanwezig zijn die het mogelijk maakt om het apparaat los te koppelen van alle polen van de netvoeding, met een contactopening van minstens 3 mm. • Zorg ervoor dat het netsnoer en de stekker niet platgedrukt of beschadigd worden door de achterkant van het apparaat. • Zorg ervoor dat de hoofdstekker na installatie toegankelijk is. • Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen van de netvoeding. Trek altijd aan de stekker. • U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekstrips en contacten. • Informatie over het voltage staat op het typeplaatje. Gasaansluiting • Zorg ervoor dat de ventilatie rond het apparaat in orde is. Een kapotte luchttoevoer kan zuurstofgebrek veroorzaken. 4 • Zorg ervoor dat de gastoevoer overeenkomt met het type gas op het typeplaatje; raadpleeg het hoofdstuk "Productbeschrijving". • Dit apparaat is niet aangesloten op een afzuigapparaat voor verbrandingsproducten. Het moet geïnstalleerd en aangesloten worden in overeenstemming met de geldende installatievoorschriften. Er moet speciale aandacht worden besteed aan de relevante vereisten met betrekking tot ventilatie. • Het gebruik van een gasfornuis veroorzaakt warmte en vocht in de ruimte waarin het geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de keuken goed geventileerd is: houd natuurlijke ventilatiegaten open of installeer een mechanisch ventilatieapparaat (mechanische afzuigkap). • Er is meer ventilatie nodig als u het apparaat langdurig en intensief gebruikt (bijvoorbeeld door een raam open te zetten of door de stand van de afzuigkap te verhogen). Service • Dit apparaat mag alleen worden gerepareerd door een erkend servicemonteur. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Neem contact op met de klantenservice. Beschrijving van het product Algemeen overzicht 2 2 3 4 5 6 7 1 8 9 4 12 3 10 2 1 11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Bedieningspaneel Ontstekingsknop Bedieningsknoppen van de kookplaat Functieknop van de oven Temperatuurknop van de oven Stroomindicatie Temperatuurindicator Grill Ovenlampje Ventilator Typeplaatje Inschuifrails Indeling kookplaat 1 2 4 3 Accessoires • Braadpan Om te bakken en te braden of om vet op te vangen. • Ovenrek Voor servies, bak- en braadvormen. • Vlakke bakplaat 1 2 3 4 Semi-snelle brander Semi-snelle brander Sudderbrander Snelle brander Voor gebak en koekjes • Bewaarlade (indien aanwezig) Onder de ovenruimte zit een bewaarlade. Waarschuwing! De lade kan heet worden als de oven in werking is. Voor het eerste gebruik Verwijder al het verpakkingsmateriaal binnenin en aan de buitenkant van de oven, voordat u de oven in gebruik neemt. Verwijder het typeplaatje niet. Eerste reiniging • Verwijder alle onderdelen van het apparaat. • Reinig het apparaat voor het eerste gebruik Let op! Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast. 5 Let op! Gebruik geen schuurmiddelen! De oppervlakken zouden beschadigd kunnen worden. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Voorverwarmen te branden. De accessoires kunnen heter worden dan bij normaal gebruik. Tijdens deze periode kunt u een bepaalde geur ruiken. Dit is normaal. Zorg ervoor dat de kamer goed geventileerd is. Stel en de maximumtemperatuur in en laat de oven 45 minuten leeg werken om resten van de ovenruimte af Kookplaat - Dagelijks gebruik Aansteken van de brander Waarschuwing! Wees zeer voorzichtig als u open vuur in de keuken gebruikt. De fabrikant is niet aansprakelijk voor verkeerd gebruik van de vlam Steek altijd de brander aan voordat u de pan erop zet. De brander aansteken: 1. Houd de ontstekingsknop 3. Laat de onstekingsknop los maar houd de bedieningsknop nog ongeveer 5 seconden vast op deze stand; hierdoor wordt het thermokoppel warm. Als u dit niet doet, gaat het gas uit. 4. Pas de vlam aan als deze goed brandt. Als de brander na enkele pogingen nog steeds niet aan is, controleer dan of de kroon en de dop op de juiste manier geplaatst zijn. ingedrukt. 2. Draai de bedieningsknop naar links op de maximale stand . 