Zanussi ZCK652J1WA Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZCK652J1WA
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
NL
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van 2000
m boven zeeniveau.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten of
vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting niet
achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
2
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een
deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur of de glazen afdekplaat
van de kookplaat schoon te maken. Deze kunnen krassen
veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen
breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
Verwijder voedselresten van het deksel voordat u het opent.
Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
3
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet
worden.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door
de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als
geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten:
NL
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en de
uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast
veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder stroom.
Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen
dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten naast
apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
Installeer een stabilisator om te voorkomen dat
het apparaat kantelt. Raadpleeg de
installatiegids.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat, met name niet als
deze heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
4
Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
GASAANSLUITING
Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Controleer vóór de installatie of de plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort en -druk)
en de afstelling van het apparaat met elkaar te
combineren zijn.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het
apparaat aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie over de
gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten worden op
een inrichting dat producten afvoert voor
verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de vereisten
voor voldoende ventilatie.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Risico op letsel
en brandwonden.
Gevaar voor elektrische schokken!
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare
damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
zet geen kookgerei of andere voorwerpen
direct op de bodem van het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen ongewenst
effect op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of
direct op de bodem van het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u
ze moet verplaatsen op de kookplaat.
Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar
het apparaat is geïnstalleerd.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste
vorm en een diameter groter dan de afmetingen
van de branders.
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel
van de maximale stand naar de minimale stand
draait.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de brander.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
5
REINIGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar!
Achterblijvend vet of voedsel in het apparaat kan
brand veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
De branders niet in de afwasautomaat reinigen.
DEKSEL
De specificatie van de deksel mag niet worden
veranderd.
Maak de deksel regelmatig schoon.
Open de deksel niet als er is geknoeid op het
oppervlak.
Schakel alle branders uit voordat u de deksel
sluit.
Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven
volledig zijn afgekoeld.
Glazen deksels kunnen breken als ze warm
worden (indien van toepassing).
BINNENVERLICHTING
De gloeilampen of halogeenlampen in dit
apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet
voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u de
stekker van het apparaat uit het stopcontact te
halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
Maak de externe gasleidingen plat.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
LOCATIE VAN HET APPARAAT
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een
of twee zijden en in de hoek plaatsen.
Houd een afstand van ongeveer 1 cm
tussen het apparaat en de achterwand
zodat de deksel open kan.
Zie voor minimale afstanden de tabel.
6
A
C
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 400
B 650
Afmetingen mm
C 150
TECHNISCHE GEGEVENS
Spanning (Voltage) 220 - 240 V
Frequentie 50 - 60 Hz
Apparaatklasse 1
Afmeting mm
Hoogte 857
Breedte 600
Diepte 600
OVERIGE TECHNISCHE GEGEVENS
Categorie apparaat: II2EK3B/P
II2L3B/P
Gas origineel: G25.3 (2EK) 25 mbar
G25 (2L) 25 mbar
Gasvervanging: G30/G31 (3B/P) 30/30 mbar
G20 (2E) 20 mbar
BYPASSDIAMETERS
BRANDER
Ø BYPASS
1)
1/100 mm
Sudderbrander 29 / 30
Medium brander 32
Multikroon 67
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
GASBRANDERS VOOR AARDGAS G20 20 mbar
BRANDER
NORMAAL VERMO-
GEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Multikroon 4,0 1,80 146
7
BRANDER
NORMAAL VERMO-
GEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Medium brander 2,0 - 1,9 0,43 - 0,45 96
Sudderbrander 1,0 0,35 70
1) Kraantype is afhankelijk van het model.