1 2 3 1 2 3 4 Dop van de brander Kroon van de brander Ontstekingsbougie Thermokoppel 4 De ontstekingsknop kan automatisch starten als u de netvoeding inschakelt, na installatie of na een stroomuitval. Dit is normaal. Waarschuwing! Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, laat de bedieningsknop dan los, draai hem in de uit-stand en probeer de brander nogmaals aan te steken nadat u minimaal 1 minuut heeft gewacht. De brander uitzetten Belangrijk! U kunt de brander ook aansteken zonder de ontstekingsknop (b.v. als er geen elektriciteit in de keuken is). Hiervoor houdt u een vlam bij de brander, drukt u de betreffende bedieningsknop in en draait u deze naar links op de maximale stand. Waarschuwing! Draai de vlam altijd laag of schakel deze uit voordat u de pannen van de brander haalt. Als de brander per ongeluk uitgaat, draai de bedieningsknop dan op de uit-stand en probeer de brander nogmaals aan te steken na minimaal 1 minuut. 6 Om de vlam uit te zetten draait u de knop op het symbool . Oven - Dagelijks gebruik Oven in- en uitschakelen Veiligheidsthermostaat 1. Draai de functieknop van de oven op een ovenfunctie. 2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur. Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is. Het temperatuurdisplay is aan zolang de oventemperatuur toeneemt. 3. Voor het uitschakelen van de oven de schakelaar Ovenfuncties en de temperatuurknop in de stand Uit draaien. Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. Ovenfuncties Ovenfunctie Toepassing UIT-stand Het apparaat staat UIT. Boven- en onderwarmte Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingselement. Voor bakken en braden op één ovenniveau. Hetelucht Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Kleine grill Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveelheden op het midden van de rooster. Voor het maken van toast Grote grill Het gehele grillelement wordt ingeschakeld. Voor het grillen van plat voedsel in grotere hoeveelheden. Voor het maken van toast. Pizza Het onderste element zorgt ervoor dat de warmte rechtstreeks naar de bodem van pizza's, quiches of taarten wordt gevoerd, terwijl de ventilator ervoor zorgt dat er lucht wordt gecirculeerd om de bovenkant van de pizza of taartvullingen te bereiden. Onderste verwarmingselement Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem. Kookplaat - Handige aanwijzingen en tips Waarschuwing! Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. Waarschuwing! Het reinigen van het apparaat met een stoom- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen niet toegestaan. Waarschuwing! Gebruik geen schuurmiddelen, staalwollen sponsjes of zuren, omdat deze schade kunnen veroorzaken aan het apparaat. • Maak de emaillen onderdelen, doppen en kronen schoon met een warm sopje. • Was roestvrijstalen onderdelen met water en droog ze af met een zachte doek. • De pannensteunen mogen niet in de afwasmachine worden gewassen; ze moeten met de hand worden afgewassen. 7 • Zorg ervoor dat u de pannensteunen op de juiste manier terugplaatst nadat u ze schoongemaakt heeft. • Om de branders goed te laten werken, moet u ervoor zorgen dat de armen van de pannensteunen in het midden van de brander staan. • Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de pansteunen, dit om schade te voorkomen aan het oppervlak van de kookplaat. Droog het apparaat na reiniging af met een zachte doek. Oven in- en uitschakelen Veiligheidsthermostaat 1. Draai de functieknop van de oven op een ovenfunctie. 2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur. Het temperatuurdisplay is aan zolang de oventemperatuur toeneemt. 3. Voor het uitschakelen van de oven de schakelaar Ovenfuncties en de temperatuurknop in de stand Uit draaien. Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. Ovenfuncties Ovenfunctie 8 Toepassing Uitstand Het apparaat staat uit. Ovenlampje Brandt ook als er geen functie is ingeschakeld. Conventioneel (Boven- en onderwarmte) Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingselement. Voor het bakken en braden op één inschuifniveau. Onderwarmte Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem. Grill klein Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveelheden op het midden van het rooster. Voor het maken van toast. Grill groot Het verwarmingselement van de grote grill is ingeschakeld. Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast. Pizza Voor het bakken op één niveau van gerechten met een meer intensieve bruinering en een krokante korst. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij Conventioneel (Boven- en onderwarmte). Lucht circulatie Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één inschuifniveau, zonder dat er smaken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Ontdooien Voor het ontdooien van bevroren voedsel. De temperatuurknop moet in de uitstand staan. Display 1 8 2 7 3 6 5 1 2 3 4 5 6 Functie-indicatielampjes Tijdindicatie Functie-indicatielampjes Toets '+' Keuzetoets Toets '-' 4 2. Om de tijd in te stellen voor de kookwekker , beof einde bereiding gebruikt u reidingsduur de " + " of " - " toets. Het controlelampje voor de betreffende functie gaat branden. Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje en klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal. De klokfuncties instellen en Einde Bij de functies Bereidingsduur schakelt de oven zichzelf automatisch uit. 3. Druk op een willekeurige toets om het signaal te stoppen. 1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert. Oven - Handige aanwijzigen en tips Klokfunctie Tijdstip van de dag Kookwekker Toepassing Toont de tijd. Met deze functie kunt u de tijd instellen, veranderen of opvragen. Voor het instellen van een afteltijd. Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal. Deze functie is niet van invloed op de werking van de oven. Duur Om in te stellen hoelang de oven gebruikt moet worden. Einde Hier stelt u de tijd in waarna u wilt dat de oven uitschakelt. Bereidingsduur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt, wanneer de oven op een later tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. Stel in dit geval eerst de Bereidingsduur in en daarna Ein. de De klokfuncties uitschakelen 1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert. 2. Houd de " - " toets ingedrukt. Na enkele seconden gaat de klokfunctie uit. 9 Bereidingstabel • Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de ingestelde baktijd is verstreken. • Als u twee bakplaten tegelijk gebruikt, houd dan één niveau vrij tussen de platen. Waarschuwing! Sluit altijd de deur van de oven tijdens de bereiding, ook bij grillen. Plaats geen bakplaten, potten, etc. op de bodem van de oven om beschadiging van het email te voorkomen. Vlees en vis bereiden • Bereid geen vlees met een gewicht van minder dan 1 kg. Het bereiden van te kleine hoeveelheden maakt het vlees droog. • Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen op 200 °C-250 °C. • Voor wit vlees, gevogelte en vis dient u de temperatuur tussen de 150°C-175°C in te stellen. • Gebruik een lekbak voor zeer vet voedsel, om te voorkomen dat er vlekken op de oven komen die mogelijk permanent zijn. • Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet wegloopt. • Giet een beetje water in de lekbak om te veel rookvorming in de oven te voorkomen tijdens roosteren. Om rookcondensatie te voorkomen dient u telkens een beetje water toe te voegen als dit opgedroogd is. Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van accessoires om beschadiging van het email te voorkomen. • De oven heeft vier inschuifniveaus. Tel de inschuifniveaus vanaf de onderkant van de oven. • U kunt verschillende gerechten op twee niveaus tegelijk bereiden. Plaats de bakplaten op niveau 1 en 3. • De oven is voorzien van een speciaal systeem dat voor luchtcirculatie zorgt en de stoom continu recycleert. Met dit systeem kunt u gerechten in een stoomomgeving bereiden en het voedsel zacht van binnen en knapperig van buiten houden. Hierdoor worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. • Vocht kan in het apparaat of op de glazen deuren condenseren. Dit is normaal. Ga altijd achteruit als u de ovendeur opent tijdens de bereiding. Om condensvorming te voorkomen kunt u de oven het beste 10 minuten voor de bereiding inschakelen. • Neem vocht af na elk gebruik van het apparaat. Bereidingstijden Bereidingstijden zijn afhankelijk van het soort voedsel, de structuur en het volume. Houd de werking van de oven in de gaten tijdens de eerste keren dat u het apparaat gebruikt. Op die manier ontdekt u de beste instellingen (warmte-instelling, bereidingstijd etc.) voor uw ovenschalen, recepten en hoeveelheden wanneer u dit apparaat gebruikt. Taarten bakken • De beste temperatuur voor het bereiden van gebak is tussen de 150 °C en 200 °C. • Verwarm de oven ongeveer 10 minuten voor. Gewicht (g) Zie voor de juiste ovenfunctie de lijst met ovenfuncties in het hoofdstuk "Dagelijks gebruik". Gerecht Schuimtaart 10 Boven- en onderwarmte Niveau temp. °C 2 170 Hetelucht Niveau 2 temp. °C 160 Bereidingstijd minuten AANTEKENINGEN 45 ~ 60 In cakevorm op het rooster Gewicht (g) Gerecht Boven- en onderwarmte Hetelucht AANTEKENINGEN Niveau temp. °C Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en 3) 160 20 ~ 30 In cakevorm op het rooster Karnemelk kwarktaart 1 160 2 150 60 ~ 80 In cakevorm op het rooster Appeltaart 1 180 2 (1 en 3) 170 40 ~ 60 In cakevorm op het rooster Strudel 2 175 2 150 60 ~ 80 In cakeblik op het rooster Confituurtaart 2 175 2 (1 en 3) 160 30 ~ 40 In cakevorm op het rooster Fruitcake 1 175 1 160 45 ~ 60 In cakevorm Biscuitgebak 1 175 2 160 30 ~ 40 In cakevorm op het rooster Kerstcake 1 170 1 160 40 ~ 60 In cakevorm op het rooster Pruimentaart 1 170 1 160 50 ~ 60 In cakevorm op het rooster Kleine cakes 2 170 2 (1 en 3) 160 25 ~ 35 Op de bakplaat Koekjes 3 190 3 170 15 ~ 25 Op de bakplaat Schuimpjes 2 100 2 100 90 ~ 120 Op de bakplaat Broodjes 2 190 2 180 12 ~ 20 Op de bakplaat Vruchtentaartje: Soesjes 2 200 2 (1 en 3) 190 15 ~ 25 Op de bakplaat 1000 Wit brood 1 190 2 180 40 ~ 60 In 2 stukken op de bakplaat 500 Roggebrood 1 190 1 180 30 ~ 45 In broodvorm op het rooster 500 Broodjes 2 200 2 175 20 ~ 35 6 - 8 broodjes op een bakplaat 250 Pizza 1 200 2 (1 en 3) 190 15 ~ 30 Op de bakplaat of op het rooster Pastataart 2 200 2 (1 en 3) 175 40 ~ 50 In bakvorm op het rooster Groententaart 2 200 2 (1 en 3) 175 45 ~ 60 In bakvorm op het rooster Niveau temp. °C Bereidingstijd minuten 11 Gewicht (g) Gerecht Boven- en onderwarmte Hetelucht AANTEKENINGEN Niveau temp. °C Quiches 1 200 2 (1 en 3) 180 35 ~ 45 In bakvorm op het rooster Lasagne 2 180 2 160 45 ~ 65 In bakvorm op het rooster Cannelloni 2 200 2 175 40 ~ 55 In bakvorm op het rooster 1000 Rundvlees 2 190 2 175 50 ~ 70 Op rooster en lekbak 1200 Varkensvlees 2 180 2 175 100 ~ 130 Op rooster en lekbak 1000 Kalfsvlees 2 190 2 175 90 ~ 120 Op rooster en lekbak 1500 Engelse rosbief rood 2 210 2 200 50 ~ 60 Op rooster en lekbak 1500 Engelse rosbief medium 2 210 2 200 60 ~ 70 Op rooster en lekbak 1500 Engelse rosbief doorbakken 2 210 2 200 70 ~ 80 Op rooster en lekbak 2000 Varkensschouder 2 180 2 170 120 ~ 150 Met zwoerd in lekbak 1200 Varkensschenkel 2 180 2 160 100 ~ 120 In 2 stukken op lekbak 1200 Lamsvlees 2 190 2 175 110 ~ 130 Lamsbout in lekbak 1000 Kip 2 190 2 175 60 ~ 80 Volledig in lekbak 4000 Kalkoen 2 180 2 160 210 ~ 240 Volledig in lekbak 1500 Eend 2 175 2 160 120 ~ 150 Volledig in lekbak 3000 Gans 2 175 2 160 150 ~ 200 Volledig in lekbak 1200 Konijn 2 190 2 175 60 ~ 80 In stukken gesneden 12 Niveau temp. °C Bereidingstijd minuten Gewicht (g) Gerecht Boven- en onderwarmte Niveau temp. °C 1500 Haas 2 190 Hetelucht temp. °C Niveau Bereidingstijd minuten AANTEKENINGEN In stukken gesneden 2 175 150 ~ 200 800 Fazant 2 190 2 175 90 ~ 120 Hele 1200 Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3) 175 30 ~ 40 3-4 vissen 1500 Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3) 175 25 ~ 35 4-6 filets Grillen Verwarm de lege oven 10 minuten voor. Hoeveelheid GERECHT Stuks gr Tournedos 4 800 Biefstuk 4 Worstjes 8 Varkenskotelet Grillen Bereidingstijd (minuten) Temp. (°C) 1e kant 2e kant 3 250 12-15 12-14 600 3 250 10-12 6-8 / 3 250 12-15 10-12 4 600 3 250 12-16 12-14 Kip (in 2 helften) 2 1000 3 250 30-35 25-30 Spiesen 4 / 3 250 10-15 10-12 Kippenborst 4 400 3 250 12-15 12-14 Hamburger 6 600 3 250 20-30 Visfilet niveau 4 400 3 250 12-14 10-12 Geroosterde sandwiches 4-6 / 3 250 5-7 / Geroosterd brood 4-6 / 3 250 2-4 2-3 Kookplaat - Onderhoud en reinging Pizza Verwarm de lege oven 10 minuten voor. GERECHT Pizza , groot Pizzafunctie Niveau temp.