GASBRANDERS VOOR AARDGAS G25.3 25 mbar / G25 25 mbar
BRANDER
NORMAAL VERMO-
GEN kW
BEPERKT VERMOGEN kW
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Multikroon 3.8 1.7 147
Medium brander 1.9 0.43 100
Extra brander 0.95 0.35 70
GASBRANDERS VOOR LPG G30 30 mbar
BRANDER
NORMAAL VER-
MOGEN kW
BEPERKT VER-
MOGEN kW
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Multikroon 4,0 1,80 101 291
Medium
brander
2,0 0,43 71 145
Sudderbran-
der
1,0 0,35 50 73
GASBRANDERS VOOR LPG G31 30 mbar
BRANDER
NORMAAL VER-
MOGEN kW
1)
BEPERKT VERMO-
GEN kW
1)
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Multikroon 3.5 1.6 101 250
Medium
brander
1.7 0.38 71 121
Extra brander 0.85 0.31 50 61
1) Kraantype is afhankelijk van het model.
8
GASAANSLUITING
WAARSCHUWING! De volgende
instructies over de installatie en het
onderhoud moeten opgevolgd worden
door vakkundig personeel in
overeenstemming met de geldende
voorschriften.
Gebruik vaste aansluitingen of een flexibele leiding
van roestvrij staal, in overeenstemming met de
voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat
deze niet in aanraking komen met bewegende
onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden.
De verbinding moet worden aangelegd in
overeenstemming met NEN 1078.
Controleer of de gastoevoerdruk van
het apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De verstelbare
aansluiting wordt op de
uitbreidingsbrug bevestigd met behulp
van een schroefdraadmoer G 1/2"
(NEN 3258). Schroef de onderdelen
vast zonder kracht, stel de verbinding
in de nodige richting af en draai alles
vast.
WAARSCHUWING! De gasleiding
mag het deel van het apparaat niet
raken zoals getoond in de afbeelding.
AANSLUITING VAN FLEXIBELE NIET-
METALEN LEIDINGEN
Als u eenvoudig toegang heeft tot de aansluiting,
dan kunt u een flexibele leiding gebruiken. De
flexibele leiding moet goed worden aangespannen
door klemmen.
Gebruik bij montage altijd de leidinghouder en de
pakking. De flexibele pijp is correct als:
ze niet meer kan worden opgewarmd dan
kamertemperatuur, hoger dan 30 °C;
niet langer is dan 1.500 mm;
nergens nauw is;
niet gedraaid is;
niet in aanraking komt met scherpe randen of
hoeken;
de staat eenvoudig kan worden gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de flexibele pijp voor
dat:
de leiding geen barsten, sneden, vlekken of
brandsporen vertoont op de twee uiteinden en
over de volledige lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de juiste
elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waarneembaar
zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar
moet deze worden vervangen.
WAARSCHUWING! Controleer
waneer de installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is afgedicht.
Gebruik een zeepoplossing, geen
vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van
het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING! Trek voordat u
het gas aansluit eerst de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering
uit.Sluit de primaire klep van de
gastoevoer.
AANPASSING AAN VERSCHILLENDE TYPES
GAS
Alleen bevoegde personen mogen de
afstelling aan verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld voor
aardgas, dan kunt u dit met de
geschikte injectors wijzigen naar
vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt aangepast.
WAARSCHUWING! Voordat u de
injectors vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen zich in de
UIT-stand bevinden. Trek de stekker
uit het stopcontact. Laat het apparaat
afkoelen. U kunt letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de instelling te
wijzigen moet u altijd de
afdichtpakking gebruiken.
9
A B C
A. Uiteinde van as met moer
B. Pakking
C. Elleboog (indien nodig)
VERVANGEN VAN KOOKPLAATINJECTORS
Vervang de injectors wanneer u het gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel van 7 mm
en verwijder deze.
4. Vervang ze door de injectors die nodig zijn voor
het type gas dat u gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje voor het
nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden in de zak
die bij het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet constant is of
verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte
drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.
AANPASSEN VAN DE MINIMALE GASSTAND
OP DE FORNUISBRANDER
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de kookplaat.
Demonteer als de bypass-schroef niet
toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor
de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef A af met
een dunne en platte schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de bypass-
schroef A.
A
A
Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef A één
draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat terug.
3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
WAARSCHUWING! Steek de
stekker pas in het stopcontact
wanneer alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke plaats zitten.
U kunt letsel oplopen.
4. Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks
gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat naar een
laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de
vlam klein en stabiel wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat weer terug.
HET APPARAAT WATERPAS ZETTEN
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het
apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant
waterpas met andere oppervlakken te brengen.
ANTI-KANTELBESCHERMING
Stel de correcte hoogte in en bepaal waar op het
apparaat u de anti-kantelbescherming gaat
plaatsen.
10
LET OP! Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de correcte
hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter
het apparaat glad is.
U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u
dat niet doet, kan het apparaat kantelen.
Uw apparaat is voorzien van het symbool
weergegeven in de afbeelding (indien van
toepassing) om u te herinneren aan de montage
van de anti-kantelbescherming.
1. Installeer de anti-kantelbescherming 232-237
mm onder het bovenvlak van het apparaat en
110-115 mm van de zijkant van het apparaat in
de ronde opening op een steun. Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik
geschikte versteviging (muur).
110-115
mm
232- 237
mm
2. U vindt het gat aan de linkerachterkant van het
apparaat. Til de voorkant van het apparaat op
en plaats dit in het midden van de ruimte
tussen de kastjes. Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan de breedte van
het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als
u het apparaat wilt centreren.
Als u de afmetingen van het fornuis
hebt gewijzigd, dan moet u de anti-
kantelbescherming correct uitlijnen.
LET OP! Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan de
breedte van het apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het apparaat
wilt centreren.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
WAARSCHUWING! De fabrikant is
niet verantwoordelijk indien u deze
veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker en
netsnoer.
WAARSCHUWING! De stroomkabel
mag het onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de illustratie niet
raken.
11
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
2 3
5
4
6
8
7
9
1
4
3
2
1
1
Toetsen voor de kookplaat
2
Knop voor de kookwekker
3
Knop voor de temperatuur
4
Temperatuurindicator / symbool
5
Knop voor de ovenfuncties
6
Verwarmingselement
7
Lampje
8
Ventilator
9
Roosterhoogtes
INDELING KOOKPLAAT
1 2 3
5 4
1
Hulpbrander
2
Stoomuitlaat - nummer en positie afhankelijk
van het model
3
Medium brander
4
Medium brander
5
Multikroonbrander
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE REINIGING
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
12
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires terug in de beginstand.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet
weg te branden.
1. Stel de functie en de maximumtemperatuur
in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in. Maximale temperatuur
voor deze functie is 210 °C.
4. Laat het apparaat 15 minuten werken.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal.
Het apparaat kan een vreemde geur en rook
afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie in de ruimte is.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ONTSTEKING VAN DE FORNUISBRANDER
Ontvlam de brander altijd vóór u het
kookgerei erop plaatst.
WAARSCHUWING! Ga voorzichtig
te werk bij het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk gesteld worden
in geval van onjuist gebruik van de
vlam.
1. Draai de knop voor de kookplaat linksom naar
de maximale gasstand
en druk de knop in
om de brander aan te steken.
2. Houd de knop voor de kookplaat ingedrukt
gedurende 10 seconden of minder om het
thermokoppel voor te verwarmen. Als u dat niet
doet, wordt de gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
WAARSCHUWING! Houd de knop
niet langer dan 15 seconden
ingedrukt. Als de brander na 15
seconden nog niet brandt, de knop
loslaten en minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert de vlam te
ontsteken.
Als de brander na enkele pogingen
niet aan gaat, controleer dan of de
kroon en het branderdeksel goed op
hun plaats zitten.
Als er geen elektriciteit is kunt u de
brander zonder de elektrische
voorziening aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de
bijbehorende knop in en draai de knop
naar de maximale stand. Houd de
controleknop ingedrukt gedurende 10
seconden of minder om het
thermokoppel voor te verwarmen.
Draai als de brander per ongeluk uit
gaat de knop naar de uit stand en
probeer na minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan automatisch
starten wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt, na de installatie of
na een stroomonderbreking. Dat is
normaal.
13
BRANDEROVERZICHT
A
B
D
C
A
B
D
C
A. Branderkap
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppel
DE BRANDER UITSCHAKELEN
Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie
draaien .
WAARSCHUWING! Draai de vlam
altijd lager of schakel hem uit voordat
u de pan van de brander haalt
KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
KOOKGEREI
WAARSCHUWING! Zet één pan niet
op twee branders.
WAARSCHUWING! Zet geen
instabiele of beschadigde pannen op
de brander om morsen en letsel te
voorkomen.
LET OP! Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de voorste rand van
het werkblad komen.
LET OP! Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander bevinden,
voor een maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
DIAMETERS VAN KOOKGEREI
WAARSCHUWING! Gebruik alleen
kookgerei met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting van de
branders.
Brander
Diameter van het
kookgerei (mm)
Extra brander 120 - 180
14
Brander
Diameter van het
kookgerei (mm)
Medium brander
140 - 220/240
1)
Multikroon
160 - 240/260
1)
1) Als er maar één pan op de kookplaat wordt ge-
bruikt.
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE INFORMATIE
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor
het oppervlak van de kookplaat.
Was de onderdelen van roestvrij staal af met
water en droog ze vervolgens met een zachte
doek.
DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN
Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten
folie, suiker en suikerhoudende gerechten.
Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen.
Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende
is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten
en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig
de kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Was de geëmailleerde delen, deksel en kroon
met een warm sopje en laat ze goed drogen
alvorens ze terug te plaatsen.
REINIGEN VAN DE ONTSTEKINGSKNOP
Dit onderdeel is uitgerust met een keramische
ontstekingsbougie met een metalen elektrode.
Reinig deze onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en
controleer of de branderkroonopeningen niet
verstopt zijn.
PANNENDRAGERS
De pansteunen zijn niet bestand tegen
afwassen in een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand worden
afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen voor een
gemakkelijke reiniging van het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pannendrager,
dit om schade aan het oppervlak
van de kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen hebben,
dus wees voorzichtig tijdens het met de hand
afwassen en afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de pansteunen voor
dat u ze in de juiste stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander goed
werkt, moeten de armen van de pannendrager
in het midden van de brander worden
geplaatst.
PERIODIEK ONDERHOUD
Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling,
om de staat van de gastoevoerleiding en de
drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
15
HET APPARAAT AAN- EN UITZETTEN
Het hangt van het model of uw
apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes heeft:
Het lampje gaat aan als het
apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of de knop
de kookzones, de ovenfuncties of
de temperatuur bedient.
Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
1. Zet de functieknop van de oven op een
ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop om een temperatuur
te kiezen.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen, de
knop voor de ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur in de uit-stand.
VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT
Een onjuiste bediening van het apparaat of defecte
componenten kunnen gevaarlijke oververhitting
veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat die de
stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur
is gedaald, wordt de oven automatisch weer
ingeschakeld.
OVENFUNCTIES
Symbool Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand De oven staat uit.
Conventioneel koken Voor het bakken en braden op één ovenniveau.
Grillen Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren
Maximale temperatuur voor deze functie is 210 °C.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het inmaken van voedsel.
Warme lucht Voor het braden of bakken van gerechten waarvoor dezelf-
de bereidingstemperatuur nodig is, op meerdere rooster-
hoogten, zonder dat er smaken worden overgebracht van
het ene naar het andere gerecht.
Ontdooien Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd
hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
De temperatuurknop moet op "Uit" staan om deze functie
te gebruiken.
Vochtig Bakken Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie
te besparen. Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’ voor berei-
dingsinstructies Vochtig Bakken. De ovendeur dient tijdens
de bereiding gesloten te zijn, zodat de functie niet wordt
onderbroken en om ervoor te zorgen dat de oven op de
hoogst mogelijke energie-efficiëntie functioneert. Bij het
gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte
verschillen van de ingestelde temperatuur. Het verwar-
mingsvermogen kan worden verminderd. Zie voor algeme-
ne aanbevelingen voor energiebesparing het hoofdstuk
‘Energie-efficiëntie’, Oven - Energiebesparing. Deze functie
wordt gebruikt om de energie-efficiëntieklasse vast te stel-
len overeenkomstig EN 60350-1.
16
OVEN - KLOKFUNCTIES
KOOKWEKKER
Gebruik de kookwekker voor het instellen van een
afteltijd.
Deze functie heeft geen invloed op de
werking van het apparaat.
1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Draai de knop van de timer zover als mogelijk is
en draai de knop dan terug tot aan de
benodigde tijd.
Als deze tijd is verstreken, hoort u een
geluidssignaal.
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE ACCESSOIRES PLAATSEN
Bakrooster:
Het rooster heeft een speciale vorm
aan de achterkant waardoor de
warmtecirculatie wordt bevorderd.
Plaats het rooster in de roosterstand. Zorg ervoor
dat het de achterwand van de oven niet raakt.
Plaat:
Duw de bakplaat niet helemaal tot de
achterwand van de oven. Dit zal
voorkomen dat de warmte rondom de
bakplaat kan circuleren. Het gerecht
kan verbranden, vooral aan de
achterzijde van de bakplaat.
Plaats het blik of de diepe plaat op het ovenniveau.
Zorg ervoor dat het de achterwand van de oven
niet raakt.
OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
ALGEMENE INFORMATIE
Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de
inzetniveaus vanaf de bodem van het apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de
lucht circuleert en voor doorlopende recycling
van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het
mogelijk om voedsel te bereiden in een
atmosfeer met stoom en worden de gerechten
zacht van binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd en het
energieverbruik tot een minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de glazen
deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga
altijd iets terug staan van het apparaat als u de
deur van het apparaat tijdens de werking opent.
Om de condens te verminderen, dient u het
apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat en bedek de bodem tijdens de
bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de
17
bakresultaten veranderen en de emaillelaag
beschadigen.
BAKKEN
Het kan gebeuren dat uw oven anders bakt of
braadt dan het apparaat dat u vroeger had. Pas
de instellingen (temperatuur, kooktijden) en de
rekstand die u gewoon was aan volgens de
waarden in de tabellen.
De fabrikant raadt u aan de eerste keer een
lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden
voor een speciaal recept, kijkt u bij een
soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus
kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt
het gebak in het begin van het bakproces niet
overal even bruin. Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De verschillen
verminderen tijdens het bakproces.
Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10
minuten voor het einde van de baktijd
uitschakelen en profiteren van de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt, kunnen de
bakplaten in de oven tijdens het bakken vervormen.
Wanneer de bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
VOOR DE BEREIDING VAN GEBAK
De ovendeur mag pas worden geopend als
driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient
u één niveau ertussen leeg te laten.
VOOR DE BEREIDING VAN VLEES EN VIS
Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel om
te oven te behoeden voor blijvende vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten
voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er
niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de oven te
vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak
gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe
wanneer het is opgedroogd.
BEREIDINGSTIJDEN
De bereidingsduur is afhankelijk van het soort
voedsel, de samenstelling en het volume.
Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de
gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de
beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur,
etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden.
BOVEN + ONDERWARMTE
Gerecht Gewicht (g)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
voor op vlaaien/
taarten
250 150 25 - 30 3 bakblik
Platte cake
1) 1000 160 - 170 30 - 35 2 bakblik
Koffiebroodjes
met appel en
gist
2000 170 - 190 40 - 50 3 bakblik
Pannenkoek 1500 160 - 170
45 - 55
2) 2 bakblik
Hele kip 1350 200 - 220 60 - 70 2 rooster
1 bakblik
Halve kip 1300 190 - 210 35 + 30 3 rooster
1 bakblik
Gebraden var-
kenskotelet
600 190 - 210 30 - 35 3 Bakrooster
1 bakblik
18
Gerecht Gewicht (g)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Broodtaart
3) 800 230 - 250 10 - 15 2 bakblik
Gevulde gistca-
ke
4)
1200 170 - 180 25 - 35 2 bakblik
Pizza 1000 200 - 220 25 - 35 2 bakblik
Kwarktaart 2600 170 - 190 60 - 70 2 bakblik
Zwitserse appel-
flan
4)
1900 200 - 220 30 - 40 1 bakblik
Kerstcake
4) 2400 170 - 180
55 - 65
5) 2 bakblik
Quiche Lorrai-
ne
4)
1000 220 - 230 40 - 50 1 1 ronde alumini-
um bakplaat (dia-
meter: 26 cm)
Boerenbrood
6) 750 + 750 180 - 200 60 - 70 1 2 aluminium bak-
platen (lengte: 20
cm)
Roemeense bis-
cuittaart
1)
600 + 600 160 - 170 40 - 50 2 2 aluminium bak-
platen (lengte: 25
cm) op dezelfde
hoogte
Roemeense bis-
cuittaart - tradi-
tioneel
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 aluminium bak-
platen (lengte: 25
cm) op dezelfde
hoogte
Gistbroodjes
4) 800 200 - 210 10 - 15 2 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 150 - 170 15 - 20 1 bakblik
Meringue 400 100 - 120 40 - 50 2 bakblik
Kruimeltaart
4) 1500 180 - 190 25 - 35 3 bakblik
Botertaart
1) 600 180 - 200 20 - 25 2 bakblik
1) Verwarm de oven 10 minuten voor.
2) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
3) Verwarm de oven 20 minuten voor.
4) Verwarm de oven 10-15 minuten voor.
5) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven.
6) Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 18 minuten voor.
19
HETELUCHT
Gerecht Gewicht (g)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
1) 250 145 25 3 bakblik
Deegreepjes
1) 250 + 250 145 25 1 + 3 bakblik
Platte cake
1) 1000 150 30 2 bakblik
Platte cake
1) 1000 +
1000
155 40 1 + 3 bakblik
Koffiebroodjes
met appel en
gist
2000 170 - 180 40 - 50 3 bakblik
Appeltaart 1200 +
1200
175 55 2 2 ronde alu-
minium bak-
platen (dia-
meter: 20 cm)
op dezelfde
hoogte
Kleine cakejes
1) 500 155 30 2 bakblik
Kleine cakejes
1) 500 + 500 155 40 1 + 3 bakblik
Biscuittaart zon-
der vet
1)
350 160 30 1 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Pannenkoek 1200 150 - 160
30 - 35
2) 2 bakblik
Hele kip 1400 180 55 2 rooster
1 bakblik
Geroosterd var-
kensvlees
800 170 - 180 45 - 50 2 rooster
1 bakblik
Gevulde gistca-
ke
1200 150 - 160 20 - 30 2 bakblik
Pizza 1000 +
1000
200 - 210 30 - 40 1 + 3 bakblik
Pizza 1000 190 - 200 25 - 35 2 bakblik
Kwarktaart 2600 160 - 170 40 - 50 1 bakblik
Zwitserse appel-
flan
3)
1900 180 - 200 30 - 40 2 bakblik
Kerstcake
1) 2400 150 - 160
35 - 40
2) 2 bakblik
20
Gerecht Gewicht (g)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Quiche Lorrai-
ne
3)
1000 190 - 210 30 - 40 1 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Boerenbrood
4) 750 + 750 160 - 170 40 - 50 1 bakblik
Roemeense bis-
cuittaart
3)
600 + 600 155 - 165 40 - 50 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op de-
zelfde hoogte
Roemeense bis-
cuittaart - tradi-
tioneel
600 + 600 150 - 160 30 - 40 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op de-
zelfde hoogte
Gistbroodjes
1) 800 190 15 3 bakblik
Gistbroodjes
5) 800 + 800 190 15 1 + 3 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 150 - 160 15 - 20 3 bakblik
Schuimpjes 400 110 - 120 30 - 40 2 bakblik
Schuimpjes 400 + 400 110 - 120 45 - 55 1 + 3 bakblik
Kruimeltaart 1500 160 - 170 25 - 35 3 bakblik
Biscuitgebak
1) 600 150 - 160 25 - 35 2 bakblik
Botertaart
1) 600 + 600 160 - 170 25 - 35 1 + 3 bakblik
1) Verwarm de oven 10 minuten voor.
2) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
3) Verwarm de oven 10-15 minuten voor.
4) Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10-20 minuten voor.
5) Verwarm de oven 15 minuten voor.
VOCHTIG BAKKEN
Gerecht
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Brood en pizza
Broodjes 190 25 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Broodjes 200 40 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
21
Gerecht
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Bevroren pizza 350 g 190 25 - 35 2 rooster
Cake in bakplaat
Koninginnenbrood (op-
gerolde cake met jam)
180 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Brownie 180 35 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Cake in bakblik
Soufflé 210 35 - 45 2 zes keramieken vormpjes op rooster
Luchtige vlaaibodem 180 25 - 35 2 flanvorm op rooster
Taart 150 35 - 45 2 cakevorm op rooster
Vis
Vis in zakjes 300 g 180 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Hele vis 200 g 180 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Visfilets 300 g 180 30 - 40 2 pizzavorm op rooster
Vlees
Vlees in zakje 250 g 200 35 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Vleesspiesjes 500 g 200 30 - 40 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Kleine gebakken items
Koekjes 170 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Makronen 170 40 - 50 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Muffins 180 30 - 40 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Smakelijke cracker 160 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Zandkoekjes 140 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Tartelettes 170 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Vegetarisch
Groentemix in zakjes
400 g
200 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Omelet 200 30 - 40 2 pizzavorm op rooster
Groenten op plaat 700
g
190 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
22
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
Gerecht Functie
Tempera-
tuur (°C)
Accessoires
Rooster-
hoogte
Tijd (min)
Kleine cakes (16
stuks/bakplaat)
Conventioneel
koken
160 bakblik 3 20 - 30
Kleine cakes (16
stuks/bakplaat)
Warme lucht 150 bakblik 3 20 - 30
Appeltaart (2 vormen
Ø 20 cm, diagonaal
geplaatst)
Conventioneel
koken
190 rooster 1 65 - 75
Appeltaart (2 vormen
Ø 20 cm, diagonaal
geplaatst)
Warme lucht 180 rooster 2 70 - 80
Biscuittaart zonder
vet
Conventioneel
koken
180 rooster 2 20 - 30
Biscuittaart zonder
vet
Warme lucht 160 rooster 2 25 - 35
Zandtaartdeeg / Ge-
bakreepjes
Conventioneel
koken
140 bakblik 3 15 - 30
Zandtaartdeeg / Ge-
bakreepjes
Warme lucht 140 bakblik 3 20 - 30
PIZZA HETELUCHT
Als u pizza maakt, verkrijgt u de beste
resultaten door de bedieningsknop van
de oven naar de stand Pizza te
draaien.
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Maak de voorkant van het apparaat schoon met
een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat na elk
gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten
kunnen brand veroorzaken.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale
ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek met een warm
sopje en een reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet
worden schoongemaakt met een agressief
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe
randen of een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
23
APPARATEN VAN ROESTVRIJ STAAL OF
ALUMINIUM
Maak de ovendeur alleen met een
vochtige doek of natte spons schoon.
Droog maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure
of schurende producten, deze kunnen
de oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven net zo
voorzichtig schoon.
DE DEUR VERWIJDEREN EN INSTALLEREN
De ovendeur beschikt over twee glazen panelen. U
kunt de ovendeur en de interne glasplaat
verwijderen om ze schoon te maken. Lees de
volledige instructie 'Verwijderen van installatiedeur'
voordat u de glasplaten verwijdert.
De ovendeur kan dichtslaan als u het
interne glaspaneel probeert te
verwijderen als de deur nog
gemonteerd is.
LET OP! Gebruik de oven nooit
zonder de interne glasplaat.
1. Open de deur volledig en houd vast aan beide
scharnieren.
2. Til de hendels van beide scharnieren volledig
op en draai eraan.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de eerste
openingsstand. Til hem daarna op en trek hem
naar voren en verwijder hem van zijn plek.
4. Leg de deur op een zachte doek op een
stabiele ondergrond.
5. Ontgrendel het vergrendelingssysteem om de
interne glasplaat te verwijderen.
24
6. Draai de twee bevestigingen 90° en verwijder
ze uit hun houders.
7. De glasplaat voorzichtig optillen en verwijderen.
1
2
8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de
glasplaten voorzichtig af. Reinig de glasplaten
niet in de vaatwasser.
Als de reiniging is voltooid, plaatst u de glasplaat
en de ovendeur terug.
Als de deur correct wordt geïnstalleerd, klikt de
rand van de deur.
Zorg ervoor dat u de interne glasplaat correct in de
uitsparingen plaatst.
DE LADE VERWIJDEREN
WAARSCHUWING! Bewaar geen
ontvlambare dingen in de lade (bijv.
schoonmaakmiddelen, plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u de oven
gebruikt, kan de lade heet worden. Er
kan brand ontstaan.
De lade onder de oven kan worden verwijderd om
gemakkelijker te worden schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet
verder kan.
2. Til de lade langzaam op.
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde
volgorde uit om de lade te installeren.
HET LAMPJE VERVANGEN
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van
het apparaat. Dit voorkomt schade aan het
afdekglas en de ovenruimte.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrocutie! Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas kunnen heet
zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
25
2. Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast,
of schakel de stroomonderbreker uit.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar links en
verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300 °C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als u de vonk-
generator tracht te activeren.
De kookplaat is niet aangeslo-
ten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Raadpleeg het
aansluitingsschema.
Er is geen vonk als u de vonk-
generator tracht te activeren.
De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Er is geen vonk als u de vonk-
generator tracht te activeren.
De branderdeksel en kroon zit-
ten niet goed op hun plaats.
Plaats de branderdeksel en
kroon op de juiste plaats.
De vlam gaat uit onmiddellijk
na de ontsteking.
Het thermokoppel is niet vol-
doende opgewarmd.
Na het ontsteken van de vlam
de knop circa 10 sec. inge-
drukt houden
De vlammenring is niet gelijk-
matig.
De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de inspuiter niet
verstopt is en of de brander-
kroon schoon is.
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaansluiting.
De vlamkleur is oranje of geel. De vlam kan op bepaalde
plaatsen van de brander oranje
of geel zijn. Dit is normaal.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
juist zijn.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in de
handleiding op.
26
ONDERHOUDGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich voor
aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het
typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
PRODUCTINFORMATIE VOOR KOOKPLAAT VOLGENS EU-RICHTLIJN 66/2014
Modelidentifi-
catie
ZCK652J1WA
Type kooktoe-
stel
Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal gas-
branders
4
Energiezuinig-
heid per gas-
brander (EE
gas burner)
Linksachter - Sudderbrander niet van toepassing
Rechtsachter - Normale brander 55,0%
Rechtsvoor - Normale brander 55,0%
Links voor - multikroon 57,0%
Energie-efficiëntie voor de gaskookplaat (EE gas hob) 55,7%
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen op gas -
Deel 2-1 : Energieverbruik - Algemeen
KOOKPLAAT - ENERGIEBESPARING
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken
door de onderstaande tips te volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op die u
nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
Zorg er voor gebruik voor dat de branders en
pannendragers goed worden geplaatst.
De bodem van het kookgerei moet de juiste
diameter hebben voor de brandermaat.
Zet het kookgerei meteen op de brander en in
het midden.
Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u
de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes
pruttelt.
Gebruik indien mogelijk een hogedrukpan. Zie
de gebruikshandleiding van de hogedrukpan.
PRODUCTKAART EN INFORMATIE VOOR OVENS VOLGENS EU 65-66/2014
Naam leverancier Zanussi
Modelidentificatie ZCK652J1WA
27
Energie-efficiëntie Index 94.9
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand boven +
onderwarmte
0,84 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hetelucht 0,74 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 54 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 44.0 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Range-ovens, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
OVEN - ENERGIEBESPARING
Deze oven bevat functies die u helpen
energie te besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u
de oven in werking stelt. De deur niet openen
tijdens de bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op
zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer energie te
besparen.
Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat
u er voedsel in plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30
minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10
minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat
de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven
zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort
mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd
bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met
hete lucht om energie te besparen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om
de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te
houden.
Vochtig Bakken
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding
energie te besparen. Voor meer details zie
hoofdstuk "Oven - Dagelijks gebruik",
Ovenfuncties.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
28
*
29
30
31
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867342608-B-102019
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Zanussi ZCK652J1WA Handleiding

Type
Handleiding