°C 1 200 Bereidingstijd (minuten) AANTEKENINGEN 15~25 Op vlakke bakplaat 13 GERECHT Pizzafunctie Bereidingstijd (minuten) AANTEKENINGEN 200 10~20 Op vlakke bakplaat of op ovenrooster 200 15~25 Op vlakke bakplaat Niveau temp.°C Pizza, klein 1 Broodjes 1 Oven - Onderhoud en reiniging • Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreinigingen laten zich dan het makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen. • Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agressieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag onherstelbaar worden beschadigd! 1 Open de deur volle2 Til de hendels op de dig en houd de twee deur- twee scharnieren omhoog scharnieren vast. en draai ze. De ovendeur reinigen Voordat u de ovendeur reinigt, dient u uit de oven te halen. Waarschuwing! Zorg ervoor dat de glaspanelen afgekoeld zijn voordat u de glazen deur schoonmaakt. Het glas kan anders barsten. Waarschuwing! Als de glaspanelen van de deur beschadigd zijn of krassen hebben, wordt het glas zwak en kan het breken. Als dit het geval is, moet u de glaspanelen vervangen. Neem voor meer instructies contact op het uw plaatselijke Klantenservice. 14 3 Sluit de ovendeur in de eerste openingsstand (halfopen). Trek hem daarna naar voren en haal hem uit zijn zitting. Leg de deur op een stabiele ondergrond, op een zachte doek Reinig het glaspaneel met een sopje. Droog het paneel voorzichtig af. Als u de deur heeft schoongemaakt, plaatst u deze terug in de oven. Volg hiervoor de stappen in omgekeerde volgorde uit. Apparaten van roestvrij staal of aluminium: Reinig de ovendeur alleen met een natte spons. Droog hem af met een zachte doek. Gebruik geen staalwol, zuren of bijtende materialen, omdat deze het ovenoppervlak kunnen beschadigen. Reinig het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig. Ovenlampje Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schokken! Voordat u het ovenlampje vervangt: • Schakel de oven uit. • Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast of schakel de stroomonderbreker uit. Leg een doek op de bodem van de oven om het ovenlampje en het afdekglaasje te beschermen. Het ovenlampje vervangen/afdekglaasje schoonmaken 1. Draai het afdekglaasje naar links en verwijder het. 2. Reinig het glazen kapje 3. Vervang het ovenlampje door een geschikt 300°C hittebestendig ovenlampje. 4. Plaats het afdekglaasje terug. Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er is geen vonk als de brander wordt aangestoken Er is geen elektrische voeding Controleer of het apparaat goed is aangesloten en de elektrische voeding is ingeschakeld. Er is geen vonk als de brander wordt aangestoken. Er is geen elektrische voeding. Onderzoek de huisinstallatie (zekeringenkast). Er is geen vonk als de brander wordt aangestoken. De branderdeksel en kroon zitten niet goed op hun plaats. Controleer of de branderdeksel en kroon goed op hun plaats zitten. De vlam gaat meteen na de ontsteking uit. Het thermokoppel is niet voldoende opgewarmd. Houd, na het ontsteken van de vlam, de knop circa 5 seconden ingedrukt. De gasring brandt onregelmatig. De branderkroon is verstopt met etensresten. Controleer of de hoofdsproeier niet verstopt is en of de branderkroon schoon is. Het apparaat werkt helemaal niet. De zekering in de zekeringkast is doorgeslagen. Controleer de zekering. Als de zekering meer dan een keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde elektricien. De oven wordt niet warm. De oven is niet ingeschakeld. Schakel de oven in. De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Controleer de kookstanden. Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15-20 minuten in de oven staan. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of met de serviceafdeling. Waarschuwing! De reparatie aan het apparaat mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd en deskundig persoon. 15 Belangrijk! Bij foutieve bediening van het apparaat wordt het bezoek van de technicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of met de serviceafdeling. • Productnummer (PNC) ............ • Serienummer (S.N.) ............ Aanwijzingen voor apparaten met metalen voorkant: Als u de deur opent gedurende of direct na het bakken of braden, kan het glas beslaan. Deze gegevens zijn nodig om u snel en juist te helpen. Deze gegevens staan op het typeplaatje (zie "Productbeschrijving") • Modelbeschrijving ............ Montage Belangrijk! Lees eerst het hoofdstuk Veiligheid aandachtig door. Afmeting Diepte Technische gegevens 600 mm Ovencapaciteit Apparaat klasse 2, subklasse 1 en klasse 1. 56 l Gascategorie Afmeting Hoogte 850 mm Breedte 600 mm II2E+3+ Gastoevoer G20/G25 20/25 mbar Gasbranders NORMAAL VERMOGEN NORMAAL VERMOGEN VERMINDERD VERMOGEN kW kW inj. 1/100 mm m³/h inj. 1/100 mm G30 G31 Sudderbrander 1,0 0,33 70 0,095 50 72 71 Semi-snelle brander 2,0 0,45 96 0,190 71 145 143 Snelle brander 3,0 (aardgas) 2,8 (LPG) 0,75 119 0,286 86 204 200 BRANDER AARDGAS G20 (2H) - 20 mbar LPG (Butaan/Propaan) G30/31-30 mbar g/h Gasaansluiting Flexibele aansluiting met niet-metalen leidingen Kies voor vaste leidingen of gebruik een flexibele pijp van roestvrij staal die voldoet aan de geldende voorschriften. Als u flexibele metalen pijpen gebruikt, let er dan op dat deze niet in aanraking komen met beweegbare onderdelen en niet platgedrukt worden. Als het mogelijk is om de aansluiting over het gehele bereik makkelijk te controleren, kunt u een flexibele pijp gebruiken. De flexibele pijp moet stevig worden bevestigd met klemmen. 16 Installatie: gebruik de rubberen pijphouder. Maak altijd de pakking dicht. Ga daarna verder met de gasaansluiting. De flexibele pijp is geschikt als deze aan de volgende voorwaarden voldoet: – de pijp kan niet warmer worden dan de kamertemperatuur, hoger dan 30°C; – is niet langer dan 1500 mm; – vertoont geen regelkleppen; – is niet onderhevig aan tractie of torsie; – komt niet in contact met snijranden of hoeken; – kan makkelijk geïnspecteerd worden om de conditie te controleren. Controle van de staat van de flexibele pijp bestaat uit het volgende: – de pijp vertoont geen barsten, sneden, markeringen of verbrandingen bij de uiteinden en over de gehele lengte; – het materiaal is niet hard geworden, maar heeft de juiste elasticiteit; – de bevestigingsklemmen zijn niet verroest; – de houdbaarheidstermijn is niet verstreken. Als één of meer van deze defecten zichtbaar is, repareer de pijp dan niet, maar vervang hem. Belangrijk! Als de installatie voltooid is, dient u te controleren of de afdichting van elke pijpfitting goed is. Gebruik een zeepoplossing, geen vlam! Waarschuwing! Zet het apparaat niet op een voetstuk Waterpas zetten Gebruik de pootjes aan de onderkant van het apparaat om het op gelijke hoogte te brengen met andere meubels Elektrische installatie Waarschuwing! De elektrische installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd en deskundig persoon. De fabrikant is niet aansprakelijk als u de veiligheidsmaatregelen in het hoofdstuk "Veiligheid" niet opvolgt. Dit apparaat wordt alleen geleverd met een netsnoer. MANUFACTURER: C.so Lino Zanussi, 26-33080 Porcia (PN), Italy. Afvoer Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Verpakkingsmateriaal Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik. Kunststofonderdelen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst. Waarschuwing! Om ervoor te zorgen dat het apparaat geen gevaar oplevert, moet het onklaar gemaakt worden voordat u het weggooit. Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder de voedingskabel van het apparaat. 17
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Zanussi ZCM6601W Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding